Kenwood TH-G71A, TH-G71E User Manual [de]

GEBRUIKSAANWIJZING
144/440 MHz FM DUBBELBANDER
TH-G71A
144/430 MHz FM DUBBELBANDER
TH-G71A
144/430 MHz FM DUBBELBANDER
TH-G71E
KENWOOD CORPORATION
© B62-0742-10 (E) 09 08 07 06 05 04 03 02 01
WELBEDANKT!
Wij willen u hartelijk danken voor uw aankoop van deze KENWOOD FM zendontvanger. Deze serie draagbare
1
zendontvangers komt tegemoet aan de vraag naar compacte zendontvangers, eenvoudig te bedienen, maar voorzien van een
2
ruim aantal geavanceerde functies. KENWOOD is ervan overtuigd dat de compacte uitvoering van het apparaat in
3
combinatie met de gunstige prijs, u zeer tevreden zullen stellen.
MICROPHONE CONTROL
4
MODELLEN DIE IN DEZE GEBRUIKSAANWIJZING BESCHREVEN WORDEN
5
Deze gebruiksaanwijzing is van toepassing op de volgende modellen:
6
TH-G71A: 144/440 MHz FM dubbelbander
7
TH-G71A: 144/430 MHz FM dubbelbander
8
TH-G71E: 144/430 MHz FM dubbelbander
9
10
11
(V.S./ Canada)
(Algemene Markt)
(Europa)
KENMERKEN
Hieronder volgt een korte beschrijving van de voornaamste kenmerken van deze zendontvanger.
Voorzien van 200 geheugenkanalen waarin gescheiden ontvangst- en zendfrequenties, of simplexfrequenties, geprogrammeerd kunnen worden, plus diverse andere gegevens.
Ieder geheugenkanaal kan van een naam worden voorzien die uit maximaal 6 alfanumerieke tekens bestaat. De naam kan bijvoorbeeld een plaatsnaam zijn, de naam van een repeater, etc.
Ingebouwde CTCSS (Continuous Tone Coded Squelch System) waarmee u automatisch ongewenste oproepen van andere personen die dezelfde frequentie gebruiken kunt onderdrukken.
Uitgerust met een antenne met zeer hoge prestaties.
Met verlichting van de toetsen op het toetsenpaneel en
verlichting van het display voor een gemakkelijke bediening in het donker.
12
13
14
15
VOORZORGSMAATREGELEN
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om brand, lichamelijk letsel of beschadiging van de zendontvanger te voorkomen:
Zend niet langdurig met hoog uitgangsvermogen. De zendontvanger kan hierdoor oververhit raken.
Breng geen veranderingen aan in de zendontvanger tenzij deze specifiek in deze gebruiksaanwijzing of op andere wijze door KENWOOD zijn aangegeven.
Bij gebruik op een externe voedingseenheid dient u de voorgeschreven gelijkstroomkabel (los verkrijgbaar) op de DC gelijkstroom-aansluiting van de zendontvanger aan te sluiten. De voedingsspanning moet tussen 6 V en 16 V zijn, om beschadiging van de zendontvanger te voorkomen.
Wanneer de zendontvanger op het sigarettenaanstekercontact van een voertuig wordt aangesloten, mag uitsluitend de voorgeschreven sigarettenaanstekerkabel (los verkrijgbaar) worden gebruikt.
Stel de zendontvanger niet voor langere tijd bloot aan direct zonlicht en houd het apparaat uit de buurt van verwarmingselementen.
Vermijd uitermate stoffige of vochtige plaatsen, of plaatsen waar de zendontvanger nat kan worden, en leg het apparaat ook niet op een onstabiel oppervlak.
Als een vreemde geur of rook wordt waargenomen, dient u de zendontvanger onmiddellijk uit te schakelen en de batterijhouder of de accu los te maken van de zendontvanger. Neem vervolgens zo spoedig mogelijk contact op met een KENWOOD service-centrum of uw dealer.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
N-i
15
INHOUDSOPGAVE
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES ....................................... 1
TOELICHTING BIJ HET GEBRUIK VAN DEZE
HANDLEIDING ................................................................... 1
HOOFDSTUK
LEVENSDUUR VAN DE BATTERIJEN/ACCU .................... 2
BEVESTIGEN VAN DE NiCd-ACCU ................................... 2
PLAATSEN VAN DE ALKALIBATTERIJEN ......................... 3
BEVESTIGEN VAN DE ANTENNE ..................................... 4
BEVESTIGEN VAN DE POLSRIEM .................................... 4
BEVESTIGEN VAN DE BROEKRIEMCLIP ......................... 4
HOOFDSTUK
HOOFDSTUK
BENAMING VAN DE ONDERDELEN ................................. 6
BASISFUNCTIES ............................................................... 6
AANDUIDINGEN OP HET DISPLAY ................................... 7
HOOFDSTUK
IN/UITSCHAKELEN VAN DE ZENDONTVANGER ............. 8
INSTELLEN VAN DE GELUIDSSTERKTE .......................... 8
SQUELCH INSTELLING ..................................................... 8
KIEZEN VAN DE AFSTEMBAND ........................................ 9
KIEZEN VAN FREQUENTIES ............................................. 9
ZENDEN ............................................................................. 9
qq
q VOORBEREIDINGEN
qq
ww
w UW EERSTE CONTACT (QSO)
ww
ee
e EERSTE KENNISMAKING
ee
rr
r BASISBEDIENING
rr
Kiezen van het zendvermogen ...................................... 9
N-ii
HOOFDSTUK
WAARVOOR DIENEN DE MENU’S? ................................ 10
TOEGANG TOT DE MENU’S ............................................ 10
MENU-CONFIGURATIE ................................................... 11
HOOFDSTUK
TOEGANG TOT REPEATERS .......................................... 12
OMWISSELEN VAN DE ZEND-/
ONTVANGSTFREQUENTIE............................................ 16
HOOFDSTUK
SIMPLEX&REPEATER OF ODD-SPLIT
GEHEUGENKANAAL? ..................................................... 17
VASTLEGGEN VAN SIMPLEXFREQUENTIES OF
STANDAARD REPEATERFREQUENTIES ....................... 18
VASTLEGGEN VAN ODD-SPLIT REPEATERFREQUENTIES ....
OPROEPEN VAN GEGEVENS UIT DE
GEHEUGENKANALEN ..................................................... 19
WISSEN VAN GEGEVENS UIT DE GEHEUGENKANALEN .....
BENAMING VAN DE GEHEUGENKANALEN ................... 20
OMSCHAKELEN TUSSEN DE NAAM/ FREQUENTIE-
AANDUIDING VAN HET GEHEUGENKANAAL ................ 20
tt
t MENU-INSTELLINGEN
tt
yy
y BEDIENING VOOR REPEATER-TOEPASSINGEN
yy
Kiezen van de verschuivingsrichting ............................ 13
Kiezen van de waarde van de frequentieverschuiving ...... 13
Inschakelen van de toonfunctie ................................... 14
Kiezen van de toonfrequentie ...................................... 14
Automatische frequentieverschuiving voor repeater-
toepassingen (Alleen voor de V.S./ Canada/ Europa) ....... 15
uu
u GEHEUGENKANALEN
uu
18
19
“CALL” OPROEPKANAAL ................................................ 21
Inschakelen van het oproepkanaal .............................. 21
Wijzigen van de inhoud van het oproepkanaal ............. 21
GEGEVENSOVERDRACHT GEHEUGEN ➡ VFO............ 22
AANGEVEN VAN DE GEHEUGENKANAALNUMMERS ...... 22
TERUGSTELLEN VAN HET GEHEUGEN (RESET) ......... 23
Deels terugstellen (VFO) ............................................. 23
Volledig terugstellen (Geheugen) ................................. 23
HOOFDSTUK
HERVATTINGSMETHODEN VOOR DE
SCANFUNCTIES .............................................................. 25
VFO SCANFUNCTIE ........................................................ 26
GEHEUGEN-SCANFUNCTIE ........................................... 26
MHz SCANFUNCTIE ........................................................ 27
PROGRAMMA-SCANFUNCTIE ........................................ 28
CALL/VFO SCANFUNCTIE .............................................. 29
CALL/GEHEUGEN SCANFUNCTIE ................................. 29
PRIORITEITSKANAAL-SCANFUNCTIE ........................... 30
ii
i “SCAN” ZOEKFUNCTIES
ii
Kiezen van de scan-hervattingsmethode ..................... 25
Overslaan van geheugenkanalen (Lockout) ................. 27
Instellen van de grensfrequenties voor het scannen .... 28
Gebruik van de programma-scanfunctie ...................... 29
Vastleggen van een frequentie in het
prioriteitskanaal ........................................................... 30
Kiezen van de prioriteitskanaal-scanmethode .............. 31
Gebruik van de prioriteitskanaal-scanfunctie ................ 31
HOOFDSTUK
GEBRUIK VAN DE CTCSS ............................................... 32
HOOFDSTUK
UITZENDEN VAN EEN DTMF OPROEP .......................... 34
VASTLEGGEN VAN DTMF NUMMERS VOOR DE
AUTOMATISCHE NUMMERKIESFUNCTIE ...................... 35
CONTROLEREN VAN VASTGELEGDE DTMF
NUMMERS ....................................................................... 35
UITZENDEN VAN VASTGELEGDE DTMF NUMMERS .... 36
HOOFDSTUK
ZENDBLOKKERING ......................................................... 37
ZENDONTVANGER-VERGRENDELING .......................... 37
AUTOMATISCHE ZENDONTVANGER-
UITSCHAKELFUNCTIE (APO) ......................................... 37
ACCUBESPARINGSFUNCTIE ......................................... 37
DISPLAY-VERLICHTING .................................................. 38
PIEPTOONFUNCTIE ........................................................ 38
OMSCHAKELEN TUSSEN AM/FM MODE
(ALLEEN VOOR DE V.S./ CANADA) ................................ 38
SIGNAALONTVANGST-ATTENTIEFUNCTIE ................... 38
oo
o CTCSS (CONTINUOUS TONE CODED SQUELCH
oo
SYSTEM)
Automatische toonfrequentie-identificatie ..................... 33
!0!0
!0 DTMF (DUAL TONE MULTI-FREQUENCY)
!0!0
FUNCTIES
Aanhoudend DTMF zendsignaal ................................. 34
Autopatch (V.S. en Canada) ........................................ 34
!1!1
!1 AANVULLENDE FUNCTIES
!1!1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
N-iii
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
PROGRAMMEERBARE VFO FREQUENTIEKEUZE ........ 39
WIJZIGEN VAN DE LUIDSPREKER-CONFIGURATIE ..... 39
RECHTSTREEKS INVOEREN VAN NUMMERS
MET DE CIJFERTOETSEN .............................................. 40
Intoetsen van een afstemfrequentie ............................. 40
Intoetsen van een geheugenkanaalnummer ................ 40
KIEZEN VAN DE WAARDE VOOR DE
FREQUENTIESTAP .......................................................... 40
HOOFDSTUK
HOOFDSTUK
ALGEMENE INFORMATIE ............................................... 42
REPARATIE ...................................................................... 42
BIJ TECHNISCHE VRAGEN ............................................. 42
REINIGEN ........................................................................ 42
OPLADEN VAN DE NiCd-ACCU ....................................... 43
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ....................................... 44
HOOFDSTUK
!2!2
!2 AFSTANDSBEDIENING MET BEHULP VAN DE
!2!2
MICROFOON
!3!3
!3 ONDERHOUD
!3!3
!4!4
!4 LOS VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
!4!4
AANSLUITEN VAN APPARATUUR VOOR
AFSTANDSBEDIENING ................................................... 48
AANSLUITEN VAN ANDERE EXTERNE
APPARATUUR .................................................................. 48
TECHNISCHE GEGEVENS
BEKNOPTE BEDIENINGSGIDS
12
13
14
15
HOOFDSTUK
AANSLUITEN VAN EEN EXTERNE
VOEDINGSEENHEID ....................................................... 47
!5!5
!5 INSTALLEREN EN AANSLUITEN VAN
!5!5
ACCESSOIRES
Gebruik van een gereguleerde voedingseenheid ......... 47
Gebruik van de sigarettenaanstekerbus in uw auto ...... 47
N-iv
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES TOELICHTING BIJ HET GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING
Accessoires
Antenne
NiCd (nikkelcadmium) accu PB-38 (6 V, 650 mAh) PB-39 (9,6 V, 600 mAh)
Batterijhouder (BT-11)
Acculader Verenigde Staten/ Canada Groot-Brittannië Europese Vasteland Algemene markt
Verloopstekker (voor netstekker)
Broekriemclip
Polsriem
Garantiebewijs Alleen voor de V.S./ Canada/ Europa
Gebruiksaanwijzing
1
Afhankelijk van het land van bestemming wordt de PB-38, PB-39 of BT-11 bijgeleverd.
2
Alleen sommige modellen voor de Algemene markt.
1
1
1
Onderdeelnummer
T90-0634-XX
W09-0909-XX W09-0911-XX
A02-2078-XX
W08-0437-XX W08-0438-XX W08-0440-XX W08-0441-XX
2
E19-0254-XX
J29-0631-XX
J69-0339-XX
B62-0742-XX
MICROPHONE CONTROL
Om de aanwijzingen in deze handleiding zo eenvoudig mogelijk te houden en onnodige herhalingen te voorkomen, is gekozen voor de hieronder aangegeven beknopte schrijfstijl.
LET OP:
VERONDERSTELD DAT U DE TOETS IN IEDERE BEDIENINGSAANWIJZING BINNEN ONGEVEER 10 SECONDEN INDRUKT. INDIEN DIT NIET WORDT GEDAAN, WORDT DE VORIGE BEDRIJFSTOESTAND WEER HERSTELD.
Druk op [TOETS].
Druk op [TOETS] (1 s).
Druk op [TOETS1], [TOETS2].
Druk op [TOETS1]+[TOETS2].
Druk op [TOETS]+ POWER ON.
Aantal
1
1 1
1
1 1 1 1
1
1
1
1
1
BIJ DE MEESTE PROCEDURES WORDT
Aanwijzing
Druk op de TOETS en laat deze los.
Druk op de TOETS en houd deze ingedrukt totdat de functie geactiveerd wordt.
Druk TOETS1 even kort in, laat TOETS1 los en druk vervolgens op TOETS2.
Houd TOETS1 ingedrukt en druk dan gelijktijdig op TOETS2.
Met de zendontvanger uitgeschakeld, houdt u de TOETS ingedrukt en dan schakelt u de zendontvanger in met een druk op de PWR schakelaar.
Ga als volgt te werk
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
N-1
13
14
15
VOORBEREIDINGEN
LEVENSDUUR VAN DE BATTERIJEN/ACCU
1
De onderstaande tabel toont de gemiddelde levensduur van de
2
batterijen/accu (in uren) bij hoog, laag en extra laag zendvermogen.
3
Accu/batterijen
4
5
6
7
8
9
10
11
12
PB-38 NiCd
PB-39 NiCd
Alkali
BEVESTIGEN VAN DE NiCd-ACCU
Opmerking:
te laden alvorens hij gebruikt kan worden. Zie de paragraaf “OPLADEN VAN DE NiCd-ACCU” {blz. 43} voor nadere bijzonderheden.
1 Lijn de twee groeven in de onderste hoeken (binnenkant) van
de accu uit met de geleiders aan de achterzijde van de zendontvanger.
Aangezien de accu niet is opgeladen, dient u deze eerst op
VHF band
HI LO EL HI LO EL
4,5
3,5
14
10
28
13
8
14
40
4,5
3,2
14
UHF band
8
7,2
27
2 Schuif de accu op de achterzijde van de zendontvanger totdat
de accu door de ontgrendelpal onderaan de zendontvanger op zijn plaats wordt vergrendeld.
12
14
30
Ontgrendelpal
3 Om de accu los te maken, duwt u de ontgrendelpal omhoog
en schuift dan de accu van de zendontvanger af.
Ontgrendelpal
13
14
15
Geleider
N-2
PLAATSEN VAN DE ALKALIBATTERIJEN
WAARSCHUWING!
PLAATS DE BATTERIJEN NIET IN EEN GEVAARLIJKE OMGEVING IN HET APPARAAT, BIJVOORBEELD OP EEN PLAATS WAAR VONKEN EEN ONTPLOFFING ZOUDEN KUNNEN VEROORZAKEN.
GOOI DE OUDE BATTERIJEN NOOIT IN OPEN VUUR AANGEZIEN DE BATTERIJEN ALS GEVOLG VAN DE HOGE TEMPERATUUR KUNNEN ONTPLOFFEN.
Opmerkingen:
Voor een zo lang mogelijke levensduur van de batterijen verdient het aanbeveling topkwaliteit alkalibatterijen te gebruiken in plaats van mangaanbatterijen. Gebruik geen in de handel verkrijgbare NiCd­batterijen.
Neem de batterijen uit de batterijhouder als u de zendontvanger langere tijd niet denkt te gebruiken.
Gebruik niet batterijen van verschillende kwaliteit door elkaar.
Als de batterijen uitgeput raken, moet u alle vier de batterijen tegelijk door nieuwe vervangen.
1 Maak de batterijhouder open door op het vergrendellipje te
drukken en dan het deksel te verwijderen.
2 Steek vier AA (LR6) alkalibatterijen in de batterijhouder (nadat
u de oude batterijen uit de houder heeft verwijderd).
Plaats de batterijen met de polariteit (+ en –) zoals aangegeven in de batterijhouder.
3 Lijn de twee lipjes van het deksel uit met de bijpassende
uitsparingen en druk dan op het deksel totdat het vergrendellipje vastklikt.
Lipje
1
2
3
4
5
6
7
8
Vergrendellipje
4 Volg de aanwijzingen in stap 1 t/m 3 van BEVESTIGEN VAN
DE NiCd-ACCU {blz. 2} om de batterijhouder aan de zendontvanger te bevestigen of ervan los te maken.
N-3
9
10
11
12
13
14
15
BEVESTIGEN VAN DE ANTENNE
Bevestig de bijgeleverde antenne door deze in de aansluiting aan de bovenzijde van de zendontvanger te schroeven.
1
BEVESTIGEN VAN DE BROEKRIEMCLIP
Bevestig de bijgeleverde broekriemclip aan de achterzijde van de accu of de batterijhouder.
2
q
w
3
4
5
6
7
8
BEVESTIGEN VAN DE POLSRIEM
9
Indien gewenst, kunt u de bijgeleverde polsriem aan de broekriemclip vastmaken voordat u de broekriemclip aan de zendontvanger bevestigt.
10
11
12
13
Om de kabel van een los verkrijgbare luidspreker-microfoon vast te maken, laat u de kabel eerst via de linker groef van de zendontvanger lopen, vervolgens monteert u de broekriemclip, en dan laat u de kabel via de rechter groef lopen.
Om de broekriemclip te verwijderen, trekt u de broekriemclip omlaag terwijl u de lipjes aan beide zijden indrukt.
14
15
N-4
UW EERSTE CONTACT (QSO)
Door de hiernavolgende 7 stappen te volgen, bent u meteen in de lucht voor uw eerste contact. U kunt dan genieten van de opwinding die gepaard gaat aan het in gebruik nemen van een nieuwe zendontvanger.
Druk de PWR schakelaar langer dan
q
1 seconde in.
Draai de VOL regelaar in de 11-uur stand.
w
Druk op de [BAND] schakelaar om de
e
VHF of UHF band te kiezen.
Stem met de Afstemknop op de
r
gewenste frequentie af.
Houd de PTT schakelaar ingedrukt en
t
spreek met normale stem in de microfoon.
Laat de PTT schakelaar los om op
y
ontvangst over te schakelen.
Herhaal stap
u
met de andere zender te vervolgen.
t en y
om de communicatie
t y
e
q
LET OP:
DE AANBEVOLEN WERKCYCLUS VAN HET APPARAAT IS 1 MINUUT ZENDEN EN 3 MINUTEN ONTVANGST. BIJ LANGER ZENDEN OF BIJ LANGDURIG GEBRUIK MET HOOG ZENDVERMOGEN KAN DE ACHTERZIJDE VAN DE ZENDONTVANGER ERG WARM WORDEN.
ALS U ZENDT TERWIJL DE ANTENNE IN DE BUURT VAN ANDERE ELEKTRONISCHE APPARATUUR IS, KAN DIT RESULTEREN IN
r w
INTERFERENTIE IN DE ANDERE APPARATUUR. OOK KAN BIJ HET ZENDEN IN DE BUURT VAN EEN VOEDINGSEENHEID DIE NIET DOOR VOORGESCHREVEN, DE VOEDINGSEENHEID EEN UITERST HOGE SPANNING AFGEVEN. DEZE SPANNING HEEFT MOGELIJK BESCHADIGING VAN DE ZENDONTVANGER TOT GEVOLG EN EVENTUELE ANDERE APPARATEN DIE OP DE VOEDINGSEENHEID ZIJN AANGESLOTEN.
Opmerking:
18 V is, klinken er waarschuwingspieptonen en verschijnt de aanduiding “DC ERR” op het display.
KENWOOD
Als de ingangsspanning meer dan
IS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
Opmerking:
houdt u de te kunnen horen. Er zal dan echter eveneens achtergrondruis hoorbaar zijn.
Als de ontvangen signalen erg zwak zijn,
[MONI]
toets ingedrukt om de signalen beter
14
15
N-5
EERSTE KENNISMAKING
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
1
2
3
4
5
6
PTT
7
8
9
10
11
12
schakelaar
LAMP
toets
MONI
toets
BAND
toets
LOW
toets
PWR
schakelaar
Antenne
Afstemknop
VOL regelaar
Zenden/ squelch-open lampje
Display
Luidspreker/ microfoon
SP aansluiting
MIC aansluiting
Toetsenpaneel
BASISFUNCTIES
In dit hoofdstuk worden de basisfuncties (modes) beschreven die u het meest zult gebruiken.
VFO frequentiekeuze
Druk op [VFO] om deze functie in te schakelen. U kunt nu de actieve frequentie kiezen met de Afstemknop.
Geheugen-oproepfunctie
Druk op [MR] om deze functie in te schakelen. U kunt nu met behulp van de Afstemknop de geheugenkanalen oproepen waarin u de frequenties en de bijbehorende gegevens heeft vastgelegd. De geheugen-oproepfunctie kan alleen worden ingeschakeld wanneer er in minstens één geheugenkanaal gegevens zijn vastgelegd. Zie “GEHEUGENKANALEN” {blz. 17} voor nadere bijzonderheden.
DC IN
aansluiting
13
14
15
N-6
Menufunctie
Wat u gekozen heeft
Aanduiding
Toetsen die ingedrukt
moeten worden om te annuleren
Zie
blz.
[F]
1
Alleen voor de TH-G71E
“Tweede functie” selectie-stand
32 14
13
13
13
16
31
38
38
9
9
9
37
37
37
27
18
CTCSS
[F], [6]
Toonfunctie
[F], [LOW]
Zendfrequentie­verschuiving in plus-richting
[F], [REV], [F], [REV] (TH-G71E: nogmaals [F], [REV])
Zendfrequentie-verschuiving in min-richting (–7,6 MHz)
1
Zendfrequentie­verschuiving in min-richting
[F], [REV]
Omwisselfunctie
[REV]
[F], [REV] (TH-G71E: nogmaals [F], [REV])
[F], [8]
Signaalontvangst­attentiefunctie
[F], [7]
AM mode
Gebruik menu-nummer 16
Hoog zendvermogen
Oorspronkelijke instelling
Laag zendvermogen [LOW], [LOW] om op
hoog zendvermogen over te schakelen
Extra laag zendvermogen
Accubesparingsfunctie
Gebruik menu-nummer 4
[LOW] om op hoog zendvermogen over te schakelen
Automatische zendontvanger­uitschakelfunctie
Gebruik menu-nummer 5
Zendontvanger­vergrendeling
[F] (1 s)
Geheugenkanaal overslaan (Lockout)
[F], [0]
Geheugenkanaal met gegevens
Prioriteitskanaal-scanfunctie
Druk op [F], [BAND] om deze functie in te schakelen. U kunt nu met behulp van de Afstemknop het gewenste menu-nummer kiezen.
AANDUIDINGEN OP HET DISPLAY
Op het display ziet u diverse aanduidingen die aangeven wat u gekozen heeft. Raadpleeg de nevenstaande tabel wanneer u niet weet wat de aanduidingen betekenen of hoe u een bepaalde instelling kunt annuleren.
2
Deze cijfers verschaffen alfanumerieke informatie, zoals de actieve frequentie of het gekozen menu-onderdeel.
Deze cijfers geven het huidige geheugenkanaal aan wanneer de geheugen-oproepfunctie is ingeschakeld.
Deze aanduiding geeft de sterkte van de ontvangen signalen aan. Tijdens zenden wordt de laadtoestand van de accu/batterijen aangegeven.
1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
N-7
BASISBEDIENING
IN/UITSCHAKELEN VAN DE ZENDONTVANGER
1
1 Druk op de PWR schakelaar (1 s) om de zendontvanger in te
2
schakelen.
U hoort een pieptoon.
3
4
1s
5
2 Druk nogmaals op de PWR schakelaar (1 s) om de
6
zendontvanger uit te schakelen.
7
INSTELLEN VAN DE GELUIDSSTERKTE
8
Draai de VOL regelaar naar rechts om de geluidssterkte te verhogen en naar links om de geluidssterkte te verlagen.
9
10
11
12
Als u geen geluid (achtergrondruis) hoort omdat de squelch
gesloten is, houd dan de [MONI] toets ingedrukt en draai vervolgens aan de VOL regelaar. Zolang u de [MONI] toets
13
ingedrukt houdt, hoort u de achtergrondruis.
SQUELCH INSTELLING
De squelch-functie dient om de ruis te onderdrukken (squelch is gesloten) die via de luidspreker hoorbaar wordt wanneer er geen signaal aanwezig is. Bij een juiste instelling van de squelch hoort u alleen geluid (squelch is open) wanneer er ook werkelijk een zender ontvangen wordt.
1 Druk op [F], [1].
Het huidige squelch-niveau wordt aangegeven. De oorspronkelijke instelling is 2.
1
2
2 Draai aan de Afstemknop om het squelch-niveau in te stellen
(0 t/m 5).
Kies het niveau waarbij de achtergrondruis net verdwijnt wanneer er geen signaal aanwezig is.
Hoe hoger het niveau (nummer), hoe sterker de signalen moeten zijn om gehoord te worden.
3 Druk op een willekeurige toets, met uitzondering van [LAMP]
of [MONI], om de procedure af te sluiten.
14
15
N-8
KIEZEN VAN DE AFSTEMBAND
Druk op [BAND] om de VHF of UHF band te kiezen.
Opmerking:
drukt u op
Indien de geheugen-oproepfunctie {blz. 6} is ingeschakeld,
[VFO]
en dan op
[BAND]
om de gewenste band te kiezen.
ZENDEN
1 Als u klaar bent om te gaan zenden, houdt u de PTT
schakelaar ingedrukt en spreekt dan met normale stem in de microfoon.
Het Zenden lampje licht rood op en de accuspanningsmeter verschijnt.
1
2
3
4
KIEZEN VAN FREQUENTIES
Draai de Afstemknop naar rechts voor een hogere frequentie en naar links voor een lagere frequentie.
Om de frequentie in stappen van 1 MHz te veranderen, drukt u
eerst op [MHz]. Het 1 MHz cijfer begint dan te knipperen. Druk nogmaals op [MHz] om deze functie weer uit te schakelen.
Als een bepaalde frequentie niet gekozen kan worden, dient u de frequentiestap te veranderen. Zie “KIEZEN VAN DE WAARDE VOOR DE FREQUENTIESTAP” {blz. 40}.
U kunt de frequentie ook kiezen met behulp van de cijfertoetsen. Zie “RECHTSTREEKS INVOEREN VAN NUMMERS MET DE CIJFERTOETSEN” {blz. 40}.
Als u de microfoon te dicht bij uw mond houdt, of als u te luid spreekt, is het mogelijk dat het geluid vervormd wordt en het signaal minder goed verstaanbaar is aan de ontvangstzijde.
De accuspanningsmeter toont de laadtoestand van de accu/ batterijen.
2 Laat de PTT schakelaar los als u klaar bent met spreken.
Time-Out Timer (TOT functie):
10 minuten ingedrukt houdt, hoort u een pieptoon en wordt het zenden gestopt. Laat de zenden te hervatten. U kunt de TOT functie niet uitschakelen.
PTT
schakelaar los en druk hem opnieuw in om het
Als u de
PTT
schakelaar langer dan
Kiezen van het zendvermogen
Druk op [LOW] om hoog zendvermogen (oorspronkelijke instelling), laag zendvermogen of extra laag zendvermogen te kiezen.
De aanduiding “HI”, “LO” of “EL” (extra laag) verschijnt om de gekozen instelling aan te geven.
Opmerking:
zendvermogen instelling te kiezen wanneer dit nog een betrouwbare communicatie toelaat. De batterijen/accu gaan dan namelijk langer mee.
Het is verstandig om de laag of extra laag
N-9
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
MENU-INSTELLINGEN
WAARVOOR DIENEN DE MENU’S?
1
Veel functies van deze zendontvanger worden gekozen of
2
bijgesteld via een eenvoudige programmering met behulp van instelmenu’s, in plaats van met toetsen op het paneel van de zendontvanger. Wanneer u zich eenmaal vertrouwd heeft
3
gemaakt met de bediening via het menusysteem, zult u de veelzijdigheid ervan leren waarderen.
4
TOEGANG TOT DE MENU’S
5
1 Druk op [F], [BAND] om de menufunctie in te schakelen.
Het laatst gekozen menu-nummer verschijnt.
6
2
7
8
9
2 Draai aan de Afstemknop om het gewenste menu-nummer
te kiezen.
10
11
12
1
3 Druk op [BAND] om de gewenste instelling te maken.
Afhankelijk van het gekozen menu-nummer kan het nodig zijn op [BAND] te drukken en dan aan de Afstemknop te draaien om de gewenste waarde in te stellen. Druk nogmaals op
[BAND] om de procedure af te sluiten.
4 Druk op een willekeurige toets, met uitzondering van [BAND],
[LAMP] en [MONI], om de menufunctie te verlaten.
13
14
15
N-10
MENU-CONFIGURATIE
Menu-
nummer
Scan-hervattingsmethode
1
Geheugen-oproepmethode
2
Programmeerbare VFO
3
(bovengrens/ ondergrens)
Accubesparingsfunctie ON/OFF (Aan/Uit)
Automatische zendontvanger-
5
uitschakelfunctie Pieptoonfunctie ON/OFF Automatische frequentieverschuiving voor
repeater-toepassingen
Waarde van frequentieverschuiving 00,000 MHz – 29,950 MHz Afstemknop ontgrendeld ON/OFF Opslag/ controleren van DTMF nummers Zie verwijzingsbladzijde.
10
Prioriteitskanaal-scanmethode Methode A/ Methode B Zendblokkering ON/OFF
Aanhoudend DTMF zendsignaal
Luidspreker-configuratie
14
15
Zendontvanger-regeling AM/FM selectie (alleen voor de V.S./
16
Canada)
1
Dit menu-onderdeel wordt gebruikt door KENWOOD service-personeel wanneer bijv. een backup van de gegevens in de geheugenkanalen wordt gemaakt.
Beschrijving
1
Keuzemogelijkheden Oorspronkelijke instelling
Tijdsbepaald (TO)/ Draaggolf­bepaald (CO)/ Handmatig (SE)
Alle banden (ALL)/ Enkele band (ONE)
Alle frequenties die op de band gekozen kunnen worden
ON/OFF
ON/OFF
ON/OFF Eén luidspreker (ONE)/
Twee luidsprekers (BOTH) ON/OFF
AM mode/ FM mode
Tijdsbepaald
Alle banden
Bovenste en onderste ontvangstfrequentie van de band
ON4
ON
ON6
ON7
Zie verwijzingsbladzijde.8 OFF9
Methode A11 OFF12
OFF13
Eén luidspreker
OFF
AM mode
Zie
blz.
25
19
39
37
37
38
15
13 37 35
31 37
34
39
38
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
N-11
15
BEDIENING VOOR REPEATER-TOEPASSINGEN
Kies de band.
Kies de ontvangstfrequentie.
Kies de verschuivingsrichting.
Kies de verschuivingswaarde.
Schakel indien nodig de toonfunctie in.
Kies indien nodig een toonfrequentie.
Druk op de PTT schakelaar.
Repeaters worden meestal geplaatst en onderhouden door
1
radioclubs, al dan niet met steun van bedrijven die betrokken zijn bij de communicatie-industrie.
2
Vergeleken met de gebruikelijke simplex communicatie, zult u via repeaters vaak veel verder komen. Repeaters staan doorgaans
3
opgesteld op een berg, een heuvelrug of op een hoge mast. Ze werken met een hoger ERP vermogen (Effective Radiated Power) dan het doorsnee amateurstation. Deze combinatie van
4
hoogte en ERP vermogen zorgt voor een veel grotere draag- en reikwijdte van de communicatie.
5
6
7
8
9
10
11
Zenden: 144,725 MHz
12
Zend-toon: 88,5 Hz Ontvangst: 145,325 MHz
13
14
Zenden: 144,725 MHz Zend-toon: 88,5 Hz Ontvangst: 145,325 MHz
TOEGANG TOT REPEATERS
De meeste amateurradio-repeaters maken gebruik van een verschillende ontvangst- en zendfrequentie. U kunt de gescheiden ontvangst- en zendfrequentie instellen door de waarde en de richting van de verschuiving te kiezen in relatie tot de ontvangstfrequentie. Bovendien vereisen sommige repeaters dat de zendontvanger een toon uitzendt voordat de repeater gebruikt kan worden. Om deze toon uit te zenden, schakelt u de toonfunctie in en kiest dan een toonfrequentie.
De vereiste waarde en richting van de verschuiving, en de toonfrequentie worden bepaald door de repeater waarmee u contact wilt leggen. Zie uw repeater-referentiegids voor deze informatie.
Bedieningsstappen voor toegang tot repeaters
15
N-12
Loading...
+ 41 hidden pages