Kenwood TH-F6A, TH-F7E User Manual [de]

GEBRUIKSAANWIJZING
FM TRIBANDER TH-F6
144/ 220/ 440 MHz FM TRIBANDER
TH-F6A
144/ 430 MHz FM DUBBELBANDER
TH-F7E
KENWOOD CORPORA TION
MODELLEN DIE IN DEZE HANDLEIDING STAAN BESCHREVEN
De onderstaande modellen staan in deze handleiding beschreven:
TH-F6A: 144/ 220/ 440 MHz FM
Triband Draagbaar Zendontvangtoestel
TH-F7E: 144/ 430 MHz FM
Dubbelband Draagbaar Zendontvangtoestel
MARKTCODES
K-type: Noord- en Zuid-Amerika E-type: Europa/ Algemeen T-type: Groot-Brittannië
De marktcode staat op de verpakking. Lees de specificaties {pagina’s 53, 54} voor informatie over de
beschikbare bedrijfsfrequenties voor elk model.
VOORZORGSMAATREGELEN
De volgende voorzorgsmaatregelen voorkomen brand, persoonlijk letsel en schade aan het zendontvangapparaat:
Niet lange tijd met high-output vermogen uitzenden. Het zendontvangapparaat kan oververhit raken.
Dit zendontvangapparaat niet wijzigen, tenzij dit in de handleiding of in de literatuur van KENWOOD staat vermeld.
Bij gebruik van een gereguleerde stroomvoorziening, wordt de gespecificeerde gelijkstroomkabel (apart verkrijgbaar) op het DC IN-contact van het zendont­vangapparaat aangesloten. De toevoerspanning moet tussen 12 V en 16 V liggen om te voorkomen dat het zendontvangapparaat beschadigd raakt.
Wanneer het zendontvangapparaat wordt verbonden aan het sigarettenaanstekercontact van een auto, dan dient de gespecificeerde sigarettenaanstekerkabel (apart verkrijgbaar) daarvoor gebruikt te worden.
Het zendontvangapparaat niet langdurig aan direct zonlicht blootstellen of naast verwarmingstoestellen plaatsen.
Het zendontvangapparaat niet in erg stoffige, vochtige of natte ruimtes, en ook niet op onstabiele oppervlakken plaatsen.
Indien er ongebruikelijke geurtjes of rook uit het zendont­vangapparaat komen, moet de stroom onmiddellijk uitgezet worden en dient het batterijvak of het batterijpak uit het zendontvangapparaat verwijderd te worden. Neem contact op met de erkende KENWOOD dealer, klantenservice of het service center.
HARTELIJK DANK
eriosseccA remmunlekitrA
diehleeveoH
A6F-HT
)K(
E7F-HT
)E( )T(
ejkaahmeiRXX-3260-92J111
ennetnA
XX-1870-09T1– XX-9870-09T–11
meiRXX-2430-96J111
retlifnjiLXX-7141-97L–11
jirettab-noi-iLXX-9790-90W111
redalpO
XX-7290-80W1– XX-8290-80W–1– XX-9290-80W–1
gnizjiwnaaskiurbeG
XX-1441-26B
)S/E(
111
XX-2441-26B
)I/F(
–1–
XX-3441-26B
)G/D(
–1–
thcireb-ETT&RXX-7622-95B–11
traakeitnaraG—111
eitcurtsnI eitcA
pokurD ]STEOT[]STEOT[
]STEOT[
]STEOT[]STEOT[ . STEOTSTEOT
STEOT
STEOTSTEOT .netalsolnenekkurdni
pokurD
]1STEOT[]1STEOT[
]1STEOT[
]1STEOT[]1STEOT[ , ]2STEOT[]2STEOT[
]2STEOT[
]2STEOT[]2STEOT[ .
kurD 1STEOT1STEOT
1STEOT
1STEOT1STEOT ,nineve 1STEOT1STEOT
1STEOT
1STEOT1STEOT
anraad,netalsol 2STEOT2STEOT
2STEOT
2STEOT2STEOT
.nekkurdni
pokurD
)s1(]STEOT[)s1(]STEOT[
)s1(]STEOT[
)s1(]STEOT[)s1(]STEOT[ .
duoH STEOTSTEOT
STEOT
STEOTSTEOT nednocesraapnee
.tkurdegnignal
pokurD
]2STEOT[+]1STEOT[]2STEOT[+]1STEOT[
]2STEOT[+]1STEOT[
]2STEOT[+]1STEOT[]2STEOT[+]1STEOT[ .
tduoH 1STEOT1STEOT
1STEOT
1STEOT1STEOT kurd,tkurdegni
poanraad 2STEOT2STEOT
2STEOT
2STEOT2STEOT reemreslA.
ekleduoh,njiznesteoteewtnad
,tkurdegnitruebedmonadsteot
steotetstaaledkootadtot
.sitkurdegni
pokurD
][+]STEOT[][+]STEOT[
][+]STEOT[
][+]STEOT[][+]STEOT[ .
duoh,TIUregnavtnodnezedteM
STEOTSTEOT
STEOT
STEOTSTEOT sneglovrevtez,tkurdegni
poroodNAAregnavtnodnezed
][][][][][ .nekkurdet)MOORTS(
HARTELIJK DANK
U bent u de gelukkige eigenaar van dit KENWOOD TH-F6A/ TH-F7E zendontvangtoestel. Het apparaat werd ontwikkeld door een team van ingenieurs die zich volledig inzetten voor het uitstekende prestatievermogen en de innovatie waar de zendontvangtoestellen van KENWOOD om bekend staan.
Laat u zich niet door de kleine afmeting bedotten. Dit kleine draagbare FM-zendontvangtoestel functioneert op de 2 m, 1,25 m (alleen TH-F6A) en 70 cm amateurradiobanden en heeft ook een 100 kHz tot 1,3 GHz ontvanger voor alle standen (SSB en CW hebben een bereik tot 470 MHz). Terwijl u leert dit zendontvangtoestel te gebruiken, zult u merken dat KENWOOD probeert om haar producten gebruiksvriendelijk te maken. Telkens wanneer u het Menunummer in de Menustand wilt veranderen, ziet u een tekstbericht op het display dat aangeeft wat de nieuwe configuratie is.
Ook al is dit apparaat gebruiksvriendelijk, toch is het een technisch geavanceerd toestel, en het kan zijn dat het functies heeft die u niet eerder heeft gebruikt. Beschouw deze handleiding als een persoonlijke instructiecursus door de ontwerpers. Leer het apparaat aan de hand van de handleiding te gebruiken en gebruik de handleiding daarna als referentiemateriaal.
KENMERKEN
Ultra-compact ontwerp
Het FM-zendontvangtoestel functioneert op de 2 m, 1,25 m (alleen TH-F6A) en 70 cm amateurradiobanden
Een aparte brede band, een ontvanger voor alle standen, ingebouwd
Dubbele frequentie ontvangt binnen dezelfde amateur­radiobanden
400 geheugenkanalen plus 34 geheugenkanalen met speciale functies (35 kanalen voor de TH-F6A)
Gaat lang mee, dankzij het Li-ion batterijpakket
Hoog uitvoervermogen (t/m 5 W)
Eenvoudige bediening en functiekeuze via multi-scroll
9600 bps Packet-ready gegevens (Luidspreker/ Mic)­contact
Ingebouwde VOX-functie
Voldoet aan MIL-STD 810C/ D/ E, regen, vochtigheid, trilling en schok
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
Nadat u het zendontvangtoestel zorgvuldig heeft uitgepakt, moet u de voorwerpen identificeren die in de onderstaande tabel staan beschreven. Wij raden u aan om de doos en het verpakkingsmateriaal te bewaren, voor het geval u het zendontvangtoestel ooit opnieuw moet inpakken.
GEBRUIKTE CONVENTIES
De onderstaande conventies worden gebruikt om de instructies te vereenvoudigen en om onnodige herhalingen te voorkomen.
Aangezien de amateurradiobanden in elk land verschillen, worden in deze handleiding de volgende meterbanden gebruikt.
2 m band : 144 – 148 MHz of 144 – 146 MHz
1,25 m band : 222 – 225 MHz
70 cm band : 420 – 450 MHz of 430 – 440 MHz
N-i
INHOUDSOPGA VE
MODELLEN DIE IN DEZE HANDLEIDING STAAN BESCHREVEN
MARKTCODES VOORZORGSMAATREGELEN
HARTELIJK DANK ............................................................ii
KENMERKEN ...................................................................ii
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES.....................................ii
GEBRUIKTE CONVENTIES ............................................. ii
HOOFDSTUK 1 VOORBEREIDING
LI-ION BATTERIJPAKKET INSTALLEREN....................... 1
ALKALIBATTERIJEN INSTALLEREN............................... 1
ANTENNE INSTALLEREN............................................... 1
HANDRIEM BEVESTIGEN .............................................. 1
RIEMKLEM INSTALLEREN ............................................. 1
LI-ION BATTERIJPAKKET OPLADEN.............................. 2
SIGARETTENAANSTEKERCONTACT
AANSLUITEN................................................................... 2
GEWONE VOEDINGSBRON AANSLUITEN.................... 2
HOOFDSTUK 2 UW EERSTE QSO
EERSTE QSO.................................................................. 3
HOOFDSTUK 3 UW TOESTEL LEREN KENNEN
TOETSEN EN REGELKNOPPEN .................................... 4
DISPLAY.......................................................................... 5
GEWONE WERKING....................................................... 6
TOESTEL AAN- EN UITZETTEN ................................. 6
VOLUME REGELEN ................................................... 6
RUISBLOKKERING BIJSTELLEN ............................... 6
EEN BAND SELECTEREN.......................................... 6
MULTISCROOLL-TOETS ............................................ 6
UITZENDEN ................................................................ 7
Uitvoervermogen Kiezen ........................................ 7
EEN FREQUENTIE KIEZEN ....................................... 7
VFO-Stand ............................................................. 7
MHz-Stand ............................................................. 7
Directe Frequentie-Invoer....................................... 7
HOOFDSTUK 4 MENU-INSTELLING
WA T IS EEN MENU? ....................................................... 9
TOEGANG TOT HET MENU............................................ 9
MENUTAAL KIEZEN ........................................................ 9
LIJST MET MENUFUNCTIES .......................................... 9
ALFABETISCHE FUNCTIELIJST .................................... 11
HOOFDSTUK 5 LIJNVERSTERKERS
OFFSET PROGRAMMASTROOM................................. 12
OFFEST PROGRAMMEREN .................................... 12
Offsetrichting Kiezen .............................................12
Offsetfrequentie Kiezen .........................................12
T oonfunctie Activeren ............................................13
Toonfrequentie Kiezen...........................................13
AUTOMATISCHE LIJNVERSTERKER-OFFSET ............ 13
OMKERINGSFUNCTIE...................................................14
AUTOMATISCHE SIMPLEXCONTROLE (ASC)............. 14
TOONFREQUENTIE ID-SCAN ...................................... 14
HOOFDSTUK 6 GEHEUGENKANALEN
SIMPLEX & LIJNVERSTERKER OF “ODD-SPLIT”
GEHEUGENKANAAL?....................................................15
SIMPLEXFREQUENTIES EN ST ANDAARD
LIJNVERSTERKERFREQUENTIES OPSLAAN ........ 15
“ODD-SPLIT” LIJNVERSTERKER-FREQUENTIES
OPSLAAN ..................................................................15
GEHEUGENKANAAL TERUGROEPEN .................... 16
Met de Afstemknop of de
Numerieke T oetsenbord Gebruiken ...................... 16
GEHEUGENKANAAL WISSEN ................................. 16
ST AND W AARMEE HET GEHEUGEN WORDT
TERUGGEROEPEN ...................................................16
GEHEUGENKANAAL EEN NAAM GEVEN ............... 17
Beschikbare T ekens met
de Afstemknop............................................................17
Beschikbare Tekens met het
Numerieke T oetsenbord ..............................................17
GEHEUGENKANAAL GROEPEN ............................. 18
GEHEUGENKANAAL MET DE GEHEUGENGROEPFUNCTIE
TERUGROEPEN ........................................................18
/ -Toetsen................. 16
WISSEN V AN MEMORY CHANNELS MIDDELS
DE GEHEUGENGROEP DELETE FUNCTIE.........18
GEHEUGENKANNAL OMSCHAKELING............... 18
GEHEUGEN \ VFO-OVERDRACHT ............... 18
KANAAL \ KANAALOVERDRACHT ................18
OPROEPKANAAL...........................................................19
OPROEPKANAAL TERUGROEPEN......................... 19
OPROEPKANAAL OPNIEUW
PROGRAMMEREN ....................................................19
INFORMATIEKANALEN..................................................20
EEN INFORMA TIEKANAAL TERUGROEPEN........... 20
INFORMA TIEKANAAL OPNIEUW
PROGRAMMEREN ....................................................20
KANAALDISPLAY ...........................................................21
HOOFDSTUK 7 SCANNEN
NORMALE SCAN ...........................................................22
BANDSCAN ...............................................................22
PROGRAMMASCAN..................................................23
Programma Scanfrequentiebereik Opslaan .......... 23
Programmascan Uitvoeren................................... 23
MHz-SCAN .................................................................23
GEHEUGENSCAN..........................................................24
SCAN VAN ALLE KANALEN...................................... 24
GROEPSSCAN ..........................................................24
Geheugengroeplink ...............................................24
OPROEPSCAN...............................................................25
PRIORITEITSCAN ..........................................................25
PRIORITEITKANALEN PROGRAMMEREN .............. 25
PRIORITEITSCAN GEBRUIKEN............................... 25
INFORMA TIEKANAALSCAN ..........................................26
VISUELESCAN ...............................................................26
VISUELESCAN (VFO) GEBRUIKEN ......................... 26
VISUELESCAN (GEHEUGENKANAAL)
GEBRUIKEN ..............................................................27
GEHEUGENKANALEN BLOKKEREN ........................... 27
DOORGAAN MET DE SCANFUNCTIE.......................... 27
HOOFDSTUK 8 SELECTIEVE OPROEPEN
CTCSS en DCS ..............................................................28
CTCSS............................................................................28
CTCSS GEBRUIKEN .................................................28
CTCSS-FREQUENTIE KIEZEN................................. 28
CTCSS FREQUENTIE ID-SCAN ............................... 29
DCS ................................................................................29
DCS GEBRUIKEN ......................................................29
DCS-CODE KIEZEN...................................................29
N-ii
DCS CODE ID-SCAN .................................................30
HOOFDSTUK 9 DTMF-FUNCTIES
MET DE HAND BELLEN .................................................31
DTMF TX-PAUZE .......................................................31
AUTOMA TISCH BELLEN................................................31
DTMF-NUMMER IN HET GEHEUGEN
OPSLAAN ..................................................................31
OPGESLAGEN DTMF-NUMMER UITZENDEN......... 32
UITZENDSNELHEID V AN DE DTMF-TOON
WIJZIGEN ..................................................................32
P AUZELENGTE WIJZIGEN ....................................... 32
DTMF-BLOKKERING......................................................32
HOOFDSTUK 10 DE B-BAND GEBRUIKEN
INFORMA TIE OVER DE B-BAND .................................. 33
B-BANDFREQUENTIE ...............................................33
Bereik van de B-Bandfrequentie (TH-F6A) ........... 33
Bereik van de B-Bandfrequentie (TH-F7E) ........... 34
ST AND VOOR DE B-BAND KIEZEN ......................... 34
LSB/ USB/ CW/ AM/ FM/ WFM .................................. 34
BALKANTENNE..............................................................34
FIJNAFSTELLING...........................................................35
FIJNAFSTELLING ACTIVEREN ................................ 35
Frequentiestap voor de Fijnafstelling Kiezen ........ 35
HOOFDSTUK 11 GEMAKKELIJKE FUNCTIES
APO (AUTOMA TISCHE ZENDONTVANGER-
UITSCHAKELFUNCTIE) .................................................36
VERZWAKKER ...............................................................36
LEVENSDUUR V AN DE BA TTERIJ................................ 36
RESTERENDE BATTERIJSTROOM.............................. 36
BA TTERIJSOORT ......................................................36
BA TTERIJOPSLAAN.......................................................37
SLAGWISSELING...........................................................37
PIEPFUNCTIE............................................................37
DISPLA YCONTRAST......................................................37
FREQUENTIESTAPGROOTTE...................................... 37
LAMP ..............................................................................38
BLOKKERINGSFUNCTIE ...............................................38
AFSTELLING MOGELIJK...........................................38
PF-TOETSEN VOOR DE MICROFOON
(FACULT ATIEF) ...............................................................38
MONITOR .......................................................................39
FM-WERKING OP DE SMALLE BAND .......................... 39
STROOM AAN-BERICHT ...............................................39
PROGRAMMEERBARE VFO..........................................39
WERKING MET EEN ENKELE BAND............................ 40
UITSCHAKELKLOK ........................................................40
TOONALARM .................................................................40
TX-BLOKKERING ...........................................................40
TX-STROOM...................................................................41
VOLUME-EVENWICHT...................................................41
VOX (MET DE STEM BEDIENDE UITZENDING) .......... 41
VOX-VERSTERKING .................................................41
VOX-VERTRAGINGSTIJD .........................................42
VOX INDIEN BEZET ..................................................42
HOOFDSTUK 13 LOS VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
LOS VERKRIJGBARE ACCESSOIRES ......................... 44
HOOFDSTUK 14 VOOR DE RANDAPPARATUUR
SP/MIC-CONT ACT..........................................................45
FUNCTIE VOOR HET
SP/MIC-CONTACT KIEZEN....................................... 45
SP/MIC .................................................................45
TNC ......................................................................45
PC.........................................................................46
HOOFDSTUK 15 PROBLEMEN OPLOSSEN
ALGEMENE INFORMATIE..............................................47
ONDERHOUDSBEURTEN .........................................47
INFORMA TIE VOOR DE REPARATEUR................... 47
REINIGEN ..................................................................47
BACKUP-BATTERIJ........................................................47
PROBLEMEN OPLOSSEN .............................................48
MICROPROCESSOR RESET.........................................50
OORSPRONKELIJKE INSTELLINGEN ..................... 50
VFO RESET ...............................................................50
MENU RESET ............................................................50
VOLLEDIGE RESET ..................................................50
RESET UITVOEREN ..................................................50
OPMERKINGEN OVER DE WERKING.......................... 51
BEDRIJFSSPANNING................................................51
IN DE SSB/ CW-STAND AFSTELLEN ....................... 51
OP DE AM-BAND ONTVANGEN ............................... 51
SIGNALEN IN DE STAD ONTVANGEN ..................... 51
BEAT EN RUIS...........................................................51
UITZENDING..............................................................51
INTERNE SLAGEN ....................................................51
Interne Slagen Frequentie Formule ...................... 52
HOOFDSTUK 16 SPECIFICATIES
SPECIFICATIES..............................................................53
HOOFDSTUK 17 BIJLAGE
TV -KANALEN (VHF) .......................................................55
TV -KANALEN (UHF) .......................................................56
MARINE-KANALEN (VHF) ..............................................57
CITIZEN BAND-KANALEN..............................................57
HOOFDSTUK 18 INDEX
INDEX .............................................................................58
HOOFDSTUK 12 DRAADLOZE AFSTANDBEDIENING
(ALLEEN TH-F6A)
VOORBEREIDING ..........................................................43
BEDIENING ....................................................................43
N-iii
VOORBEREIDING
LI-ION BATTERIJPAKKET INSTALLEREN
Opmerking: Aangezien het batterijpakket leeg wordt geleverd, moet u het batterijpakket eerst opladen, voordat u het samen met het zendontvangtoestel gebruikt. Lees “LI-ION BATTERIJP AKKET OPLADEN” voor informatie over hoe het batterijpakket wordt opgeladen {pagina 2}.
1 Plaats de twee groeven aan de zijkant en de twee haakjes
onderaan het batterijpakket over de overeenkomstige geleiders aan de achterzijde van het zendontvangtoestel.
Groeven
2 Schuif het batterijpakket langs de achterkant van het
zendontvangtoestel, totdat de vergrendeling bovenaan het zendontvangtoestel het batterijpakket op zijn plaats klikt.
3 Breng de twee lipjes van het deksel op één lijn en sluit het
deksel, totdat de vergrendelingslipjes vastklikken.
Tab
4 Om het batterijvakje op het zendontvangtoestel te
plaatsen (of er vanaf te halen) volg stappen 1 t/m 3 van “LI-ION BA TTERIJP AKKET INST ALLEREN” {hierboven}.
Opmerking: Als alkalibatterijen worden gebruikt, dient Menu 30 (BATTERY) te worden gebruikt. Kies “ALKALINE”. Anders kan de resterende batterijstroom niet juist gemeten worden {pagina 36}.
ANTENNE INSTALLEREN
Houd de onderkant van de bijgeleverde antenne vast en schroef de antenne stevig vast op het contact bovenop het zendontvangtoestel.
3 Om het batterijpakket te verwijderen, trekt u aan de
vergrendeling bovenop het apparaat en schuift u het batterijpakket naar beneden.
V ergrendeling
ALKALIBA TTERIJEN INSTALLEREN
1 Om het batterijvakje (BT-13) te openen, duwt u het
vergrendelingslipje naar binnen en haalt het deksel naar achteren.
Tab
2 Vier AA (LR6) alkalibatterijen in het vakje plaatsen of uit
het vakje halen.
Zorg ervoor dat de plusjes en de minnetjes van de batterijen in het vakje tegen elkaar aan liggen.
a
HANDRIEM BEVESTIGEN
Indien gewenst kan de bijgeleverde handriem aan het zendontvangtoestel bevestigd worden.
Riem
RIEMKLEM INST ALLEREN
U kunt de bijgeleverde riemklem aan het zendontvangtoestel bevestigen door de 2 bijgeleverde schroeven aan te draaien.
Schroeven
N-1
1 VOORBEREIDING LI-ION BATTERIJPAKKET OPLADEN
Het Li-ion batterijpakket kan worden opgeladen nadat het op het zendontvangtoestel is gemonteerd. Het batterijpakket wordt om veiligheidsredenen leeg bijgeleverd.
1 Controleer of de stroom naar het zendontvangtoestel UIT
staat.
Wanneer het batterijpakket wordt opgeladen, moet de stroom UIT staan.
2 Steek de oplader in het DC IN-contact van het zendont-
vangtoestel.
DC IN-contact
3 Steek de stekker van de oplader in een stopcontact.
De batterij begint op te laden en de 2 LED’s op het bovenpaneel lichten oranje op.
4 Het duurt ca. 6,5 uren om een lege PB-42L Li-ion
batterijpakket op te laden. W anneer de batterij is opgeladen, gaan de LED’s uit; haal het snoer van de oplader uit het DC IN-contact van het zendontvangtoestel.
5 Haal de stekker van de oplader uit het stopcontact.
Opmerkingen:
Als het zendontvangapparaat wordt aangezet en als op [F], [LOW/ BATT] wordt gedrukt terwijl het batterijpak wordt
opgeladen, verschijnt “CHARGING”. “STANDBY” verschijnt wanneer de batterij is opgeladen.
Het zendontvangapparaat wordt warm terwijl het batterijpak wordt opgeladen.
Wanneer de oplader op het DC IN contact wordt ingeplugd voordat de accu is aangebracht, schakelt u het apparaat AAN en vervolgens UIT om het opladen op te starten.
zendontvangapparaat uit is gezet, lichten de 2 LED’s tijdens het opladen oranje op. Wanneer de batterijen zijn opgeladen, gaan de LED’s uit {hierboven}.
Voor een verbinding met een externe stroombron van 24 V via een DC-DC omzetter, dient u alleen de apart verkrijgbare PG-3J sigarettenaanstekerkabel te gebruiken. Als u de PG-2W DC-kabel in deze situatie gebruikt, kan brand ontstaan.
DC-DC-omzetter
24V
24V
24V
Opmerking: Als de invoerspanning hoger is dan 16,5 V , dan hoort u een alarmsignaal en verschijnt “VOLTAGE ERROR” op het display .
12V
Sigarettenaanstekercontact
12V
DC-DC-omzetter
12V
PG-3J
PG-3J
PG-2W
GEWONE VOEDINGSBRON AANSLUITEN
Als u het zendontvangtoestel op een gewone voedingsbron wilt aansluiten, dient u de apart verkrijgbare PG-2W DC-kabel te gebruiken.
1 Controleer of de stroom naar het zendontvangtoestel en
de stroomtoevoer UIT zijn.
2 Verbind eerst de apart verkrijgbare PG-2W DC-kabel aan
de voedingsbron; de rode kabel aan het positieve (+) contact en de zwarte kabel aan het negatieve (–) contact.
Als u de aangegeven oplaadperiode overschrijdt, dan verkort u de levensduur van het Li-ion batterijpakket.
De bijgeleverde oplader is alleen ontworpen voor het PB-42L Li-ion batterijpakket. Als u er andere batterijpakketten mee oplaadt, dan kunt u de oplader en het batterijpakket beschadigen.
Niet op [PTT] drukken wanneer de batterijen worden opgeladen.
Het batterijpak moet koel en droog bewaard worden.
Het batterijpak nooit in direct zonlicht plaatsen.
SIGARETTENAANSTEKERCONTACT AANSLUITEN
Om het zendontvangtoestel aan het sigarettenaansteker­contact in uw auto aan te sluiten, heeft u de apart verkrijgbare PG-3J sigarettenaanstekerkabel nodig.
DC IN-contact
DC 12 V
Wanneer de PG-3J aan het contact van een sigaretten­aansteker is verbonden, begint het zendontvangapparaat automatisch het Li-ion batterijpakket (PB-42L) op te laden. Wanneer het zendontvangapparaat wordt gebruikt, wordt het Li-ion batterijpak op de achtergrond opgeladen. Als het
Zekeringen (4 A)
3 Stop de stekker van de DC-kabel in het DC IN-contact van
het zendontvangtoestel.
DC IN-contact
Als het zendontvangapparaat uit staat terwijl er een geregelde stroomtoevoer aan het DC IN-contact is verbonden, wordt het Li-ion batterijpakket (PB-42L) automatisch opgeladen {hierboven}.
Opmerkingen:
Als de gelijkstroomspanning onder de 12,0 V ligt, dan kan het zijn dat de Li-ion batterijpakket (PB-42L) niet opgeladen kan worden.
De toevoerspanning moet tussen 12,0 V en 16,0 V liggen om te voorkomen dat het zendontvangtoestel beschadigd raakt. Als de invoerspanning hoger is dan 16,5 V, dan hoort u een alarmsignaal en verschijnt “VOLTAGE ERROR” op het display. In dit geval dient de stekker in het DC IN-contact onmiddellijk verwijderd te worden.
Wanneer het voedingsvoltage hoger is dan 14,5 V gelijkstroom en “H” (High Power) is geselecteerd, knippert de aanduiding “H” en wordt de output automatisch gereduceerd tot het niveau “L” (Low Power) {pagina 41}.
N-2
UW EERSTE QSO
EERSTE QSO
Bent u klaar om uw zendontvangtoestel voor het eerst te gebruiken? Wanneer u deze bladzijde heeft gelezen, kunt u uw stem meteen de ether in sturen. De onderstaande instructies zijn bedoeld als een snelle richtlijn. Als u problemen ondervindt of als er iets is waar u meer over wilt weten, lees dan de gedetailleerde uitleg die verderop in deze handleiding staat.
678
4
1
3
FM TRIBANDER TH-F6
5
2
r Druk op [BAND] tot u de amateurradioband heeft gekozen
die u wilt gebruiken.
t Draai aan de Afstemknop om de ontvangstfrequentie te
kiezen.
U kunt de VOL-knop verder draaien om het signaalvolume te regelen.
y Om te zenden, houdt u het zendontvangtoestel ca. 5 cm
van uw mond af.
u Houd de PTT-schakelaar ingedrukt en spreek met een
normale stem.
i Laat de PTT-schakelaar los om een signaal te ontvangen. o Herhaal stappen y, u and i om de communicatie voort
te zetten.
q [ ] (STROOM) kort ingedrukt houden om het
zendontvangtoestel AAN te zetten.
U hoort een hoog dubbel piepgeluid. Daarna verschijnt “KENWOOD” en “HELLO !!” eventjes op het display . De verschillende waarden en 2 frequenties verschijnen op het LCD.
Het zendontvangapparaat slaat de instellingen op wanneer het is uitgezet. Deze instellingen worden automatisch gebruikt wanneer u het toestel de volgende keer weer aan zet.
w Druk op [A/B] om de bovenste frequentieband te kiezen.
Telkens wanneer u [A/B] indrukt, verplaatst het “s” pictogram zich, dat aangeeft welke frequentieband momenteel werkzaam is.
e Draai de VOL-knop naar rechts op de stand van 11 uur.
N-3
UW TOESTEL LEREN KENNEN
TOETSEN EN REGELKNOPPEN
Antenne
PTT-schakelaar
LAMP-toets
Multiscroll-toets
MONI-toets
STROOM-
schakelaar
Afstemknop VOL-knop
FM TRIBANDER TH-F6
Display
SP/MIC-contact
Luidspreker/ mic.
DC IN-contact
Numeriek toetsenbord
Batterij los
N-4
A/ B-band statuslichtjes Groen : Bezet Rood : Uitzenden Oranje : Opladen
DISPLA Y
1
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
3 UW TOESTEL LEREN KENNEN
14
22
q EL
Verschijnt wanneer het uitzendvermogen op laag (“L”) of op economisch laag (“EL”) staat {pagina’s 7, 41}.
w H
Verschijnt wanneer het uitzendvermogen op hoog (“H”) staat {pagina’s 7, 41}.
e LSB
Verschijnt wanneer de lagere zijband (LSB) voor de B-band is gekozen {pagina 34}.
r USB
Verschijnt wanneer de hogere zijband (USB) voor de B-band is gekozen {pagina 34}.
t CW
Verschijnt wanneer CW voor de B-band is gekozen {pagina 34}.
y WFMN
“WFM” verschijnt wanneer de brede FM-stand is gekozen {pagina 34}. “FM” verschijnt wanneer de normale FM-stand is gekozen. “FMN” verschijnt wanneer de smalle FM-stand is gekozen {pagina 39}.
u AM
“AM” verschijnt wanneer de AM-stand is gekozen {pagina 34}.
i
Verschijnt wanneer de Prioriteitsscanfunctie is geactiveerd {pagina 25}.
o FINE
Verschijnt wanneer een Fijnafstellings-functie is geactiveerd {pagina 35}.
!0 VOX
Verschijnt wanneer de VOX-functie is geactiveerd {pagina 41}.
!1
Verschijnt wanneer de Automatische Simplexcontrole (ASC) is geactiveerd {pagina 14}.
15
21
16
17
!2
Verschijnt wanneer de vergrendelingsfunctie AAN staat {pagina 38}.
!3
Verschijnt wanneer de functietoets is ingedrukt.
!4
S-meter (RX) en relatieve RF power meter (TX).
!5 CT
“CT” verschijnt wanneer de CTCSS-functie is geactiveerd {pagina 28}.
!6
Verschijnt wanneer de toonfunctie is geactiveerd {pagina 13}.
!7 DCS
Verschijnt wanneer de DCS-functie is geactiveerd {pagina 29}.
!8 +/ –/
Verschijnt wanneer de schakelfunctie voor de lijnversterker is geactiveerd {pagina 12}.
!9 R
Verschijnt wanneer de Omkeerfunctie is geactiveerd {pagina 14}.
@0
Verschijnt wanneer de Signaalontvangst Attentiefunctie is geactiveerd {pagina 40}.
@1
Verschijnt wanneer het weergegeven geheugenkanaal geblokkeerd is {pagina 27}.
@2 Volledig Dot-Matrix-Display Volledig dot-matrix-display (76 x 16 stippen). Voor de
weergave van informatie, zoals de bedrijfsfrequenties, de menu-instellingen, enz.
18
19
20
N-5
3 UW TOESTEL LEREN KENNEN
GEWONE WERKING
TOESTEL AAN- EN UITZETTEN
1[ ] (STROOM) kort ingedrukt houden om het
zendontvangtoestel AAN te zetten.
Nadat het apparaat is opgestart hoort u een hoog dubbel piepgeluid, gevolgd door de frequenties en andere waarden.
3 Houd [
op te slaan of druk op [ zonder de huidige instelling te veranderen.
Opmerking: In de USB-, LSB- en CW-standen, zal de ruisblokkering tot op niveau 2 niet onderdrukt worden.
] of [MNU] ingedrukt om de nieuwe instellingen
] om de instelling te annuleren,
EEN BAND SELECTEREN
Er worden standaard twee frequenties op het LCD weergegeven. De bovenste frequentie heet de A-band. De onderste frequentie heet de B-band.
2 Om het toestel UIT te zetten, drukt u nogmaals op
] (STROOM).
[
Wanneer u het zendontvangtoestel UIT zet, hoort u een laag dubbel piepgeluid.
Het zendontvangapparaat slaat de parameters op wanneer het is uitgezet. Deze parameters worden gebruikt wanneer u de volgende keer het toestel weer aan zet.
VOLUME REGELEN
Draai de VOL-knop naar rechts om het geluidsniveau te verhogen en naar links om het niveau te verlagen.
Als u geen signaal ontvangt, houdt u [MONI] ingedrukt om de luidspreker te activeren. Regel daarna het volume met de VOL-knop tot een comfortabel niveau.
RUISBLOKKERING BIJSTELLEN
De bedoeling van de ruisblokkering is om de luidspreker te onderdrukken wanneer er geen signalen aanwezig zijn. Wanneer de ruisblokkering juist is ingesteld, hoort u alleen geluid wanneer u daadwerkelijk signalen ontvangt. Hoe hoger het gekozen ruisblokkeringsniveau, des te sterker moeten de signalen zijn om ontvangen te worden. Het juiste ruisblokkeringsniveau hangt af van het RF-geluid in de omgeving. U kunt aparte drempelruisblokkeringswaarden voor de A- en de B-band instellen.
1 Druk op [SQL].
Het huidige ruisblokkeringsniveau verschijnt.
A-band B-band
Druk op [A/B] om de A- of de B-band te kiezen. Telkens wanneer u [A/B] indrukt, verplaatst het “s” pictogram zich, dat aangeeft welke band momenteel actief is. Gewoonlijk kiest u de A-band voor de amateurband en de B-band om de verschillende uitzendstations te ontvangen, zoals AM, FM, TV (alleen geluid) en andere amateurbanden {pagina 33}.
MULTISCROOLL-TOETS
Dit zendontvangtoestel heeft een cursortoets met 4 richtingen en een MENU (“MNU”)-toets in het midden.
/ -toetsen
De / -toetsen werken op dezelfde manier als de Afstemknop. Deze toetsen veranderen de frequenties, de geheugenkanalen en andere waarden.
Opmerking: Voor de meeste regelingen kunt u de Afstemknop in plaats van de / -toetsen gebruiken.
/ OK-toets
Indrukken om naar de volgende stap te gaan of om de instelling in verschillende standen te voltooien, zoals Menu­stand, CTCSS-frequentieselectie en DCS-codeselectie.
/ ESC-toets
Indrukken om terug te gaan of om de invoering in verschillende standen te annuleren, zoals Menu-stand, CTCSS-frequentieselectie en directe frequentie-invoer.
MNU-toets
Indrukken voor de Menu-stand. In de Menu-stand kunt u het gewenste menu kiezen door de
Afstemknop te draaien of door op [ fungeert ook als de [OK] toets.
]/ [ ] te drukken. Het
2 Draai aan de Afstemknop of druk op [ ]/ [ ] om het
juiste niveau te kiezen.
Kies het niveau waarop het achtergrondgeluid net
verwijderd is wanneer er geen signaal aanwezig is.
Hoe hoger het niveau, des te sterker moeten de
signalen zijn om ontvangen te worden.
Er kunnen 6 verschillende niveaus ingesteld worden
(-- -- -- -- --: niveau 0 – || || || || ||: niveau 5).
N-6
3 UW TOESTEL LEREN KENNEN
UITZENDEN
1 Om uit te zenden houdt u het zendontvangtoestel ca. 5 cm
van uw mond af. U houdt de PTT-schakelaar ingedrukt en spreekt met een normale stem in de microfoon.
Het rode statuslichtje op het toppaneel gaat aan en
een balkengrafiekmeter verschijnt.
Als u op [PTT] drukt terwijl u zich buiten het
bereiksgebied bevindt, dan hoort u een hoog foutsignaal.
2 Wanneer u klaar bent met spreken, laat u de
PTT-schakelaar los.
Opmerking: Als u meer dan 10 minuten achter elkaar uitzendt, zal
de interne uitschakelklok een alarmsignaal laten horen en stopt het zendontvangtoestel met uitzenden. In dat geval laat u de PTT-schakelaar los en laat u het zendontvangtoestel een ogenblik afkoelen. Daarna drukt u opnieuw op de PTT-schakelaar om met uitzenden door te gaan {pagina’s 40, 51}.
Uitvoervermogen Kiezen
Het is het beste om een lager uitzendvermogen te kiezen als u bij een betrouwbare communicatie toch de batterijen wilt sparen. U kunt verschillende vermogensniveaus voor de uitzending instellen {pagina 41}.
Druk op [LOW].
Telkens wanneer u op [LOW] drukt, verandert het
lichtje van “H” (hoog) tot “L” (laag) en “EL” (economisch laag).
MHz-Stand
Als de gewenste frequentie ver weg ligt van de huidige frequentie, dan is het sneller om de MHz-instelling te gebruiken.
Om het MHz-cijfer bij te stellen: 1 Druk op [MHz].
Een MHz-cijfer gaat knipperen.
2 Draai aan de Afstemknop of druk op [
]/ [ ] om het
gewenste MHz-cijfer te kiezen.
3 Nadat u het gewenste MHz-cijfer heeft gekozen, drukt
u op [MHz] om deze stand te verlaten en om naar de normale stand terug te keren {hierboven}.
4 U kunt de frequentie verder wijzigen door middel van
de Afstemknop of de [
Opmerking: De MHz-stand functioneert niet op de AM-band.
]/ [ ].
Directe Frequentie-Invoer
Naast het draaien van de Afstemknop of het indrukken van de [ frequentie te kiezen. Wanneer de gewenste frequentie ver weg ligt van de huidige frequentie, kunt u een frequentie direct via het numerieke toetsenbord invoeren.
1 Druk op [VFO].
2 Druk op [ENT].
]/ [ ], bestaat er nog een manier om de
Je moet op de VFO-stand staan om de frequentie direct te kunnen invoeren.
“– – – – – –” verschijnt.
Opmerkingen:
U kunt verschillende waarden voor het uitvoervermogen van de A- en B-band opslaan.
Wanneer u het uitvoervermogen wijzigt, is dit van invloed op alle beschikbare amateurbanden voor de A- en de B-band.
EEN FREQUENTIE KIEZEN
VFO-Stand
Dit is de basisstand voor wanneer u de bedrijfsfrequentie wilt wijzigen. Draai de Afstemknop naar rechts om de frequentie te verhogen. Draai de Afstemknop naar links om de frequentie te verlagen. Of druk op [ frequentie te wijzigen.
]/ [ ] om de
3 Druk op de numerieke toetsen ([0] t/m [9]) om de door
u gewenste frequentie in te voeren. [MHz] kan worden gebruikt om de invoer van de MHz-cijfers te voltooien.
Als u op [ENT] drukt worden de resterende cijfers (de cijfers die u niet heeft ingevuld) met een 0 opgevuld, waardoor de invoer compleet is.
Om bijv. 145,000 MHz in te voeren, drukt u op [1], [4], [5] en daarna op [ENT] om de invoer te voltooien.
Als u alleen de MHz-cijfers wilt wijzigen, drukt u op [VFO] in plaats van op [ENT].
N-7
3 UW TOESTEL LEREN KENNEN
Voorbeeld 1 (100 MHz < f < 1000 MHz)
438,320 MHz invoeren: Intoetsen Display
[ENT] – – – – – – [4], [3], [8] 4 3 8. – – – [3], [2], [0] 4 3 8. 3 2 0
Opmerking: U hoeft [MHz] niet in te drukken wanneer u een
driecijferig MHz-nummer invoert.
Voorbeeld 2
439,000 MHz invoeren: Intoetsen Display
[ENT] – – – – – – [4], [3], [9] 4 3 9. – – – [ENT] 4 3 9. 0 0 0
Voorbeeld 3
144,650 MHz wijzigen in 145,650 MHz: Intoetsen Display
1 4 4. 6 5 0
[ENT] – – – – – – [1], [4], [5] 1 4 5. – – – [VFO] 1 4 5. 6 5 0
Voorbeeld 6
810 MHz (alleen op de B-band) invoeren: Intoetsen Display
[ENT] – – – – – – [0] 0 – – – – – [MHz] 0. – – – [8], [1], [0] 0. 8 1 0
Opmerkingen:
Als de ingevoerde frequentie niet overeenkomt met de huidige stapgrootte van de frequentie, dan wordt de frequentie automatisch afgerond tot de eerstvolgende lagere beschikbare frequentie.
Als de gewenste frequentie niet precies ingevoerd kan worden, controleert u of de Fijnafstelling AAN staat of niet {pagina 35}. Daarna bevestigt u de stapgrootte van de frequentie {pagina 37}.
Sommige frequentiebereiken zijn door de overheid geblokkeerd. Lees de specificaties {pagina’s 53, 54} voor de TX/ RX-dekking door.
Als u aan de Afstemknop draait of op [ ]/ [ ] drukt terwijl u de frequentie invoert, zal het zendontvangtoestel de invoering wissen en op de vorige frequentie en stand gaan staan.
Voorbeeld 4 (f > 1000 MHz)
1250,500 MHz (alleen op de B-band) invoeren: Intoetsen Display
[ENT] ––– ––– [1], [2], [5], [0] [5]
12
5 0. – – –
12
5 0. 5 – –
[ENT] 12 5 0. 5 0 0
Voorbeeld 5 (f < 100 MHz)
10,500 MHz (alleen op de B-band) invoeren: Intoetsen Display
[ENT] ––– ––– [1], [0] 1 0 – – – – [MHz] 1 0. – – – [5] 1 0. 5 – – [ENT] 1 0. 5 0 0 0
Opmerking: Wanneer u de laatste keer [ENT] indrukt, wordt de
Fijnafstelling voor 10,5000 MHz geactiveerd.
N-8
MENU-INSTELLING
WA T IS EEN MENU?
Vele functies van dit zendontvangtoestel worden gekozen of ingesteld via een door software gecontroleerd menu, in plaats van door de fysieke regelknoppen van het toestel. Wanneer u het menusysteem eenmaal kent, dan zult u verbaasd staan over de veelzijdigheid ervan. U kunt de verschillende timings, instellingen en programmafuncties van dit zendontvangtoestel precies instellen zoals u dat wilt, zonder dat daar veel knoppen en schakelaars voor gebruikt hoeven te worden.
TOEGANG TOT HET MENU
1 Druk op [MNU].
Het Menunummer en de instelling verschijnen op het display , samen met een korte uitleg over het Menunummer .
2 Draai aan de Afstemknop of druk op [
gewenste Menu te kiezen.
Wanneer u van Menu verandert, verschijnt een korte uitleg over elk Menu op het display.
3 Druk op [
huidige geselecteerde Menu in te stellen.
] of op [MNU] om de parameter van het
]/ [ ] om het
MENUT AAL KIEZEN
U kunt de menubeschrijvingen in het Engels of in het Japans (Katakana) lezen. Om van taal te wisselen:
1 Druk op [MNU]. 2 Draai aan de Afstemknop of druk op [
te kiezen.
3 Druk op [ 4 Draai aan de Afstemknop of druk op [
“ENGLISH” of “JAPANESE” te kiezen.
5 Druk op [ ] of op [MNU] om de instelling op te slaan.
Druk anders op [
Wanneer u “JAPANESE” bij stap 3 kiest en op [ [MNU] drukt, verschijnen alle menubeschrijvingen in het Japans (Katakana). Om terug te gaan naar het Engels, herhaalt u stappen 1, 2 en 3 {hierboven} om naar Menu 27 te gaan, kies daarna “ENGLISH”. Druk op [ zien.
Opmerking: De taal voor de menu’s is niet van invloed op andere standen, zoals de geheugennamen {pagina 17} of de DTMF-naam {pagina 31}.
] of op [MNU].
] of op [PTT] om te annuleren.
] of op [MNU] om de menustand in het Engels te
]/ [ ] om Menu 27
]/ [ ] om
] of
4 Draai aan de Afstemknop of druk op [ ]/ [ ] om de
gewenste parameter te kiezen.
5 Druk op [ ] of op [MNU] om de instelling op te slaan.
Druk anders op [
] of op [PTT] om te annuleren.
LIJST MET MENUFUNCTIES
yalpsiDtehpO
EMUSERNACS1
KNILPRG.M2 gnilletsni-knilpeorgnegueheG76543210
DOHTEMRM3 eitidnocpeorponegueheG
OFVGORP4
TESFFOOTUA5 eitcnuftesffo-sgnikretsrevnjilehcsitamotuAFFO/NONO31
TESFFO6 eitcnuftesffo-sgnikretsrevnjiL
ELBANEENUT7
TIBIHNIXT8 nerekkolbgnidneztiueDFFO/NOFFO04
KCAJCIM/PS9edseiK CIM/PSCIM/PS
-uneM remmun
dnats-djiT:EMIT
CIM/PSCIM/PS eitcnuftcatnoc-CP/CNT/CIM/PSCIM/PS64,54
CIM/PS
edohtemsgnittavrehnacS
)dnab-AedroovneellA(
eitcnuF sezueK draadnatS
/REIRRAC/EMIT
KEES
/SDNABLLA
DNABTNERRUC
zHM59,9500,0
navneppatstem
zHM50,0
FFO/NOFFO83
dnatspotsne-keoZ:KEES
dnats-floggaarD:REIRRAC
ednavkiurbegnaatsegeoT ponkmetsfAponkmetsfA
kierebeitneuqerf-OFVraabreemmargorP
ponkmetsfAponkmetsfA
ponkmetsfA
njizdreekkolbegnesteotedreennaw
EMIT72
neeG
negnidnibrev
SDNABLLA61
eiZ
anigapeitnerefer
eiZ
anigapeitnerefer
-eitnerefeR
anigap
42
93
21
N-9
4 MENU-INSTELLING
yalpsiDtehpO
EROTSFMTD01naalsposnegueheg-FMTDnisremmun-FMTD—snevegegneeG13
DPSFMTD11diehlensdneztiunoot-FMTDWOLS/TSAFTSAF23
DLOHFMTD21
ESUAPFMTD31
KCOLFMTD41netteztiunesteotedtemgnidneztiu-FMTDFFO/NOFFO23
GSMNO-RWP51thcireb-naamoortSsneket8!!OLLEH93
TSARTNOC61
REVASTAB71
OPA81eitcnuf-tiUmoortSehcsitamotuA.nim06/03/TIU.nim0363
PEEBYEK91eitcnufpeiPFFO/NONO73
YSUBnoXOV02
NIAGXOV12
YALEDXOV22nelletsnidjitsgnigartrev-XOVeD
YEKLLAC32nezeiksteot-LLACedrooveitcnufneEzH0571/LLAC
DLOH057142
TFIHSTAEB52
TNARAB62
EGAUGNAL72nezeiklaatunemeD
TEKCAP82nezeiktekkap-CNTenretxetehroovdiehlenseDspb0069/0021spb002154
WORRANMF92dnabellams-MFednavgnikreweDFFO/NOFFO93
YRETTAB03epytjirettabneeseiK
?TESER13nezeikdnats-teserneE
-uneM remmun
nenot-FMTD
neraps
sitezeb
nerednarev
nerevitca
eitcnuF sezueK draadnatS
-FMTDnessutgnalnednoces2gnidneztiueD
neduohtsavnegnireovnisteot
navgnidneztiuedsnedjitezuapednavruudeD
tsartnocyalpsid-DCL
mumixam:61muminim:1
etjirettabedmoregnavtnonavedoireptiU
regnavtnoedreennaw,eotgnidneztiu-XOVtaaL
nelletsnidiehgileovegsgnikretsrev-XOVeD
gileovegtseem:9gileovegtsnim:0
-zH0571neereennawneduohebsutats-XTeD
nednozegtiutdrownoot
kolk-UPCenretniednaveitneuqerfeD
zHM1,01rednoennetnaklabenretnineE
FFO/NOFFO13
/005/052/001
/0051/0001/057
sm0002
611873
/6,0/4,0/2,0/TIU
/0,3/0,2/0,1/8,0
s0,5/0,4
FFO/NOFFO24
90414
/057/005/052
/0002/0051/0001
sm0003
FFO/NOFFO31 FFO/NOFFO73
/DELBANE
DELBASID
/HSILGNE
ESENAPAJ
/MUIHTIL
ENILAKLA
/TESEROFV/ON
/TESERUNEM
TESERLLUF
sm00523
s0,173
sm00514
LLAC
)A6F-HT(
zH0571
)E7F-HT(
DELBANE43
HSILGNE9
MUIHTIL63
ON05
-eitnerefeR
anigap
91
N-10
ALFABETISCHE FUNCTIELIJST
4 MENU-INSTELLING
yalpsiDtehpO
OPA81.nim06/03/FFO.nim0363
TESFFOOTUA5 FFO/NONO31
TNARAB62DELBASID/DELBANEDELBANE43
YRETTAB03ENILAKLA/MUIHTILMUIHTIL63
REVASTAB71s0,5/0,4/0,3/0,2/0,1/8,0/6,0/4,0/2,0/TIUs0,173
TFIHSTAEB52FFO/NOFFO73
YEKLLAC32zH0571/LLAC
TSARTNOC61611873
DLOHFMTD21FFO/NOFFO13 KCOLFMTD41FFO/NOFFO23
ESUAPFMTD31sm0002/0051/0001/057/005/052/001sm00523
DPSFMTD11WOLS/TSAFTSAF23
EROTSFMTD01— snevegegneeG13
WORRANMF92FFO/NOFFO93
PEEBYEK91FFO/NONO73
EGAUGNAL72ESENAPAJ/HSILGNEHSILGNE9
DOHTEMRM3 DNABTNERRUC/SDNABLLASDNABLLA61
KNILPRG.M2 76543210
TESFFO6 zHM50,0navneppatstemzHM59,9500,0
TEKCAP82spb0069/0021spb002154
OFVGORP4 93
GSMNO-RWP51sneket8!!OLLEH93
?TESER13TESERLLUF/TESERUNEM/TESEROFV/ONON05
EMUSERNACS1 KEES/REIRRAC/EMITEMIT72
KCAJCIM/PS9 CP/CNT/CIM/PSCIM/PS64,54
ELBANEENUT7 FFO/NOFFO83
TIBIHNIXT8 FFO/NOFFO04
YALEDXOV22sm0003/0002/0051/0001/057/005/052sm00514
NIAGXOV1290414
YSUBnoXOV02FFO/NOFFO24
DLOH057142FFO/NOFFO31
-uneM remmun
sezueK draadnatS
LLAC
)E7F-HT(
/
zH0571
)A6F-HT(
neeG
negnidnibrev
eiZ
anigapeitnerefer
-eitnerefeR
anigap
91
42 21
N-11
LIJNVERSTERKERS
Lijnversterkers, die vaak door radioclubs worden geïnstalleerd en onderhouden, bevinden zich gewoonlijk op heuveltoppen of andere hoger gelegen locaties. Gewoonlijk maken zij gebruik van een hogere ERP (Effective Radiated Power) dan een typisch radiostation. Deze combinatie van een hoge locatie en een hoge ERP maakt communicatie over veel grotere afstanden mogelijk dan zonder de hulp van lijnversterkers.
De meeste lijnversterkers gebruiken een onvangst- en uitzendfrequentiepaar met een standaard of niet-standaard offset (odd-split). Daarnaast moeten sommige lijnversterkers een toon van het zendontvangtoestel ontvangen, voordat toegang mogelijk is. Voor meer informatie raadpleegt u de informatie over uw plaatselijke lijnversterker.
TX: 144,725 MHz TX-toon: 88,5 Hz RX: 145,325 MHz
TX: 144,725 MHz TX-toon: 88,5 Hz RX: 145,325 MHz
OFFSET PROGRAMMASTROOM
q
Kies de band.
w
Kies de ontvangstfrequentie.
e
Kies de verschuivingsrichting.
OFFEST PROGRAMMEREN
Kies eerst een amateurradio-lijnverstreker-downlinkfrequentie op de A- of B-band, zoals in “EEN FREQUENTIE KIEZEN” staat beschreven {pagina 7}.
Offsetrichting Kiezen
Bepaal of de uitzendfrequentie hoger (+) of lager (–) is dan de ontvangstfrequentie.
Druk op [F], [REV] om de offsetrichting te kiezen.
“+” of “–” verschijnt, ter indicatie van de offsetrichting die werd gekozen.
Als u –7,6 MHz offset op de TH-F7E (alleen 430 MHz) wilt programmeren, drukt u herhaaldelijk op [F], [REV] totdat “
Als de offset uitzendfrequentie buiten het toegestane bereik valt, dan wordt de uitzending vertraagd. In dit geval wijzigt u de ontvangstfrequentie, zodat de uitzendfrequentie binnen de bandlimieten ligt.
Opmerking: Wanneer u een “odd-split” geheugenkanaal voor het uitzendsignaal gebruikt, kunt u de offsetrichting niet veranderen.
Offsetfrequentie Kiezen
Om een lijnversterker te bereiken waar een “odd-split” frequentiepaar voor nodig is, dan moet u de standaard offset-frequentie veranderen die door de meeste lijnversterkers wordt gebruikt. De standaard offsetfrequentie op de 2 m band is 600 kHz (alle modellen); de standaardfrequentie op de 70 cm band is 5,0 MHz (TH-F6A) of 1,6 MHz (TH-F7E); de standaard op de 1,25 m band is 1,6 MHz (TH-F6A).
1 Druk op [BAND] om een amateurradioband te kiezen
waarvan u de offsetfrequentie wilt wijzigen.
2 Druk op [MNU]. 3 Draai aan de Afstemknop of druk op [
Menu 6 (OFFSET) te kiezen.
” verschijnt.
]/ [ ] om
Kies de verschuivingswaarde
r
(dit is alleen nodig wanneer u een odd-split frequentiepaar wilt programmeren).
Schakel de toonfunctie in (indien nodig).
t
Kies een toonfrequentie (indien nodig).
y
Als u de bovesntaande gegevens in een geheugenkanaal opslaat, dan hoeft u ze niet telkens weer te programmeren. Zie “GEHEUGENKANALEN” {pagina 15}.
N-12
4 Druk op [ ] of op [MNU]. 5 Draai aan de Afstemknop of druk op [
juiste offsetfrequentie te kiezen.
Het selecteerbare bereik gaat van 0,00 MHz tot
59,95 MHz met stappen van 50 kHz.
6 Druk op [
Druk anders op [PTT] om te annuleren.
Alleen voor TH-F7E: Als u “ ” voor de offsetrichting heeft gekozen, dan kunt u de standaard offsetfrequentie (–7,6 MHz) niet wijzigen.
Opmerking: Wanneer u de offsetfrequentie heeft gewijzigd, zal de nieuwe offsetfrequentie ook door de Automatische Lijnversterker-Offset gebruikt worden.
] of op [MNU] om de instelling op te slaan.
]/ [ ] om de
5 LIJNVERSTERKERS
S
S
144,0 145,6 145,8 146,0 MHz
S: Simplex
Toonfunctie Activeren
Druk op [TONE] om de Toonfunctie AAN (of UIT) te zetten.
•“
” verschijnt wanneer de T oonfunctie AAN staat.
Opmerking: U kunt niet de toon- en de CTCSS/ DCS-functies tegelijkertijd gebruiken. Als u de Toonfunctie AAN zet, nadat u de CTCSS/ DCS heeft geactiveerd, dan wordt de CTCSS/ DCS­functie uitgezet.
Alleen voor TH-F7E: Wanneer u lijnversterkers gebruikt die 1750 Hz tonen nodig hebben, hoeft u de Toonfunctie niet te activeren. Druk op [CALL] zonder de PTT-schakelaar ingedrukt te houden om een 1750 Hz toon uit te zenden (standaardinstelling).
Toonfrequentie Kiezen
1 Met de toonfunctie AAN, drukt u op [F], [TONE]. 2 Draai aan de Afstemknop of druk op [ ]/ [ ] om de
gewenste Toonfrequentie te kiezen.
AUTOMA TISCHE LIJNVERSTERKER-OFFSET
Deze functie kiest automatisch een offset-richting, op basis van de frequentie die u op de 2 m en 1,25 m (alleen TH-F6A) banden heeft gekozen. Het zendontvangtoestel is geprogrammeerd voor de offset-richting die hieronder staat aangegeven. Om een up-to-date bandplan voor de offset­richting van de lijnversterker te verkrijgen, moet u contact opnemen met uw nationale amateurradiovereniging.
TH-F6A (U.S.A. en Canada)
Dit voldoet aan het standaard ARRL-bandplan.
144,0 145,5 146,4 147,0 147,6
145,1 146,0 146,6 147,4 148,0 MHz
+
SS
S: Simplex
222,0 223,920 225,0 MHz
S
S: Simplex
S
+
TH-F7E (Europa/ Overigen)
S
3 Druk op [ ] of op [MNU] om de instelling te voltooien.
Druk anders op [PTT] om te annuleren.
Beschikbare T oonfrequenties
.rN
.qerF
.rN
)zH(
.qerF
.rN
)zH(
.qerF
.rN
)zH(
100,76214,79323,141435,602 203,96310,001422,641537,012 309,17415,301524,151631,812 404,47512,701627,651737,522 500,77619,011722,261831,922 607,97718,411829,761936,332 705,28818,811928,371048,142 804,58910,321039,971143,052 905,88023,721132,681241,452 015,19128,131238,291 118,49225,631335,302
Opmerking: Er zijn 42 verschillende tonen voor het zendont­vangtoestel beschikbaar. Deze 42 tonen bevatten 37 EIA­standaardtonen en 5 niet-standaard tonen.
Alleen voor TH-F7E:
Druk op [CALL] zonder de PTT-schakelaar ingedrukt te houden om een 1750 Hz toon uit te zenden (standaard­instelling). Laat [CALL] los om met uitzenden op te houden. U kunt er ook voor zorgen dat het zendont­vangtoestel 2 seconden lang nadat u [CALL] heeft losgelaten in de uitzendstand blijft staan; een 1750 Hz toon wordt niet voortdurend uitgezonden. Open Menu 24 en kies (1750 HOLD) en kies “ON”.
Als u ervoor wilt zorgen dat [CALL] gebruikt wordt om het Oproepkanaal terug te roepen in plaats van de 1750 HZ toon uit te zenden, opent u Menu 23 (CALL KEY) en kiest “CALL”.
Opmerking: De Automatische Lijnversterker-Offset functioneert niet wanneer Omkering AAN staat. Maar als u op [REV] drukt, nadat de Automatische Lijnversterker-Offset een offset (split)-status heeft gekozen, worden de ontvangst- en uitzendfrequenties omgewisseld.
.qerF
)zH(
1 Druk op [MNU]. 2 Draai aan de Afstemknop of druk op [
(AUTO OFFSET) te kiezen.
3 Druk op [
] of op [MNU].
4 Draai aan de Afstemknop of druk op [
]/ [ ] om Menu 5
]/ [ ] om de
functie AAN of UIT te zetten.
5 Druk op [ ] of op [MNU] om de instelling op te slaan.
Druk anders op [PTT] om te annuleren.
Opmerking: Als u de frequentie op de amateurradioband op de B-band kiest, dan wordt de Automatische Lijnversterker Offset ook in elke stand geactiveerd.
N-13
5 LIJNVERSTERKERS OMKERINGSFUNCTIE
De omkeringsfunctie wisselt een aparte ontvangst- en uitzendfrequentie met elkaar uit. Dus, terwijl u een lijnversterker gebruikt, kunt u met de hand de sterkte van een signaal controleren dat u direct van het andere station ontvangt. Als het signaal van het station sterk is, dan moeten beide station op een simplex-frequentie overgaan om de lijnversterker vrij te houden.
145,325 MHz
144,725 MHz
144,725 MHz
TX: 144,725 MHz TX: 144,725 MHz TX: 144,725 MHz TX: 145,325 MHz RX: 145,325 MHz RX: 145,325 MHz RX: 145,325 MHz RX: 144,725 MHz
Om de uitzend- en ontvangstfrequenties met elkaar om te wisselen:
Druk op [REV] om de Omkeringsfunctie AAN (of UIT) te zetten.
“R” verschijnt wanneer de functie AAN staat.
TOONFREQUENTIE ID-SCAN
Deze functie scant alle toonfrequenties om de binnen­komende toonfrequentie van een ontvangen signaal te identificeren. U kunt deze functie gebruiken om erachter te komen welke toonfrequentie nodig is, door contact te maken met uw plaatselijke lijnversterker.
1 Met de Toonfunctie AAN, drukt u op [F] , [T ONE] (1 s) om
de Toonfrequentie-ID-Scan te starten.
Zodra het zendontvangtoestel het signaal ontvangt, begint de scan.
Om de scanrichting om te keren, draait u aan de Afstemknop of drukt u op [
Om de functie te verlaten, drukt u op [PTT] of op [
Wanneer de toonfrequentie is geïdentificeerd, dan hoort u een pieptoon en verschijnt de geïdentificeerde frequentie.
2 Druk op [
] om de geïdentificeerde frequentie in plaats
van de huidige toonfrequentie te programmeren.
Druk op [
] als u de geïdentificeerde frequentie niet
wilt programmeren.
Druk op [
]/ [ ] terwijl de geïdentificeerde frequentie
knippert, om met scannen door te gaan.
]/ [ ].
].
Opmerking: U kunt de Omkeerfunctie AAN zetten wanneer u in de
Simplex-stand staat. De TX/ RX-frequentie wordt echter niet gewijzigd.
AUTOMATISCHE SIMPLEXCONTROLE (ASC)
Terwijl u een lijnversterker gebruikt, controleert de ASC­functie regelmatig de sterkte van het signaal dat u direct van het andere station ontvangt. Als het signaal van het station sterk genoeg is voor direct contact zonder een lijnversterker, dan begint het “
Druk op [REV] (1 s) om de functie AAN te zetten.
” verschijnt wanneer de functie AAN staat.
•“
Wanneer er direct contact mogelijk is, knippert “ ”.
Om de functie te verlaten, drukt u eventjes op [REV].
Opmerkingen:
Als u op de PTT-schakelaar drukt, zal het “ ” pictogram stoppen met knipperen.
ASC kan in de Simplex-stand worden geactiveerd. De TX/ RX­frequenties worden echter niet gewijzigd.
ASC functioneert niet tijdens het scannen.
Als u ASC activeert, terwijl u de Omkeringsfunctie gebruikt, dan wordt de Omkeringsfunctie UIT gezet.
Als u een geheugenkanaal of het Oproepkanaal terughaalt met de Omkeringsfunctie op AAN, dan wordt ASC UIT gezet.
ASC zorgt ervoor dat het ontvangen geluid elke 3 seconden tijdelijk wordt onderbroken.
ASC functioneert niet wanneer de band niet is gekozen.
”-lichtje op het display te knipperen.
Opmerking: Sommige lijnversterkers zenden de toegangstonen in het downlinksignaal niet opnieuw uit. In dit geval controleert u het uplinksignaal van het andere station om de toegangstoon voor de lijnversterker op te speuren.
N-14
GEHEUGENKANALEN
U kunt de frequenties en de daaraan verbonden gegevens die u vaak gebruikt, in de geheugenkanalen opslaan. Dan hoeft u die gegevens niet telkens opnieuw te programmeren. U kunt een geprogrammeerd kanaal met een eenvoudige handeling terugroepen. Er zijn in totaal 400 geheugenkanalen waarop de frequenties, standen en andere instellingen van de A- en B-banden opgeslagen kunnen worden.
SIMPLEX & LIJNVERSTERKER OF “ODD-SPLIT” GEHEUGENKANAAL?
U kunt elk geheugenkanaal als een simplex & lijnversterker­kanaal of als een “odd-split” kanaal gebruiken. U kunt één frequentie opslaan voor een simplex & lijnversterkerkanaal of twee aparte frequenties voor een “odd-split” kanaal. Kies de juiste toepassing voor elk kanaal, afhankelijk van wat u met de kanalen wilt doen.
Simplex & lijnversterkerkanalen bieden:
Simplex frequentiewerking
Lijnversterkerwerking met een standaard offset (indien een offset-richting werd opgeslagen)
Odd-split kanalen bieden:
Lijnversterkerwerking met een niet-standaard offset
Opmerking: Niet alleen kunt u gegevens in geheugenkanalen opslaan, maar u kunt ook bestaande gegevens met nieuwe gegevens overschrijven.
De onderstaande gegevens kunnen in elk geheugenkanaal opgeslagen worden:
retemaraP
eitneuqerftsgnavtnO
eitneuqerfdneztiUaJ
eitneuqerfnooTaJaJ
NAAnooTaJaJ
eitneuqerf-SSCTCaJaJ
NAASSCTCaJaJ
edoc-SCDaJaJ
NAASCDaJaJ
gnithcir-tesffOaJBN
eitneuqerf-tesffOaJBN
NAAgnirekmOaJBN
ettoorgpatseitneuqerFaJaJ
-laanaknegueheG
gnilednergrev
maanlaanaknegueheGaJaJ
NAAgnimmetsfanjiFaJaJ
eitcelesdnatSaJaJ
Ja: Kan in het geheugen opgeslagen worden. NB: Kan niet in het geheugen opgeslagen worden.
Opmerking: De uitzendfrequentie moet zich op dezelfde band bevinden als de ontvangstfrequentieband (Odd-split kanaal).
&xelpmiS
rekretsrevnjiL
aJ
aJaJ
tilpS-ddO
aJ
SIMPLEXFREQUENTIES EN STANDAARD LIJNVERSTERKERFREQUENTIES OPSLAAN
1 Druk op [VFO]. 2 Draai aan de Afstemknop of druk op [
gewenste frequentie op de amateurradiobanden te kiezen.
U kunt de gewenste frequentie ook direct met het numerieke toetsenbord invoeren {pagina 7}.
3 Als u een standaard lijnversterkerfrequentie opslaat, kiest
u de volgende gegevens:
Offset-richting {pagina 12}
T oonfunctie, indien noodzakelijk {pagina 13}
CTCSS/ DCS-functie, indien noodzakelijk {pagina’s 28, 29}
Als u een simplexfrequentie opslaat, dan kunt u andere verbonden gegevens kiezen (CTCSS of DCS-instellingen, enz.)
4 Druk op [F].
Een geheugenkanaalcijfer verschijnt en begint te knipperen.
” geeft aan dat het huidige kanaal leeg is; “ ”
•“ verschijnt als het kanaal gegevens bevat.
Geheugenkanaalnummer L0/U0 – L9/U9 {pagina 23}, I–0 – I–9 {pagina 20}, en Pr1 en Pr2 {pagina 25} zijn gereserveerd voor andere functies.
5 Draai aan de Afstemknop of druk op [
geheugenkanaal te kiezen waar u de gegevens in wilt opslaan.
6 Druk op [MR] ([
slaan.
] of op [MNU]) om de gegevens op te
]/ [ ] om de
]/ [ ] om het
“ODD-SPLIT” LIJNVERSTERKER-FREQUENTIES OPSLAAN
Sommige lijnversterkers maken gebruik van een ontvangst­en uitzendfrequentiepaar met een niet-standaard offset. Als u twee aparte frequenties in een geheugenkanaal opslaat, dan kunt u met die lijnversterkers werken, zonder de offset­frequentie en de richting te programmeren.
1 Sla de gewenste ontvangstfrequentie en de verbonden
gegevens door middel van de procedure die voor simplex of standaard lijnversterkerfrequenties hierboven staat vermeld {hierboven}.
2 Draai aan de Afstemknop of druk op [
gewenste uitzendfrequentie te kiezen.
3 Druk op [F]. 4 Draai aan de Afstemknop of druk op [
geheugenkanaal te kiezen dat u bij stap 1 heeft geprogrammeerd.
5 Druk op [PTT]+[MR] ([PTT]+[
De uitzendfrequentie is in het geheugenkanaal opgeslagen.
] of op [PTT]+[MNU]).
]/ [ ] om de
]/ [ ] om het
Opmerkingen:
Wanneer u een “odd-split” geheugenkanaal terugroept, verschijnen “+” en “–” op het display. Om de uitzendfrequentie te bevestigen, drukt u op [REV].
Wanneer u uitsluitend de zendfrequentie voor het odd-split kanaal wijzigt, dient de frequentiesprong dezelfde te zijn als die welke oorspronkelijk als odd-split Oproepkanaal Geheugen gegevens was ingesteld.
N-15
Loading...
+ 44 hidden pages