144/440 MHz FM DUBBELBANDER/
144/430 MHz FM DUBBELBANDER
GEBRUIKSAANWIJZING
Questo manuale d’istruzioni illustra esclusivamente le operazioni
fondamentali dell’apparecchio. Per spiegazioni dettagliate sul
funzioni fare riferimento al file PDF presente sul CD-ROM.
Nur die grundlegenden Bedienvorgänge werden in dieser
Bedienungsanleitung beschrieben. Eine ausführliche Erläuterung
der Bedienungvorgänge finden Sie in den PDF-Dateien auf der
CD-ROM.
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft alleen de basisbediening.
Voor meer uitgebreide informatie over de bediening, raadpleeg
het PDF-bestand dat is meegeleverd op de CD-ROM.
144/440 MHz FM DUBBELBANDER/
144/430 MHz FM DUBBELBANDER
TM-D710A/ TM-D710E
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
KENNISGEVING
Deze apparatuur voldoet aan de vereisten van Richtlijn 1999/5/EG.
Het gebruik van het waarschuwings-symbool betekent dat dit
apparaat in bepaalde landen aan gebruiksbe-perkingen onderhevig is.
Voor deze apparatuur is een licentie nodig en is bedoeld voor gebruik
in onderstaande landen.
ATBEDKFIFRDEGRIS
IEITLILUNLNOPTES
SECHGBCYCZEEHULV
LTMTPLSKSIBGRO
ISO3166
Page 3
Informatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur en batterijen
(particulieren)
Dit symbool geeft aan dat gebruikte elektrische, elektronische producten en
batterijen niet bij het normale huishoudelijke afval mogen.
Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar ze gratis
worden geaccepteerd en op de juiste manier worden verwerkt, teruggewonnen en
hergebruikt. Voor inleveradressen zie www.nvmp.nl, www.ictmilieu.nl, www.stibat.
nl. Wanneer u dit product op de juiste manier als afval inlevert, spaart u waardevolle
hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve gevolgen voor de volksgezondheid
en het milieu, die anders kunnen ontstaan door een onjuiste verwerking van afval.
Page 4
HARTELIJK DANK
Hartelijk dank voor uw beslissing deze FM-zendontvanger van Kenwood aan te schaffen.
Kenwood levert producten voor amateurradiogebruik die de serieuze hobbyist altijd
verrassen en animeren. Deze zendontvanger is geen uitzondering.
dat dit product voldoet aan uw behoeften aan zowel de communicatie van stem als van
gegevens.
De hieronder vermelden modellen worden in deze handleiding beschreven.
Kenwood gelooft
TH-D72A: 144/440 MHz FM Dual Bander (Noord- en Zuid-Amerika)
TH-D72E: 144/430 MHz FM Dual Bander (Europa)
EIGENSCHAPPEN
Deze zendontvanger heeft de volgende hoofdfuncties:
•Een ingebouwde GPS-ontvangerunit.
Een ingebouwde 5.000 punts GPS-logger.
•
•Een ingebouwde TNC die overeenkomt met het AX.25-protocol. U kunt met een
draagbare computer eenvoudig pakketoperaties uitvoeren.
•Bevat een programma voor werken met verschillende data-indelingen die worden
ondersteund door Automatic Packet Reporting System (APRS
•Bevat 1.000 geheugenkanalen voor het programmeren van frequenties en andere
variabele gegevens. U kunt ieder geheugenkanaal benoemen met maximaal 8
alfanumerieke tekens.
•Het Continuous Tone Coded Squelch System (CTCSS) of Digital Coded Squelch (DCS)
weigert ongewenste oproepen van andere stations.
®
).
DE SCHRIJFCONVENTIES DIE IN DEZE HANDLEIDING WORDEN GEBRUIKT
De schrijfconventies die hieronder staan vermeld worden gevolgd om instructies te
vereenvoudigen en onnodige herhalingen te voorkomen.
InstructieActie
Druk op [KEY].Druk even op TOETS.
Druk op [KEY] (1s).
Druk op [KEY1], [KEY2].
Druk op [F], [KEY].
Druk op [KEY] + Power ON.
Druk op TOETS en houd 1 seconde of langer
ingedrukt.
Druk even op TOETS1, laat TOETS1 los en druk
vervolgens op TOETS2.
Druk op de toets F om de Functiemodus te openen.
Klik vervolgens op TOETS om de secundaire functie
te openen.
Houd TOETS ingedrukt tijdens het aanzetten van de
zendontvanger.
N-i
Page 5
VOORZORGSMAATREGELEN
•Laad de zendontvanger en de batterij niet op als ze nat zijn.
•Zorg ervoor dat er geen metaalachtige voorwerpen liggen tussen de zendontvanger en de
batterij.
•Gebruik geen opties die niet gespecificeerd zijn door
•Als het gegoten chassis of een ander zendontvangerdeel is beschadigd, raak dan de
beschadigde delen niet aan.
•Reduceer het volume als een hoofdtelefoon is aangesloten is op de zendontvanger. Let op
het volumeniveau bij het dichtdraaien van de squelch.
•Hang de microfoondraad niet om uw nek als u in de buurt bent van apparaten waarin de
draad kan verstrikken.
•Plaats de zendontvanger niet op een instabiele ondergrond.
•Zorg ervoor dat de antenne niet uw ogen raakt.
•Als de ontvanger uren achter elkaar gebruikt wordt voor verzending worden de radiator en
het chassis heet. Raak deze plekken niet aan bij het vervangen van de batterij.
•Dompel de zendontvanger niet in water.
•Schakel de zendontvanger eerst altijd uit voordat u optionele accessoires installeert.
•De lader is een apparaat dat de unit ontkoppelt van de voedingskabel. U moet eenvoudig bij de
voedingsstekker kunnen komen.
WAARSCHUWING
Schakel de zendontvanger uit op de volgende locaties:
•In explosieve omgevingen (ontbrandbaar gas, stofdeeltjes, metaal- of graanstof, enz.).
•Bij het tanken of wanneer geparkeerd bij een benzinepomp.
•Dicht bij explosieven of detonatieplaatsen.
•In vliegtuigen. (Ieder gebruik van de zendontvanger moet volgens de instructies en de regels
van de vliegtuigbemanning worden uitgevoerd.)
•Waar beperkingen of waarschuwingen zijn aangegeven met betrekking tot het gebruik van
radioapparaten, met inbegrip van, hoewel niet beperkt tot, medische apparatuur.
•In de buurt van personen die een pacemaker gebruiken.
Kenwood.
LET OP
•Haal in geen geval de zendontvanger uit elkaar en breng geen wijzigingen aan.
•Plaats in een rijdend voertuig de zendontvanger niet op of dichtbij airbags. Bij het opblazen
van de airbag kan de ontvanger gelanceerd worden en de bestuurder of passagiers raken.
•Ga niet zenden terwijl u het antenne-uiteinde aanraakt of als enige metalen delen door
de antennebedekking zichtbaar zijn. Zenden op deze manier kan ernstige brandwonden
veroorzaken.
•Als er een abnormale lucht of rook komt van de zendontvanger, schakel dan onmiddellijk de
zendontvanger uit, verwijder de batterij, en neem contact op met uw
•Gebruik van de zendontvanger tijdens het rijden kan in strijd met de verkeersregels zijn.
Controleer en volg de bestaande verkeersregels.
•Stel de zendontvanger niet bloot aan extreem hete of koude omstandigheden.
Kenwood-dealer.
N-ii
Page 6
LET OP
•Ondersteun de batterij (of batterijhouder) niet met metalen voorwerpen omdat deze de
batterijpolen kunnen kortsluiten.
•Wanneer u de zendontvanger in ruimtes gebruikt met droge lucht, wordt er gemakkelijk
statische elektriciteit opgebouwd. Wanneer u de hoofdtelefoon in dergelijke omstandigheden
gebruikt, kan de zendontvanger mogelijk een elektrische schok veroorzaken en deze door uw
hoofdtelefoon en naar uw oor zenden. In deze omstandigheden bevelen wij aan om alleen een
luidspreker/microfoon te gebruiken om elektrische schokken te voorkomen.
•Laat de zendontvanger niet op en neer zwaaien aan de riem. Hierdoor kunnen andere
personen letsel oplopen en de zendontvanger kan worden beschadigd.
Informatie over de batterij
De Li-ion-batterij bevat ontvlambare substanties zoals organische oplosmiddelen. Verkeerd
gebruik van de batterij kan leiden tot breuk van de batterij, waardoor brandgevaar of hoge
temperaturen, verslechtering van de prestatie of andere beschadigingen kunnen optreden.
Houd u zich aan de volgende waarschuwingen.
GEVAAR
•De batterij niet uit elkaar halen of anders samenstellen!
De batterij bevat een veiligheidsfunctie en -circuit ter voorkoming van gevaar. Als deze ernstig
worden beschadigd, kan dit leiden tot hitte- of rookvorming, breuk of brand.
•
De batterij niet kortsluiten!
De + en –polen niet verbinden met behulp van metaal (zoals een paperclip of ijzerdraad).
Houd of bewaar de batterij niet in houders die metalen voorwerpen bevatten (zoals ijzerdraad,
kettingen of haarspelden). Als de batterij kortsluit, veroorzaakt dit een te hoge stroom wat kan
leiden tot hitte- of rookvorming, breuk of brand. Hierdoor worden tevens metalen voorwerpen
verhit.
•
De batterij niet verbranden of blootstellen aan hitte!
Als het isolatiemateriaal smelt, wordt de gasventilator of de veiligheidsfunctie beschadigd.
Hierdoor kan ook de elektrolyt gaan branden en kan hitte- of rookvorming, breuk of brand bij de
batterij ontstaan.
•
De batterij niet plaatsen in de buurt van vuur, kachels of andere warmtebronnen (ruimtes
met temperaturen van meer dan 80°C)!
Als de polymeerafscheiding smelt als gevolg van hoge temperaturen, kan er een interne
kortsluiting ontstaan in de afzonderlijke cellen en kan hitte- of rookvorming, breuk of brand bij
de batterij ontstaan.
•
Ieder contact van de batterij met water of vocht vermijden!
Als de batterij nat wordt, droog deze af met een droge doek voor gebruik. Als het
veiligheidscircuit van de batterij is beschadigd, laadt de batterij op met een extreem hoge
stroom (of spanning) en kunnen er abnormale chemische reacties ontstaan. Er kan hitte- of
rookvorming, breuk of brand bij de batterij ontstaan.
•
De batterij niet opladen in de buurt van vuur of in direct zonlicht!
Als het veiligheidscircuit van de batterij is beschadigd, laadt de batterij op met een extreem
hoge stroom (of spanning) en kunnen er abnormale chemische reacties ontstaan. Er kan hitteof rookvorming, breuk of brand bij de batterij ontstaan.
•
Alleen de gespecificeerde lader gebruiken en neem de oplaadvereisten in acht!
Als de batterij in niet gespecificeerde omstandigheden wordt opgeladen (bij een temperatuur
die hoger is dan de gereguleerde waarde, stroom of spanning die hoger is dan de gereguleerde
waarde of met behulp van een aangepaste lader) kan de batterij overbelast worden of kunnen
er abnormale chemische reacties ontstaan. Er kan hitte- of rookvorming, breuk of brand bij de
batterij ontstaan.
N-iii
Page 7
GEVAAR
•De batterij met geen enkel voorwerp doorsteken, slaan of erop staan!
Hierdoor kan de batterij breken of vervormen waardoor kortsluiting kan ontstaan. Er kan hitte-
of rookvorming, breuk of brand bij de batterij ontstaan.
•
De batterij niet schokken en er niet mee gooien!
De batterij kan gaan lekken door een harde aanraking en er kan hitte- of rookvorming, breuk
of brand bij de batterij ontstaan. Als het veiligheidscircuit van de batterij is beschadigd, laadt
de batterij op met een extreem hoge stroom (of spanning) en kunnen er abnormale chemische
reacties ontstaan.
•
De batterij niet gebruiken als deze is beschadigd!
Er kan hitte- of rookvorming, breuk of brand bij de batterij ontstaan.
•
Niet direct op de batterij solderen!
Als het isolatiemateriaal smelt, wordt de gasventilator of de veiligheidsfunctie beschadigd.
Hierdoor kan hitte- of rookvorming, breuk of brand bij de batterij ontstaan.
•
De polariteit (en polen) van de batterij niet omkeren!
Laden van een omgekeerde batterij kan leiden tot abnormale chemische reacties. In sommige
gevallen kan een onverwacht grote hoeveelheid stroom vrijkomen bij ontlading. Er kan hitte- of
rookvorming, breuk of brand bij de batterij ontstaan.
•
De batterij niet omgekeerd laden of aansluiten!
De batterij heeft positieve en negatieve polen. Als de batterij niet soepel kan worden
aangesloten op een lader of bedieningsapparaat, forceer deze dan niet en controleer de
polariteit van de batterij. Als de batterij omgekeerd op de lader is aangesloten, wordt deze
omgekeerd geladen wat kan leiden tot abnormale chemische reacties. Er kan hitte- of
rookvorming, breuk of brand bij de batterij ontstaan.
•
Een gebroken en lekkende batterij niet aanraken!
Als de elektrolytvloeistof van de batterij in uw ogen terechtkomt, spoel uw ogen onmiddellijk uit
met zoet water zonder in uw ogen te wrijven. Ga onmiddellijk naar het ziekenhuis. Als u geen
actie onderneemt, kan dit leiden tot problemen met uw ogen.
WAARSCHUWING
•
De batterij niet langer opladen dan de gespecificeerde duur!
Als de batterij nog niet volledig is opgeladen, zelfs als de vastgestelde duur is verstreken, stopt
u het opladen. Er kan hitte- of rookvorming, breuk of brand bij de batterij ontstaan.
•
De batterij niet in een magnetron of hogedrukhouder plaatsen!
Er kan hitte- of rookvorming, breuk of brand bij de batterij ontstaan.
•
Gebroken en lekkende batterijen uit de buurt van vuur houden!
Als de batterij lekt (of een onaangename geur afgeeft), verwijder deze dan onmiddellijk uit
brandbare omgevingen. Elektrolyt dat uit de batterij lekt kan vlam vatten en kan leiden tot
rookvorming, breuk of brand bij de batterij.
•
Geen afwijkende batterij gebruiken!
Als de batterij een onaangename geur afgeeft, een andere kleur heeft, vervormd is of
anderszins afwijkend overkomt, verwijder deze dan uit de lader of het bedieningsapparaat en
gebruik de batterij niet. Er kan hitte- of rookvorming, breuk of brand bij de batterij ontstaan.
Voor meer uitgebreide informatie over de bediening van de zendontvanger,
raadpleeg het PDF-bestand dat is meegeleverd op de CD-ROM.
Bediening
Bestandsnaam (TH-D72_)
INHOUDSOPGAVE00_CONTENS_N.pdf
BEDIENING VIA REPEATERS01_REPEATER_N.pdf
GEHEUGENKANALEN
SCANNEN
CTCSS/ DCS/ KRUISTOON
DUAL-TOON MULTI-FREQUENTIE (DTMF)
EchoLink
®
ANDERE BEWERKINGEN
GPS
PAKKET
®
APRS
TERUGSTELLEN ZENDONTVANGER
SKY COMMAND SYSTEM II
Opmerking: Het bedieningsbestand is beschikbaar in PDF-vorm. Als u dit bestand
wilt lezen, hebt u de Adobe®Reader® nodig.
02_MEMORY CHANNEL_N.pdf
03_SCAN_N.pdf
04_CTCSS_DCS_CROSS TONE_N.pdf
05_DTMF_N.pdf
06_EchoLink_N.pdf
07_OTHER OPERATIONS_N.pdf
08_GPS_N.pdf
09_PACKET_N.pdf
10_APRS_N.pdf
11_RESET_N.pdf
12_SKY COMMAND_N.pdf
N-vi
Page 10
VOORBEREIDING
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
Pak de zendontvanger voorzichtig uit en controleer of de onderstaande items zich in de
verpakking bevinden. We raden u aan om de doos en het verpakkingsmateriaal voor
eventuele verzending te bewaren.
ItemOpmerkingen
Antenne11
Li-ion-batterijPB-45L: 1800 mAh11
Muuroplader11
Netsnoervoor de muuroplader–2
Riemhaak11
USB-kabelA - Mini B type11
Garantiekaart11
Engels/ Frans/ Spaans11
Gebruiksaanwijzing
cd-rom
Italiaans/ Duits/
Nederlands
Voor meer uitgebreide
informatie over de
bediening van de
zendontvanger
TH-D72ATH-D72E
Aantal
–1
11
PLAATSEN VAN DE ANTENNE
Houd de meegeleverde antenne aan de onderkant vast en schroef deze vervolgens op de
aansluiting aan de bovenkant van de zendontvanger vast.
N-1
Page 11
PLAATSEN VAN DE BATTERIJ
Opmerking: De batterij wordt leeg geleverd zodat u deze eerst moet opladen voordat u hem
gebruikt met de zendontvanger. Raadpleeg voor het opladen van de batterij “DE PB-45L
BATTERIJ OPLADEN” {pagina 4}.
1 Open het veiligheidsklepje onderaan de batterij.
2 Plaats de ribbels van de batterij op de overeenkomende groeven bovenaan de
achterkant van de zendontvanger en klik de batterij op zijn plaats door stevig te
drukken.
3 Vergrendel het veiligheidsklepje om te voorkomen dat u per ongeluk de ontgrendelknop
indrukt en de batterij verwijdert.
4 Als u de batterij wilt verwijderen, tilt u het veiligheidsklepje omhoog en drukt u
vervolgens op de ontgrendelknop om de batterij te ontgrendelen. Til de batterij uit de
zendontvanger.
ALKALINE BATTERIJEN PLAATSEN
1 Als u de klep van de optionele BT-15 batterijhouder wilt openen, drukt u op de
ontgrendelknop boven op de batterijhouder en trekt u de klep omhoog.
2 Plaats (of verwijder) zes AAA (LR03) alkalinebatterijen.
•Trek bij het verwijderen van de alkalinebatterijen uit de batterijhouder de batterijen aan
de positieve (+) kant omhoog.
N-2
Page 12
•Zorg dat de polen van de batterijen overeenkomen met de markeringen in de
batterijhouder.
3 Plaats de twee lipjes onderin de batterijhouder op elkaar en sluit de klep totdat de
vergrendellipjes op de batterijhouder vastklikken.
4 Volg voor het plaatsen/verwijderen van de batterijhouder in/uit de verzendontvanger de
stappen 1 t/m 3 van “PLAATSEN VAN DE BATTERIJ”.
•Zet bij gebruik van de BT-15 de “Battery Type” op “Alkaline” in menunummer 112 (pagina
24). Als de indicatie “Lithium” is, geeft de capaciteitsindicator van de batterij (pagina
22) geen juiste initiële waarde aan. Zet bij gebruik van de batterij de instelling terug op
“Lithium”.
Opmerkingen:
U Als u de batterijhouder draagt terwijl de batterij in gebruik is, plaats dan de batterijhouder in de
BT-15 draagtas.
U Vervang alkalinebatterijen niet door mangaanbatterijen of oplaadbare batterijen.
U Verwijder alle batterijen uit de batterijhouder als u denkt dat u deze enkele maanden niet gaat
gebruiken.
U Voor het optillen van het batterijveiligheidsklepje gebruikt u een stukje hard plastic of metaal,
zoals een schroevendraaier, niet meer dan 6 mm breed en 1 mm dik. Het is zeer belangrijk
dat u het hulpstuk alleen onder het lipje van het veiligheidsklepje plaatst, zodat u de
ontgrendelknop niet beschadigt.
BEVESTIGEN VAN DE RIEMKLEM
U kunt desgewenst de meegeleverde riemklem op de zendontvanger aanbrengen.
1 Draai de twee meegeleverde schroeven losjes in de gaten op de achterkant van de
zendontvanger.
2 Schuif de riemhaak op zijn plaats onder de schroeven.
3 Draai de schroeven vervolgens stevig vast.
Opmerking: Als de riemhaak niet is bevestigd aan de zendontvanger, verwijdert u de schroeven
van de zendontvanger om bekrassen van andere materialen te voorkomen.
N-3
Page 13
DE PB-45L BATTERIJ OPLADEN
U kunt de batterij opladen nadat u deze op de zendontvanger hebt aangebracht. (De
batterij wordt vanwege veiligheidsoverwegingen leeg geleverd.)
1 Controleer of de zendontvanger is uitgeschakeld.
•Laat tijdens het opladen van de batterij de zendontvanger uitgeschakeld.
2 Steek de oplaadstekker in de DC IN-aansluiting van de zendontvanger.
Oplader
Naar stopcontact
DC-IN-aansluiting
TH-D72A
TH-D72E
3 Steek de oplader in een wandcontactdoos.
•Het opladen begint en de twee TX-RX LED’s op het bovenpaneel lichten oranje op.
4 Het duurt ongeveer 8 uur om lege PB-45L Li-ion batterijen op te laden. Verwijder na 8
uur de oplaadstekker uit de DC-IN-aansluiting van de zendontvanger.
•Na het opladen gaan de LED’s uit.
5 Haal de stekker van de oplader uit de wandcontactdoos.
Opmerkingen:
U Stel de batterij nooit bloot aan direct zonlicht.
U De zendontvanger wordt warm tijdens het opladen van de batterij.
U Tijdens het opladen moet de omgevingstemperatuur tussen de 0 °C ~ 40 °C liggen. Het
opladen kan anders niet beginnen. Als de zendontvanger bemerkt dat de temperatuur tijdens
het opladen hoger is dan 60 °C, stopt de zendontvanger met opladen.
U Gebruik voor het opnieuw opladen de batterij totdat de zendontvanger stopt met ontvangen.
U De oplader gedurende 24 uur niet in de DC IN-aansluiting steken.
U Ontkoppel de oplader zo snel mogelijk na het opladen.
U Verwijder/steek de oplader na het opladen niet opnieuw uit/in het stopcontact. Als u de oplader
verwijdert wordt de oplaadtimer teruggesteld en wordt de batterij opnieuw opgeladen. Hierdoor
kan overbelasting ontstaan.
U Als u de batterij herhaaldelijk oplaadt voordat deze volledig zijn opgebruikt, kan het
geheugeneffect optreden (de batterij laat de oplader alleen tot een bepaalde spanningsniveau
opladen). Zet in dat geval de zendontvanger aan totdat het apparaat stopt met ontvangen om
de batterij te ontladen. Laadt de batterij vervolgens op de normale wijze op.
U Als de batterij in de zendontvanger is geïnstalleerd en u gebruikt een optionele, snelle
batterijlader, laad dan de batterij niet op via de DC-IN-aansluiting. Opladen van de batterij via
de DC-IN-aansluiting kan leiden tot overbelasting van de batterij wat de levensduur van de
batterij kan verkorten.
U Als u de batterij lange tijd niet gebruikt, neemt de capaciteit van de batterij tijdelijk af. Laad in
dat geval de batterij op en gebruik deze totdat de zendontvanger stopt met ontvangen. Herhaal
dit een aantal keren. De batterij moet zijn capaciteit terug krijgen.
U Als u de oplader in de DC IN-aansluiting steekt voordat u de batterij hebt aangesloten, zet u de
zendontvanger aan en dan opnieuw uit om het opladen te beginnen.
N-4
Page 14
U Overschrijden van de opgegeven oplaadtijd verkort de levensduur van de PB-45L batterij.
U De meegeleverde oplader is alleen bedoeld voor opladen van de PB-45L batterij. Als u andere
soorten batterijen oplaadt, kunnen de oplader en de batterij beschadigd worden.
U Niet zenden tijdens het opladen.
U Bewaar de batterij op een koele en droge plaats wanneer u deze niet gebruikt.
U Controleer voor het opladen van de batterij of het veiligheidsklepje goed is gesloten.
U Let op de milieuaspecten bij het wegdoen van batterijen.
U Opladen van de PB-45L met de optionele KSC-32 duurt ongeveer 3 uur.
Opladerfout
•Als er tijdens het opladen een probleem wordt gedetecteerd in de batterij, licht de LED op of
klinkt er een pieptoon om het probleem aan te geven.
•Als er een oplaadfout optreedt bij het inschakelen van het apparaat, wordt het opladen
geannuleerd, klinkt er een pieptoon en “Charge Error” verschijnt op het display.
• Als er een oplaadfout optreedt bij het uitschakelen van het apparaat, wordt het opladen
geannuleerd en knippert de TX-RX-LED oranje.
•De volgende omstandigheden veroorzaken oplaadfouten:
•Een gedetecteerde kortsluiting in de batterij.
•Gedetecteerde overbelasting in de batterij.
•De oplaadtimer is overschreden (de batterijstatus is slecht).
•Tijdens een oplaadfout werkt alleen de toets
[
].
LEVENSDUUR BATTERIJEN
Voordat u de zendontvanger buiten gaat gebruiken met de batterij is het belangrijk om te
weten hoelang de batterij meegaat. De bedieningstijden in de onderstaande tabel zijn
gemeten onder de volgende cyclische voorwaarden:
We raden u aan extra batterijen bij u te dragen voor het geval de batterij leeg raakt.
Batterijtype
Uitgangsvermogen
Bedrijfstijd/-uren (ca.)
H6
PB-45L
(7,4 V)
L12
EL15
H1,5
BT-15
(9 V)
L6
EL8
Opmerking: Afhankelijk van de batterij, verschillen de interne weerstandsniveaus. Als u alkaline
batterijen gebruikt kan de werkelijke bedieningstijd korter zijn dan normaal.
N-5
Page 15
AANSLUITEN OP EEN AANSTEKERAANSLUITING
Als u de zendontvanger wilt aansluiten op de aanstekeraansluiting van uw voertuig,
gebruikt u een optionele PG-3J-aanstekerkabel.
Wanneer de PG-3J is aangesloten op het aanstekercontact begint de zendontvanger
automatisch met het opladen van de PB-45L-batterij. Terwijl u de zendontvanger gebruikt,
laadt het apparaat de PB-45L-batterij op de achtergrond op.
LET OP
Als u een externe stroombron van 24 V wilt aansluiten op een gelijkstroomomzetter, gebruikt
u alleen de optionele PG-3J-aansteker.
Gebruik van de PG-2W-gelijkstroomsnoer kan in deze situatie brand veroorzaken.
Gelijkstroomomzetter
24V
12V
Contact
PG-3J
24V
12V
PG-3J
Gelijkstroomomzetter
24V
Opmerkingen:
U Gebruik de PG-2W niet voor directe aansluiting op de accu (12 V) van uw voertuig. Hoge
spanning kan uw zendontvanger beschadigen.
U Als de ingangsspanning hoger is dan ca. 17,5 V schakelt de zendontvanger automatisch uit.
12V
PG-2W
N-6
Page 16
AANSLUITEN OP EEN GEREGULEERDE STROOMVOEDING
Als u de zendontvanger wilt aansluiten op een geschikte gereguleerde gelijkstroomvoeding,
gebruikt u een optionele PG-2W-gelijkstroomsnoer.
1 Controleer of de stroom van zowel de zendontvanger als de gelijkstroomvoeding is
uitgeschakeld.
2 Sluit de optionele PG-2W-gelijkstroomkabel aan op de gelijkstroomvoeding; de rode
draad op de positieve (+) klem en de zwarte op de negatieve (-).
Zekeringen (3 A)
3 Sluit de busstekker aan op de gelijkstroomkabel op de DC IN-aansluiting van de
zendontvanger.
•Als een gelijkstroombron is aangesloten op de DC IN-aansluiting, begint de
zendontvanger automatisch met het laden van de PB-45L-batterij.
Opmerkingen:
U Als de spanning van de gelijkstroomvoeding lager is dan 12,0 V DC, kunt u mogelijk de PB-
45L-batterij niet opladen.
U De voedingsspanning moet tussen de 12,0 V en 16,0 V zijn om schade aan de zendontvanger
te voorkomen. Als de ingangsspanning hoger is dan ca. 17,5 V schakelt de zendontvanger
automatisch uit.
AANSLUITEN OP EEN PC
Met de USB-stekker kunt u direct een computer aansluiten via een USB-kabel.
•Download het virtuele COM-poortstuurprogramma van onderstaande URL.
Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van het USB-apparaat, kan opgeslagen inhoud
verloren gaan. Kenwood wijst alle verantwoordelijkheid voor schade en verloren inhoud af.
N-7
Page 17
EERSTE KENNISMAKING
TOETS EN REGELKNOP-BEDIENINGEN
[ ]
Druk op [
Afstemknop
Draai de Afstemknop om onder andere een bedieningsfrequentie, geheugenkanaal,
menunummer, instellingswaarde te selecteren en de scanrichting te wijzigen.
VOL-regeling
Draai de VOL-regeling om het volume van de luidspreker in te stellen.
[PTT]
Druk op [PTT], houd deze ingedrukt en spreek in de microfoon om te zenden.
[LAMP]
Druk op [LAMP] om het display en de toetsen te verlichten.
Druk op [F], [LAMP] om het licht blijvend aan te houden.
[MONI]
Druk op [MONI] en houd deze toets ingedrukt om het geluid van de luidspreker in te
schakelen om signalen te controleren. Laat [MONI] los om terug te keren naar de
normale bediening.
Druk op [F], [MONI] om de aanpassingsmodus voor het squelch-niveau te openen.
] om de zendontvanger aan of uit te zetten.
N-8
Page 18
[], [ ]
Druk op [
menunummer, instellingswaarde te selecteren en de scanrichting te wijzigen.
De toetsen [
deze toetsen kunt u de frequenties, geheugenkanalen of andere selecties wijzigen,
afhankelijk van de gebruikte zendontvangermodus.
OK]
[
Druk op [
in verschillende selectiemodi, zoals Functie selecteren of Menumodus.
[ESC]
Druk op [ESC] om terug te gaan naar de vorige stap of om de instelling te verlaten
in verschillende selectiemodi, zoals Functie selecteren of Menumodus.
[A/B]
Druk op [A/B] om de functieband A of B te selecteren.
Druk op [F], [A/B] om een frequentieband te selecteren.
[MENU]
Druk op [MENU] om de Menumodus te openen.
Druk op [F], [MENU] om het zendvermogen te schakelen tussen: Hoog –> Laag –>
Laag eco.
[F]
Druk op [F] om de Functiemodus te openen.
Druk op [F] (1s) om de toetsvergrendeling van de zendontvanger aan of uit te zetten.
[VFO]
Druk op [VFO] om de VFO-modus te activeren. Druk vervolgens op [
de Afstemknop om een bedieningsfrequentie te selecteren.
Druk op [F], [VFO] om het huidige geheugenkanaal of oproepkanaal te kopiëren naar
de VFO (geheugenverplaatsing).
[MR]
Druk op [MR] om de modus Geheugenkanaal te activeren. Druk vervolgens op
]/[ ] of draai de Afstemknop om een geheugenkanaal te selecteren.
[
Selecteer een geheugenkanaal en druk vervolgens op [F], [MR] om de huidige
bedieningsfrequentie op te slaan in het geheugenkanaal.
[CALL]
Druk op [CALL] om het oproepkanaal te selecteren.
Druk op [F], [CALL] om de huidige bedieningsfrequentie van het oproepkanaal op te
slaan.
] of [ ] om onder andere een bedieningsfrequentie, geheugenkanaal,
]/[ ] werken op precies dezelfde manier als de Afstemknop. Met
OK] om door te gaan naar de volgende stap of om de instelling te voltooien
]/[ ] of draai
N-9
Page 19
12 Toetsenblok
[MARK] (1)
Druk op [MARK] om de Mark Way-puntlijst weer te geven.
Druk op [MARK] (1s) om de Mark Way-puntregistratiemodus te openen.
Druk op [F], [MARK] om de interne GPS-functie aan of uit te zetten.
[TNC] (2)
Druk op [TNC] om de ingebouwde TNC en de APRS (of NAVITRA)-functie aan te
zetten.
•Bij iedere druk op [TNC] schakelt de modus tussen APRS (of NAVITRA)-modus ON
PAKKET-modus ON TNC OFF.
•Wanneer de ingebouwde TNC wordt ingeschakeld, verschijnt er “OPENING TNC” op het
display.
•Zolang er “OPENING TNC” op het display zichtbaar is, kan de functie niet worden
omgeschakeld.
Druk op [F], [TNC] om de interne Volgfunctie aan of uit te zetten.
[POS] (3)
Druk op [POS] om uw “My position” weer te geven (met behulp van de interne GPS) of
om de Positieregistratiemodus te openen (niet met de interne GPS) <APRS>.
Druk op [F], [POS] om de modus Mijn weer <APRS> te openen.
[MSG] (4)
Druk op [MSG] om de Berichtenlijst weer te geven.
Druk op [F], [MSG] om de modus Nieuwe berichtinvoer <APRS> te openen.
N-10
Page 20
[LIST] (5)
Druk op [LIST] om de Stationslijst weer te geven.
Druk op [F], [LIST] om de DX-clusterlijst <APRS> weer te geven.
[BCON] (6)
Druk op [BCON] om de Beacon-verzendmodus te openen (met de TX-Beaconmethode
op Manual) of zet de Beacon-functie aan of uit (als de TX-Beaconmethode niet Manual
is) <APRS>.
Druk op [F], [BCON] om de modus Quick Beacon <APRS> te openen.
[REV] (7)
Druk op [REV] om de Omkeerfunctie aan of uit te zetten.
Druk op [REV] (1s) om de Automatische simplex-controle aan te zetten.
Druk op [F], [REV] om de modus Stemwaarschuwing <APRS> te openen.
[TONE] (8)
Druk op [TONE] om de Toonfunctie aan te zetten.
•Met iedere druk op [TONE] doorloopt de functie het volgende: Toon ON CTCSS ON
DCS ON Kruistoon ON OFF.
•Als APRS is ingeschakeld en Stemwaarschuwing is geconfigureerd, wordt ook
Stemwaarschuwing ON toegevoegd aan bovenstaande cyclus.
Druk op [F], [TONE] om de instellingenmodus Toonfrequentie, CTCSS-frequentie,
DCS-code of Kruistoon te openen.
Druk op [F], [TONE] (1s) om de Toonfrequentie-ID, CTCSS-frequentie-ID of DCS-codeID te scannen.
[PF] (9)
Druk op [PF] om de programmeerbare functie te activeren. De standaardfunctie is
“Weather Channel” (TH-D72A)/ “Memory Name < > Frequency” (TH-D72E).
[MHz] (
)
Druk op [MHz] om de MHz-modus te openen.
Druk op [MHz] (1s) om de MHz-scan te beginnen.
Druk op [F], [MHz] om de instellingenmodus Offset-richting te openen.
•Bij iedere druk op [F], [MHz], doorloopt de offset-richting het volgende: plus (+) richting
Verschijnt wanneer de Verschuiffunctie op plus staat.
Verschijnt wanneer de Verschuiffunctie op min staat.
Verschijnt wanneer de Verschuiffunctie op –7,6 MHz staat.
Verschijnt wanneer de Omkeerfunctie is geactiveerd.
Verschijnt wanneer de ASC-functie is geactiveerd.
Knippert wanneer de ASC-functie een OK-controle uitvoert.
Verschijnt in de Volledige-duplexmodus.
Verschijnt in de AM-modus.
Verschijnt in de “Narrow FM”-modus.
Verschijnt wanneer de VOX-functie is geactiveerd.
Verschijnt wanneer de Toetsvergrendelingsfunctie is
geactiveerd.
Toont de bedieningsfrequentie.
Verschijnt bij gebruik van de interne databand.
Verschijnt wanneer het geselecteerde kanaal niet in de
Geheugeninvoermodus is geregistreerd.
Verschijnt wanneer het geselecteerde kanaal wordt
geregistreerd in de Geheugeninvoermodus.
Toont het nummer van het geheugenkanaal.
Verschijnt wanneer de blokkeringsfunctie van het
geheugenkanaal is geactiveerd.
Verschijnt wanneer Weermeldingen is geactiveerd.
Knippert wanneer u een signaal ontvangt. (alleen TH-D72A)
N-13
Page 23
BASISBEDIENING
AAN/ UITSCHAKELEN
Druk op [ ] (1s) om de zendontvanger aan te zetten.
•De inschakelmelding verschijnt kort op het display.
•Als u de wachtwoordbescherming hebt geactiveerd voor het inschakelen van de
zendontvanger {Menu 100}, moet u eerst uw wachtwoord invoeren voordat u de
zendontvanger kunt bedienen.
Druk nogmaals op [ ] (1s) om de zendontvanger uit te zetten.
Opmerking: Als u APRS gebruikt, open menunummer 110 en zet de batterijbespaarder op “Off” of
“0.03” om een verkeerde pakketdecodering te voorkomen.
VOLUME INSTELLEN
Draai de VOL-knop om het volume te vergroten en linksom om het te verlagen.
Opmerkingen:
U Sommige functies van deze zendontvanger, zoals de pieptoon, hebben hun eigen volume-
instellingen. Stel deze volumes in naar wens.
U Open menunummer 121 om de volumebalans in te stellen tussen Band A en B.
N-14
Page 24
DE SQUELCH AFSTELLEN
Squelch wordt gebruikt om de luidspreker te onderdrukken als er geen signalen zijn. Als u
het squelch-niveau juist instelt, hoort u alleen geluid wanneer u een signaal ontvangt. Hoe
hoger u het squelch-niveau instelt, des te sterker de signalen moeten zijn om te kunnen
worden gehoord. U kunt het squelch-niveau afzonderlijk instellen voor Band A en B.
1 Druk op [F], [MONI].
•Het squelch-niveau verschijnt op het display.
2 Druk op [ ]/[ ] of draai de Afstemknop van de door u geselecteerde band wanneer
er geen signalen zijn en selecteer het squelch-niveau waarop achtergrondruis net wordt
onderdrukt.
EEN FUNCTIEBAND SELECTEREN
Druk op [A/B] om de functieband A of B te selecteren.
N-15
Page 25
DUAL-BANDMODUS/ ENKELE-BANDMODUS SELECTEREN
U kunt de zendontvanger schakelen tussen werken met dual-band en enkele band.
1 Selecteer uw band (A of B).
2 Druk op [DUAL].
•Met elke druk op [DUAL] schakelt de zendontvanger tussen de Enkele-bandmodus en
Dual-bandmodus.
Dual-bandmodus:
Enkele-bandmodus (alleen band A):Enkele-bandmodus (alleen band B):
EEN FREQUENTIEBAND SELECTEREN
U kunt de frequentiebanden wijzigen voor band A en band B.
1 Selecteer uw band (A of B).
2 Druk op [F], [A/B].
•Met iedere druk op [F], [A/B], gaat u door naar de volgende frequentieband.
• Band A: 144
• Band B: 118
Opmerking: de TH-D72E gebruikt de 430 MHz band en de TH-D72A de 440 MHz band.
•Wanneer u een band maskeert, kunt u alleen de selecteerbare band gebruiken.
•Wanneer u 2 signalen ontvangt op dezelfde band, de beeldinterferentie, gevoeligheid
etc., vermindert de prestatie.
430/440 (MHz).
144 300 430/440 (MHz).
N-16
Page 26
Frequentiebereiken:
•118 MHz: Band B 118 ~ 135,995 MHz
•144 MHz: 136 ~ 173,995 MHz
•300 MHz: Band B 320 ~ 399,995 MHz
•430/440 MHz: Band A 410 ~ 470 MHz, Band B 400 ~ 523,995 MHz
EEN BEDIENINGSMODUS SELECTEREN
U kunt kiezen uit 3 bedieningsmodi: VFO, Geheugenkanaal en Oproepkanaal.
VFO-modus
Met de VFO-modus kunt u handmatig de bedieningsfrequentie wijzigen.
1 Druk op [VFO] om de VFO-modus te openen.
2 Draai aan de Afstemknop om uw bedieningsfrequentie te selecteren.
•U kunt ook een frequentie kiezen door middel van de toetsen []/[ ].
•De standaardstapfrequentie voor de
functieband:
Afstemknop varieert met het model en de
Model144 MHz430/440 MHz
TH-D72A5 KHz25 KHz
TH-D72E12,5 kHz25 KHz
•Als u de frequentie hoger wilt afstemmen, drukt u op [MHz] om de MHz-modus te
openen en draait u vervolgens de Afstemknop om de frequentie in stappen van 1 MHz
af te stemmen. Druk nogmaals op [MHz] om de MHz-modus te verlaten en stem de
frequentie af met de normale stapfrequentie.
N-17
Page 27
Geheugenkanaalmodus
In de Geheugenkanaalmodus kunt u snel een vaak gebruikte frequentie en gerelateerde
gegevens selecteren die u hebt opgeslagen in het geheugenkanaal.
1 Druk op [MR] om de Geheugenkanaalmodus te openen.
•Het nummer van het geheugenkanaal verschijnt op het display.
2 Draai aan de Afstemknop om uw geheugenkanaal te selecteren.
•U kunt ook een geheugenkanaal selecteren door middel van de toetsen []/[ ].
Oproepkanaalmodus
In de Oproepkanaalmodus kunt u snel een voorkeurkanaal selecteren voor het maken
van directe oproepen op die frequentie. Het oproepkanaal kan nuttig zijn als noodkanaal
binnen uw groep.
1 Druk op [CALL] om de Oproepkanaalmodus te openen.
•“C” verschijnt op het display.
•Als de frequentie van de actieve band lager is dan 300 MHz, wordt het VHF CALL-
(oproep)kanaal gebruikt voor opnieuw oproepen. Als de frequentie hoger is dan 300
MHz, wordt het UHF CALL-kanaal gebruikt voor opnieuw oproepen.
2 Druk nogmaals op [CALL] om de zendontvanger te laten terugkeren naar de vorige
status (VFO-modus of Geheugenkanaalmodus) voordat u de Oproepmodus opent.
N-18
Page 28
DIRECTE FREQUENTIE-INVOER
Als uw bedieningsfrequentie zich op grote afstand bevindt van de huidige frequentie, is de
snelste manier om de frequentie te wijzigen via het toetsenblok.
1 Druk op [A/B] om band A of B te selecteren en druk vervolgens op [VFO] of [CALL].
2 Druk op [ENT].
•Het display voor directe frequentie-invoer verschijnt.
3 Druk op de nummertoetsen ([0] ~ [9]) om uw frequentie in te voeren.
4 Stel de ingevoerde frequentie in door op [ENT] of [VFO] te drukken.
•Als u op [ENT] drukt voordat u alle cijfers hebt ingevoerd, worden de resterende cijfers
op 0 ingesteld.
•Als u op
hun vorige waarden staan.
•Invoeren van alle cijfers voor een frequentie zorgt ervoor dat de frequentie automatisch
wordt ingesteld zonder op [ENT] of [VFO] te drukken.
•In stap 3, na invoer van de cijfers 1 ~ 3, worden als u op
MHz-waarde ingesteld.
Wanneer bijvoorbeeld de weergegeven huidige frequentie 432,250 is:
[VFO] drukt voordat u alle cijfers hebt ingevoerd, blijven de resterende cijfers op
[MHz] drukt de cijfers boven de
N-19
Page 29
ZENDEN
1 Selecteer de gewenste band en frequentie/kanaal.
2 Druk de microfoonschakelaar [PTT] in en houd deze ingedrukt. Spreek vervolgens in
de microfoon om uit te zenden.
•De TX-RX LED licht rood op voor de geselecteerde uitzendband en de RF-stroommeter
verschijnt op het display. De RF-stroommeter toont het geselecteerde relatieve
zendvermogen.
•“H”, “L” of “EL” verschijnt op het display afhankelijk van het geselecteerde zendvermogen.
•Spreek in de microfoon met uw normale stemgeluid waarbij u de microfoon ongeveer 5
cm van uw mond houdt. Houdt u uw mond te dicht bij de microfoon of spreekt u te luid,
dan kan dit leiden tot stemvervorming en kan dit de verstaanbaarheid verminderen van
uw signaal op het ontvangende station.
•Het zendsignaal van uw station kan worden ontvangen wanneer de ontvangstfrequentie
driemaal zo hoog is als de zendfrequentie.
Bijvoorbeeld: de zendfrequentie is 146,000 MHz en de ontvangstfrequentie is 438,000 MHz.
3 Wanneer u klaar bent met spreken, laat u de schakelaar [PTT] los.
Opmerking: als de zendontvanger oververhit raakt door hoge omgevingstemperaturen of door
voortdurend gebruik, kan het beschermingscircuit in bedrijf treden om het zendvermogen te
verlagen.
Een uitgangsvermogen selecteren
Als u een laag zendvermogen selecteert, vermindert u het batterijverbruik, als de
communicatie nog steeds betrouwbaar is. U kunt afzonderlijk zendvermogeninstellingen
programmeren voor de banden A en B.
Druk op [F], [MENU] om een hoog- (standaard), laag- of laag eco-vermogen (laagst) te
selecteren.
•“H”, “L” of “EL” verschijnt om de huidige selectie te tonen.
•Wanneer de RF-stroommeter H is, worden alle 9 punten weergegeven. Wanneer deze L is,
worden 5 punten weergegeven en wanneer EL, 2 punten.
N-20
Page 30
ACHTERGRONDVERLICHTING
Druk op [LAMP] om het display en de toetsen te verlichten.
•Als u geen toets indrukt, schakelt het licht binnen ongeveer 5 seconden nadat u [LAMP]
hebt losgelaten uit.
•Druk op iedere andere willekeurige toets (inclusief
de toetsen verlicht zijn om de 5-seconden-timer opnieuw te starten.
•Druk op
schakelen.
[LAMP] terwijl het display en de toetsen verlicht zijn om het licht direct uit te
[PTT]) dan [LAMP] terwijl het display en
Druk op [F], [LAMP] om het licht blijvend aan te houden.
•Het licht blijft aan totdat u nogmaals op [F], [LAMP] drukt.
Opmerkingen:
U U kunt de duur voor het displaylicht instellen in menunummer 101.
U Druk op iedere andere willekeurige toets dan [LAMP] om de instelling van de verlichting te
wijzigen (menunummer 102).
MONITOR
Als u ontvangt terwijl de squelch-functie is ingeschakeld, kunnen zwakke signalen
onderbroken worden.
Als de CTCSS- of DCS-functie is ingeschakeld, kunt u de squelch-functie tijdelijk
uitschakelen om de activiteiten van het huidige kanaal te volgen.
1 Druk op [MONI] en houd deze toets ingedrukt.
•Het volume van de luidspreker wordt weer ingeschakeld en u kunt de signalen volgen.
2 Laat [MONI] los om terug te keren naar de normale bediening.
N-21
Page 31
INSTELLING
Modus Functie selecteren
Druk op [F] om de modus Functie selecteren te openen. In deze modus kunt u bladeren
van F–0 tot F–# door te drukken op [
het openen van de gewenste functie op [
aan de Afstemknop om de gewenste parameter te selecteren.
Drukken op [F], [0] ~ [9] of [ ], [#] is een veel eenvoudigere methode. Als u bijvoorbeeld
drukt op [F], [
uitleg over het toetsenblok op de pagina’s 10 ~ 11.)
Opmerking: U kunt in de modus Functie selecteren de batterijlading controleren.
], schakelt de Verschuiffunctie tussen in- of uitschakelen. (Raadpleeg de
]/[ ] of te draaien aan de Afstemknop. Druk na
OK] en druk vervolgens op []/[ ] of draai
VolMediumLaag
Heel laag
(opnieuw opladen)
Menumodus
Druk op [MENU] om de Menumodus te openen. In deze modus kunt u het gewenste menuitem openen door te drukken op [
door cijfers direct in te voeren met het toetsenblok (0 ~9, A, B, C, D, E (
Raadpleeg voor verdere informatie “MENUMODUS” {pagina 23}.
N-22
]/[ ] of te draaien aan de Afstemknop en [ OK] of
) en F alleen (#)).
Page 32
MENUMODUS
Veel van de functies op deze zendontvanger worden geselecteerd of geconfigureerd via
het menu in plaats van met de bedieningselementen. Wanneer u meer vertrouwd bent met
het menusysteem, zult u baat hebben bij de veelzijdigheid van het menu.
TOEGANG TOT MENU
1 Druk op [MENU] om het menu te openen.
•De naam van de instellingencategorie verschijnt op het display.
2 Druk op []/[ ] of draai de Afstemknop om de gewenste categorie te selecteren.
3 Druk op [
•Het nummer en de naam van het menu verschijnen op het display.
4 Druk op []/[ ] of draai de Afstemknop om het gewenste menu te selecteren.
5 Druk op [
OK] om de categorie in te stellen.
OK] om het menu in te stellen.
6 Druk op []/[ ] of draai de Afstemknop om de gewenste waarde voor het menu te
selecteren.
7 Druk op [OK] om de geselecteerde waarde in te stellen.
8 Herhaal de stappen 2 t/m 7 om extra menu’s in te stellen.
9 Druk op [MENU] om de Menumodus te verlaten.
N-23
Page 33
MENUCONFIGURATIE
RADIO - Display
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
100
Power-on Msg
101
102
103
Lamp timer
Lamp Control
Contrast
RADIO - Battery
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
110
111
112
Batt. Saver
APO
Battery Type
RADIO - Audio
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
120
121
Balance
Key Beep
RADIO - TX/RX
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
13A
13B
Prog. VFO
Modulation
VOX Delay
VOX on Busy
1
1
Auto WX Scan
VHF AIP
UHF AIP
VOX
VOX Gain
Beat Shift
TX Inhibit
WX Alert
Inschakelmelding bewerkenMax 8 tekens
Duur display-verlichting2 ~ 5 ~ 10 sec
Regeling display-verlichtingManual/ Auto
DisplaycontrastLevel 1 ~ 8 ~ 16
Batterijbesparingstijd
Automatische uitschakeltijdOff/ 15/ 30/ 60 min
Selectie batterijtypeLithium/ Alkaline
Volumebalans band A/B5 stap
Pieptoon toetsen
Programmeerbare VFO-instelling
Modulatie/demodulatiemodus
VHF-band AIPOff/ On
UHF-band AIPOff/ On
VOX aan/uitOff/ On
VOX-versterkingsniveauGain 0 ~ 4 ~ 9
VOX-vertragingstijd
VOX op bezetOff/ On
SlagwijzigingType 1 ~ 8
TX blokkerenOff/ On
WeermeldingenOff/ On
Automatische tijd weerkanaal scannen
Off/ 0.03/ 0.2/ 0.4/ 0.6/ 0.8/
1.0/ 2.0/ 3.0/ 4.0/ 5.0 sec
RADIO & GPS/ RADIO Only/
GPS Only/ Off
Varieert met de geselecteerde
frequentieband
AM/ FM/ NFM
250/ 500/ 750/ 1000/ 1500/
2000/ 3000 ms
Off/ 15/ 30/ 60 min
N-24
Page 34
RADIO - Memory
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
140
141
142
143
144
145
146
Name
Name <> Freq
Lockout
Recall Method
Group Name
Group Link
EchoLink Mem
Naaminvoer geheugenkanaalMax 8 tekens
Selectie naamweergaveName/ Freq
Blokkering geheugenkanaalOff/ On
Oproepmethode geheugenkanaalAll Bands/ Current Band
Naaminvoer geheugengroepMax 8 tekens
Registratie geheugengroepkoppeling
Instelling EchoLink-geheugen
Max 10 cijfers (0 ~ 9)
Max 8 tekens voor EchoLinkgeheugennaam
Max 8 cijfers voor de DTMF-Code
RADIO - Scan
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
150
151
152
Scan Resume
Time Restart
Car. Restart
Hervattingsmethode scannenTime/ Carrier/ Seek
Time-operate tijd opnieuw starten1 ~ 5 ~ 10 (sec)
Carrier-operate tijd opnieuw starten 1 ~ 2 ~ 10 (sec)
Verandering in rijrichting,
aanvullende instelwaarde
Minimale vertraging tussen
verzending van iedere beacon
5 ~ 28 ~ 90 deg
1 ~ 26 ~ 255 (10deg/speed)
5 ~ 30 ~ 180 sec
APRS - PacketPath
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
3H0
3H1
3H2
Type
Wide1-1 /
Relay / ABBR /
Others
Total Hops
Pakketpadtype
Breed1-1 / Relay / ABBR / Overige
Totale hops0 ~ 2 ~7
New-N/ Relay/ Region/
Others
Off/ On (Breed1-1,Relay) ,
Maximaal 5 tekens(ABBR),
Maximaal 79 tekens(Overige)
APRS - Network
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
3I0
3I1
APRS [APK003]
Altnet [ ]
APRS (APK003)controleren
AltnetMax 6 tekens
APRS - WX Station
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
3J0
3J1
TX
TX Interval
Weer TXOff/ On
Intervaltijd weer TX5/ 10/ 30/ 60 min
APRS - Digipeat
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
3K0
Digipeat(MyCall)
Digipeat-functieOff/ On
APRS - UIcheck
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
3L0
Time
UI-controletijd0 ~ 28 ~ 250 sec
APRS - UIdigipeat
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
3M0
3M1
UIdigi
Aliases
UIdigiOff/ On
AliassenMaximaal 9 tekens x 4
N-30
Page 40
APRS - UIflood
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
3N0
3N1
3N2
UIflood
Alias
Substitution
UIfloodOff/ On
AliasMaximaal 5 tekens
VervangingID/ NOID/ FIRST
APRS - UItrace
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
3O0
3O1
UItrace
Alias
UitraceOff/ On
AliasTEMP/ Maximaal 5 tekens
APRS - Phrases
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
3P0
User Phrase
Gebruikerszinnen
Maximaal 32 tekens x 8
zinnen
APRS - Auto-Reply
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
3Q0
3Q1
Reply
Reply To
Automatisch antwoordberichtOff/ On
Antwoorden aan
/ Maximaal 9 tekens
APRS - Reply MSG
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
3R0
Text
Tekst automatisch antwoordberichtMaximaal 50 tekens
APRS - Group Fltr
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
3S0
3S1
Message
Bulletin (BLN)
Berichtgroep
Bulletin (BLN)-groep
ALL,QST,CQ,KWD/
Maximaal 9 tekens x 6 codes
Maximaal 4 tekens x 6
groepen
APRS - Sound
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
3T0
3T1
3T2
RX Beep
TX Beep
(Beacon)
Special Call
RX-pieptoon
TX-pieptoon (Beacon)Off/ On
Speciale oproepMax 9 tekens
All/ All New/ Mine/ Message
Only/ Off
N-31
Page 41
APRS - Display
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
3U0
3U1
3U2
Display Area
Interrupt Time
Cursor Control
Weergavegebied
Onderbrekingstijd3/ 5/ 10 sec/ Infinite
CursorregelingFollowed/ Fixed
Entire Disp/ Entire Always/
One Line
APRS - Units 1
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
3V0
3V1
3V2
Speed, Distance
Altitude, Rain
Temperature
Snelheid/afstand
Hoogte/regenfeet, inch/ m, mm
Temperatuur°F/ °C
mi/h, mile/ km/h, km/ knots,
nm
APRS - Units 2
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
3W0
3W1
Position
Grid format
Positie-indelingdd° mm. mm’/ dd° mm’ ss. s”
Rasterindeling
Maidenhead Grid/ SAR Grid
(CONV)/ SAR Grid (CELL)
APRS - NAVITRA GP
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
3X0
3X1
Group Mode
Group Code
GroepsmodusOff/ On
Groepscode000/ 3 tekens
APRS - NAVITRA MS
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
3Y0
Message
Berichttekst
Maximaal 20 tekens x 5
berichten
SKY - SkyCommand
Nr.DisplayBeschrijvingWaardeinstellingen
500
501
502
503
1
Alleen beschikbaar voor de TH-D72A.
Opmerking: standaardinstellingen kunnen worden gewijzigd.
CMD Callsign
TRP Callsign
Tone Freq.
Sky Command
Oproepteken commanderMax 9 tekens
Oproepteken transporterMax 9 tekens
ToonfrequentieFrequency
SKY-opdrachtOff/ Commander/ Transporter
N-32
Page 42
TEKENINVOER
Voor bepaalde menu’s moet u tekens invoeren, zoals de inschakelmelding en
geheugennamen. Als u tekens moet invoeren, verschijnt er een cursor op het display.
1 Druk op [
•De cursor knippert.
2 Druk op []/[ ] of draai de Afstemknop om het gewenste teken te selecteren.
3 Druk op [
•De cursor verspringt naar het volgende cijfer.
•U kunt de cursor naar links of naar rechts laten verspringen door op [ESC] of [OK]
te drukken.
•U kunt het geselecteerde teken verwijderen door te drukken op
•Druk op
Afstemknop om het gewenste lettertype te selecteren.
4 Herhaal de stappen 2 en 3 om de resterende tekens in te voeren.
•Druk op [MENU] om de ingevoerde tekens te registreren.
OK].
OK] om het geselecteerde teken in te stellen.
[A/B (CLR)].
[LAMP] en houd de toets ingedrukt. Druk vervolgens op [
]/[ ] of draai de
Automatische cursorverplaatsing
Met automatische cursorverplaatsing gaat de cursor nadat u een teken hebt ingevoerd
naar het volgende teken. Met deze functie kunt u een vertragingstijd instellen na invoering
van een teken voor de automatische cursorverplaatsing. Als deze functie is uitgeschakeld,
moet u de cursor handmatig verplaatsen door te drukken op [
1 Voer de Menumodus in en open menunummer 198.
2 Zet de gewenste verplaatsingstijd op Off (handmatige verplaatsing), 1, 1,5 of 2 sec.
OK].
N-33
Page 43
Tekeninvoer via toetsenblok
U kunt ook het toetsenblok gebruiken om tekens in te voeren. Zie de onderstaande tabel
voor de tekens die u kunt invoeren met behulp van het toetsenblok.
•Bij gebruik van een tekenselectiemethode (zoals het toetsenblok of de encoder) zien de
tekens er anders uit, afhankelijk van het type tekeninvoer (bijvoorbeeld oproeptekeninvoer en
invoer van geheugennaam, etc).
ToetsTekenweergave (met iedere druk op de toets)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
#
@/ . –_ : 1 , +
abc2ABC
de f 3DEF
gh i 4GHI
jkl5JKL
mn o 6MNO
pqr s7PQRS
tuv8TUV
wyz z 9WXYZ
Spatie0
Niet gebruikt
?! ’ . ,–/&#
%( ) <> ; : ”@
N-34
Page 44
OPTIES
De volgende opties kunt u met deze zendontvanger gebruiken:
•PB-45LLi-ion-batterij
•BT-15Batterijhouder
•KSC-32Snellader
•SMC-32Luidspreker/microfoon
•SMC-33Luidspreker/microfoon
•EMC-3Klemmicrofoon met
hoofdtelefoon
Opmerking: optionele toebehoren voor gebruik met deze zendontvanger kunnen na de productie
worden gewijzigd. (Er kunnen nieuwe opties worden aangeboden en/of de levering van bestaande
opties worden gestopt.) Raadpleeg hiervoor de optiecatalogus van de betreffende zendontvanger.
GEHEUGENBEDIENINGSPROGRAMMA MCP-4A
De volgende functies kunnen alleen worden ingesteld met behulp van de MCP-4Asoftware:
•Waarde voor wachtwoord inschakelen
•Bitmapinstelling van het diagram Power ON
Met behulp van de MCP-4A-software kunt u:
•Geheugenkanaalgroepen weergeven
•Instellingen opslaan/laden
•Geëxporteerde TravelPlus for Repeaters
(Er bestaan meerdere versiebeperkingen. Raadpleeg hiervoor de helptekst van de MCP-4A.)
•Exporteren van geheugen en verschillende instellingen in html
(TravelPlus for Repeaters is een handelsmerk van ARRL.)
Voor het downloaden van de MCP-4A-software, ga naar:
http://www.kenwood.com/i/products/info/amateur/software_download.html
•HMC-3(G)Hoofdtelefoon
•KHS-21Hoofdtelefoon
•KHS-29FHoofdtelefoon
•EMC-7Klemmicrofoon
•PG-3JAanstekerkabel
•PG-2WDC-kabel
•PS-60DC-stroomvoorziening
TM
-bestanden lezen uitgegeven door ARRL
TM
Opmerking: deze URL kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
De MCP-4A-software gebruiken
1 Volg de instructies van het installatieprogramma op voor de software-installatie.
2 Stel de PC COM-poort in.
3 De gegevens van de zendontvanger worden vanaf de MCP-4A-software gelezen.
4 Selecteer uw instellingen en schrijf de gegevens naar de zendontvanger.
N-35
Page 45
ONDERHOUD
ALGEMENE INFORMATIE
Dit product is voor verzending in de fabriek afgesteld en getest. Pogingen om het apparaat
af te stellen of te onderhouden zonder fabriekstoestemming kan uw garantie ongeldig
maken.
SERVICE
Als u het product terugbrengt naar uw dealer of servicecentrum voor reparatie, verpak
het in de originele doos en verpakkingsmaterialen. Voeg een volledige beschrijving bij
van het probleem. Stuur ook uw telefoonnummer, naam en adres mee voor het geval
de onderhoudstechnicus contact met u wil opnemen. Indien beschikbaar, graag ook uw
faxnummer en e-mailadres meesturen. Stuur geen accessoires terug tenzij u denkt dat
deze rechtstreeks te maken hebben met het serviceprobleem.
U kunt dit product terugsturen voor onderhoud naar de bevoegde Kenwood-dealer van wie
u het product hebt gekocht of naar een bevoegd Kenwood-servicecentrum. Geen losse
onderdelen of printplaten sturen; graag het hele apparaat verzenden. U ontvangt een kopie
van het servicerapport retour met het product.
SERVICEVERMELDING
Als u ons wilt schrijven over een technisch of functioneel probleem, schrijft u dan leesbaar
en beknopt. Help ons u te helpen door ons het volgende te sturen:
•Model en serienummer van de apparatuur
•Vragen of problemen die u hebt
•Andere apparatuur in uw station in verband met het probleem
LET OP
Verpak voor verzending de apparatuur niet in verkreukeld krantenpapier! Het product kan hierdoor
flinke schade oplopen bij ruwe behandeling of verzending.
Opmerkingen:
U Noteer de aankoopdatum, het serienummer en de dealer van wie u dit product hebt gekocht.
U Noteer voor uw eigen informatie het onderhoud dat wordt uitgevoerd aan dit product.
U Voeg bij een garantieclaim een kopie bij van de factuur of een ander
aankoopdocument waaruit de aankoopdatum blijkt.
REINIGEN
Gebruik voor het reinigen van de kast van het product een neutraal schoonmaakmiddel
(geen sterke chemicaliën) en een vochtige doek.
N-36
Page 46
PROBLEMEN OPLOSSEN
De problemen in deze tabel zijn algemene storingen die voorkomen in de bediening en
worden doorgaans niet veroorzaakt door een storing in het circuit.
ProbleemWaarschijnlijke oorzaakOplossing
Er verschijnt niets op
het display wanneer de
zendontvanger wordt
ingeschakeld of het
display knippert ON en
OFF.
De meeste toetsen en de
Afstemknop werken niet.
U kunt niet de exact
gewenste frequentie
selecteren met de
Afstemknop.
Ik kan de
geheugenkanalen niet
selecteren door te draaien
aan de Afstemknop of
door te drukken op
[
]/[ ]
.
Het geluidsvolume van
ontvangende signalen is
zwak zelfs als het signaal
sterk is.
U hoort geen geluid door
aan de VOL-knop te
draaien.
1 De batterij is leeg.
2 De DC-kabel of
aansluiting is niet
goed.
3 De stroomzekering is
open (gesprongen).
1 Eén van de
vergrendelfuncties
staat op ON.
2
De zendontvanger
staat in de
Kanaalweergavemodus.
Het frequentiebereik van
de programmeerbare VFO
is te smal.
De geheugenkanalen
bevatten geen opgeslagen
gegevens.
Het ontvangende station
werkt mogelijk met
een smalle band FMbandbreedte.
De selectieve
oproepfunctie (CTCSS of
DCS) is ingeschakeld.
1 Laad de batterij op of
vervang deze.
2 Vervang de kabel.
3 Zoek naar de oorzaak voor
de gesprongen zekering en
vervang deze.
1 Ontgrendel alle
vergrendelfuncties.
2 Zet de zendontvanger
op OFF, druk op [PTT] + [A/B] + Power ON om de
Kanaalweergavemodus te
verlaten.
Vergroot het frequentiebereik in
menunummer 130 (Prog.VFO).
Sla gegevens op in één of
meerdere geheugenkanalen.
Open menunummer 131
(Modulatie) om “NFM” te
selecteren.
Zet de selectieve oproepfunctie
uit.
N-37
Page 47
ProbleemWaarschijnlijke oorzaakOplossing
U kunt niet zenden door
te drukken op de PTTschakelaar.
Kan de repeater niet
openen.
Kan geen DTMF-toon
zenden.
Repeater accepteert uw
DTMF-tonen niet.
U kunt niet zenden door te
drukken op [PTT].
1 U hebt een frequentie
geselecteerd die
buiten het toegestane
bereik valt.
2 U hebt een
verzendoffset
geselecteerd die de
zendfrequentie buiten
het bereik plaatst.
3 TX blokkeren is
ingeschakeld.
4 De spanning van de
batterij is te laag om te
zenden.
1 Verkeerde
toonfrequentie
geselecteerd.
2 Verkeerde
offset-frequentie
geselecteerd.
3 Verkeerde
verplaatsingsrichting
geselecteerd.
DTMF-vergrendeling is
ingeschakeld.
Verzending DTMF-toon is
te kort.
1 U hebt een frequentie
geselecteerd die
buiten het toegestane
bereik valt.
2 U hebt een
verzendoffset
geselecteerd die de
zendfrequentie buiten
het bereik plaatst.
3 TX blokkeren is
ingeschakeld.
4 De spanning van de
batterij is te laag om te
zenden.
1 Selecteer een frequentie
die binnen het toegestane
zendfrequentiebereik valt.
2 Selecteer een juiste offset-
richting of offset-frequentie.
3 Open menunummer 139
(TX blokkeren) en selecteer
“Off”.
4 Laad de batterij op of
vervang deze.
1 Selecteer een correcte
openingstoon voor de
repeater.
2 Open menunummer 160
(Offset Freq) en selecteer
een geschikte offsetfrequentie.
3 Probeer andere
verplaatsingsrichtingen.
Open menunummer 181
(DTMF-toetsen) en selecteer
“Off”.
Open menunummer 171
(Snelheid) en selecteer “150
ms”.
1 Selecteer een frequentie
die binnen het toegestane
zendfrequentiebereik valt.
2 Selecteer een juiste offset-
richting of offset-frequentie.
3 Open menunummer 139
(TX blokkeren) en selecteer
“Off”.
4 Laad de batterij op of
vervang deze.
N-38
Page 48
ProbleemWaarschijnlijke oorzaakOplossing
De zendontvanger
zendt zonder [PTT] in te
drukken.
De zendontvanger
schakelt zonder reden uit.
De scanfunctie hervat
niet het scannen nadat
de zendontvanger een
signaal detecteert.
Pakketoperatie leidt niet
tot verbindingen met
andere stations.
Bij zenden in Volledigeduplexmodus wordt
tegelijkertijd een ander
signaal ontvangen.
U kunt geen APRS-data
verzenden.
VOX-functie is
ingeschakeld.
De automatische
uitschakelfunctie (APO) is
ingeschakeld.
U hebt “Seek”
geselecteerd in het
menunummer 150 (Scan
hervatten).
1 De squelch is open.
2 U hebt niet dezelfde
zendsnelheid
geselecteerd als het
doelstation.
U ontvangt het verzonden
signaal op uw station.
1 Beacon is OFF.
2 De squelch is open.
3 De databand is niet
actief.
4 De ingebouwde TNC
is OFF.
5 U hebt de
Pakketmodus
geselecteerd.
Open menunummer 134 (VOX)
en selecteer “Off”.
Open menunummer 111 (APO)
en selecteer de gewenste
tijdlengte of “Off”.
Selecteer “Time” (Timeoperated) of “Carrier” (Carrieroperated) voor menunummer
150 (Scan hervatten).
1 Selecteer het juiste squelch-
niveau zodat de squelch
alleen open is wanneer
signalen worden ontvangen.
2 Gebruik de HBAUD-
opdracht om de juiste
zendsnelheid te selecteren.
Wijzig uw instellingen naar
een zendfrequentie die niet het
signaal ontvangt of verander de
ontvangstfrequentie.
Voorbeeld van frequentieinstelling:
Zendfrequentie van 146,000
MHz en ontvangstfrequentie
van 439,600 MHz
1 Druk op [BCON] om
Beacon in te schakelen.
2 Selecteer het juiste squelch-
niveau zodat de squelch
alleen open is wanneer
signalen worden ontvangen.
3 Als u een afgedekte
databand hebt, drukt u op
[A/B] of [DUAL] om deze te
activeren.
4 Druk op [TNC] om de TNC
in te schakelen.
5 Druk tweemaal op [TNC]
zodat alleen “
verschijnt.
”
N-39
Page 49
ProbleemWaarschijnlijke oorzaakOplossing
Bij gebruik van een
GPS-ontvanger kunt
u positiedata niet juist
verzenden.
U kunt geen APRS-data
ontvangen.
“MCP ERR” verschijnt
op het display. (MCP-4Acommunicatiefout)
De GPS-ontvanger heeft
de juiste meting nog niet
gestart.
U hebt een
groepscode niet juist
geprogrammeerd.
1 Losse
kabelaansluiting.
2 Uw PC probeert
mogelijk teveel
data tegelijkertijd te
verwerken.
3 Er zijn andere redenen
waarom communicatie
niet mogelijk was.
Voordat de juiste meting wordt
gestart, genereert de GPSontvanger om de 10 seconden
een lage toon. Wanneer de
juiste meting wordt gestart,
hoort u een hoge toon. (Als
u de interne GPS-ontvanger
niet gebruikt, drukt u op [F], [MARK] en selecteert u “OFF”).
Open menu 3S0 en
programmeer “APK003”.
1 Controleer de aansluiting
tussen de TH-D72 en de
PC.
2 Sluit eventuele andere
actieve software.
3 Schakel de stroombron van
de TH-D72 één keer uit en
in.
U kunt voor de ontvangen frequentieweergave een ongemoduleerd signaal ontvangen. Dit
is in overeenstemming met de ingestelde intrinsieke frequentievorm.
<Band A><Band B>
VxUontvangst
UxVontvangst
(144 MHz + 49,95 MHz) x 2
(144 MHz + 49,95 MHz) x 4–(430 MHz - 45,05 MHz) x 2=45,05 MHz/ 49,95 MHz
(430 MHz - 49,95 MHz)–
(430 MHz - 49,95 MHz) x 2–(144 MHz + 45,05 MHz) x 4=45,05 MHz/ 49,95 MHz
– (430 MHz - 45,05 MHz)=
(144 MHz + 45,05 MHz) x 2=45,05 MHz/ 49,95 MHz
45,05 MHz/ 49,95 MHz
GPS-instelling: 16,369 MHz x n (n = meerdere)
N-40
Page 50
TECHNISCHE GEGEVENS
Algemeen
Band
TH-D72A
A & B
TH-D72E
Frequentiebereik
Band A
Band B
TX<VHF
TX<UHF
TX<VHF
TX<UHF
RX<VHF
RX<UHF
RX<VHF
RX<UHF
ModusF1D/ F2D/ F3E
Impedantie antenne50 :
Bedieningstemperatuurbereik
Nominale
netspanning
Externe voeding (DC IN)DC 12,0 ~ 16,0 V (13,8 V nominaal)
BatterijaansluitingenDC 5,5 ~ 9,0 V (7,4 V nominaal)