Repeaters worden vaak geïnstalleerde en onderhouden door radioclubs, soms in samenwerking met het plaatselijke bedrijfsleven met
betrekking tot de communicatiesector.
Vergeleken met simplex (eenvoudige) communicatie, kunt u met
behulp van een repeater uitzenden over veel grotere afstanden.
Repeaters worden doorgaans geplaatst op bergtoppen of
andere hoog gelegen locaties. Ze functioneren over het
algemeen op een grotere ERP (Effective Radiated Power) dan
een standaardstation. De combinatie van een hoog gelegen
locatie en een grotere ERP zorgen ervoor dat communicatie
mogelijk is over aanzienlijke afstanden.
TX: 144,725 MHz
TX-toon: 88,5 Hz
RX: 145,325 MHz
TX: 144,725 MHz
TX-toon: 88,5 Hz
RX: 145,325 MHz
TOEGANG TOT REPEATERS
De meeste repeaters gebruiken een ontvangst- en
uitzendfrequentiecombinatie met een standaard of nietstandaard offset (“odd-split”). Sommige repeaters moeten
daarnaast een toon ontvangen van de zendontvanger voor
toegang tot de repeater. Zie voor meer gegevens de informatie
van uw plaatselijke repeater.
■ Een offset-richting selecteren
Met de offset-richting kunt u uw uitzendfrequentie hoger (+)
of lager (–) instellen dan de ontvangstfrequentie.
1 Selecteer uw band (A of B).
2 Druk op [F], [MHz] om een offset-richting te selecteren.
• Iedere keer wanneer u op [F], [MHz] drukt, wisselt de
• Als u een TH-D72E verandert de offset-richting bij
bediening op de 430 MHz-band als volgt:
Eenvoudige bediening ➡ + v – ➡ = (–7,6 MHz) ➡
Eenvoudige bediening
Als de offset-uitzendfrequentie buiten het toegestane bereik
valt, wordt uitzending verhinderd. Gebruik één van de
volgende methodes om de uitzendfrequentie binnen het
bandbereik te brengen:
• Verplaats de ontvangstfrequentie verder binnen de band.
• Wijzig de offset-richting.
■ Een offset-frequentie selecteren
De offset-frequentie is de waarde waarop de
uitzendfrequentie verschilt ten opzicht van de
ontvangstfrequentie. De standaard-offset-frequentie op
de 144 MHz-band is 600 kHz voor alle typeversies. De
standaard op de 430/440 MHz-band is 5 MHz.
1 Selecteer uw band (A of B).
2 Voer de Menumodus in en open Menu 160.
3 Stel de juiste offset-frequentiewaarde in.
• U kunt kiezen uit een bereik van 00,00 MHz t/m 29,95
MHz, in stappen van 50 kHz.
Opmerking: Na het wijzigen van de offset-frequentie wordt
de nieuwe offset-frequentie ook gebruikt door de Automatische
repeater offset.
■ De Toonfunctie activeren
Voor het aanzetten van de Toonfunctie:
1 Selecteer uw band (A of B).
2 Druk op [TONE] om de Toonfunctie aan te zetten.
• Iedere keer wanneer u op [TONE] drukt verandert de
selectie als volgt:
Tone (
(
<Als APRS is ingeschakeld en Stemwaarschuwing
is geconfi gureerd, wordt ook Stemwaarschuwing ON
toegevoegd aan bovenstaande cyclus. >
• Het “
Toonfunctie aan staat.
) ➡ CTCSS () ➡ DCS () ➡ Kruistoon
: standaard) ➡ Uit (geen display).
” pictogram verschijnt op de display wanneer de
Opmerking: Wanneer u een zogenaamde “odd-split”geheugenkanaal gebruikt of uitzendt, kunt u de offsetrichting niet
wijzigen.
REPEATER – 1
■ Een toonfrequentie selecteren
Voor het selecteren van een toonfrequentie voor toegang tot
de gewenste repeater:
1 Zet de Toonfunctie aan:
2 Druk op [F], [TONE].
• De huidige toonfrequentie verschijnt op de display. De
standaardfrequentie is 88,5 Hz.
■ Automatische repeater offset
Deze functie selecteert automatisch een offset-richting
en activeert de Toonfunctie in overeenstemming met de
frequentie die u hebt geselecteerd. Voor een bijgewerkt
bandschema voor repeater-offsetrichtingen, neem contact op
met uw nationale amateurradiovereniging.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 161.
2 Zet de ARO aan.
3 Druk op []/[ ] of draai aan de Afstemknop om uw
frequentie te selecteren.
• Voor het verlaten van de toonfrequentieselectie, druk op
[ESC
].
4 Druk op [ OK] om de geselecteerde frequentie in te
stellen.
Opmerking: Als u een geheugenkanaal hebt ingesteld met
een tooninstelling, kunt u gewoon het geheugenkanaal opnieuw
oproepen in plaats van iedere keer de toonfrequentie opnieuw te
moeten instellen.
Frequentie
Nr.
0167,016110,931186,2
0269,317114,832192,8
0371,918118,833203,5
0474,419123,034206,5
0577,020127,335210,7
0679,721131,836218,1
0782,522136,537225,7
0885,423141,338229,1
0988,524146,239233,6
1091,525151,440241,8
1194,826156,741250,3
1297,427162,242254,1
13100,028167,9
14103,529173,8
15107,230179,9
(Hz)
Nr.
Frequentie
(Hz)
Nr.
Frequentie
(Hz)
3 Druk op [A/B] om de A-band te selecteren.
4 Druk op [VFO] om de VFO-modus te selecteren.
5 Draai aan de Afstemknop om uw frequentie te selecteren.
6 Druk op []/[ ] of draai aan de Afstemknop om een
oproep te beginnen.
• U zendt vervolgens uit op een offset-frequentie op basis
van uw offset-instellingenwaarde en een offset-richting
die afhangt van de door u geselecteerde frequentie.
Raadpleeg de onderstaande instellingen voor offsetrichtingen:
147,600 ~ 147,999 MHz: – 600 kHz offset
148,000 MHz en hoger: Geen offset
(Eenvoudige bediening)
Onder 442,000 MHz: Pas de décalage
442,000 ~ 444,999 MHz: + 5 MHz offset
445,000 ~ 446,999 MHz: Geen offset
(Eenvoudige bediening)
447,000 ~ 449,999 MHz: - 5 MHz offset
450,000 MHz en hoger:: Geen offset
(Eenvoudige bediening)
TH-D72E:
Onder 145,000 MHz: Geen offset
(Eenvoudige bediening)
145,600 ~ 145,799 MHz: – 600 kHz offset
145,800 MHz en hoger: Geen offset
(Eenvoudige bediening)
REPEATER – 2
ZENDEN OP EEN TOON VAN 1750 HZ
AUTOMATISCHE SIMPLEX CHECKER (ASC)
Voor de meeste repeaters in Europa dient u uit te zenden op
een toon van 1750 Hz. Op een TH-D72E hoeft u alleen maar
te drukken op [CALL] om deze toon te verzenden. U kunt ook
[1750] programmeren op het voorpaneel als een [CALL]-toets
voor zenden op 1750 Hz.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 162.
2 Zet de CALL-toets op “1750Hz”.
Sommige repeaters in Europa moeten voortdurende signalen
ontvangen voor een bepaalde periode na ontvangst van een
toon van 1750 Hz. Deze zendontvanger kan ook gedurende 2
seconden na uitzending op 1750 Hz in de uitzendmodus blijven.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 163.
2 Zet de 1750Hz Hold op “On”.
Opmerking: Wanneer de zendontvanger in de uitzendmodus blijft,
zendt het apparaat niet voortdurend een toon van 1750 Hz uit.
OMKEERFUNCTIE
Nadat u een afzonderlijke ontvangsten uitzendfrequentie hebt
ingesteld, kunt u deze frequentie uitwisselen met behulp van de
Omkeer-, of “Reverse”, functie. Hierdoor kunt u handmatig de
sterkte controleren van signalen die u direct van andere stations
ontvangt bij gebruik van een repeater. Als het signaal van het
station sterk is, gaat u naar een eenvoudige frequentie om het
contact voort te zetten en de repeater vrij te maken.
Druk op [REV] om de Omkeerfunctie aan of uit te zetten.
• Wanneer de Omkeerfunctie aan staat, verschijnt het betreffende
“
” pictogram op de display.
Wanneer u een repeater gebruikt, controleert de ASC regelmatig
de sterkte van de signalen die u direct ontvangt van andere
stations. Als het signaal van het station sterk genoeg is voor
direct contact zonder repeater, knippert het betreffende “
”
pictogram.
Druk op [REV] (1s) om ASC aan te zetten.
• Wanneer ASC aan staat, verschijnt het betreffende “ ” pictogram
op de display.
• Wanneer direct contact zonder een repeater mogelijk is, knippert
het betreffende “
• Voor het afsluiten van ASC, druk op [REV].
Opmerkingen:
◆ Als u op [PTT] drukt, stopt het“ ”pictogram met knipperen.
◆ ASC werkt niet in de eenvoudige bedieningsmodus.
◆ ASC werkt niet tijdens scannen.
◆ Als u ASC activeert bij gebruik van de Omkeerfunctie, wordt
Omkeer uitgeschakeld.
◆ Als u opnieuw een geheugenkanaal of het Oproepkanaal
oproept en u hebt deze kanalen ingesteld met de Omkeerfunctie
ingeschakeld, schakelt ASC uit.
◆ U kunt ASC niet gebruiken wanneer de ingebouwde TNC AAN
staat.
◆ ASC onderbreekt ontvangende signalen tijdelijk om de 3
seconden.
” pictogram.
TOONFREQUENTIE-ID
Deze functie scant door alle toonfrequenties om de
binnenkomende toonfrequentie te identifi ceren op een ontvangen
signaal. U kunt deze functie gebruiken om na te gaan welke
toonfrequentie uw plaatselijke repeater vereist.
1 Druk op [TONE] om de Toonfunctie aan te zetten.
• Het “ ” pictogram verschijnt op de display.
2 Druk op [F], [TONE] (1s) om de id-scan van de
toonfrequentie uit te voeren.
• Het scannen begint en “Scanning” knippert op het display.
Opmerkingen:
◆ Als de uitzendfrequentie buiten het toegestane frequentiebereik
valt bij gebruik van de Omkeerfunctie, klinkt er een fouttoon
wanneer u op [PTT] drukt en de uitzending wordt verhinderd.
◆ Als de ontvangstfrequentie buiten het ontvangstfrequentiebereik
valt bij gebruik van de Omkeerfunctie, klinkt er een fouttoon en
werkt de functie niet.
◆ De ARO (Automatische repeater offset) werkt niet wanneer de
Omkeerfunctie aanstaat.
◆ U kunt tijdens het uitzenden de Omkeerfunctie niet aan- of
uitzetten.
REPEATER – 3
• Als u de scanrichting wilt omkeren, draai de Afstemknop
naar rechts <of druk op [
links <of druk op [
• Druk op [ESC
• Wanneer de scan een toonfrequentie herkent, verschijnt
deze frequentie op de display en knippert. Om het scannen
te hervatten, druk op iedere andere toets dan [
de herkende frequentie knippert.
] om de functie te verlaten.
]> (omhoog scannen) of naar
]> (omlaag scannen).
OK] terwijl
3 Druk op [ OK] om de herkende frequentie te programmeren
in plaats van de momenteel ingestelde toonfrequentie.
• De Toonfunctie blijft aan staan. Druk op [TONE] om de
Toonfunctie uit te zetten.
• Druk op [ESC
programmeren.
] als u de herkende frequentie niet wilt
GEHEUGENKANALEN
In geheugenkanalen kunt u frequenties en gerelateerde gegevens opslaan die u vaak gebruikt. Op deze manier hoeft u niet iedere
keer de gegevens opnieuw te programmeren. U kunt snel en eenvoudig een geprogrammeerd kanaal oproepen. Er zijn in totaal 1000
geheugenkanalen beschikbaar voor de banden A en B.
SIMPLEX & REPEATER OF ODD-SPLIT
GEHEUGENKANAAL?
U kunt ieder geheugenkanaal gebruiken als een “simplex &
repeater”-kanaal of als een “odd-split”-kanaal. Als u een simplex
& repeater-kanaal gebruikt slaat u slechts één frequentie op,
of twee frequenties als u een odd-split-kanaal wilt gebruiken.
Selecteer één van deze opties voor ieder kanaal afhankelijk van
de bediening die u wilt uitvoeren.
Gebruik met simplex & repeater-kanalen:
• Simplex-frequentiebediening
• Repeater-bediening met een standaard-offset (als u een
offset-richting hebt opgeslagen)
Gebruik met odd-split-kanalen:
• Repeater-bediening met een niet-standaard-offset
U kunt de onderstaande gegevens opslaan in ieder
geheugenkanaal:
Parameter
Ontvangstfrequentie
UitzendfrequentieJa
Stapgrootte
ontvangstfrequentie
Stapgrootte
uitzendfrequentie
Offset-richtingJaNee
Toon ON/OFFJaJa
ToonfrequentieJaJa
CTCSS ON/OFFJaJa
CTCSS-frequentieJaJa
DCS ON/OFFJaJa
DCS-codeJaJa
Omkeer ON/OFFJaNee
Blokkering
geheugenkanaal
Naam geheugenkanaalJaJa
DemodulatiemodusJaJa
Simplex &
Repeater
Ja
Ja
JaJa
Odd-split
Ja
Ja
Ja
OPSLAAN VAN SIMPLEX EN STANDAARD REPEATERFREQUENTIES
1 Druk op [VFO] om de VFO-modus te openen.
2 Druk op []/[ ] of draai aan de Afstemknop om uw
frequentie te selecteren.
3 Stel eventueel extra gegevens in voor de frequentie.
• Als het geselecteerde kanaalnummer geen opgeslagen
gegevens bevat, verschijnt het pictogram “
wel opgeslagen gegevens bevat, verschijnt het pictogram “
6 Druk op [ OK] om de gegevens op te slaan in het
geselecteerde geheugenkanaal.
Opmerking: Als u gegevens opslaat in een geheugenkanaal waar al
gegevens zijn opgeslagen, worden de oude gegevens gewist en de
nieuwe opgeslagen.
■ Oproepkanaalgeheugen (Simplex)
U kunt het oproepkanaal gebruiken voor het opslaan van
iedere frequentie met gerelateerde gegevens die u vaak
oproept. U kunt bijvoorbeeld het oproepkanaal instellen als
noodkanaal in uw groep.
Als u een simplex-frequentie en gerelateerde gegevens
wilt opslaan als het oproepkanaal in plaats van in een
geheugenkanaal, druk na stap 4 (hierboven) op [F], [CALL].
Opmerking: Opslaan van nieuwe gegevens in het oproepkanaal
wist de oude gegevens. (U kunt het oproepkanaal zelf niet wissen
maar de gegevens kunnen worden vervangen door nieuwe
gegevens.)
”. Als het kanaal
”.
MEMORY CH – 1
OPSLAAN VAN ODD-SPLIT REPEATER-FREQUENTIES
EEN GEHEUGENKANAAL OPNIEUW OPROEPEN
Sommige repeaters gebruiken een ontvangst- en
uitzendfrequentiepaar met een niet-standaard-offset. Voor
toegang tot die repeaters slaat u twee afzonderlijke frequenties
op in een geheugenkanaal. U kunt het apparaat dan via deze
repeaters bedienen zonder de offset-frequentie te wijzigen die u
in het menu hebt opgeslagen.
1 Stel een simplex-kanaal in met de volgende stappen 1
t/m 6 van “OPSLAAN VAN SIMPLEX EN STANDAARD
REPEATER-FREQUENTIES”, hierboven.
2 Druk op [VFO] om de VFO-modus te openen.
3 Druk op [
]/[ ] of draai aan de Afstemknop om uw
uitzendfrequentie te selecteren.
4 Stel eventueel extra gegevens in voor de uitzendfrequentie.
1 Druk op [MR] om de Geheugenoproepmodus te openen.
2 Druk op [
]/[ ] of draai aan de Afstemknop om uw
Geheugenkanaal te selecteren.
• U kunt ook een kanaalnummer invoeren met behulp van het
toetsenblok.
■ Geheugenoproepmethode
Het zendontvangermenu geeft u ook de optie om
geheugenkanalen op te roepen met frequenties die u hebt
opgeslagen in uw huidige band, of alle geheugenkanalen:
1 Voer de Menumodus in en open Menu 143.
2 Stel de oproepmethode in op “Current band” (huidige
band) of “All bands” (alle banden).
• Met “Current band” kunt u alleen die geheugenkanalen
oproepen met opgeslagen frequenties in de huidige
ban. Met “All bands” kunt u alle geprogrammeerde
geheugenkanalen oproepen.
• Wanneer het opgeroepen geheugenkanaal een AM-
kanaal is, kunt u geen nieuwe oproep doen op de A-band.
7 Press [OK] terwijl u op [PTT] drukt om de gegevens op te
slaan in het geselecteerde geheugenkanaal.
Opmerkingen:
◆ U kunt de zend- en ontvangstfrequenties niet op verschillende
banden instellen.
◆ U kunt geen verschillende frequentiestapgrootte instellen voor de
zend- en ontvangstfrequenties.
■ Oproepkanaalgeheugen (odd-split)
Het oproepkanaal kunt u gebruiken voor het opslaan van
iedere frequentie met gerelateerde gegevens die u vaak
opnieuw oproept. U kunt bijvoorbeeld het oproepkanaal
instellen als noodkanaal in uw groep.
Als u een odd-split-frequentie en gerelateerde gegevens
wilt opslaan als het oproepkanaal in plaats van in een
geheugenkanaal, druk na stap 6 (hierboven) op [CALL]
terwijl u op [PTT] drukt,
Opmerking: U kunt niet de uitzend-offsetstatus en Omkeerstatus
opslaan in odd-split oproepkanalen.
EEN OPROEPKANAAL OPNIEUW OPROEPEN
1 Druk op [CALL] om de Oproepkanaalmodus te openen.
• “C” verschijnt op het display.
• Als de frequentie van de actieve band lager is dan 300 MHz,
wordt het VHF CALL-(oproep) kanaal gebruikt voor opnieuw
oproepen. Als de frequentie hoger is dan 300 MHz, wordt
het UHF CALL-kanaal gebruikt voor opnieuw oproepen.
2 Druk nogmaals op [CALL] om de zendontvanger te
laten terugkeren naar de vorige status (VFO-modus of
Geheugenkanaalmodus) voordat u de Oproepkanaalmodus
opent.
Opmerking: De toets [CALL] van de TH-D72E is standaard
ingesteld voor het zenden van de “1750Hz”-toon. Stel wanneer u de
Oproepkanaalmodus gebruikt het menu 162 [Repeater] – [CALL Key]
op “Call” in.
MEMORY CH – 2
EEN GEHEUGENKANAAL WISSEN
EEN GEHEUGENKANAAL BENOEMEN
1 Druk op [MR] om de Geheugenoproepmodus te openen.
2 Zet de zendontvanger uit.
3 Druk op [MR] + Power ON om de wismodus van het
oproepkanaal te openen.
<Functieband is A>
<Functieband is B>
4 Druk op []/[ ] of draai aan de Afstemknop om uw
geheugenkanaal te selecteren.
5 Druk op [
• Er verschijnt “Sure?” op het display en knippert.
OK].
U kunt een naam opgeven voor geheugenkanalen van maximaal
8 alfanumerieke tekens. Wanneer u een geheugenkanaal met
naam oproept, verschijnt de naam op de display in plaats van
de opgeslagen frequentie. Namen kunnen bestaan uit tekens,
namen van repeaters, steden, mensen, etc.
1 Druk op [MR] om de Geheugenoproepmodus te openen.
2 Druk op [
Geheugenkanaal te selecteren.
3 Voer de Menumodus in en open Menu 140.
4 Voer de gewenste naam in voor het kanaal.
Opmerking: U kunt de naam van een geheugenkanaal
overschrijven op de hierboven beschreven wijze. U kunt ook de naam
van een geheugenkanaal wissen door het geheugenkanaal te wissen.
]/[ ] of draai aan de Afstemknop om uw
■ Frequentieweergave < > weergave geheugennaam
U kunt de weergavemethode selecteren in de
geheugenmodus.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 141.
6 Druk op [ OK] of [MR] om het geheugenkanaal te wissen.
• Herhaal de stappen 4 tot 6 om de extra geheugenkanalen te
wissen.
• Druk op [ESC
wissen.
] om het kanaal te verlaten zonder het te
2 Zet de weergavemethode op “Name” of “Freq”.
MEMORY CH – 3
OVERZETTEN VAN GEHEUGEN-NAAR-VFO
KANAALWEERGAVEFUNCTIE
U kunt de inhoud van een geheugenkanaal of het oproepkanaal
naar de VFO overbrengen als u naar andere stations of
een duidelijke frequentie wilt zoeken in de buurt van het
geselecteerde geheugenkanaal of de oproepkanaalfrequentie.
1 Druk op [MR] of [CALL] om de Geheugenoproepmodus te
openen of Oproepkanaalmodus.
2 Druk op [
te selecteren. (U hoeft deze stap niet uit te voeren als u het
oproepkanaal selecteert.)
3 Druk op [F], [VFO].
• De volledige inhoud van het geheugenkanaal of
oproepkanaal wordt gekopieerd naar de VFO en de VFOmodus wordt geselecteerd nadat de overdracht is voltooid.
• Wanneer u een uitzendfrequentie kopieert van een odd-split
geheugen- of oproepkanaal, zet u eerst de Omkeerfunctie
aan voordat u op [F], [VFO] drukt.
]/[ ] of draai aan de Afstemknop om uw kanaal
Gebruik deze functie wanneer u alleen geheugenkanalen wilt
gebruiken. Wanneer deze functie is ingeschakeld, geeft de
zendontvanger alleen het nummer van een geheugenkanaal
weer in plaats van een frequentie.
1 Zet de zendontvanger uit.
2 Druk op [PTT] + [A/B] + Power ON om de kanaalweergave
in of uit te schakelen.
Opmerkingen:
◆ Als het apparaat geheugenkanalen bevat zonder opgeslagen
gegevens, werkt de kanaalweergave niet.
◆ Wanneer u kanaalweergave gebruikt, kunt u de zendontvanger
niet terugstellen.
In de Kanaalweergavemodus, werken de toetsen van de
zendontvanger zoals getoonde volgende pagina.
MEMORY CH – 4
Toetsnaam[TOETS][F], [TOETS][TOETS] (1s)MR-modus Bij uitzendin
[TOETS] + Power
ON.
[PTT]
[LAMP]
[MONI]
[ ]
[ ]
[ OK]
[ESC ]
[MENU]
[A/B]
[1]
[2]
[3]
Verzending–XTX/RXX–
Achtergrondverlichting
AAN
Monitor
Geheugenkanaal
omhoog
Geheugenkanaal
omlaag
––––– –
––––– –
–
––––– –
––––DTMF_1–
––––DTMF_2–
––––DTMF_3–
Achtergrondverlichting
continu AAN
Squelchinstelling
–
–
RF-vermogen
selecteren
Achtergrondverlichting
AAN
X
Geheugenkanaal
continu omhoog
Geheugenkanaal
continu omlaag
––
Achtergrondverlichting
AAN
Monitor +
frequentie
Geheugenkanaal
omhoog
Geheugenkanaal
omlaag
Achtergrondverlichting
AAN
Monitor–
––
––
DTMF-
verzending
–
–
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[ ]
[0]
[#]
[A]
[B]
[C]
– – – –DTMF_4–
––––DTMF_5–
––––DTMF_6–
––––DTMF_7–
––––DTMF_8–
PF–––DTMF_9–
––––
DUALVolledige duplex––DTMF_0–
ENT–––DTMF_#Versie-info
FFunctie–DTMF_AX
––––DTMF_B–
MR–Geheugenscan–DTMF_C–
DTMF_
–
[D]
––––DTMF_D–
1750–X–––
MEMORY CH – 5
SCANNEN
Scannen is een nuttige functie voor het bewaken van uw favoriete frequenties. Naarmate u vertrouwd raakt met alle scantypes, zult u
beter in staat zijn het apparaat effi ciënter te bedienen.
Deze zendontvanger bevat de volgende scantypes:
ScantypeScanbereik
VFO-scanScant alle frequenties op de huidige band.
GeheugenscanScant alle frequenties die zijn opgeslagen in geheugenkanalen.
GroepscanScant de frequenties in de geheugenkanalen die behoren tot de groep die u hebt opgegeven.
ProgrammascanScant alle frequenties binnen het geprogrammeerde bereik op de huidige band.
MHz-scanScant alle frequenties binnen een bereik van 1 MHz van de oorspronkelijke frequentie.
OproepscanScant het oproepkanaal en de op dat moment geselecteerde VFO-frequentie of geheugenkanaal.
Opmerkingen:
◆ Stel het squelch-niveau in voordat u scant. Als u een squelch-niveau selecteert dat te laag is, stopt het scannen onmiddellijk.
◆ Bij gebruik van CTCSS of DCS stopt de scan voor ieder ontvangen signaal. Het scannen wordt echter direct hervat als het ontvangen signaal
niet dezelfde CTCSS-toon of DCS-code bevat die u hebt geselecteerd.
◆ Als u drukt op [PTT] en deze ingedrukt houdt, stopt de scan tijdelijk als deze wordt uitgevoerd op een niet-TX band.
◆ Als u begint met scannen, schakelt de Automatic Simplex Checker uit.
EEN SCANHERVATTINGSMETHODE SELECTEREN
De zendontvanger stopt met scannen op een frequentie of
geheugenkanaal waarop een signaal is ontdekt. Het gaat
vervolgens door, afhankelijk van de hervattingsmodus die u
hebt geselecteerd. U kunt kiezen uit de volgende modi. De
standaardmodus is Timeoperated, of op basis van tijd.
• Time-Operated
De zendontvanger blijft ongeveer 5 seconden op een
gevonden frequentie of geheugenkanaal en gaat vervolgens
door met scannen, zelfs als het signaal nog steeds aanwezig
is.
• Carrier-Operated
De zendontvanger blijft op een gevonden frequentie of
geheugenkanaal totdat het signaal wegvalt. Er is een interval
van 2 seconden tussen het wegvallen van het signaal en het
hervatten van de scan.
• Seek
De zendontvanger blijft op een gevonden frequentie of
geheugenkanaal staan, zelfs wanneer het signaal wegvalt, en
hervat het scannen niet automatisch.
Opmerking: Om het scannen tijdelijk te stoppen en naar zwakke
signalen te luisteren, druk op [MONI].
1 Voer de Menumodus in en open Menu 150.
■ Hervattingstijd voor time-operated scannen
Stel de wachttijd in voor de time-operated, of getimede
scanmethode.
Wanneer een signaal wordt ontvangen, wordt het scannen
gepauzeerd op de betreffende frequentie gedurende de
door u ingestelde wachttijd. Wanneer de ingestelde tijd is
verstreken, wordt het scannen hervat (zelfs als het signaal
nog wordt ontvangen).
1 Voer de Menumodus in en open Menu 151.
2 Stel de hervattingstijd in op 1 ~ 10 sec.
■ Hervattingstijd voor carrier-operated scannen
Stel de wachttijd in voor de carrier-operate scanmethode.
Wanneer een signaal wordt ontvangen, wordt de scan
gepauzeerd op de betreffende frequentie. Wanneer
het signaal stopt, wordt de scan hervat nadat de door u
ingestelde wachttijd is verstreken.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 152.
2 Stel de Scan Resume (Scanhervattings-)-modus in op “Time”
(Time-Operated), “Carrier” (Carrier-Operated) of “Seek”.
SCAN – 1
2 Stel de hervattingstijd in op 1 ~ 10 sec.
VFO-SCAN
De VFO-scan controleert alle frequenties waarop u kunt afstellen
op de band met behulpvan de huidige frequentiestapgrootte.
1 Selecteer uw band.
2 Druk op [VFO] (1s).
• Het scannen start op de huidige frequentie.
• Het 1 MHz-decimaalteken knippert wanneer de scan wordt
uitgevoerd.
• Als u de scanrichting wilt omkeren, draai de Afstemknop
naar rechts <of druk op [
links <of druk op [
]> (omhoog scannen) of naar
]> (omlaag scannen).
3 Verlaat de VFO-scan door nogmaals op [VFO] te drukken.
GEHEUGENSCAN
Gebruik Geheugenscan om alle geheugenkanalen te controleren
die zijn geprogrammeerd met frequentiegegevens.
1 Selecteer uw band.
2 Druk op [MR] (1s).
• Het scannen start op de huidige geheugenkanaal.
• Het 1 MHz-decimaalteken knippert wanneer de scan wordt
uitgevoerd.
• Als u de scanrichting wilt omkeren, draai de Afstemknop
naar rechts <of druk op [
links <of druk op [
3 Verlaat de Geheugenscan door nogmaals op [MR] te
drukken.
Opmerkingen:
◆ Tenminste 2 geheugenkanalen moeten gegevens bevatten en
kunnen niet zijn uitgesloten van scannen.
◆ De geheugenkanalen L0/U0 t/m L9/U9 worden niet gescand.
◆ U kunt geheugenscan ook starten in de Kanaalweergavemodus.
Wanneer de scan op een bepaald kanaal stopt, knippert het
betreffende kanaalnummer.
]> (omhoog scannen) of naar
]> (omlaag scannen).
Opmerking: De geheugenkanalen L0/U0 t/m L9/U9 kunt u niet
uitsluiten.
GROEPSCAN
Voor groepscan worden de 1000 geheugenkanalen verdeeld in
10 groepen waarbij iedere groep 100 kanalen bevat. Groepscan
controleert alleen de 100 kanalen die behoren tot de specifi eke
groep die u scant. De kanalen zijn als volgt gegroepeerd.
Geheugengroep
00 ~ 995500 ~ 599
1100 ~ 1996600 ~ 699
2200 ~ 2997700 ~ 799
3300 ~ 3998800 ~ 899
4400 ~ 4999900 ~ 999
1 Druk op [MR] en druk op []/[ ] of draai aan de
Afstemknop om een kanaal te selecteren in uw groep.
2 Druk op [MHz] (1s).
• Het scannen start op het huidige kanaal.
• Het 1 MHz-decimaalteken knippert wanneer de scan wordt
uitgevoerd.
• Als u de scanrichting wilt omkeren, draai de Afstemknop
naar rechts <of druk op [
links <of druk op [
3 Verlaat de groepscan door nogmaals op [MHz] te drukken.
Opmerkingen:
◆ Tenminste 2 geheugenkanalen in de geselecteerde groep moeten
gegevens bevatten en kunnen niet worden uitgesloten van
scannen.
◆ U kunt geheugenscan ook starten in de Kanaalweergavemodus.
Wanneer de scan op een bepaald kanaal stopt, knippert het
betreffende kanaalnummer.
Kanaalbereik
]> (omlaag scannen).
Geheugengroep
]> (omhoog scannen) of naar
Kanaalbereik
■ Een geheugenkanaal uitsluiten
U kunt een geheugenkanaal selecteren dat u niet wilt
controleren tijdens het scannen.
1 Druk op [MR] en druk op [
Afstemknop om uw kanaal te selecteren.
2 Voer de Menumodus in en open Menu 142.
3 Zet uitsluiten op “On” om het kanaal uit te sluiten van de
scanvolgorde.
• Om uitsluiten te annuleren, zet u het op “Off”.
• Het pictogram
kanaal dat is uitgesloten.
“ ” verschijnt op de display voor een
]/[ ] of draai aan de
SCAN – 2
■ Een geheugengroep benoemen
De naam van uw geheugengroep kan maximaal 8 tekens
bevatten.
1 Druk op [MHz] en vervolgens op [ ]/[ ] of draai aan de
Afstemknop om een kanaal te selecteren in uw groep.
2 Voer de Menumodus in en open Menu 144.
3 Voer de gewenste naam in voor de groep.
Weergave groepsnaam (in MR-modus)
1 Druk op [LAMP].
• De groepsnaam wordt weergegeven.
6 Wanneer u uw groepen hebt ingevoerd, druk op [ OK]
om de cursor naar rechts te verplaatsen. Druk vervolgens
op de Afstemknop om de invoer te voltooien en verlaat de
Menumodus.
• U kunt het geselecteerde teken verwijderen door te
drukken op [A/B].
• Als u maximaal 10 groepen hebt ingevoerd, drukt u
eenvoudigweg op
de Menumodus te verlaten.
[ OK] om de invoer te voltooien en
■ Een geheugengroep wissen
1 Druk op [MR] om de Geheugenoproepmodus te openen.
2 Zet de zendontvanger uit.
3 Druk op [MHz] + Power ON om de wisfunctie voor de
groep in te schakelen.
2 Houd [LAMP] ingedrukt en draai de Afstemknop om de
groep te wijzigen.
• Draai de Afstemknop rechtsom en laat [LAMP] los om
het kleinste geheugenkanaal van de nieuwe groep te
selecteren.
• Draai de Afstemknop linksom en laat [LAMP] los om
het grootste geheugenkanaal van de nieuwe groep te
selecteren.
■ Geheugengroepkoppeling
Met geheugengroepkoppeling kunt u 2 of meer
geheugenkanaalgroepen koppelen om als een enkele groep
te scannen. U kunt maximaal 10 afzonderlijke groepen
koppelen, of zelfs meerdere instanties van dezelfde groep,
om ervoor te zorgen dat één groep vaker wordt gescand dan
andere groepen.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 145.
2 Druk op [
• De cursor gaat knipperen.
3 Druk op []/[ ] of draai aan de Afstemknop om een
groep te selecteren die u wilt koppelen.
4 Druk op [ OK] om de groep in te stellen en verplaats de
cursor naar rechts.
• Druk op [ESC ] om de cursor terug te plaatsen of op
[OK] om de cursor naar rechts te verplaatsen.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 om meerdere groepen te
koppelen.
OK].
4 Druk op []/[ ] of draai aan de Afstemknop om uw
groep te selecteren.
5 Druk op [
• “Sure?” verschijnt op het display en knippert.
6 Druk op [ OK] of [MR] om de groep te wissen.
• Herhaal de stappen 4 tot 6 om de extra groep te wissen.
• Druk op [ESC
wissen.
OK].
] om het kanaal te verlaten zonder het te
SCAN – 3
PROGRAMMASCAN
Programmascan komt overeen met de VFO-scan met het enige
verschil dat u hier een frequentiebereik selecteert voor de scan.
■ De scanlimieten instellen
U kunt maximaal 10 scanbereiken opslaan in de
geheugenkanalen L0/U0 t/m L9/U9.
1 Druk op [VFO].
2 Selecteer uw band.
3 Druk op [
frequentie voor het laagste bereik te selecteren.
4 Druk op [F], [MR].
• Er knippert een geheugenkanaalnummer.
5 Druk op []/[ ] of draai aan de Afstemknop om een
kanaal te selecteren van L0 t/m L9.
6 Druk op [M.IN] om het kanaalnummer in te stellen.
• Het laagste bereik wordt opgeslagen in het kanaal.
7 Druk op []/[ ] of draai aan de Afstemknop om uw
frequentie voor het hoogste bereik te selecteren.
8 Druk op [F], [MR].
9 Druk op [
kanaalnummer te selecteren van U0 t/m U9.
• P Als u bijvoorbeeld kanaal L3 selecteert in stap 5,
selecteert u hier kanaal U3.
10 Druk op [M.IN] om het kanaalnummer in te stellen.
• Het hoogste bereik wordt opgeslagen in het kanaal.
• Druk op [MR] om de opgeslagen scanbereiken te
bevestigen en selecteer vervolgens de kanalen L en U.
Opmerkingen:
◆ Het laagste bereik moet een lagere frequentie zijn dan het
hoogste bereik.
◆ Het laagste en hoogste bereik moeten worden geselecteerd
op dezelfde band.
]/[ ] of draai aan de Afstemknop om uw
]/[ ] of draai aan de Afstemknop om een
■ Programmascan gebruiken
1 Selecteer uw band.
2 Druk op [VFO].
3 Druk op [
]/[ ] of draai aan de Afstemknop om een
frequentie binnen uw scanbereik te selecteren.
4 Druk op [VFO] (1s).
• Het scannen start op de huidige frequentie.
• Het 1 MHz-decimaalteken knippert wanneer de scan
wordt uitgevoerd
• Als u de scanrichting wilt omkeren, draai de Afstemknop
naar rechts <of druk op [
links <of druk op [
]> (omhoog scannen) of naar
]> (omlaag scannen).
5 Verlaat programmascan door nogmaals op [VFO] te
drukken.
Opmerkingen:
◆ Als de stapgrootte verschilt tussen het laagste en hoogste
bereik, begint de VFO-scan in plaats van de programmascan.
◆ Als de huidige VFO-frequentie in meer dan één
programmascanbereik ligt, wordt het bereik dat is opgeslagen
in het kleinste kanaalnummer gebruikt.
MHz-SCAN
De MHz-scan controleert een 1 MHz-segment van de band met
behulp van de huidige frequentiestapgrootte. Het huidige 1 MHzcijfer bepaalt de limieten van de scan. Als de huidige frequentie
bijvoorbeeld 145,400 MHz is, dan loopt het scanbereik van
145,000 MHz t/m 145,995 MHz (het precieze bovenbereik hangt
af van de huidige frequentiestapgrootte).
1 Selecteer uw band.
2 Druk op [VFO] .
3 Druk op [
]/[ ] of draai aan de Afstemknop om een
frequentie binnen uw 1 MHz-bereik te selecteren.
4 Druk op [MHz] (1s) ingedrukt om met scannen te beginnen.
• Het scannen start op de huidige frequentie.
• Het 1 MHz-decimaalteken knippert wanneer de scan wordt
uitgevoerd.
• Als u de scanrichting wilt omkeren, draai de Afstemknop
naar rechts <of druk op [
links <of druk op [
]> (omhoog scannen) of naar
]> (omlaag scannen).
5 Om de MHz-scan af te sluiten, drukt u nogmaals op [MHz].
OPROEPSCAN
Gebruik de oproepscan om zowel het oproepkanaal als de
momenteel geselecteerde VFO-frequentie of geselecteerde
geheugenkanaal te controleren.
1 Selecteer uw VFO-frequentie of geheugenkanaal.
2 Druk op [CALL] (1s) om een oproepscan te beginnen.
• Het 1 MHz-decimaalteken knippert wanneer de scan wordt
uitgevoerd.
• Wanneer u een geheugenkanaal scant, wordt het
oproepkanaal op dezelfde band als het geselecteerde
geheugenkanaal gebruikt voor scannen.
3 Verlaat de oproepscan door nogmaals op [CALL] te drukken.
SCAN – 4
Opmerking: Het geselecteerde geheugenkanaal wordt zelfs
gescand als het is uitgesloten voor scannen.
CTCSS/ DCS/ KRUISTOON
CTCSS
Het kan voorkomen dat u soms alleen oproepen wilt horen van specifi eke personen. Met het zogenaamde Continuous Tone Coded
Squelch System (CTCSS) kunt u ongewenste oproepen negeren (niet horen) van andere personen die dezelfde frequentie gebruiken.
Hiervoor selecteert u dezelfde CTCSS-toon die de andere personen in uw groep hebben geselecteerd. Een CTCSS-toon is beperkt
hoorbaar en kan worden geselecteerd uit 42 toonfrequenties.
DCS
Digital Coded Squelch (DCS) is een andere toepassing waarmee u ongewenste gesprekken kunt negeren (niet horen). Het werkt op
dezelfde manier als CTCSS. De enige verschillen zijn de gecodeerde/gedecodeerde methode en het aantal selecteerbare codes. Voor
DCS kunt u kiezen uit 104 verschillende codes.
Opmerking: CTCSS/ DCS maakt uw gesprekken niet privé. Het zorgt er alleen voor dat u niet naar ongewenste gesprekken hoeft te luisteren.
CTCSS
CTCSS GEBRUIKEN
1 Selecteer uw band.
2 Druk 2 maal op [TONE] om de CTCSS-functie te activeren.
• Het “” pictogram verschijnt op de display wanneer de
CTCSS-functie aan staat.
• Iedere keer wanneer u op [TONE] drukt verandert de selectie
als volgt:
Tone (
(
<Als APRS is ingeschakeld en Stemwaarschuwing is
geconfi gureerd, wordt ook Stemwaarschuwing ON toegevoegd
aan bovenstaande cyclus. >
3 Druk op [F], [TONE].
• De huidige CTCSS-frequentie verschijnt op de display en
knippert. De standaardfrequentie is 88,5 Hz.
) ➡ CTCSS () ➡ DCS () ➡ Kruistoon
: standaard) ➡ Uit (geen display).
• Voor het annuleren van CTCSS, druk op [TONE] totdat “
” niet langer op de display verschijnt.
Frequentie
Nr.
0167,016110,931186,2
0269,317114,832192,8
0371,918118,833203,5
0474,419123,034206,5
0577,020127,335210,7
0679,721131,836218,1
0782,522136,537225,7
0885,423141,338229,1
0988,524146,239233,6
1091,525151,440241,8
1194,826156,741250,3
12 97,427162,242254,1
13100,028167,9
14103,529173,8
15107,230179,9
(Hz)
Nr.
Frequentie
(Hz)
Nr.
Frequentie
(Hz)
4 Druk op []/[ ] of draai aan de Afstemknop om uw
CTCSS-frequentie te selecteren.
• Raadpleeg de onderstaande tabel voor de beschikbare
frequenties.
• Voor het verlaten van de CTCSS-frequentieselectie, druk op
[ESC
].
5 Druk op [ OK] om de instelling te voltooien.
6 Wanneer u wordt opgeroepen: Opent de squelch van de
zendontvanger alleen wanneer de geselecteerde CTCSStoon wordt ontvangen.
Wanneer u een oproep maakt: Druk op de [PTT], houd
deze ingedrukt en spreek in de microfoon.
CTCSS/ DCS/ CROSS TONE – 1
CTCSS-FREQUENTIE-SCAN
DCS
Deze functie scant door alle CTCSS-frequenties om de
binnenkomende CTCSS-frequentie te identifi ceren op een
ontvangen signaal. Dit kan nuttig zijn wanneer u niet de CTCSSfrequentie kunt oproepen die de andere personen van uw groep
gebruiken.
1 Druk 2 maal op [TONE] om de CTCSS-functie te activeren.
• Het “” pictogram verschijnt op de display wanneer de
CTCSS-functie aan staat.
• Iedere keer wanneer u op [TONE] drukt verandert de selectie
als volgt:
Tone (
(
<Als APRS is ingeschakeld en Stemwaarschuwing is
geconfi gureerd, wordt ook Stemwaarschuwing ON toegevoegd
aan bovenstaande cyclus. >
) ➡ CTCSS () ➡ DCS () ➡ Kruistoon
: standaard) ➡ Uit (geen display).
2 Druk op [F], [TONE] (1s).
• Het scannen begint en “Scanning” knippert op het display.
• Druk op [ESC ]. om de scan te verlaten
• Wanneer de scan een CTCSS-frequentie herkent, verschijnt
deze frequentie op de display en knippert.
DCS GEBRUIKEN
1 Selecteer uw band.
2 Druk 3 maal op [TONE] om de DCS-functie te activeren.
• Het “” pictogram verschijnt op de display wanneer de
CTCSS-functie aan staat.
• Iedere keer wanneer u op [TONE] drukt verandert de selectie
als volgt:
Tone (
(
<Als APRS is ingeschakeld en Stemwaarschuwing is
geconfi gureerd, wordt ook Stemwaarschuwing ON toegevoegd
aan bovenstaande cyclus. >
3 Druk op [F], [TONE].
• De huidige DCS-code verschijnt op de display en knippert.
) ➡ CTCSS () ➡ DCS () ➡ Kruistoon
: standaard) ➡ Uit (geen display).
3 Druk op [ OK] om de herkende frequentie te programmeren
in plaats van de momenteel ingestelde CTCSS-frequentie.
• De CTCSS-functie blijft aan staan. Voor het annuleren van
CTCSS, druk op [TONE] totdat “
display verschijnt.
• Druk op [ESC
programmeren.
] als u de herkende frequentie niet wilt
” niet langer op de
4 Druk op []/[ ] of draai aan de Afstemknop om uw DCS-
code te selecteren.
• Raadpleeg de onderstaande tabel voor de beschikbare
codes.
• Voor het verlaten van de DCS-codeselectie, druk op [ESC
5 Druk op [ OK] om de instelling tevoltooien.
6 Wanneer u wordt opgeroepen: Opent de squelch van de
zendontvanger alleen wanneer de geselecteerde DCS-toon
wordt ontvangen.
Wanneer u een oproep maakt: Druk op de [PTT], houd
deze ingedrukt en spreek in demicrofoon.
• Voor het annuleren van DCS, druk op [TONE] totdat “”
niet langer op de display verschijnt.
DCS-code
023025026031032036043047
051053054065071072073074
114115116122125131132134
143145152155156162165172
174205212223225226243244
245246251252255261263265
266271274306311315325331
332343346351356364365371
411412413423431432445446
452454455462464465466503
506516523526532546565606
612624627631632654662664
703712723731732734743754
].
CTCSS/ DCS/ CROSS TONE – 2
DCS-CODE-SCAN
KRUISTOON
Deze functie scant door alle DCS-codes om de binnenkomende
DCS-code te identifi ceren op een ontvangen signaal. Dit kan
nuttig zijn wanneer u niet de DCS-code kunt oproepen die de
andere personen van uw groep gebruiken.
1 Druk 3 maal op [TONE] om de DCS-functie te activeren.
• Het “” pictogram verschijnt op de display wanneer de
CTCSS-functie aan staat.
• Iedere keer wanneer u op [TONE] drukt verandert de selectie
als volgt:
Tone (
(
<Als APRS is ingeschakeld en Stemwaarschuwing is
geconfi gureerd, wordt ook Stemwaarschuwing ON toegevoegd
aan bovenstaande cyclus. >
) ➡ CTCSS () ➡ DCS () ➡ Kruistoon
: standaard) ➡ Uit (geen display).
2 Druk op [F], [TONE] (1s).
• Het scannen begint en “Scanning” knippert op het display.
• Druk op [ESC ] om de scan te verlaten.
• Wanneer de scan een DCS-code herkent, verschijnt deze
code op de display en knippert.
KRUISTOON GEBRUIKEN
U kunt afzonderlijke signaaltypen instellen op TX en RX voor
als u een repeater met een andere codeer/decodeersignalering
opent.
Voor het aanzetten van de Kruistoonfunctie:
Druk 4 maal op [TONE] om de Kruistoonfunctie te activeren.
• Het (standaard-) pictogram “” verschijnt op het display
wanneer deze functie is ingeschakeld.
• Iedere keer wanneer u op [TONE] drukt verandert de selectie als
volgt:
Tone (
(
<Als APRS is ingeschakeld en Stemwaarschuwing is
geconfi gureerd, wordt ook Stemwaarschuwing ON toegevoegd
aan bovenstaande cyclus. >
■ Een Kruistoonmodus selecteren
Voor het selecteren van een kruistoon-/codefrequentie voor
toegang tot de gewenste repeater:
1 Zet de Kruistoonfunctie aan.
2 Druk op [F], [TONE].
) ➡ CTCSS () ➡ DCS () ➡ Kruistoon
: standaard) ➡ Uit (geen display).
• De Kruistooninstelling verschijnt op het display.
3 Druk op [ OK] om de herkende code te programmeren in
plaats van de momenteel ingestelde DCS-code.
• De DCS-functie blijft aan staan. Voor het annuleren van
DCS, druk op [TONE] totdat “
verschijnt.
• Druk op [ESC
programmeren.
]. als u de herkende code niet wilt
” niet langer op de display
3 Druk op []/[ ] of draai aan de Afstemknop om uw
kruistooninstelling te selecteren.
InstellingCoderenDecoderenPictogram
DCS/OffDCSoff
TONE/DCSToneDCS
DCS/CTCSSDCSCTCSS
TONE/CTCSSToneCTCSS
• Druk op [ESC ] om de selectie van de
Kruistooninstelling te verlaten.
4 Druk op [ OK] om de geselecteerde instelling in te
stellen.
CTCSS/ DCS/ CROSS TONE – 3
DUAL-TOON MULTI-FREQUENTIE (DTMF)
De toetsen functioneren als DTMF-toetsen; de 12 toetsen op een telefoon met druktoetsen plus 4 extra toetsen (A, B, C, D). De
zendontvanger heeft 10 specifi eke geheugenkanalen. De maximale grootte van een DTMF-code is 16 cijfers dat u opslaat.
Sommige repeaters in de Verenigde Staten en Canada bieden de zogenaamde Autopatch-service. U kunt via dergelijke repeaters
het openbare telefoonnetwerk gebruiken door DTMF-tonen te verzenden. Zie voor meer gegevens de informatie van uw plaatselijke
repeater.
HANDMATIG DRAAIEN
Voor handmatig draaien hoeft u slechts twee stappen uit te
voeren om DTMF-tonen te zenden.
1 Houd [PTT] ingedrukt.
2 Druk op de toetsen in de juiste volgorde op het toetsenbord
en zend DTMF-tonen.
• De betreffende DTMF-tonen worden uitgezonden.
• Als u de DTMF-wachtfunctie hebt geactiveerd, is het niet
nodig dat u de [PTT] ingedrukt houdt bij het drukken op de
toetsen. Na uitzending van de eerste toon (door te drukken
op [PTT] en de eerste toets), kunt u door op meerdere
toetsen te drukken de zendontvanger gedurende 2 seconden
in de uitzendmodus houden.
Frequentie (Hz)1209133614471633
697
770
852
941
■ DTMF-wachtfunctie
Activeer deze functie om in de uitzendmodus te blijven nadat
u begonnen bent op de toetsen te drukken wanneer u een
oproep maakt.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 173.
[1][2][3][A]
[4][5][6][B]
[7][8][9][C]
[
]
[0][#][D]
AUTOMATISCHE NUMMERKEUZE
U beschikt over 10 specifi eke DTMF-geheugenkanalen om
DTMF-codes op te slaan. U kunt in ieder kanaal maximaal 16
cijfers opslaan.
■ Een DTMF-code opslaan in het geheugen
1 Voer de Menumodus in en open Menu 170.
2 Druk op [(OK)]
3 Druk op []/[ ] of draai aan de Afstemknop om een
kanaalnummer te selecteren.
4 Druk op [
kanaalnummer in te stellen.
• De naaminvoerweergave verschijnt.
OK] of [MENU] om het geselecteerde
2 Zet de DTMF-wacht op “On” om te blijven uitzenden bij
het drukken op toetsen.
• Zet dit menu op “Off” om de continue uitzending van 2
seconden te stoppen.
DTMF – 1
5 Voer een naam in voor het kanaal en druk op [ OK] of
[MENU] om deze in te stellen.
• De codeinvoerweergave verschijnt.
6 Voer een DTMF-code in voor het kanaal en druk op
[
OK] of [MENU] om het in te stellen.
• Wanneer u een spatie invoert, wordt dit een “Pauze”code.
Loading...
+ 51 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.