Enter below the Model No. and Serial
No. which are located either on the rear,
bottom or side of the cabinet. Retain this
information for future reference.
Model No.
Serial No.
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
231
564
89
7/P
0
+10
MENU
ENTER
CONTROL
A/V CONTROL RECEIVER
10/0
Deutsch
AUDIO/VIDEO-RECEIVER MIT STEUEREINHEIT
RECEPTEUR DE COMMANDE AUDIO/VIDEO
GEINTEGREERDE AUDIO/VIDEO-VERSTERKER
RX-8032VSL
RX-7032VSL
Français
Nederlands
(For RX-8032VSL)
(For RX-8032VSL)
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
LVT1007-007A[E]
Warnung, Achtung und sonstige Hinweise/ Mises en garde, précautions et
indications diverses/Waarschuwingen, voorzorgen en andere mededelingen
Achtung –– STANDBY/ON-Schalter!
Den Netzstecker aus der Steckdose ziehen, um die
Stromversorgung vollkommen zu unterbrechen. Der Schalter
STANDBY/ON unterbrichet in keiner Stellung die
Stromversorgung vollkommen. Die Stromversorgung kann mit der
Fernbedienung ein- und ausgeschaltet werden.
Attention –– Commutateur STANDBY/ON!
Déconnecter la fiche de secteur pour couper complètement le
courant. Le commutateur STANDBY/ON ne coupe jamais
complètement la ligne de secteur, quelle que soit sa position. Le
courant peut être télécommandé.
ACHTUNG
Zur Verhinderung von elektrischen Schlägen, Brandgefahr, usw:
1. Keine Schrauben lösen oder Abdeckungen enternen und
nicht das Gehäuse öffnen.
2. Dieses Gerät weder Regen noch Feuchtigkeit aussetzen.
ACHTUNG
• Blockieren Sie keine Belüftungsschlitze oder -bohrungen.
(Wenn die Belüftungsöffnungen oder -löcher durch eine Zeitung
oder ein Tuch etc. blockiert werden, kann die entstehende Hitze
nicht abgeführt werden.)
• Stellen Sie keine offenen Flammen, beispielsweise
angezündete Kerzen, auf das Gerät.
• Wenn Sie Batterien entsorgen, denken Sie an den
Umweltschutz. Batterien müssen entsprechend den geltenden
örtlichen Vorschriften oder Gesetzen entsorgt werden.
• Setzen Sie die Anlage nicht in einem Badezimmer oder an
Orten ein, an denen Wasser verwendet wird. Stellen Sie
auch keine Behälter, die mit Wasser oder anderen
Flüssigkeiten gefüllt sind (beispielsweise Kosmetik- oder
Medikamentenbehälter, Blumenvasen, Topfpflanzen, Tassen
etc) auf diese Anlage.
Voorzichtig –– STANDBY/ON schakelaar!
Om de stroomtoevoer geheel uit te schakelen, trekt u de stekker uit
het stopkontakt. Anders zal er altijd een geringe hoeveelheid
stroom naar het apparaat lopen, ongeacht de stand van de
STANDBY/ON schakelaar. U kunt het apparaat ook met de
afstandsbediening aan- en uitschakelen.
VOORZICHTIG
Ter vermindering van gevaar voor brand, elektrische schokken, enz.:
1. Verwijder geen schroeven, panelen of de behuizing.
2. Stel dit toestel niet bloot aan regen of vocht.
VOORZICHTIG
• Zorg dat u de ventilatieopeningen en -gaten niet afsluit.
(Als de ventilatieopeningen en -gaten worden afgesloten door
bijvoorbeeld papier of een doek, kan er hitte in het apparaat
worden opgebouwd.)
• Zet geen bronnen met open vuur, zoals brandende kaarsen,
op het apparaat.
• Wees milieubewust en gooi lege batterijen niet bij het
huishoudelijk afval. Lege batterijen dient u in te leveren met
het KCA of bij een innamepunt voor batterijen.
• Gebruik dit apparaat niet in een badkamer of in andere natte
ruimten. Zet ook geen voorwerpen op het apparaat die zijn
gevuld met water of andere vloeistoffen (zoals cosmetica,
medicijnen, bloemenvazen, bloempotten, kopjes enz.).
ATTENTION
Afin d’éviter tout risque d’électrocution, d’incendie, etc.:
1. Ne pas enlever les vis ni les panneaux et ne pas ouvrir le
coffret de l’appareil.
2. Ne pas exposer l’appareil à la pluie ni à l’humidité.
ATTENTION
• Ne bloquez pas les orifices ou les trous de ventilation.
(Si les orifices ou les trous de ventilation sont bloqués par un
journal un tissu, etc., la chaleur peut ne pas être évacuée
correctement de l’appareil.)
• Ne placez aucune source de flamme nue, telle qu’une bougie,
sur l’appareil.
• Lors de la mise au rebut des piles, veuillez prendre en
considération les problèmes de l’environnement et suivre
strictement les règles et les lois locales sur la mise au rebut
des piles.
• N’utilisez pas cet appareil dans une salle de bain ou un autre
endroit avec de l’eau. Ne placez aucun récipient contenant de
l’eau (tel que des cosmétiques ou des médicaments, un vase de
fleurs, un pot de fleurs, une tasse, etc.) sur cet appareil.
G-1
Achtung: Angemessene Ventilation
Stellen Sie das Gerät zur Verhütung von elektrischem Schlag und
Feuer und zum Schutz gegen Beschädigung wie folgt auf:
Vorderseite: Offener Platz ohne Hindernisse.
Seiten:Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von den Seiten.
Oberseite:Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von der Oberseite.
Rückseite:Keine Hindernisse innerhalb 15 cm von der Rückseite.
Unterseite: Keine Hindernisse. Auf eine ebene Oberfläche stellen.
Zusätzlich die bestmögliche Luftzirkulation wie gezeigt erhalten.
Attention: Ventilation Correcte
Pour éviter les chocs électriques, l’incendie et tout autre dégât.
Disposer l’appareil en tenant compte des impératifs suivants
Avant:Rien ne doit gêner le dégagement
Flancs:Laisser 10 cm de dégagement latéral
Dessus:Laisser 10 cm de dégagement supérieur
Arrière:Laisser 15 cm de dégagement arrière
Dessous:Rien ne doit obstruer par dessous; poser l’appareil sur
une surface plate.
Veiller également à ce que l’air circule le mieux possible comme
illustré.
Voorzichtig: Zorg Voor Goede Ventilatie
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, dient u
bij opstelling van het apparaat op de volgende punten te letten:
Voorkant:Voldoende ruimte vrij houden.
Zijkanten:Minstens 10 cm aan weerszijden vrij houden.
Bovenkant: Niets bovenop plaatsen; 10 cm speling geven.
Achterkant: Minstens 15 cm ruimte achteraan vrij houden.
Onderkant: Opstellen op een egaal horizontaal oppervlak.
Bovendien moet er rondom voldoende luchtdoorstroming zijn, zoals in
de afbeelding aangegeven.
Wand oder Hindernisse
Mur, ou obstruction
Wand of meubilair
Abstand von 15 cm oder mehr
Dégagement de 15 cm ou plus
Minstens 15 cm tussenruimte
RX-8032VSL/RX-7032VSL
Vorderseite
Avant
Voorkant
Standhöhe 15 cm oder mehr
Hauteur du socle: 15 cm ou plus
Standard op minstens 15 cm van de vloer
Beschrijving van PTY-codes ......................... 52
Deze markering toont dat de betreffende handeling
of bediening ALLEEN MOGELIJK is met de
afstandsbediening.
Deze markering toont dat de betreffende handeling
of bediening NIET met de afstandsbediening kan
worden uitgevoerd. Gebruik de toetsen op het
bedieningspaneel aan de voorzijde.
De functies met deze markering kunnen uitsluitend
met de RX-8032VSL worden gebruikt.
De functies met deze markering kunnen uitsluitend
met de RX-7032VSL worden gebruikt.
1
Introductie
Dank u voor de aanschaf van een van onze JVC producten.
Lees voor een optimale prestatie van dit toestel de gebruiksaanwijzing even goed door alvorens dit toestel in
gebruik te nemen. Bewaar de gebruiksaanwijzing ter referentie.
Kenmerken
CC (Compensative Compression) converter
—ALLEEN voor de RX-8032VSL
De CC-converter elimineert trillingen en golven met een
drastische vermindering van de digitale vervorming door de
digitale muziekdata met een 24 bit-quantisatie te verwerken en de
bemonsteringsfrequentie tot 128 kHz (voor fs 32 kHz signalen)/
176,4 kHz (voor fs 44,1 kHz signalen)/192 kHz (voor fs 48 kHz
signalen) te vergroten. Met gebruik van de CC-converter krijgt u
met iedere bron een natuurgetrouw en prettig geluidsveld. (Zie
bladzijde 21 voor details.)
K2 technologie—ALLEEN voor de RX-8032VSL
De K2 technologie is ontworpen voor een natuurgetrouwe
Nederlands
audioreproductie met een drastische reductie in digitale
vervorming waarbij een oorspronkelijke, uitermate nauwkeurige
geluidssfeer wordt verkregen.
Compatibel met diverse audioformaten, inclusief
DTS 96/24
Met de RX-8032VSL en RX-7032VSL kunt u ook van de nieuw
geïntroduceerde audioformaten genieten, bijvoorbeeld Dolby
Digital EX, Dolby Pro Logic II, DTS-ES, DTS Neo:6, en DTS 96/
24.
• Dit toestel is tevens compatibel met Dual Mono signalen die op
Dolby Digital en DTS discs zijn opgenomen.
DAP (Digital Acoustic Processor)
Met de technologie voor het simuleren van diverse geluidsvelden
krijgt u in uw huiskamer de geluidseffecten die u bijvoorbeeld van
bioscopen en concertzalen gewend bent. Dankzij de DSP (Digital
Signal Processor) en een geheugen van grote capaciteit kunt u
multikanaal surroundgeluid beluisteren bij weergave van 2-kanaal
of multikanaal software in overeenstemming met de gemaakte
luidsprekerinstellingen.
Voorzorgen
Stroombron
• Gebruik altijd de stekker om het netsnoer van de receiver te
ontkoppelen. Trek niet aan het snoer zelf.
• Raak het netsnoer en de stekker niet met natte handen aan.
• Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact indien u de
receiver voor langere tijd niet gaat gebruiken.
Ventilatie
De in deze receiver ingebouwde versterkers met hoog-vermogen
wekken hitte op in het toestel. Let voor de veiligheid derhalve op de
volgende punten.
• Zorg dat er een goede ventilatie rond de receiver is. Door een
slechte ventilatie zou het toestel kunnen oververhitten en de
receiver worden beschadigd.
• Blokkeer de ventilatie-openingen of gaten niet. (De warmte kan
mogelijk niet goed worden afgevoerd indien de ventilatieopeningen of gaten door bijvoorbeeld een krant of kleedje worden
afgedekt).
Overige
• Stop het gebruik van het toestel, trek de stekker van het netsnoer
uit het stopcontact en raadpleeg de plaats van aankoop indien een
metalen voorwerp of vloeistof in het toestel terecht is gekomen.
• Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater of
spatwater en plaats geen enkel voorwerp waarin zich een vloeistof
bevindt, zoals een vaas, op het apparaat.
• Demonteer het toestel niet. Er zijn geen door de gebruiker te
repareren onderdelen in het toestel.
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en raadpleeg uw
JVC handelaar indien u een probleem met het toestel heeft.
Multikanaal virtueel surroundgeluid via de
hoofdtelefoon—3D HEADPHONE
Het ingebouwde virtuele surroundsysteem voor de hoofdtelefoon
is compatibel met multikanaal software, zoals Dolby Digital, DTS
Surround, enz. Dankzij nieuwe algoritmes voor signaalverwerking
die door de high-performance DSP worden gebruikt, kunt u nu
ook via de hoofdtelefoon van een natuurgetrouw surroundgeluid
genieten.
COMPU LINK afstandsbedieningssysteem
Dankzij de COMPU LINK afstandsbedieningssysteem kunt u
andere JVC audio componenten via deze receiver bedienen.
2
Benaming van de onderdelen
+−+−+
−
231
564
89
7/P
0
+10
MENU
ENTER
BASS BOOST
TEST
∗
CENTER∗SUB WOOFER
∗
DIGITAL EQ
∗
SURR BACK
CH/
∗
LEVEL
TV VOL
/REW
TA/NEWS/INFO
FF/
MUTING
DIMMER
VOLUME
CATV/DBS
CONTROL
TV/VIDEO
REC PAUSE
SLEEP
RETURN FM MODE 1 00
+
CONTROL
REMOTE CONTROL
RM-SRX8032R
CATV/DBS VCR 1TVAUDIO
DSP
OFF
DVD MULTI
CD
CDR
TAPE/MD
TV/DBS VIDEO PHONO
FM/AM
VCR 1VCR 2
SURROUND
EX/ES
CC CONVERTER
SURR/DSP
ANALOG/DIGITAL
A/V CONTROL RECEIVER
INPUT
MIDNIGHT
MODE
DIRECT
ANALOG
DVD
u
i
1
3
4
9
p
q
w
t
;
a
10/0
y
2
SOUND
8
6
5
7
o
r
e
DISPLAY
MODE
A
A/V CONTROL RECEIVER
+−+−+
−
231
564
89
7/P
0
+10
MENU
ENTER
TESTCD DISC
∗
CENTER∗SUB WOOFER
∗
DIGITAL EQ
∗
SURR BACK
CH/
∗
LEVEL
TV VOL
/REWFF/
MUTING
DIMMER
VOLUME
CATV/DBS
CONTROL
VCR
CONTROL
TAPE/CDR
CONTROL
TV/VIDEO
REC PAUSE
SLEEP
RETURN FM MODE 1 00
+
REMOTE CONTROL
RM-SRX7032R
CATV/DBS VCRTVAUDIO
DSP
OFF
DVD MULTI
CD
TAPE/CDR
ANALOG/DIGITAL
FM/AM
TV/DBSVCR
SURROUND
EX/ES
SURR/DSP
INPUT
MIDNIGHT
MODE
DIRECT
ANALOG
DVD
u
i
3
4
9
p
q
w
t
a
10/0
y
2
SOUND
8
6
5
7
o
r
e
s
BASS BOOST
TA/NEWS/INFO
DISPLAY
MODE
;
Afstandsbediening
RX-8032VSLRX-7032VSL
Nederlands
1 Alleen voor de RX-8032VSL: Displayvenster
• Wanneer de afstandsbedieningsfunctie verandert, wordt dit
op het display getoond.
• De signaalindicator (A) licht op wanneer signalen worden
verstuurd.
2 De toetsen
• Voor de RX-8032VSL:
CATV/DBS , VCR 1 , TV , AUDIO
• Voor de RX-7032VSL:
CATV/DBS
3 De toetsen voor het selecteren van een afspeelbron (17, 18, 19,
4 • De toets SURROUND (39)
5 • Voor de RX-8032VSL: De toets CC CONVERTER (21)
6 De toets MIDNIGHT MODE (20)
7 De toets SOUND (22, 34, 35)
8 De toets CATV/DBS CONTROL (47)
23, 24, 39, 41, 42)
• Voor de RX-8032VSL:
DVD MULTI, DVD, CD*, FM/AM*, VCR 1, VCR 2,
CDR*, TAPE/MD*, TV/DBS, VIDEO, PHONO*
• Voor de RX-7032VSL:
DVD MULTI, DVD, CD*, FM/AM*, TV/DBS, VCR,
TAPE/CDR*
* De receiver wordt automatisch ingeschakeld wanneer u op
een van deze bronkeuzetoetsen drukt.
• De toets DSP (41)
• De toets SURR (surround)/DSP OFF (39, 41)
• De toets EX/ES (39)
• Voor de RX-7032VSL: De toets CD DISC (45)
9 De toets TV/VIDEO (46, 47)
(17, 46 – 48)
, VCR , TV , AUDIO
p • Voor de RX-8032VSL: De toets CONTROL (44 – 46)
• Voor de RX-7032VSL: De toets VCR CONTROL (46)
q De toets REC PAUSE (45, 46, 48)
w De toets SLEEP (22)
e De toets ANALOG/DIGITAL INPUT (20)
r De toets ANALOG DIRECT (21)
t • 10 cijfertoetsen voor bediening van tuner (24)
• 10 cijfertoetsen voor het aanpassen van het geluid (22, 34,
35)
• 10 cijfertoetsen voor de bediening van audio/videoapparatuur (44 – 48)
y • De toetsen CH (kanaal) +/– (46 – 48)
• De toetsen *LEVEL +/– (34, 35, 44)
De LEVEL +/– toetsen functioneren uitsluitend na een druk
op SOUND, 10 cijfertoetsen die met een sterretje (*) op de
afstandsbediening zijn gemarkeerd.
u De toetsen VOLUME +/– (18)
i De toetsen TV VOL (volume) +/– (46, 47)
o De toets MUTING (22)
; • De RDS-bedieningstoetsen (25, 26)
a De toets DIMMER (22)
å Alleen voor de RX-7032VSL: De toets TAPE/CDR
CONTROL (45)
3
Nederlands
SUBWOOFER OUT ON/OFF
SPEAKERS ON/OFF
PHONES
1
STANDBY
ANALOG DIRECT
2
STANDBY/ON
TUNER CONTROL
SETTINGADJUST
QUICK SPEAKER
SETUP
EXIT
MIDNIGHT
MODEEX / ES
INPUT ATT
INPUT
ANALOG
INPUT
DIGITAL
FM/AM TUNINGFM/AM PRESETFM MODEMEMORY
SURROUND
DSP
SURROUND/ DSP
OFF
VIDEO
L—AUDIO—RDIGITALS-VIDEOVIDEO
PUSH SET
MULTI JOG
MASTER VOLUME
1
2
;
s
i
a
457
uo
p
9
3
PUSH OPEN
CC CONVERTER
BASS BOOST
8
RX-8032VSL
RX-7032VSL
Alleen voor de RX-8032VSL
Achter de voorklep
MIDNIGHT
MODEEX / ES
INPUT ATT
INPUT
ANALOG
INPUT
DIGITAL
FM/AM TUNING FM/AM PRESET FM MODE MEMORY
VIDEO
L—AUDIO—RDIGITALS-VIDEO VIDEO
r
eq
w
y
t
6
TV SOUND
/DBS
VIDEOVCR 2VCR 1
DVDDVD MULTIAMFMTAPE/MDCDRCDPHONO
TV SOUND/DBSVCR
DVDDVD MULTIAMFMTAPE/CDRCD
RX-8032VSL
RX-7032VSL
Vooraanzicht Ontvanger
Display Window
Openen van de voorklep
4
Druk op PUSH OPEN.
DIGITAL EQ
INPUT ATT
SLEEP
VOLUME
ONE TOUCH OPERATION
3D - PHONIC
NEO:6
VIRTUAL SB
MIDNIGHT MODE
TA
NEWS
AUTO MUTING
INFO
TUNED STEREO
RDS
LINEAR PCM
DIGITAL
L
SUBWFR
LSRS
CR
S
LFE
DUALDIGITAL
AUTO
ANALOG96/24 MULTI
PRO LOGIC
DSP
HEADPHONE SPEAKERS 1 2
BASS BOOST
SB
%
^
&
¡
1
2
3
4
5
7
8
96
0
=-~
!@
™
*
(
)
$
#
_ +
Vooraanzicht Ontvanger
1 De toets STANDBY/ON en STANDBY-lampje (17)
2 • De toets SPEAKERS ON/OFF 1 (19)
• De toets SPEAKERS ON/OFF 2 (19)
3 • De toets SURROUND (39)
• De toets DSP (41)
• De toets SURROUND/DSP OFF (39, 41)
4 De sensor voor de afstandsbediening
5 Displayvenster (17)
6 • Voor de RX-8032VSL: De toetsen en lampje voor selecteren
van een afspeelbron (17, 18, 19, 21, 23, 24, 39, 41, 42)
DVD MULTI, DVD, VCR 1, VCR 2, VIDEO,
TV SOUND/DBS, PHONO, CD, CDR, TAPE/MD, FM, AM
(Het lampje boven de toets voor de gekozen bron licht op.)
• Voor de RX-7032VSL: De toetsen voor het selecteren van
een afspeelbron
(17, 18, 19, 21, 23, 24, 39, 41, 42)
DVD MULTI, DVD, VCR , TV SOUND/DBS, CD,
TAPE/CDR, FM, AM
7 De knop MASTER VOLUME (18)
8 • Voor de RX-8032VSL: De toets en lampje CC
CONVERTER (21)
Voor de RX-7032VSL: De toets en lampje BASS BOOST (22)
•
9 De toets SUBWOOFER OUT ON/OFF (19)
p PHONES aansluiting (19)
q De toets EX/ES (39)
w • De toets INPUT ANALOG (20)
• De toets INPUT ATT (20)
e De toets MIDNIGHT MODE (20)
r De toets INPUT DIGITAL (20)
t De toetsen TUNER CONTROL
• De toetsen FM/AM TUNING 5 / ∞ (23)
• De toetsen FM/AM PRESET 5 / ∞ (23, 24)
• De toets FM MODE (24)
• De toets MEMORY (23)
y Voor de RX-8032VSL: VIDEO -ingangen (13)
DIGITAL optische aansluitingen, S-VIDEO aansluiting,
VIDEO aansluiting, AUDIO—L/R aansluiting
u De toets SETTING (29)
i De toets QUICK SPEAKER SETUP (27)
o • De knop MULTI JOG (27, 29, 33)
• De toets PUSH SET (27, 29, 33)
; De toets EXIT (29, 33)
a De toets ADJUST (33)
s De toets en lampje ANALOG DIRECT (21)
Nederlands
Displayvenster
Displayvenster
1 DUAL indicator (37)
2 ANALOG indicator (20)
3 DIGITAL AUTO indicator (20)
4 96/24 indicator (37)
5 MULTI indicator (42)
6 RDS indicator (24)
7 Programmatype (TA/NEWS/INFO) indicators (26)
8 •
6 COMPU LINK-4 (SYNCHRO) aansluitingen (43)
7 Netsnoer (16)
8 DIGITAL OUT aansluiting (16)
9 SURROUND BACK SPEAKERS aansluiting (10)
p SURROUND SPEAKERS aansluiting (10)
q CENTER SPEAKER aansluiting (10)
w FRONT SPEAKERS 1 aansluitingen (10)
e FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen (10)
Ì Aarde (massa) aansluiting (11)
Ó COMPONENT VIDEO in- en uitgangsaansluitingen (14, 15)
• Ingang: DVD IN, DBS IN
• Uitgang: MONITOR OUT
RX-7032VSL
1 DIGITAL IN aansluitingen (16)
• Coaxiaal: DIGITAL 1 (DVD)
• Optisch: DIGITAL 2 (CD), DIGITAL 3 (TV),
DIGITAL 4 (CDR)
2 AUDIO in- en uitgangsaansluitingen (12 – 15)
• Ingang: DVD IN—FRONT, CENTER, SUBWOOFER,
SURR (REAR), TV SOUND/DBS IN,
VCR IN (PLAY), TAPE/CDR IN (PLAY), CD IN
• Uitgang: VCR OUT (REC), TAPE/CDR OUT (REC)
3 S-VIDEO en composiet VIDEO in- en uitgangsaansluitingen
(14, 15)
• Ingang: DVD IN, TV SOUND/DBS IN, VCR IN (PLAY)
• Uitgang: VCR OUT (REC), MONITOR OUT
4 FM/AM ANTENNA aansluitingen (8)
5 SUBWOOFER OUT-uitgang (10)
6 COMPU LINK-4 (SYNCHRO) aansluitingen (43)
7 Netsnoer (16)
8 DIGITAL OUT aansluiting (16)
9 SURROUND BACK SPEAKERS aansluiting (10)
p SURROUND SPEAKERS aansluiting (10)
q CENTER SPEAKER aansluiting (10)
w FRONT SPEAKERS 1 aansluitingen (10)
e FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen (10)
Nederlands
Verschillen tussen de RX-8032VSL en de RX-7032VSL
PREOUT aansluitingen
Kleur
Zilver
Zilver
RX-8032VSL
RX-7032VSL
Afstandsbediening
RM-SRX8032R
RM-SRX7032R
Video-aansluitingen (in- en uitgang)
Composiet video (4/3)
S-video (4/3)
Component video (2/1)
Composiet video (3/2)
S-video (3/2)
Displayvenster
: Bijgeleverd : Niet bijgeleverd
CC Converter
DVD MULTI, DVD, VCR 1, VCR 2, VIDEO,
TV SOUND/DBS, PHONO, CD, CDR,
TAPE/MD, FM, AM
DVD MULTI, DVD, VCR,
TV SOUND/DBS, CD, TAPE/CDR, FM, AM
Kiesbare bron
7
FM 75
COAXIAL
AM
EXT
AM
LOOP
ANTENNA
FM 75
COAXIAL
ANTENNA
FM 75
COAXIAL
ANTENNA
Aan de slag
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u geluidsapparatuur, beeldapparatuur en luidsprekers op de ontvanger aansluit
en hoe u de stroomtoevoer aansluit.
Voor de installatie
Algemeen voorzorgen
• Zorg dat uw handen droog zijn.
• Schakel alle apparatuur uit.
• Lees de gebruiksaanwijzing van alle apparaten die u aan wilt
sluiten aandachtig door.
Plaatsing
• Plaats de ontvanger op een horizontaal oppervlak dat niet vochtig
mag zijn of kan worden.
• De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan –5˚C en niet
hoger worden dan 35˚C.
• Zorg voor voldoende ventilatie rond de ontvanger. Bij gebrek aan
ventilatie kan de ontvanger oververhit en beschadigd raken.
Veiligheid
Nederlands
• Steek geen metalen voorwerpen in de ontvanger.
• Laat de ontvanger intact. Verwijder geen schroeven,
beschermplaten of onderdelen.
• Stel de ontvanger niet bloot aan vochtigheid zoals regen.
De meegeleverde accessoires ontroleren
Controleer of u in het bezit bent van alle onderstaande accessoires.
Deze behoren standaard met de ontvanger te worden meegeleverd.
Het getal tussen haakjes geeft het aantal items aan dat u van het type
accessoire in uw bezit dient te hebben.
• Afstandsbediening (1)
• Batterijen (2)
• AM-raamantenne (MG-ontvangst) (1)
• FM-antenne (1)
Mocht er een item ontbreken, neemt u dan onverwijld contact op
met uw leverancier.
Vervang de batterijen indien de afstandsbediening de signalen niet
meer goed uitzendt of de receiver niet meer juist bedient. Gebruik
twee LR6(AM3)/L40(15A) type (alkaline) droge-cel batterijen.
Opmerkingen:
• De bijgeleverde batterijen dienen voor het maken van de
instellingen bij het in gebruik nemen. Vervang de batterijen voor
normaal, langdurig gebruik.
• Stel na het vervangen van de batterijen de fabrikantcode opnieuw
in (zie bladzijden 47 tot 49).
LET OP:
Volg de onderstaande procedures om te voorkomen dat de batterijen
gaan lekken of openbreken:
• Let bij het plaatsen van de batterijen op de polariteit: (+) tegen (+)
en (–) tegen (–).
• Gebruik het juiste type batterijen. Batterijen die lijken op het
aangegeven type kunnen van een ander voltage zijn.
• Vervang beide batterijen altijd tegelijk en niet afzonderlijk.
• Stel batterijen nooit bloot aan warmtebronnen of open vuur.
De FM- en AM-antenne (voor MGontvangst) aansluiten
Aansluiten van de FM-antenne
A
B
Plaatsen van batterijen in de
afstandsbediening
Plaats de twee bijgeleverde batterijen alvorens gebruik in de
afstandsbediening.
1
2
LR6(AM3)/
L40(15A)
1. Druk op de batterij-afdekking op de achterkant
van de afstandsbediening en schuif open.
2. Plaats de batterijen.
• Zorg dat de polen overeenkomen: (+) met (+) en (–) met (–).
3. Plaats de deksel weer terug.
8
FM-antenne (bijgeleverd)
De FM-antenne dient horizontaal te
worden bevestigd.
3
Kabel naar de FM-buitenantenne
(niet bijgeleverd)
A. Gebruik maken van de meegeleverde FM-antenne
De meegeleverde FM-antenne kan als tijdelijke antenne dienst
doen als u deze aansluit op de uitgang met de markering
FM 75 Ω COAXIAL.
B.
Gebruik van een standaard aansluitstekker (niet bijgeleverd)
Op de FM 75 Ω COAXIAL aansluiting kunt u een FM antenne
met standaard aansluitekker (IEC of DIN45325) aansluiten.
Opmerking:
Verbind een FM-buitenantenne (niet bijgeleverd) indien de ontvangst
niet bevredigend is. Ontkoppel de bijgeleverde FM-antenne alvorens
een 75 Ω coaxkabel met standaardstekker (de kabel met ronde draad
die naar een buitenantenne gaat) aan te sluiten.
RIGHT
LEFT
RIGHT
LEFT
RIGHT
LEFT
+
–
RIGHT
LEFT
+
–
RIGHT
LEFT
+
–
RIGHT
LEFT
FM 75
COAXIAL
AM
EXT
AM
LOOP
ANTENNA
2
3
1
Aansluiten van de AM-antenne (voor MG-ontvangst)
Draai de raamantenne tot de beste
ontvangst is verkregen.
AM-raamantenne
(voor MG-ontvangst)
(bijgeleverd)
Steek de pinnen van de raamantenne in
de openingen van de standaard om de
AM-raamantenne (voor MG-ontvangst)
gebruiksklaar te maken.
Basisprocedure voor het maken van aansluitingen
1 Maak een insnijding, draai en verwijder
de isolatie bij het uiteinde van ieder
luidsprekersnoer (niet bijgeleverd).
2 Open de luidsprekeraansluiting.
RX-7032VSL
(Voor FRONT SPEAKERS 2 aansluitingen)
3 Steek de luidsprekerkabel in de opening die
vrijkomt.
Nederlands
4 Sluit de luidsprekeraansluiting.
Eénaderige bedrading voorzien van vinyl-beschermlaag
buiten (niet bijgeleverd)
Opmerkingen:
• Als de bedrading van de AM-raamantenne (voor MG
ontvangst
deze zoals in de afbeelding is aangegeven verwijderen.
• Zorg dat de bedrading van de antenne niet in aanraking
komt met andere uitgangen, draden of de netspanningskabel. Dit
kan de ontvangst nadelig beïnvloeden.
• Als de ontvangst te wensen overlaat, wordt u aangeraden om een
eenaderige bedrading die is voorzien van een vinyl-beschermlaag
(niet bijgeleverd) op de uitgang AM EXT aan te sluiten. (Laat de AMraamantenne (voor MG-ontvangst) op de ontvanger aangesloten.)
) is afgeschermd met een plastic laag, moet u
De luidsprekers aansluiten
U kunt de volgende luidsprekers aansluiten:
• Twee sets luidsprekers aan de voorzijde voor weergave van
normaal stereo-geluid.
• Eén set luidsprekers aan de surround voor weergave van het
surround sound-effect.
• Eén surroundachterluidspreker of één paar
• Eén middenluidspreker voor een versterkte weergave van stemmen
• Eén subwoofer om het bass-geluid beter tot zijn recht te laten
LET OP:
Gebruik uitsluitend luidsprekers met de SPEAKER IMPEDANCE
(luidsprekerimpedantie) die bij de luidsprekeraansluitingen is
gemarkeerd.
• Indien u zowel luidsprekers op de FRONT SPEAKERS 1 en 2
• Indien u luidsprekers op alleen de FRONT SPEAKERS 1 of
surroundachterluidsprekers voor een optimaal en effectief
surroundeffect.
en dialoog.
komen.
aansluitingen aansluit, moet u luidsprekers met een impedantie
van 16 Ω tot 32 Ω gebruiken.
alleen op de2 aansluitingen aansluit, moet u luidsprekers met
een impedantie van 8 Ω tot 16 Ω gebruiken.
Sluit voor alle luidsprekers (behalve de subwoofer) het ene
-
uiteinde van een luidsprekerkabel aan op de aansluitpunten (+) en
(–) op de achterzijde van de ontvanger en het andere uiteinde op
de aansluitpunten (+) en (–) van de luidsprekers.
Luidsprekeropstelling
De ideale luidsprekeropstelling is afhankelijk van de afmetingen
en karakteristieken van uw kamer. De afbeelding hieronder toont
de aanbevolen, standaardopstelling.
Subwoofer
Linkervoorluid-
spreker(s)
(L)
Linkersurroundluidspreker (LS)
Middenluid-
spreker
(C)
Rechtervoorluid-
spreker(s)
(R)
Rechtersurround-
luidspreker (RS)
Surroundachterluidsprekers (LSB/RSB)
9
RIGHT
LEFT
+
–
+
–
CENTER
SPEAKER
SURROUNDSPEAKERS
816
CAUTION : SPEAKER IMPEDANCE
SURROUND BACK SPEAKERS
FRONT SPEAKERS
RIGHT
LEFT
RIGHT
LEFT
RIGHT
LEFT
CAUTION : SPEAKER IMPEDANCE
SINGLE USE
See Instruction
Manual For
Connection
1
OR
2 :
8
16
1
AND
2 :
16
32
1
2
RIGHT
LEFT
+
–
SU
8
CAUTION : SPEAKER IMPEDANCE
SURROUND BACK SPEAKERS
SINGLE USE
See Instruction
Manual For
Connection
C
LR
LSRS
LSB
RSB
SB*
L
R
L
R
SURR BACK
SURR CENTER
FRONT
SUBWOOFER
PREOUT
SUBWOOFER
OUT
RX-7032VSL
RX-8032VSL
• In deze beschrijving worden de aansluitingen op het achterpaneel
van de RX-8032VSL voor het uitleggen gebruikt.
Surroundachterluidsprekers*
Rechts / Links
Nederlands
Middenluidspreker
Voorluidsprekers 1
Rechts / Links
Voorluidsprekers 2
Rechts / Links
*
Bij gebruik van slechts één
surroundachterluidspreker,
verbindt u het ª snoer met
de RIGHT ª aansluiting en
het · csnoer met de LEFT
·
aansluiting.
Opstellen van de luidsprekers
Voorluidsprekers en middenluidspreker
• Plaats deze luidsprekers (met de units voor reproductie van het middenbereik)
op dezelfde hoogte vanaf de vloer gezien.
• Plaats deze luidsprekers zodanig dat ze naar de oren van luisteraars zijn gericht.
Surroundluidsprekers en surroundachterluidsprekers
• Plaats deze luidsprekers 1 meter hoger dan de oren van luisteraars.
• Richt deze luidsprekers omlaag, naar de oren van luisteraars.
Subwoofer
• De lage tonen zijn niet-richtinggevoelig. U kunt de subwoofer derhalve op
iedere gewenste plaats installeren.
Opmerking:
Voor een perfecte luidsprekeropstelling dienen alle luidsprekers op gelijke afstand
tot de luisteraar te zijn geplaatst. Dit kan echter in uw kamer onmogelijk zijn. Met
dit toestel kunt u de vertragingstijd voor de luidsprekers instellen indien de
luidsprekers niet allemaal op gelijke afstand tot de luisteraar zijn geplaatst, zodat
het geluid van alle luidsprekers toch tegelijk de oren van de luisteraar bereikt.
(Zie bladzijde 30).
10
BELANGRIJK:
Na het aansluiten van de luidsprekers moet u de juiste
informatie voor de luidsprekers instellen. U kunt Quick
Speaker Setup (zie bladzijde 27) gebruiken voor het snel
Surroundluidsprekers
Rechts / Links
en eenvoudig instellen van de luidsprekerinformatie.
• Zie“Instellen van de luidsprekers” op bladzijde 29 voor het
verkrijgen van een optimaal Surround/DSP-effect.
Aansluiten van een subwoofer
U kunt de weergave van de lage tonen met een subwoofer versterken.
Verbind de ingangsaansluiting van een subwoofer met eigen circuit middels een kabel met
RCA-tulpstekkers (niet bijgeleverd) met het achterpaneel.
Subwoofer
* Indien slechts één
surroundachterluidspreker is aangesloten
PHONO
IN
RIGHTLEFT
R
L
RX-8032VSL
Verrijken van uw audiosysteem
RX-8032V
ONLY
RX-8032V
ONLY
L
R
L
R
SURR BACK
SURR CENTER
FRONT
SUBWOOFER
PREOUT
R
L
R
L
RX-8032VSL
—Alleen voor de RX-8032VSL
U kunt deze receiver als voor-versterker (regelaar-versterker)
gebruiken indien u eindversterkers middels snoeren met RCA
tulpstekkers (niet bijgeleverd) met de PREOUT aansluitingen op het
achterpaneel verbindt.
• Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang en de rode
steker op de rechter audio-uitgang.
LinkervoorluidsprekerRechtervoorluidspreker
Eindversterker
Eindversterker
Aansluiten van audio- en videocomponenten
Zie tevens de bij de andere componenten geleverde gebruiksaanwijzingen
indien u los verkrijgbare componenten wilt aansluiten.
Analoge aansluitingen
Indien uw audiocomponenten digitale audio-uitgangsaansluitingen
hebben, moet u deze met digitale snoeren volgens “Digitale
aansluitingen” (zie bladzijde 16) aansluiten voor een betere
geluidskwaliteit.
Geluidsapparatuur aansluiten
Gebruik voor het aansluiten van geluidsapparatuur kabels met
RCA-pinstekers (niet bijgeleverd).
• Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang en de rode
steker op de rechter audio-uitgang.
Indien uw audiocomponenten een COMPU LINK aansluiting
hebben
Zie tevens bladzijde 43 voor details aangaande het aansluiten en
het COMPU LINK afstandsbedieningssysteem.
LET OP:
Als u een geluidsversterker zoals een grafische equalizer tussen een
afspeelbron en deze ontvanger aansluit, kan de audio-uitvoer van de
ontvanger worden vervormd.
Nederlands
Middenluidspreker
Eindversterker
Linkersurround-
luidspreker
Eindversterker
Rechtersurround-
luidspreker
Surroundachterluidsprekers
Links / Rechts
Opmerking:
Indien u slechts één surroundachterluidspreker aansluit, dient u deze
met de linkersurroundachter PREOUT aansluiting (SURR BACK L) te
verbinden.
Draaitafel
Druk op de toets PHONO om het geluid na het aansluiten te
beluisteren.
Draaitafel
Als er bij uw draaitafel een
aardkabel werd
meegeleverd, dient u deze
aan te sluiten op de schroef
met de aanduiding (H), te
Naar de audio-uitgang
vinden aan de achterzijde.
Opmerking:
Deze aansluiting geldt voor een draaitafel met een cartridge van het
type MM (moving magnet).
Draaitafels met een klein verwisselbaar element zoals een MC
(bewegende veer) moeten middels een commerciële hoofdversterker
of door middel van optransformatie op de ontvanger worden
aangesloten. Rechtstreeks aansluiten kan resulteren in een te laag
volume.
11
OUT
(REC)
TAPE
MD
IN
(PLAY)
RX-8032VSL
R
L
R
L
TAPE
CDR
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
RX-7032VSL
R
L
R
L
RX-8032VSL
OUT
(REC)
CDR
IN
(PLAY)
R
L
R
L
RX-7032VSL
TAPE
CDR
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
R
L
R
L
CD
IN
R
L
RX-8032VSL/RX-7032VSL
CD-speler
Druk op de toets CD om het geluid na het aansluiten te beluisteren.
CD-speler
CD-recorder
Druk op de toets CDR (voor de RX-8032VSL) of TAPE/CDR (voor
de RX-7032VSL) om het geluid na het aansluiten te beluisteren.
Voor de RX-8032VSL
Naar de
audio-uitgang
Cassettedeck
Druk op de toets TAPE/MD (voor de RX-8032VSL) of TAPE/CDR
(voor de RX-7032VSL) om het geluid na het aansluiten te
beluisteren.
Nederlands
Voor de RX-8032VSL
Op de uitgang TAPE/MD kunt u een cassettedeck of een MDrecorder aansluiten. Zie bladzijde 13 voor het aansluiten van een
MD-recorder.
Cassettedeck
Naar de
audio-ingang
Naar de
audio-uitgang
Naar de
audio-ingang
CD-recorder
Naar de
audio-uitgang
Voor de RX-7032VSL
U kunt een CD-recorder of een cassettedeck met de TAPE/CDR
aansluitingen verbinden. Zie de linkerkolom indien u een
cassettedeck met de TAPE/CDR aansluitingen wilt verbinden.
Naar de
audio-ingang
CD-recorder
Naar de
audio-uitgang
Voor de RX-7032VSL
U kunt een cassettedeck of een CD-recorder met de TAPE/CDR
aansluitingen verbinden. Zie de rechterkolom indien u een CDrecorder met de TAPE/CDR aansluitingen wilt verbinden.
Cassettedeck
Naar de
audio-ingang
12
Naar de
audio-uitgang
Opmerking:
Voor de RX-7032VSL: Indien u een CD-recorder met de TAPE/CDR
aansluitingen heeft verbonden, moet u de bronnaam naar “CDR”,
veranderen zodat deze wordt getoond wanneer u de CD-recorder als
bron kiest. Zie bladzijde 21 voor details.
MD-recorder
S-VIDEODIGITAL
VIDEO L—AUDIO—R
VIDEO
R
L
RX-8032V
ONLY
OUT
(REC)
TAPE
MD
IN
(PLAY)
RX-8032VSL
R
L
R
L
Druk op de toets TAPE/MD (voor de RX-8032VSL) of TAPE/CDR
(voor de RX-7032VSL) om het geluid na het aansluiten te
beluisteren.
Voor de RX-8032VSL
U kunt een cassettedeck of een MD-recorder met de TAPE/MD
aansluitingen verbinden. Zie bladzijde 12 voor het aansluiten van
een cassettedeck
Naar de
audio-ingang
MD-recorder
Naar de
audio-uitgang
Beeldapparatuur aansluiten
Gebruik voor het aansluiten van geluidsapparatuur kabels met
RCA-pinstekers (niet bijgeleverd).
Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang, de rode steker
op de rechter audio-uitgang, en de gele steker op de video-uitgang.
• Indien uw videocomponenten S-video (Y/C-gescheiden) en/of
component video (Y, P
B, PR) aansluitingen hebben, dient u deze
met een S-videokabel (niet bijgeleverd) en/of component
videokabel (niet bijgeleverd) te verbinden. Met gebruik van deze
aansluitingen krijgt u een betere beeldkwaliteit op volgorde van—
Component video > S-video > Composiet video.
BELANGRIJK:
Deze receiver heeft de volgende video-aansluitingen—composiet
video, S-video en component video (alleen voor de RX-8032VSL)
aansluitingen. U kunt ieder van deze drie aansluitingen gebruiken
voor het verbinden van een videocomponent.
De videosignalen van een bepaald type ingangsaansluiting
worden echter uitsluitend via de video-uitgangsaansluitingen
van hetzelfde type uitgestuurd.
Indien derhalve een videocomponent voor opname en een
videocomponent voor weergave via verschillende typen videoaansluitingen van deze receiver zijn verbonden, kunt u het beeld niet
opnemen. Indien de op deze receiver aangesloten TV en
videocomponent voor weergave via video-aansluitingen van
verschillend type zijn verbonden, kunt u het weergavebeeld van de
video niet op de TV bekijken.
Nederlands
Opmerking:
Als u een MD-recorder op de uitgang TAPE/MD aansluit, moet u de
naam van de afspeelbron wijzigen in “MD”. De naam van de
afspeelbron wordt op de display weergegeven. Zie bladzijde 21 voor
details.
Voor de RX-7032VSL
U kunt een MD-recorder met de TAPE/CDR aansluitingen
verbinden indien er geen ander component, bijvoorbeeld een
cassettedeck of CD-recorder, op is aangesloten. Zie bladzijde 12
indien u een MD-recorder met de TAPE/CDR aansluitingen wilt
verbinden.
• Uw MD-recorder is mogelijk een van de JVC producten met het
COMPU LINK afstandsbedieningssysteem. U kunt het COMPU
LINK afstandsbedieningssysteem echter niet gebruiken voor het
bedienen van de MD-recorder.
Videocamera
Druk op VIDEO om het geluid na het aansluiten te beluisteren.
De VIDEO ingangsaansluitingen op het voorpaneel (achter de
voorklep) zijn vooral handig voor een component dat u regelmatig
aansluit en ontkoppelt.
Naar audio-uitgang
Naar composiet videouitgang
Naar S-video uitgang
Naar optische digitale
uitgang
Videocamera
Bij gebruik van de digitale ingangsaansluiting
Kies de juiste digitale ingangsfunctie.
Zie “Kiezen van de analoge of digitale ingangsmodi” op bladzijde
19 voor details.
13
MONITOR
OUT
TV SOUND
DBS
IN
MONITOR
OUT
Y
P
B
P
R
A
B
C
D
R
L
RX-8032VSL/RX-7032VSL
Videorecorder
RX-8032VSL
VCR 2
VCR 1
IN
(PLAY)
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
OUT
(REC)
AB
DCE F
R
L
R
L
VCR
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
RX-7032VSL
AB
DCE F
R
L
R
L
TV SOUND
DBS
IN
DBS
IN
A
B
C
D
R
L
RX-8032VSL/RX-7032VSL
DBS
Druk op VCR 1 of VCR 2 (voor de RX-8032VSL) of VCR (voor de
RX-7032VSL) om het geluid na het aansluiten te beluisteren.
Voor de RX-8032VSL
U kunt twee videorecorders verbinden—de ene met de VCR 1
aansluitingen en de andere met de VCR 2 aansluitingen.
Å Naar audio-ingang
ı Naar audio-uitgang
Ç Naar S-video uitgang
Naar component video-uitgang
Î
‰ Naar S-video ingang
Ï Naar composiet video-ingang
Nederlands
Videorecorder
TV en/of DBS-tuner
Druk op TV SOUND/DBS (of TV/DBS van de afstandsbediening)
om het geluid na het aansluiten te beluisteren.
TV
Indien “TV” als
bronnaam is
ingevoerd (zie
bladzijde 21) worden
er geen signalen via
deze aansluitingen
uitgestuurd.
Verbind de TV met de juiste MONITOR OUT aansluitingen voor
weergave van het beeld van de aangesloten
videocomponenten.
Voor de RX-7032VSL
14
Videorecorder
Å Naar audio-uitgang
ı Naar component video-ingang (Alleen voor de
RX-8032VSL)
Ç Naar S-video ingang
Î Naar composiet video-ingang
Å Naar audio-ingang
ı Naar audio-uitgang
Ç Naar S-video uitgang
Naar component video-uitgang
Î
‰ Naar S-video ingang
Ï Naar composiet video-ingang
DBS-tuner
Å Naar audio-uitgang
ı Naar component video-uitgang (Alleen voor de
RX-8032VSL)
Ç Naar S-video uitgang
Î Naar composiet video-uitgang
Opmerking:
Indien u een DBS-tuner met de TV SOUND/DBS IN aansluitingen
verbindt, moet u de bronnaam naar “DBS” veranderen zodat deze
aanduiding op het display wordt getoond wanneer u de bron kiest. U
kunt anders het beeld van de DBS-tuner niet bekijken. Zie bladzijde
21 voor details.
RX-8032VSL/RX-7032VSL
DVD
VIDEO
RIGHTLEFT
S-VIDEO
VIDEO
AUDIO
SUBWOOFER CENTER
DVD
IN
FRONT
DVD
IN
COMPONENT VIDEO
DVD
IN
SURR
(REAR)
R
L
A
B
C
D
DVD
VIDEO
RIGHTLEFT
S-VIDEO
VIDEO
AUDIO
SUBWOOFER CENTER
DVD
IN
FRONT
DVD
IN
COMPONENT VIDEO
DVD
IN
SURR
(REAR)
R
L
R
L
A
B
C
D
EFG
RX-8032VSL/RX-7032VSL
DVD-speler
• Als u de DVD-speler met de stereo-stekers aansluit:
Druk op DVD om het geluid na het aansluiten te beluisteren.
DVD-speler
• Als u de DVD-speler met de analoge, losse stekers aansluit (5,1
kannal-reproductie):
Druk op DVD MULTI om het geluid na het aansluiten te
beluisteren.
Nederlands
Å Naar component video-uitgang (Alleen voor de RX-
8032VSL)
ı Naar S-video uitgang
Ç Naar composiet video-uitgang
Î Naar links/rechts voorkanaal audio-uitgang (of naar
gemengde audio-uitgang indien nodig)
DVD-speler
Å Naar component video-uitgang (Alleen voor de RX-
8032VSL)
ı Naar subwoofer uitgang
Ç Naar middenkanaal audio-uitgang
Î Naar S-video uitgang
‰ Naar composiet video-uitgang
Ï Naar links/rechts voorkanaal audio-uitgang
Ì Naar links/rechts surroundkanaal audio-uitgang
15
DIGITAL IN
DIGITAL 1 (DVD)
DIGITAL 2 (CD)
DIGITAL 3 (TV)
DIGITAL 4 (CDR)
PCM/ DOLBY DIGITAL
/ DTS
DIGITAL OUT
Digitale aansluitingen
Deze receiver heeft vier DIGITAL IN aansluitingen—één digitale
coaxiale aansluiting en drie digitale optische aansluitingen—en één
DIGITAL OUT (optisch) aansluiting op het achterpaneel.
• Voor de RX-8032VSL: Op het voorpaneel is er nog een extra
digitale optische ingangsaansluiting (zie bladzijde 13).
BELANGRIJK:
• Let er bij het aansluiten van de DVD-speler, digitale TV-tuner of
DBS-tuner waarbij u de digitale aansluitpunten gebruikt op dat u de
apparatuur tevens aansluit op de video-bus aan de achterzijde.
Zonder aansluiting op de video-bus is het niet mogelijk om beelden
te bekijken.
• Nadat u bovenstaande apparaten op de DIGITAL IN-aansluitingen
hebt aangesloten, moet u indien nodig nog de volgende instellingen
op de juiste wijze aanbrengen.
– Selecteer de juiste instelling voor de digitale ingang van (DIGITAL
IN). Hiervoor verwijzen we u naar de paragraaf “Instellen van de
digitale ingangsaansluitingen” op pagina 31.
– Selecteer de juiste digitale invoermodus. Hiervoor verwijzen we u
naar de paragraaf “Kiezen van de analoge of digitale
ingangsmodi” op pagina 19.
Nederlands
Digitale ingangen
U kunt ieder digitaal component met een coaxiale of optische
digitale uitgangsaansluiting verbinden.
Digitale coaxkabel (niet bijgeleverd)
tussen digitale coax-aansluitpunten
Digitale uitgangsaansluiting
U kunt een gewenst digitaal component met een optische digitale
ingangsaansluiting verbinden.
Digitale optische kabel (niet bijgeleverd)
tussen digitale optische aansluitpunten
Als de digitale recorder (b.v. een
MD-recorder en CD-recorder) is
uitgerust met een digitale, optische
ingang, dient u deze te verbinden
met de uitgang DIGITAL OUT zodat
u van digitaal naar digitaal kunt
opnemen.
Opmerking:
De indeling van het digitale signaal dat via de uitgang DIGITAL OUT
wordt uitgevoerd, is gelijk aan de indeling van de invoersignalen. Dit
betekent dat wanneer de DTS Digital Surround-signalen worden
ingevoerd, er ook DTS Digital Surround-signalen worden uitgevoerd.
De netspanningskabel aansluiten
Digitale optische kabel (niet bijgeleverd)
tussen digitale optische aansluitpunten
Als het desbetreffende apparaat een
digitale coax-uitgang heeft, moet u dat
apparaat met een digitale coax-kabel
(niet bijgeleverd) aansluiten op de
ingang DIGITAL 1 (DVD).
Als het desbetreffende apparaat een
digitale optische uitgang heeft, moet u
dat apparaat met een digitale optische
kabel (niet bijgeleverd) aansluiten op
de ingang DIGITAL 2 (CD), DIGITAL 3
(TV) of DIGITAL 4 (CDR).
Verwijder voor het aanbrengen
van een digitale optische kabel
eerst het
beschermende
dopje uit de ingang.
Opmerkingen:
• De instellingen voor de digitale ingangen van DIGITAL IN zijn in de
fabriek als volgt voor de volgende apparaten ingesteld:
– DIGITAL 1 (coaxiaal):Voor een DVD-speler
– DIGITAL 2 (optisch): Voor een CD-speler
– DIGITAL 3 (optisch): Voor de digitale TV-tuner
– DIGITAL 4 (optisch): Voor een CD-recorder
• Indien u de CD-speler of CD-recorder (of MD-recorder; alleen voor
de RX-8032VSL) met gebruik van het COMPU LINK
afstandsbedieningssysteem wilt bedienen, moet u het te bedienen
component volgens de beschrijving bij “Analoge aansluitingen” (zie
bladzijden 12 en 13) aansluiten.
16
Alvorens de ontvanger op de netspanningskabel aan te sluiten, moet
u nagaan of alle benodigde aansluitingen tot stand zijn gebracht.
Steek de stekker van de netspanningskabel in een
wandcontactdoos.
Houd de netspanningskabel uit de buurt van de aansluitkabels en de
antenne. De netspanningskabel kan de ontvangst en de weergave van
beelden en geluid negatief beïnvloeden.
Opmerking:
De voorkeursinstellingen zoals kanaal- en geluidsinstellingen kunnen
in de volgende gevallen na een aantal dagen zijn gewist:
– Wanneer u de stekker eruit haalt.
– Wanneer er een stroomstoring optreedt.
LET OP:
• Raak de netspanningskabel niet met natte handen aan.
• Trek niet aan de netspanningskabel als u die uit de
wandcontactdoos wilt verwijderen. Pak de kabel altijd bij de stekker
beet en trek de stekker voorzichtig uit het stopcontact zodat de
kabel niet kan beschadigen.
De bediening in een notendop
DVD MULTI
CD
CDR
TAPE/MD
TV/DBS VIDEO PHONO
FM/AM
VCR1VCR2
DVD
DVD MULTI
CD
TAPE/CDR
FM/AM
TV/DBSVCR
DVD
TV SOUND/DBSVCR
DVDDVD MULTIAMFMTAPE/CDRCD
1
3
2
4
VOLUME
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
TV SOUND
/DBS
VIDEOVCR 2VCR 1
DVDDVD MULTIAMFMTAPE/MDCDRCDPHONO
DIGITAL EQ
INPUT ATT
SLEEP
VOLUME
ONE TOUCH OPERATION
3D - PHONIC
NEO:6
VIRTUAL SB
MIDNIGHT MODE
TA
NEWS
AUTO MUTING
TUNED STEREO
RDS
LINEAR PCM
DIGITAL
L
SUBWFR
LSRSCRS
LFE
DUALDIGIGTAL
AUTO
ANALOG96/24 MULTI
PRO LOGIC
DSP
HEADPHONE SPEAKERS 1 2
BASS BOOST
SB
INFO
De volgende bedieningsinstructies gelden doorgaans voor alle typen geluidsapparatuur.
De volgende bedieningen worden uitgelegd met gebruik van de toetsen op het voorpaneel.
U kunt tevens de toetsen op de afstandsbediening voor de overeenkomende functies gebruiken indien deze min of meer dezelfde
namen/markeringen hebben.
Dagelijkse bedieningsprocedures
1 Schakel de stroom in.
• Zie “De stroomtoevoer inschakelen” hieronder.
2 Kies de bron.
• Zie “Een afspeelbron kiezen” hier rechts.
3 Stel het volume in.
• Zie “Het volume aanpasen” op bladzijde 18.
4 Kies de surroundfunctie of DSP-modus.
• Zie “Activeren van de surroundmodi” (bladzijde 39) en
“Activeren van de DSP-modus” (bladzijde 41).
Een afspeelbron kiezen
Druk rechtstreeks op de toets van de gewenste afspeelbron.
• De naam van de gekozen bron en de hiervoor gekozen Surround/
DSP-modus worden tevens op de display weergegeven.
De naam van de geselecteerde afspeelbron en de huidige
Surround-/DSP-modus worden weergegeven
Voor de RX-8032VSL
Nederlands
De stroomtoevoer inschakelen
Druk op de toets STANDBY/ON (of AUDIO van de
afstandsbediening).
Het STANDBY-lampje gaat aan. De naam van de huidige
afspeelbron en de Surround-/DSP-modus worden op de display
weergegeven.
De naam van de huidige afspeelbron en de Surround-/DSPmodus worden weergegeven
Voor het uitschakelen van de stroom (naar standby), drukt u
weer op de toets
afstandsbediening).
Het STANDBY-lampje licht op.
Opmerking:
Er vindt altijd een licht stroomverbruik plaats wanneer de eenheid in
standby staat. Als u het stroomverbruik helemaal wilt uitschakelen,
moet u de stekker uit het stopcontact verwijderen.
Het huidige volumeniveau wordt weergegeven
STANDBY/ON (of AUDIO van de
Met het toestel
• Het lampje van de gekozen bron licht op (bijv. met DVD als bron
gekozen).
Met de afstandsbediening
Voor de RX-7032VSL
Met het toestel
Met de afstandsbediening
Opmerkingen:
• Voor de RX-8032VSL: Indien u een MD-recorder hebt aangesloten
(op de uitgang TAPE/MD IN), en een DBS-tuner hebt aangesloten
(op de uitgang TV SOUND/DBS IN), moet u de naam van de
afspeelbron die op de display wordt weergegeven wijzigen. Zie
pagina 21 voor meer informatie.
• Voor de RX-7032VSL: Indien u een CD-recorder hebt aangesloten
(op de uitgang TAPE/CDR IN), en een DBS-tuner hebt aangesloten
(op de uitgang TV SOUND/DBS IN), moet u de naam van de
afspeelbron die op de display wordt weergegeven wijzigen. Zie
bladzijde 21 voor meer informatie.
17
CD
CDR
TAPE/MD
PHONO
FM/AM
AMFMTAPE/CDRCD
CD
TAPE/CDR
FM/AM
AMFMTAPE/MDCDRCDPHONO
SUBWFR
LCR
LSRS
LFE
LCR
SLS
SB
RS
SB
LFE
SUBWFR
LCR
LSRS
SB
Luidspreker- en signaalindicators op het display
SUBWFR
Aan de hand van de volgende indicators kunt u gemakkelijk zien
welke luidsprekers zijn geactiveerd en wat voor een signalen en van
welke bron in de receiver komen.
Luidsprekerindicators
Welke luidsprekerindicators oplichten is afhankelijk van de
luidsprekerinstellingen (zie “Instellen van de luidsprekers” op
bladzijde 29 voor details).
• De lijsten van “L”, “C”, “R”,”LS”, “RS” en “SB” lichten op indien
de overeenkomende luidsprekers op “LARGE” of “SMALL” zijn
gesteld en de luidspreker voor de huidige gekozen Surround/DSP-
Nederlands
functie vereist is.
• Indien “SUB WOOFER” op “YES” is gesteld, licht
(zie bladzijde 29).
• Alle drie de lijsten in de “SB” regel worden niet tegelijkertijd
gebruikt.
Indien “SBACK OUT” op “2SPK” is gesteld, worden de linker- en
rechterlijsten niet gebruikt. Met “1SPK” gekozen, wordt de
middelste lijst gebruikt (zie bladzijde 29).
Signaalindicators
op
Kiezen van een verschillende bron voor het beeld
en geluid
Tijdens het bekijken van beelden van een videobron, kunt u
tegelijkertijd het geluid van een andere audiobron beluisteren.
• Nadat u een videobron heeft gekozen, worden de beelden van deze
gekozen bron naar de TV gestuurd totdat u een andere videobron
kiest.
Druk tijdens het bekijken van het beeld van een
videocomponent, bijvoorbeeld de videorecorder of DVD-speler,
op een van de audiobronkeuzetoetsen.
Voor de RX-8032VSL
Met het toestel
Voor de RX-7032VSL
Met het toestel
Opmerking:
Voor de RX-8032VSL: U kunt deze functie niet gebruiken tijdens
weergave van een beeld via de COMPONENT VIDEO aansluitingen.
Met de afstandsbediening
Met de afstandsbediening
De signaalindicators lichten op het display op en tonen de
binnenkomende signalen.
L:• Met de digitale ingang gekozen: Licht op wanneer het
R:• Met de digitale ingang gekozen: Licht op wanneer het
C:Licht op wanneer het signaal van het middenkanaal wordt
LFE: Licht op wanneer het signaal van het LFE (lage frequentie-
LS: Licht op wanneer het signaal van het linkersurroundkanaal
RS: Licht op wanneer het signaal van het rechtersurroundkanaal
S:Licht op wanneer het signaal van het monosurroundkanaal
SB: Licht op wanneer het signaal van het surroundachterkanaal
Opmerking:
Met “DVD MULTI” als bron gekozen, zullen “L”, “C”, “R”, “LFE”, “LS” en
“RS” oplichten.
Uitleg over de verlichting van de luidspreker- en
signaalindicators
18
signaal van het linkerkanaal wordt ontvangen.
• Met de analoge ingang gekozen: Licht altijd op.
signaal van het rechterkanaal wordt ontvangen.
• Met de analoge ingang gekozen: Licht altijd op.
ontvangen.
effect) kanaal wordt ontvangen.
wordt ontvangen.
wordt ontvangen.
wordt ontvangen.
wordt ontvangen.
Bijv. Er wordt geen geluid via de
middenluidspreker en
surroundachterluidsprekers
weergegeven alhoewel er wel
signalen door deze receiver
voor het middenkanaal en
surroundachterkanaal worden
ontvangen.
Het volume aanpassen
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Draai de knop MASTER VOLUME met de wijzers van de klok mee
om het volume te vergroten.
Draai de knop tegen de wijzers van de klok in om het volume te
verkleinen.
Met de afstandsbediening:
Druk op de toets VOLUME + om het volume te vergroten.
Druk op de toets VOLUME – om het volume te verkleinen.
LET OP:
Zet het volume altijd op het minimum niveau alvorens u een bron
inschakelt. Als u het volume op het maximum niveau zet, kan de
plotselinge geluidsexplosie uw gehoororganen en/of de luidsprekers
permanente schade toebrengen.
Opmerkingen:
• Het volumeniveau kan worden ingesteld op waarden tussen “0”
(minimaal) tot “70” (maximaal).
• Als u voor de One Touch-bediening de instelling “ON” opgeeft (zie
bladzijde 32), hoeft u het volumeniveau niet elke keer aan te
passen wanneer u een andere afspeelbron selecteert. Het niveau
wordt automatisch ingesteld op het opgeslagen niveau.
De luidsprekers aan de voorzijde
Remote
NOT
Remote
NOT
selecteren
Activeren en instellen van het
subwoofergeluid
Met twee paar voorluidsprekers aangesloten, kunt u kiezen welke
luidsprekers u wilt gebruiken.
Als u de luidsprekers wilt gebruiken die zijn aangesloten op de
aansluiting met de aanduiding FRONT SPEAKERS 1, moet u
op de toets SPEAKERS ON/OFF 1 drukken zodat de indicator
SPEAKERS 1 op het display licht op. Zorg ervoor dat de indicator
SPEAKERS 2 niet licht is.
Als u de luidsprekers wilt gebruiken die zijn aangesloten op de
aansluiting met de aanduiding FRONT SPEAKERS 2, moet u
op de toets SPEAKERS ON/OFF 2 drukken zodat de indicator
SPEAKERS 2 op het display licht op. Zorg ervoor dat de indicator
SPEAKERS 1 niet licht is.
Als u alle twee de luidsprekersets wilt gebruiken, moet u op de
toets SPEAKERS ON/OFF 1 en SPEAKERS ON/OFF 2 drukken
zodat zowel de indicators SPEAKERS 1/2 op het display licht op.
Als u geen van beide luidsprekersets wilt gebruiken, moet u op de
toets SPEAKERS ON/OFF 1 en SPEAKERS ON/OFF 2 drukken
zodat zowel de indicators SPEAKERS 1/2 op het display uit zijn.
De indicator HEADPHONE licht op en de vermelding
“HEADPHONE” wordt op de display weergegeven.
• Als u de luidsprekers activeert, wordt de eerder geselecteerde
Surround- en DSP-modus ingeschakeld.
Het is mogelijk het geluid van de subwoofer te annuleren, als u een
subwoofer hebt aangesloten en voor “SUB WOOFER” de instelling
“YES” hebt geselecteerd (zie bladzijde 29). Dit is handig voor als u
‘s nachts naar de subwoofer wilt luisteren.
Druk op de toets SUBWOOFER OUT ON/OFF om het geluid
van de subwoofer te annuleren.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt het geluid van de
subwoofer gedeactiveerd (“SUBWFR OFF”) of geactiveerd
(“SUBWFR ON”).
• Het uitgangsniveau voor de subwoofer kan met de
afstandsbediening worden ingesteld indien de subwoofer voor
weergave is geactiveerd.
1 Druk op SOUND.
2 Druk op SUBWOOFER.
3 Druk op LEVEL + of – om het uitgangsniveau in te stellen
(–10 dB tot +10 dB).
Opmerking:
U kunt de geluidsweergave via de subwoofer niet uitschakelen indien
u “SMALL” bij de instellingen voor het luidsprekersformaat (zie
bladzijde 29) of met “Quick Speaker Setup” (zie bladzijde 27) heeft
gekozen.
Kiezen van de analoge of digitale
ingangsmodi
Nederlands
Weergave via uitsluitend de hoofdtelefoon:
Schakel beide paren voorluidsprekers uit en verbind uw
hoofdtelefoon met de PHONES aansluiting.
U kunt tevens de geluidseffecten via de hoofdtelefoon horen indien
de surround- of DSP-functie is geactiveerd—3D HEADPHONE (3D
H PHONE) functie.
•“3D H PHONE” verschijnt op het display en de DSP en
HEADPHONE indicators lichten op het display op. (Zie bladzijde
38 voor details).
Opmerking:
U kunt slechts één paar luidsprekers gebruiken indien u “DVD MULTI”
als bron heeft gekozen of een van de Surround/DSP-functies kiest
waardoor de midden- en/of surroundluidspreker(s) wordt geactiveerd.
LET OP:
Verlaag het volume:
• Alvorens de hoofdtelefoon aan te sluiten of op te zetten, daar een
hoog volume zowel de hoofdtelefoon als uw gehoor kan
beschadigen.
• Alvorens de luidsprekers weer te activeren, daar anders mogelijk
een zeer hoog volume via de luidsprekers wordt uitgestuurd.
U moet de digitale ingangsfunctie kiezen indien u digitale
broncomponenten met de digitale aansluitingen heeft verbonden (zie
bladzijde 16).
Voordat u start, vergeet niet...
De instellingen voor de digitale ingangsaansluiting dienen juist
te zijn gemaakt voor de bronnen waarvoor u de digitale
ingangsfunctie wilt kiezen (zie “Instellen van de digitale
ingangsaansluitingen” op bladzijden 31 en 32).
1. Druk op een van de bronkeuzetoetsen waarvoor u de
ingangsfunctie wilt veranderen.
• Voor de RX-8032VSL:DVD, VIDEO, TV (SOUND)/
DBS, CD, CDR, of TAPE/MD*
• Voor de RX-7032VSL:DVD, TV (SOUND)/DBS, CD, of
TAPE/CDR*
*
De digitale ingangsfunctie is niet beschikbaar indien u “TAPE” als
bron heeft gekozen. Zie “De naam van een afspeelbron wijzigen” op
bladzijde 21 indien u de bronnaam wilt wijzigen.
Zie verder op de volgende pagina
19
LINEAR PCM
DIGITAL
2. Druk op de toets INPUT DIGITAL (of ANALOG/
VOLUME
DIGITAL
L
SUBWFR
LSRS
CR
LFE
DIGITAL
AUTO
SPEAKERS 1
DGTL AUTODGTL D.D
DGTL DTS
(Dolby Digital)
(Digital)
VOLUME
DIGITAL
L
SUBWFR
LSRS
CR
LFE
DIGITAL
AUTO
SPEAKERS 1
Remote
NOT
Remote
NOT
VOLUME
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
DIGITAL INPUT van de afstandsbediening) om
“DGTL AUTO” te kiezen.
De DIGITAL AUTO indicator licht op het display op.
• Met “DGTL AUTO” gekozen, tonen de volgende indicators
het digitale signaalformaat van de ontvangen signalen.
: Licht op wanneer lineaire PCM signalen
worden ontvangen.
: Licht op wanneer Dolby Digital signalen
worden ontvangen.
: Licht op wanneer DTS signalen worden
ontvangen.
Nederlands
Er licht geen indicator op indien de receiver het digitale
signaalformaat van de ontvangen signalen niet kan herkennen.
Bij weergave van software die met Dolby Digital of DTS is
gecodeerd, kunnen de volgende symptonen voorkomen:
• Geen geluid bij het begin van de weergave.
• Ruis tijdens het zoeken of overslaan van hoofdstukken of
fragmenten.
Druk in dit geval herhaaldelijk op INPUT DIGITAL om
“DGTL D.D” of “DGTL DTS” te kiezen.
• Door iedere druk op INPUT DIGITAL verandert de
ingangsfunctie als volgt:
Instellen van het dynamisch bereik
U kunt met de Midnight modus ook ’s avonds laat een krachtig
geluid beluisteren.
Druk op de toets MIDNIGHT MODE zodat “MID NIGHT 1” of
“MID NIGHT 2” op het display verschijnt.
De MIDNIGHT MODE indicator licht tevens op.
MID NIGHT 1:Kies indien u het dynamisch bereik iets wilt
verkleinen.
MID NIGHT 2:Kies voor een volledige verkleining van het
dynamisch bereik (vooral ’s avonds laat zeer
handig).
MID NIGHT OFF: Kies wanneer u het surroundgeluid met het
gehele dynamische bereik wilt beluisteren (er
wordt geen effect toegepast).
Opmerkingen:
• De Midnight modus wordt tijdelijk geannuleerd indien Analog Direct
in gebruik is.
•“Midnight Mode” kan niet voor de DVD MULTI weergavefunctie
worden gebruikt.
Met “DGTL D.D” of “DGTL DTS” gekozen, zal de AUTO
indicator doven en de overeenkomende indicator van het digitale
signaalformaat op het display oplichten.
• Indien het ontvangen signaal niet overeenkomt het het gekozen
digitale signaalformaat, zal de rand van de gekozen indicator
knipperen.
Opmerking:
De “DGTL D.D” en “DGTL DTS” instellingen worden geannuleerd en
de digitale ingangsfunctie wordt automatisch naar “DGTL AUTO”
gesteld wanneer u de stroom uitschakelt of een andere bron kiest.
Weer kiezen van de analoge ingangsfunctie
Druk op INPUT ANALOG (of druk herhaaldelijk op ANALOG/
DIGITAL INPUT van de afstandsbediening totdat “ANALOG” op
het display verschijnt). De ANALOG indicator licht op.
Het invoersignaal dempen
Wanneer het invoersignaal van de afspeelbron te sterk is, treedt er
vervorming op. Als dit het geval is, dient u het invoersignaal af te
zwakken zodat de vervorming van het geluid verdwijnt.
• Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere analoge bron in het geheugen vastgelegd.
Druk op de toets INPUT ATT (INPUT ANALOG) en houdt deze
ingedrukt zodat de indicator INPUT ATT op de display oplicht.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de
dempingsfunctie ingeschakeld (“ATT ON”) of uitgeschakeld
(“NORMAL”).
Opmerking:
Deze functie werkt niet indien “DVD MULTI” is gekozen of “Analog
Direct” is geactiveerd.
20
Activeren en uitschakelen van
RX-8032V
ONLY
Remote
NOT
VOLUME
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
Analog Direct
U kunt het geluid dat dichterbij het oorspronkelijke geluid van de
bron ligt beluisteren door de signalen niet via de diverse circuits
voor het regelen van het geluid; bijvoorbeeld het
luidsprekeruitgangsniveau (zie bladzijde 34), de digitale egalisatie
(zie bladzijde 34), de surroundfuncties en DSP-functies (zie
bladzijden 36 tot 41), Bass Boost (zie bladzijde 22) en Midnight
Mode (zie bladzijde 20), te laten lopen. Met Analog Direct
geactiveerd, kunt u uitsluitend het volume instellen.
• Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere analoge bron in het geheugen vastgelegd.
Druk op de toets ANALOG DIRECT zodat “A DIRECT” op het
display wordt getoond.
Het lampje op de toets licht tevens op.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt Analog Direct
afwisselend uitgeschakeld en geactiveerd.
De naam van een afspeelbron wijzigen
Als u aan de achterzijde van de ontvanger een MD-recorder op de
uitgang TAPE/MD IN of een DBS-tuner op de uitgang TV SOUND/
DBS IN hebt aangesloten, moet u de naam van de bron die op de
display wordt weergegeven wijzigen wanneer u de MD-recorder of
DBS-tuner als bron selecteert.
Als u de naam van de afspeelbron wijzigt van “TV” tot “DBS”:
1. Druk op de toets TV SOUND/DBS.
• Controleer dat “TV” op het display verschijnt.
2. Druk op de toets TV SOUND/DBS en houdt deze ingedrukt
tot “ASSGN DBS” op de display wordt weergegeven.
Nederlands
Opmerkingen:
• Analog Direct kan niet worden gebruikt indien de digitale
ingangsmodus is geactiveerd.
• Analog Direct wordt uitgeschakeld en de hiervoor gekozen
geluidsinstellingen worden opgeroepen wanneer u Surround of een
DSP-modus activeert.
•“Midnight Mode” wordt tijdelijk uitgeschakeld wanneer u “Analog
Direct” activeert.
• Door “Analog Direct” te activeren, wordt “Input Attenuator”
(bladzijde 20) (en CC-converter voor de RX-8032VSL; zie
hieronder) uitgeschakeld.
Voor een natuurgetrouwer geluid
De JVC CC (Compensative Compression) converter elimineert
trillingen en golven voor een drastische vermindering van de digitale
vervorming door de digitale muziekdata met een 24 bit-quantisatie
te verwerken en de bemonsteringsfrequentie tot 128 kHz (voor fs
32 kHz signalen)/176,4 kHz (voor fs 44,1 kHz signalen)/192 kHz
(voor fs 48 kHz signalen) te vergroten.
Met gebruik van de CC-converter krijgt u met zowel digitale als
analoge bronnen een natuurlijk en prettig geluidsveld.
Druk op de toets CC CONVERTER zodat het lampje op de toets
oplicht.
• Door iedere druk op de toets wordt de CC-converter afwisselend
geactiveerd en uitgeschakeld (het lampje dooft).
Opmerking:
U kunt deze functie niet gebruiken wanneer “Analog Direct” is
geactiveerd. Door “Analog Direct” te activeren, wordt de converter
uitgeschakeld.
Opmerking:
Indien u een DBS-tuner met de TV SOUND/DBS IN aansluitingen
heeft verbonden, moet u de bronnaam die op het display wordt
getoond bij het kiezen van de bron naar “DBS” veranderen. U kunt
anders het beeld van de DBS-tuner niet bekijken.
Voor de RX-8032VSL:
Als u de naam van de afspeelbron wijzigt van “TAPE”
tot “MD”:
1. Druk op de toets TAPE/MD.
• Controleer dat “TAPE” op de display wordt weergegeven.
2. Druk op de toets TAPE/MD en houdt deze ingedrukt tot
“ASSGN MD” op de display wordt weergegeven.
Voor de RX-7032VSL:
Als u de naam van de afspeelbron wijzigt van “TAPE” tot
“CDR”:
1. Druk op de toets TAPE/CDR.
• Controleer dat “TAPE” op de display wordt weergegeven.
2. Druk op de toets TAPE/CDR en houdt deze ingedrukt tot
“ASSGN CDR” op de display wordt weergegeven.
Voor het veranderen van de bronnaam naar “TV” en “TAPE”
moet u de hierboven beschreven procedure opnieuw uitvoeren.
Opmerking:
U kunt de aangesloten componenten ook gebruiken wanneer u de
bronnaam niet heeft veranderd. U krijgt in dat geval echter mogelijk
wat moeilijkheden.
• Voor de RX-8032VSL:
–“TAPE” of “TV” wordt op het display getoond wanneer u de MD-
recorder of DBS-tuner kiest.
– U kunt de digitale ingang (zie bladzijde 21) niet voor de MD-
recorder gebruiken.
– U kunt het COMPU LINK afstandsbedieningssysteem (zie
bladzijde 43) niet voor de MD-recorder gebruiken.
• Voor de RX-7032VSL:
–“TAPE” of “TV” wordt op het display getoond wanneer u de CD-
recorder of DBS-tuner kiest.
– U kunt de digitale ingang (zie bladzijde 21) niet voor de CD-
recorder gebruiken.
21
De volgende basisbedieningen kunnen uitsluitend met de
SOUND
201030405060708090
(Geannuleerd)
0
RX-7032V
ONLY
DimmerDonkerder
Geannuleerd
(Normaal display)
afstandsbediening worden uitgevoerd.
BASS
BOOST
7/P
10/0
231
564
89
+10
0
MUTING
Het geluid
Het basgeluid
versterken
uitzetten
De Sleep Timer
gebruiken
SLEEP
DIMMER
Veranderen van
de helderheid
van het display
Nederlands
Het basgeluid versterken
Het is mogelijk om het niveau van het basgeluid te versterken.
• Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere bron vastgelegd.
1. Druk op de toets SOUND.
De 10 cijfertoetsen treden in werking voor het wijzigen van het
geluid.
2. Druk op de toets BASS BOOST om “Bass Boost” te
activeren.
De BASS BOOST indicator licht op.
• Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt
de basversterkingsfunctie geactiveerd (“BOOST ON”) en
gedeactiveerd (“BOOST OFF”).
Voor de RX-7032VSL:
U kunt de BASS BOOST toets op het voorpaneel gebruiken.
Het lampje op de toets licht op wanneer u “Bass Boost” activeert.
• Door iedere druk op de toets wordt “Bass Boost” afwisselend
geactiveerd en uitgeschakeld.
Opmerkingen:
• Deze functie heeft uitsluitend effect op het geluid via de
voorluidsprekers, middenluidspreker en subwoofer.
• Bass Boost wordt tijdelijk geannuleerd indien u Analog Direct (zie
bladzijde 21) activeert.
Het geluid uitzetten
Druk op de toets MUTING om het geluid voor alle luidsprekers
en de hoofdtelefoon uit te schakelen.
De vermelding “MUTING” verschijnt op de display en het volume
wordt uitgeschakeld (de indicator voor het VOLUME niveau gaat uit).
Als u het volume wilt herstellen, drukt u nogmaals op de toets
MUTING.
• Door aan de voorzijde aan de knop MASTER VOLUME te
draaien of op de afstandsbediening op de toets VOLUME +/– te
drukken, wordt het geluid hersteld.
Veranderen van de helderheid
van het display
U kunt de verlichting van het display dimmen.
Druk op de toets DIMMER.
• Door iedere druk op de toets verandert de
helderheid van het display als volgt:
De Sleep Timer gebruiken
Met gebruik van de Sleep Timer kunt u muziek beluisteren terwijl u
in slaap valt. Het tijdstip waarop de ontvanger zichzelf moet
uitschakelen, als dit tijdstip aanbreekt, schakelt de ontvanger
zichzelf uit.
Druk herhaaldelijk op de toets SLEEP.
De SLEEP indicator licht op de display op en de uitschakeltijd
verandert met stappen van 10 minuten:
Kijken hoe lang het nog duurt tot de ontvanger zichzelf
uitschakelt en het tijdstip van uitschakelen wijzigen:
Druk één keer op de toets SLEEP.
De resterende tijd tot het tijdstip van uitschakeling verschijnt. De
tijd wordt weergegeven in minuten.
• Als u het tijdstip van uitschakeling wilt wijzigen, moet u
herhaaldelijk op de toets SLEEP drukken.
De Sleep Timer uitzetten:
Druk herhaaldelijk op de toets SLEEP tot de vermelding “SLEEP 0min”
op de display wordt weergegeven. (De indicator SLEEP gaat uit).
• Ook als u de stroom uitschakelt, gaat de Sleep Timer.
Opnemen van een bron
Voor analoog-naar-analoog opname
U kunt een analoge weergavebron tegelijkertijd opnemen op de
opnamecomponenten die met de audio-uitgangsaansluitingen op
het achterpaneel van dit toestel zijn verbonden.
Van digitaal naar digitaal opnemen
U kunt via deze ontvanger van de geselecteerde digitale invoer
digitale opnames maken op een digitale recorder die op de
uitgang DIGITAL OUT is aangesloten.
Opmerkingen:
•
Analoog naar digitaal en digitaal naar analoog opnemen is niet
mogelijk.
•
Het niveau van het uitvoervolume, de nachtmodus (zie bladzijde
20), de basversterkingsfunctie (
Equalizer (zie bladzijde 34), Surround-modi en DSP-modi (zie
bladzijden 36 tot 41) hebben geen invloed op opnames die u
maakt.
Automatisch geheugen voor basisinstellinge
Deze receiver legt automatisch de geluidsinstellingen voor iedere
bron vast—
• wanneer u de stroom uitschakelt,
• wanneer u van bron verandert, en
• wanneer u de bronnaam instelt (zie bladzijde 21).
Bij het veranderen van bron worden de vastgelegde instellingen
automatisch voor de nieuwe bron opgeroepen.
Het volgende kan voor iedere bron worden vastgelegd:
• Analoog/digitaal ingangsfunctie (zie bladzijden 19 en 20)
• Verzwakking voor het ingangssignaal (zie bladzijde 20)
• Analoog Direct (zie bladzijde 21)
• Digitale egalisatiepatroon (zie bladzijde 34)
• Niveau van de luidsprekerkanalen-uitgang (zie bladzijde 34)
• Keuze van Surround- en DSP-modus (zie bladzijden 39 en 41)
•“Bass Boost” instelling (zie hier links).
Opmerkingen:
• Met FM of AM als bron gekozen, kunt u voor beide golfbanden
afzonderlijke instellingen maken.
• Indien u het volumeniveau met de hierboven getoonde
instellingen wilt vastleggen, moet u “One Touch Operation” op
“ON” stellen (zie bladzijde 32).
zie hier links
), de Digitale
22
Radiostations ontvangen
VOLUME
TUNED STEREO
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
VOLUME
TUNED STEREO
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
VOLUME
TUNED STEREO
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
VOLUME
TUNED STEREO
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
Remote
NOT
U kunt zelf op zoek gaan naar stations, of gebruik maken van de voorkeurfunctie waarmee u meteen op een bepaald
radiostation afstemt.
Handmatig afstemmen op stations
1. Druk op de toets FM of AM om de golfband te
kiezen.
Er wordt afgestemd op het station waarop de vorige keer in de
desbetreffende band was afgestemd.
2. Druk herhaaldelijk op de toets FM/AM TUNING
5 of ∞ totdat de gewenste frequentie is bereikt.
• Als u op de toets FM/AM TUNING 5 drukt, wordt er een
hogere frequentie gekozen.
• Als u op de toets FM/AM TUNING ∞ drukt, wordt er een
lagere frequentie gekozen.
Werken met voorkeurzenders
Wanneer een station eenmaal aan een kanaalnummer is toegekend,
kunt u snel op dat station afstemmen. Er kunnen in totaal 30 FMzenders en 15 AM-zenders (MG) als voorkeurzenders worden
ingesteld.
Een station als voorkeurzender instellen
Voordat u start, vergeet niet…
Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande
stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,
moet u bij stap 2 beginnen.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Stem af op het station dat u als voorkeurzender
wilt instellen (zie “Handmatig afstemmen op
stations” op de linker kolom).
• Als u de FM-ontvangstmodus voor dit station wilt opslaan,
moet u nu de FM-ontvangstmodus van uw keuze selecteren.
Zie “Een FM-ontvangstmodus selecteren” op bladzijde 24.
Nederlands
Opmerkingen:
• Als u afstemt op een station waarvan de signaalsterkte toereikend
is, verschijnt er op de display de indicator TUNED.
• Wanneer het station een FM-zender is die in stereo wordt
ontvangen, licht ook de indicator STEREO op.
• Als u de toets in stap 2 ingedrukt houdt (en daarna loslaat),
verandert de frequentie net zolang tot er een station is gevonden.
2. Druk op de toets MEMORY.
De cursor knippert gedurende 10 seconden op de positie voor
het kanaalnummer.
3. Druk zolang de positie voor het kanaalnummer
knippert op de toets FM/AM PRESET 5 of ∞ om
een kanaalnummer te selecteren.
4. Druk nogmaals op de toets MEMORY wanneer
het geselecteerde kanaalnummer op de display
knippert.
Het geselecteerde kanaalnummer stopt met knipperen.
Het station is nu een kanaalnummer toegekend.
5. Herhaal stap 1 tot en met 4 tot u alle stations die
u als voorkeurzenders wilt instellen in het
geheugen hebt opgeslagen.
Een voorkeurzender uit het geheugen verwijderen
Als u een nieuw station het kanaalnummer van een bestaande
voorkeurzender toekent, wordt de bestaande voorkeurzender uit het
geheugen verwijderd.
23
Afstemmen op een voorkeurzender
231
564
89
7/P
0
+10
10/0
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Een FM-ontvangstmodus selecteren
1. Druk op de toets FM of AM om de gewenste
omroepband te selecteren.
Er wordt afgestemd op het station waarop de vorige keer in de
desbetreffende band was afgestemd.
2. Druk net zo vaak op de toets FM/AM PRESET 5
of ∞ tot u het kanaal dat u zoekt hebt gevonden.
• Als u op de toets FM/AM PRESET 5 drukt, wordt er een
Nederlands
hoger kanaalnummer gekozen.
• Als u op de toets FM/AM PRESET ∞ drukt, wordt er een
lager kanaalnummer gekozen.
Met de afstandsbediening:
1. Druk op de toets FM/AM om de gewenste
omroepband te selecteren.
Er wordt afgestemd op het station waarop de vorige keer in de
desbetreffende band was afgestemd.
• Door iedere druk op de toets wordt afwisselend FM en AM
(MG) als golfband gekozen.
2. Druk op de 10 cijfertoetsen om een
voorkeurzender te selecteren.
• Druk voor kanaalnummer 5, op de toets met het cijfer 5.
• Druk voor kanaalnummer 15, op +10 en daarna op 5.
• Druk voor kanaalnummer 20, op +10 en daarna op 10/0.
• Druk voor kanaalnummer 30, op +10, daarna op +10, en tot
slot op 10/0.
Opmerking:
U kunt de 10 cijfertoetsen van de afstandsbediening gebruiken om
een kanaalnummer te kiezen. Zorg ervoor dat u de cijfertoetsen hebt
geactiveerd voor de tuner en niet voor de CD of een andere
afspeelbron. (Zie bladzijde 44.)
24
Als een FM-stereo-uitzending moeilijk is te ontvangen of als er veel
ruis wordt ontvangen, het is mogelijk een andere FM-ontvangstmodus
te selecteren wanneer u naar een FM-uitzending luistert.
•
U kunt voor elk FM-station dat u als voorkeurzender hebt
ingesteld de door u gewenste FM-ontvangstmodus in het geheugen
opslaan (zie bladzijde 23).
Druk op de toets FM MODE terwijl u naar een
FM-station luistert.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, schakelt de FMontvangstmodus heen en weer tussen “AUTOMUTING” en“MODE MONO”.
AUTOMUTING: Kies normaliter deze stand.
Programma’s die in stereo worden
uitgezonden, worden in stereo ontvangen.
Programma’s die in mono worden
uitgezonden, worden in mono ontvangen.
De modus kan ook worden gebruikt om
statische storingen tussen stations te
onderdrukken. Als u deze modus selecteert,
licht de indicator AUTO MUTING op de
display op. (Basisinstelling)
MODE MONO:Kies deze stand voor een verbeterde
ontvangst (maar het stereo-effect gaat
verloren).
In de modus hoort u ruis terwijl u op
stations aan het afstemmen bent. Als u deze
modus selecteert, gaat de indicator AUTO
MUTING op de display uit. (De STEREO
indicator dooft tevens.)
Opmerking:
Indien u FM MODE van de afstandsbediening gebruikt, moet u controleren
dat de afstandsbedieningsfunctie voor bediening van de tuner, dus niet
voor CD en andere bronnen, is geactiveerd. (Zie bladzijde 44).
Ontvangst van FM-zenders met RDS
Met gebruik van RDS (Radio Data System) sturen FM-zenders extra
signalen samen met de normale programmasignalen uit. De zenders
leveren dan bijvoorbeeld de zendernaam en tevens informatie over het
type programma dat ze uitzenden, bijvoorbeeld sport of muziek, etc.
• De RDS indicator licht op het display op wanneer u op een FMzender heeft afgestemd die tevens RDS-signalen levert.
Met deze receiver kunt u de volgende typen RDS-signalen ontvangen.
PS (Stationsnaam):Toont de algemeen bekende
zendernamen.
PTY (Programmatype): Toont het programmatype dat wordt
RT (Radiotekst):Toont tekstmededelingen die door de
Enhanced Other Networks:
uitgezonden.
zender wordt uitgezonden.
Levert informatie over het soort
programma dat wordt uitgezonden
door andere RDS-zenders dan de
huidige zender die wordt ontvangen.
PS
Geannuleerd
PTYRT
Opmerkingen:
• RDS is niet beschikbaar voor AM (MG)-uitzendingen.
• Niet alle FM-zenders leveren RDS-signalen en niet alle RDS-
zenders leveren dezelfde service. Controleer de lokale
radiozenders voor details aangaande RDS in uw gebied.
• RDS werkt mogelijk niet goed indien de zender waarop is
afgestemd de RDS-signalen niet juist uitstuurt of de signalen te
zwak zijn.
Opzoeken van een programma
met PTY-codes
Een voordeel van RDS is dat u eenvoudig en snel een bepaald soort
programma kunt opzoeken dat door een van de voorkeurzenders (zie
bladzijde 23) wordt uitgezonden door de overeenkomende PTY-code
in te voeren.
Tonen van RDS-informatie
U kunt op het display zien welke RDS-informatie door de zender
wordt uitgestuurd.
Druk tijdens het luisteren naar een FM-zender op de toets
DISPLAY MODE van de afstandsbediening.
• Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding op het
display en toont u de volgende informatie:
PS (Stationsnaam)
: Tijdens het zoeken verschijnt “PS” en worden de
zendernamen getoond. “NO PS” zal verschijnen indien er
geen signaal wordt ontvangen.
PTY (Programmatype)
: Tijdens het zoeken verschijnt “PTY” en vervolgens het
type van het programma dat wordt uitgezonden. “NO PTY”
zal verschijnen indien er geen signaal wordt ontvangen.
RT (Radiotekst)
: Tijdens het zoeken verschijnt “RT” en wordt de
tekstmededeling getoond die door de zender wordt
uitgezonden. “NO RT” zal verschijnen indien er geen
signaal wordt ontvangen.
Opmerkingen:
• Bij gebruik van de toets DISPLAY MODE van de afstandsbediening
moet u controleren dat “TUNER” op het display van de
afstandsbediening wordt getoond. Indien dit niet het geval is, moet
u eerst op de toets FM/AM en dan op de toets DISPLAY MODE
drukken.
• Indien het zoeken direct stopt, zullen “PS”, “PTY” en “RT” niet op
het display verschijnen.
• Bepaalde ontvangen speciale tekens en symbolen kunnen mogelijk
niet juist worden getoond. Er worden geen bijzondere letters op de
display weergegeven. (Zo kan een “A” bijvoorbeeld een “Å, Ä, Ã, Á,À, of ” aanduiden).
Zoeken van een programma met gebruik van de
PTY-codes
Voordat u start, vergeet niet…
• Druk tijdens het zoeken op de toets PTY SEARCH om het zoeken
wanneer u wilt te stoppen.
• Bij gebruik van de toetsen van de afstandsbediening moet de
gekozen FM-zender met de afstandsbediening zijn ingesteld. De
toetsen voor bediening van RDS werken namelijk anders niet voor
RDS. (Door op de toets FM/AM te drukken wordt de
afstandsbediening voor RDS ingesteld).
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de
onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat
u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
ALLEEN met de afstandsbediening:
1. Druk tijdens het luisteren naar een FM-zender op
de toets PTY SEARCH.
“PTY SELECT” knippert op het display.
2. Druk terwijl “PTY SELECT” knippert op de
toets PTY 9 of ( PTY totdat de gewenste PTYcode op het display verschijnt.
• Door iedere druk op de toets verandert de PTY-code als volgt:
None “News “ Affairs “ Info “
Sport “ Educate “ Drama “ Culture “
Science “ Varied “ Pop M(usic) “ Rock M(usic) “
Easy M(usic) “ Light M(usic) “ Classics “
Other M(usic) “ Weather “ Finance “ Children “
Social “ Religion “ Phone In “ Travel “ Leisure “
Jazz “ Country “ Nation M(usic) “ Oldies “
Folk M(usic) “ Document “ TEST “ Alarm! “
(terug naar het begin)
• Zie bladzijde 52 voor details aangaande de PTY-codes.
3. Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH terwijl
de in de vorige stap gekozen PTY-code nog steeds
op het display wordt getoond.
Tijdens het zoeken worden “SEARCH” en de gekozen PTYcode afwisselend op het display getoond.
Het toestel zoekt de 30 FM-voorkeurzenders af en stopt zodra
een zender is gevonden die een programma van het gekozen type
uitzendt.
Verder zoeken nadat de eerste zender is gevonden
Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH terwijl de aanduidingen
op het display knipperen.
“NOT FOUND” zal verschijnen indien er geen overeenkomend
programma wordt gevonden.
Nederlands
25
Automatisch overschakelen naar
TA
NEWS/INFO
NEWS
TA/NEWS/INFOOFF
INFO
TA/NEWS
TA/INFO
een gewenst programma
Een andere handige RDS-service draagt de naam “Enhanced Other
Networks”.
Dankzij deze service kan de ontvanger tijdelijk van een bepaald
station overschakelen naar een radioprogramma van uw keuze (TA,
NEWS en/of INFO), behalve in de volgende omstandigheden:
• Bij het luisteren naar een niet-RDS netwerk—alle AM (MG)
zenders en bepaalde FM-zenders.
• Indien de laatst ontvangen FM-zender een niet-RDS netwerk is.
• Als de ontvanger in de Standby-modus staat.
Voordat u start, vergeet niet…
• De Enhanced Other Networks-functie is alleen op FMvoorkeurzenders van toepassing.
• U kunt de Enhanced Other Networks functie gebruiken tijdens het
luisteren naar iedere bron. Voor gebruik van de RDSbedieningstoetsen op de afstandsbediening dient de
afstandsbediening echter wel voor bediening van de tuner te zijn
Nederlands
geactiveerd (zie bladzijde 44).
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk herhaaldelijk op de toets TA/NEWS/INFO om het
gewenste programmatype te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert het programmatype en licht
de overeenkomende indicator op het display op.
Indien de huidige bron een andere bron dan “FM” is
GEVAL 3
Zodra een zender het door u gekozen programma start uit te
zenden, of reeds aan het uitzenden is, schakelt de receiver
automatisch over naar die zender.
De indicator van de ontvangen PTY-code begint te knipperen.
Indien een zender een door u gekozen
programma start uit te zenden wanneer een
andere bron dan “FM” is geactiveerd
‘
Na het programma schakelt de receiver terug naar de bron die u
hiervoor beluisterde, maar blijft de Enhanced Other Networks
functie echter standby geschakeld. De indicator van de gekozen
PTY-code stopt te knipperen en blijft opgelicht.
Stoppen van het programma dat door Enhanced Other
Networks functie werd gekozen
Druk herhaaldelijk op de toets TA/NEWS/INFO zodat de indicator
van het programmatype (TA/NEWS/INFO) van het display dooft.
De Enhanced Other Networks functie wordt nu uitgeschakeld en de
hiervoor ingestelde bron wordt weer gekozen.
Indien een noodbericht “Alarm!” (of TEST signaal) door een
zender wordt uitgezonden
De receiver stemt automatisch vanaf iedere bron, uitgezonderd
AM (MG), op de betreffende zender af.
• Tijdens ontvangst van een noodhericht “Alarm!” op het display
verschijnt.
TA: Verkeersinformatie in uw gebied.
NEWS : Nieuws
INFO : Programma’s die u advies in de breedste zin van het
woord geven.
OFF: De Enhanced Other Networks functie is uitgeschakeld.
Indien “FM” de huidige bron is
GEVAL 1
Er blijft op deze zender afgestemd maar de indicator van de
ontvangen PTY-code begint te knipperen.
Indien de huidige zender het door u gekozen
programma start uit te zenden
‘
Na het programma stopt de indicator van de ontvangen PTYcode te knipperen en blijft opgelicht. De Enhanced Other
Networks functie blijft echter standby geschakeld.
GEVAL 2
De receiver stemt automatisch op die andere zender af. De
indicator van de gekozen PTY-code begint te knipperen.
Indien een andere FM-zender het door u
gekozen programma start uit te zenden terwijl
u een FM-zender beluistert
Het TEST signaal wordt voor het testen van het “Alarm!” signaal
gebruikt.
Het toestel dient met het TEST signaal hetzelfde te functioneren
als met het “Alarm!” signaal.
Opmerkingen:
• Enhanced Other Networks data van bepaalde zenders zijn mogelijk
niet bruikbaar met deze receiver.
• Indien u tijdens de Enhanced Other Networks standbyfunctie
synchroonopname (zie bladzijde 43) start, wordt de Enhanced
Other Networks standbyfunctie tijdelijk geannuleerd. De Enhanced
Other Networks standbyfunctie wordt weer geactiveerd zodra de
opname is afgelopen.
• Tijdens het luisteren naar een programma dat met Enhanced Other
Networks wordt ontvangen, kunt u uitsluitend de toets DISPLAY
MODE voor bediening van de tuner gebruiken.
LET OP:
Indien afwisselend herhaaldelijk tussen de zender die met Enhanced
Other Networks functie is gekozen en de laatst beluisterde zender
wordt geschakeld, moet u de Enhanced Other Networks functie
annuleren door herhaaldelijk op de toets TA/NEWS/INFO te drukken.
Indien u niet op de toets drukt, zal uiteindelijk de huidige afgestemde
zender worden ingesteld en de knipperende TA/NEWS/INFO
indicators op het display doven.
‘
Na het programma wordt weer op de hiervoor afgestemde
zender afgestemd, maar blijft de Enhanced Other Networks
functie standby geschakeld. De indicator van de gekozen PTYcode stopt te knipperen en blijft opgelicht.
26
De belangrijkste instellingen
Remote
NOT
VOLUME
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
VOLUME
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
VOLUME
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
2.0CH “ 2.1CH “ 3.0CH “ 3.1CH “ 4.0CH “
4.1CH “ 5.0CH “ 5.1CH “6.0CH*“ 6.1CH “
7.0CH “ 7.1CH “ (Terug naar het begin)
VOLUME
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
VOLUME
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
VOLUME
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
SMALL “ MID “ LARGE*“ (Terug naar het begin)
VOLUME
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
Bepaalde hieronder beschreven instellingen moet u maken na het aansluiten en opstellen van uw luidsprekers en
bepaalde instellingen kunt u maken voor een handigere bediening. U kunt met “QUICK SPEAKER SETUP” snel en
eenvoudig de vereiste instellingen voor uw luidsprekers maken.
Instellen van de luidsprekerconfiguratie
Met “Quick Speaker Setup” kunt u gemakkelijk en snel het
luidsprekerformaat en de luidsprekerafstand voor uw luisterruimte
instellen zodat u het geluid met een optimaal surroundeffect kunt
beluisteren.
• U kunt de informatie voor de luidsprekers tevens handmatig
vastleggen. Zie bladzijde 29 voor details.
Voordat u start, vergeet niet...
Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande
stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,
moet u bij stap 1 beginnen.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk op de toets QUICK SPEAKER SETUP.
“SETUP” en “SPEAKERS?” worden op het display getoond en
vervolgens verschijnt de fabrieksinstelling voor het totaal aantal
aangesloten luidsprekers (kanalen).
3. Druk MULTI JOG (PUSH SET) in.
“ROOM SIZE?” wordt op het display getoond en vervolgens
verschijnt de fabrieksinstelling voor het kamerformaat.
4. Draai MULTI JOG om het juiste formaat voor
uw kamer te kiezen.
Het kamerformaat verandert als volgt:
• Zie “Kamerformaat en luidsprekerafstand” op bladzijde 28
voor het kiezen van het juiste formaat voor uw kamer.
Nederlands
2. Draai MULTI JOG om het juiste aantal voor de
aangesloten luidsprekers
(luidsprekerkanaalaantal) te kiezen.
Het luidsprekerkanaalaantal verandert als volgt:
• Zie “Luidsprekers (kanalen) aantal en formaat” op bladzijde
28 voor details aangaande het aantal luidsprekers.
* “LARGE” is de fabrieksinstelling.
5. Druk MULTI JOG (PUSH SET) in.
“COMPLETE” wordt op het display getoond en vervolgens
verschijnt de aanduiding van de bron weer.
• De instellingen voor de luidsprekers zijn nu geactiveerd.
Opmerking:
De instellingen worden niet vastgelegd en geactiveerd indien u de
procedure niet helemaal heeft voltooid.
* “6.0CH” is de fabrieksinstelling.
27
Luidsprekers (kanalen) aantal en formaat
U kunt zien welk formaat voor de luidsprekers wordt ingesteld in
overeenstemming met het door u gekozen aantal aangesloten
luidsprekers (luidsprekerkanaal (CH) aantal).
In de volgende tabel staat “L” voor “linkervoorluidspreker”, “R”
voor “rechtervoorluidspreker”, “C” voor “middenluidspreker”, “LS”
voor “linkersurroundluidspreker”, “RS” voor
“rechtersurroundluidspreker”, “SB” voor
“surroundachterluidspreker”, en “SUBWFR” voor “subwoofer”.
• De subwoofer wordt als het 0,1 kanaal geteld.
Formaat van de aangesloten luidsprekers
CH
Nederlands
LRCLSRSSBSUBWFR
2.0
LARGE LARGE NONE NONE NONE NONENO
2.1
SMALL SMALL NONE NONE NONE NONEYES
3.0
LARGE LARGE SMALL NONE NONE NONENO
3.1
SMALL SMALL SMALL NONE NONENONEYES
4.0
LARGE LARGE NONE SMALL SMALL NONENO
4.1
SMALL SMALL NONE SMALL SMALL NONEYES
5.0
LARGE LARGE SMALL SMALL SMALL NONENO
5.1
SMALL SMALL SMALL SMALL SMALL NONEYES
6.0
LARGE LARGE SMALL SMALL SMALL SMALLNO
6.1
SMALL SMALL SMALL SMALL SMALL SMALLYES
7.0
LARGE LARGE SMALL SMALL SMALL SMALL*NO
7.1
SMALL SMALL SMALL SMALL SMALL SMALL*YES
* Deze instelling wordt voor beide luidsprekers gebruikt.
Kamerformaat en luidsprekerafstand
In overeenstemming met het gekozen kamerformaat wordt de
luidsprekerafstand voor iedere geactiveerde luidspreker als volgt
ingesteld:
LARGELuidsprekerAfstand
L3.0 m (10 ft)
R3.0 m (10 ft)
C3.0 m (10 ft)
LS3.0 m (10 ft)
RS3.0 m (10 ft)
SB3.0 m (10 ft)
MIDLuidsprekerAfstand
L2.7 m (9 ft)
R2.7 m (9 ft)
C2.4 m (8 ft)
LS2.1 m (7 ft)
RS2.1 m (7 ft)
SB1.8 m (6 ft)
SMALLLuidsprekerAfstand
L2.4 m (8 ft)
R2.4 m (8 ft)
C2.1 m (7 ft)
LS1.5 m (5 ft)
RS1.5 m (5 ft)
SB1.2 m (4 ft)
Instellen basisonderdelen
Met de handelingen op de volgende bladzijden kunt u de volgende
onderdelen instellen:
OnderdeelAktieZie bladzijde
SUB WOOFER*
FRONT SPEAKER*1Registreren van het formaat van uw
CNTR SPEAKER*1Registreren van het formaat van uw
SURR SPEAKER*1Registreren van het formaat van uw
SBACK SPEAKER*1Registreren van het formaat van uw
SBACK OUT*
DIST UNIT
FRONT DISTANCE*1Registreren van de afstand vanaf de
CNTR DISTANCE*1Registreren van de afstand vanaf de
SURR DISTANCE*1Registreren van de afstand vanaf de
SBACK DISTANCE*1Registreren van de afstand vanaf de
S WFR OUTPUT
CROSS OVER
LFE ATTENUATE
DUAL MONOKiezen van het “Dual Mono”
DGTL IN COAXKiezen van het component dat met
DGTL IN OPTICAL*2Kiezen van de componenten die met
ONE TOUCH OPE Vastleggen van het volumeniveau
Opmerkingen:
1
*
Deze instellingen kunnen met “Quick Speaker Setup” worden
gemaakt.
2
*
Deze instelling is uitsluitend voor de RX-8032VSL.
Voor de RX-7032VSL wordt deze instelling automatisch in
overeenstemming met uw “DGTL IN COAX” instelling gemaakt.
1
Registreren van uw subwoofer.29
voorluidspreker.29
middenluidspreker.29
surroundluidspreker.29
surroundachterluidspreker.29
1
Registreren van het aantal aangesloten
surroundachterluidsprekers.29
Kiezen van de meeteenheid voor de
luidsprekerafstand.30
voorluidsprekers tot de luisterplaats.30
middenluidspreker tot de
luisterplaats.30
surroundluidsprekers tot de
luisterplaats.30
surroundachterluidspreker(s) tot de
luisterplaats.30
Kiezen van geluid voor weergave
via de subwoofer.30
Kiezen van de drempelfrequentie
voor de subwoofer.30
Verzwakken van de lage tonen
(LFE; lage frequentie-effect).31
geluidskanaal.31
de digitale coaxiale aansluiting is
verbonden.31
de digitale optische aansluitingen
zijn verbonden.31
voor iedere bron.32
28
VOLUME
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
VOLUME
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
VOLUME
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
VOLUME
ONE TOUCH OPERATION
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
Basisprocedure
Voordat u start, vergeet niet...
Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande
stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,
moet u bij stap 1 beginnen.
Bijv. “One Touch Operation” op “ON” stellen.
1. Druk op de toets SETTING.
Het laatst gekozen onderdeel verschijnt op het display.
2. Draai MULTI JOG totdat het gewenste onderdeel
op het display wordt getoond.
• In dit bijvoorbeeld kiest u “ONE TOUCH OPE”. Zie de lijst
met “Instellen basisonderdelen” op bladzijde 28 voor de
mogelijkheden.
3. Druk MULTI JOG (PUSH SET) in.
De huidige instelling voor het gekozen onderdeel verschijnt op
het display.
4. Draai MULTI JOG totdat de gewenste instelling
op het display verschijnt.
: toont de fabrieksinstelling in de volgende
tabellen.
Instellen van de luidsprekers
U verkrijgt de best mogelijke surround-sound met de Surroundmodus of de DSP-modus als u de informatie over de opstelling van
de luidsprekers in het geheugen registreert (opslaat) nadat alle
aansluitingen tot stand zijn gebracht.
• U hoeft deze instelling niet te maken indien u “Quick Speaker
Setup” op bladzijde 27 heeft gebruikt.
Instelling voor de subwoofer—SUB WOOFER
7
Kies of u wel of niet een subwoofer heeft aangesloten.
YES: Kies indien u een subwoofer heeft aangesloten.
NO:Kies indien u geen subwoofer gebruikt.
Opmerking:
Indien u “NO” voor de subwoofer heeft gekozen, kunt u
SUBWOOFER OUT ON/OFF op het voorpaneel niet gebruiken.
Kies het formaat voor iedere aangesloten luidspreker.
LARGE*1: Kies indien de luidspreker relatief groot is.
SMALL*2: Kies indien de luidspreker relatief klein is.
NONE:Kies indien een luidspreker niet is aangesloten.
(Niet kiesbaar voor de voorluidsprekers)
1
*
Fabrieksinstelling voor de voorluidsprekers.
*2Fabrieksinstelling voor de midden-, surround- en
surroundachterluidsprekers.
Opmerkingen:
• Gebruik het volgende ter referentie bij het instellen.
– Kies “LARGE” indien het formaat van de hoornvormige
luidsprekerunit in uw luidspreker groter dan 12 cm is, en kies
“SMALL” indien het kleiner dan 12 cm is.
• Indien u “NO” voor de subwoofer heeft gekozen, kunt uuitsluitend “LARGE” voor de voorluidsprekers kiezen.
• Indien u “SMALL” voor de voorluidsprekers heeft gekozen, kunt
u niet “LARGE” voor de midden, surround en
surroundachterluidsprekers kiezen.
• Indien u “SMALL” voor de surroundluidsprekers heeft gekozen,
kunt u niet “LARGE” voor de surroundachterluidsprekers
kiezen.
• Indien u “NONE” voor de surroundluidsprekers heeft gekozen,
wordt tevens “NONE” voor de surroundachterluidsprekers
ingesteld.
Nederlands
5. Druk op de toets EXIT.
6. Herhaal stappen 2 tot 5 indien nodig voor het
instellen van andere onderdelen.
7. Druk op de toets EXIT.
De bronaanduiding verschijnt weer op het display.
7
Aantal surroundachterluidsprekers—SBACK OUT
Kies het aantal aangesloten surroundachterluidsprekers.
1SPK: Kies indien u 1 surroundachterluidspreker gebruikt.
2SPK: Kies indien u 2 surroundachterluidsprekers gebruikt.
Opmerking:
U kunt deze instelling niet maken indien u “NONE” voor de
suroundachterluidsprekers heeft gekozen (zie hierboven).
29
Instellen van de luidsprekerafstand
2,1 m
(7 voet)
2,4 m
(8 voet)
2,7 m
(9 voet)
3,0 m
(10 voet)
3,3 m
(11 voet)
C
LR
LSRS
LSB
RSB
De afstand vanaf uw luisterplaats tot de luidsprekers is een ander
belangrijk element voor een optimaal surroundgeluid met Surround
en DSP-modus. U moet derhalve de afstand vanaf uw luisterplaats
of stoel tot de luidsprekers instellen.
Dit toestel stelt automatisch de vertragingstijd van het geluid van
iedere luidspreker in op basis van de instellingen voor de afstand van
de luidsprekers. Het geluid van alle luidsprekers bereikt u op deze
manier tegelijk.
• U hoeft deze instelling niet te maken indien u “Quick Speaker
Setup” op bladzijde 27 heeft gebruikt.
Meeteenheid—DIST UNIT
7
Kies de gewenste meeteenheid.
meter: Kies voor het instellen van de afstand in meters.
feet:Kies voor het instellen van de afstand in voet.
Luidsprekerafstand—FRONT DISTANCE, CNTR
7
Nederlands
DISTANCE, SURR DISTANCE, SBACK DISTANCE
Stel de afstand vanaf de luisterplaats binnen het bereik van
0.3 m (1 ft) tot 9.0 m (30 ft) met stappen van 0,3 m (1 ft) in.
• Bij het verlaten van de fabriek is “3.0 m (10 ft)” voor de
afstand voor iedere luidspreker ingesteld.
Opmerkingen:
• U kunt geen afstand instellen voor een luidspreker waarvoor u
“NONE” (zie bladzijde 29).
• Deze instelling heeft geen effect op de DVD MULTI
weergavefunctie.
Bijv. Stel voor het hierboven getoonde voorbeeld de
luidsprekerafstand als volgt in:
Voorluidsprekers:3.0 m (10 ft)
Middenluidspreker:3.0 m (10 ft)
Surrounduidsprekers:2.7 m (9 ft)
Surroundachterluidsprekers: 2.4 m (8 ft)
Instellen van de lage tonen
Kunt u de gewenste instellingen voor de subwoofer en de lage tonen
maken.
7
Subwooferuitgang—S WFR OUTPUT
U kunt het type signaal kiezen dat naar de subwoofer wordt
gestuurd. Met andere woorden, u kunt bepalen of de lage tonen
voor de voorluidsprekers, ongeacht het ingestelde formaat voor
de voorluidsprekers (“SMALL” of “LARGE”), via de
subwoofer moeten worden gereproduceerd.
Kies een van de volgende instellingen:
LFE:Kies indien u uitsluitend de LFE-signalen (bij
weergave van Dolby Digital en DTS software)
en de lage tonen van kleine luidsprekers via de
subwoofer wilt reproduceren.
LFE+MAIN: Kies indien u altijd de lage tonen van de
voorluidsprekerkanalen (MAIN) aan de
hierboven beschreven LFE-signalen wilt
toevoegen en via de subwoofer wilt
reproduceren.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar indien “SUBWOOFER” op “NO”
is gesteld.
30
Drempelfrequentie—CROSS OVER
7
Voor het gebruik van een subwoofer kunt u de drempelfrequentie
voor de in gebruik zijnde kleine luidsprekers stellen.
Kies in overeenstemming met het formaat van de kleine
luidspreker een van de drempelfrequentieniveaus:
80Hz: Kies wanneer de hoornvormige luidsprekerunit van het
luidsprekersysteem ongeveer 12 cm is.
100Hz: Kies wanneer de hoornvormige luidsprekerunit van het
luidsprekersysteem ongeveer 10 cm is.
120Hz: Kies wanneer de hoornvormige luidsprekerunit van het
luidsprekersysteem ongeveer 8 cm is.
150Hz: Kies wanneer de hoornvormige luidsprekerunit van het
luidsprekersysteem ongeveer 6 cm is.
Opmerkingen:
• Indien u “LARGE” voor alle geactiveerde luidsprekers heeft
ingesteld (zie bladzijde 29), zal deze functie op “OFF” worden
gesteld.
• De drempelfrequentie heeft geen effect op de DVD MULTI
weergavefunctie, All Channel Stereo functie, HEADPHONE en
de 3D HEADPHONE functie.
7
Verzwakker voor het lage frequentie effect—LFE
ATTENUATE
Stel het LFE-niveau in indien de lage tonen worden vervormd
tijdens weergave van software die met Dolby Digital of DTS is
gecodeerd zodat de vervorming wordt verminderd.
Kies een van de volgende instellingen:
0dB:
−−
−10dB:
−−
Selecteer onder normale omstandigheden deze instelling.
Selecteer deze instelling als het bass-geluid vervormd is.
Kiezen van het hoofd- of subkanaal—DUAL MONO
Met Dual Mono als weergavebron gekozen, kunt u kiezen welk
kanaal u wilt beluisteren. U kunt tevens beide kanalen kiezen.
Kies het weergavegeluid (kanaal).
MAIN: Kies voor weergave van het hoofdkanaal (Ch1)*1.
De “L” signaalindicator licht op bij weergave van dit
kanaal.
SUB:Kies voor weergave van het subkanaal (Ch2)*1.
De “R” signaalindicator licht op bij weergave van dit
kanaal.
ALL:Kies voor weergave van zowel het hoofdkanaal als het
subkanaal (Ch1/Ch2)*
De “L” en “R” indicators lichten op bij weergave van
deze kanalen.
Opmerkingen:
• Het Dual Mono formaat is niet identiek aan het formaat van
tweetalige uitzendingen van TV-uitzendingen. Deze instelling
heeft derhalve geen effect voor de weergave van dergelijke
tweetalige programma’s.
1
*
Dual Mono signalen kunnen via de volgende luidsprekers
worden weergegeven—L (linker-voorluidspreker), R (rechtervoorluidspreker) en C (middenluidspreker)—in
overeenstemming de huidige surroundinstelling.
Dual Mono
instelling
MAINCh 1Ch 1—Ch 1—Ch 1Ch1
SUBCh 2Ch 2—Ch 2—Ch 2Ch 2
ALLCh 1Ch 2— Ch 1+Ch 2 — Ch 1+Ch 2 Ch 1+Ch 2
Zonder Surround
LRLCRL R
1
.
Met Surround geactiveerd
Instelling voor middenluidspreker
SMALL/LARGENONE
Nederlands
Instellen van de digitale ingangsaansluitingen
Bij gebruik van de digitale ingangsaansluitingen moet u vastleggen
welke componenten met welke digitale ingangsaansluitingen zijn
verbonden.
Digitale coaxiale aansluiting—DGTL IN COAX
7
Stel het component in dat met de digitale coaxiale
aansluiting (DIGITAL IN 1).
• Voor de RX-8032VSL:DVD (basisinstelling), MD*, CDR,
TV (of DBS**) of CD.
• Voor de RX-7032VSL:DVD (basisinstelling), CD, TV (of
DBS**) of CDR.
31
Digitale optische aansluitingen—DGTL IN OPTICAL
7
Voor de RX-8032VSL:
Stel de componenten in die met de digitale optische
aansluitingen (DIGITAL IN 2 – 4) zijn verbonden.
• Door MULTI JOG te draaien, worden de digitale optische
ingangsaansluitingen voor de volgende digitale componenten
ingesteld:
Met “DIGITAL IN 1 (DGTL IN COAX)” op “DVD” gesteld
2: CD3: TV (of DBS** ) 4: CDR“
2: CD3: TV (of DBS**) 4: MD*“
2: CD3: MD*4: CDR“
2: MD*3: TV (of DBS** ) 4: CDR“
(terug naar het begin)
Met “DIGITAL IN 1 (DGTL IN COAX)” op “CD” gesteld
2: DVD3: TV (of DBS**) 4: CDR“
2: DVD3: TV (of DBS**) 4: MD*“
2: DVD3: MD*4: CDR“
Nederlands
2: MD*3: TV (of DBS**) 4: CDR“
(terug naar het begin)
Met “DIGITAL IN 1 (DGTL IN COAX)” op “TV” of “DBS”**
gesteld
2: CD3: DVD4: CDR“
2: CD3: DVD4: MD*“
2: CD3: MD*4: CDR“
2: MD*3: DVD4: CDR“
(terug naar het begin)
Met “DIGITAL IN 1 (DGTL IN COAX)” op “CDR” gesteld
2: CD3: TV (or DBS**) 4: DVD“
2: CD3: TV (or DBS**) 4: MD*“
2: CD3: MD*4: DVD“
2: MD*3: TV (or DBS**) 4: DVD“
(terug naar het begin)
Met “DIGITAL IN 1 (DGTL IN COAX)” op “MD”* gesteld
2: CD3: TV (of DBS**) 4: CDR“
2: CD3: TV (of DBS**) 4: DVD“
2: CD3: DVD4: CDR“
2: DVD3: TV (of DBS**) 4: CDR“
(terug naar het begin)
*
Indien u een MD-recorder met de digitale ingangsaansluiting
heeft verbonden, moet u de bronnaam van “TAPE” naar “MD”
veranderen (zie bladzijde 21).
**
“DBS” verschijnt indien u de bronnaam van “TV” naar “DBS”
heeft veranderd (zie bladzijde 21).
Voor de RX-7032VSL:
Nadat u de instellingen heeft gemaakt voor het component dat
met de digitale coaxiale aansluiting (DIGITAL IN 1) is
verbonden, worden automatisch de volgende instellingen voor
de optische aansluitingen (DIGITAL IN 2 – 4) zoals hieronder
beschreven gemaakt.
Met “DIGITAL IN 1 (DGTL IN COAX)” op “DVD” gesteld
2: CD3: TV (of DBS*)4: CDR
Met “DIGITAL IN 1 (DGTL IN COAX)” op “CD” gesteld
2: DVD3: TV (of DBS*)4: CDR
Met “DIGITAL IN 1 (DGTL IN COAX)” op “TV” of “DBS”*
gesteld
2: DVD3: CD4: CDR
Met “DIGITAL IN 1 (DGTL IN COAX)” op “CDR” gesteld
2: DVD3: CD4: TV (of DBS*)
*
“DBS” verschijnt indien u de bronnaam van “TV” naar “DBS”
heeft veranderd (zie bladzijde 21).
Vastleggen van het volumeniveau voor iedere bron
Dit toestel legt diverse instellingen voor iedere bron afzonderlijk in
het geheugen vast.
U kunt daarbij tezamen met de andere vastgelegde instellingen het
volumeniveau voor iedere bron vastleggen—One Touch Operation.
One Touch Operation—ONE TOUCH OPE
7
Kies een van de volgende instellingen:
ON: Kies voor het afzonderlijk vastleggen van het
volumeniveau van iedere bron. (De ONE TOUCH
OPERATION indicator licht op het display van het
toestel op.)
Deze receiver legt het volumeniveau in het geheugen
vast—
• wanneer de stroom wordt uitgeschakeld, of
• wanneer u de bronnaam verandert.
OFF: Kies wanneer u het volumeniveau niet wilt vastleggen.
Oproepen van het volumeniveau
Met de ONE TOUCH OPERATION indicator opgelicht, wordt
het volumeniveau voor de huidige gekozen bron automatisch
ingesteld zodra u de bron kiest.
Annuleren van One Touch Operation
Stel One Touch Operation op “OFF” zodat de ONE TOUCH
OPERATION indicator dooft.
32
VOLUME
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
VOLUME
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
VOLUME
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
VOLUME
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
SPEAKERS 1
Instellen van het geluid
U kunt na het maken van de basisinstellingen de geluidsparameters naar wens instellen.
In te stellen basisonderdelen
Met de handelingen op de volgende bladzijden kunt u de volgende
onderdelen instellen:
• U kunt uitsluitend de onderdelen instellen die betrekking hebben
op de huidige geactiveerde geluidsfunctie.
• U kunt geen geluidsinstellingen maken indien Analog Direct is
geactiveerd.
OnderdeelAktieZie bladzijde
DIGITAL EQInstellen van het equalizerpatroon.34
SUBWFR LVLInstellen van het
subwooferuitgangsniveau.34
FRONT L LVLInstellen van het uitgangsniveau van de
linkervoorluidspreker.34
FRONT R LVLInstellen van het uitgangsniveau van de
rechtervoorluidspreker.34
CENTER LVLInstellen van het uitgangsniveau van de
middenluidspreker.34
SURR L LVLInstellen van het uitgangsniveau van de
linkersurroundluidspreker.34
SURR R LVLInstellen van het uitgangsniveau van de
rechtersurroundluidspreker.34
SBACK LVLInstellen van het uitgangsniveau van de
surroundachterluidspreker.34
EFFECT*
ROOMSIZE*1Kiezen van het kamerformaat voor uw
LIVENESS*
CTR TONEVoor een zachtere of scherpe
PANORAMA*2Toevoegen van een “omringend”
CNTR WIDTH*2Instellen van de lokalisatie van het
DIMENSION*2Instellen van de positie voor de
CNTR GAIN*3Instellen van de geluidslokalisatie van
1
Instellen van het DAP-effectniveau.35
virtuele luisterruimte.35
1
Kiezen van het levendigheidsniveau
voor uw virtuele luisterruimte.35
midden-toon.35
effect met gesimuleerde zijmuren.35
middenkanaal tussen de
middenluidspreker en de linker-/
rechtervoorluidsprekers.35
geluidslokalisatie.35
het middenkanaal.35
Basisprocedure
Voordat u start, vergeet niet…
Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande
stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent,
moet u bij stap 1 beginnen.
Bijv. Het subwooferniveau op “–3” stellen.
1. Druk op de toets ADJUST.
Het laatst gekozen onderdeel verschijnt op het display.
2. Draai MULTI JOG totdat het gewenste onderdeel
op het display wordt getoond.
• In dit bijvoorbeeld kiest u “SUBWFR LVL.” Zie de lijst hier
links voor de mogelijkheden.
3. Druk MULTI JOG (PUSH SET) in.
De huidige instelling (of het niveau) voor het gekozen onderdeel
verschijnt op het display.
4. Draai MULTI JOG om de gewenste instelling te
maken of het gewenste niveau in te stellen.
Nederlands
Opmerkingen:
1
*
Instelbaar wanneer de DAP-functie in gebruik is.
2
*
Instelbaar wanneer Pro Logic II Music in gebruik is.
3
*
Instelbaar wanneer Neo:6 Music in gebruik is.
5. Druk op de toets EXIT.
6. Herhaal stappen 2 tot 5 indien nodig voor het
instellen van andere onderdelen.
7. Druk op de toets EXIT.
De aanduiding van de bron verschijnt weer op het display.
33
Het patroon van de equalizer aanpassen
231
564
89
7/P
0
+10
10/0
Het is mogelijk om het patroon van de equalizer aan uw eigen
wensen aan te passen.
• Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere bron vastgelegd.
Instellen van de egalisatie—DIGITAL EQ
7
U kunt vijf frequentiebanden instellen (middenfrequentie:
63 Hz, 250 Hz, 1 kHz, 4 kHz, 16 kHz) binnen een bereik van
–8 dB tot +8 dB (“0 dB” is de basisinstelling) met stappen van
2 dB.
• De DIGITAL EQ indicator licht op het display op nadat de
instelling is gemaakt.
Voor een neutraal egalisatiepatroon, moet u in stap 4 van de
“Basisprocedure” (op bladzijde 33) voor alle frequentiebanden
“0 dB” instellen. De DIGITAL EQ indicator zal dan doven.
Opmerkingen:
• U kunt de Digitale Egalisatiepatronen niet instellen indien Analog
Nederlands
Direct is geactiveerd.
• De Digitale Egalisatiepatronen hebben uitsluitend effect op het
geluid van de voorluidsprekers.
U kunt de egalisatie ook met gebruik van de afstandsbediening
instellen.
Instellen van de luidsprekeruitgangsniveaus
U kunt de uitgangsniveaus voor de luidsprekers instellen. Voor het
controleren van het uitgangsniveau en de balans bij gebruik van de
surroundfunctie, wordt er via iedere luidspreker, uitgezonderd de
subwoofer, een testtoon uitgestuurd.
• Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere bron vastgelegd.
Instelbare luidsprekers
7
U kunt de uitgangsniveaus van de volgende luidsprekers vanaf
–10 dB tot +10 dB (“0 dB” is de basisinstelling):
SUBWFR LVL :Kies voor het instellen van het
uitgangsniveau van de subwoofer.
FRONT L LVL:Kies voor het instellen van het
uitgangsniveau van de
linkervoorluidspreker.
FRONT R LVL:Kies voor het instellen van het
uitgangsniveau van de
rechtervoorluidspreker.
CENTER LVL:Kies voor het instellen van het
uitgangsniveau van de middenluidspreker.
SURR L LVL:Kies voor het instellen van het
uitgangsniveau van de
linkersurroundluidspreker.
SURR R LVL:Kies voor het instellen van het
uitgangsniveau van de
rechtersurroundluidspreker.
SBACK LVL:Kies voor het instellen van het
uitgangsniveau van de
surroundachterluidspreker.
1. Druk op de toets SOUND.
De 10 cijfertoetsen treden in werking voor het wijzigen van
het geluid.
2. Druk herhaaldelijk op DIGITAL EQ (Equalization) om
de in te stellen middenfrequentie te kiezen.
• Door iedere druk op de toets wordt de middenfrequentie
met het huidige niveau op het display getoond.
3. Druk herhaaldelijk op LEVEL + of – om het niveau
voor de middenfrequentie in te stellen.
De DIGITAL EQ indicator licht op het display op.
• Het frequentieniveau verandert met stappen van 2 dB
vanaf –8 dB tot +8 dB.
4. Herhaal stappen 2 en 3 voor het instellen van de andere
middenfrequentie.
Opmerkingen:
• Indien u “NO” of “NONE” voor een luidspreker heeft gekozen
(zie bladzijde 29), kunt u het uitgangsniveau voor de
overeenkomende luidspreker niet instellen.
• De uitgangsniveaus voor de middenluidspreker en linker-/
rechtersurroundluidsprekers zijn instelbaar voor de DVD MULTI
weergavefunctie, ook wanneer “NONE” voor deze luidsprekers
is gekozen.
• U kunt de uitgangsniveaus voor de luidsprekers (uitgezonderd
het subwooferuitgangsniveau) niet instellen wanneer Analog
Direct in gebruik is. Zie bladzijde 19 voor het instellen van het
subwooferuitgangsniveau.
34
U kunt het uitgangsniveau voor de luidsprekers tevens met
gebruik van de afstandsbediening instellen.
Door de afstandsbediening te gebruiken, kunt u de instelling
maken terwijl u de testtoon vanaf uw luisterpositie beluistert.
231
564
7/P
89
10/0
+10
0
Instellen van de geluidsparameters voor de
Surround- en DSP-modi
U kunt de geluidsparameters voor de Surround- en DSP-modi naar
wens instellen.
• CTR TONE, CNTR WIDTH en CNTR GAIN zijn niet
beschikbaar indien u “NONE” voor de middenluidspreker heeft
gekozen.
7
Instelbare parameters
U kunt de volgende parameters instellen:
Voor Surround, DAP en All Channel Stereo modus (met de
middenluidspreker aangesloten)
• Deze instelling is voor alle surroundfuncties hetzelfde, en
wordt afzonderlijk voor de DSP-modus vastgelegd.
1. Druk op de toets SOUND.
De 10 cijfertoetsen treden in werking voor het
wijzigen van het geluid.
2. Druk op de toets TEST om te controleren dat het
geluidsniveau van alle luidsprekers gelijk is.
De testtoon wordt in de volgende volgorde via de
luidsprekers uitgestuurd.
• Er wordt geen testtoon uitgestuurd via de luidsprekers
waarvoor “NONE” bij de luidsprekerinstellingen is
gekozen en tevens niet via de subwoofer.
FRNT L (Linkervoorluidspreker) = CENTER
(Middenluidspreker) = FRNT R (Rechtervoorluidspreker)
SURR R (Rechtersurroundluidspreker)
SBACK (Surroundachterluidspreker)
SURR L (Linkersurroundluidspreker) = (Terug naar het begin)
=
=
=
3. Kies de in te stellen luidspreker.
• Druk voor het kiezen van de linkervoorluidspreker op
FRONT•L.
• Druk voor het kiezen van de middenluidspreker op
CENTER.
• Druk voor het kiezen van de rechtervoorluidspreker op
FRONT•R.
• Druk voor het kiezen van de rechtersurroundluidspreker op
SURR•R.
• Druk voor het kiezen van de surroundachterluidspreker op
SURR BACK.
• Druk voor het kiezen van de linkersurroundluidspreker op
SURR•L.
4. Druk op de toets LEVEL + of LEVEL – om het
uitvoerniveau van de luidspreker aan te passen
(–10 dB tot +10 dB).
5. Herhaal stappen 3 en 4 voor het instellen van de andere
luidsprekeruitgangsniveaus.
6. Druk nogmaals op de toets TEST om het weergeven van
de testtoon te stoppen.
CTR TONE:
Voor het instellen van de toon van de
middenluidspreker. Door een hoger nummer
wordt de dialoog helderder zodat het geluid
van stemmen van zacht naar scherp veranderd.
Kies normaliter “3 (basisinstelling)” .
Instelbereik: 1 tot 5
Voor DAP-modi
• Nadat u de instelling eenmaal heeft gemaakt, wordt deze voor
iedere DAP-functie vastgelegd.
EFFECT:
Voor het instellen van het DAP-effectniveau.
Door een hoger nummer wordt het DAP-effect
sterker. Kies normaliter “3 (basisinstelling)”.
Instelbereik: 1 tot 5
ROOMSIZE:Voor het instellen van het virtuele
kamerformaat. Door een hoger nummer
wordt het interval tussen reflecties verhoogd
zodat het lijkt alsof u in een grotere ruimte
bent. Kies normaliter “3 (basisinstelling)”.
Instelbereik: 1 tot 5
LIVENESS:Voor het instellen van de levendigheid. Door
een hoger nummer wordt het
dempingsniveau van de tijd van reflecties
verlaagd zodat de akoestiek van “dood” naar
“levendig” veranderd. Kies normaliter “3
(basisinstelling)”.
Instelbereik: 1 tot 5
Alleen voor Pro Logic II Music
PANORAMA:Kies “ON” voor een “ingepakt” geluid met een
effect van zijmuren. (Basisinstelling: “OFF”)
CNTR WIDTH: Voor het instellen van de lokalisatie van het
middenkanaal tussen de middenluidspreker
en de linker-/rechtervoorluidsprekers. Door
een hoger nummer wordt het geluid van het
middenkanaal meer naar de linker- en
rechtervoorluidsprekers verplaatst. Kies
normaliter “3 (basisinstelling)”.
Instelbereik: OFF en 1 tot 7
DIMENSION:
Voor het instellen van de richting van het
geluid. Door een hoger nummer wordt het
geluid meer van voren naar achteren verplaatst.
Kies normaliter “4 (basisinstelling)”.
Instelbereik: 1 tot 7
Nederlands
Alleen voor de Neo:6 Music
CNTR GAIN:Voor het richten van het geluid van het
middenkanaal. Door een hoger nummer
wordt het geluid van het middenkanaal
duidelijker geplaatst.
Kies normaliter
(basisinstelling)”.
Instelbereik: 0 tot 0.5
“0.2
35
Gebruik van de Surroundmodus
DIGITAL
Dit toestel activeert automatisch een van de vele beschikbare Surroundmodus. De vastgelegde basisinstellingen en
geluidsregelingen die met het instelmenu en regelmenu zijn gemaakt (zie bladzijden 27 tot 35) worden toegepast.
Reproductie met een bioscoopeffect
In een bioscoop zijn veel luidsprekers aan de muren opgehangen om
een imponerend, multi-surroundgeluid te reproduceren dat u via alle
richtingen ontvangt.
Met gebruik van veel luidsprekers kan de richting en verplaatsing
van het geluid goed worden uitgedrukt.
De in deze receiver ingebouwde Surroundmodus kunnen bijna
dezelfde surroundgeluiden als in een echte bioscoop reproduceren
—met slechts vijf of zeven luidsprekers (plus subwoofer).
Nederlands
Subwoofer
Introductie van de Surroundmodus
Dolby Digital*
Dolby Digital is een digitale signaalcompressiemethode,
ontwikkeld door Dolby Laboratories, voor multikanaal codering en
decodering (1 kanaal tot 5,1 kanaal).
• De
Dolby Digital signaal via de digitale ingang wordt ontvangen.
Dolby Digital 5.1CH
Bij codering met Dolby Digital 5,1CH (DOLBY D) worden de
signalen van het linkervoorkanaal, rechtervoorkanaal,
middenkanaal, linkersurroundkanaal, rechtersurroundkanaal en het
LFE-kanaal opgenomen en gecomprimeerd. (Er zijn in totaal dus 6
kanalen, maar het LFE-kanaal wordt als het 0,1 kanaal geteld.
Vandaar de term “5,1 kanaal”).
Daarbij kan Dolby Digital ook het surroundgeluid via de
achterluidsprekers stereo reproduceren en wordt de drempelfrequentie
voor de hoge surroundtonen, in vergelijking met 7 kHz voor Dolby
Pro Logic, op 20 kHz gesteld. Deze feiten versterken de verplaatsing
van het geluid en het “aanwezigheidsgevoel” veel meer dan in
vergelijking met Dolby Pro Logic.
Dolby Digital EX
Dolby Digital EX (DOLBY D EX) is een nieuw digitaal surroundcoderingsformaat dat de derde surroundkanalen toevoegt, oftewel
“surroundachter”.
In vergelijking met het conventionele Dolby Digital 5,1CH,
leveren deze nieuw toegevoegde surroundachterkanalen een
gedetailleerdere verplaatsing van het geluid achter uw luisterplaats
tijdens het bekijken van videosoftware. Daarbij zal de lokalisatie
van het surroundgeluid stabieler worden.
• U kunt Virtual 6,1 kanaal surround gebruiken bij weergave van
Dolby Digital EX software zonder surroundachterluidsprekers te
hebben aangesloten. Met deze surroundfunctie worden de
signalen voor het surroundachterkanaal naar de normale
surroundluidsprekers gestuurd zodat het surroundachtergeluid
niet verloren gaat.
De VIRTUAL SB (Surround Back) indicator licht op het display
op.
1
indicator licht op het display op wanneer een
36
Linkervoorluid-
spreker
(L)
Linkersurroundluidspreker (LS)
Surroundachterluidsprekers (LSB/RSB)
Middenluid-
spreker
(C)
Rechtervoorluid-
spreker
(R)
Rechtersurround-
luidspreker (RS)
Dolby Pro Logic
Bij codering met Dolby Surround worden de signalen voor het
linkervoorkanaal, rechtervoorkanaal, middenkanaal en
surroundkanaal op 2 kanalen opgenomen.
De in deze receiver ingebouwde Dolby Pro Logic (PRO LOGIC)
decoder decodeert deze signalen van 2 kanalen weer tot de
oorspronkelijke signalen voor 4 kanalen—matrix-based
multikanaal reproductie.
• De
Pro Logic is geactiveerd.
indicator licht op het display op wanneer Dolby
Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II heeft een nieuw ontwikkeld multikanaal
weergaveformaat voor het omzetten van 2-kanaal software in 5kanalen (plus subwoofer). De matrix-gebaseerde conversiemethode
die voor Dolby Pro Logic II wordt gebruikt, heeft geen limiet voor
de drempelfrequentie van de surround hoge tonen en levert stereo
surroundgeluid.
• Deze receiver heeft twee verschillende Dolby Pro Logic II
functies—Pro Logic II Movie (PL II MOVIE) en Pro Logic IIMusic (PL II MUSIC).
De
wordt geactiveerd.
indicator licht op wanneer Dolby Pro Logic II
DTS 96/24
De laatste jaren is er steeds meer interesse in een hogere
bemonsteringswaarde voor zowel opname en reproductie in de
huiskamer. Hogere bemonsteringswaarden geven een breder
frequentiebereik en hogere bitdiepten leveren een breder dynamisch
bereik.
DTS 96/24 is een multikanaal digitaal signaalformaat (fs 96 kHz/24
bits) dat door Digital Theater Systems, Inc. werd geïntroduceerd,
voor een “betere geluidskwaliteit dan CD” in uw huiskamer.
• De 96/24 indicator licht op wanneer DTS 96/24 signalen worden
herkend. U kunt het 5,1 kanaal geluid met de volledige kwaliteit
beluisteren.
PLII MOVIE:Geschikt voor weergave van software die met
Dolby Surround is gecodeerd. U krijgt met
gebruik van deze functie een geluidsveld dat zeer
dicht bij het discrete 5,1 kanaal geluid ligt.
PLII MUSIC:Geschikt voor weergave van 2-kanaal stereo
software. U krijgt met deze functie een breed en
diep geluid.
2
DTS*
DTS is een ander digitale signaalcompressiemethode, ontwikkeld
door Digital Theater Systems, Inc., en levert multikanaal codering
en decodering (1 kanaal tot 6,1 kanalen).
• De
de digitale ingang wordt ontvangen en herkend.
indicator licht op wanneer een DTS signaal door
DTS Digital Surround
DTS Digital Surround (DTS) is een ander discreet 5,1 kanaal
digitaal audioformaat voor CD, LD en DVD software.
In vergelijking met Dolby Digital heeft het DTS Digital Surround
formaat een lagere audiocompressieverhouding. Hierdoor geeft DTS
Digital Surround extra diepte en breedte aan het geluid. U zult
merken dat het geluid natuurgetrouw, overtuigend en gashelder
overkomt.
• Met de EX/ES-instelling op “ON” gesteld, wordt DTS Neo:6
(DTS NEO:6) bij weergave van multikanaal DTS-software
gebruikt. U krijgt hetzelfde surroundeffect als bij weergave van
6,1-kanaal software.
DTS Extended Surround (DTS-ES)
DTS-ES is een ander nieuw multikanaal digitaal coderingsformaat.
Het verbetert aanzienlijk het 360-graden surroundbeeld en de
ruimtelijke expressie door het derde surroundkanaal toe te voegen
—surroundachterkanaal.
DTS-ES bestaat uit twee signaalformaten met verschillende
surroundsignaal-opnamemethodes—DTS-ES Discrete 6.1ch (ES
DSCRETE) en DTS-ES Matrix 6.1ch (ES MATRIX).
DTS-ES Discrete 6.1ch DTS-ES Discrete 6,1 kanaal is ontworpen
voor het gescheiden coderen (en decoderen) van 6,1 kanaal signalen
zodat interferentie tussen de diverse kanalen wordt voorkomen.
DTS-ES Matrix 6,1kanaal is ontworpen voor het toevoegen van
een extra surroundkanaal aan DTS Digital Surround 5,1 kanaal. Met
gebruik van een matrix codering/decoderingmethode, wordt een
extra “surroundachter” kanaalsignaal gecodeerd (en gedecodeerd) in
zowel de linker- als rechtersurroundkanaalsignalen.
• U kunt Virtual 6,1 kanaal surround gebruiken bij weergave van
DTS-ES software zonder surroundachterluidsprekers te hebben
aangesloten. Met deze Surroundmodi worden de signalen voor het
surroundachterkanaal naar de normale surroundluidsprekers
gestuurd zodat het surroundachtergeluid niet verloren gaat.
De VIRTUAL SB (Surround Back) indicator licht op het display
op.
DTS Neo:6
DTS Neo:6 is een andere conversiemethode voor het creëren van 6kanaal (plus subwoofer) geluid van analoog/digitaal 2-kanaal
software met gebruik van een uitermate nauwkeurige digitale
matrix-decoder die voor DTS-ES Matrix 6.1ch wordt gebruikt.
De NEO:6 indicator licht op het display op wanneer een van de
Neo:6 functies wordt geactiveerd.
• Deze receiver heeft de volgende DTS NEO:6 modus—Neo:6
Cinema (NEO:6CINMA) en Neo:6 Music (NEO:6MUSIC).
NEO:6CINMA: Geschikt voor weergave van films. U krijgt met
2-kanaal software dezelfde sfeer als met 6,1
kanaal software. Deze functie is tevens effectief
voor het afspelen van software die met
conventionele surroundformaten is gecodeerd.
NEO:6MUSIC:Geschikt voor weergave van muzieksoftware. De
signalen voor de voorkanalen worden niet via de
decoder gestuurd (zodat er geen kwaliteitsverlies
in het geluid is) en de surroundsignalen worden
via de andere luidsprekers gestuurd zodat het
geluidsveld op natuurlijke wijze wordt verbreed.
Wat is Dual Mono?
Dual Mono is zeer vergelijkbaar met tweetalige uitzendingen van
TV-programma’s die twee gescheiden kanalen voor de
geluidssporen hebben. (Het Dual Mono formaat is echter niet
identiek aan dergelijk analoge formaten).
Dit formaat wordt nu gebruikt voor Dolby Digital, DTS, etc. Dit
formaat maakt het mogelijk om twee afzonderlijke kanalen (ook
het hoofdkanaal en subkanaal genoemd) gescheiden op te nemen.
• De DUAL indicator licht op wanneer een Dual Mono signaal
wordt ontvangen. U kunt nu het gewenste, te beluisteren kanaal
kiezen (zie bladzijde 31).
Bij gebruik van de surroundfunctie wordt het geluid
weergegeven via de geactiveerde luidsprekers die voor de
surroundfunctie vereist zijn.
• Indien “NONE” voor de surroundluidsprekers en
middenluidspreker als luidsprekerinstelling is gekozen, wordt
de originele JVC 3D-PHONIC processing gebruikt (dat werd
ontwikkeld voor het creëren van een surroundeffect via uitsluitend
de voorluidsprekers).
De 3D-PHONIC indicator licht op het display op.
1
*
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic”
en het dubbel D-symbool zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
2
*
“DTS”, “DTS-ES Extended Surround” en “Neo:6” zijn
handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
Nederlands
37
Beschikbare Surroundmodus voor de diverse software
De Surroundmodus die u kunt gebruiken verschilt afhankelijk van de luidsprekerinstellingen en de binnenkomende signalen.
De tabel op deze en de volgende bladzijde toont de relatie tussen de Surroundmodus en de binnenkomende signalen (met
surroundachterluidsprekers en EX/ES-instelling).
• Het tussen haakjes aangegeven aantal onder het type van het binnenkomende signaal toont het aantal voorkanalen en surroundkanalen.
(3/2) betekent bijvoorbeeld dat de signalen met drie signalen voor drie voorkanalen (links/rechts/midden) en twee (stereo) surroundsignalen
zijn opgenomen.
Type binnenkomende signaalInstelling surroundachterkanaalEX/ES-instellingBeschikbare Surroundmodi
Dolby Digital EX2SPK/1SPKAUTO/ONDOLBY D EX
OFFDOLBY D
NONEAUTO/ONDOLBY D (VIRTUAL SB)*
OFFDOLBY D
Dolby Digital (3/2, 2/2)2SPK/1SPKAUTODOLBY D
ONDOLBY D EX
OFFDOLBY D
NONENiet beschikbaarDOLBY D
Nederlands
Dolby Digital (3/1, 2/1)2SPK/1SPKAUTO/ON/OFFDOLBY D
NONENiet beschikbaarDOLBY D
Dolby Digital (1/0, 3/0)2SPK/1SPK/NONENiet beschikbaarDOLBY D
Dolby Digital (Dual Mono)2SPK/1SPK/NONENiet beschikbaarDUAL MONO
DTS-ES Discrete 6.1ch2SPK/1SPKAUTO/ONES DSCRETE
OFFDTS
NONEAUTO/ONDTS (VIRTUAL SB)*
DTS-ES Matrix 6.1ch2SPK/1SPKAUTO/ONES MATRIX*
DTS-ES 96/24 MatrixOFFDTS
NONEAUTO/ONDTS (VIRTUAL SB)*1 *
OFFDTS
DTS, DTS 96/24 (3/2, 2/2)2SPK/1SPKAUTODTS
2
*
DTS 96/24 verwerking
wordt niet toegepast. Indien
u de verwerking wilt
gebruiken, moet u EX/ES/
Type binnenkomende signaalBeschikbare Surroundmodi
Analoog / PCM/ Dolby Digital (2/0) / DTS (2/0)PL II MOVIE / PL II MUSIC / PRO LOGIC / NEO:6 CINMA / NEO:6 MUSIC
DVD MULTIGeen
3D HEADPHONE modus—3D H PHONE
U kunt tevens de surroundmodus gebruiken bij weergave via de hoofdtelefoon.
Indien u op de toets SURROUND drukt wanneer beide voorluidsprekers 1 en 2 zijn uitgeschakeld, wordt de 3D HEADPHONE modus
geactiveerd, ongeacht het type software dat wordt afgespeeld. “3D H PHONE” verschijnt op het display en de DSP en HEADPHONE
indicators lichten tevens op.
*1Virtueel 6,1-kanaal surround
Indien u surroundluidsprekers heeft aangesloten (en geactiveerd), kunt u Virtueel 6,1-kanaal surround gebruiken bij weergave van Dolby
Digital EX of DTS-ES gecodeerde software ookal zijn geen surround-achterluidsprekers verbonden. Met dit surroundformaat worden de
signalen van de surround-achterkanalen naar de surroundluidsprekers gestuurd zodat het lijkt alsof er toch een surroundeffect via de
achterluidsprekers wordt gereproduceerd. De VIRTUAL SB (Surround Back) indicator licht op het display op.
38
Activeren van de Surroundmodi
VOLUME
LINEAR PCM
DIGITAL
L
SUBWFR
LSRS
CR
LFE
DIGITAL
AUTO
SPEAKERS 1
VOLUME
LINEAR PCM
DIGITAL
L
SUBWFR
DUALDIGITAL
AUTO
SPEAKERS 1
VOLUME
LINEAR PCM
L
SUBWFR
R
ANALOG
PRO LOGIC
SPEAKERS 1
NEO:6CINMANEO:6MUSIC
PL II MOVIEPL II MUSICPRO LOGIC
Welke Surroundmodi u kunt gebruiken, is afhankelijk van de
luidsprekerinstellingen en de binnenkomende signalen. (Zie
bladzijde 38).
Door een van de Surroundmodus voor een bron te activeren,
worden automatisch de vastgelegde instellingen opgeroepen (zie
bladzijden 27 tot 35).
Activeren van de Surroundmodi
U kunt tevens de toetsen van de afstandsbediening voor de
volgende procedure gebruiken.
Activeren van de EX/ES-instelling
Voor multikanaal digitale software kunt u de EX/ES (7,1 kanaal)
reproductiefunctie activeren.
• Nadat u eenmaal de EX/ES (7,1 kanaal) reproductiefunctie heeft
ingesteld, wordt deze in het geheugen vastgelegd en opgeroepen
wanneer u de Surroundmodi activeert waarvoor de EX/ES (7,1
kanaal) reproductiefunctie kan worden gebruikt.
Druk op de toets EX/ES om een geschikte instelling voor uw
weergave te kiezen.
De huidige gekozen EX/ES (7,1 kanaal) reproductiefunctie wordt op
het display getoond.
• Door iedere druk op de toets verandert de functie als volgt:
EX/ES AUTO*: Er wordt, afhankelijk van het
binnenkomende signaal, een geschikte
Surroundmodi gebruikt.
• Voor Dolby Digital EX en DTS-ES,
EX/ES (7,1-kanaal) reproductiefunctie
gebruikt.
• Voor 5,1-kanaal (of minder) gecodeerde
software, wordt de 5,1 kanaal
reproductiefunctie gebruikt.
EX/ES ON*:Kies voor het gebruik van de EX/ES (7,1
kanaal) reproductiefunctie voor zowel 5,1
kanaal als 6,1 kanaal gecodeerde software.
EX/ES OFF:Kies voor het annuleren van EX/ES (7,1
kanaal) reproductie.
*
Virtual 6,1 kanaal surround wordt gebruikt indien er geen
surroundachterluidsprekers zijn aangesloten of indien deze
luidsprekers zijn uitgeschakeld.
1. Kies en start de weergave van een andere bron
dan “DVD MULTI”.
• Controleer dat u de analoge of digitale ingangsfunctie heeft
gekozen.
• De Surroundmodus kunnen niet voor de DVD MULTI
weergavefunctie worden gebruikt.
2. Druk op SURROUND om de surroundmodus te
activeren.
• Voor multikanaal software (uitgezonderd 2-kanaal en Dual
Mono software) wordt op basis van de binnenkomende
signalen automatisch een passende Surroundmodi geactiveerd
(zie bladzijde 38 voor details).
Bijv.: Met “DOLBY D” geactiveerd.
– Indien de EX/ES (7,1 kanaal) reproductiefunctie op “AUTO”
of “ON” is gesteld, wordt een van de EX/ES (7,1 kanaal)
reproductiefuncties geactiveerd (zie de linkerkolom).
• Voor analoge en digitale 2-kanaal software, kunt u een van
de volgende Surroundmodus kiezen. Door iedere druk op
SURROUND verandert de Surroundmodi als volgt:
• Voor Dual Mono software, U kunt het gewenste kanaal voor
weergave kiezen. (Zie bladzijde 31).
Nederlands
Opmerkingen:
• Indien de Surroundmodi is uitgeschakeld, wordt door een druk
op EX/ES een geschikte surroundfunctie voor multikanaal
digitale software geactiveerd.
• Bij weergave van een analoge of digitale 2-kanaal bron met
surround, kunt u de EX/ES (7,1 kanaal) reproductiefunctie
instellen en de instelling vastleggen, maar deze instelling heeft
echter geen effect voor de huidige bron.
• Indien een bron is gekozen waarvoor EX/ES (7,1 kanaal) niet
kan worden gebruikt, kunt u wel een instelling maken en in het
geheugen vastleggen maar de weergave via de betreffende
kanalen verandert dan echter niet.
Voor het instellen van het luidsprekeruitgangsniveau, zie
bladzijden 34 en 35.
Annuleren van de Surroundmodi
Druk op de toets SURROUND/DSP OFF (of SURR/DSP OFF van
de afstandsbediening). “SURR OFF” verschijnt op het display.
39
Gebruik van de DSP-modus
Dit toestel activeert automatisch een van de vele beschikbare DSP-modus. De vastgelegde basisinstellingen en andere
gemaakte instellingen (zie bladzijde 27 tot 35) worden automatisch toegepast.
Reproductie van een geluidsveld
Het geluid wat u hoort in een concertzaal, kerk, etc. bestaat uit het
directe geluid en het indirecte geluid—de snelle reflecties en
reflecties via de achterkant en achtermuren. Het directe geluid
bereikt uw gehoor zonder reflecties, dus direct. De indirecte
geluiden daarentegen worden vertraagd door de afstand tot het
plafond en de muren. Deze directe en indirecte geluiden zijn de
belangrijkste elementen van de akoestische surroundeffecten.
De DSP-modus kunnen deze belangrijkste elementen simuleren voor
een geluidsweergave met een aanwezigheidsgevoel, alsof u
werkelijk bijvoorbeeld in de zaal “aanwezig” bent.
Reflecties via
Nederlands
Snelle reflecties
Directe geluiden
achterkant
Introductie van de DSP-modus
De DSP biedt u de volgende functies—
• DAP (Digital Acoustic Processor) (HALL 1, HALL 2, LIVE
CLUB, DANCE CLUB, PAVILION, THEATER 1, THEATER 2)
• ALL CH STEREO
• MONO FILM
3D HEADPHONE functie
U kunt tevens het DSP-effect (uitgezonderd All Channel Stereo)
gebruiken bij weergave via de hoofdtelefoon.
Indien u op DSP drukt wanneer beide voorluidsprekers 1 en 2
zijn uitgeschakeld, wordt de HEADPHONE functie geactiveerd,
ongeacht het type software dat wordt afgespeeld.
“3D H PHONE” verschijnt op het display en de DSP en
HEADPHONE indicators lichten tevens op.
Voor gebruik van de DSP-modus, drukt u op de toets DSP zodat
de DSP-modus als volgt veranderen.
De DSP indicator licht tevens op het display op.
=
HALL 1= HALL 2= LIVE CLUB
=
DANCE CLUB= PAVILION= ALL STEREO
= THEATER 1=
=
(Terug naar het begin)
DAP-functies
U kunt de volgende DAP-functies gebruiken voor een weergave met
een akoestisch geluidsveld in uw huiskamer.
HALL 1:Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een
HALL 2:Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een
LIVE CLUB:Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een
DANCE CLUB:Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een
PAVILION:Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een hal
THEATER 1*:Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een
THEATER 2*:Reproduceert het ruimtelijke gevoel van een
*
De ingebouwde Dolby Pro Logic II decoder wordt geactiveerd bij
weergave van een 2-kanaal analoge of digitale bron.
De indicator licht op.
Bij gebruik van de DAP-functie wordt er geluid via alle
aangesloten en geactiveerde luidsprekers weergegeven.
• Indien de instelling voor de surroundluidsprekers op “NONE”
is gesteld, wordt de originele JVC 3D-PHONIC verwerking (dat
werd ontwikkeld voor het reproduceren van het surroundeffect via
uitsluitend de voorluidsprekers) gebruikt.
De 3D-PHONIC indicator licht op het display op.
THEATER 2 = MONO FILM
: Geschikt voor audiobronnen
: Geschikt voor videobronnen
grote, schoenendoos-vormige zaal die
voornamelijk voor klassieke concerten is
ontworpen. (Het aantal stoelen is ongeveer
2000).
grote wijngaard-vormige zaal die voornamelijk
voor klassieke concerten is ontworpen. (Het
aantal stoelen is ongeveer 2000).
“live” muziekclub met een laag plafond.
swingende discotheque.
met een hoog plafond voor bijvoorbeeld
tentoonstellingen.
groot theater met ongeveer 600 stoelen.
klein theater met ongeveer 300 stoelen.
40
VOLUME
LINEAR PCM
DIGITAL
L
SUBWFR
LSRS
CR
LFE
DIGITAL
AUTO
DSP
SPEAKERS 1
Stereofunctie voor alle kanalen
Deze functie kan een groter stereo-geluidsveld reproduceren met
gebruik van alle aangesloten (en geactiveerde) luidsprekers. Deze
functie kan echter niet worden gebruikt indien er geen
surroundluidsprekers zijn aangesloten.
• Met de voorluidsprekers uitgeschakeld, kan “All Channel
Stereo” niet worden gebruikt.
Geluid dat met normale stereo wordt gereproduceerd
Activeren van de DSP-modus
Door een van de DSP-modus voor een bron te activeren, worden
automatisch de met het instel- en regelmenu gemaakte en
vastgelegde instellingen opgeroepen (zie bladzijden 27 tot 35).
U kunt tevens de toetsen van de afstandsbediening voor de
volgende procedure gebruiken.
1. Kies de bron en start de weergave.
2. Druk herhaaldelijk op DSP totdat de
gewenst DSP-modi op het display wordt getoond.
• Door iedere druk op de toets verandert de DSP-modi als volgt:
Nederlands
Geluid dat met All Channel Stereo wordt gereproduceerd
Mono-film
Gebruik deze functie voor en betere akoestiek en geluidsveld in uw
luisterruimte bij het bekijken van mono videosoftware (analoge en
2-kanaal digitale signalen).
Er wordt met deze functie een surroundeffect toegevoegd en de
geluidslokalisatie van bijvoorbeeld de acteurs/actrices wordt
aanzienlijk verbeterd. Deze functie kan niet voor multikanaal
digitale signalen worden gebruikt.
=
HALL 1= HALL 2= LIVE CLUB
=
DANCE CLUB = PAVILION= ALL STEREO*
= THEATER 1=
=
(Terug naar het begin)
*
U kunt “ALL STEREO” niet kiezen indien “NONE” voor de
surroundluidsprekers is ingesteld.
**
U kunt “MONO FILM” niet kiezen wanneer multikanaal
signalen worden ontvangen.
THEATER 2 = MONO FILM**
Opmerking:
Indien de surroundluidsprekers zijn uitgeschakeld, wordt 3D PHONIC
voor de DSP-modus gebruikt (de 3D-PHONIC indicator licht tevens
op).
Annuleren van de DSP-modus
Druk op de toets SURROUND/DSP OFF (of SURR/DSP OFF van
de afstandsbediening). “SURR OFF” verschijnt op het display.
•“HEADPHONE” verschijnt indien een hoofdtelefoon is
aangesloten of wanneer de voorluidsprekers zijn uitgeschakeld.
Met “MONO FILM” geactiveerd wordt het geluid via alle
aangesloten (en geactiveerde) luidsprekers uitgestuurd.
•“MONO FILM” wordt geannuleerd en er wordt een andere
passende surroundfunctie geactiveerd indien de binnenkomende 2kanaal signalen veranderen naar een ander digitaal signaaltype.
41
DVD
VIDEO
RIGHT LEFT
S-VIDEO
VIDEO
AUDIO
SUBWOOFER CENTER
DVD
IN
FRONT
DVD
IN
COMPONENT VIDEO
DVD
IN
SURR
(REAR)
R
L
R
L
A
B
C
D
EFG
RX-8032VSL/RX-7032VSL
De afspeelmodus DVD MULTI
VOLUME
LINEAR PCM
L
SUBWFR
LSRS
CR
LFE
ANALOGMULTI
SPEAKERS 1
Deze receiver voorziet in de afspeelmodus DVD MULTI waarmee de analoge uitvoermodus van de DVD-speler kan
worden gerealiseerd.
Aansluitdiagram
Nederlands
DVD-speler
De afspeelmodus DVD MULTI activeren
1. Druk op de toets DVD MULTI tot de vermelding
“DVD MULTI” op de display wordt weergegeven.
Het MULTI indicator licht tevens op.
Opmerking:
Als u “DVD MULTI” als afspeelbron selecteert, worden de
Surround- en DSP-modus geannuleerd en werken de toetsen
SURROUND en DSP niet.
2. Selecteer de analoge, discrete uitvoermodus op de
DVD-speler en start het afspelen van een DVD.
• Raadpleeg ook de handleiding die bij de DVD-speler werd
geleverd.
Å Naar component video-uitgang (Alleen voor de RX-
8032VSL)
ı Naar subwoofer uitgang
Ç Naar middenkanaal audio-uitgang
Î Naar S-video uitgang
‰ Naar composiet video-uitgang
Ï Naar links/rechts voorkanaal audio-uitgang
Ì Naar links/rechts surroundkanaal audio-uitgang
Opmerking:
Indien u een DVD-speler met de component videoingangsaansluitingen heeft verbonden, moet u de juiste
instelling voor de component video-ingang maken. Zie bladzijde
32 voor details.
U kunt de digitale egalisatiepatronen en luidsprekeruitgangsniveaus instellen. Zie bladzijde 34 voor details.
Opmerkingen:
• Midnight Mode kan niet voor de DVD MULTI afspeelmodus worden
gebruikt (zie bladzijde 20).
• Met gebruik van een hoofdtelefoon kunt u uitsluitend het geluid van
de voorkanalen (links en rechts) beluisteren.
42
COMPU LINK afstandsbedieningssysteem
COMPU LINK-4
(SYNCHRO)
CD-speler
CD-recorder
Cassettedeck
of
MD-recorder
Cassettedeck
of
CD-recorder
CD-speler
RX-7032VSL
RX-8032VSL
Met het COMPU LINK afstandsbedieningssysteem kunt u andere JVC audiocomponenten via de
afstandsbedieningssensor op deze receiver bedienen.
Voor het gebruik van dit afstandsbedieningssysteem moeten behalve
de normale verbindingen met de RCA tulpstekkers (zie bladzijden
12 en 13) de andere JVC audiocomponenten ook via de COMPU
LINK (SYNCHRO) aansluitingen (zie hieronder) worden
verbonden.
• Controleer dat de stekkers van de netsnoeren van de andere
componenten uit het stopcontact zijn getrokken alvorens
verbindingen te maken. Steek de stekkers van de netsnoeren pas in
een stopcontact nadat alle verbindingen zijn gemaakt.
Automatische bronkeuze
Door een druk op de weergavetoets (
component of de daarbij behorende afstandsbediening, zal de
receiver automatisch worden ingeschakeld en de vereiste ingang
voor deze bron kiezen. Wanneer u een nieuwe bron met de receiver
of de daarbij behorende afstandsbediening kiest, zal de weergave
van het gekozen component direct starten.
In beide gevallen zal de voorgaande gekozen bron de weergave nog
een paar seconden, echter zonder geluid, voortzetten.
•Voor de RX-7030VBK/RX-7032VSL: U kunt het COMPU LINK
afstandsbedieningssysteem niet voor het bedienen van de MDrecorder gebruiken.
33
3) van een aangesloten
33
Automatisch in- en uitschakeling (standby) van de
stroom: Uitsluitend mogelijk met de COMPU LINK-3 en
COMPU LINK-4 verbinding
De aangesloten componenten worden in overeenstemming met de
receiver ingeschakeld en uitgeschakeld (standby).
Wanneer u bijvoorbeeld de receiver inschakelt, zal afhankelijk van
het laatst gekozen component een van de aangesloten componenten
tevens automatisch worden ingeschakeld.
Wanneer u de receiver uitschakelt, zullen de aangesloten
componenten tevens worden uitgeschakeld (standby).
Synchroonopname
Met synchroonopname bedoelen we dat het cassettedeck (of de
MD-recorder) de opname direct start wanneer de weergave van de
CD begint.
Nederlands
Opmerkingen:
• Er zijn vier verschillende versies van het COMPU LINK
afstandsbedieningssysteem. Deze receiver gebruikt de vierde
versie—COMPU LINK-4. Met deze versie kunnen ook
systeembedieningen met de CD-recorder worden uitgevoerd, wat
niet het geval was met de voorgaande versie—COMPU LINK-3.
• Indien uw audiocomponent twee COMPU LINK aansluitingen heeft,
kunt u een willekeurige van de twee gebruiken. Indien er slechts
één COMPU LINK aansluiting is, moet u dit component als laatste
component in de serie aansluiten.
• U moet indien nodig de juiste naam voor de bron instellen om de
betreffende bron met het COMPU LINK afstandsbedieningssysteem te kunnen bedienen. (Zie bladzijde 21).
• Zie tevens de gebruiksaanwijzingen die bij de andere
audiocomponenten zijn geleverd.
Met dit afstandsbedieningssysteem kunt u de hierna beschreven vier
functies gebruiken.
Afstandsbediening via de afstandsbedieningssensor op
deze receiver
U kunt de aangesloten audiocomponenten via de
afstandsbedieningssensor op deze receiver met gebruik van deze
afstandsbediening bedienen. Richt de afstandsbediening recht naar
de afstandsbedieningssensor op deze receiver. Zie bladzijden 44
en 45 voor details.
Voer de volgende stappen uit voor synchroonopname:
1. Plaats een cassette in het cassettedeck (of een MD
in de MD-recorder) en een disc in de CD-speler.
2. Druk tegelijk op de opnametoets (¶) en de
pauzetoets (8) van het cassettedeck (of de
MD-recorder).
Het cassettedeck (of de MD-recorder) wordt hierdoor in de
opnamepauzefunctie geschakeld.
Synchroonopname werkt niet indien u niet tegelijk op de
opnametoets (¶) en pauzetoets (8) drukt.
3. Druk op de weergavetoets (3) van de CD-speler.
De bron van de receiver verandert en de weergave start.
Tegelijkertijd start de opname op het cassettedeck (of de
MD-recorder). Wanneer de weergave eindigt, schakelt het
cassettedeck (of de MD-recorder) in opnamepauzefunctie en
stopt ongeveer 4 seconden later.
Opmerkingen:
• Tijdens synchroonopname kunt u niet van bron veranderen.
• Indien de stroom van een component tijdens synchroonopname
wordt uitgeschakeld, zal het COMPU LINK afstandsbedieningssysteem mogelijk niet juist werken. U moet in dat geval opnieuw
vanaf het begin starten.
43
Andere apparatuur van JVC bedienen
VCR 1
TAPE
CDR
CDDSC
RX-8032V
ONLY
Met de afstandsbediening van deze receiver kunnen ook andere audio- en beeldapparaten van JVC worden bediend omdat
de signalen die voor het bedienen van andere JVC-apparaten nodig zijn standaard in de afstandsbediening zijn ingebouwd.
Geluidsapparatuur bedienen
BELANGRIJK:
Om geluidsapparatuur van JVC met deze afstandsbediening te
kunnen bedienen:
• Moet u de geluidsapparatuur van JVC niet alleen aansluiten op de
COMPU LINK (SYNCHRO)-uitgangen (zie bladzijde 43) maar
ook gebruik maken van kabels met RCA-pinstekers (zie
bladzijden 11 tot 13).
• Moet u de afstandsbediening rechtstreeks op de
afstandsbedieningssensor van de ontvanger richten.
• Als u de toetsen op het bedieningspaneel aan de voorzijde of de
menufuncties gebruikt om een afspeelbron te selecteren, kunt u het
desbetreffende apparaat niet met de afstandsbediening bedienen.
Als u een afspeelbron met de afstandsbediening wilt bedienen,
moet u het desbetreffende apparaat met behulp van de
afstandsbediening selecteren.
• U moet indien nodig de juiste naam voor de bron instellen om de
Nederlands
betreffende bron met het COMPU LINK afstandsbedieningssysteem te kunnen bedienen. (Zie bladzijde 21).
• Raadpleeg ook de handleiding van het apparaat dat u met de
afstandsbediening wilt bedienen.
Voor de RX-8032VSL:
• De afstandsbedieningsfunctie wordt ongeveer 2
uren op het displayvenster getoond indien u op
een van de bronkeuzetoetsen drukt.
ToetsTekst op de display
FM/AMTUNER
CDCD
CDRCDR
PHONOPHONO
TAPE/MDTAPE
CONTROL (herhaaldelijk)*
SOUNDSOUND
*
Door herhaaldelijk op CONTROL te drukken, kunt u “VCR 1”,
“TAPE”, “CDR” of “CDDSC” als bron kiezen.
• De afstandsbedieningsfunctie wordt ongeveer 2 uren op het
displayvenster getoond indien u op een van de volgende
toetsen drukt.
ToetsTekst op de display
FRONT•LFRL
FRONT•RFRR
CENTERCTR
SURR•LSURRL
SURR•RSURRR
SURR BACKSBK
SUBWOOFERS-WFR
DIGITAL EQEQ
Tuner
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
FM/AM:Hiermee schakelt u heen en weer tussen FM en AM
(MG).
Na een druk op de toets FM/AM kunt u de volgende bedieningen
voor de tuner uitvoeren:
1 – 10/0, +10:Met deze cijfertoetsen kunt u een voorkeurzender
selecteren.
Druk voor kanaalnummer 5 op de toets met het cijfer
5.
Druk voor kanaalnummer 15 op +10 en daarna op 5.
Druk voor kanaalnummer 20 op +10 en daarna op
10/0.
PTY SEARCH:Hiermee kunt u met een PTY-code naar een
radioprogramma laten zoeken.
PTY9/(PTY:Hiermee selecteert u een PTY-code.
DISPLAY MODE: Hiermee toont u de RDS-signalen.
TA/NEWS/INFO: Instellen van programmas voor de Enhanced Other
Networks-functie. (TA, NEWS, INFO).
FM MODE:Hiermee wijzigt u de FM-ontvangstmodus.
Bediening van het geluid (Versterker)
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
SURROUND:Activeren en kiezen van Surroundmodi.
DSP:Activeren en kiezen van DSP-modi.
SURR/DSP OFF:Uitschakelen van Surround- en DSP-
modi.
Nadat u op de toets SOUND hebt gedrukt, kunt u de volgende handelingen
verrichten:
FRONT•L en dan LEVEL +/–: Instellen van het uitgangsniveau voor de
linkervoorluidspreker.
FRONT•R en dan LEVEL +/–: Instellen van het uitgangsniveau voor de
rechtervoorluidspreker.
CENTER en dan LEVEL +/–: Instellen van het uitgangsniveau voor de
middenluidspreker.
SURR•L en dan LEVEL +/–:Instellen van het uitgangsniveau voor de
linkersurroundluidspreker.
SURR•R en dan LEVEL +/–:Instellen van het uitgangsniveau voor de
rechtersurroundluidspreker.
SURR BACK en dan LEVEL +/–:
Instellen van het uitgangsniveau voor de
surroundachterluidspreker.
SUBWOOFER en dan LEVEL +/–:
Instellen van het uitgangsniveau voor de
subwoofer.
DIGITAL EQ en dan LEVEL+/–: Kiezen van de frequentiebanden van het
geluid en instellen van het niveau.
TEST:Activeren of uitschakelen van de
testtoon.
BASS BOOST:Activeren of uitschakelen van de Bass
Boost functie.
Opmerking:
Druk nadat u het geluid hebt aangepast op de toets voor het selecteren
van een afspeelbron of druk om de geselecteerde bron met de 10
cijfertoetsen van de afstandsbediening te kunnen bedienen. Als u dit
niet doet, kunt u de afspeelbron niet met de 10 cijfertoetsen bedienen.
CD-speler
Nadat u op de toets CD hebt gedrukt, kunt u de volgende
handelingen verrichten met een CD-speler:
3:Hiermee start u het afspelen.
4:Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of vorige)
track.
¢:Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track.
7:Hiermee stopt u het afspelen.
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets 3.
1 – 10/0, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een track selecteren.
Druk voor track 5 op de toets met het cijfer 5.
Druk voor track 15 op +10 en daarna op 5.
Druk voor track 20 op +10 en daarna op 10/0.
Druk voor track 30 op +10, daarna op +10 en tot slot op
10/0.
44
RX-8032V
ONLY
RX-8032V
ONLY
CD-wisselaar
Voor de RX-8032VSL:
Als u net zo vaak op de toets CONTROL hebt gedrukt tot “CDDSC”
op de display is verschenen, kunt u de volgende handelingen
verrichten met een CD-wisselaar:
Voor de RX-7032VSL:
Nadat u op de toets CD DISC hebt gedrukt, kunt u de volgende
handelingen verrichten met een CD-wisselaar:
3:Hiermee start u het afspelen.
4:Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of
vorige) track.
¢:Hiermee gaat u naar het begin van de volgende
track.
7:Stoppen van weergave of opname.
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de
toets 3 om het afspelen te hervatten.
1 – 6, 7/P:Hiermee selecteert u het nummer van een CD die in
de wisselaar is geplaatst.
Nadat u op de toets CD hebt gedrukt, kunt u de volgende
handelingen verrichten met een CD-wisselaar:
1 – 10/0, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een track selecteren.
Druk voor track 5 op de toets met het cijfer 5.
Druk voor track 15 op +10 en daarna op 5.
Druk voor track 20 op +10 en daarna op 10/0.
Druk voor track 30 op +10, daarna op +10 en tot slot
op 10/0.
Voorbeeld:
• CD-nummer 4 en nummer 12 selecteren en deze track afspelen.
Voor de RX-8032VSL:
1. Druk herhaaldelijk op de toets CONTROL tot de
vermelding “CDDSC” op de display wordt weergegeven, en
druk vervolgens op 4.
2. Druk op de toets CD en druk vervolgens op +10 en 2.
Voor de RX-7032VSL:
1. Druk op CD DISC en vervolgens op 4.
2. Druk op CD en vervolgens op +10, 2.
Indien u een CD-wisselaar voor 200-discs heeft (uitgezonderd de
XL-MC100 en XL-MC301),
kunt u de volgende bedieningen met de 10 cijfertoetsen uitvoeren na
een druk op CD.
1. Kies een CD-nummer.
2. Kies vervolgens het track-nummer (voer altijd twee
cijfers in).
3. Start de weergave.
Voorbeelden:
• Kiezen van CD-nummer 3, track-nummer 2 en starten van de
weergave:
Druk op 3, vervolgens op 0, 2 en dan op 3.
• Kiezen van CD-nummer 10, track-nummer 5 en starten van de
weergave:
Druk op 1, 0, vervolgens op 0, 5 en dan op 3.
• Kiezen van CD-nummer 105, track-nummer 12 en starten van de
weergave:
Druk op 1, 0, 5, vervolgens op 1, 2 en dan op 3.
Draaitafel
Nadat u op de toets PHONO hebt gedrukt, kunt u de
volgende handelingen verrichten met een draaitafel:
3:Hiermee start u het afspelen.
7:Hiermee stopt u het afspelen.
CD-recorder
Voor de RX-8032VSL: Nadat u op de toets CDR hebt gedrukt (of
de vermelding “CDR” hebt geselecteerd nadat u herhaaldelijk op de
toets CONTROL hebt gedrukt), kunt de volgende handelingen
verrichten met een CD-recorder:
Voor de RX-7032VSL: Na een druk op de toets TAPE/CDR (of
TAPE/CDR CONTROL) kunt u de volgende bedieningen voor de
CD-recorder uitvoeren:
3:Hiermee start u het afspelen.
4:Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of
vorige) track.
¢:Hiermee gaat u naar het begin van de volgende
track.
7:Stoppen van weergave of opname.
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op
de toets 3om het afspelen te hervatten.
1 – 10/0, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een track selecteren.
Druk voor track 5 op de toets met het cijfer 5.
Druk voor track 15 op +10 en daarna op 5.
Druk voor track 20 op +10 en daarna op 10/0.
Druk voor track 30 op +10, daarna op +10 en tot
slot op 10/0.
REC PAUSE: Door een druk op deze toets wordt de
opnamepauzemodus geactiveerd.
Druk nogmaals op deze toets en dan op 3 om de
opname voort te zetten.
Cassettedeck
Voor de RX-8032VSL: Nadat u op de toets TAPE/MD hebt gedrukt
(of de vermelding “TAPE” hebt geselecteerd nadat u herhaaldelijk
op de toets CONTROL hebt gedrukt), kunt de volgende handelingen
verrichten met een cassettedeck:
Voor de RX-7032VSL:
Nadat u op de toets TAPE/CDR (of TAPE/
CDR CONTROL) kunt u de volgende bedieningen voor het
cassettedeck uitvoeren:
3:Hiermee start u het afspelen.
REW:Hiermee spoelt u de cassette van rechts naar links.
FF:Hiermee spoelt u de cassette van links naar rechts.
7:Stoppen van weergave of opname.
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de
toets
3
.
REC PAUSE: Door een druk op deze toets wordt de
opnamepauzemodus geactiveerd.
Druk nogmaals op deze toets en dan op 3 om de
opname voort te zetten.
MD-recorder
Nadat u op de toets TAPE/MD hebt gedrukt (of de
vermelding “TAPE*” hebt geselecteerd nadat u
herhaaldelijk op de toets CONTROL hebt gedrukt), kunt u de
volgende handelingen verrichten met een MD-recorder:
3:Hiermee start u het afspelen.
4:Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of
vorige) track.
¢:Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track.
7:Stoppen van weergave of opname.
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de
toets 3.
REC PAUSE:Door een druk op deze toets wordt de
opnamepauzemodus geactiveerd.
Druk nogmaals op deze toets en dan op 3 om de
opname voort te zetten.
*
Door “TAPE” te kiezen kunt u de MD-recorder bedienen.
Nederlands
Opmerking:
U kunt de bronkeuzetoetsen of de betreffende bedieningstoets (CONTROL voor de RX-8032VSL of TAPE/CDR CONTROL voor de RX7032VSL) gebruiken voor het activeren van de toetsen voor het te bedienen component. Indien u echter op een van de bronkeuzetoetsen
drukt, zal tevens de overeenkomende weergavebron worden ingesteld. Indien u niet van bron wilt veranderen, kunt u derhalve beter de
CONTROL of TAPE/CDR CONTROL toets gebruiken.
45
23
456
8
MENU
ENTER
VCR 1
TAPE
CDR
CDDSC
RX-8032V
ONLY
Beeldapparatuur bedienen
BELANGRIJK:
Voor bediening van JVC videocomponenten met deze
afstandsbediening:
• Bepaalde JVC videorecorders accepteren twee soorten
bedieningssignalen—afstandsbedieningscode “A” en “B”. Alvorens
deze afstandsbediening in gebruik te nemen moet u controleren dat
de afstandsbedieningscode voor de videorecorder op “A” is gesteld.
–
Voor de RX-8032VSL: Indien u tevens een andere JVC
videorecorder aansluit op de VCR 2 of VIDEO -uitgang, moet u de
afstandsbedieningscode op “B” stellen. (Deze afstandsbediening
kan geen bedieningssignalen van code “B” uitsturen).
•
Bij gebruik van de afstandsbediening, richt de afstandsbediening
recht naar de afstandsbedieningssensor op het aangesloten
component, dus niet naar de receiver.
Voor de RX-8032VBK:
• Indien u op een van de bronkeuzetoetsen drukt,
Nederlands
verschijnt de bedieningsmodus op de
displayvenster.
ToetsTekst op de display
VCR 1VCR 1
DVD of DVD MULTIDVD
TV/DBSTV
CONTROL (herhaaldelijk)*
*
Door herhaaldelijk op CONTROL te drukken, kunt u
“VCR 1”, “TAPE”, “CDR” of “CDDSC” als bron kiezen.
De afstandsbedieningsfunctie wordt ongeveer 2 uren op het
displayvenster getoond indien u op een van de hierboven
getoonde toetsen drukt.
Videorecorder
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
VCR 1
(voor de RX-8032VSL) of VCR (voor de RX-
7032VSL) :Hiermee schakelt u de videorecorder
aan/uit.
Voor de RX-8032VSL: Nadat u op de toets VCR 1 hebt gedrukt (of
de vermelding “VCR 1” hebt geselecteerd nadat u herhaaldelijk op
de toets CONTROL hebt gedrukt), kunt u de volgende handelingen
verrichten met een videorecorder :
Voor de RX-7032VSL: Nadat u op de toets VCR (of VCR
CONTROL) kunt u de volgende bedieningen voor de videorecorder
uitvoeren:
1 – 9, 0:
Hiermee selecteert u de kanalen op de videorecorder.
3:Hiermee start u het afspelen.
REW:Hiermee spoelt u een videoband terug.
FF:Hiermee spoelt u een videoband vooruit.
7:Stoppen van weergave of opname.
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de
toets 3.
REC PAUSE: Door een druk op deze toets wordt de
opnamepauzemodus geactiveerd.
Druk nogmaals op deze toets en dan op 3 om de
opname voort te zetten.
CH +/–:Hiermee kunt u een ander TV-kanaal op de
videorecorder.
Opmerking:
U kunt de VCR 1 (voor de RX-8032VSL) of VCR (voor de RX7032VSL) of de betreffende bedieningstoets (CONTROL voor
de RX-8032VSL of VCR CONTROL voor de RX-7032VSL)
gebruiken voor het activeren van de hierboven beschreven
toetsen. Indien u echter op een van de bronkeuzetoetsen
drukt, zal tevens de overeenkomende weergavebron worden
ingesteld. Indien u niet van bron wilt veranderen, kunt u
derhalve beter de CONTROL of VCR CONTROL toets
gebruiken.
DVD-speler
Nadat u op de toets DVD of DVD MULTI hebt gedrukt, kunt u de
volgende handelingen met de DVD-speler verrichten:
46
3:Hiermee start u het afspelen.
4:Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of vorige)
kapittel.
¢:Hiermee gaat u naar het begin van de volgende kapittel.
7:Hiermee stopt u het afspelen.
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets 3.
Nadat u op de toets DVD of DVD
MULTI hebt gedrukt, kunt u deze
toetsen gebruiken om de DVDspeler te bedienen.
Opmerking:
Voor meer informatie over de
bediening van de DVD-speler
verwijzen we u naar de handleiding
van de DVD-speler.
TV
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten:
:Hiermee schakelt u de TV aan/uit.
TV
TV VOL +/–:Hiermee kunt u het volume aanpassen.
TV/VIDEO:Hiermee stelt u de invoermodus in (op TV of
VIDEO).
Nadat u op de toets TV/DBS hebt gedrukt, kunt u de volgende
handelingen verrichten met een TV:
CH +/–:Hiermee gaat u naar een ander kanaal.
1 – 9, 0, 100+: Hiermee kunt u een ander kanaal selecteren.
RETURN:Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen het
kanaal dat de vorige keer was geselecteerd en het
kanaal dat nu is geselecteerd.
Apparatuur van andere merken bedienen
De afstandsbediening die bij deze receiver wordt geleverd, kan ook besturingssignalen verzenden naar TV’s, CATV-
converters, DBS-tuners, videorecorders, en DVD-speler van andere fabrikanten.
Voor meer informatie over de bediening van apparatuur van andere
merken verwijzen we u naar de handleiding die bij die apparatuur
wordt meegeleverd.
• Nadat u de batterijen van de afstandsbediening hebt vervangen,
dient u de codes van de fabrikanten opnieuw in te stellen.
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezen
die geschikt zijn om een TV van ander merk te
bedienen
1. Druk op de toets TV en houd de toets
ingedrukt.
2. Druk op de toets TV/DBS.
Voor de RX-8032VSL: “CALL” verschijnt op het
displayvenster van de afstandsbediening.
3. Voer de fabrikantcode in met behulp van de
cijfertoetsen 1 – 9 en 0.
Zie de lijst op bladzijde 49 voor de juiste code.
4. Laat de toets TV weer los.
De volgende toetsen kunnen worden gebruikt om de TV te
bedienen:
TV
:Hiermee schakelt u de TV aan/uit.
TV VOL +/–:Hiermee kunt u het volume aanpassen.
TV/VIDEO:Hiermee stelt u de invoermodus in (op TV of
VIDEO).
Nadat u op de toets TV/DBS hebt gedrukt, kunt u de volgende
handelingen verrichten met een TV:
CH +/–:Hiermee gaat u naar een ander kanaal.
1 – 10/0, 0, 100+ (+10):
Hiermee kunt u een TV-kanaal selecteren.
De toets 10/0 fungeert als ENTER-toets als u
bij uw TV na het selecteren van een kanaal op
ENTER moet drukken.
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezen
die geschikt zijn om een CATV-converter of
DBS-tuner van ander merk te bedienen
1. Druk op de toets CATV/DBS en houd de toets
ingedrukt.
2. Druk op de toets CATV/DBS CONTROL.
Voor de RX-8032VSL: “CALL” verschijnt op het
displayvenster van de afstandsbediening.
3 Voer de fabrikantcode in met behulp van de
cijfertoetsen 1 – 9 en 0.
Zie de lijst op bladzijde 49 voor de juiste code.
4. Laat de toets CATV/DBS weer los.
De volgende toetsen kunnen worden gebruikt om de
CATV-converter of de DBS-tuner te bedienen:
CATV/DBS
Na een druk op de toets CATV/DBS CONTROL kunt u de
volgende bedieningen voor de CATV-converter of DBS-tuner
uitvoeren:
CH +/–:Hiermee gaat u naar een ander kanaal.
1 – 10/0, 0, 100+ (+10):
:Hiermee schakelt u de CATV-
converter of DBS-tuner aan/uit.
Hiermee kunt u een kanaal selecteren.
De toets 10/0 fungeert als ENTER-toets als u
bij uw CATV-converter of DBS-tuner na het
selecteren van een kanaal op ENTER moet
drukken.
5. Probeer nu uw CATV-converter of DBS-tuner
te bedienen door op de toets CATV/DBS
te
drukken.
Als uw CATV-converter of DBS-tuner nu aan- of uitgaat, hebt u
de goede fabrikantcode ingevoerd.
Nederlands
Opmerkingen:
• Het is mogelijk dat niet alle hierboven beschreven functies met
uw TV kunnen worden gebruikt.
• Indien u voor uw TV niet met de cijfertoetsen van kanaal kunt
veranderen, moet u de CH +/– toetsen voor het kiezen van
kanalen gebruiken.
5. Probeer nu uw TV-toestel te bedienen door op de
toets TV
Als uw TV nu aan- of uitgaat, hebt u de goede fabrikantcode
ingevoerd.
Als er voor uw merk TV meerdere fabrikantcodes in de lijst
staan vermeld, raden we u aan elke code te proberen tot u er
een hebt gevonden die werkt.
te drukken.
Als er voor uw merk CATV-converter of DBS-tuner
meerdere fabrikantcodes in de lijst staan vermeld, raden we
u aan elke code te proberen tot u er een hebt gevonden die werkt.
Opmerking:
Het is niet mogelijk om de CATV-converter en de DBS-tuner tegelijk te
gebruiken.
47
23
456
8
MENU
ENTER
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezen
die geschikt zijn om een videorecorder van een
ander merk te bedienen
1. Druk op de toets VCR 1 (voor de RX8032VSL) of VCR
(voor de RX-7032VSL) en
houd de toets ingedrukt.
2. Druk op de toets VCR 1 (voor de RX-8032VSL)
of VCR (voor de RX-7032VSL).
Voor de RX-8032VSL: “CALL” verschijnt op het
displayvenster van de afstandsbediening.
3. Voer de fabrikantcode in met behulp van de
cijfertoetsen 1 – 9 en 0.
Zie de lijst op bladzijde 49 voor de juiste code.
4. Laat de toets VCR 1 of VCR los.
De volgende toetsen kunnen worden gebruikt om de
videorecorder te bedienen:
VCR 1
Nederlands
VCR :Voor de RX-7032VSL—Voor het in- of
Nadat u op de toets VCR 1 of VCR kunt u de volgende
bedieningen voor de videorecorder uitvoeren:
CH +/–:Hiermee kunt u een ander TV-kanaal op de
1 – 10/0, 0, 100+ (+10):
3:Hiermee begint u het afspelen.
REW:Hiermee spoelt u een videoband terug.
FF:Hiermee spoelt u een videoband vooruit.
7:Stoppen van weergave of opname.
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op
REC PAUSE: Door een druk op deze toets wordt de
:Voor de RX-8032VSL—Voor het in- of
uitschakelen van een videorecorder.
uitschakelen van een videorecorder.
videorecorder.
De 10/0 toets functioneert als ENTER-toets
indien u voor uw videorecorder na het kiezen
van een kanaalnummer op ENTER moet
drukken.
de toets 3.
opnamepauzemodus geactiveerd.
Druk nogmaals op deze toets en dan op 3 om
de opname voort te zetten.
5. Probeer uw videorecorder te bedienen door een
druk op de toets VCR 1
Als uw videorecorder nu aan- of uitgaat, hebt u de goede
fabrikantcode ingevoerd.
of VCR .
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezen
die geschikt zijn om een DVD-speler van een
ander merk te bedienen
1. Druk op de toets AUDIO en houd de toets
ingedrukt.
2 Druk op de toets DVD.
Voor de RX-8032VSL: “CALL” verschijnt op het
displayvenster van de afstandsbediening.
3. Voer de fabrikantcode in met behulp van de
cijfertoetsen 1 – 9 en 0.
Zie de lijst op bladzijde 49 voor de juiste code.
4. Laat de toets AUDIO weer los.
Nadat u op de toets DVD of DVD MULTI hebt gedrukt, kunt u
de volgende handelingen verrichten met een DVD-speler:
3:Hiermee start u het afspelen.
4:Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of
vorige) kapittel.
¢:Hiermee gaat u naar het begin van de volgende
kapittel.
7:Hiermee stopt u het afspelen.
8:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de
toets 3.
Nadat u op de toets DVD of DVD
MULTI hebt gedrukt, kunt u deze
toetsen gebruiken om de DVDspeler te bedienen.
Opmerking:
Voor meer informatie over de bediening
van de DVD-speler verwijzen we u naar
de handleiding van de DVD-speler.
5. Probeer de DVD-speler te bedienen met behulp
van een van de bovenstaande toetsen.
• VERGEET NIET voordat u op een van de bovenstaande
toetsen drukt de DVD-speler in te schakelen.
Als er voor uw merk DVD-speler meerdere fabrikantcodes
in de lijst staan vermeld, raden we u aan elke code te proberen
tot u er een hebt gevonden die werkt.
Als er voor uw merk videorecorder meerdere fabrikantcodes
in de lijst staan vermeld, raden we u aan elke code te proberen
De fabrikantcodes kunnen zonder aankondiging vooraf worden
gewijzigd. Als de code is gewijzigd, kunt u het desbetreffende
apparaat niet met behulp van deze afstandsbediening bedienen.
Nederlands
49
Problemen oplossen
Un deze tabel staat een overzicht van enkele veelvoorkomende problemen en gangbare oplossingen die vaak in de
praktijk blijken te werken. Mocht u een probleem tegenkomen dat u niet kunt oplossen, neemt u dan contact op met
een JVC-service center bij u in de buurt.
PROBLEEM
De display licht niet op.
De luidsprekers geven geen geluid.
Er is slechts één luidspreker die geluid
geeft.
Nederlands
Een voortdurende ruis of gesis bij de
ontvangst van FM-stations.
Ruis tijdens ontvangst van een FM/AM
(MG) uitzending.
Een “huilend” geluid bij het afspelen van
grammofoonplaten.
Geen geluidseffect, bijvoorbeeld van
Surround- en DSP-modus en digitale
egalisatie.
EX/ES (7,1-kanaal) reproductie
onmogelijk voor Dolby Digital EX of
DTS ES software.
De vermelding “OVERLOAD” begint te
knipperen op de display.
Het lampje STANDBY gaat aan nadat u
de stroom hebt ingeschakeld, maar daarna
schakelt de ontvanger zichzelf uit (gaat
weer in standby).
De afstandsbediening doet het niet.
De afstandsbediening werkt niet zoals de
bedoeling is.
MOGELIJKE OORZAAK
De netspanningskabel is niet aangesloten.
De kabels van en naar de luidsprekers zijn
niet aangesloten.
De toetsen voor SPEAKERS ON/OFF 1
en SPEAKERS ON/OFF 2 zijn niet goed
ingesteld.
Er is een verkeerde bron geselecteerd.
De functie Mute is ingeschakeld.
Er is een verkeerde invoermodus
geselecteerd (analoog of digitaal).
De kabels naar de luidsprekers zijn niet
goed aangesloten.
Het ontvangen signaal is te zwak.
Het station is te ver weg.
U gebruikt een verkeerde antenne.
De antenne is niet goed aangesloten.
Ontstekingsgeluiden van auto’s en
bromfietsen.
Er is geen aardlekkabel aangesloten op
het aansluitpunt (H) aan de achterzijde.
De draaitafel bevindt zich te dicht in de
buurt van de luidsprekers.
Analog Direct is geactiveerd.
DVD MULTI is als bron gekozen.
De software of instelling is niet voor
Dolby Digital EX of DTS ES geschikt.
De luidsprekers zijn overbelast als gevolg
van een te hoog volume.
De luidsprekers zijn overbelast als gevolg
van kortsluiting bij de uitgangen van of
naar de luidsprekers.
De ontvanger ontvangt een te hoog
voltage.
Er is een obstakel tussen de
afstandssensor op de ontvanger en de
afstandsbediening.
De batterijen zijn (bijna) op.
Er is een verkeerde bedieningsmodus voor
de afstandsbediening geselecteerd.
OPLOSSING
Steek de netspanningskabel in het stopcontact.
Controleer de kabels van en naar de luidsprekers en
sluit deze indien nodig opnieuw aan. (Zie bladzijden 9
tot 11).
Druk beide SPEAKERS ON/OFF 1 en SPEAKERS
ON/OFF 2 in de juiste stand. (Zie bladzijde 19).
Selecteer de juiste bron.
Druk op de toets MUTING om deze functie uit te
schakelen. (Zie bladzijde 22).
Selecteer de juiste invoermodus (analoog of digitaal).
(Zie bladzijde 19).
Controleer de kabels naar de luidsprekers en sluit deze
indien nodig opnieuw aan. (Zie bladzijden 9 tot 11).
Sluit een FM-buitenantenne aan of neem contact op
met uw leverancier. (Zie bladzijde 8).
Selecteer een ander station.
Neem contact op met uw leverancier om na te gaan of
u wel de juiste antenne gebruikt.
Controleer de aansluitingen. (Zie bladzijde 8).
Plaats de antenne verder weg van de openbare weg.
Sluit de kabel aan op het aansluitpunt (H) aan de
achterzijde.
Plaats de luidsprekers uit de buurt van de draaitafel.
Schakel Analog Direct uit. (Zie bladzijde 21).
Kies een andere bron dan DVD MULTI. (Zie bladzijde
42).
Speel software af die de
heeft.
Stel “EX/ES” op “ON”. (Zie bladzijde 39).
1. Druk op de toets
bedieningspaneel aan de voorzijde om de
ontvanger uit te zetten.
2. Stop het afspelen van het apparaat.
3. Zet de ontvanger weer aan en pas het volume aan.
Druk op het paneel aan de voorzijde van de ontvanger
op de toets
van en naar de luidsprekers.
Als “OVERLOAD” niet verdwijnt, moet u de stekker
uit het stopcontact verwijderen en daarna weer in het
stopcontact steken.
Als de kabels van en naar de luidsprekers geen
kortsluiting veroorzaken, raden we u aan contact op te
nemen met uw leverancier.
Druk op de toets
van de ontvanger om deze uit te schakelen. Verwijder
de stekker uit het stopcontact en neem contact op met
de dealer.
Verwijder het voorwerp.
Vervang de batterijen. (Zie bladzijde 8).
Selecteer de juiste bedieningsmodus voor de
afstandsbediening. (Zie bladzijden 44 tot 49).
STANDBY/ON en controleer de kabels
STANDBY/ON aan de voorzijde
of markering
STANDBY/ON op het
50
Specificaties
RX-8032VSL
Specificaties en ontwerp kunnen zonder aankondiging vooraf
worden gewijzigd.
Versterker
Uitvoervermogen:
Bij Stereo-werking:
Kanalen voor:100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in
8 Ω bij 1 kHz, met totaal maximaal 0,8% aan
harmonische vervorming (IEC268-3/DIN).
Bij Surround-werking:
Kanalen voor:100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in
8 Ω bij 1 kHz, met totaal maximaal 0,8% aan
harmonische vervorming.
Kanaal midden:100 W, min. RMS, aangedreven in 8 Ω bij
1 kHz met totaal maximaal 0,8% aan
harmonische vervorming.
Surroundkanalens: 100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in
8 Ω bij 1 kHz, met totaal maximaal 0,8% aan
harmonische vervorming.
Surroundachterkanalen:
100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in
8 Ω bij 1 kHz, met totaal maximaal 0,8% aan
harmonische vervorming.
Audio
Gevoeligheid/impedantie audio-input (1 kHz)
PHONO IN (MM):2,5 mV/47 kΩ
DVD IN, VCR 1 IN, VCR 2 IN, VIDEO IN, TV SOUND/DBS IN:
200 mV/47 kΩ
CD IN, CDR IN, TAPE/MD IN:200 mV/47 kΩ
Audio-Input (DIGITAL IN)*
Coax:DIGITAL 1 (DVD):0,5 V(p-p)/75 Ω
Optisch:
* Heeft betrekking op Linear PCM, Dolby Digital en DTS Digital
Niveau audio-output:PRE OUT:1 V
Opname-uitgangsniveau: VCR 1 OUT, VCR 2 OUT, CDR OUT,
Digitale uitgang:Optisch: DIGITAL OUT
Signaal/ruis-verhouding (’66 IHF/DIN)
PHONO IN:70 dB/66 dB (bij REC OUT)
DVD IN, VCR 1 IN, VCR 2 IN, TV SOUND/DBS IN, VIDEO:
CD IN, CDR IN, TAPE/MD IN:87 dB/67 dB
Frequentierespons (8 Ω)
PHONO IN:20 Hz tot 20 kHz (±1 dB)
DVD IN, VCR 1 IN, VCR 2 IN, TV SOUND/DBS IN, VIDEO:
CD IN, CDR IN, TAPE/MD IN: 20 Hz tot 100 kHz (+1 dB, –3 dB)
RIAA Phono-equalisat:±1,0 dB (20 Hz tot 20 kHz)
Egalisatie (5 banden):
(C: chrominantie, burst):0,286 V(p-p)/75 Ω
Synchronisatie:Negatief
Signaal/ruis-verhouding:45 dB
FM-tuner (IHF)
Afstembereik:87,50 MHz tot 108,00 MHz
Bruikbare gevoeligheid:Mono:17,0 dBf (1,9 µV/75 Ω)
50 dB stiltegevoeligheid:Mono:21,3 dBf (3,2 µV/75 Ω)
Stereo:41,3 dBf (31,8 µV/75 Ω)
Stereo-scheiding bij REC OUT:35 dB bij 1 kHz
AM (MG)-tuner
Afstembereik:522 kHz tot 1 629 kHz
Algemeen
Vereiste vermogen:AC 230V, 50 Hz
Stroomverbruik:250 W (tijdens werking)
2 W (in Standby-modus)
Afmetingen (B x H x D):435 mm x 157 mm x 425 mm
Gewicht:12,1 kg
Beschrijving van PTY-codes
NewsNieuws.
AffairsProgramma’s met een thema waarin dieper op het nieuws
wordt ingegaan—debat of analyse.
InfoProgramma’s die in een brede zin meer informatie en
advies geven.
SportProgramma’s over sport en sportwedstrijden.
EducateEducatieve programma’s.
DramaRadiohoorspelen en series.
CultureProgramma’s over nationale of regionale cultuur, met
inbegrip van taal, theater, enz.
ScienceProgramma’s over natuurwetenschappen en techniek.
VariedVoornamelijk praat-programma’s, bijvoorbeeld quizzen,
spelletjes en interviews met beroemdheden.
Pop MCommerciële, hedendaagse muziek.
Rock MRockmuziek..
Easy MHuidige muziek die ookwel “easy listening” wordt
genoemd.
Light MLichte instrumentale muziek, zang ofkoormuziek.
ClassicsUitvoeringen van orkesten, symfonieën, kamermuziek, enz.
Other MMuziek die niet bij een van de andere categorieën hoort.
WeatherWeerberichten.
FinanceVerslagen van de beurs, handel en commercie, enz.
ChildrenProgramma’s voor kinderen.
SocialProgramma’s over sociologie, geschiedenis, geografie,
psychologie en sociale vraagstukken.
ReligionReligieuze programma’s.
Phone InLuisteraars die hun mening via de telefoon of forums
duidelijk maken.
TravelReisinformatie.
LeisureProgramma’s over recreatie en activiteiten.
JazzJazzmuziek.
CountryProgramma’s met muziek van oorspronkelijk het zuiden
van Amerika.
Nation MHuidige populaire, nationale of regionale muziek in de taal
van het land.
OldiesMuziek uit de “golden age”, oftewel “gouwe ouwe”.
Folk MMuziek die uit een bepaalde cultuur komt.
DocumentProgramma’s die dieper op gebeurtenissen ingaan of
bepaalde feiten verder onderzoeken.
TESTUitzendingen voor het testen van onder andere
noodberichten en waarschuwingen.
Alarm!Waarschuwingen en noodberichten.
De inhoud van programma’s met een bepaalde PTY-code kan met
sommige FM-zenders afwijken van de hierboven gegeven
beschrijving.