JVC RX-8022RSL User Manual [nl]

AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
AUDIO/VIDEO-RECEIVER MIT STEUEREINHEIT RECEPTEUR DE COMMANDE AUDIO/VIDEO GEINTEGREERDE AUDIO/VIDEO-VERSTERKER
RX-8020RBK / RX-8022RSL
A/V CONTROL RECEIVER
CATV/DBS VCR1 TV AUDIO
DVD
DVD MULTI
CD
CDR
TV/DBS VIDEO PHONO
TAPE/MD
VCR1 VCR 2
DSP
SURR/DSP
ANALOG DIRECT
SOUND
DIMMER
MUTING
CATV/DBS CONTROL
TV/VIDEO
TEXT
DISPLAY
PAUSE
SLEEP
REC
OFF
BASS
BOOST∗FRONT•L
231
CENTER∗SUBWFR
TEST
564
SURR•L∗SURR•R
89
7/P
SBACK•L∗SBACK•R
DIGITAL EQ
0
10
RETURN FM MODE 100
+−+−+
CH/
LEVEL
TV VOL
PLAY
MENU
/REW
PAUSE
SET
PTY
PTY SEARCH
STOP
DISPLAY MODE
ANALOG/DIGITAL
MENU
ENTER
TA/NEWS/
INFO
SURROUND
FM/AM
FRONT•R
VOLUME
FF/
CONTROL
USB
INPUT
FM/AM TUNING FM/AM PRESET FM MODE
STANDBY
+10
+
EXIT
PTY
STANDBY/ON
SPEAKERS ON/OFF
SUBWOOFER OUT ON/OFF
PHONES
1
SURROUND
2
USB AUDIO
PUSH OPEN
DSP
S-VIDEO VIDEO
MEMORY
SURROUND / DSP
OFF
VIDEO
LAUDIOR
INPUT
ANALOG / DIGITAL
INPUT ATT
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
SOURCE NAME
TV SOUND/DBSVIDEOVCR 2VCR 1DVDDVD MULTI
SOUCE NAME
FM/AMUSB AUDIOTAPE/MDCDRCDPHONO
DIGITAL
EQ
EFFECT SETTING
CONTROL
DOWN UP
LEVEL ADJUST
DIMMER
PTY SEARCH TA / NEWS / INFO DISPLAY MODE
MASTER VOLUME
ANALOG DIRECT
BASS BOOST
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
For Customer Use:
Enter below the Model No. and Serial No. which are located either on the rear, bottom or side of the cabinet. Retain this information for future reference.
Model No.
Serial No.
LVT0870-004A
Warnung, Achtung und sonstige Hinweise/ Mises en garde, précautions et indications diverses/Waarschuwingen, voorzorgen en andere mededelingen
Achtung –– -Schalter!
Den Netzstecker aus der Steckdose ziehen, um die Stromversorgung vollkommen zu unterbrechen. Der Schalter unterbrichet in keiner Stellung die Stromversorgung vollkommen. Die Stromversorgung kann mit der Fernbedienung ein- und ausgeschaltet werden.
Attention –– Commutateur
Déconnecter la fiche de secteur pour couper complètement le courant. Le commutateur ne coupe jamais complètement la
ligne de secteur, quelle que soit sa position. Le courant peut être télécommandé.
ACHTUNG
Zur Verhinderung von elektrischen Schlägen, Brandgefahr, usw:
1. Keine Schrauben lösen oder Abdeckungen enternen und nicht das Gehäuse öffnen.
2. Dieses Gerät weder Regen noch Feuchtigkeit aussetzen.
ACHTUNG
Blockieren Sie keine Belüftungsschlitze oder -bohrungen. (Wenn die Belüftungsöffnungen oder -löcher durch eine Zeitung oder ein Tuch etc. blockiert werden, kann die entstehende Hitze nicht abgeführt werden.)
Stellen Sie keine offenen Flammen, beispielsweise angezündete Kerzen, auf das Gerät.
Wenn Sie Batterien entsorgen, denken Sie an den Umweltschutz. Batterien müssen entsprechend den geltenden
örtlichen Vorschriften oder Gesetzen entsorgt werden.
Setzen Sie dieses Gerät auf keinen Fall Regen, Feuchtigkeit
oder Flüssigkeitsspritzern aus. Es dürfen auch keine mit Flüssigkeit gefüllen Objekte, z. B. Vasen, auf das Gerät gestellt werden.
!
Voorzichtig –– schakelaar!
Om de stroomtoevoer geheel uit te schakelen, trekt u de stekker uit het stopkontakt. Anders zal er altijd een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ongeacht de stand van de schakelaar. U kunt het apparaat ook met de afstandsbediening aan- en uitschakelen.
VOORZICHTIG
Ter vermindering van gevaar voor brand, elektrische schokken, enz.:
1. Verwijder geen schroeven, panelen of de behuizing.
2. Stel dit toestel niet bloot aan regen of vocht.
VOORZICHTIG
Zorg dat u de ventilatieopeningen en -gaten niet afsluit. (Als de ventilatieopeningen en -gaten worden afgesloten door bijvoorbeeld papier of een doek, kan er hitte in het apparaat worden opgebouwd.)
Zet geen bronnen met open vuur, zoals brandende kaarsen, op het apparaat.
Wees milieubewust en gooi lege batterijen niet bij het huishoudelijk afval. Lege batterijen dient u in te leveren met het KCA of bij een innamepunt voor batterijen.
Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater of spatwater en plaats geen enkel voorwerp waarin zich een vloeistof bevindt, zoals een vaas, op het apparaat.
ATTENTION
Afin d’éviter tout risque d’électrocution, dincendie, etc.:
1. Ne pas enlever les vis ni les panneaux et ne pas ouvrir le coffret de l’appareil.
2. Ne pas exposer l’appareil à la pluie ni à l’humidité.
ATTENTION
Ne bloquez pas les orifices ou les trous de ventilation. (Si les orifices ou les trous de ventilation sont bloqués par un journal un tissu, etc., la chaleur peut ne pas être évacuée correctement de l’appareil.)
Ne placez aucune source de flamme nue, telle quune bougie, sur l’appareil.
Lors de la mise au rebut des piles, veuillez prendre en considération les problèmes de lenvironnement et suivre strictement les règles et les lois locales sur la mise au rebut des piles.
Nexposez pas cet appareil à la pluie, à l’humidité, à un égouttement ou à des éclaboussures et ne placez pas des objets remplis de liquide, tels quun vase, sur lappareil.
G-1
Achtung: Angemessene Ventilation
Stellen Sie das Gerät zur Verhütung von elektrischem Schlag und Feuer und zum Schutz gegen Beschädigung wie folgt auf: Vorderseite: Offener Platz ohne Hindernisse. Seiten: Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von den Seiten. Oberseite: Keine Hindernisse innerhalb 10 cm von der Oberseite. Rückseite: Keine Hindernisse innerhalb 15 cm von der Rückseite. Unterseite: Keine Hindernisse. Auf eine ebene Oberfläche stellen. Zusätzlich die bestmögliche Luftzirkulation wie gezeigt erhalten.
Attention: Ventilation Correcte
Pour éviter les chocs électriques, l’incendie et tout autre dégât. Disposer l’appareil en tenant compte des impératifs suivants Avant: Rien ne doit gêner le dégagement Flancs: Laisser 10 cm de dégagement latéral Dessus: Laisser 10 cm de dégagement supérieur Arrière: Laisser 15 cm de dégagement arrière Dessous: Rien ne doit obstruer par dessous; poser l’appareil sur
une surface plate. Veiller également à ce que l’air circule le mieux possible comme illustré.
Voorzichtig: Zorg Voor Goede Ventilatie
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, dient u bij opstelling van het apparaat op de volgende punten te letten: Voorkant: Voldoende ruimte vrij houden. Zijkanten: Minstens 10 cm aan weerszijden vrij houden. Bovenkant: Niets bovenop plaatsen; 10 cm speling geven. Achterkant: Minstens 15 cm ruimte achteraan vrij houden. Onderkant: Opstellen op een egaal horizontaal oppervlak. Bovendien moet er rondom voldoende luchtdoorstroming zijn, zoals in de afbeelding aangegeven.
Deutsch
Français
Nederlands
Wand oder Hindernisse Mur, ou obstruction Wand of meubilair
Abstand von 15 cm oder mehr Dégagement de 15 cm ou plus Minstens 15 cm tussenruimte
RX-8020RBK/ RX-8022RSL
Vorderseite Avant Voorkant
Standhöhe 15 cm oder mehr Hauteur du socle: 15 cm ou plus Standard op minstens 15 cm van de vloer
Boden Plancher Vloer
G-2

Inhoudsopgave

Introductie .................................................. 2
Kenmerken ................................................................................. 2
Voorzorgen ................................................................................. 2
Benaming van de onderdelen ......................... 3
Aan de slag ................................................. 5
Voor de installatie ....................................................................... 5
De meegeleverde accessoires ontroleren ................................... 5
De FM- en AM-antenne (voor MG/LG-ontvangst) aansluiten .. 5
De luidsprekers aansluiten ......................................................... 6
Andere apparatuur aansluiten ..................................................... 8
7 Analoge aansluitingen ............................................................ 8
7 Digitale aansluitingen ........................................................... 13
7 USB-aansluiting ................................................................... 14
De netspanningskabel aansluiten ............................................. 15
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen ............................. 15
De bediening in een notendop ...................... 16
Nederlands
De stroomtoevoer inschakelen ................................................. 16
Een afspeelbron kiezen ............................................................ 16
Het volume aanpassen .............................................................. 18
De luidsprekers aan de voorzijde selecteren ............................ 18
Alleen Met hoofdtelefoon op luisteren .................................... 18
De invoermodus voor analoge of digitale signalen selecteren .... 19
Het geluid uitzetten (Mute) ...................................................... 20
Veranderen van de helderheid van het display ......................... 20
De Sleep Timer gebruiken........................................................ 20
De belangrijkste instellingen ....................... 21
Basisprocedure ......................................................................... 21
1 Instellen van de luidsprekers .............................................. 22
2 Instellen van kanaalnummer voor reproduceren van
multi-kanaal digitale software ..................................... 23
3 Instellen van de luidsprekerafstand .................................... 23
4 Instellen van de lage tonen .................................................. 24
5 Instellen van het dynamisch bereik .................................... 24
6 Instellen van de digitale ingangsaansluitingen
(DIGITAL IN) ............................................................. 25
7 Vastleggen van het volumeniveau voor iedere bron .......... 26
8 Tonen van tekstinformatie op het display .......................... 26
Radiostations ontvangen ............................ 27
Handmatig afstemmen op stations ........................................... 27
Werken met voorkeurzenders ................................................... 27
Een FM-ontvangstmodus selecteren ........................................ 28
Bediening van de tuner met gebruik van het in-beelddisplay .... 29
RDS (Radio Data System) gebruiken om FM-stations te
ontvangen ........................................................................... 30
Een programma zoeken met behulp van een PTY-code........... 30
Tijdelijk naar een radioprogramma van uw keuze
overschakelen ..................................................................... 32
Instellen van het geluid .............................. 33
Het invoersignaal dempen ........................................................ 33
Activeren en uitschakelen van Analog Direct .......................... 33
Het basgeluid versterken .......................................................... 34
Het geluid van de subwoofer activeren .................................... 34
Gebruik van Surround- en DSP-modi ............. 35
7 De Surround-modi ................................................................ 35
Reproductie met een bioscoopeffect ........................................ 35
Introductie van de surroundfuncties ......................................... 35
7 De DSP-modi ....................................................................... 37
Beschikbare Surround- en DSP-modi in overeenstemming
met uw luidsprekeropstelling ............................................. 38
Activeren van de Surroundmodi .............................................. 39
Activeren van de DSP-modi ..................................................... 39
De afspeelmodus DVD MULTI ...................... 40
De afspeelmodus DVD MULTI activeren ............................... 40
Instellen van het geluid .............................. 41
Basisprocedure ......................................................................... 41
Het patroon van de equalizer aanpassen—DIGITAL EQ ........ 42
Instellen van de luidsprekeruitgangsniveaus
—LEVEL ADJUST ........................................................... 43
Instellen van de geluidsparameters voor de Surround- en
DSP-modi—EFFECT ADJUST ........................................ 45
Het COMPU LINK -afstandsbedieningssysteem ...
46
Het TEXT COMPU LINK -
afstandsbedieningssysteem ....................... 47
7 Informatie van CD of MD op het beeldscherm van de TV
weergeven .......................................................................... 48
7 CD’s doorzoeken (alleen voor CD-spelers) .......................... 49
7 Informatie over CD’s en MD’s invoeren .............................. 50
Andere apparatuur van JVC bedienen .......... 52
Geluidsapparatuur bedienen ..................................................... 52
Beeldapparatuur bedienen ........................................................ 54
Apparatuur van andere merken bedienen ..... 55
Problemen oplossen ................................... 58
Specificaties ............................................. 60
1

Introductie

Dank u voor de aanschaf van een van onze JVC producten. Lees voor een optimale prestatie van dit toestel de gebruiksaanwijzing even goed door alvorens dit toestel in gebruik te nemen. Bewaar de gebruiksaanwijzing ter referentie.
Kenmerken
Dolby Digital EX*
Dolby Digital EX is een nieuw surround coderingsformaat dat als een verlenging van multi-kanaal Dolby Digital wordt geïntroduceerd, en is ontworpen voor het toevoegen van een extra surroundkanaal aan Dolby Digital 5,1-kanaal. Met gebruik van een matrix codering-/decoderingsmethode wordt een extra “surroundachter” kanaalsignaal gecodeerd (en gedecodeerd) in zowel het signaal van het linker- als rechtersurroundkanaal.
DTS-ES Extended Surround (DTS-ES)**
DTS-ES is een ander nieuw formaat, ontworpen door Digital Theater Systems, Inc. waarmee een surroundachterkanaal op basis van DTS Digital Surround wordt toegevoegd.
Dolby Pro Logic II*
Dolby Pro Logic II zet alle 2-kanaal stereo-software, met name de Dolby Surround gecodeerde software, in 5-kanaal (plus subwoofer) signalen om. Het reproduceert realistische surroundgeluiden die Dolby Digital 5,1-kanaal dicht benaderen. Dolby Pro Logic II heeft twee modi voor weergave—de Movie modus en de Music modus.
Neo:6**
Neo:6 kan realistische surroundgeluidsvelden reproduceren door 2-kanaal stereo-software in 6-kanaal (plus subwoofer) software signalen om te zetten. Neo:6 heeft twee modi voor weergave—Neo:6 Cinema en Neo:6 Music.
DAP (Digital Acoustic Processor)
De technologie voor het simuleren van geluidsvelden biedt u een nauwkeurig effect zoals u van de echte bioscoop en theaters gewend bent. Dankzij de high-performance DSP (Digital Signal Processor) en een geheugen met hoge capaciteit, kunt u nu 5,1-kanaal surroundgeluid van 2-kanaal of multikanaal software beluisteren.
Multikanaal virtueel surroundgeluid via de hoofdtelefoon—3D HEADPHONE
Het ingebouwde virtuele surroundsysteem voor de hoofdtelefoon is compatibel met multikanaal software, zoals Dolby Digital, DTS Surround, enz. Dankzij nieuwe algoritmes voor signaalverwerking die door de high-performance DSP worden gebruikt, kunt u nu ook via de hoofdtelefoon van een natuurgetrouw surroundgeluid genieten.
COMPU LINK afstandsbedieningssysteem
Dankzij de COMPU LINK afstandsbedieningssysteem kunt u andere JVC audio- en videocomponenten via deze receiver bedienen.
TEXT COMPU LINK afstandsbedieningssysteem
Het TEXT COMPU LINK afstandsbedieningssysteem werd ontworpen voor het verwerken van de diverse informatie die reeds op tekst CD’s en MD’s is vastgelegd. Met gebruik van deze op de disc vastgelegde informatie kunt u de CD-speler of MD-recorder via deze receiver bedienen.
Voorzorgen
Stroombron
• Gebruik altijd de stekker om het netsnoer van de receiver te ontkoppelen. Trek niet aan het snoer zelf.
• Raak het netsnoer en de stekker niet met natte handen aan.
• Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact indien u de receiver voor langere tijd niet gaat gebruiken.
Ventilatie
De in deze ontvanger ingebouwde versterkers met hoog-vermogen wekken hitte op in het toestel. Let voor de veiligheid derhalve op de volgende punten.
• Zorg dat er een goede ventilatie rond de receiver is. Door een slechte ventilatie zou het toestel kunnen oververhitten en de receiver worden beschadigd.
• Blokkeer de ventilatie-openingen of gaten niet. (De warmte kan mogelijk niet goed worden afgevoerd indien de ventilatie­openingen of gaten door bijvoorbeeld een krant of kleedje worden afgedekt).
Overige
• Stop het gebruik van het toestel, trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en raadpleeg de plaats van aankoop indien een metalen voorwerp of vloeistof in het toestel terecht is gekomen.
• Stel dit apparaat niet bloot aan regen, vocht, drupwater of spatwater en plaats geen enkel voorwerp waarin zich een vloeistof bevindt, zoals een vaas, op het apparaat.
• Demonteer het toestel niet. Er zijn geen door de gebruiker te repareren onderdelen in het toestel.
Trek de stekker uit het stopcontact en raadpleeg uw JVC handelaar indien u een probleem met het toestel heeft.
Nederlands
*
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic” en het dubbel D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
**
“DTS”, “DTS-ES Extended Surround” en “Neo:6” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
2

Benaming van de onderdelen

Lees voor gebruik eerst dit overzicht met de namen van de toetsen en bedieningsknoppen van de ontvanger door. Zie de pagina’s tussen haakjes voor meer informatie.
Vooraanzicht Ontvanger
SPEAKERS ON/OFF
SUBWOOFER OUT ON/OFF
PHONES
Nederlands
STANDBY
STANDBY/ON
1
2
2134
FM/AM TUNING FM/AM PRESET FM MODE
SURROUND
USB AUDIO
6
5
DSP
S-VIDEO VIDEO
7
MEMORY
SURROUND / DSP
OFF
VIDEO
8
LAUDIOR
INPUT
ANALOG / DIGITAL
INPUT ATT
ANALOG
LINEAR PCM
DIGITAL
L
SUBWFR
LS RSCRS
SPEAKERS
AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
DGTL AUTO DVD MULTI
LFE
SB
12
9q y
PRO LOGIC
3D–PHONIC MIDNIGHT MODE TA NEWS
DSP
HEADPHONE
DIGITAL EQ INPUT ATT
SOURCE NAME
TUNED STEREO RDS
ONE TOUCH OPERATION
AUTO MUTING
SLEEP VOLUME
TV SOUND/DBSVIDEOVCR 2VCR 1DVDDVD MULTI
SOURCE NAME
FM / AMUSB AUDIOTAPE / MDCDRCDPHONO
p
INFO
DIGITAL
EQ
EFFECT SETTING
CONTROL
DOWN UP
rt
w
e
DIMMER
LEVEL
ADJUST
PTY SEARCH TA / NEWS / INFO
DISPLAY MODE
MASTER VOLUME
u
ANALOG DIRECT
BASS BOOST
USB AUDIO
PUSH OPEN
S-VIDEO
a;o
Displayvenster
VIDEO
VIDEO
LAUDIO
R
1
ANALOG
LINEAR PCM
DIGITAL
isd
Als u de VIDEO-ingangen en/of de USB AUDIO-ingangen aan de voorzijde wilt gebruiken, dient u het klepje dat de ingangen beschermt te openen.
!@ #
Vooraanzicht Ontvanger
1 De toets STANDBY/ON en STANDBY-lampje (16) 2 • De toets SPEAKERS ON/OFF 1 (18)
• De toets SPEAKERS ON/OFF 2 (18)
3 De toetsen FM/AM TUNING 5 / (27) 4 De toets en lampje DSP (39) 5 De toetsen FM/AM PRESET 5 / (27, 28) 6 De toets SURROUND/DSP OFF (39) 7 De toets FM MODE (28) 8 De toets MEMORY (27) 9 Displayvenster (16) p De toets EFFECT (45) q De toets DIGITAL EQ (egalisatie) (42) w De sensor voor de afstandsbediening (15) e De toets LEVEL ADJUST (44) r De toets DIMMER (20) t De RDS-bedieningstoetsen (30 – 32)
PTY SEARCH, TA/NEWS/INFO, DISPLAY MODE
y De knop MASTER VOLUME (18) u De toets en lampje ANALOG DIRECT (33) i PHONES -uitgang (18) o De toets SUBWOOFER OUT ON/OFF (34) ; De toets en lampje SURROUND (39) a USB AUDIO -uitgang (14) s VIDEO -ingangen (10) d • De toets INPUT ANALOG/DIGITAL (19)
• De toets INPUT ATT (33)
f De toetsen en lampje voor het selecteren van een afspeelbron
(16, 17, 19, 27, 28, 40) DVD MULTI, DVD, VCR 1, VCR 2, VIDEO, TV SOUND/DBS, PHONO, CD, CDR, TAPE/MD, USB AUDIO, FM/AM
3
2
L
CR
SUBWFR
LS RS
S
SB
SPEAKERS
h
gf
3
DGTL AUTO DVD MULTI
LFE
12
4
j
67
5
PRO LOGIC
DSP
3D–PHONIC MIDNIGHT MODE TA NEWS
HEADPHONE
DIGITAL EQ INPUT ATT
$
8
%^&
g De toetsen SOURCE NAME (17) h De toetsen CONTROL UP 5/DOWN (21, 44, 45) j De toets SETTING (21) k De toets en lampje BASS BOOST (34)
Displayvenster
1 ANALOG indicator (19) 2 Luidsprekerindicators en signaalindicators (17) 3 DGTL (digitaal) AUTO indicator (19) 4 DVD MULTI indicator (40) 5 DSP indicator (18, 37) 6
7 3D-PHONIC indicator (36, 37) 8 MIDNIGHT MODE indicator (24) 9 TUNED indicator (27) 0 STEREO indicator (27, 28)
- TA/NEWS/INFO indicator (32) = RDS indicator (30) ~ ONE TOUCH OPERATION indicator (26) ! Digitaal signaalformaat indicators (19) @ SPEAKERS 1/2 indicators (18) # Hoofddisplay $ HEADPHONE indicator (18, 37) % DIGITAL EQ (egalisatie) indicator (42) ^ INPUT ATT (demping) indicator (33) & SLEEP indicator (20) * AUTO MUTING indicator (28) ( VOLUME niveau-indicator (16, 20)
PRO LOGIC indicator (36)
PRO LOGIC II indicator (35)
9
0
TUNED STEREO RDS
ONE TOUCH OPERATION
AUTO MUTING
VOLUME
SLEEP
*
(
k
-
INFO
=
~
Afstandsbediening
A/V CONTROL RECEIVER
1
2
3
4 5
6
7
8
9
p
q
w e
r
t
CATV/DBS VCR1 TV AUDIO
DVD
TV/DBS VIDEO PHONO
VCR1 VCR2
SURROUND
ANALOG
DIRECT
SOUND
DIMMER
MUTING
CATV/DBS CONTROL
TV/VIDEO
TEXT
DISPLAY
REC
PAUSE
SLEEP
DVD MULTI
BOOST∗FRONT•L
DIGITAL EQ
RETURN FM MODE 100
CH/
MENU
PTY
CD
CDR
TAPE/MD
DSP
SURR/DSP
OFF
BASS
231
MENU
CENTER∗SUBWFR
TEST
564
ENTER
SURRL∗SURRR
89
7/P
SBACK•L∗SBACK•R
0
10
+
+
LEVEL
TV VOL
TA/NEWS/
PLAY
INFO
/REW FF/
PAUSE
SET
PTY SEARCH
STOP
DISPLAY MODE
ANALOG/DIGITAL
FM/AM
USB
INPUT
FRONT•R
+10
+
+
VOLUME
EXIT
PTY
CONTROL
d
y
u
i
o
;
a s
f
Afstandsbediening
1 Display-venster 2 De toetsen
CATV/DBS
3 De toetsen voor het selecteren van een afspeelbron (16, 17, 19, 28, 40)
DVD, DVD MULTI, CD, FM/AM, TV/DBS, VIDEO, CDR, PHONO, VCR1, VCR2, TAPE/MD, USB
4 De toets SURROUND (39) 5 De toets DSP (39) 6 De toets ANALOG DIRECT (33) 7 De toets SOUND (34, 42, 44) 8 De toets DIMMER (20) 9 De toets MUTING (20) p De toets CATV/DBS CONTROL (56) q De toets TV/VIDEO (54) w De toets TEXT DISPLAY (48 – 51) e De toets MENU (21, 29, 33, 34, 41) r De toets REC PAUSE (53, 54, 56) t De toets SLEEP (20) y De toets ANALOG/DIGITAL INPUT (19) u De toets SURR (surround)/DSP OFF (39) i 10 cijfertoetsen voor bediening van tuner (28)
10 cijfertoetsen voor het aanpassen van het geluid (34, 42, 44)
10 cijfertoetsen voor de bediening van audio/video-apparatuur (52 56)
o • De toetsen CH (kanaal) +/ (54 56)
De toetsen LEVEL +/ (42, 44)
Deze toetsen werken alleen nadat u op een van de cijfertoetsen hebt gedrukt die op de afstandsbediening met een sterretje (*) zijn gemarkeerd.
; De toetsen VOLUME +/– (18) a De toetsen TV VOL (volume) +/– (54, 55) s De toets EXIT (21, 33, 34, 41, 43, 45, 48 50) d • De RDS-bedieningstoetsen (30 32)
• De toetsen voor de bediening van de scherm-menu’s (21, 29, 33, 34, 41 – 43, 45, 48 – 51)
Bedieningstoetsen voor audio/video-apparatuur (52 – 54, 56, 57)
f De toets CONTROL (52 – 54)
(16, 54 – 57)
, VCR1 , TV , AUDIO
Nederlands
Displayvenster van afstandsbediening
1
2
Displayvenster van afstandsbediening
1 Bedieningsfunctiedisplay van afstandsbediening (16)
• De bedieningsfunctie van de afstandsbediening, bijvoorbeeld “DVD”, “CD”, “SOUND”, enz. verschijnt.
De nieuw ingestelde bedieningsfunctie wordt na het veranderen op dit display getoond.
2 Signaalzenderindicator
Licht op bij het uitsturen van afstandsbedieningssignalen.
4

Aan de slag

In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u geluidsapparatuur, beeldapparatuur en luidsprekers op de ontvanger aansluit en hoe u de stroomtoevoer aansluit.
Voor de installatie
Algemeen voorzorgen
Zorg dat uw handen droog zijn.
Schakel alle apparatuur uit.
Lees de gebruiksaanwijzing van alle apparaten die u aan wilt
sluiten aandachtig door.
Plaatsing
Plaats de ontvanger op een horizontaal oppervlak dat niet vochtig mag zijn of kan worden.
De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan –5˚C en niet hoger worden dan 35˚C.
Zorg voor voldoende ventilatie rond de ontvanger. Bij gebrek aan ventilatie kan de ontvanger oververhit en beschadigd raken.
Veiligheid
Nederlands
Steek geen metalen voorwerpen in de ontvanger.
Laat de ontvanger intact. Verwijder geen schroeven,
beschermplaten of onderdelen.
Stel de ontvanger niet bloot aan vochtigheid zoals regen.
De meegeleverde accessoires ontroleren
Controleer of u in het bezit bent van alle onderstaande accessoires. Deze behoren standaard met de ontvanger te worden meegeleverd. Het getal tussen haakjes geeft het aantal items aan dat u van het type accessoire in uw bezit dient te hebben.
Afstandsbediening (1)
De FM- en AM-antenne (voor MG/LG­ontvangst) aansluiten
Aansluiten van de FM-antenne
A
AM
LOOP
ANTENNA
FM 75
O
C
IAL
X
A
AM EXT
B
FM-antenne (bijgeleverd)
ANTENNA
AM
LOOP
De FM-antenne dient horizontaal te worden bevestigd.
FM 75 COAXIAL
Kabel naar de FM-buitenantenne (niet bijgeleverd)
AM
EXT
A. Gebruik maken van de meegeleverde FM-antenne
De meegeleverde FM-antenne kan als tijdelijke antenne dienst doen als u deze aansluit op de uitgang met de markering FM 75 COAXIAL.
AM
LOOP
ANTENNA
FM 75
O
C
L
IA
X
A
AM EXT
Batterijen (2)
AM-raamantenne (voor MG/LG-ontvangst) (1)
FM-antenne (1)
Mocht er een item ontbreken, neemt u dan onverwijld contact op met uw leverancier.
B. Gebruik van een standaard aansluitstekker (niet bijgeleverd)
Op de FM 75 COAXIAL aansluiting kunt u een FM antenne met standaard aansluitekker (IEC of DIN45325) aansluiten.
Opmerking:
Sluit de FM-buitenantenne (niet bijgeleverd) aan indien de ontvangst met de binnenantenne te wensen overlaat. Maak de meegeleverde FM-draadantenne los voordat u een coaxkabel van 75 buitenantennes wordt gekoppeld.)
aansluit. (Dit is het type kabel dat aan
5
Aansluiten van de AM-antenne (MG- /LG-ontvangst)
ANTENNA
Draai de raamantenne tot de
FM 75
beste ontvangst is verkregen.
COAXIAL
Standaard luidsprekeropstelling
Middenluidspreker
Subwoofer
AM
LOOP
1
AM-raamantenne (voor MG-/LG-ontvangst)
AM
EXT
(bijgeleverd)
Steek de pinnen van de raamantenne in de openingen van de standaard om de AM-raamantenne (voor MG-/LG-ontvangst) gebruiksklaar te maken.
2
3
Eénaderige bedrading voorzien van vinyl-beschermlaag voor gebruik buiten (niet bijgeleverd)
Opmerkingen:
Als de bedrading van de AM-raamantenne (MG/LG) is
afgeschermd met een plastic laag, moet u deze zoals in de afbeelding is aangegeven verwijderen.
Zorg dat de bedrading van de antenne niet in aanraking
komt met andere uitgangen, draden of de netspanningskabel. Dit kan de ontvangst nadelig beïnvloeden.
Als de ontvangst te wensen overlaat, wordt u aangeraden om een
eenaderige bedrading die is voorzien van een vinyl-beschermlaag (niet bijgeleverd) op de uitgang AM EXT aan te sluiten. (Laat de AM-raamantenne (voor MG- /LG-ontvangst) op de ontvanger aangesloten.)
Linkervoorluidspreker(s)
Linker
surround
luidspreker
Surroundachter
Rechtervoorluidspreker(s)
Rechter
surround
luidspreker(s)
luidspreker
Basisprocedure voor het maken van aansluitingen
1
2
3
4
Nederlands
De luidsprekers aansluiten
U kunt de volgende luidsprekers aansluiten:
Twee sets luidsprekers aan de voorzijde voor weergave van normaal stereo-geluid.
Eén set luidsprekers aan de surround voor weergave van het surround sound-effect.
Eén surroundachterluidspreker of één paar surroundachterluidsprekers voor 6,1-kanaal geluidsweergave.
Eén luidspreker in het midden voor een nog betere weergave van het surround sound-effect (waardoor menselijke stemmen beter tot hun recht komen).
Eén subwoofer om het bass-geluid beter tot zijn recht te laten komen.
BELANGRIJK:
Nadat u de bovenstaande luidsprekers hebt aangesloten, moet u enkele gegevens over uw luidsprekers en de opstelling ervan registreren om het best mogelijke DSP sound-effect te verkrijgen. Hoe dit in zijn werk gaat, leest u op pagina 22.
LET OP:
Gebruik luidsprekers met de SPEAKER IMPEDANCE die bij de luidsprekeraansluitingen is vermeld.
1 Snij aan de uiteinden van elke luidsprekerkabel
de isolatielaag weg (niet bijgeleverd).
2 Draai de knop tegen de wijzers van de klok in.
3 Steek de luidsprekerkabel in de opening die
vrijkomt.
4 Draai de knop met de wijzers van de klok mee.
Sluit voor alle luidsprekers (behalve de subwoofer) het ene uiteinde van een luidsprekerkabel aan op de aansluitpunten (+) en (–) op de achterzijde van de ontvanger en het andere uiteinde op de aansluitpunten (+) en (–) van de luidsprekers.
6
Aansluiten van de voorluidsprekers, midden- en surroundluidsprekers
Surround
Middenluidspreker
-luidsprekers
Rechts / Links
Voorluidsprekers 2
Rechts / Links
Voorluidsprekers 1
Rechts / Links
816
+
RIGHT LEFT RIGHT LEFT
2
Nederlands
CAUTION : SPEAKER IMPEDANCE
+
CENTER
SPEAKER
RIGHT LEFT
SURROUND SPEAKERS
Over de impedantie van de luidsprekers
De vereiste impedantie van de luidsprekers aan de voorzijde hangt af van de vraag of u de aansluitpunten FRONT SPEAKERS 1 en FRONT SPEAKERS 2 tegelijkertijd of slechts een van deze aansluitpunten gebruikt.
SITUATIE 1 Wanneer u één set luidsprekers aan de
voorzijde aansluit
Luidspreker
aan de
voorzijde 1
Gebruik aan de voorzijde luidsprekers
met een impedantie van 8 – 16 Ω.
SITUATIE 2 Wanneer u twee luidsprekersets aan de
voorzijde aansluit
Luidspreker
aan de
voorzijde 2
Luidspreker
aan de
voorzijde 1
Luidspreker
aan de
voorzijde 2
Luidspreker
aan de
voorzijde 1
Luidspreker
voorzijde 1
FRONT SPEAKERS
aan de
CAUTION : SPEAKER IMPEDANCE
1
+
1
OR
AND
2
2
:
816
:
16 32
Opmerking:
Als u wilt kunt u vier luidsprekers aan de voorzijde aansluiten (één set op het aansluitpunt FRONT
1
SPEAKERS 1 en de andere set op het aansluitpunt FRONT SPEAKERS 2).
Eindversterker
Links
Surround-
achterluid-
sprekers
L
R
FRONT
PRE OUT
CENTER
SUBWOOFER
SURR
SURR BACK
Rechtst
Surround-
achterluid-
sprekers
L
R
Opmerking:
Indien u “1SPK” heeft gekozen voor het aantal surroundachterluidsprekers (zie pagina 22), moet u de surroundachterluidspreker met de PRE OUT SURR BACK L (links) aansluiting verbinden.
Aansluiten van een subwoofer
U kunt de weergave van de lage tonen met een subwoofer versterken. Verbind de ingangsaansluiting van een subwoofer met eigen circuit middels een snoer met RCA tulpstekker (niet bijgeleverd) met de PRE OUT SUBWOOFER aansluiting op het achterpaneel.
Gebruik aan de voorzijde luidsprekers met een impedantie van 16 – 32 Ω.
Aansluiten van de surroundachterluidsprekers
Voor een optimale weergave met Dolby Digital EX en DTS-ES Extended Surround (zie pagina’s 35 en 36) moet u de surroundachterluidsprekers via een eindversterker die met de PRE OUT SURR BACK aansluitingen op het achterpaneel is verbonden, met gebruik van RCA tulpstekkers (niet bijgeleverd) aansluiten. Verbind de witte stekker met de linkeraudio-aansluiting en de rode stekker met de rechteraudio-aansluiting.
7
FRONT
L
R
SUBWOOFER
SURR
PRE OUT
CENTER
Subwoofermet eigen circuit
Opmerking:
De lage tonen zijn niet-richtinggevoelig. U kunt de subwoofer derhalve op iedere gewenste plaats installeren.
SURR BACK
L
R
Verrijken van uw audiosysteem
U kunt deze receiver als voor-versterker (regelaar-versterker) gebruiken indien u eindversterkers middels snoeren met RCA tulpstekkers (niet bijgeleverd) met de PRE OUT aansluitingen op het achterpaneel verbindt. Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang en de rode steker op de rechter audio-uitgang.
Linker­voorluid­spreker
Eindversterker
Rechter­voorluid-
spreker
Middenluidspreker
Andere apparatuur aansluiten
Als u kunnen de volgende apparaten op de ontvanger worden aangesloten. Raadpleeg ook de handleidingen die bij de andere apparatuur werden meegeleverd.
Geluidsapparatuur Beeldapparatuur
Draaitafel
CD-speler* Videocamera
Cassettedeck of TV*
MD-recorder* DBS-tuner*
CD-recorder* DVD-
Personal Computer (PC)
*
U kunt deze apparatuur aansluiten volgens de methode die in de paragraaf “Analoge aansluitingen” (hieronder) en in de paragraaf Digitale aansluitingen (zie pagina 13) staat beschreven.
Videorecorder (VCR 1 en VCR 2)
speler*
FRONT
L
R
PRE OUT
CENTER
SURR
SUBWOOFER
Eindversterker
Eindversterker
SURR BACK
L
R
Eindversterker
Analoge aansluitingen
Geluidsapparatuur aansluiten
Gebruik voor het aansluiten van geluidsapparatuur kabels met RCA-pinstekers (niet bijgeleverd). Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang en de rode steker op de rechter audio-uitgang.
LET OP:
Als u een geluidsversterker zoals een grafische equalizer tussen een afspeelbron en deze ontvanger aansluit, kan de audio-uitvoer van de ontvanger worden vervormd.
Draaitafel
Draaitafel
Naar de audio­uitgang
Als er bij uw draaitafel een aardkabel werd meegeleverd, dient u deze aan te sluiten op de schroef met de aanduiding (H), te vinden aan de achterzijde.
DVD
SUB
WOOFER
CENTER
RIGHT
LEFT
AUDIO
SURR
(REAR)
PHONO
CD
OUT
(REC)
TAPE
MD
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
CDR
IN
(PLAY)
Nederlands
Linkersurround­luidspreker
Rechtersurround-
luidspreker
Links / Rechtst
Surroundachterluidsprekers
Opmerking:
Indien u “1SPK” heeft gekozen voor het aantal surroundachterluidsprekers (zie pagina 22), moet u de surroundachterluidspreker met de PRE OUT SURR BACK L (links) aansluiting verbinden.
Opmerking:
Deze aansluiting geldt voor een draaitafel met een cartridge van het type MM (moving magnet). Draaitafels met een klein verwisselbaar element zoals een MC (bewegende veer) moeten middels een commerciële hoofdversterker of door middel van optransformatie op de ontvanger worden aangesloten. Rechtstreeks aansluiten kan resulteren in een te laag volume.
8
CD-speler
CD-recorder
CD-speler
Nederlands
Cassettedeck of MD-recorder
Naar de
audio-ingang
Naar de audio-uitgang
Cassettedeck
DVD
SUB
WOOFER
CENTER
RIGHT
LEFT
SURR
(REAR)
PHONO
CD
OUT
(REC)
TAPE
(PLAY)
OUT
(REC)
CDR
(PLAY)
Naar de
audio-uitgang
AUDIO
MD
IN
IN
Naar de
audio-ingang
DVD
SUB
WOOFER
CD-recorder
CENTER
RIGHT
LEFT
AUDIO
SURR
(REAR)
PHONO
CD
OUT
(REC)
TAPE
MD
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
CDR
IN
(PLAY)
Naar de
audio-uitgang
SUB
WOOFER
DVD
Naar de
audio-ingang
CENTER
MD-recorder
RIGHT
LEFT
AUDIO
SURR
(REAR)
PHONO
CD
OUT
(REC)
TAPE
MD
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
CDR
IN
(PLAY)
Naar de
audio-uitgang
Opmerking:
Op de uitgang TAPE/MD kunt u een cassettedeck of een MD-recorder aansluiten. Als u een MD-recorder op de uitgang TAPE/MD aansluit, moet u de naam van de afspeelbron wijzigen in “MD”. De naam van de afspeelbron wordt op de display weergegeven. Meer informatie treft u aan op pagina 17.
Indien uw geluidsapparatuur beschikt over een COMPU LINK uitgang of TEXT COMPU LINK -uitgang
Zie ook pagina 46 voor uitgebreide informatie over deze aansluiting en het COMPU LINK -afstandsbedieningssysteem.
Zie ook pagina 47 voor uitgebreide informatie over deze aansluiting en het TEXT COMPU LINK
-afstandsbedieningssysteem.
9
Beeldapparatuur aansluiten
Gebruik voor het aansluiten van geluidsapparatuur kabels met RCA-pinstekers (niet bijgeleverd). Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang, de rode steker op de rechter audio-uitgang, en de gele steker op de video-uitgang. Als uw beeldapparatuur is uitgerust met een S-video-uitgang (Y/C-scheiding) kunt u deze het beste met een S-videokabel aansluiten (niet bijgeleverd). Als u deze beeldapparatuur op de S-video-ingang en S-video-uitgang aansluit, krijgt u een betere beeldkwaliteit, zowel bij weergave als bij opname.
Videorecorder
BELANGRIJK:
Deze ontvanger is uitgerust met een gewone video-ingang en video-uitgang, en een S-video-ingang en S-video-uitgang voor het aansluiten van beeldapparatuur. Het is niet noodzakelijk zowel de gewone video-ingang als de S-video-ingang aan te sluiten.
Onthoud echter dat de videosignalen van de gewone video­ingang alleen via de gewone video-uitgangen worden aangeboden, terwijl de videosignalen van de S-video-ingang alleen via de S-video-uitgangen worden aangeboden.
Als er dus een opnemend beeldapparaat en een afspelend beeldapparaat via de verschillende video-aansluitpunten op de ontvanger zijn aangesloten, kunt u geen beelden die afkomstig zijn van het afspelende beeldapparaat op het opnemende beeldapparaat opnemen. Bovendien kunt u als de TV en het afspelende beeldapparaat via de verschillende video­aansluitpunten op de ontvanger zijn aangesloten, geen beelden die afkomstig zijn van het afspelende beeldapparaat op de TV bekijken.
B
A
A
B
AUDIO
Videorecorder
S-VHS (of VHS)
RIGHT
LEFT
S-VHS (of VHS)
VIDEO
DVD
FRONT
TV SOUND
DBS
OUT
(REC)
VCR1
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
VCR2
IN
(PLAY)
MONITOR
OUT
Videorecorder
C
D
Nederlands
F
E
S-VIDEOVIDEO
Å Naar de audio-uitgang voor het linker/
rechter
C
D
E
F
ı Naar de audio-ingang voor het linker/
rechter
Ç Naar de gewone video-uitgang Î Naar de S-video-uitgangNaar de gewone video-ingang Ï Naar de S-video-ingang
Videocamera
De video-ingangen op het bedieningspaneel aan de voorzijde (aangeduid met VIDEO) zijn handig als u de apparatuur vaak aansluit.
Bevestig ter bescherming tegen stof de bijgeleverde afdekking voor de voor-aansluitingen indien u de aansluitingen op het voorpaneel niet gebruikt.
Bevestigen van de afdekking
S-VIDEO VIDEO
VIDEO
LAUDIOR
USB AUDIO
Verwijderen van de afdekkingren
USB AUDIO
S-VID
P
EO
U
S
H
O
P
V
VIDEO
E
ID
N
EO
L
AUDIO
R
S-VIDEO
VIDEO
VIDEO
LAUDIOR
Naar de audio­uitgang
Naar de S-video-uitgang
Naar de gewone video-uitgang
10
TV en/of DBS-tuner
Als u de TV op de AUDIO bussen (TV SOUND/DBS) aansluit, moet u de video-uitgangen NIET op deze video­ingangen aansluiten.
Nederlands
AUDIO
RIGHT
LEFT
A
TV
B
C
Å Naar de audio-uitgang ı Naar de gewone video-ingang Ç Naar de S-video-ingang
DVD
FRONT
TV SOUND
DBS
OUT
(REC)
VCR1
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
VCR2
IN
(PLAY)
MONITOR
OUT
VIDEO
S-VIDEOVIDEO
Sluit de TV aan op de uitgang MONITOR OUT als u beelden van andere aangesloten beeldapparaten op de TV wilt kunnen bekijken.
Opmerking:
Gebruik een TV die werkt volgens het PAL- of multi-color systeem.
AUDIO
RIGHT
LEFT
A
DBS-tuner
DBS
B
C
Å Naar de audio-uitgang ı Naar de S-video-uitgang Ç Naar de gewone video-uitgang
DVD
FRONT
TV SOUND
DBS
OUT
(REC)
VCR1
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
VCR2
IN
(PLAY)
MONITOR
OUT
VIDEO
S-VIDEOVIDEO
Opmerking:
Wanneer u de DBS-tuner op de uitgang TV SOUND/DBS aansluit, moet u de naam van de afspeelbron die op de display verschijnt wanneer u de DBS-tuner als bron selecteert, wijzigen in “DBS”. Hoe dit in zijn werk gaat, wordt uitgelegd op pagina 17.
11
DVD-speler
Als u de DVD-speler met de stereo-stekers aansluit:
VIDEO
S-VIDEOVIDEO
A
B
DVD-speler
DVD
C
AUDIO
RIGHT
LEFT
DVD
FRONT
TV SOUND
DBS
OUT
(REC)
VCR1
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
VCR2
IN
(PLAY)
MONITOR
OUT
Als u de DVD-speler met de analoge, losse stekers aansluit (5,1kannal-reproductie):
Å Naar de audio-uitgang van de
luidsprekers linksvoor en rechtsvoor
ı Naar de S-video-uitgang Ç Naar de gewone video-uitgang
Nederlands
A
DVD
SUB
WOOFER
B
CENTER
RIGHT
DVD-speler
DVD
DVD
DBS
OUT
(REC)
VCR1
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
VCR2
IN
(PLAY)
MONITOR
OUT
E
VIDEO
S-VIDEOVIDEO
C
AUDIO
LEFT
SURR
(REAR)
PHONO
CD
OUT
(REC)
TAPE
MD
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
CDR
IN
(PLAY)
RIGHT
D
LEFT
FRONT
TV SOUND
F
Å Naar de uitgang van de subwoofer ı Naar de audio-uitgang van de
luidspreker in het midden
Ç Naar surroundluidsprekers
links/rechts audio-uitgang
Î Naar de audio-uitgang van de
luidsprekers linksvoor en rechtsvoor
Naar de gewone video-uitgang Ï Naar de S-video-uitgang
12
Digitale aansluitingen
Deze ontvanger is uitgerust met vier DIGITAL IN-aansluitingen een digitale coax-aansluiting en drie optische digitale aansluitingen, en de ontvanger heeft een DIGITAL OUT-aansluiting.
BELANGRIJK:
Let er bij het aansluiten van de DVD-speler, digitale TV-tuner of DBS-tuner waarbij u de digitale aansluitpunten gebruikt op dat u de apparatuur tevens aansluit op de video-bus aan de achterzijde. Zonder aansluiting op de video-bus is het niet mogelijk om beelden te bekijken.
Nadat u bovenstaande apparaten op de DIGITAL IN-aansluitingen hebt aangesloten, moet u indien nodig nog de volgende instellingen op de juiste wijze aanbrengen. – Selecteer de juiste instelling voor de digitale ingang van DIGITAL
IN. Hiervoor verwijzen we u naar de paragraaf 6 Instellen van de digitale ingangsaansluitingen (DIGITAL IN) op pagina 25.
– Selecteer de juiste digitale invoermodus. Hiervoor verwijzen we u
naar de paragraaf De invoermodus voor analoge of digitale signalen selecteren op pagina 19.
Opmerkingen:
De instellingen voor de digitale ingangen van DIGITAL IN zijn in de fabriek als volgt voor de volgende apparaten ingesteld:
DIGITAL 1 (coax): Voor een DVD-spelerDIGITAL 2 (optisch): Voor een CD-spelerDIGITAL 3 (optisch): Voor de digitale TV-tunerDIGITAL 4 (optisch): Voor een CD-recorder
Als u de CD-speler, de CD-recorder, of MD-recorder met behulp van
het COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem wilt bedienen, moet u deze apparatuur ook aansluiten op de manier die wordt beschreven in de paragraaf “Analoge aansluitingen” (zie pagina 9).
Digitale uitgang
CD-recorder MD-recorder
Nederlands
Elk digitaal apparaat kan als volgt worden aangesloten.
TV-digitale
DVD-speler
Digitale ingangen
DVD
CD-recorder
Digitale coaxkabel (niet bijgeleverd) tussen digitale coax-aansluitpunten
Digitale optische kabel (niet bijgeleverd) tussen digitale optische aansluitpunten
DBS-tuner
DBS
CD-speler
MD-recorder
Digitale optische kabel (niet bijgeleverd) tussen digitale optische aansluitpunten
Als de digitale recorder (b.v. een MD-recorder en CD-recorder) is uitgerust met een digitale, optische ingang, dient u deze te verbinden
PCM/DOLBY DIGITAL /DTS
met de uitgang DIGITAL OUT zodat u van digitaal naar digitaal kunt
DIGITAL OUT
opnemen.
Opmerking:
De indeling van het digitale signaal dat via de uitgang DIGITAL OUT wordt uitgevoerd, is gelijk aan de indeling van de invoersignalen. Dit betekent dat wanneer de DTS Digital Surround-signalen worden ingevoerd, er ook DTS Digital Surround-signalen worden uitgevoerd.
Als het desbetreffende apparaat een digitale coax-uitgang heeft, moet u dat apparaat met een digitale coax-kabel (niet bijgeleverd) aansluiten op de ingang DIGITAL 1 (DVD).
Als het desbetreffende apparaat een digitale optische uitgang heeft, moet u dat apparaat met een digitale optische kabel (niet bijgeleverd) aansluiten op de ingang DIGITAL 2 (CD), DIGITAL 3 (TV) of DIGITAL 4 (CDR).
Verwijder voor het aanbrengen van een digitale optische kabel eerst het beschermende dopje uit de ingang.
13
DIGITAL IN
DIGITAL 1 (DVD)
DIGITAL 2 (CD)
DIGITAL 3 (TV)
DIGITAL 4 (CDR)
USB-aansluiting
Deze ontvanger is aan de voorzijde uitgerust met een USB-uitgang. U kunt hierop uw computer aansluiten en geluid via de PC afspelen. Als u uw computer voor de eerste keer aansluit, moet u de onderstaande procedure volgen.
Het is niet mogelijk om signalen of gegevens vanaf de ontvanger naar de computer te zenden.
BELANGRIJK:
De computer dient te zijn uitgerust met een CD-ROM-station en het besturingssysteem moet WindowsR 98*, WindowsR Me* (Millennium Edition) of WindowsR XP* zijn en voorbereiden voor CD-ROM.
Ga de BIOS-instellingen van de computer nade instellingen moeten USB ondersteunen en de IRQ voor USB dient te zijn ingesteld op “AUTO” of een beschikbaar IRQ-nummer.
Hoe u de USB-stuurprogramma’s installeert
De onderstaande procedure gaat uit van de engelstalige versie van WindowsR 98. Indien uw (PC) computer een andere versie van het besturingssysteem of een andere taal gebruikt, zullen de aanduidingen op de monitor van uw computer verschillen van de hier getoonde aanduidingen.
5. Controleer of de stuurprogrammatuur goed is geïnstalleerd.
1. Open het venster met de naam Control Panel: Klik op [Start] = [Settings] = [Control Panel].
2. Dubbelklik op [System], klik op [Device Manager] en klik op [Sound, video and game controllers] en [Universal serial bus controllers]. Het onderstaande venster verschijnt. Hierin kunt u zien of de stuurprogrammatuur goed is geïnstalleerd.
Nederlands
1. Zet de computer aan en start Windows
R
98, WindowsR Me of
WindowsR XP.
Als de computer is ingeschakeld, moet u alle actieve programmas uitschakelen.
2. Zet de ontvanger aan en druk op het bedieningspaneel aan de voorzijde op de toets USB AUDIO of op de toets USB op de afstandsbediening.
De lamp op de toets USB AUDIO op het bedieningspaneel licht op.
3. Sluit de ontvanger met een USB-kabel (niet bijgeleverd) op de computer aan.
De computer herkent de verbinding automatisch en het onderstaande venster wordt op het beeldscherm weergegeven.
USB AUDIO
S-VIDEO
VIDEO
VIDEO
LAUDIOR
PC
USB-kable (niet bijgeleverd)
4. Installeer de USB-stuurprogrammatuur. Volg hiertoe de instructies op het scherm.
Opmerking:
Welke onderdelen in het venster worden weergegeven, hangt af van de instellingen van uw computer.
6. De geluidsinstellingen van de computer wijzigen.
1. Open Control Panel als u dit venster hebt gesloten: Klik op [Start] = [Settings] = [Control Panel]. Dubbelklik op [Multimedia] en selecteer USB Audio Device [1]
2. voor Playback van “Audio. Sluit het venster.
Dubbelklik als u een CD vanaf het CD-ROM-station van de computer wilt afspelen op [Multimedia], [CD Music] en schakel
het vakje [Enable digital CD audio for this CD-ROM device].
De computer is nu gereed om geluid en beelden via de USB-verbinding af te spelen.
Nadat de installatie is voltooid, kunt u de computer als afspeelbron gebruiken. De computer herkent de ontvanger automatisch zodra er een USB-kabel tussen de computer en de ontvanger wordt aangesloten als de ontvanger is ingeschakeld.
Als u de computer niet als afspeelbron gebruikt, dient u de USB-kabel te verwijderen.
Als u geluid op de computer wilt afspelen verwijzen we u naar de handleiding van de geluidssoftware die op de computer is geïnstalleerd.
Opmerkingen:
Schakel de ontvanger niet uit en verwijder de USB-kabel niet terwijl
u de stuurprogrammatuur installeert en gedurende de tijd dat de computer bezig is de ontvanger te detecteren.
Gebruik een zogeheten full speed USB-kabel (revisie 1,0). Gebruik
bij voorkeur een snoer van 1,5 meter.
Als uw computer de ontvanger niet herkent, moet u de USB-kabel
verwijderen en opnieuw aansluiten. Start Windows opnieuw als dit niet werkt.
De te installeren stuurprogrammatuur wordt alleen herkend als de
USB-kabel is aangesloten tussen de ontvanger en de computer.
Het geluid wordt niet goed ten gehore gebracht (haperend of van
mindere kwaliteit) als uw computer niet aan de minimale vereisten voldoet of de instellingen niet in orde zijn.
Bevestig ter bescherming tegen stof de bijgeleverde afdekking voor
de voor-aansluitingen indien u de aansluitingen op het voorpaneel niet gebruikt.
*
MicrosoftR, WindowsR 98, WindowsR Me en WindowsR XP zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
14
De netspanningskabel aansluiten
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen
Alvorens de ontvanger op de netspanning aan te sluiten, moet u nagaan of alle benodigde aansluitingen tot stand zijn gebracht.
Steek de stekker van de netspanningskabel in een wandcontactdoos.
Houd de netspanningskabel uit de buurt van de aansluitkabels en de antenne. De netspanningskabel kan de ontvangst en de weergave van beelden en geluid negatief beïnvloeden. We raden u aan voor de antenne gebruik te maken van coaxkabel omdat deze kabelsoort de beste bescherming biedt tegen storingen van buitenaf.
Opmerking:
De voorkeursinstellingen zoals kanaal- en geluidsinstellingen kunnen in de volgende gevallen na een aantal dagen zijn gewist:
Wanneer u de stekker eruit haalt.Wanneer er een stroomstoring optreedt.
Nederlands
LET OP:
Raak de netspanningskabel niet met natte handen aan.
Trek niet aan de netspanningskabel als u die uit de
wandcontactdoos wilt verwijderen. Pak de kabel altijd bij de stekker beet en trek de stekker voorzichtig uit het stopcontact zodat de kabel niet kan beschadigen.
Voordat u de afstandsbediening kunt gebruiken, moet u eerst de twee meegeleverde batterijen in het daarvoor bestemde batterijenvakje plaatsen. Als u de afstandsbediening gebruikt, moet u deze rechtstreeks op de afstandsbedieningssensor richten die op de ontvanger is aangebracht.
1. Verwijder het deksel van het batterijenvakje aan de achterzijde van de afstandsbediening.
2. Plaats de batterijen in het batterijenvakje. Let daarbij op de polen van de batterijen: (+) tegen (+) en (–) tegen (–).
R6P(SUM-3)/AA(15F)
3. Plaats het klepje terug op het batterijenvakje.
Gebruikte batterijen:
Als u merkt dat de afstand tot de ontvanger waarover de afstandsbediening goed functioneert afneemt, moet u de batterijen vervangen. Gebruik voor de afstandsbediening twee droge batterijen van het type R6P(SUM-3)/AA(15F).
Opmerking:
Stel na het vervangen van de batterijen de fabrikantcode opnieuw in (zie pagina 55).
LET OP:
Volg de onderstaande procedures om te voorkomen dat de batterijen gaan lekken of openbreken:
• Let bij het plaatsen van de batterijen op de polariteit: (+) tegen (+) en (–) tegen (–).
Gebruik het juiste type batterijen. Batterijen die lijken op het aangegeven type kunnen van een ander voltage zijn.
Vervang beide batterijen altijd tegelijk en niet afzonderlijk.
Stel batterijen nooit bloot aan warmtebronnen of open vuur.
15
ANALOG
DIGITAL EQ INPUT ATT
SLEEP VOLUME
ONE TOUCH OPERATION
3D–PHONIC MIDNIGHT MODE TA NEWS INFO
TUNED STEREO RDS
LINEAR PCM
DIGITAL
L
SUBWFR
LS RSCRS
SPEAKERS
LFE
DGTL AUTO DVD MULTI
PRO LOGIC
DSP
HEADPHONE
SB
12
AUTO MUTING

De bediening in een notendop

De volgende bedieningsinstructies gelden doorgaans voor alle typen geluidsapparatuur.
Alvorens de afstandsbediening te gebruiken
Hoe u de bedieningsmodus van de afstandsbediening controleert
Op de display van de afstandsbediening wordt nadat u op bepaalde toetsen hebt gedrukt de onderstaande informatie weergegeven, zodat u kunt controleren of uw keuze correct is geweest.
Als u op een van de toetsen voor het selecteren van een afspeelbron drukt, wordt de naam van de geselecteerde afspeelbron op de display weergegeven.
Toets
FM/AM
CD
PHONO
TAPE/MD
DVD of DVD MULTI
CDR
USB
TV/DBS
VCR1 VCR2
VIDEO
Tekst op de display
TUNER
CD
PHONO
TAPE
DVD CDR USB
TV VCR1 VCR2
VIDEO
Als u op de toets SOUND drukt voordat u het geluidseffect wijzigt, wordt de vermelding “SOUND” op de display weergegeven.
Als u op de toets TEXT DISPLAY of MENU drukt voordat u het schermmenu gebruikt of op de toets TEXT COMPU LINK drukt, wordt de vermelding “MENU” op de display weergegeven.
A/V CONTROL RECEIVER
Bijv. Als u op de
toets CD drukt.
A/V CONTROL RECEIVER
Bijv. Als u op de
toets USB drukt.
A/V CONTROL RECEIVER
A/V CONTROL RECEIVER
Druk om de stroomtoevoer uit te schakelen (en de ontvanger in de Standby-modus te zetten), nogmaals op de toets AUDIO
Het STANDBY-lampje op de voorzijde van de eenheid licht op.
Opmerking:
Er vindt altijd een licht stroomverbruik plaats wanneer de eenheid in standby staat. Als u het stroomverbruik helemaal wilt uitschakelen, moet u de stekker uit het stopcontact verwijderen.
Een afspeelbron kiezen
Druk rechtstreeks op de toets van de gewenste afspeelbron.
Het lampje voor de geselecteerde afspeelbron op het bedieningspaneel aan de voorzijde licht op.
De naam van de gekozen bron en de hiervoor gekozen Surround/ DSP-modus worden tevens op de display weergegeven.
TV SOUND/DBSVIDEOVCR 2VCR 1DVDDVD MULTI
SOURCE NAME
FM / AMUSB AUDIOTAPE / MDCDRCDPHONO
SOURCE NAME
Op het bedieningspaneel
aan de voorzijde
De naam van de geselecteerde afspeelbron en de huidige Surround-/DSP-modus worden weergegeven
DVD MULTIDVD
TV/DBS VIDEO PHONO
VCR 1 VCR 2
CD
CDR
TAPE/MD
FM/AM
USB
Met de afstandsbediening
.
Nederlands
Als u op de toets CONTROL of CATV/DBS CONTROL drukt voordat u een audio- of
A/V CONTROL RECEIVER
videoapparaat bedient die op de ontvanger is aangesloten, wordt de geselecteerde bedieningsmodus van de afstandsbediening op de display weergegeven (zie pagina’s 52 en 55).
Bijv. Als u op de
toets CATV/DBS CONTROL drukt.
De stroomtoevoer inschakelen
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Druk op de toets STANDBY/ON .
Het STANDBY-lampje gaat aan. De naam van de huidige afspeelbron en de Surround-/DSP­modus worden op de display weergegeven.
De naam van de huidige afspeelbron en de Surround-/DSP­modus worden weergegeven
L R
ANALOG
SPEAKERS
1
Het huidige volumeniveau wordt weergegeven
Druk om de stroomtoevoer uit te schakelen (en de ontvanger in de Standby-modus te zetten), nogmaals op
de toets STANDBY/ON
.
Het STANDBY-lampje licht op.
Met de afstandsbediening:
Druk op de toets AUDIO .
Het STANDBY-lampje op de voorzijde van de eenheid gaat aan. De naam van de huidige afspeelbron en de Surround-/DSP-modus worden op de display weergegeven.
STANDBY
STANDBY/ON
VOLUME
STANDBY
STANDBY/ON
AUDIO
DVD MULTI Hiermee selecteert u de DVD-speler om
digitale video-discs te bekijken als u op de DVD-speler gebruik maakt van de analoge uitvoermodus (5,1kanaal-reproductie). Meer informatie over de afspeelfunctie DVD MULTI leest u op pagina 40.
DVD Hiermee selecteert u de DVD-speler. VCR 1 Hiermee selecteert u de videorecorder die op
de uitgang VCR 1 is aangesloten.
VCR 2 Hiermee selecteert u de videorecorder die op
de uitgang VCR 2 is aangesloten.
VIDEO Hiermee selecteert u de videorecorder die op
de uitgang VIDEO is aangesloten.
TV (SOUND)/DBS Hiermee selecteert u het geluid van de TV (of
de DBS-tuner).
PHONO CD
* Hiermee selecteert u de draaitafel.
* Hiermee selecteert u de CD-speler.
CDR * Hiermee selecteert u de CD-recorder. TAPE/MD
* Hiermee selecteert u het cassettedeck (of de
MD-recorder).
USB (AUDIO)
* Hiermee selecteert u de computer die op de
USB-uitgang is aangesloten.
FM/AM
* Hiermee de FM- of AM (MG/LG)-band.
Elke keer wanner u op deze toets drukt, schakelt u heen en weer tussen de FM-band en de AM (MG/LG) -band.
Opmerkingen:
• Indien u een MD-recorder hebt aangesloten (op de uitgang TAPE/MD), en een DBS-tuner hebt aangesloten (op de uitgang TV SOUND/DBS), moet u de naam van de afspeelbron die op de display wordt weergegeven wijzigen. Zie pagina 17 voor meer informatie.
• Als u een van de bronkeuzeknoppen op de afstandsbediening indrukt hierboven aangegeven met een asterisk (*) wordt de ontvanger automatisch ingeschakeld.
16
De naam van een afspeelbron wijzigen
Als u aan de achterzijde van de ontvanger een MD-recorder op de uitgang TAPE/MD of een DBS-tuner op de uitgang TV SOUND/ DBS hebt aangesloten, moet u de naam van de bron die op de display wordt weergegeven wijzigen wanneer u de MD-recorder of DBS-tuner als bron selecteert.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Als u de naam van de afspeelbron wijzigt van “TAPE” tot “MD”:
1. Druk op de toets TAPE/MD
TAPE / MD
(SOURCE NAME).
Controleer dat TAPE op de display wordt weergegeven.
SOURCE NAME
2. Druk op de toets SOURCE NAME (TAPE/MD) en houdt deze ingedrukt tot “ASSGN. MD” op de display wordt weergegeven.
L R
ANALOG
Nederlands
1
SPEAKERS
Als u de naam van de afspeelbron wijzigt van “TV” tot “DBS”:
1. Druk op de toets TV SOUND/DBS
TV SOUND/DBS
(SOURCE NAME).
Controleer dat TV op de display wordt
weergegeven.
SOURCE NAME
2. Druk op de toets SOURCE NAME (TV SOUND/DBS) en houdt deze ingedrukt tot “ASSGN. DBS” op de display wordt weergegeven.
L R
ANALOG
1
SPEAKERS
Als u de naam van de afspeelbron wilt wijzigen in “TAPE” of “TV”, moet u dezelfde procedure als hierboven omschreven
uitvoeren. Druk op de toets SOURCE NAME (TAPE/MD), houdt deze ingedrukt en selecteer “TAPE, of druk op de toets SOURCE NAME (TV SOUND/DBS), houdt deze ingedrukt en selecteer “TV”.
Opmerking:
Ook zonder dat u de namen van de bronnen verandert, kunt u de aangesloten apparatuur gebruiken. Er kunnen zich echter wel enkele ongemakken voordoen. – De vermelding TAPE of “TV verschijnt op de display terwijl u in
feite de MD-recorder of DBS-tuner hebt geselecteerd.
– Het is niet mogelijk de digitale ingang (zie pagina 19) voor de
MD-recorder te gebruiken.
– U kunt geen gebruik maken van het COMPU LINK-
afstandsbedieningssysteem om de MD-recorder te bedienen (zie pagina 46).
Verschillende afspeelbronnen voor beeld en geluid selecteren
U kunt naar het beeld van een beeldapparaat kijken en tegelijkertijd naar het geluid van een ander apparaat luisteren.
Druk op een van de toetsen voor het selecteren van een afspeelbron —PHONO, CD, CDR, TAPE/MD, USB (AUDIO), FM/AM— terwijl u naar het beeld van een beeldapparaat kijkt bijvoorbeeld beelden die afkomstig zijn van een videorecorder of DVD-speler enz.
Het lampje voor de geselecteerde afspeelbron op het bedieningspaneel aan de voorzijde licht op.
17
VOLUME
VOLUME
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
DVD MULTI
VCR 1
DVD
VCR 2
SOURCE NAME
TV SOUND/DBS
VIDEO
SOURCE NAME
USB AUDIOTAPE / MDCDRCDPHONO
FM / AM
Met de afstandsbediening:
DVD MULTIDVD
TV/DBS VIDEO PHONO
VCR 1 VCR 2
CD
CDR
TAPE/MD
FM/AM
USB
Opmerking:
Als u een beeldapparaat hebt geselecteerd, worden de beelden van het geselecteerde apparaat naar de TV gestuurd tenzij u een ander beeldapparaat selecteert.
Luidspreker- en signaalindicators op het display
Aan de hand van de volgende indicators kunt u gemakkelijk zien welke luidsprekers zijn geactiveerd en wat voor een signalen en van welke bron in de receiver komen.
Luidsprekerindicators (wit)
L
CR
SUBWFR
LS RS
LFE
S
SB
Indicators
surroundachterluidspreker *
De luidsprekerindicators lichten uitsluitend op—:
Indien de overeenkomende luidsprekers op LARGE of
SMALL zijn gesteld (zie 1 Instellen van de luidsprekers op
pagina 22) en tevens voor de huidige gekozen Surround/DSP­modus vereist zijn.
1SPK
*Indien u
heeft gekozen voor het aantal surroundachterluidsprekers (zie pagina 22), licht de indicator van de midden-surroundachterluidspreker op. Indien u “2SPK” heeft gekozen, lichten de indicators van de linker- en rechter surroundachterluidspreker op.
Met SUBWOOFER op YES gesteld, zal
(Zie 1 Instellen van de luidsprekers op pagina 22).
De signaalindicators lichten op het display op en tonen de binnenkomende signalen.
L : Met de digitale ingang gekozen: Licht op wanneer het
signaal van het linkerkanaal wordt ontvangen.
Met de analoge ingang gekozen: Licht altijd op.
R : Met de digitale ingang gekozen: Licht op wanneer het
signaal van het rechterkanaal wordt ontvangen.
Met de analoge ingang gekozen: Licht altijd op.
C : Licht op wanneer het signaal van het middenkanaal wordt
ontvangen.
LFE : Licht op wanneer het signaal van het LFE (lage frequentie-
effect) kanaal wordt ontvangen.
LS : Licht op wanneer het signaal van het linkersurroundkanaal
wordt ontvangen.
RS : Licht op wanneer het signaal van het rechtersurroundkanaal
wordt ontvangen.
S : Indien het mono achterkanaalsignaal of 2-kanaal Dolby
Surround gecodeerde signaal wordt ontvangen.
SB : Licht op wanneer het signaal van het achtersurroundkanaal
wordt ontvangen.
Opmerking:
Met “DVD MULTI” als bron gekozen, zullen “L”, “C”, “R”, “LFE”, “LS” en “RS” oplichten.
Signaalindicators (rood)
CR
L
SUBWFR
LS RS
LFE
S
SB
SUBWFR
oplichten.
Loading...
+ 44 hidden pages