JVC RX-7000RBK User Manual [nl]

Inhoudsopgave

Benaming van de onderdelen ......................... 2
Aan de slag ................................................. 3
Voor de installatie....................................................................... 3
De meegeleverde accessoires controleren.................................. 3
De FM- en AM-antenne (voor MG/LG-ontvangst) aansluiten .. 3
De luidsprekers aansluiten ......................................................... 4
Andere apparatuur aansluiten..................................................... 5
De netspanningskabel aansluiten ............................................... 9
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen ............................... 9
De stroomtoevoer in- en uitschakelen (Standby) ..................... 10
Een afspeelbron kiezen ............................................................ 10
Het volume aanpassen.............................................................. 11
De luidsprekers aan de voorzijde selecteren ............................ 11
Het geluid uitzetten (Mute) ...................................................... 12
Het basgeluid versterken .......................................................... 12
Het invoersignaal dempen ........................................................ 12
Het uitvoerniveau van de subwoofer wijzigen......................... 12
De belangrijkste instellingen ....................... 13
Opnemen van een bron............................................................. 13
De balans van de luidsprekers aan de voorzijde aanpassen ..... 13
De naam van een afspeelbron wijzigen.................................... 13
De subwoofer registreren ......................................................... 13
Nederlands
De luidsprekers registreren ten behoeve van de DSP-modi ..... 14
De instelling voor de digitale ingangen (DIGITAL IN)
registreren .......................................................................... 16
De invoermodus voor analoge of digitale signalen
selecteren............................................................................ 16
Tekstuele informatie op de display weergeven ........................ 17
De basisinstellingen aanpassen met behulp van de One
Touch-bediening ................................................................ 18
De Sleep Timer gebruiken........................................................ 18
Radiostations ontvangen ............................ 19
Handmatig afstemmen op stations ........................................... 19
Werken met voorkeurzenders ................................................... 19
Een FM-ontvangstmodus selecteren ........................................ 20
Voorkeurzenders een naam geven ............................................ 20
RDS (Radio Data System) gebruiken om FM-stations te
ontvangen........................................................................... 21
Een programma zoeken met behulp van een PTY-code........... 21
Tijdelijk naar een radioprogramma van uw
keuze overschakelen .......................................................... 23
De DSP-modi ............................................. 25
De beschikbare DSP-modi, afhankelijk van
de opstelling van de luidsprekers ....................................... 27
De 3D-PHONIC-modi wijzigen............................................... 28
De DAP-modi aanpassen ......................................................... 28
De surround-modi aanpassen ................................................... 29
Een DSP-modus inschakelen ................................................... 31
De afspeelmodus DVD MULTI activeren................................ 33
De scherm-menu’s ..................................... 34
Een afspeelbron selecteren ....................................................... 34
Een andere afspeelbron voor beeld en geluid selecteren.......... 34
De DSP-modi activeren............................................................ 34
De analoge of digitale invoermodus selecteren ....................... 34
De balans van de luidsprekers aan de voorzijde aanpassen ..... 35
Het basgeluid versterken .......................................................... 35
Het invoersignaal dempen........................................................ 35
Het uitvoerniveau van de subwoofer wijzigen ......................... 35
De DSP-modi aanpassen .......................................................... 35
De afspeelmodus DVD MULTI activeren................................ 36
Uw favoriete SEA-modus selecteren ....................................... 36
Zelf een SEA-modus maken .................................................... 36
De basisinstellingen opgeven ................................................... 37
De tuner bedienen .................................................................... 37
Voorkeurzenders in het geheugen opslaan ............................... 38
Voorkeurzenders een naam geven ............................................ 38
Het COMPU LINK-
afstandsbedieningssysteem ........................ 39
Het TEXT COMPU LINK-
afstandsbedieningssysteem ........................ 40
Informatie van CD of MD op het beeldscherm van de TV
weergeven .......................................................................... 41
CD’s doorzoeken (alleen voor CD-spelers) ............................. 42
Informatie over CD’s en MD’s invoeren .................................. 43
Andere apparatuur van JVC bedienen .......... 45
Geluidsapparatuur bedienen..................................................... 45
Beeldapparatuur bedienen ........................................................ 47
Apparatuur van andere merken bedienen ..... 48
De SEA-modi ............................................. 24
Uw favoriete SEA-modus selecteren ....................................... 24
Zelf een SEA-modus maken .................................................... 24
1
Specificaties ............................................. 55

Benaming van de onderdelen

Lees voor gebruik eerst dit overzicht met de namen van de toetsen en bedieningsknoppen van de ontvanger door. Zie de pagina’s tussen haakjes voor meer informatie.
12 3 4 567 8 9 p
1
2
3 4
5 6
7
8
9
STANDBY
STANDBY/ON
PHONES
COMPULINK
Remote
ENHANCED COMPULINK CONTROL SYSTEM
DVD DVD MUILTI CD TAPE/MD
TV/DBS PHONO FM/AM
VCR
SURROUND
ON/OFF
SURROUND
MODE
CD-DISC
SOUND
MENU
EXIT
TV/VIDEO
/REW
PTY PTY
REC
RM-SRX7000R REMOTE CONTROL
RX-7000R AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
SURROUND ON/OFF
EON
PTY SEARCH
DSP MODE
SPEAKERS
12
TV/CATV/DBS
ANALOG/DIGITAL
CENTER
123
MENUMENU
TEST REAR-L
456
ENTERENTER
EFFECT REAR-R
/P
89
7
SEA MODE
SUBWOOFER
10
0
RETURN
FM MODE
SET
VCR
SLEEP
+10
100+
AUDIO/ TV/VCR
CATV/DBS
TEXT
DISPLAY
BALANCE/SURROUND
ADJUST
p q
w
e
r
t
y
u
CHANNEL VOLUMETV VOL
VCR
CONTROL
PLAY
PTY SEARCH
STOP PAUSE
DISPLAY MODE
TAPE/MD
MUTING
FF/
i
o
TA/NEWS/INFO
DISPLAY MODE
INPUT
ANALOG/DIGITAL
SEA MODE
SEA ADJUST SETTING
FM/AM TUNING TUNER PRESET
TUNER/SEA MEMORY
SOUND SELECT
BASS BOOSTONE TOUCH OPERATION
SOURCE NAME
INPUT ATT.
FM MODE
MULTI JOG
Afstandsbediening
1 De toets TV/CA TV/DBS (47 – 49) 2 De toetsen voor het selecteren van een
afspeelbron (10) DVD, DVD MULTI, CD, TAPE/MD, TV/DBS, PHONO, FM/AM, VCR
3 De toets SURROUND ON/OFF (29, 31) 4 De toets SURROUND MODE (28, 29) 5 De toets CD-DISC (46) 6 De toets SOUND (24, 28, 33) 7 De toetsen voor de bediening van de scherm-
menu’s (34, 41) MENU, SET, EXIT, %, fi, @, #
8 De TV VOL-toetsen (+/–) (47, 48) 9 • De RDS-bedieningstoetsen (21 – 23)
PTY SEARCH, PTY –/+, DISPLAY MODE
• Bedieningstoetsen voor audio/video­apparatuur (45 – 49)
p De AUDIO-toetsen (10)
,
q De toets VCR (47, 49) w De toets SLEEP (18) e De toets ANALOG/DIGITAL (17) r • De cijfertoetsen voor het selecteren van een
voorkeurkanaal (20)
• De cijfertoetsen voor het aanpassen van het geluid (24, 28 – 31, 33)
• De cijfertoetsen voor de bediening van audio/video-apparatuur (45 – 49)
t De sensor voor de afstandsbediening (10, 45,
48)
y De toets TEXT DISPLAY (41) u De toetsen CHANNEL (+/–) (47 – 49) i De toetsen VOLUME (+/–) (11) o De toets MUTING (12)
DIGITAL
DVD
TV SOUND/DBS PHONO
TAPE/MD VCR
SOURCE SELECTOR
CD
FM
AM
MASTER VOLUME
+
fdsa;oiuytrewq
Vooraanzicht Ontvanger
1 De toets STANDBY/ON met
STANDBY-lampje (10)
2 De sensor voor de afstandsbediening (9) 3 De toets SURROUND ON/OFF met lampje
(30, 31)
4 De toets SEA MODE (24) 5 De toets INPUT ANALOG/DIGITAL (16) 6 De toets FM/AM TUNING (19)* 7 De toets FM MODE (20) 8 De display (10) 9 De lampjes voor de afspeelbronnen (10) p De knop MASTER VOLUME (11) q De hoofdtelefooningang PHONES (12) w De SPEAKERS 1/2-toetsen met lampjes (11) e De RDS-bedieningstoetsen (21 – 23)
EON, TA/NEWS/INFO, PTY SEARCH, DISPLAY MODE
r De toets DSP MODE (28) t De toets BALANCE/SURROUND ADJUST
(12, 13, 28)*
y De toets SEA ADJUST (24)* u De toets SETTING (13 – 17)* i De toets TUNER/SEA MEMORY (19, 20, 24) o De toets SOUND SELECT/INPUT ATT . (11,
12)
; De toets BASS BOOST/SOURCE NAME (12,
13)
a De toets ONE TOUCH OPERATION met
lampje (18)
s De toets TUNER PRESET (20)* d De knop MULTI JOG
Wat u met deze knop kunt doen, hangt af van de functie die u hebt geselecteerd. Selecteer eerst de functie door op een van de toetsen die met * is gemarkeerd te drukken.
f De knop SOURCE SELECTOR (10)
Nederlands
2

Aan de slag

In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u geluidsapparatuur, beeldapparatuur en luidsprekers op de ontvanger aansluit en hoe u de stroomtoevoer aansluit.
Voor de installatie
Algemeen
• Zorg dat uw handen droog zijn.
• Schakel alle apparatuur uit.
• Lees de gebruiksaanwijzing van alle apparaten die u aan wilt sluiten aandachtig door.
Plaatsing
• Plaats de ontvanger op een horizontaal oppervlak dat niet vochtig mag zijn of kan worden.
• De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan –5˚C en niet hoger worden dan 35˚C.
• Zorg voor voldoende ventilatie rond de ontvanger. Bij gebrek aan ventilatie kan de ontvanger oververhit en beschadigd raken.
Veiligheid
• Steek geen metalen voorwerpen in de ontvanger.
• Laat de ontvanger intact. Verwijder geen schroeven, beschermplaten of onderdelen.
• Stel de ontvanger niet bloot aan vochtigheid zoals regen.
De meegeleverde accessoires controleren
Controleer of u in het bezit bent van alle onderstaande accessoires.
Nederlands
Deze behoren standaard met de ontvanger te worden meegeleverd. Het getal tussen haakjes geeft het aantal items aan dat u van het type accessoire in uw bezit dient te hebben.
• Afstandsbediening (1)
De FM- en AM-antenne (voor MG/LG­ontvangst) aansluiten
Aansluiten van de FM-antenne
A
N
N
E
T
N
A
A
5
7
L
M
IA
F
X
A
O
C
M
A
M
A
T
P
X
O
E
O
L
B
FM-antenne
ANTENNA
AM
LOOP
De FM-antenne dient horizontaal te worden bevestigd.
FM 75 COAXIAL
Kabel naar de FM-buitenantenne
AM
EXT
A. Gebruik maken van de meegeleverde FM-antenne
De meegeleverde FM-antenne kan als tijdelijke antenne dienst doen als u deze aansluit op de uitgang met de markering FM 75 COAXIAL.
A
N
N
E
T
N
A
5
7
L
M
IA
F
X
A
O
C
M
A
M
A
T
P
X
O
E
O
L
• Batterijen (2)
• AM-raamantenne (voor MG/LG-ontvangst) (1)
• FM-antenne (1)
Mocht er een item ontbreken, neemt u dan onverwijld contact op met uw leverancier.
B. Gebruik van een standaard aansluitstekker (niet
bijgeleverd)
Op de FM 75 COAXIAL aansluiting kunt u een FM antenne met standaard aansluitekker (IEC of DIN 45325) aansluiten.
Opmerking:
Sluit de buitenantenne aan indien de ontvangst met de binnenantenne te wensen overlaat. Maak de meegeleverde FM-draadantenne los voordat u een coaxkabel van 75 Ω aansluit. (Dit is het type kabel dat aan buitenantennes wordt gekoppeld.)
3
+
–+–
RIGHT LEFT
1
2
1
2
FRONT SPEAKERS
Aansluiten van de AM-antenne voor ontvangst van MG- en LG-signalen
Steek de pinnen van de raamantenne
ANTENNA
AM
LOOP
FM 75 COAXIAL
EXT
in de openingen van de standaard om de AM-raamantenne (voor MG-/LG­ontvangst) gebruiksklaar te maken.
AM-raamantenne (voor MG-/LG-ontvangst)
AM
Basisprocedure voor het maken van aansluitingen
1
2
1
R
I
G
H
T
3
1
R
IG
H
T
4
1
R
I
G
H
T
1 Snij aan de uiteinden van elke luidsprekerkabel
de isolatielaag weg (neit bijgeleverd).
2 Draai de knop tegen de wijzers van de klok in.
1
2
3
Eénaderige bedrading voorzien van vinyl­beschermlaag voor gebruik buiten.
Draai de raamantenne tot de beste ontvangst is verkregen.
Opmerkingen:
• Zorg dat de bedrading van de antenne niet in aanraking komt met
andere uitgangen, draden of de netspanningskabel. Dit kan de ontvangst nadelig beïnvloeden.
• Als de ontvangst te wensen overlaat, wordt u aangeraden om een
eenaderige bedrading die is voorzien van een vinyl-beschermlaag op de uitgang AM EXT aan te sluiten. (Laat de AM-raamantenne voor MG- en LG-ontvangst op de ontvanger aangesloten.)
De luidsprekers aansluiten
U kunt de volgende luidsprekers aansluiten:
• Twee sets luidsprekers aan de voorzijde voor weergave van normaal stereo-geluid.
• Eén set luidsprekers aan de achterzijde voor weergave van het surround sound-effect.
• Eén luidspreker in het midden voor een nog betere weergave van het surround sound-effect (waardoor menselijke stemmen beter tot hun recht komen).
• Eén subwoofer om het bass-geluid beter tot zijn recht te laten komen.
3 Steek de luidsprekerkabel in de opening die
vrijkomt.
4 Draai de knop met de wijzers van de klok mee.
De luidsprekers aan de voorzijde aansluiten
Als u wilt kunt u vier luidsprekers aan de voorzijde aansluiten (één set op het aansluitpunt FRONT SPEAKERS 1 en de andere set op het aansluitpunt FRONT SPEAKERS 2).
Luidspreker
rechtsvoor
FRONT SPEAKERS 1
Luidspreker
linksvoor
Nederlands
BELANGRIJK:
Nadat u de bovenstaande luidsprekers hebt aangesloten, moet u enkele gegevens over uw luidsprekers en de opstelling ervan registreren om het best mogelijke DSP sound-effect te verkrijgen. Hoe dit in zijn werk gaat, leest u op pagina 14.
Sluit voor alle luidsprekers (behalve de subwoofer) het ene uiteinde van een luidsprekerkabel aan op de aansluitpunten (–) en (+) op de achterzijde van de ontvanger en het andere uiteinde op de aansluitpunten (–) en (+) van de luidsprekers. Het aansluiten van de subwoofer wordt uitgelegd op pagina 5.
LET OP:
Let er bij het aansluiten van de luidsprekers op dat de impedantie van de luidsprekers gelijk is aan de impedantie die bij de uitgang van de luidsprekers staat aangegeven.
Luidspreker
rechtsvoor
FRONT SPEAKERS 2
Luidspreker
linksvoor
4
Over de impedantie van de luidsprekers
De vereiste impedantie van de luidsprekers aan de voorzijde hangt af van de vraag of u de aansluitpunten FRONT SPEAKERS 1 en FRONT SPEAKERS 2 tegelijkertijd of slechts een van deze aansluitpunten gebruikt.
SITUATIE 1
Wanneer u één set luidsprekers aan de voorzijde aansluit
De subwoofer aansluiten
U kunt het bass-geluid beter tot zijn recht laten komen als u een subwoofer aansluit. Sluit de steker van de subwoofer (die is aangesloten op het stroomnet) met behulp van een kabel met RCA-pinnen (niet bijgeleverd) aan op de uitgang SUBWOOFER OUT aan de achterzijde van de ontvanger.
Luidspreker
aan de
voorzijde 1
Gebruik aan de voorzijde luidsprekers met een impedantie van 4 – 16 Ω.
SITUATIE 2
Luidspreker
Nederlands
aan de
voorzijde 1
Gebruik aan de voorzijde luidsprekers met een impedantie van 8 – 16 Ω.
Luidspreker
aan de
voorzijde 1
Wanneer u twee luidsprekersets aan de voorzijde aansluit
Luidspreker
aan de
voorzijde 2
Luidspreker
aan de
voorzijde 2
Luidspreker
aan de
voorzijde 1
SUBWOOFER
OUT
Subwoofer die is aangesloten op het stroomnet
Andere apparatuur aansluiten
Als u kunnen de volgende apparaten op de ontvanger worden aangesloten. Raadpleeg ook de handleidingen die bij de andere apparatuur werden meegeleverd.
Geluidsapparatuur Beeldapparatuur
• Draaitafel • DVD-speler*
• CD-speler* • TV*
• Cassettedeck • DBS-tuner* of MD-recorder* • Videorecorder
*
U kunt deze apparatuur aansluiten volgens de methode die in de paragraaf “Analoge aansluitingen” (hieronder) en in de paragraaf “Digitale aansluitingen” (zie pagina 8) staat beschreven.
Analoge aansluitingen
Geluidsapparatuur aansluiten
Gebruik voor het aansluiten van geluidsapparatuur kabels met RCA­pinstekers (niet bijgeleverd). Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang en de rode steker op de rechter audio-uitgang.
De luidsprekers aan de achterzijde en de luidspreker in het midden aansluiten
De luidsprekerkabel aan op de aansluitpunten die is voorzien van de markering REAR SPEAKERS en de luidspreker die u in het midden wilt plaatsen op de aansluitpunten die is voorzien van de markering CENTER SPEAKER.
1
2
Luidspreker
in het
midden
REAR
SPEAKERS
RIGHT LEFT
+
Luidspreker
linksachter
Luidspreker
rechtsachter
CENTER
SPEAKER
+
5
LET OP:
Als u een geluidsversterker zoals een grafische equalizer tussen een afspeelbron en deze ontvanger aansluit, kan de audio-uitvoer van de ontvanger worden vervormd.
Draaitafel
Als er bij uw draaitafel een aardkabel is meegeleverd, moet u deze aansluiten op de schroef met de markering (H) die u op de achterzijde aantreft.
Draaitafel
RIGHT LEFT
Naar de audio-uitgang
AUDIO
PHONO
CD
OUT
(REC)
TAPE
/MD
IN
(PLAY)
Opmerking:
Draaitafels met een klein verwisselbaar element zoals een bewegende veer moeten middels een commerciële hoofdversterker of door middel van optransformatie op de ontvanger worden aangesloten. Rechtstreeks aansluiten kan resulteren in een te laag volume.
CD-speler
CD-speler
Naar de audio-uitgang
RIGHT LEFT
AUDIO
PHONO
CD
OUT
(REC)
TAPE
/MD
IN
(PLAY)
Beeldapparatuur aansluiten
Gebruik voor het aansluiten van geluidsapparatuur kabels met RCA­pinstekers (niet bijgeleverd). Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang, de rode steker op de rechter audio-uitgang, en de gele steker op de video-uitgang. Als uw beeldapparatuur is uitgerust met een S-video-uitgang (Y/C­scheiding) kunt u deze het beste met een S-videokabel aansluiten (niet bijgeleverd). Als u deze beeldapparatuur op de S-video-ingang en S-video-uitgang aansluit, krijgt u een betere beeldkwaliteit, zowel bij weergave als bij opname.
Cassettedeck of MD-recorder
Cassettedeck
Naar de
audio-ingang
RIGHT LEFT
AUDIO
PHONO
CD
OUT
(REC)
TAPE
/MD
IN
(PLAY)
Naar de
audio-uitgang
MD-recorder
Naar de
audio-ingang
Naar de
audio-uitgang
Opmerking:
Op de uitgang TAPE/MD kunt u een cassettedeck of een MD-recorder aansluiten. Als u een MD-recorder op de uitgang TAPE/MD aansluit, moet u de naam van de afspeelbron wijzigen in “MD”. De naam van de afspeelbron wordt op de display weergegeven. Meer informatie treft u aan op pagina 13.
BELANGRIJK:
Deze ontvanger is uitgerust met een gewone video-ingang en video­uitgang, en een S-video-ingang en S-video-uitgang voor het aansluiten van beeldapparatuur. Het is niet noodzakelijk zowel de gewone video-ingang als de S­video-ingang aan te sluiten.
Onthoud echter dat de videosignalen van de gewone video­ingang alleen via de gewone video-uitgangen worden aangeboden, terwijl de videosignalen van de S-video-ingang alleen via de S-video-uitgangen worden aangeboden.
Als er dus een opnemend beeldapparaat en een afspelend beeldapparaat via de verschillende video-aansluitpunten op de ontvanger zijn aangesloten, kunt u geen beelden die afkomstig zijn van het afspelende beeldapparaat op het opnemende beeldapparaat opnemen. Bovendien kunt u als de TV en het afspelende beeldapparaat via de verschillende video-aansluitpunten op de ontvanger zijn aangesloten, geen beelden die afkomstig zijn van het afspelende beeldapparaat op de TV bekijken.
Videorecorder
Videorecorder
A
B
AUDIO
(S-VHS of VHS)
VIDEO
VIDEO S-VIDEORIGHT LEFT
DVD
DC
F
E
Nederlands
Indien uw geluidsapparatuur beschikt over een COMPU LINK­3 uitgang of TEXT COMPU LINK-uitgang
• Zie ook pagina 39 voor uitgebreide informatie over deze aansluiting en het COMPU LINK-3-afstandsbedieningssysteem.
• Zie ook pagina 40 voor uitgebreide informatie over deze aansluiting en het TEXT COMPU LINK­afstandsbedieningssysteem.
TV SOUND
/DBS
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
Å Naar de audio-uitgang voor het linker/rechter kanaal ı Naar de audio-ingang voor het linker/rechter kanaal Ç Naar de S-video-uitgang Î Naar de gewone video-uitgangNaar de gewone video-ingang Ï Naar de S-video-ingang
6
DVD
VIDEO
VIDEO S-VIDEORIGHT LEFT
AUDIO
DVD
A
B
C
TV en/of DBS-tuner
DVD-speler
Wanneer u de TV, moet u de video-uitgang van de TV NIET op deze video-ingangen aansluiten.
RIGHT
AUDIO
DVD
Naar de audio­uitgang
TV SOUND
/DBS
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
TV
MONITOR
OUT
Sluit de TV aan op de uitgang MONITOR OUT als u beelden van andere aangesloten beeldapparaten op de TV wilt kunnen bekijken.
Naar de gewone video-ingang
Naar de S-video-ingang
Opmerking:
Nederlands
Gebruik een TV die werkt volgens het PAL- of multi-color systeem.
• Als u de DVD-speler met de stereo-stekers aansluit:
DVD-speler
VIDEO
VIDEO S-VIDEORIGHT LEFT
Å Naar de audio-uitgang van de luidsprekers linksvoor en
rechtsvoor (of naar de gemengde audio-uitgang, indien gewenst)
ı Naar de S-video-uitgang Ç Naar de gewone video-uitgang
• Als u de DVD-speler met de analoge, losse stekers aansluit (5,1 CH-reproductie):
A
B
AUDIO
DVD-speler
DVD
ED
DVD
C
VIDEO
VIDEO S-VIDEORIGHT LEFT
F
RIGHT
AUDIO
DVD
VIDEO
VIDEO S-VIDEORIGHT LEFT
Naar de audio­uitgang
TV SOUND
/DBS
OUT
(REC)
DBS-tuner
IN
DBS
Naar de gewone video-uitgang
Naar de S-video-uitgang
Opmerking:
Wanneer u de DBS-tuner op de uitgang TV SOUND/DBS aansluit, moet u de naam van de afspeelbron die op de display verschijnt wanneer u de DBS-tuner als bron selecteert, wijzigen in “DBS”. Hoe dit in zijn werk gaat, wordt uitgelegd op pagina 13.
(PLAY)
(REC) VCR 2
(PLAY)
MONITOR
OUT
OUT
IN
TV SOUND
/DBS
OUT
(REC) VCR
IN
SUB
WOOFER
CENTER
DVD
(PLAY)
Å Naar de audio-uitgang van de luidspreker in het midden ı Naar de audio-uitgang van de subwoofer Ç Naar de S-video-uitgang Î Naar de audio-uitgang van de luidsprekers linksvoor en
rechtsvoor
Naar de audio-uitgang van de luidsprekers linksachter en
rechtsachter
Ï Naar de gewone video-uitgang
7
Digitale aansluitingen
Deze ontvanger is uitgerust met drie DIGITAL IN-aansluitingen: een digitale coax-aansluiting en twee optische digitale aansluitingen, en de ontvanger heeft een DIGITAL OUT -aansluiting. Het is hierdoor mogelijk om elk digitaal apparaat aan te sluiten, zoals:
• DBS-tuner,
• Digitale TV-tuner ,
• DVD-speler,
• CD-speler,
• en MD-recorder
BELANGRIJK:
• Let er bij het aansluiten van de DVD-speler, digitale TV-tuner of DBS-tuner waarbij u de digitale aansluitpunten gebruikt op dat u de apparatuur tevens aansluit op de video-bus (hetzij een gemeenschappelijke video-uitgang of een S-video-uitgang) aan de achterzijde. Zonder aansluiting op de video-bus is het niet mogelijk om beelden te bekijken.
• Nadat u bovenstaande apparaten op de DIGITAL IN-aansluitingen hebt aangesloten, moet u indien nodig nog de volgende instellingen op de juiste wijze aanbrengen. – Selecteer de juiste instelling voor de digitale ingang van DIGITAL
IN. Hiervoor verwijzen we u naar de paragraaf “De instelling voor de digitale ingangen (DIGITAL IN) registreren” op pagina 16.
– Selecteer de juiste digitale invoermodus. Hiervoor verwijzen we u
naar de paragraaf “De invoermodus voor analoge of digitale signalen selecteren” op pagina 16.
Digitale ingangen
Opmerkingen:
• De instellingen voor de digitale ingangen van DIGITAL IN zijn in de fabriek als volgt voor de volgende apparaten ingesteld. – DIGITAL 1 (coax): Voor een DVD-speler – DIGITAL 2 (optisch): Voor een CD-speler – DIGITAL 3 (optisch): Voor de digitale TV-tuner
• Als u de CD-speler of de MD-recorder met behulp van het COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem wilt bedienen, moet u deze apparatuur ook aansluiten op de manier die wordt beschreven in de paragraaf “Analoge aansluitingen” (zie pagina 6).
• Als u de DVD-speler wilt bedienen met behulp van het AV COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem, moet u de DVD-speler ook aansluiten zoals staat beschreven in de paragraaf “Analoge aansluitingen” (zie pagina 7).
Digitale uitgang
MD-recorder, enz.
Digitale optische kabel (niet bijgeleverd) tussen digitale optische aansluitpunten
DBS-tuner
DBS
CD-speler
Digitale coaxkabel (niet bijgeleverd) tussen digitale coax-aansluitpunten
Digitale optische kabel (niet bijgeleverd) tussen digitale optische aansluitpunten
Als het desbetreffende apparaat een digitale coax-uitgang heeft, moet u dat apparaat met een digitale coax-kabel (niet bijgeleverd) aansluiten op de ingang DIGITAL 1 (DVD).
Als het desbetreffende apparaat een digitale optische uitgang heeft, moet u dat apparaat met een digitale optische kabel (niet bijgeleverd) aansluiten op de ingang DIGITAL 2 (CD) of DIGITAL 3 (TV).
DVD-speler
DVD
MD-recorder
DIGITAL IN
PCM / DOLBY DIGITAL
MPEG/ DTS
DIGITAL 1 (DVD)
DIGITAL 2 (CD)
Als de digitale recorder (b.v. een MD­recorder) is uitgerust met een digitale, optische ingang, dient u deze te verbinden met de uitgang DIGITAL OUT zodat u van digitaal naar digitaal kunt opnemen.
Nederlands
DIGITAL OUT
PCM/DOLBY DIGITAL/MPEG/DTS
Verwijder voor het aanbrengen van een digitale optische kabel eerst het beschermende dopje uit de ingang.
DIGITAL 3 (TV)
8
De netspanningskabel aansluiten
Alvorens de ontvanger op de netspanning aan te sluiten, moet u nagaan of alle benodigde aansluitingen tot stand zijn gebracht.
Steek de stekker van de netspanningskabel in een wandcontactdoos.
Houd de netspanningskabel uit de buurt van de aansluitkabels en de antenne. De netspanningskabel kan de ontvangst en de weergave van beelden en geluid negatief beïnvloeden. We raden u aan voor de antenne gebruik te maken van coaxkabel omdat deze kabelsoort de beste bescherming biedt tegen storingen van buitenaf.
Opmerking:
De voorkeursinstellingen zoals kanaal- en geluidsinstellingen kunnen in de volgende gevallen na een aantal dagen zijn gewist:
– Wanneer u de stekker eruit haalt. – Wanneer er een stroomstoring optreedt.
LET OP:
• Raak de netspanningskabel niet met natte handen aan.
• Trek niet aan de netspanningskabel als u die uit de wandcontactdoos wilt verwijderen. Pak de kabel altijd bij de stekker beet en trek de stekker voorzichtig uit het stopcontact zodat de kabel niet kan beschadigen.
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen
Voordat u de afstandsbediening kunt gebruiken, moet u eerst de twee meegeleverde batterijen in het daarvoor bestemde batterijenvakje plaatsen. Als u de afstandsbediening gebruikt, moet u deze rechtstreeks op de afstandsbedieningssensor richten die op de ontvanger is aangebracht.
1
2
R6P(SUM-3)/AA(15F)
Nederlands
3
1. Verwijder het deksel van het batterijenvakje aan de achterzijde van de afstandsbediening.
2. Plaats de batterijen in het batterijenvakje. Let daarbij op de polen van de batterijen: (+) tegen (+).
3. Plaats het klepje terug op het batterijenvakje.
Als u merkt dat de afstand tot de ontvanger waarover de afstandsbediening goed functioneert afneemt, moet u de batterijen vervangen. Gebruik voor de afstandsbediening twee droge batterijen van het type R6P(SUM-3)/AA(15F).
LET OP:
Volg de onderstaande procedures om te voorkomen dat de batterijen gaan lekken of openbreken:
Let bij het plaatsen van de batterijen op de polariteit: (+) tegen (+).
• Gebruik het juiste type batterijen. Batterijen die lijken op het
aangegeven type kunnen van een ander voltage zijn.
• Vervang beide batterijen altijd tegelijk en niet afzonderlijk.
• Stel batterijen nooit bloot aan warmtebronnen of open vuur.
9
Gebruikte batterijen:

De bediening in een notendop

De volgende bedieningsinstructies gelden doorgaans voor alle typen geluidsapparatuur.
BELANGRIJK:
Let er bij het gebruik van de afstandsbediening op dat de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de juiste stand staat: Om deze ontvanger te bedienen, moet u de schakelknop in de stand “AUDIO/TV/VCR” zetten.
CATV/DBS
De stroomtoevoer in- en uitschakelen (Standby)
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Druk om de stroomtoevoer in te schakelen op de toets STANDBY/ON
. Het lampje STANDBY gaat uit. De naam van de geselecteerde bron (of de frequentie van de zender) verschijnt op de display.
STANDBY/ON
De naam van de huidige bron verschijnt
Hier wordt het volumeniveau weergegeven
Druk om de stroomtoevoer uit te schakelen (en de ontvanger in de Standby-modus te zetten) nogmaals op de toets STANDBY/
ON
. Het lampje STANDBY licht op. Er vindt altijd een licht stroomverbruik plaats wanneer de eenheid in standby staat. Als u het stroomverbruik helemaal wilt uitschakelen, moet u de stekker uit het stopcontact verwijderen.
Met de afstandsbediening:
Druk om de stroomtoevoer in te schakelen
op de toets AUDIO
. Het lampje STANDBY gaat uit. De naam van de geselecteerde bron (of de frequentie van de zender) verschijnt op de display.
Druk om de stroomtoevoer uit te schakelen (en de ontvanger in Standby-modus te zetten)
op de toets AUDIO
.
Het lampje STANDBY licht op.
Een afspeelbron kiezen
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Draai aan de knop SOURCE SELECTOR tot de naam van de afspeelbron van uw keuze op de display wordt weergegeven.
• Terwijl u aan de knop draait, wordt er elke keer
een andere afspeelbron geselecteerd, en welals volgt:
CD O PHONO O TAPE (of MD) O FM O AM O DVD O DVD MULTI O TV SOUND (of DBS) O VCR O (terug naar het begin)
Het lampje van de geselecteerde afspeelbron licht op.
• Het DVD-lampje licht zowel op bij “DVD” als
bij “DVD MULTI”.
TV SOUND/DBS PHONO
AUDIO/ TV/VCR
STANDBY
STANDBY
STANDBY/ON
SOURCE SELECTOR
DVD
Met de afstandsbediening:
Druk rechtstreeks op de toets van de gewenste afspeelbron.
DVD DVD MUILTI CD TAPE/MD
TV/DBS PHONO FM/AM
VCR
De naam van de geselecteerde
afspeelbron wordt weergegeven
DVD Hiermee selecteert u de DVD-speler. DVD MUL TI Hiermee selecteert u de DVD-speler om digitale video-
discs te bekijken als u op de DVD-speler gebruik maakt van de analoge uitvoermodus (5,1 CH-reproductie). Meer informatie over de afspeelfunctie DVD MULTI leest u op pagina 33.
CD* Hiermee selecteert u de CD-speler. TAPE/MD* Hiermee selecteert u het cassettedeck (of de MD-
recorder).
Nederlands
TV/DBS Hiermee selecteert u het geluid van de TV (of de
DBS-tuner).
PHONO* Hiermee selecteert u de draaitafel. FM/AM* Hiermee de FM- of AM (MG/LG)-band.
• Elke keer dat u op deze toets drukt, schakelt u heen en weer tussen de FM-band en de AM (MG/LG)­band.
VCR Hiermee selecteert u de videorecorder die op de
uitgang VCR is aangesloten.
Opmerkingen:
• Indien u een MD-recorder hebt aangesloten (op de uitgang TAPE/ MD) en een DBS-tuner hebt aangesloten (op de uitgang TV SOUND/DBS), moet u de naam van de afspeelbron die op de display wordt weergegeven wijzigen. Zie pagina 13 voor meer informatie.
• Als u een van de bronkeuzeknoppen op de afstandsbediening indrukt (hierboven aangegeven met een asterisk *) wordt de ontvanger automatisch ingeschakeld.
CD
TAPE/MDVCR
FM
AM
10
WanIndicators voor signalen en luidsprekers op de display
• De indicators voor signalen gaat branden om aan te geven dat er via de kanalen signalen worden ontvangen. – Alleen de indicators voor binnenkomende signalen lichten op.
• Het kader (met uitzondering van “LFE” en “S”) van de signaalindicator licht op als de bijbehorende luidspreker is ingesteld op “LARGE” of “SMALL” (of op “YES” bij subwoofers). – De kaders rond “L” en “R” lichten altijd op.
C
L
R
LFESUBWFR
LS
L: • Als digitale invoer is geselecteerd: licht op wanneer er
R: • Als digitale invoer is geselecteerd: licht op wanneer er
C: Licht op wanneer er via het middelste kanaal signalen LS: Licht op wanneer er signalen van het kanaal linksachter RS: Licht op wanneer er signalen van het kanaal rechtsachter S: Licht op wanneer er mono-signalen van het achterste kanaal LFE: Licht op wanneer er LFE-signalen worden ontvangen.
Opmerkingen:
Nederlands
• Als voor “SUBWOOFER” de instelling “YES” is geselecteerd, licht
• Als u “DVD MULTI” selecteert, lichten alle signaalindicators op
Verschillende afspeelbronnen voor beeld en geluid selecteren
U kunt naar het beeld van een beeldapparaat kijken en tegelijkertijd naar het geluid van een ander apparaat luisteren.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk kort op de toets SOUND
2. Draai zolang de vermelding uit de
Met de afstandsbediening:
Druk op een van de toetsen voor het selecteren van een afspeelbron (CD, TAPE/MD, PHONO, FM/AM, TV/DBS*) terwijl u naar het beeld van een beeldapparaat kijkt (bijvoorbeeld beelden die afkomstig zijn van een videorecorder of DVD-speler).
Opmerkingen:
• Als u een beeldapparaat hebt geselecteerd, worden de beelden
*
via het linker kanaal signalen worden ontvangen.
• Als analoge invoer is geselecteerd: licht altijd op.
via het rechter kanaal signalen worden ontvangen.
• Als analoge invoer is geselecteerd: licht altijd op. worden ontvangen.
worden ontvangen.
worden ontvangen. worden ontvangen.
SUBWFR
op.
behalve "S".
SELECT (INPUT ATT.) terwijl u naar het beeld van een beeldapparaat kijkt (bijvoorbeeld beelden die afkomstig zijn van een videorecorder of DVD-speler).
De vermelding “SOUND SELECT” wordt op de display weergegeven.
vorige stap op de display staat aan de knop SOURCE SELECTOR om het geluid te selecteren (niet het geluid van de TV).
van het geselecteerde apparaat naar de TV gestuurd tenzij u een ander beeldapparaat selecteert. Met de toets TV/DBS kan alleen “DBS” worden geselecteerd als afspeelbron, maar het selecteren van “TV SOUND” is niet mogelijk. Als u de DBS-tuner gebruikt, dient u de juiste naam van de afspeelbron te selecteren (zie pagina 13).
S
RS
SOUND SELECT
INPUT ATT.
SOURCE SELECTOR
Het volume aanpassen
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Draai de knop MASTER VOLUME met de wijzers van de klok mee om het volume te vergroten. Draai de knop tegen de wijzers van de klok in om het volume te verkleinen.
• Als u snel aan de knop MASTER VOLUME draait, verandert het volume ook snel.
• Als u langzaam aan de knop MASTER VOLUME draait, verandert het volume ook langzaam.
Met de afstandsbediening:
Druk op VOLUME + om het volume te vergroten. Druk op VOLUME – om het volume te verkleinen.
LET OP:
Zet het volume altijd op het minimum niveau alvorens u een bron inschakelt. Als u het volume op het maximum niveau zet, kan de plotselinge geluidsexplosie uw gehoororganen en/of de luidsprekers permanente schade toebrengen.
Opmerking:
Het volumeniveau kan worden ingesteld op waarden tussen “0” (minimaal) en “90” (maximaal).
MASTER VOLUME
VOLUME
+
De luidsprekers aan de voorzijde selecteren
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Als u twee luidsprekersets aan de voorzijde hebt aangesloten, kunt u kiezen van welke set u gebruik wilt maken.
Druk op de toets SPEAKERS 1 om luidsprekerset 1 in te schakelen of op de toets SPEAKERS 2 om luidsprekerset 2 in te schakelen.
• Elke keer als u op de toets SPEAKERS 1 of SPEAKERS 2 drukt, gaat het bijbehorende lampje voor die luidsprekerset aan of uit. Wanneer het lampje van een toets aan is, is de desbetreffende luidsprekerset ingeschakeld.
Opmerking:
Als u een andere DSP-modus gebruikt dan de 3D-PHONIC-modi wanneer beide luidsprekers aan de voorzijde zijn geactiveerd, worden de luidsprekers die zijn aangesloten op de aansluitpunten met de markering FRONT SPEAKERS 2 uitgeschakeld.
SPEAKERS
1
2
11
Alleen met een hoofdtelefoon luisteren
Het is mogelijk om naar de hoofdtelefoon te luisteren, zonder dat beide luidsprekersets worden uitgeschakeld, maar als u liever de hoofdtelefoonmodus gebruikt (zie hieronder), dient u beide luidsprekersets uit te schakelen.
1. Sluit een hoofdtelefoon aan op de uitgang PHONES die is aangebracht op het paneel aan de voorzijde van de ontvanger.
2. Druk op de toets SPEAKERS 1 en/of SPEAKERS 2 zodat de bijbehorende lampjes niet branden. Hiermee wordt de surround-modus of de DSP-modus uitgeschakeld als die is ingeschakeld, en wordt de hoofdtelefoonmodus ingeschakeld (zie hieronder).
• De HEAD PHONE-indicator op de display licht op.
HOOFDTELEFOON-modus:
In deze modus worden de LFE-kanaalsignalen gereproduceerd en met de signalen van de kanalen aan de voorzijde gemengd. U hoeft het geluid van de subwoofer dus niet te missen, ook niet als u via een hoofdtelefoon naar een afspeelbron luistert.
Opmerkingen:
• In de hoofdtelefoonmodus is het niet mogelijk om een andere DSP-
modus te gebruiken (zie pagina 25).
• Als u de luidsprekers activeert wordt de hoofdtelefoonmodus
beëindigd en wordt automatisch de vorige DSP-modus geactiveerd.
LET OP:
Zet het volume altijd op het minimum niveau alvorens u een hoofdtelefoon aansluit of opzet. Een te hoog volume kan uw gehoororganen en de hoofdtelefoon permanente schade toebrengen.
Het geluid uitzetten (Mute)
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk op de toets MUTING om het geluid voor alle luidsprekers en de hoofdtelefoon uit te schakelen.
De vermelding “MUTING” verschijnt op de display en het volume wordt uitgeschakeld (de indicator voor het volumeniveau gaat uit).
Als u het volume wilt herstellen, drukt u nogmaals op de toets MUTING zodat de vermelding “OFF” op de display wordt weergegeven.
• Door aan de voorzijde aan de knop MASTER VOLUME te
draaien of op de afstandsbediening op de toets VOLUME +/– te drukken, wordt het geluid hersteld.
MUTING
Het basgeluid versterken
Het is mogelijk om het niveau van het basgeluid te versterken.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Druk korte tijd op de toets BASS BOOST (SOURCE NAME) om de basversterkingsfunctie te selecteren.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de
basversterkingsfunctie ingeschakeld (“BASSBOOST ON”) en uitgeschakeld (“BASSBOOST OFF”). – Selecteer “BASSBOOST ON” als u de basversterkingsfunctie
wilt inschakelen. De indicator BASS BOOST op de display licht op.
– Selecteer “BASSBOOST OFF” als u de basversterkingsfunctie
wilt uitschakelen. De indicator BASS BOOST op de display gaat uit.
Opmerking:
Deze functie is alleen van invloed op het geluid van de luidsprekers aan de voorzijde.
BASS BOOST
SOURCE NAME
Het invoersignaal dempen
Wanneer het invoersignaal van de afspeelbron te sterk is, treedt er vervorming op. Als dit het geval is, dient u het invoersignaal af te zwakken zodat de vervorming van het geluid verdwijnt.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Druk op de toets INPUT ATT. (SOUND SELECT) zodat de indicator ATT op de display oplicht.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de dempingsfunctie ingeschakeld (“INPUT ATT ON”) of uitgeschakeld (“INPUT NORMAL”).
SOUND SELECT
INPUT ATT.
Opmerkingen:
• Deze functie is alleen beschikbaar voor bronnen die op de analoge
aansluitingen zijn aangesloten.
• Deze functie treedt in werking wanneer de DSP-modus in gebruik is.
• Wanneer u de vermelding “DVD MULTI” als afspeelbron selecteert,
werkt dit effect niet.
Het uitvoerniveau van de subwoofer wijzigen
Als u de subwoofer hebt geregistreerd (d.w.z. de optie “YES” hebt gekozen voor de vermelding “SUBWOOFER”, zie pagina 13), is het mogelijk om het uitvoerniveau van de subwoofer aan te passen. Als u een aangepast uitvoerniveau hebt opgegeven, wordt die door de ontvanger in het geheugen bewaard.
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
• Wanneer de luidsprekers aan de voorzijde allemaal zijn ingeschakeld, kan het niveau van de subwoofer niet worden aangepast.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
(BALANCE/) SURROUND ADJUST
BALANCE/SURROUND
ADJUST
tot de vermelding “SUBWFR LEVEL” op de display wordt weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
2. Draai aan de knop MULTI JOG om
MULTI JOG
het uitvoerniveau van de subwoofer aan te passen (–10 dB tot +10 dB).
Met de afstandsbediening:
1. Druk op de toets SOUND.
De cijfertoetsen treden in werking voor het wijzigen van het geluid.
2. Druk op de toets SUBWOOFER
–/+ om het uitvoerniveau van de subwoofer aan te passen (–10 dB
SOUND
SUBWOOFER
0
+10
100+FM MODE
tot +10 dB).
12
Nederlands

De belangrijkste instellingen

Sommige van de onderstaande instellingen moet u aanbrengen meteen nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en in uw luisterruimte hebt opgesteld. Andere instellingen zijn optioneel en alleen bedoeld om de bediening te vergemakkelijken.
BELANGRIJK:
Let er bij het gebruik van de afstandsbediening op dat de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de juiste stand staat: Om deze ontvanger te bedienen, moet u de schakelknop in de stand “AUDIO/TV/VCR” zetten.
AUDIO/ TV/VCR
CATV/DBS
Opnemen van een bron
Van analoog naar analoog opnemen
U kunt via deze ontvanger van elke analoge bron tegelijkertijd opnames maken op —
• het cassettedeck (of de MD-recorder) die op de uitgang TAPE/MD is aangesloten,
• en de videorecorder die op de uitgang VCR is aangesloten.
Van digitaal naar digitaal opnemen
U kunt via deze ontvanger van de geselecteerde digitale invoer digitale opnames maken op een digitale recorder die op de uitgang DIGITAL OUT is aangesloten.
Opmerkingen:
• Analoog naar digitaal en digitaal naar analoog opnemen is niet
mogelijk.
• Het uitgangsniveau van het volume, de basversterkingsfunctie (zie
pagina 12), SEA-modi (zie pagina 24) en de DSP-modi (zie pagina
25) zijn niet van invloed op opnames die u maakt.
• Het testtoonsignaal (zie pagina 29 en 30) wordt niet via de uitgang
Nederlands
DIGITAL OUT afgegeven.
De balans van de luidsprekers aan de voorzijde aanpassen
Als de luidspreker linksvoor en rechtsvoor niet hetzelfde geluidsniveau hebben, kunt u het volume desgewenst aanpassen.
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk net zo vaak op de toets
BALANCE/SURROUND
BALANCE (/SURROUND) ADJUST tot de vermelding “L/R BALANCE” op de display wordt weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
2. Draai aan de knop MULTI JOG
om de balans aan uw wensen aan te passen.
• Draai de knop met de wijzers van de klok mee om het volume van het linker kanaal te verminderen.
• Draai de knop tegen de wijzers van de klok in om het volume van het rechter kanaal te verminderen.
ADJUST
MULTI JOG
De naam van een afspeelbron wijzigen
Als u aan de achterzijde van de ontvanger een MD-recorder op de uitgang TAPE/MD of een DBS-tuner op de uitgang TV SOUND/ DBS hebt aangesloten, moet u de naam van de bron die op de display wordt weergegeven wijzigen wanneer u de MD-recorder of DBS-tuner als bron selecteert.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1.
Als u de naam van de bron wilt wijzigen van
SOURCE SELECTOR
“TAPE” in “MD” of andersom:
• Draai aan de knop SOURCE SELECTOR tot de vermelding “TAPE” wordt weergegeven.
Als u de naam van de bron wilt wijzigen van “TV SOUND” in “DBS” of andersom:
• Draai aan de knop SOURCE SELECTOR tot de vermelding “TV SOUND” wordt weergegeven.
2. Druk op de toets SOURCE NAME (BASS BOOST) en houd deze ingedrukt tot de vermelding “ASSGN. MD” of
BASS BOOST
SOURCE NAME
“ASSGN. DBS” op de display verschijnt.
Als u de naam van de bron wilt wijzigen naar “TAPE” of “TV SOUND”, moet u de bovenstaande procedure volgen maar in stap 1
de vermelding “MD” of “DBS” selecteren en daarna de toets SOURCE NAME (BASS BOOST) indrukken en ingedrukt houden.
Opmerking:
Ook zonder dat u de namen van de bronnen verandert, kunt u de aangesloten apparatuur gebruiken. Er kunnen zich echter wel enkele ongemakken voordoen. – De vermelding “TAPE” of “TV SOUND” verschijnt op de display
terwijl u in feite de MD-recorder of DBS-tuner hebt geselecteerd.
– Het is niet mogelijk de digitale ingang (zie pagina 16) voor de MD-
recorder te gebruiken.
– U kunt geen gebruik maken van het COMPU LINK-
afstandsbedieningssysteem om de MD-recorder te bedienen (zie pagina 39).
De subwoofer registreren
U moet opgeven of u wel of geen subwoofer op de eenheid hebt aangesloten.
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de
onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1.
Druk
herhaaldelijk
op de toets
SETTING
SETTING tot de vermelding “SUBWOOFER” op de display wordt weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
2.
Draai aan de knop MULTI JOG om aan te geven of u wel of geen subwoofer hebt aangesloten.
• Wanneer u aan de knop draait, zult u zien dat
de instelling heen en weer schakelt tussen “YES” en “NO”.
YES: Selecteer deze instelling als er een subwoofer wordt
SUBWFR
gebruikt.
NO: Selecteer deze instelling als u geen subwoofer hebt
aangesloten.
licht op de display op (zie pagina 11).
MULTI JOG
13
De luidsprekers registreren ten behoeve van de DSP-modi
Om de best mogelijke surround sound bij een DSP-modus te krijgen, dient u de informatie over de opstelling van de luidsprekers te registreren nadat u deze hebt aangesloten.
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
De luidsprekers (voor, midden, achter) registreren
Registreer de grootte van de luidsprekers.
• Als u andere luidsprekers gaat gebruiken, moet u de informatie over u de luidsprekers opnieuw registeren.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING
SETTING tot de vermelding “FRONT SPK” (luidsprekers aan de voorzijde), “CENTER SPK” (luidspreker in het midden) of “REAR SPK” (luidspreker aan de achterzijde) op de display wordt weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
2. Draai aan de knop MULTI JOG om
MULTI JOG
de juiste vermelding te kiezen voor de luidspreker die u in de vorige
stap hebt geselecteerd.
• Wanneer u aan de knop draait, verandert de vermelding op de display en wel als volgt:
LARGE SMALL NONE
LARGE: Selecteer deze instelling wanneer de luidspreker
relatief groot is ten opzichte van de andere luidsprekers.
SMALL: Selecteer deze instelling wanneer de luidspreker
relatief klein is ten opzichte van de andere luidsprekers.
NONE: Selecteer deze instelling wanneer u geen luidspreker
hebt aangesloten. (U kunt deze instelling niet kiezen voor de luidsprekers aan de voorzijde)
3. Herhaal stap 1 en 2 om de juiste vermeldingen voor de overige luidsprekers te selecteren.
Opmerkingen:
• Denk bij het aanbrengen van wijzigingen aan de volgende richtlijn.
– Als de belangrijkste luidspreker die in de box is ingebouwd een
grotere doorsnede heeft dan 12 cm, moet u de instelling “LARGE” selecteren. Als de doorsnede van die luidspreker kleiner is dan 12 cm, moet u de instelling “SMALL” selecteren.
• Als u eerder hebt opgegeven geen subwoofer te hebben
aangesloten (de instelling “NO”), kunt u voor de grootte van de luidsprekers aan de voorzijde nu alleen de instelling “LARGE” kiezen.
• Als u voor de luidsprekers aan de voorzijde de instelling “SMALL”
hebt geselecteerd, is het niet mogelijk om voor de luidsprekers in het midden en aan de achterzijde de vermelding “LARGE” te selecteren.
De vertragingstijd voor de luidspreker in het midden instellen (Center Delay)
Registreer de vertragingstijd van het geluid van de luidspreker in het midden nadat u dit geluid hebt vergeleken met het geluid dat afkomstig is van de luidsprekers aan de voorzijde. Als de afstand van het punt waarop u luistert tot de luidspreker in het midden even groot is als de afstand tussen u en de luidsprekers aan de voorzijde, moet u 0 msec selecteren. Hoe kleiner de afstand tussen de luidspreker in het midden en u, hoe groter de vertragingstijd moet zijn die u instelt.
• Een toename (of afname) van de vertragingstijd van 1 msec komt overeen met een afstandsverschil van 30 cm.
• Bij het verlaten van de fabriek is de vertragingstijd standaard ingesteld op 0 msec.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING
SETTING tot de vermelding “CENTER DELAY” op de display wordt weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
2.
Draai aan de knop MULTI JOG om de
MULTI JOG
vertragingstijd voor het geluid van de luidspreker in het midden in te stellen.
• Draai de knop met de wijzers van de klok mee om de vertragingstijd te vergroten van 0 msec (“C. DELAY: 0ms”) tot 5 msec (“C. DELAY: 5ms”).
• Draai de knop tegen de wijzers van de klok in om de vertragingstijd te verkleinen van 5 msec (“C. DELAY: 5ms”) tot 0 msec (“C. DELAY: 0ms”).
Opmerkingen:
• De centrale vertragingstijd geldt niet voor de afspeelmodus D VD MULTI.
• Het is niet mogelijk om de vertragingstijd voor de luidspreker in het midden aan te passen als u voor “CENTER SPK” de instelling “NONE” hebt geselecteerd.
De vertragingstijd voor de luidsprekers aan de achterzijde instellen (Rear Delay)
Registreer de vertragingstijd van het geluid van de luidsprekers aan de achterzijde nadat u dit geluid hebt vergeleken met het geluid dat afkomstig is van de luidsprekers aan de voorzijde. Als de afstand van het punt waarop u luistert tot de luidsprekers aan de achterzijde even groot is als de afstand tussen u en de luidsprekers aan de voorzijde, moet u 0 msec selecteren. Hoe kleiner de afstand tussen de luidsprekers aan de achterzijde en u, hoe groter de vertragingstijd moet zijn die u instelt.
• Een toename (of afname) van de vertragingstijd van 1 msec komt
overeen met een afstandsverschil van 30 cm.
• De vertragingstijd voor de luidsprekers aan de achterzijde is bij
Dolby Digital, DTS Digital Surround en MPEG Multichannel standaard ingesteld op 5 msec.
• Bij het verlaten van de fabriek is de vertragingstijd standaard
ingesteld op 5 msec.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1.
Druk herhaaldelijk op de toets SETTING
SETTING
tot de vermelding “REAR DELAY” op de display wordt weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
2. Draai aan de knop MUL TI JOG om de
MULTI JOG
vertragingstijd voor het geluid van de luidsprekers aan de achterzijde in te stellen.
• Draai de knop met de wijzers van de klok mee om de vertragingstijd te vergroten van 0 msec (“R. DELAY: 0ms”) tot 15 msec (“R. DELAY: 15ms”).
• Draai de knop tegen de wijzers van de klok in om de vertragingstijd te verkleinen van 15 msec (“R. DELAY:
15ms”) tot 0 msec (“R. DELAY: 0ms”).
Opmerkingen:
• De vertragingstijd voor de luidsprekers aan de achterzijde geldt niet voor de afspeelmodus DVD MULTI.
• Het is niet mogelijk om de vertragingstijd voor de luidsprekers achter aan te passen als u voor “REAR SPK” de instelling “NONE” hebt geselecteerd.
14
Nederlands
Instelling voor de overgangsfrequentie
Kleine luidsprekers kunnen het bass-geluid niet zo goed weergeven. Als u voor de kanalen aan de voorzijde, in het midden, of aan de achterzijde een kleine luidspreker gebruikt, zal de ontvanger de bass-elementen die oorspronkelijk naar het kanaal zouden gaan waarop nu een kleine luidspreker is aangesloten aan een ander kanaal toewijzen (waarop een grotere luidspreker is aangesloten). Om deze functie goed te laten werken moet u een overgangsfrequentieniveau instellen dat overeenkomt met de grootte van de kleine luidspreker die u hebt aangesloten.
• Als u voor alle luidsprekers de instelling “LARGE” hebt opgegeven (zie pagina 14), wordt deze functie ingesteld op “OFF”, met als gevolg dat de functie niet kan worden aangepast.
2. Draai aan de knop MULTI JOG om het gewenste effectniveau voor het afzwakken van lage frequenties te selecteren.
• Wanneer u aan de knop draait, verandert de instelling op de
display en wel als volgt:
0dB 10dB
0dB: Selecteer onder normale omstandigheden deze
instelling.
10dB: Selecteer deze instelling als het bass-geluid
vervormd is.
MULTI JOG
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets SETTING tot de vermelding “CROSSOVER FRQ” (overgangsfrequentie) op de display wordt weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
2. Draai aan de knop MUL TI JOG om een overgangsfrequentieniveau te selecteren dat past bij de grootte van de kleine luidspreker.
• Wanneer u aan de knop draait, verandert de instelling op de
display en wel in deze volgorde:
Nederlands
• Denk bij het aanbrengen van wijzigingen aan de volgende
richtlijnen.
80Hz: Selecteer deze instelling als de belangrijkste
100Hz: Selecteer deze instelling als de belangrijkste
120Hz: Selecteer deze instelling als de belangrijkste
80Hz 100Hz 120Hz
luidspreker die in de box is ingebouwd een doorsnede heeft van ongeveer 12 cm.
luidspreker die in de box is ingebouwd een doorsnede heeft van ongeveer 10 cm.
luidspreker die in de box is ingebouwd een doorsnede heeft van ongeveer 8 cm.
SETTING
MULTI JOG
Opmerking:
De instelling voor het afzwakken van lage frequenties geldt niet voor de afspeelmodus DVD MULTI.
Instelling voor het verkleinen van het dynamische bereik
Het is mogelijk het dynamische bereik van het weergegeven geluid te verkleinen. Het dynamische bereik is het verschil tussen het maximale geluid en het minimale geluid. Deze functie is nuttig wanneer u’s nachts naar surround sound wilt luisteren.
• Deze functie werkt alleen als bij een afspeelbron gebruik wordt gemaakt van Dolby Digital.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING
SETTING tot de vermelding “D. RANGE COMP.” (Dynamic Range Compression) op de display wordt weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
2. Draai aan de knop MULTI JOG
MULTI JOG
om de gewenste instelling voor het dynamische bereik te selecteren.
• Wanneer u aan de knop draait, verandert de instelling op de display en wel in deze volgorde:
OFF MID MAX
Opmerking:
De instelling voor de overgangsfrequentie geldt niet voor de DVD MULTI-afspeelmodus, 3D-PHONIC-modus en de HEADPHONE­modus.
Instelling voor het afzwakken van lage frequenties
Als het basgeluid vervormd klinkt wanneer u het geluid afspeelt van een bron waarbij u gebruik maakt van Dolby Digital, DTS Digital Surround of MPEG Multichannel, moet u de onderstaande procedure volgen.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING
SETTING tot de vermelding “LFE ATT” (Low Frequency Effect Attenuator) op de display wordt weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
15
OFF: Selecteer deze instelling als u van het volle
dynamische bereik van de surround sound wilt genieten. (Zonder effecten)
MID: Selecteer deze instelling als u het dynamische bereik
van de surround sound enigszins wilt verkleinen. (Standaardinstelling)
MAX: Selecteer deze instelling als u het dynamische bereik
sterk wilt verkleinen. (Met name nuttig’s nachts)
Opmerking:
De instelling voor Dynamic Range Compression geldt niet voor de afspeelmodus van DTS Digital Surround, MPEG Multichannel en DVD MULTI.
De instelling voor de digitale ingangen (DIGITAL IN) registreren
De invoermodus voor analoge of digitale signalen selecteren
Als u gebruik maakt van de digitale ingangen moet u aangeven welke apparaten op welke ingangen (DIGITAL IN 1/2/3) zijn aangesloten.
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING
SETTING tot de vermelding “DIGITAL IN” op de display wordt weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
Instelling voor de digitale ingang DIGITAL 2
Instelling voor de digitale ingang DIGITAL 1
2. Draai aan de knop MULTI JOG
Instelling voor de digitale ingang DIGITAL 3
MULTI JOG
om de juiste instelling voor de digitale ingangen te selecteren.
• Wanneer u aan de knop draait, verandert de instelling als volgt:
Als u digitale apparatuur op de digitale uitgangen hebt aangesloten (zie pagina 8), dient u de invoermodus voor deze apparatuur op de juiste wijze in te stellen. U kunt kiezen uit: AUTO/PCM, DOLBY DIGITAL, DTS en MPEG.
Voordat u begint...
De instelling voor de digitale ingang (DIGITAL IN) moet overeenkomen met het aangesloten apparaat waarvoor u de digitale invoermodus wilt selecteren. Als de instelling voor de
digitale ingang niet juist is, is het niet mogelijk om de invoermodus te wijzigen van analoog in digitaal, zelfs niet als u de procedure hieronder volgt.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Draai aan de knop SOURCE
SOURCE SELECTOR
SELECTOR tot de afspeelbron (CD, MD, TV SOUND, DBS of DVD)* waarvoor u de invoermodus die u wilt wijzigen op de display wordt weergegeven.
Opmerking:
*
Voor de afspeelbronnen die hierboven staan vermeld geldt dat u alleen de digitale ingangen kunt kiezen van de bronnen waarvoor u de digitale aansluitingen hebt geselecteerd. (Zie de paragraaf “De instelling voor de digitale ingangen (DIGITAL IN) registreren.)”
Nederlands
1 DVD 2 CD 3 TV (of DBS*) 1 DVD 2 CD 3 MD 1 DVD 2 MD 3 TV (of DBS*) 1 CD 2 DVD 3 TV (of DBS*) 1 CD 2 DVD 3 MD 1 CD 2 MD 3 TV (of DBS*) 1 TV (of DBS*) 2 CD 3 DVD 1 TV (of DBS*) 2 CD 3 MD 1 TV (of DBS*) 2 DVD 3 MD 1 MD 2 CD 3 TV (of DBS*) 1 MD 2 CD 3 DVD 1 MD 2 DVD 3 TV (of DBS*) (terug naar het begin)
Als u de naam van de afspeelbron wijzigt van “TV SOUND” in
*
“DBS”, wordt de vermelding “DBS” weergegeven.
Opmerking:
De instellingen voor de digitale ingangen van DIGITAL IN zijn in de fabriek als volgt toegekend.
• DIGITAL 1 (coax): Voor een DVD-speler
• DIGITAL 2 (optisch): Voor een CD-speler
• DIGITAL 3 (optisch): Voor de digitale TV-tuner
2. Druk herhaaldelijk op de toets
INPUT ANALOG/DIGITAL totdat
ANALOG/DIGITAL
de digitale invoermodus die u wilt selecteren op de display wordt weergegeven.
• Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt de invoermodus gewijzigd en wel als volgt:
ANALOG
MPEG
(Digital)
In de meeste gevallen zult u “AUTO/PCM” selecteren, zodat de ontvanger automatisch de indeling van de binnenkomende signalen herkent.(De indicator DIGITAL AUTO licht op de display op).
– Als de ontvanger de indeling van de digitale signalen die
worden ontvangen herkent, licht het kader rond de indicator
voor het herkende digitale signaal automatisch op.
– Als de ontvanger de indeling van de digitale signalen die
worden ontvangen niet herkent, gaat het kader rond de
indicator voor het herkende digitale signaal knipperen. Selecteer als dit gebeurt dezelfde digitale invoermodus als die van de binnenkomende signalen —“DOLBY DIGITAL”, “DTS” of “MPEG”.
Als u de invoermodus weer wilt wijzigen naar analoge invoer, moet u de vermelding “ANALOG” selecteren.
DTS
(Digital)
AUTO/PCM
(Digital)
DOLBY DIGITAL
(Digital)
INPUT
16
Met de afstandsbediening:
1. Druk op de toets voor de afspeelbron waarvoor u de invoermodus wilt wijzigen
DVD DVD MUILTI CD TAPE/MD
TV/DBS PHONO FM/AM
VCR
(CD, TAPE/MD, TV/DBS of DVD)*.
Opmerking:
*
Voor de afspeelbronnen die hierboven staan vermeld geldt dat u alleen de digitale ingangen kunt kiezen van de bronnen waarvoor u de digitale aansluitingen hebt geselecteerd. (Zie de paragraaf “De instelling voor de digitale ingangen (DIGITAL IN) registreren)”.
2. Druk op de toets ANALOG/ DIGITAL om de invoermodus te wijzigen.
• Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt de invoermodus
gewijzigd en wel als volgt:
ANALOG
MPEG
(Digital)
DTS
(Digital)
Opmerkingen:
• Terwijl er naar een multi-sound afspeelbron wordt gezocht die met
Dolby Digital, DTS Digital Surround of MPEG Multichannel is gecodeerd, kan het gebeuren dat er ruis of ongewenst geluid uit de
Nederlands
luidsprekers komt. Selecteer in dergelijke gevallen de vermelding “DOLBY DIGITAL”, “DTS” of “MPEG” als de digitale invoermodus.
• Als u een andere afspeelbron kiest, wordt de digitale invoermodus
automatisch op “AUTO/PCM” teruggezet.
AUTO/PCM
(Digital)
DOLBY DIGITAL
(Digital)
ANALOG/DIGITAL
Tekstuele informatie op de display weergeven
Wanneer u een MD-recorder of CD-speler die is uitgerust met het TEXT COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem hebt aangesloten (zie pagina 40), is het mogelijk om de tekstuele informatie, zoals de titel van de CD of MD, of de track, op de display van de ontvanger weer te geven. Volg hiertoe de onderstaande procedure.
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING
SETTING tot de vermelding “FL DISPLAY” op de display verschijnt.
Op de display wordt de huidige instelling weergegeven.
2. Draai aan de knop MULTI JOG om
MULTI JOG
de naam van de afspeelbron te selecteren of om de tekstuele informatie te selecteren die u op de display wilt weergeven.
• Wanneer u aan de knop draait, verandert de instelling op de display en wel in deze volgorde:
NORMAL TEXT
NORMAL: De naam van de afspeelbron wordt tijdens het
afspelen weergegeven.
TEXT: De tekstuele informatie wordt tijdens het afspelen
weergegeven.
Opmerking:
Als u de vermelding “TEXT” hebt geselecteerd maar er op de geselecteerde MD of CD geen tekstuele informatie staat, wordt toch de naam van de afspeelbron (“CD” of “MD”) op de display weergegeven.
17
De basisinstellingen aanpassen met
2010 30 40 50 60 70 80 90
(Canceled)
00
behulp van de One Touch-bediening
De One Touch-bediening van JVC wordt gebruikt om de verschillende afspeelbronnen verschillende geluidsinstellingen toe te kennen en deze in het geheugen op te slaan. Als u deze functie gebruikt, hoeft u niet elke keer wanneer u een andere afspeelbron kiest opnieuw het geluid in te stellen. De opgeslagen instellingen voor de geselecteerde afspeelbron worden in dat geval namelijk automatisch uit het geheugen opgeroepen en in werking gesteld. Voor elke bron kunnen de volgende instellingen worden opgeslagen:
• V olume (zie pagina 11)
• Basgeluid (zie pagina 12)
• De instelling voor het afzwakken van de invoermodus (zie pagina
12)
• Het uitvoerniveau van de subwoofer (zie pagina 12)
• Balans (zie pagina 13)
• SEA-modi (zie pagina 24)
• DSP-modi – Instellingen voor 3D-PHONIC-modi (zie pagina 28) – Instellingen voor DAP-modi (zie pagina 28) – Instellingen voor surround-modi (zie pagina 29)
• Instellingen voor de afspeelmodus DVD MULTI (zie pagina 33)
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
De geluidsinstellingen opslaan
1. Druk op de toets ONE TOUCH
ONE TOUCH OPERATION
OPERATION.
Het lampje ONE TOUCH OPERATION licht op en de eerder opgeslagen instellingen worden uit het geheugen opgeroepen.
De Sleep Timer gebruiken
Als u gebruik maakt van de Sleep Timer kunt u met muziek in slaap vallen in de wetenschap dat de ontvanger zichzelf na verloop van tijd automatisch uitschakelt en niet de hele nacht doorspeelt.
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk herhaaldelijk op de toets SLEEP.
De indicator SLEEP op de display licht op en de tijd waarop de eenheid wordt uitgeschakeld verandert als volgt (in minuten):
00 (Geannuleerd)
Het tijdstip waarop de ontvanger zichzelf moet uitschakelen
Als dit tijdstip aanbreekt, schakelt de ontvanger zichzelf uit.
Kijken hoe lang het nog duurt tot de ontvanger zichzelf uitschakelt en het tijdstip van uitschakelen wijzigen
Druk één keer op de toets SLEEP. De resterende tijd tot het tijdstip van uitschakeling verschijnt. De tijd wordt weergegeven in minuten.
• Als u het tijdstip van uitschakeling wilt wijzigen, moet u herhaaldelijk op de toets SLEEP drukken.
De Sleep Timer uitzetten
Druk herhaaldelijk op de toets SLEEP tot de vermelding “SLEEP 00min.” op de display wordt weergegeven. (De indicator SLEEP gaat uit.)
• Ook als u de stroom uitschakelt, gaat de Sleep Timer uit.
SLEEP
Nederlands
2. U kunt het geluid met behulp van de bovenstaande functies aan uw wensen aanpassen.
De nieuwe instellingen die u opgeeft, worden in het geheugen opgeslagen.
De geluidsinstellingen uit het geheugen oproepen
Zodra het lampje ONE TOUCH OPERATION oplicht, worden de instellingen van de geselecteerde afspeelbron uit het geheugen opgeroepen.
De functie One Touch-bediening uitschakelen
Druk op de toets ONE TOUCH OPERATION zodat het lampje uitgaat. (Alhoewel One Touch-bediening nu is uitgeschakeld, blijven de door u uit het geheugen opgeroepen geluidseffecten gewoon in werking.)
Opmerkingen:
• Wanneer FM of AM (MG/LG) als afspeelbron is geselecteerd, kunt
u voor elke band een aparte instelling opgeven.
• De DSP-modi en de afspeelmodi DVD MULTI kunnen niet
tegelijkertijd worden gebruikt.
18

Radiostations ontvangen

U kunt zelf op zoek gaan naar stations, of gebruik maken van de voorkeurfunctie waarmee u meteen op een bepaald radiostation afstemt.
BELANGRIJK:
Let er bij het gebruik van de afstandsbediening op dat de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de juiste stand staat: Om deze ontvanger te bedienen, moet u de schakelknop in de stand “AUDIO/TV/VCR” zetten.
Handmatig afstemmen op stations
AUDIO/ TV/VCR
CATV/DBS
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Stem af op het station dat u als voorkeurzender wilt instellen (zie “Handmatig afstemmen op stations”).
• Als u de FM-ontvangstmodus voor dit station wilt opslaan,
moet u nu de FM-ontvangstmodus van uw keuze selecteren. Zie “Een FM-ontvangstmodus selecteren” op pagina 20.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Draai aan de knop SOURCE SELECTOR om de gewenste omroepband te selecteren (FM of AM (MG/LG)).
Er wordt afgestemd op het station waarop de vorige keer in de desbetreffende band was afgestemd.
2. Druk op de toets FM/AM TUNING.
3. Draai aan de knop MULTI JOG tot
Nederlands
u de frequentie van uw keuze hebt gevonden.
• Als u de knop met de wijzers van de klok
meedraait, kunt u een hogere frequentie zoeken.
• Als u de knop tegen de wijzers van de klok in draait, kunt u
een lagere frequentie zoeken.
• Als u snel aan de knop MULTI JOG draait, blijft de
frequentiezoeker doorlopen tot de ontvanger een station vindt en erop afstemt.
SOURCE SELECTOR
FM/AM TUNING
MULTI JOG
2. Druk op de toets TUNER (/SEA)
TUNER/SEA MEMORY
MEMORY.
De vermelding “CH-” verschijnt en de positie voor het kanaalnummer knippert gedurende circa 10 seconden op de display.
3. Draai wanneer de positie voor het kanaalnummer van de vorige stap op de display knippert aan de knop MULTI JOG om een kanaalnummer te selecteren.
Opmerking:
U kunt de cijfertoetsen van de afstandsbediening gebruiken om een kanaalnummer te kiezen. Zorg ervoor dat u de cijfertoetsen hebt geactiveerd voor de tuner en niet voor de CD-speler of een andere afspeelbron (zie pagina 45).
MULTI JOG
Opmerking:
Als u afstemt op een station waarvan de signaalsterkte toereikend is, verschijnt er op de display de melding TUNED. Wanneer het station een FM-zender is die in stereo wordt ontvangen, licht ook de indicator STEREO op.
Werken met voorkeurzenders
Wanneer een station eenmaal aan een kanaalnummer is toegekend, kunt u snel op dat station afstemmen. Er kunnen in totaal 30 FM­zenders en 15 AM-zenders (MG/LG) als voorkeurzenders worden ingesteld.
Een station als voorkeurzender instellen
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
4. Druk nogmaals op de toets TUNER
TUNER/SEA MEMORY
(/SEA) MEMORY wanneer het geselecteerde kanaalnummer op de display knippert.
Het geselecteerde kanaalnummer stopt met knipperen. Het station is nu een kanaalnummer toegekend.
5. Herhaal stap 1 tot en met 4 tot u alle stations die u als voorkeurzenders wilt instellen in het geheugen hebt opgeslagen.
Een voorkeurzender uit het geheugen verwijderen
Als u een nieuw station het kanaalnummer van een bestaande voorkeurzender toekent, wordt de bestaande voorkeurzender uit het geheugen verwijderd.
19
Afstemmen op een voorkeurzender
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Draai aan de knop SOURCE
SOURCE SELECTOR
SELECTOR om de gewenste omroepband te selecteren (FM of AM (MG/LG)).
Er wordt afgestemd op het station waarop de vorige keer in de desbetreffende band was afgestemd.
TUNER PRESET
2. Druk op de toets TUNER PRESET. Draai aan de knop MULTI JOG tot u het
3. kanaal van uw keuze hebt gevonden.
• Draai de knop met de wijzers van de klok mee
om een hoger kanaalnummer te kiezen.
• Draai de knop tegen de wijzers van de klok in
om een lager kanaalnummer te kiezen.
Met de afstandsbediening:
1. Druk op de toets FM/AM.
• Elke keer dat u op deze toets drukt, schakelt u
heen en weer tussen FM en AM (MG/LG).
2. Druk op de cijfertoetsen om een voorkeurzender te selecteren.
• Druk voor kanaalnummer 5 op de toets
met het cijfer 5.
• Druk voor kanaalnummer 15 op +10 en
daarna op 5.
• Druk voor kanaalnummer 20 op +10 en
daarna op 10.
• Druk voor kanaalnummer 30 op +10,
daarna op +10, en tot slot op 10.
Opmerking:
U kunt de cijfertoetsen van de afstandsbediening gebruiken om een kanaalnummer te kiezen. Zorg ervoor dat u de cijfertoetsen hebt geactiveerd voor de tuner en niet voor de CD-speler of een andere afspeelbron. (Zie pagina 45.)
CNTR TONE
TEST REAR-L
EFFECT REAR-R
SEA MODE
RETURN
MULTI JOG
FM/AM
SUBWOOFER
0
FM MODE
CENTER
MENU
ENTER
123
456
7
/P 89
10
+10
100+
Opmerking:
Als u op de afstandsbediening op de toets FM MODE gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de cijfertoetsen zijn geactiveerd voor de tuner en niet voor de CD-speler of een andere afspeelbron. (Zie pagina 45.)
Voorkeurzenders een naam geven
U kunt aan elk station dat u als voorkeurzender hebt ingesteld een naam toekennen. De naam mag uit maximaal 4 tekens bestaan. Wanneer u op een voorkeurzender afstemt waaraan een naam is toegekend, wordt die naam op de display weergegeven.
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
• U kunt de volgende tekens gebruiken: spatie (_), A – Z, en 0 – 9.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Stem af op een voorkeurzender.
Zie hier links.
2. Druk op de toets TUNER (/SEA)
TUNER/SEA MEMORY
MEMORY.
Het vooraf ingestelde kanaalnummer knippert gedurende ongeveer 10 seconden.
• Wanneer u aan de knop MULTI JOG draait terwijl er een ingesteld kanaalnummer knippert, kunt u het ingestelde kanaalnummer wijzigen.
3. Druk wanneer het vooraf ingestelde
TUNER PRESET
kanaalnummer knippert op de toets TUNER PRESET.
De positie voor het eerste teken begint te knipperen.
Nederlands
Een FM-ontvangstmodus selecteren
Als een FM-stereo-uitzending moeilijk is te ontvangen of als er veel ruis wordt ontvangen
Het is mogelijk een andere FM-ontvangstmodus te selecteren wanneer u naar een FM-uitzending luistert.
• U kunt voor elk FM-station dat u als voorkeurzender hebt ingesteld de door u gewenste FM-ontvangstmodus in het geheugen opslaan.
Druk op het paneel aan de voorzijde van de ontvanger op de toets FM MODE of op de afstandsbediening op de toets.
• Elke keer dat u op deze toets drukt, schakelt de FM­ontvangstmodus heen en weer tussen “AUTO MUTING” en “MONO”.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde
AUTO MUTING: Programma’s die in stereo worden
MONO: Als u deze modus kiest, wordt de ontvangstkwaliteit
FM MODE
SUBWOOFER
0
FM MODE
Op de afstandsbediening
uitgezonden, worden in stereo ontvangen. Programma’s die in mono worden uitgezonden, worden in mono ontvangen. De modus “AUTO MUTING” kan ook worden gebruikt om statische storingen tussen stations te onderdrukken. Als u deze modus selecteert, licht de indicator AUTO MUTING op de display op.
verbeterd, maar gaat het stereo-effect verloren. In de modus “MONO” hoort u ruis terwijl u op stations aan het afstemmen bent. Als u deze modus selecteert, gaat de indicator AUTO MUTING op de display uit.
4. Draai op het moment dat de positie
MULTI JOG
voor het eerste teken knippert aan de knop MULTI JOG om het eerste teken te selecteren.
5. Druk wanneer het teken van uw keuze
TUNER PRESET
knippert op de toets TUNER PRESET.
De positie voor het volgende teken begint te knipperen.
6. Herhaal stap 4 en 5 tot u alle tekens hebt ingevoerd die u wilde invoeren.
7. Druk op de toets TUNER (/SEA)
TUNER/SEA MEMORY
MEMORY als u het laatste teken hebt ingevoerd en klaar bent met het toekennen van een naam.
De ingevoerde tekens wissen
Volg dezelfde procedure als hierboven staat beschreven maar voer nu spaties in plaats van tekens in.
20
RDS (Radio Data System) gebruiken om FM-stations te ontvangen
Dankzij RDS kunnen FM-stations een extra signaal aan hun reguliere uitzendsignaal toevoegen. Zo kunnen deze zenders bijvoorbeeld de naam van het station, alsmede informatie over de aard van het programma (bijvoorbeeld sport of muziek) met het reguliere signaal meezenden.
Wanneer u op een FM-station hebt afgestemd dat RDS-gegevens uitzendt, zal de indicator RDS op de display oplichten.
Met deze ontvanger kunnen de volgende soorten RDS-signalen worden ontvangen.
PS (Stationsnaam): toont stationsnamen PTY (Programmatype):
toont het genre van het radioprogramma
RT (Radiotekst): toont tekstberichten die het station uitzendt EON (Enhanced Other Network): Zie pagina 23.
Opmerkingen:
• RDS-signalen worden niet uitgezonden door AM-stations (MG/LG).
• RDS kan gebrekkig of niet functioneren wanneer het station waarop u hebt afgestemd de RDS-signalen niet goed uitzendt of wanneer het ontvangstsignaal te zwak is.
Wat voor een informatie heeft de RDS-service te bieden?
De RDS-signalen die door stations worden uitgezonden, kunnen op de display worden weergegeven.
De RDS-signalen zichtbaar maken Druk op de toets DISPLAY MODE terwijl u naar een FM-
Nederlands
station luistert.
DISPLAY MODE
Op het bedieningspaneel
Op de afstandsbediening
STOP
DISPLAY MODE
aan de voorzijde
• Elke keer dat u op deze toets drukt, verandert de weergave op de
display. De volgende informatie wordt zichtbaar:
PS PTY
Frequentie
RTFrequency
PS (Stationsnaam):
Tijdens het zoeken verschijnt de vermelding “PS” op de display en daarna wordt de naam van het station weergegeven. De vermelding “NO PS” verschijnt indien er geen signaal wordt verzonden.
PTY (Programmatype):
Tijdens het zoeken verschijnt de vermelding “PTY” op de display en daarna wordt het genre van het programma w eergegeven. De vermelding “NO PTY” verschijnt indien er geen signaal wordt verzonden.
RT (Radiotekst):
Tijdens het zoeken verschijnt de vermelding “RT” op de displa y en daarna worden tekstberichten die het station uitzendt w eergegeven. De vermelding “NO RT” verschijnt indien er geen signaal wordt verzonden.
Frequentie:
De frequentie die wordt ontvangen (niet een service van het RDS­systeem)
Opmerkingen:
• Als u op de afstandsbediening op de toets DISPLAY MODE drukt, moet u ervoor zorgen dat het FM-station ook met de afstandsbediening hebt geselecteerd. Als u dat niet hebt gedaan, zult u merken dat u de tuner niet met de toets DISPLAY MODE kunt bedienen. (Als u op de toets FM/AM drukt, wordt de afstandsbediening voor de bediening van de tuner geactiveerd.)
• Als het zoeken plotseling wordt afgebroken, verschijnen de vermeldingen “PS”, “PTY” en “RT” niet op de display.
21
Het is ook mogelijk om de RDS-informatie op het beeldscherm van een TV weer te geven.
Om deze functie te kunnen gebruiken, dient u de TV aan te sluiten op de uitgang met de markering MONITOR OUT aan de achterzijde van de eenheid (zie pagina 7) en de invoermodus van de TV in de stand te zetten waarop de ontvanger is aangesloten.
• Wanneer de invoermodus van de TV niet klopt (bijvoorbeeld omdat er een andere video-invoermodus of TV-tunermodus is geselecteerd), kan de RDS-informatie niet op het beeldscherm van de TV worden weergegeven.
Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl u naar een FM-station luistert.
TEXT
DISPLAY
De volgende informatie wordt op het beeldscherm van de TV weergegeven.
Geselecteerd station Stationsnaam Programmatype Radiotekst
Druk om de RDS-informatie van het scherm te verwijderen op EXIT.
EXIT
Opmerking:
In de volgende gevallen zal het scherm-menu verdwijnen: – Indien de functies 10 minuten niet worden bediend. – Indien u een andere functie bedient dan in deze paragraaf wordt
uitgelegd.
Een programma zoeken met behulp van een PTY-code
Eén van de voordelen van de RDS-service is dat u een bepaald programma kunt opsporen op de voorgeprogrammeerde kanalen (zie pagina 19) door de PTY-codes op te geven.
Een programma zoeken door een PTY-code op te geven
Voordat u begint...
• De zoekfunctie PTY Search kan alleen worden toegepast op stations die als voorkeurzender zijn ingesteld.
• U kunt het zoeken op elk gewenst moment onderbreken door op de toets PTY SEARCH te drukken.
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
• Als u de toetsen op de afstandsbediening wilt gebruiken, moet u het FM-station met behulp van de afstandsbediening hebben geselecteerd. Als u dat niet hebt gedaan, zult u mer ken dat de RDS-bedieningstoetsen niet werken. (Door op de toets FM/AM te drukken, wordt de afstandsbediening geactiveerd voor de bediening van de RDS-functie.)
FM/AM
/REW
PTY
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk terwijl u naar een FM-station
PLAY
PTY SEARCH
STOP
DISPLAY MODE
PTY SEARCH
FF/
PTY
luistert op de toets PTY SEARCH.
Die vermelding “PTY SELECT” knippert op de display.
2. Draai zolang de vermelding “PTY
MULTI JOG
SELECT” knippert aan de knop MULTI JOG tot de PTY-code van uw keuze op de display wordt weergegeven.
Op de display verschijnen de PTY-codes die nevenstaand worden toegelicht.
3. Druk nogmaals op de toets PTY
PTY SEARCH
SEARCH terwijl de PTY-code die in de vorige stap werd geselecteerd nog op de display staat.
Tijdens het uitvoeren van de zoekopdracht, verschijnen de vermelding “SEARCH” en de geselecteerde PTY-code beurtelings op de display. De ontvanger doorzoekt 30 FM-voorkeurzenders, stopt wanneer het station dat u zoekt is gevonden en stemt automatisch op dat station af.
PTY codes
Documemt
Folk M (Music)
Nation M (Music)
Alarm !
TEST
Oldies
Country
Jazz
Leisure
None
News
Affairs
Info (Information)
Sport
Educate (Education)
Drama
Culture
Science
Varied
Doorgaan met zoeken nadat het eerste station is gevonden
Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH wanneer de eerdergenoemde vermeldingen elkaar knipperend op de display afwisselen. Indien er geen programma wordt gevonden, wordt de vermelding “NOTFOUND” op de display weergegeven.
Met de afstandsbediening:
1. Druk terwijl u naar een FM­station luistert op de toets PTY SEARCH.
PLAY
PTY SEARCH
Die vermelding “PTY SELECT” knippert op de display.
2. Druk zolang de vermelding “PTY SELECT” knippert op de toets PTY –/+ en houd deze ingedrukt tot de PTY-code van uw keuze op
PTY SEARCH
PTY
FF/
/REW
PTY SEARCH
de display wordt weergegeven.
Op de display verschijnen de PTY-codes die nevenstaand worden toegelicht.
3. Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH terwijl de PTY-code die in de vorige stap werd
PLAY
PTY SEARCH
geselecteerd nog op de display staat.
Tijdens het uitvoeren van de zoekopdracht, verschijnen de vermelding “SEARCH” en de geselecteerde PTY-code beurtelings op de display. De ontvanger doorzoekt 30 FM-voorkeurzenders, stopt wanneer het station dat u zoekt is gevonden en stemt automatisch op dat station af.
Doorgaan met zoeken nadat het eerste station is gevonden
Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH wanneer de eerdergenoemde vermeldingen elkaar knipperend op de display afwisselen. Indien er geen programma wordt gevonden, wordt de vermelding “NOTFOUND” op de display weergegeven.
PTY
Travel
Phone In
Religion
Social
Children
Finance
Weather
Pop M (Music)
Rock M (Music)
Easy M (Music)
Light M (Music)
Classics
Other M (Music)
Wanneer er een nooduitzending (Alarm-signaal) door een FM­station wordt uitgezonden:
De ontvanger stemt automatisch af op het desbetreffende station, behalve in de volgende situaties:
• Als u naar een station luistert dat geen RDS-signalen uitzendt (alle AM-stations (MG/LG) en bepaalde FM-stations).
• Als de ontvanger in de Standby-modus staat.
Tijdens de ontvangst van een nooduitzending, verschijnt de vermelding “Alarm !” op de display.
Het TEST-signaal wordt uitgezonden ten behoeve van het testen van apparatuur en is bedoeld om na te gaan of de ontvanger in staat is een Alarm-signaal naar behoren te ontvangen.
Bij de ontvangst van een TEST-signaal gedraagt de ontvanger zich precies zoals bij de ontvangst van een Alarm-signaal. Wanneer er een TEST-signaal wordt ontvangen, schakelt de ontvanger onmiddellijk over naar het station dat het TEST-signaal uitzendt. Tijdens de ontvangst van een TEST-signaal wordt de vermelding “TEST” op de display weergegeven.
Nederlands
22
Tijdelijk naar een radioprogramma van uw keuze overschakelen
SITUATIE 2
Als er een station is dat een programma uitzendt van het genre dat u hebt geselecteerd
Een andere handige RDS-service draagt de naam “EON (Enhanced Other Network)”. Wanneer een station wordt ontvangen dat een EON-code uitzendt, licht de EON-indicator op. Dankzij deze service kan de ontvanger tijdelijk van een bepaald station overschakelen naar een radioprogramma van uw keuze (NEWS, TA en/of INFO), behalve in de volgende omstandigheden:
• Als u naar een station luistert dat geen RDS-signalen uitzendt (alle AM-stations (MG/LG) en bepaalde FM-stations).
• Als het laatst ontvangen FM-station een station was dat geen RDS-signalen uitzond.
• Als de ontvanger in de Standby-modus staat.
Voordat u begint...
• De EON-functie is alleen op voorkeurzenders van toepassing.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk op de toets EON zodat het
laatst geselecteerde programmagenre op de display wordt weergegeven.
De ontvanger schakelt over op de EON-standby-modus. Wanneer de ontvanger in de EON-standby-modus staat, is de ontvanger klaar voor de ontvangst van de EON-gegevens die u selecteert (TA/NEWS/INFO).
Nederlands
2. Druk op de toets TA/NEWS/INFO
TA/NEWS/INFO
tot het genre van uw keuze op de display wordt weergegeven.
• Elke keer dat u deze toets indrukt, wordt een van de volgende genres op de display weergegeven:
TA
NEWS/INFO
NEWS
INFO
TA/INFO
TA/NEWS/INFO
TA/NEWS
EON
De ontvanger stopt met het afspelen van de bron die is geselecteerd (geldt voor alle bronnen behalve AM (MG/LG)) en stemt af op het desbetreffende station. De indicator voor de ontvangen PTY-code gaat knipperen.
Wanneer het programma is beëindigd, keert de ontvanger terug naar de eerder geselecteerde bron, maar de EON-standby­modus blijft in werking. De indicator voor de ontvangen PTY­code stopt met knipperen en blijft nu continu branden.
Als het FM-station waar u naar luistert een
SITUATIE 3
De ontvanger blijft het station waarop u al had afgestemd ontvangen en de indicator voor de ontvangen PTY-code gaat knipperen.
programma uitzendt van het genre dat u hebt geselecteerd
Wanneer het programma is beëindigd, stopt de indicator voor de ontvangen PTY-code met knipperen en blijft nu continu branden. De ontvanger blijft in de EON-standby-modus staan.
Als u niet meer wilt luisteren naar het programma dat door EON werd geselecteerd
Druk op de toets EON zodat het programmagenre (TA/NEWS/ INFO) van de display verdwijnt. De EON-modus wordt uitgeschakeld en de ontvanger keert terug naar de eerder geselecteerde bron.
• Elke keer dat u op de toets EON drukt, schakelt u heen en weer tussen de standby-modus en de uit-stand.
TA: Verkeersinformatie (Traffic Announcement). NEWS: Nieuws. INFO: Informatief programma, in de breedste zin van het
woord.
SITUATIE 1
De ontvanger blijft de huidige bron afspelen (geldt voor alle bronnen behalve AM (MG/LG)).
Als er geen enkel station is dat een programma uitzendt van het genre dat u hebt geselecteerd
Wanneer een station een programma gaat uitzenden dat voldoet aan het genre dat u hebt geselecteerd, schakelt de ontvanger automatisch over naar dat station. De indicator voor de ontvangen PTY-code gaat knipperen.
Wanneer het programma is beëindigd, keert de ontvanger terug naar de eerder geselecteerde bron, maar de EON-standby­modus blijft in werking. De indicator voor de ontvangen PTY­code stopt met knipperen en blijft nu continu branden.
Opmerkingen:
• Sommige FM-stations zenden EON-gegevens uit waar deze
ontvanger niet mee overweg kan.
• Als u de ontvanger in de EON-standby-modus hebt gezet en
overschakelt naar AM (MG/LG) of een synchrone opname maakt (zie pagina 39), wordt de EON-standby-modus tijdelijk uitgeschakeld. De ontvanger keert terug naar de EON-standby­modus zodra u de activiteit die u uitvoert beëindigt.
• Wanneer u naar een programma luistert waarop met behulp van de
EON-functie is afgestemd, is het niet mogelijk de toetsen voor het selecteren van een afspeelbron en de toets PTY SEARCH te gebruiken.
• Als u naar een programma luistert waarop met de functie EON is
afgestemd, kunt u geen bewerkingen op het beeldscherm (pagina 34 en 41).
LET OP:
Als de ontvanger onverhoopt heen en weer blijft springen tussen het station waarop de EON-functie wil afstemmen en de door u geselecteerde bron, moet u op de toets EON drukken om de EON­functie uit te schakelen. Als u niet op de toets drukt, wordt uiteindelijk afgestemd op het station waarop de ontvanger nu al is afgestemd en verdwijnt de indicator voor het EON-programmagenre dat op de display knippert.
23

De SEA-modi

Met de SEA-modi (Sound Effect Amplifier) kunt u bepalen hoe de muziek die u weergeeft klinkt.
BELANGRIJK:
Let er bij het gebruik van de afstandsbediening op dat de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de juiste stand staat: Om deze ontvanger te bedienen, moet u de schakelknop in de stand “AUDIO/TV/VCR” zetten.
AUDIO/ TV/VCR
CATV/DBS
Uw favoriete SEA-modus selecteren
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Druk herhaaldelijk op de toets SEA MODE tot de SEA-modus van uw keuze op de display wordt weergegeven.
• Elke keer dat u op de toets drukt, wordt er een andere SEA-modus op de display weergegeven, en wel als volgt:
SEA ROCK
SEA ROCK:
SEA MUSICAL: Benadrukt het middelste frequentiebereik,
SEA MOVIE:Voegt breedte aan het geluid toe, waardoor u het
SEA COUNTRY: Benadrukt het hoge frequentiebereik, waardoor
SEA JAZZ: Zorgt voor het gevoel van een levende atmosfeer.
SEA USERMODE: De oorspronkelijke SEA-modus (zie hier
SEA OFF:
SEA MUSICAL SEA MOVIE
SEA USERMODESEA OFF
Zorgt voor een stevig geluid. Zowel de hoge als lage
frequenties worden benadrukt.
waardoor de menselijke stem beter tot zijn recht komt.
gevoel hebt dat u zich in een bioscoopzaal be vindt.
instrumenten als de viool en banjo beter tot hun recht komen.
Geschikt voor akoestische muziek.
rechts). Er wordt geen gebruik gemaakt van een voorgedefinieerde
SEA-modus (zie hieronder).
SEA JAZZ
Opmerkingen:
De SEA-modi kunnen niet worden gebruikt bij het maken van opnames.
• Als u een SEA-modus inschakelt, wordt in eerste instantie de SEA-
modus van kracht die als laatste werd gebruikt.
• Wanneer de SEA-modus in combinatie met de DAP-modus wordt
gebruikt (zie pagina 28), kan het zijn dat het geluid wordt vervormd. Als dit het geval is, moet u de DAP-modus uitschakelen of het effectniveau van de DAP-modus afzwakken.
SEA MODE
SEA COUNTRY
Zelf een SEA-modus maken
U kunt zelf een aangepaste SEA-modus samenstellen en in het geheugen opslaan. De instellingen die u zelf maakt, worden opgeslagen onder de naam SEA USERMODE.
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Als u de zelfgemaakte SEA-modus niet in het geheugen wilt opslaan maar alleen tijdelijk wilt gebruiken, moet u beginnen bij stap 4.
1. Druk herhaaldelijk op de toets SEA
SEA ADJUST
ADJUST tot het frequentiebereik van uw keuze (100Hz, 1kHz of 10kHz) op de display wordt weergegeven.
2. Draai aan de knop MULTI JOG
MULTI JOG
om het SEA-niveau van het geselecteerde frequentiebereik aan te passen.
• Draai de knop met de wijzers van de klok mee om het niveau te vergroten.
• Draai de knop tegen de wijzers van de klok in om het niveau te verkleinen.
3. Herhaal stap 1 en 2 als u nog andere frequentiebereiken wilt aanpassen.
4. Druk op de toets (TUNER/) SEA
TUNER/SEA MEMORY
MEMORY.
De door u gekozen intelling wordt nu als SEA USERMODE klankbeeld vastgelegd.
Nederlands
De SEA-modus uitschakelen
Druk herhaaldelijk op de toets SEA MODE tot de vermelding “SEA OFF” hierboven op de display wordt weergegeven. De indicator SEA op de display gaat uit.
Met de afstandsbediening:
1. Druk op de toets SOUND.
De cijfertoetsen treden in werking voor het aanbrengen van wijzigingen in het geluid.
2. Druk herhaaldelijk op de toets SEA MODE tot de SEA-modus van uw keuze op de display wordt weergegeven.
SOUND
SEA MODE
10
RETURN
De SEA-modus uitschakelen
Druk op de toets SEA MODE tot de vermelding “SEA OFF” in stap 2 hierboven op de display wordt weergegeven. De indicator SEA op de display gaat uit.
Een zelfgemaakte SEA-modus uit het geheugen oproepen
Druk herhaaldelijk op de toets SEA MODE tot de vermelding “SEA USERMODE” wordt weergegeven.
Een zelfgemaakte SEA-modus uit het geheugen verwijderen
Als u een nieuwe instelling onder de naam SEA USERMODE opslaat, gaat de vorige aanpassing verloren.
24

De DSP-modi

De ingebouwde processor voor surround sound voorziet in drie DSP-modi (Digital Signal Processor) — de 3D-PHONIC­modus, de DAP-modus (Digital Acoustic Processor) en twee surround-modi.
De 3D-PHONIC-modus
De 3D-PHONIC-modus geeft bijna net zo’n surround-effect als het effect dat wordt gerealiseerd door de Dolby Surround-decoder, die vaak wordt gebruikt om meeslepende geluiden weer te geven zoals bijvoorbeeld in bioscoopzalen wordt bereikt. De 3D-PHONIC­modus is het resultaat van jaren van onderzoek dat JVC heeft besteed aan de technologie achter geluidslokalisatie. Deze modus
wordt geselecteerd wanneer er twee luidsprekers aan de voorzijde van deze ontvanger zijn aangesloten (en werkt onafhankelijk van de vraag of er een luidspreker in het midden of luidsprekers aan de achterzijde zijn aangesloten).
3D ACTION: Deze modus is het meest geschikt voor actie- en
oorlogsfilms, waarbij veel snelle actie en explosies plaatsvinden.
3D THEATER: Deze modus bootst het geluidsveld van een groot
theater na. Deze modus kan alleen worden geselecteerd wanneer er alleen luidsprekers aan de voorzijde op de ontvanger zijn aangesloten en voor “REAR SPK” en “CENTER SPK” de instelling “NONE” is geselecteerd (zie pagina 14).
Nederlands
De DAP-modus
Het geluid dat u hoort in een concertzaal of een sociëteit bestaat uit directe en indirecte geluiden. Indirecte geluiden zijn eerste reflecties en reflecties van achteren. Directe geluiden zijn geluiden die de toehoorder rechtstreeks en zonder weerkaatsing vanaf de bron bereiken. Indirecte geluiden daarentegen, zijn vertraagde geluiden die bijvoorbeeld eerst naar de muren of het plafond zijn gegaan. De directe en indirecte geluiden vormen samen de belangrijkste elementen van het akoestische surround-effect. De DAP-modus kan deze belangrijke elementen nabootsen en u via de luidsprekers aan de voorzijde en achterzijde het gevoel geven dat u “erbij bent”. Deze
modus wordt geselecteerd wanneer er twee luidsprekers aan de voorzijde van deze ontvanger zijn aangesloten (en werkt onafhankelijk van de vraag of er een luidspreker in het midden of luidsprekers aan de achterzijde zijn aangesloten).
Het is mogelijk om een van de volgende instellingen te kiezen als er een analoog of lineair PCM-apparaat wordt afgespeeld.
LIVE CLUB: Geeft het gevoel van een sociëteit met een laag
plafond waarin levende muziek wordt gespeeld.
DANCE CLUB:Geeft een dreunende bass. HALL: Geeft heldere vocale klanken en het gevoel
aanwezig te zijn in een concerthal.
PAVILION: Geeft het ruimtelijke gevoel van een paviljoen met
een hoog plafond.
Eerste reflecties
Rechtstreekse geluiden
Reflecties van achteren
25
Surround-modi
Met deze ontvanger kunnen vier verschillende soorten surround­modi worden gekozen. De onderstaande modi kunnen niet
worden gekozen indien er alleen luidsprekers voor de voorzijde op de ontvanger zijn aangesloten (dus zonder luidsprekers in het midden of aan de achterzijde).
JVC Theater Surround
Om in uw luisterruimte een realistischer weergave mogelijk te maken van het geluidsveld van de soundtracks van audio/video die is voorzien van het logo voor Dolby Surround (
DOLBY SURROUND
) is JVC
Theater Surround ontwikkeld.
Dolby Surround (Dolby Digital en Dolby Pro Logic)
*
Deze surround-modi worden gebruikt om de soundtracks te beluisteren van audio/video-signalen die zijn gecodeerd met Dolby Digital (voorzien van het logo (voorzien van het logo
DOLBY SURROUND
DIGITAL
) of Dolby Surround
). Het Dolby Surround-coderingsformaat neemt de signalen op van het linker kanaal aan de voorzijde, het rechter kanaal aan de voorzijde, het middenkanaal, en het kanaal aan de achterzijde (in totaal 4 kanalen). De opname wordt op 2 kanalen gemaakt. De Dolby Pro Logic-decoder die in deze ontvanger is ingebouwd, decodeert de signalen van deze 2 kanalen zodanig dat de signalen van de 4 oorspronkelijke kanalen worden hersteld. Dit wordt matrix multikanaal-reproductie genoemd. Door deze methode kunt u genieten van een realistisch stereo-geluid in uw kamer. Er is echter ook de Dolby Digital-coderingsmethode (het zogeheten discrete 5,1-kanaals, digitale audioformaat) dat de signalen digitaal opneemt en comprimeert van de signalen van het linker kanaal aan de voorzijde, het rechter kanaal aan de voorzijde, het middenkanaal, het linker kanaal aan de achterzijde, het rechter kanaal aan de achterzijde en het LFE-kanaal (in totaal 6 kanalen, maar het LFE­kanaal wordt als 0,1 geteld, vandaar 5,1-kanaals). Elke kanaal is volledig onafhankelijk van elk ander kanaal om storingen te voorkomen. Er is daardoor een veel betere geluidskwaliteit mogelijk met veel stereo- en surround-effecten. De in deze ontvanger ingebouwde Dolby Digital-decoder kan een veel realistischer geluidsveld in uw kamer realiseren. U hebt het gevoel in een echt theater aanwezig te zijn. Bovendien is bij Dolby Digital stereo-geluid aan de achterzijde mogelijk en wordt de begrenzingsfrequentie van de hoge tonen aan de achterzijde ingesteld op 20 kHz. Bij Dolby Pro Logic is dat 7 kHz. Al deze feiten zorgen voor een geluidservaring en het gevoel erbij te zijn - veel meer dan bij Dolby Pro Logic het geval is.
• Om te kunnen genieten van audio/video die met Dolby Digital is
gecodeerd, dient u de afspeelbron aan te sluiten op de digitale ingang aan de achterzijde van deze ontvanger (zie pagina 8).
DTS Digital Surround
**
DTS Digital Surround is een discrete 5,1-kanaals digitaal formaat voor audio op CD’s, LD’s en DVD’s. In vergelijking tot Dolby Digital is de audiocompressieverhouding relatief laag. Hierdoor kan het DTS Digital Surround-formaat meer gegevens opnemen dan Dolby Digital, zelfs als hetzelfde medium wordt gebruikt, en hierbij wordt het geluid ook nog eens voller en dieper gereproduceerd. Als gevolg hiervan staat DTS Digital Surround garant voor een natuurlijk, helder en degelijk geluid.
• Om te kunnen genieten van de audio/video die met de DTS Digital
Surround-technologie is gecodeerd, moet u de afspeelbron aansluiten op het digitale aansluitpunt aan de achterzijde van deze ontvanger. (Zie pagina 8.)
Opmerkingen:
• De DSP-modi werken niet bij mono-geluid.
• Als u “DVD MULTI” als afspeelbron selecteert, kunt u geen DSP­modus selecteren of wijzigen.
• De indicator ingebouwde Dolby Pro Logic-decoder wordt geactiveerd.
Ÿ PRO LOGIC
licht op wanneer de in deze ontvanger
PRIVATE De afspeelmodus DVD MULTI
Deze ontvanger voorziet in de afspeelmodus DVD MULTI voor het reproduceren van de analoge, discrete 5,1 kanaals uitvoermodus van de DVD-speler of andere apparatuur. Het is mogelijk de afspeelmodus DVD MULTI aan te passen wanneer u videosignalen zoals DVD afspeelt en daarbij gebruik maakt van de analoge 5,1 kanaals uitvoermodus.
• Voor de aansluiting voor de afspeelmodus DVD MULTI verwijzen we u naar pagina 7.
• Voor meer informatie over de afspeelmodus DVD MULTI verwijzen we u naar pagina 33.
Nederlands
MPEG Multichannel
MPEG Multichannel is een ander discreet 5,1 kanaals digitaal audioformaat, alleen voor DVD die is gecodeerd volgens een methode die bekend staat als MPEG2-Audio. (MPEG staat voor Motion Picture Expert Group, een werkgroep die aanvankelijk werd opgericht om een compressiemethode voor videosignalen te ontwikkelen.) Voor het beluisteren van soundtracks van video die is voorzien van het logo
, beschikt deze ontvanger over een MPEG Multichannel-decoder. MPEG Multichannel wordt afhankelijk van de audio/video die wordt afgespeeld en de opstelling van de luidsprekers automatisch geselecteerd.
• Om te kunnen genieten van de audio/video die met de MPEG
Multichannel-technologie is gecodeerd, moet u de afspeelbron aansluiten op het digitale aansluitpunt aan de achterzijde van deze ontvanger. (Zie pagina 8.)
*
Gemaakt onder licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic” en het symbool met de dubbele D zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. Vertrouwelijk, ongepubliceerd werk. ©1992– 1997 Dolby Laboratories, Inc. Alle rechten voorbehouden.
**
Onder licentie van Digital Theater Systems Inc, USA, vervaardigd onder patentnummer 5.451.942 en wereldwijde patenten verstrekt en aangevraagd. “DTS” en “DTS Digital Surround” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. ©1996 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden.
26
De beschikbare DSP-modi, afhankelijk van de opstelling van de luidsprekers
Welke DSP-modi beschikbaar zijn, hangt af van de opstelling van de luidsprekers.
Zorg ervoor dat u de informatie over de luidsprekers correct hebt opgegeven (zie pagina 14).
Opstelling van de luidsprekers
Luidspreker
aan de
voorzijde
Luidspreker
aan de
voorzijde
Nederlands
Luidspreker
aan de
voorzijde
Luidspreker
aan de
achterzijde
TV
TV
Luidspreker in
het midden
TV
Luidspreker
aan de
voorzijde
Luidspreker
aan de
voorzijde
Luidspreker
aan de
voorzijde
Luidspreker
aan de
achterzijde
Beschikbare DSP-modi
Elke keer wanneer u op het bedieningspaneel aan de voorzijde op de toets DSP MODE of op de afstandsbediening op de toets SURROUND MODE drukt, verschijnt er een andere DSP-modus op de display en wel in deze volgorde:
• 3D THEATER
• LIVE CLUB
• DANCE CLUB
• HALL
• PAVILION
• 3D ACTION
• DSP OFF (de DSP-modus wordt geannuleerd)
Elke keer wanneer u op het bedieningspaneel aan de voorzijde op de toets DSP MODE of op de afstandsbediening op de toets SURROUND MODE drukt, verschijnt er een andere DSP-modus op de display en wel in deze volgorde:
Door op de toets DSP MODE te drukken:
• THEATER
• LIVE CLUB
• DANCE CLUB
• HALL
• PAVILION
• 3D ACTION
• DSP OFF (de DSP-modus wordt geannuleerd)
Door op de toets SURROUND MODE te drukken:
• DOLBY/DTS/MPEG SURROUND (DOLBY PRO LOGIC, DOLBY DIGITAL*, DTS SURROUND**, of MPEG SURROUND***)
• THEATER
• LIVE CLUB
• DANCE CLUB
• HALL
• PAVILION
• 3D ACTION
• DSP OFF (de DSP-modus wordt
Om de surround-modus in te schakelen, drukt u op de
toets SURROUND ON/OFF zodat het lampje van die toets gaat branden.
*
Wordt alleen automatisch geactiveerd als “AUTO/PCM” als de digitale invoer is geselecteerd en de afspeelbron met Dolby Digital is gecodeerd.
**
Wordt alleen automatisch geactiveerd als “AUTO/PCM” als de digitale invoer is geselecteerd en de afspeelbron met DTS Digital Surround is gecodeerd.
***
Wordt alleen automatisch geactiveerd als “AUTO/PCM” als de digitale invoer is geselecteerd en de afspeelbron met MPEG Multichannel is gecodeerd.
geannuleerd)
Om de surround-modus in te schakelen, kunt u ook de
toets SURROUND ON/OFF gebruiken.
Luidspreker
aan de
voorzijde
Luidspreker
aan de
achterzijde
27
TV
Luidspreker in
het midden
Luidspreker
aan de
voorzijde
Luidspreker
aan de
achterzijde
Opmerkingen:
• Als de Surround-modus wordt geannuleerd terwijl er een multikanaal­afspeelbron actief is, zoals Dolby Digital, DTS Digital Surround en MPEG Multichannel, worden alle kanalen gemengd met het linker en rechter kanaal aan de voorzijde en worden de signalen via de luidsprekers aan de voorzijde ten gehore gebracht.
• Als er een multikanaal-afspeelbron actief is, zoals Dolby Digital, DTS Digital Surround en MPEG Multichannel, kunnen Theater Surround, DAP-modi en 3D­PHONIC-modi niet worden gebruikt. Als echter wel voor Dolby Digital, DTS Digital Surround en MPEG Multichannel als afspeelbron kiest terwijl een van de Theater Surround-modi, DAP-modi of 3D-PHONIC-modi wordt gebruikt, wordt de geselecteerde modus geannuleerd en wordt de Dolby Digital- DTS Digital Surround- of MPEG Multichannel-modus geactiveerd.
BELANGRIJK:
Let er bij het gebruik van de afstandsbediening op dat de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de juiste stand staat: Om deze ontvanger te bedienen, moet u de schakelknop in de stand “AUDIO/TV/VCR” zetten.
AUDIO/ TV/VCR
CATV/DBS
3. Druk op de toets EFFECT om het gewenste effectniveau te kiezen.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
verandert het effectniveau en wel als volgt:
DSP EFFECT 1 DSP EFFECT 2 DSP EFFECT 3
DSP EFFECT 4DSP EFFECT 5
EFFECT
7
/P
De 3D-PHONIC-modi wijzigen
Wanneer u de 3D-PHONIC-modi hebt aangepast, worden deze voor elke 3D-PHONIC-modus in het geheugen opgeslagen.
Voordat u begint...
Zorg dat u de informatie over de luidsprekers goed hebt ingesteld (zie pagina 14).
• Er is een tijdslimiet voor het uitvoeren van de onderstaande stappen. Als het instellen wordt geannuleerd voordat u de stappen hebt voltooid, moet u weer bij stap 1 beginnen.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
DSP MODE
DSP MODE tot de vermelding “3D ACTION” of “3D THEATER” op de display wordt weergegeven.
De 3D-PHONIC-, DSP- en Ÿ PRO LOGIC-indicators lichten tevens op de display op.
2. Pas het effectniveau aan.
1) Druk herhaaldelijk op de toets (BALANCE/) SURROUND ADJUST tot de vermelding “DSP EFFECT” op de display verschijnt.
De huidige instelling wordt op de display weergegeven.
2) Draai aan de knop MULTI JOG om het gewenste effectniveau te selecteren.
• Wanneer u aan deze knop draait,
verandert het effectniveau en wel als volgt:
DSP EFFECT 1 DSP EFFECT 2 DSP EFFECT 3
DSP EFFECT 4DSP EFFECT 5
Hoe hoger het nummer dat u selecteert, hoe sterker het effect van de geselecteerde 3D-PHONIC-modus merkbaar wordt.
Met de afstandsbediening:
1. Druk herhaaldelijk op de toets SURROUND MODE tot de
BALANCE/SURROUND
ADJUST
MULTI JOG
SURROUND
MODE
vermelding “3D ACTION” of “3D THEATER” op de display wordt weergegeven.
De 3D-PHONIC-, DSP- en Ÿ PRO LOGIC-indicators lichten tevens op de display op.
2. Druk op de toets SOUND.
De cijfertoetsen zijn nu ingeschakeld voor het aanpassen van het geluid.
SOUND
Hoe hoger het nummer dat u selecteert, hoe sterker het effect van de geselecteerde 3D-PHONIC-modus merkbaar wordt.
De DAP-modi aanpassen
Wanneer u de DAP-modi hebt aangepast, worden deze voor elke DAP-modus in het geheugen opgeslagen.
Voordat u begint...
Zorg dat u de informatie over de luidsprekers goed hebt ingesteld (zie pagina 14).
• Er is een tijdslimiet voor het uitvoeren van de onderstaande stappen. Als het instellen wordt geannuleerd voordat u de stappen hebt voltooid, moet u weer bij stap 1 beginnen.
• Het is niet mogelijk het uitvoerniveau van de luidsprekers aan de achterzijde aan te passen als u voor “REAR SPK” de instelling “NONE” hebt geselecteerd. Zie pagina 14.
• Als de DAP-modus in combinatie met de SEA-modus (zie pagina
24) wordt gebruikt, kan het geluid vervormd worden weergegeven. Is dat het geval, dan is het noodzakelijk de SEA­modus uit te schakelen.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
DSP MODE
DSP MODE tot de DAP-modus — LIVE CLUB, DANCE CLUB, HALL of PAVILION — op de display wordt weergegeven.
De indicator DSP licht ook op de display op.
• Als u voor “REAR SPK” de instelling “NONE” hebt gekozen, licht tevens de indicator 3D-PHONIC op.
2. Pas het uitvoerniveau van de
BALANCE/SURROUND
ADJUST
luidsprekers aan.
1) Druk herhaaldelijk op de toets
(BALANCE/) SURROUND ADJUST tot een van de vermeldingen op de display wordt weergegeven.
“REAR L LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker linksachter aan te passen.
“REAR R LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker rechtsachter aan te passen.
2) Draai aan de knop MULTI JOG om
het uitvoerniveau van de geselecteerde luidspreker aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
3) Herhaal stap 1) en 2) om het
uitvoerniveau van de andere luidsprekers aan te passen.
MULTI JOG
Nederlands
28
3. Pas het effectniveau aan.
BALANCE/SURROUND
1) Druk herhaaldelijk op de toets (BALANCE/) SURROUND ADJUST tot de vermelding “DSP EFFECT” op de display verschijnt.
De huidige instelling wordt op de display weergegeven.
2) Draai aan de knop MULTI JOG om het gewenste effectniveau te selecteren.
• Wanneer u aan deze knop draait,
verandert het effectniveau en wel als volgt:
DSP EFFECT 1 DSP EFFECT 2 DSP EFFECT 3
DSP EFFECT 4DSP EFFECT 5
Hoe hoger het nummer dat u selecteert, hoe sterker het effect van de geselecteerde DAP-modus merkbaar wordt.
ADJUST
MULTI JOG
De surround-modi aanpassen
Wanneer u de surround-modi hebt aangepast, worden deze voor elke surround-modus in het geheugen opgeslagen.
Aanpassingen van Dolby/DTS/MPEG Surround
Voordat u begint...
Zorg dat u de informatie over de luidsprekers goed hebt ingesteld (zie pagina 14).
• Er is een tijdslimiet voor het uitvoeren van de onderstaande stappen. Als het instellen wordt geannuleerd voordat u de stappen hebt voltooid, moet u weer bij stap 1 beginnen.
• Het is niet mogelijk het uitvoerniveau van de luidsprekers aan de achterzijde aan te passen als u voor “REAR SPK” de instelling “NONE” hebt geselecteerd. Zie pagina 14.
• Het is niet mogelijk het uitvoerniveau van de luidspreker in het midden en de middentoon aan te passen als u voor “CENTER SPK” de instelling “NONE” hebt geselecteerd. Zie pagina 14.
Met de afstandsbediening:
1. Druk herhaaldelijk op de toets SURROUND MODE tot de DAP­modus — LIVE CLUB, DANCE CLUB, HALL of PAVILION — op de display wordt weergegeven.
De indicator DSP licht ook op de display op.
• Als u voor “REAR SPK” de instelling “NONE” hebt gekozen,
Nederlands
licht tevens de indicator 3D-PHONIC op.
2. Druk op de toets SOUND.
De cijfertoetsen zijn nu ingeschakeld voor het aanpassen van het geluid.
3. Pas het uitvoerniveau van de luidsprekers aan.
• Druk op de toets REAR•L –/+ om het
geluidsniveau van de luidspreker linksachter aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
• Druk op de toets REAR•R –/+ om het
geluidsniveau van de luidspreker rechtsachter aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
4. Druk op de toets EFFECT om het gewenste effectniveau te selecteren.
• Elke keer dat u op de toets drukt, verandert
het niveau en wel als volgt:
DSP EFFECT 1 DSP EFFECT 2 DSP EFFECT 3
SURROUND
MODE
SOUND
REAR•L
56
ENTER
REAR•R
89
EFFECT
7
/P
Met de afstandsbediening:
1. Druk op de toets SURROUND ON/OFF om een geschikte
SURROUND
ON/OFF
surround-modus — PRO LOGIC, DOLBY DIGITAL, DTS SURROUND of MPEG SURROUND — in te schakelen.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de
desbetreffende surround-modus in- of uitgeschakeld.
• Wanneer de vermelding “PRO LOGIC” is geselecteerd, licht
de indicator Ÿ PRO LOGIC op de display op.
Opmerking:
Het is ook mogelijk om een surround-modus te selecteren met de toets SURROUND MODE.
2. Druk op de toets SOUND.
SOUND
De cijfertoetsen zijn nu ingeschakeld voor het aanpassen van het geluid.
3. Druk op de toets TEST om de
TEST
balans van de luidsprekers te testen.
De vermelding “TEST TONE L” begint op de display te knipperen en de luidsprekers brengen in de onderstaande volgorde een testtoon ten gehore:
TEST TONE L
(Left front speaker)
(luidspreker linksvoor) (luidspreker rechtsvoor)(luidspreker in het midden)
TEST TONE C
(Center speaker)
TEST TONE LS
(Left rear speaker)
(luidspreker linksachter) (luidspreker rechtsachter)
TEST TONE R
(Right front speaker)
TEST TONE RS
(Right rear speaker)
4
DSP EFFECT 4DSP EFFECT 5
Hoe hoger het nummer dat u selecteert, hoe sterker het effect van de geselecteerde DAP-modus merkbaar wordt.
29
Opmerkingen:
• Het is mogelijk het uitvoerniveau van de luidsprekers te testen
zonder een testtoon ten gehore te brengen.
• Er komt geen testtoon uit de luidspreker in het midden indien
voor “CENTER SPK” de instelling “NONE” is geselecteerd (zie pagina 14).
• Er komt geen testtoon uit de luidsprekers aan de achterzijde
indien voor “REAR SPK” de instelling “NONE” is geselecteerd (zie pagina 14).
• Als de TV is ingeschakeld en de juiste video-input op de TV is
geselecteerd, verschijnt het scherm voor de testtoon in beeld.
4. Pas het uitvoerniveau van de luidsprekers aan.
• Druk op de toets CENTER –/+ om het geluidsniveau van de
luidspreker in het midden aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
• Druk op de toets REAR•L –/+ om het geluidsniveau van de
luidspreker linksachter aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
• Druk op de toets REAR•R –/+ om het geluidsniveau van de
luidspreker rechtsachter aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
CENTER
23
MENUMENU
5. Druk nogmaals op de toets TEST om het weergeven van de testtoon te
REAR•L
56
ENTER
REAR•R
89
TEST
4
stoppen.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Het is ook mogelijk om de toetsen op het bedieningspaneel aan de voorzijde van de ontvanger te gebruiken om de surround-modi aan te passen. Als u de toetsen op dit bedieningspaneel gebruikt, wordt er echter geen testtoon ten gehore gebracht. U moet de geluidsaanpassingen maken terwijl u naar het geluid luistert dat door de afspeelbron ten gehore wordt gebracht.
1. Druk op de toets SURROUND
SURROUND ON/OFF
ON/OFF om een geschikte surround-modus — PRO LOGIC, DOLBY DIGITAL, DTS SURROUND of MPEG SURROUND — in te schakelen.
• Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt de surround-
modus in- of uitgeschakeld.
• Wanneer de vermelding “PRO LOGIC” is geselecteerd, licht
de indicator Ÿ PRO LOGIC op de display op.
2. Pas het uitvoerniveau van de
BALANCE/SURROUND
ADJUST
luidsprekers aan.
1) Druk herhaaldelijk op de toets
(BALANCE/) SURROUND ADJUST tot een van de vermeldingen op de display wordt weergegeven.
“CENTER LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker in het midden aan te passen.
“REAR L LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker linksachter aan te passen.
“REAR R LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker rechtsachter aan te passen.
2) Draai aan de knop MULTI JOG om
het uitvoerniveau van de geselecteerde luidspreker aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
3) Herhaal stap 1) en 2) om het
uitvoerniveau van de andere luidsprekers aan te passen.
MULTI JOG
Aanpassingen van JVC Theater Surround
Voordat u begint...
Zorg dat u de informatie over de luidsprekers goed hebt ingesteld (zie pagina 14).
• Er is een tijdslimiet voor het uitvoeren van de onderstaande stappen. Als het instellen wordt geannuleerd voordat u de stappen hebt voltooid, moet u weer bij stap 1 beginnen.
• Het is niet mogelijk het uitvoerniveau van de luidsprekers aan de achterzijde aan te passen als u voor “REAR SPK” de instelling “NONE” hebt geselecteerd. Zie pagina 14.
• Het is niet mogelijk het uitvoerniveau van de luidspreker in het midden aan te passen als u voor “CENTER SPK” de instelling “NONE” hebt geselecteerd. Zie pagina 14.
Met de afstandsbediening:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
SURROUND MODE tot de
SURROUND
MODE
vermelding “THEATER” op de display wordt weergegeven.
De Ÿ PRO LOGIC- en DSP-indicators lichten tevens op de display op.
2. Druk op de toets SOUND.
SOUND
De cijfertoetsen zijn nu ingeschakeld voor het aanpassen van het geluid.
3. Druk op de toets TEST om de
balans van de luidsprekers te
TEST
4
testen.
De vermelding “TEST TONE L” begint op de display te knipperen en de luidsprekers brengen in de onderstaande volgorde een testtoon ten gehore:
TEST TONE L
(Left front speaker)
(luidspreker linksvoor) (luidspreker rechtsvoor)(luidspreker in het midden)
TEST TONE C
(Center speaker)
TEST TONE LS
(Left rear speaker)
(luidspreker linksachter) (luidspreker rechtsachter)
TEST TONE R
(Right front speaker)
TEST TONE RS
(Right rear speaker)
Opmerkingen:
• Het is mogelijk het uitvoerniveau van de luidsprekers te testen zonder een testtoon ten gehore te brengen.
• Er komt geen testtoon uit de luidspreker in het midden indien voor “CENTER SPK” de instelling “NONE” is geselecteerd (zie pagina 14).
• Er komt geen testtoon uit de luidsprekers aan de achterzijde indien voor “REAR SPK” de instelling “NONE” is geselecteerd (zie pagina 14).
• Als de TV is ingeschakeld en de juiste video-input op de TV is geselecteerd, verschijnt het scherm voor de testtoon in beeld.
4. Pas het uitvoerniveau van de luidsprekers aan.
• Druk op de toets CENTER –/+ om het geluidsniveau van de
luidspreker in het midden aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
• Druk op de toets REAR•L –/+ om het geluidsniveau van de
luidspreker linksachter aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
• Druk op de toets REAR•R –/+ om het geluidsniveau van de
luidspreker rechtsachter aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
CENTER
23
MENUMENU
REAR•L
56
ENTER
REAR•R
89
Nederlands
30
5. Druk nogmaals op de toets TEST om
DSP EFFECT 1 DSP EFFECT 2 DSP EFFECT 3
DSP EFFECT 4DSP EFFECT 5
het weergeven van de testtoon te stoppen.
6. Druk op de toets EFFECT om het gewenste effectniveau te selecteren.
• Elke keer dat u op de toets drukt, verandert
het niveau en wel als volgt:
DSP EFFECT 1 DSP EFFECT 2 DSP EFFECT 3
DSP EFFECT 4DSP EFFECT 5
Hoe hoger het nummer dat u selecteert, hoe sterker het effect van de modus JVC Theater Surround merkbaar wordt.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Het is ook mogelijk om de toetsen op het bedieningspaneel aan de voorzijde van de ontvanger te gebruiken om de surround-modi aan te passen. Als u de toetsen op dit bedieningspaneel gebruikt, wordt er echter geen testtoon ten gehore gebracht. U moet de geluidsaanpassingen maken terwijl u naar het geluid luistert dat door de afspeelbron ten gehore wordt gebracht.
1. Druk herhaaldelijk op de toets DSP MODE tot de vermelding “THEATER” op de display wordt weergegeven.
Nederlands
Lichten tevens de indicators Ÿ PRO LOGIC en DSP op de display op.
2. Pas het uitvoerniveau van de
BALANCE/SURROUND
luidsprekers aan.
1) Druk herhaaldelijk op de toets
(BALANCE/) SURROUND ADJUST tot een van de vermeldingen op de display wordt weergegeven.
“CENTER LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker in het midden aan te passen.
“REAR L LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker linksachter aan te passen.
“REAR R LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker rechtsachter aan te passen.
2) Draai aan de knop MULTI JOG om het
uitvoerniveau van de geselecteerde luidspreker aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
3) Herhaal stap 1) en 2) om het
uitvoerniveau van de andere luidsprekers aan te passen.
3. Pas het effectniveau aan.
1) Druk herhaaldelijk op de toets
(BALANCE/) SURROUND ADJUST tot de vermelding “DSP EFFECT” op de display verschijnt.
De huidige instelling wordt op de display weergegeven.
BALANCE/SURROUND
TEST
4
EFFECT
7
/P
DSP MODE
ADJUST
MULTI JOG
ADJUST
2) Draai aan de knop MULTI JOG om het
MULTI JOG
effectniveau te selecteren.
Elke keer wanneer u aan deze knop draait, wordt er een ander effectniveau op de display weergegeven en wel in deze volgorde:
Hoe hoger het nummer dat u selecteert, hoe sterker het effect van de modus JVC Theater Surround merkbaar wordt.
Een DSP-modus inschakelen
Er kan slechts één DSP-modus tegelijk worden gebruikt. Wanneer er een DSP-modus wordt ingeschakeld, wordt een eventueel reeds ingeschakelde DSP-modus uitgeschakeld.
Voor Dolby Pro Logic, Dolby Digital, DTS Digital Surround en MPEG Multichannel
1. Druk op de toets SURROUND ON/OFF zodat het lampje op het bedieningspaneel aan de voorzijde oplicht.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de functie
Dolby/DTS/MPEG Surround in - of uitgeschakeld.
SURROUND ON/OFF
Op het bedieningspaneel
SURROUND
ON/OFF
Op de afstandsbediening
aan de voorzijde
2. Selecteer een afspeelbron en start het afspelen.
• Om te kunnen genieten van de Dolby Pro Logic-technologie
moet de audio/video die u afspeelt zijn gecodeerd met Dolby Surround en zijn voorzien van het logo
DOLBY SURROUND
• Om te kunnen genieten van de Dolby Digital-technologie moet
de audio/video die u afspeelt zijn gecodeerd met Dolby Digital en zijn voorzien van het logo
• Om te kunnen genieten van de DTS Digital Surround-
DIGITAL
.
technologie moet de audio/video die u afspeelt zijn gecodeerd met DTS Digital Surround en zijn voorzien van het logo
• Om te kunnen genieten van de MPEG Multichannel-
technologie moet de audio/video die u afspeelt zijn gecodeerd met MPEG Multichannel en zijn voorzien van het logo
.
De Dolby/DTS/MPEG Surround-modus uitschakelen
Druk nogmaals op de SURROUND ON/OFF-toets zodat het lampje aan de voorzijde van het bedieningspaneel uitgaat. (De vermelding “SURROUND OFF” wordt op de display weergegeven.)
SURROUND ON/OFF
SURROUND
ON/OFF
.
.
31
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde
Op de afstandsbediening
Voor de andere DSP-modi
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
DSP MODE
DSP MODE tot de modus van uw keuze op de display wordt weergegeven.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een andere DSP-modus weergegeven. (Zie pagina 27 voor meer informatie.)
2. Selecteer een afspeelbron en start het afspelen.
• Om te kunnen genieten van 3D-PHONIC en JVC Theater Surround moet u audio/video afspelen die is gecodeerd met Dolby Surround en is voorzien van het logo
DOLBY SURROUND
De DSP-modus uitschakelen
Druk herhaaldelijk op de toets DSP MODE tot de vermelding “DSP OFF” op de display wordt weergegeven.
Met de afstandsbediening:
1. Druk herhaaldelijk op de toets SURROUND MODE tot de DSP-
DSP MODE
SURROUND
MODE
modus van uw keuze op de display wordt weergegeven.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt er een andere DSP-modus weergegeven.
––––––––––––––– MEMO –––––––––––––––
In deze kolom kunt u de door u aangebrachte wijzigingen in de DSP-modi noteren zodat u deze informatie op een later tijdstip kunt raadplegen.
.
Nederlands
2. Selecteer een afspeelbron en start het afspelen.
• Om te kunnen genieten van 3D-PHONIC en JVC Theater
Surround moet u audio/video afspelen die is gecodeerd met Dolby Surround en is voorzien van het logo
De DSP-modus uitschakelen
Druk herhaaldelijk op de toets SURROUND MODE tot de vermelding “DSP OFF” op de display wordt weergegeven.
Opmerking:
Als u een MPEG Multichannel of Dolby Digital terugspeelt over een digitale invoerterminal, kunt u geen DSP-modus selecteren of afstellen. Is een DSP-modus in gebruik, dan wordt deze tijdelijk geannuleerd en wordt normaal stereogeluid weergegeven. Om de MPEG Multichannel en Dolby Digital met de DSP-modus te kunnen afspelen, moet u de invoermodus wijzigen van digitaal in
analoog (zie pagina 16).
DOLBY SURROUND
SURROUND
MODE
.
32

De afspeelmodus DVD MULTI

Deze ontvanger voorziet in de afspeelmodus DVD MULTI waarmee de analoge uitvoermodus van de DVD-speler kan worden gerealiseerd. Voordat u een DVD-schijf afspeelt, is het raadzaam eerst nog eens de handleiding die bij de DVD­speler werd geleverd door te nemen.
BELANGRIJK:
Let er bij het gebruik van de afstandsbediening op dat de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de juiste stand staat: Om deze ontvanger te bedienen, moet u de schakelknop in de stand “AUDIO/TV/VCR” zetten.
AUDIO/ TV/VCR
CATV/DBS
De afspeelmodus DVD MULTI activeren
U kunt de afspeelmodus DVD MULTI aanpassen wanneer u een DVD-schijf afspeelt en gebruik maakt van de analoge uitvoermodus van de DVD-speler. Elke keer als u de afspeelmodus aanpast, onthoudt de ontvanger de aanpassingen die u hebt gemaakt tot u deze opnieuw wijzigt. U moet de DVD-speler hiervoor echter wel eerst instellen op de analoge uitvoermodus.
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de
onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Draai aan de knop SOURCE SELECTOR tot de vermelding
Nederlands
“DVD MULTI” op de display wordt weergegeven.
Opmerking:
Als u “DVD MULTI” als afspeelbron selecteert, wordt de DSP­modus tijdelijk geannuleerd en zullen de toetsen SURROUND ON/OFF en DSP MODE niet werken.
SOURCE SELECTOR
Met de afstandsbediening:
1. Druk op de toets DVD MULTI zodat de vermelding “DVD MULTI” op de display wordt weergegeven.
Opmerking:
Als u “DVD MULTI” als afspeelbron selecteert, wordt de DSP­modus tijdelijk geannuleerd en zullen de toetsen SURROUND ON/OFF en SURROUND MODE niet werken.
2. Selecteer de analoge, discrete uitvoermodus op de DVD-speler en start het afspelen van een DVD.
• Raadpleeg ook de handleiding die bij de DVD-speler werd
geleverd.
Volg voor het aanbrengen van wijzigingen de onderstaande stappen.
3. Druk op de toets SOUND.
De cijfertoetsen zijn nu ingeschakeld voor het aanpassen van het geluid.
4. Pas het uitvoerniveau van de luidsprekers aan.
• Druk op de toets CENTER –/+ om het geluidsniveau van de
luidspreker in het midden aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
• Druk op de toets REAR•L –/+ om het geluidsniveau van de
luidspreker linksachter aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
• Druk op de toets REAR•R –/+ om het geluidsniveau van de
luidspreker rechtsachter aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
DVD MUILTI
SOUND
2. Selecteer de analoge, discrete uitvoermodus op de DVD-speler en start het afspelen van een DVD.
• Raadpleeg ook de handleiding die bij de DVD-speler werd
geleverd.
Volg voor het aanbrengen van wijzigingen de onderstaande stappen.
3. Pas het uitvoerniveau van de luidsprekers aan.
1) Druk herhaaldelijk op de toets
(BALANCE/) SURROUND ADJUST tot een van de vermeldingen op de display wordt weergegeven.
“CENTER LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker in het midden aan te passen.
“REAR L LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker linksachter aan te passen.
“REAR R LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker rechtsachter aan te passen.
2) Draai aan de knop MULTI JOG om
het uitvoerniveau van de geselecteerde luidspreker aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
3) Herhaal stap 1) en 2) om het
uitvoerniveau van de andere luidsprekers aan te passen.
BALANCE/SURROUND
ADJUST
MULTI JOG
CENTER
23
MENUMENU
REAR•L
56
ENTERENTER
REAR•R
89
33

De scherm-menu’s

MAIN MENU
SOURCE :PHONO VISUAL :VCR MODE :OFF  SOUND CONTROL TUNER CONTROL SETTING    VOLUME : 20
:OPERATE
MAIN MENU
SOURCE :VCR  VISUAL :VCR
 MODE :PRO LOGIC  SOUND CONTROL TUNER CONTROL SETTING    VOLUME : 20
:OPERATE
MAIN MENU
SOURCE :CD
 VISUAL :VCR  MODE :OFF INPUT :ANALOG SOUND CONTROL TUNER CONTROL SETTING    VOLUME : 20
:OPERATE
Met behulp van de menu’s die op het beeldscherm van de televisie kunnen worden weergegeven, is het mogelijk de ontvanger te bedienen. Om van deze functie gebruik te kunnen maken, dient u de TV aan te sluiten op de uitgang MONITOR OUT, die is te vinden aan de achterzijde van de ontvanger (zie pagina 7), en dient de invoermodus van de TV in de juiste stand te staan waarop de ontvanger is aangesloten.
• Wanneer de invoermodus van de TV niet correct is, bijvoorbeeld als er een andere videoinvoer of TV-tunermodus is geselecteerd, kunt u de menu’s niet weergeven op het TV-scherm.
Toetsen voor de scherm-menu’s (op de afstandsbediening)
DVD DVD MUILTI CD TAPE/MD
TV/DBS PHONO FM/AM
VCR
SURROUND
ON/OFF
SURROUND
MODE
CD-DISC
SOUND
MENU
EXIT
TV/VIDEO
/REW
PTY PTY REC
RM-SRX7000R REMOTE CONTROL
Een afspeelbron selecteren (Zie ook pagina 10)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / / @ / # drukt.
MAIN MENU
SOURCE :CD VISUAL :VCR MODE :OFF INPUT :ANALOG SOUND CONTROL TUNER CONTROL SETTING    VOLUME : 20
Opmerkingen:
• De vermelding “INPUT” verschijnt alleen als de instelling voor
de digitale ingang (DIGITAL IN) overeenkomt met het geselecteerde digitale apparaat (zie pagina 16).
Als uw TV niet voldoet aan het PAL-systeem of het multi-color systeem, zal het beeld op uw TV vervormd worden weergegeven.
• Het scherm-menu verdwijnt automatisch als u langer dan 1
minuut geen bewerking hebt uitgevoerd.
2. Druk op % / om naar de vermelding “SOURCE” (afspeelbron) te verplaatsen.
3. Druk op @ / # om de afspeelbron van uw keuze te selecteren.
4. Druk wanneer u klaar bent op de toets EXIT.
Het menu verdwijnt van het beeldscherm.
TV/CATV/DBS
ANALOG/DIGITAL
CENTER
123
MENUMENU
TEST REAR-L
456
ENTERENTER
EFFECT REAR-R
/P
89
7
SEA MODE
SUBWOOFER
10
0
RETURN
FM MODE
SET
CHANNEL VOLUMETV VOL
TAPE/MD
VCR
CONTROL
PLAY
PTY SEARCH
STOP PAUSE
DISPLAY MODE
VCR
SLEEP
+10
100+
AUDIO/
TV/VCR
CATV/DBS
TEXT
DISPLAY
MUTING
FF/
MENU
EXIT
:OPERATE
SET
Dit zijn de toetsen die u kunt gebruiken in het menu dat wordt weergegeven. In dit geval kunt u met % / het symbool
naar boven en beneden verplaatsen en met @ / # een item selecteren, aanpassen of instellen.
Een andere afspeelbron voor beeld en geluid
selecteren (Zie ook pagina 11)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een van de toetsen % / / @ / # drukt.
2. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “VISUAL”.
3. Druk op @ / # om een ander beeldapparaat te selecteren.
4. Druk wanneer u klaar bent op de toets EXIT.
Het menu verdwijnt van het beeldscherm.
De DSP-modi activeren (Zie ook pagina 31)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / / @ / # drukt.
2. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “MODE”.
3. Druk op @ / # om de DSP-modus van uw keuze te selecteren.
4. Druk wanneer u klaar bent op de toets EXIT.
Het menu verdwijnt van het beeldscherm.
De analoge of digitale invoermodus
selecteren (Zie ook pagina 16)
U kunt de invoermodus alleen kiezen als de instelling voor de digitale ingang (DIGITAL IN) overeenkomt met het geselecteerde digitale apparaat.
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijn op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / / @ / # drukt.
2. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “INPUT”.
3. Druk op @ / # om voor digitale of analoge invoer te kiezen.
Raadpleeg voor meer informatie pagina 16.
4. Druk wanneer u klaar bent op de toets EXIT.
Het menu verdwijnt van het beeldscherm.
34
Nederlands
De balans van de luidsprekers aan de
SOUND CONTROL
SURROUND LEVEL SEA  BAL.:R-21 BASS BOOST : OFF INPUT ATT : NORMAL SUBWFR LEVEL: 0
dB
NEXT PAGE
:OPERATE
MAIN MENU
SOURCE :VCR  VISUAL :VCR  MODE :THEATER  SOUND CONTROL TUNER CONTROL SETTING    VOLUME : 20
:OPERATE
SOUND CONTROL
SURROUND LEVEL SEA  BAL.:R-21 BASS BOOST : OFF INPUT ATT : NORMAL SUBWFR LEVEL: 0
dB
NEXT PAGE
:ENTER
SURROUND LEVEL
:OPERATE
TEST TONE : OFF CENTER LEVEL: 0
dB
REAR L LEVEL: +6
dB REAR R LEVEL: 4dB DSP EFFECT : 3
voorzijde aanpassen (Zie ook pagina 13)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een van de toetsen % / / @ / # drukt.
2. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “SOUND CONTROL” en druk vervolgens op @ / #.
Het menu SOUND CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “BAL.” (balans).
4. Druk op @ / # om de balans aan te passen.
5. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwijnt.
Het basgeluid versterken (Zie ook pagina 12)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / / @ / # drukt.
2. Druk op % / om te verplaatsen naar de
Nederlands
vermelding “SOUND CONTROL” en druk vervolgens op @ / #.
Het menu SOUND CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “BASS BOOST”.
4. Druk op @ / # om voor basversterkingsfunctie de instelling “ON” of “OFF” te selecteren.
5. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is
verdwenen.
Het invoersignaal dempen (Zie ook pagina 12)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / / @ / # drukt.
2. Druk op % / om naar de vermelding “SOUND CONTROL” te verplaatsen en druk vervolgens op @ / #.
Het menu SOUND CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “INPUT ATT.”.
4. Druk op @ / # om het aangepaste invoersignaal in te schakelen “ATT ON” of de standaardinstelling te behouden “NORMAL”.
5. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm verdwijnt.
35
SOUND CONTROL
SURROUND LEVEL SEA  BAL.:R-21 BASS BOOST : OFF INPUT ATT : NORMAL SUBWFR LEVEL: 0
NEXT PAGE
SOUND CONTROL
SURROUND LEVEL SEA  BAL.:R-21 BASS BOOST : OFF INPUT ATT : NORMAL SUBWFR LEVEL: 0
NEXT PAGE
SOUND CONTROL
SURROUND LEVEL SEA  BAL.:R-21 BASS BOOST : OFF INPUT ATT : NORMAL SUBWFR LEVEL: 0
NEXT PAGE
dB
:OPERATE
dB
:OPERATE
dB
:OPERATE
Het uitvoerniveau van de subwoofer wijzigen
(Zie ook pagina 12)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een van de toetsen % / / @ / # drukt.
2. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “SOUND CONTROL” en druk vervolgens op @ / #.
Het menu SOUND CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “SUBWFR LEVEL”.
4. Druk op @ / # om het uitvoerniveau van de subwoofer aan te passen.
5. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwenen.
De DSP-modi aanpassen (Zie ook pagina 28 – 31)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / / @ / # drukt.
2. Druk op % / om te verplaatsen naar de instelling “MODE”.
3. Druk op @ / # om de DSP-modus te selecteren die u wilt aanpassen.
• In dit voorbeeld is
“THEATER” geselecteerd.
4. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “SOUND CONTROL” en druk vervolgens op @ / #.
Het menu SOUND CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
5. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “SURROUND LEVEL” en druk vervolgens op @ / #.
Het menu SURROUND LEVEL verschijnt op het
beeldscherm.
6. Druk op % / om te verplaatsen naar het item dat u wilt instellen of aanpassen. Druk vervolgens op @ / #.
In de aanpassingsmenu’s kunt u de volgende handelingen verrichten:
V oor 3D-PHONIC
“DSP EFFECT”: Hiermee selecteert u het
(3D ACTION, 3D THEATER):
effectniveau.
Voor DAP (LIVE CLUB, DANCE CLUB, HALL, PAVILION):
SURROUND LEVEL
:OPERATE
CENTER LEVEL: 0
dB
REAR L LEVEL: +6
dB
REAR R LEVEL: 4
dB
SEA
SEA MODE :ROCK SEA ADJUST          
:OPERATE
100 10kHz1k
“REAR L LEVEL”: Hiermee past u het uitvoerniveau
“REAR R LEVEL”: Hiermee past u het uitvoerniveau
“DSP EFFECT”: Hiermee selecteert u het
Voor Dolby Pro Logic:
“TEST TONE”: Hiermee brengt u een testtoon ten “CENTER LEVEL”:
“REAR L LEVEL”: Hiermee past u het uitvoerniveau
“REAR R LEVEL”:
Voor Dolby Digital, DTS Digital Surround en MPEG Multichannel:
“TEST TONE”: Hiermee brengt u een testtoon ten
“CENTER LEVEL”:
“REAR L LEVEL”: Hiermee past u het uitvoerniveau
“REAR R LEVEL”:
Voor JVC Theater Surround:
“TEST TONE”: Hiermee brengt u een testtoon ten “CENTER LEVEL”:
“REAR L LEVEL”: Hiermee past u het uitvoerniveau
“REAR R LEVEL”: “DSP EFFECT”: Hiermee selecteert u het
Opmerkingen:
*
Wordt niet weergegeven wanneer voor “REAR SPK” de instelling “NONE” is geselecteerd (zie pagina 14).
**
Wordt niet weergegeven wanneer voor “CENTER SPK” de instelling “NONE” is geselecteerd (zie pagina 14).
7. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwijnt.
De afspeelmodus DVD MULTI activeren
(Zie ook pagina 33)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / / @ / # drukt.
2. Druk op % / om naar de vermelding “SOURCE” te verplaatsen.
3. Druk op @ / # om de vermelding “DVD MULTI” te selecteren.
4. Druk op % / om vermelding “SOUND CONTROL” en druk vervolgens op @ / #.
Het menu SOUND CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
van de luidspreker linksachter aan.*
van de luidspreker rechtsachter aan.*
effectniveau.
gehore. Hiermee past u het uitvoerniveau van de luidspreker in het midden aan.**
van de luidspreker linksachter aan.* Hiermee past u het uitvoerniveau van de luidspreker rechtsachter aan.*
gehore. Hiermee past u het uitvoerniveau van de luidspreker in het midden aan.**
van de luidspreker linksachter aan.* Hiermee past u het uitvoerniveau van de luidspreker rechtsachter aan.*
gehore. Hiermee past u het uitvoerniveau van de luidspreker in het midden aan.**
van de luidspreker linksachter aan.* Hiermee past u het uitvoerniveau van de luidspreker rechtsachter aan.*
effectniveau.
te verplaatsen naar de
5. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “SURROUND LEVEL” en druk vervolgens op @ / #.
Het menu SURROUND LEVEL verschijnt op het beeldscherm.
6. Druk op % / om naar de vermelding van uw keuze te verplaatsen en deze in te stellen of aan te passen. Druk vervolgens op @ / #.
In dit menu hebt u de volgende mogelijkheden:
“CENTER LEVEL”:Het uitvoerniveau van de luidspreker in
het midden aanpassen.
“REAR L LEVEL”: Het uitvoerniveau van de luidspreker
linksachter aanpassen.
“REAR R LEVEL”: Het uitvoerniveau van de luidspreker
rechtsachter aanpassen.
7. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm verdwijnt.
Uw favoriete SEA-modus selecteren
(Zie ook pagina 24)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / / @ / # drukt.
2. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “SOUND CONTROL” en druk vervolgens op @ / #.
Het menu SOUND CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “SEA” en druk vervolgens op @ / #.
Het menu SEA verschijnt op het beeldscherm.
4. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “SEA MODE”.
5. Druk op @ / # om de SEA-modus van uw keuze te selecteren.
6. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwenen.
Zelf een SEA-modus maken (Zie ook pagina 24)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / / @ / # drukt.
2. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “SOUND CONTROL” en druk vervolgens op @ / #.
Het menu SOUND CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “SEA” en druk vervolgens op @ / #.
Het menu SEA verschijnt op het beeldscherm.
36
Nederlands
4. Druk op % / fi om te verplaatsen naar de
SEA ADJUST SEA USERMODE
vermelding “SEA ADJUST”.
Het menu SEA ADJUST verschijnt op het beeldscherm.
100 10kHz1k
SET
:MEMORY
5. Druk op % / / @ / # om de SEA-modus aan uw wensen aan te passen.
@ / # : Hiermee selecteert u het frequentiebereik. % / fi : Hiermee past u het frequentieniveau aan.
6.
Druk op de toets SET om de instelling op te slaan onder de naam SEA USERMODE.
• Als u op dit punt op de toets EXIT drukt zonder eerst op de
toets SET te hebben gedrukt, kunt u nog terugkeren naar het menu SEA. (De aanpassing die u hebt gemaakt, treedt wel in werking maar is dan niet opgeslagen in het geheugen.)
7. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwenen.
“CROSSOVER”: De overgangsfrequentie instellen (zie
pagina 15).
“LFE ATT.”: De overgangsfrequentie instellen (zie
pagina 15).
“COMP.”: De instelling voor het dynamische
bereik opgeven (zie pagina 15).
“DIGITAL 1/2/3”: De instelling voor de digitale ingangen
opgeven (zie pagina 16).
“FL DISP.”: Hiermee geeft u de tekstuele
informatie op de display weer (zie pagina 17).
Opmerkingen:
*
Niet aanpasbaar wanneer voor “CENTER SPK” de instelling “NONE” is geselecteerd (zie pagina 14).
**
Niet aanpasbaar wanneer voor “REAR SPK” de instelling “NONE” is geselecteerd (zie pagina 14).
4. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwenen.
De basisinstellingen opgeven (Zie ook pagina 13
en 17)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een van de toetsen % / / @ / # drukt.
2. Druk op % / om
Nederlands
te verplaatsen naar de vermelding “SETTING” en druk vervolgens op @ / #.
Het menu SETTING 1 of SETTING 2 verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op % / fi om te verplaatsen naar het item dat u wilt instellen of aanpassen en druk vervolgens op @ / # .
• Als u naar het menu
SETTING 2 wilt gaan, moet u
naar de vermelding “NEXT PAGE” (volgende pagina)
verplaatsen en op @ / # drukken.
• Als u terug wilt gaan naar het menu SETTING 1, moet u
naar de vermelding “PREVIOUS PAGE” (vorige pagina) verplaatsen en op @ / # drukken.
In het menu SETTING 1 en SETTING 2 kunt u de volgende handelingen verrichten:
“SUBWOOFER”: De informatie over de subwoofer
“FRONT SPK”: De informatie over de luidsprekers aan
“CENTER SPK”: De informatie over de luidspreker in
“REAR SPK”:
“CNTR DELAY”: De vertragingstijd aanpassen van de
“REAR DELAY”: De vertragingstijd aanpassen van de
SETTING 1
SUBWOOFER : NO FRONT SPK : LARGE CENTER SPK : SMALL REAR SPK : LARGE CNTR DELAY : 3msec REAR DELAY : 5msec CROSSOVER :100
NEXT PAGE
SETTING 2
LFE ATT. : 0 COMP. : MID DIGITAL 1 : DVD DIGITAL 2 : CD DIGITAL 3 : TV FL DISP. : NORMAL
PREVIOUS PAGE
Hz
:ENTER
dB
:ENTER
registeren (zie pagina 13).
de voorzijde registeren (zie pagina 14).
het midden registeren (zie pagina 14). De informatie over de luidspreker s aan de achterzijde registreren (zie pagina 14).
luidspreker in het midden (zie pagina 14).*
luidsprekers aan de achterzijde (zie pagina 14).**
De tuner bedienen (Zie ook pagina 19 en 20)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een van de toetsen % / / @ / # drukt.
2. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “TUNER CONTROL” en druk op @ / #.
TUNER CONTROL
 PRESET CH : 1 BAND :FM FREQUENCY : 87.50 FM MODE :AUTO MUTING
PRESET MEMORY
MHz
Het menu TUNER CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
:OPERATE
3. Druk op % / om te verplaatsen naar het item dat u wilt instellen of aanpassen. Druk vervolgens op @ / #.
In het menu TUNER CONTROL kunt u de volgende handelingen verrichten:
“PRESET CH”: Hiermee selecteert u een
voorkeurzender. “BAND”: Hiermee selecteert u de radioband. “FREQUENCY”: Hiermee kunt u handmatig op een
station afstemmen. “FM MODE”: Hiermee selecteert u de FM-
ontvangstmodus.* “PRESET MEMORY”: Zie de paragraaf “Voorkeurzenders
in het geheugen opslaan” op de
volgende pagina.
Opmerking:
*
Wordt niet weergegeven wanneer u een AM (MG/LG)-station hebt geselecteerd.
4. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwijnt.
37
Voorkeurzenders in het geheugen opslaan
(Zie ook pagina 19)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een van de toetsen % / / @ / # drukt.
2. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “TUNER CONTROL” en druk vervolgens op @ / #.
Het menu TUNER CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
3. Stem in het menu TUNER CONTROL af op een station. Raadpleeg de paragraaf “De tuner bedienen” op de vorige pagina.
4. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “PRESET MEMORY” en druk vervolgens op @ / #.
Het menu PRESET MEMORY verschijnt op het beeldscherm.
PRESET MEMORY
FM 87.50  PRESET CH : CH 1 PRESET NAME: WABC
MHz
:AUTO MUTING
:MEMORY
SET
:OPERATE
5. Druk op @ / # om een nummer aan het radiostation toe te kennen.
6. Druk op de toets SET om de instelling op te slaan.
7. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwijnt.
Voorkeurzenders een naam geven (Zie ook
pagina 20)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / / @ / # drukt.
2. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “TUNER CONTROL” en druk vervolgens op @ / #.
Het menu TUNER CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
6. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “PRESET NAME” en druk vervolgens op de toets SET.
PRESET MEMORY
FM 87.50  PRESET CH : CH 1 PRESET NAME: A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0
SPACE
MHz
:AUTO MUTING
:ENTER
SET
:OPERATE
Het menu met tekens verschijnt op het beeldscherm.
7. Druk op % / / @ / # om te verplaatsen naar de positie vóór het teken dat u wilt invoeren.
Afgezien van tekens kunt u ook de volgende bewerkingen uitvoeren:
: Een spatie invoeren
: Een teken wissen
8. Druk op de toets SET
9. Herhaal stap 7 en 8
: Naar de positie van het vorige of het volgende
teken gaan
PRESET MEMORY
om het geselecteerde teken in te voeren.
voor elk teken dat u
FM 87.50  PRESET CH : CH 1 PRESET NAME: ABCD A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
1 2 3 4 5 6 7 8 9 0
SPACE
wilt invoeren. U kunt
MHz
:AUTO MUTING
:MEMORY
SET
:OPERATE
maximaal vier tekens invoeren.
10.Druk op % / / @ / # om
te verplaatsen naar de vermelding “PRESET NAME” en druk vervolgens op de toets SET om de
TUNER CONTROL
 PRESET CH : 1 ABCD BAND :FM FREQUENCY : 87.50 FM MODE :AUTO MUTING
PRESET MEMORY
:ENTER
instelling op te slaan.
Het menu TUNER CONTROL verschijnt weer op het beeldscherm.
11.Druk als u klaar bent herhaaldelijk op de toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is verdwenen.
CANCEL
CANCEL
Nederlands
MHz
3. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “PRESET CH”.
4. Druk op @ / # om een voorkeurzender te selecteren.
5. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “PRESET MEMORY” en druk vervolgens op @ / #.
Het menu PRESET MEMORY verschijnt op het beeldscherm.
PRESET MEMORY
FM 87.50  PRESET CH : CH 1 PRESET NAME: WABC
MHz
:AUTO MUTING
:MEMORY
SET
:OPERATE
Het is mogelijk de RDS-informatie op het beeldscherm van de TV weer te geven.
Voor meer informatie verwijzen we u naar pagina 21.
38

Het COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem

Met het COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem kunt u geluidsapparatuur van JVC bedienen via de afstandsbedieningssensor van de ontvanger.
Om van dit afstandsbedieningssysteem gebruik te maken, moet u de geluidsapparatuur van JVC niet alleen op de COMPU LINK-3 (SYNCHRO)-ingangen van de ontvanger aansluiten (zie afbeelding), maar ook gebruik maken van kabels met RCA­pinstekers (zie pagina 5 en 6).
• Zorg ervoor dat de stekkers van de netspanningskabels van de
geluidsapparatuur uit het stopcontact zijn verwijderd alvorens u deze apparaten op de ontvanger aansluit. Steek de stekkers pas weer in het stopcontact nadat alle verbindingen tot stand zijn gebracht.
CD-speler
Cassettedeck
of
MD-recorder
COMPU LINK – 3
(SYNCHRO)
Draaitafel
Nederlands
Opmerkingen:
• Als uw geluidsapparatuur over twee COMPU LINK-3-uitgangen
(SYNCHRO) beschikt, kunt u zelf bepalen welke u kiest. Als uw geluidsapparatuur over één COMPU LINK-3-uitgang (SYNCHRO) beschikt, moet u die zodanig aansluiten dat het het laatste apparaat in de reeks aangesloten apparaten is. (Bijvoorbeeld de draaitafel of CD-speler in de illustratie hierboven.)
• Als u het cassettedeck of de MD-recorder met het COMPU LINK-
afstandsbedieningssysteem wilt bedienen, moet u erop letten dat de juiste naam van de afspeelbron is geselecteerd. (Zie pagina 13.)
• Raadpleeg ook de handleidingen van de geluidsapparatuur die u
op de ontvanger aansluit.
Met dit afstandsbedieningssysteem kunt u de onderstaande vier functies uitvoeren.
Op afstand bedienen van JVC-apparatuur via de afstandsbedieningssensor van de ontvanger
Andere geluidsapparaten die op de ontvanger zijn aangesloten, kunnen met de afstandsbediening van de ontvanger worden bediend. Richt de afstandsbediening rechtstreeks op de sensor van de ontvanger. Een nadere uitleg treft u aan op pagina 45 en 46.
Automatisch in-/uitschakelen (Standby): alleen mogelijk bij een COMPU LINK-3-aansluiting
Zowel de CD-speler als het cassettedeck (of de MD-recorder) worden automatisch met het in- en uitschakelen (Standby) van de ontvanger in- en uitgeschakeld. Zodra u de ontvanger aanzet, zal ook de CD-speler of het cassettedeck (of de MD-recorder) worden ingeschakeld. Welk apparaat wordt ingeschakeld, hangt af van het feit welk apparaat het laatst ingeschakeld is geweest. Als u de ontvanger uitzet, worden zowel de CD-speler als het cassettedeck (of de MD-recorder) uitgeschakeld (d.w.z. in de Standby-modus gezet).
Synchrone opnames maken
Synchroon opnemen houdt in dat het cassettedeck (of de MD­recorder) automatisch begint op te nemen wanneer er een CD of een grammofoonplaat wordt gestart.
Als u een synchrone opname wilt maken, gaat u als volgt te werk:
1. Plaats een cassette in het cassettedeck (of een MD-schijf in de MD-recorder) en een CD in de CD-speler (of leg een grammofoonplaat op de draaitafel).
2. Druk op het cassettedeck (of de MD-recorder) tegelijkertijd op de opnametoets (¶) en op de pauzetoets (8).
Het cassettedeck (of de MD-recorder) is nu voorbereid om op te nemen. Als u niet tegelijkertijd op de opnametoets () en de pauzetoets (8) drukt, kunt u geen synchrone opname maken.
3. Druk op de CD-speler of op de draaitafel op de afspeeltoets (3).
De ontvanger schakelt over naar de bron die u selecteert en zodra het afspelen begint, start het cassettedeck (of de MD­recorder) de opname. Als het afspelen stopt, onderbreekt het cassettedeck (of de MD-recorder) het opnemen door in de pauzestand te gaan staan. Na circa 4 seconden zal het opnemen worden beëindigd.
Opmerkingen:
• Tijdens het maken van een synchrone opname, kunt u niet
overschakelen naar een andere bron.
• Als tijdens het maken van een synchrone opname de stroom van
een van de geluidsapparaten uitvalt of wordt uitgeschakeld, kan het zijn dat het COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem niet meer naar behoren functioneert. In zo’n geval moet u de opname weer van voren af aan starten.
Automatische selectie van de afspeelbron
Als u op een aangesloten geluidsapparaat of op de afstandsbediening van dat apparaat op de afspeeltoets Play (3) drukt, activeert de ontvanger dat apparaat automatisch en schakelt het in. Als u daarentegen een nieuwe bron op het paneel aan de voorzijde van de ontvanger of met de afstandsbediening selecteert, begint het geselecteerde apparaat meteen te spelen. In beide gevallen blijft de bron die op het moment van uw keuze al was geselecteerd nog enige seconden zonder geluid doorspelen.
39

Het TEXT COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem

Het TEXT COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem is een nieuwe uitvinding die is ontwikkeld om gebruik te kunnen maken van de tekstinformatie die ligt opgeslagen op CD’s (CD Text met behulp van deze informatie en het TEXT COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem via de ontvanger worden bediend.
*
) en MD’s. De CD-speler en MD-recorder kunnen
AANSLUITINGEN:
Om dit afstandsbedieningssysteem te kunnen gebruiken, dient u de CD-speler en/of MD-recorder volgens de onderstaande procedure aan te sluiten.
1. Als u de stekker van de netspanningskabel van de CD-speler, MD-recorder en deze ontvanger in het stopcontact hebt gestoken, moet u die eerst verwijderen.
2. Sluit de CD-speler, MD-recorder en de ontvanger als volgt aan op de COMPU LINK-3 (SYNCHRO)­uitgangen en TEXT COMPU LINK-uitgangen.
1) COMPU LINK-3 (SYNCHRO)-uitgangen: Gebruik kabels
met mini-stekers (mono). (Deze kabels zijn niet meegeleverd.)
CD-speler
MD-recorder
COMPU LINK – 3
(SYNCHRO)
2) TEXT COMPU LINK-uitgangen: Gebruik kabels met
mini-stekers (stereo). (Deze kabels zijn niet meegeleverd.)
FUNCTIES:
Met dit afstandsbedieningssysteem kunt u de onderstaande functies uitvoeren.
Informatie van CD of MD op het beeldscherm van de TV weergeven
Informatie die op de CD of MD ligt opgeslagen zoals de naam van de zanger(es) en de titel van de CD of MD worden op het beeldscherm van de TV weergegeven. (Titels van tracks worden alleen weergegeven indien een CD Text is geselecteerd.)
CD’s doorzoeken: alleen voor CD-spelers
Met dit afstandsbedieningssysteem kunt u CD’s doorzoeken op de naam van een zanger(es), de titel van een CD en het genre muziek. Met deze zoekfunctie kunt u heel gemakkelijk de CD of zanger(es) vinden waar u naar op zoek bent.
Titels voor CD’s en MD’s invoeren:
Als uw CD-speler of MD-recorder is uitgerust met een geheugenfunctie is het mogelijk om de onderstaande informatie voor gewone geluids-CD’s en -MD’s op te slaan en op het beeldscherm van een TV weer te geven.
• Voor CD’s: Naam van de uitvoerend artiest, titel van de CD/MD en het muziekgenre.
• Voor MD’s: Titel van de CD/MD en titels van songs.
*
Wat is een CD Text?
In een CD Text ligt informatie opgeslagen over de CD, zoals de titel van de CD, de naam van de zanger(es), dirigent, enzovoort.
Nederlands
CD-speler
MD-recorder
TEXT
COMPU LINK
3. Sluit de CD-speler , MD-recorder en deze ontvanger zoals beschreven (op pagina 5 en 6). Maak daarbij gebruik van de kabels met RCA-pinstekers.
4. Steek de stekkers van de netspanningskabels van de bovengenoemde apparaten weer in het stopcontact.
5. Als u deze apparaten voor de eerste keer inschakelt, moet u eerst de randapparatuur inschakelen en daarna de ontvanger.
Opmerkingen:
• Als uw geluidsapparatuur over twee COMPU LINK-3-uitgangen (SYNCHRO) beschikt, kunt u zelf bepalen welke u kiest. Als uw geluidsapparatuur over één COMPU LINK-3-uitgang (SYNCHRO) beschikt, moet u die zodanig aansluiten dat het het laatste apparaat in de reeks aangesloten apparaten is. (Dit is bijvoorbeeld het geval bij de CD-speler in de afbeelding hiernaast.)
• Als uw geluidsapparatuur over twee TEXT COMPU LINK-uitgangen beschikt, kunt u zelf bepalen welke u kiest. Als uw geluidsapparatuur over één TEXT COMPU LINK-uitgang beschikt, moet u die zodanig aansluiten dat het het laatste apparaat in de reeks aangesloten apparaten is. (Dit is bijvoorbeeld het geval bij de CD-speler in de afbeelding hiernaast.)
• “TEXT COMPULINK SOURCE NOT CONNECTED” verschijnt in de volgende gevallen in het weergavevenster: – Wanneer de verbindingen die links zijn uitgelegd niet correct zijn
gemaakt.
– Wanneer u probeert de TEXT COMPU LINK-functie vier
seconden na het inschakelen van verbonden apparatuur te gebruiken. Dit is geen storing van de eenheid.
• Raadpleeg ook de handleidingen van de CD-speler en MD-recorder die u op de ontvanger aansluit.
BELANGRIJK:
Als u nadat u de andere apparatuur hebt aangesloten eerst de ontvanger inschakelt in plaats van eerst de andere apparatuur, zult u merken dat het TEXT COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem niet goed functioneert. Mocht dit gebeuren, dan raden we u aan de volgende stappen te volgen:
1. Schakel alle apparatuur uit, ook de ontvanger.
2. Schakel de aangesloten apparatuur in.
3. Schakel de ontvanger in.
40
BEDIENING
Om dit afstandsbedieningssysteem te kunnen gebruiken, dient u de TV aan te sluiten op de uitgang MONITOR OUT aan de achterzijde van de ontvanger (zie pagina 7) en de invoermodus van de TV in de juiste stand te zetten voor de ontvanger waarop die is aangesloten.
Zorg ervoor dat u de CD-speler of MD-recorder die is uitgerust met het TEXT COMPU LINK­afstandsbedieningssysteem hebt aangesloten. Als dit niet is gebeurd, kunt u deze functies niet gebruiken.
Toetsen voor de scherm-menu’s (op de afstandsbediening)
TV/CATV/DBS
ANALOG/DIGITAL
CENTER
123
MENU
TEST REAR-L
456
ENTER
EFFECT REAR-R
/P
89
7
SEA MODE
SUBWOOFER
10
0
RETURN
FM MODE
SET
CHANNEL VOLUMETV VOL
TAPE/MD
VCR
CONTROL
PLAY
PTY SEARCH
STOP PAUSE
DISPLAY MODE
VCR
SLEEP
+10
100+
AUDIO/ TV/VCR
CATV/DBS
TEXT
DISPLAY
MUTING
FF/
MENU
SET
EXIT
Nederlands
DVD DVD MUILTI CD TAPE/MD
TV/DBS PHONO FM/AM
VCR
SURROUND
ON/OFF
SURROUND
MODE
CD-DISC
SOUND
MENU
EXIT
TV/VIDEO
/REW
PTY PTY
REC
RM-SRX7000R REMOTE CONTROL
Informatie van CD of MD op het beeldscherm
van de TV weergeven
Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl de vermelding “CD” of “MD” als afspeelbron op de display wordt weergegeven.
Het venster met informatie over de CD of MD verschijnt op het beeldscherm.
1
2
3
4 5
TEXT
DISPLAY
1 De naam van de afspeelbron: CD of MD 2 Selecteer
of en druk vervolgens op de toets SET
om een andere CD of MD te kiezen.
3 Nummers en titels van de tracks.
• De track die momenteel wordt afgespeeld (is geselecteerd) wordt in geel aangegeven.
• Als u
naar een track-nummer verplaatst, kunt u met @ / # andere informatie over de track weer g e ven. Elke keer dat u op de toets drukt, springt u heen en weer tussen de titel van de track en de naam van de zanger(es). (Als u op de toets SET drukt, begint de track te spelen.)
4 Selecteer deze vermelding (verplaats
naar voren) en druk op de toets SET om naar het venster DISC SEARCH te gaan (zie pagina 42).
5 Selecteer deze vermelding (verplaats
naar voren) en druk op de toets SET om naar het venster TITLE INPUT te gaan (zie pagina 43).
6 Dit verschijnt alleen als er een CD-tekst is geselecteerd. 7 Informatie over de CD of MD, zoals de naam van de
zanger(es), dirigent, genre muziek. Als u deze vermelding selecteert (
naar voren) en op @ / # drukt, kunt u de informatie over de CD of MD wijzigen. Elke keer dat u op deze toets drukt, verandert de informatie (zie “Opmerking over 7”).
8 Selecteer
of en druk op de toets SET om een
andere track te kiezen.
9 De toetsen en bijbehorende functies die u in dit venster
kunt gebruiken. W elk e informatie op het beeldscherm w ordt weerg e geven, hangt af van wat er is geselecteerd (het symbool
staat voor
het geen is geselecteerd). Zie “Opmerking over 9”.
Opmerking over 7:
De volgende informatie wordt op het beeldscherm weergegeven:
• Voor CD’s met CD Text — titel van de CD, artiest, genre, song writer, componist, arrangeur, en andere tekstinformatie. Alleen opgenomen informatie kan worden weergegeven. Als er geen gegevens zijn, wordt de vermelding “NO DATA” weergegeven.
• Voor MD’s — titel van de MD Als er geen gegevens zijn, wordt de vermelding “NO DATA” weergegeven.
Opmerking over 9:
Met de toets SET kunt u bijvoorbeeld het afspelen in gang zetten (PLAY), naar het volgende venster gaan (ENTER) en selecties maken (ENTER).
Om het scherm Disc Information te verlaten:
Druk op de toets EXIT.
6
7
8
9
Opmerkingen:
• Het scherm-menu verdwijnt onder de volgende omstandigheden: – als er ongeveer 10 minuten geen handelingen zijn verricht. – als u een andere handeling verricht dan in dit deel van de
handleiding wordt beschreven.
• Om de MD-recorder met behulp van het TEXT COMPU LINK­afstandsbedieningssysteem te bedienen, moet u de naam van de afspeelbron op de display wijzigen van “TAPE” in “MD”. (Zie pagina
13.)
• In het scherm-menu kunnen geen tekens met accenten worden weergegeven.
41
CD’s doorzoeken (alleen voor CD-spelers)
Een CD zoeken op de naam van een zanger(es):
1. Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl de vermelding “CD” als afspeelbron op de display wordt weergegeven.
Het scherm Disc Information verschijnt op de TV.
2. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “SEARCH” en druk vervolgens op de toets SET.
Het venster DISC SEARCH verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “PERFORMER” en
druk vervolgens op de toets SET.
Het venster PERFORMER SEARCH verschijnt op het beeldscherm.
4. Druk op % / / @ / # om vóór de positie van het eerste teken te plaatsen van de zanger(es) waar u naar wilt zoeken. Druk vervolgens op de toets SET.
Als u een onjuist teken hebt ingevoerd en dit wilt herstellen,
moet u op % / / @ / # drukken, juiste teken plaatsen en vervolgens op de toets SET drukken.
Opmerking:
Het is niet mogelijke te zoeken met bijzondere tek ens als @, # of $.
vóór de positie van het
5. Druk nogmaals op de toets SET.
De zoekfunctie treedt in werking. V ervolgens verschijnt het venster SEARCH RESULT op het beeldscherm met de zoekresultaten.
6. In het venster SEARCH RESULT kunnen de volgende handelingen worden verricht:
Andere informatie over de CD zichtbaar maken: Druk op
% / om vervolgens op @ / #. Elke keer dat u op @ / # drukt, schakelt u heen en weer tussen de naam van de zanger(es) en de titel van de CD.
Een CD afspelen en naar het venster met informatie over
de CD gaan (zie pagina 41): Druk op % / om verplaatsen naar een doorzochte CD en druk vervolgens op de toets SET.
Informatie over CD’s zichtbaar maken die niet in het
venster passen (als er als gevolg van de zoekopdracht meer dan 5 CD’s worden gevonden): Moet u op % / drukken tot
deze op het beeldscherm verschijnen.
Terug gaan naar het venster PERFORMER SEARCH:
Druk op de toets EXIT.
te verplaatsen naar een doorzochte CD en druk
te
Een CD zoeken op titel:
1. Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl de vermelding “CD” als afspeelbron op de display wordt weergegeven.
Het scherm Disc Information verschijnt op de TV.
2. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “SEARCH” en druk vervolgens op de toets SET.
Het venster DISC SEARCH verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “DISC TITLE” en druk vervolgens op de toets SET.
Het venster DISC TITLE SEARCH verschijnt op het beeldscherm.
4. Druk op % / / @ / # om vóór de positie van het eerste teken te plaatsen van de CD-titel waar u naar wilt zoeken. Druk vervolgens op de toets SET.
Als u een onjuist teken hebt ingevoerd en dit wilt herstellen,
moet u op % / / @ / # drukken, juiste teken plaatsen en vervolgens op de toets SET drukken.
Opmerking:
Het is niet mogelijke te zoeken met bijzondere tek ens als @, # of $.
vóór de positie van het
5. Druk nogmaals op de toets SET.
De zoekfunctie treedt in werking. V erv olgens verschijnt het venster SEARCH RESULT op het beeldscherm met de zoekresultaten.
6. In het venster SEARCH RESULT kunnen de volgende handelingen worden verricht:
Andere informatie over de CD zichtbaar maken: Druk op
% / om vervolgens op @ / #. Elke keer dat u op @ / # drukt, schakelt u heen en weer tussen de naam van de titel van de CD en de zanger(es).
Een CD afspelen en naar het venster met informatie over
de CD gaan (zie pagina 41): Druk op % / om verplaatsen naar een doorzochte CD en druk vervolgens op de toets SET.
Informatie over CD’s zichtbaar maken die niet in het
venster passen (als er als gevolg van de zoekopdracht meer dan 5 CD’s worden gevonden): Moet u op % / drukken tot
deze op het beeldscherm verschijnen.
Terug gaan naar het venster DISC TITLE SEARCH: Druk
op de toets EXIT.
te verplaatsen naar een doorzochte CD en druk
te
Nederlands
42
Een CD zoeken op genre:
1. Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl de vermelding “CD” als afspeelbron op de display wordt weergegeven.
Het scherm Disc Information verschijnt op de TV.
2. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “SEARCH” en druk vervolgens op de toets SET.
Het venster DISC SEARCH verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op % / om te verplaatsen naar de vermelding “GENRE”
en druk vervolgens op de toets SET.
Het venster GENRE SEARCH verschijnt op het beeldscherm.
4. Druk op % / om vóór de positie van het eerste teken te plaatsen van het genre waar u naar wilt zoeken. Druk vervolgens op de toets
Nederlands
SET.
Als u genres wilt weergegeven die u nog niet hebt bek eken,
moet u op % / drukken tot deze op het beeldscherm worden weergegeven.
De zoekfunctie treedt in werking. Vervolgens verschijnt het venster SEARCH RESULT op het beeldscherm met de zoekresultaten.
5. In het venster SEARCH RESULT kunnen de volgende handelingen worden verricht:
Andere informatie over de CD zichtbaar maken: Druk op
% / om vervolgens op @ / #. Elke keer dat u op @ / # drukt, schakelt u heen en weer tussen de naam van de zanger(es) en de titel van de CD.
Een CD afspelen en naar het venster met informatie over
de CD gaan (zie pagina 41): Druk op % / om verplaatsen naar een doorzochte CD en druk vervolgens op de toets SET.
Informatie over CD’s zichtbaar maken die niet in het
venster passen (als er als gevolg van de zoekopdracht meer dan 5 CD’s worden gevonden): Moet u op % / drukken
tot deze op het beeldscherm verschijnen.
Terug gaan naar het venster GENRE SEARCH: Druk op
de toets EXIT.
te verplaatsen naar een doorzochte CD en druk
Informatie over CD’s en MD’s invoeren
Voor de CD-speler met de disc-geheugenfunctie:
De geheugenfunctie voor CD’s en MD’s kan via deze ontvanger worden gebruikt. Informatie van normale muziek-CD’s zoals de naam van de zanger(es), de titel van een CD en het genre muziek wordt opgeslagen in het geheugen dat in de CD-speler is ingebouwd. Voor meer informatie over het geheugen van de CD-speler verwijzen we u naar de handleiding die bij de CD-speler werd meegeleverd.
• De naam van de zanger(es), de titel en het genre muziek staan meestal in de CD Text. Als er echter geen genre in de CD Text van een CD staat, kunt u die desgewenst zelf invoeren.
Opmerking:
Het is wel mogelijk titels in te voeren in het venster TITLE INPUT, maar het is niet mogelijk deze titels op te slaan in een CD Text.
Voorbeeld: Voer de volgende informatie in voor Disc 1
Performer: “MICHAEL” Disc Title: “MY FAVORITE”
1. Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl de
vermelding “CD” als afspeelbron op de display wordt weergegeven.
Het scherm Disc Information verschijnt op de TV.
2. Druk op % / om te
verplaatsen naar de vermelding “TITLE INPUT” en druk vervolgens op de toets SET.
Het venster TITLE INPUT: PERFORMER verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op % / / @ / # om vóór de positie van
het eerste teken te plaatsen dat u wilt invoeren. Druk vervolgens op de toets SET om het geselecteerde teken in te voeren.
Als de CD een CD Text is, moet u nu naar stap 5 gaan zonder de naam van de zanger(es) in te voeren.
Als u kleine letter wilt invoeren, moet u op % / / @ / # drukken om toets SET drukken.
Als u weer hoofdletters wilt invoeren, moet u op % / / @ / # drukken om toets SET drukken.
te
naar te verplaatsen en vervolgens op de
naar te verplaatsen en vervolgens op de
43
4. Herhaal stap 3 tot u een
naam hebt ingevoerd (maximaal 32 tekens).
Als u een spatie wilt invoeren,
moet u op % / / @ / # drukken om naar toets SET drukken.
Een onjuist ingevoerd teken corrigeren:
1) Druk op % / / @ / # om en druk vervolgens op de toets SET tot u het onjuist ingevoerde teken hebt geselecteerd.
2) Druk op % / / @ / # om en druk vervolgens op de toets SET als u het onjuist ingevoerde teken wilt wissen.
3) Druk op % / / @ / # om vóór het correcte teken en druk vervolgens op de toets SET om dit teken in te voeren.
te verplaatsen
en vervolgens op de
te verplaatsen naar + of =,
te verplaatsen naar ,
te verplaatsen naar de positie
5. Druk op % / / @ / # te verplaatsen
om naar de vermelding “DISC 1: MICHAEL
(in dit voorbeeld)” en druk vervolgens op de
toets SET.
Het venster TITLE INPUT: DISC TITLE verschijnt op het beeldscherm.
6. Voer de titel van de CD
in. Volg hiertoe stap 3 en 4.
Als de CD een CD Text betreft, moet u nu naar de volgende stap gaan zonder een titel in te voeren.
Voor de MD-recorder:
Het is mogelijk om informatie zoals de titels en namen van zangers of zangeressen op de MD te zetten. Het is alleen mogelijk een track een titel te geven als u die track hebt geselecteerd.
• Als u een gecombineerd CD/MD-deck hebt, is het ook mogelijk om de informatie over zangers en zangeressen, titels, muziekgenres, enzovoort, van normale muziek-CD’s op te slaan in het geheugen van het gecombineerde CD/MD-deck. (Volg hiertoe de procedure die staat beschreven in “Voor de CD-speler met de disc-geheugenfuctie” op pagina 43.)
• Als u de titel wijzigt van een muziekstuk of MD die uit meer dan 32 tekens bestaat, worden de tekens na het 32e teken uit de titel gewist.
1. Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl de
vermelding “MD” als afspeelbron op de display wordt weergegeven.
Het scherm Disc Information verschijnt op de TV.
2. Druk op % / om
te verplaatsen naar de vermelding “TITLE INPUT” en druk vervolgens op de toets SET.
Het venster DISC TITLE INPUT verschijnt op het beeldscherm.
3. Voer de titel in. Zie
stap 3 en 4 in “Voor de CD-speler met de disc­geheugenfunctie” op pagina 43.
• Er kunnen maximaal 32 tekens voor de titel van de MD worden ingevoerd.
Nederlands
7. Druk op % / / @ / # te verplaatsen
om naar de vermelding
“DISC 1: MY FAVORITE (in dit voorbeeld)” en druk vervolgens op de toets SET.
Het venster TITLE INPUT: DISC1 GENRE verschijnt op het beeldscherm.
8. Druk op % / om te verplaatsen naar het
4. Druk op % / / @ / # naar de titel van
om de MD te verplaatsen die u zojuist hebt ingevoerd en druk vervolgens op de toets SET.
De titel van de MD wordt nu in het geheugen opgeslagen en het venster SONG TITLE INPUT voor de geselecteerde track verschijnt op het beeldscherm.
• U kunt nu een titel voor de geselecteerde track invoeren. (De geselecteerde track wordt in geel op het beeldscherm weergegeven.)
genre van uw keuze en druk vervolgens op de toets SET.
Het venster met informatie over de CD verschijnt weer op het beeldscherm.
Als u genres wilt zien die u nog niet hebt bekeken, moet u op % / drukken tot deze op het beeldscherm verschijnen.
5. Voer de titel van het liedje in. Zie stap 3 en 4 in “Voor de CD-speler met de disc-geheugenfunctie” op pagina 43.
• Er kunnen maximaal 32 tekens voor de titel van de track
worden ingevoerd.
6. Druk op % / / @ / # om te verplaatsen naar de titel van de track die u zojuist hebt ingevoerd en druk vervolgens op de toets SET.
De titel van de track wordt nu in het geheugen opgeslagen en het venster met informatie over de MD verschijnt weer op het beeldscherm.
44

Andere apparatuur van JVC bedienen

Met de afstandsbediening van deze ontvanger kunnen ook andere audio- en beeldapparaten van JVC worden bediend omdat de signalen die voor het bedienen van andere JVC-apparaten nodig zijn standaard in de afstandsbediening zijn ingebouwd.
Geluidsapparatuur bedienen
BELANGRIJK:
Om geluidsapparatuur van JVC met deze afstandsbediening te kunnen bedienen:
• Moet u de geluidsapparatuur van JVC niet alleen aansluiten op de COMPU LINK-3 (SYNCHRO)-uitgangen (zie pagina 39) maar ook gebruik maken van kabels met RCA-pinstekers (zie pagina 5 en 6).
• Moet u de afstandsbediening rechtstreeks op de afstandsbedieningssensor van de ontvanger richten.
• Als u de toetsen op het bedieningspaneel aan de voorzijde of de menufuncties gebruikt om een afspeelbron te selecteren, kunt u het desbetreffende apparaat niet met de afstandsbediening bedienen. Als u een afspeelbron met de afstandsbediening wilt bedienen, moet u het desbetreffende apparaat met behulp van de afstandsbediening selecteren.
• Om het cassettedeck of de MD-recorder met het COMPU LINK­afstandsbedieningssysteem te bedienen, moet u de naam van de afspeelbron correct instellen (zie pagina 13).
• Raadpleeg ook de handleiding van het apparaat dat u met de afstandsbediening wilt bedienen.
TV/CATV/DBS
VCR
ANALOG/DIGITAL
SLEEP
CENTER
MENUMENU
ENTERENTER
/P 89
SUBWOOFER
+10
0
FM MODE
100+
AUDIO/ TV/VCR
CATV/DBS
SET
TEXT
DISPLAY
TAPE/MD
MUTING
CONTROL
FF/
PLAY
PTY SEARCH
STOP PAUSE
AUDIO/ TV/VCR
CATV/DBS
Controleer of de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de juiste stand staat. Als u een
audiosysteem, TV, videorecorder of DVD-speler wilt bedienen, moet u de
schakelknop in de stand “AUDIO/TV/VCR” zetten.
TV/DBS PHONO FM/AM
Nederlands
SURROUND
ON/OFF
SURROUND
CD-DISC
SOUND
DVD DVD MUILTI CD TAPE/MD
VCR
123
TEST REAR-L
MODE
456
EFFECT REAR-R
7
SEA MODE
10
RETURN
MENU
EXIT
CHANNEL VOLUMETV VOL
TV/VIDEO
VCR
/REW
PTY PTY
REC
DISPLAY MODE
RM-SRX7000R REMOTE CONTROL
Tuner
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten (mits de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” staat):
FM/AM: Hiermee schakelt u heen en weer tussen FM en AM (MG/
LG).
Nadat u op de toets FM/AM hebt gedrukt (en de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende handelingen verrichten:
1 – 10, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een voorkeurzender
selecteren. Druk voor kanaalnummer 5 op de toets met het cijfer 5. Druk voor kanaalnummer 15 op +10 en daarna op 5. Druk voor kanaalnummer 20 op +10 en daarna op 10.
FM MODE: Hiermee wijzigt u de FM-ontvangstmodus. PTY SEARCH: Hiermee kunt u met een PTY-code naar een
radioprogramma laten zoeken.
PTY – / +: Hiermee selecteert u een PTY-code. DISPLA Y MODE: Hiermee toont u de RDS-signalen.
Bediening van het geluid (versterker)
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten (mits de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” staat):
SURROUND ON/OFF: Hiermee schakelt u de surround-modi in of
uit — Dolby Pro Logic, Dolby Digital, DTS Digital Surround en MPEG Multichannel.
SURROUND MODE: Hiermee selecteert u een DSP-modus. Nadat u op de toets SOUND hebt gedrukt (en de schakelknop voor
de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende handelingen verrichten:
SEA MODE: Hiermee selecteert u een SEA-modus. SUBWOOFER – / +: Hiermee wijzigt u het uitvoerniveau van de
subwoofer.
CENTER – / +:Hiermee past u het uitvoerniveau van de
luidspreker in het midden aan.
REAR•L – / +: Hiermee past u het uitvoerniveau van de
luidspreker linksachter aan.
REAR•R – / +: Hiermee past u het uitvoerniveau van de luidspreker
rechtsachter aan.
EFFECT: Hiermee selecteert u het effectniveau. TEST: Hiermee schakelt u de testtoon.
Opmerking:
Druk nadat u het geluid hebt aangepast op de toets voor het selecteren van een afspeelbron of druk op de toets CD-DISC om de geselecteerde bron met de cijfertoetsen van de afstandsbediening te kunnen bedienen. Als u dit niet doet, kunt u de afspeelbron niet met de cijfertoetsen bedienen.
CD-speler
Nadat u op de toets CD hebt gedrukt (en de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende handelingen verrichten met een CD-speler:
PLA Y: Hiermee start u het afspelen. 4: Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of vorige)
track.
¢: Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track.
STOP: Hiermee stopt u het afspelen. P AUSE: Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets
PLAY om het afspelen te hervatten.
1 – 10, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een track selecteren.
Druk voor track 5 op de toets met het cijfer 5. Druk voor track 15 op +10 en daarna op 5. Druk voor track 20 op +10 en daarna op 10. Druk voor track 30 op +10, daarna op +10, en tot slot op 10.
45
Wisselaar van de CD-speler
Nadat u op de toets CD-DISC hebt gedrukt (en de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende handelingen verrichten met de wisselaar van een CD-speler:
PLA Y: Hiermee start u het afspelen. 4: Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of
vorige) track.
¢: Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track.
STOP: Hiermee stopt u het afspelen. P AUSE: Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets
PLAY om het afspelen te hervatten.
1 – 6, 7/P: Hiermee selecteert u het nummer van een CD die in de
wisselaar is geplaatst.
Nadat u op de toets CD hebt gedrukt (en de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende handelingen verrichten met de wisselaar van een CD-speler:
1 – 10, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een track selecteren.
Druk voor track 5 op de toets met het cijfer 5. Druk voor track 15 op +10 en daarna op 5. Druk voor track 20 op +10 en daarna op 10. Druk voor track 30 op +10, daarna op +10, en tot slot op 10.
Draaitafel
Nadat u op de toets PHONO hebt gedrukt (en de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende handelingen verrichten met een draaitafel:
PLA Y: Hiermee start u het afspelen. STOP: Hiermee stopt u het afspelen.
Cassettedeck
Nadat u op de toets TAPE/MD of TAPE/MD CONTROL (en de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende handelingen verrichten met een cassettedeck:
PLAY : Hiermee start u het afspelen.
1: Hiermee spoelt u de cassette van rechts naar links. ¡: Hiermee spoelt u de cassette van links naar rechts.
STOP: Hiermee stopt u het afspelen. P AUSE: Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets
PLAY om het afspelen te hervatten.
REC: Als u deze toets samen met de toets PLAY indrukt, start u
het maken van een opname. Als u deze toets samen met de toets PAUSE indrukt, bereidt u het cassettedeck voor op het maken van een opname.
MD-recorder
Nadat u op de toets TAPE/MD of TAPE/MD CONTROL (en de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende handelingen verrichten met de MD-recorder:
PLAY : Hiermee start u het afspelen. 4: Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of vorige)
track.
¢: Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track.
STOP: Hiermee stopt u het afspelen. PAUSE: Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets
PLAY om het afspelen te hervatten.
REC: Als u deze toets samen met de toets PLA Y indrukt, start u het
maken van een opname. Als u deze toets samen met de toets PAUSE indrukt, bereidt u de MD-recorder voor op het maken van een opname.
Nederlands
Opmerking:
U kunt de toetsen die hier bovenstaande vermeld met de toets TAPE/ MD of de toets TAPE/MD CONTROL activeren. Als u op de toets TAPE/MD drukt, verandert de afspeelbron eveneens. Als u op de toets TAPE/MD CONTROL drukt, verandert de afspeelbron daarentegen niet.
46
Beeldapparatuur bedienen
BELANGRIJK:
Om geluidsapparatuur van JVC met deze afstandsbediening te kunnen bedienen:
• Moet u de afstandsbediening rechtstreeks op de afstandsbedieningssensor van de videorecorder, DVD-speler of TV richten en niet op de ontvanger.
• Sommige videorecorders van JVC kunnen twee soorten besturingssignalen ontvangen: code “A” en code “B”. Voor u de afstandsbediening gaat gebruiken, dient u de besturingscode van de eerste videorecorder in te stellen op code “A”.
TV/CATV/DBS
VCR
ANALOG/DIGITAL
SLEEP
CENTER
123
MENUMENU
456
ENTERENTER
/P
89
SUBWOOFER
+10
0
FM MODE
100+
AUDIO/ TV/VCR
CATV/DBS
SET
TEXT
DISPLAY
TAPE/MD
MUTING
CONTROL
FF/
PLAY
PTY SEARCH
STOP PAUSE
AUDIO/ TV/VCR
CATV/DBS
Controleer of de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de juiste stand staat. Als u een
audiosysteem, TV , videorecorder of DVD-speler wilt bedienen, moet u de
schakelknop in de stand “AUDIO/TV/VCR” zetten.
TV/DBS PHONO FM/AM
VCR
SURROUND
ON/OFF
SURROUND
MODE
CD-DISC
SOUND
Nederlands
MENU
TV/VIDEO
DVD DVD MUILTI CD TAPE/MD
TEST REAR-L
EFFECT REAR-R
7
SEA MODE
10
RETURN
EXIT
CHANNEL VOLUMETV VOL
VCR
/REW
PTY PTY REC
DISPLAY MODE
RM-SRX7000R REMOTE CONTROL
Videorecorder
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten (mits de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” staat):
VCR
: Hiermee schakelt u de videorecorder aan/uit.
Nadat u op de toets VCR of VCR CONTROL hebt gedrukt (en de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende handelingen met de videorecorder verrichten:
1 – 9, 0: Hiermee selecteert u de kanalen op de videorecorder. PLA Y: Hiermee begint u het afspelen.
1: Hiermee spoelt u een videoband terug. ¡: Hiermee spoelt u een videoband vooruit.
STOP: Hiermee stopt u het afspelen. P AUSE: Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets
PLAY om het afspelen te hervatten.
REC: Als u deze toets samen met de toets PLAY indrukt, start
u het maken van een opname. Als u deze toets samen met de toets PAUSE indrukt, bereidt u de videorecorder voor op het maken van een opname.
CHANNEL +/–: Hiermee selecteert u een ander kanaal op de
videorecorder.
Opmerking:
U kunt de toetsen die hier bovenstaande vermeld met de toets VCR of de toets VCR CONTROL activeren. Als u op de toets VCR drukt, verandert de afspeelbron eveneens. Als u op de toets VCR CONTROL drukt, verandert de afspeelbron daarentegen niet.
DVD-speler
Nadat u op de toets DVD of DVD MULTI hebt gedrukt (en de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende handelingen met de DVD-speler verrichten:
PLAY : Hiermee start u het afspelen. 4: Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of de
vorige) track.
¢: Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track.
STOP: Hiermee stopt u het afspelen. PAUSE: Hiermee onderbreekt u het afspelen tijdelijk. Als u het
afspelen wilt hervatten, moet u op de toets PLAY drukken.
Nadat u op de toets DVD of DVD MULTI hebt gedrukt, kunt u deze toetsen gebruiken om de DVD­speler te bedienen.
TEST REAR-L
456
Opmerking:
Voor meer informatie over de bediening van de DVD-speler verwijzen we u naar de handleiding van de DVD-speler.
CENTER
23
MENUMENU
ENTERENTER
REAR-R
8
47
TV
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten (mits de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” staat):
TV/CATV/DBS : Hiermee schakelt u de TV aan/uit. TV VOL +/–: Hiermee kunt u het volume aanpassen. TV/VIDEO: Hiermee stelt u de invoermodus in (op TV of VIDEO).
Nadat u op de toets TV/DBS hebt gedrukt (en de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende handelingen met de TV verrichten:
CHANNEL +/–: Hiermee gaat u naar een ander kanaal. 1 – 9, 0, 100+: Hiermee kunt u een ander kanaal selecteren. RETURN: Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen het
kanaal dat de vorige keer was geselecteerd en het kanaal dat nu is geselecteerd.

Apparatuur van andere merken bedienen

De afstandsbediening die bij deze ontvanger wordt geleverd, kan ook besturingssignalen verzenden naar videorecorders, TV’s, CATV-converters en DBS-tuners van andere fabrikanten. U moet hiertoe wel een wijziging inbrengen in de instelling van de afstandsbediening. De standaardinstelling van JVC moet worden gewijzigd in een instelling die geschikt is om apparatuur van het andere merk te bedienen.
Voor meer informatie over de bediening van apparatuur van andere merken verwijzen we u naar de handleiding die bij die apparatuur wordt meegeleverd. Om apparatuur van een andere fabrikant met de afstandsbediening van JVC te bedienen, dient u eerst de fabrikantcode voor de videorecorder, TV, CATV-converter en DBS­tuner in te stellen.
TV/CATV/DBS
DVD DVD MUILTI CD TAPE/MD
TV/DBS PHONO FM/AM
VCR
SURROUND
ON/OFF
TEST REAR-L
SURROUND
MODE
CD-DISC
EFFECT REAR-R
7
SOUND
SEA MODE
10
RETURN
MENU
EXIT
CHANNEL VOLUMETV VOL
VCR
TV/VIDEO
/REW
PTY PTY REC
DISPLAY MODE
RM-SRX7000R REMOTE CONTROL
VCR
ANALOG/DIGITAL
SLEEP
CENTER
123
MENUMENU
456
ENTERENTER
/P
89
SUBWOOFER
+10
0
FM MODE
100+
AUDIO/
TV/VCR
CATV/DBS
SET
TEXT
DISPLAY
TAPE/MD
MUTING
CONTROL
FF/
PLAY
PTY SEARCH
STOP PAUSE
AUDIO/ TV/VCR
CATV/DBS
Controleer of de schakelaar voor het instellen van de modus van de afstandsbediening in de juiste stand staat.
Als u een audiosysteem, TV of videorecorder wilt bedienen, moet u deze
schakelknop in de stand “AUDIO/TV/VCR” zetten.
Als u een CATV-converter of een DBS-tuner wilt bedienen, moet u deze
schakelknop in de stand “CATV/DBS” zetten.
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezen die geschikt zijn om een TV van ander merk te bedienen
1. Zet de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/ VCR”.
2. Druk op de toets TV/CATV/DBS
en houd de
toets ingedrukt.
3. Druk op de toets TV/DBS.
4. Voer de fabrikantcode in (een getal van drie cijfers) met behulp van de cijfertoetsen 1 – 9 en 0.
Welk code u moet invoeren, ziet u op pagina 50 en 51. Voorbeelden: Druk voor een product van JVC op 0, 3 en
daarna 6. Druk voor een product van Hitachi op 0, 3 en daarna 2.
5. Laat de toets TV/CATV/DBS weer los.
De volgende toetsen kunnen worden gebruikt om de TV te bedienen (mits de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” is gezet):
TV/CATV/DBS : Hiermee schakelt u de TV aan/uit. TV VOL +/–: Hiermee kunt u het volume aanpassen. TV/VIDEO: Hiermee stelt u de invoermodus in (op
TV of VIDEO).
Nadat u op de toets TV/DBS hebt gedrukt (en de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/ TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende handelingen met de TV verrichten:
CHANNEL +/–: Hiermee kunt u een ander kanaal
selecteren.
1 – 10, 0, 100+ (+10): Hiermee kunt u een TV-kanaal
selecteren. De toets 100+ (+10) fungeert als ENTER-toets als u bij uw TV na het selecteren van een kanaal op ENTER moet drukken.
Opmerking:
Raadpleeg ook de handleiding die bij uw TV werd geleverd.
Nederlands
6. Probeer nu uw TV-toestel te bedienen door op de toets TV/CA TV/DBS
Als uw TV nu aan- of uitgaat, hebt u de goede fabrikantcode ingevoerd.
Als er voor uw merk TV meerdere fabrikantcodes in de lijst staan vermeld, raden we u aan elke code te proberen tot u er
een hebt gevonden die werkt.
te drukken.
48
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezen die geschikt zijn om een CATV-converter of DBS­tuner van ander merk te bedienen
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezen die geschikt zijn om een videorecorder van een ander merk te bedienen
1. Zet de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “CATV/DBS”.
2. Druk op de toets TV/CATV/DBS toets ingedrukt.
3. Druk op de toets TV/DBS.
4. Voer de fabrikantcode in (een getal van drie cijfers) met behulp van de cijfertoetsen 1 – 9 en 0.
Welk code u moet invoeren, ziet u op pagina 51 en 52. Voorbeelden: Druk voor een product van British Telecom op 0,
0 en daarna 3. Druk voor een product van Zenith op 0, 0 en daarna 0.
5. Laat de toets TV/CATV/DBS weer los.
De volgende toetsen kunnen worden gebruikt om de CATV­converter of de DBS-tuner te bedienen (mits de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “CATV/ DBS” is gezet):
TV/CATV/DBS : Hiermee schakelt u de CATV-
converter of DBS-tuner aan/uit.
Nederlands
CHANNEL +/–: Hiermee kunt u een ander kanaal
selecteren.
1 – 10, 0, 100+ (+10): Hiermee kunt u een kanaal
selecteren. De toets 100+ (+10) fungeert als ENTER-toets als u bij uw CATV­converter of DBS-tuner na het selecteren van een kanaal op ENTER moet drukken.
Opmerking:
Raadpleeg ook de handleiding die bij uw CATV-converter of DBS­tuner werd geleverd.
6. Probeer nu uw CATV-converter of DBS-tuner te bedienen door op de toets TV/CATV/DBS drukken.
Als uw CATV-converter of DBS-tuner nu aan- of uitgaat, hebt u de goede fabrikantcode ingevoerd.
Als er voor uw merk CATV-converter of DBS-tuner meerdere fabrikantcodes in de lijst staan vermeld, raden we
u aan elke code te proberen tot u er een hebt gevonden die werkt.
en houd de
te
1. Zet de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “A UDIO/TV/VCR”.
2. Druk op de toets VCR en houd de toets ingedrukt.
3. Druk op de toets VCR.
4. Voer de fabrikantcode in (een getal van drie cijfers) met behulp van de cijfertoetsen 1 – 9 en 0.
Welk code u moet invoeren, ziet u op pagina 52 en 53. Voorbeelden:
Druk voor een product van JVC op 0, 0 en daarna 8. Druk voor een product van NEC op 0, 3 en daarna nog eens 8.
5. Laat de toets VCR weer los.
De volgende toetsen kunnen worden gebruikt om de videorecorder te bedienen (mits de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “ AUDIO/TV/VCR” is gezet):
VCR
Nadat u op de toets VCR of VCR CONTROL hebt gedrukt (en de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende handelingen met de videorecorder verrichten:
CHANNEL +/–: Hiermee kunt u een ander TV-kanaal op de 1 – 10, 0, 100+ (+10): Hiermee kiest u TV-kanalen.
PLAY: Hiermee begint u het afspelen.
1: Hiermee spoelt u een videoband terug. ¡: Hiermee spoelt u een videoband vooruit.
STOP: Hiermee stopt u het afspelen. P AUSE: Pauzeren. REC: Hiermee kunt u opnames maken en het maken
Opmerkingen:
• Raadpleeg ook de handleiding die bij de videorecorder werd
geleverd.
U kunt de toetsen die hier bovenstaande vermeld met de toets VCR of de toets VCR CONTROL activeren. Als u op de toets VCR drukt, verandert de afspeelbron eveneens. Als u op de toets VCR CONTROL drukt, verandert de afspeelbron daarentegen niet.
: Hiermee schakelt u de videorecorder aan/uit.
videorecorder.
De toets 100+ (+10) fungeert als ENTER-toets als u bij uw videorecorder na het selecteren van een kanaal op ENTER moet drukken.
van een opname onderbreken.
49
6. Probeer nu uw videorecorder te bedienen door op de toets VCR
Als uw videorecorder nu aan- of uitgaat, hebt u de goede fabrikantcode ingevoerd.
Als er voor uw merk videorecorder meerdere fabrikantcodes in de lijst staan vermeld, raden we u aan elke code te proberen
tot u er een hebt gevonden die werkt.
te drukken.
Fabrikantcodes voor TV-toestellen
Acura 009 Admiral 087, 163, 213 Adyson 032, 217 AGB 516 Akai 208, 361, 516 Akura 218, 264, 369 Alba 009, 036, 037, 211, 218, 235, 371 Allorgan 294 Amplivision 217, 400 Amstrad 009, 037, 171, 177, 354, 362, 369, 371,
412, 433, 516 Anitech 009, 068, 076 Arcam 216, 217 ASA 087 Asberg 076 Asuka 218 Atlantic 206 Audiosonic 037, 109 Autovox 076, 087, 206, 336 Baird 343, 557 Bang & Olufsen 087 Barco 380 Basic Line 009, 218 Baur 010, 037, 349, 361, 505, 512, 535, 554 Beko 370, 486 Beon 037 Binatone 217 Blaupunkt 191, 195, 200, 213, 327, 328, 535, 554 Blue Sky 218 Blue Star 282 Bondstec 247 Boots 217 BPL 282 Brandt 109, 196, 198, 205, 333, 335 Brionvega 087, 362 Britannia 216 Bruns 087 BSR 294 BTC 218 Bush 009, 036, 037, 211, 218, 282, 294, 349,
355, 371, 374, 519 Carrefour 036 Cascade 009 Cathay 037 Centurion 037 Century 087, 213 CGE 074, 076, 084, 247, 306 Cimline 009 Clarivox 037 Clatronic 076, 247, 370 Clayton 385 Condor 320, 370 Contec 009, 036, 216 Continental Edison 196, 198, 205, 333, 399 Crosley 074, 076, 084, 087, 213 Crown 009, 037, 076, 370, 418, 579 Crystal 431 CS Electrinics 216 CTC 247 Cybertron 218 Daewoo 009, 037, 374, 499 Dainichi 215, 218 Dansai 037 Dayton 009 De Graaf 208, 227, 548 Decca 037, 072, 249, 516 Dixi 009, 037 Dual 336, 352, 519 Dual Tec 217 Dumont 070, 087 Elbe 259 Elin 037, 548 Elite 218, 320 Elta 009 Emerson 087, 213, 361 Erres 012, 037 Europhon 516
Expert 206 Ferguson 005, 037, 073, 109, 190, 238, 287, 335,
343 Fidelity 216, 361, 372 Finlandia 208, 346, 359 Finlux 037, 070, 072, 087, 105, 179, 346, 411,
516 Firstline 009, 216, 217, 247, 294, 321 Fisher 208, 217, 303, 370 Flint 455 Formenti 037, 087, 213, 320 Frontech 163, 247, 264, 431, 448 Fujitsu 072, 206 Funai 179, 264, 294, 303 GEC 037, 043, 072, 205, 217, 516, 557 Geloso 009, 213 Genexxa 163, 218 Goldstar 037, 109, 217, 290 Goodmans 036, 037, 072, 179, 217, 235, 257, 317,
343, 371, 374, 499 Gorenje 370 GPM 218 Graetz 163, 361, 557 Granada 037, 072, 146, 201, 208, 217, 339, 359,
516 Grandin 282 Grundig 070, 191, 195, 205, 487, 535, 554 Hanseatic 037, 320, 361, 556 Hantarex 516 Harwood 257 HCM 009, 282, 412 Hinari 009, 036, 037, 179, 218 Hisawa 282, 400, 455 Hitachi 032, 036, 043, 044, 105, 109, 163, 196,
198, 217, 225, 227, 306, 349, 481, 548,
557 Huanyu 216, 374 Hypson 037, 264, 282 ICE 217, 264, 371 ICeS 218 Imperial 074, 076, 084, 247, 370, 418 Indiana 037 Ingelen 163, 557 Inno Hit 072, 516 Interbuy 068 Interfunk 037, 163, 247, 361, 512, 557 Intervision 037, 068, 102, 217, 264 Isukai 218 ITS 371 ITT 163, 361, 548, 557 JVC 036, 053, 094, 190, 192, 371, 800 Kaisui 009, 216, 217, 218, 282 Kapsch 163, 206, 557 Kathrein 556 Kendo 037, 235, 362 Kingsley 216 Kneissel 259, 435 Korpel 037 Korting 087 Koyoda 009 Leyco 037, 072, 264, 294 Liesenk & Tter 037 Lloytron 032 Loewe 075, 087, 512 Luma 206 Luxor 349, 361 M Electronic 009, 037, 068, 105, 109, 163, 217, 287,
346, 374, 480 Magnadyne 087, 102, 247, 516 Magnafon 076, 102, 213, 516 Manesth 217, 235, 264, 320 Marantz 037, 556 Marelli 087 Mark 037 Matsui 009, 011, 035, 036, 037, 072, 177, 208,
211, 217, 235, 294, 354, 355, 371, 443,
487, 516, 579
Nederlands
50
McMichael 043 Mediator 012, 037 Memorex 009 Memphis 337 Metz 087, 213, 367, 535 Minerva 070, 487, 535, 554 Minoka 369, 412 Mitsubishi 036, 087, 108, 150, 201, 354, 512, 535 Mivar 216, 290, 291, 292, 516 Motion 076 MTC 349, 512 Multitech 009, 076, 102, 216 Neckermann 037, 087, 191, 213, 349, 505, 554, 556 NEI 037, 337, 431 Nesco 179 Nikkai 032, 035, 037, 072, 216, 218, 264, 337 Nobliko 076, 102 Nokia 361, 480, 548 Nordmende 109, 196, 198, 213, 287, 343 Oceanic 163, 215, 361 Onwa 433 Orion 037, 177, 235, 294, 320, 321, 355, 443,
Osaki 032, 072, 217, 218, 257, 264, 412 Oso 218 Osume 032, 072, 157 Otake 317 Otto Versand 010, 036, 037, 191, 213, 217, 320, 343,
Palladilum 370, 418 Panama 217, 264 Panasonic 100, 126, 163, 213, 214, 226, 250, 340
Pathe Cinema 213, 216, 238, 320 Pathe Marconi 196, 198, 205, 333
Nederlands
Pausa 009 Perdio 320 Phase 032 Philco 074, 076, 084, 087, 213, 247 Philips 012, 037, 043, 087, 323, 374, 554, 556 Phoenix 087 Phonola 012, 037, 087 Pioneer 109, 163, 287 Prandoni Prince 516 Profex 009 ,076, 361 Proline 321 Protech 009, 037, 102, 217, 247, 264, 337, 418,
Pye 012 Quelle 010, 011, 037, 070, 074, 084, 200, 213,
Questa 036 R-Line 037 Radiola 012, 037, 323 Radiomarelli 087, 516 Rank Arena 036 RBM 070, 089 Rediffusion 201, 361 Revox 037 Rex 163, 206, 259, 264 RFT 087 Roadstar 009, 218, 264, 418 Saba 075, 087, 109, 163, 196, 198, 205, 213,
Saccs 238 Saikou 257 Saisho 009, 011, 177, 211, 235, 264, 354, 431,
Salora 163, 349, 359, 361, 548 Sambers 076, 102, 213, 516 Samsung 009, 037, 090, 217, 264, 290, 370, 488,
Sandra 216 Sanyo 011, 036, 072, 146, 157, 208, 213, 339 Schaub Lorenz 361, 557 SBR 012, 037, 043 Schneider 037, 218, 247, 303, 323, 336, 352, 371,
516
349, 505, 512, 535, 554, 556
367, 557
431
306, 327, 328, 361, 505, 512, 535, 554
287, 335, 343, 557
516
556
394
51
SEG 036, 076, 217, 264 SEI 087, 102, 177, 213, 294 Sei-Sinudyne 010, 516 Seleco 163, 206, 259, 362, 411 Sentra 035 Sharp 036, 093 Shorai 294 Siarem 087, 102, 213, 516 Siemens 037, 157, 191, 195, 200, 213, 327, 328,
Silver 036 Singer 087 Sinudyne 087, 102, 177, 213, 235, 294 Solavox 032, 163 Sonitron 208 Sonoko 009, 037 Sonolor 163, 208, 215 Sontec 037 Sony 010, 011, 036, 505 Soundwave 037, 418 Standard 009, 217, 218 Stern 163, 206, 259 Sunkai 294, 321, 355 Susumu 218 Sysline 037 Tandy 072, 163, 217, 218 Tashiko 036, 043, 217, 359 Tatung 037, 072, 217, 249, 516 Tec 217, 247 Technema 320 Technics 250 Technol Ace 179 Teleavia 205, 333, 343 Telefunken 005, 074, 084, 101, 109, 213, 262, 306,
Telemeister 320 Teletech 009 Teleton 206, 217, 349 Tensai 218, 294, 317, 320 Texet 216, 218 Thomson 109, 196, 198, 205, 287, 333, 343, 349,
Thorn 035, 037, 072, 074, 084, 190, 192, 343, Tomashi 282
Toshiba 035, 036, 070, 089, 243, 508, 553 Triumph 177, 243, 516 Uher 206, 303, 320 Ultra 192 Ultravox 102 Universum 037, 105, 264, 346, 370, 421, 492, 535 Vestel 037 Videosat 247 Videotechnic 217 Vision 320 Voxson 087, 163 Waltham 217 Watson 037, 320 Watt Radio 102 Wega 036, 087 White Westinghouse Yoko 037, 217, 264, 431 Zanussi 206
Fabrikantcodes voor DBS-tuners
Akai 515 Alba 362, 421, 455, 515, 613 Aldes 288 Amstrad 080, 252, 345, 461, 501, 509, 689 Ankaro 220, 288, 369, 519 Anttron 183, 421 Armstrong 243 AST 351 Astra 108 Astro 173, 501, 520 Avalon 396 Axis 369, 530 BT 515, 668
535, 554
335, 343, 471, 498, 625
399
361, 499, 505, 512, 535, 553
037, 216, 320
Beko 189 Best 369 Blaupunkt 173 Boca 243, 513 Brain Wave 332 Bush 067, 522 Cambridge 344, 515 Channel Master 362 CNT 520 Commlink 288 Connexions 396 Conrad 607 Crown 243 Cyrus 200 DDC 362 DNT 200, 396 Echostar 396, 713 Emanon 421 Ferguson 067, 183, 189, 336 Fidelity 252 Finlux 108, 344, 397, 455 Freecom 421 Fuba 369, 396, 421 G-Sat 183 Galaxis 288 Gooding 571 Goodmans 189 Grundig 173, 189, 328, 571, 750 Hinari 183 Hirschmann 173, 397, 501, 502, 573 Hitachi 455 Houston 668 Huth 220, 243, 288, 346 IRTE 609 Intervision 592 ITT 108 Johansson 332 JVC 515, 571 Kathrein 092, 173, 200, 442, 504, 622, 658 Kreiselmeyer 173 Kyostar 421 La Sat 513, 520, 607 Lenco 421 Lennox 592 Lupus 369 Luxor 108, 573 Manhattan 455, 520, 592 Marantz 200 Maspro 092, 328, 336, 750 Matsui 344, 571 Mediamarkt 243 Minerva 571 Mintec 578 Morgan’s 243, 513 Navex 332 Neuhaus 501 Newhaus 220 Nikko 360, 713 Nokia 108, 328, 397, 455, 573 Nordmende 362 Orbitech 501 Orion 522 Oxford 344 Pace 067, 183, 328, 336, 455, 795 Palladium 571 Palsat 501 Panda 455 Philips 200, 292, 328, 455, 571, 750 Phonotrend 288, 592 Promax 455 Prosat 288 Quadral 362, 519, 628 Radiola 200 Radix 396 RFT 200, 220, 288 Saba 336, 520 Sabre 455 Salora 108
SAT 351, 461 Satcom 346, 605 Satec 183, 328 Satmaster 346 SatPartner 332, 421, 502, 520 Schwaiger 183, 504 Seemann 396, 530, 578, 626 SEG 369, 421 Siemens 173 Skymaster 288, 519, 605, 628 SM Electronic 713 Sony 704 Sunstar 513 Tantec 336, 455 TechniSat 501 Techniland 346 Telefunken 421 Teleka 243, 613 Telesat 605 Thomson 455 Tonna 346, 668 Triad 351 Triasat 501 Unitor 332 Universum 173, 571 Ventana 200 Vortec 421 Vtech 351 Winersat 332 Wisi 173, 351, 396, 455 Zehnder 520
Fabrikantcodes voor CATV-converters
Brigminghan Cable Communications British Telecom 003, 105 Decsat 423 Filmnet 443 France Telecom 451 Jerrold 003, 276 MNet 443 PVP Stereo Visual Matrix 003 Salora 382 Scientific Atlanta 008, 277 Tele+1 443 United Cable 003 Westminster 105 Zenith 000
Fabrikantcodes voor videorecorders
Aiwa 000, 307, 348, 352 Akai 041, 049, 053, 106, 281, 288, 315 Akiba 072 Akura 271 Alba 020, 072, 209, 278, 295, 315, 333, 334,
352 Ambassador 020 Amstrad 000, 278, 325, 332 Anitech 072 ASA 037, 081 Asuka 037 Baird 000, 041, 104, 107 Basic Line 020, 072, 278 Blaupunkt 003, 006, 016, 034, 154, 162, 195, 226,
227, 403 Brandt 187, 320, 321 Brandt Electronic 041 Brionvega 344 Bush 072, 209, 278, 333, 334, 352 Catron 020 CGE 000 Cimline 072 Clatronic 020 Combitech 352
276
Nederlands
52
Condor 020 Crown 020, 072, 278 Cyrus 081 Daewoo 020, 278 Dansai 072 De Graaf 042, 166 Decca 000, 081 Denon 042 Dual 041 Dumont 000, 081, 104, 105 Elbe 038 Elcatech 072 ESC 240, 278 Ferguson 041, 084, 098, 107, 320, 321 Fidelity 000 Finlandia 081, 104 Finlux 000, 042, 081, 104, 105 Firstline 037, 043, 045, 072, 209 Fisher 046, 047, 054, 104 Frontech 020 Funai 000 GEC 081 General 020 GoldHand 072 GoldStar 037, 225 Goodmans 000, 020, 037, 072, 278, 403 Graetz 005, 041, 104, 240, 344 Granada 046, 081, 104 Grandin 000, 037, 072 Grundig 003, 006, 007, 016, 072, 081, 195, 207,
Hanseatic 037 HCM 072 Hinari 004, 072, 208, 240, 352
Nederlands
Hitachi 000, 004, 041, 042, 105, 166, 235, 240 Hypson 072 Imperial 000 Ingersol 004 Interfunk 081 ITT 005, 041, 046, 104, 106, 240, 344, 384 ITV 037, 278 JVC 008, 041, 067, 084, 206, 207, 384, 486 Kaisui 072 Kendo 106, 209 Kenwood 041 Korpel 072 Lenco 278 Leyco 072 Loewe 004, 006, 037, 081 Logik 004, 240 Luxor 043, 046, 048, 104, 106 M Electronic 000 Manesth 045, 072 Marantz 003, 006, 081, 295 Matsui 004, 036, 088, 208, 209, 295, 348, 352 Melectronic 038 Memorex 000, 037, 046, 104 Memphis 072 Metz 003, 006, 037, 162, 195, 227, 347 Minerva 006, 016, 195 Mitsubishi 043, 067, 081 Multitech 000, 072 Murphy 000 NEC 038, 041, 067 Neckermann 081, 344 Nesco 072 Nokia 041, 046, 104, 106, 240, 344 Nordmende 041, 297, 320, 321, 384 Oceanic 000, 041 Okano 315, 348 Orion 004, 036, 088, 208, 209, 295, 333, 334,
Osaki 000, 037, 072 Otto Versand 081 Palladium 006, 037, 041, 072 Panasonic 162, 226, 227 Pathe Cinema 036
226, 347, 349, 403
348, 352
Pathe Marconi 041 Pentax 042, 105 Perdio 000 Philco 038 Philips 081, 384, 403 Phonola 081 Pioneer 067, 081, 235 Portland 020 Profex 322 Profitronic 240 Proline 000 Pye 081 Quartz 046 Quelle 081, 344 Radiola 081 Rex 041, 384 RFT 403 Roadstar 037, 072, 240, 278 Saba 041, 206, 207, 297, 320, 321, 384 Saisho 004, 036, 088, 208, 209 Salora 043, 046, 106 Samsung 240, 432 Sansui 041, 067, 271 Sanyo 046, 104 Saville 352 SBR 081 Schaub Lorenz 000, 005, 041, 104, 344 Schneider 000, 072, 081 SEG 240, 322 SEI 004, 081 Seleco 041 Sentra 020 Sharp 048 Shintom 072, 104 Shorai 004 Siemens 003, 006, 016, 037, 054, 081, 104, 195 Silva 037 Singer 045 Sinudyne 004, 081 Solavox 020 Sonolor 046 Sontec 037 Sony 011, 032, 033, 034 Sunkai 348 Sunstar 000 Suntronic 000 Tashiko 000 Tatung 000, 041, 081 Tec 020 Technics 162, 226 Teleavia 041 Telefunken 041, 187, 320, 321,384 Tenosal 072 Tensai 000, 322 Thomson 041, 320, 384 Thorn 036, 041, 084, 104 Toshiba 041, 043, 045, 081, 384 Towada 322 Triumph 208 Uher 240, 344 Ultravox 049, 344 Universum 000, 006, 016, 037, 049, 081, 106, 195,
240, 325 White Westinghouse 344 Yamishi 072 Yokan 072 Yoko 020, 240
Fabrikantcodes die op pagina 50 t/m 53 staan vermeld, kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd. Als de code voor uw apparatuur inmiddels is gewijzigd, kunt u die niet met de afstandsbediening bedienen.
53

Problemen oplossen

In deze tabel staat een overzicht van enkele veelvoorkomende problemen en gangbare oplossingen die vaak in de praktijk blijken te werken. Mocht u een probleem tegenkomen dat u niet kunt oplossen, neemt u dan contact op met een JVC-service center bij u in de buurt.
PROBLEEM
De display licht niet op.
De luidsprekers geven geen geluid.
Er is slechts één luidspreker die geluid geeft.
Een voortdurende ruis of gesis bij de ontvangst van FM-stations.
MOGELIJKE OORZAAK
De netspanningskabel is niet aangesloten.
De kabels van en naar de luidsprekers zijn niet aangesloten.
De toetsen voor SPEAKERS 1 en 2 zijn niet goed ingesteld.
Er is een verkeerde bron geselecteerd.
De functie Mute is ingeschakeld.
De kabels naar de luidsprekers zijn niet goed aangesloten.
De balans is zodanig ingesteld dat slechts één van de luidsprekers geluid weergeeft.
Het ontvangen signaal is te zwak.
Het station is te ver weg.
U gebruikt een verkeerde antenne.
De antenne is niet goed aangesloten.
OPLOSSING
Steek de netspanningskabel in het stopcontact.
Controleer de kabels van en naar de luidsprekers en sluit deze indien nodig opnieuw aan.
Druk beide SPEAKERS toetsen 1 en 2 in de juiste stand.
Selecteer de juiste bron.
Druk op de toets MUTING om deze functie uit te schakelen.
Controleer de kabels naar de luidsprekers en sluit deze indien nodig opnieuw aan.
Pas de balans aan (zie pagina 13).
Sluit een FM-buitenantenne aan of neem contact op met uw leverancier.
Selecteer een ander station.
Neem contact op met uw leverancier om na te gaan of u wel de juiste antenne gebruikt.
Controleer de aansluitingen.
Nederlands
Sporadisch krakende geluiden bij de ontvangst van FM-stations.
Er worden geen kleuren weergegeven op het beeldscherm.
Een “huilend” geluid bij het afspelen van grammofoonplaten.
De vermelding “OVERLOAD” begint te knipperen op de display.
De afstandsbediening doet het niet.
Ontstekingsgeluiden van auto’s en bromfietsen.
Het kleurensysteem van de aangesloten TV is geen PAL.
De draaitafel bevindt zich te dicht in de buurt van de luidsprekers.
De luidsprekers zijn overbelast als gevolg van een te hoog volume.
De luidsprekers zijn overbelast als gevolg van kortsluiting bij de uitgangen van of naar de luidsprekers.
De schakelknop voor de modus van de afstandsbediening staat in de verkeerde stand.
Plaats de antenne verder weg van de openbare weg.
Sluit een TV aan die voldoet aan de PAL- of multi-color norm aan.
Plaats de luidsprekers uit de buurt van de draaitafel.
1. Druk op de toets STANDBY/ON bedieningspaneel aan de voorzijde om de ontvanger uit te zetten.
2. Stop het afspelen van het apparaat.
3. Zet de ontvanger weer aan en pas het volume aan.
Druk op het paneel aan de voorzijde van de ontvanger op de toets STANDBY/ON controleer de kabels van en naar de luidsprekers. Als “OVERLOAD” niet verdwijnt, moet u de stekker uit het stopcontact verwijderen en daarna weer in het stopcontact steken. Als de kabels van en naar de luidsprekers geen kortsluiting veroorzaken, raden we u aan contact op te nemen met uw leverancier.
Zet de schakelknop in de juiste stand. Kies “AUDIO/TV/VCR” of “CATV/DBS”.
op het
en
De rechtstreekse lijn tussen de afstandsbediening en de sensor wordt versperd door een voorwerp.
De batterijen zijn (bijna) op.
Verwijder het voorwerp.
Vervang de batterijen.
54

Specificaties

Versterker
Uitvoervermogen
Bij Stereo-werking: Kanalen voor: 100 W per kanaal, min. RMS, beide kanelen aang edreven in 4 Ω,
bij 1 kHz en met totaal maximaal 0,9% aan harmonische vervorming. (IEC268-3/DIN)
Bij Surround-werking: Kanalen voor: 100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in 4 bij 1 kHz, met
totaal maximaal 0,8% aan harmonische vervorming.
Kanaal midden: 100 W, min. RMS, aangedreven in 4 Ω bij 1 kHz met totaal
maximaal 0,8% aan harmonische vervorming.
Kanalen achter: 100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in 4 bij 1 kHz, met
totaal maximaal 0,8% aan harmonische vervorming.
Totale harmonische vervorming (8 Ω): 0,02% bij 50 W (bij 1 kHz)
Audio
Gevoeligheid/impedantie audio-input (1 kHz): PHONO (MM): 2,5 mV/47 k
CD, TAPE/MD, TV SOUND/DBS, VCR, DVD:200 mV/47 k
Audio-input (DIGITAL IN)* : Coax: DIGITAL 1 (DVD): 0,5 V(p-p)/75
Optisch: DIGITAL 2 (CD), DIGITAL 3 (TV): –21 dBm tot –15 dBm (660 nm ±30 nm) *Heeft betrekking op Linear PCM, Dolby Digital, DTS Digital Surround en MPEG
Multichannel (met sampling-frequentie — 32 kHz, 44,1 kHz, 48 kHz)
Niveau audio-output: TAPE/MD, VCR: 200 mV
Nederlands
Signaal/ruis-verhouding (’66 IHF/DIN): PHONO: 70 dB/66 dB (bij REC OUT)
Frequentierespons (8 ): PHONO: 20 Hz tot 20 kHz (±1 dB)
RIAA Phono-equalisatie: ±1,0 dB (20 Hz tot 20 kHz)
Digitale uitgang: Optisch: DIGITAL OUTPUT
Signalgolflengte: 660 nm Uitgangsniveau: –21 dBm –15 dBm
CD, TAPE/MD, TV SOUND/DBS, VCR, DVD: 87 dB/67 dB
CD, TAPE/MD, TV SOUND/DBS, VCR, DVD:20 Hz tot 20 kHz (±1 dB)
Bass boost-control: +6 dB ±1,0 dB bij 100 Hz (Volume-control bij –30 dB)
SEA: Middenfrequenties: 100 Hz, 1 kHz, 10 kHz
Controlebereik: ±10 dB ±2 dB
Video
55
Gevoeligheid/impedantie video-input:
Gewone video: TV SOUND/DBS, VCR, DVD: 1 V(p-p)/75
S-video: TV SOUND/DBS, VCR, DVD: (Y: luminance): 1 V(p-p)/75
(C: chrominance, burst): 0,286 V(p-p)/75
Niveau video-output:
Gewone video: VCR, MONITOR OUT: 1 V(p-p)/75
S-video: VCR, MONITOR OUT: (Y: luminance): 1 V(p-p)/75
(C: chrominance, burst): 0,286 V(p-p)/75
Synchronisatie: Negatief
Signaal/ruis-verhouding: 45 dB
Kleurensysteem: PAL
FM-tuner (IHF)
Afstembereik: 87,50 MHz tot 108,00 MHz
Bruikbare gevoeligheid: Mono: 17,0 dBf (1,95 µV/75 Ω)
50 dB stiltegevoeligheid: Mono: 21,3 dBf (3,2 µV/75 Ω)
Stereo: 41,3 dBf (31,5 µV/75 Ω)
Signaal/ruisverhouding (IHF A-klasse): Mono: 78 dB bij 85 dBf
Stereo: 73 dB bij 85 dBf
Totale harmonische vervorming: Mono: 0,4% bij 1 kHz
Stereo: 0,6% bij 1 kHz
Stereo-scheiding bij REC OUT: 35 dB bij 1 kHz
Alternate Channel Sensitivity: 60 dB: (±400 kHz)
Frequentierespons: 30 Hz tot 15 kHz: (+0,5 dB, –3 dB)
AM (MG/LG)-tuner
Afstembereik: MG: 522 kHz tot 1 629 kHz
LG: 144 kHz tot 288 kHz
Bruikbare gevoeligheid: Raamantenne 400 µV/m
Signaal/ruis-verhouding: 50 dB (100 mV/m)
Algemeen
Vereiste vermogen: AC 230V , 50 Hz
Stroomverbruik: 210 W (tijdens werking)
2 W (in Standby-modus)
Afmetingen (B x H x D): 435 mm x 157 mm x 412,5 mm
Gewicht: 11,3 kg
Nederlands
Specificaties en ontwerp kunnen zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd.
56
Loading...