Lees voor gebruik eerst dit overzicht met de namen van de toetsen en bedieningsknoppen van de ontvanger door.
Zie de pagina’s tussen haakjes voor meer informatie.
1234 567 89p
1
2
3
4
5
6
7
8
9
STANDBY
STANDBY/ON
PHONES
COMPULINK
Remote
ENHANCED COMPULINK CONTROL SYSTEM
DVD DVD MUILTI CDTAPE/MD
TV/DBSPHONO FM/AM
VCR
SURROUND
ON/OFF
SURROUND
MODE
CD-DISC
SOUND
MENU
EXIT
TV/VIDEO
/REW
PTYPTY
REC
RM-SRX7000R REMOTE CONTROL
RX-7000R AUDIO/VIDEO CONTROL RECEIVER
SURROUND ON/OFF
EON
PTY SEARCH
DSP MODE
SPEAKERS
12
TV/CATV/DBS
ANALOG/DIGITAL
CENTER
123
MENUMENU
TESTREAR-L
456
ENTERENTER
EFFECTREAR-R
/P
89
7
SEA MODE
SUBWOOFER
10
0
RETURN
FM MODE
SET
VCR
SLEEP
+10
100+
AUDIO/
TV/VCR
CATV/DBS
TEXT
DISPLAY
BALANCE/SURROUND
ADJUST
p
q
w
e
r
t
y
u
CHANNELVOLUMETV VOL
VCR
CONTROL
PLAY
PTY SEARCH
STOPPAUSE
DISPLAY MODE
TAPE/MD
MUTING
FF/
i
o
TA/NEWS/INFO
DISPLAY MODE
INPUT
ANALOG/DIGITAL
SEA MODE
SEA ADJUSTSETTING
FM/AM TUNING TUNER PRESET
TUNER/SEA MEMORY
SOUND SELECT
BASS BOOSTONE TOUCH OPERATION
SOURCE NAME
INPUT ATT.
FM MODE
MULTI JOG
Afstandsbediening
1 De toets TV/CA TV/DBS (47 – 49)
2 De toetsen voor het selecteren van een
3 De toets SURROUND ON/OFF (29, 31)
4 De toets SURROUND MODE (28, 29)
5 De toets CD-DISC (46)
6 De toets SOUND (24, 28, 33)
7 De toetsen voor de bediening van de scherm-
menu’s (34, 41)
MENU, SET, EXIT, %, fi, @, #
8 De TV VOL-toetsen (+/–) (47, 48)
9 • De RDS-bedieningstoetsen (21 – 23)
PTY SEARCH, PTY –/+, DISPLAY MODE
• Bedieningstoetsen voor audio/videoapparatuur (45 – 49)
p De AUDIO-toetsen (10)
,
q De toets VCR (47, 49)
w De toets SLEEP (18)
e De toets ANALOG/DIGITAL (17)
r • De cijfertoetsen voor het selecteren van een
voorkeurkanaal (20)
• De cijfertoetsen voor het aanpassen van het
geluid (24, 28 – 31, 33)
• De cijfertoetsen voor de bediening van
audio/video-apparatuur (45 – 49)
t De sensor voor de afstandsbediening (10, 45,
48)
y De toets TEXT DISPLAY (41)
u De toetsen CHANNEL (+/–) (47 – 49)
i De toetsen VOLUME (+/–) (11)
o De toets MUTING (12)
DIGITAL
DVD
TV SOUND/DBS PHONO
TAPE/MD VCR
SOURCE SELECTOR
CD
FM
AM
–
MASTER VOLUME
+
fdsa;oiuytrewq
Vooraanzicht Ontvanger
1 De toets STANDBY/ON met
STANDBY-lampje (10)
2 De sensor voor de afstandsbediening (9)
3 De toets SURROUND ON/OFF met lampje
(30, 31)
4 De toets SEA MODE (24)
5 De toets INPUT ANALOG/DIGITAL (16)
6 De toets FM/AM TUNING (19)*
7 De toets FM MODE (20)
8 De display (10)
9 De lampjes voor de afspeelbronnen (10)
p De knop MASTER VOLUME (11)
q De hoofdtelefooningang PHONES (12)
w De SPEAKERS 1/2-toetsen met lampjes (11)
e De RDS-bedieningstoetsen (21 – 23)
EON, TA/NEWS/INFO, PTY SEARCH,
DISPLAY MODE
r De toets DSP MODE (28)
t De toets BALANCE/SURROUND ADJUST
(12, 13, 28)*
y De toets SEA ADJUST (24)*
u De toets SETTING (13 – 17)*
i De toets TUNER/SEA MEMORY (19, 20, 24)
o De toets SOUND SELECT/INPUT ATT . (11,
12)
; De toets BASS BOOST/SOURCE NAME (12,
13)
a De toets ONE TOUCH OPERATION met
lampje (18)
s De toets TUNER PRESET (20)*
d De knop MULTI JOG
Wat u met deze knop kunt doen, hangt af van
de functie die u hebt geselecteerd. Selecteer
eerst de functie door op een van de toetsen die
met * is gemarkeerd te drukken.
f De knop SOURCE SELECTOR (10)
Nederlands
2
Aan de slag
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u geluidsapparatuur, beeldapparatuur en luidsprekers op de ontvanger aansluit
en hoe u de stroomtoevoer aansluit.
Voor de installatie
Algemeen
• Zorg dat uw handen droog zijn.
• Schakel alle apparatuur uit.
• Lees de gebruiksaanwijzing van alle apparaten die u aan wilt
sluiten aandachtig door.
Plaatsing
• Plaats de ontvanger op een horizontaal oppervlak dat niet vochtig
mag zijn of kan worden.
• De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan –5˚C en niet
hoger worden dan 35˚C.
• Zorg voor voldoende ventilatie rond de ontvanger. Bij gebrek aan
ventilatie kan de ontvanger oververhit en beschadigd raken.
Veiligheid
• Steek geen metalen voorwerpen in de ontvanger.
• Laat de ontvanger intact. Verwijder geen schroeven,
beschermplaten of onderdelen.
• Stel de ontvanger niet bloot aan vochtigheid zoals regen.
De meegeleverde accessoires controleren
Controleer of u in het bezit bent van alle onderstaande accessoires.
Nederlands
Deze behoren standaard met de ontvanger te worden meegeleverd.
Het getal tussen haakjes geeft het aantal items aan dat u van het type
accessoire in uw bezit dient te hebben.
• Afstandsbediening (1)
De FM- en AM-antenne (voor MG/LGontvangst) aansluiten
Aansluiten van de FM-antenne
A
N
N
E
T
N
A
A
5
7
L
M
IA
F
X
A
O
C
M
A
M
A
T
P
X
O
E
O
L
B
FM-antenne
ANTENNA
AM
LOOP
De FM-antenne dient horizontaal te worden
bevestigd.
FM 75
COAXIAL
Kabel naar de FM-buitenantenne
AM
EXT
A. Gebruik maken van de meegeleverde FM-antenne
De meegeleverde FM-antenne kan als tijdelijke antenne dienst
doen als u deze aansluit op de uitgang met de markering FM 75 Ω
COAXIAL.
A
N
N
E
T
N
A
5
7
L
M
IA
F
X
A
O
C
M
A
M
A
T
P
X
O
E
O
L
• Batterijen (2)
• AM-raamantenne (voor MG/LG-ontvangst) (1)
• FM-antenne (1)
Mocht er een item ontbreken, neemt u dan onverwijld contact op
met uw leverancier.
B. Gebruik van een standaard aansluitstekker (niet
bijgeleverd)
Op de FM 75 Ω COAXIAL aansluiting kunt u een FM antenne
met standaard aansluitekker (IEC of DIN 45325) aansluiten.
Opmerking:
Sluit de buitenantenne aan indien de ontvangst met de
binnenantenne te wensen overlaat.
Maak de meegeleverde FM-draadantenne los voordat u een
coaxkabel van 75 Ω aansluit. (Dit is het type kabel dat aan
buitenantennes wordt gekoppeld.)
3
+
–+–
RIGHTLEFT
1
2
1
2
FRONT SPEAKERS
Aansluiten van de AM-antenne voor ontvangst
van MG- en LG-signalen
Steek de pinnen van de raamantenne
ANTENNA
AM
LOOP
FM 75
COAXIAL
EXT
in de openingen van de standaard om
de AM-raamantenne (voor MG-/LGontvangst) gebruiksklaar te maken.
AM-raamantenne
(voor MG-/LG-ontvangst)
AM
Basisprocedure voor het maken van aansluitingen
1
2
1
R
I
G
H
T
3
1
R
IG
H
T
4
1
R
I
G
H
T
1 Snij aan de uiteinden van elke luidsprekerkabel
de isolatielaag weg (neit bijgeleverd).
2 Draai de knop tegen de wijzers van de klok in.
1
2
3
Eénaderige bedrading voorzien van vinylbeschermlaag voor gebruik buiten.
Draai de raamantenne tot de beste ontvangst is verkregen.
Opmerkingen:
• Zorg dat de bedrading van de antenne niet in aanraking komt met
andere uitgangen, draden of de netspanningskabel. Dit kan de
ontvangst nadelig beïnvloeden.
• Als de ontvangst te wensen overlaat, wordt u aangeraden om een
eenaderige bedrading die is voorzien van een vinyl-beschermlaag
op de uitgang AM EXT aan te sluiten. (Laat de AM-raamantenne
voor MG- en LG-ontvangst op de ontvanger aangesloten.)
De luidsprekers aansluiten
U kunt de volgende luidsprekers aansluiten:
• Twee sets luidsprekers aan de voorzijde voor weergave van
normaal stereo-geluid.
• Eén set luidsprekers aan de achterzijde voor weergave van het
surround sound-effect.
• Eén luidspreker in het midden voor een nog betere weergave van
het surround sound-effect (waardoor menselijke stemmen beter tot
hun recht komen).
• Eén subwoofer om het bass-geluid beter tot zijn recht te laten
komen.
3 Steek de luidsprekerkabel in de opening die
vrijkomt.
4 Draai de knop met de wijzers van de klok mee.
De luidsprekers aan de voorzijde aansluiten
Als u wilt kunt u vier luidsprekers aan de voorzijde aansluiten (één
set op het aansluitpunt FRONT SPEAKERS 1 en de andere set op
het aansluitpunt FRONT SPEAKERS 2).
Luidspreker
rechtsvoor
FRONT SPEAKERS 1
Luidspreker
linksvoor
Nederlands
BELANGRIJK:
Nadat u de bovenstaande luidsprekers hebt aangesloten, moet u
enkele gegevens over uw luidsprekers en de opstelling ervan
registreren om het best mogelijke DSP sound-effect te
verkrijgen. Hoe dit in zijn werk gaat, leest u op pagina 14.
Sluit voor alle luidsprekers (behalve de subwoofer) het ene uiteinde
van een luidsprekerkabel aan op de aansluitpunten (–) en (+) op de
achterzijde van de ontvanger en het andere uiteinde op de
aansluitpunten (–) en (+) van de luidsprekers. Het aansluiten van de
subwoofer wordt uitgelegd op pagina 5.
LET OP:
Let er bij het aansluiten van de luidsprekers op dat de impedantie van
de luidsprekers gelijk is aan de impedantie die bij de uitgang van de
luidsprekers staat aangegeven.
Luidspreker
rechtsvoor
FRONT SPEAKERS 2
Luidspreker
linksvoor
4
Over de impedantie van de luidsprekers
De vereiste impedantie van de luidsprekers aan de voorzijde hangt af
van de vraag of u de aansluitpunten FRONT SPEAKERS 1 en
FRONT SPEAKERS 2 tegelijkertijd of slechts een van deze
aansluitpunten gebruikt.
SITUATIE 1
Wanneer u één set luidsprekers aan de
voorzijde aansluit
De subwoofer aansluiten
U kunt het bass-geluid beter tot zijn recht laten komen als u een
subwoofer aansluit.
Sluit de steker van de subwoofer (die is aangesloten op het
stroomnet) met behulp van een kabel met RCA-pinnen (niet
bijgeleverd) aan op de uitgang SUBWOOFER OUT aan de
achterzijde van de ontvanger.
Luidspreker
aan de
voorzijde 1
Gebruik aan de voorzijde luidsprekers met een impedantie
van 4 Ω– 16 Ω.
SITUATIE 2
Luidspreker
Nederlands
aan de
voorzijde 1
Gebruik aan de voorzijde luidsprekers met een impedantie
van 8 Ω– 16 Ω.
Luidspreker
aan de
voorzijde 1
Wanneer u twee luidsprekersets aan de
voorzijde aansluit
Luidspreker
aan de
voorzijde 2
Luidspreker
aan de
voorzijde 2
Luidspreker
aan de
voorzijde 1
SUBWOOFER
OUT
Subwoofer die is aangesloten
op het stroomnet
Andere apparatuur aansluiten
Als u kunnen de volgende apparaten op de ontvanger worden
aangesloten. Raadpleeg ook de handleidingen die bij de andere
apparatuur werden meegeleverd.
GeluidsapparatuurBeeldapparatuur
• Draaitafel• DVD-speler*
• CD-speler*• TV*
• Cassettedeck• DBS-tuner*
of MD-recorder*• Videorecorder
*
U kunt deze apparatuur aansluiten volgens de methode die in de
paragraaf “Analoge aansluitingen” (hieronder) en in de paragraaf
“Digitale aansluitingen” (zie pagina 8) staat beschreven.
Analoge aansluitingen
Geluidsapparatuur aansluiten
Gebruik voor het aansluiten van geluidsapparatuur kabels met RCApinstekers (niet bijgeleverd).
Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang en de rode steker
op de rechter audio-uitgang.
De luidsprekers aan de achterzijde en de
luidspreker in het midden aansluiten
De luidsprekerkabel aan op de aansluitpunten die is voorzien van de
markering REAR SPEAKERS en de luidspreker die u in het midden
wilt plaatsen op de aansluitpunten die is voorzien van de markering
CENTER SPEAKER.
1
2
Luidspreker
in het
midden
REAR
SPEAKERS
RIGHTLEFT
+
–
Luidspreker
linksachter
Luidspreker
rechtsachter
CENTER
SPEAKER
+
–
5
LET OP:
Als u een geluidsversterker zoals een grafische equalizer tussen een
afspeelbron en deze ontvanger aansluit, kan de audio-uitvoer van de
ontvanger worden vervormd.
Draaitafel
Als er bij uw draaitafel een aardkabel
is meegeleverd, moet u deze
aansluiten op de schroef met de
markering (H) die u op de achterzijde
aantreft.
Draaitafel
RIGHTLEFT
Naar de audio-uitgang
AUDIO
PHONO
CD
OUT
(REC)
TAPE
/MD
IN
(PLAY)
Opmerking:
Draaitafels met een klein verwisselbaar element zoals een
bewegende veer moeten middels een commerciële hoofdversterker of
door middel van optransformatie op de ontvanger worden
aangesloten. Rechtstreeks aansluiten kan resulteren in een te laag
volume.
CD-speler
CD-speler
Naar de audio-uitgang
RIGHTLEFT
AUDIO
PHONO
CD
OUT
(REC)
TAPE
/MD
IN
(PLAY)
Beeldapparatuur aansluiten
Gebruik voor het aansluiten van geluidsapparatuur kabels met RCApinstekers (niet bijgeleverd).
Sluit de witte steker aan op de linker audio-uitgang, de rode steker
op de rechter audio-uitgang, en de gele steker op de video-uitgang.
Als uw beeldapparatuur is uitgerust met een S-video-uitgang (Y/Cscheiding) kunt u deze het beste met een S-videokabel aansluiten
(niet bijgeleverd). Als u deze beeldapparatuur op de S-video-ingang
en S-video-uitgang aansluit, krijgt u een betere beeldkwaliteit, zowel
bij weergave als bij opname.
Cassettedeck of MD-recorder
Cassettedeck
Naar de
audio-ingang
RIGHTLEFT
AUDIO
PHONO
CD
OUT
(REC)
TAPE
/MD
IN
(PLAY)
Naar de
audio-uitgang
MD-recorder
Naar de
audio-ingang
Naar de
audio-uitgang
Opmerking:
Op de uitgang TAPE/MD kunt u een cassettedeck of een MD-recorder
aansluiten. Als u een MD-recorder op de uitgang TAPE/MD aansluit,
moet u de naam van de afspeelbron wijzigen in “MD”. De naam van
de afspeelbron wordt op de display weergegeven. Meer informatie
treft u aan op pagina 13.
BELANGRIJK:
Deze ontvanger is uitgerust met een gewone video-ingang en videouitgang, en een S-video-ingang en S-video-uitgang voor het
aansluiten van beeldapparatuur.
Het is niet noodzakelijk zowel de gewone video-ingang als de Svideo-ingang aan te sluiten.
Onthoud echter dat de videosignalen van de gewone videoingang alleen via de gewone video-uitgangen worden
aangeboden, terwijl de videosignalen van de S-video-ingang
alleen via de S-video-uitgangen worden aangeboden.
Als er dus een opnemend beeldapparaat en een afspelend
beeldapparaat via de verschillende video-aansluitpunten op de
ontvanger zijn aangesloten, kunt u geen beelden die afkomstig zijn
van het afspelende beeldapparaat op het opnemende beeldapparaat
opnemen. Bovendien kunt u als de TV en het afspelende
beeldapparaat via de verschillende video-aansluitpunten op de
ontvanger zijn aangesloten, geen beelden die afkomstig zijn van het
afspelende beeldapparaat op de TV bekijken.
Videorecorder
Videorecorder
A
B
AUDIO
(S-VHS of VHS)
VIDEO
VIDEOS-VIDEORIGHTLEFT
DVD
DC
F
E
Nederlands
Indien uw geluidsapparatuur beschikt over een COMPU LINK3 uitgang of TEXT COMPU LINK-uitgang
• Zie ook pagina 39 voor uitgebreide informatie over deze
aansluiting en het COMPU LINK-3-afstandsbedieningssysteem.
• Zie ook pagina 40 voor uitgebreide informatie over deze
aansluiting en het TEXT COMPU LINKafstandsbedieningssysteem.
TV SOUND
/DBS
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
Å Naar de audio-uitgang voor het linker/rechter kanaal
ı Naar de audio-ingang voor het linker/rechter kanaal
Ç Naar de S-video-uitgang
Î Naar de gewone video-uitgang
‰ Naar de gewone video-ingang
Ï Naar de S-video-ingang
6
DVD
VIDEO
VIDEOS-VIDEORIGHTLEFT
AUDIO
DVD
A
B
C
TV en/of DBS-tuner
DVD-speler
Wanneer u de TV, moet u de video-uitgang van de TV
NIET op deze video-ingangen aansluiten.
RIGHT
AUDIO
DVD
Naar de audiouitgang
TV SOUND
/DBS
OUT
(REC)
VCR
IN
(PLAY)
TV
MONITOR
OUT
Sluit de TV aan op de uitgang
MONITOR OUT als u beelden van
andere aangesloten
beeldapparaten op de TV wilt
kunnen bekijken.
Naar de gewone video-ingang
Naar de S-video-ingang
Opmerking:
Nederlands
Gebruik een TV die werkt volgens het PAL- of multi-color systeem.
• Als u de DVD-speler met de stereo-stekers aansluit:
DVD-speler
VIDEO
VIDEOS-VIDEORIGHTLEFT
Å Naar de audio-uitgang van de luidsprekers linksvoor en
rechtsvoor (of naar de gemengde audio-uitgang, indien
gewenst)
ı Naar de S-video-uitgang
Ç Naar de gewone video-uitgang
• Als u de DVD-speler met de analoge, losse stekers aansluit
(5,1 CH-reproductie):
A
B
AUDIO
DVD-speler
DVD
ED
DVD
C
VIDEO
VIDEOS-VIDEORIGHTLEFT
F
RIGHT
AUDIO
DVD
VIDEO
VIDEOS-VIDEORIGHTLEFT
Naar de audiouitgang
TV SOUND
/DBS
OUT
(REC)
DBS-tuner
IN
DBS
Naar de gewone video-uitgang
Naar de S-video-uitgang
Opmerking:
Wanneer u de DBS-tuner op de uitgang TV SOUND/DBS aansluit,
moet u de naam van de afspeelbron die op de display verschijnt
wanneer u de DBS-tuner als bron selecteert, wijzigen in “DBS”. Hoe
dit in zijn werk gaat, wordt uitgelegd op pagina 13.
(PLAY)
(REC)VCR 2
(PLAY)
MONITOR
OUT
OUT
IN
TV SOUND
/DBS
OUT
(REC)
VCR
IN
SUB
WOOFER
CENTER
DVD
(PLAY)
Å Naar de audio-uitgang van de luidspreker in het midden
ı Naar de audio-uitgang van de subwoofer
Ç Naar de S-video-uitgang
Î Naar de audio-uitgang van de luidsprekers linksvoor en
rechtsvoor
‰ Naar de audio-uitgang van de luidsprekers linksachter en
rechtsachter
Ï Naar de gewone video-uitgang
7
Digitale aansluitingen
Deze ontvanger is uitgerust met drie DIGITAL IN-aansluitingen: een
digitale coax-aansluiting en twee optische digitale aansluitingen, en de
ontvanger heeft een DIGITAL OUT -aansluiting.
Het is hierdoor mogelijk om elk digitaal apparaat aan te sluiten, zoals:
• DBS-tuner,
• Digitale TV-tuner ,
• DVD-speler,
• CD-speler,
• en MD-recorder
BELANGRIJK:
• Let er bij het aansluiten van de DVD-speler, digitale TV-tuner of
DBS-tuner waarbij u de digitale aansluitpunten gebruikt op dat u de
apparatuur tevens aansluit op de video-bus (hetzij een
gemeenschappelijke video-uitgang of een S-video-uitgang) aan de
achterzijde. Zonder aansluiting op de video-bus is het niet mogelijk
om beelden te bekijken.
• Nadat u bovenstaande apparaten op de DIGITAL IN-aansluitingen
hebt aangesloten, moet u indien nodig nog de volgende instellingen
op de juiste wijze aanbrengen.
– Selecteer de juiste instelling voor de digitale ingang van DIGITAL
IN. Hiervoor verwijzen we u naar de paragraaf “De instelling voor
de digitale ingangen (DIGITAL IN) registreren” op pagina 16.
– Selecteer de juiste digitale invoermodus. Hiervoor verwijzen we u
naar de paragraaf “De invoermodus voor analoge of digitale
signalen selecteren” op pagina 16.
Digitale ingangen
Opmerkingen:
• De instellingen voor de digitale ingangen van DIGITAL IN zijn in de
fabriek als volgt voor de volgende apparaten ingesteld.
– DIGITAL 1 (coax): Voor een DVD-speler
– DIGITAL 2 (optisch): Voor een CD-speler
– DIGITAL 3 (optisch): Voor de digitale TV-tuner
• Als u de CD-speler of de MD-recorder met behulp van het COMPU
LINK-afstandsbedieningssysteem wilt bedienen, moet u deze
apparatuur ook aansluiten op de manier die wordt beschreven in de
paragraaf “Analoge aansluitingen” (zie pagina 6).
• Als u de DVD-speler wilt bedienen met behulp van het AV COMPU
LINK-afstandsbedieningssysteem, moet u de DVD-speler ook
aansluiten zoals staat beschreven in de paragraaf “Analoge
aansluitingen” (zie pagina 7).
Digitale uitgang
MD-recorder, enz.
Digitale optische kabel (niet bijgeleverd)
tussen digitale optische aansluitpunten
DBS-tuner
DBS
CD-speler
Digitale coaxkabel (niet bijgeleverd)
tussen digitale coax-aansluitpunten
Digitale optische kabel (niet bijgeleverd)
tussen digitale optische aansluitpunten
Als het desbetreffende apparaat een
digitale coax-uitgang heeft, moet u dat
apparaat met een digitale coax-kabel
(niet bijgeleverd) aansluiten op de
ingang DIGITAL 1 (DVD).
Als het desbetreffende apparaat een
digitale optische uitgang heeft, moet u
dat apparaat met een digitale optische
kabel (niet bijgeleverd) aansluiten op de
ingang DIGITAL 2 (CD) of DIGITAL 3
(TV).
DVD-speler
DVD
MD-recorder
DIGITAL IN
PCM / DOLBY DIGITAL
MPEG/ DTS
DIGITAL 1 (DVD)
DIGITAL 2 (CD)
Als de digitale recorder (b.v. een MDrecorder) is uitgerust met een digitale,
optische ingang, dient u deze te
verbinden met de uitgang DIGITAL
OUT zodat u van digitaal naar digitaal
kunt opnemen.
Nederlands
DIGITAL OUT
PCM/DOLBY DIGITAL/MPEG/DTS
Verwijder voor het aanbrengen van
een digitale optische kabel
eerst het beschermende
dopje uit de ingang.
DIGITAL 3 (TV)
8
De netspanningskabel aansluiten
Alvorens de ontvanger op de netspanning aan te sluiten, moet u
nagaan of alle benodigde aansluitingen tot stand zijn gebracht.
Steek de stekker van de netspanningskabel in een
wandcontactdoos.
Houd de netspanningskabel uit de buurt van de aansluitkabels en
de antenne. De netspanningskabel kan de ontvangst en de
weergave van beelden en geluid negatief beïnvloeden. We raden u
aan voor de antenne gebruik te maken van coaxkabel omdat deze
kabelsoort de beste bescherming biedt tegen storingen van
buitenaf.
Opmerking:
De voorkeursinstellingen zoals kanaal- en geluidsinstellingen kunnen
in de volgende gevallen na een aantal dagen zijn gewist:
– Wanneer u de stekker eruit haalt.
– Wanneer er een stroomstoring optreedt.
LET OP:
• Raak de netspanningskabel niet met natte handen aan.
• Trek niet aan de netspanningskabel als u die uit de wandcontactdoos
wilt verwijderen. Pak de kabel altijd bij de stekker beet en trek de
stekker voorzichtig uit het stopcontact zodat de kabel niet kan
beschadigen.
Batterijen in de afstandsbediening
plaatsen
Voordat u de afstandsbediening kunt gebruiken, moet u eerst de twee
meegeleverde batterijen in het daarvoor bestemde batterijenvakje
plaatsen. Als u de afstandsbediening gebruikt, moet u deze
rechtstreeks op de afstandsbedieningssensor richten die op de
ontvanger is aangebracht.
1
2
R6P(SUM-3)/AA(15F)
Nederlands
3
1. Verwijder het deksel van het batterijenvakje aan
de achterzijde van de afstandsbediening.
2. Plaats de batterijen in het batterijenvakje. Let
daarbij op de polen van de batterijen: (+) tegen (+).
3. Plaats het klepje terug op het batterijenvakje.
Als u merkt dat de afstand tot de ontvanger waarover de
afstandsbediening goed functioneert afneemt, moet u de batterijen
vervangen. Gebruik voor de afstandsbediening twee droge batterijen
van het type R6P(SUM-3)/AA(15F).
LET OP:
Volg de onderstaande procedures om te voorkomen dat de batterijen
gaan lekken of openbreken:
•
Let bij het plaatsen van de batterijen op de polariteit: (+) tegen (+).
• Gebruik het juiste type batterijen. Batterijen die lijken op het
aangegeven type kunnen van een ander voltage zijn.
• Vervang beide batterijen altijd tegelijk en niet afzonderlijk.
• Stel batterijen nooit bloot aan warmtebronnen of open vuur.
9
Gebruikte batterijen:
De bediening in een notendop
De volgende bedieningsinstructies gelden doorgaans voor alle typen geluidsapparatuur.
BELANGRIJK:
Let er bij het gebruik van de afstandsbediening op
dat de schakelknop voor de modus van de
afstandsbediening in de juiste stand staat:
Om deze ontvanger te bedienen, moet u de
schakelknop in de stand “AUDIO/TV/VCR” zetten.
CATV/DBS
De stroomtoevoer in- en uitschakelen
(Standby)
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Druk om de stroomtoevoer in te schakelen op
de toets STANDBY/ON
. Het lampje
STANDBY gaat uit. De naam van de
geselecteerde bron (of de frequentie van de
zender) verschijnt op de display.
STANDBY/ON
De naam van de huidige bron verschijnt
Hier wordt het volumeniveau weergegeven
Druk om de stroomtoevoer uit te schakelen
(en de ontvanger in de Standby-modus te
zetten) nogmaals op de toets STANDBY/
ON
.
Het lampje STANDBY licht op. Er vindt altijd
een licht stroomverbruik plaats wanneer de
eenheid in standby staat. Als u het
stroomverbruik helemaal wilt uitschakelen, moet
u de stekker uit het stopcontact verwijderen.
Met de afstandsbediening:
Druk om de stroomtoevoer in te schakelen
op de toets AUDIO
. Het lampje STANDBY
gaat uit. De naam van de geselecteerde bron
(of de frequentie van de zender) verschijnt op
de display.
Druk om de stroomtoevoer uit te schakelen
(en de ontvanger in Standby-modus te zetten)
op de toets AUDIO
.
Het lampje STANDBY licht op.
Een afspeelbron kiezen
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Draai aan de knop SOURCE SELECTOR tot de
naam van de afspeelbron van uw keuze op de
display wordt weergegeven.
• Terwijl u aan de knop draait, wordt er elke keer
een andere afspeelbron geselecteerd, en welals
volgt:
CD O PHONO O TAPE (of MD) O FM O
AM O DVD O DVD MULTI O
TV SOUND (of DBS) O VCR O
(terug naar het begin)
Het lampje van de geselecteerde afspeelbron licht op.
• Het DVD-lampje licht zowel op bij “DVD” als
bij “DVD MULTI”.
TV SOUND/DBS PHONO
AUDIO/
TV/VCR
STANDBY
STANDBY
STANDBY/ON
SOURCE SELECTOR
DVD
Met de afstandsbediening:
Druk rechtstreeks op de toets van de gewenste afspeelbron.
DVDDVD MUILTICDTAPE/MD
TV/DBSPHONOFM/AM
VCR
De naam van de geselecteerde
afspeelbron wordt weergegeven
DVDHiermee selecteert u de DVD-speler.
DVD MUL TIHiermee selecteert u de DVD-speler om digitale video-
discs te bekijken als u op de DVD-speler gebruik maakt
van de analoge uitvoermodus (5,1 CH-reproductie).
Meer informatie over de afspeelfunctie DVD MULTI
leest u op pagina 33.
CD*Hiermee selecteert u de CD-speler.
TAPE/MD*Hiermee selecteert u het cassettedeck (of de MD-
recorder).
Nederlands
TV/DBSHiermee selecteert u het geluid van de TV (of de
DBS-tuner).
PHONO*Hiermee selecteert u de draaitafel.
FM/AM*Hiermee de FM- of AM (MG/LG)-band.
• Elke keer dat u op deze toets drukt, schakelt u heen
en weer tussen de FM-band en de AM (MG/LG)band.
VCRHiermee selecteert u de videorecorder die op de
uitgang VCR is aangesloten.
Opmerkingen:
• Indien u een MD-recorder hebt aangesloten (op de uitgang TAPE/
MD) en een DBS-tuner hebt aangesloten (op de uitgang TV
SOUND/DBS), moet u de naam van de afspeelbron die op de
display wordt weergegeven wijzigen. Zie pagina 13 voor meer
informatie.
• Als u een van de bronkeuzeknoppen op de afstandsbediening
indrukt (hierboven aangegeven met een asterisk *) wordt de
ontvanger automatisch ingeschakeld.
CD
TAPE/MDVCR
FM
AM
10
WanIndicators voor signalen en luidsprekers op de
display
• De indicators voor signalen gaat branden om aan te geven dat er
via de kanalen signalen worden ontvangen.
– Alleen de indicators voor binnenkomende signalen lichten op.
• Het kader (met uitzondering van “LFE” en “S”) van de
signaalindicator licht op als de bijbehorende luidspreker is ingesteld
op “LARGE” of “SMALL” (of op “YES” bij subwoofers).
– De kaders rond “L” en “R” lichten altijd op.
C
L
R
LFESUBWFR
LS
L:• Als digitale invoer is geselecteerd: licht op wanneer er
R:• Als digitale invoer is geselecteerd: licht op wanneer er
C:Licht op wanneer er via het middelste kanaal signalen
LS:Licht op wanneer er signalen van het kanaal linksachter
RS:Licht op wanneer er signalen van het kanaal rechtsachter
S:Licht op wanneer er mono-signalen van het achterste kanaal
LFE: Licht op wanneer er LFE-signalen worden ontvangen.
Opmerkingen:
Nederlands
• Als voor “SUBWOOFER” de instelling “YES” is geselecteerd, licht
• Als u “DVD MULTI” selecteert, lichten alle signaalindicators op
Verschillende afspeelbronnen voor beeld en
geluid selecteren
U kunt naar het beeld van een beeldapparaat kijken en tegelijkertijd
naar het geluid van een ander apparaat luisteren.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk kort op de toets SOUND
2. Draai zolang de vermelding uit de
Met de afstandsbediening:
Druk op een van de toetsen voor het selecteren van een afspeelbron
(CD, TAPE/MD, PHONO, FM/AM, TV/DBS*) terwijl u naar het
beeld van een beeldapparaat kijkt (bijvoorbeeld beelden die
afkomstig zijn van een videorecorder of DVD-speler).
Opmerkingen:
• Als u een beeldapparaat hebt geselecteerd, worden de beelden
*
via het linker kanaal signalen worden ontvangen.
• Als analoge invoer is geselecteerd: licht altijd op.
via het rechter kanaal signalen worden ontvangen.
• Als analoge invoer is geselecteerd: licht altijd op.
worden ontvangen.
worden ontvangen.
worden ontvangen.
worden ontvangen.
SUBWFR
op.
behalve "S".
SELECT (INPUT ATT.) terwijl u
naar het beeld van een
beeldapparaat kijkt (bijvoorbeeld
beelden die afkomstig zijn van een
videorecorder of DVD-speler).
De vermelding “SOUND SELECT” wordt op de display
weergegeven.
vorige stap op de display staat aan
de knop SOURCE SELECTOR om
het geluid te selecteren (niet het
geluid van de TV).
van het geselecteerde apparaat naar de TV gestuurd tenzij u een
ander beeldapparaat selecteert.
Met de toets TV/DBS kan alleen “DBS” worden geselecteerd als
afspeelbron, maar het selecteren van “TV SOUND” is niet mogelijk.
Als u de DBS-tuner gebruikt, dient u de juiste naam van de
afspeelbron te selecteren (zie pagina 13).
S
RS
SOUND SELECT
INPUT ATT.
SOURCE SELECTOR
Het volume aanpassen
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Draai de knop MASTER VOLUME met
de wijzers van de klok mee om hetvolume te vergroten.
Draai de knop tegen de wijzers van de
klok in om het volume te verkleinen.
• Als u snel aan de knop MASTER VOLUME
draait, verandert het volume ook snel.
• Als u langzaam aan de knop MASTER
VOLUME draait, verandert het volume ook
langzaam.
Met de afstandsbediening:
Druk op VOLUME + om het volume te
vergroten.
Druk op VOLUME – om het volume te
verkleinen.
LET OP:
Zet het volume altijd op het minimum niveau alvorens u een bron
inschakelt. Als u het volume op het maximum niveau zet, kan de
plotselinge geluidsexplosie uw gehoororganen en/of de luidsprekers
permanente schade toebrengen.
Opmerking:
Het volumeniveau kan worden ingesteld op waarden tussen “0”
(minimaal) en “90” (maximaal).
MASTER VOLUME
–
VOLUME
+
De luidsprekers aan de voorzijde
selecteren
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Als u twee luidsprekersets aan de voorzijde hebt aangesloten, kunt u
kiezen van welke set u gebruik wilt maken.
Druk op de toets SPEAKERS 1 om
luidsprekerset 1 in te schakelen of op de toets
SPEAKERS 2 om luidsprekerset 2 in te
schakelen.
• Elke keer als u op de toets SPEAKERS 1 of
SPEAKERS 2 drukt, gaat het bijbehorende
lampje voor die luidsprekerset aan of uit.
Wanneer het lampje van een toets aan is, is de
desbetreffende luidsprekerset ingeschakeld.
Opmerking:
Als u een andere DSP-modus gebruikt dan de 3D-PHONIC-modi
wanneer beide luidsprekers aan de voorzijde zijn geactiveerd, worden
de luidsprekers die zijn aangesloten op de aansluitpunten met de
markering FRONT SPEAKERS 2 uitgeschakeld.
SPEAKERS
1
2
11
Alleen met een hoofdtelefoon luisteren
Het is mogelijk om naar de hoofdtelefoon te luisteren, zonder dat
beide luidsprekersets worden uitgeschakeld, maar als u liever de
hoofdtelefoonmodus gebruikt (zie hieronder), dient u beide
luidsprekersets uit te schakelen.
1. Sluit een hoofdtelefoon aan op de uitgang PHONES die is
aangebracht op het paneel aan de voorzijde van de ontvanger.
2. Druk op de toets SPEAKERS 1 en/of SPEAKERS 2 zodat de
bijbehorende lampjes niet branden.
Hiermee wordt de surround-modus of de DSP-modus
uitgeschakeld als die is ingeschakeld, en wordt de
hoofdtelefoonmodus ingeschakeld (zie hieronder).
• De HEAD PHONE-indicator op de display licht op.
HOOFDTELEFOON-modus:
In deze modus worden de LFE-kanaalsignalen gereproduceerd en
met de signalen van de kanalen aan de voorzijde gemengd. U
hoeft het geluid van de subwoofer dus niet te missen, ook niet als
u via een hoofdtelefoon naar een afspeelbron luistert.
Opmerkingen:
• In de hoofdtelefoonmodus is het niet mogelijk om een andere DSP-
modus te gebruiken (zie pagina 25).
• Als u de luidsprekers activeert wordt de hoofdtelefoonmodus
beëindigd en wordt automatisch de vorige DSP-modus geactiveerd.
LET OP:
Zet het volume altijd op het minimum niveau alvorens u een
hoofdtelefoon aansluit of opzet. Een te hoog volume kan uw
gehoororganen en de hoofdtelefoon permanente schade toebrengen.
Het geluid uitzetten (Mute)
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk op de toets MUTING om het geluid voor alle
luidsprekers en de hoofdtelefoon uit te schakelen.
De vermelding “MUTING” verschijnt op de display
en het volume wordt uitgeschakeld (de indicator voor
het volumeniveau gaat uit).
Als u het volume wilt herstellen, drukt u nogmaals op de toets
MUTING zodat de vermelding “OFF” op de display wordt
weergegeven.
• Door aan de voorzijde aan de knop MASTER VOLUME te
draaien of op de afstandsbediening op de toets VOLUME +/– te
drukken, wordt het geluid hersteld.
MUTING
Het basgeluid versterken
Het is mogelijk om het niveau van het basgeluid te versterken.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Druk korte tijd op de toets BASS BOOST
(SOURCE NAME) om de
basversterkingsfunctie te selecteren.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de
basversterkingsfunctie ingeschakeld (“BASSBOOST ON”) en
uitgeschakeld (“BASSBOOST OFF”).
– Selecteer “BASSBOOST ON” als u de basversterkingsfunctie
wilt inschakelen. De indicator BASS BOOST op de display licht
op.
– Selecteer “BASSBOOST OFF” als u de basversterkingsfunctie
wilt uitschakelen. De indicator BASS BOOST op de display
gaat uit.
Opmerking:
Deze functie is alleen van invloed op het geluid van de luidsprekers
aan de voorzijde.
BASS BOOST
SOURCE NAME
Het invoersignaal dempen
Wanneer het invoersignaal van de afspeelbron te sterk is, treedt er
vervorming op. Als dit het geval is, dient u het invoersignaal af te
zwakken zodat de vervorming van het geluid verdwijnt.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Druk op de toets INPUT ATT. (SOUND
SELECT) zodat de indicator ATT op de display
oplicht.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de
dempingsfunctie ingeschakeld (“INPUT ATT ON”) of
uitgeschakeld (“INPUT NORMAL”).
SOUND SELECT
INPUT ATT.
Opmerkingen:
• Deze functie is alleen beschikbaar voor bronnen die op de analoge
aansluitingen zijn aangesloten.
• Deze functie treedt in werking wanneer de DSP-modus in gebruik is.
• Wanneer u de vermelding “DVD MULTI” als afspeelbron selecteert,
werkt dit effect niet.
Het uitvoerniveau van de subwoofer
wijzigen
Als u de subwoofer hebt geregistreerd (d.w.z. de optie “YES” hebt
gekozen voor de vermelding “SUBWOOFER”, zie pagina 13), is het
mogelijk om het uitvoerniveau van de subwoofer aan te passen.
Als u een aangepast uitvoerniveau hebt opgegeven, wordt die door
de ontvanger in het geheugen bewaard.
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de
onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat
u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
• Wanneer de luidsprekers aan de voorzijde allemaal zijn
ingeschakeld, kan het niveau van de subwoofer niet worden
aangepast.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
(BALANCE/) SURROUND ADJUST
BALANCE/SURROUND
ADJUST
tot de vermelding “SUBWFR
LEVEL” op de display wordt
weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
2. Draai aan de knop MULTI JOG om
MULTI JOG
het uitvoerniveau van de subwoofer
aan te passen (–10 dB tot +10 dB).
Met de afstandsbediening:
1. Druk op de toets SOUND.
De cijfertoetsen treden in werking voor het
wijzigen van het geluid.
2. Druk op de toets SUBWOOFER
–/+ om het uitvoerniveau van de
subwoofer aan te passen (–10 dB
SOUND
SUBWOOFER
0
+10
100+FM MODE
tot +10 dB).
12
Nederlands
De belangrijkste instellingen
Sommige van de onderstaande instellingen moet u aanbrengen meteen nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en in uw
luisterruimte hebt opgesteld. Andere instellingen zijn optioneel en alleen bedoeld om de bediening te vergemakkelijken.
BELANGRIJK:
Let er bij het gebruik van de afstandsbediening op dat
de schakelknop voor de modus van de
afstandsbediening in de juiste stand staat:
Om deze ontvanger te bedienen, moet u de
schakelknop in de stand “AUDIO/TV/VCR” zetten.
AUDIO/
TV/VCR
CATV/DBS
Opnemen van een bron
Van analoog naar analoog opnemen
U kunt via deze ontvanger van elke analoge bron tegelijkertijd
opnames maken op —
• het cassettedeck (of de MD-recorder) die op de uitgang TAPE/MD
is aangesloten,
• en de videorecorder die op de uitgang VCR is aangesloten.
Van digitaal naar digitaal opnemen
U kunt via deze ontvanger van de geselecteerde digitale invoer
digitale opnames maken op een digitale recorder die op de uitgang
DIGITAL OUT is aangesloten.
Opmerkingen:
• Analoog naar digitaal en digitaal naar analoog opnemen is niet
mogelijk.
• Het uitgangsniveau van het volume, de basversterkingsfunctie (zie
pagina 12), SEA-modi (zie pagina 24) en de DSP-modi (zie pagina
25) zijn niet van invloed op opnames die u maakt.
• Het testtoonsignaal (zie pagina 29 en 30) wordt niet via de uitgang
Nederlands
DIGITAL OUT afgegeven.
De balans van de luidsprekers aan de
voorzijde aanpassen
Als de luidspreker linksvoor en rechtsvoor niet hetzelfde
geluidsniveau hebben, kunt u het volume desgewenst aanpassen.
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de
onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat
u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk net zo vaak op de toets
BALANCE/SURROUND
BALANCE (/SURROUND)
ADJUST tot de vermelding “L/R
BALANCE” op de display wordt
weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
2. Draai aan de knop MULTI JOG
om de balans aan uw wensen aan
te passen.
• Draai de knop met de wijzers van de klok
mee om het volume van het linker kanaal
te verminderen.
• Draai de knop tegen de wijzers van de klok
in om het volume van het rechter kanaal te
verminderen.
ADJUST
MULTI JOG
De naam van een afspeelbron wijzigen
Als u aan de achterzijde van de ontvanger een MD-recorder op de
uitgang TAPE/MD of een DBS-tuner op de uitgang TV SOUND/
DBS hebt aangesloten, moet u de naam van de bron die op de
display wordt weergegeven wijzigen wanneer u de MD-recorder of
DBS-tuner als bron selecteert.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1.
Als u de naam van de bron wilt wijzigen van
SOURCE SELECTOR
“TAPE” in “MD” of andersom:
• Draai aan de knop SOURCE
SELECTOR tot de vermelding
“TAPE” wordt weergegeven.
Als u de naam van de bron wilt wijzigen van “TV
SOUND” in “DBS” of andersom:
• Draai aan de knop SOURCE SELECTOR tot de
vermelding “TV SOUND” wordt weergegeven.
2. Druk op de toets SOURCE NAME
(BASS BOOST) en houd deze ingedrukt
tot de vermelding “ASSGN. MD” of
BASS BOOST
SOURCE NAME
“ASSGN. DBS” op de display
verschijnt.
Als u de naam van de bron wilt wijzigen naar “TAPE” of “TV
SOUND”, moet u de bovenstaande procedure volgen maar in stap 1
de vermelding “MD” of “DBS” selecteren en daarna de toets
SOURCE NAME (BASS BOOST) indrukken en ingedrukt houden.
Opmerking:
Ook zonder dat u de namen van de bronnen verandert, kunt u de
aangesloten apparatuur gebruiken. Er kunnen zich echter wel enkele
ongemakken voordoen.
– De vermelding “TAPE” of “TV SOUND” verschijnt op de display
terwijl u in feite de MD-recorder of DBS-tuner hebt geselecteerd.
– Het is niet mogelijk de digitale ingang (zie pagina 16) voor de MD-
recorder te gebruiken.
– U kunt geen gebruik maken van het COMPU LINK-
afstandsbedieningssysteem om de MD-recorder te bedienen (zie
pagina 39).
De subwoofer registreren
U moet opgeven of u wel of geen subwoofer op de eenheid hebt
aangesloten.
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de
onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat
u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1.
Druk
herhaaldelijk
op de toets
SETTING
SETTING tot de vermelding
“SUBWOOFER” op de display wordt
weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
2.
Draai aan de knop MULTI JOG om
aan te geven of u wel of geen
subwoofer hebt aangesloten.
• Wanneer u aan de knop draait, zult u zien dat
de instelling heen en weer schakelt tussen
“YES” en “NO”.
YES:Selecteer deze instelling als er een subwoofer wordt
SUBWFR
gebruikt.
NO:Selecteer deze instelling als u geen subwoofer hebt
aangesloten.
licht op de display op (zie pagina 11).
MULTI JOG
13
De luidsprekers registreren ten behoeve
van de DSP-modi
Om de best mogelijke surround sound bij een DSP-modus te krijgen,
dient u de informatie over de opstelling van de luidsprekers te
registreren nadat u deze hebt aangesloten.
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de
onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat
u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
De luidsprekers (voor, midden, achter)
registreren
Registreer de grootte van de luidsprekers.
• Als u andere luidsprekers gaat gebruiken, moet u de informatie
over u de luidsprekers opnieuw registeren.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING
SETTING tot de vermelding
“FRONT SPK” (luidsprekers aan
de voorzijde), “CENTER SPK”
(luidspreker in het midden) of
“REAR SPK” (luidspreker aan de achterzijde) op
de display wordt weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
2. Draai aan de knop MULTI JOG om
MULTI JOG
de juiste vermelding te kiezen voor
de luidspreker die u in de vorige
stap hebt geselecteerd.
• Wanneer u aan de knop draait, verandert de vermelding op de
display en wel als volgt:
LARGESMALLNONE
LARGE: Selecteer deze instelling wanneer de luidspreker
relatief groot is ten opzichte van de andere
luidsprekers.
SMALL: Selecteer deze instelling wanneer de luidspreker
relatief klein is ten opzichte van de andere
luidsprekers.
NONE:Selecteer deze instelling wanneer u geen luidspreker
hebt aangesloten. (U kunt deze instelling niet kiezen
voor de luidsprekers aan de voorzijde)
3. Herhaal stap 1 en 2 om de juiste vermeldingen
voor de overige luidsprekers te selecteren.
Opmerkingen:
• Denk bij het aanbrengen van wijzigingen aan de volgende richtlijn.
– Als de belangrijkste luidspreker die in de box is ingebouwd een
grotere doorsnede heeft dan 12 cm, moet u de instelling
“LARGE” selecteren. Als de doorsnede van die luidspreker
kleiner is dan 12 cm, moet u de instelling “SMALL” selecteren.
• Als u eerder hebt opgegeven geen subwoofer te hebben
aangesloten (de instelling “NO”), kunt u voor de grootte van de
luidsprekers aan de voorzijde nu alleen de instelling “LARGE”
kiezen.
• Als u voor de luidsprekers aan de voorzijde de instelling “SMALL”
hebt geselecteerd, is het niet mogelijk om voor de luidsprekers in
het midden en aan de achterzijde de vermelding “LARGE” te
selecteren.
De vertragingstijd voor de luidspreker in het
midden instellen (Center Delay)
Registreer de vertragingstijd van het geluid van de luidspreker in het
midden nadat u dit geluid hebt vergeleken met het geluid dat
afkomstig is van de luidsprekers aan de voorzijde.
Als de afstand van het punt waarop u luistert tot de luidspreker in
het midden even groot is als de afstand tussen u en de luidsprekers
aan de voorzijde, moet u 0 msec selecteren. Hoe kleiner de afstand
tussen de luidspreker in het midden en u, hoe groter de
vertragingstijd moet zijn die u instelt.
• Een toename (of afname) van de vertragingstijd van 1 msec komt
overeen met een afstandsverschil van 30 cm.
• Bij het verlaten van de fabriek is de vertragingstijd standaard
ingesteld op 0 msec.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING
SETTING tot de vermelding
“CENTER DELAY” op de display
wordt weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
2.
Draai aan de knop MULTI JOG om de
MULTI JOG
vertragingstijd voor het geluid van de
luidspreker in het midden in te stellen.
• Draai de knop met de wijzers van de klok
mee om de vertragingstijd te vergroten van 0
msec (“C. DELAY: 0ms”) tot 5 msec (“C. DELAY: 5ms”).
• Draai de knop tegen de wijzers van de klok in om de
vertragingstijd te verkleinen van 5 msec (“C. DELAY: 5ms”)
tot 0 msec (“C. DELAY: 0ms”).
Opmerkingen:
• De centrale vertragingstijd geldt niet voor de afspeelmodus D VD MULTI.
• Het is niet mogelijk om de vertragingstijd voor de luidspreker in het
midden aan te passen als u voor “CENTER SPK” de instelling
“NONE” hebt geselecteerd.
De vertragingstijd voor de luidsprekers aan de
achterzijde instellen (Rear Delay)
Registreer de vertragingstijd van het geluid van de luidsprekers aan
de achterzijde nadat u dit geluid hebt vergeleken met het geluid dat
afkomstig is van de luidsprekers aan de voorzijde.
Als de afstand van het punt waarop u luistert tot de luidsprekers aan
de achterzijde even groot is als de afstand tussen u en de
luidsprekers aan de voorzijde, moet u 0 msec selecteren. Hoe kleiner
de afstand tussen de luidsprekers aan de achterzijde en u, hoe groter
de vertragingstijd moet zijn die u instelt.
• Een toename (of afname) van de vertragingstijd van 1 msec komt
overeen met een afstandsverschil van 30 cm.
• De vertragingstijd voor de luidsprekers aan de achterzijde is bij
Dolby Digital, DTS Digital Surround en MPEG Multichannel
standaard ingesteld op 5 msec.
• Bij het verlaten van de fabriek is de vertragingstijd standaard
ingesteld op 5 msec.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1.
Druk herhaaldelijk op de toets SETTING
SETTING
tot de vermelding “REAR DELAY” op de
display wordt weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling
weergegeven.
2. Draai aan de knop MUL TI JOG om de
MULTI JOG
vertragingstijd voor het geluid van de
luidsprekers aan de achterzijde in te stellen.
• Draai de knop met de wijzers van de klok mee om de
vertragingstijd te vergroten van 0 msec (“R. DELAY: 0ms”)
tot 15 msec (“R. DELAY: 15ms”).
• Draai de knop tegen de wijzers van de klok in om de
vertragingstijd te verkleinen van 15 msec (“R. DELAY:
15ms”) tot 0 msec (“R. DELAY: 0ms”).
Opmerkingen:
• De vertragingstijd voor de luidsprekers aan de achterzijde geldt niet
voor de afspeelmodus DVD MULTI.
• Het is niet mogelijk om de vertragingstijd voor de luidsprekers
achter aan te passen als u voor “REAR SPK” de instelling
“NONE” hebt geselecteerd.
14
Nederlands
Instelling voor de overgangsfrequentie
Kleine luidsprekers kunnen het bass-geluid niet zo goed weergeven.
Als u voor de kanalen aan de voorzijde, in het midden, of aan de
achterzijde een kleine luidspreker gebruikt, zal de ontvanger de
bass-elementen die oorspronkelijk naar het kanaal zouden gaan
waarop nu een kleine luidspreker is aangesloten aan een ander
kanaal toewijzen (waarop een grotere luidspreker is aangesloten).
Om deze functie goed te laten werken moet u een
overgangsfrequentieniveau instellen dat overeenkomt met de grootte
van de kleine luidspreker die u hebt aangesloten.
• Als u voor alle luidsprekers de instelling “LARGE” hebt
opgegeven (zie pagina 14), wordt deze functie ingesteld op
“OFF”, met als gevolg dat de functie niet kan worden aangepast.
2. Draai aan de knop MULTI JOG om
het gewenste effectniveau voor het
afzwakken van lage frequenties te
selecteren.
• Wanneer u aan de knop draait, verandert de instelling op de
display en wel als volgt:
0dB10dB
0dB:Selecteer onder normale omstandigheden deze
instelling.
10dB:Selecteer deze instelling als het bass-geluid
vervormd is.
MULTI JOG
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING tot de vermelding
“CROSSOVER FRQ”
(overgangsfrequentie) op de display
wordt weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
2. Draai aan de knop MUL TI JOG om
een overgangsfrequentieniveau te
selecteren dat past bij de grootte van
de kleine luidspreker.
• Wanneer u aan de knop draait, verandert de instelling op de
display en wel in deze volgorde:
Nederlands
• Denk bij het aanbrengen van wijzigingen aan de volgende
richtlijnen.
80Hz:Selecteer deze instelling als de belangrijkste
100Hz:Selecteer deze instelling als de belangrijkste
120Hz:Selecteer deze instelling als de belangrijkste
80Hz100Hz120Hz
luidspreker die in de box is ingebouwd een
doorsnede heeft van ongeveer 12 cm.
luidspreker die in de box is ingebouwd een
doorsnede heeft van ongeveer 10 cm.
luidspreker die in de box is ingebouwd een
doorsnede heeft van ongeveer 8 cm.
SETTING
MULTI JOG
Opmerking:
De instelling voor het afzwakken van lage frequenties geldt niet voor
de afspeelmodus DVD MULTI.
Instelling voor het verkleinen van het
dynamische bereik
Het is mogelijk het dynamische bereik van het weergegeven geluid
te verkleinen. Het dynamische bereik is het verschil tussen het
maximale geluid en het minimale geluid. Deze functie is nuttig
wanneer u’s nachts naar surround sound wilt luisteren.
• Deze functie werkt alleen als bij een afspeelbron gebruik wordt
gemaakt van Dolby Digital.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING
SETTING tot de vermelding “D.
RANGE COMP.” (Dynamic
Range Compression) op de display
wordt weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
2. Draai aan de knop MULTI JOG
MULTI JOG
om de gewenste instelling voor het
dynamische bereik te selecteren.
• Wanneer u aan de knop draait, verandert de
instelling op de display en wel in deze
volgorde:
OFFMIDMAX
Opmerking:
De instelling voor de overgangsfrequentie geldt niet voor de DVD
MULTI-afspeelmodus, 3D-PHONIC-modus en de HEADPHONEmodus.
Instelling voor het afzwakken van lage
frequenties
Als het basgeluid vervormd klinkt wanneer u het geluid afspeelt van
een bron waarbij u gebruik maakt van Dolby Digital, DTS Digital
Surround of MPEG Multichannel, moet u de onderstaande
procedure volgen.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING
SETTING tot de vermelding “LFE
ATT” (Low Frequency Effect
Attenuator) op de display wordt
weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
15
OFF:Selecteer deze instelling als u van het volle
dynamische bereik van de surround sound wilt
genieten. (Zonder effecten)
MID:Selecteer deze instelling als u het dynamische bereik
van de surround sound enigszins wilt verkleinen.
(Standaardinstelling)
MAX:Selecteer deze instelling als u het dynamische bereik
sterk wilt verkleinen. (Met name nuttig’s nachts)
Opmerking:
De instelling voor Dynamic Range Compression geldt niet voor de
afspeelmodus van DTS Digital Surround, MPEG Multichannel en DVD
MULTI.
De instelling voor de digitale ingangen
(DIGITAL IN) registreren
De invoermodus voor analoge of digitale
signalen selecteren
Als u gebruik maakt van de digitale ingangen moet u aangeven
welke apparaten op welke ingangen (DIGITAL IN 1/2/3) zijn
aangesloten.
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de
onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat
u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING
SETTING tot de vermelding
“DIGITAL IN” op de display
wordt weergegeven.
Op de display wordt nu de huidige instelling weergegeven.
Instelling voor de digitale ingang DIGITAL 2
Instelling voor de digitale
ingang DIGITAL 1
2. Draai aan de knop MULTI JOG
Instelling voor de digitale
ingang DIGITAL 3
MULTI JOG
om de juiste instelling voor de
digitale ingangen te selecteren.
• Wanneer u aan de knop draait, verandert de
instelling als volgt:
Als u digitale apparatuur op de digitale uitgangen hebt aangesloten
(zie pagina 8), dient u de invoermodus voor deze apparatuur op de
juiste wijze in te stellen. U kunt kiezen uit: AUTO/PCM, DOLBY
DIGITAL, DTS en MPEG.
Voordat u begint...
• De instelling voor de digitale ingang (DIGITAL IN) moet
overeenkomen met het aangesloten apparaat waarvoor u de
digitale invoermodus wilt selecteren. Als de instelling voor de
digitale ingang niet juist is, is het niet mogelijk om de
invoermodus te wijzigen van analoog in digitaal, zelfs niet als u de
procedure hieronder volgt.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Draai aan de knop SOURCE
SOURCE SELECTOR
SELECTOR tot de afspeelbron
(CD, MD, TV SOUND, DBS of
DVD)* waarvoor u de invoermodus
die u wilt wijzigen op de display
wordt weergegeven.
Opmerking:
*
Voor de afspeelbronnen die hierboven staan vermeld geldt dat
u alleen de digitale ingangen kunt kiezen van de bronnen
waarvoor u de digitale aansluitingen hebt geselecteerd. (Zie de
paragraaf “De instelling voor de digitale ingangen (DIGITAL IN)
registreren.)”
Nederlands
1 DVD 2 CD 3 TV (of DBS*) “
1 DVD 2 CD 3 MD “
1 DVD 2 MD 3 TV (of DBS*) “
1 CD 2 DVD 3 TV (of DBS*) “
1 CD 2 DVD 3 MD “
1 CD 2 MD 3 TV (of DBS*) “
1 TV (of DBS*) 2 CD 3 DVD “
1 TV (of DBS*) 2 CD 3 MD “
1 TV (of DBS*) 2 DVD 3 MD “
1 MD 2 CD 3 TV (of DBS*) “
1 MD 2 CD 3 DVD “
1 MD 2 DVD 3 TV (of DBS*) “
(terug naar het begin)
Als u de naam van de afspeelbron wijzigt van “TV SOUND” in
*
“DBS”, wordt de vermelding “DBS” weergegeven.
Opmerking:
De instellingen voor de digitale ingangen van DIGITAL IN zijn in de
fabriek als volgt toegekend.
• DIGITAL 1 (coax): Voor een DVD-speler
• DIGITAL 2 (optisch): Voor een CD-speler
• DIGITAL 3 (optisch): Voor de digitale TV-tuner
2. Druk herhaaldelijk op de toets
INPUT ANALOG/DIGITAL totdat
ANALOG/DIGITAL
de digitale invoermodus die u wilt
selecteren op de display wordt
weergegeven.
• Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt de invoermodus
gewijzigd en wel als volgt:
ANALOG
MPEG
(Digital)
In de meeste gevallen zult u “AUTO/PCM” selecteren, zodat de
ontvanger automatisch de indeling van de binnenkomende
signalen herkent.(De indicator DIGITAL AUTO licht op de
display op).
– Als de ontvanger de indeling van de digitale signalen die
worden ontvangen herkent, licht het kader rond de indicator
voor het herkende digitale signaal automatisch op.
– Als de ontvanger de indeling van de digitale signalen die
worden ontvangen niet herkent, gaat het kader rond de
indicator voor het herkende digitale signaal knipperen.
Selecteer als dit gebeurt dezelfde digitale invoermodus als die
van de binnenkomende signalen —“DOLBY DIGITAL”,
“DTS” of “MPEG”.
Als u de invoermodus weer wilt wijzigen naar analoge
invoer, moet u de vermelding “ANALOG” selecteren.
DTS
(Digital)
AUTO/PCM
(Digital)
DOLBY DIGITAL
(Digital)
INPUT
16
Met de afstandsbediening:
1. Druk op de toets voor de
afspeelbron waarvoor u de
invoermodus wilt wijzigen
DVD DVD MUILTI CDTAPE/MD
TV/DBSPHONOFM/AM
VCR
(CD, TAPE/MD, TV/DBS of
DVD)*.
Opmerking:
*
Voor de afspeelbronnen die hierboven staan vermeld geldt dat
u alleen de digitale ingangen kunt kiezen van de bronnen
waarvoor u de digitale aansluitingen hebt geselecteerd. (Zie de
paragraaf “De instelling voor de digitale ingangen (DIGITAL IN)
registreren)”.
2. Druk op de toets ANALOG/
DIGITAL om de invoermodus te
wijzigen.
• Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt de invoermodus
gewijzigd en wel als volgt:
ANALOG
MPEG
(Digital)
DTS
(Digital)
Opmerkingen:
• Terwijl er naar een multi-sound afspeelbron wordt gezocht die met
Dolby Digital, DTS Digital Surround of MPEG Multichannel is
gecodeerd, kan het gebeuren dat er ruis of ongewenst geluid uit de
Nederlands
luidsprekers komt. Selecteer in dergelijke gevallen de vermelding
“DOLBY DIGITAL”, “DTS” of “MPEG” als de digitale invoermodus.
• Als u een andere afspeelbron kiest, wordt de digitale invoermodus
automatisch op “AUTO/PCM” teruggezet.
AUTO/PCM
(Digital)
DOLBY DIGITAL
(Digital)
ANALOG/DIGITAL
Tekstuele informatie op de display
weergeven
Wanneer u een MD-recorder of CD-speler die is uitgerust met het
TEXT COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem hebt aangesloten
(zie pagina 40), is het mogelijk om de tekstuele informatie, zoals de
titel van de CD of MD, of de track, op de display van de ontvanger
weer te geven. Volg hiertoe de onderstaande procedure.
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de
onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat
u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
SETTING
SETTING tot de vermelding “FL
DISPLAY” op de display
verschijnt.
Op de display wordt de huidige instelling weergegeven.
2. Draai aan de knop MULTI JOG om
MULTI JOG
de naam van de afspeelbron te
selecteren of om de tekstuele
informatie te selecteren die u op de
display wilt weergeven.
• Wanneer u aan de knop draait, verandert de instelling op de
display en wel in deze volgorde:
NORMALTEXT
NORMAL: De naam van de afspeelbron wordt tijdens het
afspelen weergegeven.
TEXT:De tekstuele informatie wordt tijdens het afspelen
weergegeven.
Opmerking:
Als u de vermelding “TEXT” hebt geselecteerd maar er op de
geselecteerde MD of CD geen tekstuele informatie staat, wordt toch
de naam van de afspeelbron (“CD” of “MD”) op de display
weergegeven.
17
De basisinstellingen aanpassen met
201030405060708090
(Canceled)
00
behulp van de One Touch-bediening
De One Touch-bediening van JVC wordt gebruikt om de
verschillende afspeelbronnen verschillende geluidsinstellingen toe te
kennen en deze in het geheugen op te slaan. Als u deze functie
gebruikt, hoeft u niet elke keer wanneer u een andere afspeelbron
kiest opnieuw het geluid in te stellen. De opgeslagen instellingen
voor de geselecteerde afspeelbron worden in dat geval namelijk
automatisch uit het geheugen opgeroepen en in werking gesteld.
Voor elke bron kunnen de volgende instellingen worden opgeslagen:
• V olume (zie pagina 11)
• Basgeluid (zie pagina 12)
• De instelling voor het afzwakken van de invoermodus (zie pagina
12)
• Het uitvoerniveau van de subwoofer (zie pagina 12)
• Balans (zie pagina 13)
• SEA-modi (zie pagina 24)
• DSP-modi
– Instellingen voor 3D-PHONIC-modi (zie pagina 28)
– Instellingen voor DAP-modi (zie pagina 28)
– Instellingen voor surround-modi (zie pagina 29)
• Instellingen voor de afspeelmodus DVD MULTI (zie pagina 33)
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
De geluidsinstellingen opslaan
1. Druk op de toets ONE TOUCH
ONE TOUCH OPERATION
OPERATION.
Het lampje ONE TOUCH OPERATION licht
op en de eerder opgeslagen instellingen
worden uit het geheugen opgeroepen.
De Sleep Timer gebruiken
Als u gebruik maakt van de Sleep Timer kunt u met muziek in slaap
vallen in de wetenschap dat de ontvanger zichzelf na verloop van
tijd automatisch uitschakelt en niet de hele nacht doorspeelt.
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk herhaaldelijk op de toets SLEEP.
De indicator SLEEP op de display licht op en de tijd
waarop de eenheid wordt uitgeschakeld verandert als
volgt (in minuten):
00 (Geannuleerd)
Het tijdstip waarop de ontvanger zichzelf moet uitschakelen
Als dit tijdstip aanbreekt, schakelt de ontvanger zichzelf uit.
Kijken hoe lang het nog duurt tot de ontvanger zichzelf
uitschakelt en het tijdstip van uitschakelen wijzigen
Druk één keer op de toets SLEEP.
De resterende tijd tot het tijdstip van uitschakeling verschijnt. De
tijd wordt weergegeven in minuten.
• Als u het tijdstip van uitschakeling wilt wijzigen, moet u
herhaaldelijk op de toets SLEEP drukken.
De Sleep Timer uitzetten
Druk herhaaldelijk op de toets SLEEP tot de vermelding “SLEEP
00min.” op de display wordt weergegeven. (De indicator SLEEP
gaat uit.)
• Ook als u de stroom uitschakelt, gaat de Sleep Timer uit.
SLEEP
Nederlands
2. U kunt het geluid met behulp van de
bovenstaande functies aan uw wensen aanpassen.
De nieuwe instellingen die u opgeeft, worden in het geheugen
opgeslagen.
De geluidsinstellingen uit het geheugen oproepen
Zodra het lampje ONE TOUCH OPERATION oplicht, worden de
instellingen van de geselecteerde afspeelbron uit het geheugen
opgeroepen.
De functie One Touch-bediening uitschakelen
Druk op de toets ONE TOUCH OPERATION zodat het lampje
uitgaat.
(Alhoewel One Touch-bediening nu is uitgeschakeld, blijven de door
u uit het geheugen opgeroepen geluidseffecten gewoon in werking.)
Opmerkingen:
• Wanneer FM of AM (MG/LG) als afspeelbron is geselecteerd, kunt
u voor elke band een aparte instelling opgeven.
• De DSP-modi en de afspeelmodi DVD MULTI kunnen niet
tegelijkertijd worden gebruikt.
18
Radiostations ontvangen
U kunt zelf op zoek gaan naar stations, of gebruik maken van de voorkeurfunctie waarmee u meteen op een bepaald
radiostation afstemt.
BELANGRIJK:
Let er bij het gebruik van de afstandsbediening op
dat de schakelknop voor de modus van de
afstandsbediening in de juiste stand staat:
Om deze ontvanger te bedienen, moet u de
schakelknop in de stand “AUDIO/TV/VCR” zetten.
Handmatig afstemmen op stations
AUDIO/
TV/VCR
CATV/DBS
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Stem af op het station dat u als voorkeurzender
wilt instellen (zie “Handmatig afstemmen op
stations”).
• Als u de FM-ontvangstmodus voor dit station wilt opslaan,
moet u nu de FM-ontvangstmodus van uw keuze selecteren.
Zie “Een FM-ontvangstmodus selecteren” op pagina 20.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Draai aan de knop SOURCE
SELECTOR om de gewenste
omroepband te selecteren (FM of
AM (MG/LG)).
Er wordt afgestemd op het station waarop de vorige keer in de
desbetreffende band was afgestemd.
2. Druk op de toets FM/AM
TUNING.
3. Draai aan de knop MULTI JOG tot
Nederlands
u de frequentie van uw keuze hebt
gevonden.
• Als u de knop met de wijzers van de klok
meedraait, kunt u een hogere frequentie zoeken.
• Als u de knop tegen de wijzers van de klok in draait, kunt u
een lagere frequentie zoeken.
• Als u snel aan de knop MULTI JOG draait, blijft de
frequentiezoeker doorlopen tot de ontvanger een station vindt
en erop afstemt.
SOURCE SELECTOR
FM/AM TUNING
MULTI JOG
2. Druk op de toets TUNER (/SEA)
TUNER/SEA MEMORY
MEMORY.
De vermelding “CH-” verschijnt en de positie voor het
kanaalnummer knippert gedurende circa 10 seconden op de
display.
3. Draai wanneer de positie voor het
kanaalnummer van de vorige stap
op de display knippert aan de knop
MULTI JOG om een kanaalnummer
te selecteren.
Opmerking:
U kunt de cijfertoetsen van de afstandsbediening gebruiken om
een kanaalnummer te kiezen. Zorg ervoor dat u de cijfertoetsen
hebt geactiveerd voor de tuner en niet voor de CD-speler of een
andere afspeelbron (zie pagina 45).
MULTI JOG
Opmerking:
Als u afstemt op een station waarvan de signaalsterkte toereikend is,
verschijnt er op de display de melding TUNED.
Wanneer het station een FM-zender is die in stereo wordt ontvangen,
licht ook de indicator STEREO op.
Werken met voorkeurzenders
Wanneer een station eenmaal aan een kanaalnummer is toegekend,
kunt u snel op dat station afstemmen. Er kunnen in totaal 30 FMzenders en 15 AM-zenders (MG/LG) als voorkeurzenders worden
ingesteld.
Een station als voorkeurzender instellen
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de
onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat
u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
4. Druk nogmaals op de toets TUNER
TUNER/SEA MEMORY
(/SEA) MEMORY wanneer het
geselecteerde kanaalnummer op de
display knippert.
Het geselecteerde kanaalnummer stopt met knipperen.
Het station is nu een kanaalnummer toegekend.
5. Herhaal stap 1 tot en met 4 tot u alle stations die
u als voorkeurzenders wilt instellen in het
geheugen hebt opgeslagen.
Een voorkeurzender uit het geheugen verwijderen
Als u een nieuw station het kanaalnummer van een bestaande
voorkeurzender toekent, wordt de bestaande voorkeurzender uit het
geheugen verwijderd.
19
Afstemmen op een voorkeurzender
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Draai aan de knop SOURCE
SOURCE SELECTOR
SELECTOR om de gewenste
omroepband te selecteren (FM of
AM (MG/LG)).
Er wordt afgestemd op het station waarop de vorige keer in de
desbetreffende band was afgestemd.
TUNER PRESET
2. Druk op de toets TUNER PRESET.
Draai aan de knop MULTI JOG tot u het
3.
kanaal van uw keuze hebt gevonden.
• Draai de knop met de wijzers van de klok mee
om een hoger kanaalnummer te kiezen.
• Draai de knop tegen de wijzers van de klok in
om een lager kanaalnummer te kiezen.
Met de afstandsbediening:
1. Druk op de toets FM/AM.
• Elke keer dat u op deze toets drukt, schakelt u
heen en weer tussen FM en AM (MG/LG).
2. Druk op de cijfertoetsen om een
voorkeurzender te selecteren.
• Druk voor kanaalnummer 5 op de toets
met het cijfer 5.
• Druk voor kanaalnummer 15 op +10 en
daarna op 5.
• Druk voor kanaalnummer 20 op +10 en
daarna op 10.
• Druk voor kanaalnummer 30 op +10,
daarna op +10, en tot slot op 10.
Opmerking:
U kunt de cijfertoetsen van de afstandsbediening gebruiken om een
kanaalnummer te kiezen. Zorg ervoor dat u de cijfertoetsen hebt
geactiveerd voor de tuner en niet voor de CD-speler of een andere
afspeelbron. (Zie pagina 45.)
CNTR TONE
TESTREAR-L
EFFECTREAR-R
SEA MODE
RETURN
MULTI JOG
FM/AM
SUBWOOFER
0
FM MODE
CENTER
MENU
ENTER
123
456
7
/P89
10
+10
100+
Opmerking:
Als u op de afstandsbediening op de toets FM MODE gebruikt, moet
u ervoor zorgen dat de cijfertoetsen zijn geactiveerd voor de tuner en
niet voor de CD-speler of een andere afspeelbron. (Zie pagina 45.)
Voorkeurzenders een naam geven
U kunt aan elk station dat u als voorkeurzender hebt ingesteld een
naam toekennen. De naam mag uit maximaal 4 tekens bestaan.
Wanneer u op een voorkeurzender afstemt waaraan een naam is
toegekend, wordt die naam op de display weergegeven.
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de
onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat
u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
• U kunt de volgende tekens gebruiken: spatie (_), A – Z, en 0 – 9.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Stem af op een voorkeurzender.
Zie hier links.
2. Druk op de toets TUNER (/SEA)
TUNER/SEA MEMORY
MEMORY.
Het vooraf ingestelde kanaalnummer knippert
gedurende ongeveer 10 seconden.
• Wanneer u aan de knop MULTI JOG draait terwijl er een
ingesteld kanaalnummer knippert, kunt u het ingestelde
kanaalnummer wijzigen.
3. Druk wanneer het vooraf ingestelde
TUNER PRESET
kanaalnummer knippert op de toets
TUNER PRESET.
De positie voor het eerste teken begint te
knipperen.
Nederlands
Een FM-ontvangstmodus selecteren
Als een FM-stereo-uitzending moeilijk is te
ontvangen of als er veel ruis wordt ontvangen
Het is mogelijk een andere FM-ontvangstmodus te selecteren
wanneer u naar een FM-uitzending luistert.
• U kunt voor elk FM-station dat u als voorkeurzender hebt ingesteld
de door u gewenste FM-ontvangstmodus in het geheugen opslaan.
Druk op het paneel aan de voorzijde van de ontvanger op de
toets FM MODE of op de afstandsbediening op de toets.
• Elke keer dat u op deze toets drukt, schakelt de FMontvangstmodus heen en weer tussen “AUTO MUTING” en
“MONO”.
Op het bedieningspaneel
aan de voorzijde
AUTO MUTING: Programma’s die in stereo worden
MONO: Als u deze modus kiest, wordt de ontvangstkwaliteit
FM MODE
SUBWOOFER
0
FM MODE
Op de afstandsbediening
uitgezonden, worden in stereo ontvangen.
Programma’s die in mono worden uitgezonden,
worden in mono ontvangen. De modus “AUTO
MUTING” kan ook worden gebruikt om statische
storingen tussen stations te onderdrukken. Als u deze
modus selecteert, licht de indicator AUTO MUTING
op de display op.
verbeterd, maar gaat het stereo-effect verloren. In de
modus “MONO” hoort u ruis terwijl u op stations aan
het afstemmen bent. Als u deze modus selecteert, gaat
de indicator AUTO MUTING op de display uit.
4. Draai op het moment dat de positie
MULTI JOG
voor het eerste teken knippert aan
de knop MULTI JOG om het eerste
teken te selecteren.
5. Druk wanneer het teken van uw keuze
TUNER PRESET
knippert op de toets TUNER
PRESET.
De positie voor het volgende teken begint te
knipperen.
6. Herhaal stap 4 en 5 tot u alle tekens hebt
ingevoerd die u wilde invoeren.
7. Druk op de toets TUNER (/SEA)
TUNER/SEA MEMORY
MEMORY als u het laatste teken
hebt ingevoerd en klaar bent met
het toekennen van een naam.
De ingevoerde tekens wissen
Volg dezelfde procedure als hierboven staat beschreven maar voer
nu spaties in plaats van tekens in.
20
RDS (Radio Data System) gebruiken om
FM-stations te ontvangen
Dankzij RDS kunnen FM-stations een extra signaal aan hun
reguliere uitzendsignaal toevoegen. Zo kunnen deze zenders
bijvoorbeeld de naam van het station, alsmede informatie over de
aard van het programma (bijvoorbeeld sport of muziek) met het
reguliere signaal meezenden.
Wanneer u op een FM-station hebt afgestemd dat RDS-gegevens
uitzendt, zal de indicator RDS op de display oplichten.
Met deze ontvanger kunnen de volgende soorten RDS-signalen
worden ontvangen.
PS (Stationsnaam): toont stationsnamen
PTY (Programmatype):
toont het genre van het radioprogramma
RT (Radiotekst): toont tekstberichten die het station uitzendt
EON (Enhanced Other Network): Zie pagina 23.
Opmerkingen:
• RDS-signalen worden niet uitgezonden door AM-stations (MG/LG).
• RDS kan gebrekkig of niet functioneren wanneer het station waarop
u hebt afgestemd de RDS-signalen niet goed uitzendt of wanneer
het ontvangstsignaal te zwak is.
Wat voor een informatie heeft de RDS-service
te bieden?
De RDS-signalen die door stations worden uitgezonden, kunnen op
de display worden weergegeven.
De RDS-signalen zichtbaar maken
Druk op de toets DISPLAY MODE terwijl u naar een FM-
Nederlands
station luistert.
DISPLAY MODE
Op het bedieningspaneel
Op de afstandsbediening
STOP
DISPLAY MODE
aan de voorzijde
• Elke keer dat u op deze toets drukt, verandert de weergave op de
display. De volgende informatie wordt zichtbaar:
PSPTY
Frequentie
RTFrequency
PS (Stationsnaam):
Tijdens het zoeken verschijnt de vermelding “PS” op de display en
daarna wordt de naam van het station weergegeven. De vermelding
“NO PS” verschijnt indien er geen signaal wordt verzonden.
PTY (Programmatype):
Tijdens het zoeken verschijnt de vermelding “PTY” op de display en
daarna wordt het genre van het programma w eergegeven. De vermelding
“NO PTY” verschijnt indien er geen signaal wordt verzonden.
RT (Radiotekst):
Tijdens het zoeken verschijnt de vermelding “RT” op de displa y en
daarna worden tekstberichten die het station uitzendt w eergegeven. De
vermelding “NO RT” verschijnt indien er geen signaal wordt verzonden.
Frequentie:
De frequentie die wordt ontvangen (niet een service van het RDSsysteem)
Opmerkingen:
• Als u op de afstandsbediening op de toets DISPLAY MODE drukt,
moet u ervoor zorgen dat het FM-station ook met de
afstandsbediening hebt geselecteerd. Als u dat niet hebt gedaan,
zult u merken dat u de tuner niet met de toets DISPLAY MODE
kunt bedienen. (Als u op de toets FM/AM drukt, wordt de
afstandsbediening voor de bediening van de tuner geactiveerd.)
• Als het zoeken plotseling wordt afgebroken, verschijnen de
vermeldingen “PS”, “PTY” en “RT” niet op de display.
21
Het is ook mogelijk om de RDS-informatie op het beeldscherm
van een TV weer te geven.
Om deze functie te kunnen gebruiken, dient u de TV aan te sluiten
op de uitgang met de markering MONITOR OUT aan de achterzijde
van de eenheid (zie pagina 7) en de invoermodus van de TV in de
stand te zetten waarop de ontvanger is aangesloten.
• Wanneer de invoermodus van de TV niet klopt (bijvoorbeeld
omdat er een andere video-invoermodus of TV-tunermodus is
geselecteerd), kan de RDS-informatie niet op het beeldscherm van
de TV worden weergegeven.
Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl u naar
een FM-station luistert.
TEXT
DISPLAY
De volgende informatie wordt op het beeldscherm van
de TV weergegeven.
Geselecteerd station
Stationsnaam
Programmatype
Radiotekst
Druk om de RDS-informatie van het scherm te
verwijderen op EXIT.
EXIT
Opmerking:
In de volgende gevallen zal het scherm-menu verdwijnen:
– Indien de functies 10 minuten niet worden bediend.
– Indien u een andere functie bedient dan in deze paragraaf wordt
uitgelegd.
Een programma zoeken met behulp van
een PTY-code
Eén van de voordelen van de RDS-service is dat u een bepaald
programma kunt opsporen op de voorgeprogrammeerde kanalen (zie
pagina 19) door de PTY-codes op te geven.
Een programma zoeken door een PTY-code op te
geven
Voordat u begint...
• De zoekfunctie PTY Search kan alleen worden toegepast op
stations die als voorkeurzender zijn ingesteld.
• U kunt het zoeken op elk gewenst moment onderbreken door op
de toets PTY SEARCH te drukken.
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de
onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat
u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
• Als u de toetsen op de afstandsbediening wilt gebruiken, moet u
het FM-station met behulp van de afstandsbediening hebben
geselecteerd. Als u dat niet hebt gedaan, zult u mer ken dat de
RDS-bedieningstoetsen niet werken. (Door op de toets FM/AM te
drukken, wordt de afstandsbediening geactiveerd voor de
bediening van de RDS-functie.)
FM/AM
/REW
PTY
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk terwijl u naar een FM-station
PLAY
PTY SEARCH
STOP
DISPLAY MODE
PTY SEARCH
FF/
PTY
luistert op de toets PTY SEARCH.
Die vermelding “PTY SELECT” knippert op
de display.
2. Draai zolang de vermelding “PTY
MULTI JOG
SELECT” knippert aan de knop
MULTI JOG tot de PTY-code van
uw keuze op de display wordt
weergegeven.
Op de display verschijnen de PTY-codes die nevenstaand
worden toegelicht.
3. Druk nogmaals op de toets PTY
PTY SEARCH
SEARCH terwijl de PTY-code die
in de vorige stap werd geselecteerd
nog op de display staat.
Tijdens het uitvoeren van de zoekopdracht, verschijnen de
vermelding “SEARCH” en de geselecteerde PTY-code
beurtelings op de display.
De ontvanger doorzoekt 30 FM-voorkeurzenders, stopt wanneer
het station dat u zoekt is gevonden en stemt automatisch op dat
station af.
PTY codes
Documemt
Folk M (Music)
Nation M (Music)
Alarm !
TEST
Oldies
Country
Jazz
Leisure
None
News
Affairs
Info (Information)
Sport
Educate (Education)
Drama
Culture
Science
Varied
Doorgaan met zoeken nadat het eerste station is gevonden
Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH wanneer de
eerdergenoemde vermeldingen elkaar knipperend op de display
afwisselen.
Indien er geen programma wordt gevonden, wordt de vermelding
“NOTFOUND” op de display weergegeven.
Met de afstandsbediening:
1. Druk terwijl u naar een FMstation luistert op de toets PTY
SEARCH.
PLAY
PTY SEARCH
Die vermelding “PTY SELECT” knippert op de display.
2. Druk zolang de vermelding “PTY
SELECT” knippert op de toets
PTY –/+ en houd deze ingedrukt
tot de PTY-code van uw keuze op
PTY SEARCH
PTY
FF/
/REW
PTY SEARCH
de display wordt weergegeven.
Op de display verschijnen de PTY-codes die nevenstaand
worden toegelicht.
3. Druk nogmaals op de toets PTY
SEARCH terwijl de PTY-code die
in de vorige stap werd
PLAY
PTY SEARCH
geselecteerd nog op de display staat.
Tijdens het uitvoeren van de zoekopdracht, verschijnen de
vermelding “SEARCH” en de geselecteerde PTY-code
beurtelings op de display.
De ontvanger doorzoekt 30 FM-voorkeurzenders, stopt wanneer
het station dat u zoekt is gevonden en stemt automatisch op dat
station af.
Doorgaan met zoeken nadat het eerste station is gevonden
Druk nogmaals op de toets PTY SEARCH wanneer de
eerdergenoemde vermeldingen elkaar knipperend op de display
afwisselen.
Indien er geen programma wordt gevonden, wordt de vermelding
“NOTFOUND” op de display weergegeven.
PTY
Travel
Phone In
Religion
Social
Children
Finance
Weather
Pop M (Music)
Rock M (Music)
Easy M (Music)
Light M (Music)
Classics
Other M (Music)
Wanneer er een nooduitzending (Alarm-signaal) door een FMstation wordt uitgezonden:
De ontvanger stemt automatisch af op het desbetreffende station,
behalve in de volgende situaties:
• Als u naar een station luistert dat geen RDS-signalen uitzendt (alle
AM-stations (MG/LG) en bepaalde FM-stations).
• Als de ontvanger in de Standby-modus staat.
Tijdens de ontvangst van een nooduitzending, verschijnt de
vermelding “Alarm !” op de display.
Het TEST-signaal wordt uitgezonden ten behoeve van het testen
van apparatuur en is bedoeld om na te gaan of de ontvanger in
staat is een Alarm-signaal naar behoren te ontvangen.
Bij de ontvangst van een TEST-signaal gedraagt de ontvanger zich
precies zoals bij de ontvangst van een Alarm-signaal. Wanneer er
een TEST-signaal wordt ontvangen, schakelt de ontvanger
onmiddellijk over naar het station dat het TEST-signaal uitzendt.
Tijdens de ontvangst van een TEST-signaal wordt de vermelding
“TEST” op de display weergegeven.
Nederlands
22
Tijdelijk naar een radioprogramma van uw
keuze overschakelen
SITUATIE 2
Als er een station is dat een programma
uitzendt van het genre dat u hebt geselecteerd
Een andere handige RDS-service draagt de naam “EON (Enhanced
Other Network)”.
Wanneer een station wordt ontvangen dat een EON-code uitzendt,
licht de EON-indicator op.
Dankzij deze service kan de ontvanger tijdelijk van een bepaald
station overschakelen naar een radioprogramma van uw keuze
(NEWS, TA en/of INFO), behalve in de volgende omstandigheden:
• Als u naar een station luistert dat geen RDS-signalen uitzendt (alle
AM-stations (MG/LG) en bepaalde FM-stations).
• Als het laatst ontvangen FM-station een station was dat geen
RDS-signalen uitzond.
• Als de ontvanger in de Standby-modus staat.
Voordat u begint...
• De EON-functie is alleen op voorkeurzenders van toepassing.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk op de toets EON zodat het
laatst geselecteerde
programmagenre op de display
wordt weergegeven.
De ontvanger schakelt over op de EON-standby-modus.
Wanneer de ontvanger in de EON-standby-modus staat, is de
ontvanger klaar voor de ontvangst van de EON-gegevens die u
selecteert (TA/NEWS/INFO).
Nederlands
2. Druk op de toets TA/NEWS/INFO
TA/NEWS/INFO
tot het genre van uw keuze op de
display wordt weergegeven.
• Elke keer dat u deze toets indrukt, wordt een van de volgende
genres op de display weergegeven:
TA
NEWS/INFO
NEWS
INFO
TA/INFO
TA/NEWS/INFO
TA/NEWS
EON
De ontvanger stopt met het afspelen van de bron die is
geselecteerd (geldt voor alle bronnen behalve AM (MG/LG))
en stemt af op het desbetreffende station. De indicator voor de
ontvangen PTY-code gaat knipperen.
‘
Wanneer het programma is beëindigd, keert de ontvanger terug
naar de eerder geselecteerde bron, maar de EON-standbymodus blijft in werking. De indicator voor de ontvangen PTYcode stopt met knipperen en blijft nu continu branden.
Als het FM-station waar u naar luistert een
SITUATIE 3
De ontvanger blijft het station waarop u al had afgestemd
ontvangen en de indicator voor de ontvangen PTY-code gaat
knipperen.
programma uitzendt van het genre dat u hebt
geselecteerd
‘
Wanneer het programma is beëindigd, stopt de indicator voor
de ontvangen PTY-code met knipperen en blijft nu continu
branden. De ontvanger blijft in de EON-standby-modus staan.
Als u niet meer wilt luisteren naar het programma dat door
EON werd geselecteerd
Druk op de toets EON zodat het programmagenre (TA/NEWS/
INFO) van de display verdwijnt. De EON-modus wordt
uitgeschakeld en de ontvanger keert terug naar de eerder
geselecteerde bron.
• Elke keer dat u op de toets EON drukt, schakelt u heen en weer
tussen de standby-modus en de uit-stand.
TA:Verkeersinformatie (Traffic Announcement).
NEWS: Nieuws.
INFO:Informatief programma, in de breedste zin van het
woord.
SITUATIE 1
De ontvanger blijft de huidige bron afspelen (geldt voor alle
bronnen behalve AM (MG/LG)).
Als er geen enkel station is dat een programma
uitzendt van het genre dat u hebt geselecteerd
‘
Wanneer een station een programma gaat uitzenden dat voldoet
aan het genre dat u hebt geselecteerd, schakelt de ontvanger
automatisch over naar dat station. De indicator voor de
ontvangen PTY-code gaat knipperen.
‘
Wanneer het programma is beëindigd, keert de ontvanger terug
naar de eerder geselecteerde bron, maar de EON-standbymodus blijft in werking. De indicator voor de ontvangen PTYcode stopt met knipperen en blijft nu continu branden.
Opmerkingen:
• Sommige FM-stations zenden EON-gegevens uit waar deze
ontvanger niet mee overweg kan.
• Als u de ontvanger in de EON-standby-modus hebt gezet en
overschakelt naar AM (MG/LG) of een synchrone opname maakt
(zie pagina 39), wordt de EON-standby-modus tijdelijk
uitgeschakeld. De ontvanger keert terug naar de EON-standbymodus zodra u de activiteit die u uitvoert beëindigt.
• Wanneer u naar een programma luistert waarop met behulp van de
EON-functie is afgestemd, is het niet mogelijk de toetsen voor het
selecteren van een afspeelbron en de toets PTY SEARCH te
gebruiken.
• Als u naar een programma luistert waarop met de functie EON is
afgestemd, kunt u geen bewerkingen op het beeldscherm (pagina
34 en 41).
LET OP:
Als de ontvanger onverhoopt heen en weer blijft springen tussen het
station waarop de EON-functie wil afstemmen en de door u
geselecteerde bron, moet u op de toets EON drukken om de EONfunctie uit te schakelen.
Als u niet op de toets drukt, wordt uiteindelijk afgestemd op het
station waarop de ontvanger nu al is afgestemd en verdwijnt de
indicator voor het EON-programmagenre dat op de display knippert.
23
De SEA-modi
Met de SEA-modi (Sound Effect Amplifier) kunt u bepalen hoe de muziek die u weergeeft klinkt.
BELANGRIJK:
Let er bij het gebruik van de afstandsbediening op
dat de schakelknop voor de modus van de
afstandsbediening in de juiste stand staat:
Om deze ontvanger te bedienen, moet u de
schakelknop in de stand “AUDIO/TV/VCR” zetten.
AUDIO/
TV/VCR
CATV/DBS
Uw favoriete SEA-modus selecteren
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Druk herhaaldelijk op de toets SEA MODE tot de
SEA-modus van uw keuze op de display wordt
weergegeven.
• Elke keer dat u op de toets drukt, wordt er een
andere SEA-modus op de display weergegeven, en
wel als volgt:
SEA ROCK
SEA ROCK:
SEA MUSICAL: Benadrukt het middelste frequentiebereik,
SEA MOVIE:Voegt breedte aan het geluid toe, waardoor u het
SEA COUNTRY: Benadrukt het hoge frequentiebereik, waardoor
SEA JAZZ: Zorgt voor het gevoel van een levende atmosfeer.
SEA USERMODE: De oorspronkelijke SEA-modus (zie hier
SEA OFF:
SEA MUSICALSEA MOVIE
SEA USERMODESEA OFF
Zorgt voor een stevig geluid. Zowel de hoge als lage
frequenties worden benadrukt.
waardoor de menselijke stem beter tot zijn recht
komt.
gevoel hebt dat u zich in een bioscoopzaal be vindt.
instrumenten als de viool en banjo beter tot hun recht
komen.
Geschikt voor akoestische muziek.
rechts).
Er wordt geen gebruik gemaakt van een voorgedefinieerde
SEA-modus (zie hieronder).
SEA JAZZ
Opmerkingen:
•
De SEA-modi kunnen niet worden gebruikt bij het maken van opnames.
• Als u een SEA-modus inschakelt, wordt in eerste instantie de SEA-
modus van kracht die als laatste werd gebruikt.
• Wanneer de SEA-modus in combinatie met de DAP-modus wordt
gebruikt (zie pagina 28), kan het zijn dat het geluid wordt vervormd.
Als dit het geval is, moet u de DAP-modus uitschakelen of het
effectniveau van de DAP-modus afzwakken.
SEA MODE
SEA COUNTRY
Zelf een SEA-modus maken
U kunt zelf een aangepaste SEA-modus samenstellen en in het
geheugen opslaan. De instellingen die u zelf maakt, worden
opgeslagen onder de naam SEA USERMODE.
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de
onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat
u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
ALLEEN op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Als u de zelfgemaakte SEA-modus niet in het geheugen wilt opslaan
maar alleen tijdelijk wilt gebruiken, moet u beginnen bij stap 4.
1. Druk herhaaldelijk op de toets SEA
SEA ADJUST
ADJUST tot het frequentiebereik van
uw keuze (100Hz, 1kHz of 10kHz) op
de display wordt weergegeven.
2. Draai aan de knop MULTI JOG
MULTI JOG
om het SEA-niveau van het
geselecteerde frequentiebereik aan
te passen.
• Draai de knop met de wijzers van de klok mee om het niveau
te vergroten.
• Draai de knop tegen de wijzers van de klok in om het niveau te
verkleinen.
3. Herhaal stap 1 en 2 als u nog andere
frequentiebereiken wilt aanpassen.
4. Druk op de toets (TUNER/) SEA
TUNER/SEA MEMORY
MEMORY.
De door u gekozen intelling wordt nu als SEA
USERMODE klankbeeld vastgelegd.
Nederlands
De SEA-modus uitschakelen
Druk herhaaldelijk op de toets SEA MODE tot de vermelding “SEA
OFF” hierboven op de display wordt weergegeven.
De indicator SEA op de display gaat uit.
Met de afstandsbediening:
1. Druk op de toets SOUND.
De cijfertoetsen treden in werking voor het
aanbrengen van wijzigingen in het geluid.
2. Druk herhaaldelijk op de toets SEA
MODE tot de SEA-modus van uw keuze
op de display wordt weergegeven.
SOUND
SEA MODE
10
RETURN
De SEA-modus uitschakelen
Druk op de toets SEA MODE tot de vermelding “SEA OFF” in stap
2 hierboven op de display wordt weergegeven. De indicator SEA op
de display gaat uit.
Een zelfgemaakte SEA-modus uit het geheugen
oproepen
Druk herhaaldelijk op de toets SEA MODE tot de vermelding “SEA
USERMODE” wordt weergegeven.
Een zelfgemaakte SEA-modus uit het geheugen
verwijderen
Als u een nieuwe instelling onder de naam SEA USERMODE
opslaat, gaat de vorige aanpassing verloren.
24
De DSP-modi
De ingebouwde processor voor surround sound voorziet in drie DSP-modi (Digital Signal Processor) — de 3D-PHONICmodus, de DAP-modus (Digital Acoustic Processor) en twee surround-modi.
De 3D-PHONIC-modus
De 3D-PHONIC-modus geeft bijna net zo’n surround-effect als het
effect dat wordt gerealiseerd door de Dolby Surround-decoder, die
vaak wordt gebruikt om meeslepende geluiden weer te geven zoals
bijvoorbeeld in bioscoopzalen wordt bereikt. De 3D-PHONICmodus is het resultaat van jaren van onderzoek dat JVC heeft
besteed aan de technologie achter geluidslokalisatie. Deze modus
wordt geselecteerd wanneer er twee luidsprekers aan de
voorzijde van deze ontvanger zijn aangesloten (en werkt
onafhankelijk van de vraag of er een luidspreker in het midden
of luidsprekers aan de achterzijde zijn aangesloten).
3D ACTION:Deze modus is het meest geschikt voor actie- en
oorlogsfilms, waarbij veel snelle actie en explosies
plaatsvinden.
3D THEATER: Deze modus bootst het geluidsveld van een groot
theater na. Deze modus kan alleen worden
geselecteerd wanneer er alleen luidsprekers aan de
voorzijde op de ontvanger zijn aangesloten en voor
“REAR SPK” en “CENTER SPK” de instelling
“NONE” is geselecteerd (zie pagina 14).
Nederlands
De DAP-modus
Het geluid dat u hoort in een concertzaal of een sociëteit bestaat uit
directe en indirecte geluiden. Indirecte geluiden zijn eerste reflecties
en reflecties van achteren. Directe geluiden zijn geluiden die de
toehoorder rechtstreeks en zonder weerkaatsing vanaf de bron
bereiken. Indirecte geluiden daarentegen, zijn vertraagde geluiden
die bijvoorbeeld eerst naar de muren of het plafond zijn gegaan. De
directe en indirecte geluiden vormen samen de belangrijkste
elementen van het akoestische surround-effect. De DAP-modus kan
deze belangrijke elementen nabootsen en u via de luidsprekers aan
de voorzijde en achterzijde het gevoel geven dat u “erbij bent”. Deze
modus wordt geselecteerd wanneer er twee luidsprekers aan de
voorzijde van deze ontvanger zijn aangesloten (en werkt
onafhankelijk van de vraag of er een luidspreker in het midden
of luidsprekers aan de achterzijde zijn aangesloten).
Het is mogelijk om een van de volgende instellingen te kiezen als er
een analoog of lineair PCM-apparaat wordt afgespeeld.
LIVE CLUB:Geeft het gevoel van een sociëteit met een laag
plafond waarin levende muziek wordt gespeeld.
DANCE CLUB:Geeft een dreunende bass.
HALL:Geeft heldere vocale klanken en het gevoel
aanwezig te zijn in een concerthal.
PAVILION:Geeft het ruimtelijke gevoel van een paviljoen met
een hoog plafond.
Eerste reflecties
Rechtstreekse geluiden
Reflecties van
achteren
25
Surround-modi
Met deze ontvanger kunnen vier verschillende soorten surroundmodi worden gekozen. De onderstaande modi kunnen niet
worden gekozen indien er alleen luidsprekers voor de voorzijde
op de ontvanger zijn aangesloten (dus zonder luidsprekers in het
midden of aan de achterzijde).
JVC Theater Surround
Om in uw luisterruimte een realistischer weergave mogelijk te
maken van het geluidsveld van de soundtracks van audio/video die is
voorzien van het logo voor Dolby Surround (
DOLBY SURROUND
) is JVC
Theater Surround ontwikkeld.
Dolby Surround (Dolby Digital en Dolby Pro Logic)
*
Deze surround-modi worden gebruikt om de soundtracks te
beluisteren van audio/video-signalen die zijn gecodeerd met Dolby
Digital (voorzien van het logo
(voorzien van het logo
DOLBY SURROUND
DIGITAL
) of Dolby Surround
).
Het Dolby Surround-coderingsformaat neemt de signalen op van het
linker kanaal aan de voorzijde, het rechter kanaal aan de voorzijde,
het middenkanaal, en het kanaal aan de achterzijde (in totaal 4
kanalen). De opname wordt op 2 kanalen gemaakt. De Dolby Pro
Logic-decoder die in deze ontvanger is ingebouwd, decodeert de
signalen van deze 2 kanalen zodanig dat de signalen van de 4
oorspronkelijke kanalen worden hersteld. Dit wordt matrix
multikanaal-reproductie genoemd. Door deze methode kunt u
genieten van een realistisch stereo-geluid in uw kamer.
Er is echter ook de Dolby Digital-coderingsmethode (het zogeheten
discrete 5,1-kanaals, digitale audioformaat) dat de signalen digitaal
opneemt en comprimeert van de signalen van het linker kanaal aan
de voorzijde, het rechter kanaal aan de voorzijde, het middenkanaal,
het linker kanaal aan de achterzijde, het rechter kanaal aan de
achterzijde en het LFE-kanaal (in totaal 6 kanalen, maar het LFEkanaal wordt als 0,1 geteld, vandaar 5,1-kanaals). Elke kanaal is
volledig onafhankelijk van elk ander kanaal om storingen te
voorkomen. Er is daardoor een veel betere geluidskwaliteit mogelijk
met veel stereo- en surround-effecten.
De in deze ontvanger ingebouwde Dolby Digital-decoder kan een
veel realistischer geluidsveld in uw kamer realiseren. U hebt het
gevoel in een echt theater aanwezig te zijn.
Bovendien is bij Dolby Digital stereo-geluid aan de achterzijde
mogelijk en wordt de begrenzingsfrequentie van de hoge tonen aan
de achterzijde ingesteld op 20 kHz. Bij Dolby Pro Logic is dat 7
kHz. Al deze feiten zorgen voor een geluidservaring en het gevoel
erbij te zijn - veel meer dan bij Dolby Pro Logic het geval is.
• Om te kunnen genieten van audio/video die met Dolby Digital is
gecodeerd, dient u de afspeelbron aan te sluiten op de digitale
ingang aan de achterzijde van deze ontvanger (zie pagina 8).
DTS Digital Surround
**
DTS Digital Surround is een discrete 5,1-kanaals digitaal formaat
voor audio op CD’s, LD’s en DVD’s.
In vergelijking tot Dolby Digital is de audiocompressieverhouding
relatief laag. Hierdoor kan het DTS Digital Surround-formaat meer
gegevens opnemen dan Dolby Digital, zelfs als hetzelfde medium
wordt gebruikt, en hierbij wordt het geluid ook nog eens voller en
dieper gereproduceerd. Als gevolg hiervan staat DTS Digital
Surround garant voor een natuurlijk, helder en degelijk geluid.
• Om te kunnen genieten van de audio/video die met de DTS Digital
Surround-technologie is gecodeerd, moet u de afspeelbron
aansluiten op het digitale aansluitpunt aan de achterzijde van deze
ontvanger. (Zie pagina 8.)
Opmerkingen:
• De DSP-modi werken niet bij mono-geluid.
• Als u “DVD MULTI” als afspeelbron selecteert, kunt u geen DSPmodus selecteren of wijzigen.
• De indicator
ingebouwde Dolby Pro Logic-decoder wordt geactiveerd.
Ÿ PRO LOGIC
licht op wanneer de in deze ontvanger
PRIVATE De afspeelmodus DVD MULTI
Deze ontvanger voorziet in de afspeelmodus DVD MULTI voor
het reproduceren van de analoge, discrete 5,1 kanaals
uitvoermodus van de DVD-speler of andere apparatuur.
Het is mogelijk de afspeelmodus DVD MULTI aan te passen
wanneer u videosignalen zoals DVD afspeelt en daarbij gebruik
maakt van de analoge 5,1 kanaals uitvoermodus.
• Voor de aansluiting voor de afspeelmodus DVD MULTI
verwijzen we u naar pagina 7.
• Voor meer informatie over de afspeelmodus DVD MULTI
verwijzen we u naar pagina 33.
Nederlands
MPEG Multichannel
MPEG Multichannel is een ander discreet 5,1 kanaals digitaal
audioformaat, alleen voor DVD die is gecodeerd volgens een
methode die bekend staat als MPEG2-Audio. (MPEG staat voor
Motion Picture Expert Group, een werkgroep die aanvankelijk werd
opgericht om een compressiemethode voor videosignalen te
ontwikkelen.) Voor het beluisteren van soundtracks van video die is
voorzien van het logo
, beschikt deze ontvanger
over een MPEG Multichannel-decoder.
MPEG Multichannel wordt afhankelijk van de audio/video die wordt
afgespeeld en de opstelling van de luidsprekers automatisch geselecteerd.
• Om te kunnen genieten van de audio/video die met de MPEG
Multichannel-technologie is gecodeerd, moet u de afspeelbron
aansluiten op het digitale aansluitpunt aan de achterzijde van deze
ontvanger. (Zie pagina 8.)
De beschikbare DSP-modi, afhankelijk van de opstelling van de luidsprekers
Welke DSP-modi beschikbaar zijn, hangt af van de opstelling van de luidsprekers.
Zorg ervoor dat u de informatie over de luidsprekers correct hebt opgegeven (zie pagina 14).
Opstelling van de luidsprekers
Luidspreker
aan de
voorzijde
Luidspreker
aan de
voorzijde
Nederlands
Luidspreker
aan de
voorzijde
Luidspreker
aan de
achterzijde
TV
TV
Luidspreker in
het midden
TV
Luidspreker
aan de
voorzijde
Luidspreker
aan de
voorzijde
Luidspreker
aan de
voorzijde
Luidspreker
aan de
achterzijde
Beschikbare DSP-modi
Elke keer wanneer u op het bedieningspaneel aan de voorzijde op de toets DSP
MODE of op de afstandsbediening op de toets SURROUND MODE drukt,
verschijnt er een andere DSP-modus op de display en wel in deze volgorde:
• 3D THEATER
• LIVE CLUB
• DANCE CLUB
• HALL
• PAVILION
• 3D ACTION
• DSP OFF (de DSP-modus wordt geannuleerd)
Elke keer wanneer u op het bedieningspaneel aan de voorzijde op de toets DSP
MODE of op de afstandsbediening op de toets SURROUND MODE drukt,
verschijnt er een andere DSP-modus op de display en wel in deze volgorde:
Door op de toets DSP MODE te
drukken:
• THEATER
• LIVE CLUB
• DANCE CLUB
• HALL
• PAVILION
• 3D ACTION
• DSP OFF (de DSP-modus wordt
geannuleerd)
Door op de toets SURROUND
MODE te drukken:
• DOLBY/DTS/MPEG SURROUND
(DOLBY PRO LOGIC, DOLBY
DIGITAL*, DTS SURROUND**, of
MPEG SURROUND***)
• THEATER
• LIVE CLUB
• DANCE CLUB
• HALL
• PAVILION
• 3D ACTION
• DSP OFF (de DSP-modus wordt
Om de surround-modus in
te schakelen, drukt u op de
toets SURROUND ON/OFF
zodat het lampje van die toets
gaat branden.
*
Wordt alleen automatisch geactiveerd als “AUTO/PCM” als de digitale invoer is
geselecteerd en de afspeelbron met Dolby Digital is gecodeerd.
**
Wordt alleen automatisch geactiveerd als “AUTO/PCM” als de digitale invoer is
geselecteerd en de afspeelbron met DTS Digital Surround is gecodeerd.
***
Wordt alleen automatisch geactiveerd als “AUTO/PCM” als de digitale invoer is
geselecteerd en de afspeelbron met MPEG Multichannel is gecodeerd.
geannuleerd)
Om de surround-modus in
te schakelen, kunt u ook de
toets SURROUND ON/OFF
gebruiken.
Luidspreker
aan de
voorzijde
Luidspreker
aan de
achterzijde
27
TV
Luidspreker in
het midden
Luidspreker
aan de
voorzijde
Luidspreker
aan de
achterzijde
Opmerkingen:
• Als de Surround-modus wordt geannuleerd terwijl er een multikanaalafspeelbron actief is, zoals Dolby Digital, DTS Digital Surround en MPEG
Multichannel, worden alle kanalen gemengd met het linker en rechter kanaal
aan de voorzijde en worden de signalen via de luidsprekers aan de voorzijde
ten gehore gebracht.
• Als er een multikanaal-afspeelbron actief is, zoals Dolby Digital, DTS Digital
Surround en MPEG Multichannel, kunnen Theater Surround, DAP-modi en 3DPHONIC-modi niet worden gebruikt. Als echter wel voor Dolby Digital, DTS
Digital Surround en MPEG Multichannel als afspeelbron kiest terwijl een van de
Theater Surround-modi, DAP-modi of 3D-PHONIC-modi wordt gebruikt, wordt
de geselecteerde modus geannuleerd en wordt de Dolby Digital- DTS Digital
Surround- of MPEG Multichannel-modus geactiveerd.
BELANGRIJK:
Let er bij het gebruik van de afstandsbediening op dat
de schakelknop voor de modus van de
afstandsbediening in de juiste stand staat:
Om deze ontvanger te bedienen, moet u de
schakelknop in de stand “AUDIO/TV/VCR” zetten.
AUDIO/
TV/VCR
CATV/DBS
3. Druk op de toets EFFECT om het
gewenste effectniveau te kiezen.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
verandert het effectniveau en wel als volgt:
DSP EFFECT 1DSP EFFECT 2DSP EFFECT 3
DSP EFFECT 4DSP EFFECT 5
EFFECT
7
/P
De 3D-PHONIC-modi wijzigen
Wanneer u de 3D-PHONIC-modi hebt aangepast, worden deze voor
elke 3D-PHONIC-modus in het geheugen opgeslagen.
Voordat u begint...
• Zorg dat u de informatie over de luidsprekers goed hebt
ingesteld (zie pagina 14).
• Er is een tijdslimiet voor het uitvoeren van de onderstaande
stappen. Als het instellen wordt geannuleerd voordat u de stappen
hebt voltooid, moet u weer bij stap 1 beginnen.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
DSP MODE
DSP MODE tot de vermelding
“3D ACTION” of “3D
THEATER” op de display wordt
weergegeven.
De 3D-PHONIC-, DSP- en Ÿ PRO LOGIC-indicators lichten
tevens op de display op.
2. Pas het effectniveau aan.
1) Druk herhaaldelijk op de toets
(BALANCE/) SURROUND ADJUST
tot de vermelding “DSP EFFECT” op
de display verschijnt.
De huidige instelling wordt op de display
weergegeven.
2) Draai aan de knop MULTI JOG om
het gewenste effectniveau te selecteren.
• Wanneer u aan deze knop draait,
verandert het effectniveau en wel als
volgt:
DSP EFFECT 1DSP EFFECT 2DSP EFFECT 3
DSP EFFECT 4DSP EFFECT 5
Hoe hoger het nummer dat u selecteert, hoe sterker het effect
van de geselecteerde 3D-PHONIC-modus merkbaar wordt.
Met de afstandsbediening:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
SURROUND MODE tot de
BALANCE/SURROUND
ADJUST
MULTI JOG
SURROUND
MODE
vermelding “3D ACTION” of “3D
THEATER” op de display wordt
weergegeven.
De 3D-PHONIC-, DSP- en Ÿ PRO LOGIC-indicators lichten
tevens op de display op.
2. Druk op de toets SOUND.
De cijfertoetsen zijn nu ingeschakeld voor het
aanpassen van het geluid.
SOUND
Hoe hoger het nummer dat u selecteert, hoe sterker het effect
van de geselecteerde 3D-PHONIC-modus merkbaar wordt.
De DAP-modi aanpassen
Wanneer u de DAP-modi hebt aangepast, worden deze voor elke
DAP-modus in het geheugen opgeslagen.
Voordat u begint...
• Zorg dat u de informatie over de luidsprekers goed hebt
ingesteld (zie pagina 14).
• Er is een tijdslimiet voor het uitvoeren van de onderstaande
stappen. Als het instellen wordt geannuleerd voordat u de stappen
hebt voltooid, moet u weer bij stap 1 beginnen.
• Het is niet mogelijk het uitvoerniveau van de luidsprekers aan de
achterzijde aan te passen als u voor “REAR SPK” de instelling
“NONE” hebt geselecteerd. Zie pagina 14.
• Als de DAP-modus in combinatie met de SEA-modus (zie pagina
24) wordt gebruikt, kan het geluid vervormd worden
weergegeven. Is dat het geval, dan is het noodzakelijk de SEAmodus uit te schakelen.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
DSP MODE
DSP MODE tot de DAP-modus —
LIVE CLUB, DANCE CLUB,
HALL of PAVILION — op de
display wordt weergegeven.
De indicator DSP licht ook op de display op.
• Als u voor “REAR SPK” de instelling “NONE” hebt gekozen,
licht tevens de indicator 3D-PHONIC op.
2. Pas het uitvoerniveau van de
BALANCE/SURROUND
ADJUST
luidsprekers aan.
1) Druk herhaaldelijk op de toets
(BALANCE/) SURROUND ADJUST tot
een van de vermeldingen op de display
wordt weergegeven.
“REAR L LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker linksachter aan te
passen.
“REAR R LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker rechtsachter aan te
passen.
2) Draai aan de knop MULTI JOG om
het uitvoerniveau van de geselecteerde
luidspreker aan te passen (van –10 dB
tot +10 dB).
3) Herhaal stap 1) en 2) om het
uitvoerniveau van de andere
luidsprekers aan te passen.
MULTI JOG
Nederlands
28
3. Pas het effectniveau aan.
BALANCE/SURROUND
1) Druk herhaaldelijk op de toets
(BALANCE/) SURROUND ADJUST
tot de vermelding “DSP EFFECT” op
de display verschijnt.
De huidige instelling wordt op de display
weergegeven.
2) Draai aan de knop MULTI JOG om
het gewenste effectniveau te selecteren.
• Wanneer u aan deze knop draait,
verandert het effectniveau en wel als
volgt:
DSP EFFECT 1DSP EFFECT 2DSP EFFECT 3
DSP EFFECT 4DSP EFFECT 5
Hoe hoger het nummer dat u selecteert, hoe sterker het effect
van de geselecteerde DAP-modus merkbaar wordt.
ADJUST
MULTI JOG
De surround-modi aanpassen
Wanneer u de surround-modi hebt aangepast, worden deze voor elke
surround-modus in het geheugen opgeslagen.
Aanpassingen van Dolby/DTS/MPEG Surround
Voordat u begint...
• Zorg dat u de informatie over de luidsprekers goed hebt
ingesteld (zie pagina 14).
• Er is een tijdslimiet voor het uitvoeren van de onderstaande
stappen. Als het instellen wordt geannuleerd voordat u de stappen
hebt voltooid, moet u weer bij stap 1 beginnen.
• Het is niet mogelijk het uitvoerniveau van de luidsprekers aan de
achterzijde aan te passen als u voor “REAR SPK” de instelling
“NONE” hebt geselecteerd. Zie pagina 14.
• Het is niet mogelijk het uitvoerniveau van de luidspreker in het
midden en de middentoon aan te passen als u voor “CENTER
SPK” de instelling “NONE” hebt geselecteerd. Zie pagina 14.
Met de afstandsbediening:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
SURROUND MODE tot de DAPmodus — LIVE CLUB, DANCE
CLUB, HALL of PAVILION — op
de display wordt weergegeven.
De indicator DSP licht ook op de display op.
• Als u voor “REAR SPK” de instelling “NONE” hebt gekozen,
Nederlands
licht tevens de indicator 3D-PHONIC op.
2. Druk op de toets SOUND.
De cijfertoetsen zijn nu ingeschakeld voor het
aanpassen van het geluid.
3. Pas het uitvoerniveau van de
luidsprekers aan.
• Druk op de toets REAR•L –/+ om het
geluidsniveau van de luidspreker
linksachter aan te passen (van –10 dB tot
+10 dB).
• Druk op de toets REAR•R –/+ om het
geluidsniveau van de luidspreker
rechtsachter aan te passen (van –10 dB tot
+10 dB).
4. Druk op de toets EFFECT om het
gewenste effectniveau te
selecteren.
• Elke keer dat u op de toets drukt, verandert
het niveau en wel als volgt:
DSP EFFECT 1DSP EFFECT 2DSP EFFECT 3
SURROUND
MODE
SOUND
REAR•L
56
ENTER
REAR•R
89
EFFECT
7
/P
Met de afstandsbediening:
1. Druk op de toets SURROUND
ON/OFF om een geschikte
SURROUND
ON/OFF
surround-modus — PRO LOGIC,
DOLBY DIGITAL, DTS
SURROUND of MPEG
SURROUND — in te schakelen.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de
desbetreffende surround-modus in- of uitgeschakeld.
• Wanneer de vermelding “PRO LOGIC” is geselecteerd, licht
de indicator Ÿ PRO LOGIC op de display op.
Opmerking:
Het is ook mogelijk om een surround-modus te selecteren met de
toets SURROUND MODE.
2. Druk op de toets SOUND.
SOUND
De cijfertoetsen zijn nu ingeschakeld voor het
aanpassen van het geluid.
3. Druk op de toets TEST om de
TEST
balans van de luidsprekers te
testen.
De vermelding “TEST TONE L” begint op de display te
knipperen en de luidsprekers brengen in de onderstaande
volgorde een testtoon ten gehore:
TEST TONE L
(Left front speaker)
(luidspreker linksvoor)(luidspreker rechtsvoor)(luidspreker in het midden)
Hoe hoger het nummer dat u selecteert, hoe sterker het effect
van de geselecteerde DAP-modus merkbaar wordt.
29
Opmerkingen:
• Het is mogelijk het uitvoerniveau van de luidsprekers te testen
zonder een testtoon ten gehore te brengen.
• Er komt geen testtoon uit de luidspreker in het midden indien
voor “CENTER SPK” de instelling “NONE” is geselecteerd (zie
pagina 14).
• Er komt geen testtoon uit de luidsprekers aan de achterzijde
indien voor “REAR SPK” de instelling “NONE” is geselecteerd
(zie pagina 14).
• Als de TV is ingeschakeld en de juiste video-input op de TV is
geselecteerd, verschijnt het scherm voor de testtoon in beeld.
4. Pas het uitvoerniveau van de
luidsprekers aan.
• Druk op de toets CENTER –/+ om het geluidsniveau van de
luidspreker in het midden aan te passen (van –10 dB tot
+10 dB).
• Druk op de toets REAR•L –/+ om het geluidsniveau van de
luidspreker linksachter aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
• Druk op de toets REAR•R –/+ om het geluidsniveau van de
luidspreker rechtsachter aan te passen (van –10 dB tot
+10 dB).
CENTER
23
MENUMENU
5. Druk nogmaals op de toets TEST om
het weergeven van de testtoon te
REAR•L
56
ENTER
REAR•R
89
TEST
4
stoppen.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Het is ook mogelijk om de toetsen op het bedieningspaneel aan de
voorzijde van de ontvanger te gebruiken om de surround-modi aan
te passen. Als u de toetsen op dit bedieningspaneel gebruikt, wordt
er echter geen testtoon ten gehore gebracht. U moet de
geluidsaanpassingen maken terwijl u naar het geluid luistert dat door
de afspeelbron ten gehore wordt gebracht.
1. Druk op de toets SURROUND
SURROUND ON/OFF
ON/OFF om een geschikte
surround-modus — PRO LOGIC,
DOLBY DIGITAL, DTS
SURROUND of MPEG
SURROUND — in te schakelen.
• Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt de surround-
modus in- of uitgeschakeld.
• Wanneer de vermelding “PRO LOGIC” is geselecteerd, licht
de indicator Ÿ PRO LOGIC op de display op.
2. Pas het uitvoerniveau van de
BALANCE/SURROUND
ADJUST
luidsprekers aan.
1) Druk herhaaldelijk op de toets
(BALANCE/) SURROUND ADJUST
tot een van de vermeldingen op de
display wordt weergegeven.
“CENTER LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker in het midden aan te
passen.
“REAR L LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker linksachter aan te
passen.
“REAR R LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker rechtsachter aan te
passen.
2) Draai aan de knop MULTI JOG om
het uitvoerniveau van de geselecteerde
luidspreker aan te passen (van –10 dB
tot +10 dB).
3) Herhaal stap 1) en 2) om het
uitvoerniveau van de andere
luidsprekers aan te passen.
MULTI JOG
Aanpassingen van JVC Theater Surround
Voordat u begint...
• Zorg dat u de informatie over de luidsprekers goed hebt
ingesteld (zie pagina 14).
• Er is een tijdslimiet voor het uitvoeren van de onderstaande
stappen. Als het instellen wordt geannuleerd voordat u de stappen
hebt voltooid, moet u weer bij stap 1 beginnen.
• Het is niet mogelijk het uitvoerniveau van de luidsprekers aan de
achterzijde aan te passen als u voor “REAR SPK” de instelling
“NONE” hebt geselecteerd. Zie pagina 14.
• Het is niet mogelijk het uitvoerniveau van de luidspreker in het
midden aan te passen als u voor “CENTER SPK” de instelling
“NONE” hebt geselecteerd. Zie pagina 14.
Met de afstandsbediening:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
SURROUND MODE tot de
SURROUND
MODE
vermelding “THEATER” op de
display wordt weergegeven.
De Ÿ PRO LOGIC- en DSP-indicators lichten tevens op de
display op.
2. Druk op de toets SOUND.
SOUND
De cijfertoetsen zijn nu ingeschakeld voor het
aanpassen van het geluid.
3. Druk op de toets TEST om de
balans van de luidsprekers te
TEST
4
testen.
De vermelding “TEST TONE L” begint op de display te
knipperen en de luidsprekers brengen in de onderstaande
volgorde een testtoon ten gehore:
TEST TONE L
(Left front speaker)
(luidspreker linksvoor)(luidspreker rechtsvoor)(luidspreker in het midden)
• Het is mogelijk het uitvoerniveau van de luidsprekers te testen
zonder een testtoon ten gehore te brengen.
• Er komt geen testtoon uit de luidspreker in het midden indien
voor “CENTER SPK” de instelling “NONE” is geselecteerd (zie
pagina 14).
• Er komt geen testtoon uit de luidsprekers aan de achterzijde
indien voor “REAR SPK” de instelling “NONE” is geselecteerd
(zie pagina 14).
• Als de TV is ingeschakeld en de juiste video-input op de TV is
geselecteerd, verschijnt het scherm voor de testtoon in beeld.
4. Pas het uitvoerniveau van de luidsprekers aan.
• Druk op de toets CENTER –/+ om het geluidsniveau van de
luidspreker in het midden aan te passen (van –10 dB tot
+10 dB).
• Druk op de toets REAR•L –/+ om het geluidsniveau van de
luidspreker linksachter aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
• Druk op de toets REAR•R –/+ om het geluidsniveau van de
luidspreker rechtsachter aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
CENTER
23
MENUMENU
REAR•L
56
ENTER
REAR•R
89
Nederlands
30
5. Druk nogmaals op de toets TEST om
DSP EFFECT 1DSP EFFECT 2DSP EFFECT 3
DSP EFFECT 4DSP EFFECT 5
het weergeven van de testtoon te
stoppen.
6. Druk op de toets EFFECT om het
gewenste effectniveau te
selecteren.
• Elke keer dat u op de toets drukt, verandert
het niveau en wel als volgt:
DSP EFFECT 1DSP EFFECT 2DSP EFFECT 3
DSP EFFECT 4DSP EFFECT 5
Hoe hoger het nummer dat u selecteert, hoe sterker het effect
van de modus JVC Theater Surround merkbaar wordt.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
Het is ook mogelijk om de toetsen op het bedieningspaneel aan de
voorzijde van de ontvanger te gebruiken om de surround-modi aan
te passen. Als u de toetsen op dit bedieningspaneel gebruikt, wordt
er echter geen testtoon ten gehore gebracht. U moet de
geluidsaanpassingen maken terwijl u naar het geluid luistert dat door
de afspeelbron ten gehore wordt gebracht.
1. Druk herhaaldelijk op de toets DSP
MODE tot de vermelding
“THEATER” op de display wordt
weergegeven.
Nederlands
Lichten tevens de indicators Ÿ PRO LOGIC en
DSP op de display op.
2. Pas het uitvoerniveau van de
BALANCE/SURROUND
luidsprekers aan.
1) Druk herhaaldelijk op de toets
(BALANCE/) SURROUND ADJUST
tot een van de vermeldingen op de
display wordt weergegeven.
“CENTER LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker in het midden aan te
passen.
“REAR L LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker linksachter aan te
passen.
“REAR R LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker rechtsachter aan te
passen.
2) Draai aan de knop MULTI JOG om het
uitvoerniveau van de geselecteerde
luidspreker aan te passen (van –10 dB
tot +10 dB).
3) Herhaal stap 1) en 2) om het
uitvoerniveau van de andere luidsprekers aan te passen.
3. Pas het effectniveau aan.
1) Druk herhaaldelijk op de toets
(BALANCE/) SURROUND ADJUST
tot de vermelding “DSP EFFECT” op
de display verschijnt.
De huidige instelling wordt op de display
weergegeven.
BALANCE/SURROUND
TEST
4
EFFECT
7
/P
DSP MODE
ADJUST
MULTI JOG
ADJUST
2) Draai aan de knop MULTI JOG om het
MULTI JOG
effectniveau te selecteren.
Elke keer wanneer u aan deze knop draait,
wordt er een ander effectniveau op de
display weergegeven en wel in deze
volgorde:
Hoe hoger het nummer dat u selecteert, hoe sterker het effect
van de modus JVC Theater Surround merkbaar wordt.
Een DSP-modus inschakelen
Er kan slechts één DSP-modus tegelijk worden gebruikt. Wanneer er
een DSP-modus wordt ingeschakeld, wordt een eventueel reeds
ingeschakelde DSP-modus uitgeschakeld.
Voor Dolby Pro Logic, Dolby Digital, DTS Digital
Surround en MPEG Multichannel
1. Druk op de toets SURROUND ON/OFF zodat het
lampje op het bedieningspaneel aan de voorzijde
oplicht.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de functie
Dolby/DTS/MPEG Surround in - of uitgeschakeld.
SURROUND ON/OFF
Op het bedieningspaneel
SURROUND
ON/OFF
Op de afstandsbediening
aan de voorzijde
2. Selecteer een afspeelbron en start het afspelen.
• Om te kunnen genieten van de Dolby Pro Logic-technologie
moet de audio/video die u afspeelt zijn gecodeerd met Dolby
Surround en zijn voorzien van het logo
DOLBY SURROUND
• Om te kunnen genieten van de Dolby Digital-technologie moet
de audio/video die u afspeelt zijn gecodeerd met Dolby Digital
en zijn voorzien van het logo
• Om te kunnen genieten van de DTS Digital Surround-
DIGITAL
.
technologie moet de audio/video die u afspeelt zijn gecodeerd
met DTS Digital Surround en zijn voorzien van het logo
• Om te kunnen genieten van de MPEG Multichannel-
technologie moet de audio/video die u afspeelt zijn gecodeerd
met MPEG Multichannel en zijn voorzien van het logo
.
De Dolby/DTS/MPEG Surround-modus uitschakelen
Druk nogmaals op de SURROUND ON/OFF-toets zodat het lampje
aan de voorzijde van het bedieningspaneel uitgaat. (De vermelding
“SURROUND OFF” wordt op de display weergegeven.)
SURROUND ON/OFF
SURROUND
ON/OFF
.
.
31
Op het bedieningspaneel
aan de voorzijde
Op de afstandsbediening
Voor de andere DSP-modi
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
DSP MODE
DSP MODE tot de modus van uw
keuze op de display wordt
weergegeven.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt er een andere DSP-modus
weergegeven. (Zie pagina 27 voor meer
informatie.)
2. Selecteer een afspeelbron en start het afspelen.
• Om te kunnen genieten van 3D-PHONIC en JVC Theater
Surround moet u audio/video afspelen die is gecodeerd met
Dolby Surround en is voorzien van het logo
DOLBY SURROUND
De DSP-modus uitschakelen
Druk herhaaldelijk op de toets DSP MODE tot de
vermelding “DSP OFF” op de display wordt
weergegeven.
Met de afstandsbediening:
1. Druk herhaaldelijk op de toets
SURROUND MODE tot de DSP-
DSP MODE
SURROUND
MODE
modus van uw keuze op de display
wordt weergegeven.
• Elke keer wanneer u op deze toets drukt,
wordt er een andere DSP-modus
weergegeven.
––––––––––––––– MEMO –––––––––––––––
In deze kolom kunt u de door u aangebrachte wijzigingen in de
DSP-modi noteren zodat u deze informatie op een later tijdstip
kunt raadplegen.
.
Nederlands
2. Selecteer een afspeelbron en start het afspelen.
• Om te kunnen genieten van 3D-PHONIC en JVC Theater
Surround moet u audio/video afspelen die is gecodeerd met
Dolby Surround en is voorzien van het logo
De DSP-modus uitschakelen
Druk herhaaldelijk op de toets SURROUND MODE
tot de vermelding “DSP OFF” op de display wordt
weergegeven.
Opmerking:
Als u een MPEG Multichannel of Dolby Digital terugspeelt over een
digitale invoerterminal, kunt u geen DSP-modus selecteren of
afstellen. Is een DSP-modus in gebruik, dan wordt deze tijdelijk
geannuleerd en wordt normaal stereogeluid weergegeven.
Om de MPEG Multichannel en Dolby Digital met de DSP-modus te
kunnen afspelen, moet u de invoermodus wijzigen van digitaal in
analoog (zie pagina 16).
DOLBY SURROUND
SURROUND
MODE
.
32
De afspeelmodus DVD MULTI
Deze ontvanger voorziet in de afspeelmodus DVD MULTI waarmee de analoge uitvoermodus van de DVD-speler kan
worden gerealiseerd. Voordat u een DVD-schijf afspeelt, is het raadzaam eerst nog eens de handleiding die bij de DVDspeler werd geleverd door te nemen.
BELANGRIJK:
Let er bij het gebruik van de afstandsbediening op dat
de schakelknop voor de modus van de
afstandsbediening in de juiste stand staat:
Om deze ontvanger te bedienen, moet u de
schakelknop in de stand “AUDIO/TV/VCR” zetten.
AUDIO/
TV/VCR
CATV/DBS
De afspeelmodus DVD MULTI activeren
U kunt de afspeelmodus DVD MULTI aanpassen wanneer u een
DVD-schijf afspeelt en gebruik maakt van de analoge uitvoermodus
van de DVD-speler.
Elke keer als u de afspeelmodus aanpast, onthoudt de ontvanger de
aanpassingen die u hebt gemaakt tot u deze opnieuw wijzigt. U moet
de DVD-speler hiervoor echter wel eerst instellen op de analoge
uitvoermodus.
Voordat u begint...
• Denk eraan dat er een tijdslimiet van kracht is voor de
onderstaande stappen. Als de instelling wordt geannuleerd voordat
u klaar bent, moet u bij stap 1 beginnen.
Op het bedieningspaneel aan de voorzijde:
1. Draai aan de knop SOURCE
SELECTOR tot de vermelding
Nederlands
“DVD MULTI” op de display
wordt weergegeven.
Opmerking:
Als u “DVD MULTI” als afspeelbron selecteert, wordt de DSPmodus tijdelijk geannuleerd en zullen de toetsen SURROUND
ON/OFF en DSP MODE niet werken.
SOURCE SELECTOR
Met de afstandsbediening:
1. Druk op de toets DVD MULTI
zodat de vermelding “DVD
MULTI” op de display wordt
weergegeven.
Opmerking:
Als u “DVD MULTI” als afspeelbron selecteert, wordt de DSPmodus tijdelijk geannuleerd en zullen de toetsen SURROUND
ON/OFF en SURROUND MODE niet werken.
2. Selecteer de analoge, discrete uitvoermodus op de
DVD-speler en start het afspelen van een DVD.
• Raadpleeg ook de handleiding die bij de DVD-speler werd
geleverd.
Volg voor het aanbrengen van wijzigingen de
onderstaande stappen.
3. Druk op de toets SOUND.
De cijfertoetsen zijn nu ingeschakeld voor het
aanpassen van het geluid.
4. Pas het uitvoerniveau van de
luidsprekers aan.
• Druk op de toets CENTER –/+ om het geluidsniveau van de
luidspreker in het midden aan te passen (van –10 dB tot
+10 dB).
• Druk op de toets REAR•L –/+ om het geluidsniveau van de
luidspreker linksachter aan te passen (van –10 dB tot +10 dB).
• Druk op de toets REAR•R –/+ om het geluidsniveau van de
luidspreker rechtsachter aan te passen (van –10 dB tot
+10 dB).
DVD MUILTI
SOUND
2. Selecteer de analoge, discrete uitvoermodus op de
DVD-speler en start het afspelen van een DVD.
• Raadpleeg ook de handleiding die bij de DVD-speler werd
geleverd.
Volg voor het aanbrengen van wijzigingen de
onderstaande stappen.
3. Pas het uitvoerniveau van de luidsprekers aan.
1) Druk herhaaldelijk op de toets
(BALANCE/) SURROUND ADJUST
tot een van de vermeldingen op de
display wordt weergegeven.
“CENTER LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker in het midden
aan te passen.
“REAR L LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker linksachter aan te
passen.
“REAR R LEVEL”:
Om het niveau van de luidspreker rechtsachter aan te
passen.
2) Draai aan de knop MULTI JOG om
het uitvoerniveau van de geselecteerde
luidspreker aan te passen (van –10 dB
tot +10 dB).
3) Herhaal stap 1) en 2) om het
uitvoerniveau van de andere luidsprekers aan te passen.
Met behulp van de menu’s die op het beeldscherm van de televisie kunnen worden weergegeven, is het mogelijk de
ontvanger te bedienen.
Om van deze functie gebruik te kunnen maken, dient u de TV aan te sluiten op de uitgang MONITOR OUT, die is te
vinden aan de achterzijde van de ontvanger (zie pagina 7), en dient de invoermodus van de TV in de juiste stand te
staan waarop de ontvanger is aangesloten.
• Wanneer de invoermodus van de TV niet correct is, bijvoorbeeld als er een andere videoinvoer of TV-tunermodus is
geselecteerd, kunt u de menu’s niet weergeven op het TV-scherm.
Toetsen voor de scherm-menu’s (op de afstandsbediening)
DVD DVD MUILTI CD TAPE/MD
TV/DBSPHONO FM/AM
VCR
SURROUND
ON/OFF
SURROUND
MODE
CD-DISC
SOUND
MENU
EXIT
TV/VIDEO
/REW
PTYPTY
REC
RM-SRX7000R REMOTE CONTROL
Een afspeelbron selecteren (Zie ook pagina 10)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / fi / @ / # drukt.
2. Druk op % / fi om te verplaatsen naar de
vermelding “SOUND CONTROL” en druk
vervolgens op @ / #.
Het menu SOUND CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op % / fi om
te verplaatsen naar de
vermelding “SUBWFR
LEVEL”.
4. Druk op @ / # om het
uitvoerniveau van de
subwoofer aan te passen.
5. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de
toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is
verdwenen.
De DSP-modi aanpassen (Zie ook pagina 28 – 31)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / fi / @ / # drukt.
2. Druk op % / fi omte verplaatsen naar de
instelling “MODE”.
3. Druk op @ / # om de
DSP-modus te
selecteren die u wilt
aanpassen.
• In dit voorbeeld is
“THEATER” geselecteerd.
4. Druk op % / fi om te
verplaatsen naar de
vermelding “SOUND
CONTROL” en druk
vervolgens op @ / #.
Het menu SOUND CONTROL
verschijnt op het beeldscherm.
5. Druk op % / fi omte
verplaatsen naar de
vermelding
“SURROUND LEVEL”
en druk vervolgens op
@ / #.
Het menu SURROUND
LEVEL verschijnt op het
beeldscherm.
6. Druk op % / fi omte verplaatsen naar het item
dat u wilt instellen of aanpassen. Druk vervolgens
op @ / #.
In de aanpassingsmenu’s kunt u de volgende handelingen
verrichten:
V oor 3D-PHONIC
“DSP EFFECT”:Hiermee selecteert u het
(3D ACTION, 3D THEATER):
effectniveau.
Voor DAP (LIVE CLUB, DANCE CLUB, HALL, PAVILION):
SURROUND LEVEL
:OPERATE
CENTER LEVEL: 0
dB
REAR L LEVEL: +6
dB
REAR R LEVEL: 4
dB
SEA
SEA MODE :ROCK
SEA ADJUST
:OPERATE
10010kHz1k
“REAR L LEVEL”: Hiermee past u het uitvoerniveau
“REAR R LEVEL”: Hiermee past u het uitvoerniveau
“DSP EFFECT”:Hiermee selecteert u het
Voor Dolby Pro Logic:
“TEST TONE”:Hiermee brengt u een testtoon ten
“CENTER LEVEL”:
“REAR L LEVEL”: Hiermee past u het uitvoerniveau
“REAR R LEVEL”:
Voor Dolby Digital, DTS Digital Surround en MPEG
Multichannel:
“TEST TONE”:Hiermee brengt u een testtoon ten
“CENTER LEVEL”:
“REAR L LEVEL”: Hiermee past u het uitvoerniveau
“REAR R LEVEL”:
Voor JVC Theater Surround:
“TEST TONE”:Hiermee brengt u een testtoon ten
“CENTER LEVEL”:
“REAR L LEVEL”: Hiermee past u het uitvoerniveau
“REAR R LEVEL”:
“DSP EFFECT”:Hiermee selecteert u het
Opmerkingen:
*
Wordt niet weergegeven wanneer voor “REAR SPK” de
instelling “NONE” is geselecteerd (zie pagina 14).
**
Wordt niet weergegeven wanneer voor “CENTER SPK” de
instelling “NONE” is geselecteerd (zie pagina 14).
7. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de
toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is
verdwijnt.
De afspeelmodus DVD MULTI activeren
(Zie ook pagina 33)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / fi / @ / # drukt.
2. Druk op % / fi om naar de vermelding
“SOURCE” te verplaatsen.
3. Druk op @ / # om de vermelding “DVD MULTI”
te selecteren.
4. Druk op % / fi om
vermelding “SOUND CONTROL” en druk
vervolgens op @ / #.
Het menu SOUND CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
van de luidspreker linksachter
aan.*
van de luidspreker rechtsachter
aan.*
effectniveau.
gehore.
Hiermee past u het uitvoerniveau
van de luidspreker in het midden
aan.**
van de luidspreker linksachter aan.*
Hiermee past u het uitvoerniveau
van de luidspreker rechtsachter aan.*
gehore.
Hiermee past u het uitvoerniveau
van de luidspreker in het midden
aan.**
van de luidspreker linksachter aan.*
Hiermee past u het uitvoerniveau
van de luidspreker rechtsachter aan.*
gehore.
Hiermee past u het uitvoerniveau van
de luidspreker in het midden aan.**
van de luidspreker linksachter aan.*
Hiermee past u het uitvoerniveau van
de luidspreker rechtsachter aan.*
effectniveau.
te verplaatsen naar de
5. Druk op % / fi om
te verplaatsen naar de
vermelding
“SURROUND LEVEL”
en druk vervolgens op
@ / #.
Het menu SURROUND LEVEL verschijnt op het beeldscherm.
6. Druk op % / fi om naar de vermelding van
uw keuze te verplaatsen en deze in te stellen of
aan te passen. Druk vervolgens op @ / #.
In dit menu hebt u de volgende mogelijkheden:
“CENTER LEVEL”:Het uitvoerniveau van de luidspreker in
het midden aanpassen.
“REAR L LEVEL”: Het uitvoerniveau van de luidspreker
linksachter aanpassen.
“REAR R LEVEL”: Het uitvoerniveau van de luidspreker
rechtsachter aanpassen.
7. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de
toets EXIT tot het menu van het beeldscherm
verdwijnt.
Uw favoriete SEA-modus selecteren
(Zie ook pagina 24)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / fi / @ / # drukt.
2. Druk op % / fi om te verplaatsen naar de
vermelding “SOUND CONTROL” en druk
vervolgens op @ / #.
Het menu SOUND CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op % / fi om
te verplaatsen naar de
vermelding “SEA” en
druk vervolgens op
@ / #.
Het menu SEA verschijnt op
het beeldscherm.
4. Druk op % / fi om te verplaatsen naar de
vermelding “SEA MODE”.
5. Druk op @ / # om de SEA-modus van uw keuze
te selecteren.
6. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de
toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is
verdwenen.
Zelf een SEA-modus maken (Zie ook pagina 24)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / fi / @ / # drukt.
2. Druk op % / fi om te verplaatsen naar de
vermelding “SOUND CONTROL” en druk
vervolgens op @ / #.
Het menu SOUND CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op % / fi om te verplaatsen naar de
vermelding “SEA” en druk vervolgens op @ / #.
Het menu SEA verschijnt op het beeldscherm.
36
Nederlands
4. Druk op % / fi om
te verplaatsen naar de
SEA ADJUST
SEA USERMODE
vermelding “SEA
ADJUST”.
Het menu SEA ADJUST
verschijnt op het beeldscherm.
10010kHz1k
SET
:MEMORY
5. Druk op % / fi / @ / #
om de SEA-modus aan uw wensen aan te passen.
@ / # : Hiermee selecteert u het frequentiebereik.
% / fi :Hiermee past u het frequentieniveau aan.
6.
Druk op de toets SET om de instelling op te slaan
onder de naam SEA USERMODE.
• Als u op dit punt op de toets EXIT drukt zonder eerst op de
toets SET te hebben gedrukt, kunt u nog terugkeren naar het
menu SEA. (De aanpassing die u hebt gemaakt, treedt wel in
werking maar is dan niet opgeslagen in het geheugen.)
7. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de
toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is
verdwenen.
“CROSSOVER”:De overgangsfrequentie instellen (zie
pagina 15).
“LFE ATT.”:De overgangsfrequentie instellen (zie
pagina 15).
“COMP.”:De instelling voor het dynamische
bereik opgeven (zie pagina 15).
“DIGITAL 1/2/3”:De instelling voor de digitale ingangen
opgeven (zie pagina 16).
“FL DISP.”:Hiermee geeft u de tekstuele
informatie op de display weer (zie
pagina 17).
Opmerkingen:
*
Niet aanpasbaar wanneer voor “CENTER SPK” de instelling
“NONE” is geselecteerd (zie pagina 14).
**
Niet aanpasbaar wanneer voor “REAR SPK” de instelling
“NONE” is geselecteerd (zie pagina 14).
4. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de
toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is
verdwenen.
De basisinstellingen opgeven (Zie ook pagina 13
en 17)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / fi / @ / # drukt.
2. Druk op % / fi om
Nederlands
te verplaatsen naar de
vermelding
“SETTING” en druk
vervolgens op @ / #.
Het menu SETTING 1 of
SETTING 2 verschijnt op het
beeldscherm.
3. Druk op % / fi om
te verplaatsen naar het
item dat u wilt instellen
of aanpassen en druk
vervolgens op @ / # .
• Als u naar het menu
SETTING 2 wilt gaan, moet
u
naar de vermelding “NEXT PAGE” (volgende pagina)
verplaatsen en op @ / # drukken.
• Als u terug wilt gaan naar het menu SETTING 1, moet u
naar de vermelding “PREVIOUS PAGE” (vorige pagina)
verplaatsen en op @ / # drukken.
In het menu SETTING 1 en SETTING 2 kunt u de volgende
handelingen verrichten:
“SUBWOOFER”:De informatie over de subwoofer
“FRONT SPK”:De informatie over de luidsprekers aan
“CENTER SPK”:De informatie over de luidspreker in
“REAR SPK”:
“CNTR DELAY”:De vertragingstijd aanpassen van de
“REAR DELAY”:De vertragingstijd aanpassen van de
SETTING 1
SUBWOOFER : NO
FRONT SPK : LARGE
CENTER SPK : SMALL
REAR SPK : LARGE
CNTR DELAY : 3msec
REAR DELAY : 5msec
CROSSOVER :100
NEXT PAGE
SETTING 2
LFE ATT. : 0
COMP. : MID
DIGITAL 1 : DVD
DIGITAL 2 : CD
DIGITAL 3 : TV
FL DISP. : NORMAL
PREVIOUS PAGE
Hz
:ENTER
dB
:ENTER
registeren (zie pagina 13).
de voorzijde registeren (zie pagina 14).
het midden registeren (zie pagina 14).
De informatie over de luidspreker s aan de
achterzijde registreren (zie pagina 14).
luidspreker in het midden
(zie pagina 14).*
luidsprekers aan de achterzijde (zie
pagina 14).**
De tuner bedienen (Zie ook pagina 19 en 20)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / fi / @ / # drukt.
2. Druk op % / fi om
te verplaatsen naar de
vermelding “TUNER
CONTROL” en druk
op @ / #.
TUNER CONTROL
PRESET CH : 1
BAND :FM
FREQUENCY : 87.50
FM MODE :AUTO MUTING
PRESET MEMORY
MHz
Het menu TUNER CONTROL
verschijnt op het beeldscherm.
:OPERATE
3. Druk op % / fi om te verplaatsen naar het
item dat u wilt instellen of aanpassen. Druk
vervolgens op @ / #.
In het menu TUNER CONTROL kunt u de volgende
handelingen verrichten:
“PRESET CH”:Hiermee selecteert u een
voorkeurzender.
“BAND”:Hiermee selecteert u de radioband.
“FREQUENCY”:Hiermee kunt u handmatig op een
station afstemmen.
“FM MODE”:Hiermee selecteert u de FM-
ontvangstmodus.*
“PRESET MEMORY”: Zie de paragraaf “Voorkeurzenders
in het geheugen opslaan” op de
volgende pagina.
Opmerking:
*
Wordt niet weergegeven wanneer u een AM (MG/LG)-station
hebt geselecteerd.
4. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de
toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is
verdwijnt.
37
Voorkeurzenders in het geheugen opslaan
(Zie ook pagina 19)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / fi / @ / # drukt.
2. Druk op % / fi om te verplaatsen naar de
vermelding “TUNER CONTROL” en druk
vervolgens op @ / #.
Het menu TUNER CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
3. Stem in het menu TUNER CONTROL af op een
station. Raadpleeg de paragraaf “De tuner
bedienen” op de vorige pagina.
4. Druk op % / fi om
te verplaatsen naar de
vermelding “PRESET
MEMORY” en druk
vervolgens op @ / #.
Het menu PRESET MEMORY
verschijnt op het beeldscherm.
PRESET MEMORY
FM 87.50
PRESET CH : CH 1
PRESET NAME: WABC
MHz
:AUTO MUTING
:MEMORY
SET
:OPERATE
5. Druk op @ / # om een nummer aan het
radiostation toe te kennen.
6. Druk op de toets SET om de instelling op te slaan.
7. Druk wanneer u klaar bent herhaaldelijk op de
toets EXIT tot het menu van het beeldscherm is
verdwijnt.
Voorkeurzenders een naam geven (Zie ook
pagina 20)
1. Druk op de toets MENU.
Het menu MAIN MENU verschijnt op het beeldscherm van de TV.
• Het menu MAIN MENU wordt ook weergegeven als u op een
van de toetsen % / fi / @ / # drukt.
2. Druk op % / fi om te verplaatsen naar de
vermelding “TUNER CONTROL” en druk
vervolgens op @ / #.
Het menu TUNER CONTROL verschijnt op het beeldscherm.
6. Druk op % / fi om
te verplaatsen naar de
vermelding “PRESET
NAME” en druk
vervolgens op de toets
SET.
PRESET MEMORY
FM 87.50
PRESET CH : CH 1
PRESET NAME:
A B C D E F G H I J K
L M N O P Q R S T U V
W X Y Z
1 2 3 4 5 6 7 8 9 0
SPACE
MHz
:AUTO MUTING
:ENTER
SET
:OPERATE
Het menu met tekens
verschijnt op het beeldscherm.
7. Druk op % / fi / @ / # om te verplaatsen naar
de positie vóór het teken dat u wilt invoeren.
Afgezien van tekens kunt u ook de volgende bewerkingen
uitvoeren:
:Een spatie invoeren
:Een teken wissen
8. Druk op de toets SET
9. Herhaal stap 7 en 8
:Naar de positie van het vorige of het volgende
teken gaan
PRESET MEMORY
om het geselecteerde
teken in te voeren.
voor elk teken dat u
FM 87.50
PRESET CH : CH 1
PRESET NAME: ABCD
A B C D E F G H I J K
L M N O P Q R S T U V
W X Y Z
1 2 3 4 5 6 7 8 9 0
SPACE
wilt invoeren. U kunt
MHz
:AUTO MUTING
:MEMORY
SET
:OPERATE
maximaal vier tekens
invoeren.
10.Druk op % / fi / @ / #
om
te verplaatsen
naar de vermelding
“PRESET NAME” en
druk vervolgens op de
toets SET om de
TUNER CONTROL
PRESET CH : 1 ABCD
BAND :FM
FREQUENCY : 87.50
FM MODE :AUTO MUTING
PRESET MEMORY
:ENTER
instelling op te slaan.
Het menu TUNER CONTROL verschijnt weer op het
beeldscherm.
11.Druk als u klaar bent herhaaldelijk op de toets
EXIT tot het menu van het beeldscherm is
verdwenen.
CANCEL
CANCEL
Nederlands
MHz
3. Druk op % / fi om te verplaatsen naar de
vermelding “PRESET CH”.
4. Druk op @ / # om een voorkeurzender te
selecteren.
5. Druk op % / fi om
te verplaatsen naar de
vermelding “PRESET
MEMORY” en druk
vervolgens op @ / #.
Het menu PRESET MEMORY
verschijnt op het beeldscherm.
PRESET MEMORY
FM 87.50
PRESET CH : CH 1
PRESET NAME: WABC
MHz
:AUTO MUTING
:MEMORY
SET
:OPERATE
Het is mogelijk de RDS-informatie op het beeldscherm van
de TV weer te geven.
Voor meer informatie verwijzen we u naar pagina 21.
38
Het COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem
Met het COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem kunt u geluidsapparatuur van JVC bedienen via de
afstandsbedieningssensor van de ontvanger.
Om van dit afstandsbedieningssysteem gebruik te maken, moet u de
geluidsapparatuur van JVC niet alleen op de COMPU LINK-3
(SYNCHRO)-ingangen van de ontvanger aansluiten (zie
afbeelding), maar ook gebruik maken van kabels met RCApinstekers (zie pagina 5 en 6).
• Zorg ervoor dat de stekkers van de netspanningskabels van de
geluidsapparatuur uit het stopcontact zijn verwijderd alvorens u deze
apparaten op de ontvanger aansluit. Steek de stekkers pas weer in het
stopcontact nadat alle verbindingen tot stand zijn gebracht.
CD-speler
Cassettedeck
of
MD-recorder
COMPU LINK – 3
(SYNCHRO)
Draaitafel
Nederlands
Opmerkingen:
• Als uw geluidsapparatuur over twee COMPU LINK-3-uitgangen
(SYNCHRO) beschikt, kunt u zelf bepalen welke u kiest. Als uw
geluidsapparatuur over één COMPU LINK-3-uitgang (SYNCHRO)
beschikt, moet u die zodanig aansluiten dat het het laatste apparaat
in de reeks aangesloten apparaten is. (Bijvoorbeeld de draaitafel of
CD-speler in de illustratie hierboven.)
• Als u het cassettedeck of de MD-recorder met het COMPU LINK-
afstandsbedieningssysteem wilt bedienen, moet u erop letten dat
de juiste naam van de afspeelbron is geselecteerd. (Zie pagina 13.)
• Raadpleeg ook de handleidingen van de geluidsapparatuur die u
op de ontvanger aansluit.
Met dit afstandsbedieningssysteem kunt u de onderstaande vier
functies uitvoeren.
Op afstand bedienen van JVC-apparatuur via de
afstandsbedieningssensor van de ontvanger
Andere geluidsapparaten die op de ontvanger zijn aangesloten, kunnen
met de afstandsbediening van de ontvanger worden bediend. Richt de
afstandsbediening rechtstreeks op de sensor van de ontvanger. Een
nadere uitleg treft u aan op pagina 45 en 46.
Automatisch in-/uitschakelen (Standby): alleen
mogelijk bij een COMPU LINK-3-aansluiting
Zowel de CD-speler als het cassettedeck (of de MD-recorder)
worden automatisch met het in- en uitschakelen (Standby) van de
ontvanger in- en uitgeschakeld.
Zodra u de ontvanger aanzet, zal ook de CD-speler of het
cassettedeck (of de MD-recorder) worden ingeschakeld. Welk
apparaat wordt ingeschakeld, hangt af van het feit welk apparaat het
laatst ingeschakeld is geweest.
Als u de ontvanger uitzet, worden zowel de CD-speler als het
cassettedeck (of de MD-recorder) uitgeschakeld (d.w.z. in de
Standby-modus gezet).
Synchrone opnames maken
Synchroon opnemen houdt in dat het cassettedeck (of de MDrecorder) automatisch begint op te nemen wanneer er een CD of een
grammofoonplaat wordt gestart.
Als u een synchrone opname wilt maken, gaat u als volgt te werk:
1. Plaats een cassette in het cassettedeck (of een
MD-schijf in de MD-recorder) en een CD in de
CD-speler (of leg een grammofoonplaat op de
draaitafel).
2. Druk op het cassettedeck (of de MD-recorder)
tegelijkertijd op de opnametoets (¶) en op de
pauzetoets (8).
Het cassettedeck (of de MD-recorder) is nu voorbereid om op te
nemen.
Als u niet tegelijkertijd op de opnametoets (¶) en de pauzetoets
(8) drukt, kunt u geen synchrone opname maken.
3. Druk op de CD-speler of op de draaitafel op de
afspeeltoets (3).
De ontvanger schakelt over naar de bron die u selecteert en
zodra het afspelen begint, start het cassettedeck (of de MDrecorder) de opname. Als het afspelen stopt, onderbreekt het
cassettedeck (of de MD-recorder) het opnemen door in de
pauzestand te gaan staan. Na circa 4 seconden zal het opnemen
worden beëindigd.
Opmerkingen:
• Tijdens het maken van een synchrone opname, kunt u niet
overschakelen naar een andere bron.
• Als tijdens het maken van een synchrone opname de stroom van
een van de geluidsapparaten uitvalt of wordt uitgeschakeld, kan het
zijn dat het COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem niet meer
naar behoren functioneert. In zo’n geval moet u de opname weer
van voren af aan starten.
Automatische selectie van de afspeelbron
Als u op een aangesloten geluidsapparaat of op de afstandsbediening
van dat apparaat op de afspeeltoets Play (3) drukt, activeert de
ontvanger dat apparaat automatisch en schakelt het in. Als u
daarentegen een nieuwe bron op het paneel aan de voorzijde van de
ontvanger of met de afstandsbediening selecteert, begint het
geselecteerde apparaat meteen te spelen.
In beide gevallen blijft de bron die op het moment van uw keuze al
was geselecteerd nog enige seconden zonder geluid doorspelen.
39
Het TEXT COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem
Het TEXT COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem is een nieuwe uitvinding die is ontwikkeld om gebruik te kunnen
maken van de tekstinformatie die ligt opgeslagen op CD’s (CD Text
met behulp van deze informatie en het TEXT COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem via de ontvanger worden
bediend.
*
) en MD’s. De CD-speler en MD-recorder kunnen
AANSLUITINGEN:
Om dit afstandsbedieningssysteem te kunnen gebruiken, dient u de
CD-speler en/of MD-recorder volgens de onderstaande procedure
aan te sluiten.
1. Als u de stekker van de netspanningskabel van de
CD-speler, MD-recorder en deze ontvanger in het
stopcontact hebt gestoken, moet u die eerst
verwijderen.
2. Sluit de CD-speler, MD-recorder en de ontvanger
als volgt aan op de COMPU LINK-3 (SYNCHRO)uitgangen en TEXT COMPU LINK-uitgangen.
1) COMPU LINK-3 (SYNCHRO)-uitgangen: Gebruik kabels
met mini-stekers (mono). (Deze kabels zijn niet meegeleverd.)
CD-speler
MD-recorder
COMPU LINK – 3
(SYNCHRO)
2) TEXT COMPU LINK-uitgangen: Gebruik kabels met
mini-stekers (stereo). (Deze kabels zijn niet meegeleverd.)
FUNCTIES:
Met dit afstandsbedieningssysteem kunt u de onderstaande functies
uitvoeren.
Informatie van CD of MD op het beeldscherm van de
TV weergeven
Informatie die op de CD of MD ligt opgeslagen zoals de naam van
de zanger(es) en de titel van de CD of MD worden op het
beeldscherm van de TV weergegeven. (Titels van tracks worden
alleen weergegeven indien een CD Text is geselecteerd.)
CD’s doorzoeken: alleen voor CD-spelers
Met dit afstandsbedieningssysteem kunt u CD’s doorzoeken op de
naam van een zanger(es), de titel van een CD en het genre muziek.
Met deze zoekfunctie kunt u heel gemakkelijk de CD of zanger(es)
vinden waar u naar op zoek bent.
Titels voor CD’s en MD’s invoeren:
Als uw CD-speler of MD-recorder is uitgerust met een
geheugenfunctie is het mogelijk om de onderstaande informatie voor
gewone geluids-CD’s en -MD’s op te slaan en op het beeldscherm
van een TV weer te geven.
• Voor CD’s: Naam van de uitvoerend artiest, titel van de CD/MD
en het muziekgenre.
• Voor MD’s: Titel van de CD/MD en titels van songs.
*
Wat is een CD Text?
In een CD Text ligt informatie opgeslagen over de CD, zoals de titel
van de CD, de naam van de zanger(es), dirigent, enzovoort.
Nederlands
CD-speler
MD-recorder
TEXT
COMPU LINK
3. Sluit de CD-speler , MD-recorder en deze ontvanger
zoals beschreven (op pagina 5 en 6). Maak daarbij
gebruik van de kabels met RCA-pinstekers.
4. Steek de stekkers van de netspanningskabels van
de bovengenoemde apparaten weer in het
stopcontact.
5. Als u deze apparaten voor de eerste keer
inschakelt, moet u eerst de randapparatuur
inschakelen en daarna de ontvanger.
Opmerkingen:
• Als uw geluidsapparatuur over twee COMPU LINK-3-uitgangen
(SYNCHRO) beschikt, kunt u zelf bepalen welke u kiest. Als uw
geluidsapparatuur over één COMPU LINK-3-uitgang (SYNCHRO)
beschikt, moet u die zodanig aansluiten dat het het laatste apparaat
in de reeks aangesloten apparaten is. (Dit is bijvoorbeeld het geval
bij de CD-speler in de afbeelding hiernaast.)
• Als uw geluidsapparatuur over twee TEXT COMPU LINK-uitgangen
beschikt, kunt u zelf bepalen welke u kiest. Als uw
geluidsapparatuur over één TEXT COMPU LINK-uitgang beschikt,
moet u die zodanig aansluiten dat het het laatste apparaat in de
reeks aangesloten apparaten is. (Dit is bijvoorbeeld het geval bij de
CD-speler in de afbeelding hiernaast.)
• “TEXT COMPULINK SOURCE NOT CONNECTED” verschijnt in de
volgende gevallen in het weergavevenster:
– Wanneer de verbindingen die links zijn uitgelegd niet correct zijn
gemaakt.
– Wanneer u probeert de TEXT COMPU LINK-functie vier
seconden na het inschakelen van verbonden apparatuur te
gebruiken. Dit is geen storing van de eenheid.
• Raadpleeg ook de handleidingen van de CD-speler en MD-recorder
die u op de ontvanger aansluit.
BELANGRIJK:
Als u nadat u de andere apparatuur hebt aangesloten eerst de
ontvanger inschakelt in plaats van eerst de andere apparatuur, zult u
merken dat het TEXT COMPU LINK-afstandsbedieningssysteem niet
goed functioneert.
Mocht dit gebeuren, dan raden we u aan de volgende stappen te
volgen:
1. Schakel alle apparatuur uit, ook de ontvanger.
2. Schakel de aangesloten apparatuur in.
3. Schakel de ontvanger in.
40
BEDIENING
Om dit afstandsbedieningssysteem te kunnen gebruiken, dient u de
TV aan te sluiten op de uitgang MONITOR OUT aan de achterzijde
van de ontvanger (zie pagina 7) en de invoermodus van de TV in de
juiste stand te zetten voor de ontvanger waarop die is aangesloten.
Zorg ervoor dat u de CD-speler of MD-recorder die is
uitgerust met het TEXT COMPU LINKafstandsbedieningssysteem hebt aangesloten. Als dit
niet is gebeurd, kunt u deze functies niet gebruiken.
Toetsen voor de scherm-menu’s (op de afstandsbediening)
TV/CATV/DBS
ANALOG/DIGITAL
CENTER
123
MENU
TESTREAR-L
456
ENTER
EFFECTREAR-R
/P
89
7
SEA MODE
SUBWOOFER
10
0
RETURN
FM MODE
SET
CHANNEL VOLUMETV VOL
TAPE/MD
VCR
CONTROL
PLAY
PTY SEARCH
STOPPAUSE
DISPLAY MODE
VCR
SLEEP
+10
100+
AUDIO/
TV/VCR
CATV/DBS
TEXT
DISPLAY
MUTING
FF/
MENU
SET
EXIT
Nederlands
DVD DVD MUILTI CD TAPE/MD
TV/DBSPHONO FM/AM
VCR
SURROUND
ON/OFF
SURROUND
MODE
CD-DISC
SOUND
MENU
EXIT
TV/VIDEO
/REW
PTYPTY
REC
RM-SRX7000R REMOTE CONTROL
Informatie van CD of MD op het beeldscherm
van de TV weergeven
Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl de
vermelding “CD” of “MD” als afspeelbron op de
display wordt weergegeven.
Het venster met informatie over de CD of MD verschijnt op het
beeldscherm.
1
2
3
4
5
TEXT
DISPLAY
1 De naam van de afspeelbron: CD of MD
2 Selecteer
of en druk vervolgens op de toets SET
om een andere CD of MD te kiezen.
3 Nummers en titels van de tracks.
• De track die momenteel wordt afgespeeld (is geselecteerd)
wordt in geel aangegeven.
• Als u
naar een track-nummer verplaatst, kunt u met
@ / # andere informatie over de track weer g e ven. Elke keer
dat u op de toets drukt, springt u heen en weer tussen de titel
van de track en de naam van de zanger(es). (Als u op de
toets SET drukt, begint de track te spelen.)
4 Selecteer deze vermelding (verplaats
naar voren) en druk
op de toets SET om naar het venster DISC SEARCH te gaan
(zie pagina 42).
5 Selecteer deze vermelding (verplaats
naar voren) en druk
op de toets SET om naar het venster TITLE INPUT te gaan
(zie pagina 43).
6 Dit verschijnt alleen als er een CD-tekst is geselecteerd.
7 Informatie over de CD of MD, zoals de naam van de
zanger(es), dirigent, genre muziek.
Als u deze vermelding selecteert (
naar voren) en op
@ / # drukt, kunt u de informatie over de CD of MD
wijzigen. Elke keer dat u op deze toets drukt, verandert de
informatie (zie “Opmerking over 7”).
8 Selecteer
of en druk op de toets SET om een
andere track te kiezen.
9 De toetsen en bijbehorende functies die u in dit venster
kunt gebruiken.
W elk e informatie op het beeldscherm w ordt weerg e geven,
hangt af van wat er is geselecteerd (het symbool
staat voor
het geen is geselecteerd). Zie “Opmerking over 9”.
Opmerking over 7:
De volgende informatie wordt op het beeldscherm weergegeven:
• Voor CD’s met CD Text — titel van de CD, artiest, genre, song
writer, componist, arrangeur, en andere tekstinformatie.
Alleen opgenomen informatie kan worden weergegeven. Als er
geen gegevens zijn, wordt de vermelding “NO DATA”
weergegeven.
• Voor MD’s — titel van de MD
Als er geen gegevens zijn, wordt de vermelding “NO DATA”
weergegeven.
Opmerking over 9:
Met de toets SET kunt u bijvoorbeeld het afspelen in gang zetten
(PLAY), naar het volgende venster gaan (ENTER) en selecties maken
(ENTER).
Om het scherm Disc Information te verlaten:
Druk op de toets EXIT.
6
7
8
9
Opmerkingen:
• Het scherm-menu verdwijnt onder de volgende omstandigheden:
– als er ongeveer 10 minuten geen handelingen zijn verricht.
– als u een andere handeling verricht dan in dit deel van de
handleiding wordt beschreven.
• Om de MD-recorder met behulp van het TEXT COMPU LINKafstandsbedieningssysteem te bedienen, moet u de naam van de
afspeelbron op de display wijzigen van “TAPE” in “MD”. (Zie pagina
13.)
• In het scherm-menu kunnen geen tekens met accenten worden
weergegeven.
41
CD’s doorzoeken (alleen voor CD-spelers)
Een CD zoeken op de naam van een zanger(es):
1. Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl de
vermelding “CD” als afspeelbron op de display
wordt weergegeven.
Het scherm Disc Information verschijnt op de TV.
2. Druk op % / fi om te
verplaatsen naar de
vermelding “SEARCH”
en druk vervolgens op
de toets SET.
Het venster DISC SEARCH
verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op % / fi om te
verplaatsen naar de
vermelding
“PERFORMER” en
druk vervolgens op de
toets SET.
Het venster PERFORMER
SEARCH verschijnt op het
beeldscherm.
4. Druk op % / fi / @ / # om vóór de positie van
het eerste teken te plaatsen van de zanger(es)
waar u naar wilt zoeken. Druk vervolgens op de
toets SET.
Als u een onjuist teken hebt ingevoerd en dit wilt herstellen,
moet u op % / fi / @ / # drukken,
juiste teken plaatsen en vervolgens op de toets SET drukken.
Opmerking:
Het is niet mogelijke te zoeken met bijzondere tek ens als @, # of $.
vóór de positie van het
5. Druk nogmaals op de
toets SET.
De zoekfunctie treedt in
werking. V ervolgens verschijnt
het venster SEARCH RESULT
op het beeldscherm met de
zoekresultaten.
6. In het venster SEARCH RESULT kunnen de
volgende handelingen worden verricht:
• Andere informatie over de CD zichtbaar maken: Druk op
% / fi om
vervolgens op @ / #. Elke keer dat u op @ / # drukt,
schakelt u heen en weer tussen de naam van de zanger(es) en
de titel van de CD.
• Een CD afspelen en naar het venster met informatie over
de CD gaan (zie pagina 41): Druk op % / fi om
verplaatsen naar een doorzochte CD en druk vervolgens op de
toets SET.
• Informatie over CD’s zichtbaar maken die niet in het
venster passen (als er als gevolg van de zoekopdracht meer
dan 5 CD’s worden gevonden): Moet u op % / fi drukken tot
deze op het beeldscherm verschijnen.
• Terug gaan naar het venster PERFORMER SEARCH:
Druk op de toets EXIT.
te verplaatsen naar een doorzochte CD en druk
te
Een CD zoeken op titel:
1. Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl de
vermelding “CD” als afspeelbron op de display
wordt weergegeven.
Het scherm Disc Information verschijnt op de TV.
2. Druk op % / fi om te
verplaatsen naar de
vermelding “SEARCH”
en druk vervolgens op
de toets SET.
Het venster DISC SEARCH
verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op % / fi om te
verplaatsen naar de
vermelding “DISC
TITLE” en druk
vervolgens op de toets
SET.
Het venster DISC TITLE
SEARCH verschijnt op het
beeldscherm.
4. Druk op % / fi / @ / # omvóór de positie van
het eerste teken te plaatsen van de CD-titel waar
u naar wilt zoeken. Druk vervolgens op de toets
SET.
Als u een onjuist teken hebt ingevoerd en dit wilt herstellen,
moet u op % / fi / @ / # drukken,
juiste teken plaatsen en vervolgens op de toets SET drukken.
Opmerking:
Het is niet mogelijke te zoeken met bijzondere tek ens als @, # of $.
vóór de positie van het
5. Druk nogmaals op de
toets SET.
De zoekfunctie treedt in
werking. V erv olgens verschijnt
het venster SEARCH RESULT
op het beeldscherm met de
zoekresultaten.
6. In het venster SEARCH RESULT kunnen de
volgende handelingen worden verricht:
• Andere informatie over de CD zichtbaar maken: Druk op
% / fi om
vervolgens op @ / #. Elke keer dat u op @ / # drukt, schakelt
u heen en weer tussen de naam van de titel van de CD en de
zanger(es).
• Een CD afspelen en naar het venster met informatie over
de CD gaan (zie pagina 41): Druk op % / fi om
verplaatsen naar een doorzochte CD en druk vervolgens op de
toets SET.
• Informatie over CD’s zichtbaar maken die niet in het
venster passen (als er als gevolg van de zoekopdracht meer
dan 5 CD’s worden gevonden): Moet u op % / fi drukken tot
deze op het beeldscherm verschijnen.
• Terug gaan naar het venster DISC TITLE SEARCH: Druk
op de toets EXIT.
te verplaatsen naar een doorzochte CD en druk
te
Nederlands
42
Een CD zoeken op genre:
1. Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl de
vermelding “CD” als afspeelbron op de display
wordt weergegeven.
Het scherm Disc Information verschijnt op de TV.
2. Druk op % / fi omte
verplaatsen naar de
vermelding “SEARCH”
en druk vervolgens op
de toets SET.
Het venster DISC SEARCH
verschijnt op het beeldscherm.
3. Druk op % / fi omte
verplaatsen naar de
vermelding “GENRE”
en druk vervolgens op
de toets SET.
Het venster GENRE
SEARCH verschijnt op het
beeldscherm.
4. Druk op % / fi omvóór de positie van het
eerste teken te plaatsen van het genre waar u
naar wilt zoeken. Druk vervolgens op de toets
Nederlands
SET.
Als u genres wilt weergegeven die u nog niet hebt bek eken,
moet u op % / fi drukken tot deze op het beeldscherm worden
weergegeven.
De zoekfunctie treedt in
werking. Vervolgens verschijnt
het venster SEARCH RESULT
op het beeldscherm met de
zoekresultaten.
5. In het venster
SEARCH RESULT
kunnen de volgende handelingen worden
verricht:
• Andere informatie over de CD zichtbaar maken: Druk op
% / fi om
vervolgens op @ / #. Elke keer dat u op @ / # drukt,
schakelt u heen en weer tussen de naam van de zanger(es) en
de titel van de CD.
• Een CD afspelen en naar het venster met informatie over
de CD gaan (zie pagina 41): Druk op % / fi om
verplaatsen naar een doorzochte CD en druk vervolgens op de
toets SET.
• Informatie over CD’s zichtbaar maken die niet in het
venster passen (als er als gevolg van de zoekopdracht meer
dan 5 CD’s worden gevonden): Moet u op % / fi drukken
tot deze op het beeldscherm verschijnen.
• Terug gaan naar het venster GENRE SEARCH: Druk op
de toets EXIT.
te verplaatsen naar een doorzochte CD en druk
Informatie over CD’s en MD’s invoeren
Voor de CD-speler met de disc-geheugenfunctie:
De geheugenfunctie voor CD’s en MD’s kan via deze ontvanger
worden gebruikt.
Informatie van normale muziek-CD’s zoals de naam van de
zanger(es), de titel van een CD en het genre muziek wordt opgeslagen
in het geheugen dat in de CD-speler is ingebouwd.
Voor meer informatie over het geheugen van de CD-speler
verwijzen we u naar de handleiding die bij de CD-speler werd
meegeleverd.
• De naam van de zanger(es), de titel en het genre muziek staan
meestal in de CD Text. Als er echter geen genre in de CD Text van
een CD staat, kunt u die desgewenst zelf invoeren.
Opmerking:
Het is wel mogelijk titels in te voeren in het venster TITLE INPUT,
maar het is niet mogelijk deze titels op te slaan in een CD Text.
Voorbeeld: Voer de volgende informatie in voor Disc 1
Performer: “MICHAEL”
Disc Title: “MY FAVORITE”
1. Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl de
vermelding “CD” als afspeelbron op de display
wordt weergegeven.
Het scherm Disc Information verschijnt op de TV.
2. Druk op % / fi omte
verplaatsen naar de
vermelding “TITLE
INPUT” en druk
vervolgens op de toets
SET.
Het venster TITLE INPUT:
PERFORMER verschijnt op
het beeldscherm.
3. Druk op % / fi / @ / # om vóór de positie van
het eerste teken te plaatsen dat u wilt invoeren.
Druk vervolgens op de toets SET om het
geselecteerde teken in te voeren.
• Als de CD een CD Text is, moet u nu naar stap 5 gaan
zonder de naam van de zanger(es) in te voeren.
Als u kleine letter wilt invoeren, moet u op % / fi / @ / #
drukken om
toets SET drukken.
Als u weer hoofdletters wilt invoeren, moet u op % / fi / @ / #
drukken om
toets SET drukken.
te
naarte verplaatsen en vervolgens op de
naar te verplaatsen en vervolgens op de
43
4. Herhaal stap 3 tot u een
naam hebt ingevoerd
(maximaal 32 tekens).
Als u een spatie wilt invoeren,
moet u op % / fi / @ / #
drukken om
naar
toets SET drukken.
Een onjuist ingevoerd teken corrigeren:
1) Druk op % / fi / @ / # om
en druk vervolgens op de toets SET tot u het onjuist
ingevoerde teken hebt geselecteerd.
2) Druk op % / fi / @ / # om
en druk vervolgens op de toets SET als u het onjuist
ingevoerde teken wilt wissen.
3) Druk op % / fi / @ / # om
vóór het correcte teken en druk vervolgens op de toets SET
om dit teken in te voeren.
te verplaatsen
en vervolgens op de
te verplaatsen naar + of =,
te verplaatsen naar ,
te verplaatsen naar de positie
5. Druk op % / fi / @ / #
te verplaatsen
om
naar de vermelding
“DISC 1: MICHAEL
(in dit voorbeeld)” en
druk vervolgens op de
toets SET.
Het venster TITLE INPUT:
DISC TITLE verschijnt op het beeldscherm.
6. Voer de titel van de CD
in. Volg hiertoe stap 3
en 4.
• Als de CD een CD Text
betreft, moet u nu naar de
volgende stap gaan zonder
een titel in te voeren.
Voor de MD-recorder:
Het is mogelijk om informatie zoals de titels en namen van zangers
of zangeressen op de MD te zetten. Het is alleen mogelijk een track
een titel te geven als u die track hebt geselecteerd.
• Als u een gecombineerd CD/MD-deck hebt, is het ook mogelijk
om de informatie over zangers en zangeressen, titels,
muziekgenres, enzovoort, van normale muziek-CD’s op te slaan in
het geheugen van het gecombineerde CD/MD-deck. (Volg hiertoe
de procedure die staat beschreven in “Voor de CD-speler met de
disc-geheugenfuctie” op pagina 43.)
• Als u de titel wijzigt van een muziekstuk of MD die uit meer dan
32 tekens bestaat, worden de tekens na het 32e teken uit de titel
gewist.
1. Druk op de toets TEXT DISPLAY terwijl de
vermelding “MD” als afspeelbron op de display
wordt weergegeven.
Het scherm Disc Information verschijnt op de TV.
2. Druk op % / fi om
te verplaatsen naar de
vermelding “TITLE
INPUT” en druk
vervolgens op de toets
SET.
Het venster DISC TITLE
INPUT verschijnt op het beeldscherm.
3. Voer de titel in. Zie
stap 3 en 4 in “Voor de
CD-speler met de discgeheugenfunctie” op
pagina 43.
• Er kunnen maximaal 32
tekens voor de titel van de
MD worden ingevoerd.
Nederlands
7. Druk op % / fi / @ / #
te verplaatsen
om
naar de vermelding
“DISC 1: MY
FAVORITE (in dit
voorbeeld)” en druk
vervolgens op de toets
SET.
Het venster TITLE INPUT: DISC1 GENRE verschijnt op het
beeldscherm.
8. Druk op % / fi omte verplaatsen naar het
4. Druk op % / fi / @ / #
naar de titel van
om
de MD te verplaatsen
die u zojuist hebt
ingevoerd en druk
vervolgens op de toets
SET.
De titel van de MD wordt nu in het geheugen opgeslagen en het
venster SONG TITLE INPUT voor de geselecteerde track
verschijnt op het beeldscherm.
• U kunt nu een titel voor de geselecteerde track invoeren. (De
geselecteerde track wordt in geel op het beeldscherm
weergegeven.)
genre van uw keuze en druk vervolgens op de
toets SET.
Het venster met informatie over de CD verschijnt weer op het
beeldscherm.
Als u genres wilt zien die u nog niet hebt bekeken, moet u op
% / fi drukken tot deze op het beeldscherm verschijnen.
5. Voer de titel van het liedje in. Zie stap 3 en 4 in
“Voor de CD-speler met de disc-geheugenfunctie”
op pagina 43.
• Er kunnen maximaal 32 tekens voor de titel van de track
worden ingevoerd.
6. Druk op % / fi / @ / # omte verplaatsen naar
de titel van de track die u zojuist hebt ingevoerd
en druk vervolgens op de toets SET.
De titel van de track wordt nu in het geheugen opgeslagen en het
venster met informatie over de MD verschijnt weer op het
beeldscherm.
44
Andere apparatuur van JVC bedienen
Met de afstandsbediening van deze ontvanger kunnen ook andere audio- en beeldapparaten van JVC worden bediend
omdat de signalen die voor het bedienen van andere JVC-apparaten nodig zijn standaard in de afstandsbediening zijn
ingebouwd.
Geluidsapparatuur bedienen
BELANGRIJK:
Om geluidsapparatuur van JVC met deze afstandsbediening te
kunnen bedienen:
• Moet u de geluidsapparatuur van JVC niet alleen aansluiten op de
COMPU LINK-3 (SYNCHRO)-uitgangen (zie pagina 39) maar ook
gebruik maken van kabels met RCA-pinstekers (zie pagina 5 en 6).
• Moet u de afstandsbediening rechtstreeks op de
afstandsbedieningssensor van de ontvanger richten.
• Als u de toetsen op het bedieningspaneel aan de voorzijde of de
menufuncties gebruikt om een afspeelbron te selecteren, kunt u het
desbetreffende apparaat niet met de afstandsbediening bedienen.
Als u een afspeelbron met de afstandsbediening wilt bedienen,
moet u het desbetreffende apparaat met behulp van de
afstandsbediening selecteren.
• Om het cassettedeck of de MD-recorder met het COMPU LINKafstandsbedieningssysteem te bedienen, moet u de naam van de
afspeelbron correct instellen (zie pagina 13).
• Raadpleeg ook de handleiding van het apparaat dat u met de
afstandsbediening wilt bedienen.
TV/CATV/DBS
VCR
ANALOG/DIGITAL
SLEEP
CENTER
MENUMENU
ENTERENTER
/P89
SUBWOOFER
+10
0
FM MODE
100+
AUDIO/
TV/VCR
CATV/DBS
SET
TEXT
DISPLAY
TAPE/MD
MUTING
CONTROL
FF/
PLAY
PTY SEARCH
STOPPAUSE
AUDIO/
TV/VCR
CATV/DBS
Controleer of de schakelknop
voor de modus van de
afstandsbediening in de juiste
stand staat. Als u een
audiosysteem, TV,
videorecorder of DVD-speler
wilt bedienen, moet u de
schakelknop in de stand
“AUDIO/TV/VCR” zetten.
TV/DBSPHONO FM/AM
Nederlands
SURROUND
ON/OFF
SURROUND
CD-DISC
SOUND
DVD DVD MUILTI CD TAPE/MD
VCR
123
TESTREAR-L
MODE
456
EFFECTREAR-R
7
SEA MODE
10
RETURN
MENU
EXIT
CHANNELVOLUMETV VOL
TV/VIDEO
VCR
/REW
PTYPTY
REC
DISPLAY MODE
RM-SRX7000R REMOTE CONTROL
Tuner
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten
(mits de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de
stand “AUDIO/TV/VCR” staat):
FM/AM: Hiermee schakelt u heen en weer tussen FM en AM (MG/
LG).
Nadat u op de toets FM/AM hebt gedrukt (en de schakelknop voor
de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR”
hebt gezet), kunt u de volgende handelingen verrichten:
1 – 10, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een voorkeurzender
selecteren.
Druk voor kanaalnummer 5 op de toets met het cijfer 5.
Druk voor kanaalnummer 15 op +10 en daarna op 5.
Druk voor kanaalnummer 20 op +10 en daarna op 10.
FM MODE: Hiermee wijzigt u de FM-ontvangstmodus.
PTY SEARCH: Hiermee kunt u met een PTY-code naar een
radioprogramma laten zoeken.
PTY – / +:Hiermee selecteert u een PTY-code.
DISPLA Y MODE: Hiermee toont u de RDS-signalen.
Bediening van het geluid (versterker)
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten
(mits de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de
stand “AUDIO/TV/VCR” staat):
SURROUND ON/OFF: Hiermee schakelt u de surround-modi in of
uit — Dolby Pro Logic, Dolby Digital,
DTS Digital Surround en MPEG
Multichannel.
SURROUND MODE: Hiermee selecteert u een DSP-modus.
Nadat u op de toets SOUND hebt gedrukt (en de schakelknop voor
de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR”
hebt gezet), kunt u de volgende handelingen verrichten:
SEA MODE: Hiermee selecteert u een SEA-modus.
SUBWOOFER – / +: Hiermee wijzigt u het uitvoerniveau van de
subwoofer.
CENTER – / +:Hiermee past u het uitvoerniveau van de
luidspreker in het midden aan.
REAR•L – / +: Hiermee past u het uitvoerniveau van de
luidspreker linksachter aan.
REAR•R – / +: Hiermee past u het uitvoerniveau van de luidspreker
rechtsachter aan.
EFFECT:Hiermee selecteert u het effectniveau.
TEST:Hiermee schakelt u de testtoon.
Opmerking:
Druk nadat u het geluid hebt aangepast op de toets voor het
selecteren van een afspeelbron of druk op de toets CD-DISC om de
geselecteerde bron met de cijfertoetsen van de afstandsbediening te
kunnen bedienen. Als u dit niet doet, kunt u de afspeelbron niet met
de cijfertoetsen bedienen.
CD-speler
Nadat u op de toets CD hebt gedrukt (en de schakelknop voor de
modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” hebt
gezet), kunt u de volgende handelingen verrichten met een CD-speler:
PLA Y:Hiermee start u het afspelen.4:Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of vorige)
track.
¢:Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track.
STOP: Hiermee stopt u het afspelen.
P AUSE: Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets
PLAY om het afspelen te hervatten.
1 – 10, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een track selecteren.
Druk voor track 5 op de toets met het cijfer 5.
Druk voor track 15 op +10 en daarna op 5.
Druk voor track 20 op +10 en daarna op 10.
Druk voor track 30 op +10, daarna op +10, en tot slot
op 10.
45
Wisselaar van de CD-speler
Nadat u op de toets CD-DISC hebt gedrukt (en de schakelknop voor
de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR”
hebt gezet), kunt u de volgende handelingen verrichten met de
wisselaar van een CD-speler:
PLA Y:Hiermee start u het afspelen.4:Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of
vorige) track.
¢:Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track.
STOP:Hiermee stopt u het afspelen.
P AUSE:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets
PLAY om het afspelen te hervatten.
1 – 6, 7/P: Hiermee selecteert u het nummer van een CD die in de
wisselaar is geplaatst.
Nadat u op de toets CD hebt gedrukt (en de schakelknop voor de
modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR”
hebt gezet), kunt u de volgende handelingen verrichten met de
wisselaar van een CD-speler:
1 – 10, +10: Met deze cijfertoetsen kunt u een track selecteren.
Druk voor track 5 op de toets met het cijfer 5.
Druk voor track 15 op +10 en daarna op 5.
Druk voor track 20 op +10 en daarna op 10.
Druk voor track 30 op +10, daarna op +10, en tot slot
op 10.
Draaitafel
Nadat u op de toets PHONO hebt gedrukt (en de schakelknop voor de
modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” hebt
gezet), kunt u de volgende handelingen verrichten met een draaitafel:
PLA Y:Hiermee start u het afspelen.
STOP:Hiermee stopt u het afspelen.
Cassettedeck
Nadat u op de toets TAPE/MD of TAPE/MD CONTROL (en de
schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand
“AUDIO/TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende handelingen
verrichten met een cassettedeck:
PLAY :Hiermee start u het afspelen.
1:Hiermee spoelt u de cassette van rechts naar links.
¡:Hiermee spoelt u de cassette van links naar rechts.
STOP:Hiermee stopt u het afspelen.
P AUSE: Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets
PLAY om het afspelen te hervatten.
¶ REC: Als u deze toets samen met de toets PLAY indrukt, start u
het maken van een opname.
Als u deze toets samen met de toets PAUSE indrukt, bereidt
u het cassettedeck voor op het maken van een opname.
MD-recorder
Nadat u op de toets TAPE/MD of TAPE/MD CONTROL (en de
schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand
“AUDIO/TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende handelingen
verrichten met de MD-recorder:
PLAY :Hiermee start u het afspelen.4:Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of vorige)
track.
¢:Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track.
STOP: Hiermee stopt u het afspelen.
PAUSE: Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets
PLAY om het afspelen te hervatten.
¶ REC: Als u deze toets samen met de toets PLA Y indrukt, start u het
maken van een opname.
Als u deze toets samen met de toets PAUSE indrukt, bereidt
u de MD-recorder voor op het maken van een opname.
Nederlands
Opmerking:
U kunt de toetsen die hier bovenstaande vermeld met de toets TAPE/
MD of de toets TAPE/MD CONTROL activeren. Als u op de toets
TAPE/MD drukt, verandert de afspeelbron eveneens. Als u op de
toets TAPE/MD CONTROL drukt, verandert de afspeelbron
daarentegen niet.
46
Beeldapparatuur bedienen
BELANGRIJK:
Om geluidsapparatuur van JVC met deze afstandsbediening te
kunnen bedienen:
• Moet u de afstandsbediening rechtstreeks op de
afstandsbedieningssensor van de videorecorder, DVD-speler of TV
richten en niet op de ontvanger.
• Sommige videorecorders van JVC kunnen twee soorten
besturingssignalen ontvangen: code “A” en code “B”. Voor u de
afstandsbediening gaat gebruiken, dient u de besturingscode van
de eerste videorecorder in te stellen op code “A”.
TV/CATV/DBS
VCR
ANALOG/DIGITAL
SLEEP
CENTER
123
MENUMENU
456
ENTERENTER
/P
89
SUBWOOFER
+10
0
FM MODE
100+
AUDIO/
TV/VCR
CATV/DBS
SET
TEXT
DISPLAY
TAPE/MD
MUTING
CONTROL
FF/
PLAY
PTY SEARCH
STOPPAUSE
AUDIO/
TV/VCR
CATV/DBS
Controleer of de schakelknop
voor de modus van de
afstandsbediening in de juiste
stand staat. Als u een
audiosysteem, TV ,
videorecorder of DVD-speler
wilt bedienen, moet u de
schakelknop in de stand
“AUDIO/TV/VCR” zetten.
TV/DBSPHONO FM/AM
VCR
SURROUND
ON/OFF
SURROUND
MODE
CD-DISC
SOUND
Nederlands
MENU
TV/VIDEO
DVD DVD MUILTI CD TAPE/MD
TESTREAR-L
EFFECTREAR-R
7
SEA MODE
10
RETURN
EXIT
CHANNELVOLUMETV VOL
VCR
/REW
PTYPTY
REC
DISPLAY MODE
RM-SRX7000R REMOTE CONTROL
Videorecorder
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten
(mits de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de
stand “AUDIO/TV/VCR” staat):
VCR
: Hiermee schakelt u de videorecorder aan/uit.
Nadat u op de toets VCR of VCR CONTROL hebt gedrukt (en de
schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand
“AUDIO/TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende handelingen
met de videorecorder verrichten:
1 – 9, 0:Hiermee selecteert u de kanalen op de videorecorder.
PLA Y:Hiermee begint u het afspelen.
1:Hiermee spoelt u een videoband terug.
¡:Hiermee spoelt u een videoband vooruit.
STOP:Hiermee stopt u het afspelen.
P AUSE:Hiermee onderbreekt u het afspelen. Druk op de toets
PLAY om het afspelen te hervatten.
¶ REC:Als u deze toets samen met de toets PLAY indrukt, start
u het maken van een opname.
Als u deze toets samen met de toets PAUSE indrukt,
bereidt u de videorecorder voor op het maken van een
opname.
CHANNEL +/–: Hiermee selecteert u een ander kanaal op de
videorecorder.
Opmerking:
U kunt de toetsen die hier bovenstaande vermeld met de toets VCR of
de toets VCR CONTROL activeren. Als u op de toets VCR drukt,
verandert de afspeelbron eveneens. Als u op de toets VCR
CONTROL drukt, verandert de afspeelbron daarentegen niet.
DVD-speler
Nadat u op de toets DVD of DVD MULTI hebt gedrukt (en de
schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de stand
“AUDIO/TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende handelingen
met de DVD-speler verrichten:
PLAY :Hiermee start u het afspelen.4:Hiermee gaat u naar het begin van de huidige (of de
vorige) track.
¢:Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track.
STOP: Hiermee stopt u het afspelen.
PAUSE: Hiermee onderbreekt u het afspelen tijdelijk. Als u het
afspelen wilt hervatten, moet u op de toets PLAY
drukken.
Nadat u op de toets DVD of DVD
MULTI hebt gedrukt, kunt u deze
toetsen gebruiken om de DVDspeler te bedienen.
TESTREAR-L
456
Opmerking:
Voor meer informatie over de bediening van de DVD-speler
verwijzen we u naar de handleiding van de DVD-speler.
CENTER
23
MENUMENU
ENTERENTER
REAR-R
8
47
TV
In elk situatie is het mogelijk de volgende handelingen te verrichten
(mits de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de
stand “AUDIO/TV/VCR” staat):
TV/CATV/DBS : Hiermee schakelt u de TV aan/uit.
TV VOL +/–: Hiermee kunt u het volume aanpassen.
TV/VIDEO:Hiermee stelt u de invoermodus in (op TV of VIDEO).
Nadat u op de toets TV/DBS hebt gedrukt (en de schakelknop voor
de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR”
hebt gezet), kunt u de volgende handelingen met de TV verrichten:
CHANNEL +/–: Hiermee gaat u naar een ander kanaal.
1 – 9, 0, 100+: Hiermee kunt u een ander kanaal selecteren.
RETURN:Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen het
kanaal dat de vorige keer was geselecteerd en het
kanaal dat nu is geselecteerd.
Apparatuur van andere merken bedienen
De afstandsbediening die bij deze ontvanger wordt geleverd, kan
ook besturingssignalen verzenden naar videorecorders, TV’s,
CATV-converters en DBS-tuners van andere fabrikanten. U moet
hiertoe wel een wijziging inbrengen in de instelling van de
afstandsbediening. De standaardinstelling van JVC moet worden
gewijzigd in een instelling die geschikt is om apparatuur van het
andere merk te bedienen.
Voor meer informatie over de bediening van apparatuur van andere
merken verwijzen we u naar de handleiding die bij die apparatuur
wordt meegeleverd. Om apparatuur van een andere fabrikant met de
afstandsbediening van JVC te bedienen, dient u eerst de
fabrikantcode voor de videorecorder, TV, CATV-converter en DBStuner in te stellen.
TV/CATV/DBS
DVD DVD MUILTI CD TAPE/MD
TV/DBSPHONO FM/AM
VCR
SURROUND
ON/OFF
TESTREAR-L
SURROUND
MODE
CD-DISC
EFFECTREAR-R
7
SOUND
SEA MODE
10
RETURN
MENU
EXIT
CHANNELVOLUMETV VOL
VCR
TV/VIDEO
/REW
PTYPTY
REC
DISPLAY MODE
RM-SRX7000R REMOTE CONTROL
VCR
ANALOG/DIGITAL
SLEEP
CENTER
123
MENUMENU
456
ENTERENTER
/P
89
SUBWOOFER
+10
0
FM MODE
100+
AUDIO/
TV/VCR
CATV/DBS
SET
TEXT
DISPLAY
TAPE/MD
MUTING
CONTROL
FF/
PLAY
PTY SEARCH
STOPPAUSE
AUDIO/
TV/VCR
CATV/DBS
Controleer of de schakelaar
voor het instellen van de
modus van de
afstandsbediening in de juiste
stand staat.
Als u een audiosysteem, TV
of videorecorder wilt
bedienen, moet u deze
schakelknop in de stand
“AUDIO/TV/VCR” zetten.
Als u een CATV-converter of
een DBS-tuner wilt
bedienen, moet u deze
schakelknop in de stand
“CATV/DBS” zetten.
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezen
die geschikt zijn om een TV van ander merk te
bedienen
1. Zet de schakelknop voor de modus van de
afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/
VCR”.
2. Druk op de toets TV/CATV/DBS
en houd de
toets ingedrukt.
3. Druk op de toets TV/DBS.
4. Voer de fabrikantcode in (een getal van drie
cijfers) met behulp van de cijfertoetsen 1 – 9 en 0.
Welk code u moet invoeren, ziet u op pagina 50 en 51.
Voorbeelden: Druk voor een product van JVC op 0, 3 en
daarna 6.
Druk voor een product van Hitachi op 0, 3 en
daarna 2.
5. Laat de toets TV/CATV/DBS weer los.
De volgende toetsen kunnen worden gebruikt om de TV te
bedienen (mits de schakelknop voor de modus van de
afstandsbediening in de stand “AUDIO/TV/VCR” is gezet):
TV/CATV/DBS :Hiermee schakelt u de TV aan/uit.
TV VOL +/–:Hiermee kunt u het volume aanpassen.
TV/VIDEO:Hiermee stelt u de invoermodus in (op
TV of VIDEO).
Nadat u op de toets TV/DBS hebt gedrukt (en de schakelknop
voor de modus van de afstandsbediening in de stand “AUDIO/
TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende handelingen met de
TV verrichten:
CHANNEL +/–:Hiermee kunt u een ander kanaal
selecteren.
1 – 10, 0, 100+ (+10): Hiermee kunt u een TV-kanaal
selecteren.
De toets 100+ (+10) fungeert als
ENTER-toets als u bij uw TV na het
selecteren van een kanaal op ENTER
moet drukken.
Opmerking:
Raadpleeg ook de handleiding die bij uw TV werd geleverd.
Nederlands
6. Probeer nu uw TV-toestel te bedienen door op de
toets TV/CA TV/DBS
Als uw TV nu aan- of uitgaat, hebt u de goede fabrikantcode
ingevoerd.
Als er voor uw merk TV meerdere fabrikantcodes in de lijst
staan vermeld, raden we u aan elke code te proberen tot u er
een hebt gevonden die werkt.
te drukken.
48
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezen
die geschikt zijn om een CATV-converter of DBStuner van ander merk te bedienen
Zendsignalen voor de afstandsbediening kiezen
die geschikt zijn om een videorecorder van een
ander merk te bedienen
1. Zet de schakelknop voor de modus van de
afstandsbediening in de stand “CATV/DBS”.
2. Druk op de toets TV/CATV/DBS
toets ingedrukt.
3. Druk op de toets TV/DBS.
4. Voer de fabrikantcode in (een getal van drie
cijfers) met behulp van de cijfertoetsen 1 – 9 en 0.
Welk code u moet invoeren, ziet u op pagina 51 en 52.
Voorbeelden: Druk voor een product van British Telecom op 0,
0 en daarna 3.
Druk voor een product van Zenith op 0, 0 en
daarna 0.
5. Laat de toets TV/CATV/DBS weer los.
De volgende toetsen kunnen worden gebruikt om de CATVconverter of de DBS-tuner te bedienen (mits de schakelknop
voor de modus van de afstandsbediening in de stand “CATV/
DBS” is gezet):
TV/CATV/DBS:Hiermee schakelt u de CATV-
converter of DBS-tuner aan/uit.
Nederlands
CHANNEL +/–:Hiermee kunt u een ander kanaal
selecteren.
1 – 10, 0, 100+ (+10):Hiermee kunt u een kanaal
selecteren.
De toets 100+ (+10) fungeert als
ENTER-toets als u bij uw CATVconverter of DBS-tuner na het
selecteren van een kanaal op ENTER
moet drukken.
Opmerking:
Raadpleeg ook de handleiding die bij uw CATV-converter of DBStuner werd geleverd.
6. Probeer nu uw CATV-converter of DBS-tuner te
bedienen door op de toets TV/CATV/DBS
drukken.
Als uw CATV-converter of DBS-tuner nu aan- of uitgaat, hebt u
de goede fabrikantcode ingevoerd.
Als er voor uw merk CATV-converter of DBS-tuner
meerdere fabrikantcodes in de lijst staan vermeld, raden we
u aan elke code te proberen tot u er een hebt gevonden die werkt.
en houd de
te
1. Zet de schakelknop voor de modus van de
afstandsbediening in de stand “A UDIO/TV/VCR”.
2. Druk op de toets VCR en houd de toets
ingedrukt.
3. Druk op de toets VCR.
4. Voer de fabrikantcode in (een getal van drie
cijfers) met behulp van de cijfertoetsen 1 – 9 en 0.
Welk code u moet invoeren, ziet u op pagina 52 en 53.
Voorbeelden:
Druk voor een product van JVC op 0, 0 en daarna 8.
Druk voor een product van NEC op 0, 3 en
daarna nog eens 8.
5. Laat de toets VCR weer los.
De volgende toetsen kunnen worden gebruikt om de videorecorder
te bedienen (mits de schakelknop voor de modus van de
afstandsbediening in de stand “ AUDIO/TV/VCR” is gezet):
VCR
Nadat u op de toets VCR of VCR CONTROL hebt gedrukt (en
de schakelknop voor de modus van de afstandsbediening in de
stand “AUDIO/TV/VCR” hebt gezet), kunt u de volgende
handelingen met de videorecorder verrichten:
CHANNEL +/–: Hiermee kunt u een ander TV-kanaal op de
1 – 10, 0, 100+ (+10): Hiermee kiest u TV-kanalen.
PLAY:Hiermee begint u het afspelen.
1:Hiermee spoelt u een videoband terug.
¡:Hiermee spoelt u een videoband vooruit.
STOP:Hiermee stopt u het afspelen.
P AUSE:Pauzeren.¶ REC:Hiermee kunt u opnames maken en het maken
Opmerkingen:
• Raadpleeg ook de handleiding die bij de videorecorder werd
geleverd.
•
U kunt de toetsen die hier bovenstaande vermeld met de toets
VCR of de toets VCR CONTROL activeren. Als u op de toets VCR
drukt, verandert de afspeelbron eveneens. Als u op de toets VCR
CONTROL drukt, verandert de afspeelbron daarentegen niet.
:Hiermee schakelt u de videorecorder aan/uit.
videorecorder.
De toets 100+ (+10) fungeert als
ENTER-toets als u bij uw
videorecorder na het selecteren van
een kanaal op ENTER moet drukken.
van een opname onderbreken.
49
6. Probeer nu uw videorecorder te bedienen door op
de toets VCR
Als uw videorecorder nu aan- of uitgaat, hebt u de goede
fabrikantcode ingevoerd.
Als er voor uw merk videorecorder meerdere fabrikantcodes
in de lijst staan vermeld, raden we u aan elke code te proberen
240, 325
White Westinghouse 344
Yamishi072
Yokan072
Yoko020, 240
Fabrikantcodes die op pagina 50 t/m 53 staan vermeld,
kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden
gewijzigd. Als de code voor uw apparatuur inmiddels is
gewijzigd, kunt u die niet met de afstandsbediening
bedienen.
53
Problemen oplossen
In deze tabel staat een overzicht van enkele veelvoorkomende problemen en gangbare oplossingen die vaak in de
praktijk blijken te werken. Mocht u een probleem tegenkomen dat u niet kunt oplossen, neemt u dan contact op met
een JVC-service center bij u in de buurt.
PROBLEEM
De display licht niet op.
De luidsprekers geven geen geluid.
Er is slechts één luidspreker die geluid
geeft.
Een voortdurende ruis of gesis bij de
ontvangst van FM-stations.
MOGELIJKE OORZAAK
De netspanningskabel is niet aangesloten.
De kabels van en naar de luidsprekers zijn
niet aangesloten.
De toetsen voor SPEAKERS 1 en 2 zijn
niet goed ingesteld.
Er is een verkeerde bron geselecteerd.
De functie Mute is ingeschakeld.
De kabels naar de luidsprekers zijn niet
goed aangesloten.
De balans is zodanig ingesteld dat slechts
één van de luidsprekers geluid weergeeft.
Het ontvangen signaal is te zwak.
Het station is te ver weg.
U gebruikt een verkeerde antenne.
De antenne is niet goed aangesloten.
OPLOSSING
Steek de netspanningskabel in het stopcontact.
Controleer de kabels van en naar de luidsprekers
en sluit deze indien nodig opnieuw aan.
Druk beide SPEAKERS toetsen 1 en 2 in de
juiste stand.
Selecteer de juiste bron.
Druk op de toets MUTING om deze functie uit
te schakelen.
Controleer de kabels naar de luidsprekers en sluit
deze indien nodig opnieuw aan.
Pas de balans aan (zie pagina 13).
Sluit een FM-buitenantenne aan of neem contact
op met uw leverancier.
Selecteer een ander station.
Neem contact op met uw leverancier om na te
gaan of u wel de juiste antenne gebruikt.
Controleer de aansluitingen.
Nederlands
Sporadisch krakende geluiden bij de
ontvangst van FM-stations.
Er worden geen kleuren weergegeven
op het beeldscherm.
Een “huilend” geluid bij het afspelen
van grammofoonplaten.
De vermelding “OVERLOAD” begint
te knipperen op de display.
De afstandsbediening doet het niet.
Ontstekingsgeluiden van auto’s en
bromfietsen.
Het kleurensysteem van de aangesloten
TV is geen PAL.
De draaitafel bevindt zich te dicht in de
buurt van de luidsprekers.
De luidsprekers zijn overbelast als gevolg
van een te hoog volume.
De luidsprekers zijn overbelast als gevolg
van kortsluiting bij de uitgangen van of
naar de luidsprekers.
De schakelknop voor de modus van de
afstandsbediening staat in de verkeerde stand.
Plaats de antenne verder weg van de openbare
weg.
Sluit een TV aan die voldoet aan de PAL- of
multi-color norm aan.
Plaats de luidsprekers uit de buurt van de
draaitafel.
1. Druk op de toets STANDBY/ON
bedieningspaneel aan de voorzijde om de
ontvanger uit te zetten.
2. Stop het afspelen van het apparaat.
3. Zet de ontvanger weer aan en pas het volume
aan.
Druk op het paneel aan de voorzijde van de
ontvanger op de toets STANDBY/ON
controleer de kabels van en naar de luidsprekers.
Als “OVERLOAD” niet verdwijnt, moet u de
stekker uit het stopcontact verwijderen en daarna
weer in het stopcontact steken. Als de kabels van
en naar de luidsprekers geen kortsluiting
veroorzaken, raden we u aan contact op te nemen
met uw leverancier.
Zet de schakelknop in de juiste stand. Kies
“AUDIO/TV/VCR” of “CATV/DBS”.
op het
en
De rechtstreekse lijn tussen de
afstandsbediening en de sensor wordt
versperd door een voorwerp.
De batterijen zijn (bijna) op.
Verwijder het voorwerp.
Vervang de batterijen.
54
Specificaties
Versterker
Uitvoervermogen
Bij Stereo-werking:
Kanalen voor:100 W per kanaal, min. RMS, beide kanelen aang edreven in 4 Ω,
bij 1 kHz en met totaal maximaal 0,9% aan harmonische
vervorming. (IEC268-3/DIN)
Bij Surround-werking:
Kanalen voor:100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in 4 Ω bij 1 kHz, met
totaal maximaal 0,8% aan harmonische vervorming.
Kanaal midden:100 W, min. RMS, aangedreven in 4 Ω bij 1 kHz met totaal
maximaal 0,8% aan harmonische vervorming.
Kanalen achter:100 W per kanaal, min. RMS, aangedreven in 4 Ω bij 1 kHz, met
totaal maximaal 0,8% aan harmonische vervorming.
Totale harmonische vervorming (8 Ω):0,02% bij 50 W (bij 1 kHz)
Audio-input (DIGITAL IN)* :Coax: DIGITAL 1 (DVD):0,5 V(p-p)/75 Ω
Optisch: DIGITAL 2 (CD), DIGITAL 3 (TV): –21 dBm tot –15 dBm (660 nm ±30 nm)
*Heeft betrekking op Linear PCM, Dolby Digital, DTS Digital Surround en MPEG