JVC KD-LH2000R User Manual [nl]

CD RECEIVER
CD-RECEIVER RECEPTEUR CD CD-RECEIVER

KD-LH2000R

Detachable
SOUND
U
SOURCE
F
R
D
VOL
VOL
This unit is equipped with the display demonstration. To cancel it, see page 8. Dieses Gerät ist mit einer Demonstrationsfunktion für das Display ausgestattet. Auf
Seite 8 wird beschrieben, wie Sie diese Demonstrationsfunktion deaktivieren können.
Cet appareil est équipé d’une démonstration des affichages. Pour l’annuler, référez-
vous à la page 8.
Dit toestel heeft een display-demonstratiefunctie. Zie bladzijde 8 voor het annuleren
van deze functie.
2000
D
ENGLISH
DEUTSCH
FRANÇAIS
NEDERLANDS
For installation and connections, refer to the separate manual. Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende handleiding.
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
LVT0921-001A
[E/EX]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
CAUTION: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. (e)
Benaming/Spanningslabel
CLASS LASER
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een hogere klasse laserstraal dan klasse 1.
1
PRODUCT
NEDERLANDS
Het apparaat terugstellen
Druk nadat u het bedieningspaneel van de eenheid heeft afgenomen met de punt van een balpen of een soortgelijk voorwerp de reset-knop in, die zich in het kale frame van de eenheid bevindt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
ADVARSEL: Usynlig laser­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funktion. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser­strålning när denna del är öppnad och spärren är urkopplad. Betrakta ej strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet alttiina näkymättö­mälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Opmerking:
De geheugeninstellingen—zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen—zullen eveneens gewist worden.
Hoe u de toets MODE (M) gebruikt:
Als u op de toets MODE (M) drukt, schakelt de eenheid over naar de functiemodus en werken de cijfertoetsen enigszins anders.
Als u deze toetsen nadat u op de toets MODE (M) hebt gedrukt weer als cijfertoetsen wilt gebruiken, moet u 5 seconden wachten zonder op een cijfertoets te drukken. De functiemodus
wordt dan automatisch opgeheven.
• Ook als u nogmaals op de toets MODE (M) drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
2
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verz oeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen ......................... 2
Hoe u de toets MODE (M) gebruikt .......... 2
PLAATSING VAN DE TOETSEN .......... 4
Bedieningspaneel .................................... 4
Afstandsbediening ................................... 5
De afstandsbediening voorbereiden.......... 6
BASISBEDIENING ......................... 7
De stroomtoevoer inschakelen................. 7
Veranderen van het displaypatroon.......... 8
Annuleren van de displaydemonstratie .... 8
GEBRUIK VAN DE RADIO................. 9
Naar de radio luisteren ............................. 9
Radiozenders in het geheugen vastleggen ...
Afstemmen op een voorkeuzezender....... 12
Veranderen van het displaypatroon.......... 13
11
HET GEBRUIK VAN RDS .................. 14
Wat u kunt doen met RDS........................ 14
Andere nuttige RDS-functies en het
maken van aanpassingen ...................... 18
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER .......... 20
Een CD afspelen ..................................... 20
Een muziekstuk of een bepaald punt op
de CD zoeken ....................................... 21
Afspeelmodus selecteren ......................... 21
Voorkomen dat de CD terugspringt.......... 22
Veranderen van het displaypatroon.......... 23
INTRODUCTIE EEN MP3.................. 24
Wat is MP3? ............................................ 24
Hoe worden MP3-bestanden opnemen
en afgespeeld? ..................................... 24
BEDIENING VAN DE MP3................. 26
Een MP3-CD afspelen.............................. 26
Een bestand of een bepaalde passage
op een MP3-CD opzoeken..................... 27
Kiezen van een map (“directory”) ............. 27
LET OP:
Indien de temperatuur in de auto lager dan 0°C is, zal de beweging van het animatiedisplay en het rollen van de tekst over het display stoppen om een wazig display te voorkomen. De aanduidingen en functies zijn weer normal zodra de temperatuur tot de normale bedrijfstemperatuur is gestegen.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
MP3-afspeelmodi selecteren .................... 28
Veranderen van het displaypatroon.......... 30
GELUID REGELEN ......................... 31
Geluid aanpassen.................................... 31
Selecteren van vastgelegde geluidsfuncties
(iEQ: i-equalizer) .................................... 32
Geluidsweergav e aanpassen en opslaan...
Activeren van de niveaumeter.................. 34
ANDERE HOOFDFUNCTIES .............. 35
De algemene instellingen wijzigen (PSM)....
V eranderen van de kleur van het display... 39
Namen aan bronnen toekennen............... 42
Bedieningspaneel verwijderen ................. 43
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ..... 44
CD’s afspelen .......................................... 44
Een muziekstuk of een bepaald punt op
de CD zoeken ....................................... 45
Kiezen van een disc................................. 45
Afspeelmodus selecteren ......................... 46
BEDIENING VAN HET EXTERNE
APPARAATEN ............................. 48
Externe apparatuur afspelen .................... 48
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER ....... 49
Afstemmen op een ensemble en
op een van de services .......................... 49
DAB-frequenties in het geheugen
opslaan.................................................. 50
Afstemmen op een opgeslagen
DAB-service .......................................... 51
Wat u nog meer met DAB kunt doen........ 52
Veranderen van het displaypatroon.......... 53
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 54
ONDERHOUD .............................. 56
Omgaan met CD’s ................................... 56
SPECIFICATIES ............................ 57
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
32
35
NEDERLANDS
3

PLAATSING VAN DE TOETSEN

Bedieningspaneel
1 2 3 4 5
NEDERLANDS
1 De toets (standby/aan/attenuator) 2 De toets SEL (selecteren) 3 De bedieningsschijf 4 Het display-venster 5 De cijf ertoetsen 6 Afstandssensor 7 De toetsen 4 /¢ 8 De toets 5 (hoger) 9 De toets 0 (uitwerpen) p De toets (lager) q De toets (het bedieningspaneel vrijgeven) w De toets TP/PTY (T) (traffic programme/
programme type)
6 7
2000
D
uytrewq
i ;o a
e De toets DISP (D) (display)
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden gebruikt in combinatie met de toets MODE (M).
r De toets MODE (M)
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden gebruikt in combinatie met de toets DISP (D) (display).
t De toets FM/AM DAB y De toets CD/CD-CH u De toets EQ (equalizer) i De toets MO (mono) o De toets INT (intro) ; De toets RPT (repeat) a De toets RND (random)
8
9 p
4
Afstandsbediening
SOUND
ATT
1
2
3
R
U
SOURCE
D
F
4
VOL
VOL
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Het toestel wordt uitgeschakeld wanneer u de toets enkele seconden ingedrukt houdt.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd verminderd als u de toets heel even indrukt. Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude volumeniveau weer terug.
2 • Voor het selecteren van de golfband bij het
luisteren naar de radio (of de DAB-tuner). De golfband verandert door iedere druk op deze toets.
• Verspringen naar de volgende disc bij het luisteren naar de CD-wisselaar. Door iedere druk op de toets verhoogt het CD-nummer en start de weergave van de gekozen CD.
• Verspringt naar het eerste bestand van de volgende directory (map) tijdens het luisteren naar een MP3 disc. Door iedere druk op de toets kunt u naar de volgende directory verspringen en de weergave van het eerste bestand starten.
5
6
7
3 • Voor het selecteren van de voorkeurzender
bij het luisteren naar de radio (of de DAB­tuner). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een voorkeurzender (of service) met een hoger nummer geselecteerd en wordt op het geselecteerde station (of service) afgestemd.
• Verspringen naar de voorgaande disc bij het luisteren naar de CD-wisselaar. Door iedere druk op de toets verlaagt het CD-nummer en start de weergave van de gekozen CD.
• Verspringt naar het eerste bestand van de voorgaande directory (map) tijdens het luisteren naar een MP3 disc. Door iedere druk op de toets kunt u naar de voorgaande directory verspringen en de weergave van het eerste bestand starten.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsknop op de hoofdeenheid.
OPMERKING:
Deze toetsen werkt niet voor het aanpassen van algemene instellingen wijzigen.
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus (iEQ).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere geluidsmodus (iEQ) geselecteerd.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de toets.
7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
• Selecteert services terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien kort ingedrukt.
• Selecteert ensembles terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien langer dan 1 seconde ingedrukt.
• Hiermee kunt u de track/bestand snel vooruit en achteruit spoelen als u de toets tijdens het beluisteren van een disk indrukt en ingedrukt houdt.
• Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track of het volgende track/ bestand of terug naar het begin van de huidige (of vorige) track of het huidige (of vorige) track/bestand als u de toets tijdens het beluisteren van een disk indrukt en ingedrukt houdt.
NEDERLANDS
5
De afstandsbediening voorbereiden
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
2000
D
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, moet u de batterij
NEDERLANDS
vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een balpen of een soortgelijk voorwerp in de richting van de pijl die in de afbeelding staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de houder zakken zodat deze vast komt te liggen.
Lithium knoopcelbatterij (Productnummer: CR2025)
3.Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.
(achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben. Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en gooi geen batterij in het vuur. Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen. Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken. Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
LET OP:
Leg de afstandsbediening niet op plaatsen waar het directe zonlicht langdurig op valt (zoals bijvoorbeeld op het dashboard). De afstandsbediening wordt anders beschadigd.
6

BASISBEDIENING

2000
D
1
3
2
De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One -Touch”-bediening:
Bij het selecteren van bron in stap 2 hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de tuner (FM of AM),
zie bladzijde 9 – 19.
Voor het afspelen van CD’s,
zie bladzijde 20 – 23.
Voor het afspelen van MP3-CD,
zie bladzijde 26 – 30.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijde 44 – 47.
Voor gebruik van het externe apparaat
(Line In), zie bladzijde 48.
Voor gebruik van de DAB-tuner,
zie bladzijde 49 – 53.
LET OP bij het instellen van het volume:
Bij CD’s is in verg elijking tot andere g eluidsdragers nauwelijks sprake van achtergr ondruis. W anneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voor dat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt.
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt. (Zie bladzijde 31 – 34).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
• Het geluid kan tevens weer worden hersteld door de regelschijf te verdraaien.
Spanning uitschakelen
Druk langer dan een seconde op .
Indien u de stroom uitschakelt tijdens het beluisteren van een disc, zal de volgende keer bij het weer inschakelen van de stroom de weergave vanaf het hiervoor gestopte punt op de disc worden voortgezet.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen zie bladzijde 35.
NEDERLANDS
7
Veranderen van het displaypatroon
Annuleren van de displaydemonstratie
U kunt het patroon van de aanduidingen op het display veranderen. Het aantal keuzes is voor de diverse weergavebronnen verschillend. Het toestel heeft echter in principe drie basis-displaypatronen voor iedere bron en nadat u eenmaal een van deze drie patronen heeft gekozen, wordt hetzelfde patroon voor alle bronnen gebruikt.
Druk op DISP (D).
Door iedere druk op de toets verandert het displaypatroon in de volgende volgorde:
Bijv.: Bij weergave van een CD.
Groot animatie-display
NEDERLANDS
Kleine animatie­displays*
Display met kloktijd
Wanneer dit product de fabriek verlaat, is displaydemonstratie (MovieDemo) geactiveerd. De demonstratie zal automatisch starten wanneer er 20 seconden lang geen handelingen worden uitgevoerd.
• Het is raadzaam de demonstratie te annuleren voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt.
Zo annuleert u de displaydemonstratie, moet u de onderstaande procedure volgen:
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een “MovieDemo” op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 36 en 37).
2
Kies “Off”.
3
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
* De kleine animatie-displays worden niet alleen
gebruikt voor het tonen van de belangrijkste informatie over de bron (zoals op deze bladzijde ter voorbeeld wordt getoond), maar tevens voor het tonen van andere informatie. Zie de relevante beschrijvingen en gedeeltes voor details. (Voor de DAB-tuner is er met het kleine animatiedisplay geen animatie).
De afbeeldingen van het display in deze gebruiksaanwijzing zijn voornamelijk gebaseerd op het grote animatiedisplay (basisinstelling). Het display dat u in de werkelijkheid ziet is anders indien u het displaypatroon of bepaalde PSM onderdelen heeft veranderd.
Opmerking:
Tijdens weergave van een bron kunt u tevens de niveaumeter op het display tonen. Zie “Activeren van de niveaumeter” op bladzijde 34 voor details.
8
V oor het weer activeren van de displaydemonstratie, herhaalt u dezelfde
stappen en kiest u in stap 2 “Interval” of “All Time”.
• Zie “Instellen van de film-demonstratie— MovieDemo” op bladzijde 37 voor details.

GEBRUIK VAN DE RADIO

2000
D
Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
FM1 FM2 FM3 AM
Er wordt op de laatst ontvangen station van de gekozen golfband afgestemd.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Zoek een station.
Druk op ¢ afstemmen op een station met een hogere frequentie.
Druk op 4 afstemmen op een station met een lagere frequentie.
Bijv.: Met FM als golfband
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
NEDERLANDS
9
Handmatig naar een station zoeken: Manual search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
FM1 FM2 FM3 AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “Manual Search” op de display begint te knipperen.
NEDERLANDS
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
1 Druk op de toets MODE (M) om de
functiemodus te activeren terwijl u in stereo naar een FM-stereo-uitzending luistert. “Mode” verschijnt op het display.
2 Druk op MO (mono) terwijl “Mode”
nog op het display wordt getoond zodat de indicator MO op het display oplicht. Door iedere druk op MO verschijnt afwisselend “Mono On” en “Mono Off”.
Indicator MONO
Indicator MO
10
3
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “Manual Search” op de display knippert.
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, b lijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM—MG/LG steeds met 9 kHz) totdat u de toets loslaat.
“STEREO” is opgelicht wanneer een FM-uitzending stereo wordt ontvangen.
Als de indicator MONO op de display aan is, wordt het geluid in mono weergegeven en verbetert de ontvangstkwaliteit.
Als de geluidskwaliteit afneemt en het stereo-effect verloren gaat terwijl u naar een FM-station luistert
In bepaalde streken kunnen naburige zenders de ontvangst van andere zenders verstoren. In dergelijke gevallen ontvangt u ruis of ander geluid. Deze eenheid kan zodanig worden ingesteld dat dergelijke storingen automatisch worden verminderd. (Bij het verlaten van de fabriek is de eenheid standaard ingesteld op deze functie). In dergelijke gevallen neemt de geluidskwaliteit echter af en gaat het stereo-effect verloren. Als u het niet erg vindt dat de geluidskwaliteit afneemt en het stereo-effect verloren gaat, en de invloed van de storende bron liever wegneemt, verwijzen we u naarde paragraaf “De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen ––IF Filter” op bladzijde 38.
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt een van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-zenders instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1 – 3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM) vasteleggen.
Bijv.: Een FM-zender op 88.3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1.
1
Selecteer het nummer van de golfband (FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt vasteleggen (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
2
Stem af op een zender (in dit voorbeeld op 88.3 MHz).
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
NEDERLANDS
De tekst “–SSM–” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
Het displaypatroon verandert automatisch naar het kleine animatiedisplay en het voorkeurnummer knippert (en vervolgens wordt het voorgaande displaypatroon weer ingesteld).
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
11
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerking:
Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders in het geheugen vastleggen” op bladzijde 11, als u dat nog niet hebt gedaan.
Direct kiezen van een voorkeurzender
NEDERLANDS
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
Kiezen van een voorkeurzender aan de hand van de voorkeurzenderlijst
Indien u bent vergeten welke zenders onder welke voorkeurnummers zijn vastgelegd, kunt u de voorkeurzenderlijst controleren en vervolgens de gewenste zender uit de lijst kiezen.
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
FM1 FM2 FM3 AM
2
Houd 5 (hoger) of (lager) ingedrukt totdat de voorkeurzenderlijst voor de huidige golfband (FM1, FM2, FM3 of AM) op het display verschijnt.
12
FM1 FM2 FM3 AM
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.
Opmerkingen:
• Indien een van de FM-voorkeurzenderlijsten (FM1, FM2 of FM3) op het display wordt getoond, kunt u door een druk op 5 of naar de andere lijsten gaan.
• Indien een voo met PS-signaal is, zal de PS-naam in plaats van de zenderfrequentie worden getoond.
3
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.
rkeurzender een RDS FM-zender
Veranderen van het displaypatroon
Door een druk op DISP (D) kunt u andere informatie op het display tonen.
Door iedere druk op de toets verandert het displaypatroon als volgt:
• Bij ontvangst van een AM of FM niet-RDS zender
Groot animatiedisplay
Klein animatiedisplay
Display met kloktijd
• Bij ontvangst van een RDS FM-zender (zie de volgende bladzijden)
Groot animatiedisplay
PS-naam
Kleine animatiedisplays
NEDERLANDS
PTY-code verschijnt
Display met kloktijd
13

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen.Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “Enhanced Other Networks”. Met behulp van de Enhanced Other Networks-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
NEDERLANDS
verkeersinformatie (TA – “Traffic Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt. Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
14
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie D
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerk­opsporing gebruiken om hetzelfde programma met de beste ontvangst te blijven beluisteren. Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF: De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”). Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. (In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving). De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht niet op.
• AF Reg: De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”). Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk die hetzelfde programma uitzendt, wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op.
• Off: De netwerkfunctie is uitgeschakeld. De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op.
Indicator AF
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld (“AF”). De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie bladzijde 52).
Indicator REG
Het gebruik van TA standby ontvangst
Met TA standby ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of een andere aangesloten afspeelbron).
TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 36 en 37).
2
Druk herhaaldelijk op 5 (hoger) of (lager) totdat “Tuner” als PSM categorie wordt getoond (het verschijnt op de linkerkant van het display).
3
Selecteer de vermelding “AF­Regn’l (alternatieve frequentie/regionale ontvangst)”.
4
Selecteer de gewenste modus—“AF”, “AF Reg” of “Off”.
5
Voltooi de instelling.
Indicator TP
Druk op TP/PTY (T) om TA standby ontvangst te activeren. 7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien de TP indicator is opgelicht. “Traffic Flash” verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel stemt nu automatisch op deze zender af. Het volume wordt op het reeds vastgelegde TA volumeniveau (zie bladzijde 18) gesteld en u hoort de verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de TP indicator knippert. De zender die wordt ontvangen lev ert namelijk geen signalen die voor TA standby ontvangst zijn vereist. Om TA standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De TP indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. TA standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten. “Traffic Flash” verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel verandert nu automatisch van bron en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van TA standby ontvangst, drukt u nogmaals op TP/PTY (T).
NEDERLANDS
15
Het gebruik van PTY standby ontvangst
Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar uw favoriete programmagenre (PTY: Programmagenre) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of een andere aangesloten afspeelbron).
PTY standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
5
Voltooi de instelling.
U kunt uw favoriete programma voor PTY standby ontvangst kiezen. Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby ontvangst uitgeschakeld. (“Off” is voor PTY standby ontvangst gekozen).
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven.
NEDERLANDS
(PSM: zie bladzijde 36 en 37).
2
Druk herhaaldelijk op 5 (hoger) of (lager) totdat “Tuner” als PSM categorie wordt getoond (het verschijnt op de linkerkant van het display).
3
Selecteer de vermelding “PTY Stnby (standby)”.
4
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 19).
De naam van de PTY­code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
Indicator PTY
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal
de PTY indicator oplichten of knipperen.
• PTY standby ontvangst is geactiveerd indien de PTY indicator is opgelicht. Zodra een zender een programma van het gekozen programmatype start uit te zenden, stemt het toestel op deze zender.
• PTY standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de PTY indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor PTY standby ontvangst zijn vereist. Om PTY standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De PTY indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. PTY standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld,
zal de PTY indicator oplichten. Zodra een zender een programma van het gekozen programmatype start uit te zenden, verandert het toestel automatisch van bron en wordt op deze zender afgestemd.
Voor het annuleren van de PTY standby­ontvangst, kiest u in tap 4 “Off” door de knop te
verdraaien. De PTY indicator dooft.
16
Uw favoriete programmagenre opzoeken
U kunt een gewenste PTY-code opzoeken. Daarbij kunt u uw 6 favoriete programmatypen voor het later gemakkelijk opzoeken onder de cijfertoetsen vastleggen. Bij het verlaten van de fabriek, standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen.
1
POP M
45
Classics
2
Rock M Easy M
Affairs
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1
Druk op TP/PTY (T) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt terwijl u naar een FM-zenders luistert.
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Selecteer een van de 29 PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 19).
De naam van de PTY­code die u selecteert, wordt op de display weergegeven.
3
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minste 2 seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
Het voorkeurnummer knippert even en de gekozen PTY-code wordt onder het voorkeurnummer vastgelegd.
3
6
Varied
4
Druk op TP/PTY (T) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt.
Een programmagenre opzoeken
1
Druk op TP/PTY (T) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt terwijl u naar een FM-zenders luistert.
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
2
Selecteer een van de PTY-codes.
OF
Bijv: Met “ROCK M” gekozen.
Gebruik van de 5 (hoger) of ∞ (lager) toets
Door herhaaldelijk op 5 of te drukken, kunt u de lijst van vastgelegde PTY-codes en alle negentwintig PTY-codes tonen (met zes PTY­codes tegelijk). Eerst verschijnt de lijst van de door u vastgelegde PTY-codes en daarna op volgorde alle negentwintig PTY-codes (met zes PTY-codes tegelijk). Druk op de cijfertoets om de gewenste PTY­code van de op dat moment op het display getoonde lijst te kiezen.
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
NEDERLANDS
17
3
Start het PTY­zoeken naar uw favoriete programma.
• Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat station af.
• Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.
NEDERLANDS
Andere nuttige RDS-functies en het maken van aanpassingen
Het volumeniveau voor verkeersinformatie instellen
Het is mogelijk om voor de TA standby ontvangst van verkeersinformatie op te geven met welk geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie wordt ontvangen, worden aangepast aan het volume dat u hebt ingesteld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 35.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk herhaaldelijk op 5 (hoger) of (lager)
totdat “Tuner” als PSM categorie wordt getoond (het verschijnt op de linkerkant van het display).
3 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“TA Volume” (volume) te selecteren.
4 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste
volume te selecteren. U kunt het volume instellen op een waarde van “Volume 0” tot “Volume 50”.
5 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Automatische selectie van een station bij gebruik van de cijfertoetsen
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op de vooraf ingestelde voorkeurzender. Als deze zender een RDS-zender is, gebeurt er echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar een andere, sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt als de voorkeurzender die u hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken genoemd).
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er op een ander station wordt afgestemd.
Hoe u deze voorziening activeert, wordt hieronder uitgelegd.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 35.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk herhaaldelijk op 5 (hoger) of (lager)
totdat “Tuner” als PSM categorie wordt getoond (het verschijnt op de linkerkant van het display).
3 Drul op ¢ of 4 om de vermelding
“P(Programma)-Search” te selecteren.
4 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van de
klok mee en selecteer “On”. De voorziening Programma zoeken is nu ingeschakeld.
5 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Als u het zoeken naar een programma wilt beëindigen, herhaalt u de bovenstaande
procedure, maar selecteert u in stap 4 de vermelding “Off” door de draaiknop tegen de wijzers van de klok in te draaien.
18
Automatisch aanpassen van de klok
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het RDS-signaal van een zender worden meegezonden. Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt aangepast, moet u de onderstaande procedure volgen.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)”, op bladzijde 35.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk herhaaldelijk op 5 (hoger) of (lager)
totdat “Clock” als PSM categorie wordt getoond (het verschijnt op de linkerkant van het display).
3 Drul op ¢ of 4 om de vermelding
“Auto Adj (aanpassen)” te selecteren.
4 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van
de klok in om “Off” te selecteren. U hebt het automatisch aanpassen van de klok nu uitgeschakeld.
5 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
PTY-codes
News: Nieuws Affairs: Actualiteiten en achtergrond
informatie aangaande het nieuws
Info: Informatieve programma’s over
diverse verscillende onderwerpen Sport: Sportverslagen Educate: Educatieve programma’s Drama: Radio-hoorspelen Culture: Programma’s aangaande nationale
of regionale cultuur Science: Wetenschappelijke en technische
programma’s Varied: Overige programma’s, bijvoorbeeld
ceremonies en comedies POP M: Popmuziek Rock M: Rockmuziek Easy M: Easy-listening muziek Light M: Lichte muziek Classics: Klassieke muziek Other M: Overige muziek Weather: Weerberichten Finance: Programma’s aangaande handel en
de beurs en beursberichten, enz. Children: Amusement voor kinderen
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt activeren, moet u de procedure herhalen en in
stap 4 “On” selecteren door de bedieningsschijf met de wijzers van de klok mee te draaien.
Opmerking:
Nadat u voor “Auto Adj” de instelling “On” hebt gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).
NEDERLANDS
Social: Programma’s over sociale
activiteiten
Religion: Programma’s o ver aspecten van
geloof en religie, aangaande het bestaan en ethiek
Phone In: Programma’s waarin mensen via de
telefoon of een publiek forum hun meningen kunnen uiten
Travel: Programma’s over reizen en
bestemmingen, georganiseerde reizen en ideeën en mogelijkheden voor vacanties
Leisure: Programma’s over recreatieve
bezigheden, bijvoorbeeld tuinieren,
koken, vissen, enz. Jazz: Jazz-muziek Country: Country-muziek Nation M: Huidige populaire muziek van een
bepaald land of gebied in de taal
van het land of gebied Oldies: Gouwe-Ouwe Folk M: Folk-muziek Document: Programma’s over feitelijke
gebeurtenissen, vaak
gepresenteerd in een
onderzoekende stijl
19

GEBRUIK VAN DE CD-SPELER

2000
D
Een CD afspelen
1
Open het bedieningspaneel.
2
Plaats een disc in de lade.
NEDERLANDS
3
Sluit het bedieningspaneel met de hand.
Totaal aantal Muziekstukken/totaal afspeeltijd
Alle fragmenten worden herhaald afgespeeld totdat u de weergave stopt.
20
De eenheid gaat aan, pakt een CD en begint automatisch te spelen.
Eerst verschijnt het welkomdisplay en vervolgens de
bronnaam....
Huidige muziekstuk
Verstreken afspeeltijd
Opmerkingen:
• Met reeds een disc in de lade geplaatst, zal de CD­weergave starten wanneer u “CD” als bron kiest.
• De disc wordt automatisch uitgeworpen (als het bedieningspaneel is geopend) indien u de disc ondersteboven heeft geplaatst. “Please Eject” worden afwisselend getoond indien het bedieningspaneel is gesloten.
• Wanneer u een andere afspeelbron selecteert, stopt het afspelen van de CD (alleen nu zonder dat de CD uit de laadopening naar voren komt). Bij het later weer kiezen van “CD” als bron, zal de CD-weergave starten vanaf het punt waar u hiervoor was gestopt.
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk op 0. De CD stopt met spelen, het bedieningspaneel gaat open en de CD wordt automatisch uit de lade vrijgegeven. Als u tijdens het afspelen van de CD overschakelt wordt het afspelen van de CD eveneens beëindigd (deze keer zonder dat de CD wordt vrijgegeven).
Opmerkingen:
• Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15 seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst, zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet automatisch met afspelen begonnen).
• U kunt de CD uit de CD-lade laten springen wanneer het apparaat is uitgezet.
Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken
Het muziekstuk versneld vooruit of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen ¢ en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen 4 en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Naar het volgende of vorige muziekstuk gaan
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op ¢ om naar het begin van het volgende muziekstuk te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op deze toets drukt, wordt het begin van het eerstvolgende muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op 4 om naar het begin van het huidige muziekstuk te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op deze toets drukt, wordt het begin van het vorige muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Afspeelmodus selecteren
Muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
U kunt alle muziekstukken van de CD in willekeurige volgorde afspelen.
1 Druk op de toets MODE (M) om
de functiemodus te activeren terwijl u een CD afspeelt. “Mode” verschijnt op het display.
2 Druk op RND (random) terwijl
“Mode” nog op het display wordt getoond zodat de RND indicator op het display oplicht. Door iedere druk op RND verschijnt afwisselend “Random On” en “Random Off”.
Indicator RANDOM
De RANDOM indicator licht op het display op wanneer de Random Play is geactiveerd en worden de muziekstukken in willekeurige volgorde afgespeeld.
De RND indicator is opgelicht wanneer “Random On” is gekozen.
NEDERLANDS
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald muziekstuk hoort, om het afspelen van dat muziekstuk te laten beginnen.
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6 te selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12 te selecteren: Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
21
Muziekstukken meerdere keren afspelen (Repeat Play)
U kunt het huidige muziekstuk meerdere keren afspelen.
Alleen intro’s afspelen (Intro Scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de intro’s kunt beluisteren.
1 Druk op de toets MODE (M) om
de functiemodus te activeren terwijl u een CD afspeelt. “Mode” verschijnt op het display.
2 Druk op RPT (repeat) terwijl
“Mode” nog op het display wordt getoond zodat de RPT indicator op het display oplicht. Door iedere druk op RPT verschijnt afwisselend “Repeat On” en “Repeat Off”.
Indicator REPEAT
NEDERLANDS
De REPEAT indicator licht op het display op wanneer de herhaalde weergave is geactiv eerd.
De RPT indicator is opgelicht wanneer “Repeat On” is gekozen.
1 Druk op de toets MODE (M) om
de functiemodus te activeren terwijl u een CD afspeelt. “Mode” verschijnt op het display.
2 Druk op INT (intro) terwijl “Mode”
nog op het display wordt getoond zodat de INT indicator op het display oplicht. Door iedere druk op INT verschijnt afwisselend “Intro On” en “Intro Off”.
Indicator INTRO
De INTRO indicator licht op het display op wanneer de intro-aftastweergave is geactiv eerd.
De INT indicator is opgelicht wanneer “Intro On” is gekozen.
Voorkomen dat de CD terugspringt
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt door deze in de lade te vergrendelen.
22
Druk op de CD/CD-CH en tegelijkertijd minimaal 2 seconden op de
De vermelding “No Eject” knippert gedurende 5 seconden op de display. De CD is nu vergrendeld en kan niet meer uit de CD-lade terugspringen.
Als u de vergrendeling van de CD in de CD-lade wilt opheffen, drukt u nogmaals
gedurende minimaal 2 seconden op de terwijl u tegelijk op de CD/CD-CH drukt. “Eject OK” gaat gedurende 5 seconden knipperen op de display. De CD is ontgrendeld.
.
Veranderen van het displaypatroon
Door een druk op DISP (D) kunt u andere informatie op het display tonen.
Door iedere druk op de toets verandert het displaypatroon als volgt:
Groot animatiedisplay
iEQ modus (zie bladzijde 32)
Display Met kloktijd
Opmerkingen:
• De DISC indicator licht op wanneer de disctitel/zanger(es) wordt getoond. De TR indicator licht op wanneer de fragmenttitel wordt getoond.
• De informatie verschijnt rollend over het display indien het niet in een keer geheel kan worden getoond. Bepaalde letters of symbolen worden niet getoond (en er verschijnt een blanco of ander teken) op het display.
• Indien er geen naam voor de audio CD is ingevoerd, zal “NO NAME” verschijnen. Zie bladzijde 42 voor het invoeren van een naam voor een normale CD.
• Indien er geen disctitel/zanger(es) of fragmenttitel voor een CD Tekst is vastgelegd, zal “NO NAME” verschijnen.
Kleine animatiedisplay 1
Kleine animatiedisplay 2
Kleine animatiedisplay 3
Kleine animatiedisplay 4
Kloktijd
NEDERLANDS
23

INTRODUCTIE EEN MP3

Wat is MP3?
MP3 is de afkorting van een lange Engelse term: Motion Picture Experts Group (of MPEG) Audio Layer 3. Kort gezegd is MP3 een indeling voor gegevensbestanden met een compressieverhouding van 1:10 (128 Kbps*). Dit houdt in dat u met de MP3-bestandsindeling 10 keer zoveel gegevens op een CD-R of CD-RW kunt zetten dan er op een gewone muziek-CD past.
* Bit-rate is het gemiddelde aantal bits dat er voor 1
seconde aan audio nodig is. De bit-rate wordt uitgedrukt in Kbps, ofwel kilobits per seconde (1000 bits/seconde). Hoe hoger de bit-rate, hoe beter de geluidskwaliteit. De meest gangbare bit-rate voor het coderen van audio is 128 Kbps.
Deze eenheid is uitgerust met een MP3-decoder. Dit betek (tracks) af te spelen die op CD-R, CD-RW en CD-ROM zijn opgenomen.
Compatibel met ID3v1
In elk MP3-bestand kan aanvullende informatie worden opgeslagen, zoals de albumtitel, naam
NEDERLANDS
van de uitvoerende artiest, titel van de song, jaar van de opname, genre en een korte opmerking.
Deze eenheid kan dergelijk informatie (albumtitel, naam van de uitvoerende artiest en titel van de song), die ID3v1-tags worden genoemd, op de display weergeven. (Zie bladzijde 57).
• Sommige tekens kunnen niet op de juiste
• Deze eenheid is niet compatibel met ID3v2.
ent dat het mogelijk is om MP3-bestande
manier worden weergegeven.
Waarschuwingen met betrekking tot het maken van MP3-bestanden op CD-R’s en CD-RW’s
Deze eenheid kan alleen MP3-bestanden lezen die de bestandsindeling hebben die voldoet aan deze normen: ISO 9660 Niveau 1 Niveau 2 of Joliet.
Hoe worden MP3-bestanden opnemen en afgespeeld?
MP3-“bestanden of -tracks” worden tijdens het opnemen “mappen” geplaatst, zoals deze in computertermen worden genoemd. Tijdens de opnameprocedure kunnen bestanden en mappen op dezelfde manier worden geordend als dat bij bestanden en mappen met computergegevens kan. De “hoofdmap” is de bovenste map in de hiërarchie met mappen en bestanden. Elk bestand en elke map vallen onder de hoofdmap en kunnen vanuit de hoofdmap worden benaderd.
In welke volgorde bestanden worden afgespeeld, doorzocht, en in welke volgorde mappen met MP3-bestanden worden doorzocht, wordt bepaald door de encoding-toepassing die de muziek in MP3-indeling omzet. De afspeelvolgorde kan dus anders zijn dan wat u in gedachte hebt als u de mappen en bestanden opneemt.
Op de volgende pagina is te zien hoe MP3­bestanden op CD-R en CD-RW worden opgenomen, afgespeeld en hoe deze met deze eenheid worden opgezocht.
Andere kenmerken van deze eenheid:
• Maximaal aantal mappen/bestanden: 289
• Beschikbare tekens voor map/bestandnaam: A–Z, 0–9, _ (underscore)
• Maximaal aantal tekens voor bestandsnamen
(ISO 9660 Niveau 1): 12 (inclusief
scheidingsteken—“.” en extensie—“mp3”)
(ISO 9660 Niveau 2): 31 (inclusief
scheidingsteken—“.” en extensie—“mp3”)
(Joliet): 64 (inclusief
scheidingsteken—“.” en extensie—“mp3”)
• Maximaal aantal tekens voor mapnaam: 64
24
(Totaal)
Opmerkingen:
• Deze eenheid kan CD-ROM’s met MP3-bestanden lezen, maar als er op de CD-ROM ook bestanden in een andere indeling dan MP3-bestanden staan, kost het de eenheid meer tijd de disk te doorzoeken. De aanwezigheid van andere bestandsindelingen kan ook een storing in de eenheid veroorzaken.
• De eenheid kan geen MP3-bestanden lezen of schrijven als deze niet de extensie mp3 hebben.
• Deze speler is niet geschikt voor data die met de Layer 1 en 2 formaten zijn gecodeerd.
• Deze eenheid is niet compatibel met Playlist**.
** Een playlist is een eenvoudig tekstbestand, zoals
deze op PC’s worden gebruikt, waarmee gebruikers zelf de afspeelvolgorde van de bestanden kunnen bepalen zonder de bestanden fysiek opnieuw te ordenen.
De configuratie van MP3-mappen en bestanden
Niveau 1
Niveau 2
1 2
Niveau 3
Hiërarchieën
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
ROOT
3 4
5 6
: Hoofdmap
02
ROOT
01
03
04
05 09
1110 2120
08
06 07
8
7
9
1312
15 1614
17
18
19
2322 24
NEDERLANDS
01
: Onderliggende
mappen
: MP3-bestanden
Opmerking:
Er is geen limiet qua aantal hiërarchieniveaus (mappen dat onder). Beperk echter bij voorkeur het aantal hiërarchieniveaus tot maximaal 8 voor een stabiele werking.
MP3’s afspeelvolgorde en zoekvolgorde
• De cijfers die naast de MP3-bestanden ( ) zijn omcirkeld geven de afspeelvolgorde en de zoekvolgorde van de MP3-bestanden aan. Normaalgesproken speelt deze eenheid MP3­bestanden af in de volgorde waarin deze zijn opgenomen.
• De cijfers in de mappen geven de afspeelvolgorde en zoekvolgorde van de mappen op de MP3­CD aan. Normaalgesproken speelt deze eenheid MP3-bestanden in de mappen af in de volgorde waarin deze zijn opgenomen.
25

BEDIENING VAN DE MP3

2000
D
Zie ook de paragraaf “GEBRUIK VAN DE CD-SPELER” op bladzijde 20 – 23.
Een MP3-CD afspelen
1
Open de bedieningspaneel.
NEDERLANDS
2
Plaats een MP3-CD in de lade.
Het toestel trekt de disc verder. De weergave start automatisch vanaf het eerste bestand van de eerste directory (map) nadat de disc eenmaal is afgetast.
3
Sluit het besturingspaneel met de hand.
Vervolgens wordt de volgende informatie op de display weergegeven:
Bijv.: Als op de CD 13 mappen en 125 MP3-
bestanden staan.
Huidige bestand (track) Verstreken afspeeltijd
Alle bestanden (track) op de disk worden herhaald tot u het afspelen beëindigt.
26
Opmerkingen:
• MP3-CD vragen iets meer leestijd. (De hoeveelheid tijd is afhankelijk van de complexiteit van de map- en de configuratie).
• Indien u van bron verandert of de stroom uitschakelt, zal de MP3 weergave stoppen (zonder de disc uit te werpen). De volgende keer dat u de disc als bron kiest of de stroom inschakelt, zal de MP3 weergave vanaf het hiervoor gestopte punt worden voortgezet.
Stoppen met afspelen en de CD terug laten springen
Druk op 0. De CD stopt met spelen, het bedieningspaneel gaat open en de CD wordt automatisch uit de lade vrijgegeven.
Kiezen van een map (“directory”)
U kunt gemakkelijk direct een map kiezen of naar een andere map verspringen.
Rechtstreeks naar een bepaalde map gaan
Een bestand of een bepaalde passage op een MP3-CD
opzoeken
Bestand snel vooruit of achteruit spoelen
Druk tijdens het afspelen van een MP3-CD op de toets ¢ en houdt de toets ingedrukt als u het bestand wilt terugspoelen.
Druk tijdens het afspelen van een MP3-CD op de toets 4 en houdt de toets ingedrukt als u het bestand vooruit wilt spoelen.
Opmerking:
Tijdens deze bediening hoort u uitsluitend onderbroken geluid. (De verstreken speeltijd verandert tevens onderbroken op het display).
Naar een volgend of vorig bestand gaan
Druk tijdens het afspelen kort op de toets ¢ als u naar het begin van het volgende bestand wilt gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van een volgend bestand opgezocht en afgespeeld. (Zie de paragraaf “MP3’s afspeelvolgorde en zoekvolgorde” op bladzijde 25).
Druk tijdens het afspelen kort op de toets 4 als u naar het begin van het huidige bestand wilt gaan. Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt het begin van een vorig bestand opgezocht en afgespeeld. (Zie de paragraaf “MP3’s afspeelvolgorde en zoekvolgorde” op bladzijde 25).
BELANGRIJK:
Als u mappen rechtstreeks met behulp van de cijfertoetsen wilt selecteren, dient elke map aan het begin van de mapnaam een twee­cijferig getal zijn toegekend. (Dit kan alleen worden gedaan tijdens het op CD-R of CD­RW opnemen van de MP3-bestanden). Bijv.: Als de mapnaam “01 ABC” is
= Drukt op 1 om rechtstreeks
naar map “01 ABC” te gaan. Als de mapnaam “1 ABC” is Drukken op 1 werkt niet.
Als de mapnaam “12 ABC” is
= Druk op 6 (12) en houdt de
toets ingedrukt om naar map “12 ABC” te gaan.
Als u op de cijfertoets druk die overeenkomt met het mapgetal begint het afspelen bij het eerste bestand in de geselecteerde map.
• Als u een mapgetal van 01 – 06 wilt selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Als u een mapgetal van 07 – 12 wilt selecteren: Druk op 1 (7) – 6 (12) en houdt de toets minimaal 1 seconde ingedrukt.
Opmerkingen:
• Als “MP3” op de display knippert nadat u een map hebt geselecteerd, betekent dit dat er in die map geen MP3-bestanden aanwezig zijn.
• Het is niet mogelijk een map rechtstreeks te kiezen met een getal dat groter is dan 12.
Druk als u een bepaald bestand in een map wilt selecteren op de toets ¢ of 4
nadat u de map hebt geselecteerd.
NEDERLANDS
27
Verspringen naar de volgende directory (map)
Druk kort op 5 (hoger) tijdens weergave van een MP3 disc. Door iedere volgende druk op de toets wordt de volgende directory opgezocht (en het eerste bestand van deze directory afgespeeld, indien opgenomen). (Zie de paragraaf “MP3’s afspeelvolgorde en zoekvolgorde” op bladzijde 25).
Verspringen naar de voorgaande directory (map)
Druk kort op (lager) tijdens weergave van een MP3 disc. Door iedere volgende druk op de toets wordt de voorgaande directory opgezocht (en het eerste bestand van deze directory afgespeeld, indien opgenomen). (Zie de paragraaf “MP3’s afspeelvolgorde en
NEDERLANDS
Opmerking:
Indien een directory geen MP3 bestanden heeft, zal deze worden overgeslagen.
zoekvolgorde” op bladzijde 25).
Kiezen van een directory (map) uit de lijst die op het display wordt getoond
U kunt een lijst met de namen van mappen (“directories”) op het display tonen (zes namen tegelijk) en vervolgens de gewenste map uit de lijst kiezen.
Opmerking:
Indien een map (“directory”) geen MP3 bestanden bevat, duurt het mogelijk even eer de lijsten worden getoond.
2
Zoek de map die u wilt afspelen.
Door iedere druk op 5 of , verandert de lijst met mapnamen.
3
Kies het nummer (1 – 6) van de gewenste directory (map).
Het eerste bestand van de gekozen directory (map) wordt afgespeeld.
MP3-afspeelmodi selecteren
Tracks in willekeurige volgorde afspelen van bestanden (Random Play)
U kunt alle bestanden van de MP3 disc in een willekeurige volgorde weergeven.
28
1
Houd 5 of ∞ ingedrukt zodat de eerste lijst met namen van mappen (mapnummer 1 t/m 6) op het display verschijnt.
1 Druk op de toets MODE (M) om
de functiemodus te activeren terwijl u een MP3-CD afspeelt. “Mode” verschijnt op het display.
2 Druk op RND (random) terwijl
“Mode” nog op het display wordt getoond zodat de RND indicator op het display oplicht. Elke keer wanneer u op de toets RND, wordt er een andere modus voor het in willekeurige volgorde afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
Random 1 Random 2
Random Off
Indicator RANDOM
Bijv.: Als u “Random 1” kiest.
Modus
Random Opgelicht Alle bestanden in de 1 huidige map, daarna de
Random Knippert Van alle bestanden op de 2 disc.
De RANDOM indicator licht op of knippert het display op wanneer de Random Play is geactiveerd.
Indicator RND
Indicator RND (Zie de volgende tabel).
Afspelen in willekeurige volgorde
bestanden van de volgende map enzovoorts.
Modus
Repeat Opgelicht Het spelende (of
Repeat Knippert Alle fragmenten van de
De REPEAT indicator licht op of knippert het display op wanneer de herhaling afgespeeld is geactiveerd.
Indicator RPT
1 ingestelde) fragment.
2 spelende (of ingestelde)
Herhaling van...
disc.
Alleen intro’s afspelen (Intro Scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de intro’s kunt beluisteren.
1 Druk op de toets MODE (M) om
de functiemodus te activeren terwijl u een MP3-CD afspeelt. “Mode” verschijnt op het display.
Tracks herhaaldelijk afspelen van bestanden (Repeat Play)
U kunt het huidige bestand of alle bestanden van de huidige directory herhaald afspelen.
1 Druk op de toets MODE (M) om
de functiemodus te activeren terwijl u een MP3-CD afspeelt. “Mode” verschijnt op het display.
2 Druk op RPT (repeat), terwijl
“Mode” nog op het display wordt getoond zodat de indicator RPT op het display oplicht. Elke keer wanneer u op de toets RPT, wordt er een andere modus voor het herhaald afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
Repeat 1 Repeat 2
Repeat Off
Indicator REPEAT
Bijv.: Als u “Repeat 1” kiest.
Indicator RPT (Zie de volgende tabel).
2 Druk op INT (intro), terwijl “Mode”
nog op het display wordt getoond zodat de indicator INT op het display oplicht. Elke keer wanneer u op de toets INT, wordt er een andere voor het in introscanmodus volgorde afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
Intro 1 Intro 2
Intro Off
Indicator INTRO
Bijv.: Als u “Intro 1” kiest.
Modus
Intro Opgelicht Van alle bestanden 1 op de disc.
Intro Knippert Van het eerste bestand 2 van alle map.
De INTRO indicator licht op of knippert het display op wanneer de Intro scan is geactiveerd.
Indicator INT
Indicator INT (Zie de volgende tabel).
Speelt het begin
NEDERLANDS
29
Veranderen van het displaypatroon
Door een druk op DISP (D) kunt u andere informatie op het display tonen.
Door iedere druk op de toets verandert het displaypatroon als volgt:
Groot animatiedisplay
iEQ modus (zie bladzijde 32)
NEDERLANDS
Display Met kloktijd
De afbeelding hierboven toont een voorbeeld van het display met “ID3 Tag” op “Off” gesteld.
Kleine animatiedisplay 1
Kleine animatiedisplay 2
Kleine animatiedisplay 3
Kleine animatiedisplay 4
Kloktijd
Opmerkingen:
• Indien de naam van de directory wordt getoond, zal de “Dir” indicator ( ) oplichten. De “File” indicator ( ) licht op wanneer de bestandsnaam wordt getoond.
• De informatie verschijnt rollend over het display indien het niet in een keer geheel kan worden getoond. Bepaalde letters of symbolen worden niet getoond (en er verschijnt een blanco of ander teken) op het display.
• Met “ID3 Tag” op “On” gesteld (zie bladzijde 38) indien een disc een ID3 tag heeft. De ID3 tag informatie wordt op het display getoond. De naam van het album/zanger wordt in plaats van de naam van de directory op het display getoond en de fragmenttitel verschijnt in plaats van de bestandsnaam.
30

GELUID REGELEN

Geluid aanpassen
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
1
Selecteer de functie die u wilt aanpassen.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt de aanpasbare tijd als volgt gewijzigd:
Fad
(Faden)
(
Uit, geen
aanduiding
)
Indicatie Doel: Bereik
1
Fad*
Bal Evenwicht tussen L06 (Alleen
S. Bass*2Bastonen 00 (min.)
Sub Out*3Voor het instellen
Vol Adj*4Voor het instellen –12 (min.)
*1Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet
u faden op “00” zetten.
*2De rijkheid en volledigheid van de lage tonen wordt
helder behouden, ongeacht hoe laag het volume is ingesteld.
*3Heeft uitsluitend effect wanneer een subwoofer is
aangesloten.
*4Door het ingangsniveau in overeenstemming met
het FM-geluidsniveau in te stellen, hoeft u het volume niet iedere keer bij het veranderen van bron opnieuw te regelen. Deze instelling wordt voor iedere bron vastgelegd, met uitzondering van FM.
Evenwicht tussen R06 (Alleen voor- en achterin) achterspeakers | aanpassen. F06 (Alleen
linker- en links) rechterspeaker | aanpassen. R06 (Alleen
aanpassen. |
van het niveau van de subwoofer
-uitgang en van de drempelfrequentie.
en vastleggen van | het ingangsniveau +12 (max.) van iedere bron.
Bal
(Balans)
Vol Adj
(Volume-instelling)
S.Bass
(Super Bass)
Sub Out
(Subwoofer-uitgang)
voorin)
rechts)
08 (max.) 00 (min.)
| 12 (max.) Low/Mid/High
2
Pas het niveau aan.
Het niveau verhogen.
Het niveau verlagen.
Bij het instellen van faden en balans —Fad, Bal:
U kunt deze twee instellingen tegelijk maken terwijl u de aanduiding op het display bekijkt.
• Druk op 5 (hoger) of (lager) om de faden in te stellen.
• Druk op ¢ of 4 om de balans in te stellen.
Bij het instellen van het subwoofer­uitgangsniveau—Sub Out:
U kunt tevens het niveau voor de drempelfrequentie in overeenstemming met de aangesloten subwoofer instellen:
• Druk op ¢ of 4 om “Low”, “Mid” of “High” te keizen.
Low: Frequenties hoger dan 50 Hz
worden niet naar de subwoofer gestuurd.
Mid: Frequenties hoger dan 80 Hz
worden niet naar de subwoofer gestuurd.
High: Frequenties hoger dan 115 Hz
worden niet naar de subwoofer gestuurd.
NEDERLANDS
31
Selecteren van vastgelegde geluidsfuncties (iEQ: i-equalizer)
Geluidsweergave aanpassen en opslaan
U kunt een van de reeds vastgelegde geluidsfuncties kiezen die bij de af te spelen muziek past.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Druk op MODE (M).
“Mode” verschijnt op het display.
2
Druk op EQ (equalizer) terwijl “Mode” nog op het display wordt getoond.
De laatst gekozen geluidsfunctie wordt opgeroepen.
NEDERLANDS
Bijv.: Indien u hiervoor “Flat” had gekozen
3
Selecteer de gewenste geluidsmodus.
Door de regelaar te verdraaien, veranderen de geluidsfuncties als volgt:
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken aan uw eigen wensen aan te passen en in het geheugen op te slaan (User 1, User 2 en User 3).
• Voor het uitvoeren van de onderstaande stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Druk op MODE (M).
“Mode” verschijnt op het displa y .
2
Druk op EQ (equalizer) terwijl “Mode” nog op het display wordt getoond.
3
Selecteer de geluidsmodus die u wilt aanpassen.
Flat O Hard Rock O R&B*O Pop O Jazz O Dance Music O Country O Reggae O Classic O User 1 O User 2 O User 3 O (terug naar het begin)
* Rhythm en Blues
Voor het annuleren van de geluidsfunctie,
kiest u “Flat” in stap 3.
Opmerking:
Zie bladzijde 34 voor details aangaande de voorkeurinstellingen voor iedere geluidsfunctie.
32
Bijv.: Indien u hiervoor “R & B” had gekozen
4
Voer de functie voor het instellen van de geluidsfunctie in.
Het volgende instelscherm voor de geluidsfunctie verschijnt op het display.
5
Maak de gewenste instellingen aan de hand van de “Instelbare onderdelen voor het geluid”.
Voor het instellen gebruikte toetsen
1) Druk op ¢ of 4 om de frequentieband te kiezen—Low, Mid of High.
2) Verdraai de regelaar om de middenfrequentie voor de gekozen band te kiezen.
3) Druk op 5 (hoger) of (lager) om het niveau van de gekozen band in te stellen.
4) Druk op SEL (selecteren) om de instellingsfunctie voor het Q niveau (bandbreedte) van de gekozen band te activeren.
5) Verdraai de regelaar om het Q niveau voor de gekozen band in te stellen.
6) Herhaal stappen 1) t/m 5) voor het instellen van de overige frequentiebanden.
6
Verlaat de functie voor het instellen van de geluidsfunctie.
Een bevestiging verschijnt en vraagt of u de instelling wilt vastleggen.
7
Kies een van de gebruikersgeluidsfuncties (User 1, User 2, User 3).
8
Leg de instelling in de gekozen gebruikersgeluidsfunctie vast.
Bijv.: Als u hiervoor “User 1” had gekozen
Instelbare onderdelen voor het geluid
Instelbare waarde
Band
Miden
frequentie
Q
(bandbreedte)
Niveau
Low Mid High
50 Hz 700 Hz 8 kHz 80 Hz 1 kHz 12 kHz 120 Hz 2 kHz
Q1 (min.) Q1 (min.)
||
Q4 (max.) Q2 (max.) –06 (min.) –06 (min.) –06 (min.)
|||
+06 (max.) +06 (max.) +06 (max.)
(vastgesteld)
NEDERLANDS
V oor het ann uleren van de instellingen,
drukt u op een andere toets dan SEL (selecteren).
33
Activeren van de niveaumeter
U kunt de niveaumeters op het display tonen tijdens weergave van iedere bron. Dit toestel heeft drie verschillende patronen voor de niveaumeter.
• Voor het uitvoeren van de onderstaande stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid, moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.
1
Druk op MODE (M).
“Mode” verschijnt op het display.
2
Druk
tweemaal
terwijl “Mode” nog op het display wordt getoond.
3
Kies het gewenste patroon voor de niveaumeter.
NEDERLANDS
op EQ (equalizer)
De laatst gekozen niveaumeter verschijnt op het display.
De spectrum analyzer verandert als volgt wanneer u de regelaar niveaumeter verdraait:
Off
Level 1
Level 3 Level 2
Niveaumeter 1:
De audioniveaumeter verplaatst vanaf de onderkant naar boven.
Niveaumeter 2:
De luidspreker op het display vibreert wanneer het audioniveau verandert.
Niveaumeter 3:
De linker- en rechter audioniveaumeters verschijnen.
• Indien het kleine animatiedisplay is gekozen, kan uitsluitend een audioniveaumeter worden getoond.
De hieronder getoonde lijst geeft u de vastgelegde basiswaarden voor iedere geluidsfunctie (zie tevens bladzijde 32).
Vastgelegde waarden
Geluids­modi
Flat 50 Hz Q1 +00 700 Hz Q1 +00 8 kHz +00 Hard Rock 80 Hz Q2 +03 700 Hz Q1 +00 8 kHz +02 R & B 80 Hz Q3 +03 2 kHz Q2 +01 12 kHz +03 Pop 120 Hz Q1 +02 2 kHz Q2 +01 12 kHz +02 Jazz 80 Hz Q1 +03 1 kHz Q1 +01 8 kHz +03 Dance Music Country 50 Hz Q4 +02 700 Hz Q1 +00 12 kHz +02 Reggae 80 Hz Q1 +03 2 kHz Q2 +02 12 kHz +02 Classic 120 Hz Q1 +03 1 kHz Q1 +00 8 kHz +02 User 1 50 Hz Q1 +00 700 Hz Q1 +00 8 kHz +00 User 2 50 Hz Q1 +00 700 Hz Q1 +00 8 kHz +00 User 3 50 Hz Q1 +00 700 Hz Q1 +00 8 kHz +00
34
Miden
Frequentie Frequentie Frequentie
50 Hz Q2 +04 700 Hz Q1 –02 8 kHz +01
Low Mid High
Q (Breedte) Niveau
Miden
Q (Breedte) Niveau
Miden
Niveau

ANDERE HOOFDFUNCTIES

De algemene instellingen wijzigen (PSM)
Het is mogelijk om de instellingen voor de items die op de volgende bladzijde staan vermeld te wijzigen.
• De PSM onderdelen zijn in vijf categorieÎn gegroepeerd—“Disp (display)”, “Clock”, “Tuner”, “Color” en “Audio”.
Basisprocedure
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijden 36 en 37).
2
Druk herhaaldelijk op 5 (hoger) of (lager) totdat de gewenste PSM
categorie links op het display verschijnt.
3
Selecteer het PSM-item waarvan u de instelling wilt wijzigen.
4
Wijzig het PSM-item dat u hebt geselecteerd.
5
Herhaal stap 2 tot 4 als u de andere PSM-items wilt aanpassen.
6
Voltooi de instelling.
Instellen van de klok—Clock Hr (uur), Clock Min (minuut), 24H (uur)/12H (uur)
U kunt de klok uitsluitend instellen met gebruik van de PSM regelaar.
• U kunt voor de klok het 24-uur of 12-uur systeem kiezen.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk herhaaldelijk op 5 (hoger) of (lager)
totdat “Clock” als PSM categorie is gekozen (en links op het display wordt getoond).
3 Druk op ¢ of 4 om “Clock Hr (uur)”
te kiezen.
4 Verdraai de regelaar om het uur in te stellen. 5 Druk op ¢ of 4 om “Clock Min
(minuut)” te kiezen.
6 Verdraai de regelaar om de minuut in te stellen. 7 Druk op ¢ of 4 om “24H/12H” te
kiezen.
8 Verdraai de regelaar om “24Hours” of
“12Hours” te kiezen.
9 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
NEDERLANDS
35
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen
De PSM onderdelen zijn in vijf categorieÎn gegroepeerd—“Disp (display)”, “Clock”, “Tuner”, “Color” en “Audio”. Voor het kiezen van een gewenst onderdeel moet u eerst de categorie kiezen waarin het gewenste onderdeel is ondergebracht.
Off
Fabrieksin-
stellingen
Indicaties
MovieDemo Film-demonstratie Interval 8, 37
nstelbare waarde
I
Interval
All Time
SRC Anime Bron-animatie On Off On 37 Scroll Modus voor lopende
tekst
Dimmer Dimmermodus Auto 37
Once
Auto
Auto
Off
Off
On
Contrast Contrast 1 — 10 5 38
Disp (display)
LCD Type Displaytype Positive 38
Positive
Negative
Auto
Font Type Lettertype 1 2 1 38 ID3 Ta g ID3 Weergav e van tags On Off On 38
NEDERLANDS
Clock Hr Instellen van het uur 0 —12 (24) 0 (0:00) 35 Clock Min Instellen van de minuten 00 —59 00 (0:00) 35 24H/12H 24/12-uur aanduiding
voor de klok
ClockTuner
Auto Adj Automatische instellen
van de klok
PTY Stnby PTY-standby
AF-Regn’l Alternatieve frequentie/
Regionale ontvangst
T A Volume Volume voor
verkeersinformatie
12Hours 24Hours 24Hours 35
On Off On 19
29 programmatypen
Off
AF
(zie bladzijde19)
AF Reg
1
*
Off
Volume 0 — Volume 50 Volume 20 18
P-Search Programme zoeken On Off Off 18 IF Filter Intermediate Frequency-
filter
DAB AF*
2
Zoeken naar alternatieve frequenties
Auto Wide Auto 38
On Off On 52
Zie
blz.
Once 37
Off 16
AF 15
*1Wordt alleen weergegeven indien de “DAB AF” op “Off” gesteld. *2Wordt alleen weergegeven indien de DAB-tuner is aangesloten.
36
nstelbare waarde
Indicaties
Mode Kleurfunctie Source User Source 39
Source*3Kleurkeuze voor bron Zie bladzijde 39 voor details. AllSource 39
AllSource*4 (Gekozen bron) Zie bladzijde 39 voor details. Every 39
5
User*
Color
Red*5Rood 0 — +11 Green*5Groen 0 — +11
Blue*5Blauw 0 — +11 Beep Pieptoon bij toetsbediening On Off On 38 Ext Input*6Extern apparaat Changer Line In Changer 38 Telephone Audiodemping voor
Audio
*3Wordt alleen weergegeven indien de “Mode” op
“Source” gesteld.
*4De hier getoonde aanduiding—bronnaam—
verschilt afhankelijk van de “Source” instelling.
Kleurkeuze voor gebruiker Day Night Day 41
cellulaire telefoonsystemen
Instellen van de film-demonstratie —MovieDemo
Bij het verlaten van de fabriek is de film­demonstratie geactiveerd (“Interval” is gekozen).
• Interval: Indien er gedurende ongeveer 20 seconden geen bediening wordt uitgevoerd, verschijnt afwisselend de film-demonstratie en
• All Time: De film-demonstratie start
• Off: De film-demonstratie is
bronaanduiding op het display.
automatisch indien er gedurende ongeveer 20 seconden geen bediening wordt uitgevoerd.
geannuleerd.
Instellen van bron-animatie voor het display—SRC Anime
Bij het veranderen van bron verschijnt een aanduiding (bron-animatie). U kunt deze animatie, indien gewenst, uitschakelen.
• On: De bron-animatie verschijnt direct
• Off: De bron-animatie verschijnt niet.
na het kiezen van een andere bron.
I
Off
*5Wordt alleen weergegeven indien de “Mode” op
“User” gesteld.
*6W ordt alleen weerg egeven indien een van de volgende
afspeelbronnen is geselecteerd: FM, AM en CD.
Muting 1
Muting 2
Kiezen van de displayfunctie voor discinformatie en DAB-tekst—Scroll
U kunt de functie voor het rollen tonen van discinformatie en DAB-radiotekst kiezen (DLS: Dynamic Label Segment).
• Once: Tijdens het tonen van discinformatie: de
• Auto: Tijdens het tonen van discinformatie: de
• Off: Tijdens het tonen van discinformatie: de
discinformatie wordt slechts één keer rollend getoond. Tijdens tonen van DAB-tekst: de details van DAB-tekst worden slechts één keer rollend getoond.
discinformatie wordt herhaald getoond (met 5-seconden intervallen). Tijdens tonen van DAB-tekst: toont de details van DAB-tekst.
functie voor het rollend tonen is geannuleerd. Tijdens het tonen van DAB-tekst: uitsluitend de koppen worden getoond, indien aanwezig.
De instelling voor de dimmerfunctie selecteren—Dimmer
Bij het inschakelen van de koplampen van de auto wordt de verlichting van de display automatisch gedimd (de functie Auto Dimmer). Bij het verlaten van de fabriek is de functie Auto Dimmer van de eenheid standaard ingeschakeld.
• Auto: De functie Auto Dimmer is ingeschakeld.
• Off: De functie A uto Dimmer is uitgeschakeld.
• On: De display wordt gedimd.
Fabrieksin-
stellingen
Day:+7 / Night:+5 Day:+7 / Night:+5 Day:+7 / Night:+5
Off 38
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
Zie
blz.
41 41 41
NEDERLANDS
37
Opmerking:
Het kan zijn dat de functie Auto Dimmer van deze eenheid bij bepaalde voertuigen niet goed werkt, vooral niet bij voertuigen met een bedieningsfunctie voor de dimmer. In dergelijke gevallen moet u de dimmerfunctie op “On” of “Off” instellen.
Het contrast van de display aanpassen —Contrast
Het is mogelijk om het contrast van de display aan uw wensen aan te passen. U kunt kiezen uit niveau 1 t/m 10. Niveau “1” is extreem donker en
niveau “10” extreem licht.
Kiezen van het verlichtingspatroon voor het display—LCD Type
U kunt het gewenste verlichtingspatroon voor het display kiezen.
• Auto: Overdag (met de koplampen uit)
• Positive: Altijd een positief (normaal) patroon
• Negative: Altijd een negatief patroon voor het
NEDERLANDS
wordt een positief patroon gekozen; ’s nacht (met de koplampen aan) wordt een negatief patroon gebruikt.
voor het display. display.
Kiezen van het lettertype voor het display—Font Type
U kunt het lettertype voor het display kiezen. Kies naar wens “1” of “2”.
Het weergeven van tags in- en uitschakelen—ID3 Tag
In een MP3-bestand kan bestandsinformatie liggen opgeslagen in een zogeheten “ID3-Tag”. In dit label kan informatie liggen opgeslagen zoals de naam van het album, de artiest, de titel van de track, enz. Er zijn twee versies: ID3v1 (ID3-tag, versie 1) en ID3v2 (ID3-tag ,versie 2). Deze eenheid kan alleen informatie van het type ID3v1 verwerken.
• On: Weergave van informatie in ID3-tags is ingeschakeld tijdens het afspelen van MP3-bestanden. * Als een MP3-bestand geen
ID3-tag heeft, worden de mapnaam en bestandsnaam weergegeven.
Opmerking:
Als u tijdens het afspelen van een MP3-bestand de instelling wijzigt van “Off” naar “On”, wordt het weergeven van informatie die in tags ligt opgeslagen vanaf het volgende bestand geactiveerd.
• Off: Weergave van informatie in ID3-tags is uitgeschakeld tijdens het afspelen van MP3-bestanden. (Alleen de mapnaam en de bestandsnaam worden weergegeven).
38
De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen —IF Filter
In bepaalde streken kunnen naburige zenders de ontvangst van andere zenders verstoren. In dergelijke gevallen ontvangt u ruis of ander geluid. Deze eenheid kan zodanig worden ingesteld dat dergelijke storingen worden verminderd.
• Auto: Wanneer dergelijke storingen worden waargenomen, verhoogt de eenheid automatisch de selectiviteit van de tuner zodat de invloed van de storing naar de achtergrond wordt gedrukt. (Het stereo-effect gaat hierbij echter verloren).
• Wide: De eenheid is gevoelig voor storingen van naburige zenders, maar de geluidskwaliteit gaat niet verloren en
het stereo-effect blijft behouden.
Geluid bij het aanraken van de toetsen in- en uitschakelen—Beep
Het is mogelijk om het geluid dat u hoort bij het aanraken van de toetsen uit te schakelen als u deze geluiden storend vindt.
• On: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen in.
• Off: Hiermee schakelt u het geluid bij het aanraken van de toetsen uit.
Het externe apparaat selecteren—Ext Input
Het externe apparaat kan met behulp van de KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd) op de ingang van de CD-wisselaar worden aangesloten. Als u het externe apparaat via deze eenheid als afspeelbron wilt gebruiken, moet u bepalen welk onderdeel—de CD-wisselaar of het externe apparaat—u wilt gebruiken.
• Changer:De CD-wisselaar gebruiken.
• Line In: Voor een ander apparaat dan de CD-wisselaar.
Opmerking:
Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan in de Handleiding voor installatie/aansluiting (aparte publicatie).
Audiodemping voor mobiele telefoongesprekken selecteren—Telephone
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een cellulair telefoonsysteem is aangesloten. Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem dat u gebruikt “Muting 1” of “Muting 2”. Bij het verlaten van de fabriek is deze modus standaard uitgeschakeld.
• Muting 1: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
• Muting 2: Selecteer deze modus als u hiermee het geluid kunt dempen.
• Off: Hiermee wordt de audiodemping voor telefoongesprekken uitgeschakeld.
Veranderen van de kleur van
Source User
het display
U kunt de kleur van het display instellen met de PSM regelaar. Door “Source” voor de “Mode” (kleurfunctie) instelling, u kunt uw favoriete kleur voor iedere bron (of alle bronnen) kiezen.
Opmerking:
Indien u “User” voor de “Mode” instelling heeft gekozen, kunt u uw eigen kleuren als gewenst maken en vastleggen. Zie bladzijde 40.
Instellen van de gewenste kleur voor iedere bron—Source
Nadat u eenmaal de kleur voor iedere bron (of alle bronnen) heeft ingesteld, zal de display met de gekozen kleur worden verlicht wanneer u de bron kiest.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 36 en 37).
3
Kies “Mode”.
Huidige gekozen instelling voor “Mode”
4
Kies “Source” voor de “Mode” (kleurfunctie) instelling.
De “Mode” instelling wordt afwisselend op “Source” en “User” gesteld wanneer u de schijf verdraait.
5
Voer de bronkeuzefunctie in.
NEDERLANDS
2
Druk herhaaldelijk op 5 (hoger) of (lager) totdat “Color” de PSM
categorie links op het display verschijnt.
Huidige gekozen instelling voor “Source”
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
39
6
Kies de bron waarvoor u de kleur wilt instellen.
Bij het verdraaien van de regelaar verandert de bronnaam als volgt:
9
Herhaal stappen 5 t/m 8 voor het kiezen van de kleur voor iedere bron (uitgezonderd indien u in stap 6 “AllSource” heeft gekozen).
10
Voltooi de instelling.
1
DAB
*
2
*
AM
AllSource CD
*1Indien u “AllSource” heeft gekozen, wordt
dezelfde kleur voor alle bronnen gebruikt.
*2Verschijnt uitsluitend wanneer deze
componenten zijn aangesloten.
7
Voer de functie voor het kiezen van de kleur in.
NEDERLANDS
8
Kies de displaykleur.
Bij het verdraaien van de regelaar veranderen de kleuren als volgt:
Every*1 O Aqua O Sky O Sea O Leaves O Grass O Rose O Cherry O Orange O Honey O Violet O Grape O Snow O User
2
*
O (terug naar het begin)
Changer (Line In)
FM
2
*
Kiezen of samenstellen van uw eigen kleur—User
U kunt uw eigen kleuren maken en vastleggen —“Day” en “Night”, en een van deze als displaykleur voor iedere gewenste bron kiezen.
• Day: Kan worden gebruikt als uw eigen
• Night: Kan worden gebruikt als uw eigen
1
2
kleur overdag (met de koplampen uit).
kleur ’s nacht (met de koplampen aan).
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 36 en 37).
Druk herhaaldelijk op 5 (hoger) of (lager) totdat “Color” de PSM categorie links op het display verschijnt.
40
*1 Indien u “Every” kiest, zal de kleur iedere twee
seconden veranderen (alle hierboven genoemde kleuren, uitgezonderd “User” worden gebruikt).
*2Indien u “User” kiest, zal een van uw originele
kleuren —“Day” of “Night”, afhankelijk van de “User” instelling worden gebruikt.
3
Kies “Mode”.
4
Kies “User” voor de “Mode” (kleurfunctie) instelling.
7
Stel uw gekozen eigen kleur in.
1) Druk op ¢ van de drie primaire kleuren te kiezen—“Red”, “Green” en “Blue”.
of 4 om een
5
Kies “User”.
6
Kies “Day” of “Night” voor uw eigen kleur.
Bij het verdraaien van de regelaar, wordt afwisselend “Day” en “Night” ingesteld.
Red Green
User
(Terug naar stap
5 hierboven)
2) Verdraai de regelaar om de gekozen primaire kleur in te stellen.
U kunt de kleur vanaf 0 t/m +11 instellen.
3) Herhaal stappen 1) en 2) om de overige andere primaire kleur in te stellen.
8
Herhaal stappen 6 en 7 om uw andere eigen kleur in te stellen— “Day” of “Night”.
9
Voltooi de instelling.
Mode
(Terug naar stap
3 hierboven)
Blue
NEDERLANDS
• Ga naar stap 9 om het instellen te be‘indigen indien u uw eigen kleur wilt kiezen maar de kleur zelf verder niet hoeft te veranderen.
• Ga naar de volgende stap indien u uw eigen kleur wilt instellen.
Opmerking:
Voor het gebruik van de op deze manier ingestelde kleur, kiest u “User” in stap 8 (“Kies de dis van “Instellen van de gewenste kleur voor iedere bron—Source”. (Zie bladzijde 40).
playkleur”)
41
Namen aan bronnen toekennen
U kunt namen voor discs invoeren (zowel voor discs in dit toestel als in de CD-wisselaar) en het externe apparaat een naam toekennen. De naam die u toekent, wordt vervolgens op de display weergegeven wanneer u het desbetreffende apparaat selecteert.
Bronnen Maximaal aantal tekens
CDs* 32 tekens
(maximaal 40 CD’s)
Extern apparaat 8 tekens * Het is niet mogelijk een naam toe te kennen aan een
CD met CD Text of een MP3-CD.
1
Selecteer een bron waaraan u een naam wilt toekennen.
De stroom wordt automatisch ingeschakeld wanneer u een bron kiest.
NEDERLANDS
2
Druk op SEL (selecteren) en houdt deze gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt terwijl u op DISP (D) drukt.
4
Selecteer het gewenste teken.
• Meer informatie over de beschikbare tekens treft u aan op bladzijde 57.
5
Verplaats de cursor naar de positie voor het volgende of het v orige teken.
6
Herhaal stappen 3 t/m 5 totdat de hele naam is ingevoerd.
7
Voltooi de procedure terwijl het laatst geselecteerde teken knippert.
42
Bijv.: Indien u een “CD” als bron selecteert
3
Kies het gewenste setje tekens terwijl de positie voor het eerste teken knippert.
Door iedere druk op de toets verandert het setje tekens als volgt:
A – Z
(hoofdletters)
Letters met accent
(kleine letters)
a – z
(kleine letters)
1 – 0 & Symbolen
Letters met accent
(hoofdletters)
Wissen van ingevoerde tekens
Volg de bo venstaande procedure en voer nu in plaats van tekens spaties in. (Meer informatie over de beschikbare tekens treft u aan op bladzijde 57).
Opmerkingen:
• Indien u probeert een naam voor de 41ste disc in te voeren, kan de tekstinvoerfunctie niet worden geactiveerd (en u hoort een pieptoon indien “Beep” op “On” is gesteld: zie bladzijde 38). (U moet ongewenste namen wissen alvorens een nieuwe in te voeren.)
• Wanneer er een CD-wisselaar is aangesloten, kunt u ook namen toekennen aan CD’s in de CD-wisselaar. De namen kunnen ook op de display worden weergegeven als u de CD’s in deze eenheid plaatst.
(nummers)
Bedieningspaneel verwijderen
U kunt het bedieningspaneel verwijderen, wanneer u uit de auto stapt. U moet het bedieningspaneel voorzichtig verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen, zodat de connectors op de achterkant van het bedieningspaneel en de houder van het bedieningspaneel niet worden beschadigd.
Hoe moet u het bedieningspaneel verwijderen?
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert, moet u er zeker van zijn dat de spanning is uitgeschakeld.
1
Ontgrendel het bedieningspaneel.
2
Druk het bedieningspaneel iets omhoog en trek naar u toe van het apparaat.
Hoe moet u het bedieningspaneel weer op zijn plaats bevestigen?
1
Stop de rechterkant van het bedieningspaneel in de uitsparing op de houder.
2
Druk op de linkerkant van het bedieningspaneel totdat dit in de houder vastzit.
Opmerking over het reinigen van de connectors:
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen de connectors op een gegeven moment minder goed gaan functioneren. Om deze mogelijkheid tot het minimum te beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd met een met alcohol bevochtigde katoenen doek schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors daarbij niet beschadigt.
NEDERLANDS
3
Stop het losgemaakte bedieningspaneel in het daarvoor bestemde doosje.
5
Connectors
43

GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR

2000
D
We raden u aan bij uw eenheid alleen gebruik te maken van de CH-X-serie. Raadpleeg uw JVC auto-audiohandelaar voor de juiste verbindingen indien u een andere JVC automatische CD-wisselaar heeft.
• Bijv. Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK serie hebt, hebt u een kabel (KS-U15K) nodig om deze met het apparaat te verbinden.
Alvorens uw automatische CD-wisselaar te gebruiken:
NEDERLANDS
• Lees de instructies door die bij uw CD-wisselaar zijn geleverd.
• Als er geen CD’ s in de houder van de CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de CD’s ondersteboven in de houder zitten, verschijnt op het afleesvenster de tekst “No Disc”. Als dit gebeurt, moet u de houder verwijderen en de CD’s op de juiste wijze in de houder plaatsen.
• Als op het afleesvenster de tekst “Reset 1” – “Reset 8” verschijnt, is er iets fout met de verbinding tussen dit apparaat en de CD-wisselaar. Als dit gebeurt, moet u de verbinding controleren, de verbindings-
kabel(s) stevig vastmaken. En dan op de resetknop van de CD-wisselaar drukken.
CD’s afspelen
Selecteer de automatische CD-wisselaar (CD-CH).
CD
CD-CH*
Het afspelen begint bij de eerste muziekstuk van de eerste CD. Alle muziekstuks van alle CD’s worden afgespeeld.
Huidige disc en fragmentnummer Verstreken afspeeltijd
Opmerking over de “One -Touch”-bediening:
Wanneer u op CD/CD-CH drukt, wordt automatisch de spanning ingeschakeld. U hoeft niet op te drukken om de spanning in te schakelen.
Veranderen van informatie die op het display wordt getoond
Druk herhaaldelijk op DISP (D). Zie “Veranderen van het displaypatroon” op bladzijde 23 voor details.
Opmerking:
De CD-weergave stopt wanneer u van bron verandert of het toestel uitschakelt. Wanneer u vervolgens later weer “CD-CH” als bron kiest, zal de CD-weergave starten vanaf het punt waar u hiervoor de weergave stopte.
* U kunt de CD-wisselaar niet kiezen indien u
“Ext Input” op “Line In” heeft gesteld (zie bladzijde 38).
44
Een muziekstuk of een bepaald punt op de CD zoeken
Het muziekstuk versneld vooruit of achteruit afspelen
Druk tijdens het afspelen van een CD op ¢ , en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk versneld vooruit af te spelen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op 4 , en houd deze toets ingedrukt om het muziekstuk achteruit af te spelen.
Naar het volgende of vorige muziekstuk gaan
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op ¢ om naar het begin van het volgende muziekstuk te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op deze toets drukt, wordt het begin van het eerstvolgende muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Druk tijdens het afspelen van een CD kort op 4 om naar het begin van het huidige muziekstuk te gaan. Telkens wanneer u meerdere malen op deze toets drukt, wordt het begin van het vorige muziekstuk gezocht en afgespeeld.
Kiezen van een disc
Direct naar een bepaalde CD gaan
Druk op de nummertoets die correspondeert met het nummer van de CD om het afspelen te laten beginnen (tijdens weergave van de CD-wisselaar).
• Nummer 1 – 6 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12).
• Nummer 7 – 12 selecteren: Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Naar een volgende of voorgaande disc gaan
Druk tijdens weergave van een disc op 5 (hoger) om naar de volgende disc te gaan. Door iedere volgende druk op de toets, wordt het eerste fragment van de volgende disc opgezocht en vervolgens afgespeeld.
Druk tijdens weergave van een disc op (lager) om naar de voorgaande disc te gaan. Door iedere volgende druk op de toets, wordt het eerste fragment van de voorgaande disc opgezocht en vervolgens afgespeeld.
NEDERLANDS
45
Kiezen van een disc met de disclijsten
Indien u bent vergeten welke discs in de CD-wisselaar zijn geplaatst, kunt u de disctitellijst tonen en dan uit de lijst op het display de gewenste disc kiezen.
• Er kunnen tegelijkertijd slechts zes disctitels op het display worden getoond.
Afspeelmodus selecteren
Muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen (Random Play)
U kunt de fragmenten in een willekeurige volgorde afspelen.
1
Houd tijdens de CD-weergave 5 (hoger) of (lager) ingedrukt totdat de disctitellijst op het display verschijnt.
NEDERLANDS
Opmerking:
Indien een disc een discnaam heeft, zal deze op het display worden getoond. Het discnummer verschijnt echter indien de disc hiervoor nog niet werd afgespeeld.
2
Houd 5 of om, indien nodig, de andere disctitellijst te tonen.
3
Kies het nummer (1 – 6) van de disc die u wilt afspelen.
1 Druk op de toets MODE (M) om de
functiemodus te activeren terwijl u een CD afspeelt. “Mode” verschijnt op het display.
2 Druk op RND (random), terwijl
“Mode” nog op het display wordt getoond zodat de indicator RND op het display oplicht. Elke keer wanneer u op de toets RND, wordt er een andere modus voor het in willekeurige volgorde afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
Random 1 Random 2
Random Off
Indicator RANDOM
Bijv.: Als u “Random 1” kiest.
Modus
Random Opgelicht Alle muziekstukken van
Random Knippert
De RANDOM indicator licht op of knippert het display op wanneer de Random Play is geactiveerd.
Indicator RND
1 de huidige CD, daarna
2
Afspelen in willekeurige volgorde
de muziekstukken van de volgende CD enzovoorts.
Alle muziekstukken van alle CD’s in de CD-houder .
Indicator RND
(Zie de volgende tabel).
46
Muziekstukken meerdere keren afspelen (Repeat Play)
U kunt het huidige fragment of de fragmenten van de huidige disc herhaald afspelen.
Alleen intro’s afspelen (Intro Scan)
Het is mogelijk om van alle tracks alleen de eerste 15 seconden af te spelen, zodat u de intro’s kunt beluisteren.
1 Druk op de toets MODE (M) om de
functiemodus te activeren terwijl u een CD afspeelt. “Mode” verschijnt op het display.
2 Druk op RPT (repeat), terwijl
“Mode” nog op het display wordt getoond zodat de indicator RPT op het display oplicht. Elke keer wanneer u op de toets RPT, wordt er een andere modus voor het herhaald afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
Repeat 1 Repeat 2
Repeat Off
Indicator REPEAT
Bijv.: Als u “Repeat 1” kiest.
Modus
Repeat Opgelicht Het spelende (of
Repeat Knippert Alle fragmenten van de
De REPEAT indicator licht op of knippert het display op wanneer de herhaling afgespeeld is geactiveerd.
Indicator RPT
1 ingestelde) fragment.
2 spelende (of ingestelde)
Indicator RPT (Zie de volgende tabel).
Herhaling van...
disc.
1 Druk op de toets MODE (M) om de
functiemodus te activeren terwijl u een CD afspeelt. “Mode” verschijnt op het display.
2 Druk op INT (intro), terwijl “Mode”
nog op het display wordt getoond zodat de indicator INT op het display oplicht. Elke keer wanneer u op de toets INT, wordt er een andere voor het in introscanmodus volgorde afspelen van tracks geselecteerd, en wel in deze volgorde:
Intro 1 Intro 2
Intro Off
Indicator INTRO
Bijv.: Als u “Intro 1” kiest.
Modus
Intro Opgelicht Van alle tracks op alle 1 ingebrachte CD’s.
Intro Knippert Van de eerste track op 2 iedere ingebrachte CD.
De INTRO indicator licht op of knippert het display op wanneer de Intro scan is geactiveerd.
Indicator INT
Indicator INT (Zie de volgende tabel).
Speelt het begin
NEDERLANDS
47

BEDIENING VAN HET EXTERNE APPARAATEN

Externe apparatuur afspelen
U kunt het extern apparaat met de CD­wisselaaraansluiting op het achterpaneel verbinden middels de KS-U57 Line Input Adapter (niet bijgeleverd).
Voorbereiding:
• Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan in de Handleiding voor installatie/ aansluiting (aparte publicatie).
NEDERLANDS
• Alvorens u het externe apparaat volgens de onderstaande instructies gaat bedienen, moet u ervoor zorgen dat u de juiste externe ingang hebt geselecteerd. (Zie de paragraaf “Het externe apparaat selecteren—Ext Input” op bladzijde 38).
1
Selecteer het externe apparaat (Line In).
CD
*
Line In
2000
D
2
Schakel het aangesloten apparaat aan en start het afspelen van de afspeelbron.
3
Stel het volume.
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt.
(Zie bladzijden 31 – 34).
48
* Als de vermelding “Line In” niet op de
display verschijnt, verwijzen we u naar bladzijde 38. Selecteer in zo’n geval de externe ingang (“Line In”).
* Wordt alleen weergegeven indien een van
de volgende afspeelbronnen is geselecteerd—FM, AM en CD.
Opmerking over de “One -Touch”-bediening:
Wanneer u op CD/CD-CH drukt, wordt automatisch de spanning ingeschakeld. U hoeft niet op te drukken om de spanning in te schakelen.
FM/AMDAB

BEDIENING VAN DE DAB-TUNER

2000
D
We raden u aan om in combinatie met deze eenheid DAB-tuner KT-DB1500 te gebruiken. Neem contact op met de JVC-dealer in auto­accessoires als u een andere DAB-tuner hebt.
• Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner werden geleverd.
Wat is het DAB-system?
DAB is een van de digitale radiozendsystemen die momenteel in gebruik zijn. Met deze technologie is het mogelijk CD’s af te spelen met hoge geluidskwaliteit zonder storingen en signaalvervorming. U kunt er zelfs tekst, afbeeldingen en gegevens mee versturen. In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij elk programma op een aparte frequentie wordt uitgezonden, worden bij DAB verschillende programma’s (die “services” worden genoemd) met elkaar gecombineerd tot een “ensemble”. Iedere “service”—“primaire service”— kan daarbij tevens in componenten worden verdeeld (“secundaire service” genoemd).
Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze eenheid aansluit, kunt u van deze DAB­services gebruik maken.
Opmerking:
Bij het overschakelen van DAB naar FM en andersom kan het weergaveniveau van het volume onaangenaam toenemen of afnemen. Dat het geluidsniveau toeneemt of afneemt, heeft niets met uw ontvanger te maken, maar met de aansturing bij de zender. Er is dus niets mis met uw ontvanger. Om dit euvel te voorkomen kunt u het DAB ingangsniveau instellen (zie bladzijde 31).
Afstemmen op een ensemble en op een van de services
Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer programma’s (services) die tegelijkertijd worden uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u wilt luisteren.
Alvorens u begint....
Druk korte tijd op FM/AM DAB als het CD, de CD-wisselaar of een extern apparaat de huidige afspeelbron is.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Er wordt op de laatst ontvangen zender van de gekozen golfband afgestemd.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3).
DAB1 DAB2 DAB3
Opmerking:
Deze ontvanger is uitgerust met drie DAB­banden (DAB1, DAB2, DAB3). U kunt met elke DAB-band op een ensemble afstemmen.
Elke keer wanneer u op de toets drukt en houdt, wordt de DAB-tuner of de FM/AM­tuner geselecteerd.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DAB-band als volgt:
NEDERLANDS
49
FM/AMDAB
3
Zoek een ensemble op.
Druk op ¢ afstemmen op een ensemble met een hogere frequentie.
Druk op 4 afstemmen op een ensemble met een lagere frequentie.
Wanneer een ensemble wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een
ensemble is afgestemd.
4
Kies een service (ofwel primaire of secundaire) die u wilt beluisteren.
NEDERLANDS
Druk op (lager) als u de vorige service wilt selecteren (ofwel primaire of secundaire).
Druk op 5 (hoger) als u de volgende service wilt selecteren. (En een primaire service meerdere secundaire services heeft, worden deze eerst gekozen voordat de volgende primaire wordt gekozen.)
Terugkeren naar de FM/AM-tuner
Druk nogmaals op FM/AM DAB en houd deze.
DAB-frequenties in het geheugen opslaan
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig in het geheugen worden opgeslagen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
Elke keer wanneer u op de toets drukt en houdt, wordt de DAB-tuner of de FM/AM-tuner geselecteerd.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3) van uw keuze.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DAB-band als volgt:
DAB1 DAB2 DAB3
3
Stem af op het ensemble van uw keuze.
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald ensemble:
1 Druk op FM/AM DAB en houd om de
DAB-tuner als afspeelbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op FM/AM DAB om de
gewenste DAB-band te sel of DAB3).
3 Druk op ¢ of 4 en houd deze
gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt.
4 Druk herhaaldelijk op ¢ of 4 tot u
het ensemble van uw keuze bereikt.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen tot u de toets weer loslaat.
5 Druk op
(ofwel primaire of secundaire) te kiezen die u wilt beluisteren.
5 (hoger)
50
ecteren (DAB1, DAB2
of (lager) om een service
4
Selecteer de service van het ensemble.
Druk op 5 (hoger) als u de volgende service wilt selecteren.
Druk op (lager) als u de vorige service wilt selecteren.
FM/AMDAB
5
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) waaronder u de geselecteerde service wilt opslaan en houd deze toets gedurende minimaal 2 seconden ingedrukt.
Het displaypatroon verandert automatisch naar het niet-bewegend display en het voorkeurnummer knippert (en vervolgens wordt het voorgaande displaypatroon weer ingesteld).
6
Herhaal de bovenstaande procedure als u nog andere DAB-services achter voorkeuzetoetsen wilt opslaan.
Opmerkingen:
• U kunt uitsluitend primaire DAB-services vastleggen. Indien u een secundaire service vastlegt, wordt hiervoor in de plaats zijn primaire service vastgelegd.
• Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het geheugen wanneer u aan de desbetreffende voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent.
Afstemmen op een opgeslagen DAB-service
U kunt eenvoudig op een vooraf ingestelde DAB­service afstemmen. Zoals al eerder uitgelegd, dient u eerst services in het geheugen vast te leggen. Zie op bladzijde 50 als u nog geen services hebt opgeslagen.
Direct selecteren van een vastgelegde service
1
Selecteer de DAB-tuner.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3) van uw keuze.
DAB1 DAB2 DAB3
3
Selecteer de voorkeuzetoets (1 – 6) voor de DAB-service (primaire) die u wilt beluisteren.
Elke keer wanneer u op de toets drukt en houdt, wordt de DAB-tuner of de FM/AM-tuner geselecteerd.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DAB-band als volgt:
NEDERLANDS
Opmerking:
Indien de gekozen primaire service een of meerdere secundaire services heeft, zal door het herhaaldelijk drukken op dezelfde cijfertoets op de secundaire services worden afgestemd.
51
Selecteren van een vastgelegde service aan de hand van de voorkeurservicelijst
Indien u bent vergeten welke services onder welke voorkeurnummers zijn vastgelegd, kunt u de voorkeurservicelijst controleren en de gewenste service uit de lijst kiezen.
1
Selecteer de DAB-tuner.
2
Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2 of DAB3) van uw keuze.
DAB1 DAB2 DAB3
NEDERLANDS
3
Houd 5 (hoger) of (lager) ingedrukt totdat de voorkeurservicelijst voor de huidige golfband (DAB1, DAB2 of DAB3) op het display verschijnt.
4
Druk indien nodig op 5 (hoger) of (lager) totdat de gewenste
voorkeurservicelijst (DAB1, DAB2 of DAB3) op het display verschijnt.
5
Kies het nummer (1 – 6) voor de gewenste vastgelegde service.
Elke keer wanneer u op de toets drukt en houdt, wordt de DAB-tuner of de FM/AM-tuner geselecteerd.
FM/AMDAB
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de DAB-band als volgt:
Wat u nog meer met DAB kunt doen
Hetzelfde programma automatisch volgen (alternatieve ontvangst)
Het is mogelijk om naar een programma te blijven luisteren.
• Terwijl u een DAB-service ontvangt:
Als u in een streek rijdt waar u een service niet kunt ontvangen, zal deze eenheid automatisch afstemmen op een ander ensemble of een FM RDS-zender die hetzelfde programma uitzendt.
• Terwijl u een FM RDS-zender ontvangt:
Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service hetzelfde programma uitzendt als een FM RDS-zender, stemt deze eenheid automatisch op de DAB-service af.
Werken met alternatieve ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle alternatieve-ontvangstmogelijkheden ingeschakeld.
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen wijzigen (PSM)” op bladzijde 35.
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM-vermeldingen op de display wordt weergegeven.
2 Druk herhaaldelijk op 5 (hoger) of (lager)
totdat “Tuner” als PSM categorie wordt getoond (het verschijnt op de linkerkant van het display).
3 Druk op ¢ of 4 om de vermelding
“DAB AF” (alternatieve frequentie) te selecteren.
4 Draai de bedieningsschijf de gewenste modus
te selecteren.
• On: Het programma wordt gevolgd
tussen het aanbod van DAB­services en FM RDS-zenders — alternatieve ontvangst. De indicator AF op de display licht op (zie bladzijde 14).
• Off: Alternatieve ontvangst is
uitgeschakeld.
Opmerking:
Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld (zie bladzijde 14 voor RDS-zenders). De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen.
52
5 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te
voltooien.
Veranderen van het displaypatroon
Door een druk op DISP (D) kunt u andere informatie op het display tonen.
Displaypatroon 1 (Groot animatiedisplay)
Door iedere druk op de toets verandert het displaypatroon als volgt:
Indicator TEXT*
1
*1 TEXT aanduiding: toont dat de huidige ontvangen
service DLS (Dynamic Label Segment—DAB radiotekstinformatie) levert.
*2 Primaire/Secundair e aanduidingen: toontdat de
huidige ontvangen service een primaire of secundaire service is.
Displaypatroon 2
Frequentie
Displaypatroon 3
Zendernaam
Displaypatroon 4*
Displaypatroon 5 (Display met kloktijd)
4
Groepnaam
Kanaal nummer
Kloktijd
PTY-code*
Indicator Primaire/ Secundaire*
2
*3 Iedere service kan diverse PTY-codes hebben. Indien
een service meerdere PTY-codes heeft, worden deze achtereenvolgend getoond.
*4 Dynamic Label Segment (DLS) wordt getoond.
Zie tevens “Kiezen van de displayfunctie voor discinformatie en DAB-tekst—Scroll” op bladzijde
37.
3
NEDERLANDS
53

PROBLEMEN OPLOSSEN

Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie, moet u eerst de volgende punten controleren.
• Gelui d van de wordt soms onderbroken.
• Er komt geen geluid uit de speakers.
• CD kan niet worden afgespeeld.
• CD-R/CD-RW kan niet worden afgespeeld.
• Overslaan van fragmenten van de CD-R/CD-RW is niet
NEDERLANDS
mogelijk.
• “No Disc” verschijnt op het display.
Algemene Afspelen
• Disc kan niet worden uitgeworpen.
Symptomen
Oorzaken
U rijdt op een hobbelige weg.
Er zitten krassen op de CD. Verkeerde verbindingen.
Het volume is ingesteld op het minimale niveau.
Verkeerde verbindingen.
CD zit ondersteboven in het apparaat.
De CD-R/CD-RW is niet afgerond (“finalized”).
Er is geen disc geplaatst. De disc is verkeerd geplaatst. De disc is vergrendeld.
Oplossingen
Stop met afspelen op hobbelige wegen.
Gebruik een andere CD. Controleer kabelsen
aansluitingen. Pas het geluid aan totdat het
optimale niveau is bereikt. Controleer de bedrading en de
verbindingen. Plaats de CD op de juiste
manier in CD-lade.
• Plaats een afgeronde CD-R/ CD-RW.
• Rond de CD-R/CD-RW met de voor opname gebruikte apparatuur af. (Zie bladzijde 56).
Plaats een disc in de lade. Plaats de disc juist. Ontgrendel de disc.
(Zie bladzijde 22).
54
• Het apparaat werkt helemaal niet.
• “Panel Connect Error” verschijnt op het display.
• Automatisch instellen van zenders – SSM (Strong­station Sequential Memory) – functioneert niet.
FM/AM
• U hoort ruis terwijl u naar de radio luistert.
De ingebouwde microprocessor functioneert mogelijk niet juist vanwege interferentie, etc.
Het bedieningspaneel is niet juist en stevig bevestigd.
De signalen zijn te zwak.
De antenne zit niet goed vast.
Druk na het verwijderen van het bedieningspaneel met een pen op de terugsteltoets op de paneelhouder. (De in het geheugen vastgelegde instellingen voor de klok en voorkeurzenders worden gewist). (Zie bladzijde 2).
Verwijder het bedieningspaneel, veeg de aansluitpunten schoon en bevestig opnieuw. (Zie bladzijde 43.)
Leg de zenders handmatig vast.
Zorg dat de antenne stevig vast zit.
Symptomen
Oorzaken
Oplossingen
• Op het afleesvenster verschijnt de tekst “No Disc”.
• Op het afleesvenster verschijnt de tekst “Reset 8”.
• Op het afleesvenster verschijnt de tekst “Reset 1” – “Reset 7”.
• De CD kan niet worden afgespeeld.
• Bestanden worden overgeslagen of 00’00” verschijnt en de weergave stopt.
• Er is ongewenst geluid hoorbaar.
• De leestijd duurt lang (de vermelding “File Check” knippert op de display).
• De bestanden worden in een andere volgorde afgespeeld dan ik wilde.
Er bevindt zich geen CD in de CD-ladden.
Het apparaat is niet op de juiste manier met de CD-wisselaar verbonden.
De MP3-bestanden hebben niet de mp3 extensie in de bestandsnaam.
De MP3-bestanden zijn niet opgenomen in een indeling die voldoet aan de ISO 9660 Niveau 1-, ISO 9660 Niveau 2- of Joliet-norm.
De bestanden zijn met het Layer 1 of Layer 2 formaat gecodeerd.
Het bestand dat wordt afgespeeld is geen MP3­bestand (ook al heeft het bestand de extensie mp3).
De duur van de leestijd hangt af van de complexiteit van de hiërarchie van de mappen en bestanden.
De afspeelvolgorde wordt bepaald bij het maken van de opname.
Plaats een CD.
Verbind het apparaat en de CD­wisselaar op de juiste manier met elkaar en druk op de resetknop van de CD-wisselaar.
Druk op de resetknop van de CD-wisselaar.
Voeg de extensie mp3 aan de bestandsnamen toe.
Plaats een andere CD. (Neem de MP3-bestanden op met een toepassing die aan deze normen voldoet).
Plaats een disc waarop bestanden zijn die met het Layer 3 formaat zijn gecodeerd.
Sla het bestand over of plaats een andere CD. (Voeg nooit de extensie mp3 toe aan bestanden die geen MP3-bestanden zijn).
Maak de hiërarchie niet te ingewikkeld en gebruik niet teveel mappen. Plaats ook geen bestanden op de MP3-CD die geen MP3-bestanden zijn.
CD wisselaar
NEDERLANDS
MP3’s Afspelen
• De verstreken speeltijd is onjuist.
• “MP3” verschijnt op het display.
• “No Files” verschijnt even op het display en daarna worden afwisselend “Please Eject” getoond.
• Er worden verkeerde tekens weergegeven. (Weergave van tags, b.v. de naam van het album).
Dit kan gebeuren en is afhankelijk van het aantal bestanden dat op de CD staat.
Er zijn geen MP3 bestanden in de huidige directory.
Er zijn geen MP3 bestanden op deze disc.
Dit toestel kan uitsluitend letters van het alfabet (hoofdletters: A–Z, kleine letters: a–z), cijfers en een bepaald aantal symbolen tonen.
Kies een andere directory.
Plaats een disc waarop MP3 bestanden zijn.
55

ONDERHOUD

Omgaan met CD’s
Dit toestel is ontworpen voor weergave van CD’s, CD-R’s, CD-RW’s, CD Tekst en MP3 discs.
De manier waarop u met CD’s moet omgaan
Wanneer u een CD uit het opbergdoosje haalt, moet u het rondje in het midden van de doos naar beneden duwen en de CD uit het doosje halen terwijl u hem aan de rand vasthoudt.
• Houd de CD altijd aan de randen vast. Kom niet aan vlak met de opnames.
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan zachtjes om het rondje in het midden (bedrukte vlak naar boven).
• Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.
CD’s schoonhouden
NEDERLANDS
Het geluid kan verkeerd worden weergegeven als de CD vuil is. Als een CD vuil wordt, moet u hem afvegen met een zachte doek door de doek in een rechte lijn van het midden naar de rand te bewegen.
Nieuwe CD’s afspelen
Sommige nieuwe CD’s hebben oneffenheden langs de binnen- of buitenrand. Soms worden dergelijke CD’s door het apparaat geweigerd. U kunt deze oneffenheden verwijderen door de randen glad te wrijven met een potlood, ballpoint enz.
Haperingen:
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend. Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen wanneer u op dergelijke wegen rijdt.
56
Rondje in het midden
Condensvorming
In de volgende gevallen wordt er mogelijk condens op de lens in het toestel gevormd:
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto. Het toestel werkt dan mogelijk niet juist. In dat geval moet u de CD uit de CD-lade halen en moet u het apparaat een paar uur aan laten staan totdat het vocht is verdampt.
Als u een CD-R of CD-RW afspeelt
Het is mogelijk om uw originele CD-R’s en CD­RW’s met opnames in de audio-CD-indeling af te spelen of in de MP3’s-indeling. Afspelen is miss
chien niet mogelijk bij bepaalde, heel specifieke opnamekenmerken of­omstandigheden.
• Zelfgemaakte CD-R’s (Recordable) en CD-
RW’s (Rewritable) kunnen alleen worden afgespeeld als de eindbewerking “finalized” heeft plaatsgevonden.
• Lees alvorens een CD-R’s of CD-RW’s af te
spelen eerst de bij de disk meegeleverde instructies aandachtig door.
• Bepaalde CD-R’s en CD-RW’s kunnen mogelijk
niet op deze eenheid worden afgespeeld vanwege een heel specifieke opnamemethode, vuil op beschadigingen op de disk of een vuiltje op de lens.
• CD-R’s en CD-RW’s zijn uiterst gevoelig voor
hoge temperaturen en luchtvochtigheid. Laat geen disks in uw auto achter.
• Voor CD-RW’s is soms een langere leestijd
nodig. (Dit heeft te maken met het feit dat de weerkaatsing van CD-RW’s minder is dan van CD’s).
LET OP:
• Plaats geen 8 cm CD’s (CD-singles) in de CD­lade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen.)
• Plaats geen CD’s met een ongewone vorm (bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal problemen veroorzaken.
• Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een andere warmtebron en leg ze niet neer op plaatsen waar het zeer warm of vochtig is.
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray, verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om CD’s te reinigen.

SPECIFICATIES

GELUIDSVERSTERKER
Maximum uitgangsvermogen:
Voorin: 50 W per kanaal Achterin: 50 W per kanaal
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):
Voorin: 19 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische vervorming van het geluid.
Achterin: 19 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot
20 000 Hz met niet meer dan 0,8% totale harmonische
vervorming van het geluid. Belastingsimpedantie: 4 (speling 4 tot 8 Ω) Bereik van Equalizer:
Low: ±06 (50 Hz, 80 Hz, 120 Hz) Mid: ±06 (700 Hz, 1 kHz, 2 kHz)
High: ±06 (8 kHz, 12 kHz) Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz Signaal/ruisverhouding: 70 dB Uitgangsvermogen/Impedantie:
2,0 V/20 k belasting Uitgangsimpedantie: 1 k
RADIO
Frequentiebereik:
FM: 87,5 MHz tot 108,0 MHz
AM: (MG) 522 kHz tot 1 620 kHz
(LG) 144 kHz tot 279 kHz
[FM-zenders]
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:
11,3 dBf (1,0 µV/75 Ω) Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:
16,3 dBf (1,8 µV/75 Ω) Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz): 65 dB Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz Stereo-scheiding: 30 dB Vangbereik: 1,5 dB
[MG-zenders]
Gevoeligheid: 20 µV Selectiviteit: 35 dB
[LG-zenders]
Gevoeligheid: 50 µV
ALGEMEEN
Voeding:
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V
Aardingssysteem: Negatieve aarding Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):
Afmetingen apparaat
(ten behoeve van installatie):
182 mm × 52 mm × 150 mm
Afmetingen paneel:
188 mm × 58 mm × 14 mm
Gewicht: 1,4kg (excl. accessoires)
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Beschikbare tekens
U kunt tevens de volgende tekens voor het invoeren van namen van CD’s en externe componenten gebruiken (zie bladzijde 42). Daarbij worden deze tekens gebruikt voor het tonen van informatie als RDS, ID3v1 tags,
DAB, etc.
Cijfers en symbolen
Letters met accent
Hoofd
(speling 11 V tot 16 V)
Kleine
NEDERLANDS
CD-SPELER
Type: CD-speler Signaaldetectiesysteem: Pickup-lens
(halfgeleider-laser) Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo) Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz Dynamisch vermogen: 96 dB Signaal/ruisverhouding: 98 dB Zweving: Minder dan de meetbare limiet MP3-Decodierformat: MPEG 1/2 Audio Layer 3
Max. Bit-rate: 320 Kbps
57
Having TROUBLE with operation?
Please reset your unit
Refer to page of How to reset your unit
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?
Réinitialisez votre appareil
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?
Stel het apparaat terug
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen
EN, GE, FR, NL
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
JVC
0302MNMMDWJEIN
53 mm
184 mm
KD-LH2000R/KD-LH1000R
Installation/Connection Manual Einbau/Anschlußanleitung Manuel d’installation/raccordement Handleiding voor installatie/aansluiting
LVT0857-003A
[E/EX]
0302MNMMDWJEIN
JVC
EN, GE, FR, NL
ENGLISH
This unit is designed to operate on 12 V DC,
NEGATIVE ground electrical systems.
INSTALLATION (IN-DASH MOUNTING)
The following illustration shows a typical installation. However, you should make adjustments corresponding to your specific car . If you have an y questions or require information regarding installation kits, consult your JVC IN­CAR ENTERTAINMENT dealer or a company supplying kits.
1
Before mounting: Press (Control Panel Release button) to detach the control panel if already attached.
* When shipped from the factory , the control panel
is packed in the hard case.
2
Remove the trim plate.
3
Remove the sleeve after disengaging the sleeve locks.
1 Stand the unit.
Note: When you stand the unit, be careful not to damage the fuse on the rear.
2 Insert the 2 handles between the unit and the
sleeve, as illustrated, to disengage the sleeve locks.
3 Remove the sleeve.
Note: Be sure to keep the handles for future use after installing the unit.
4
Install the sleeve into the dashboard. * After the sleeve is correctly installed into the
dashboard, bend the appropriate tabs to hold the sleeve firmly in place, as illustrated.
5
Fix the mounting bolt to the rear of the unit’s body and place the rubber cushion over the end of the bolt.
6
Do the required electrical connections.
7
Slide the unit into the sleeve until it is locked.
8
Attach the trim plate. Note: Ensure the recessed part is at the bottom. If not, the control panel will not open completely.
9
Attach the control panel.
DEUTSCH
Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen
Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung ausgelegt.
EINBAU (IM ARMATURENBRETT)
Die folgende Abbildung zeigt einen typischen
Einbau. Dennoch müssen Sie entsprechend Ihrem jeweiligen Auto Anpassungen vornehmen. Bei irgendwelchen Fragen oder wenn Sie Informationen hinsichtlich des Einbausatzes brauchen, wenden Sie sich an ihren JVC Autoradiohändler oder ein Unternehmen das diese Einbausätze vertreibt.
1
Vor dem Einbau: Drücken Sie (Freigabe der Schalttafel), um die Arretierung der Schalttafel zu lösen, sofern diese bereits angebracht ist.
* Bei der Auslieferung ab Werk ist die Schalttafel
im Etui verpackt.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die Halterung nach dem Entriegeln der Halterungensperren abnehmen.
1 Das Gerät aufstellen.
Hinweis: Beim Aufstellen des Geräts darauf achten, daß die Sicherung auf der Rückseite nicht beschädigt wird.
2 Die 2 Griffe zwischen dem Gerät und der
Halterung wie abgebildet einstecken und die Halterungensperren entriegeln.
3 Die Halterung entfernen.
Hinweis: Sicherstellen, daß die Griffe für künftigen Gebrauch nach dem Einbau des Geräts aufbewahrt werden.
4
Die Halterung im Armaturenbrett einbauen. * Nach dem korrekten Einbau der Halterung im
Armaturenbrett, die entsprechenden Riegel umknicken, um die Halterung an ihrem Platz zu sichern, siehe Abbildung.
5
Die Befestigungsschraube an der Rückseite des Gerätekörpers befestigen und das Ende der Schraube mit einem Gummipuffer abdecken.
6
Nehmen Sie die erforderlichen elektrischen Anschlüsse vor.
7
Das Gerät in die Halterung schieben, bis es einrastet.
8
Die Frontrahmen anbringen. Hinweis: Vergewissern Sie sich, dass sich die
Aussparung an der Unterseite befindet.
Ist dies nicht der Fall, lässt sich die Bedienungsblende nicht vollständig öffnen.
9
Die Schalttafel anbringen.
FRANÇAIS
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des sources de courant continu de 12 V à masse NEGATIVE.
INSTALLATION (MONTAGE DANS LE TABLEAU DE BORD)
L’illustration suivante est un exemple d’installation typique. Cependant, vous devez faire les ajustements correspondant à votre voiture particulière. Si vous a vez des questions ou avez besoin d’information sur des kits d’installation, consulter votre revendeur d’autoradios JVC ou une compagnie d’approvisionnement.
1
Avant le montage:
du panneau de commande) pour éventeullement détacher le panneau de commande.
* Lorsque ce panneau de commande sort d’usine, il
est rangé dans un étui de transport.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Libérer les verrous du manchon et retirer le manchon.
1
Poser l’appareil à la verticale.
Remarque:
verticale, faire attention de ne pas endommager le fusible situé sur l’arrière.
2
Insérer les 2 poignées entre l’appareil et le manchon comme indiqué pour désengagé les verrous de manchon.
3
Retirer le manchon.
Remarque:
pour une utilisation ultérieur, après l’installation de l’appareil.
4
Installer le manchon dans le tableau de bord. * Après installation correcte du manchon dans le
tableau de bord, plier les bonnes pattes pour maintenir fermement le manchon en place, comme montré.
5
Monter le boulon de montage sur l’arrière du corps de l’appareil puis passer l’amortisseur en caoutchouc sur l’extrémité du boulon.
6
Réalisez les connexions électriques.
7
Faire glisser l’appareil dans le manchon jusqu’à ce qu’il soit verrouillé.
8
Remonter la plaque d’assemblage.
Remarque:
est en bas. Sinon, le panneau de commande ne pourra pas être ouvert complètement.
9
Remonter le panneau de commande.
Assurez-vous que la partie encastrée
Appuyer sur (déblocage
Lorsque vous mettez l’appareil à la
S’assurer de garder les poignées
NEDERLANDS
• Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen die werken op 12 V gelijkstroom met negatieve aarding.
INSTALLATIE (INBOUW IN HET DASHBOARD)
• Op de volgende afbeelding kunt u zien hoe de installatie, normaal gesproken, in zijn werk gaat. U moet echter bij de installatie rekening houden met de bijzonderheden van uw eigen auto. Neem bij vragen of voor meer bijzonderheden over inbouwpakketten contact op met uw JVC car audio dealer of een dealer of een bedrijf dat inbouwpakketten levert.
1
Voordat u aan de montage van het apparaat begint: Druk op (het bedieningspaneel vrijgeven)
als u het bedieningspaneel wilt loskoppelen indien dit aan de eenheid is vastgekoppeld.
* Standaard wordt het bedieningspaneel bij het verlaten
van de fabriek los verpakt meegeleverd.
2
Verwijder de sierplaat.
3
V erwijder het huis nadat u de klemmen hebt losgemaakt. 1 Zet het apparaat rechtop.
Opmerking: Wanneer u het apparaat rechtop zet, moet u erop letten dat u de zekering aan de achterkant niet beschadigt.
2 Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, tussen het
apparaat en het huis, om de klemmen los te maken.
3 Verwijder het huis.
Opmerking: Bewaar de hendels nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd, zodat u ze ook in de toekomst kunt gebruiken.
4
Installeer het huis in het dashboard. * Nadat het huis op de juiste wijze in het dashboard is
geplaatst, moet u de palletjes, zoals afgebeeld, stevig op hun plaats duwen.
5
Maak de bevestigingsbout aan de achterkant van het apparaat vast en plaats de rubberdop over het uiteinde van de bout.
6
Breng de vereiste elektrische verbindingen tot stand.
7
Schuif het apparaat in het huis totdat het vergrendeld is.
8
Bevestig de sierplaat. Opmerking: Zorg dat het ingedeukte gedeelte onder
is. Het bedieningspaneel kan anders namelijk niet geheel worden geopend.
9
Bevestig het bedieningspaneel.
1
3
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Slot
Schlitz
Fente
Sleuf
Fuse
Sicherung
Fusible
Zekering
Lock Plate
Arretierplättchen
Plaque de verrouillage
V ergrendelingsplaat
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
2
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
9
8
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
7
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop
4
4
*
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
5
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
6
See “ELECTRICAL CONNECTIONS. ”
Siehe „ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE“.
Référez-vous “RACCORDEMENTS ELECTRIQUES” .
Zie “ELEKTRISCHE VERBINDINGEN”.
TROUBLESHOOTING
The fuse blows. * Are the red and black leads connected correctly?
Power cannot be turned on. * Is the yellow lead connected?
No sound from the speakers. * Is the speaker output lead short-circuited?
Sound is distorted. * Is the speaker output lead grounded? * Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
Unit becomes hot. * Is the speaker output lead grounded? * Are the “–” terminals of L and R speakers grounded
in common?
FEHLERSUCHE
• Die Sicherung brennt durch.
* Sind die roten und schwarzen Leitungen richtig
angeschlossen?
• Stromversorgung kann nicht eingeschaltet werden.
* Ist die gelbe Leitung angeschlossen?
• Kein Ton aus den Lautsprechern.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung kurzgeschlossen?
• Ton verzerrt.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet? * Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und rechten
Lautsprecher zusammen geerdet?
• Gerät wird heiß.
* Ist die Lautsprecherausgangsleitung geerdet? * Sind die (–) Anschlußklemmen der linken und rechten
Lautsprecher zusammen geerdet?
EN CAS DE DIFFICULTES
• Le fusible saute.
*
Les fils rouge et noir sont-ils racordés correctement?
• L’appareil ne peut pas être mise sous tension.
*
Le fil jaune est-elle raccordée?
• Pas de son des enceintes.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il court-circuité?
• Le son est déformé.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
*
Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont­elles mises ensemble à la masse?
• L’appareil devient chaud.
*
Le fil de sortie d’enceinte est-il à la masse?
*
Les bornes “–” des enceintes gauche et droit sont­elles mises ensemble à la masse?
1
PROBLEMEN OPLOSSEN
De zekering slaat door.
* Zijn de rode en de zwarte draden op de juiste manier
aangesloten?
De stroom kan niet worden ingeschakeld.
* Is de gele draad aangesloten?
Er komt geen geluid uit de speakers.
* Is de uitgaande speakerdraad kortgesloten?
Het geluid wordt vervormd.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard? * Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
Het apparaat raakt verhit.
* Is de uitgaande speakerdraad geaard? * Zijn de minpolen van de linker- en de rechterspeakers
gemeenschappelijk geaard?
• When using the optional stay
• Beim Verwenden der Anker-Option
• Lors de l’utilisation du hauban en option
• Wanneer u de steun gebruikt (facultatief)
Washer
Unterlegscheibe
Rondelle
Sluitring
Dashboard
Armaturenbrett
Tableau de bord
Dashboard
Fire wall
Feuerwand
Cloison
Brandscherm
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Mounting bolt
Befestigungsschraube
Boulon de montage
Bevestigingsbout
Stay (option)
Anker (Option)
Hauban (en option)
Steun (facultatief)
Lock nut
Sicherungsmutter
Ecrou d’arrêt
Contra-moer
Screw (option)
Schraube (Option)
Vis (en option)
Schroef (facultatief)
• When installing the unit without using the sleeve
• Beim Einbau des Geräts ohne Halterung
• Lors de l’installation de l’appareil scans utiliser de manchon
• Wanneer u het apparaat zonder huis installeert
In a Toyota for example, first remove the car radio and install the unit in its place.
Zum Beispiel in einem Toyota zuerst das Autoradio ausbauen und dann das Gerät an seinem Platz einbauen.
Par exemple dans une Toyota, retirer d’abord l’autoradio et installer l’appareil à la place.
Voorbeeld: Bij een Toyota moet u eerst de autoradio verwijderen en daarna het apparaat installeren.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Pocket
Taschen
Poche
Zak
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Bracket*
Konsole*
Support*
Console*
Note: When installing the unit on the mounting bracket, make sure to use the 6 mm-long screws. If longer screws are used, they could damage the unit.
Hinweis: Beim Anbringen des Gerät an der Konsole sicherstellen, daß 6 mm lange Schrauben verwendet werden. Werden längere Schrauben verwendet, können sie das Gerät beschädigen.
Remarque:
Lors de l’installation de l’appareil sur le support de montage, s’assurer d’utiliser des vis d’une longueur de
6 mm. Si des vis plus longues sont utilisées, elles peuvent endommager l’appareil.
Opmerking: Wanneer u het apparaat aan de bevestigingsklem vastmaakt, moet u de 6 mm lange schroeven gebruik en. Als u langere schroeven gebruikt, kan het apparaat worden beschadigd.
* Not included with this unit.
* Nicht Teil dieses Geräts.
*
Non fourni avec cet appareil.
* Niet meegeleverd.
Flat type screws (M5 x 6 mm)*
Senkkopfschrauben (M5 x 6 mm)*
Vis à tête plate (M5 x 6 mm)*
Platkopschroeven (M5 x 6 mm)*
Removing the unit
• Before removing the unit, release the rear section.
1
Remove the control panel.
2
Remove the trim plate.
3
Insert the 2 handles into the slots, as shown. Then, while gently pulling the handles away from each other, slide out the unit. (Be sure
to keep the handles after installing it.)
1
Control panel
Schalttafel
Panneau de commande
Bedieningspaneel
Parts list for installation and connection
The following parts are provided with this unit. After checking them, please set them correctly.
Hard case/Control panel Etui/Schalttafel
Etui de transport/Panneau de commande
Behuizing/Bedieningspaneel
Ausbau des Geräts
• Vor dem Ausbau des Geräts den hinteren Teil freigeben.
1
Die Schalttafel abnehmen.
2
Den Frontrahmen herausnehmen.
3
Die 2 Griffe in die Schlitze wie gezeigt stecken. Dann die Griffe behutsam auseinander ziehen und das Gerät herausziehen. (Die Griffe nach
dem Einbau auf jeden Fall aufbewahren.)
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Teileliste für den Einbau und Anschluß
Die folgenden Teile werden zusammen mit diesem Gerät geliefert. Nach ihrer Überprüfung, die Teile richtig einsetzen.
5
Sleeve
Halterung
Manchon
Huis
Retrait de l’appareil
Avant de retirer l’appareil, libérer la section arrière.
1
Retirer le panneau de commande.
2
Retirer la plaque d’assemblage.
3
Introduire les deux poignées dans les fentes, comme montré. Puis , tout en tirant doucement les poignées écartées, faire glisser l’appareil pour le sortir.
(S’assurer de conserver les
poignées après l’installation de l’appareil.)
32
Liste des pièces pour l’installation et raccordement
Les pièces suivantes sont fournies av ec cet appareil. Après vérification, veuillez les placer correctement.
Trim plate
Frontrahmen
Plaque d’assemblage
Sierplaat
Remote controller
Fernbedienung
Télécommande
Afstandsbediening
Verwijderen van het apparaat
Voordat u het apparaat verwijdert, moet u het
achtergedeelte losmaken.
1
Verwijder het bedieningspaneel.
2
Verwijder de sierplaat.
3
Plaats de 2 hendels, zoals afgebeeld, in de sleuven. Daarna duwt u de hendels zachtjes uit elkaar en kunt u het apparaat naar buiten schuiven. (Bewaar de hendels nadat u
het apparaat hebt geïnstalleerd!)
Handle
Griff
Poignée
Hendel
Lijst van onderdelen die u bij installatie en aansluiting nodig hebt
De volgende onderdelen worden bij het apparaat geleverd. Installeer ze op de juiste wijze, nadat u ze hebt gecontroleerd.
Battery
Batterie
Pile
Batterij
CR2025
Pow er cord
Stromkable
Cordon d’alimentation
Stroomkabel
ELECTRICAL CONNECTIONS
To prevent short circuits, we recommend that you disconnect the battery’s negative terminal and make all electrical connections before installing the unit. If you are not sure how to install this unit correctly , ha ve it installed by a qualified technician.
Note: This unit is designed to operate on 12 V DC, NEGATIVE ground electrical systems. If your
vehicle does not have this system, a voltage inverter is required, which can be purchased at JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealers.
• Replace the fuse with one of the specified rating. If the fuse blows frequently , consult y our JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer.
• If noise is a problem... This unit incorporates a noise filter in the power circuit. Ho wever , with some vehicles, clic king or other unwanted noise may occur . If this happens, connect the unit’s rear ground terminal (see connection diagram) to the car’s chassis using shorter and thicker cords, such as copper braiding or gauge wire . If noise still persists, consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT dealer.
• Maximum input of the speakers should be no more than 50 W at the rear and 50 W at the front, with an impedance of 4 to 8 Ω.
Be sure to ground this unit to the car’ s chassis.
• The heat sink becomes very hot after use. Be careful not to touch it when removing this unit.
Heat sink
Abstrahlblech
Dissipateur de chaleur
Warmte-opnemer
Handles
Griffe
Poignées
Hendels
Washer (ø5)
Unterlegscheibe(ø5)
Rondelle (ø5)
Sluitring (ø5)
ELEKTRISCHE ANSCHLÜSSE
Zur Vermeidung von Kurzschlüssen empfehlen wir, daß Sie den negativen Batterieanschluß abtrennen und alle elektrischen Anschlüsse herstellen, bevor das Gerät eingebaut wird. Sind Sie sich über den richtigen Einbau des Geräts nicht sicher, lassen Sie es von einem qualifizierten Techniker einbauen.
Hinweis: Dieses Gerät ist für einen Betrieb in elektrischen Anlagen mit 12 V Gleichstrom und (–) Erdung
ausgelegt. Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über diese Anlage, ist ein Spannungsinverter erforderlich, der bei JVC Autoradiohändler erworben werden kann.
• Die Sicherung mit einer der entsprechenden Nennleistung ersetzen. Brennt die Sicherung häufig durch, wenden Sie sich an ihren JVC Autoradiohändler.
• Sind Störgeräusche ein Problem... Dieses Gerät enthält ein Störfilter im Stromkreis. Bei manchen Fahrzeugen kann jedoch ein Klicken oder andere unerwünschte Störgeräusche auftreten. Sollte das der Fall sein, die hintere Erdungscanschlußklemme (siehe Schaltplan) des Geräts am Fahrwerk des Fahrzeugs anschließen, dabei kürzere und dickere Kabel wie beispielsweise Kupfergeflechtdraht oder Stahldraht verwenden. Bleibt Störgeräusch bestehen, wenden Sie sich an Ihren JVC Autoradiohändler.
• Maximale Eingangsleistung der Lautsprecher nicht sein sollte mehr als 50 W hinten und 50 W vorne sein, mit einer Impedanz von 4 bis 8 Ω.
Sicherstellen, daß das Gerät am Fahrwerk
geerdet wird.
• Das Abstrahlblech wird nach dem Gebrauch sehr heiß. Beim Ausbau des Geräts darauf achten, das Abstrahlblech nicht zu berühren.
Lock nut (M5)
Sicherungsmutter (M5)
Ecrou d’arrêt (M5)
Contra-moer (M5)
Mounting bolt (M5 x 20 mm)
Befestigungsschraube (M5 x 20 mm)
Boulon de montage (M5 x 20 mm)
Bevestigingsbout (M5 x 20 mm)
RACCORDEMENTS ELECTRIQUES
Pour éviter tout court-circuit, nous vous recommandons de débrancher la borne négative de la batterie et d’effectuer tous les raccordements électriques avant d’installer l’appareil. Si l’on n’est pas sûr de pouvoir installer correctement cet appareil, le faire installer par un technicien qualifié.
Remarque:
Cet appareil est conçu pour fonctionner sur des sources de courant continu de
NEGATIVE
d’alimentation, il vous faut un convertisseur de tension, que vous pouvez acheter chez un rev endeur d’autoradios JVC.
Remplacer le fusible par un de la valeur précisée. Si le fusible saute souvent, consulter votre revendeur d’autoradios JVC.
Si le bruit est un problème... Cet appareil incorpore un filtre de bruit dans le circuit d’alimentation. Cependant, avec cer tains véhicules, quelques claquements ou autres bruits non désirés risquent de se produire. Si cela arriv e, raccorder la au châssis de la voiture (voir le diagramme de raccordement) en utiliscant des cordons les plus gros et les plus courts possibles telle qu’une barre de cuivre ou une tresse. Si le bruit persiste, consulter votre revendeur d’autoradios JVC.
La puisscance admissible des enceites devrait n’être pas plus qu’ c 50 W à l’arrière et à 50 W l’avant, avec une impédance de
• S’assurer de raccorder la mise à la masse de cet appareil au châssis de la voiture.
Le dissipateur de chaleur devient très chaud après usage. Faire attention de ne pas le toucher en retirant cet appareil.
. Si votre véhicule n’offre pas ce type
borne arrière de masse
12 V à masse
de l’appareil
4 à 8
.
Rubber cushion
Gummipuffer
Amortisseur en caoutchouc
Rubberdop

ELEKTRISCHE VERBINDINGEN

Om kortsluiting te voorkomen adviseren wij u om de minpool van de accu los te maken en alle elektrische verbindingen tot stand te brengen voordat u het apparaat in de auto installeert. Als u niet zeker weet hoe u dit a pparaat moet installeren, kunt u dit beter door een daartoe gekwalificeerde technicus laten doen.
Opmerking:
Dit apparaat mag worden gebruikt bij elektrische systemen die werken op 12 V gelijkstroom met negatieve aarding. Als uw auto niet is uitgerust met een derg elijk systeem, is een spanningsomzetter vereist. Dit instrument kan worden aangeschaft bij JVC car audio dealers.
• Vervang de zekering door een exemplaar met het aangegeven vermogen. Als de zekering vaak doorslaat, moet u uw JVC car audio dealer raadplegen.
• Als u geluidsproblemen hebt… De krachtschakeling van dit apparaat heeft een ingebouwd geluidsfilter. In sommige voertuigen zijn tikgeluiden of andere ongewenste geluiden te horen. Als dit gebeurt, moet u de massaklem aan de achterkant (zie aansluitingsschema) aan het chassis van de auto vastmaken met behulp van een kortere en dikkere kabel, zoals kopermanteldraad of tellerkabel. Als het geluid niet verdwijnt, moet u contact opnemen met uw JVC car audio dealer.
• Het maximum ingangsvermogen van de speakers moet achterin niet meer dan 50 W zijn en voorin 50 W, met een impedantie van 4 tot 8 Ω.
Zorg ervoor dat dit apparaat door middel van
een aardkabel is verbonden met het chassis van de auto.
• De warmte-opnemer kan na gebruik erg heet worden. Raak de warmte-opnemer niet aan wanneer u dit apparaat van zijn plaats haalt.
2
ENGLISH
DEUTSCH
FRANÇAIS
A Typical Connections / Typische Anschlüsse / Raccordements typiques / Normale verbindingen
Before connecting: Check the wiring in the vehicle carefully. Incorrect connection may cause serious damage to this unit. The leads of the power cord and those of the connector from the car body may be different in colour.
1
Connect the colored leads of the power cord to the car battery, speak ers and power aerial (if any) in the following sequence.
1 Black: ground 2 Yellow: to car battery (constant 12 V) 3 Red: to an accessory terminal 4 Blue with white stripe: to power aerial (200 mA
max.)
5 Orange with white stripe: to car light control switch 6 Brown: to cellular phone system (For details,
refer to the instructions of the cellular phone.)
7 Others: to speakers
2
Connect the aerial cord.
3
Finally connect the wiring harness to the unit.
Note: If your vehicle does not have any accessory terminal, move the fuse from the fuse position 1 (initial position) to fuse position 2, and connect the red lead (A7) to the positive (+) battery terminal.
• The yellow lead (A4) is not used in this case.
Vor dem Anschließen: Die Verdrahtung im Fahrzeug sorgfältig überprüfen. Falsche Anschlüsse können ernsthafte Schäden am Gerät hervorrufen.
Die Leiter des Stromkabels und die Leiter des Anschlusses im Fahrzeug können sich farblich unterscheiden.
1
Die farbigen Leitungen des Spannunsgversorgungskabels an der Autobatterie, den Lautsprechern und dem Motorantenne (sofern vorhanden) in folgender Reihenfolge anschließen.
1 Schwarz: Erdung 2 Gelb: an Autobatterie (konstant 12 V) 3 Rot: an Zubehöranschlußklemme 4 Blau mit weißem Streifen: Zur Motorantenne
(200 mA max.)
5
Orange mit weißem Streifen: zum Autolichtschalter
6 Braun: an Mobiltelefon (Weitere informationen
entnehmen Sie bitte der Bedienungscanleitung des Mobiltelefons.)
7 Andere: an Lautsprecher
2
Das Antennenkabel anschließen.
3
Die Kabelbäume am Gerät anschließen.
Hinweis: Verfügt Ihr Fahrzeug nicht über eine Zubehöranschlußklemme, die Sicherung von der 1. Sicherungsposition (Erstposition) in die 2. Sicherungsposition versetzen, die rote Leitung (A7) an der (+) Batterieanschlußklemme anschließen.
• Die gelbe Leitung (A4) wird in diesem Fall nicht verwendet.
Avant de commencer la connexion:
attentivement le câblage du véhicule. Une connexion incorrecte peut endommager sérieusement l’appareil. Le fil du cordon d’alimentation et ceux des connecteurs du châssis de la voiture peuvent être différents en couleur .
1
Connectez les fils de couleur du cordon d’alimentation à la batterie de la voiture, aux enceintes et à l’antenne automatique (s’il y en a une) dans l’ordre suivant.
1
Noir: à la masse
2
Jaune: à la batterie de la voiture (12 V constant)
3
Rouge: à la prise accessoire
4
Bleu avec bande blanche: vers l’antenne (200 mA max.)
5
Orange avec bande blanche: à l’interrupteur d’éclairage de la voiture
6
Marron: à un système de téléphone cellulaire (Pour les détails, se référer aux instructions du téléphone cellulaire.)
7
Autres: aux enceintes
2
Connectez le cordon d’antenne.
3
Finalement, connectez le faisceau de fils à l’appareil.
Remarque:
Si votre véhicule ne possède pas de borne accessoire, déplacez le fusible de la position de fusible 1 (position originale) à la position de fusible 2 et connectez le fil rouge (A7) à la borne positive (+) de la batterie.
• Le fil jaune (A4) n’est pas utilisé dans ce cas.
vérifiez
NEDERLANDS
Alvorens de verbindingen tot stand te brengen:
moet u de bedrading in de auto zorgvuldig. Het apparaat kan door verkeerde verbindingen ernstige schade oplopen. De draden van het stroomsnoer verschillen mogelijk van
kleur metde aansluitingen op het chassis van de auto.
1
Sluit de gekleurde snoerdraden van de stroomkable in de hierna genoemde volgorde aan op de accu van de auto, de luidsprekers en de antenne (indien aanwezig).
1 Zwart: aarde 2 Geel: naar de accu van de auto (constant 12 V) 3 Rood: naar de aansluitklem van de accessoire 4 Blauw met witte streep: naar de antenne
(200 mA max.)
5 Oranje met witte streep: naar de schakelaar voor
de autoverlichting
6 Bruin: naar het mobiele-telefoonsysteem (Lees
voor meer informatie de instructies die bij de mobiele telefoon worden geleverd.)
7 Andere: naar de speakers
2
Sluit de antenne aan.
3
Verbind de draadbundel daarna met het apparaat.
Opmerking: Als uw voertuig niet beschikt over een aansluitklem, moet u de zekering verplaatsen van stand 1 (beginstand) naar stand 2 en moet u de rode draad (A7) met de pluspool (+) van de accu verbinden.
• In dit geval wordt de gele draad (A4) niet gebruikt.
JVC CD changer/DAB tuner or another external component
CD-Wechsler von JVC/DAB-Tuner oder eine andere externe Komponente
Changeur CD JVC/ Tuner DAB ou autre appareil extérieur
JVC CD-wisselaar/DAB-tuner of een ander extern apparaat
B1 B3 B5 B7
B2 B4 B6 B8
A5 A7
A2 A4 A6 A8
SUB WOOFER (see diagram B )
(siehe Schaltplan B )
Fuse position 2
2. Sicherungsposition
Position de fusible 2
Zekering, stand 2
Fuse position 1
1. Sicherungsposition
Position de fusible 1
Zekering, stand 1
(voir le diagramme B )
(zie schema B )
Rear ground terminal
Hintere Erdungscanschlußklemme
Borne arrière de masse
Massaklem aan de achterkant
LINE OUT (see diagram B )
(siehe Schaltplan B )
(voir le diagramme B )
(zie schema B )
*1: Before checking the operation of this unit prior to
installation, this lead must be connected, otherwise power cannot be turned on.
*1: Vor der Überprüfung der Funktionsfähigkeit des Geräts
vor dem Einbau, muß diese Leitung angeschlossen werden, da sonst die Stromversorgung nicht eingeschaltet werden kann.
2
Aerial terminal
Antennenanschlußklemme
Borne de l’antenne
Aansluitpunt antenne
To aerial
Zur Antenne
A l’antenne
Naar de antenne
3
*1:Pour vérifier le fonctionnement de cet appareil avant
installation, ce fil doit être raccordé, sinon l’appareil ne peut pas être mis sous tension.
*1: Voordat u controleert of het apparaat werkt (alvorens het te
installeren), moet deze draad aangesloten zijn. Als dit niet het geval is, kan de stroom niet worden ingeschakeld.
B115B3 B5 B7
B2 B4 B6 B8
A5 A7
A6
A2 A4 A8
Black
Schwarz
Noir
Zwart
1
Yellow*
1
Gelb*
1
Jaune*
1
Geel *
Red
Rot
Rouge
Rood
Blue with white stripe
Blau mit weißem Streifen
Bleu avec bande blanche
Blauw met witte streep
Orange with white stripe
Orange
mit weißem Streifen
Orange
avec bande blanche
Oranje
met witte streep
Brown / Braun /
When connecting a CD changer, we recommend to use one of the CH-X series CD changers.
• If your CD changer is one of the KD-MK series, you need an optional cord (KS-U15K). You can also use an external component such as a portable MD player by connecting the Line Input Adaptor KS-U57 (not supplied). (See diagram B .)
Wenn Sie einen CD-Wechsler anschließen möchten, empfiehlt es sich, einen CD-Wechsler der Modellreihe CH-X zu verwenden.
• Wenn Ihr CD-Wechsler zur Modellreihe KD-MK gehören, benötigen Sie ein anderes Kabel (KS-U15K). Sie können auch eine externe Komponente, z.B. einen tragbaren MD-Spieler, verwenden, wenn Sie den (nicht zum Lieferumfang gehörenden) Line-Eingangsadapter KS-U57 anschließen (siehe Schaltplan
B ).
Lors de la connexion d’un changeur CD, nous vous recommandons d’utiliser un des changeurs CD de la série CH-X.
• Si votre changeur appartient à la série KD-MK, vous avez besoin d’un cordon optionnel (KS-U15K). Vous pouvez aussi utiliser un appareil extérieur tel qu’un lecteur de MD en connectant l’adaptateur d’entrée de ligne KS-U57 (non fourni). (Voir le diagramme B ).
Voor het aansluiten van een CD-wisselaar raden we een wisselaar uit de CH-X-serie aan.
Als de CD-wisselaar die u wilt aansluiten uit de KD-MK-serie komt, hebt u een extra kabel nodig (KS-U15K). Het is ook mogelijk een extern apparaat zoals een draagbare MD-speler aan te sluiten met behulp van de Line Input Adapter KS-U57 (niet meegele ver d). (Zie schema B .)
15 A fuse
15 A Sicherung
Fusible 15 A
Zekering 15 A
A8
1
A4
2
A7
Marron /
1
To metallic body or chassis of the car
Zur metallenen Karosserie oder zum Fahrwerk des Autos
Vers corps métallique ou châssis de la voiture
Naar metalen ondergrond of chassis van de auto
To a live terminal in the fuse block connecting to the car battery (bypassing the ignition swich)
Zur einer stromführenden Anschlußklemme im Sicherungsblock zum Anschließen an die Autobatterie (Umgehen des Zündschalters)
A une borne sous tension du porte-fusible connectée à la batterie de la voiture (en dérivant l’interrupteur d’allumage)
Naar een onder spanning staande aansluitklem in het zekeringblok die is aangesloten op de accu van de auto (u passeert de ontstekingsschakelaar)
To an accessory terminal in the fuse block
Zur einer Zubehöranschlußklemme im Sicherungsblock
3
Vers borne accessoire du porte-fusible
Naar een aansluitklem in het zekeringblok
A5
4
Bruin
Not included with this unit.
*
Wird nicht mit Gerät mitgeliefert.
Non fourni avec cet appareil.
Niet bij het apparaat inbegrepen.
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
V ers l’antenne automatique s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
(ILLUMINATION)
Ignition switch
Zündschalter
*
Interrupteur d’allumage
Contactschakelaar
*
Fuse block
Sicherungsblock
Porte-fusible
Zekeringblok
To car light control switch
A6
Zum Autolichtschalter
A l’interrupteur d’éclairage de la voiture
Naar de schakelaar voor de autoverlichting
5
To cellular phone system
A2
Zur Moblitelephon
A un système de téléphone cellulaire
Naar het mobiele-telefoonsysteem
6
B6 B5 B4 B3 B8 B7 B2 B1
White with black stripe
Weiß mit schwarzem Streifen
Blanc avec bande noire
Wit met zwarte streep
White
Weiß
Blanc
Wit
Left speaker (front)
Linker Lautsprecher (vorne)
Enceinte gauche (avant)
Linkerspeaker (voorin)
Gray with black stripe
Grau mit schwarzem Streifen
Gris avec bande noire
Grijs met zwarte streep
PRECAUTIONS on power supply and speaker connections:
DO NOT connect the speaker leads of the power
cord to the car battery; otherwise, the unit will be seriously damaged.
• Connect the black lead (ground), yellow lead (to car battery, constant 12 V), and red lead (to an accessory terminal) correctly.
• BEFORE connecting the speaker leads of the power cord to the speakers, check the speaker wiring in your car. – If the speaker wiring in your car is as illustrated
in Fig. 1 and Fig. 2 belo w, DO NOT connect the unit using that original speaker wiring. If you do, the unit will be seriously damaged. Redo the speaker wiring so that you can connect the unit to the speakers as illustrated in Fig. 3.
If the speaker wiring in your car is as illustrated
in Fig. 3, you can connect the unit using the original speaker wiring in your car.
– If you are not sure of the speaker wiring of your car,
consult your JVC IN-CAR ENTERTAINMENT.
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3
+
+
L
-
-
+
+
R
-
-
7
Gray
Grau
Gris
Grijs
Right speaker (front)
Rechter Lautsprecher (vorne)
Enceinte droit (avant)
Rechterspeaker (voorin)
VORSICHTSMASSREGELN beim Anschließen der Stromversorgung
und Lautsprecher:
Die Lautsprecherleitungen des Netzkabels NICHT an der Autobatterie anschließen, da sonst das Gerät schwer beschädigt wird.
• Die schwarze Leitung (Erdung), die gelbe Leitung (zur Autobatterie, konstant 12 V) und die rote Leitung (zur Zubehöranschlußklemme) richtig anschließen.
• VOR dem Anschließen der Lautsprecherleitungen des Spannunsgversorgungskabels an die Lautsprecher, die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto überprüfen. – Ist die Lautsprecherverdrahtung wie unten in
Fig. 1 und Fig. 2 abgebildet, das Gerät
NICHT mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher anschließen, da sonst das Gerät schwer beschädigt wird. Die Lautsprecherverdrahtung erneuern, so daß Sie
das Gerät an den Lautsprechern wie in Fig. 3 abgebildet anschließen können.
Ist die Lautsprecherverdrahtung in Ihrem Auto
wie in Fig. 3 abgebildet, können Sie das Gerät mit der Originalverdrahtung der Lautsprecher in Ihrem Auto anschließen.
– Sind Sie sich über die Lautsprecherverdrahtung in
Ihrem Auto nicht sicher, wenden Sie sich an Ihren JVC Autoradiohändler.
Green with black stripe
Grün mit schwarzem Streifen
V ert avec bande noire
Groen met zwarte streep
Green
Grün
Vert
Groen
Left speaker (rear)
Linker Lautsprecher (hinten)
Purple with black stripe
Lila mit schwarzem Streifen
Violet avec bande noire
Paars met zwarte streep
Enceinte gauche (arrière)
Linkerspeaker (achterin)
PRECAUTIONS sur l’alimentation et la connexion des enceintes:
NE CONNECTEZ PAS les fils d’enceintes du
cordon d’alimentation à la batterie; sinon, l’appareil serait sérieusement endommagé.
Connectez correctement le fil noir (a la masse), le fil jaune (a la batterie de la voiture,12 V constant) et le fil rouge (à la prise accessoire).
AVANT de connecter les fils d’enceintes du cordon d’alimentation aux enceintes, vérifiez le câblage des enceintes de votre voiture. –
Si le câblage des enceintes de votre voiture est comme montré sur la Fig. 1 ou Fig. 2 ci-dessous,
NE CONNECTEZ PAS l’appareil en utiliscant ce câblage original des enceintes. Si vous le faites, l’appareil sera sérieusement endommagé. Recommencez le câblage des enceintes de façon que vous puissiez connecter l’appareil aux enceintes comme montré sur la Fig. 3.
Si le câblage des enceintes de votre voiture est comme montré sur la Fig. 3,
connecter l’appareil en utiliscant ce câblage original d’enceintes pour votre voiture.
– Si vous n’êtes pas sûrs du câblage d’enceintes de
votre voiture, consulter v otre revendeur d’autoradios JVC.
3
vous pouvez
Purple
Lila
Violet
Paars
Right speaker (rear)
Rechter Lautsprecher (hinten)
Enceinte droit (arrière)
Rechterspeaker (achterin)
VOORZORGSMAATREGELEN bij het verbinden van de stroomkabeldraad met de speakers:
Verbind de speakerdraden van de stroomkabel
NIET met de accu van de auto; als u dit wel doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen.
• Sluit de zwarte draad (aarde), de gele draad (naar de accu
van de auto, constant 12 V) en de rode draad (naar de
aansluitklem van de accessoire
• VOORDAT u de speakerdraden van de stroomkabel met de speakers verbindt, moet u de bedrading van de speakers in uw auto controleren. – Als de bedrading van de speakers eruitziet zoals
hieronder staat afgebeeld in Fig. 1 en Fig. 2, mag het apparaat NIET worden aangesloten met behulp van deze oorspronkelijke speakerbedrading. Als u dat wel doet, zal het apparaat ernstige schade oplopen. Pas de bedrading van de speakers aan, zodat u het apparaat met de speakers kunt verbinden, zoals staat afgebeeld in Fig. 3.
Als de bedrading v an de speakers eruitziet zoals
staat afgebeeld in Fig. 3, kunt u het apparaat aansluiten met behulp van de oorspronkelijke speakerbedrading in uw auto.
– Als u twijfels hebt over de speakerbedrading in uw auto,
moet u contact opnemen met uw JVC car audio dealer
raadplegen
.
) op de juiste wijze aan.
Connecting the leads / Anschließen der Leitungen / Raccordement des fils / Aansluiting van de gekleurde draden
Twist the core wires when connecting.
Die Kerndrähte beim Anschließen verdrehen.
Torsader les âmes des fils en les raccordant.
Draai de kerndraden om elkaar heen wanneer u ze wilt aansluiten.
Solder the core wires to connect them securely.
Die Kerndrähte anlöten, um sie fest anzuschließen.
Souder les âmes des fils pour les raccorder entre eux de façon sûre.
Soldeer de kerndraden zodat ze stevig vast zitten.
B Connections Adding Other Equipment / Anschlüsse zum Hinzufügen von anderer Ausrüstung / Raccordement pour ajouter d’autres appareils /
Aansluitingen voor het toevoegen van andere apparatuur
You can connect an amplifier and other equipment to upgrade your car stereo system.
• Connect the remote lead (blue with white stripe) to the remote lead of the other equipment so that it can be controlled through this unit.
• For amplifier only: – Connect this unit’s line-out ter minals to the
amplifier’s line-in terminals.
– Disconnect the speakers from this unit,
connect them to the amplifier. Leave the speaker leads of this unit unused. (Cover the terminals of these unused leads with insulating tape, as illustrated above.)
• For playbac k source components: After connection is done, adjust and store the input level of each component (See “Adjusting the sound” on the INSTRUCTIONS (separate volume)).
Sie können einen Verstärker oder ein anderes Gerät anschließen, um Ihre Autostereoanlage zu erweitern.
Schließen Sie das Fernbedienungskabel (blau mit
weißem Streifen) an das Fernbedienungskabel des anderen Geräts an, so daß es über dieses Gerät gesteuert werden kann.
Nur für den Verstärker:
– Die Anschlußklemmen am Ausgang dieses Gerät
an den Anschlußklemmen des Eingangs des Verstärkers anschließen.
– Die Lautsprecher von diesem Gerät abtrennen
und am Verstärker anschließen. Die Lautsprecherleitungen dieses Geräts unbenutzt lassen. (Die Anschlußklemmen dieser nicht verwendeten Leitungen mit Isolierklebeband umwickeln, siehe Abbidung oben.)
Wiedergabesignalquellen: Passen Sie den
Eingangspegel jeder Komponente nach dem Anschluss an, und speichern Sie ihn (weitere Informationen finden Sie im Abschnitt “Anpassen des Klangs” in der (separaten) Bedienungsanleitung).
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• To pre vent short-circuit, cover the terminals of the UNUSED leads with insulating tape.
• Zur Vermeidung eines Kurzschlusses die Anschlußklemmen der NICHT VERWENDETEN Leitungen mit Isolierklebeband umwickeln.
• Pour éviter les court-circuits, couvrir les bornes des fils qui ne sont P AS utilisés avec de la bande isolante.
• Om kortsluiting te voorkomen, moet u de aansluitklemmen van ONGEBRUIKTE gekleurde draden met isolatieband bedekken.
Vous pouvez connecter un amplificateur ou autre appareil pour améliorer votre système autoradio.
Connectez le fil de commande à distance (bleu avec bande blanche) au fil de commande à distance de l’autre appareil de façon qu’il puisse être commandé via cet appareil.
Pour l’amplificateur seulement: – Raccorder les bornes de sortie ligne de cet appareil
aux bornes d’entrée ligne de l’amplificateur.
– Déconnectez les enceintes de cet appareil et
connectez-les à l’amplificateur. Laissez les fils d’enceintes de cet appareil inutilisés. (Recouvrir les extrémités de ces fils inutilisés avec de la bande isolante comme montré ci-dessus.)
Pour les appareils source de lecture: Une fois que la connexion est terminée, ajustez et mémorisez le niveau d’entrée pour chaque appareil. (V oir la section “Ajustement du son” des “INSTRUCTIONS” (volume
Het is mogelijk om uw autostereosysteem uit te breiden met een versterker of andere apparatuur.
• Verbind de externe kabel (blauw met witte streep) met de externe kabel van het andere apparatuur zodat deze op afstand vanaf deze apparaat kan worden bediend.
• Alleen voor een versterker: – V erbind de uitgang van het apparaat met de ingang v an
de versterker.
– Koppel de speakers van dit apparaat los en
verbind ze aan de versterker. Gebruik de speakerdraden van dit apparaat niet. (Plak de aansluitklemmen van deze speakerdraden met isolatieband af zoals hierboven is afgebeeld.)
• V oor weerga ve van broncomponenten: Na het mak en van de verbinding, moet u het ingangsniveau van ieder component instellen en vastleggen. (Zie “Instellen van het geluid” in de GEBRUIKSAANWIJZING (apart bijgevoegd)).
séparé).)
Amplifier / Verstärker / Amplificateur / Versterker
Rear speakers
Hintere Lautsprecher
Enceintes arrière
Achterspeakers
INPUT
L R
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (niet meegeleverd)
Vordere Lautsprecher
L
R
L
L R
R
Front speakers
Enceintes avant
V oor speakers
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC V ersterker
LINE OUT
L
FRONT
REAR
R
*
KD-LH2000R KD-LH1000R
*2Firmly attach the ground wire to the metallic body or to the chassis of the car—to the place not coated with paint (if coated with paint, remove the paint before attaching the wire). Failure to do so may
cause damage to this unit.
*2Verbinden Sie den Erdungsleiter mit der Karosserie oder dem Rahmen des Fahrzeugs. Die Kontaktstelle darf nicht lackiert sein (sollte die Kontaktstelle lackiert sein, entfernen Sie den Lack der
Kontaktstelle, bevor Sie den Leiter befestigen). Wenn der Erdungsleiter nicht ordnungsgemäß angeschlossen wird, kann dieses Gerät beschädigt werden.
*2Attachez solidement le fil de mise à la masse au châssis métallique de la voiture—à un endroit qui n’est pas recouvert de peinture (s’il est recouvert de peinture, enlevez d’abord la peinture avant
d’attacher le fil). L’appareil peut être endommagé si cela n’est pas fait correctement.
*2Bevestig de aardedraad goed met een metalen onderdeel of het chassis van de auto—bevestig op een niet-gelakt gedeelte (indien gelakt, schuur dan af alvorens de draad te bevestigen). Het toestel
kan worden beschadigd indien de aardedraad niet goed is aangesloten.
Remote lead
Fernbedienungsleitung
Fil d’alimentation à distance
Antennedraad
Remote lead (Blue with white stripe)
Fernbedienungsleitung (Blau mit weißem Streifen)
Fil d’alimentation à distance (Bleu avec bande blanche)
Antennedraad (Blauw met witte streep)
2
INPUT
L R
You can connect another power amplifier for front speakers.
L
R
Y-connector (not supplied with this unit)
Y-Anschluß (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Connecteur Y (non fourni avec cet appareil)
Y-connector (niet meegeleverd)
To power aerial if any
Zur Motorantenne, sofern vorhanden
V ers l’antenne automatique , s’il y en a une
Naar de antenne (indien aanwezig)
JVC Amplifier
JVC Verstärker
JVC Amplificateur
JVC V ersterker
Sie können einen anderen Leistungsverstärker für die vorderen Lautsprecher anschließen.
Front speakers
Vordere Lautsprecher
Enceintes av ant
V oor speakers
Vous pouvez connecter un autre amplificateur de puissance pour les enceintes avant.
2
*
U kunt nog een eindversterker voor de voorspeakers aansluiten.
CD changer and DAB tuner / CD-Wechsler und DAB-Tuner / Changeur CD et tuner DAB / CD-wisselaar en DAB-tuner
You can connect a JVC CD changer and/or a JVC DAB (Digital Audio Broadcasting) tuner.
• For their connections, refer to the instr uctions supplied with them.
Sie können einen CD-Wechsler und/oder einen DAB­Tuner (Tuner für digitalen Rundfunk) von JVC anschließen.
Weitere Informationen über den Anschluß können Sie
der Bedienungscanleitung entnehmen, die dem jeweiligen Gerät beiliegt.
Connecting cord supplied with your DAB tuner
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DAB­Tuners gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB
V erbindingskabel die met de DAB-tuner w ordt meegeleverd
JVC DAB tuner
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
KD-LH2000R
JVC DAB-tuner
Connecting cord supplied with your CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des CD­Wechsler gehört
Cordon de connexion fourni avec votre changeur CD
V erbindingskabel die met de CD-wisselaar wordt meegele verd
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
KD-LH1000R
• You can connect both components in series as illustrated above.
Es ist möglich, beide Komponenten in einer Serienschaltung entsprechend der obigen Darstellung
anzuschließen.
Vous pouvez connecter les deux appareils en série comme montré ci-dessus.
Beide apparaten zijn volgens bovenstaande illustratie in serie aan te sluiten.
External Component / Externe Komponente /
External component / Externe Komponente /
Appareil extérieur /
Appareil extérieur
Extern apparaat
/ Extern apparaat
Line Input Adaptor KS-U57 (not supplied with this unit)
Line-Eingangsadapter KS-U57 (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Adaptateur d’entrée de ligne KS-U57 (non fourni avec cet appareil)
Line Input Adapter KS-U57 (niet meegeleverd)
KD-LH2000R KD-LH1000R
CD changer jack
Buchse für CD-Wechsler
Prise du changeur CD
Aansluiting voor CD-wisselaar
L
R
Signal cord (not supplied with this unit)
L
R
L
R
External component
Externe Komponente
Appareil extérieur
Extern apparaat
L R
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (niet meegeleverd)
Vous pouvez connecter un changeur CD JVC et/ou un tuner DAB (Digital Audio Broadcast) JVC.
Pour leurs connexions, référez-vous aux modes d’emploi qui les accompagnent.
Connecting cord supplied with your DAB tuner or CD changer
Verbindungskabel, das zum Lieferumfang des DAB-Tuners oder CD-Wechslers gehört
Cordon de connexion fourni avec votre tuner DAB ou changeur CD
Verbindingskabel die met de DAB-tuner of CD-wisselaar wordt meegeleverd
JVC DAB tuner
DAB-Tuner von JVC
Tuner DAB JVC
KD-LH2000R
JVC DAB-tuner
KD-LH1000R
CAUTION / VORSICHT / PRECAUTION / LET OP!:
• Before connecting the CD changer and/or the DAB tuner, make sure that the unit is turned off.
• Bevor Sie den CD-Wechsler und/oder den DAB-Tuner anschließen, vergewissern Sie sich, daß das Gerät ausgeschaltet ist.
• Avant de connecter le changeur CD et/ou le tuner DAB, s’assurer que l’unité est éteinte.
• Zorg ervoor dat de apparat is uitgeschakeld alvorens u de en/of DAB-tuner CD-wisselaar aansluit.
Subwoofer / Subwoofer /
Caisson de grave /
Signal cord (not supplied with this unit)
Einzelleitung (nicht mit diesem Gerät mitgeliefert)
Cordon de signal (non fourni avec cet appareil)
Signaalkabel (niet meegeleverd)
KD-LH2000R KD-LH1000R
L
RLR
SUBWOOFER
Het is mogelijk een JVC CD-wisselaar en/of JVC DAB-tuner (Digital Audio Broadcasting) aan te sluiten.
• Zie de instructies van deze apparaten voor meer informatie over het tot stand brengen van deze aansluiting.
or
oder
ou
of
JVC CD changer
CD-Wechsler von JVC
Changeur CD JVC
JVC CD-wisselaar
Subwoofer
Subwoofer
Subwoofer
Caisson de grave
Subwoofer
L R
Amplifier
Verstäker
Amplificateur
Versterker
See page 41 on the INSTRUCTIONS (separate volume).
Siehe Seite 41 auf BEDIENUNGSANLEITUNG (separater Band).
Voir la page 41 des “INSTRUCTIONS” (volume séparé).
Zie bladzijde 41 op GEBRUIKSAANWIJZING (aparte publicatie).
4
CAUTION/ACHTUNG/ATTENTION/LET OP/
PRECAUTIONS/ATTENZIONE/OBSERVERA/
ПРЕДУПРЕЖДЕНИЕ
ENGLISH
When attaching the control panel, wipe the connector with a cotton swab or cloth, being careful not to damage the connector.
DEUTSCH
Wenn Sie die Schalttafel abnehmen, wischen Sie die Anschlüsse in regelmäßigen Abständen mit einem Wattestäbchen. Achten Sie darauf, daß Sie die Anschlüsse nicht beschädigen.
FRANÇAIS
Lors de la fixation du panneau de commande, essuyez le connecteur avec un coton-tige ou un tissu, en faisant attention de ne pas endommager le connecteur.
NEDERLANDS
U moet het bedieningspaneel op zijn plaats bevestigen, moet u de connectors van tijd tot tijd met, bevochtigde katoenen doek schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors daarbij niet beschadigt.
ESPAÑOL
Cuando fije el panel de control, limpie el conector con un palillo de algodón o con un lienzo, teniendo cuidado de no dañar el conector.
ITALIANO
Quando si reinserisce il pannello di comando, pulire regolarmente i connettori con un batuffolo di cotone o una salvietta inumiditi, facendo attenzione a non rovinare i connettori.
SVENSKA
När du fäster kontrollpanelen, emellanåt torka kontakterna med en bomullstuss eller trasa fuktad, men var försiktig så att kontakterna inte skadas.
РУCCKИЙ
При установке панели управления, периодически протирайте разъемы ватным тампоном или тканью,стараясь не повредить разъемы.
Control panel Schalttafel Panneau de commande Bedieningspaneel
Connector Anschlüsse Connecteur Connectors
Panel de control Pannello di comando Kontrollpanelen
Управления
Conector Connettori Kontakter
Разъемы
LV43135-002A
Cancelling the display demonstration / Deaktivieren der Displaydemonstration / Annulation de la
démonstration des affichages / Annuleren van de displaydemonstratie
312
ENGLISH
When shipped from the factory, display demonstration (MovieDemo) has been activated, and starts automatically when no operations are done for about 20 seconds.
It is recommended to cancel the demonstration before you use the unit for the first time.
To cancel the display demonstration,
procedure below:
follow the
1 Press and hold SEL (select)
for more than 2 seconds so that “MovieDemo” appears on the display.
2 Select “Off.” 3 Press SEL (select).
DEUTSCH
Die Displaydemonstration (MovieDemo) ist werkseitig aktiviert und wird automatisch gestartet, wenn das Gerät 20 Sekunden lang nicht genutzt wird.
Wir empfehlen, die Demonstration zu deaktivieren, bevor Sie das Gerät zum ersten Mal verwenden.
Führen Sie das nachstehend beschriebene Verf ahren durch,
so deaktivieren Sie die Displaydemonstration: 1 Drücken Sie die Taste SEL
(Auswahl), und halten Sie sie länger als 2 Sekunden gedrückt, bis „MovieDemo“ im Display angezeigt wird.
2 Wählen Sie „Off“. 3 Drücken Sie SEL (Auswahl).
FRANÇAIS NEDERLANDS
À l’expédition de l’usine, la démonstration (MovieDemo) est en service et celle-ci démarre automatiquement quand aucune opération n’est effectuée pendant environ 20 secondes.
Il est recommandé d’annuler la démonstration avant d’utiliser l’appareil pour la première fois.
Pour annuler la démonstration, suivez la
procédure ci-dessous:
1 Maintenez pressée SEL
(sélection) pendant plus de 2 secondes de façon que “MovieDemo” apparaisse sur l’affichage.
2 Choisissez “Off”. 3 Appuyez sur SEL (sélection).
Wanneer dit product de fabriek verlaat, is displaydemonstratie (MovieDemo) geactiveerd. De demonstratie zal automatisch starten wanneer er 20 seconden lang geen handelingen worden uitgevoerd.
Het is raadzaam de demonstratie te annuleren voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt.
Zo annuleert u de display­demonstratie, moet u de
onderstaande procedure volgen:
1 Druk op SEL (selecteren) in
en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een “MovieDemo” op de display wordt weergegeven.
2 Kies “Off”. 3 Druk op SEL (selecteren).
LVT0922-003A
Loading...