JVC KD-LH1101 User Manual [nl]

CD RECEIVER
CD-RECEIVER RECEPTEUR CD CD-RECEIVER
KD-LH1101
• This unit is equipped with the display demonstration. To cancel it, see page 8.
• Dieses Gerät ist mit einer Demonstrationsfunktion für das Display ausgestattet. Auf Seite 8 wird beschrieben, wie Sie diese Demonstrationsfunktion deaktivieren können.
• Cet appareil est équipé d’une fonction de démonstration des affichages. Pour l’annuler, référez­vous à la page 8.
• Dit toestel heeft een display-demonstratiefunctie. Zie bladzijde 8 voor het annuleren van deze functie.
For installation and connections, refer to the separate manual. Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende handleiding.
ENGLISH
DEUTSCH
FRANÇAIS
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS

GEBRUIKSAANWIJZING

GET0152-001A
[E/EX]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdapparaat
CAUTION: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated . AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. ( e)
ADVARSEL: Usynlig laser ­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funktion. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Benaming/Spanningslabel
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een hogere klasse laserstraal dan Klasse 1.
Let op:
Indien de temperatuur in de auto onder 0°C is, wordt de beweging van de animatie en het rollen van de tekst op het display gestopt om wazige aanduidingen te voorkomen. (LOW TEMP.) verschijnt op het display. Het display zal weer normaal functioneren zodra de temperatuur hoger wordt.
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en
interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel
bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare
laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van
instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.
VARNING: Osynlig laser- strålning när denna del är öppnad och spärren är urkopplad. Betrakta ej strålen. (s)
VARO: Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet alttiina näkymättö­mälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
LET OP bij het instellen van het volume:
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het apparaat geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het apparaat gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificaatie indien het apparaat is gestolen.
Het apparaat terugstellen
Verwijder het bedieningspaneel en druk vervolgens met een pen of dergelijk voorwerp op de terugsteltoets op de paneelhouder. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
Opmerking:
De geheugeninstellingen—zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen—zullen eveneens gewist worden.
2
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen .......................... 2
PLAATSING VAN DE TOETSEN ........... 4
Bedieningspaneel ..................................... 4
Verlichting-navigatie voor eenvoudige
bediening ................................................ 4
Afstandsbediening .................................... 5
De afstandsbediening voorbereiden ......... 6
BASISBEDIENING .......................... 7
De stroomtoevoer inschakelen ................. 7
Annuleren van de displaydemonstratie ..... 8
Klok instellen ............................................. 9
GEBRUIK VAN DE RADIO ................. 10
Naar de radio luisteren .............................. 10
Radiozenders in het geheugen
vastleggen .............................................. 11
Afstemmen op een voorkeuzezender ....... 13
Veranderen van het displaypatroon .......... 14
HET GEBRUIK VAN RDS................... 15
Wat u kunt doen met RDS ........................ 15
Andere nuttige RDS-functies en het
maken van aanpassingen....................... 20
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER ........... 22
Een CD afspelen ....................................... 22
Een fragment of een bepaald punt op de
CD zoeken .............................................. 23
CD-afspeelmodi selecteren ....................... 24
Vergrendelen van een CD......................... 25
Veranderen van het displaypatroon .......... 26
GELUID REGELEN .......................... 27
Geluid aanpassen ..................................... 27
Kiezen van vooringestelde geluidsfuncties
(iEQ: intelligente equalizer) ....................
Vastleggen van uw eigen
geluidsinstellingen .................................. 29
Activeren van de niveaumeter................... 30
ANDERE HOOFDFUNCTIES ............... 31
De algemene instellingen wijzigen (PSM) ...
Kiezen van de dimmerfunctie .................... 35
Veranderen van de displaykleur................ 36
Invoeren van namen voor bronnen ........... 38
Bedieningspaneel verwijderen .................. 39
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ...... 40
CDs afspelen............................................ 40
Kiezen van een disc/map/fragment met
gebruik van de naamlijsten ..................... 43
Kiezen van de weergavefuncties .............. 44
Veranderen van display-informatie ........... 46
BEDIENING VAN HET EXTERNE
APPARAATEN ............................. 47
Externe apparatuur afspelen ..................... 47
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER ........ 48
Afstemmen op een ensemble en op
een van de services ............................... 48
DAB-frequenties in het geheugen opslaan ... Afstemmen op een opgeslagen
DAB-service ........................................... 50
Wat kunt u nog meer met DAB doen? ...... 51
Veranderen van display-informatie ............ 52
EXTRA INFORMATIE....................... 53
PROBLEMEN OPLOSSEN ................. 54
ONDERHOUD ............................... 56
Omgaan met discs .................................... 56
SPECIFICATIES ............................. 57
28
31
49
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
*Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
3

PLAATSING VAN DE TOETSEN

Bedieningspaneel
3 4
71 2 5
8
p w e6r9 q
t
u
1 De toets (standby/aan/attenuator) 2 De toets TP/PTY (traffic programme/
programme type)
3 De bedieningsschijf 4 Het display-venster 5 De toets FM/AM
6 De toets 5 (omhoog) 7 De toets 0 (uitwerpen) 8 De toetsen 4
9
De toets
p De toets SEL (selecteren) q De toets D (DISP: display) w De cijfertoetsen e De toets M (MODE) r Afstandssensor t De toets CD/CD-CH (CD-wisselaar) y De toets (omlaag) u Lijstverlichting
(het bedieningspaneel vrijgeven)
Verlichting-navigatie voor eenvoudige bediening
Door een druk op M (MODE) of SEL (selecteren), wordt de overeenkomende bedieningsfunctie voor het display en bepaalde regelaars (bijvoorbeeld de cijfertoetsen, ¢ /4 , 5/∞ en regelschijf) geactiveerd. Vervolgens beginnen de regelaars te knipperen en leiden u min of meer naar de volgende bedieningsstappen. (Verlichting-navigatie)
• Het display toont hoe deze toetsen tijdens deze periode functioneren.
Bijv.: Bij een druk op cijfertoets 1 na een druk op M (MODE) om de FM-tuner te bedienen.
Indicator voor aftellen van tijd
y
Om deze toetsen weer voor de oorspronkelijke functies te gebruiken, moet u zonder deze regelaars te bedienen wachten totdat de regelaars stoppen te knipperen.
• Door een druk op M (MODE) worden tevens de oorspronkelijke functies weer geactiveerd. Door een druk op SEL (selecteren) wordt echter een andere functie voor het toestel geactiveerd.
4
Afstandsbediening
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
Houd een paar seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
Hiermee wordt het volume in korte tijd verminderd als u de toets heel even indrukt. Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude volumeniveau weer terug.
2 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
Selecteert services terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien kort ingedrukt.
Selecteert ensembles terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien langer dan 1 seconde ingedrukt.
Hiermee kunt u de fragment/bestand snel vooruit en achteruit spoelen als u de toets tijdens het beluisteren van een disk indrukt en ingedrukt houdt.
Hiermee gaat u naar het begin van de volgende fragment of het volgende fragment/bestand of terug naar het begin van de huidige (of vorige) fragmenten/ bestanden als u de toets tijdens het beluisteren van een disk indrukt en ingedrukt houdt.
3 • Voor het selecteren van de voorkeurzender
bij het luisteren naar de radio (of de DAB­tuner). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een voorkeurzender (of service) met een hoger nummer geselecteerd en wordt op het geselecteerde station (of service) afgestemd.
Bij weergave van een MP3 disc met een voor MP3 geschikte CD-wisselaar; – Druk kort op de toets om naar de
voorgaande disc te verspringen.
– Houd even ingedrukt om naar de
voorgaande map te verspringen.
Opmerking:
4 Voor het selecteren van de geluidsmodus
(iEQ: intelligente equalizer). Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere geluidsmodus (iEQ) geselecteerd.
5 • Voor het selecteren van de golfband bij het
luisteren naar de radio (of de DAB-tuner). De golfband verandert door iedere druk op deze toets.
Bij weergave van een MP3 disc met een
voor MP3 geschikte CD-wisselaar;
– Druk kort op de toets om naar de
volgende disc te verspringen.
– Houd even ingedrukt om naar de
volgende map te verspringen.
Opmerking:
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de toets.
7 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsknop op de hoofdeenheid.
Opmerking:
Tijdens weergave van een CD met de CD-wisselaar wordt met deze toets altijd naar de voorgaande disc gesprongen.
Tijdens weergave van een CD met de CD-wisselaar wordt met deze toets altijd naar de volgende disc gesprongen.
Deze toetsen werkt niet voor het aanpassen van algemene instellingen wijzigen.
5
De afstandsbediening voorbereiden
Alvorens gebruik van de afstandbediening:
Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de
afstandsbediening afneemt, moet u de batterij vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een balpen of een soortgelijk voorwerp in de richting van de pijl die in de afbeelding staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.
(achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben. Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts.
Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en gooi geen batterij in het vuur. Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen. Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
Bescherm gebruikte batterij door deze met plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken. Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de houder zakken zodat deze vast komt te liggen.
Lithium knoopcelbatterij (Productnummer: CR2025)
6
LET OP:
Leg de afstandsbediening NIET op plaatsen waar het directe zonlicht langdurig op valt (zoals bijvoorbeeld op het dashboard). De afstandsbediening wordt anders beschadigd.
De KD-LH1101 heeft een functie voor het gebruik met een stuur-afstandsbediening. Indien uw auto een stuur-afstandsbediening heeft, kunt u deze toestellen met de afstandsbediening bedienen.
Zie de aanwijzingen voor Installatie/ Aansluiten (afzonderlijk boekje) voor de vereiste verbinding voor het gebruik van deze functie.
1 23

BASISBEDIENING

De stroomtoevoer inschakelen
1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One-Touch”-bediening:
Bij het selecteren van de geluidsbron in stap hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de radio (FM of AM),
zie bladzijden 10 – 21.
Voor het afspelen van CD’s,
zie bladzijden 22 – 26.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijden 40 – 46.
Voor gebruik van het externe apparaat
(LINE IN), zie bladzijde 47.
Voor gebruik van de DAB-tuner,
zie bladzijden 48 – 52.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen
Het volume verlagen
2
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt.
Huidige geluidsfunctie (iEQ) (zie bladzijde 28)
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt. (Zie bladzijden 27 – 29).
Opmerking:
Tijdens weergave van een bron kunt u tevens de niveaumeter op het display tonen. Zie Activeren van de niveaumeter op bladzijde 30 voor details.
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het afleesvenster begint de tekst “ATT ” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
U kunt het volume ook op het oude niveau terugbrengen door de bedieningsschijf linksom te draaien.
Spanning uitschakelen
Druk op en houd de cijfertoets langer dan 1 seconde ingedrukt.
Indien u de stroom uitschakelt tijdens het beluisteren van een CD, zal de volgende keer
bij het weer inschakelen van de stroom de weergave vanaf het hiervoor gestopte punt op de disc worden voortgezet.
OPMERKING:
De afbeeldingen van het display in deze gebruiksaanwijzing zijn voornamelijk gebaseerd op de basisinstellingen voor het toestel die bij het verlaten van de fabriek zijn ingesteld. Indien u bijvoorbeeld de displaypatronen of bepaalde PSM-onderdelen heeft veranderd, zal het display er anders uit zien dan in de afbeeldingen die in deze gebruiksaanwijzing worden gegeven.
7
Annuleren van de
Off
Int Demo
All Demo
displaydemonstratie
Bij het verlaten van de fabriek is de displaydemonstratie geactiveerd en start deze automatisch indien u gedurende ongeveer 20 seconden geen bediening uitvoert.
Het wordt aanbevolen om de demonstratie te annuleren alvorens het toestel werkelijk in gebruik te nemen.
Voor het annuleren van de displaydemonstratie,
voert u de volgende handelingen uit:
3
Kies “Off”.
4
Voltooi de instelling.
1
2
8
Houd SEL (selecteren) langer dan 2 seconden ingedrukt zodat geen van de PSM-onderdelen op het display worden getoond. (PSM: zie bladzijden 31 en 32).
De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
Druk op cijfertoets 1 om “MOVIE” —Filmcategorie van de PSM­instellingen – te kiezen.
Het Graphics instelscherm verschijnt op het display.
Voor het weer activeren van de displaydemonstratie, herhaalt u de hier
beschreven procedure maar kiest u Int Demo ofAll Demo in stap 3.
Zie Instellen van de filmdemonstratieGraphics op bladzijde 33 voor details.
Klok instellen
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een 24-uurs of een 12-uurs aanduiding.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: Zie bladzijden 31 en 32).
De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2
Druk op cijfertoets 2 om “CLOCK” —Klokcategorie van de PSM­instellingen – te kiezen.
Het Clock Hr (uur) instelscherm verschijnt op het display.
4
Stel de minuten in.
1 Selecteer de vermelding “Clock Min
(minuten).
2 Pas de minuten aan.
12
5
Stel de uuraanduiding in.
1 Selecteer de vermelding 24H/12H”. 2 Selecteer de vermelding 24Hours of
12Hours”.
12
6
Voltooi de instelling.
3
Stel het uur in.
Voor het controleren van de huidige tijd op de klok terwijl het toestel is uitgeschakeld, drukt
u op D (DISP).
De stroom wordt ingeschakeld en de tijd wordt ongeveer 5 seconden op de klok getoond waarna de stroom weer wordt uitgeschakeld.
9

GEBRUIK VAN DE RADIO

Naar de radio luisteren
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.
Licht op bij ontvangst van een stereo FM-uitzending met een redelijk sterk signaal.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
Handmatig naar een station zoeken: Manual search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2, FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of op 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding Manual Search op de display begint te knipperen.
10
2
Zoek een station.
Afstemmen op een station met een lagere frequentie
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Afstemmen op een station met een hogere frequentie
3
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding Manual Search op de display knippert.
Als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt
Als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt
Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AMMG/LG steeds met 9 kHz) totdat u de toets loslaat.
Indien een stereo FM-uitzending slecht ontvangbaar is:
1 Druk op M (MODE) tijdens het luisteren naar
een stereo FM-uitzending.
2
Druk op cijfertoets 1 om Mono On te kiezen terwijl Mode nog op het display wordt getoond. Door iedere druk op de toets wordt afwisselend
Mono On en “Mono Off getoond.
Mode verschijnt op het display.
De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
Indien de geluidskwaliteit verslechtert en het stereo-effect verloren gaat tijdens het luisteren naar een FM-zender
In bepaalde gebieden kunnen zenders elkaar storen indien ze bij elkaar in de buurt liggen. Indien er sprake van een dergelijke interferentie is, reduceert dit toestel automatisch de hieruit voortkomende ruis (de basisinstelling bij het verlaten van de fabriek). In dat geval kan de geluidskwaliteit echter verslechteren en het stereo-effect verloren gaan. Zie Veranderen van de gevoeligheid van de FM-tunerIF Filterop bladzijde 34, indien u geen verslechtering van de geluidskwaliteit wenst en het stereo-effect wilt behouden in plaats van de door interferentie veroorzaakte ruis te reduceren.
Radiozenders in het geheugen vastleggen
U kunt één van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
Handmatig vasteleggen van FM en AM­zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
Na ongeveer
5 seconden
Het display keert weer terug naar het scherm met de bronaanduiding.
De MONO indicator licht op
1
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1 – 3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
11
2
Start het automatische vastleggen.
1 Druk op M (MODE).
2
Houd cijfertoets 5 ingedrukt terwijl “Mode” nog op het display wordt getoond.
Mode verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2
Stem af op een zender (in dit voorbeeld op 92,5 MHz).
Als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt
Als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
De tekst “–SSM–” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegdnummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
Handmatig vasteleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM) vastleggen.
Bijv.: Een FM-zender op 92,5 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1-golfband.
1
Selecteer het nummer van de golfband (FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt vasteleggen (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
Het displaypatroon verandert automatisch naar het kleine animatiedisplay (zie bladzijde 14). Het voorkeurnummer knippert ongeveer 5 seconden en vervolgens wordt het hiervoor geactiveerde displaypatroon weer getoond.
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerkingen:
Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.
Ingestelde zenders worden gewist wanneer de spannings toevoer naar het geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw worden ingesteld.
12
Afstemmen op een voorkeuzezender
U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders in het geheugen vastleggen op bladzijden 11 en 12, als u dat nog niet hebt gedaan.
Direct kiezen van een voorkeurzender
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.
Een voorkeurzender met gebruik van de voorkeurzenderlijst kiezen
Indien u bent vergeten welke zenders onder welke voorkeurnummers zijn vastgelegd, kunt u de voorkeurzenderlijst even bekijken en dan de gewenste zender kiezen.
1
Kies de golfband (FM 1 – 3, AM).
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
2
Houd 5 (omhoog) of (omlaag) ingedrukt totdat de voorkeurzenderlijst voor de gekozen golfband (FM1, FM2, FM3 of AM) op het display wordt getoond.
Opmerkingen:
U kunt de voorkeurzenderlijst voor een andere FM­golfband (FM1, FM2 of FM3) tonen door een druk op 5 (omhoog) of (omlaag).
Indien een voorkeurzender een FM RDS-zender is die het PS-signaal levert, wordt de PS-naam in plaats van de zenderfrequentie getoond.
3
Kies het nummer (1 – 6) voor de gewenste voorkeurzender.
13
Veranderen van het displaypatroon
Door een druk op D (DISP) kunt u andere informatie op het display tonen.
Tijdens ontvangst van een AM-zender of niet-RDS FM-zender
Groot animatiedisplay
Verschijnt uitsluitend wanneer u een voorkeurzender kiest.
Huidige geluidsfunctie (iEQ) (zie bladzijde 28)
Door iedere druk op de toets verandert het displaypatroon als volgt:
Tijdens ontvangst van een FM RDS-zender
(zie de volgende bladzijden)
Groot animatiedisplay
Huidige geluidsfunctie (iEQ) (zie bladzijde 28)
Klein animatiedisplay
Klein animatiedisplay 1
PS-naam
14
Kloktijd-display
Kloktijd
Kloktijd
Klein animatiedisplay 2
De PTY-code verschijnt
Kloktijd-display

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS
RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is Enhanced Other Networks. Met behulp van de Enhanced Other Networks-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
Standby staan voor de ontvangst van verkeersinformatie (TA—“Traffic Announcement) of uw favoriete programma
Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY—“Programme Type”)
Programma zoeken
En er zijn nog enkele andere functies waarover
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerk­opsporing gebruiken om hetzelfde programma met de beste ontvangst te blijven beluisteren. Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
AF: De ontvangst met netwerk-volgen wordt geactiveerd zonder regionalisatie. Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. (In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving). De AF indicator licht op.
AF Reg: De ontvangst met netwerk-volgen wordt geactiveerd met regionalisatie. Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk die hetzelfde programma uitzendt, wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. De REG indicator licht op.
Off: De netwerkfunctie is uitgeschakeld. De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt. (Zie de afbeelding op bladzijde 21). Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternatieve Frequentie) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
De AF of REG indicator licht op.
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld (AF). De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie bladzijde 51).
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
15
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: Zie bladzijden 31 en 32).
2
Druk op cijfertoets 4 om TUNERTunercategorie van de PSM- instellingen te kiezen.
Het PTY Stnby (standby) instelscherm verschijnt op het display.
3
Kies AF-Regn’l” (alternatieve frequentie/regionalisatie ontvangst).
4
Selecteer de gewenste modus —“AF, AF Reg of OFF”.
5
Voltooi de instelling.
16
Het gebruik van TA standby ontvangst
Met TA standby ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of een andere aangesloten afspeelbron).
TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar een AM-zender luistert.
Druk op TP/PTY om TA standby ontvangst te activeren. Door iedere druk op deze toets wordt deze functie afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
De TP indicator verschijnt. (licht continu op of knippert)
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
TA standby ontvangst is geactiveerd indien
de TP indicator is opgelicht. Traffic Flash verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel stemt nu automatisch op deze zender af. Het volume wordt op het reeds vastgelegde TA volumeniveau (zie bladzijde 20) gesteld en u hoort de verkeersinformatie.
TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd
indien de TP indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor TA standby ontvangst zijn vereist. Om TA standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De TP indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. TA standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten. Traffic Flash verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel verandert nu automatisch van bron en stemt op deze zender af.
Het gebruik van PTY standby ontvangst
Met PTY standby-ontvangst kunt u met het toestel tijdelijk van iedere bron, uitgezonderd AM-zenders, naar uw favoriete programma (PTY: Programmatype) overschakelen.
4
Voltooi de instelling.
Instellen van PTY standby-ontvangst
Kiezen van uw favoriete PTY-code voor PTY standby-ontvangst
Bij het verlaten van de fabriek is PTY standby­ontvangst ingesteld voor het opzoeken van nieuwsprogramma’s “News”. U kunt uw favoriete programma voor PTY standby ontvangst kiezen.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: Zie bladzijden 31 en 32).
2
Druk op cijfertoets 4 om “TUNER” —Tunercategorie van de PSM­instellingen – te kiezen.
Het “PTY Stnby” (standby) instelscherm wordt op het display getoond.
1 Druk op M (MODE) tijdens het luisteren naar
een stereo FM-uitzending.
“Mode” verschijnt op het display. De toetsen voor de volgende stap beginnen te knipperen.
2 Druk op cijfertoets 3 terwijl “Mode” nog op het
display wordt getoond om PTY standby­ontvangst te activeren. Door iedere druk op de toets wordt PTY standby-ontvangst afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
Bijv.: Indien de huidige gekozen PTY-code
voor PTY standby-ontvangst “News” is
Na ongeveer
5 seconden
Het display keert weer terug naar het scherm met de bronaanduiding.
3
Selecteer een van de negenentwintig PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 21).
De naam van de code die u selecteert, wordt op de display weergegeven en in het geheugen opgeslagen.
De PTY indicator verschijnt. (licht continu op of knippert)
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
17
De PTY indicator licht op of knippert.
PTY standby ontvangst is geactiveerd indien de PTY indicator is opgelicht. Zodra een zender een programma van het gekozen programmatype start uit te zenden, stemt het toestel op deze zender.
PTY standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de PTY indicator knippert. De zender die wordt ontvangen levert namelijk geen signalen die voor PTY standby ontvangst zijn vereist. Om PTY standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De PTY indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. PTY standby ontvangst is nu geactiveerd.
Uw favoriete programmagenre opzoeken
U kunt een gewenste PTY-code opzoeken. Daarbij kunt u uw 6 favoriete programmatypen voor het later gemakkelijk opzoeken onder de cijfertoetsen vastleggen. Bij het verlaten van de fabriek, standaard liggen de volgende zes programmagenres achter de cijfertoetsen (1 tot 6) opgeslagen.
Voor het vastleggen van uw favoriete programmatypes, zie hieronder en bladzijde 19. Zie bladzijde 19 voor een uitleg over het zoeken van uw favoriete programma.
1
Pop M
45
Classics
2
Rock M Easy M
Affairs
3
6
Varied
Opmerkingen:
Na het activeren van PTY standby-ontvangst kunt u van bron veranderen zonder PTY standby-ontvangst te
annuleren. In dat geval stopt de PTY indicator te knipperen indien deze knippert. Zodra een zender een uitzending van de gekozen PTY begint, wordt automatisch van bron verandert en op deze zender afgestemd.
Indien u echter een AM-zender als bron kiest, zal PTY standby-ontvangst tijdelijk worden geannuleerd.
U kunt PTY standby-ontvangst uitsluitend uitschakelen indien FM als bron is gekozen.
Uw favoriete programmagenres in het geheugen opslaan
1
Druk op TP/PTY in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt terwijl u naar een FM-zenders luistert.
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
Bijv.: Indien u hiervoor “Pop M heeft gekozen
2
Selecteer een van de negenentwintig PTY-codes die beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 21).
De naam van de PTY­code die u selecteert, wordt op de display weergegeven.
18
3
Druk de gewenste cijfertoets in en houd deze minste 2 seconden vast om de geselecteerde PTY-code op te slaan onder de cijfertoets van uw keuze.
Het gekozen voorkeurnummer knippert even.
4
Houd TP/PTY langer dan 2 seconden ingedrukt om deze functie te verlaten.
Een favoriet programmatype opzoeken
1
Druk op TP/PTY in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt terwijl u naar een FM-zenders luistert.
De PTY-code die als laatste werd geselecteerd, verschijnt op de display.
Bijv: Met “Rock M” gekozen
Gebruik van de 5 (omhoog) of ∞ (omlaag) toets
Door herhaaldelijk op de 5 (omhoog) of (omlaag) toets te drukken, kunt u een lijst met uw vastgelegde PTY-codes en alle negenentwintig PTY-codes (zes PTY-codes tegelijkertijd) tonen. De lijst met uw vastgelegde PTY-codes verschijnt eerst en daarna op volgorde de 29 PTY-codes (zes PTY­codes tegelijkertijd). Druk op de overeenkomende cijfertoets om de gewenste PTY-code te kiezen uit de lijst die op het display wordt getoond.
3
Start het PTY-zoeken naar uw favoriete programma.
Bijv.: Indien u hiervoor “Pop M” heeft gekozen
2
Kiezen van een favoriet programmatype
of
Kiezen van een van de negenentwintig PTY-codes
of
Als er een station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op dat station af.
Als er geen station is dat een programma uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het station dat al was geselecteerd.
Opmerking:
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes niet goed.
19
Loading...
+ 43 hidden pages