JVC KD-LH1000R Instruction Manual [nl]

1000
D
SOUND
VOL
VOL
SOURCE
R
F
U
D
CD RECEIVER
CD-RECEIVER RECEPTEUR CD CD-RECEIVER
ENGLISH

KD-LH1000R

Detachable
This unit is equipped with the display demonstration. To cancel it, see page 8. Dieses Gerät ist mit einer Demonstrationsfunktion für das Display ausgestattet. Auf
Seite 8 wird beschrieben, wie Sie diese Demonstrationsfunktion deaktivieren können.
Cet appareil est équipé d’une démonstration des affichages. Pour l’annuler, référez-
vous à la page 8.
Dit toestel heeft een display-demonstratiefunctie. Zie bladzijde 8 voor het annuleren
van deze functie.
For installation and connections, refer to the separate manual. Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch. Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé. Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetref fende handleiding.
DEUTSCH
FRANÇAIS
NEDERLANDS
INSTRUCTIONS
BEDIENUNGSANLEITUNG
MANUEL D’INSTRUCTIONS
GEBRUIKSAANWIJZING
LVT0857-001A
[E/EX]
Plaats en afbeelding van labels
Onderpaneel van het hoofdtoestel
CAUTION: Invisible laser radiation when open and interlock failed or defeated. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. (e)
Benaming/Spanningslabel
CLASS LASER
Let op:
Dit toestel heeft een laserkomponent met een hogere klasse laserstraal dan klasse 1.
1
PRODUCT
NEDERLANDS

Het apparaat terugstellen

Druk nadat u het bedieningspaneel van de eenheid heeft afgenomen met de punt van een balpen of een soortgelijk voorwerp de reset-knop in, die zich in het kale frame van de eenheid bevindt. De ingebouwde microcomputer wordt hierdoor teruggesteld.
ADVARSEL: Usynlig laser­stråling ved åbning, når sikkerhedsafbrydere er ude af funktion. Undgåudsæt­telse for stråling. (d)
VARNING: Osynlig laser­strålning när denna del är öppnad och spärren är urkopplad. Betrakta ej strålen. (s)
VARO : Avattaessa ja suojalukitus ohitettaessa olet alttiina näkymättö­mälle lasersäteilylle. Älä katso säteeseen. (f)
BELANGRIJK VOOR LASERPRODUKTEN
Voorzorgen:
1.KLASSE 1 LASERPRODUKT
2.LET OP: Onzichtbare laserstralen wanneer open en interlock uitgeschakeld of defekt. Voorkom direkte blootstelling aan de straal.
3.LET OP: Open de bovenafdekking niet. Het toestel bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud en reparatie over aan erkend onderthoudspersoneel.
4.LET OP: Deze CD-speler gebruikt onzichtbare laserstralen maar is echter voorzien van veiligheidsschakelaars die uitstraling dienen te stoppen bij het verwijderen van CD’s. Het is uitermate gevaarlijk deze schakelaars uit te schakelen.
5.LET OP: Het gebruik van regelaars en het maken van instellingen ander dan in deze gebruiksaanwijzing aangegeven resulteert mogelijk in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Opmerking:
De geheugeninstellingen—zoals de voorkeurzenders en de geluidsinstellingen—zullen eveneens gewist worden.

Hoe u de toets MODE (M) gebruikt:

Als u op de toets MODE (M) drukt, schakelt de eenheid over naar de functiemodus en werken de cijfertoetsen enigszins anders.
Als u deze toetsen nadat u op de toets MODE (M) hebt gedrukt weer als cijfertoetsen wilt gebruiken, moet u 5 seconden wachten zonder op een cijfertoets te drukken. De functiemodus
wordt dan automatisch opgeheven.
• Ook als u nogmaals op de toets MODE (M) drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.
2
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verz oeken u de gebruiksaanwijzing goed
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.

INHOUDSOPGAVE

Het apparaat terugstellen ......................... 2
Hoe u de toets MODE (M) gebruikt .......... 2
PLAATSING VAN DE TOETSEN .......... 4
Bedieningspaneel .................................... 4
Afstandsbediening ................................... 5
De afstandsbediening voorbereiden.......... 6
BASISBEDIENING ......................... 7
De stroomtoevoer inschakelen................. 7
Veranderen van het displaypatroon.......... 8
Annuleren van de displaydemonstratie .... 8
GEBRUIK VAN DE RADIO................. 9
Naar de radio luisteren ............................. 9
Radiozenders in het geheugen
vastleggen............................................. 11
Afstemmen op een voorkeuzezender....... 12
Veranderen van het displaypatroon.......... 13
HET GEBRUIK VAN RDS .................. 14
Wat u kunt doen met RDS........................ 14
Andere nuttige RDS-functies en het
maken van aanpassingen ...................... 18
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER .......... 20
Een CD afspelen ..................................... 20
Een muziekstuk of een bepaald punt op
de CD zoeken ....................................... 21
Afspeelmodus selecteren ......................... 21
Voorkomen dat de CD terugspringt.......... 22
Veranderen van het displaypatroon.......... 23
GELUID REGELEN ......................... 24
Geluid aanpassen.................................... 24
Selecteren van vastgelegde geluidsfuncties
(iEQ: i-equalizer).................................... 25
Geluidsweergave aanpassen en
opslaan.................................................. 25
Activeren van de niveaumeter.................. 27
ANDERE HOOFDFUNCTIES .............. 28
De algemene instellingen wijzigen
(PSM) .................................................... 28
Veranderen van de kleur van het
display ................................................... 32
Namen aan bronnen toekennen............... 35
Bedieningspaneel verwijderen ................. 36
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ..... 37
CD’s afspelen .......................................... 37
Een muziekstuk of een bepaald punt op
de CD zoeken ....................................... 38
Kiezen van een disc ................................. 38
Afspeelmodus selecteren ......................... 39
BEDIENING VAN HET EXTERNE
APPARAATEN ............................. 41
Externe apparatuur afspelen .................... 41
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER ....... 42
Afstemmen op een ensemble en
op een van de services .......................... 42
DAB-frequenties in het geheugen
opslaan.................................................. 43
Afstemmen op een opgeslagen
DAB-service .......................................... 44
Wat u nog meer met DAB kunt doen........ 45
Veranderen van het displaypatroon.......... 46
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 47
ONDERHOUD .............................. 48
Omgaan met CD’s ................................... 48
SPECIFICATIES ............................ 49
NEDERLANDS
LET OP:
Indien de temperatuur in de auto lager dan 0°C is, zal de beweging van het animatiedisplay en het rollen van de tekst over het display stoppen om een wazig display te voorkomen. De aanduidingen en functies zijn weer normal zodra de temperatuur tot de normale bedrijfstemperatuur is gestegen.
Opmerking:
Voor de veiligheid is een genummerde identificatiekaart bij het toestel geleverd. Het identificatienummer is tevens op de behuizing van het toestel gedrukt. Bewaar de kaart op een veilige plaats. Deze kaart is belangrijk voor identificatie indien het toestel is gestolen.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
*
Denk aan de veiligheid....
• Zet het volume onder het rijden niet te hard. Dit is gevaarlijk, omdat u de geluiden buiten de auto niet meer hoort.
• Zet de auto stil voordat u ingewikkelde handelingen met het apparaat gaat verrichten.
*
Temperatuur binnen de auto....
Als de auto gedurende lange tijd in de kou of in de warmte heeft gestaan, mag u het apparaat pas gebruiken nadat de temperatuur in de auto weer normaal waarden heet bereikt.
3

PLAATSING VAN DE TOETSEN

Bedieningspaneel

1 2 3 4 5
NEDERLANDS
1 De toets (standby/aan/attenuator) 2 De toets SEL (selecteren) 3 De bedieningsschijf 4 Het display-venster 5 De cijf ertoetsen 6 Afstandssensor 7 De toetsen 4 /¢ 8 De toets 5 (hoger) 9 De toets 0 (uitwerpen) p De toets (lager) q De toets (het bedieningspaneel vrijgeven) w De toets TP/PTY (T) (traffic programme/
programme type)
6 7
8
1000
D
uytrewq
i ;o a
e De toets DISP (D) (display)
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden gebruikt in combinatie met de toets MODE (M).
r De toets MODE (M)
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden gebruikt in combinatie met de toets DISP (D) (display).
t De toets FM/AM DAB y De toets CD/CD-CH u De toets EQ (equalizer) i De toets MO (mono) o De toets INT (intro) ; De toets RPT (repeat) a De toets RND (random)
9 p
4

Afstandsbediening

ATT
1
2
3
4
VOL
R
U
SOURCE
D
SOUND
F
VOL
5
6
7
3 • Voor het selecteren van de voorkeurzender
bij het luisteren naar de radio (of de DAB­tuner). Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt er een voorkeurzender (of service) met een hoger nummer geselecteerd en wordt op het geselecteerde station (of service) afgestemd.
• Verspringen naar de voorgaande disc bij het luisteren naar de CD-wisselaar. Door iedere druk op de toets verlaagt het CD-nummer en start de weergave van de gekozen CD.
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de
bedieningsknop op de hoofdeenheid.
OPMERKING:
Deze toetsen werkt niet voor het aanpassen van algemene instellingen wijzigen.
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus
(iEQ). Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt er een andere geluidsmodus (iEQ) geselecteerd.
NEDERLANDS
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als
deze is uitgeschakeld.
• Het toestel wordt uitgeschakeld wanneer u de toets enkele seconden ingedrukt houdt.
• Hiermee wordt het volume in korte tijd verminderd als u de toets heel even indrukt. Als u nogmaals op de toets drukt, keert het oude volumeniveau weer terug.
2 • Voor het selecteren van de golfband bij het
luisteren naar de radio (of de DAB-tuner). De golfband verandert door iedere druk op deze toets.
• Verspringen naar de volgende disc bij het luisteren naar de CD-wisselaar. Door iedere druk op de toets verhoogt het CD-nummer en start de weergave van de gekozen CD.
6 Voor het kiezen van de bron.
De bron verandert door iedere druk op de toets.
7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens
het luisteren naar de radio.
• Selecteert services terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien kort ingedrukt.
• Selecteert ensembles terwijl u naar de DAB-tuner luistert, indien langer dan 1 seconde ingedrukt.
• Hiermee kunt u de track (het bestand) snel vooruit en achteruit spoelen als u de toets tijdens het beluisteren van een disk indrukt en ingedrukt houdt.
• Hiermee gaat u naar het begin van de volgende track of het volgende bestand of terug naar het begin van de huidige (of vorige) track of het huidige (of vorige) bestand als u de toets tijdens het beluisteren van een disk indrukt en ingedrukt houdt.
5

De afstandsbediening voorbereiden

Alvorens gebruik van de afstandbediening:
• Richt de afstandsbediening recht naar de afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer dat er geen obstakels in het pad liggen.
Afstandssensor
1000
D
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van een schelle lamp) op de sensor valt.
De batterij plaatsen
Wanneer u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, moet u de batterij
NEDERLANDS
vervangen.
1. Verwijder de batterijhouder.
1) Druk de batterijhouder met behulp van een balpen of een soortgelijk voorwerp in de richting van de pijl die in de afbeelding staat aangegeven.
2) Verwijder de batterijhouder.
(achterkant)
2. Plaats de batterij in de houder.
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar boven in de houder zakken zodat deze vast komt te liggen.
Lithium knoopcelbatterij (Productnummer: CR2025)
3.Plaats de batterijhouder terug in positie.
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’ hoort.
(achterkant)
Gebruikke batterijen:
WAARSCHUWING:
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen toegang toe hebben. Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken, waarschuw dan onmiddellijk een arts.
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet en gooi geen batterij in het vuur. Elk van deze handelingen kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt met andere metalen. Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of een steekvlam.
• Bescherm gebruikte batterij door deze met plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een naald of mes open te maken. Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand veroorzaken.
LET OP:
Leg de afstandsbediening niet op plaatsen waar het directe zonlicht langdurig op valt (zoals bijvoorbeeld op het dashboard). De afstandsbediening wordt anders beschadigd.
6

BASISBEDIENING

1000
D
1
3
2

De stroomtoevoer inschakelen

1
Schakel de spanning in.
Opmerking over de “One -Touch”-bediening:
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder wordt het apparaat automatisch ingeschakeld. U hoeft niet op deze toets te drukken om het apparaat in te schakelen.
2
Start de weergave van de geluidsbron.
Voor gebruik van de tuner (FM of AM),
zie bladzijde 9 – 19.
Voor het afspelen van CD’s,
zie bladzijde 20 – 23.
Voor gebruik van de CD-wisselaar,
zie bladzijde 37 – 40.
Voor gebruik van het externe apparaat
(Line In), zie bladzijde 41.
Voor gebruik van de DAB-tuner,
zie bladzijde 42 – 46.
LET OP bij het instellen van het volume:
Bij CD’s is in vergelijking tot andere geluidsdragers nauwelijks sprake van achtergrondruis. Wanneer het volume van bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge toename van het geluid beschadigd raken. Draai het volume daarom voordat u een CD afspeelt eerst terug en pas het geluid daarna aan uw wensen aan.
3
Regel het volume.
Het volume verhogen.
Het volume verlagen.
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt.
4
Stel het geluid in zoals u zelf wilt. (Zie bladzijde 24 – 27).
Volume in een oogwenk zachter zetten
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige geluidsbron kort op . Op het afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen en het volume zal in een oogwenk dalen. Om het eerdere volume te herstellen, drukt u nogmaals kort op dezelfde toets.
• Het geluid kan tevens weer worden hersteld door de regelschijf te verdraaien.
Spanning uitschakelen
Druk langer dan een seconde op .
Indien u de stroom uitschakelt tijdens het beluisteren van een disc, zal de volgende keer bij het weer inschakelen van de stroom de weergave vanaf het hiervoor gestopte punt op de disc worden voortgezet.
Opmerking:
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen zie bladzijde 28.
NEDERLANDS
7

Veranderen van het displaypatroon

Annuleren van de displaydemonstratie

U kunt het patroon van de aanduidingen op het display veranderen. Het aantal keuzes is voor de diverse weergavebronnen verschillend. Het toestel heeft echter in principe drie basis-displaypatronen voor iedere bron en nadat u eenmaal een van deze drie patronen heeft gekozen, wordt hetzelfde patroon voor alle bronnen gebruikt.
Druk op DISP (D).
Door iedere druk op de toets verandert het displaypatroon in de volgende volgorde.
Bijv.: Bij weergave van een CD.
Groot animatie-display
NEDERLANDS
Kleine animatie­displays*
Display met kloktijd
Wanneer dit product de fabriek verlaat, is displaydemonstratie (MovieDemo) geactiveerd. De demonstratie zal automatisch starten wanneer er 20 seconden lang geen handelingen worden uitgevoerd.
• Het is raadzaam de demonstratie te annuleren voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt.
Zo annuleert u de displaydemonstratie, moet u de onderstaande procedure volgen:
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een “MovieDemo” op de display wordt weergegeven. (Zie bladzijde 29 en 30).
2
Kies “Off”.
3
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.
* De kleine animatie-displays worden niet alleen
gebruikt voor het tonen van de belangrijkste informatie over de bron (zoals op deze bladzijde ter voorbeeld wordt getoond), maar tevens voor het tonen van andere informatie. Zie de relevante beschrijvingen en gedeeltes voor details. (Voor de DAB-tuner is er met het kleine animatiedisplay geen animatie).
De afbeeldingen van het display in deze gebruiksaanwijzing zijn voornamelijk gebaseerd op het grote animatiedisplay (basisinstelling). Het display dat u in de werkelijkheid ziet is anders indien u het displaypatroon of bepaalde PSM onderdelen heeft veranderd.
Opmerking:
Tijdens weergave van een bron kunt u tevens de niveaumeter op het display tonen. Zie “Activeren van de niveaumeter” op bladzijde 27 voor details.
8
V oor het weer activeren van de displaydemonstratie, herhaalt u dezelfde
stappen en kiest u in stap 2 “Interval” of “All Time”.
• Zie “Instellen van de film-demonstratie— MovieDemo” op bladzijde 30 voor details.

GEBRUIK VAN DE RADIO

1000
D

Naar de radio luisteren

Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig zoeken.
Automatisch naar een station zoeken: Auto search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
FM1 FM2 FM3 AM
Er wordt op de laatst ontvangen station van de gekozen golfband afgestemd.
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Zoek een station.
Druk op ¢ afstemmen op een station met een hogere frequentie.
Druk op 4 afstemmen op een station met een lagere frequentie.
Bijv.: Met FM als golfband
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt het zoeken.
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het zoeken wilt stoppen voordat op een zender is
afgestemd.
NEDERLANDS
9
Handmatig naar een station zoeken: Manual search
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
FM1 FM2 FM3 AM
Opmerking:
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1, FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden kiezen om naar FM-stations te luisteren.
2
Druk op ¢ of 4 en houd deze ingedrukt tot de vermelding “Manual Search” op de display begint te knipperen.
NEDERLANDS
Als een FM-stereo-uitzending slecht te ontvangen is:
1 Druk op de toets MODE (M) om de
functiemodus te activeren terwijl u in stereo naar een FM-stereo-uitzending luistert. “Mode” verschijnt op het display.
2 Druk op MO (mono) terwijl “Mode”
nog op het display wordt getoond zodat de indicator MO op het display oplicht. Door iedere druk op MO verschijnt afwisselend “Mono On” en “Mono Off”.
Indicator MONO
Indicator MO
10
3
Stem af op het station van uw keuze. U kunt dit doen zolang de vermelding “Manual Search” op de display knippert.
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige modus na 5 seconden automatisch uitgeschakeld.
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de frequentie veranderen (bij FM steeds met 50 kHz en bij AM—MG/LG steeds met 9 kHz) totdat u de toets loslaat.
“STEREO” is opgelicht wanneer een FM-uitzending stereo wordt ontvangen.
Als de indicator MONO op de display aan is, wordt het geluid in mono weergegeven en verbetert de ontvangstkwaliteit.
Als de geluidskwaliteit afneemt en het stereo-effect verloren gaat terwijl u naar een FM-station luistert
In bepaalde streken kunnen naburige zenders de ontvangst van andere zenders verstoren. In dergelijke gevallen ontvangt u ruis of ander geluid. Deze eenheid kan zodanig worden ingesteld dat dergelijke storingen automatisch worden verminderd. (Bij het verlaten van de fabriek is de eenheid standaard ingesteld op deze functie). In dergelijke gevallen neemt de geluidskwaliteit echter af en gaat het stereo-effect verloren. Als u het niet erg vindt dat de geluidskwaliteit afneemt en het stereo-effect verloren gaat, en de invloed van de storende bron liever wegneemt, verwijzen we u naarde paragraaf “De selectiviteit van de FM-tuner wijzigen ––IF Filter” op bladzijde 31.

Radiozenders in het geheugen vastleggen

U kunt een van de volgende twee methoden gebruiken om de radiozenders in het geheugen vastteleggen.
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM (Strong-station Sequential Memory)
• Handmatig vasteleggen van FM en AM­zenders
Automatisch vasteleggen van FM-zenders: SSM
U kunt 6 lokale FM-zenders instellen voor elke FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).
1
Selecteer het nummer van de FM-golfband (FM1 – 3) waarop u FM-zenders wilt vasteleggen.
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
2
Druk op beide toetsen en houd ze langer dan 2 seconden ingedrukt.
Handmatig vastleggen van zenders
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere golfband (FM1, FM2, FM3 en AM) vasteleggen.
Bijv.: Een FM-zender op 88.3 MHz vastleggen
onder nummer 1 van FM1.
1
Selecteer het nummer van de golfband (FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt vasteleggen (in dit voorbeeld cijfertoets FM1).
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verandert u de band als volgt:
FM1 FM2 FM3 AM
2
Stem af op een zender (in dit voorbeeld op 88.3 MHz).
Druk op ¢ als u wilt afstemmen op een station dat op een hogere frequentie uitzendt.
Druk op 4 als u wilt afstemmen op een station dat op een lagere frequentie uitzendt.
NEDERLANDS
De tekst “–SSM–” verschijnt op het afleesvenster en verdwijnt wanneer het automatisch instellen van radiozenders is beëindigd.
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen worden opgezocht en automatisch voor de gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie). De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen van de zenders opgeroepen.
3
Druk op de cijfertoets (in dit voorbeeld cijfertoets 1) en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
Het displaypatroon verandert automatisch naar het kleine animatiedisplay en het voorkeurnummer knippert (en vervolgens wordt het voorgaande displaypatroon weer ingesteld).
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE
11
4
Herhaal bovenstaande procedure om andere zenders onder andere nummers op te slaan.
Opmerking:
Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde nummer.

Afstemmen op een voorkeuzezender

U kunt in een handomdraai afstemmen op een vastgelegde voorkeuzezender. Denk eraan dat u de zenders eerst moet vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders in het geheugen vastleggen” op bladzijde 11, als u dat nog niet hebt gedaan.
Direct kiezen van een voorkeurzender
NEDERLANDS
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
Kiezen van een voorkeurzender aan de hand van de voorkeurzenderlijst
Indien u bent vergeten welke zenders onder welke voorkeurnummers zijn vastgelegd, kunt u de voorkeurzenderlijst controleren en vervolgens de gewenste zender uit de lijst kiezen.
1
Selecteer de omroepband (FM1 – 3, AM).
FM1 FM2 FM3 AM
2
Houd 5 (hoger) of (lager) ingedrukt totdat de voorkeurzenderlijst voor de huidige golfband (FM1, FM2, FM3 of AM) op het display verschijnt.
12
FM1 FM2 FM3 AM
2
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.
Opmerkingen:
• Indien een van de FM-voorkeurzenderlijsten (FM1, FM2 of FM3) op het display wordt getoond, kunt u door een druk op 5 of naar de andere lijsten gaan.
• Indien een voorkeurzender een RDS FM­zender met PS-signaal is, zal de PS-naam in plaats van de zenderfrequentie worden getoond.
3
Selecteer het nummer (1 – 6) van de gewenste zender.

Veranderen van het displaypatroon

Door een druk op DISP (D) kunt u andere informatie op het display tonen.
Door iedere druk op de toets verandert het displaypatroon als volgt:
• Bij ontvangst van een AM of FM niet-RDS zender
Groot animatiedisplay
Klein animatiedisplay
Display met kloktijd
• Bij ontvangst van een RDS FM-zender (zie de volgende bladzijden)
Groot animatiedisplay
PS-naam
Kleine animatiedisplays
NEDERLANDS
PTY-code verschijnt
Display met kloktijd
13

HET GEBRUIK VAN RDS

Wat u kunt doen met RDS

RDS (Radio Data System) is een voorziening waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun regulier programmasignaal toevoegen.Zo kan een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station met het programma en informatie over de aard of het genre van het programma meezenden, bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over sport gaat of een muziekprogramma is. Een andere functie van de voorziening RDS is “Enhanced Other Networks”. Met behulp van de Enhanced Other Networks-gegevens die door het station worden verstuurd, kunt u op een andere zender van een ander netwerk afstemmen dat uw favoriete programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander programma of een andere afspeelbron, zoals het CD, luistert.
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze eenheid:
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De Netwerkfunctie)
• Standby staan voor de ontvangst van
NEDERLANDS
verkeersinformatie (TA – “Traffic Announcement”) of uw favoriete programma
• Zoeken naar een bepaald programmagenre (PTY – “Programme Type”)
• Programma zoeken
• En er zijn nog enkele andere functies waarover u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt beschikken.
Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De netwerkfunctie)
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die in deze eenheid is ingebouwd automatisch overschakelen naar een andere RDS-zender van hetzelfde station dat hetzelfde programma uitzendt, maar dan met een sterker uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw favoriete programma blijven luisteren en bent u verzekerd van de best mogelijke ontvangst, ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt. Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw rit kunt blijven volgen: de PI (Programme Identification) gegevens, en de AF (Alternative Frequency) gegevens. Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen van een RDS-station goed zijn, kunt u uw favoriete programma blijven volgen. Als een of beide signalen niet goed worden ontvangen, werkt deze voorziening niet.
14
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde programma via verschillende frequenties kan worden ontvangen.
Programma 1 op frequentie A
Programma 1 op frequentie B
Programma 1 op frequentie C
Programma 1 op frequentie E
Programma 1 op frequentie D
Om de netwerkfunctie in te schakelen
U kunt de verschillende functies van netwerk­opsporing gebruiken om hetzelfde programma met de beste ontvangst te blijven beluisteren. Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.
• AF: De netwerkfunctie is ingeschakeld en Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”). Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. (In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te ontvangen programma anders is dan het programma dat u daarvoor ontving). De indicator AF licht op, maar de indicator REG licht niet op.
• AF Reg: De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook Regionalisatie is ingeschakeld (“on”). Met deze instelling schakelt het toestel naar een andere zender van hetzelfde netwerk die hetzelfde programma uitzendt, wanneer de ontvangst van de signalen van de ingestelde zender verslechtert. Zowel de indicator AF als de indicator REG lichten op.
• Off: De netwerkfunctie is uitgeschakeld. De indicator AF en de indicator REG lichten allebei niet op.
Indicator AF
Opmerking:
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld (“AF”). De netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie bladzijde 45).
Indicator REG
Het gebruik van TA standby ontvangst
Met TA standby ontvangst kunt u tijdelijk overschakelen naar verkeersinformatie (TA) uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of een andere aangesloten afspeelbron).
TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u
naar een AM-zender luistert.
1
Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de PSM­vermeldingen op de display wordt weergegeven. (PSM: zie bladzijde 29 en 30).
2
Druk herhaaldelijk op
5 (hoger) of (lager) totdat “Tuner”
als PSM categorie wordt getoond (het verschijnt op de linkerkant van het display).
3
Selecteer de vermelding “AF­Regn’l (alternatieve frequentie/ regionale ontvangst)”.
4
Selecteer de gewenste modus —“AF”, “AF Reg” of “Off”.
5
Voltooi de instelling.
Indicator TP
Druk op TP/PTY (T) om TA standby ontvangst te activeren. 7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP
indicator oplichten of knipperen.
• TA standby ontvangst is geactiveerd indien de TP indicator is opgelicht. “Traffic Flash” verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel stemt nu automatisch op deze zender af. Het volume wordt op het reeds vastgelegde TA volumeniveau (zie bladzijde 18) gesteld en u hoort de verkeersinformatie.
• TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd indien de TP indicator knippert. De zender die wordt ontvangen lev ert namelijk geen signalen die voor TA standby ontvangst zijn vereist. Om TA standby ontvangst nu te activeren moet u op een andere zender afstemmen die wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢ of 4 om een dergelijke zender op te zoeken. De TP indicator stopt te knipperen en licht continu op zodra een zender met deze signalen is gevonden. TA standby ontvangst is nu geactiveerd.
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal
de TP indicator oplichten. “Traffic Flash” verschijnt op het display zodra een zender verkeersinformatie start uit te zenden. Het toestel verandert nu automatisch van bron en stemt op deze zender af.
Voor het uitschakelen van TA standby ontvangst, drukt u nogmaals op TP/PTY (T).
NEDERLANDS
15
Loading...
+ 35 hidden pages