Hyundai I40 2017 Owner's Manual [nl]

GEBRUIKSHANDLEIDING
Bediening Onderhoud Technische gegevens
De specificaties en de beschrijvingen in deze handleiding waren correct ten tijde van druk. Hyundai streeft echter naar een voortdurende verbetering van zijn producten en behoudt zich het recht voor op elk moment, zonder voorafgaande kennisgeving, wijzigingen in de specificatie en uitrusting aan te brengen.
Dit instructieboekje is van toepassing op alle uitvoeringen van dit model en bevat beschrijvingen van en uitleg over opties en de standaarduitrusting. Het kan derhalve voorkomen dat sommige van de behandelde onderwerpen niet van toepassing zijn op uw wagen.
OPMERKING: WIJZIGINGEN AAN UW HYUNDAI
Het uitvoeren van wijzigingen kan het verlies van garantie tot gevolg hebben.
Het is niet toegestaan uw Hyundai op welke manier dan ook te wijzigen. Wijzigingen kunnen een zeer nadelige invloed hebben op de veiligheid, betrouwbaarheid en de prestaties van uw Hyundai. Het wijzigen van componenten of het monteren van extra componenten hetgeen schade tot gevolg heeft, vallen niet onder de garantie van de wagen.
WAARSCHUWING M.B.T. STEREO GELUIDSINSTALLATIES
Uw wagen is voorzien van elektronische componenten en in sommige gevallen van een elektronische benzine-inspuiting. Een onvakkundig gemonteerde stereo radio kan een zeer nadelige invloed op dergelijke elektronische systemen uitoefenen. Daarom adviseren wij u de inbouwinstructies van de fabrikant van het radiotoestel strikt op te volgen of de montage van een radio aan uw Hyundai dealer over te laten.
F2
WAARSCHUWINGEN
In deze handleiding zult u de uitdrukkingen WAARSCHUWING, OPMERKING en AANWIJZING tegenkomen. Hiermee wordt het volgende bedoeld.
WAARSCHUWING
Hiermee wordt gewaarschuwd voor zaken die letsel kunnen veroorzaken als de waarschuwing wordt genegeerd. U wordt geadviseerd wat wel en niet te doen, om het risico op letsel voor u en anderen te voorkomen of te verminderen.
OPMERKING
Hiermee wordt gewaarschuwd voor iets dat schade kan berokkenen aan uw wagen of de uitrusting van uw wagen. U wordt geadviseerd wat wel en niet te doen, om het risico op schade aan uw wagen en de uitrusting te voorkomen of te verminderen.
AANWIJZING
Hierbij wordt nuttige informatie verstrekt.
F3
EEN WOORD VOORAF
Wij zijn blij dat u voor een Hyundai heeft gekozen. Welkom bij het groeiende aantal van prijsbewuste automobilisten die tot de aanschaf van een Hyundai hebben besloten. Elke Hyundai is gebouwd met behulp van vooruitstrevende technieken en hoogwaardige materialen.
Deze handleiding dient ervoor om u volledig vertrouwd te maken met de bediening en het onderhoud van uw wagen. Wij verzoeken u deze handleiding goed te lezen. De gegeven informatie zal er toe bijdragen dat u over uw nieuwe wagen ten volle tevreden zult zijn.
De fabrikant raadt u ook aan om het onderhoud aan uw auto te laten uitvoeren door een officiële Hyundai-dealer.
HYUNDAI MOTOR COMPANY
N.B.: Eventuele toekomstige eigenaars moeten ook kunnen beschikken over de informatie in deze handleiding. Wij verzoeken u
dan ook om bij eventuele verkoop van uw wagen deze handleiding aan de nieuwe eigenaar te overhandigen. Dank u.
OPMERKING
Er kan ernstige schade ontstaan aan de motor en de transaxle als brandstoffen en smeermiddelen van slechte kwaliteit worden gebruikt, die niet aan de Hyundai specificaties voldoen. Gebruik altijd brandstoffen en smeermiddelen van hoge kwaliteit die voldoen aan de specificaties die op bladzijde 8-6 in het hoofdstuk Technische gegevens van de gebruikshandleiding zijn vermeld.
Copyright 2017 Hyundai Motor Company. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Hyundai Motor Company.
F4
Introductie
1
INHOUDSOPGAVE
Uw auto in één oogopslag
Veiligheidsysteem van uw auto
Kenmerken van uw auto
Rijden met uw auto
Wat te doen in een noodgeval
Onderhoud
Specificaties & Consumenteninformatie
Index
2
3
4
5
6
7
8
I
Introductie
1
Gebruik van dit instructieboekje / 1-2 Vereiste brandstof / 1-2 Inrijprocedure / 1-6 Retourneren van gebruikte auto's (Europa) / 1-6
Introductie
GEBRUIK VAN DIT INSTRUCTIEBOEKJE VEREISTE BRANDSTOF
Wij willen u helpen om het meeste rijplezier van uw auto te krijgen. Het instructieboekje kan daar op vele manieren toe bijdragen. Wij raden u ten zeerste aan het complete instructieboekje door te lezen. Om de kans op letsel te beperken, moet u met name de gedeeltes met WAARSCHUWING en OPMERKING door het gehele instructieboekje lezen.
De afbeeldingen vormen een waardevolle aanvulling op de tekst. In uw instructieboekje vindt u informatie over de kenmerken, over belangrijke veiligheidsaspecten en over het rijden onder diverse omstandigheden.
De algemene indeling van het instructieboekje vindt u in de INHOUDSOPGAVE. De index geeft een alfabetisch overzicht van alle informatie in uw instructieboekje. Gebruik deze wanneer u op zoek bent naar een specifiek onderwerp.
Hoofdstukken: Dit instructieboekje heeft acht hoofdstukken en een index. Elk hoofdstuk begint met een korte inhoudsopgave, zodat u direct kunt zien of het gewenste hoofdstuk de gewenste informatie bevat.
U vindt verschillende WAARSCHU WINGEN, OPMERKINGEN en AANWIJZINGEN in dit instructieboekje. Deze dienen ter vergroting van uw persoonlijke veiligheid. Lees ALLE procedures en aanbevelingen in deze WAARSCHUWINGEN, OPMERKINGEN en AANWIJZINGEN nauwkeurig door en neem ze in acht.
WAARSCHUWING
Een WAARSCHUWING wijst u erop bijzonder voorzichtig te zijn ter voorkoming van schade en ernstig letsel.
OPMERKING
Informatie waar VOORZICHTIG bij staat, dient ervoor om te voorkomen dat u een fout maakt waardoor uw auto beschadigd zou kunnen raken.
AANWIJZING
OPMERKING geeft aan dat er interessante of nuttige informatie wordt gegeven.
-
Benzinemotor
Loodvrij
Voor optimale prestaties raden we u aan loodvrije benzine te tanken met een octaangetal van RON (Research Octane Number) 95/AKI (Anti Klop Index) van 91 of hoger. (Gebruik geen brandstoffen die methanol bevatten.)
U kan gebruik maken van ongelode benzine met een octaangetal (RON) 91~94 / AKI 87~90, maar hierdoor kunnen de prestaties van de auto iets minder worden.
Bij gebruik van LOODVRIJE BENZINE zijn de prestaties maximaal en de uitlaatgassen het schoonst en wordt vervuiling van de bougies tegengegaan.
21
Introductie
OPMERKING
GEBRUIK NOOIT LOODHOUDENDE BENZINE. Loodhoudende benzine is schadelijk voor de katalysator en de lambdasensor van het motor regelsysteem en zal de emissie- regeling nadelig beïnvloeden.
oeg nooit brandstofadditieven
V producten toe aan het brand stofsysteem. (We adviseren u contact op te nemen met een officiële HYUND
AI-dealer.)
WAARSCHUWING
• Probeer de tank niet verder te vullen nadat het vulpistool automatisch is afgeslagen.
• Controleer altijd of de tankdop goed vastgedraaid is, om morsen van brandstof in geval van een aanrijding te voorkomen.
Loodhoudende benzine (indien van toepassing)
In sommige landen moet er lood- houdende benzine worden gebruikt. Neem contact op met een officiële
-
HYUNDAI-dealer om te informeren of uw auto geschikt is voor het gebruik van loodhoudende benzine.
Het vereiste octaangetal voor
-
loodhoudende benzine is gelijk aan dat voor loodvrije benzine.
Benzine die alcohol en methanol bevat
In sommige landen is naast benzine ook gasohol verkrijgbaar. Dit is een mengsel van benzine en ethanol of methanol.
Gebruik dit mengsel niet met meer dan 10% ethanol en gebruik geen benzine of mengsel dat methanol bevat. Deze brandstoffen kunnen rijproblemen en schade aan het brandstofsysteem, motorregelsysteem en emissieregelsysteem veroorzaken.
Gebruik gasohol niet langer wanneer er rijproblemen optreden.
Schade aan de auto of rijproblemen vallen mogelijk niet onder de fabrieksgarantie wanneer ze veroorzaakt worden door het gebruik van:
1. Benzinemengsels met meer dan 10% ethanol.
2. Benzine of gasohol die methanol bevat.
3. Loodhoudende benzine.
OPMERKING
Gebruik nooit benzinemengsels die methanol bevatten. Gebruik gasoholproducten niet langer wanneer er rijproblemen optreden.
13
Introductie
Andere brandstoffen
Het gebruik van brandstoffen als:
- brandstof die silicium (Si) bevat
- brandstof die MMT (mangaan, Mn) bevat
- brandstof die ferroceen (Fe) bevat
- brandstoffen met andere metaalachtige toevoegingen
kan voertuig- en motorschade veroorzaken of leiden tot verstopping, overslaan, afslaan van de motor, oververhitting van de katalysator, abnormale corrosie, kortere levensduur, enz.
Mogelijk gaat het controlelampje motormanagement (MIL) branden
AANWIJZING
Schade aan het brandstofsysteem of problemen met betrekking tot de prestaties van de auto veroorzaakt door het gebruik van deze brandstoffen worden niet door de garantie gedekt.
Gebruik van MTBE
Geadviseerd wordt geen brandstof in uw auto te gebruiken die meer dan 15,0 volumeprocent MBTE (Methyl Tertiair Butyl Ether) (zuurstofmassa 2,7%) bevat.
Brandstof die meer dan 15,0 volume procent MBTE (zuurstofmassa 2,7%) bevat kan de prestaties van de auto in negatieve zin beïnvloeden en damp vorming of slecht aanslaan veroorzaken.
OPMERKING
Schade aan het brandstofsysteem van uw auto of het verhelpen van problemen met betrekking tot de prestaties van de auto worden niet door de garantie gedekt indien ze veroorzaakt worden door brandstof die methanol bevat of brandstof die meer dan 15,0% volumeprocent MTBE (Methyl Tertiair Butyl Ether) (zuurstofmassa 2,7%) bevat.
Gebruik geen methanol
Uw auto is niet geschikt voor het gebruik van methanol (methylalcohol). Dit type brandstof heeft een negatieve invloed op de prestaties van uw auto en kan schade aan het brandstofsysteem, motorregelsysteem en emissieregelsysteem veroorzaken.
Benzines die het milieu minder belasten
HYUNDAI raadt u aan loodvrije benzine te tanken met een octaangetal van RON (Research Octane Number) 95/AKI (Anti Klop Index) van 91 of hoger (Europa).
-
Klanten die niet de beschikking hebben over kwalitatief hoogwaardige brandstoffen met de juiste additieven
-
wordt geadviseerd elke 15.000 km (Europa) een fles additieven toe te voegen aan de brandstoftank als er problemen zijn met het starten of soepel ronddraaien van de motor. Bij uw officiële HYUNDAI-dealer zijn additieven verkrijgbaar met de daarbij behorende gebruiksinstructies. Gebruik geen andere additieven.
Rijden in het buitenland
Als u van plan bent om met uw auto naar het buitenland te gaan:
• Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan
de in dat land geldende wettelijke voorschriften met betrekking tot registratie en verzekering.
• Informeer of de juiste brandstof
verkrijgbaar is.
41
Introductie
Dieselmotor
Dieselbrandstof
Gebruik voor de dieselmotor alleen bij het benzinestation verkrijgbare diesel brandstof die aan de EN 590-norm of vergelijkbaar voldoet. (EN staat voor “European Norm”).
Gebruik geen dieselbrandstof die bestemd is voor de scheepvaart, lichte stookoliën of niet-goedgekeurde brand stoftoevoegingen, aangezien dit de slijtage zal bespoedigen en de motor en het brandstofsysteem kan beschadigen. Het gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen en/of brandstoftoevoegin gen heeft een beperking van de garantie tot gevolg.
Het cetaangetal van de dieselbrandstof voor uw auto moet hoger zijn dan 51. Als er twee soorten diesel leverbaar zijn, moet afhankelijk van de temperatuur worden gekozen voor zomer- of winterdiesel.
• Boven -5°C ... Zomerkwaliteit diesel brandstof
• Onder -5°C ... Winterkwaliteit diesel- brandstof
Zorg ervoor dat de brandstoftank niet leeg raakt. Als de motor door brandstoftekort afslaat, moeten de brandstofcircuits volledig worden
-
ontlucht voordat de motor weer kan worden gestart.
OPMERKING
Zorg ervoor dat er geen benzine of water in de brandstoftank
-
terechtkomt. Als dat wel het geval is moet de brandstoftank worden afgetapt en moet het brandstof­systeem worden ontlucht om schade aan de brandstofpomp en
-
de motor te voorkomen.
OPMERKING -
Dieselbrandstof (indien voorzien van een roetfilter (DPF))
Het is raadzaam de aanbevolen diesel voor dieselauto's uitgerust
-
met een DPF-systeem te gebruiken. Het gebruik van diesel met een hoog zwavelgehalte (meer dan 50 ppm zwavel) en niet­gespecificeerde toevoegingen kan ertoe leiden dat het DPF-systeem beschadigd raakt en er witte rook wordt uitgestoten.
Biodiesel
Indien uw auto aan de EN 14214-norm of vergelijkbaar voldoet, mag bij het benzinestation verkrijgbare dieselmeng sels met niet meer dan 7% biodiesel, algemeen bekend als “B7-diesel” worden gebruikt. (EN staat voor “European Norm”). Het gebruik van biobrandstoffen van meer dan 7% gemaakt uit koolzaad methylester (RME), vetzuur methylester (FAME), plantaardige methylester (VME), enz. of een diesel/biodiesel mengsel zal de slijtage bespoedigen en kan de motor of het brandstofsysteem beschadigen. Reparatie of vervanging van versleten of beschadigde onderdelen als gevolg van het gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen valt niet onder de fabrieksgarantie.
OPMERKING
• Gebruik nooit brandstof, ongeacht of diesel, B7-biodiesel of anderszins, dat niet aan de meest recente specificaties voldoet.
• Gebruik nooit brandstoftoe voegingen en dergelijke die niet door de fabrikant zijn aanbevolen of goedgekeurd.
-
-
-
15
Introductie
INRIJPROCEDURE
U hoeft de auto niet gedurende een bepaalde periode in te rijden. U kunt echter door het opvolgen van een paar eenvoudige aanwijzingen gedurende de eerste 1.000 km de prestaties, het brandstofverbruik en de levensduur van uw auto in positieve zin beïnvloeden.
• Voer het toerental van de motor niet te hoog op.
• Houd tijdens het rijden het motortoerental tussen de 2.000 - 4.000 omw/min.
• Rijd niet gedurende langere tijd met een constante snelheid. Om de motor goed in te rijden, moet het motortoerental worden gevarieerd.
• Vermijd plotseling afremmen, behalve in noodgevallen, om de onderdelen van het remsysteem de gelegenheid te geven op elkaar in te lopen.
• Trek gedurende de eerste 2.000 km met uw auto geen aanhanger.
RETOURNEREN VAN GEBRUIKTE AUTO'S (EUROPA)
Hyundai stimuleert een milieuvriendelijke afvoer voor auto's die aan het eind van hun levenscyclus zijn gekomen en biedt aan uw auto in te nemen volgens de richtlijnen van de Europese Unie (EU) voor voertuigen die aan het einde van hun levenscyclus gekomen zijn.
Gedetailleerde informatie vindt u op de homepage van de Nederlandse HYUNDAI-importeur.
61
Uw auto in één oogopslag
Overzicht exterieur (Stationwagon) / 2-2 Overzicht exterieur (Sedan) / 2-3 Overzicht exterieur (Stationwagon) / 2-4 Overzicht exterieur (Sedan) / 2-5 Dashboard, overzicht / 2-6 Interieur, overzicht / 2-8 Motorruimte / 2-9
2
Uw auto in één oogopslag
OVERZICHT EXTERIEUR (STATIONWAGON)
Voorzijde
1. Afneembaar sleepoog voor.................6-34
2. Motorkap.............................................4-51
3. Ruitenwisser voor .............................4-139
4. Koplamp............................................4-129
5. Mistlamp voor ...................................4-135
6. Band en wiel.......................................7-32
7. Buitenspiegel ......................................4-66
8. Portiervergrendeling ...........................4-23
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
22
OVF014001
OVERZICHT EXTERIEUR (SEDAN)
Voorzijde
Uw auto in één oogopslag
1. Afneembaar sleepoog voor.................6-34
2. Motorkap.............................................4-51
3. Ruitenwisser voor .............................4-139
4. Koplamp............................................4-129
5. Mistlamp voor ...................................4-135
6. Band en wiel.......................................7-32
7. Buitenspiegel ......................................4-66
8. Portiervergrendeling ...........................4-23
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
OVF014002
23
Uw auto in één oogopslag
OVERZICHT EXTERIEUR (STATIONWAGON)
Achter
9. Portiervergrendeling ...........................4-23
10. Kinderslot achterportierslot...............4-28
11. Tankdopklep ......................................4-53
12. Dakantenne ....................................4-196
13. Derde remlicht ..................................7-79
14. Achterruitverwarming ......................4-147
15. Achterruitenwisser ..........................4-139
16. Achterlichtunit ...................................7-72
17. Achteruitrijcamera...........................4-125
18. Knop handgreep achterklep .............4-29
19. Parkeerhulpsysteem .......................4-109
20. Sleepoog achter................................6-34
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
42
OVF014003
OVERZICHT EXTERIEUR (SEDAN)
Achter
Uw auto in één oogopslag
9. Portieren.............................................4-23
10. Tankdopklep......................................4-53
11. Achterlichtunit...................................7-75
12. Antenne ..........................................4-196
13. Derde remlicht..................................7-79
14. Achterruitverwarming......................4-147
15. Achteruitrijcamera* .........................4-125
16. Bagageruimte ...................................4-40
17. Parkeerhulpsysteem*......................4-109
* : indien van toepassing
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
OVF014004
25
Uw auto in één oogopslag
DASHBOARD, OVERZICHT
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
62
OVF023002
Uw auto in één oogopslag
1. Stoelverwarming/Stoel met luchtventilatie ....................3-12/3-13
2. Waarschuwingslampje veiligheidsgordel voorpassagier ........3-24
3. Controlelampje voorpassagiersairbag AAN/UIT ....................3-50
4. Bestuurdersairbag..................................................................3-54
5. Knie-airbag bestuurder ..........................................................3-54
6. Voorpassagiersairbag ............................................................3-54
7. Schakelaar centrale vergrendeling ........................................4-24
8. Toets elektrisch bedienbare achterklep openen ............4-32/4-40
9. Claxon ....................................................................................4-64
10. Instrumentenpaneel..............................................................4-69
11. Toets LCD-display ................................................................4-76
12. Toets TRIP ............................................................................4-76
13. Toets parkeerhulp ..............................................................4-109
14. Toets Smart Parking Assist-systeem..................................4-119
15. Alarmknipperlichten............................................................4-126
16. Verwarmings- en ventilatiesysteem..........................4-148/4-159
17. Opbergvak middenconsole ................................................4-177
18. Dashboardkastje ................................................................4-177
19. Bekerhouder/Asbak..................................................4-182/4-181
20. 12V-aansluiting/Aansteker........................................4-184/4-181
21. Audiobediening op het stuurwiel ........................................4-197
22. AUX, USB en iPod..............................................................4-185
23. Audio-/AVN-systeem ..4-196/4-198/Afzonderlijk instructieboekje
24. Bedieningsorganen Bluetooth-telefoon ..............................4-199
25. Contactslot of startknop ..................................................5-5/5-9
26. Schakelaar elektronische parkeerrem (EPB) ......................5-48
27. Toets Auto Hold ....................................................................5-54
28. Toets voertuigstabiliteitsregeling (ESC) ................................5-58
29. Cruise control-schakelaar/
Schakelaar snelheidsbegrenzer ..................................5-67/5-72
30. Knop rijstand / Flex-stuurwiel ..............................................5-43
27
Uw auto in één oogopslag
INTERIEUR, OVERZICHT
1. Stoel ........................................................3-2
2. Portiergreep binnenzijde ......................4-24
3. Schakelaar ruitbediening ......................4-46
4. Blokkeerschakelaar ruitbediening ..........4-49
5. Hendel motorkapontgrendeling ............4-51
6. Bestuurdersstoel met geheugen............4-60
7. Stuurwiel ..............................................4-62
8. Hendel in hoogte en lengte verstelbare
stuurkolom ............................................4-63
9. Verwarmd stuurwiel................................4-63
10. Buitenspiegelbediening........................4-68
11. Inklapbare buitenspiegel......................4-68
12. Lichtschakelaar ................................4-128
13. Ruitenwisser/-sproeier ......................4-139
14. Koplampverstelling ............................4-137
15. Bedieningssysteem
dashboardverlichting............................4-70
16. Toets Idle Stop & Go-systeem (ISG)
OFF......................................................5-16
17. Versnellingspook handgeschakelde
transmissie/Selectiehendel automatische
transmissie ..................................5-21/5-25
18. Zekeringkast ........................................7-46
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
82
OVF021001
MOTORRUIMTE
Benzine (1,6L)
Benzine (2,0L)
Uw auto in één oogopslag
1.
Peilstok motorolie
Vuldop motorolie
2.
Expansievat koelvloeistof
3.
Radiateurdop
4.
5. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir...7-19
Sproeierreservoir
6.
Luchtfilter
7.
Pluspool accu
8.
Minpool accu
9.
Zekeringkast
10.
.............................7-13
..............................7-13
.................7-17
...................................7-18
..............................7-20
.........................................7-21
...................................7-28
....................................7-28
..................................7-46
De uiteindelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding.
OVF076002/OVF076001
29
Uw auto in één oogopslag
Diesel (1,7L)
1.
Peilstok motorolie
Vuldop motorolie
2.
Expansievat koelvloeistof
3.
Radiateurdop
4.
5. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir...7-19
Sproeierreservoir
6.
7. Brandstoffllter...................................7-20
Luchtfilter
8.
Pluspool accu
9.
Minpool accu
10.
Zekeringkast
11.
.............................7-14
..............................7-14
.................7-17
...................................7-18
..............................7-20
.........................................7-21
...................................7-28
..................................7-28
..................................7-46
De uiteindelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding.
210
OVF076003L
Stoelen / 3-2 Veiligheidsgordels / 3-22 Kinderzitjes / 3-35 Aanvullend veiligheidssysteem / 3-46
Veiligheidssysteem van uw auto
3
Veiligheidssysteem van uw auto
STOELEN
Voorstoel
(1) Voorwaartse/achterwaartse richting (2) Rugleuningverstelling (3) Zittinghoogte* (4) Lendesteun (5) Stoelverwarming*
/Stoelverwarming met luchtventilatie*
(6) Hoofdsteun
Achterstoelen
(7) Neerklappen rugleuning (8) Hoofdsteun (9) Armsteun (10) Stoelverwarming*
* :
indien van toepassing
OVF031001
23
Veiligheidssysteem van uw auto
WAARSCHUWING
- Losliggende voorwerpen
Losliggende voorwerpen in de voetenruimte van de bestuurder kunnen de werking van de pedalen nadelig beïnvloeden en mogelijk een ongeval veroorzaken. Plaats niets onder de voorstoelen.
WAARSCHUWING
- Opklappen van de rugleuning
Zorg ervoor, indien u de rugleuning weer rechtop zet, dat u deze vasthoudt en rustig omhoog klapt. Als u de rugleuning niet vasthoudt tijdens het omhoog klappen, kan de rugleuning terugschieten waardoor u letsel kunt oplopen.
WAARSCHUWING
- Verantwoordelijkheid van de bestuurder voorpassagier
Rijden met de rugleuning van een stoel neergeklapt, kan bij een aanrijding leiden tot ernstig letsel. Als de rugleuning neergeklapt is, kan de persoon op de desbetreffende stoel bij een aanrijding onder de gordel doorglijden, waardoor de onder buik zwaar belast kan worden. Hier
door kan ernstig letsel ontstaan. De bestuurder moet de passagier erop wijzen tijdens het rijden de rugleuning altijd zo rechtop mogelijk te houden.
WAARSCHUWING
Gebruik geen zitkussen waardoor de wrijving tussen de stoel en de passagier verminderd wordt. De passagier kan bij een aanrijding of een noodstop onder de gordel doorglijden. Omdat de veiligheidsgordel niet normaal kan werken, kan ernstig letsel ontstaan.
-
33
Veiligheidssysteem van uw auto
WAARSCHUWING
- Bestuurdersstoel
• Probeer de stoel nooit tijdens het rijden te verstellen. Hierdoor kunt u de controle verliezen waardoor een ongeluk met ernstig letsel of schade het gevolg kan zijn.
• Zorg ervoor dat de rugleuning altijd in de normale positie kan staan. Als de rugleuning vanwege hinderlijk geplaatste voorwerpen of andere oorzaken niet goed vergrendeld kan worden, kan dit bij een noodstop of aanrijding ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Zet voor het wegrijden de rugleuning altijd rechtop en plaats de heupgordel strak en zo laag mogelijk over de heupen. In deze positie bent u in geval van een aanrijding het beste beschermd.
• Ga zo ver van het stuurwiel af zitten als mogelijk is zonder dat dit ten koste gaat van het bedieningscomfort om onnodig en wellicht ernstig letsel door de airbag te voorkomen. Geadviseerd wordt een minimale afstand van 250 mm tussen uw bovenlichaam en het stuurwiel.
WAARSCHUWING
- Rugleuning achterbank
• De rugleuning achter moet goed vergrendeld zijn. Als dat niet het geval is, kunnen passagiers en objecten in geval van afremmen of een aanrijding plotseling naar voren schieten, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
• Bagage en andere lading moet plat in de bagageruimte worden gelegd. Als de objecten groot of zwaar zijn, of moeten worden gestapeld, moeten ze worden vastgezet. Objecten in de bagageruimte mogen nooit hoger worden gestapeld dan de rugleuning. Het niet opvolgen van deze waarschuwingen kan leiden tot ernstig letsel in geval van afremmen of een aanrijding.
(Vervolg)
(Vervolg)
• In de bagageruimte mogen geen passagiers vervoerd worden en tijdens het rijden mogen er geen passagiers zitten of liggen op een neergeklapte rugleuning. Alle passagiers moeten zitten en de aanwezige veiligheidsgordels dragen.
• Controleer na het terugklappen van de rugleuning of deze goed vergrendeld is door te proberen hem naar voren en naar achteren te bewegen.
43
Veiligheidssysteem van uw auto
WAARSCHUWING
Controleer na het afstellen van de stoel altijd of deze goed is vergrendeld, door te proberen deze naar voren of achteren te schuiven zonder de ontgrendelhendel te gebruiken. Als de bestuurdersstoel plotseling in beweging komt, kunt u de controle over de auto verliezen.
WAARSCHUWING
• Let goed op dat er tijdens het verstellen van de stoel geen handen of voorwerpen in het mechanisme bekneld raken.
• Leg geen aansteker op de vloer of de stoel. Wanneer u de stoel verstelt, kan er gas uit de aansteker ontsnappen waardoor brand kan ontstaan.
• Als er inzittenden aanwezig zijn op de achterstoelen, wees dan voorzichtig bij het afstellen van de voorstoelen.
• Wees uiterst voorzichtig bij het oppakken van kleine voorwerpen die onder de stoelen liggen of zich tussen de stoel en de middenconsole bevinden. Uw handen kunnen klem komen te zitten in het stoelmechanisme of u kunt letsel aan uw handen oplopen door scherpe randen aan de stoel.
OVF031002
Voorstoel
Handmatige verstelling
Voorwaartse/achterwaartse richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Houd de hendel voor de langsverstelling aan de voorzijde van de stoel omhooggetrokken.
2. Schuif de stoel in de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en controleer of de stoel vergrendeld is.
Stel de stoel af voordat u gaat rijden en controleer of de stoel goed vergrendeld is door te proberen deze handmatig naar voren of achteren te schuiven. Als de stoel beweegt, dan is hij niet goed vergrendeld.
35
Veiligheidssysteem van uw auto
OVF031003 OVF031004 OVF033077
Rugleuning afstellen
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Leun iets naar voren en trek de hendel van de rugleuning aan de zijkant van de stoel naar boven.
2. Leun vervolgens voorzichtig achterover en verstel de rugleuning in de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en zorg ervoor dat de rugleuning vergrendeld is. (De hendel MOET zijn oorspronkelijke positie weer innemen om de rugleuning te vergrendelen.)
Afstellen van de zittinghoogte (indien van toepassing)
Duw de hendel aan de zijkant van de zitting omhoog of omlaag om de hoogte van de zitting te veranderen.
• Duw de hendel een aantal maal omlaag om de zitting lager af te stellen.
• Trek de hendel een aantal maal omhoog om de zitting hoger af te stellen.
Lendensteun (indien van toepassing)
De lendensteun kan worden versteld met de schakelaar aan de zijkant van de stoel.
1.Druk op de voorzijde van de schakelaar voor meer steun en op de achterzijde voor minder steun.
2.Laat de knop los zodra de gewenste stand is bereikt.
63
Veiligheidssysteem van uw auto
Automatisch afstellen (indien van toepassing)
De voorstoel kan worden afgesteld met de bedieningsschakelaar aan de buitenzijde van de zitting. Stel voor het rijden de stoel af in de juiste stand zodat het stuurwiel, de pedalen en de schakelaars op het dashboard gemakkelijk bediend kunnen worden.
WAARSCHUWING
De elektrisch verstelbare stoelen kunnen bediend worden met het contact in stand LOCK.
Laat kinderen daarom nooit alleen achter in de auto.
OPMERKING
• Elektrisch verstelbare stoelen worden aangedreven door elektromotoren. Laat de schakelaar los als de stoel juist afgesteld is. Anders kunnen de elektrische onderdelen beschadigd raken.
• Het verstellen van de stoelen kost behoorlijk veel stroom. Beperk daarom het verstellen van de stoelen tot een minimum zolang de motor niet loopt.
• Bedien niet meerdere schakelaars tegelijkertijd. Anders kunnen de elektromotoren of andere elektrische onderdelen beschadigd raken.
• Wijzig de bekleding van de stoel niet. Anders kan de stoelverwarming of -ventilatie beschadigd raken.
OVF031005
Voorwaartse/achterwaartse richting
1.Druk de knop naar voren of naar achteren om de stoel in de gewenste stand te zetten.
2.Laat de knop los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
37
Veiligheidssysteem van uw auto
OVF031006 OVF031007 OVF031008
Rugleuning
1.Druk de knop naar voren of naar achteren om de rugleuning in de gewenste stand te zetten.
2.Laat de knop los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
Afstellen van de zittinghoogte (indien van toepassing)
1.Druk het voorste deel van de knop naar boven of naar beneden om de voorzijde van de zitting omhoog of omlaag te verstellen. Beweeg het achterste deel van de knop naar boven of naar beneden om de achterzijde van de zitting omhoog of omlaag te verstellen.
2.Laat de knop los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
Lendensteun (indien van toepassing)
De lendensteun kan worden versteld met de schakelaar aan de zijkant van de stoel.
1.Druk op de voorzijde van de schakelaar voor meer steun en op de achterzijde voor minder steun.
2.Laat de knop los zodra de gewenste stand is bereikt.
83
OPA039052
Hoofdsteun
De stoelen van de bestuurder en voorpassagier zijn voor extra veiligheid en comfort voorzien van een hoofdsteun.
De hoofdsteun biedt niet alleen comfort, maar helpt tevens bij de bescherming van hoofd en nek van de inzittenden bij een aanrijding.
WAARSCHUWING
• Voor een optimale bescherming in geval van een aanrijding moet de hoofdsteun zo afgesteld zijn dat het midden van de hoofdsteun zich op dezelfde hoogte bevindt als het zwaartepunt van het hoofd van de inzittende. Over het algemeen bevindt het zwaartepunt van het hoofd zich op dezelfde hoogte als de bovenzijde van de ogen. Zorg dat de hoofdsteun zich zo dicht mogelijk bij uw hoofd bevindt. Gebruik daarom geen kussen waardoor het lichaam verder van de rugleuning af komt.
• Gebruik de auto niet als de hoofdsteunen zijn verwijderd omdat dan in geval van een aanrijding ernstig letsel kan ontstaan. Een goed afgestelde hoofdsteun biedt een zo optimaal mogelijke bescherming tegen nekletsel.
• Verstel de hoofdsteun van de bestuurder niet als de auto rijdt.
Veiligheidssysteem van uw auto
OVF031009
Verstellen in voorwaartse/achterwaartse richting
De hoofdsteun kan in vier standen naar voren worden gedrukt. Druk de hoofdsteun vanuit de voorste positie nogmaals naar voren om de hoofdsteun naar achteren te plaatsen. Zorg ervoor dat de hoofdsteun hoofd en nek goed ondersteunt.
39
Loading...
+ 597 hidden pages