Alle informatie in deze gebruikershandleiding is actueel ten tijde van de
publicatie. Hyundai behoudt zich echter het recht voor om te allen tijde aanpassingen door te voeren zodat het beleid van voortdurende productverbetering uitgevoerd kan worden.
Deze handleiding is van toepassing op alle Hyundai modellen van dit voertuig en omvat beschrijvingen en verklaringen betreffende de opties en de
standaarduitrusting. Als resultaat hiervan kunt u informatie in deze handleiding vinden die niet van toepassing is op uw specifieke voertuig.
VOORZICHTIG: AANPASSINGEN AAN UW HYUNDAI
Uw Hyundai dient op geen enkele wijze te zijnof te worden aangepast. Zulke aanpassingen kunnen
de prestatie, veiligheid of duurzaamheid van uw Hyundai nadelig beïnvloeden en zouden bovendien
de voorwaarden van de beperkte garanties die het voertuig dekken kunnen overtreden. Bepaalde
aanpassingen kunnen ook strijdig zijn met de wettelijke voorschriften zoals vastgesteld door het
Departement voor Transport en andere overheidsorganen in uw land.
TWEEZIJDIGE RADIOVERBINDING OF MOBIELE TELEFOON INSTALLATIE
Uw voertuig is uitgerust met elektronische brandstoftoevoer en andere elektronische componenten.
Het is mogelijk dat een oneigenlijk geïnstalleerde/aangepaste tweezijdige radioverbinding of mobiele
telefoon uw elektronische systemen nadelig kan beïnvloeden. Om deze reden bevelen wij u aan om
zorgvuldig de instructies van de fabrikant op te volgen of uw Hyundai Reparateur te raadplegen betreffende voorzorgsmaatregelen of speciale instructies, indien u ervoor kiest om één van deze apparaten te installeren.
F2
WAARSCHUWING INZAKE VEILIGHEID EN VOERTUIG SCHADE
Deze handleiding bevat informatie met titels als WAARSCHUWING, VOORZICHTIG en AANDACHT.
Deze titels geven het volgende aan:
WAARSCHUWING
Dit geeft aan dat een conditie kan resulteren in schade of (ernstig) letsel voor u of andere
inzittenden, indien er geen aandacht wordt besteedt aan de waarschuwing. Volg het advies
op dat wordt gegeven bij de waarschuwing.
VOORZICHTIG
Dit geeft aan dat een conditie kan resulteren in schade voor uw voertuig of uitrusting, indien er geen aandacht wordt besteedt aan de waarschuwing. Volg het advies op dat wordt
gegeven bij de voorzichtig.
AANDACHT
Dit geeft aan dat er extra informatie wordt verstrekt.
F3
VOORWOORD
Dank u voor het kiezen van Hyundai. Het is een genoegen u welkom te heten bij het groeiende aantal kritische mensen die
Hyundai”s aan schaffen. De geavanceerde toepassingen en hoogwaardige constructie van iedere Hyundai die wordt gebouwd is
iets waar HYUNDAI ASSAN OTOMOTİV SAN. ve TİC. A.Ş. zeer trots op is.
De gebruikershandleiding zal u informeren over de kenmerken en werking van uw nieuwe Hyundai. Het wordt aanbevolen om
deze zorgvuldig door te lezen aangezien de informatie veel kan bijdragen aan het optmale gebruik van uw nieuwe voertuig.
De fabrikant adviseert ook dat service- en onderhoudswerkzaamheden aan uw voertuig worden uitgevoerd door een geautoriseerde Hyundai verdeler.
HYUNDAI ASSAN OTOMOTİV SAN. ve TİC. A. Ş.
Opmerking: Omdat toekomstige eigenaren van dit voertuig ook de informatie in deze handleiding nodig zullen hebben, gelieve
de handleiding in het voertuig achter te laten als u deze Hyundai verkoopt. Dank u.
VOORZICHTIG
Ernstige schade aan motor en aandrijving kan het resultaat zijn van het gebruik van brandstof en smeermiddelen van
slechte kwaliteit die niet voldoen aan de specificaties van Hyundai. U moet altijd hoogwaardige brandstof en smeermiddelen gebruiken die voldoen aan de specificaties vermeld op Pagina 8-4 in de sectie Voertuig Specificaties van de
gebruikershandleiding.
Auteursrecht 2013 Hyundai Motor ASSAN Ltd. Alle rechten voorbehouden. Geen onderdeel van deze publicatie mag worden
weergegeven, opgeslagen in om het even welk terugzoeksysteem of uitgezonden in om het even welk vorm of om het even welke
middelen zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Hyundai Motor ASSAN Ltd.
F4
Introductie
1
Inhoudsopgave
Uw voertuig in een oogopslag
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
Kenmerken van uw voertuig
Het besturen van uw voertuig
Wat te doen in noodgevallen
Onderhoud
Specificaties & Informatie voor de klant
Index
2
3
4
5
6
7
8
I
Introductie
Hoe deze handleiding te gebruiken . . . . . . . . . . . . 1-2
Proces van inrijden van het voertuig . . . . . . . . . . . 1-5
1
Introductie
HOE DEZE HANDLEIDING TE GEBRUIKEN
We willen u helpen om het hoogst mogelijke rijplezier te halen uit uw voertuig. In
de gebruikershandleiding is heel veel
informatie te vinden over het gebruik van
de auto. U wordt aangeraden om de volledige handleiding door te lezen. Om de
kans op schade en letsel te voorkomen
wordt aangeraden vooral de secties
WAARSCHUWING of VOORZICHTIG
ter harte te nemen.
Illustraties en afbeeldingen vullen de
tekst in deze handleiding aan om nog
beter uit te leggen hoe optimaal van dit
voertuig gebruik gemaakt kan worden.
Door de handleiding te lezen wordt u
geïnformeerd over de kenmerken, belangrijke veiligheidsinformatie en rijtips onder diverse rijomstandigheden.
De indeling van de handleiding wordt gegeven in de inhoudsopgave. Gebruik de
index als u zoekt naar een speciaal onderwerp; de index is een alfabetische lijst
van alle informatie in uw boekje.
Secties: De handleiding heeft 8 secties
en een inhoudsopgave. Iedere sectie begint met een korte inhoudsopgave zodat
u in een oogopslag kunt zien of die sectie de informatie bevat die u wilt hebben.
U zult diverse WAARSCHUWING, VOORZICHTIG en AANDACHT in deze
handleiding vinden. Deze blokken zijn
opgesteld om de persoonlijke veiligheid
te verbeteren. U wordt aangeraden deze
WAARSCHUWING, VOORZICHTIG en
AANDACHT procedures zorgvuldig te lezen en te volgen.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING geeft een situatie aan waaruit schade of lichamelijk letsel kan ontstaan, indien
de waarschuwing wordt genegeerd.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG geeft een situatie
aan waaruit schade aan uw voertuig kan ontstaan, indien de waarschuwing wordt genegeerd.
AANDACHT
AANDACHT geeft aan dat er interessante of nuttige informatie wordt verstrekt.
21
BRANDSTOFEISEN
Loodvrij
Uw nieuwe Hyundai voertuig is ontworpen om alleen loodvrije brandstof te gebruiken met een RON Octaangetal (Research-Octaangetal) 91 / AKI (Anti-Knock
Index) 87 of hoger.
Uw nieuwe voertuig is ontworpen om de
maximale prestatie te verkrijgen met
LOODVRIJE BRANDSTOF als ook om
vervuiling via het uitlaatgassen te beperken.
VOORZICHTIG
GEBRUIK NOOIT LOODHOUDENDE
BENZINE. Het gebruik van loodhoudende benzine is schadelijk voor de
katalysator, het zal de zuurstofsensor van het motor regelsysteem
beschadigen en het emissiebeheer
aantasten.
Voeg nooit reinigingsmiddelen toe
aan de brandstoftank, anders dan is
aangegeven (Wij raden aan om contact op te nemen met een erkende
HYUNDAI-verdeler voor meer informatie).
WAARSCHUWING
• Nooit doorgaan met ‘afvullen’
nadat de benzinepomp automatisch is afgeslagen tijdens het bijtanken.
• Controleer altijd dat de brandstofvuldop goed is vastgezet om
brandstoflekkage te voorkomen.
Introductie
Loodhoudend
(indien hiermee uitgerust)
Voor een aantal landen is het voertuig
ontworpen om loodhoudende benzine te
gebruiken. Als u loodhoudende benzine
gebruikt, raden we aan om aan een erkende HYUNDAI-verdeler te vragen of er
al dan niet loodhoudende benzine in uw
auto beschikbaar is.
Het octaangetal voor loodhoudende benzine is gelijk aan loodvrije benzine.
13
Introductie
Benzine welke alcohol en methanol
bevat
Gasohol, een mengsel van benzine en
ethanol (ook bekend als graanalcohol),
en benzine of gasohol die methanol bevat (ook bekend als houtgeest) wordt
soms verkocht samen met of in plaats
van loodhoudende of loodvrije benzine.
Gebruik geen gasohol die meer dan 10%
ethanol bevat en gebruik geen benzine of
gasohol die methanol bevat. Deze brandstoffen kunnen regelproblemen en /of schade aan het brandstofsysteem veroorzaken. Stop het gebruik van gasohol van
welk soort dan ook, als zich problemen
voordoen. Voertuigschade of regelpoblemen worden niet gedekt door de fabrieksgarantie als deze het resultaat zijn
van:
1. Gasohol die meer dan 10% ethanol
bevat.
2. Benzine of gasohol die methanol
bevat.
3. Loodhoudende benzine of loodhoudende gasohol (Met uitzondering van
voertuigen die zijn ontworpen voor
een aantal landen om loodhoudende
benzine te gebruiken).
VOORZICHTIG
Gebruik nooit gasohol die methanol
bevat. Stop het gebruik van enig
gasohol product die de werking van
de motor schaadt.
Gebruik van MTBE
HYUNDAI beveelt aan om brandstoffen
in uw voertuig te vermijden die MTBE
(Methyl Tertiary Butyl Ether) bevatten
met meer dan 15% vol. (Oxygen Content
2.7% gewicht).
Brandstoffen die MTBE met meer dan
15% vol. (Oxygen Content 2.7% gewicht)
bevatten kunnen de prestatie van het
voertuig verminderen en moeilijk starten
veroorzaken.
VOORZICHTIG
De garantievoorwaarden kan mogelijk de schade aan het brandstofsysteem of prestatieproblemen
dekken, die zijn veroorzaakt door
het gebruik van brandstoffen die
methanol bevatten of brandstoffen
die MTBE (Methyl Tertiary Butyl
Ether) bevatten met meer dan 15%
vol. (Oxygen Content 2.7% gewicht).
Gebruik geen methanol
Brandstoffen die methanol bevatten,
mogen niet in het voertuig gebruikt worden. Dit soort brandstof kan de voertuigprestatie verminderen en componenten
van het brandstofsysteem beschadigen.
VOORZICHTIG
De garantievoorwaarden zal de
schade, die is veroorzaakt door het
gebruik van methanol of brandstoffen die methanol bevatten, aan het
brandstofsysteem of prestatieproblemen niet dekken.
41
Emissie
Om bij te dragen aan minder luchtvervuiling
beveelt HYUNDAI aan dat u brandstof gebruikt met toegevoegde reinigingsmiddelen,
waardoor vorming van verbrandingsresten
in de motor wordt voorkomen. Deze brandstoffen zullen de motor helpen, schoner te
draaien en de prestaties verbeteren van het
Emissie Beheer Systeem.
Werking in het buitenland
Indien u uw voertuig in een ander land gaat
rijden, wees er zeker van dat:
• Alle voorschriften geraadpleegd worden
betreffende registratie en verzekering.
• Vastgesteld wordt dat de juiste brandstof-
fen beschikbaar zijn.
Brandstofadditieven
HYUNDAI adviseert het gebruik van goede
kwaliteit benzine die voldoet aan de
Europese brandstofnormen (EN228) of
hieraan gelijkwaardig. Voor klanten die niet
regelmatig benzine van een goede kwaliteit
met benzineadditieven gebruiken en problemen ondervinden met het starten van de
motor of dat deze niet soepel draait, adviseren wij een fles ad-ditieven toe te voegen
aan de brandstoftank elke 15.000 km (voor
Europa)/5.000 km (buiten Europa). Additieven zijn leverbaar via uw geautoriseerde
HYUNDAI dealer samen met informatie
hoe deze te gebruiken.
Introductie
INRIJDEN VAN HET VOERTUIG
Er is geen speciale inwerkperiode nodig.
Door gewoon een paar eenvoudige voorzorgsmaatregelen gedurende de eerste
1.000 km (600 mijl) op te volgendn, kunt
u ervoor zorgen dat uw voertuig beter
presteert, zuinger rijdt en langer mee
gaat.
• Ga niet racen in het voertuig.
• Houd tijdens het rijden de motorsnelheid (toerental, of omwentelingen per
minuut) tussen de 2000 en 4000.
• Rijd niet gedurende langere tijd dezelfde snelheid, of dit nu snel of langzaam is. Het vari'ëren van de motorsnelheid is noodzakelijk om de motor
goed in te werken.
• Vermijd abrupte stops, behalve in
noodgevallen, zodat de remmen goed
in kunnen werken.
• Laat de motor niet langer stationair
lopen dan 3 minuten in een keer.
• Laat de motor niet langer stationair lopen dan 3 minuten in een keer.
15
Uw voertuig in een oogopslag
Overzicht van het exterieur (voorste) . . . . . . . . . . 2-2
Overzicht van het exterieur (achter) . . . . . . . . . . . 2-3
Losse voorwerpen op de vloer van
de bestuurder kunnen de bediening
van de pedalen hinderen, en mogelijk een ongeluk veroorzaken.
Plaats niets los onder de voorzitplaatsen.
WAARSCHUWING -
Verticaal zetten van de
rugleuning
Wanneer u de rugleuning terugzet
in de verticale positie, houdt de
rugleuning vast en breng het
langzaam terug en let op dat er niets of niemand bekneld raakt.
Controleer of de rugleuning goed
vergrendeld is.
WAARSCHUWING -
Verantwoordelijkheid bestu
urder voor passagiers
Het rijden in een voertuig met de
rugleuning horizontaal kan leiden
tot ernstig letsel. Als een rugleuning horizontaal is geplaatst, kan de
inzittende onder de veigheidsgordel uitglijden. Ernstig letsel zou
hierdoor kunnen ontstaan. De bestuurder moet de passagier dringend verzoeken om de rugleuning
in een verticale positie te zetten tijdens het rijden.
WAARSCHUWING -
Zitplaats bestuurder
• Probeer nooit om de zitplaats af
te stellen terwijl het voertuig in
beweging is. Dit kan leiden tot
vermindering van de voertuigcontrole, wat resulteert in een ongeval en of materiele schade.
• Let op dat er geen bagage tegen
de rugleuning wordt geplaatst.
De vergrendeling van de rugleuning kan eventueel overbelast
worden of niet goed vergrendeld
zijn, dit kan leiden tot (ernstig)
letsel tijdens een plotselinge stop
of botsing.
• Rij altijd met de rugleuning in
verticale positie en gebruik de
veiligheidsgordel zoals het hoort
sluitend over de borst en laag
over de heupen. Dit is de beste
positie om u te beschermen in
geval van een ongeluk.
• Zorg voor een goede zitpositie
om onnodige (ernstig) air-bag letsel te voorkomen om zo ver mogelijk weg van het stuurwiel, terwijl toch een goede controle over
het voertuig wordt behouden. Het
is aan te raden de borstkas tenminste 25 cm van het stuurwiel af
te houden.
33
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
n Type A
OBA033002
n Type B
OIA033002
Afstelling voorste zitplaats
Voorwaarts en achterwaarts
Om de stoel voorwaarts en achterwaarts
te schuiven:
1. Trek de hendel voor de lengteverstelling omhoog en houd de hendel
omhoog.
2. Schuif de zitplaats naar de positie die
u wenst.
3. Laat de hefboom los en verzeker u ervan dat de zitplaats op zijn plaats is
vergrendeld.
Stel de zitplaats af voordat u gaat rijden
en verzeker u ervan dat de zitplaats veilig
is vergrendeld door te proberen voorwaarts en achterwaarts te bewegen zonder de hefboom te gebruiken. Indien de
stoel beweegt, is het niet correct vergrendeld.
OBA033003
Rugleuningverstelling
Om de rugleuning te verstellen:
1. Plaats uw gewicht iets naar voren en
trek de hendel voor de rugleuningverstelling omhoog.
2. Leun voorzichtig terug tegen de rugleuning en stel de leuning af in de positie die gewenst wordt.
3. Laat de hefboom los en controleer of
de leuning is vergrendeld (De hefboom MOET terugkeren in zijn basis
positie zodat de rugleuning kan vergrendelen.).
Beweeg de hendel omhoog of omlaag
om de stoel in hoogte te verstellen.
• Druk de hendel enkele malen omlaag
om de stoelkussen lager te zetten.
• Druk de hendel enkele malen omhoog
om de stoel hoger te zetten.
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
OPA039052
Hoofdsteunen
De bestuurdersstoel en passagiersstoel
voor zijn uigerust met een hoofdsteun
voor de veiligheid en het comfort van de
inzittenden.
De hoofdsteun voorziet niet alleen in
comfort voor de bestuurder en voor passagier, maar helpt ook om hoofd en nek
te beschermen in geval van een aanrijding.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht zodat u het risico
op letsel of overlijden bij een ernstig ongeval vermindert.
• Pas, voordat u het voertuig start,
altijd de hoofdsteunen voor alle
passagiers goed aan.
• Laat NOOIT iemand rijden in een
zitting met een verwijderde
hoofdsteun.
• Pas de hoofdsteunen zo aan dat
het midden van de hoofdsteun op
dezelfde hoogte is als de hoogte
van de bovenkant van de ogen
(zie schema).
• Pas de positie van de hoofdsteun
van de bestuurder NOOIT aan als
het voertuig in beweging is.
• Stel de hoofdsteun zo dicht mogelijk bij het hoofd van de passagier af. Gebruik geen kussen
als zitting waardoor het lichaam
af staat van de rugleuning.
35
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
Voor- en achterwaartse afstelling
De hoofdsteun kan naar voren worden
aangepast naar 3 posities door de hoofdsteun naar de gewenste positie naar voren te trekken. Om de hoofdsteun in de
volledig achterste stand te plaatsen, trekt
u deze zo ver mogelijk naar voren en laat
u het los.
63
OBA033005OIA033003
Het afstellen van de hoogte
van de hoofdsteun
Om de hoofdsteun te verstellen, trek het
op naar de gewenste positie (1). Om de
hoofdsteun te verlagen, duw neer en
houdt de drukknop (2) op de hoofdsteundrager vast en verlaag de hoofdsteun naar de gewenste positie (3).
OBA033006
Verwijdering/Opnieuw installeren
Om de hoofdsteun te verwijderen, trek
deze omhoog zoveel als het kan en druk
op de knop (1) tijdens het omhoog trekken (2).
Plaats om de hoofdsteun te monteren de
stangen (3) in de opening. Houd daarbij
de ontgrendelknop (1) ingedrukt. Stel
vervolgens af op de gewenste hoogte.
WAARSCHUWING
Controleer of de hoofdsteun na het
afstellen goed is geblokkeerd, zodat de inzittenden worden beschermd.
Stoelverwarming
(indien hiermee uitgerust)
Terwijl de motor draait, druk op de
schakelaar om de zitplaats van de bestuurder of de zitplaats van de voor passagier te verwarmen.
Tijdens gematigd weer en onder condities waarbij de werking van de stoelverwarmer niet nodig is, is het niet nodig de
verwarming te gebruiken.
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
Elke keer dat u op de knop drukt, wordt
de temperatuurinstelling van de zitting
als volgt gewijzigd:
OFF (UIT)
HIGH ()
(HOOG)
MIDDLE ()
(MIDDEN)
LOW ()
(LAGE)
De Stoelverwarming zal standaard op
OFF staan als de contactschakelaar
wordt omgedraaid.
8 AANDACHT
Als de stoelverwarmingschakelaar in de
AAN positie staat, wordt het verwarmingssysteem niet automatisch uitgeschakeld.
←
←←←
OIA0330025OIA0330013
Rugleuningzak
(indien hiermee uitgerust)
Het rugleuningzak op de rugleuning bevindt zich op de bestuurder en/of passagiersstoel voor.
WAARSCHUWING -
Rugleuningzakken
Plaats geen zware of scherpe voorwerpen in de rugleuningtassen. Bij
een ongeval kunnen deze loskomen en de inzittenden van het voertuig verwonden.
37
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
OIA0330010
Passagierzitting onder lade
(indien hiermee uitgerust)
Om de lade te openen, trekt u de lade
eerst omhoog en vervolgens naar voren.
WAARSCHUWING -
Ontvlambare materialen
Bewaar geen ontvlambare/explosieve materialen in het lade. Deze
voorwerpen kunnen ontbranden
en/of ontploffen indien het voertuig
wordt blootgesteld aan hoge temperaturen gedurende langere perioden of betrokken bij een ongeval.
Afstelling achterzitplaats
Hoofdsteunen
De zitplaatsen achter zijn voorzien van
hoofdsteunen voor de alle zitplaatsen
voor de veiligheid en het comfort van de
inzittenden.
De hoofdsteun voorziet niet alleen in
comfort voor de bestuurder en voorinzittende, maar helpt ook om het hoofd en
nek te beschermen in geval van een aanrijding.
OPA039053
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht zodat u het risico
op letsel of overlijden bij een ernstig ongeval vermindert.
• Pas, voordat u het voertuig start,
altijd de hoofdsteunen voor alle
passagiers goed aan.
• Laat NOOIT iemand rijden in een
zitting met een verwijderde
hoofdsteun.
• Pas de hoofdsteunen zo aan dat
het midden van de hoofdsteun op
dezelfde hoogte is als de hoogte
van de bovenkant van de ogen
(zie schema).
• Stel de hoofdsteun zo dicht mogelijk bij het hoofd van de passagier af. Gebruik geen kussen
als zitting waardoor het lichaam
af staat van de rugleuning.
83
OIA0330011OIA0330012
Het afstellen van de hoogte
van de hoofdsteun
Om de hoofdsteun te verstellen, trek het
op naar de gewenste positie (1). Om de
hoofdsteun te verlagen, duw neer en
houdt de drukknop (2) op de hoofdsteundrager vast en verlaag de hoofdsteun naar de gewenste positie (3).
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
WAARSCHUWING
Controleer of de hoofdsteun na het
afstellen goed is geblokkeerd, zodat de inzittenden worden beschermd.
Verwijdering/Opnieuw installeren
Om de hoofdsteun te verwijderen, trek
de hoofdsteun omhoog met de drukknop
(1) tijdens het omhoog trekken (2).
Plaats om de hoofdsteun te monteren de
stangen (3) in de opening. Houd daarbij
de ontgrendelknop (1) ingedrukt. Stel
vervolgens af op de gewenste hoogte.
39
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
Inklappen van de achterzitplaats
De achterrugleuningen (en zitkussens)
kunnen ingeklapt worden om de bagageruimte te vergroten.
WAARSCHUWING
• Laat passagiers nooit op de
neergeklapte rugleuning zitten,
terwijl de auto in beweging is, dit
is geen juiste zitpositie. Bovendien zijn er geen veiligheidsgordels beschikbaar. Dit kan leiden
tot ernstig letsel in het geval van
een aanrijding of onverwachte
stop.
• Voorwerpen die vervoerd worden
op de neergeklapte rugleuningen
mogen niet hoger reiken dan de
top van de voorste rugleuningen.
Dit in verband met doorglijden tijdens afremmen. Let op dat de
voorwerpen zo goed als mogelijk
is worden vastgezet.
3. Plaats de gesp van de achterste vei-
OIA0330014OIA0330015
ligheidsgordel in de houder op het zijpaneel. Hierdoor wordt voorkomen
dat de gordel in contact komt met de
rugleuning als deze wordt omgeklapt.
4. Til het voorste deel van de zitting omhoog (1).
1. Zet de rugleuning van de voorstoel
omhoog en schuif, zonodig, de voorstoel naar voren.
2. Laat de achterste hoofdsteunen zakken naar de laagste stand.
103
OIA0330016OIA0330017
5. Til het achterste deel van de zitting
omhoog (2).
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
OIA0330018
6. Beweeg de zitting in de richting van
de pijl in bovenstaande afbeelding.
OIA0330019
7. Trek de rugleuning omhoog en klap de
rugleuning naar de voorkant van het
voertuig.
311
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
Om de achterzitplaats gebruiken:
1. Til en duw stevig tegen de rugleuning,
totdat de rugleuning is vergrendeld.
2. Duw de zitting stevig naar beneden
totdat deze in de juiste positie is.
Wanneer de achterrugleuningen naar de
verticale positie worden teruggezet, denk
er dan aan dat de gordels van de achterzitplaatsen terug te zetten in hun juiste
positie.
WAARSCHUWING
Wanneer u de rugleuning terugzet
in de verticale positie, houdt de
rugleuning vast en breng het langzaam terug en let op dat er niets of
niemand bekneld raakt. Controleer
of de rugleuning volledig vergrendeld is in de verti cale positie door
op de top van de rugleuning te duwen. Zonder goede vergrendeling
kan de zitplaats in geval van een
aanrijding of onverwachte stop,
kan leiden cargo om vooruit te gaan met grote kracht en voer het
passagiersruimte, wat zou kunnen
leiden tot ernstig letsel.
Bagage moet zoveel mogelijk vastgezet worden om te voorkomen dat
het door het voertuig schuift en bij
een aanrijding letsel veroorzaakt
aan de inzittenden. Plaats geen voorwerpen los op de achterzitplaatsen, deze moeten worden vastgezet.
Let op dat de motor afgezet is,
schakelpook in P (Parkeren, automatische versnellingsbak) of in N
staat (Neutraal, handgeschakelde
versnellingbak) en dat de parkeerrem veilig is aangetrokken gedurende het inladen of uitladen.
WAARSCHUWING -
Bagage
WAARSCHUWING -
Laden van bagage
123
Loading...
+ 398 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.