Hyundai I10 2012 Owner's Manual [nl]

Alle informatie in deze gebruikershandleiding is actueel ten tijde van de publicatie. Hyundai behoudt zich echter het recht voor om te allen tijde aan­passingen door te voeren zodat het beleid van voortdurende productverbe­tering uitgevoerd kan worden.
Deze handleiding is van toepassing op alle modelvariaties en omvat beschrijvingen en verklaringen betreffende zowel optionele als standaar­duitrusting. Als resultaat hiervan kunt u informatie in deze handleiding vin­den die niet van toepassing is op uw specifieke voertuig.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
BEDIENING ONDERHOUD SPECIFICATIES
00_PA LHD Dutch Forward:PA eng 1.qxd 11/22/2010 2:45 PM Page 1
Uw Hyundai dient op geen enkele wijze te zijn aangepast. Zulke aanpassingen kunnen nadelig de prestatie, veiligheid of duurzaamheid van uw Hyundai beïnvloeden en zouden bovendien de voorwaar­den van de beperkte garanties die het voertuig dekken kunnen overtreden. Bepaalde aanpassingen kunnen ook strijdig zijn met voorschriften zoals vastgesteld door het Departement voor Transport en andere overheidsorganen in uw land.
VOORZICHTIG: AANPASSINGEN AAN UW HYUNDAI
Uw voertuig is uitgerust met elektronische brandstoftoevoer en andere elektronische componenten. Het is mogelijk dat een oneigenlijk geïnstalleerde/aangepaste tweezijdige radioverbinding of mobiele tele­foon uw elektronische systemen nadelig kan beïnvloeden. Om deze reden bevelen wij u aan om zorgvuldig de instructies van de fabrikant op te volgen of uw Hyundai Reparateur te raadplegen betref­fende voorzorgsmaatregelen of speciale instructies, indien u ervoor kiest om één van deze apparaten te installeren.
TWEEZIJDIGE RADIOVERBINDING OF MOBIELE TELEFOON INSTALLATIE
00_PA LHD Dutch Forward:PA eng 1.qxd 11/22/2010 2:45 PM Page 2
Deze handleiding bevat informatie met titels als WAARSCHUWING, VOORZICHTIG en AANDACHT. Deze titels geven het volgende aan:
AANDACHT
Dit geeft aan dat er extra informatie wordt verstrekt.
WAARSCHUWING INZAKE VEILIGHEID EN VOERTUIG SCHADE
WAARSCHUWING
Dit geeft aan dat een conditie kan resulteren in schade of (ernstig) letsel voor u of andere inzitten­den, indien er geen aandacht wordt besteedt aan de waarschuwing. Volg het advies op dat wordt gegeven bij de waarschuwing.
VOORZICHTIG
Dit geeft aan dat een conditie kan resulteren in schade voor uw voertuig of uitrusting, indien er geen aandacht wordt besteedt aan de waarschuwing. Volg het advies op dat wordt geleverd bij de waarschuwing.
00_PA LHD Dutch Forward:PA eng 1.qxd 11/22/2010 2:45 PM Page 3
VOORWOORD
Dank u voor het kiezen van Hyundai. Het is een genoegen u welkom te heten bij het groeiende aantal kritische mensen die Hyundai”s aan schaffen. De geavanceerde toepassingen en hoogwaardige constructie van iedere Hyundai die wordt gebouwd is iets waar HYUNDAI MOTOR COMPANY zeer trots op is.
De gebruikershandleiding zal u informeren over de kenmerken en werking van uw nieuwe Hyundai. Het wordt aanbevolen om deze zorgvuldig door te lezen aangezien de informatie veel kan bijdragen aan het optmale gebruik van uw nieuwe voertuig.
De fabrikant beveelt ook aan dat alle onderhoudswerkzaamheden aan uw voertuig worden uitgevoerd door een Erkend HYUNDAI Reparateur. Hyundai Reparateurs zijn voorbereid op het leveren van hoogwaardige diensten, onderhoud en andere ondersteuning die noodza­kelijk is.
HYUNDAI MOTOR INDIA
Opmerking : Omdat toekomstige eigenaren van dit voertuig ook de informatie in deze handleiding nodig zullen hebben, gelieve
de handleiding in het voertuig achter te laten als u deze Hyundai verkoopt.
Auteursrecht 2010 Hyundai Motor India. Alle rechten voorbehouden. Geen onderdeel van deze publicatie mag worden weergegeven, opgeslagen in om het even welk terugzoeksysteem of uitgezonden in om het even welk vorm of om het even welke middelen zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Hyundai Motor India.
VOORZICHTIG
Ernstige schade aan motor en aandrijving kan resulteren uit het gebruik van brandstof en smeermiddelen van slechte kwaliteit die niet voldoen aan de specificaties van Hyundai. U moet altijd hoogwaardig brandstof en smeermiddelen gebruiken die voldoen aan de specificaties vermeld op Pagina 9-4 in de sectie Voertuig Specificaties van de gebruiker­shandleiding.
00_PA LHD Dutch Forward:PA eng 1.qxd 11/22/2010 2:45 PM Page 4
Hyundai Orginele Onderdelen
1. Wat zijn Hyundai orginele onderde­len?
Hyundai orginelen onderdelen zijn dezelfde onderdelen die gebruikt wor­den door Hyundai Motor Company om voertuigen te fabriceren. Ze zijn ont­worpen en beproefd voor de optimale veiligheid, prestatie en betrouw­baarheid voor onze klanten.
2. Waarom zou u orginele onderdelen gebruiken?
Hyundai orginele onderdelen zijn ontwikkeld en gefabriceerd om te vol­doen aan strenge fabricagevereisten. Het gebruik van alternatieve, namaak of gebruikte onderdelen zijn niet gedekt onder de Hyundai Multi point Garantie of enig andere Hyundai garantie.
Bovendien is schade aan of falen van
Hyundai orginele onderdelen veroorzaakt door de gebruik van een alternatief, namaak of gebruikt onderdeel niet gedekt door enige Hyundai garantie.
3. Hoe kunt u vaststellen of u Hyundai orginele onderdelen koopt?
Let altijd op het logo van de Hyundai orginele onderdelen verpakking (zie onderstaand).
Hyundai orginele onderdelen worden geëxporteerd en zijn altijd verpakt met etiketten die alleen in het Engels zijn geschreven.
Hyundai orginele onderdelen worden alleen verkocht door erkende Hyundai Reparateurs.
00_PA LHD Dutch Forward:PA eng 1.qxd 11/22/2010 2:45 PM Page 5
00_PA LHD Dutch Forward:PA eng 1.qxd 11/22/2010 2:45 PM Page 6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Introductie
Uw voertuig in een oogopslag
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
Kenmerken van uw voertuig
Het besturen van uw voertuig
Wat te doen in een noodtoestand
Onderhoud
Consumenten Informatie
Specificatie
I
Inhoudsregister
Inhoudsopgave
00_PA LHD Dutch Forward:PA eng 1.qxd 11/22/2010 2:45 PM Page 7
00_PA LHD Dutch Forward:PA eng 1.qxd 11/22/2010 2:45 PM Page 8
1
Hoe deze handleiding te gebruiken ..................... 1-2
Brandstofvereisten ................................................ 1-2
Proces van inrijden van het voertuig .................. 1-5
Symbolen op het instrumentencluster ................ 1-6
Introduction
01_PA LHD Dutch:PA eng 1.qxd 11/24/2010 10:15 AM Page 1
Introduction
21
A010000AUN
We willen u helpen om het hoogst mogelijke rijplezier te halen uit uw voer­tuig. In de gebruikershandleiding is heel veel informatie te vinden over het gebruik van de auto. U wordt aangeraden om de volledige handleiding door te lezen. Om de kans op schade en letsel te voorkomen wordt aangeraden vooral de secties WAARSCHUWING of VOORZICHTIG ter harte te nemen.
Illustraties en afbeeldingen vullen de tekst in deze handleiding aan om nog beter uit te leggen hoe optimaal van dit voertuig gebruik gemaakt kan worden. Door de handleiding te lezen wordt u geïnformeerd over de kenmerken, belan­grijke veiligheidsinformatie en rijtips onder diverse rij-omstandigheden.
De indeling van de handleiding wordt gegeven in de inhoudsopgave. Een goede plek om te beginnen is de register , hier vindt u een alfabetische lijst van alle informatie in de handleiding.
Deze handleiding heeft negen secties plus een index. Iedere sectie begint met een korte inhoudsopgave zodat u in een oogopslag kunt zien of die sectie de informatie bevat die u wilt hebben.
U zult diverse WAARSCHUWINGen, VOORZICHTIG en AANDACHT in deze handleiding vinden. Deze blokken zijn opgesteld om de persoonlijke veiligheid te verbeteren. U wordt aangeraden deze WAARSCHUWING, VOORZICHTIG en AANDACHT procedures zorgvuldig te lezen en zoveel mogelijk te volgen.
AANDACHT
Een AANDACHT geeft aan dat er inter­essante of nuttige informatie wordt ver­strekt.
Benzinemotor
A020101APA
Loodvrij Voor Europa
Voor de optimale prestatie van het voer­tuig, wordt het gebruik van loodvrije ben­zine met een RON octaangetal (Research-Octaangetal) 95/AKI (Anti Knock Index) 91 aanbevolen.
U kunt loodvrije benzine met een RON octaangetal 91~94/AKI 87~90 gebruiken, dit kan resulteren in een lichte prestatie­vermindering van het voertuig.
Uitgezonderd Europa
Uw nieuwe Hyundai voertuig is ontwor­pen om alleen loodvrije brandstof te gebruiken met een RON Octaangetal (Research-Octaangetal) 91 / AKI (Anti­Knock Index) 87 of hoger.
Uw nieuwe voertuig is ontworpen om de maximale prestatie te verkrijgen met LOODVRIJE BRANDSTOF als ook om vervuiling via het uitlaatgassen te beperken.
HOE DEZE HANDLEIDING TE GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
Een WAARSCHUWING geeft een situatie aan waaruit schade of lichamelijk letsel kan ontstaan, in­dien de waarschuwing wordt genegeerd.
VOORZICHTIG
Een VOORZICHTIG geeft een situ­atie aan waaruit schade aan uw voertuig kan ontstaan, indien de waarschuwing wordt genegeerd.
BRANDSTOFVEREISTEN
01_PA LHD Dutch:PA eng 1.qxd 11/24/2010 10:15 AM Page 2
13
Introduction
A020102AEN
Loodhoudend (indien hiermee uit­gerust)
Voor een aantal landen is het voertuig ontworpen om loodhoudende benzine te gebruiken. Wanneer u loodhoudende benzine gaat gebruiken, vraag een Erkende HYUNDAI Reparateur of uw voertuig geschikt is voor loodhoudende benzine. Het octaangetal voor loodhoudende ben­zine is gelijk aan loodvrije benzine.
AO20103APA
Benzine welke alcohol en methanol bevat
Gasohol, een mengsel van benzine en ethanol (ook bekend als graanalcohol), en benzine of gasohol die methanol bevat (ook bekend als houtgeest) wordt soms verkocht samen met of in plaats van loodhoudende of loodvrije benzine. Gebruik geen gasohol die meer dan 10% ethanol bevat en gebruik geen benzine of gasohol die methanol bevat. Deze brand­stoffen kunnen regelproblemen en /of schade aan het brandstofsysteem veroorzaken.
Stop het gebruik van gasohol van welk soort dan ook, als zich problemen voor­doen. Voertuigschade of regelpoble­men worden niet gedekt door de fab­rieksgarantie als deze het resultaat zijn van:
1. Gasohol die meer dan 10% ethanol bevat.
2. Benzine of gasohol die methanol bevat.
3. Loodhoudende benzine of lood­houdende gasohol. (met uitzonder­ing van voertuigen die zijn ontwor­pen voor een aantal landen om lood­houdende benzine te gebruiken)
WAARSCHUWING
• Nooit doorgaan met ‘afvullen’ nadat de benzinepomp automa­tisch is afgeslagen tijdens het bij­tanken.
• Controleer altijd of de brandstof­dop goed is vastgezet om brand­stofverlies te voorkomen.
VOORZICHTIG
GEBRUIK NOOIT LOODHOUDENDE BENZINE. Het gebruik van lood­houdende benzine is schadelijk voor de katalysator, het zal de zuurstofsensor van het motor regel­systeem beschadigen en het emissiebeheer aantasten. Voeg nooit brandstofsysteem reinigingsmiddelen toe aan de brandstoftank, anders dan wat is aangegeven. (Raadpleeg een Erkend Hyundai Reparateur voor details.)
VOORZICHTIG
Gebruik nooit gasohol die methanol bevat. Stop het gebruik van enig gasohol product die de werking van de motor schaadt.
01_PA LHD Dutch:PA eng 1.qxd 11/24/2010 10:15 AM Page 3
Introduction
41
A020104AEN
Gebruik van MTBE
HYUNDAI beveelt aan om brandstoffen in uw voertuig te vermijden die MTBE (Methyl Tertiary Butyl Ether) bevatten met meer dan 15% vol. (Oxygen Content
2.7% gewicht). Brandstoffen die MTBE met meer dan 15% vol. (Oxygen Content 2.7% gewicht) bevatten kunnen de prestatie van het voertuig verminderen en moeilijk starten veroorzaken.
A020105APA
Gebruik geen methanol
Brandstoffen die methanol bevatten, mogen niet in het voertuig gebruikt wor­den. Dit soort brandstof kan de voertuig­prestatie verminderen en componenten van het brandstofsysteem beschadigen.
AO20106AEN
A020106AEN
Benzine voor schoner lucht
Om bij te dragen aan schoner lucht beveelt HYUNDAI aan dat u brandstof gebruikt met toegevoegde reinigingsmid­delen, waardoor vorming van verbrand­ingsresten in de motor wordt voorkomen. Deze brandstoffen zullen de motor helpen, schoner te draaien en de prestaties verbeteren van het Emissie Beheer Systeem.
A020107AUN
Werking in het buitenland
Indien u uw voertuig in een ander land gaat rijden, wees er zeker van dat:
• Alle voorschriften geraadpleegd wor­den betreffende registratie en verzek­ering.
• Vastgesteld wordt dat de juiste brand­stoffen beschikbaar zijn.
VOORZICHTIG
De garantievoorwaarden kan mogelijk de schade aan het brand­stofsysteem of prestatieproblemen dekken, die zijn veroorzaakt door het gebruik van brandstoffen die methanol bevatten of brandstoffen die MTBE (Methyl Tertiary Butyl Ether) bevatten met meer dan 15% vol. (Oxygen Content 2.7% gewicht).
VOORZICHTIG
De garantievoorwaarden kan mogelijk de schade aan het brand­stofsysteem of prestatieproblemen dekken, die zijn veroorzaakt door het gebruik van methanol of brand­stoffen die methanol bevatten.
01_PA LHD Dutch:PA eng 1.qxd 11/24/2010 10:15 AM Page 4
15
Introduction
INRIJPROCEDURE
A030000AUN
U hoeft de auto niet gedurende een bepaalde periode in te rijden. U kunt echter door het opvolgen van een paar eenvoudige aanwijzingen gedurende de eerste 1.000 km de prestaties, het brand­stofverbruik en de levensduur van uw auto in positieve zin beïnvloeden.
• Voer het toerental van de motor niet tehoog op.
• Houd tijdens het rijden het motorto­erental tussen de 2.000 - 4.000 omw/min (Benzinemotor) / 1.000 -
3.000 omw/min (Dieselmotor).
• Rijd niet gedurende langere tijd met een constante snelheid. Om de motor goed in te rijden, moet het motorto­erental worden gevarieerd.
• Vermijd plotseling afremmen, behalve in noodgevallen, om de onderdelen van het remsysteem de gelegenheid te geven op elkaar in te lopen.
• Laat de motor niet langer dan 3 minuten achtereen stationair draaien.
• Trek gedurende de eerste 2.000 km (1.200 mijl) met uw auto geen aan­hanger.
01_PA LHD Dutch:PA eng 1.qxd 11/24/2010 10:15 AM Page 5
Introduction
61
INDICATOR SYMBOLEN OP DE INSTRUMENTENKLUSTER
Veiligheidsgordel waarschuwingslamp
Groot licht indicator
Passagiers air-bag UIT indicator (indien hiermee uitgerust)
Richtingaanwijzer indicator
ABS waarschuwingslamp (indien hiermee uitgerust)
Parkeerrem & remvloeistof waarschuwingslamp
Oliedrukmeter waarschuwingslamp
ESP indicator (indien hiermee uitgerust)
ESP UIT indicator (indien hiermee uitgerust)
Storing indicator (indien hiermee uitgerust)
Airbag waarschuwingslamp (indien hiermee uitgerust)
Immobiliser indicator (indien hiermee uitgerust)
Brandstofniveau waarschuwingslamp
* For more detailed explanations, refer to “Instrument cluster” in
section 4.
Dynamolaadstroom waarschuwingslamp
A050000APA
Deur open waarschuwingslamp
Snelheid te hoog waarschuwingslamp (indien hiermee uitgerust)
120
km/h
Achterlaadbak open indicator
O/D UIT indicator (indien hiermee uitgerust)
O/D OFF
EPS waarschuwingslamp
EPS
Controlelampje motortemperatuur
Controlelampje AUTO STOP ((indien van toepassing)s
01_PA LHD Dutch:PA eng 1.qxd 11/24/2010 10:15 AM Page 6
2
Overzicht van het interieur…………….………….2-2
Overzicht van het instrumentenpaneel...................2-3
Motorruimte ……………….....……………..……. 2-4
Uw voertuig in een oogopslag
02_PA LHD Dutch:PA eng 2.qxd 11/22/2010 3:07 PM Page 1
UW Voertuig in EEN Oogopslag
22
OVERZICHT VAN HET INTERIEUR
1. Knop voor grendelen/ontgrendelen
deur .................................................4-10
2. Buiten kijkspiegel schakelaar ..........4-30
3. Elektrische raamgrendel knop *......4-16
4. Elektrische raamschakelaars *........4-14
5. Ventilatierooster ..............................4-61
6. Voorste mistlamp schakelaar *........4-50
7. Achter mistlamp schakelaar * .........4-51
8. Koplamp afstelinrichting * ...............4-51
9. Verlichting instrumentenpaneel
bedieningsknop * ............................4-32
10. ESP UIT knop * ...............................5-23
11. ISG OFF knop* ................................5-6
12. Stuurwielverstelling* ........................4-26
13. Stuurwiel ........................................4-25
14. Zekeringskast ..................................7-46
15. Motorkapopener..............................4-17
16. Koppelingspedaal * .........................5-10
17. Rempedaal ......................................5-18
18. Gaspedaal .........................................5-5
19. Brandstofvulklep opener .................4-19
*: indien hiermee uitgerust
B010000APA
OPA017001
02_PA LHD Dutch:PA eng 2.qxd 11/22/2010 3:07 PM Page 2
23
UW Voertuig in EEN Oogopslag
OVERZICHT VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
1. Instrumentenkluster........................4-31
2. Lichtschakelaar /
Richtingaanwijzerschakelaars........4-37
3. Hoorn .............................................4-26
4. Ruitenwisser / Ruitensproeier ........4-52
5. Bestuurders air-bag .......................3-37
6. Contactslot .......................................5-4
7. Audio *............................................4-77
8. Waarschuwingslicht schakelaar .....4-47
9. Stoelverwarming* .............................3-7
10. Klimaatbeheersingsysteem * .........4-57
11. Aansteker / extra aansluiting..........4-69
12. Versnellingspook ..............................5-9
13. Passagiers air-bag*........................3-43
14. Handschoenenkast ........................4-68
15. Koppelingspedaal * ........................5-10
16. Rempedaal ....................................5-18
17. Gaspedaal .......................................5-5
18. Parkeerremhendel..........................5-19
*: indien hiermee uitgerust
OPA011002
B020000APA
02_PA LHD Dutch:PA eng 2.qxd 11/22/2010 3:07 PM Page 3
42
MOTORRUIMTE
1. Expansiereservoir...........................7-21
2. Motoroliedop ..................................7-20
3. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir .7-23
4. Luchtfilter........................................7-27
5. Zekeringenkast...............................7-47
6. Pluspool van accu ..........................7-33
7. Minpool van accu............................7-33
8. Oliepeilstok automatische
versnellingsbak*..............................7-24
9. Radiateurdop..................................7-22
10. Motoroliepeilstok.............................7-19
11. Ruitensproeiervloeistofreservoir.....7-26
* : indien van toepassing
OPA017004
B030000APA
Benzinemotor (1.1 L)
* De uiteindelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding.
UW Voertuig in EEN Oogopslag
02_PA LHD Dutch:PA eng 2.qxd 11/22/2010 3:07 PM Page 4
25
1. Expansiereservoir...........................7-21
2. Motoroliedop ..................................7-20
3. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir .7-23
4. Luchtfilter........................................7-27
5. Zekeringenkast...............................7-47
6. Pluspool van accu ..........................7-33
7. Minpool van accu............................7-33
8. Oliepeilstok automatische
versnellingsbak*..............................7-24
9. Radiateurdop..................................7-22
10. Motoroliepeilstok.............................7-19
11. Ruitensproeiervloeistofreservoir.....7-26
* : indien van toepassing
Benzinemotor (1.2 L)
OPA079102
* De uiteindelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding.
UW Voertuig in EEN Oogopslag
02_PA LHD Dutch:PA eng 2.qxd 11/22/2010 3:07 PM Page 5
62
1. Expansiereservoir...........................7-21
2. Motoroliedop ..................................7-20
3. Rem-/koppelingsvloeistofreservoir .7-23
4. Luchtfilter........................................7-27
5. Zekeringenkast...............................7-47
6. Pluspool van accu ..........................7-33
7. Minpool van accu............................7-33
8. Radiateurdop..................................7-22
9. Motoroliepeilstok.............................7-19
10. Ruitensproeiervloeistofreservoir.....7-26
* : indien van toepassing
Benzinemotor (1.0 L)
OPA017003
* De uiteindelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding.
UW Voertuig in EEN Oogopslag
02_PA LHD Dutch:PA eng 2.qxd 11/22/2010 3:07 PM Page 6
3
Zitplaatsen ............................................................. 3-2
Veiligheidsgordels ............................................... 3-15
Veiligheidssysteem voor kinderen ..................... 3-27
Airbag – aanvullend beveiligingssysteem ......... 3-37
Veiligheidskenmerken van het voertuig
03_PA LHD Dutch:PA eng 3.qxd 11/22/2010 3:13 PM Page 1
23
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
C010000APA
Voorzitplaats
(1) Voorwaarts en achterwaarts ver-
schuiven (2) Rugleuningverstelling (3) Hoogte zitkussen
(Zitplaats bestuurder) * (4) Zitplaats verwarming * (5) Hoofdsteunen
Achterzitplaats
(6) Inklapbare zitplaats (7) Hoofdsteunen (buitenste en/of mid-
den*) * *: indien hiermee uitgerust
ZITPLAATSEN
OPA037001
03_PA LHD Dutch:PA eng 3.qxd 11/22/2010 3:13 PM Page 2
33
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
WAARSCHUWING –
Zitplaats bestuurder
• Probeer nooit om de zitplaats af te stellen terwijl het voertuig in beweging is. Dit kan leiden tot vermindering van de voertuig­controle, wat resulteert in een ongeval en of materiele schade.
• Let op dat er geen bagage tegen de rugleuning wordt geplaatst. De vergrendeling van de rugleun­ing kan eventueel overbelast wor­den of niet goed vergrendeld zijn, dit kan leiden tot (ernstig) letsel tijdens een plotselinge stop of botsing.
• Rij altijd met de rugleuning in verticale positie en gebruik de veiligheidsgordel zoals het hoort sluitend over de borst en laag over de heupen. Dit is de beste positie om u te beschermen in geval van een ongeluk
• Zorg voor een goede zitpositie om onnodige (ernstig) air-bag let­sel te voorkomen om zo ver mogelijk weg van het stuurwiel, terwijl toch een goede controle over het voertuig wordt behouden. Het is aan te raden de borstkas tenminste 250 mm van het stuurwiel af te houden.
WAARSCHUWING
Verticaal zetten van de rugleuning
Wanneer u de rugleuning terugzet in zijn verticale positie, houdt de rugleuning vast en breng het langzaam terug en let op dat er niets of niemand bekneld raakt. Controleer of de rugleuning goed vergrendeld is.
WAARSCHUWING
Losse voorwerpen
Losse voorwerpen op de vloer van de bestuurder kunnen de bediening van de pedalen hinderen, en mogelijk een ongeluk veroorzaken. Plaats niets los onder de voorzit­plaatsen.
WAARSCHUWING–
Verantwoordelijkheid bestu urder voor passagiers
Het rijden in een voertuig met de rugleuning horizontaal kan leiden tot ernstig letsel. Als een rugleun­ing horizontaal is geplaatst, kan de inzittende onder de veigheids­gordel uitglijden. Ernstig letsel zou hierdoor kunnen ontstaan. De bestuurder moet de passagier drin­gend verzoeken om de rugleuning in een verticale positie te zetten tij­dens het rijden.
03_PA LHD Dutch:PA eng 3.qxd 11/22/2010 3:13 PM Page 3
43
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
Afstelling voorste zitplaats
C010101AUN
Voorwaarts en achterwaarts
Om de stoel voorwaarts en achterwaarts te schuiven:
1. Trek de hefboom, onder de voorste rand van het zitkussen, naar boven en houdt het vast.
2. Schuif de zitplaats naar de positie die u wenst.
3. Laat de hefboom los en verzeker u ervan dat de zitplaats op zijn plaats is vergrendeld.
Stel de zitplaats af voordat u gaat rijden en verzeker u ervan dat de zitplaats veilig is vergrendeld door te proberen voorwaarts en achterwaarts te bewegen zonder de hef­boom te gebruiken. Indien de stoel beweegt, is het niet correct vergrendeld.
OPA037002
(Vervolgd)
• Geen enkele passagier mag meerijden in de bagageruimte of op ingeklapte rugleuningen zitten of liggen, terwijl het voertuig rijdt.
• Wanneer de rugleuning wordt teruggezet in de verticale positie, verzeker u ervan dat het goed is vergrendeld. Controleer dit door de rugleuning voor- en achter­waarts te duwen.
WAARSCHUWING –
Rugleuningen achterzit­plaatsen
• De rugleuning van de achterzit­plaaten moet veilig worden vast­gezet. Als dat niet zo is kunnen inzittende letsel oplopen. Dit kan ook door losliggende voorwer­pen.
• Bagage en andere belading moet vlak neergelegd worden in de bagageruimte. Indien de voor­werpen groot, zwaar of opgestapeld worden, moeten deze worden vastgezet. Onder geen enkele omstandigheid moet bagage hoger opgestapeld wor­den dan de rugleuning. Het niet opvolgen van deze waarschuwin­gen kan resulteren in ernstig let­sel in het geval van een plot­selinge stop of aanrijding.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING
Na de rugleuning te hebben afgesteld, controleer altijd dat het goed is vergrendeld door te proberen de rugleuning voor­waarts en achterwaarts te bewe­gen. Plotselinge of onverwachte bewegingen van de rugleuning van de bestuurder kan veroorzak­en dat de controle over het voer­tuig wordt verloren met de kans op een ongeluk.
03_PA LHD Dutch:PA eng 3.qxd 11/22/2010 3:13 PM Page 4
35
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
CO10102APA
Rugleuninghoek
Om de rugleuning te verstellen:
1. Buig licht voorwaarts en druk op de rugleuninghefboom aan de buitenzij­de van de stoel aan de achterkant.
2. Leun voorzichtig terug tegen de rugleuning en stel de leuning af in de positie die gewenst wordt.
3. Laat de hefboom los en controleer of de leuning is vergrendeld. (De hef­boom MOET terugkeren in zijn basis positie zodat de rugleuning kan ver­grendelen.)
CO10103AUN
Hoogte zitkussen (voor zitplaats bestuurder) (indien hiermee uit­gerust)
Om de hoogte van het zitkussen te veranderen, duw de hefboom, aan de buitenzijde van het zitkussen, naar boven of naar beneden.
• Om het zitkussen te verlagen, duw de hefboom (een aantal keren) naar beneden.
• Om het zitkussen te verhogen, trek de hefboom (een aantal keren) naar omhoog.
CO10104APA
Hoofdsteun (indien hiermee uit­gerust)
De bestuurdersstoel en passagiersstoel voor zijn uigerust met een hoofdsteun voor de veiligheid en het comfort van de inzittenden.
De hoofdsteun voorziet niet alleen in comfort voor de bestuurder en voor pas­sagier, maar helpt ook om hoofd en nek te beschermen in geval van een aanrijd­ing.
OPA037044 OPA039052OPA037003
03_PA LHD Dutch:PA eng 3.qxd 11/22/2010 3:13 PM Page 5
63
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
Actieve hoofdsteun (indien van toepassing)
De actieve hoofdsteun is ontworpen om naar voren en boven te bewegen bij een aanrijding van achteren. Dit voorkomt dat het hoofd van de bestuurder of voorpas­sagier naar achteren beweegt waardoor nekletsel kan ontstaan.
Het afstellen van de hoogte van de hoofd­steun
Om de hoofdsteun te verstellen, trek het op naar de gewenste positie (1). Om de hoofdsteun te verlagen, duw neer en houdt de drukknop (2) op de hoofdsteun­drager vast en verlaag de hoofdsteun naar de gewenste positie (3).
OPA037004
WAARSCHUWING
• Voor een maximale effectiviteit tijdens een ongeval, moet de hoofdsteun zo worden ingesteld dat het midden van de hoofdste­un zich ter hoogte van het zwaartepunt van het hoofd bevin­dt. Gewoonlijk bevindt het zwaartepunt van het hoofd zich aan de bovenzijde van de ogen. Stel de hoofdsteun zo dicht mogelijk bij het hoofd af. Om deze reden is het niet aan te bevelen om een kussen te gebruiken, waardoor het lichaam verder van de rugleuning wordt verwijderd.
• Rijdt niet met het voertuig indien de hoofdsteunen zijn verwijderd, aangezien (ernstig) letsel voor de inzittenden kan betekenen in geval van een aanrijding. Hoofdsteunen bieden extra bescherming tegen nekletsel mits deze goed afgesteld zijn.
• Stel de hoogte van de hoofdsteun niet af, terwijl het voertuig rijdt.
HNF2041-1
WAARSCHUWING
Er kan een ruimte ontstaan tussen de stoel en de ontgrendelknop van de hoofdsteun als op de stoel wordt gezeten of als de stoel wordt getrokken of geduwd. Wees voorzichtig dat uw vinger of een voorwerp niet bekneld raakt in de ruimte.
03_PA LHD Dutch:PA eng 3.qxd 11/22/2010 3:13 PM Page 6
37
Verwijdering
Zet, om de hoofdsteun te verwijderen, de rugleuning achteruit, plaats de hoofdste­un zo ver mogelijk omhoog en druk ver­volgens op de ontgrendelknop (1) terwijl omhoog wordt getrokken (2).
Plaats om de hoofdsteun te monteren de stangen (3) in de opening. Houd daarbij de ontgrendelknop (1) ingedrukt. Stel vervolgens af op de gewenste hoogte.
C010107AUN
Stoelverwarming (indien hiermee uitgerust)
De stoelverwarming is toegepast om de voor zitplaatsen te verwarmen tijdens koud weer. Met het contact minimaal in de AAN positie, druk op de schakelaar om de zitplaats van de bestuurder of de zitplaats van de voor passagier te ver­warmen.
Tijdens gematigd weer en onder condi­ties waarbij de werking van de stoelver­warmer niet nodig is, is het niet nodig de verwarming te gebruiken.
AANDACHT
Als de stoelverwarmingschakelaar in de AAN positie staat, wordt het verwarm­ingssysteem niet automatisch uit­geschakeld.
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
OPA039055
WAARSCHUWING
Controleer of de hoofdsteun na het afstellen goed is geblokkeerd, zodat de inzittenden worden beschermd.
VOORZICHTIG
Gebruik geen oplosmiddel tijdens het schoonmaken van de stoelen, zoals verdunner, benzeen, alco­hol en benzine. Dit zou de opper­vlakte van de stoelverwarming of de bekleding kunnen beschadi­gen.
• Om oververhitting van de stoelverwarming tegen te gaan, plaats geen dekens, kussens of bekledingshoezen op de zitplaat­sen terwijl de stoelverwarming in werking is.
• Plaats geen zware of scherpe voorwerpen op zitplaatsen. Er kan schade plaatsvinden aan de stoelverwarming en / of de be­kleding.
OPA037006
03_PA LHD Dutch:PA eng 3.qxd 11/22/2010 3:13 PM Page 7
83
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
C010108AUN
Rugleuningzak (indien hiermee uit­gerust)
Aan de achterkant van de rugleuningen van de beide voorstoelen is een opbergtas toegevoegd.
C010109APA
Lade onder de bijrijders zitplaats (indien hiermee uitgerust)
Om de lade te openen, trek deze iets omhoog en haal de lade naar voren.
WAARSCHUWING – Brandwonden door stoelverwarming
Passagiers moeten voorzichtig zijn tijdens het gebruik van stoelver­warming, gezien de kans op over­matige verwarming waardoor brandblaren kunnen ontstaan. De inzittenden moeten in staat zijn om te voelen of de zitplaats te warm wordt en de stoelverwarming uit kunnen zetten. De bestuurder moet voorzichtig zijn voor de volgende passagiers:
1.Zuigelingen, kinderen, ouderen, gehandicapte of poliklinische patiënten
2.Personen met gevoelige huid of inzittenden die snel verbranden
3.Vermoeide meerijders
4.Dronken meerijders
5.Meerijders die medicatie gebruiken welke loomheid of slaperigheid kunnen verwekken (slaappillen, pillen tegen verk­oudheid enz.)
WAARSCHUWING –
Ontvlambare materialen
Bewaar geen aanstekers, propaan­cilinders of ander explosief/ ontvlambaar materiaal in de lade. Deze voorwerpen kunnen in brand raken en/of ontploffen bij hoge bin­nentemperaturen of wanneer het voertuig bij een aanrijding betrokken is.
OPA037008
WAARSCHUWING –
Rugleuningzakken
Plaats geen zware of scherpe voor­werpen in de rugleuningtassen. Bij een ongeval kunnen deze loskomen en de inzittenden van het voertuig verwonden.
OPA037007
03_PA LHD Dutch:PA eng 3.qxd 11/22/2010 3:13 PM Page 8
39
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
C010103APA
C010103APA
Afstelling achterzitplaats
Hoofdsteun (indien hiermee uitgerust)
De zitplaatsen achter zijn voorzien van hoofdsteunen voor de buitenste zitplaat­sen en de zitplaats in het midden voor de veiligheid en het comfort van de inzitten­den.
De hoofdsteun voorziet niet alleen in comfort voor de bestuurder en voorinzit­tende, maar helpt ook om het hoofd en nek te beschermen in geval van een aan­rijding.
WAARSCHUWING
• Aangezien losse voorwerpen kunnen bewegen tijdens het rij­den, let op dat deze in de lade worden geplaatst zo danig dat het geen veiligheidsrisico geeft als het voertuig in beweging is.
• Houdt de lade altijd gesloten tij­dens het rijden. Probeer niet om zoveel voorwerpen in de lade te plaatsen dat deze niet veilig ge­sloten kan worden.
VOORZICHTIG
Om mogelijke diefstal te voorkomen, laat geen kostbaarhe­den achter in de lade.
De lade kan gebruikt worden om kleine voorwerpen te bewaren die nodig zijn voor de bestuurder of de passagiers.
OPA039053
WAARSCHUWING
• Voor een maximale effectiviteit tijdens een ongeval moet de hoofdsteun zo worden ingesteld dat het midden van de hoofdste­un zich ter hoogte van het zwaartepunt van het hoofd bevin­dt. Gewoonlijk bevindt het zwaartepunt van het hoofd zich aan de bovenzijde van de ogen. Stel de hoofdsteun ook zo af dat de afstand tot het hoofd ongeveer 10 cm is. Om deze reden is het gebruik van een kussen tegen de rugleuning niet aan te raden.
• Rijdt niet met het voertuig als de hoofdsteunen zijn verwijderd, aangezien ernstig letsel bij de inzittenden kan ontstaan in geval van een ongeval. Hoofdsteunen bieden bescherming tegen nek­letsel mits goed afgesteld. Hoofdsteunen bieden een goede bescherming tegen nekletsel mits goed afgesteld.
03_PA LHD Dutch:PA eng 3.qxd 11/22/2010 3:13 PM Page 9
103
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
Het afstellen van de hoofdsteunen omhoog / omlaag
Om de hoofdsteun hoger af te stellen, trek het op naar de gewenste positie (1). Om de hoofdsteun lager af te stellen, duw naar beneden en houdt de drukknop (2) op de ruglening ingedrukt en verlaag de hoofdsteun naar de gewenste positie (3).
Verwijdering
Om de hoofdsteun te verwijderen, trek de hoofdsteun omhoog met de drukknop (1) tijdens het omhoog trekken (2).
Plaats om de hoofdsteun te monteren, de stangen (3) in de openingen. Houd daarbij de ontgrendelknop (1) ingedrukt. Stel vervolgens de hoofdsteun op de juiste hoogte af.
C010307APA
Inklappen van de achterzitplaats
De achterrugleuningen ( en zitkussens) kunnen ingeklapt worden om de bagageruimte te vergroten.
OPA037037
WAARSCHUWING
Het doel van de neerklapbare achterrugleuningen (en zitkussens) is om de bagageruimte te ver­groten.
Laat passagiers nooit op de neergeklapte rugleuning zitten, ter­wijl de auto in beweging is, dit is geen juiste zitpositie. Bovendien zijn er geen veiligheidsgordels beschikbaar. Dit kan leiden tot ern­stig letsel in het geval van een aan­rijding of onverwachte stop. Voorwerpen die vervoerd worden op de neergeklapte rugleuningen mogen niet hoger reiken dan de top van de voorste rugleuningen. Dit in verband met doorglijden tijdens afremmen.
OPA039054
WAARSCHUWING
Controleer of de hoofdsteun na het afstellen goed is geblokkeerd, zodat de inzittenden worden beschermd.
03_PA LHD Dutch:PA eng 3.qxd 11/22/2010 3:13 PM Page 10
Loading...
+ 322 hidden pages