Garmin GNA 10 Installation manual [nl]

GNA™ 10 ADAPTER VOOR JOG-
HENDEL
INSTALLATIE-INSTRUCTIES

Belangrijke veiligheidsinformatie

WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
U bent verantwoordelijk voor de veilige en voorzichtige besturing van uw vaartuig. De stuurautomaat is een hulpmiddel waarmee u de boot beter kunt besturen. Dit ontheft u echter niet van uw verantwoordelijkheid om de boot veilig te besturen. Voorkom gevaarlijke navigatie en zorg ervoor dat het roer nooit onbemand is.
Wees altijd in staat om snel de handmatige besturing van uw boot over te nemen.
Oefen de bediening van de stuurautomaat op kalm en open water dat vrij is van gevaren.
Wees voorzichtig met het bedienen van de stuurautomaat in de buurt van gevaren op het water, zoals dokken, palen en andere boten.
VOORZICHTIG
Pas op voor beknellingsgevaar door bewegende onderdelen tijdens het gebruik.
Het niet in overeenstemming met deze instructies installeren en onderhouden van dit toestel kan leiden tot schade of letsel.
LET OP
Om schade aan uw boot te voorkomen, moet de stuurautomaat door een gekwalificeerde nautische installateur worden gemonteerd. Voor een juiste installatie is speciale kennis van nautische stuurinrichtingen en elektronische systemen vereist.

Benodigd gereedschap en accessoires

• Draadtangen/strippers
• Waterdichte draadconnectors (draadmoeren) of krimpkousen en een brander
• Kabelbinders
• Jog-hendel of -schakelaar voor aansluiting op het systeem

Compatibele en aanbevolen jog-hendels en andere toestellen

Dit toestel is getest en compatibel bevonden met de hieronder vermelde jog-hendelmodellen. In deze instructies vindt u alle informatie over de bedrading en configuratie van deze modellen. Jog-hendels van andere fabrikanten zijn mogelijk compatibel met dit toestel wanneer ze zijn aangesloten en geconfigureerd volgens deze instructies, maar compatibiliteit kan niet worden gegarandeerd.
• Jastram™ JO100-1 en JO300-1
• Kobelt™ 7170
• Simrad™ S35
Houd rekening met de volgende richtlijnen wanneer u een schakelaar selecteert voor gebruik met dit toestel.
• Voor het activeren van acties kan een enkelpolige aan­uitschakelaar (SPST) worden gebruikt, zowel met vergrendelde als met tijdelijke schakeling.
• Een schakelaar die voldoet aan IEC IP67 is het meest geschikt bij installatie en gebruik in een maritieme omgeving.
Houd rekening met de volgende richtlijnen wanneer u een indicatorlampje selecteert voor gebruik met dit toestel.
• Hoewel zowel gloeilamp- als LED-indicatielampjes compatibel zijn, wordt een LED-lampje aanbevolen omdat LED-indicatielampjes langer meegaan en minder stroom vragen.
• De uitgangssignalen van dit toestel bij gebruik van kabelgeleider A zoals aangegeven worden geregeld tot max. 22 mA. U kunt de meeste LED-indicatielampjes gebruiken zonder een stroombegrenzer te installeren.
• Een indicatorlampje dat voldoet aan IEC IP67 is het meest geschikt bij installatie en gebruik in een maritieme omgeving.

De adapter installeren

U kunt deze adapter gebruiken om een extern toestel aan te sluiten op de stuurautomaat, zoals een jog-hendel, een tijdelijke schakelaar of vergrendelde schakelaar die normaal open staat, of een indicatielampje.
OPMERKING: U kunt slechts één jog-hendel per GNA 10 adapter installeren. Als u meerdere jog-hendels hebt, moet u voor elke jog-hendel een aparte adapter installeren.
Monteer het externe toestel volgens de instructies die bij het
1
toestel zijn geleverd. Sluit de losse draden van het externe toestel aan op de GNA
2
10 adapter (Bedradingsverbindingen, pagina 1). Herhaal indien nodig de vorige twee stappen voor andere
3
externe toestellen. Sluit de GNA 10 adapter aan op hetzelfde NMEA 2000
4
netwerk als het stuurautomaatsysteem (Aandachtspunten bij
de NMEA 2000 verbinding, pagina 2).
Configureer het gedrag van de aangesloten toestellen in de
5
software (De adapter configureren op een kaartplotter,
pagina 2).

Bedradingsverbindingen

U dient uw toestel of toestellen alleen aan te sluiten op de kabelgeleider met het A-label. De kabelgeleider met het label B is gereserveerd voor toekomstig gebruik.
De draden zijn in paren ingedeeld en elk ingangs- en uitgangskanaal heeft zowel een positieve (+) als een negatieve (-) draad. U moet uw toestel altijd verbinden met beide draden in het paar.
Als u deze draden moet verlengen, moet u een draad van 24 AWG (0,2 mm2) gebruiken.
Gebruik soldeer- en krimpkousen wanneer u uw toestel op deze draden aansluit.
®
GUID-0C1D7FD1-94FE-4820-A2B9-F4708CEEB67C v1December 2020
Kabelgeleider A
Functie Draadkleuren
Ingang 1 Bruin (+)
Zwart (-)
Ingang 2 Geel (+)
Zwart (-)
Ingang 3 Blauw (+)
Zwart (-)
Uitgang 5 Groen (+)
Paars (-)
Uitgang 6 Rood (+)
Oranje (-)
Uitgang 7 Wit (+)
Grijs (-)
Kabelgeleider B (gereserveerd voor toekomstig gebruik)
Functie Draadkleuren
Ingang 4 (verzoek) Rood (+)
Zwart (-)
Uitgang 8 (bevestigen) Wit (+)
Groen (-)
Leegtrekken (aarde) Wis

Aandachtspunten bij de NMEA 2000 verbinding

U moet het GNA 10 toestel aansluiten op hetzelfde NMEA 2000 netwerk als de andere Garmin® stuurautomaatonderdelen.
Als u niet vertrouwd bent met NMEA 2000, dient u de Technical Reference for NMEA 2000 Products te lezen op garmin.com
/manuals/nmea_2000.
Onderdeel Beschrijving
Roerbediening
CCU
NMEA 2000 netwerkkabel
NMEA 2000-afsluitweerstand
NMEA 2000 voedingskabel
GNA 10 toestel

Configuratie

Nadat u de GNA 10 adapter hebt aangesloten, moet u deze configureren voor gebruik met het stuurautomaatsysteem.
U kunt de adapter configureren met een aangesloten roerbediening of compatibele kaartplotter.

De adapter configureren op een kaartplotter

Selecteer Instellingen > Communicatie > NMEA 2000-
1
instelling > Toestellenlijst.
Selecteer de GNA 10 adapter.
2
Selecteer Bekijk > Configuratie
3
Selecteer het ingangs- of uitgangskanaal dat u wilt
4
configureren en selecteer Actie instellen. Selecteer een actie voor de ingangs- of uitgangsdraad
5
(Adapterconfiguratieopties, pagina 2). Om de configuratie te testen, voert u de actie uit die u hebt
6
geselecteerd voor het ingangs- of uitgangskanaal. Als het kanaal correct is geconfigureerd, verandert de Status
voor het kanaal in Hoog.

De adapter configureren op een roerbediening

Selecteer Menu > Stel in > NMEA 2000-toestellen.
1
Selecteer de GNA 10-adapter.
2
Selecteer Configureer
3
Selecteer het ingangs- of uitgangskanaal dat u wilt
4
configureren en selecteer Actie. Selecteer een actie voor de ingangs- of uitgangsdraad
5
(Adapterconfiguratieopties, pagina 2). Als u de configuratie wilt testen, selecteert u het ingangs- of
6
uitgangskanaal en selecteert u Informatie. Voer de actie uit die u hebt geselecteerd voor het ingangs- of
7
uitgangskanaal. Als het kanaal correct is geconfigureerd, verandert de Status
voor het kanaal in Hoog.

Adapterconfiguratieopties

De beschikbare opties voor de GNA 10 adapter zijn verschillend voor de ingangs- en uitgangsdraden.
OPMERKING: U kunt slechts één jog-hendel per GNA 10 adapter installeren. Als u een kanaal instelt op Poort voor jog­hendel of Stuurboord van jog-hendel, kunt u niet hetzelfde kanaal op de adapter instellen.
Geen actie (invoer en uitvoer): Hiermee stelt u het kanaal zo
in dat het geen signalen verzendt of ontvangt.
Poort voor jog-hendel (invoer): Hiermee stelt u het kanaal in
voor het ontvangen van een poortstuursignaal van een jog­hendel.
Stuurboord van jog-hendel (invoer): Hiermee stelt u het
kanaal in voor het ontvangen van een stuurboordstuursignaal van een jog-hendel.
Vaste voorl koers stuurautom/Stand-by (invoer): Hiermee
stelt u het kanaal in voor het ontvangen van een signaal om de stuurautomaat te schakelen tussen vaste voorliggende koers en stand-by. U kunt het type signaalschakelaar instellen als tijdelijk of vergrendeld.
Kort: Moet worden geselecteerd voor een type schakelaar,
meestal in de vorm van een drukknop, die alleen wordt ingeschakeld wanneer de schakelaar wordt ingedrukt, en wordt uitgeschakeld wanneer de schakelaar wordt losgelaten.
Vergr.: Moet worden geselecteerd voor een type schakelaar dat
wisselt tussen twee standen, zoals een lichtschakelaar. Wanneer de schakelaar in de gesloten stand wordt gezet, wordt de ingangsactie geactiveerd totdat de schakelaar weer in de open stand wordt gezet.
Stuurautomaat stand-by (invoer): Hiermee stelt u het kanaal
in voor het ontvangen van een signaal om de stuurautomaat in stand-by te zetten.
Status stuurautomaat ingeschakeld (uitvoer): Stelt het kanaal
in voor het uitvoeren van een signaal dat aangeeft dat de stuurautomaat is ingeschakeld.
2
Loading...
+ 2 hidden pages