GARMIN FORERUNNER 735XT User Manual [nl]

Forerunner® 735XT
Gebruikershandleiding
© 2016 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin®, het Garmin logo, ANT+®, Auto Lap®, Auto Pause®, Edge®, Forerunner®, VIRB® en Virtual Partner® zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Connect IQ™, Garmin Connect™, Garmin Express™, HRM-Run™, HRM-Tri™, HRM-Swim™, tempe™, Varia™, Varia Vision™ en Vector™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Android™ is een handelsmerk van Google Inc. Apple® en Mac® zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het woordmerk en de logo's van Bluetooth® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen. The Cooper Institute®, en alle gerelateerde handelsmerken, zijn het eigendom van The Cooper Institute. Shimano® en Di2™ zijn handelsmerken van Shimano, Inc. Geavanceerde hartslaganalyse door Firstbeat. Training Stress Score™, Intensity Factor™ en Normalized Power™ zijn handelsmerken van Peaksware, LLC. Windows® is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.
Dit product is ANT+® gecertificeerd. Ga naar www.thisisant.com/directory voor een lijst met compatibele producten en apps.
M/N: A02924

Inhoudsopgave

Inleiding........................................................................... 1
Knoppen..................................................................................... 1
De toestelknoppen vergrendelen en ontgrendelen................ 1
Het menu openen.................................................................. 1
Pictogrammen........................................................................ 1
Training........................................................................... 1
Hardlopen................................................................................... 1
Multisportactiviteiten................................................................... 1
Triatlontraining....................................................................... 1
Hartslag tijdens het zwemmen....................................................2
Zwemmen in het zwembad.................................................... 2
Zwemmen in open water........................................................2
Zwemtermen............................................................................... 2
Binnenactiviteiten........................................................................2
Workouts.....................................................................................2
Een workout via internet volgen............................................. 2
Een workout beginnen........................................................... 2
De trainingsagenda................................................................ 2
Garmin Connect trainingsplannen gebruiken.................... 3
Intervalworkouts..................................................................... 3
Een intervalworkout maken............................................... 3
Een intervalworkout starten...............................................3
Een workout stoppen........................................................ 3
Een workout annuleren..................................................... 3
Gebruik van Virtual Partner®................................................. 3
Een trainingsdoel instellen..................................................... 3
Een trainingsdoel annuleren............................................. 3
Racen tegen een eerder voltooide activiteit........................... 4
Persoonlijke records.............................................................. 4
Uw persoonlijke records weergeven................................. 4
Een persoonlijk record herstellen...................................... 4
Een persoonlijk record verwijderen................................... 4
Alle persoonlijke records verwijderen................................4
Hartslagmeetfuncties..................................................... 4
De hartslagwidget gebruiken...................................................... 4
Het toestel dragen..................................................................4
De polshartslagmeter uitschakelen........................................ 4
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens........................... 4
Uw hartslagzones instellen......................................................... 5
Uw hartslagzones laten instellen door het toestel................. 5
Hartslaggegevens verzenden naar Garmin® toestellen............. 5
Hardloopdynamiek...................................................................... 5
Trainen met hardloopdynamiek............................................. 5
Kleurenbalken en hardloopdynamiekgegevens..................... 6
Gegevens over grondcontacttijd-balans........................... 6
Tips voor ontbrekende hardloopdynamiekgegevens............. 6
Fysiologische metingen.............................................................. 6
Over VO2 max. indicaties...................................................... 7
Uw geschat VO2 max. voor hardlopen weergeven........... 7
Geschat VO2 max. voor fietsen weergeven..................... 7
Voorspelde racetijden weergeven......................................... 7
Hersteltijd............................................................................... 7
Hersteladvies inschakelen................................................ 7
Herstelhartslag....................................................................... 8
Uw stressscore weergeven.................................................... 8
Prestatieconditie.................................................................... 8
Uw prestatieconditie weergeven....................................... 8
Lactaatdrempel...................................................................... 8
Een begeleide test uitvoeren om uw lactaatdrempel te
bepalen............................................................................. 8
Uw FTP-waarde schatten...................................................... 9
Een FTP-test uitvoeren..................................................... 9
Activiteiten volgen......................................................... 9
Activiteiten volgen inschakelen
De bewegingswaarschuwing gebruiken..................................... 9
Slaap bijhouden.......................................................................... 9
Automatisch doel........................................................................ 9
Minuten intensieve training....................................................... 10
Minuten intensieve training opbouwen................................ 10
................................................... 9
Slimme functies............................................................ 10
Uw smartphone koppelen......................................................... 10
Telefoonmeldingen.............................................................. 10
Bluetooth meldingen inschakelen................................... 10
Meldingen weergeven..................................................... 10
Meldingen beheren......................................................... 10
Audiomeldingen op uw smartphone afspelen tijdens uw activiteit
De muziekbedieningsknoppen gebruiken............................ 10
Een kwijtgeraakte smartphone terugvinden......................... 10
Widgets..................................................................................... 11
De widgets gebruiken.......................................................... 11
Over My Day........................................................................ 11
Bluetooth bedieningswidget................................................. 11
De weerwidget bekijken....................................................... 11
VIRB afstandsbediening...................................................... 11
De modus Niet storen gebruiken.............................................. 11
Bluetooth connected functies................................................... 11
Connectiewaarschuwing inschakelen op uw smartphone... 12
Bluetooth technologie uitschakelen..................................... 12
Connect IQ functies.................................................................. 12
Connect IQ functies downloaden......................................... 12
De wijzerplaat wijzigen.........................................................12
................................................................................ 10
Een VIRB actiecamera bedienen.................................... 11
Connect IQ functies downloaden via uw computer......... 12
Geschiedenis................................................................ 12
Geschiedenis weergeven......................................................... 12
Tijd in elke hartslagzone weergeven................................... 12
Gegevenstotalen weergeven.................................................... 12
Geschiedenis verwijderen.........................................................12
Gegevensbeheer...................................................................... 13
Bestanden verwijderen........................................................ 13
De USB-kabel loskoppelen.................................................. 13
Gegevens naar uw computer verzenden.................................. 13
Garmin Connect........................................................................13
Navigatie....................................................................... 13
De kaart toevoegen.................................................................. 13
Kaartfuncties............................................................................. 13
Uw locatie markeren................................................................. 13
Een locatie bewerken...........................................................14
Een locatie verwijderen........................................................ 14
Uw huidige hoogte en coördinaten weergeven.................... 14
Naar een opgeslagen locatie navigeren................................... 14
Terug naar startlocatie navigeren............................................. 14
Koersen.................................................................................... 14
Een koers van internet volgen............................................. 14
Koersgegevens weergeven................................................. 14
Een koers verwijderen......................................................... 14
Stoppen met navigeren............................................................ 14
ANT+ sensors............................................................... 14
ANT+ sensors koppelen........................................................... 14
Voetsensor................................................................................15
Hardlopen met een voetsensor............................................ 15
Kalibratie van de voetsensor............................................... 15
Trainen met vermogensmeters................................................. 15
Uw vermogenszones instellen............................................. 15
Elektronische schakelsystemen gebruiken............................... 15
Omgevingsbewustzijn............................................................... 15
Compatibele hartslagmeters..................................................... 15
Inhoudsopgave i
HRM-Swim accessoire.........................................................15
De hartslagmeter passend maken.................................. 15
De hartslagmeter aanbrengen........................................ 15
Tips voor het gebruik van het HRM-Swim accessoire.... 16
Onderhoud van de hartslagmeter................................... 16
HRM-Tri accessoire............................................................. 16
Zwemmen in een zwembad............................................ 16
De hartslagmeter aanbrengen........................................ 16
Gegevensopslag............................................................. 16
HRM-Run accessoire........................................................... 16
De hartslagmeter aanbrengen........................................ 16
Onderhoud van de hartslagmeter........................................ 17
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens......................... 17
Modus Extra scherm................................................................. 17
Uw toestel aanpassen.................................................. 17
Uw gebruikersprofiel instellen................................................... 17
Activiteitenprofielen...................................................................17
Een aangepast activiteitenprofiel maken............................. 17
Uw activiteitenprofiel wijzigen.............................................. 17
Activiteitinstellingen.................................................................. 17
Gegevensschermen aanpassen.......................................... 18
Waarschuwingen................................................................. 18
Bereikwaarschuwingen instellen..................................... 18
Een terugkerende waarschuwing instellen..................... 18
Looppauze-waarschuwingen instellen............................ 18
Een waarschuwing wijzigen............................................ 18
Auto Pause® gebruiken....................................................... 18
Hardlopen met de metronoom............................................. 19
Ronden op afstand markeren.............................................. 19
De rondewaarschuwing wijzigen..........................................19
Auto Scroll gebruiken........................................................... 19
De GPS-instelling wijzigen................................................... 19
De UltraTrac modus gebruiken....................................... 19
Time-outinstellingen voor de spaarstand............................. 19
Instellingen voor activiteiten volgen.......................................... 19
Systeeminstellingen.................................................................. 19
De taal van het toestel wijzigen........................................... 19
Tijdinstellingen..................................................................... 19
Tijdzones......................................................................... 20
De tijd handmatig instellen.............................................. 20
Het alarm instellen............................................................... 20
Een alarm verwijderen.................................................... 20
Schermverlichtingsinstellingen.............................................20
De toestelgeluiden instellen................................................. 20
De maateenheden wijzigen................................................. 20
Indelingsinstellingen.............................................................20
Instellingen voor gegevens vastleggen................................ 20
Toestelinformatie......................................................... 20
Het toestel opladen................................................................... 20
Specificaties..............................................................................20
Forerunner specificaties.......................................................20
HRM-Swim specificaties en HRM-Tri specificaties.............. 21
HRM-Run specificaties........................................................ 21
Toestelonderhoud..................................................................... 21
Het toestel schoonmaken.................................................... 21
Door de gebruiker vervangbare batterijen........................... 21
De batterij vervangen van de HRM-Swim en de
HRM-Tri...........................................................................21
Problemen oplossen.................................................... 21
Productupdates.........................................................................21
Meer informatie......................................................................... 21
Satellietsignalen ontvangen...................................................... 21
De ontvangst van GPS-signalen verbeteren............................ 22
Het toestel opnieuw opstarten.................................................. 22
Gebruikersgegevens wissen.....................................................22
Alle standaardinstellingen herstellen
Toestelgegevens weergeven.................................................... 22
De software bijwerken via Garmin Express.............................. 22
Levensduur van de batterijen maximaliseren........................... 22
Mijn dagelijkse stappentelling wordt niet weergegeven............ 22
Mijn toestel speelt geen tonen af in koude
weersomstandigheden............................................................. 22
........................................ 22
Appendix....................................................................... 22
Gegevensvelden....................................................................... 22
Fitnessdoelstellingen................................................................ 25
Hartslagzones........................................................................... 25
Berekeningen van hartslagzones............................................. 25
Standaardwaarden VO2 Max................................................... 25
FTP-waarden............................................................................ 26
Index.............................................................................. 27
ii Inhoudsopgave

Inleiding

WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
Raadpleeg altijd een arts voordat u een trainingsprogramma begint of wijzigt.

Knoppen

À
Á
Â
Ã

De toestelknoppen vergrendelen en ontgrendelen

U kunt de toestelknoppen vergrendelen om te voorkomen dat de knoppen tijdens een activiteit of in de horlogemodus per ongeluk worden ingedrukt.
Houd ingedrukt.
1
Selecteer Vergrendel toestel.
2
Houd ingedrukt om de toestelknoppen te ontgrendelen.
3

Het menu openen

Selecteer .
1
Selecteer .
2

Pictogrammen

Een knipperend pictogram geeft aan dat het toestel een signaal zoekt. Een niet-knipperend pictogram geeft aan dat het signaal is gevonden of de sensor is verbonden.
Houd deze knop ingedrukt om het toestel in of uit te schakelen.
Selecteer om de schermverlichting in of uit te schakelen.
Selecteer deze knop om de timer te starten of te stoppen.
Selecteer deze knop om een optie te kiezen of een bericht te bevestigen.
Selecteer deze knop als u een nieuwe ronde wilt markeren.
Selecteer deze knop om terug te keren naar het vorige scherm.
Selecteer deze knop om door de widgets, gegevens­schermen, opties en instellingen te bladeren.
Selecteer > om een activiteitenprofiel te selecteren.
Selecteer > om het menu te openen. Houd ingedrukt om het menu met opties te openen.
GPS-status
Status Bluetooth® technologie
Status hartslagmeter
Status voetsensor
LiveTrack status
Status snelheid- en cadanssensor
Status Varia™ fietsverlichting
Status Varia fietsradar
Varia Vision™ status
tempe™ sensorstatus
VIRB® camerastatus
Forerunner alarmstatus
Vermogensstatus

Training

Hardlopen

De eerste fitnessactiviteit die u op uw toestel opslaat kan een hardloopsessie, een rit of een andere buitenactiviteit zijn. Mogelijk moet het toestel eerst worden opgeladen (Het toestel
opladen, pagina 20) voordat u aan de activiteit begint.
Selecteer en vervolgens een activiteitenprofiel.
1
Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft
2
gevonden. Selecteer om de timer te starten.
3
Ga hardlopen.
4
Nadat u klaar bent met hardlopen, selecteert u om de
5
timer te stoppen. Selecteer een optie:
6
• Selecteer Hervat om de timer weer te starten.
• Selecteer Sla op om uw hardloopsessie op te slaan en de
timer opnieuw in te stellen. U kunt de hardloopsessie selecteren om een samenvatting te bekijken.
• Selecteer Gooi weg > Ja om de hardloopsessie te
verwijderen.

Multisportactiviteiten

Triatleten, duatleten en alle andere beoefenaren van gecombineerde sporten kunnen de aangepaste multisportprofielen gebruiken (Een aangepast activiteitenprofiel
maken, pagina 17). Wanneer u een multisportprofiel instelt,
kunt u schakelen tussen sportmodi en nog steeds uw totale tijd voor alle sporten weergeven. U kunt bijvoorbeeld overschakelen van fietsmodus naar hardloopmodus en de totale tijd voor fietsen en hardlopen gedurende de gehele workout weergeven.

Triatlontraining

Als u deelneemt aan een triatlon, kunt u het triatlonactiviteitenprofiel gebruiken om snel over te schakelen op
Inleiding 1
een ander sportsegment, de tijd op te nemen en de activiteit op te slaan.
Selecteer > > Triatlon.
1
Selecteer om de timer te starten.
2
Selecteer aan het begin en eind van elke overgang.
3
De overgangsfunctie kan in- of uitgeschakeld worden voor het triatlonactiviteitenprofiel.
Selecteer > Sla op nadat u uw activiteit hebt voltooid.
4

Hartslag tijdens het zwemmen

OPMERKING: Hartslag aan de pols is niet beschikbaar tijdens
het zwemmen. Met het HRM-Tri™ accessoire en het HRM-Swim™ accessoire
worden uw hartslaggegevens tijdens het zwemmen geregistreerd en opgeslagen. Als de hartslagmeter onder water is, worden de hartslaggegevens niet weergegeven op compatibele Forerunner toestellen.
U moet een activiteit met tijdmeting starten op uw gekoppelde Forerunner toestel om opgeslagen hartslaggegevens later te kunnen bekijken. Tijdens rustpauzes uit het water stuurt de hartslagmeter uw hartslaggegevens naar uw Forerunner toestel.
Uw Forerunner toestel downloadt opgeslagen hartslaggegevens automatisch wanneer u uw activiteit met tijdmeting opslaat. Tijdens het downloaden van gegevens moet uw hartslagmeter uit het water, actief en binnen bereik van het toestel (3 m) zijn. U kunt uw hartslaggegevens later bekijken in de geschiedenis van uw toestel en via uw Garmin Connect™ account.

Zwemmen in het zwembad

Selecteer > > Zwembad.
1
Selecteer de grootte van uw bad of voer een aangepaste
2
grootte in. Selecteer om de timer te starten.
3
De geschiedenis wordt alleen vastgelegd als de timer is gestart.
Start de activiteit.
4
Het toestel legt automatisch de zwemintervallen en de banen vast.
Selecteer of om extra gegevenspagina's weer te geven
5
(optioneel). Als u rust, selecteer dan om de timer te pauzeren.
6
Selecteer om de timer opnieuw te starten.
7
Selecteer > Sla op nadat u de activiteit hebt voltooid.
8

Zwemmen in open water

U kunt het toestel gebruiken voor zwemmen in open water. U kunt uw zwemgegevens vastleggen, inclusief afstand, tempo en aantal slagen. U kunt gegevensschermen toevoegen aan het standaardactiviteitenprofiel voor zwemmen in open water (Gegevensschermen aanpassen, pagina 18) of uw eigen profiel maken (Een aangepast activiteitenprofiel maken,
pagina 17).
Selecteer Menu > > Open water.
1
Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft
2
gevonden. Dit kan enkele minuten duren. De satellietbalken worden groen als het toestel gereed is. Selecteer om de timer te starten.
3
Selecteer > Sla op nadat u uw activiteit hebt voltooid.
4

Zwemtermen

Baan: Eén keer de lengte van het zwembad. Interval: Een of meer opeenvolgende banen. Een nieuwe
interval begint na een rustperiode.
Slaglengte: Elke keer dat uw arm waaraan het toestel is
bevestigd een volledige cyclus voltooid, wordt er een slag geteld.
Swolf: Uw swolfscore is de som van de tijd voor één baanlengte
plus het aantal slagen voor die baan. Bijvoorbeeld 30 seconden plus 15 slagen levert een swolfscore van 45 op. Swolf is een meeteenheid voor zwemefficiency en, net als bij golf, een lage score is beter dan een hoge.

Binnenactiviteiten

Het Forerunner toestel kan worden gebruikt voor training binnenshuis, zoals hardlopen op een binnenbaan of fietsen op een hometrainer. Bij binnenactiviteiten wordt GPS uitgeschakeld.
Als hardlopen of wandelen met GPS is uitgeschakeld, worden snelheid, afstand en cadans berekend met behulp van de versnellingsmeter in het toestel. De versnellingsmeter voert automatisch een kalibratie uit. De nauwkeurigheid van de snelheid-, afstand- en cadansgegevens verbetert na een aantal hardloopsessies of wandelingen in de buitenlucht met behulp van GPS.
TIP: Als u de handrails van de loopband vasthoudt, gaat de nauwkeurigheid omlaag. U kunt gebruikmaken van een optionele voetsensor om uw tempo, afstand en cadans vast te leggen.
Als u met uitgeschakelde GPS fietst, zijn er geen snelheids- en afstandsgegevens beschikbaar, tenzij u over een optionele sensor beschikt die deze gegevens naar het toestel verzendt (zoals een snelheids- of cadanssensor).

Workouts

U kunt aangepaste workouts maken met doelen voor elke workoutstap en voor verschillende afstanden, tijden en calorieën. U kunt workouts maken met Garmin Connect of een trainingsplan selecteren met ingebouwde workouts van Garmin Connect en deze overzetten naar uw toestel.
U kunt workouts plannen met behulp van Garmin Connect. U kunt workouts van tevoren plannen en ze opslaan in het toestel.

Een workout via internet volgen

Voordat u een workout kunt downloaden van Garmin Connect, moet u beschikken over een Garmin Connect account (Garmin
Connect, pagina 13).
Verbind het toestel met uw computer.
1
Ga naar www.garminconnect.com.
2
Maak een workout en sla deze op.
3
Selecteer Verzend naar toestel en volg de instructies op het
4
scherm. Koppel het toestel los.
5

Een workout beginnen

Voordat u een workout kunt beginnen, moet u een workout downloaden van uw Garmin Connect account.
Selecteer Menu > Training > Mijn workouts.
1
Selecteer een workout.
2
Selecteer Start workout.
3
Selecteer om de workout te starten.
4
Nadat een workout is gestart, geeft het toestel de verschillende stappen van de workout, het doel (indien ingesteld) en de huidige workoutgegevens weer.

De trainingsagenda

De trainingsagenda op uw toestel is een uitbreiding van de trainingsagenda of het trainingsschema dat u hebt ingesteld in Garmin Connect. Nadat u workouts hebt toegevoegd aan de Garmin Connect agenda kunt u ze naar uw toestel verzenden. Alle geplande workouts die naar het toestel worden verzonden,
2 Training
worden in de trainingsagenda op datum weergegeven. Als u een dag selecteert in de trainingsagenda, kunt u de workout weergeven of uitvoeren. De geplande workout blijft aanwezig op uw toestel, ongeacht of u deze voltooit of overslaat. Als u geplande workouts verzendt vanaf Garmin Connect, wordt de bestaande trainingsagenda overschreven.
Garmin Connect trainingsplannen gebruiken
Voordat u een trainingsplan kunt downloaden en gebruiken, moet u beschikken over een Garmin Connect account (Garmin
Connect, pagina 13).
U kunt door uw Garmin Connect account bladeren om een trainingsplan te zoeken of workouts te plannen en deze naar uw toestel te sturen.
Verbind het toestel met uw computer.
1
Selecteer en plan een trainingsplan in uw Garmin Connect
2
account. Bekijk het trainingsplan in uw agenda.
3
Selecteer > Workouts naar toestel verzenden en volg de
4
instructies op het scherm.

Intervalworkouts

U kunt intervalworkouts maken op basis van afstand of tijd. Het toestel slaat uw aangepaste intervalworkouts op totdat u een nieuwe intervalworkout maakt. U kunt een interval met een open einde gebruiken voor het vastleggen van uw workoutgegevens wanneer u een bekende afstand aflegt. Als u selecteert, neemt het toestel een interval op en last het daarna een rustinterval in.
Een intervalworkout maken
Selecteer Menu > Training > Intervallen > Wijzig > Interval
1
> Type. Selecteer Afstand, Tijd of Open.
2
TIP: U kunt een interval met een open einde maken door het
type in te stellen op Open. Selecteer Tijdsduur, voer een afstands- of tijdsinterval in
3
voor de workout en selecteer . Selecteer Rust > Type.
4
Selecteer Afstand, Tijd of Open.
5
Voer indien nodig een waarde in voor de afstand of tijd van
6
het rustinterval en selecteer . Selecteer een of meer opties:
7
• Selecteer Herhaal om het aantal herhalingen in te stellen.
• Selecteer Warm-up > Aan om een warming-up met een
open einde toe te voegen aan uw workout.
• Selecteer Cooldown > Aan om een coolingdown met een
open einde toe te voegen aan uw workout.
Een intervalworkout starten
Selecteer Menu > Training > Intervallen > Start workout.
1
Selecteer .
2
Als uw intervalworkout een warming-up heeft, selecteert u
3
om aan het eerste interval te beginnen. Volg de instructies op het scherm.
4
Wanneer u alle intervallen hebt voltooid, verschijnt er een bericht.
Een workout stoppen
• U kunt op elk moment selecteren om een workoutstap te beëindigen.
• U kunt op elk moment selecteren om de timer te stoppen.
Een workout annuleren
Houd tijdens de workout ingedrukt.
1
Selecteer Annuleer workout > Ja.
2
Gebruik van Virtual Partner
Uw Virtual Partner is een trainingshulpmiddel dat u helpt bij het bereiken van uw trainingsdoelen. U kunt de Virtual Partner instellen op een doelsnelheid en doeltempo voor uw trainingen (hardlopen, fietsen, andere activiteit).
OPMERKING: Virtual Partner is niet beschikbaar in de zwemmodus.
Selecteer een activiteitenprofiel.
1
Selecteer Menu > Activiteit- instellingen > Gegevens-
2
schermen > Virtual Partner > Status > Aan. Selecteer Stel tempo in of Stel snelheid in.
3
U kunt tempo of snelheid instellen als uw indeling (Indelingsinstellingen, pagina 20).
Voer een waarde in.
4
Selecteer om de timer te starten.
5
Selecteer of tijdens uw activiteit om het Virtual Partner
6
scherm weer te geven en te zien wie er aan kop ligt.
®

Een trainingsdoel instellen

De functie Trainingsdoel werkt samen met de functie Virtual Partner, zodat u een trainingsdoel kunt instellen voor afstand, afstand en tijd, afstand en tempo of afstand en snelheid. U kunt deze functie gebruiken in combinatie met de activiteitenprofielen voor hardlopen, fietsen of andere individuele sport (behalve zwemmen). Tijdens uw trainingsactiviteit geeft het toestel u real­time feedback over hoe ver u bent gevorderd met het bereiken van uw trainingsdoel.
Selecteer Menu > Training > Stel een doel in.
1
Selecteer een optie:
2
• Selecteer Alleen afstand om een vooraf ingestelde
afstand te selecteren of voer een aangepaste afstand in.
• Selecteer Afstand en tijd om een afstands- en tijdsdoel te
selecteren. U kunt het tijdsdoel invoeren, voorspelling gebruiken (op
basis van uw geschat VO2 max.) of uw persoonlijke recordtijd gebruiken.
• Selecteer Afstand en tempo of Afstand en snelheid om
uw afstands- en tempodoel of uw afstands- en snelheidsdoel in te stellen.
In het trainingsdoelscherm wordt uw geschatte finishtijd weergegeven. De geschatte finishtijd is gebaseerd op uw huidige prestaties en de resterende tijd.
Selecteer om de timer te starten.
3
Selecteer zo nodig of om het scherm weer te geven.
4
Selecteer > Sla op nadat u uw activiteit hebt voltooid.
5
Nadat u bent gefinisht, kunt u op het overzichtsscherm dat wordt weergegeven zien of u uw trainingsdoel al dan niet hebt gehaald.
Een trainingsdoel annuleren
Selecteer tijdens de activiteit om het doelscherm weer te
1
geven. Houd ingedrukt.
2
Selecteer Annuleer doel > Ja.
3
Training 3

Racen tegen een eerder voltooide activiteit

U kunt racen tegen een eerder vastgelegde of gedownloade activiteit. U kunt deze functie gebruiken in combinatie met de activiteitenprofielen voor hardlopen, fietsen of andere individuele sport (behalve zwemmen). Deze functie werkt samen met de functie Virtual Partner, zodat u tijdens de activiteit kunt zien hoe ver u voor of achter ligt.
Selecteer Menu > Training > Race een activiteit.
1
Selecteer een optie:
2
• Selecteer Uit geschiedenis om een eerder op uw toestel
geregistreerde activiteit te selecteren.
• Selecteer Gedownload om een activiteit te selecteren die
u via uw Garmin Connect account hebt gedownload.
Selecteer de activiteit.
3
In het Virtual Partner scherm wordt uw geschatte finishtijd weergegeven.
Selecteer om de timer te starten.
4
Selecteer > Sla op nadat u uw activiteit hebt voltooid.
5
Op het overzichtsscherm dat wordt weergegeven kunt u uw finishtijd vergelijken met de finishtijd van de eerder vastgelegde of gedownloade activiteit.

Persoonlijke records

Bij het voltooien van een activiteit worden op het toestel eventuele nieuwe persoonlijke records weergegeven die u tijdens deze activiteit hebt gevestigd. Tot de persoonlijke records behoren uw snelste tijd over verschillende standaardloopafstanden, alsmede de langste hardloopsessie of rit.
OPMERKING: Tot de persoonlijke records bij fietsen behoren ook grootste stijging en beste vermogen (vermogensmeter vereist).
Uw persoonlijke records weergeven
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Records.
1
Selecteer een sport.
2
Selecteer een record.
3
Selecteer Bekijk record.
4
Een persoonlijk record herstellen
U kunt elk persoonlijk record terugzetten op de vorige waarde.
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Records.
1
Selecteer een sport.
2
Selecteer een record om te herstellen.
3
Selecteer Vorige > Ja.
4
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Een persoonlijk record verwijderen
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Records.
1
Selecteer een sport.
2
Selecteer een record om te verwijderen.
3
Selecteer Wis record > Ja.
4
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Alle persoonlijke records verwijderen
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Records.
1
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist. Selecteer een sport.
2
Selecteer Wis alle records > Ja.
3
Alleen de records voor die sport worden verwijderd.

Hartslagmeetfuncties

Dit Forerunner toestel heeft een polshartslagmeter en is ook compatibel met ANT+® borsthartslagmeters. In de hartslagwidget kunt u hartslaggegevens weergeven. Als de gegevens van zowel de polshartslag als de ANT+ hartslag beschikbaar zijn, gebruikt uw toestel de ANT+ hartslaggegevens. U hebt een hartslagmeter nodig om de functies in deze sectie te kunnen gebruiken.

De hartslagwidget gebruiken

De widget geeft uw huidige hartslag in slagen per minuut (bpm), de hartslag in rust gedurende de dag en een grafiek van uw hartslag weer.
Selecteer in het scherm met de tijd van de dag.
1
Selecteer om de gemiddelde waarden van uw hartslag in
2
rust in de afgelopen 7 dagen weer te geven.

Het toestel dragen

• Draag het toestel om uw pols, boven uw polsgewricht.
OPMERKING: Het toestel dient stevig vast te zitten, maar niet te strak. Voor een nauwkeurigere hartslagmeting op het Forerunner 735XT toestel, mag het tijdens het hardlopen of de training niet bewegen.
OPMERKING: De optische sensor bevindt zich aan de achterkant van het toestel.
• Raadpleeg Tips voor onregelmatige hartslaggegevens,
pagina 4 voor meer informatie over de hartslag aan de
pols.
• Ga naar www.garmin.com/ataccuracy voor meer informatie over nauwkeurigheid.

De polshartslagmeter uitschakelen

De standaard hartslaginstelling voor de Forerunner is Automatisch. Het toestel gebruikt automatisch de polshartslagmeter, tenzij het toestel is gekoppeld met een hartslagmeteraccessoire.
Selecteer Menu > Instellingen > Hartslagmeter > Uit.

Tips voor onregelmatige hartslaggegevens

Als hartslaggegevens onregelmatig zijn of niet worden weergegeven, kunt u deze tips proberen.
• Zorg dat uw onderarm schoon en droog is voordat u het toestel omdoet.
• Zorg dat de huid onder het toestel niet is ingesmeerd met zonnebrandcrème, lotion of insectenwerende middelen.
• Zorg dat de hartslagsensor aan de achterkant van het toestel niet wordt bekrast.
• Draag het toestel om uw pols, boven uw polsgewricht. Het toestel dient stevig vast te zitten, maar niet te strak.
4 Hartslagmeetfuncties
• Wacht tot het pictogram constant brandt voordat u aan uw activiteit begint.
• Voer gedurende 5 tot 10 minuten een warming-up uit en meet uw hartslag voordat u aan uw workout begint.
OPMERKING: Voer bij koud weer de warming-up binnen uit.
• Spoel het toestel na elke training af met schoon water.

Uw hartslagzones instellen

Het toestel gebruikt uw gebruikersprofiel uit de basisinstellingen om uw standaard hartslagzones te bepalen. U kunt handmatig waarden voor de hartslag invoeren en het bereik voor elke zone instellen. Het toestel ondersteunt afzonderlijke hartslagzones voor hardlopen, fietsen en zwemmen.
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Gebruikersprofiel >
1
Hartslag. Selecteer Max. HS en voer uw maximale hartslag in.
2
Selecteer LDHS en voer uw lactaatdrempelhartslag in.
3
Selecteer Rust HS en geef uw hartslag in rust op.
4
Selecteer Zones > Op basis van.
5
Selecteer een optie:
6
• Selecteer BPM om de zones in aantal hartslagen per
minuut weer te geven en te wijzigen.
• Selecteer % Max. HS om de zones als een percentage
van uw maximale hartslag weer te geven en te wijzigen.
• Selecteer % HSR om de zones als een percentage van
uw hartslagreserve weer te geven en te wijzigen (maximale hartslag min hartslag in rust).
• Selecteer %LDHS om de zones als een percentage van
uw lactaatdrempelhartslag weer te geven en te wijzigen.
Selecteer Voeg sporthartslag toe om verschillende zones
7
voor elke sport toe te voegen. Selecteer een zone en voer een waarde in voor elke
8
hartslagzone.

Uw hartslagzones laten instellen door het toestel

Met de standaardinstellingen kan het toestel uw maximale hartslag detecteren en uw hartslagzones instellen als een percentage van uw maximale hartslag.
• Controleer of uw gebruikersprofielinstellingen correct zijn (Uw
gebruikersprofiel instellen, pagina 17).
• Ga vaak hardlopen met de hartslagmeter rond de borst of pols.
• Probeer een aantal van de hartslagtrainingsplannen die beschikbaar zijn in uw Garmin Connect account.
• Bekijk uw hartslagtrends en -tijden in zones via uw Garmin Connect account.
Hartslaggegevens verzenden naar Garmin
®
toestellen
U kunt uw hartslaggegevens verzenden vanaf uw Forerunner toestel en bekijken op gekoppelde Garmin toestellen. U kunt bijvoorbeeld uw hartslaggegevens verzenden naar een Edge toestel tijdens het fietsen, of naar een VIRB actiecamera.
OPMERKING: Het verzenden van hartslaggegevens verkort de levensduur van batterij.
Selecteer om de hartslagwidget te bekijken.
1
Houd ingedrukt.
2
Selecteer Deel hartslag.
3
Het Forerunner toestel begint uw hartslaggegevens te verzenden en wordt weergegeven.
OPMERKING: U kunt alleen de hartslagpagina bekijken terwijl u hartslaggegevens verzendt.
®
Koppel uw Forerunner toestel met uw Garmin ANT+
4
compatibele toestel. OPMERKING: De aanwijzingen voor het koppelen
verschillen voor ieder Garmin compatibel toestel. Raadpleeg uw gebruikershandleiding.
TIP: Selecteer een willekeurige knop en selecteer Ja om het verzenden van uw hartslaggegevens te stoppen.

Hardloopdynamiek

U kunt uw compatibele Forerunner toestel gekoppeld met het HRM-Run™ accessoire of ander accessoire voor hardloopdynamica gebruiken voor real-time feedback over uw hardloopvorm. Als het HRM-Run accessoire bij uw Forerunner toestel is meegeleverd, zijn de toestellen al gekoppeld.
Het accessoire voor hardloopdynamica beschikt over een versnellingsmeter die bewegingen van het bovenlichaam meet voor het berekenen van zes hardloopgegevens.
Cadans: Cadans is het aantal stappen per minuut. Het totale
aantal stappen wordt weergegeven (links en rechts samen).
Verticale oscillatie: Verticale oscillatie is de op-en-
neerbeweging tijdens het hardlopen. De verticale beweging van uw bovenlichaam wordt in centimeters weergegeven.
Grondcontacttijd: Grondcontacttijd is de hoeveelheid tijd voor
iedere stap tijdens het hardlopen waarbij er contact is met de grond. De tijd wordt gemeten in milliseconden.
OPMERKING: Grondcontacttijd en balans zijn niet beschikbaar wanneer u wandelt.
Grondcontacttijd-balans: Grondcontacttijd-balans geeft de
links/rechts-balans van uw grondcontacttijd weer tijdens het hardlopen. Deze balans wordt weergegeven als percentage. Bijvoorbeeld 53,2 met een pijl naar links of naar rechts.
Staplengte: Staplengte is de afstand tussen de plekken waar u
uw ene voet en uw andere voet neerzet. Deze lengte wordt gemeten in meters.
Verticale ratio: Verticale ratio is de verhouding tussen verticale
oscillatie en staplengte. Deze balans wordt weergegeven als percentage. Een lagere ratio duidt meestal op een betere hardloopconditie.

Trainen met hardloopdynamiek

Voordat u hardloopdynamiek kunt bekijken, moet u het HRM-Run accessoire, HRM-Tri accessoire of Running Dynamics Pod omdoen en koppelen met uw toestel (ANT+
sensors koppelen, pagina 14).
Als de hartslagmeter is meegeleverd met uw Forerunner, zijn de toestellen al gekoppeld en kan de Forerunner uw hardloopdynamiek weergeven.
Selecteer en vervolgens een hardloopactiviteit.
1
Selecteer .
2
Ga hardlopen.
3
Blader naar de schermen met de hardloopdynamiek om uw
4
meetgegevens te bekijken.
Hartslagmeetfuncties 5
Houd zo nodig uw vinger op om de weergave van
5
hardloopdynamiekgegevens te bewerken.

Kleurenbalken en hardloopdynamiekgegevens

De hardloopdynamiekschermen tonen een kleurenbalk voor de primaire meetwaarde. U kunt de cadans, verticale oscillatie, grondcontacttijd, grondcontacttijd-balans of verticale ratio weergeven als de primaire meetwaarde. De kleurenbalk zet uw hardloopdynamiekgegevens af tegen de gegevens van andere hardlopers. De kleurenzones zijn gebaseerd op percentielen.
Garmin heeft veel hardlopers op verschillende niveaus onderzocht. De gegevenswaarden in de rode of oranje zones kenmerken de onervaren of langzamere hardlopers. De gegevenswaarden in de groene, blauwe of paarse zones kenmerken de meer ervaren of snellere hardlopers. Ervaren hardlopers hebben over het algemeen een kortere grondcontacttijd, lagere verticale oscillatie, een lagere verticale ratio en een hogere cadans dan minder ervaren hardlopers. Grotere hardlopers hebben echter meestal een iets lagere cadans, langere passen en een iets hogere verticale oscillatie. Verticale ratio wordt berekend door uw verticale oscillatie te delen door uw staplengte. Deze verhoudt zich niet tot uw lengte.
OPMERKING: De kleurenbalk voor de grondcontacttijd-balans is anders (Gegevens over grondcontacttijd-balans, pagina 6). Ga naar www.garmin.com/runningdynamics voor meer informatie over hardloopdynamiek. Voor aanvullende inzichten en
interpretaties van hardloopdynamiekgegevens kunt u toonaangevende hardlooppublicaties en -websites raadplegen.
Kleurzone Percentiel in zone Cadansbereik Bereik verticale oscillatie Verticale ratio Bereik grondcontacttijd
Paars >95 >183 spm <6,4 cm <6,1% <218 ms
Blauw 70–95 174-183 spm 6,4-8,1 cm 6,1-7,4% 218-248 ms
Groen 30-69 164-173 spm 8,2-9,7 cm 7,5-8,6% 249-277 ms
Oranje 5-29 153-163 spm 9,8-11,5 cm 8,7-10,1% 278-308 ms
Rood <5 <153 spm >11,5 cm >10,1% >308 ms
Gegevens over grondcontacttijd-balans
De grondcontacttijd-balans meet uw hardloopsymmetrie en wordt vermeld als een percentage van uw totale grondcontacttijd. 51,3% met een naar links wijzende pijl geeft bijvoorbeeld aan dat de linkervoet van hardloper langer contact heeft met de grond. Als beide aantallen op uw gegevensscherm worden weergegeven, bijvoorbeeld 48–52, verwijst 48% naar uw linkervoet en 52% naar uw rechtervoet.
Kleurzone Rood Oranje Groen Oranje Rood
Symmetrie Slecht Redelijk Goed Redelijk Slecht
Percentage van andere hardlopers 5% 25% 40% 25% 5%
Grondcontacttijd-balans >52,2% L 50,8-52,2% L 50,7% L–50,7% R 50,8-52,2% R >52,2% R
Tijdens het ontwikkelen en testen van de hardloopdynamiek vond het Garmin team bij bepaalde hardlopers een verband tussen blessures en een hogere onbalans. Voor de meeste hardlopers wijkt de grondcontacttijd-balans verder af van 50–50 wanneer ze heuvel op of heuvel af lopen. De meeste hardlooptrainers zijn het erover eens dat symmetrie bij het hardlopen gewenst is. De beste hardlopers hebben vaak een snelle en evenwichtige stap.
U kunt de kleurenbalk of het gegevensveld bekijken tijdens het hardlopen of na afloop het overzicht in uw Garmin Connect account bekijken. Net als de andere hardloopdynamiekgegevens is de grondcontacttijd-balans een kwantitatieve meetwaarde die u meer informatie verschaft over uw hardloopconditie.

Tips voor ontbrekende hardloopdynamiekgegevens

Als de hardloopdynamiekgegevens niet worden weergegeven, kunt u deze tips proberen.
• Zorg ervoor dat u een accessoire voor hardloopdynamiek, zoals het HRM-Run accessoire, hebt.
Accessoires met hardloopdynamiek herkent u aan voorop de module.
• Koppel het accessoire voor hardloopdynamiek nogmaals met uw Forerunner toestel volgens de instructies.
• Als de hardloopdynamiekgegevens in nullen worden weergegeven, controleer dan of het accessoire op de juiste manier wordt gedragen.
OPMERKING: De grondcontacttijd en balans worden alleen weergegeven tijdens het hardlopen. Deze worden niet berekend als u wandelt.

Fysiologische metingen

Voor deze fysiologische metingen is hartslag aan de pols of een compatibele hartslagmeter vereist. De metingen zijn schattingen die u kunnen helpen om uw trainingsactiviteiten en hardloopprestaties te volgen en te analyseren. Deze waarden worden geleverd en ondersteund door Firstbeat.
OPMERKING: De schattingen lijken In eerste instantie mogelijk onnauwkeurig. U moet een paar activiteiten voltooien zodat het toestel uw prestaties leert begrijpen.
VO2 max.: VO2 max. is het maximale zuurstofvolume (in
milliliter) dat u kunt verbruiken per minuut, per kilo lichaamsgewicht tijdens maximale inspanning.
Voorspelde hardlooptijden: Uw toestel gebruikt uw geschat
VO2 max. en informatie uit publicaties om uw hardlooptijden te voorspellen op basis van uw huidige conditie. Deze voorspelling gaat er ook van uit dat u de juiste training voor de race hebt voltooid.
6 Hartslagmeetfuncties
Loading...
+ 22 hidden pages