Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin
behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of
organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin®, het Garmin logo, ANT+®, Auto Lap®, Auto Pause®, Edge®, Forerunner®, VIRB® en Virtual Partner® zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de
Verenigde Staten en andere landen. Connect IQ™, Garmin Connect™, Garmin Express™, HRM-Run™, HRM-Tri™, HRM-Swim™, tempe™, Varia™, Varia Vision™ en Vector™ zijn handelsmerken van
Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Android™ is een handelsmerk van Google Inc. Apple® en Mac® zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het woordmerk en de logo's van
Bluetooth® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen. The Cooper Institute®, en alle gerelateerde handelsmerken, zijn
het eigendom van The Cooper Institute. Shimano® en Di2™ zijn handelsmerken van Shimano, Inc. Geavanceerde hartslaganalyse door Firstbeat. Training Stress Score™, Intensity Factor™ en
Normalized Power™ zijn handelsmerken van Peaksware, LLC. Windows® is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Overige
handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.
Dit product is ANT+® gecertificeerd. Ga naar www.thisisant.com/directory voor een lijst met compatibele producten en apps.
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Raadpleeg altijd een arts voordat u een trainingsprogramma
begint of wijzigt.
Knoppen
À
Á
Â
Ã
De toestelknoppen vergrendelen en ontgrendelen
U kunt de toestelknoppen vergrendelen om te voorkomen dat de
knoppen tijdens een activiteit of in de horlogemodus per ongeluk
worden ingedrukt.
Houd ingedrukt.
1
Selecteer Vergrendel toestel.
2
Houd ingedrukt om de toestelknoppen te ontgrendelen.
3
Het menu openen
Selecteer .
1
Selecteer .
2
Pictogrammen
Een knipperend pictogram geeft aan dat het toestel een signaal
zoekt. Een niet-knipperend pictogram geeft aan dat het signaal
is gevonden of de sensor is verbonden.
Houd deze knop ingedrukt om het toestel in of uit te
schakelen.
Selecteer om de schermverlichting in of uit te schakelen.
Selecteer deze knop om de timer te starten of te
stoppen.
Selecteer deze knop om een optie te kiezen of een
bericht te bevestigen.
Selecteer deze knop als u een nieuwe ronde wilt
markeren.
Selecteer deze knop om terug te keren naar het vorige
scherm.
Selecteer deze knop om door de widgets, gegevensschermen, opties en instellingen te bladeren.
Selecteer > om een activiteitenprofiel te
selecteren.
Selecteer > om het menu te openen.
Houd ingedrukt om het menu met opties te openen.
GPS-status
Status Bluetooth® technologie
Status hartslagmeter
Status voetsensor
LiveTrack status
Status snelheid- en cadanssensor
Status Varia™ fietsverlichting
Status Varia fietsradar
Varia Vision™ status
tempe™ sensorstatus
VIRB® camerastatus
Forerunner alarmstatus
Vermogensstatus
Training
Hardlopen
De eerste fitnessactiviteit die u op uw toestel opslaat kan een
hardloopsessie, een rit of een andere buitenactiviteit zijn.
Mogelijk moet het toestel eerst worden opgeladen (Het toestel
opladen, pagina 20) voordat u aan de activiteit begint.
Selecteer en vervolgens een activiteitenprofiel.
1
Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft
2
gevonden.
Selecteer om de timer te starten.
3
Ga hardlopen.
4
Nadat u klaar bent met hardlopen, selecteert u om de
5
timer te stoppen.
Selecteer een optie:
6
• Selecteer Hervat om de timer weer te starten.
• Selecteer Sla op om uw hardloopsessie op te slaan en de
timer opnieuw in te stellen. U kunt de hardloopsessie
selecteren om een samenvatting te bekijken.
• Selecteer Gooi weg > Ja om de hardloopsessie te
verwijderen.
Multisportactiviteiten
Triatleten, duatleten en alle andere beoefenaren van
gecombineerde sporten kunnen de aangepaste
multisportprofielen gebruiken (Een aangepast activiteitenprofiel
maken, pagina 17). Wanneer u een multisportprofiel instelt,
kunt u schakelen tussen sportmodi en nog steeds uw totale tijd
voor alle sporten weergeven. U kunt bijvoorbeeld overschakelen
van fietsmodus naar hardloopmodus en de totale tijd voor
fietsen en hardlopen gedurende de gehele workout weergeven.
Triatlontraining
Als u deelneemt aan een triatlon, kunt u het
triatlonactiviteitenprofiel gebruiken om snel over te schakelen op
Inleiding1
een ander sportsegment, de tijd op te nemen en de activiteit op
te slaan.
Selecteer > > Triatlon.
1
Selecteer om de timer te starten.
2
Selecteer aan het begin en eind van elke overgang.
3
De overgangsfunctie kan in- of uitgeschakeld worden voor
het triatlonactiviteitenprofiel.
Selecteer > Sla op nadat u uw activiteit hebt voltooid.
4
Hartslag tijdens het zwemmen
OPMERKING: Hartslag aan de pols is niet beschikbaar tijdens
het zwemmen.
Met het HRM-Tri™ accessoire en het HRM-Swim™ accessoire
worden uw hartslaggegevens tijdens het zwemmen
geregistreerd en opgeslagen. Als de hartslagmeter onder water
is, worden de hartslaggegevens niet weergegeven op
compatibele Forerunner toestellen.
U moet een activiteit met tijdmeting starten op uw gekoppelde
Forerunner toestel om opgeslagen hartslaggegevens later te
kunnen bekijken. Tijdens rustpauzes uit het water stuurt de
hartslagmeter uw hartslaggegevens naar uw Forerunner toestel.
Uw Forerunner toestel downloadt opgeslagen hartslaggegevens
automatisch wanneer u uw activiteit met tijdmeting opslaat.
Tijdens het downloaden van gegevens moet uw hartslagmeter
uit het water, actief en binnen bereik van het toestel (3 m) zijn. U
kunt uw hartslaggegevens later bekijken in de geschiedenis van
uw toestel en via uw Garmin Connect™ account.
Zwemmen in het zwembad
Selecteer > > Zwembad.
1
Selecteer de grootte van uw bad of voer een aangepaste
2
grootte in.
Selecteer om de timer te starten.
3
De geschiedenis wordt alleen vastgelegd als de timer is
gestart.
Start de activiteit.
4
Het toestel legt automatisch de zwemintervallen en de banen
vast.
Selecteer of om extra gegevenspagina's weer te geven
5
(optioneel).
Als u rust, selecteer dan om de timer te pauzeren.
6
Selecteer om de timer opnieuw te starten.
7
Selecteer > Sla op nadat u de activiteit hebt voltooid.
8
Zwemmen in open water
U kunt het toestel gebruiken voor zwemmen in open water. U
kunt uw zwemgegevens vastleggen, inclusief afstand, tempo en
aantal slagen. U kunt gegevensschermen toevoegen aan het
standaardactiviteitenprofiel voor zwemmen in open water
(Gegevensschermen aanpassen, pagina 18) of uw eigen
profiel maken (Een aangepast activiteitenprofiel maken,
pagina 17).
Selecteer Menu > > Open water.
1
Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft
2
gevonden.
Dit kan enkele minuten duren.
De satellietbalken worden groen als het toestel gereed is.
Selecteer om de timer te starten.
3
Selecteer > Sla op nadat u uw activiteit hebt voltooid.
4
Zwemtermen
Baan: Eén keer de lengte van het zwembad.
Interval: Een of meer opeenvolgende banen. Een nieuwe
interval begint na een rustperiode.
Slaglengte: Elke keer dat uw arm waaraan het toestel is
bevestigd een volledige cyclus voltooid, wordt er een slag
geteld.
Swolf: Uw swolfscore is de som van de tijd voor één baanlengte
plus het aantal slagen voor die baan. Bijvoorbeeld 30
seconden plus 15 slagen levert een swolfscore van 45 op.
Swolf is een meeteenheid voor zwemefficiency en, net als bij
golf, een lage score is beter dan een hoge.
Binnenactiviteiten
Het Forerunner toestel kan worden gebruikt voor training
binnenshuis, zoals hardlopen op een binnenbaan of fietsen op
een hometrainer. Bij binnenactiviteiten wordt GPS
uitgeschakeld.
Als hardlopen of wandelen met GPS is uitgeschakeld, worden
snelheid, afstand en cadans berekend met behulp van de
versnellingsmeter in het toestel. De versnellingsmeter voert
automatisch een kalibratie uit. De nauwkeurigheid van de
snelheid-, afstand- en cadansgegevens verbetert na een aantal
hardloopsessies of wandelingen in de buitenlucht met behulp
van GPS.
TIP: Als u de handrails van de loopband vasthoudt, gaat de
nauwkeurigheid omlaag. U kunt gebruikmaken van een
optionele voetsensor om uw tempo, afstand en cadans vast te
leggen.
Als u met uitgeschakelde GPS fietst, zijn er geen snelheids- en
afstandsgegevens beschikbaar, tenzij u over een optionele
sensor beschikt die deze gegevens naar het toestel verzendt
(zoals een snelheids- of cadanssensor).
Workouts
U kunt aangepaste workouts maken met doelen voor elke
workoutstap en voor verschillende afstanden, tijden en
calorieën. U kunt workouts maken met Garmin Connect of een
trainingsplan selecteren met ingebouwde workouts van Garmin
Connect en deze overzetten naar uw toestel.
U kunt workouts plannen met behulp van Garmin Connect. U
kunt workouts van tevoren plannen en ze opslaan in het toestel.
Een workout via internet volgen
Voordat u een workout kunt downloaden van Garmin Connect,
moet u beschikken over een Garmin Connect account (Garmin
Connect, pagina 13).
Verbind het toestel met uw computer.
1
Ga naar www.garminconnect.com.
2
Maak een workout en sla deze op.
3
Selecteer Verzend naar toestel en volg de instructies op het
4
scherm.
Koppel het toestel los.
5
Een workout beginnen
Voordat u een workout kunt beginnen, moet u een workout
downloaden van uw Garmin Connect account.
Selecteer Menu > Training > Mijn workouts.
1
Selecteer een workout.
2
Selecteer Start workout.
3
Selecteer om de workout te starten.
4
Nadat een workout is gestart, geeft het toestel de verschillende
stappen van de workout, het doel (indien ingesteld) en de
huidige workoutgegevens weer.
De trainingsagenda
De trainingsagenda op uw toestel is een uitbreiding van de
trainingsagenda of het trainingsschema dat u hebt ingesteld in
Garmin Connect. Nadat u workouts hebt toegevoegd aan de
Garmin Connect agenda kunt u ze naar uw toestel verzenden.
Alle geplande workouts die naar het toestel worden verzonden,
2Training
worden in de trainingsagenda op datum weergegeven. Als u een
dag selecteert in de trainingsagenda, kunt u de workout
weergeven of uitvoeren. De geplande workout blijft aanwezig op
uw toestel, ongeacht of u deze voltooit of overslaat. Als u
geplande workouts verzendt vanaf Garmin Connect, wordt de
bestaande trainingsagenda overschreven.
Garmin Connect trainingsplannen gebruiken
Voordat u een trainingsplan kunt downloaden en gebruiken,
moet u beschikken over een Garmin Connect account (Garmin
Connect, pagina 13).
U kunt door uw Garmin Connect account bladeren om een
trainingsplan te zoeken of workouts te plannen en deze naar uw
toestel te sturen.
Verbind het toestel met uw computer.
1
Selecteer en plan een trainingsplan in uw Garmin Connect
2
account.
Bekijk het trainingsplan in uw agenda.
3
Selecteer > Workouts naar toestel verzenden en volg de
4
instructies op het scherm.
Intervalworkouts
U kunt intervalworkouts maken op basis van afstand of tijd. Het
toestel slaat uw aangepaste intervalworkouts op totdat u een
nieuwe intervalworkout maakt. U kunt een interval met een open
einde gebruiken voor het vastleggen van uw workoutgegevens
wanneer u een bekende afstand aflegt. Als u selecteert,
neemt het toestel een interval op en last het daarna een
rustinterval in.
Een intervalworkout maken
Selecteer Menu > Training > Intervallen > Wijzig > Interval
1
> Type.
Selecteer Afstand, Tijd of Open.
2
TIP: U kunt een interval met een open einde maken door het
type in te stellen op Open.
Selecteer Tijdsduur, voer een afstands- of tijdsinterval in
3
voor de workout en selecteer .
Selecteer Rust > Type.
4
Selecteer Afstand, Tijd of Open.
5
Voer indien nodig een waarde in voor de afstand of tijd van
6
het rustinterval en selecteer .
Selecteer een of meer opties:
7
• Selecteer Herhaal om het aantal herhalingen in te stellen.
• Selecteer Warm-up > Aan om een warming-up met een
open einde toe te voegen aan uw workout.
• Selecteer Cooldown > Aan om een coolingdown met een
open einde toe te voegen aan uw workout.
Een intervalworkout starten
Selecteer Menu > Training > Intervallen > Start workout.
1
Selecteer .
2
Als uw intervalworkout een warming-up heeft, selecteert u
3
om aan het eerste interval te beginnen.
Volg de instructies op het scherm.
4
Wanneer u alle intervallen hebt voltooid, verschijnt er een
bericht.
Een workout stoppen
• U kunt op elk moment selecteren om een workoutstap te
beëindigen.
• U kunt op elk moment selecteren om de timer te stoppen.
Een workout annuleren
Houd tijdens de workout ingedrukt.
1
Selecteer Annuleer workout > Ja.
2
Gebruik van Virtual Partner
Uw Virtual Partner is een trainingshulpmiddel dat u helpt bij het
bereiken van uw trainingsdoelen. U kunt de Virtual Partner
instellen op een doelsnelheid en doeltempo voor uw trainingen
(hardlopen, fietsen, andere activiteit).
OPMERKING: Virtual Partner is niet beschikbaar in de
zwemmodus.
Selecteer een activiteitenprofiel.
1
Selecteer Menu > Activiteit- instellingen > Gegevens-
2
schermen > Virtual Partner > Status > Aan.
Selecteer Stel tempo in of Stel snelheid in.
3
U kunt tempo of snelheid instellen als uw indeling
(Indelingsinstellingen, pagina 20).
Voer een waarde in.
4
Selecteer om de timer te starten.
5
Selecteer of tijdens uw activiteit om het Virtual Partner
6
scherm weer te geven en te zien wie er aan kop ligt.
®
Een trainingsdoel instellen
De functie Trainingsdoel werkt samen met de functie Virtual
Partner, zodat u een trainingsdoel kunt instellen voor afstand,
afstand en tijd, afstand en tempo of afstand en snelheid. U kunt
deze functie gebruiken in combinatie met de activiteitenprofielen
voor hardlopen, fietsen of andere individuele sport (behalve
zwemmen). Tijdens uw trainingsactiviteit geeft het toestel u realtime feedback over hoe ver u bent gevorderd met het bereiken
van uw trainingsdoel.
Selecteer Menu > Training > Stel een doel in.
1
Selecteer een optie:
2
• Selecteer Alleen afstand om een vooraf ingestelde
afstand te selecteren of voer een aangepaste afstand in.
• Selecteer Afstand en tijd om een afstands- en tijdsdoel te
selecteren.
U kunt het tijdsdoel invoeren, voorspelling gebruiken (op
basis van uw geschat VO2 max.) of uw persoonlijke
recordtijd gebruiken.
• Selecteer Afstand en tempo of Afstand en snelheid om
uw afstands- en tempodoel of uw afstands- en
snelheidsdoel in te stellen.
In het trainingsdoelscherm wordt uw geschatte finishtijd
weergegeven. De geschatte finishtijd is gebaseerd op uw
huidige prestaties en de resterende tijd.
Selecteer om de timer te starten.
3
Selecteer zo nodig of om het scherm weer te geven.
4
Selecteer > Sla op nadat u uw activiteit hebt voltooid.
5
Nadat u bent gefinisht, kunt u op het overzichtsscherm dat
wordt weergegeven zien of u uw trainingsdoel al dan niet
hebt gehaald.
Een trainingsdoel annuleren
Selecteer tijdens de activiteit om het doelscherm weer te
1
geven.
Houd ingedrukt.
2
Selecteer Annuleer doel > Ja.
3
Training3
Racen tegen een eerder voltooide activiteit
U kunt racen tegen een eerder vastgelegde of gedownloade
activiteit. U kunt deze functie gebruiken in combinatie met de
activiteitenprofielen voor hardlopen, fietsen of andere individuele
sport (behalve zwemmen). Deze functie werkt samen met de
functie Virtual Partner, zodat u tijdens de activiteit kunt zien hoe
ver u voor of achter ligt.
Selecteer Menu > Training > Race een activiteit.
1
Selecteer een optie:
2
• Selecteer Uit geschiedenis om een eerder op uw toestel
geregistreerde activiteit te selecteren.
• Selecteer Gedownload om een activiteit te selecteren die
u via uw Garmin Connect account hebt gedownload.
Selecteer de activiteit.
3
In het Virtual Partner scherm wordt uw geschatte finishtijd
weergegeven.
Selecteer om de timer te starten.
4
Selecteer > Sla op nadat u uw activiteit hebt voltooid.
5
Op het overzichtsscherm dat wordt weergegeven kunt u uw
finishtijd vergelijken met de finishtijd van de eerder
vastgelegde of gedownloade activiteit.
Persoonlijke records
Bij het voltooien van een activiteit worden op het toestel
eventuele nieuwe persoonlijke records weergegeven die u
tijdens deze activiteit hebt gevestigd. Tot de persoonlijke
records behoren uw snelste tijd over verschillende
standaardloopafstanden, alsmede de langste hardloopsessie of
rit.
OPMERKING: Tot de persoonlijke records bij fietsen behoren
ook grootste stijging en beste vermogen (vermogensmeter
vereist).
Uw persoonlijke records weergeven
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Records.
1
Selecteer een sport.
2
Selecteer een record.
3
Selecteer Bekijk record.
4
Een persoonlijk record herstellen
U kunt elk persoonlijk record terugzetten op de vorige waarde.
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Records.
1
Selecteer een sport.
2
Selecteer een record om te herstellen.
3
Selecteer Vorige > Ja.
4
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Een persoonlijk record verwijderen
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Records.
1
Selecteer een sport.
2
Selecteer een record om te verwijderen.
3
Selecteer Wis record > Ja.
4
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Alle persoonlijke records verwijderen
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Records.
1
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Selecteer een sport.
2
Selecteer Wis alle records > Ja.
3
Alleen de records voor die sport worden verwijderd.
Hartslagmeetfuncties
Dit Forerunner toestel heeft een polshartslagmeter en is ook
compatibel met ANT+® borsthartslagmeters. In de hartslagwidget
kunt u hartslaggegevens weergeven. Als de gegevens van
zowel de polshartslag als de ANT+ hartslag beschikbaar zijn,
gebruikt uw toestel de ANT+ hartslaggegevens. U hebt een
hartslagmeter nodig om de functies in deze sectie te kunnen
gebruiken.
De hartslagwidget gebruiken
De widget geeft uw huidige hartslag in slagen per minuut (bpm),
de hartslag in rust gedurende de dag en een grafiek van uw
hartslag weer.
Selecteer in het scherm met de tijd van de dag.
1
Selecteer om de gemiddelde waarden van uw hartslag in
2
rust in de afgelopen 7 dagen weer te geven.
Het toestel dragen
• Draag het toestel om uw pols, boven uw polsgewricht.
OPMERKING: Het toestel dient stevig vast te zitten, maar
niet te strak. Voor een nauwkeurigere hartslagmeting op het
Forerunner 735XT toestel, mag het tijdens het hardlopen of
de training niet bewegen.
OPMERKING: De optische sensor bevindt zich aan de
achterkant van het toestel.
• Raadpleeg Tips voor onregelmatige hartslaggegevens,
pagina 4 voor meer informatie over de hartslag aan de
pols.
• Ga naar www.garmin.com/ataccuracy voor meer informatie
over nauwkeurigheid.
De polshartslagmeter uitschakelen
De standaard hartslaginstelling voor de Forerunner is
Automatisch. Het toestel gebruikt automatisch de
polshartslagmeter, tenzij het toestel is gekoppeld met een
hartslagmeteraccessoire.
Selecteer Menu > Instellingen > Hartslagmeter > Uit.
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens
Als hartslaggegevens onregelmatig zijn of niet worden
weergegeven, kunt u deze tips proberen.
• Zorg dat uw onderarm schoon en droog is voordat u het
toestel omdoet.
• Zorg dat de huid onder het toestel niet is ingesmeerd met
zonnebrandcrème, lotion of insectenwerende middelen.
• Zorg dat de hartslagsensor aan de achterkant van het toestel
niet wordt bekrast.
• Draag het toestel om uw pols, boven uw polsgewricht. Het
toestel dient stevig vast te zitten, maar niet te strak.
4Hartslagmeetfuncties
• Wacht tot het pictogram constant brandt voordat u aan uw
activiteit begint.
• Voer gedurende 5 tot 10 minuten een warming-up uit en
meet uw hartslag voordat u aan uw workout begint.
OPMERKING: Voer bij koud weer de warming-up binnen uit.
• Spoel het toestel na elke training af met schoon water.
Uw hartslagzones instellen
Het toestel gebruikt uw gebruikersprofiel uit de basisinstellingen
om uw standaard hartslagzones te bepalen. U kunt handmatig
waarden voor de hartslag invoeren en het bereik voor elke zone
instellen. Het toestel ondersteunt afzonderlijke hartslagzones
voor hardlopen, fietsen en zwemmen.
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Gebruikersprofiel >
1
Hartslag.
Selecteer Max. HS en voer uw maximale hartslag in.
2
Selecteer LDHS en voer uw lactaatdrempelhartslag in.
3
Selecteer Rust HS en geef uw hartslag in rust op.
4
Selecteer Zones > Op basis van.
5
Selecteer een optie:
6
• Selecteer BPM om de zones in aantal hartslagen per
minuut weer te geven en te wijzigen.
• Selecteer % Max. HS om de zones als een percentage
van uw maximale hartslag weer te geven en te wijzigen.
• Selecteer % HSR om de zones als een percentage van
uw hartslagreserve weer te geven en te wijzigen
(maximale hartslag min hartslag in rust).
• Selecteer %LDHS om de zones als een percentage van
uw lactaatdrempelhartslag weer te geven en te wijzigen.
Selecteer Voeg sporthartslag toe om verschillende zones
7
voor elke sport toe te voegen.
Selecteer een zone en voer een waarde in voor elke
8
hartslagzone.
Uw hartslagzones laten instellen door het toestel
Met de standaardinstellingen kan het toestel uw maximale
hartslag detecteren en uw hartslagzones instellen als een
percentage van uw maximale hartslag.
• Controleer of uw gebruikersprofielinstellingen correct zijn (Uw
gebruikersprofiel instellen, pagina 17).
• Ga vaak hardlopen met de hartslagmeter rond de borst of
pols.
• Probeer een aantal van de hartslagtrainingsplannen die
beschikbaar zijn in uw Garmin Connect account.
• Bekijk uw hartslagtrends en -tijden in zones via uw Garmin
Connect account.
Hartslaggegevens verzenden naar Garmin
®
toestellen
U kunt uw hartslaggegevens verzenden vanaf uw Forerunner
toestel en bekijken op gekoppelde Garmin toestellen. U kunt
bijvoorbeeld uw hartslaggegevens verzenden naar een Edge
toestel tijdens het fietsen, of naar een VIRB actiecamera.
OPMERKING: Het verzenden van hartslaggegevens verkort de
levensduur van batterij.
Selecteer om de hartslagwidget te bekijken.
1
Houd ingedrukt.
2
Selecteer Deel hartslag.
3
Het Forerunner toestel begint uw hartslaggegevens te
verzenden en wordt weergegeven.
OPMERKING: U kunt alleen de hartslagpagina bekijken
terwijl u hartslaggegevens verzendt.
®
Koppel uw Forerunner toestel met uw Garmin ANT+
4
compatibele toestel.
OPMERKING: De aanwijzingen voor het koppelen
verschillen voor ieder Garmin compatibel toestel. Raadpleeg
uw gebruikershandleiding.
TIP: Selecteer een willekeurige knop en selecteer Ja om het
verzenden van uw hartslaggegevens te stoppen.
Hardloopdynamiek
U kunt uw compatibele Forerunner toestel gekoppeld met het
HRM-Run™ accessoire of ander accessoire voor
hardloopdynamica gebruiken voor real-time feedback over uw
hardloopvorm. Als het HRM-Run accessoire bij uw Forerunner
toestel is meegeleverd, zijn de toestellen al gekoppeld.
Het accessoire voor hardloopdynamica beschikt over een
versnellingsmeter die bewegingen van het bovenlichaam meet
voor het berekenen van zes hardloopgegevens.
Cadans: Cadans is het aantal stappen per minuut. Het totale
aantal stappen wordt weergegeven (links en rechts samen).
Verticale oscillatie: Verticale oscillatie is de op-en-
neerbeweging tijdens het hardlopen. De verticale beweging
van uw bovenlichaam wordt in centimeters weergegeven.
Grondcontacttijd: Grondcontacttijd is de hoeveelheid tijd voor
iedere stap tijdens het hardlopen waarbij er contact is met de
grond. De tijd wordt gemeten in milliseconden.
OPMERKING: Grondcontacttijd en balans zijn niet
beschikbaar wanneer u wandelt.
Grondcontacttijd-balans: Grondcontacttijd-balans geeft de
links/rechts-balans van uw grondcontacttijd weer tijdens het
hardlopen. Deze balans wordt weergegeven als percentage.
Bijvoorbeeld 53,2 met een pijl naar links of naar rechts.
Staplengte: Staplengte is de afstand tussen de plekken waar u
uw ene voet en uw andere voet neerzet. Deze lengte wordt
gemeten in meters.
Verticale ratio: Verticale ratio is de verhouding tussen verticale
oscillatie en staplengte. Deze balans wordt weergegeven als
percentage. Een lagere ratio duidt meestal op een betere
hardloopconditie.
Trainen met hardloopdynamiek
Voordat u hardloopdynamiek kunt bekijken, moet u het
HRM-Run accessoire, HRM-Tri accessoire of Running
Dynamics Pod omdoen en koppelen met uw toestel (ANT+
sensors koppelen, pagina 14).
Als de hartslagmeter is meegeleverd met uw Forerunner, zijn de
toestellen al gekoppeld en kan de Forerunner uw
hardloopdynamiek weergeven.
Selecteer en vervolgens een hardloopactiviteit.
1
Selecteer .
2
Ga hardlopen.
3
Blader naar de schermen met de hardloopdynamiek om uw
4
meetgegevens te bekijken.
Hartslagmeetfuncties5
Houd zo nodig uw vinger op om de weergave van
5
hardloopdynamiekgegevens te bewerken.
Kleurenbalken en hardloopdynamiekgegevens
De hardloopdynamiekschermen tonen een kleurenbalk voor de primaire meetwaarde. U kunt de cadans, verticale oscillatie,
grondcontacttijd, grondcontacttijd-balans of verticale ratio weergeven als de primaire meetwaarde. De kleurenbalk zet uw
hardloopdynamiekgegevens af tegen de gegevens van andere hardlopers. De kleurenzones zijn gebaseerd op percentielen.
Garmin heeft veel hardlopers op verschillende niveaus onderzocht. De gegevenswaarden in de rode of oranje zones kenmerken de
onervaren of langzamere hardlopers. De gegevenswaarden in de groene, blauwe of paarse zones kenmerken de meer ervaren of
snellere hardlopers. Ervaren hardlopers hebben over het algemeen een kortere grondcontacttijd, lagere verticale oscillatie, een
lagere verticale ratio en een hogere cadans dan minder ervaren hardlopers. Grotere hardlopers hebben echter meestal een iets
lagere cadans, langere passen en een iets hogere verticale oscillatie. Verticale ratio wordt berekend door uw verticale oscillatie te
delen door uw staplengte. Deze verhoudt zich niet tot uw lengte.
OPMERKING: De kleurenbalk voor de grondcontacttijd-balans is anders (Gegevens over grondcontacttijd-balans, pagina 6).
Ga naar www.garmin.com/runningdynamics voor meer informatie over hardloopdynamiek. Voor aanvullende inzichten en
interpretaties van hardloopdynamiekgegevens kunt u toonaangevende hardlooppublicaties en -websites raadplegen.
Kleurzone Percentiel in zone Cadansbereik Bereik verticale oscillatie Verticale ratio Bereik grondcontacttijd
Paars >95>183 spm<6,4 cm<6,1%<218 ms
Blauw 70–95174-183 spm 6,4-8,1 cm6,1-7,4%218-248 ms
Groen 30-69164-173 spm 8,2-9,7 cm7,5-8,6%249-277 ms
Oranje 5-29153-163 spm 9,8-11,5 cm8,7-10,1%278-308 ms
Rood<5<153 spm>11,5 cm>10,1%>308 ms
Gegevens over grondcontacttijd-balans
De grondcontacttijd-balans meet uw hardloopsymmetrie en wordt vermeld als een percentage van uw totale grondcontacttijd. 51,3%
met een naar links wijzende pijl geeft bijvoorbeeld aan dat de linkervoet van hardloper langer contact heeft met de grond. Als beide
aantallen op uw gegevensscherm worden weergegeven, bijvoorbeeld 48–52, verwijst 48% naar uw linkervoet en 52% naar uw
rechtervoet.
KleurzoneRood Oranje Groen Oranje Rood
SymmetrieSlechtRedelijkGoedRedelijkSlecht
Percentage van andere hardlopers 5%25%40%25%5%
Grondcontacttijd-balans>52,2% L 50,8-52,2% L 50,7% L–50,7% R 50,8-52,2% R >52,2% R
Tijdens het ontwikkelen en testen van de hardloopdynamiek vond het Garmin team bij bepaalde hardlopers een verband tussen
blessures en een hogere onbalans. Voor de meeste hardlopers wijkt de grondcontacttijd-balans verder af van 50–50 wanneer ze
heuvel op of heuvel af lopen. De meeste hardlooptrainers zijn het erover eens dat symmetrie bij het hardlopen gewenst is. De beste
hardlopers hebben vaak een snelle en evenwichtige stap.
U kunt de kleurenbalk of het gegevensveld bekijken tijdens het hardlopen of na afloop het overzicht in uw Garmin Connect account
bekijken. Net als de andere hardloopdynamiekgegevens is de grondcontacttijd-balans een kwantitatieve meetwaarde die u meer
informatie verschaft over uw hardloopconditie.
Tips voor ontbrekende hardloopdynamiekgegevens
Als de hardloopdynamiekgegevens niet worden weergegeven,
kunt u deze tips proberen.
• Zorg ervoor dat u een accessoire voor hardloopdynamiek,
zoals het HRM-Run accessoire, hebt.
Accessoires met hardloopdynamiek herkent u aan voorop
de module.
• Koppel het accessoire voor hardloopdynamiek nogmaals met
uw Forerunner toestel volgens de instructies.
• Als de hardloopdynamiekgegevens in nullen worden
weergegeven, controleer dan of het accessoire op de juiste
manier wordt gedragen.
OPMERKING: De grondcontacttijd en balans worden alleen
weergegeven tijdens het hardlopen. Deze worden niet
berekend als u wandelt.
Fysiologische metingen
Voor deze fysiologische metingen is hartslag aan de pols of een
compatibele hartslagmeter vereist. De metingen zijn schattingen
die u kunnen helpen om uw trainingsactiviteiten en
hardloopprestaties te volgen en te analyseren. Deze waarden
worden geleverd en ondersteund door Firstbeat.
OPMERKING: De schattingen lijken In eerste instantie mogelijk
onnauwkeurig. U moet een paar activiteiten voltooien zodat het
toestel uw prestaties leert begrijpen.
VO2 max.: VO2 max. is het maximale zuurstofvolume (in
milliliter) dat u kunt verbruiken per minuut, per kilo
lichaamsgewicht tijdens maximale inspanning.
Voorspelde hardlooptijden: Uw toestel gebruikt uw geschat
VO2 max. en informatie uit publicaties om uw hardlooptijden
te voorspellen op basis van uw huidige conditie. Deze
voorspelling gaat er ook van uit dat u de juiste training voor
de race hebt voltooid.
6Hartslagmeetfuncties
Loading...
+ 22 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.