Alle rechten voorbehouden. Behoudens voor zover
uitdrukkelijk hierin voorzien, mag geen enkel deel
van deze handleiding worden vermenigvuldigd,
gekopieerd, overgebracht, verspreid, gedownload
of opgeslagen in enig opslagmedium voor enig
doel zonder vooraf de uitdrukkelijke schriftelijke
toestemming van Garmin te hebben verkregen.
Garmin verleent hierbij toestemming voor het
downloaden naar een harde schijf of ander
elektronisch opslagmedium van één kopie van
deze handleiding of van elke herziene versie van
deze handleiding ten behoeve van het bekijken
en afdrukken van één kopie van deze handleiding
of van elke herziene versie van deze handleiding,
mits deze elektronische of afgedrukte kopie van
deze handleiding de volledige tekst van deze
auteursrechtelijke kennisgeving bevat en onder
het voorbehoud dat onrechtmatige commerciële
verspreiding van deze handleiding of van elke
herziene versie van deze handleiding uitdrukkelijk
is verboden.
November2007 Onderdeelnummer 190-00839-35 Rev. A
Informatie in dit document kan zonder kennisgeving
worden gewijzigd. Garmin behoudt zich het recht
voor om haar producten te wijzigen of verbeteren
en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud
zonder de verplichting personen of organisaties over
dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren.
Bezoek de website van Garmin (www.garmin.com)
voor de nieuwste updates en aanvullende informatie
over het gebruik en de werking van dit product en
andere Garmin-producten.
Garmin® is een handelsmerk van Garmin Ltd. of
haar dochtermaatschappijen en is geregistreerd in
de Verenigde Staten en andere landen. Forerunner®,
Garmin Training Center®, Auto Lap®, Garmin
Connect™, GSC™ 10, Dynastream™, ANT™ en
ANT+Sport™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd.
of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken
mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke
toestemming van Garmin.
Overige handelsmerken en merknamen zijn het
eigendom van hun respectieve eigenaars.
Page 3
InleIdIng
Hartelijk dank voor uw aanschaf van het
Garmin® Forerunner® 50-sporthorloge met
meetfuncties.
WAARSCHUWING
altijd een arts voordat u een
trainingsprogramma begint of wijzigt.
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking
voor productwaarschuwingen en
andere belangrijke informatie.
Productregistratie
Vul de onlineregistratie vandaag nog in
zodat wij u beter kunnen helpen! Ga naar
www.garmin.com/forerunner. Bewaar uw
originele aankoopbewijs of een fotokopie
op een veilige plek.
: raadpleeg
InleIdIng
Contact opnemen met
Garmin
Neem in de VS contact op met Garmin
Product Support op telefoonnummer
(913) 397.8200 of (800) 800.1020,
maandag t/m vrijdag, 8.00-17.00 uur
Central Time; of ga naar
www.garmin.com/support.
Neem in Europa contact op met Garmin
(Europe) Ltd. op telefoonnummer
+44 (0)870.850.1241 (buiten het VK)
of 0808.238.0000 (binnen het VK).
Gratis Garmin-software
Ga naar www.garmin.com/forerunner
om de op het web gebaseerde Garmin
Connect™-software of de Garmin
Training Center® -computersoftware te
downloaden. Met deze software kunt u uw
workoutgegevens opslaan en analyseren.
Forerunner 50-sporthorloge met
meetfuncties en vier modi:
Time, Train, Interval Timer en History.
USB ANT
workoutgegevens van uw Forerunner
naar uw computer te verzenden. Zie
pagina 24 voor meer informatie.
Hartslagmeter (optioneel)
hartslaggegevens naar de Forerunner
(zie pagina5).
Trainingsassistent(optioneel) verzendt
snelheids- en afstandsgegevens naar de
Forerunner (zie pagina 7).
Ga naar http://buy.garmin.com voor meer
informatie over compatibele accessoires.
™
-stick om draadloos
verzendt
iv Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 7
AAndeslAg
Knoppen
➊
➋
➌
view
➊
Ingedrukt houden om de
•
schermverlichting in of uit
te schakelen.
Indrukken om door de pagina’s met
•
gegevens in de modus Train of History
te bladeren.
Indrukken om te bevestigen en naar
•
de volgende instelling te gaan.
➍
AAndeslAg
mode
➋
Indrukken om de modus te wijzigen.
•
Indrukken om een menu of pagina af
•
te sluiten.
Ingedrukt houden om naar de pagina
•
Time terug te keren.
lap/reset/-
➌
Indrukken om een nieuwe ronde
•
te beginnen.
Ingedrukt houden om uw training
•
op te slaan in de modus Train.
Indrukken om de waarde voor de
•
instellingen te verlagen.
start/stop/+
➍
Indrukken om de timer te starten
•
of te stoppen.
Ingedrukt houden om de instellingen
•
aan te passen.
Indrukken om de waarde voor de
•
instellingen te verhogen.
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 1
Page 8
AAndeslAg
Pictogrammen
Boven hoge zone-instelling
Onder lage zone-instelling
Fietssensor actief
Sensor trainingsassistent
actief
Hartslagsensor ingeschakeld
Gegevens uploaden
Modus Interval Timer
Alarm aan
Bel aan
Tweede tijdzone
Schermverlichting van
de Forerunner
Houd view ingedrukt om de
schermverlichting 5 seconden in te
schakelen. U kunt de schermverlichting
nog 5 seconden langer laten branden door
een willekeurige knop in te drukken.
Stap 1: uw Forerunner
inschakelen
Houd start/stop ingedrukt om uw
Forerunner in te schakelen. Uw Forerunner
wordt uitgeschakeld geleverd om de
batterij te sparen. Zie pagina 27 voor
meer informatie over batterijen.
2 Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 9
Stap 2: de tijd instellen
1. Houd op de pagina Time start/stop
ingedrukt totdat de uurinstelling
knippert.
2. Gebruik
3. Druk op view om naar de
4. Gebruik
5. Herhaal de procedure om de
6. Als u klaar bent, drukt u op
+ en - om het uur aan te
passen.
TIP: houd + of - ingedrukt
om snel door de uren, minuten
en andere instellingen van de
modus Time te bladeren.
minuutinstelling te gaan.
+ en - om de minuten
aan te passen.
seconden, de maand, de dag,
het jaar en de 12/24-uursmodus
in te stellen.
om de modus Time te hervatten.
mode
AAndeslAg
Stap 3: sensors instellen
(optioneel)
Als uw Forerunner over een hartslagmeter
en trainingsassistent beschikt, zijn de
ANT+Sport™-sensors al gekoppeld.
Druk op mode tot de pagina Train wordt
weergegeven. De pictogrammen
en worden op het scherm van de
Forerunner weergegeven als de sensors
zijn gekoppeld. Als u een accessoire
afzonderlijk hebt aangeschaft, raadpleeg
dan Sensors koppelen op pagina 26.
Zie pagina 5 voor instructies voor
het gebruik van de hartslagmeter.
Zie pagina7 voor instructies voor
het gebruik van de trainingsassistent.
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 3
Page 10
AAndeslAg
Stap 4: op pad!
Druk in de modus Train op start om
de timer te starten. Druk na aoop van
het hardlopen op stop. Houd lap/reset
ingedrukt om uw training op te slaan.
Gebruik + en - om te wisselen tussenYES
en NO. Druk op view om te bevestigen.
Stap 5: gratis software
downloaden
1. Ga naar www.garmin.com/
forerunner.
2. Maak gratis een
myGarmin-account aan.
3. Kies
Garmin Connect of Garmin
Training Center met Garmin ANT
Agent. Klik op Download.
4. Volg de instructies op het scherm.
Stap 6: workoutgegevens
naar uw computer
verzenden
OPMERKING: u moet
de software downloaden
zoals uitgelegd in Stap 5,
zodat de benodigde USBstuurprogramma’s zijn
geïnstalleerd voordat u de
USB ANT-stick aansluit op
uw computer.
1. Sluit de USB ANT-stick aan op
een beschikbare USB-poort op
de computer.
2. Zorg dat de Forerunner zich binnen
5 meter van uw computer bevindt.
3. Volg de instructies op het scherm.
4 Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 11
AAndeslAg
Accessoires gebruiken
Als uw Forerunner is geleverd met een
sensor (met draadloze ANT+Sporttechnologie), dan zijn de sensors en de
Forerunner reeds gekoppeld. Als u een
accessoire afzonderlijk hebt aangeschaft,
raadpleeg dan pagina 26 voor aanwijzingen
voor het koppelen.
Meer informatie over de aanschaf van
aanvullende accessoires vindt u op
http://buy.garmin.com.
Schuifje
Hartslagmeterbandje
Sleuf
Hartslagmeter (vooraanzicht)
Hartslagmeter (achteraanzicht)
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 5
De hartslagmeter
gebruiken
De hartslagmeter is stand-by en klaar om
gegevens te verzenden. Zorg ervoor dat
de hartslagmeter rechtstreeks in contact is
met uw huid, vlak onder uw borstkas. Het
apparaat moet zodanig vastzitten dat het op
zijn plek blijft zitten terwijl u hardloopt.
1. Steek een van de schuifjes
op de riem door de sleuf in
de hartslagmeter. Druk het
schuifje vast.
Sensors
Page 12
AAndeslAg
2. Bevochtig beide sensors aan de
achterzijde van de hartslagmeter
om een sterke verbinding tussen
uw borst en de zender tot stand
te brengen.
3. Bind het riempje om uw borst en
sluit het aan op de andere zijde
van de hartslagmeter.
OPMERKING: het Garminlogo dient niet op de kop te
worden weergegeven.
4. Zorg dat de Forerunner zich tijdens
het koppelen binnen drie meter van
de hartslagmeter bevindt.
5. Druk op
6. Druk op
mode om naar de
modus Train te gaan. Het
hartslagpictogram wordt
weergegeven op de pagina Train.
view om naar de
gegevenspagina HEART te gaan.
7. Als of hartslaggegevens niet
worden weergegeven of als uw
hartslaggegevens onregelmatig
zijn, dient u het riempje op uw borst
wellicht steviger vast te binden of
gedurende vijf tot tien minuten een
warming-up uit te voeren. Als het
probleem dan nog niet is opgelost,
dient u de sensors wellicht te
koppelen. Zie pagina 26.
OPMERKING: zie
pagina 15 voor aanwijzingen
voor het instellen van
hartslagzones.
6 Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 13
De trainingsassistent
gebruiken
De trainingsassistent is stand-by
en klaar om gegevens te verzenden
(net als de hartslagmeter). Wanneer u de
trainingsassistent installeert of verplaatst,
knippert de LED drie keer.
1. Druk op de lipjes op de veterclip.
Trek de trainingsassistent uit de
veterclip.
2. Maak uw veters een beetje losser.
3. Rijg de veterclip door 2 tot 3
vetergaatjes, waarbij u bovenaan
voldoende ruimte over laat om de
veters vast te maken.
AAndeslAg
Veterclip
4. Maak uw veters goed vast, zodat
de trainingsassistent goed blijft
zitten tijdens uw training.
5. Klik de trainingsassistent in de
veterclip. De trainingsassistent
moet naar de voorkant van de
schoen wijzen.
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 7
Page 14
AAndeslAg
6. Plaats de Forerunner binnen
het bereik (3 meter) van de
trainingsassistent.
7. Druk op
8. Druk op
mode om naar de modus
Train te gaan. Het pictogram van de
trainingsassistent wordt op de
pagina Train weergegeven.
view om naar de
gegevenspagina’s DIST,
LAP of SPEED/PACE
te gaan.
9. Als
of de gegevens van de
trainingsassistent niet worden
weergegeven, dient u de
trainingsassistent en de Forerunner
wellicht te koppelen. Zie pagina 26.
De trainingassistent kalibreren
Kalibratie van uw trainingsassistent is
optioneel en kan de nauwkeurigheid
verbeteren. De kalibratie kan op twee
manieren worden aangepast: automatisch
en handmatig.
Automatisch kalibreren
De minimale kalibratieafstand is 400 meter.
Voor het beste resultaat kalibreert u de
trainingsassistent met de langst mogelijke
afstand op uw normale tempo. Een
atletiekbaan die aan de voorschiften
voldoet (één ronde = 400 meter) is
nauwkeuriger dan een loopband.
1. Houd start/stop ingedrukt op de
pagina Train.
2. Druk op
view om naar de instelling
PUSH CALIB te gaan.
8 Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 15
3. Druk op start om te beginnen
met opnemen.
4. Leg de bekende afstand
(hard)lopend af.
5. Druk op
6. Gebruik
7. Druk op
stop.
+ en - om de
kalibratieafstand aan te passen
tot de afstand ACTUAL.
view om de gekalibreerde
afstand op te slaan.
Handmatig kalibreren
Als de afstand van de trainingsassistent
steeds iets te lang of te kort lijkt wanneer
u hardloopt, kunt u de kalibratiefactor
handmatig aanpassen.
1. Houd start/stop ingedrukt op de
pagina Train.
2. Druk op
3. Gebruik
4. Druk op
view om naar de instelling
CALIB te gaan.
+ en - om de kalibratiefactor
aan te passen.
view om de kalibratiefactor
op te slaan.
AAndeslAg
De trainingsassistent
verwijderen
Druk op de lipjes op de veterclip om
de trainingsassistent te verwijderen.
De trainingsassistent
uitschakelen
Na 30 seconden zonder activiteit schakelt
de trainingsassistent automatisch uit om de
batterij te sparen (LED knippert tweemaal).
De GSC™ 10 gebruiken
Uw Forerunner is compatibel met de GSC
10 snelheids- en cadanssensor voor etsen.
De GSC 10 is een optioneel accessoire dat
beschikbaar is op http://buy.garmin.com.
Zie pagina 26 voor meer informatie.
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 9
Page 16
Modus TIMe
Modus TIMe
De modus Time is de standaardweergave
van de Forerunner. Na 30 minuten zonder
activiteit gaat de Forerunner automatisch
terug naar de pagina Time. Druk in overige
gevallen op mode totdat de pagina Time
wordt weergegeven.
Bel
Houd op de pagina Time view ingedrukt
om de modus Chime weer te geven of te
verbergen.
De tijd instellen
Zie pagina 3.
Het alarm instellen
1. Druk op de pagina Time op
start/stop. De pagina Alarm
wordt weergegeven.
2. Houd start/stop ingedrukt totdat
de uurinstelling knippert.
3. Gebruik
4. Druk op view om naar de
+ en - om het uur aan
te passen.
TIP: houd + of - ingedrukt
om snel door de uren, minuten
en andere instellingen van de
modus Time te bladeren.
minuutinstelling te gaan.
10 Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 17
5. Gebruik + en - om de minuten aan
te passen.
6. Als u klaar bent, drukt u op
om de modus Alarm te hervatten.
7. Druk op
lap/reset om het alarm te
(de-)activeren. Het pictogram
wordt weergegeven op de pagina’s
Time en Alarm.
mode
Een tweede tijdzone
instellen
U kunt de tijd op de Forerunner instellen
voor twee tijdzones.
1. Houd op de pagina Time lap/reset
ingedrukt om naar de tweede
tijdzone te gaan. Het pictogram
wordt weergegeven op de
pagina Time.
2. Volg de instructies op
om de tijd in te stellen.
3. Houd
lap/reset ingedrukt om terug
te gaan naar de eerste tijdzone.
pagina 3
Modus TIMe
Meer tijdopties
Druk op lap/reset om afwisselend
•
de dag en de maand weer te geven.
Houd lap/reset ingedrukt om van
•
tijdzone te wisselen.
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 11
Page 18
Modus TrAIn
Modus TrAIn
In de modus Train worden uw huidige
workoutinstellingen en -gegevens
weergegeven. Druk op mode tot de
pagina Train wordt weergegeven.
Getimede workout
1. Druk op start om een actieve sessie
te starten.
Druk op lap om een bekende
•
positie of afstand tijdens uw
workout te markeren.
Druk op view om door
•
gegevenspagina’s te bladeren.
Houd view ingedrukt om
•
secundaire gegevenspagina’s
weer te geven.
2. Als u klaar bent, drukt u op stop.
OPMERKING: als u de
actieve sessie wilt pauzeren,
drukt u op stop. Druk op start
als u klaar bent om de sessie
te hervatten. Uw geschiedenis
bevat een rustronde die alleen
de rusttijd bevat.
3. Houd lap/reset ingedrukt om de
workout op te slaan. Gebruik +
en - om te wisselen tussenYES
en NO. Druk op view om te
bevestigen.
12 Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 19
Trainingsinstellingen
OPMERKING:
trainingsinstellingen kunnen
niet worden gewijzigd tijdens
een actieve sessie in de modus
Train.
1. Houd start/stop ingedrukt op de
pagina Train.
2. Druk op
view om door te gaan naar
de volgende instelling. De volgende
instellingen kunnen worden
gewijzigd:
UNITS - eenheden wijzigen
•
van mijlen naar kilometers
of vice versa.
PACE SHOW - tempo
•
weergeven in minuten
per mijl/kilometer.
OF
SPEED SHOW - snelheid
weergeven in mijl/kilometer
per uur.
Modus TrAIn
AUTO - Auto Lap® in- of
•
uitschakelen. Als AUTO Lap is
ingesteld op ON, worden rondes
gemarkeerd op afstand; u kunt
de knop lap niet gebruiken om
handmatig rondes te markeren.
Druk nogmaals op view om de
afstand in te voeren.
ZONES - de trainingszones
•
in- of uitschakelen. Zie
Trainingszones.
PUSH CALIB - de
•
trainingsassistent kalibreren
door een bekende afstand te
lopen, zie pagina 8.
TxPAIR - zie pagina 18.
•
CALIB - een kalibratiefactor
•
invoeren om de kalibratie
van de trainingsassistent aan
te passen tot een bekende
waarde. Zie pagina 8.
WHEEL - de wielomtrek
•
invoeren in mm (GSC
10 vereist).
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 13
Page 20
Modus TrAIn
WGT LB - uw gewicht invoeren
•
(in pond of kilogram, afhankelijk
van de UNITS-instelling).
GENDER
•
PUSH PAIR - zie pagina 26.
•
3. Gebruik
4. Druk op elk gewenst moment op
+ en - om de numerieke
instellingen te wisselen of wijzigen.
mode om terug te gaan naar de
pagina Train.
Trainingszones
1. Houd start/stop ingedrukt op
de pagina Train.
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
view om door te gaan
naar de instelling ZONES.
+ om de ZONES in te
stellen op ON.
view om door te gaan
naar de volgende zone-instelling.
Gebruik + en - om de numerieke
waarden voor elke zonelimiet
te wisselen of aan te passen.
De volgende zone-instellingen
kunnen worden gewijzigd:
Hoorbare zone-alarmen
•
Tempo- en snelheidszones
•
(trainingsassistent vereist)
Hartslagzone (hartslagmeter
•
vereist)
Fietssnelheids- en -cadanszone
•
(GSC 10 vereist)
OPMERKING: tijdens een
workout met trainingszones
knipperen de pictogrammen
en als u boven of onder
het opgegeven bereikt bent.
14 Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 21
Hardloopzones
Gebruik de trainingsassistent om tijdens
een workout met de Forerunner zowel
binnen als buiten snelheid, afstand,
passen en tempo bij te houden.
U kunt de lage en hoge zonelimieten
instellen op basis van snelheid of tempo.
De ZONES moeten zijn ingesteld op ON.
1. Houd start/stop ingedrukt op de
pagina Train.
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
view en selecteer PACE
SHOW of SPEED SHOW.
view om naar ZONES
te gaan.
+ om de ZONES in te
stellen op ON.
view om naar ZO RUN
te gaan.
Modus TrAIn
6. Druk op
7. Druk op
+ om ZO RUN in te stellen
op ON.
view om naar de
instellingen RUN LO en RUN
HI te gaan. Gebruik + en - om
de numerieke waarden voor de
zonelimieten te wisselen of aan
te passen.
Hartslagzones
De hartslagzone instellen is vergelijkbaar
met het instellen van de snelheids- en
tempozones. Zie pagina 14.
Veel hardlopers en andere atleten gebruiken
hartslagzones om hun cardiovasculaire
kracht te meten en te verbeteren en om hun
conditie te verbeteren. Een hartslagzone
is een bepaald bereik aan hartslagen per
minuut. De vijf algemeen geaccepteerde
hartslagzones zijn genummerd van 1 tot 5
op basis van oplopende intensiteit. Over het
algemeen worden hartslagzones berekend
op basis van de percentages van uw
maximale hartslag.
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 15
Page 22
Modus TrAIn
Hoe beïnvloeden hartslagzones
uw theidsdoelstellingen?
Als u uw hartslagzones kent, kunt u
uw theid meten en verbeteren door de
volgende principes te begrijpen en toe
te passen:
Uw hartslag is een goede maatstaf voor
•
de intensiteit van uw training.
Training in bepaalde hartslagzones kan
•
u helpen uw cardiovasculaire capaciteit
en kracht te verbeteren.
Als u uw hartslagzones kent, kunt u
•
het risico op blessures verlagen en
voorkomen dat u te zwaar traint.
U kunt de lage en hoge hartslaglimieten
instellen op uw Forerunner. Als u uw
maximale hartslag kent, kunt u de volgende
tabel gebruiken om de beste hartslagzone
te bepalen voor uw theidsdoeleinden.
Als u uw maximale hartslag niet kent,
gebruikt u een van de rekenmachines
die beschikbaar zijn op internet.
16 Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 23
Modus TrAIn
Zone% van
maximale
hartslag
150–60%Ontspannen, comfortabel
260–70%Comfortabel tempo;
370–80%Matig tempo; gesprek
480–90%Hoog tempo en enigszins
590–100%Sprinttempo, kan niet lang
Waargenomen inspanningVoordelen
tempo; regelmatige
ademhaling
iets diepere ademhaling,
gesprek voeren is mogelijk
voeren iets lastiger
ongemakkelijk; moeilijke
ademhaling
worden volgehouden,
ademhaling zwaar
Aerobische training voor
beginners; verlaagt
stressniveau
Standaard cardiovasculaire
training; kort herstel
Verbeterde aerobische
capaciteit; optimale
cardiovasculaire training
Verhoogde anaerobische
capaciteit en drempel;
hogere snelheid
Anaerobisch en musculair
uithoudingsvermogen;
meer kracht
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 17
Page 24
Modus TrAIn
Koppelen met computers
Koppelen met computers is de instelling
waarbij de Forerunner automatisch extra
computers met een USB ANT-stick
opspoort en koppelt.
Uw Forerunner koppelen met
een nieuwe computer:
1. Controleer of de computer is
ingesteld voor het uploaden van
gegevens. Zie de vereisten op
pagina 24.
2. Houd
start/stop ingedrukt op
de pagina Train.
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
view om naar de
instelling TxPAIR te gaan.
+ om koppelen met
computers in te schakelen.
Uw computer detecteert de
Forerunner en vraagt om te
koppelen.
view.
+. Het bevestigingsvericht
FOUND Comp wordt weergegeven.
Nadat u de Forerunner aan uw primaire
computer hebt gekoppeld, schakelt u
koppelen met computers uit om storende
berichten op de Forerunner en computers
in de buurt te voorkomen.
Koppelen met computers
uitschakelen:
1. Houd start/stop ingedrukt
op de pagina Train.
2. Druk op
3. Druk op
view om naar de
instelling TxPAIR te gaan.
- om koppelen met
computers uit te schakelen.
18 Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 25
Modus InTervAl TIMer
U kunt twee timers instellen in de modus
Interval Timer. Het instellen van een
Forerunner-timer is vergelijkbaar met het
instellen van de tijd. Druk op mode tot de
pagina Timer wordt weergegeven.
De timers instellen
1. Houd op de pagina Timer start/stop
ingedrukt totdat de uurinstelling
knippert.
2. Gebruik
+ en - om het uur aan
te passen.
Modus InTervAl TIMer
TIP: houd + of - ingedrukt om
snel door de uren, minuten en
seconden te bladeren.
3. Druk op view om naar de volgende
instelling te gaan.
4. Herhaal deze procedure voor de
minuten en seconden. Als u klaar
bent, drukt u op view om door te
gaan naar de instelling REPEAT
(zie pagina 20).
5. Druk op
6. Druk op
+ en - om de herhaalfunctie
in of uit te schakelen.
view om door te gaan naar
de TIMER 2-instellingen.
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 19
Page 26
Modus InTervAl TIMer
7. Druk op + en - om de TIMER 2functie in of uit te schakelen.
8. Herhaal stap 2 - 4 om TIMER 2 in
te stellen. Als u klaar bent, drukt u
op mode om de modus Timer te
hervatten.
De timers starten
1. Druk op view om TIMER 1
of TIMER 2 te kiezen.
2. Druk op
start. De timer telt
af en piept als hij klaar is.
De timers stoppen en opnieuw
instellen
1. Druk op elk gewenst moment op
stop om de timer op pauze te
zetten.
2. Houd
lap/reset ingedrukt om de
timer opnieuw in te stellen.
De herhaalfunctie van de timer
gebruiken
Stel de timer in op REPEAT om de
timer na de pieptoon automatisch
opnieuw te starten. Als zowel
TIMER 1 als TIMER 2 actief is,
activeert de herhaalfunctie TIMER 1 >
TIMER 2
enz. totdat u op stop drukt.
> TIMER 1 > TIMER 2,
20 Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 27
Modus HIsTory
Uw Forerunner bewaart workoutgegevens
op basis van het type workout, de gebruikte
accessoires en uw trainingsinstellingen.
Druk op mode totdat de pagina History
wordt weergegeven.
Workoutgeschiedenis
weergeven
1. Druk op + en - op de pagina History
om door uw opgeslagen loop- en
workoutgegevens te bladeren.
2. Druk op view om de starttijd en
ronde-informatie weer te geven.
Modus HIsTory
3. Druk op
+ en - om de rest van
de loopgegevens weer te geven,
afhankelijk van de gebruikte
accessoires, instellingen en
trainingszones:
Totaal looptijd
•
Totaal afstand
•
Totaal passen
•
Totaal calorieën
•
Tijd in iedere zone (ZONES
•
moeten zijn ingesteld op ON).
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 21
Page 28
Modus HIsTory
4. Druk op één van deze pagina’s op
view om het volgende niveau van
de geschiedenisgegevens weer
te geven. Druk op + of - om de
beschikbare gegevenspagina’s
weer te geven:
Gemiddelde rondetijd
•
Gemiddelde rondesnelheid
•
Gemiddelde hartslag
•
5. Druk op één van deze pagina’s op
view om het volgende niveau van
de geschiedenisgegevens weer te
geven: details van iedere ronde van
uw workout. Druk op + of - om de
beschikbare gegevenspagina’s
weer te geven.
Geheugen beheren
Uw Forerunner kan tot wel 100 rondes en
zeven uur aan trainingsbestanden bevatten.
Wanneer er nog ongeveer één uur aan
geheugen over is, wordt de waarschuwing
Lo MEM weergegeven op het scherm van
de Forerunner in de modus Train. Als het
geheugen vol is, wordt de waarschuwing
Full MEM weergegeven en slaat uw
Forerunner geen gegevens meer op.
Meer informatie over het uploaden van
gegevens naar uw computer vindt u op
pagina 24.
22 Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 29
Workoutgeschiedenis
verwijderen
OPMERKING: zie
pagina 24 voor informatie
over het overbrengen van
workoutgegevens naar uw
computer.
1. Druk op + en - op de pagina
History om door uw opgeslagen
loopgegevens te bladeren
loopgegevens die u wilt
verwijderen te selecteren.
2. Houd
lap/reset ingedrukt om één
run te verwijderen. Blijf lap/reset
ingedrukt houden om alle runs te
verwijderen.
Modus HIsTory
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 23
Page 30
Modus dATA uploAd
Modus dATA uploAd
Uw Forerunner kan tot wel 100 rondes en
zeven uur aan trainingsbestanden bevatten.
U kunt regelmatig gegevens uploaden naar
uw computer met de draadloze ANT+Sporttechnologie.
OPMERKING: door het
uploaden van gegevens worden
de betreffende gegevens
standaard uit de geschiedenis
van uw Forerunner verwijderd.
Als u dit niet wilt, dient u de
instellingen in Garmin Training
Center of Garmin Connect te
wijzigen.
Vereisten
1. Zet de computer aan. (Een
internetverbinding is noodzakelijk
voor het downloaden van software
en voor Garmin Connect.)
2. Download de software (zie
pagina 4), zodat de vereiste
USB-stuurprogramma’s zijn
geïnstalleerd voordat u de USB
ANT-stick op uw computer aansluit.
3. Sluit de USB ANT-stick aan op
een beschikbare USB-poort op de
computer. Houd de omgeving netjes
voor optimale prestaties.
4. Zorg dat de Forerunner zich binnen
5 meter van uw computer bevindt.
5. Controleer of de Forerunner in de
modus Time staat.
24 Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 31
6. Controleer of er geen timers of
trainingssessies actief zijn op de
Forerunner.
De Forerunner verzendt automatisch
gegevens naar de USB ANT-stick zodat u
Garmin Training Center of Garmin Connect
kunt gebruiken om uw workoutgegevens
op te slaan en te analyseren.
OPMERKING: als u
problemen hebt met het
uploaden van gegevens,
dient u wellicht koppelen
met computers in te schakelen.
Zie pagina 18.
Modus dATA uploAd
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 25
Page 32
AppendIx
AppendIx
Optionele accessoires
Ga voor meer informatie over
optionele accessoires naar
http://buy.garmin.com.
U kunt ook contact opnemen
met uw Garmin-dealer om
accessoires aan te schaffen.
Fietsaccessoires
Ga voor informatie over de GSC
10-snelheids- en cadanssensor
en de Forerunner-etssteun naar
http://buy.garmin.com.
Sensors koppelen
Als u een afzonderlijke sensor (met
draadloze ANT+Sport-technologie)
hebt gekocht, dient u deze te koppelen
met uw Forerunner.
Wat is koppelen?
Koppelen is het verbinden van
sensors, zoals uw hartslagmeter, aan uw
Forerunner. Na de eerste keer koppelen
zal uw Forerunner uw sensor automatisch
herkennen wanneer deze wordt geactiveerd.
Dit proces vindt automatisch plaats
wanneer u de Forerunner inschakelt en
zorgt ervoor dat de sensors binnen enkele
seconden zijn geactiveerd en klaar zijn
voor gebruik. Na het koppelen ontvangt de
Forerunner alleen gegevens van uw eigen
sensor en kunt u in de buurt van andere
sensors gaan staan.
26 Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 33
Sensors koppelen met uw
Forerunner:
1. Blijf op een afstand (10 meter)
van andere sensors wanneer de
Forerunner voor de eerste keer met
uw sensor wordt gekoppeld. Plaats
uw sensor binnen het bereik van
de Forerunner (3 meter).
2. Druk op
3. Houd
4. Druk op
5. Druk op
mode totdat de pagina
Train wordt weergegeven.
start/stop ingedrukt.
view om door te gaan
naar de pagina PUSH PAIR.
start/stop. Terwijl de
Forerunner nieuwe sensors zoekt,
knipperen de pictogrammen
, , en . De pictogrammen
knipperen niet wanneer de sensors
gekoppeld zijn.
AppendIx
Batterijgegevens
WAARSCHUWING: de
Forerunner, de hartslagmeter en de
trainingsassistent bevatten vervangbare
CR2032-batterijen. Raadpleeg de
gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking
voor belangrijke veiligheidsinformatie
over de batterij.
Batterij van de Forerunner
De Forerunner-batterij gaat
12 maanden mee (normaal gebruik).
Als de batterijspanning laag wordt,
knippert de waarschuwing Lo BATT
op het scherm van de Forerunner in
de modus Time.
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 27
Page 34
AppendIx
Al uw Forerunner-instellingen blijven
bewaard, behalve de tijd.
OPMERKING: sla al
uw workoutgegevens op in
de geschiedenis of op uw
computer voordat u de
batterij vervangt.
OPMERKING: Garmin
raadt u aan om de batterij
van de Forerunner door een
gekwaliceerde horlogemaker
te laten vervangen.
Batterij van de hartslagmeter
De hartslagmeter bevat een vervangbare
CR2032-batterij. De batterij van de
hartslagmeter gaat drie jaar mee
(normaal gebruik: één uur per dag).
De batterij vervangen:
1. Zoek het ronde batterijdeksel aan de
achterkant van de hartslagmeter.
2. Draai het deksel met een muntje
tegen de richting van de klok in,
zodat de pijl op het deksel naar
OPEN wijst.
28 Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 35
3. Verwijder het deksel en plaats de
nieuwe batterij met de pluskant
naar boven.
OPMERKING: zorg ervoor
dat u de afdichtring op het
deksel niet beschadigt of
verliest.
4. Draai het deksel met een muntje
tegen de richting van de klok in,
zodat de pijl op het deksel naar
CLOSE wijst.
Batterij van de
trainingsassistent
Als de batterijspanning van de
trainingsassistent laag wordt, knippert de
LED zes keer bij het inschakelen van de
trainingsassistent (in plaats van drie keer).
Na ongeveer 5 uur is de batterij leeg.
Tevens wordt de waarschuwing Lo BATT
weergegeven in de modus Train als er een
workout wordt gestart of gestopt.
AppendIx
De batterij vervangen:
1. Het ronde batterijdeksel bevindt
zich op de achterkant van de
trainingsassistent.
2. Gebruik een muntje om het deksel
tegen de klok in los te draaien.
3. Verwijder het deksel en plaats de
nieuwe batterij met de pluskant
naar boven.
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 29
Page 36
AppendIx
OPMERKING: zorg ervoor
dat u de afdichtring op het
deksel niet beschadigt of
verliest.
4. Gebruik een muntje om het deksel
vast te draaien.
OPMERKING: u hoeft het
koppelen en/of kalibreren niet
te herhalen nadat de batterij is
vervangen.
Specicaties
Forerunner 50
Afmetingen horloge:
•
58 mm × 42 mm × 20 mm
Afmetingen polsbandje:
•
204 mm × 28 mm × 3 mm
Gewicht: 44 g
•
LCD-display: 23,75 mm × 18,25 mm,
•
met schermverlichting
Waterbestendig: 30 m continu
•
OPMERKING: de Forerunner
is alleen waterbestendig als u
de knoppen niet onder water
bedient.
Opslagruimte: tot 100 rondes en zeven
•
uur aan trainingsgegevens
Computerinterface:
•
automatische USB ANT-stick
Batterijtype: CR2032, 3 V,
•
vervangbaar
Levensduur batterij: 12 maanden,
•
afhankelijk van gebruik
Bedrijfstemperatuurbereik:
•
5 °F - 158 °F (-15 °C - 70 °C)
Radiofrequentie/-protocol:
•
2,4 GHz/Dynastream
ANT+Sportprotocol voor
draadloze communicatie
draadloos,
30 Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 37
USB ANT-stick
Afmetingen: 59 mm × 18 mm × 7 mm
•
Gewicht: 6 g
•
Zendbereik: Ongeveer 5 m
•
Bedrijfstemperatuur:
•
14 °F - 122 °F (-10 °C - 50 °C)
Radiofrequentie/-protocol:
•
2,4 GHz / Dynastream ANT-protocol
voor draadloze communicatie
Voedingsbron: USB
•
Hartslagmeter
Afmetingen:
•
34,7 cm × 3,4 cm × 1,1 cm
Gewicht: 44 g
•
Waterbestendig: tot 10 m
•
Zendbereik: ongeveer 3 m
•
AppendIx
Batterij: CR2032, 3 V, vervangbaar
•
Levensduur batterij:
•
ongeveer 3 jaar (1 uur per dag)
Bedrijfstemperatuur:
•
14 °F - 122 °F (-10 °C - 50 °C)
OPMERKING: draag
geschikte kleding in koude
weersomstandigheden,
zodat de temperatuur
van de hartslagmeter niet
te veel afwijkt van uw
lichaamstemperatuur.
•
Radiofrequentie/protocol:
2,4 GHz/Dynastream ANT+Sportprotocol voor draadloze communicatie
De meter wordt wellicht minder
nauwkeurig bij onvoldoende sensorcontact,
elektrische interferentie en te grote afstand
tussen zender en ontvanger.
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 31
Page 38
AppendIx
Trainingsassistent
Afmetingen: 42 mm × 10 mm
•
Gewicht: 27 g (inclusief batterij)
•
Waterbestendig: tot 10 m
•
Zendbereik: ongeveer 3 m
•
Nauwkeurigheid voor snelheid
•
en afstand: ongekalibreerd 95%,
gekalibreerd 98%
Batterij: CR2032, 3 V, vervangbaar
•
Levensduur batterij: 200 uur looptijd
•
OPMERKING: na 30 minuten
zonder activiteit schakelt de
trainingsassistent zichzelf
automatisch uit om de batterij
te sparen.
Bedrijfstemperatuur:
•
14 °F - 140 °F (-10 °C - 60 °C)
Sensorbereik:
•
32 °F - 104 °F (0 °C - 40 °C)
Radiofrequentie/-protocol:
•
2,4 GHz/Dynastream
ANT+Sportprotocol voor
draadloze communicatie
De nauwkeurigheid kan afnemen
door elektrische interferentie, extreme
temperaturen en afstand tussen de
ontvanger en de zender.
Een volledige lijst met specicaties vindt
u op www.garmin.com/forerunner.
32 Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 39
Problemen oplossen
ProbleemOplossing/antwoord
OPMERKING: tijdens deze procedure worden alle gegevens
De knoppen reageren
niet. Hoe kan ik de
Forerunner opnieuw
instellen?
Hoe stel ik de tijd in op
AM of PM?
De Forerunner verzendt
geen gegevens naar
mijn computer.
De hartslagmeter of
trainingsassistent kan
niet worden gekoppeld
met de Forerunner.
De riem van de
hartslagmeter is
te groot.
verwijderd die u hebt ingevoerd. Druk tegelijk op view, mode
en start/stop om de Forerunner-software opnieuw in te stellen.
Hierdoor worden de fabrieksinstellingen hersteld. Workoutgegevens
worden verwijderd. U dient de tijd en uw aangepaste instellingen
opnieuw in te stellen. Als het probleem zich blijft voordoen,
verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw (zie pagina 27).
Controleer of de modus Time is ingesteld op 12-H (12 uur).
Gebruik + en - om het juiste uur te selecteren. Het pictogram A
of P wordt weergegeven boven de seconden op de pagina Time.
Zie pagina 3 voor meer informatie.
Zie pagina 18 om computers koppelen in te schakelen. Zie
www.garmin.com/forerunner voor meer probleemoplossingen.
Zorg ervoor dat u minstens tien meter bij andere ANT-sensors
•
vandaan bent tijdens het koppelen.
Breng de Forerunner tijdens het koppelen binnen het bereik
•
(drie meter) van de hartslagmeter.
Vervang de batterij als het probleem zich blijft voordoen.
•
Er zijn kleinere, elastische riempjes verkrijgbaar.
Go to http://buy.garmin.com.
AppendIx
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 33
Page 40
AppendIx
ProbleemOplossing/antwoord
Controleer of de hartslagmeter dicht tegen uw lichaam is
•
geplaatst.
Voer gedurende vijf tot tien minuten een warming-up uit.
•
Probeer het volgende als het probleem zich blijft voordoen.
Bevochtig de sensors opnieuw. Gebruik water, speeksel
•
of een gel voor elektroden. Maak de sensors schoon. Vuil
en zweetresten op de sensor kunnen de hartslagsignalen
beïnvloeden.
Synthetische materialen die langs de hartslagmeter wrijven of
De hartslaggegevens
zijn onnauwkeurig of
onregelmatig.
•
er tegen aan slaan, kunnen statische elektriciteit veroorzaken
die de hartslagsignalen beïnvloedt. Draag een t-shirt van
katoen of maak uw t-shirt nat als dat mogelijk is.
Plaats de hartslagmeter op uw rug in plaats van op uw borst.
•
Sterke elektromagnetische velden en bepaalde draadloze
•
sensors van 2,4 GHz kunnen interferentie veroorzaken met
uw hartslagmeter. Bronnen van interferentie zijn bijvoorbeeld
elektriciteitskabels met een bijzonder hoog voltage, elektrische
motoren, magnetrons, draadloze telefoons van 2,4 GHz
en draadloze LAN-toegangspunten. Uw hartslaggegevens
worden genormaliseerd naarmate u zich verder bij de bron
van interferentie vandaan bevindt.
34 Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 41
Softwarelicentieovereenkomst
DOOR DE Forerunner TE GEBRUIKEN,
GAAT U ERMEE AKKOORD DAT U BENT
GEBONDEN DOOR DE VOORWAARDEN
VAN DE VOLGENDE SOFTWARELICENTIEOVEREENKOMST. LEES DEZE
OVEREENKOMST ZORGVULDIG.
Garmin kent u een beperkte licentie toe om
de software die is ingebouwd in dit apparaat
(de “software”) in binaire, uitvoerbare vorm
te gebruiken bij het normale gebruik van dit
product. De eigendomstitel, de eigendomsrechten
en de intellectuele eigendomsrechten van de
software blijven berusten bij Garmin.
U erkent dat de software het eigendom is
van Garmin en wordt beschermd door de
copyrightwetten van de Verenigde Staten van
Amerika en internationale copyrightverdragen.
U erkent bovendien dat de structuur, ordening
en code van de software waardevolle
handelsgeheimen van Garmin zijn en dat
de software in de vorm van broncode een
waardevol handelsgeheim van Garmin blijft.
U verklaart dat u de software of elk deel daarvan
niet zult decompileren, demonteren, wijzigen,
onderwerpen aan reverse assembling of reverse
engineering, herleiden tot door mensen leesbare
vorm of afgeleide werken zult maken op basis
van de software. U verklaart dat u de software
niet zult exporteren of herexporteren naar landen
die de exportwetten van de Verenigde Staten van
Amerika schenden.
Verklaring van
overeenstemming
Hierbij verklaart Garmin dat dit Forerunnerproduct voldoet aan de basisvereisten en overige
relevante voorwaarden van richtlijn 1999/5/EG.
Voor de volledige conformiteitsverklaring voor
uw Garmin-product verwijzen we u naar de
Garmin-website: www.garmin.com/forerunner.
AppendIx
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 35
Page 42
Index
Index
A
accessoires 5, 26
alarm 10
Auto Lap 13
B
batterijen 27
bel 10
C
cadanssensor 9, 26
computers koppelen 18
E
eenheden 13
F
etsaccessoires 26
G
Garmin Connect i, 4, 25
Garmin Product Support i
Garmin Training Center
i, 4, 25
gegevens overbrengen
4, 24
gegevens uploaden 4, 24
geheugen 22
GSC 10 9, 26
H
hardloopzones 15
hardlopen,
trainingsassistent
hartslagmeter 5, 28
hartslagzones 15
History, modus 21
7, 15
I
inschakelen Forerunner 2
instellen tijd 3
Interval Timer, modus 19
K
kalibreren,
trainingsassistent
knoppen, horloge 1
koppelen
computer
sensors 3, 26
8
18
L
licentieovereenkomst 35
M
modi wijzigen 1
MyGarmin i
P
pictogrammen 2
problemen oplossen 33
productondersteuning i
productregistratie i
R
ronde 1, 13
S
schermverlichting 2
sensors, koppelen 3, 5, 26
snelheids- en
cadanssensor
software downloaden i, 4
softwarelicentie-
overeenkomst
stuurprogramma’s,
USB
9, 26
35
4, 24
36 Gebruiksaanwijzing Forerunner 50
Page 43
T
technische specicaties 30
tijd instellen 3
tijdzones 11
Time, modus 10
timers instellen 19
Train, modus 12
trainingsassistent 7, 15, 29
kalibreren 8
trainingszones 14
U
USB-stuurprogramma’s
4, 24
USB ANT-stick iv, 4
W
workoutgegevens 21
Index
Gebruiksaanwijzing Forerunner 50 37
Page 44
Deze Nederlandse versie van de Engelstalige handleiding van de Forerunner 50 (Garminonderdeelnummer 190-00839-00, revisie E) wordt voor uw gemak verschaft. Raadpleeg indien
nodig de meest recente revisie van de Engelstalige handleiding over de werking en het gebruik
van de Forerunner 50.
De meest recente productinformatie en accessoires vindt