Fujifilm X-T10 User Guide [nl]

BL00004714-B03
NL
DIGITAL CAMERA
X-T10
Gebruiksaanwijzing
Dank u voor uw aankoop van dit product. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft hoe u uw FUJIFILM X-T10 digitale camera gebruikt. Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt.
http://fujifilm-x.com/x-t10/
■ Extra informatie is mogelijkerwijs te vinden in online handleidingen die beschikbaar
zijn via:
http://fujifilm-dsc.com/manuals/
Voordat u begint
Eerste stappen
Algemene fotografi e en
afspelen
Algemene fi lms opnemen en
afspelen
De Q (Snelmenu)-knop
De Fn (functie)-knoppen
Meer over fotografi e en
afspelen
Menu’s
Aansluitingen
Technische informatie
Probleemoplossing
Appendix
Voor uw veiligheid
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Lees deze opmerkingen voordat u de camera gebruikt
Veiligheidsopmerkingen
• Zorg ervoor dat u uw camera goed gebruikt. Lees voor gebruik deze veiligheidsop-
merkingen en uw Gebruikershandleiding zorgvuldig door.
• Bewaar deze veiligheidsopmerkingen na het lezen op een veilige plaats.
Informatie over pictogrammen
De hieronder afgebeelde pictogrammen worden in deze gebruiksaanwijzing gebruikt om de ernst aan te geven van een letsel of schade die kan ontstaan als de betekenis van het pictogram niet in acht wordt genomen en het product ten gevolge daarvan onjuist wordt gebruikt.
WAARSCHUWING
ATTENTIE
De hieronder afgebeelde pictogrammen geven de ernst van de gevolgen aan als de instructies niet worden nageleefd.
Uit het stopcontact verwijderen
Dit pictogram geeft aan dat het niet opvolgen van instruc­ties kan leiden tot ernstig of fataal letsel.
Dit pictogram geeft aan dat het niet opvolgen van instruc­ties kan leiden tot persoonlijk letsel of materiële schade.
Driehoekige pictogrammen geven aan dat deze informatie uw aandacht behoeft (“Belangrijk”).
Cirkelvormige pictogrammen met een diagonale streep geven aan dat die handeling verboden is (“Verboden”).
Opgevulde cirkels met een uitroepteken geven aan dat er een hande­ling moet worden verricht (“Vereist”).
WAARSCHUWING
Als er een probleem ontstaat, zet de camera uit, verwijder de batterij, koppel de netadapter van de camera los en haal deze uit het stopcontact. Het blijven
gebruiken van de camera als deze rook of een ongewone geur verspreidt of wanneer de camera een ander gebrek vertoont, kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
Laat geen water of andere vreemde voorwerpen de camera binnendringen. Als water of andere vreemde voorwerpen in de camera terechtkomen, schakel de camera uit, verwijder de batterij, koppel de netstroom­adapter los en trek deze uit het stopcontact. Het blijven gebruiken van de camera kan brand of een elektrische schok veroorzaken. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
ii
WAARSCHUWING
Gebruik de camera niet in de badkamer of douche. Dit kan brand of een
Niet gebruiken
elektrische schok veroorzaken.
in de badkamer
of douche
Probeer de camera nooit te demonteren of modi ceren veranderen of uit elkaar te halen (open nooit de behuizing). Het niet in acht nemen van deze voor-
Haal het
zorgsmaatregel kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
apparaat niet
uit elkaar
Mocht de behuizing openbreken door een val of ander ongeluk, raak de blootlig­gende onderdelen niet aan. Het niet in acht nemen van deze voorzorgs-
maatregel kan een elektrische schok of letsel door het aanraken van
Raak geen
beschadigde onderdelen tot gevolg hebben. Verwijder onmiddellijk
interne onder-
de batterij en pas op voor letsel of een elektrische schok. Breng het
delen aan
product naar het verkooppunt voor raadpleging.
Het verbindingssnoer mag niet worden aangepast, verwarmd, overmatig gedraaid of uitgerekt en er mogen geen zware voorwerpen op worden geplaatst. Deze
handelingen zouden het snoer kunnen beschadigen en brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer als het snoer beschadigd is.
Plaats de camera niet op een onstabiele ondergrond. Hierdoor kan de camera vallen of kantelen en letsel veroorzaken.
Probeer nooit foto’s te maken als u in beweging bent. Gebruik de camera niet tijdens het wandelen of als u in een auto rijdt. Dit kan leiden tot een val of een verkeersongeluk.
Raak tijdens onweer de metalen onderdelen van de camera niet aan. Dit kan tot een elektrische schok leiden door de ladingsoverdracht van een blikseminslag.
Gebruik de batterij niet voor andere doeleinden dan waarvoor deze bedoeld is. Plaats de batterij zoals aangeduid door de merktekens.
Verwarm, wijzig of demonteer de batterij niet. Laat de batterij niet vallen of stel deze niet bloot aan schokken. Berg de batterij niet samen met metalen voorwerpen op. Elk van deze handelingen kan tot ontplo ng of lekk age van de
batterij leiden en kan brand of letsel veroorzaken.
Gebruik uitsluitend batterijen of netstroomadapters die voor gebruik met deze camera goedgekeurd zijn. Gebruik geen andere spanning dan de vermelde spanningsvoeding. Het gebruik van andere spanningsbronnen kan tot
brand leiden.
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
ATTENTIE
WAARSCHUWING
Als de batterij lekt en vloeistof in contact komt met uw ogen, huid of kleding, spoelt u het betre ende gebied onmiddellijk met schoon stromend water af en zoekt u medische hulp of belt u onmiddellijk het alarmnummer.
Gebruik de lader niet om andere batterijen dan hier vermeld op te laden. De
meegeleverde lader is uitsluitend voor gebruik met het type batterij dat met de camera wordt meegeleverd. Als u de lader gebruikt om gewone batterijen of andere types oplaadbare batterijen op te laden, dan kan dit leiden tot lekkage, oververhitting of een explosie.
Gebruik niet in de nabijheid van ontvlambare voorwerpen, explosieve gassen of stof.
Als u de batterij bij u draagt, plaatst u deze in de digitale camera of bewaart u de batterij in de harde tas. Als u de batterij wilt opbergen, bergt u deze op in de harde tas. Als u de batterijen wegbrengt voor recycling, bedekt u de polen met isolatietape.
Door contact met andere batterijen of metalen voorwerpen kan de batterij in brand vliegen of ontplo en.
Houd geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen. Omdat geheu­genkaarten klein zijn, kunnen ze makkelijk door k inderen worden ingeslikt. Bewaar geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen. Als een kind een geheugenkaart inslikt, moet u onmiddellijk medische hulp zoeken of het alarmnummer bellen.
ATTENTIE
Gebruik de camera niet op plaatsen met oliedampen, stoom, vochtigheid of stof. Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Laat de camera niet achter op plaatsen die aan extreem hoge temperaturen zijn blootgesteld. Laat de camera niet achter in afgesloten ruimtes zoals in
een afgesloten voertuig of in direct zonlicht. Dit kan brand veroor­zaken.
Buiten het bereik van kleine kinderen houden. In de handen van kinderen kan dit product letsel veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen op de camera. Hierdoor kan het zware voor­werp vallen of kantelen en letsel veroorzaken.
Verplaats de camera niet terwijl deze nog steeds met het netsnoer verbonden is. Trek niet aan het snoer om de netstroomadapter te verwijderen. Dit kan het
netsnoer of de kabels beschadigen en brand of een elektrische schok veroorzaken.
Bedek de camera en de netstroomadapter niet en wikkel deze niet in een doek of deken. Hierdoor kan de temperatuur te hoog oplopen waardoor de
behuizing vervormt of waardoor er brand ontstaat.
Als u de camera reinigt en u de camera voor langere tijd niet van plan bent te gebruiken, verwijdert u de batterij en koppelt u de netstroomadapter los. Doet u
dit niet, dan kan dat leiden tot brand of een elektrische schok.
Na het opladen dient u de lader uit het stopcontact te verwijderen. Er kan brand ontstaan als u de lader in het stopcontact laat zitten.
Als een  itser te dicht bij ogen wordt gebruikt, kan deze persoon daar tijdelijk door verblind raken. Let bijzonder goed op bij het fotograferen van baby’s en
kleine kinderen.
Bij het verwijderen van een geheugenkaart kan de kaart te snel uit de sleuf schieten. Gebruik uw vinger om deze tegen te houden en laat de kaart zachtjes los. Bij het
eruit schieten van de kaart kan letsel ontstaan. Laat uw camera van binnen regelmatig nakijken en schoonmaken. Een ophoping
van stof in uw camera kan tot brand of een elektrische schok leiden. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer om de camera om de twee jaar van binnen te laten reinigen. Dit is echter niet gratis.
Explosiegevaar als de batterij onjuist wordt vervangen. Vervang de batterij alleen met hetzelfde of een soortgelijk type.
iii
Voor uw veiligheid
Li-ionbatterijen
Opmerking: Controleer welk type batterijen in uw camera wordt gebruikt en lees de relevante paragrafen aandachtig door.
Dit gedeelte beschrijft hoe u de batterijen moet hanteren zodat ze zo lang mogelijk meegaan. Verkeerd gebruik kan de levensduur verkorten en lekkage, oververhitting en ontploff en van de batterij tot gevolg hebben.
Li-ionbatterijen
Dit gedeelte is van toepassing als in uw camera een oplaadbare Li-ionbatterij wordt gebruikt.
De batterij is bij verscheping uit de fabriek niet opgeladen. Laad de batterij vóór gebruik op. Laat de batterij in het compartiment zitten wanneer u de camera niet gebruikt.
■ Opmerkingen over de batterij
De batterij verliest geleidelijk haar lading, zelfs wanneer de batterij niet wordt gebruikt. Laad de batterij een of twee dagen vóór gebruik op.
De levensduur van de batterij kan worden verlengd door de camera uit te schakelen wanneer hij niet wordt gebruikt.
De capaciteit van de batterij neemt bij lage temperaturen enigszins af; een lege batterij werkt vaak helemaal niet meer wanneer het koud is. Bewaar een volledig opgeladen reservebatterij op een warme plaats en verwissel de batterij wanneer dat nodig is; of bewaar de batterij in een van uw zakken en plaats de batterij pas vlak voordat u gaat fotograferen in de camera. Voorkom dat de batterij in direct contact komt met handenwarmers of andere verwarmingsapparaten.
De batterij en voeding
iv
■ De batterij opladen
Laad de batterij op met de meegeleverde batterijlader. De laadtijd neemt toe wan­neer de omgevingstemperatuur lager is dan +10 °C of hoger is dan +35 °C. Probeer de batterij nooit op te laden bij temperaturen boven 40 °C; opladen is niet mogelijk bij temperaturen onder 0 °C.
Probeer nooit een volledig opgeladen batterij op te laden. De batterij hoeft echter ook niet volledig ontladen te zijn om te worden opgeladen.
De batterij kan onmiddellijk na het opladen en tijdens gebruik enigszins warm aanvoelen. Dit is normaal.
■ Levensduur van de batterij
Bij normale temperaturen kan de batterij minimaal 300 keer worden opgeladen. Wanneer de batterij steeds minder lang haar lading kan vasthouden, is dat een indicatie dat het einde van de levensduur van de batterij is bereikt en dat de batterij moet worden vervangen.
■ Opslag
De prestaties van de batterij kunnen verslechteren als de batterij gedurende langere perioden in volledig opgeladen toestand ongebruikt blijft. Ontlaad de batterij vol­ledig voordat u deze opbergt.
Wanneer de camera gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt, neem dan de batterij uit de camera en bewaar de batterij op een droge plaats met een omge­vingstemperatuur van +15 °C tot +25 °C. Bewaar de batterij niet op plaatsen waar de batterij wordt blootgesteld aan extreme temperaturen.
■ Attentie: De batterij hanteren
• Bewaar of vervoer de batterij niet samen met metalen voorwerpen zoals kettinkjes of haarspelden.
• Stel de batterij niet bloot aan vuur of hoge temperaturen.
• Probeer de batterij niet te demonteren of te modifi ceren.
• Laad de batterij alleen op met de voorgeschreven batterijladers.
• Verwijder een versleten batterij onmiddellijk.
• Laat de batterij niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken.
• Stel de batterij niet bloot aan water.
• Houd de polen van de batterij altijd schoon.
• De batterij en de camera kunnen onmiddellijk na het opladen en tijdens gebruik enigszins warm aanvoelen. Dit is normaal.
■ Afvalverwijdering
Lever lege batterijen in volgens de plaatselijke regels voor klein chemisch afval.
Netstroomadapters (los verkrijgbaar)
Netstroomadapters (los verkrijgbaar)
Maak proefopnamen
Opmerkingen over auteursrechten
Hantering
Gebruik uitsluitend FUJIFILM-netstroomadapters die voor gebruik met deze camera goedgekeurd zijn. Andere adapters kunnen de camera beschadigen.
• Gebruik de netstroomadapter uitsluitend binnenshuis.
• Zorg ervoor dat de netstroomadapter goed op de camera wordt aangesloten.
• Schakel de camera uit voordat u de netstroomadapter afkoppelt. Koppel de adapter af door aan de stekker te trekken i.p.v. aan het snoer.
• Gebruik de netstroomadapter niet met andere apparaten.
• Niet demonteren.
• Stel de netstroomadapter niet bloot aan vuur of hoge temperaturen.
• Stel de netstroomadapter niet bloot aan sterke schokken.
• Tijdens gebruik kan de netstroomadapter warm aanvoelen. Dit is normaal.
• Wanneer de netstroomadapter de radio-ontvangst verstoort, moet de antenne opnieuw gericht of verplaatst worden.
Voor uw veiligheid
• Richt de camera niet op extreem heldere lichtbronnen, zoals de zon bij een onbe­wolkte lucht. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan schade aan de beeldsensor van de camera toebrengen.
• Fel zonlicht gefocust door de zoeker kan het paneel van de elektronische zoeker (EVF) beschadigen. Richt de elektronische zoeker niet op de zon.
Maak proefopnamen
Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gebeur tenissen (zoals een huwelijk of reis), kunt u het beste enkele testopnamen maken en bekijken zodat u zeker weet dat de camera goed werkt. FUJIFILM Corporation aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade of inkomstenderving voortkomend uit het niet goed functioneren van het product.
Opmerkingen over auteursrechten
Opnamen gemaakt met uw digitale camerasysteem mogen zonder toestemming van de eigenaar niet worden gebruikt op een manier die de copyrightwetten overtreedt, tenzij deze uitsluitend voor privégebruik bedoeld zijn. Er zijn be­paalde beperkingen van toepassing bij het fotograferen van optredens op podia, evenementen en tentoonstellingen, zelfs wanneer de foto’s alleen voor privégebruik bestemd zijn. De gebruiker wordt er ook op gewezen dat het overdragen van een geheugenkaart die foto’s of gegevens bevat die onder de copyrightwetten vallen, uitsluitend toegestaan is binnen de beperkingen opgelegd door de regelgeving in het kader van deze auteursrechten.
Hantering
Stel de camera tijdens het maken en opslaan van foto’s niet bloot aan schokken om correcte opnames te garanderen.
De camera gebruiken
v
Voor uw veiligheid
Vloeibare kristallen
Informatie over handelsmerken
Elektrische interferentie
Kleurentelevisiesystemen
Exif Print (Exif ver. 2.3)
Vloeibare kristallen
In geval van beschadiging van het scherm moet de uiterste zorg worden betracht en ieder contact met de vloeibare kristallen worden vermeden. Neem onmiddellijk maatregelen als één van de volgende situaties zich voordoet:
Als vloeibare kristallen met uw huid in aanraking komen, moet de betreff ende plek
onmiddellijk met een doek worden schoongemaakt en vervolgens met veel stromend water en zeep worden gewassen.
Als vloeibare kristallen in contact komen met de ogen, moeten de ogen onmiddellijk
gedurende minimaal 15 minuten met schoon stromend water worden uitge­spoeld en moet medische hulp worden ingeroepen.
Als vloeibare kristallen worden ingeslikt, moet de mond met veel schoon stromend water worden gespoeld. Drink grote hoeveelheden water en probeer over te geven. Roep daarna medische hulp in.
Hoewel het LCD-scherm met geavanceerde precisietechnologie is gefabriceerd, kan het scherm pixels bevatten die altijd zijn verlicht of zijn nooit verlicht. Dit is geen defect. Beelden opgenomen met dit product zijn onveranderd.
Informatie over handelsmerken
Digitaal splitsen beeld is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van FUJIFILM Corporation. XD-Picture Card en E zijn handelsmerken van FUJIFILM Corporation. De hierin gebruikte lettertypen zijn uitsluitend ontwikkeld door DynaComware Taiwan Inc. Macintosh, QuickTime en Mac OS zijn in de Verenigde Staten en andere landen gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. Windows 8, Windows 7, Windows Vista en het Windows-logo zijn handelsmerken van de Microsoft-groep. Wi-Fi® en Wi-Fi Protected Setup® zijn geregistreerde handelsmer­ken van Wi-Fi Alliance. Adobe en Adobe Reader zijn in de Verenigde Staten en/of an­dere landen geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. De SDHC- en SDXC-logo´s zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. Het HDMI-logo is een handelsmerk. YouTube is een handelsmerk van Google Inc. Alle overige in deze gebruiksaanwijzing genoemde handelsmerken zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreff ende rechthebbenden.
Elektrische interferentie
Deze camera kan medische en luchtvaartapparatuur verstoren. Vraag in het zieken­huis of bij de luchtvaartmaatschappij om toestemming voordat u uw fotocamera in een ziekenhuis of vliegtuig gebruikt.
Kleurentelevisiesystemen
NTSC (National Television System Committee) is een kleurensysteem dat vooral in de Verenigde Staten, Canada en Japan wordt gebruikt. PAL (Phase Alternation by Line) is een kleurensysteem dat vooral in Europa en China wordt gebruikt.
Exif Print (Exif ver. 2.3)
Exif Print is een recentelijk herzien bestandsformaat voor digitale camera’s waarin samen met de foto informatie wordt opgeslagen over de manier waarop tijdens het afdrukken de optimale kleurenreproductie kan worden bereikt.
BELANGRIJKE MEDEDELING: Lees eerst voordat u de software gebruikt
Direct of indirect exporteren, in zijn geheel of gedeeltelijk, van software met een licentie zonder de toestemming van de van toepassing zijnde bestuursorganen is verboden.
vi
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om gevaar voor brand en een
Inleveren van elektrische en elektronische apparatuur in particuliere huishoudens
MEDEDELINGEN
schok te voorkomen.
Lees eerst de “Veiligheidsopmerkingen” en zorg dat u deze begrijpt voordat u de camera gebruikt.
Voor uw veiligheid
Inleveren van elektrische en elektronische apparatuur in particuliere huishoudens
In de Europese Unie, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein: Dit symbool op het product of in de handleiding en in de garantievoorwaarden en/of op de verpakking duidt aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden beschouwd. In plaats daarvan moet het apparaat bij een inzamelpunt voor recycling van elektrische en elektronische apparatuur worden ingeleverd.
Door dit product op juiste wijze te verwijderen helpt u potentiële negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid van de mens voorkomen. Onjuiste verwerking van dit product kan het milieu schaden.
Dit symbool op de batterijen of accu’s duidt aan dat deze batterijen niet als huishoudelijk afval mogen worden beschouwd.
Als uw apparaat eenvoudig verwijderbare batterijen of accu’s bevat, dient u deze overeenkomstig de lokale regels afzonderlijk in te leveren.
De recycling van materialen helpt bij het behoud van natuurlijke bronnen. Neem contact op met uw gemeente, uw inzamelpunt voor het inleveren van huishoude­lijk afval of de winkel waar u het product hebt gekocht voor meer gedetailleerde informatie over recycling van dit product.
In landen buiten de Europese Unie, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein: Neem contact op met uw gemeente en vraag naar de juiste wijze waarop u dit product inclusief batterijen of accu’s dient te verwijderen.
In Japan: Dit symbool op de batterijen duidt aan dat ze apart wegge­gooid moeten worden.
vii
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
ATTENTIE
Lees deze opmerkingen voordat u de camera gebruikt
Veiligheidsopmerkingen
Dank u voor het vertrouwen dat u in dit product heeft gesteld. Raadpleeg uw FUJIFILM-dealer voor reparatie, inspectie en interne testen.
• Zorg ervoor dat u de lens goed gebruikt. Lees voor gebruik deze veiligheidsopmer­kingen en de Gebruikershandleiding van de camera zorgvuldig door.
• Bewaar deze veiligheidsopmerkingen na het lezen op een veilige plaats.
Informatie over pictogrammen
De hieronder afgebeelde pictogrammen worden in deze gebruiksaanwijzing gebruikt om de ernst aan te geven van een letsel of schade die kan ontstaan als de betekenis van het pictogram niet in acht wordt genomen en het product ten gevolge daarvan onjuist wordt gebruikt.
WAARSCHUWING
ATTENTIE
De hieronder afgebeelde pictogrammen geven de ernst van de gevolgen aan als de instructies niet worden nageleefd.
Niet in de
badkamer
of douche gebruiken
Haal het
apparaat niet
uit elkaar
Dit pictogram geeft aan dat het niet opvolgen van instruc­ties kan leiden tot ernstig of fataal letsel.
Dit pictogram geeft aan dat het niet opvolgen van instruc­ties kan leiden tot persoonlijk letsel of materiële schade.
Driehoekige pictogrammen geven aan dat deze informatie uw aandacht behoeft (“Belangrijk”).
Cirkelvormige pictogrammen met een diagonale streep geven aan dat die handeling verboden is (“Verboden”).
Opgevulde cirkels met een uitroepteken geven aan dat er een hande­ling moet worden verricht (“Vereist”).
WAARSCHUWING
Niet onderdompelen in of blootstellen aan water. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
Haal het apparaat niet uit elkaar (maak de behuizing niet open). Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand, een elektrische schok of letsel door een defect product tot gevolg hebben.
viii
WAARSCHUWING
Mocht de behuizing openbreken door een val of ander ongeluk, raak de blootlig­gende onderdelen niet aan. Het niet in acht nemen van deze voorzorgs-
maatregel kan een elektrische schok of letsel door het aanraken van
Raak geen
beschadigde onderdelen tot gevolg hebben. Verwijder onmiddellijk
interne onder-
de camerabatterij en pas op voor letsel of een elektrische schok. Breng
delen aan
het product naar het verkooppunt voor raadpleging.
Plaats niet op onstabiele oppervlakken. Het product kan vallen, wat letsel tot gevolg kan hebben.
Kijk niet in de zon door de zoekers van de lens of camera. Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan permanent oogletsel tot gevolg hebben.
Gebruik of bewaar niet op plaatsen blootgesteld aan stoom of rook of die zeer voch­tig of uitermate sto g zijn. Het niet in acht nemen van deze voorzorgs-
maatregel kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
Laat niet in direct zonlicht liggen of op plaatsen die onderhevig zijn aan zeer hoge temperaturen, zoals in een afgesloten voertuig op een zonnige dag. Het niet
in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand tot gevolg hebben.
Houd buiten het bereik van kleine kinderen. In de handen van kinderen kan dit product letsel veroorzaken.
Hanteer niet met natte handen. Het niet in acht nemen van deze voor­zorgsmaatregel kan een elektrische schok tot gevolg hebben.
Houd de zon uit het beeld bij het fotograferen van onderwerpen met tegenlicht. Zonlicht dat wordt scherpgesteld in de camera wanneer de zon zich in het beeld of vlakbij het beeld bevindt, kan brand of brandwonden veroorzaken.
Wanneer het product niet in gebruik is, plaats de lensdoppen terug en bewaar niet in direct zonlicht. Zonlicht dat wordt scherpgesteld door de lens kan
brand of brandwonden tot gevolg hebben. Draag de camera of lens niet terwijl deze op een statief is bevestigd. Het product
kan vallen of andere voorwerpen raken, wat letsel tot gevolg kan hebben.
ATTENTIE
Europese Unie regulerende opmerking
Europese Unie regulerende opmerking
Dit product voldoet aan de volgende EU Richtlijnen:
• Lage Spanning Richtlijn 2006/95/EC
• EMC Richtlijn 2004/108/EC
• RoHS Richtlijn 2011/65/EU
• R & TTE Richtlijn 1999/5/EC
Inschikkelijkheid met deze richtlijnen impliceert conformiteit met de Europese harmoniseringsstandaarden (Europese Normen) van toepassing, die worden opge­somd in de EU Conformiteitsverklaring uitgegeven door de FUJIFILM Corporation voor dit product of productfamilie.
Deze inschikkelijkheid wordt aangegeven door de volgende conformiteitsmarkering die op het zich op het product bevindt:
Deze markering is geldig voor niet-telecomproducten en EU harmoniseert Telecom­producten (vb. Bluetooth).
Bezoek http://www.fujifilm.com/products/digital_cameras/x/fujifilm_x_t10/pdf/ index/fujifilm_x_t10_cod.pdf betreff ende de verklaring van conformiteit.
BELANGRIJK: Lees eerst de volgende mededelingen, alvorens de ingebouwde draadloze zender van de camera te gebruiken.
Q Dit product, welke een coderingsfunctie bevat dat in de Verenigde Staten is
ontwikkeld, wordt gecontroleerd door de United States Export Administration Regulations en mag niet worden geëxporteerd of opnieuw worden geëxpor­teerd naar landen waarvoor in de Verenigde Staten een handelsembargo geldt.
Gebruik alleen als onderdeel van een draadloos netwerk. FUJIFILM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade als gevolg van ongeoorloofd gebruik. Gebruik niet in toepassingen die een hoge mate van betrouwbaarheid vereisen, bijvoorbeeld in medische apparatuur of andere systemen die direct of indirect invloed hebben op een mensenleven. Bij gebruik van het apparaat in een computer en andere syste­men die een grotere mate van betrouwbaarheid eisen, moeten alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen worden genomen om de veiligheid te garanderen en een defect te voorkomen.
Gebruik alleen in het land waar het apparaat werd aangeschaft. Dit apparaat voldoet aan de voorschriften met betrekking tot draadloze netwerkapparaten in het land waar het werd aangeschaft. Neem alle lokale voorschriften in acht bij het gebruik van het apparaat. FUJIFILM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor problemen die voortvloeien uit het gebruik in andere rechtsgebieden.
Voor uw veiligheid
Draadloze gegevens (afbeeldingen) kunnen worden onderschept door derden. De beveiliging van gegevens verzonden via draadloze netwerken kan niet worden gegarandeerd.
Gebruik het apparaat niet op plaatsen die onderhevig zijn aan magnetische velden, sta- tische elektriciteit of radio-interferentie. Gebruik de zender niet in de nabijheid van magnetrons of op andere plaatsen die onderhevig zijn aan magnetische velden, statische elektriciteit of radio-interferentie, waardoor ontvangst van draadloze signalen mogelijk wordt voorkomen. Wederzijdse interferentie kan zich voordoen als de zender in de nabijheid van andere draadloze apparaten in de 2,4 GHz band wordt gebruikt.
De draadloze zender werkt in de 2,4 GHz band met behulp van DSSS- en OFDM-modulatie.
Dit apparaat werkt op dezelfde frequentie als commerciële, educatieve en medische apparaten en draadloze zenders. Het werkt tevens op dezelfde frequentie als zenders met een licentie en speciale laagspanningzenders zonder licentie die in RFID­trackingsystemen voor lopende banden en in andere vergelijkbare toepassingen worden gebruikt.
Om interferentie met bovenstaande apparaten te voorkomen, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen. Controleer of de RFID-zender niet in werking is, alvorens dit apparaat in gebruik te nemen. Merkt u dat het apparaat interferentie veroorzaakt in zenders met een licentie die voor RFID-tracking wor­den gebruikt, stop dan onmiddellijk met gebruik van de betreff ende frequentie of verplaats het apparaat naar een andere locatie. Indien u merkt dat dit apparaat interferentie veroorzaakt in laagspanning RFID-trackingsystemen, neem dan contact op met een FUJIFILM-vertegenwoordiger.
2.4DS/OF4
Draadloze netwerkapparaten: Waarschuwingen
Deze sticker duidt aan dat dit apparaat in de 2,4 GHz band werkt met behulp van DSSS- en OFDM-modulatie en interferentie kan veroorzaken op afstanden tot maximaal 40 m.
ix
Over deze gebruiksaanwijzing
Over deze gebruiksaanwijzing
Inhoudsopgave
........................................................
xii
Problemen oplossen
...............................................
136
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
..............
141
Beperkingen op de camera-instellingen
..................
152
Geheugenkaarten
Lees deze gebruiksaanwijzing en de waarschuwingen in het hoofdstuk “Voor uw veiligheid” (P ii) aan­dachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Informatie over speci eke onderwerpen vindt u aan de hand van onderstaand overzicht.
Inhoudsopgave
........................................................PP
xii
De “Inhoudsopgave” geeft een duidelijk overzicht van de gehele gebruiksaanwijzing. De belangrijk­ste camerafuncties worden er in behandeld.
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
..............PP
141
Lees hier wat het knipperende pictogram of fout­melding in het LCD-scherm betekent.
Geheugenkaarten
Foto’s worden op optionele SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten ( wijzing naar verwezen als “geheugenkaarten.”
x
Problemen oplossen
...............................................PP
Heeft u een speci ek probleem met de camera? U vindt de oplossing hier.
Beperkingen op de camera-instellingen
..................PP
Zie pagina 152 voor beperkingen op de beschik­bare opties in elke opnamestand.
P 21) bewaard, er wordt in deze gebruiksaan-
136
152
Productverzorging
Productverzorging
Camerabehuizing: Om uw camera in een goede staat te houden, is het aan te raden de camerabehuizing na elk gebruik met een zachte, schone doek schoon te maken. Gebruik geen alcohol, verfverdunner of andere vluchtige chemicaliën. Deze kunnen vervormingen of verkleuringen van het leer van de camerabehuizing tot gevolg hebben. Vloeisto en op de camera moeten onmiddellijk worden verwijderd met een zachte, droge doek. Gebruik een blaaskwast om stof van de monitor te verwijderen, zodat krassen worden ver­meden en neem het vervolgens met een zachte, droge doek af. Vlekken kunnen worden verwijderd met een FUJIFILM-lensreinigingsdoekje waarop een kleine hoeveelheid lensreinigingsvloeistof is aangebracht. Plaats de dop van de behuizing terug om binnendringen van stof in de camera te voorkomen wanneer er geen lens is bevestigd.
Beeldsensor: Stof op de beeldsensor kan worden verwijderd met behulp van de optie V SENSORREINI­GING in het instellingenmenu (
Verwisselbare lenzen: Gebruik een blaaskwast om stof te verwijderen en neem vervolgens met een zachte, droge doek af. Vlekken kunnen worden verwijderd met een FUJIFILM-lensreinigingsdoekje waarop een kleine hoeveelheid lensreinigingsvloeistof is aangebracht. Plaats de voorste en achterste dop terug op de camera wanneer de lens niet in gebruik is.
P 111).
xi
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Voordat u begint
Eerste stappen
Algemene fotogra e en afspelen
Voor uw veiligheid .............................................................................ii
Veiligheidsopmerkingen ...............................................................ii
MEDEDELINGEN ..............................................................................vii
Veiligheidsopmerkingen ............................................................viii
Over deze gebruiksaanwijzing ....................................................x
Productverzorging ............................................................................xi
Voordat u begint
Symbolen en conventies .................................................................1
Meegeleverde accessoires .............................................................1
Delen van de camera ........................................................................2
De keuzeknop ....................................................................................4
De automatische standkeuzehendel ........................................5
Voorste instelschijf ...........................................................................6
De achterste instelschijf .................................................................6
Het LCD-scherm ................................................................................7
Cameraschermen ..............................................................................8
Fotograferen: Zoeker/LCD-scherm .........................................8
Afspelen .......................................................................................... 10
Lenzen .................................................................................................. 11
Delen van de lens .......................................................................... 11
De doppen verwijderen .............................................................. 11
De kap bevestigen......................................................................... 11
Lenzen met diafragmaringen ................................................... 12
Lenzen zonder diafragmaringen ............................................. 12
Lenzen met O.I.S. Schakelaars ................................................... 13
Lenzen met handmatige scherpstelling ............................... 13
Eerste stappen
De draagriem bevestigen ............................................................ 14
Een lens bevestigen ....................................................................... 16
De batterij opladen ........................................................................ 17
De batterij en een geheugenkaart plaatsen ....................... 18
Compatibele geheugenkaarten ........................................... 21
De camera in- en uitschakelen .................................................. 22
Basisinstellingen .............................................................................. 23
Basisinstellingen wijzigen .......................................................... 24
Scherminstellingen ........................................................................ 25
Een weergave kiezen .................................................................... 25
De zoekerweergave ...................................................................... 26
De zoeker scherpstellen .............................................................. 26
Schermhelderheid aanpassen .................................................. 26
De DISP/BACK-knop ............................................................................ 27
Zoeker: Fotograferen .................................................................27
LCD-scherm: Fotograferen ...................................................... 27
Standaardscherm aanpassen ................................................. 28
Zoeker/LCD-scherm: Weergave ............................................. 29
Algemene fotogra e en afspelen
Foto’s maken ...................................................................................... 30
Foto’s bekijken .................................................................................. 32
Foto’s schermvullend bekijken ................................................. 32
Foto-informatie bekijken ............................................................ 33
Weergavezoom ............................................................................... 34
Multi-frame weergeven ............................................................... 35
Foto’s wissen ...................................................................................... 36
xii
Algemene  lms opnemen en afspelen
Algemene  lms opnemen en afspelen
De Q (snelmenu)-knop
De Fn (functie)-knoppen
Meer over fotogra e en afspelen
Films opnemen ................................................................................. 37
Een externe microfoon gebruiken .......................................... 38
Films bekijken ................................................................................... 39
De Q (snelmenu)-knop
Bewerken van het snelmenu ..................................................... 41
De Fn (functie)-knoppen
Standaard functies .......................................................................... 44
Filmopname (Fn1) ......................................................................... 44
Scherpstelling (Fn2) ...................................................................... 44
Bracketing en geavanceerde  lters (Fn3) ............................. 45
Bracketing ...................................................................................... 45
Geavanceerd  lters .................................................................... 45
Filmsimulatie (Fn4) ........................................................................ 46
Flitserfunctie (Fn5)......................................................................... 47
Scherpstelframe selecteren (Fn6) ............................................ 49
Draadloze opties (Fn7) ................................................................. 49
Meer over fotogra e en afspelen
Modusselectie ................................................................................... 50
P, S, A, en M standen ................................................................. 50
Auto modi ...................................................................................... 50
Een belichtingsstand kiezen ...................................................... 51
Programma AE (P) .......................................................................... 51
Sluiterprioriteit AE (S) ................................................................... 52
Diafragmavoorkeur AE (A) ..........................................................53
Handmatige belichting (M)........................................................ 54
Inhoudsopgave
Selectie van een onderwerpprogramma ............................. 55
SGEAVANCRD SR AUTO ....................................................... 56
De zelfontspanner ........................................................................... 57
Witbalans............................................................................................. 58
Gevoeligheid ..................................................................................... 60
AUTOMATISCH ............................................................................. 61
Belichtingscompensatie ............................................................... 62
Lichtmeting ........................................................................................ 63
De DRIVE schijf.................................................................................. 64
Bracketing ......................................................................................... 64
Continu fotograferen (Uitbarstingstand) ............................. 66
Geavanceerd  lters ....................................................................... 67
Meervoudige belichtingen ........................................................ 68
Panorama’s........................................................................................ 69
Panorama’s bekijken ..................................................................... 70
Scherpstelstand ............................................................................... 71
De scherpstelindicator .............................................................. 72
HF assistentie ................................................................................ 73
Autofocus opties (Scherpstelling) ........................................... 74
Scherpstelpuntselectie ................................................................ 75
Enkel punt AF ............................................................................... 75
Zone AF ........................................................................................... 76
Tracking (Alleen Scherpstelstand C) .....................................77
Lange tijdopnamen (T/B) ............................................................. 78
Tijd (T) ................................................................................................ 78
Bulb (B) ............................................................................................... 78
Een afstandsontspanner gebruiken ....................................... 79
Intervalfotogra e ............................................................................ 80
xiii
Inhoudsopgave
Menu’s
Scherpstelling/belichtinsvergrendeling............................... 81
Foto’s maken in RAW-formaat ................................................... 83
JPEG-kopieën van RAW-foto’s maken .................................... 84
Instellingen opslaan ....................................................................... 85
Een adapter voor bevestigingspunten gebruiken ...........86
Instellingen voor bevestigingspuntadapter ....................... 86
Brandpuntsafstand kiezen ...................................................... 86
Vervorming Corr. ......................................................................... 86
Kleurschaduw Corr ..................................................................... 87
Omgv.Licht Corr. .......................................................................... 87
Een foto zoeken ................................................................................ 88
Fotoboekhulp.................................................................................... 89
Een fotoboek maken .................................................................... 89
Fotoboeken bekijken ................................................................... 90
Fotoboeken bewerken of verwijderen .................................. 90
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestand .................................... 91
Opties opnamemenu (foto’s) .................................................... 91
A ONDERWERPPROGRAMMA .............................................. 91
G AUTOFOCUS INSTELLING .................................................. 91
N ISO .............................................................................................. 93
O BEELDGROOTTE .................................................................... 94
T BEELDKWALITEIT .................................................................. 94
U DYNAMISCH BEREIK ............................................................ 94
P FILMSIMULATIE...................................................................... 94
B ZELFONTSPANNER ............................................................... 94
o INTERVAL-TIMEROPNAME ................................................. 95
D WITBALANS ............................................................................. 95
f KLEUR ........................................................................................ 95
q SHERPTE ................................................................................... 95
r HIGHLIGHT TINT .................................................................... 95
s SCHADUWTINT...................................................................... 95
h RUISONDERDRUKKING ....................................................... 95
K L BEL. RO .................................................................................. 95
j LENSMODLTIE OPTM. .......................................................... 95
u KIES INST. OP MAAT ............................................................. 95
K BEW/BEW INST. OP M .......................................................... 95
l ADAPT. INSTEL. ...................................................................... 96
m OPNAME ZONDER LENS .................................................... 96
c HF ASSISTENTIE ..................................................................... 96
v MODUS AE/AF-VERG. .......................................................... 96
d MODUS AF-VERGR. .............................................................. 96
C LICHTMEETSYSTEEM ........................................................... 96
v INT. SPOT AE&SCHRPSTLGBD .......................................... 96
p FLITSLICHT INSTELLINGEN ................................................ 97
W FILM SET-UP ............................................................................97
k BKT/Adv. Instelling ............................................................... 98
L IS MODE ................................................................................... 98
r DRAADLS COMMUNICT ..................................................... 98
e DIAFRAGMA-INSTEL. ........................................................... 98
x SLUITERTYPE ..........................................................................
De menu’s gebruiken: Weergavestand ................................100
Opties in het menu Weergave ................................................ 100
r DRAADLS COMMUNICT ...................................................100
j RAW-CONVERSIE .................................................................100
A WISSEN ...................................................................................100
99
xiv
G BEELDUIT
Aansluitingen
e NIEUW FORMAAT ............................................................... 101
D BEVEILIGEN ........................................................................... 101
C FOTO DRAAIEN .................................................................... 101
B VERWIJDER R. OGEN .......................................................... 102
I DIAVOORSTELLING ............................................................102
m FOTOBOEK HULP ................................................................102
j MARK. VOOR OPL. .............................................................. 103
b EEN FOTO ZOEKEN .............................................................103
s PC AUTO. OPSLAAN ...........................................................103
K OPDRACHT (DPOF) ............................................................ 104
V AFDRUK. instax PRINTER ................................................. 104
J BEELDVERHOUDING..........................................................104
Het instellingenmenu ..................................................................105
Het instellingenmenu gebruiken ..........................................105
De opties van het instellingenmenu ....................................106
F DATUM/TIJD ......................................................................... 106
N TIJDVERSCHIL ....................................................................... 106
Q a .............................................................................. 106
R RESET ....................................................................................... 106
o BEW/BEW INST. OP M ........................................................106
b GELUID SET-UP ....................................................................107
A SCHERM SET-UP ..................................................................108
h KNOP/SCHIJFINSTELLING ................................................ 110
I SCHERPSTELRING ............................................................... 110
Z STROOMBEHEER ................................................................. 111
SNEDE .................................................................100
Inhoudsopgave
V SENSORREINIGING ............................................................. 111
t OPSLAAN SET-UP ................................................................112
J KLEURR ................................................................................... 112
r VERBINDING INSTELLING ................................................ 113
K FORMATTEREN .................................................................... 114
Fabrieksinstellingen .....................................................................115
Aansluitingen
Draadloze overdracht ..................................................................118
Draadloze verbindingen: Smartphones .............................118
Draadloze verbindingen: Computers ..................................118
Foto’s op een computer bekijken........................................... 119
Windows ..........................................................................................119
Macintosh ....................................................................................... 119
De camera aansluiten ................................................................120
Foto’s afdrukken via USB............................................................ 122
De camera aansluiten ................................................................122
Geselecteerde foto’s afdrukken .............................................. 123
De DPOF-printopdracht afdrukken ...................................... 124
Een DPOF-printopdracht aanmaken ....................................125
MET DATUM s/ZONDER DATUM ......................................125
ALLES RESETTEN ....................................................................... 126
instax SHARE printers ..................................................................127
Een verbinding tot stand brengen .......................................127
Foto’s afdrukken ........................................................................... 128
Foto’s op een televisietoestel bekijken ............................... 129
xv
Inhoudsopgave
Technische informatie
Probleemoplossing
Appendix
Technische informatie
Optionele accessoires..................................................................130
Accessoires van FUJIFILM .........................................................130
De camera op andere apparaten aansluiten ....................133
Onderhoud van de camera .......................................................134
Opslag en gebruik ....................................................................... 134
Op reis ..............................................................................................134
De beeldsensor reinigen ............................................................135
Probleemoplossing
Problemen en oplossingen .......................................................136
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen ......................141
Appendix
Capaciteit geheugenkaart ........................................................ 144
Links ..................................................................................................... 145
FUJIFILM X-T10 productinformatie .......................................145
Firmware-updates .......................................................................145
Gratis FUJIFILM-apps .................................................................. 145
Technische gegevens ...................................................................146
Beperkingen op de camera-instellingen ............................ 152
xvi
Voordat u begint
Voordat u begint
Symbolen en conventies
Meegeleverde accessoires
Symbolen en conventies
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt: Q Deze informatie moet gelezen worden voor de ingebruikname om verzekerd te zijn van een correcte
bediening.
R Aanvullende informatie die tijdens het gebruik van de camera van pas kan komen. P Andere pagina’s in deze gebruiksaanwijzing waarop verwante informatie kan worden gevonden.
Menu’s en andere teksten die op het scherm verschijnen, worden vetgedrukt weergegeven. In de illus­traties in deze gebruiksaanwijzing worden schermen ten behoeve van de duidelijkheid soms enigszins vereenvoudigd afgebeeld.
Meegeleverde accessoires
De volgende accessoires worden met de camera meegeleverd:
NP-W126 oplaadbare batterij BC-W126-batterijlader Behuizingdop
• Beschermkappen (× 2)
• Schouderriem
Bevestigingsgereedschap clipje Metalen clipjes draagriem (× 2)
R Heeft u een lenzenpakket gekocht, controleer dan of de lens is meegeleverd.
Gebruiksaanwijzing (deze handleiding)
Voordat u begint
1
Delen van de camera
Delen van de camera
Voor meer informatie, zie de pagina rechts van elk item.
2
Delen van de camera
Bedieningsvergrendeling
Instelschijf belichtingscompensatie .................. 62
A
Sluiterknop .......................................................31
B
Automatische standkeuzehendel .................. 5, 50
C
Instelschijf sluitertijd .......................51, 52, 53, 54
D
Flitsschoen ........................................................48
E
Flitser................................................................47
F
DRIVE instelschijf ......................64, 66, 67, 68, 69
G
N ( itser pop-up) hendel .................................47
H
Bevestigingsoog draagriem ..............................14
I
Aansluitingendeksel ..................38, 120, 122, 129
J
Selectieknop focusstand ...................................71
K
Lenssignaalcontacten .......................................11
L
Objectiefontgrendelknop ..................................16
M
Microfoon .........................................................37
N
AF-hulpverlichting ............................................93
O
Zelfontspannerlamp .........................................57
Voorste instelschijf .............................................. 6
P
Functietoets (Fn2; midden indrukken) ....... 42, 44
ON/OFF schakelaar ........................................... 22
Q
* In de opnamestand, druk en laat los voor weergave van het snelmenu of druk en houd ingedrukt voor weergave snelmenubewer-
kingsopties. Wanneer het snelmenu wordt weergegeven, druk en houd ingedrukt voor het aanpassen van de standaard instellingen.
Bedieningsvergrendeling Om onopzettelijke bediening van de keuzeknop te voorkomen, Q, en functie knoppen (Fn7) tijdens opname, druk MENU/OK totdat X wordt weergegeven. De bedieningsknoppen kunnen worden ontgrendeld door op MENU/OK te
drukken tot X niet langer wordt weergegeven.
Filmopnameknop .............................................37
R
Functietoets (Fn1) ...................................... 42, 44
Microfoon/afstandsontspanner-aansluiting
S
Micro-HDMI-aansluiting ................................. 129
T
Micro USB-aansluiting ............................120, 122
U
b (verwijderen)-knop .....................................36
V
a (afspeel)-knop ...........................................32
W
Dioptrieregelaar ...............................................26
X
Elektronische zoeker (EVF) ...................... 8, 25, 27
Y
VIEW-knop .......................................................25
Z
AE-L (belichtingsvergrendeling)-knop
a
........................................................... 81, 96, 110
Achterste instelschijf ........................................... 6
b
AF-L (focusvergrendeling)-knop ...71, 81, 96, 110
c
Indicatorlamp .....................................................7
d
Q (snelmenu)-knop * .........................................40
e
Snelmenu bewerken/standaard instellingen
knop (houd ingedrukt) * .............................. 41, 85
RAW-conversieknop (weergavestand) ..............84
Keuze-/functie-knoppen .................................... 4
f
... 38, 79
MENU/OK-knop ............................4, 91, 100, 105
g
X (bedieningsvergrendeling)-knop (houd ingedrukt)
Functietoets (Fn7) .............................. 42, 49, 118
h
DISP (display)/BACK-knop ..............................27
i
Rolselectie functietoets (houd ingedrukt) ........ 42
Afdekkapje kabelaansluiting voor
j
DC-koppelstuk ................................................130
Afdekkapje batterijcompartiment ....................18
k
Vergrendeling voor afdekkapje
l
batterijcompartiment .......................................18
Statiefmontage
m
Luidspreker .......................................................39
n
LCD-scherm .........................................7, 8, 25, 27
o
Oogsensor ......................................................... 25
p
Batterijvergrendeling .......................................18
q
Batterijcompartiment ....................................... 18
r
Geheugenkaartsleuf ......................................... 19
s
Behuizingdop ................................................... 16
t
Voordat u begint
3
Delen van de camera
De keuzeknop
De keuzeknop
Druk op de selectieknop omhoog (w), rechts (r), omlaag (t) of links (e) om items te markeren en druk op MENU/OK (q) om te selecteren. De omhoog-, links-, rechts- en omlaag-knoppen verdubbelen ook als de Fn3, Fn4, Fn5, en Fn6 knoppen, respectievelijk (P 42, 45, 46, 47, 49).
4
De automatische standkeuzehendel
De automatische standkeuzehendel
Positie
Stand
Wissel tussen automatisch en handmatige standen.
Delen van de camera
Voordat u begint
Positie
Kies uit P (programma AE), S (sluiter-prioriteit AE), A (opening-prioriteit AE), en M (handmatig) standen (P 51, 52, 53, 54). Pas de sluitersnelheid en diafragma aan met behulp van programmaverschuiving (stand P) of stel sluitersnelheid en/of diafragma handmatig in (stand S, A en M).
Autostand. Wanneer het besturingsinstelwiel naar S wordt gedraaid, past de camera instellingen automatisch aan naar de optie die is geselecteerd door middel van het draaien van het achterste instelwiel. Kies uit modi geschikt voor bepaalde onderwerp soorten (P 55), of selecteer S GEAVANCRD SR AUTO om de camera automatisch de modus met het onderwerp te laten overeenkomen (P 56).
Stand
R Beperkingen kunnen van toepassing zijn op de camera-instellingen, afhankelijk van de stand en de opname-om-
standigheden (P 152). Updates van de camera rmware kunnen ook invloed hebben op de beschikbare opties.
5
Delen van de camera
Voorste instelschijf
De achterste instelschijf
Voorste instelschijf
Draai aan voorste instelschijf om de gewenste combinatie van sluitertijd en diafragma te kiezen (programmaverschuiving; P 51),  ne-tune slui­tertijd (P 52, 54), of bekijk andere afbeeldingen in afspeelstand (P 32).
De achterste instelschijf
Draai aan de achterste instelschijf om het dia­fragma aan te passen (P 12, 53), selecteer opties in het snelmenu display (P 40), kies de grootte van scherpstelscherm (P 75, 76), zoom in of uit in vol­ledig scherm of miniatuurweergave (P 34, 35), of selecteer een scene in automatische stand (P 55).
Druk op het midden van de instelfschijf om toegang te krijgen tot de toegewe­zen functie van de Fn2 knop (P 42, 44).
6
Druk op het midden van de achterste instelschijf om in te zoomen op het scherpstelgebied (P 72) of in de weer­gavestand om in te zoomen op het actieve scherp­stelpunt (P 33). In de handmatige scherpstelstand kun u kiezen uit de scherpstelling door het inge­drukt houden van het midden van de instelschijf (P 73).
Het LCD-scherm
Het LCD-scherm
Bij het kantelen van de monitor moet u goed opletten dat uw vingers en andere voorwerpen niet gekneld raken tussen de monitor en de camerabody. Raak de bedrading achter het scherm niet aan; het niet in acht nemen van deze voorzorgs­maatregel kan een defect aan de camera veroorzaken.
De indicatorlamp
Indicatorlamp
Status van de camera
Brandt groen
Knippert groen
Knippert groen en oranje
Brandt oranje
Knippert oranje
Knippert rood
De LCD-monitor kan worden gekanteld voor beter zicht.
Bij het kantelen van de monitor moet u goed opletten dat uw vingers en andere voorwerpen niet gekneld raken tussen de monitor en de camerabody. Raak de bedrading achter het scherm niet aan; het niet in acht nemen van deze voorzorgs­maatregel kan een defect aan de camera veroorzaken.
Knelpunt
De indicatorlamp
Wanneer de zoeker niet in gebruik is (P 25), laat de indicatorlamp de status van de camera zien.
Indicatorlamp
Brandt groen De scherpstelling is vergrendeld.
Knippert groen
Knippert groen en oranje Foto’s maken. Er kunnen extra foto’s worden gemaakt.
Brandt oranje Foto’s maken. Er kunnen momenteel geen extra foto’s worden gemaakt.
Knippert oranje
Knippert rood Lens of geheugenfout.
R Waarschuwingen kunnen tevens op het scherm verschijnen (P 141).
Waarschuwing voor onscherpte, scherpstelling of belichting. De foto kan worden gemaakt.
Flitser is aan het opladen, de  itser zal niet afgaan als er een foto wordt genomen.
Status van de camera
Delen van de camera
Voordat u begint
Indicatorlamp
7
Delen van de camera
Cameraschermen
Cameraschermen
Tijdens het maken en afspelen van foto’s kunnen de volgende indicators verschijnen. In de volgende beschrijving worden alle beschikbare indicatoren getoond ter illustratie; de indicatoren die daadwerkelijk worden getoond variëren afhankelijk van de camera-instellingen. Houd er rekening mee dat de LCD-moni­tor en elektronische zoeker verschillende beeldverhoudingen hebben.
■ Fotograferen: Zoeker/LCD-scherm
P
400 0 5.6 400
8
Scherpstelloep ..................................................72
Bedieningsvergrendeling
Wanneer u op een vergrendelde control drukt (
3) wordt het icoon
weergegeven.
A
Voorbeeld scherptediepte ................................. 53
B
Downloadstatus locatiegegevens ...................113
C
Filmmodus........................................................97
D
Resterende tijd .................................................37
E
Aantal beschikbare foto’s ................................144
F
Beeldkwaliteit en -formaat ............................... 94
G
Datum en tijd .............................................. 23, 24
H
Scherpstelframe ...............................................81
I
Witbalans .........................................................58
J
Filmsimulatie ....................................................46
K
Dynamisch bereik .............................................94
L
Scherpstelwaarschuwing .................... 7, 138, 141
M
Bedieningsvergrendeling
Wanneer u op een vergrendelde control drukt (PP
X
Temperatuurwaarschuwing ............................143
N
Bedieningsvergrendeling....................................3
O
Geluid uit/ its uit indicator .............................106
P
Histogram .........................................................29
Q
Afstandsindicator..............................................71
R
Batterijniveau ...................................................22
S
Gevoeligheid.....................................................60
T
Belichtingscompensatie/belichtingsindicator
U
................................................................... 54, 62
Diafragma ............................................. 51, 53, 54
V
Sluitertijd ............................................. 51, 52, 54
W
AE vergrendelen ...............................................81
X
Belichtingsmeting ............................................ 63
Y
3) wordt het icoon XX
Opnamestand ................................................... 50
Z
Scherpstelindicator ...........................................72
a
Handmatige scherpstelindicator ....................... 72
b
Scherpstelstand ................................................71
c
AF+MF indicator ..............................................92
d
Sluitertype ........................................................ 99
e
Continu-stand ...................................................66
f
Zelfontspannerindicator ...................................57
g
Microfoon/afstandsontspanner ............ 38, 79, 97
h
Flitserfunctie .................................................... 47
i
Flitscompensatie...............................................97
Virtuele horizon ................................................ 29
j
weergegeven.
Delen van de camera
Voordat u begint
9
Delen van de camera
100-0001
12/31/2050 10:00 AM
1/40 00
5.6
400
■ Afspelen
Datum en tijd .............................................. 23, 24
A
Intelligente gezichtsdetectie-indicator ............. 92
B
Indicator rode-ogenverwijdering ................... 102
C
Geavanceerd  lter .............................................67
D
Locatiegegevens .............................................113
E
Beveiligde afbeelding .....................................101
F
Geluid uit/ its uit indicator .............................106
G
Fotonummer ...................................................112
H
10
12/31/2050 10:00 AM
1/4000
5.6
Geschenk afbeelding ........................................32
I
Indicator fotoboekhulp ..................................... 89
J
DPOF printindicator ........................................125
K
Batterijniveau ...................................................94
L
Beeldformaat/Beeldkwaliteit ...........................22
M
Filmsimulatie ....................................................46
N
Dynamisch bereik .............................................94
O
Witbalans .........................................................58
P
400
100-0001
Gevoeligheid.....................................................60
Q
Belichtingscompensatie....................................62
R
Diafragma ............................................. 51, 53, 54
S
Sluitertijd ............................................. 51, 52, 54
T
Indicator afspeelstand ......................................32
U
Filmpictogram ..................................................39
V
Mark. voor opl. naar ........................................ 103
W
Beoordeling ......................................................32
X
Delen van de lens
De doppen verwijderen
De kap bevestigen
Lenzen
Lenzen
De camera kan gebruikt worden met lenzen voor het FUJIFILM X-bevestigingspunt.
Delen van de lens
Zonnekap
A
Bevestigingsmarkeringen
B
Scherpstelring
C
Zoomring
D
Diafragmaring
E
O.I.S.-schakelaar
F
Diafragmastandenschakelaar
G
Lenssignaalcontacten
H
Voorste lensdop
I
Achterste lensdop
J
De doppen verwijderen
Verwijder de doppen zoals afgebeeld.
Q Lensdoppen kunnen verschillen van de afgebeelde.
De kap bevestigen
Wanneer bevestigd, verminderen zonnekappen schittering en beschermen ze het voorste lensele­ment.
Voordat u begint
11
Lenzen
Lenzen met diafragmaringen
A161185.64
Diafragmastandenschakelaar
Lenzen zonder diafragmaringen
Lenzen met diafragmaringen
Bij instellingen die anders zijn
Diafragmaring
dan A kunt u diafragma aanpas­sen door aan de diafragmaring
A161185.64
van de lens te draaien (belich­tingsstanden A en M).
Diafragmastandenschakelaar
Als de lens over een diafragmastandenschakelaar beschikt, kan het diafragma handmatig worden aange­past door de schakelaar naar Z te schuiven en aan de diafragmaring te draaien.
Diafragmaring
Diafragmastandenschakelaar
Q Wanneer de diafragmaring op A is ingesteld, gebruikt
u de achterste instelschijf om diafragma aan te passen.
Lenzen zonder diafragmaringen
De methode die wordt gebruikt voor het aanpas­sen van het diafragma kan worden geselecteerd met behulp van de e DIAFRAGMA-INSTEL.-optie
2.8
(P 98) in het opnamemenu. Wanneer er een andere optie dan AUTO is geselecteerd, kan het diafragma worden aangepast met behulp van de achterste instelschijf.
R Diafragmaregeling is standaard op de achterste
instelschijf, maar kan opnieuw worden toegewezen naar de voorste instelschijf met behulp van h KNOP/
SCHIJFINSTELLING> COMMANDOSCHIJF INSTEL­LING optie in het set-up menu.
12
Lenzen met O.I.S. Schakelaars
Lenzen met O.I.S. Schakelaars
Lenzen met handmatige scherpstelling
De scherptediepte-indicator
Als de lens optische beeldstabilisatie (O.I.S.) on­dersteunt, kan de beeldstabilisatiemodus worden gekozen in de cameramenu’s. Om beeldstabilisatie te activeren, schuift u de O.I.S.-knop naar ON.
O.I.S.-schakelaar
Lenzen met handmatige scherpstelling
Schuif de scherpstelring naar voren voor autofocus.
Schuif voor handmatige scherpstel­ling de scherpstelring naar achteren en draai eraan terwijl u de resultaten in het camerascherm controleert. De scherpstelafstand- en scherptediepte­indicatoren kunnen worden gebruikt ter ondersteuning van het handmatig scherpstellen. Let op dat handmatige scherpstelling mogelijk niet beschikbaar is in alle opnamestanden.
De scherptediepte-indicator
De scherptediepte-indicator toont de geschatte scherptediepte (de afstand voor en achter het scherp­stelpunt dat blijkt te zijn scherpgesteld).
Afstandsindicator
Q De camera geeft de scherpstelafstand niet weer wanneer
de lens in de handmatige scherpstelstand staat.
Lenzen
Voordat u begint
13
Eerste stappen
Eerste stappen
De draagriem bevestigen
De draagriem bevestigen
Maak de draagriemclipjes aan de camera vast en daarna aan de draagriem.
Open een draagriemclipje.
1
Gebruik het hulpmiddel voor het vastmaken
van clipjes om een draagriemclipje te openen,
en zorg ervoor dat u het hulpmiddel en het
clipje vasthoudt in de aangegeven richtingen.
Q Bewaar het gereedschap op een veilige plaats. U
zult het nodig hebben om de draagriemclipjes te openen bij het losmaken van de draagriem.
Plaats het draagriemclipje op het oogje.
2
Haak het bevestigingsoog vast in de opening
van het clipje. Verwijder het gereedschap en
houd het clipje met de andere hand op zijn plek.
Haal het clipje door het oogje.
3
Draai het clipje totdat het volledig door het oogje is en dichtklikt.
Bevestig een beschermkapje.
4
Plaats het beschermkapje over het oogje, zoals weergegeven, met de zwarte kant richting van de camera. Herhaal de stappen 1–4 voor het tweede oogje.
14
Loading...
+ 146 hidden pages