Fujifilm X-S1 Owners Manual [nl]

BL01604-B03
NL
DIGITAL CAMERA
X-S1
Gebruiksaanwijzing
Dank u voor het vertrouwen dat u in dit product heeft gesteld. Deze gebruiks­aanwijzing beschrijft hoe u uw FUJIFILM digitale camera en de meegeleverde software gebruikt. Lees de gebruiksaan­wijzing en in zijn geheel aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt en besteed hierbij extra aandacht aan de waarschuwingen in het hoofdstuk “Voor uw veiligheid” (P ii).
Voor informatie over aanverwante producten, bezoek onze website op
http://www.fujifilm.com/products/digital_cameras/index.html
Voordat u begint
Eerste stappen
Eenvoudig fotograferen en
afspelen
Meer over fotogra e
Meer over afspelen
Films
Aansluitingen
Menu’s
Tec hnis che in forma tie
Probleemoplossing
Appendix
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Lees deze opmerkingen voordat u de camera gebruikt
Veiligheidsopmerkingen
• Zorg ervoor dat u uw camera goed gebruikt. Lees voor gebruik deze Vei­ligheidsopmerkingen en uw Gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
• Bewaar deze veiligheidsopmerkingen na het lezen op een veilige plaats.
Informatie over pictogrammen
De hieronder afgebeelde pictogrammen worden in deze gebruiksaanwij­zing gebruikt om de ernst aan te geven van een letsel of schade die kan ontstaan a ls de betekenis van het pic togram niet in acht wo rdt genomen en het produc t ten gevolge daarvan onjuist wordt gebruikt.
Dit picto gram geef t aan dat het nie t opvolgen v an instruc ties kan le iden tot ernstig o f fataal letsel.
WAAR-
SCHUWING
Dit picto gram geef t aan dat het nie t opvolgen v an instruc ties kan le iden tot persoo nlijk letsel of materi ële schade.
OPGEPAST
De hieronder afgebeelde pictogrammen geven de ernst van de gevolgen aan als de instructies niet wordt nageleefd.
Driehoe kige pic togrammen g even aan dat deze i nformatie uw a andacht behoef t (“Belangrijk ”).
Cirkelvor mige pictogram men met een diagona le streep geven aan dat d ie handeling ve rboden is (“Verbo den”).
Opgevul de cirkels met e en uitroepte ken geven aan dat e r een handeli ng moet worden verricht (“Vereist”).
WAAR SCHUWING
Als er een p robleem o ntstaat, z et u de camera u it, verwi jdert u de bat terij, kop pelt u de netad apter van d e camera l os en haalt u de ze uit het st opconta ct.
Het blijven gebruiken van de camera als deze rook verspreidt of een onge-
Uit het
wone geur of wanneer de camera een ander gebrek vertoont, kan brand
stopcontact
of een elek trische schok tot gevo lg hebben.
verwijderen
• Neem co ntact op met uw FUJIFILM -dealer.
WAAR SCHUWING
Laat gee n water of an dere vre emde voor werpen de c amera bi nnendri ngen.
Als water of andere vreemde voorwerpen in de camera terechtkomen, schakelt u de camera uit, verwijdert u de batterij, koppelt u de netstroom­adapter los en tr ekt u deze uit het stop contact.
Vermij d
Als u de camer a blijft ge bruiken, ka n dat leiden tot br and of een ele ktri-
blootstelling
sche schok.
aan water
• Neem co ntact op met uw FUJIFILM -dealer.
Gebrui k de camer a niet in de ba dkamer of i n de douch e.
Niet gebru iken
Dit kan bran d of een elektrisc he schok veroorz aken.
in de badka-
mer of in de
douche.
Probee r nooit te de montere n of te modi ceren (op en nooit de b ehuizi ng).
Het niet in acht n emen van dez e voorzorgsm aatregel k an brand of ee n
Niet demon-
elektris che schok veroorz aken.
teren.
Mocht de b ehuizing open breken door een val of ande r ongelu k, raak de blootl ig­gende onderdelen niet aan.
Het niet in acht n emen van deze vo orzorgsmaatregel ka n een elekt rische
Raak geen
schok of let sel door het aanra ken van beschadigd e onderdelen tot gevol g
interne onder-
hebben. Verwijder onmiddellijk de accu en pas op voor letsel of een elek-
delen aan
trische sch ok. Breng het produc t naar het verkoopp unt voor raadplegin g.
Het verb indingss noer mag niet w orden aange past, verw armd, overm atig geplo oid of uitgetrokken worden en er mogen geen zware voorwerpen op worden geplaatst.
Deze hande lingen zouden het s noer kunnen bes chadigen en bran d of een elektris che schok kunnen vero orzaken.
Neem contac t op met uw FUJIFILM-d ealer als het snoer bes chadigd is.
Plaats d e camera n iet op een on stabiel e onderg rond.
Hierdoor k an de camera vallen of k antelen en letsel veroo rzaken.
Probee r nooit fot o’s te maken al s u in bewegin g bent.
Gebruik de c amera niet tijdens het wa ndelen of als u i n een auto rijdt . Dit kan leiden tot een val of een verkeersongeluk.
Raak tij dens onwee r de metale n onderd elen van de c amera nie t aan.
Dit kan tot een e lektrische s chok leiden door d e ladingsoverdra cht van een blikseminslag.
Gebrui k de batte rij niet vo or ander e doelein den dan waa rvoor de ze bedoel d is.
Plaats de batterij zoals aangeduid door de merktekens.
ii
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
OPGEPAST
OPGEPAST
WAAR SCHUWING
Verwarm, wijzig of demonteer de batterij niet. Laat de batterij niet vallen of stel deze nie t bloot aan schok ken. Berg de bat terij niet same n met metalen voo rwer­pen op. Ge bruik geen and ere laders da n het gespeci ceerde mode l om de batterij op te laden.
Elk van deze han delingen k an tot ontplo ng of lekk age van de bat terij leiden en ka n brand of letsel vero orzaken.
Gebrui k uitsl uitend b atterijen of netstroomadapters die voor gebr uik met de ze camera goedge keurd zi jn. Gebr uik geen andere s pannin g dan de ver melde sp an­ningsvoeding.
Het gebrui k van andere spanningsb ronnen kan tot brand le iden.
Als de bat terij le kt en vlo eistof i n contac t komt met uw o gen, hui d of kledi ng, spoel t u het betr e ende gebied onmiddellijk met schoon water en zoekt u medische hulp of belt u on middel lijk het al armnumm er.
Gebrui k de lader ni et om ande re batter ijen dan hi er vermel d, op te lade n.
De Ni-MH-batterijlader is ontworpen voor HR-AA Ni-MH-batterijen van FUJIFILM. Als u de lader gebruikt om gewone batterijen of andere types oplaadba re batterijen op te laden, d an kan dit leiden tot lekk age, overver­hitting o f een explosie.
Het onju ist verva ngen van de ba tterij ho udt explo siegevaar i n. Vervang d e batteri j alleen d oor een bat terij va n hetzelf de of een ver gelijk baar typ e.
Gebrui k niet in de nabijh eid van on tvlam bare voo rwerp en, expl osieve ga ssen of stof.
Als u de bat terij bij u d raagt, pla atst u deze in d e digitale c amera of be waart u de bat terij in de hard e tas. Als u de bat terij wilt op bergen, berg t u deze op in de har de tas. Als u de batte rij wegbr engt voor r ecycli ng, bedek t u de polen me t isolat ietape.
Door contac t met andere bat terijen of metal en voorwerp en kan de batterij in brand vli egen of ontplo en.
Houd geh eugenka arten bu iten het be reik van kl eine kin deren.
Omdat geheugenkaarten klein zijn, kunnen ze makkelijk door kinderen worden ingeslikt. Bewaar geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen . Als een kind een geh eugenkaart ins likt, moet u onmi ddellijk me­dische hulp zo eken of het alarmnumme r bellen.
Gebrui k de camer a niet op pl aatsen me t olieda mpen, stoo m, vochti gheid of s tof.
Dit kan bran d of een elektrisc he schok veroorz aken.
Laat de camera niet achter op plaatsen die aan extreem hoge temperaturen zijn blootgesteld.
Laat de camera niet achter in afgesloten ruimtes zoals in een afgesloten voertui g of in direct zonlicht . Dit kan brand veroor zaken.
OPGEPAST
OPGEPAST
Buiten het bereik van kleine kinderen houden.
Dit produc t kan letsel aan de ha nden van kinderen ve roorzaken.
Plaats g een zwar e voorwer pen op de ca mera.
Hierdoor kan het zware voorwerp vallen of kantelen en letsel veroorzaken.
Verplaats de cam era niet terwi jl deze nog steed s met het netsnoe r verbonden is. Trek niet a an het snoe r om de netst roomad apter te ver wijder en.
Deze hande lingen zouden het s noer kunnen bes chadigen en bran d of een elektris che schok kunnen vero orzaken.
Gebruik de netstroomadapter niet wanneer de stekker beschadigd is of de stekker­verbinding losz it.
Dit kan bran d of een elektrisc he schok veroorz aken.
Bedek de camera en de netstroomadapter niet en wikkel deze niet in een doek of deken.
Hierdoor kan de temperatuur te hoog oplopen waardoor de behuizing vervormt of waardoor er brand ontstaat.
Als u de ca mera rei nigt en u de c amera voo r langer e tijd nie t van plan b ent te gebr ui­ken, ver wijder t u de batter ij en koppe lt u de nets troomad apter los .
Doet u dit nie t, dan kan dat leiden tot br and of een elektr ische schok.
Na het opl aden dien t u de lader ui t het stopc ontact t e verwijd eren.
Er kan brand o ntstaan als u de lader in h et stopcontact laat z itten.
Als een  itser te di cht bij ogen w ordt gebr uikt, kan d eze perso on daar tijd elijk doo r verblind raken.
Let bijzond er goed op bij het fotog raferen van baby’s en k leine kinderen .
Bij het ve rwijdere n van een geheu genkaart ka n de kaart te sn el uit de sleuf s chie­ten. G ebr uik uw ving er om d e kaa rt te gen te h oud en en l aat de kaar t voo rzic htig los.
Laat uw camera regelmatig nakijken en schoonmaken.
Een ophopin g van stof in uw camer a kan tot brand of ee n elektrisch e schok leiden.
• Ne em contact op me t uw FUJIFILM-deal er om de camera om de 2 j aar van binnen te laten rein igen.
• Dit is echte r niet gratis.
Haal uw vi ngers va n het  it servens ter voord at de  it ser afgaa t.
Anders zou u brandwonden kunnen oplopen.
Houd het  i tservens ter schoon en ge bruik de  itse r niet als het ve nster wor dt be­lemmerd.
Anders ka n rook of verkleurin g ontstaan.
iii
Voor uw veiligheid
Spanningsvoeding en batterij
* Contro leer welk ty pe batter ij u gebruik t
voordat u de volgende beschrijvingen leest.
Hieronder wordt uitgelegd hoe u de batterijen juist gebruikt en hoe u de levensduur e rvan kan verle ngen. On­juist gebru ik van batterijen k an de le­vensduur er van verkor ten, maar kan ook lekk age, oververhitting, brand of een explosie veroorzaken.
Voor deze camera gebruikt u een
1
oplaadbare Lithium-ion batterij
* Bij levering is de batterij niet volle-
dig opgeladen. Laad voor gebruik de batterij altijd op.
* Plaats de batterij in de camera
of bewaar deze in de zachte tas wanneer u de batterij met u mee­neemt.
Batterijkenmerken
De batterij verliest geleidelijk haar lading, zelfs wanneer de batterij niet wordt gebruikt. Gebruik een batterij die onlangs werd opgela­den (in de afgelopen twee dagen) om foto’s te nemen.
• Om de levensduur van de batterij te maximaliseren, schakelt u de ca­mera zo snel mo gelijk uit als deze niet wordt gebruikt.
Het aantal resterende foto’s is minder op koude locaties of bij koude temperaturen. Neem een reservebatterij mee die volledig is opgeladen. U kunt de capaciteit
iv
van de batterij ook verhogen door de batterij in uw zak of op een an­dere warme plaats te bewaren en net voor u een opname maak t de batterij in de camera te plaatsen. Als u een verwarmingsz akje ge­bruikt, mag u dit niet recht streek s tegen de batterij drukken. De ca­mera werk t mogelijk niet als u een bijna lege batterij onder koude om­standigheden gebruikt.
De batterij opladen
• U kunt de batterij opladen met de batterijlader (meegeleverd).
- De batterij kan worden opgela-
den bij een omgevingstempera­tuur tussen 0°C en +40°C. Raad­pleeg de Gebruiksaanwijzing voor de oplaadduur van de bat terij.
- Laad de batterij op bij een omge-
vingstemperatuur tussen +10°C en +35°C. Als u de batterij bij een andere temperatuur oplaadt, duurt het opladen langer omdat de prestaties van de batterij hier­door worden verminderd.
- U kunt de batterij niet opladen
bij temperaturen onder het vries­punt.
De oplaadbare Lithium-ion batterij hoeft niet volledig leeg te zijn of ontladen te worden voordat deze kan worden opgeladen.
• De bat terij kan na het opladen of onmiddellijk na gebruik warm aan­voelen. Dit is volkomen normaal.
• Laad een volledig opgeladen bat­terij niet opnieuw op.
Le vensduur v an de batte rij
Bij normale temperaturen kan de batterij minimaal 300 keer worden gebruikt. Als de prestatieduur van de batterij duidelijk afneemt, wijst dit erop dat de bat terij het einde van de levensduur he eft bereikt en dat deze vervangen moet worden.
Opmerkingen over opslag
Als de batterij voor langere perioden opgeladen wordt opgeslagen, kan de prestatie van de batterij achteruit gaan. Als de batterij voor langere tijd niet wordt geb ruikt, laat u de batter ij laten leeglopen voordat u deze op­bergt.
• Als u de camera voor langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de bat­terij uit de cam era.
• Bewaar de batterij op een koele plaats.
- Bewaar de batterij op een droge
plaats met een omgevingstem­peratuur tussen +15°C en +25°C.
- Bewaar de batterij niet op een
hete of extreme koude plaats.
Me t de batte rij omgaa n Veilighe ids-
waarschuwingen:
Bewaar of vervoer de batterij niet
• samen met metalen voorwerpen zoals kettinkjes of haarspelden.
• Warm de batterij niet op of gooi deze niet in het v uur.
• Probeer de batterij niet te demon­teren of te wijzigen.
• Laad de batterij niet op met niet­gespeci ceerde laders.
• Breng een versleten bat terij on­middellijk weg.
Laat de batterij niet vallen of stel deze niet blo ot aan sterke schokken.
• Stel de batter ij niet bloot aan water.
• Houd de polen van de batterij al­tijd schoon.
• Bewaar de batterij niet op een hete plaats . Wanneer u de b atterij gedurende een langere periode gebruikt, worden de behuizing van de camera en de batterij zelf warm. Dit is normaal. Gebruik de netstro omadapter die bij de cam e­ra wordt geleverd als u gedurende langere tijd opnamen maakt of fo­to’s bekijk t.
Voor deze camera gebruikt u
2
AA-alkaline of Ni-MH (nikkelmetaal hydride) oplaadbare batterijen
* Meer informatie over de batterijen
die u kunt gebruiken, vindt u in de Gebruiksaanwijzing van de camera.
Waa rschuw ingen voor h et gebrui k
van batterijen
• Verwarm de batterijen niet en gooi deze niet in een vuur.
• Bewaar of vervoer de batter ij niet samen met metalen voorwerpen zoals kettinkjes of haarspelden.
• Stel de bat terij niet bloot aa n water, zorg ervoor dat deze niet nat wor­den en bewaar de batterijen niet op een vochtige plaats.
• Probeer de batterij en de batterij­behuizingen niet te demonteren of te wijzigen.
Voor uw veiligheid
OPGEPAST
• Stel de batterijen niet bloot aan sterke schokken.
• Gebruik geen lekkende, vervormde of verkleurde batterijen.
• Bewaar batterijen niet op een war­me of vochtige plaats.
• Houd de batterijen buiten het be­reik van baby’s en kleine kinderen.
• Controleer of de polen v an de bat­terijen (C en D) goed zijn.
• Gebruik niet gelijkertijd nieuwe en gebruik te batterijen. Gebruik niet gelijkertijd opgeladen en ontladen batterijen.
• Gebruik niet gelijkertijd verschil­lende merken batterijen.
• Als u de camera voor langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de bat­terij uit de camera. Houd er re ­kening mee als de camera wordt bewaard zonder batterijen, dat de tijd- en de datuminstellingen wor­den gewist.
• De batterijen voelen net na ge­bruik warm aan. Schakel voordat u de batterijen verwijdert, de camera uit en wacht tot de batterijen zijn afgekoeld.
• Omdat de batterijen niet goed werken in koude omstandigheden of op koude lo caties, kunt u de bat­terijen in uw kleding ver warmen voordat u deze gebruikt. Batterijen werken niet goed als deze koud zijn. De batterijen werken weer als een normale temperatuur is b e­reikt.
• Vuil (zoals vingerafdrukken) op de batterijpolen verhindert dat de batterij goed kan worden opgela­den en het aantal opnamen wordt hierdoor verminderd. Maak de batterijpolen voorzichtig met een droge, zachte doek schoon voor­dat u deze oplaadt.
Als er vloeistof lekt uit de batte­rij, maak t u het batterijco mparti­ment grondig schoon en plaatst u daarna nieuwe batterijen.
Als batterijvloeistof op uw handen of kleding komt, rei­nigt u deze grondig met wa­ter. Batterijvloeistof k an blind­heid veroor zaken wanneer dit in uw ogen komt. Wrijf niet in uw ogen wann eer dit gebeur t. Spoel uw ogen met schoon water en neem contact op met een ar ts.
De A A Ni-MH-ba tterije n juist geb rui-
ken
Ni-MH- batterijen die een lange tijd
• niet worden gebruikt kunnen wor­den “uitgeschakeld”. Bovendien kunnen Ni-MH-batterijen die her­haaldelijk worden opgeladen als deze slechts gedeeltelijk zijn ont­laden, last hebben van het “geheu­gene ect”. Ni-MH-batterijen die zijn “uitgeschakeld” of last hebben van het “geheugene ect” leveren na opladen slecht gedurende een korte tijd voeding. Om dit pro-
bleem te voorkomen, ontlaadt en laadt u deze verschillende keren met de camerafunc tie “Oplaadbare batterijen ontladen”. Uitschakelen en geheugenproblemen zijn type­rend voor Ni-MH-batterijen en dit betekent niet dat de batterij defect is.
Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing
procedure voor het “Oplaadbare batterijen ontladen”.
OPGEPAST
Gebruik de functie “Oplaadbare bat­terijen ontladen” niet als u alkaline­batterijen gebruikt.
• Gebruik de snelle batterijlader (af­zonderlijk verkrijgbaar) wanneer u Ni-MH-batterijen gebruik t. Raad­pleeg de i nstructies die bij d e lader zijn geleverd zodat u de lader goed gebruikt.
• Gebruik de batterijlader niet om andere batterijen op te laden.
• De batterijen voelen warm aan na­dat deze zijn opgeladen.
• De c amera gebruikt een kleine hoeveelh eid voeding als de ca­mera is uitgeschakeld. Houd er rekening mee dat wanneer u de Ni-MH-batterijen een lange tijd in de camera laat zitten, de batterijen te veel worden ontladen. Hierdoor worden ze zelfs na opnieuw opla­den, onbruikbaar.
• Ni-MH-batterijen ontladen auto­matisch, zelfs als deze niet worden gebruikt. Hierdoor kan de ge­bruiksduur worden verkort.
• Ni-MH-batterijen slijten snel als deze te veel worden ontladen (bijvoorbeeld wanneer u deze bat­terijen in een z aklamp gebruikt). Ontlaad de batterijen met de ca­merafunctie “Discharging rechar­geable batteries” (oplaadbare bat­terijen ontladen).
• Ni-MH-batterijen hebben een be­perkte levensduur. Wanneer een batterij slechts een korte tijd kan worden gebruikt na herhaaldelijke ontladen en opladen, kan dit bete­kenen dat de bat terij niet meer kan worden gebruikt.
Batterijen weggooien
• Gooi batterijen weg conform de plaatselijke regelgeving.
Opmerkingen voor beide modellen
3
(1, 2)
Netstroomadapter
Gebruik altijd de netstroomadapter voor uw camera. Het gebruik van een netstroomadapter van een an­der merk dan de netstroomadapter van FUJIFILM ka n uw digitale camer a beschadigen. Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing van uw camera voor meer informa­tie over de netstroomadapter.
• Gebruik de netstroomadapter uit­sluitend binnenshuis.
• Steek het verbindingssnoer stevig in de DC-ingangaansluiting.
• Schakel de FUJIFILM Digitale ca­mera uit voordat u het snoer van de DC-ingangaansluiting loskop-
v
Voor uw veiligheid
pelt. Om de ze los te maken, trekt u voorzichtig aan de stekker. Trek niet aan het snoer.
• Gebruik de netstroomadapter niet voor andere doeleinden dan voor uw digitale camera.
• Tijdens het gebruik kan de net­stroomadapter warm aanvo elen. Dit is normaal.
• Demonteer de netstroomadapter niet. Dit kan gevaarlijk zijn.
• Gebruik de netstroomadapter niet op een warme en vochtige plaats.
• Stel de netstroomadapter niet bloot aan sterke schokken. De netstroomadapter kan een zoe-
• mend geluid maken. Dit is nor maal.
Als de netstroomadapter in de nabij­heid van een r adio wordt gebruik t, kan deze statische e lektriciteit ve roorzaken. Als dit gebeu rt, plaatst u de ca mera uit de buurt v an de radio.
Voordat u d e camera gebr uikt
Richt de camera niet op extreem heldere lichtbronnen, zoals de zon bij een onbewolkte lucht. Het niet in acht nemen van deze voorzorgs­maatregel kan schade aan de beeld­sensor van de camera toebrengen.
Tes topnamen vo or fotogr a e
Vóór het maken van belangrijke fo­to’s (zoals bij huwelijken of tijdens reizen), kunt u het bes te altijd eers t een testopname maken om te con ­troleren of alles functioneer t.
FUJIFILM Corporation aanvaardt
• geen verantwoordelijkheid voor een
vi
eventueel verlies (zoals de fotogra­ ekosten of inkomensverlies door de fotogra e) ontstaan ten gevolge van een stor ing van het product.
Opmerkingen over auteursrechten
Opnamen gemaakt met uw digitale camerasysteem mogen zonder toe­stemming van de eigenaar niet wor­den gebruikt op een manier die de copyright wetten overtreedt, tenzij deze uitsluitend voor privé-gebruik bedoeld zijn. Er zijn bepaalde beperkingen van toepassing bij het fotograferen van op­tredens op podia, evenementen en ten­toonstellingen, zelfs wanneer de foto’s alleen voor privé-gebruik bestemd zijn. De gebruiker wordt er ook op gewezen dat het overdragen van een geheugen­kaart die foto’s of gegevens bevat die onder de copyrightwetten vallen, uit­sluitend toegestaan is binnen de beper­kingen opgelegd door de regelgeving in het kade r van deze auteursrechten.
Omgaan met uw digitale camera
Stel de camera t ijdens het maken en o p­slaan van foto’s nie t bloot aan schokk en om correcte opnames te garanderen.
Vloeibare kristallen
Als het LCD-scherm beschadigd is, moet u voor zichtig zijn met de vloei­bare kristallen in het scherm. Neem onmiddellij k maatregelen als één van de volgende situaties zich voordoet.
• Als vlo eibare kris tallen met uw huid in aanraking komen, moet u de desbetre ende plaats met een doek droog wrijven en goed was­sen met zeep en s tromend water.
• Als er vlo eibare kristallen in u w oog terechtkomen, moet u dat oog gedurende minimaal 15 minuten spoelen met schoon water en dan medische hulp zoeken.
Als vloeibare kristallen worden inge­sli kt, moe t u uw m ond goe d spo ele n met water. Drink grote hoeveelhe­den water en probeer over te geven. Zoek medis che hulp.
Hoewel het LCD-paneel is vervaar­digd met zeer geavanceerde tech­nieken kunnen er zwarte plekken of continu verlichte plekken zijn. Dit is geen defect en is niet van invloed op de opgenomen beelden.
Informatie over handelsmerken
xD-Picture Card en E zijn handels- merken van FUJIFILM Corporation. De hierin gebruikte lettertypen zijn ont­wikkeld door DynaComware Taiwan Inc. Macintosh, QuickTime en Mac OS zijn in de Verenigde Staten en an­dere landen gedeponeerde handels­merken van Ap ple Inc. Windows 7, Windows Vista en het Windows-logo zijn handelsm erken van de Microsoft­groep. Adobe en Adobe Reader zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen geregistreerde handelsmer­ken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. D e SDHC- en SDXC-logo´s zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. Het HDMI-logo is een handelsmerk . YouTube is een handels­merk van Google Inc. Alle overige in deze gebruiksaanwijzing genoemde handelsmerken zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van de betre ende rechthebbenden. Deze camera kan medische en lucht­vaartapparatuur verstoren. Vraag in de ziekenhuis- of bij de luchtvaart­maatschappij om toestemming voor­dat u uw fotocamera in een zieken­huis of vlieg tuig gebruikt.
O pmerkin gen over elek trisch e storing
Als de camera in ziekenhuizen of vliegtuigen wordt gebr uikt, dan k an deze camera storing van andere ap­paratuur in h et vliegtuig of zieke nhuis veroorzaken. Raadpleeg de betre en­de regelgeving voor meer informatie.
Toelichting op het kleurentelevisiesysteem
NTSC: National Television System
Committe e, speci caties v oor een kleurentelevisiesysteem, hoofdzakelijk van toepassing in de V.S., Canada en Japan.
PAL: Phase Alternation by Line,
een kleurentelevisiesysteem hoofdzakelijk toegepast in Europa en China.
E xif Print (Ex if ver. 2.3)
Exif Print Format is een nieuw bestands­formaat voor digitale camera’s dat een grote hoeveelheid opname -informatie voor optimale afdrukken bevat.
BELANGRIJK E OPMERKING: Lees eers t
voorda t u de softwa re gebruik t
Direct of indirect expor teren, in zijn geheel of gedeeltelijk, van software met een licentie zonder de toestem­ming van de van toepassing zijnde bestuursorganen is verboden.
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om gevaar voor brand en een
Inleveren van elektrische en elektronische apparatuur in particuliere huishoudens
EC conformiteitverklaring
MEDEDELINGEN
schok te voorkomen.
Lees eerst de “Veiligheidsopmerkingen” en zorg dat u deze begrijpt voordat u de camera gebruikt.
Perchloraatmateriaal—speciale behandeling van toepassing. Zie http://www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate.
Inleveren van elektrische en elektronische apparatuur in particuliere huishoudens
In de Europese Unie, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein: Dit symbool op het product of in de handleiding en in de garantievoorwaarden en/of op de verpakking duidt aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden beschouwd. In plaats daarvan moet het apparaat bij een inzamelpunt voor recycling van elektrische en elektronische apparatuur worden ingeleverd.
Door dit product op juiste wijze te verwijderen helpt u potentiële negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid van de mens voorkomen. Onjuiste verwerking van dit product kan het milieu schaden.
Dit symbool op de batterijen of accu’s duidt aan dat deze batterijen niet als huishoudelijk afval mogen worden beschouwd.
Als uw apparaat eenvoudig verwijderbare batterijen of accu’s bevat, dient u deze overeenkomstig de lokale regels afzonderlijk in te leveren.
De recycling van materialen helpt bij het behoud van natuurlijke bronnen. Neem contact op met uw gemeente, uw inzamelpunt voor het inleveren van huishoude­lijk afval of de winkel waar u het product hebt gekocht voor meer gedetailleerde informatie over recycling van dit product.
In landen buiten de Europese Unie, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein: Neem contact op met uw gemeente en vraag naar de juiste wijze waarop u dit product inclusief batterijen of accu’s dient te verwijderen.
Voor uw veiligheid
EC conformiteitverklaring
Wij
Naam: FUJIFILM Electronic Imaging Europe GmbH Adres: Benzstrasse 2 47533 K leve, Duitsland
verklaren dat het product
Productnaam: FUJIFILM DIGITAL CAMERA X-S1 Naam fabrikant: FUJIFILM Corporation Adres fabrikant: 7-3, AKASAK A 9-CHOME, MINATO-KU, TOKYO, 107-0052 JAPAN
aan de volgende normen voldoet:
Veiligheidsopmerkingen: EN60065: 2002 + A1: 2006 + A11: 2008 EMC: EN55022: 2006 + A1: 2007 Klasse B
volgens de bepaling van de EMC-richtlijn (2004/108/EC) en laagspanningsrichtlijn (2006/95/EC).
Plaats Datum Handtekening directeur
EN55024: 1998 + A1: 2001 + A2: 2003 EN61000-3-2: 2006 EN61000-3-3: 2008
1 november 2011Kleve, Duitsland
vii
Over deze gebruiksaanwijzing
Geheugenkaarten
Temperatuurwaarschuwing
✔✔ Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
.....
115
✔✔ Probleemoplossing
........................................
110
✔✔ Inhoudsopgave
.................................................
ix
Lees deze gebruiksaanwijzing en de waarschuwingen op de pagina’s ii–vii aandachtig door voordat u de camera in gebruik neemt. Informatie over specifieke onderwerpen vindt u aan de hand van onder­staand overzicht.
Inhoudsopgave
.................................................PP
ix
De “Inhoudsopgave” geeft een duidelijk over­zicht van de gehele gebruiksaanwijzing. Alle
Probleemoplossing
Heeft u een probleem met uw camera? U vindt de oplossing hier.
........................................PP
camerafuncties worden er in behandeld.
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
.....PP
115
Lees hier wat het knipperende pictogram of de foutmelding in het LCD-scherm betekent.
Geheugenkaarten
De door u gemaakte foto’s kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen van de camera of op optionele SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten (P 14), in deze gebruiksaanwijzing vermeld als “geheugenkaarten”.
Temperatuurwaarschuwing
De camera schakelt automatisch uit voordat de temperatuur of de temperatuur van de batterij boven de veilige grens uitkomt. Foto’s die zijn gemaakt met een temperatuurwaarschuwing kunnen hogere “ruiswaarden” (spikkels) vertonen. Schakel de camera uit en wacht tot deze is afgekoeld voordat u de camera weer inschakelt.
Onderhoud van de camera
Om uw camera in een goede staat te houden, is het aan te raden de camerabehuizing na elk gebruik met een zachte, schone doek schoon te maken. Gebruik geen alcohol, verfverdunner of andere vluchtige chemicaliën. Deze kunnen vervormingen of verkleuringen van het leer van de camerabehuizing tot gevolg hebben. Vloeist­offen op de camera moeten onmiddellijk worden verwijderd met een zachte, droge doek.
viii
110
Voordat u begint
Eerste stappen
Eenvoudig fotograferen en afspelen
Meer over fotografie
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid .......................................................................... ii
Veiligheidsopmerkingen ............................................................. ii
Over deze gebruiksaanwijzing ..............................................viii
Voordat u begint
Inleiding ...............................................................................................1
Symbolen en conventies .............................................................1
Meegeleverde accessoires.......................................................... 1
Delen van de camera .................................................................... 2
LCD-indic ator s .............................................................................. 5
Eerste stappen
Accessoires bevestigen ................................................................. 8
Het bandje ..................................................................................... 8
De lensdop ..................................................................................... 8
De zonnekap ................................................................................. 8
De batterij opladen ........................................................................ 9
De batterij plaatsen ......................................................................10
Een geheugenkaart plaatsen ................................................... 12
De camera in- en uitschakelen ................................................ 15
Basisinstellingen ............................................................................ 16
Eenvoudig fotograferen en afspelen
Foto’s nemen ................................................................................... 17
Foto’s bekijken ................................................................................21
Meer over fotografie
Opnamestanden ............................................................................22
P: PROGRAMMA AE .....................................................................23
S: SLUITER AE .................................................................................24
A: DIAFRAGMA AE ........................................................................24
M: HANDMATIG .............................................................................25
C1/C2/C3: AANGEPAST ..............................................................26
EXR (E AUTO/E Prioriteit).....................................27
B AUTOMATISCH .......................................................................28
Adv. GEAVANCEERD ...................................................................28
SP ONDERWERPPROGRAMMA ...............................................32
Scherpstelvergrendeling ...........................................................34
De AE/AF LOCK-knop .........................................................................35
Belichting vergrendelen .........................................................35
Scherpstelling vergrendelen ................................................35
F
Opnamestanden Macro en Super Macro (close-ups)
N De flitser gebruiken (Superintelligente flitser) ...........37
J De zelfontspanner gebruiken ............................................39
Continustand (continu fotograferen/Een serie foto’s nemen)
d Belichtingscompensatie ......................................................44
Belichtingsmeting .........................................................................45
Scherpstelstand .............................................................................46
Keuze van scherpstelframe .......................................................48
Gevoeligheid ...................................................................................49
Witbalans ..........................................................................................50
De Fn-knop .......................................................................................52
b Intelligente gezichtsdetectie ............................................53
...36
...40
ix
Inhoudsopgave
Meer over afspelen
Films
Aansluitingen
Menu’s
n Gezichtsherkenning ..............................................................54
Nieuwe gezichten toevoegen .................................................54
Bekijken, bewerken en verwijderen van bestaande
gegevens ......................................................................................... 55
RAW foto’s nemen .........................................................................56
Meer over afspelen
Afspeelfuncties...............................................................................57
Continu fotograferen ..................................................................57
I Favorieten: Foto’s waarderen .............................................57
Afspeelzo om ..................................................................................58
Multi-Frame afspelen .................................................................59
A Foto´s wissen .............................................................................60
Foto-informatie weergeven ..................................................... 61
Een foto zoeken ..............................................................................62
X Fotoboek hulp ......................................................................... 63
Een fotoboek maken ...................................................................63
Fotoboeken bekijken ..................................................................64
Bewerken en verwijderen van fotoboeken........................64
Panorama’s bekijken ....................................................................65
Films
Films opnemen ...............................................................................66
Filmbeeldf ormaat ........................................................................67
a Films afspelen ...........................................................................68
Aansluitingen
Foto’s afspelen op een televisietoestel ...............................69
Foto’s afdrukken via USB ........................................................... 71
De camera aansluiten .................................................................71
Geselecteerde foto’s afdrukken .............................................71
DPOF printopdrachten afdrukken .........................................72
Een DPOF printopdracht aanmaken .....................................74
Foto’s bekijken op een computer ..........................................77
Windows: MyFinePix Studio installeren ..............................77
Macintosh: FinePixViewer installeren ..................................79
De camera aansluiten .................................................................81
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden .............................83
Het menu Opnamestanden gebruiken ...............................83
De opties van het menu Opnamestanden .........................83
A E MODUS .......................................................................83
A Adv. MODUS ..........................................................................83
A ONDERWERPPROGRAMMA ...............................................83
N ISO ...............................................................................................83
O BEELDGROOTTE .....................................................................84
T BEELDKWALITEIT ...................................................................84
U DYNAMISCH BEREIK .............................................................85
P FILMSIMULATIE ......................................................................85
d WB VERSCHUIVING ...............................................................86
f KLEUR .........................................................................................86
H SCHERPTE .................................................................................86
r HIGHLIGHT TINT ....................................................................86
s SCHADUWTINT ......................................................................86
h GELUIDSREDUCTIE ................................................................86
x
Inhoudsopgave
R INTELL. DIGITALE ZOOM .....................................................86
Z
GEAVANCEERDE ANTI-SCHERPTE
b GEZICHTSDETECTIE ..............................................................86
F SCHERPSTELLING ..................................................................87
n GEZICHTSHERKENNING ......................................................87
W FILMMODUS ............................................................................87
a STILBEELDOPNAME IN FILM ..............................................88
I FLITSLICHT ...............................................................................88
g EXTERNE FLITSER ...................................................................88
K AANGEP. INSTELLEN .............................................................89
v DISP. INST. OP MAAT .............................................................89
De menu’s gebruiken: Afspeelstand ....................................90
Het Afspeelmenu gebruiken ...................................................90
De opties van het Afspeelmenu .............................................90
X FOTOBOEK HULP ...................................................................90
b EEN FOTO ZOEKEN ................................................................90
x WISSEN ......................................................................................90
j MARK. VOOR OPL. .................................................................91
I DIAVOORSTELLING ...............................................................92
j RAW-CONVERSIE ...................................................................92
B VERWIJDER R. OGEN .............................................................93
D BEVEILIGEN ..............................................................................94
G BEELDUITSNEDE ....................................................................94
O NIEUW FORMAAT ..................................................................95
C FOTO DRAAIEN .......................................................................95
E KOPIËREN..................................................................................96
F VOICE MEMO ...........................................................................96
n VERWIJDER GEZICHTSHERK. .............................................97
K PRINTOPDRACHT (DPOF) ...................................................97
J BEELDVERHOUDING ............................................................97
.....................................86
Het menu Instellingen .................................................................98
Het menu Instellingen gebruiken..........................................98
De opties van het menu Instellingen ...................................99
F DATUM/TIJD ............................................................................99
N TIJDSVERSCHIL .......................................................................99
L a .................................................................................99
o STILLE STAND ..........................................................................99
R RESET ...................................................................................... 100
K FORMATTEREN ....................................................................100
A WEERGAVE ............................................................................100
B NUMMERING .........................................................................101
G BEDIENINGSVOLUME .........................................................101
H SLUITER VOLUME .................................................................101
e SLUITERGELUID ....................................................................101
I AFSPEEL VOLUME ................................................................102
J LCD HELDERHEID ................................................................102
T MONITOR ZONLICHTFUNCTIE ........................................102
E EVF/LCD...................................................................................102
M UITSCHAKELEN .....................................................................102
1 SNELST ....................................................................................102
F FUNCTIET
L 2X STABILISATIE................................................................... 103
B VERWIJDER R. OGEN .......................................................... 103
C AF-HULPLICHT ..................................................................... 103
................................................................................102
xi
Inhoudsopgave
Technische informatie
Probleemoplossing
Appendix
k MODUS AE/AF-VERG. ........................................................104
v KNOP AE/AF-VERGR. ......................................................... 104
j RAW .........................................................................................104
I SCHERPSTELRING ............................................................... 104
z COMP.RICHTL. ...................................................................... 105
J KLEURR ...................................................................................105
t ORIG. FOTO OPSLAAN ...................................................... 105
m AUTO ROT. WEERG. ............................................................ 106
O SCHERMKLEUR .................................................................... 106
c UITLEG TONEN ..................................................................... 106
Q VIDEO SYST. ..........................................................................106
S AANGEPAST RESETTEN ....................................................106
Technische informatie
Optionele accessoires................................................................107
Accessoires van FUJIFILM ....................................................... 108
Onderhoud van de camera .................................................... 109
Probleemoplossing
Problemen en oplossingen .....................................................110
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen....................115
Appendix
Capaciteit van het interne geheugen of de
geheugenkaart ............................................................................. 119
Technische gegevens .................................................................120
xii
Inleiding
Symbolen en conventies
Meegeleverde accessoires
Symbolen en conventies
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt: 3 : Informatie die u moet lezen voordat u de camera in gebruik neemt en die u leert hoe u de camera cor-
rect bedient.
1 : Punten waarop u tijdens het gebruik van de camera moet letten. 2 : Aanvullende informatie die tijdens het gebruik van de camera van pas kan komen.
Pagina’s elders in deze gebruiksaanwijzing waarop andere relevante informatie staat.
P :
Menu’s en andere teksten die op het LCD-scherm van de camera verschijnen, worden vetgedrukt weerge­geven. In de illustraties in deze gebruiksaanwijzing wordt het LCD-scherm van de camera ten behoeve van de duidelijkheid soms enigszins vereenvoudigd afgebeeld.
Meegeleverde accessoires
De volgende accessoires worden bij de camera meegeleverd:
Voordat u begint
NP-95 oplaadbare batterij
Zonn ekap CD-R OM
BC-65N batterijlader USB-kabel Lensdop
• Schouderriem
1
Delen van de camera
Delen van de camera
Voor meer informatie, zie de pagina rechts van elk item.
Inleiding
1 Bedieningsknop ........................23, 24, 25
2 Functieknop ................................................22
3 Stroomvoerend koppelstuk ......88, 107
4 AF-hulplicht ..............................................103
Lampje voor de zelfontspanner .....39
5 Lens ................................................................ 120
6 ON/OFF-schakelaar .................................... 15
7 Sluiterknop ................................................... 19
8 d (belichtingscompensatie)-knop ........... 44
9 I-knop (continu fotograferen) ...................40
2
10 Afdekkap van de
geheugenkaar tsleu f ............................... 12
11 Riemoog .......................................................... 8
12 Fn1-knop (functie 1) ......................................52
13 Geheugenkaartsleuf ..............................12
14 Flitslicht ..........................................................37
15 Microfoon (L/R) .........................................66
16 N-knop ( i t s e r u i t k l a p p e n ) ...........................37
17 Luidspreker ...........................................68, 96
18 Afdekkap pool .............................69, 71, 81
19 Keuzeschakelaar
scherpstelstan d .........................................46
20 Focusring .......................................................46
21 Zoomring ......................................................18
22 Aansluiting voor een A /V-kabel .....69
23 Aansluiting voor HDMI-kabel ...........69
24 Aansluiting voor een USB-kabel
..................................................................... 71, 81
25 Aansluiting voor externe microfoon
.......................................................................... 107
Inleiding
26 Scherm ..............................................................5
27 Statiefopzetstuk 28 Afdekkap van het batterijencom-
partiment ...................................................... 10
29 Dioptrieregelaar .......................................... 4
30 EVF/LCD-knop (schermkeuze) ....................... 4
31 Indicatorlampje .........................................20
32 a-knop (af spelen) ............................... 15, 21
33 AE-knop (zelfbelich ting) ...............................45
k-knop (inzoomweergave) .........................58
34 AF-knop (automatische scherps telling) ........48
n-knop (uitzoomweergave) ........................58
35 ISO-knop (gevoeligheid) ...............................49
info-knop ....................................................... 61
36 WB-knop (witbalans) ....................................50
b (wiss en)-knop ........................................... 21
37 Elektronische zoeker ................................ 4
38 Oogsensor ...................................................... 4
39 -knop ( l m o p n a m e ) ..................................66
40 AE/AF LOCK-knop (vergrendeli ng zelfbelich-
ting/automatische scherpstelling) ............. 35, 47
41 Keuzeknop (zie hierond er)
42 RAW-knop ......................................................56
43
DISP (display)/BACK-knop
.......................6, 20
De keuzeknop
Cursor o mhoog (e) Fn2-knop (f unctie 2) (P 52)
Cursor l inks (g)
F (mac ro)-knop (P 36)
Cursor omlaag (f)
J (zelfontspanner)-knop (P 39)
MENU/OK-knop (P 16, 83, 90, 98)
Cursor r echts (h)
N
( itser)-knop (P 37)
Verg rendeling van de k noppen
Om de RAW knop en keuzeknop te sluiten (Fn2/N/h/F), druk op MENU/OK tot X wordt weergegeven. Dit voorkomt onbedoelde bediening tijdens het fotograferen. De knoppen kunnen worden ontgrendeld door te drukken op MENU/OK tot X niet meer wordt weergegeven.
Voordat u begint
3
Inleiding
De e lektronis che zoeker (EVF)
De elektronische zoeker, waarin dezelfde informatie wordt getoond als op het LCD­scherm, kan worden gebruikt wanneer het licht direct op het LCD-scherm valt waardoor het erg moeilijk is om iets op het scherm te zien. Druk op de EVF/LCD-knop om te selec­teren uit de standen automatisch wisselen, lcd-scherm of elektronische zoeker. Wanneer de stand automatisch wisselen is ingesteld, schakelt de elektronische zoeker automatisch in wanneer u uw oog aan de elektronische zoeker plaatst en het lcd-scherm wordt in­geschakeld wanneer u uw oog wegneemt (merk op dat de oogsensor mogelijk niet re­ageert wanneer u een bril draagt of wanneer uw hoofd in een hoek staat ten opzichte van de camera).
Oogsensor
Deze camera heef t een dioptrieinstelling om zich aan individuele oogsterkten aan te pas­sen. Laat de dioptrieregelaar op en neer glijden tot de zoekerweergave scherpgesteld is.
Helder omgevingslicht
Re ecties en glans veroorzaakt door helder omgevingslicht, kunnen het moeilijk maken het beeld op het scherm te zien; in het bijzonder als de camera buiten gebruikt wordt. Dit kan worden verholpen door de EVF/LCD-knop vast te houden om de outdoorstand aan te zetten. De outdoorstand kan ook worden ingeschakeld door de T MONITOR ZONLICHTFUNCTIE-optie te gebruiken in het instellingenmenu (P 102).
4
Inleiding
LCD-indicators
■■ Opname
■■ Afspelen
LCD-indicators
Tijdens het opnemen en afspelen kunnen de volgende indicators verschijnen. De weergegeven indicators kunnen verschillen naargelang de camera-instellingen.
Opname
100
1000 F3.3
* a: geeft aan dat er geen geheugen-
kaart in het toestel zit en dat de beel­den in het interne geheugen van de camera worden opgeslagen (P 12) .
Afspelen
100-0001
YouTube
12/31/2050 10:00 AM
1
1/1000 F2.8
+1
3
1 Flitsstand .......................................................37
2 Macrostand (close-up) ..........................36
F
3 Indicator zelfontspanner .....................39
Opnamestand continu fotograferen
4
5 Geavanceerde anti-scherpte ....28, 86
6 Witbalans .......................................................50
7 Filmsimulatie ...............................................85
8 Dynamisch bereik ....................................85
9 Indicator intern geheugen *
10 Resterend aantal opnamen .............119
11 Beeldformaat/Beeldkwaliteit .......... 84
12 Temperatuurwaarschuwing .....viii, 116
13 Onscherptewaarschuwing ...... 38, 115
14 Elektr. waterpas .........................................89
15 2x stabilisatie............................................ 103
1 Favorieten .....................................................57
2 Indicator intelligente
gezichtsdetec tie ............................... 53, 86
4:3
F
3
Indicator rode-ogenverwijdering
4 Pro focus stand, pro low-light
stand ........................................................ 30, 31
5 Bewegend panorama z ...........29, 65
6 Framenummer ........................................ 101
7 Geschenkbeeld .........................................57
16 Monitor zonlichtfunctie ....................102
17 Indicator stille stand .......................20, 99
18 Batterijniveau ..............................................15
....40
19 Gevoeligheid ...................................... 49, 83
20 Diafragma ............................................. 24, 25
21 AE vergrendelen .......................................35
22 Sluitertijd ...............................................24, 25
23 Belichtingsmeting ...................................45
24 Opnamestand ............................................22
25
Handmatige scherpstelindicator
26
Belichtingscompensatie-indicator
27 Histogram ....................................................... 7
28 Scherpstelframe........................................34
29
Scherpstellingswaarschuwing
30 Intelligente digitale zoom ..................86
8 Dynamisch bereik ....................................85
9 E-stand ...............................................27
10 Indicator afspeelstand ..................21, 57
11 Portretverbetering ..................................32
....93
12 Markeren voor uploaden naar .........91
13 Fotoboek hulp ...........................................63
14 Voice memo-indicator ..........................96
15 DPOF-afdrukindicator ...........................72
16 Beveiligd beeld ..........................................94
......46
.... 4 4
... 19, 115
Voordat u begint
5
Inleiding
■■ Afspelen
Afspelen
Druk op DISP/BACK om als volgt door de afspeelmodi te schakelen:
Opname (Scherm)
22
11
-1-1
-2-2
P
2000
1F5.6
000100
F
200
2000 F5.6
200
INFO-DISPLAY STANDAARD
100
F
2000 F5.6
200
AANGEPAST INFORMATIE UIT
3
Sommige handelingen kunnen ervoor zorgen dat de ca­mera automatisch van de informatieweergave naar de standaardweergave gaat.
Opname (Elek tronisch e zoeker)
2000 F5.6
200
STANDAARD INFORMATIE UIT
100
F
2000 F5.6
200
AANGEPAST
Aangepaste weergave
Kies de weer te geven i nformat ie met vDISP. INST. OP MAAT in het opnamemenu (P89).
6
Inleiding
100-0001
12/31/2050
10: 00 AM
3:2
F
100-0001
12/31/2050
10: 00 AM
• Afspelen
100-0001
3:2
F
12/31/2050
10: 00 AM
2
-
1
1/ 1000 F4.5
200
3
INFORMATIE AAN INFORMATIE UIT
4:3
N
ISO
400
1/250
: :OFF :
2
:
-
1
3
12/ 31/2050 10: 00
GEDETAILLEERDE
100-0001
F
4.5
AM
12/31/2050
I FAVO RIE TEN
INFO
c Hoogglanspunten
Overbelichte gebieden knipperen aan en uit.
3
10: 00 AM
100-0001
Histogrammen
Histogrammen laten de verdeling van kleuren in een afbeelding zien. De horizontale as geeft de helderheid weer, de verticale as het aantal pixels.
Aantal
pixels
Pixelhelderheid
Schaduwen Lichtste delen
Optimale belichting: de verdeling van pixels verloopt in een gelijk­matige curve over het volledige kleurenbereik. Overbelicht: het aantal pixels piekt aan de rechterkant van de gra ek.
Onderbelicht: het aantal pixels piekt aan de linkerkant van de gra ek.
Voordat u begint
7
Accessoires bevestigen
Het bandje
De lensdop
De zonnekap
Het bandje
Bevestig de draagriem aan de twee bevestigings­ogen zoals onderstaande afbeelding laat zien.
Eerste stappen
c
Controleer of de draagriem goed vastzit, want anders kan de camera vallen.
De lensdop
Bevestig de lenskap zoals af­gebeeld.
Bind de lensdop vast om te voorkomen dat u hem verliest. Haal het meegeleverde koord eerst door het oog (q) en bevestig de lensdop daarna aan de draagriem (w).
De zonnekap
Draai de zonnekap in de aangegeven richting tot hij vastklikt.
8
De batterij opladen
Laadin di-
cator
Laadto estand
Actie
Bij levering is de batterij niet opgeladen. Laad de batterij vóór gebruik op.
Laad de batterij op met de meegeleverde
1
batterijlader.
Plaats de batterij in de richting die wordt aan­gegeven door de DFC-etiketten.
De camera gebruikt een NP-95 oplaadbare batterij.
Laadin-
dicator
DFC
-etiket
Batterijlader
c
Bevestig de bijgeleverde adap­ter alvorens de batterij op te la­den (de adapter is bijgesloten in de verpakking).
Batterij
Pijl
DFC -etiket
Adapter
Sluit de lader aan op een stopcontact.
2
Sluit de lader aan op een stopcontact binnen. De laadindicator licht op.
De laadindicator
De laadindicator geeft de voortgang van het opla­den als volgt weer:
Laadindi-
cator
Uit
Aan
Knippert Batterij defect.
Laad de batterij op
3
Laadtoestand
Geen batterij
geplaatst.
Batterij volledig
opgeladen.
De batterij wordt
opgeladen.
Actie
Plaats de batterij.
Verwijder de batterij.
Trek de stekker van de
lader uit het stopcontact
en verwijder de batterij.
Verwijder de batterij wanneer deze is opge­laden. Raadpleeg de technische gegevens (P 124) voor laadtijden (merk op dat de laad­tijden bij lage temperaturen toenemen).
3
Trek de stekker van de batterijlader uit het stopcontact nadat de batterij is opgeladen.
Eerste stappen
9
De batterij plaatsen
Plaats de batterijen volgens onderstaande aanwij­zingen in de camera.
Open de afdekkap van het batterijencom-
1
partiment.
Schuif de vergrendeling van het batterijencompar­timent in de aangegeven richting en open de afdek­kap van het batterijencom­partiment.
a
Controle er altijd o f de c ame ra is uitg escha keld voordat u de afdekkap van het batterijencompartiment opent.
3
• Open de afdekkap van het batterijencomparti­ment nooit wanneer de camera is ingeschakeld. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaat­regel kan beschadiging van fotobestanden of ge­heugenkaarten tot gevolg hebben.
• Gebruik niet te veel kracht wanneer u de afdekkap van het batterijencompartiment opent of sluit.
Plaats de batterij.
2
Plaats de batterij in het batterijcompartiment zoals weergegeven in de afbeelding, waarbij de batterij wordt gebruikt om de grendel opzij te duwen.
Pijl
Batterijvergrendeling
3
Plaats de batterijen in de juiste richting in het bat­terijencompartiment. Oefen NOOIT kracht uit en pro-
beer niet de batterij achterstevoren of onderstebo­ven in het compartiment te drukken. Als de batterij
in de richting wordt gehouden, glijdt hij moeiteloos in het compartiment.
10
De batterij plaatsen
Sluit de afdekkap van het batterijencompar-
3
timent.
Druk het deksel omlaag totdat het op zijn plaats klikt.
De batterij verwijderen
Zet de camera uit alvorens de bat­terij te verwijderen en open het deksel van het batterijcomparti­ment. Druk, om de batterij te ver­wijderen, de batterijgrendel opzij en schuif de batter ij uit d e camera.
Batterijvergrendeling
3 Batterijen
• Maak de polen van de batterij schoon met een zachte, droge doek. Anders kan de batterij mogelijk niet worden opgeladen.
• Plak geen etiketten of andere voorwerpen op de bat­terij. Anders kan de batterij mogelijk niet meer uit de camera worden genomen.
• Voorkom dat de batterijpolen worden kortgesloten. An­ders kan de batterij oververhit raken.
• Lees de voorzorgsmaatregelen in het hoofdstuk “Span­ningsvoeding en batterij” (P iv).
• Gebruik alleen een voor de batterij voorgeschreven bat­terijlader. Anders kan de batterij en/of de batterijlader defect raken.
• Probeer niet de labels van de batterij te halen of de be­huizing te openen.
• De batterij verliest geleidelijk haar lading, zelfs wanneer de batterij niet wordt gebruikt. Laad de batterij een of twee dagen voor gebruik op.
Eerste stappen
11
Schakelaar voor schrijfbeveiliging
Een geheugenkaart plaatsen
Hoewel de camera beschikt over een intern geheu­gen waarin de foto’s kunnen worden opgeslagen, kunnen er meer foto’s worden opgeslagen op SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten (los verkrijgbaar).
Open het afdekklepje van de geheugen-
1
kaartsleuf.
1
Controleer altijd of de camera is uitgeschakeld voordat u het afdekklepje van de geheu­genkaartsleuf opent.
Plaats de geheugenkaart.
2
Houd de geheugenkaart in de richting zoals hieronder aangegeven en schuif deze in het apparaat totdat hij aan de achterkant van de sleuf vastklikt.
Klik
3
• Let erop dat u de geheugenkaart in de juiste rich­ting in de kaartsleuf steekt, steek de kaart er niet onder een hoek in en oefen geen kracht uit. Als de geheugenkaart niet of niet correct is geplaatst, verschijnt a op het LCD-scherm en wordt het in­terne geheugen gebruikt voor opname en afspe­len.
• SD/SDHC/SDXC-geheugen­kaarten kunnen worden beveiligd zodat de kaart niet geformatteerd kan worden en het niet mogelijk is om foto’s op te slaan of te wis­sen. Schakel de schrijfbe­veiliging uit met behulp van het schakelaartje, voordat u de geheugenkaart in de ca­mera plaatst.
Schakelaar voor schrijfbeveiliging
12
Een geheugenkaart plaatsen
Sluit het afdekklepje van de geheugenkaart-
3
sleuf.
De geheugenkaart verwijderen
Controleer of de camera is uitge­schakeld, druk de geheugenkaart voorzichtig naar beneden en laat hem vervolgens langzaam los. De geheugenkaart kan nu worden verwijderd.
c
• De geheugenkaart kan uit de camera wegschieten als u te hard op de kaart drukt en hem vervolgens te ab­rupt loslaat.
• Een geheugenkaart die net uit de camera is gehaald, kan enigszins warm aanvoelen. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Eerste stappen
13
Een geheugenkaart plaatsen
■■ C
ompatibele geheugenkaarten
C
ompatibele geheugenkaarten
FUJIFILM en SanDisk SD-, SDHC- en SDXC-geheu­genkaarten zijn getest en goedgekeurd om in deze camera te worden gebruikt. Een volledige lijst met goedgekeurde geheugenkaarten is beschikbaar op http://www.fujifilm.com/support/digital_cameras/ compatibilit y/. Met andere geheugenkaarten kan de werking niet worden gegarandeerd. De camera is niet geschikt om te worden gebruikt met xD-Picture Cards of MultiMediaCard (MMC) apparaten.
3 Geheugenkaar ten
Voorkom dat de camera wordt uitgeschakeld of dat de geheugenkaart wordt verwijderd terwijl de camera be­zig is met het formatteren van de geheugenkaart of met het lezen van, of schrijven naar de geheugenkaart. An-
ders kan de geheugenkaart worden beschadigd.
• Nieuwe SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten moeten voor het eerste gebruik worden geformatteerd en alle ge­heugenkaarten die in een computer of ander apparaat zijn gebruikt, moeten ook weer worden geformatteerd. Zie “K FORMATTEREN” (P 100) voor meer informatie over het formatteren van geheugenkaarten.
• Geheugenkaar ten zijn klein en kunnen worden ingeslikt; bewaar geheugenkaarten buiten het bereik van kinde­ren. Roep onmiddellijk medische hulp in wanneer een kind een geheugenkaart heeft ingeslikt.
• miniSD of microSD adapters die groter of kleiner zijn dan de standaardafmetingen van een SD/SDHC/SDXC-kaart, worden mogelijk niet normaal uitgeworpen; breng, als de kaart niet wordt uitgeworpen, de camera naar een erkend servicecenter. Probeer de kaart niet met geweld uit de camera te halen.
• Kleef geen etiketten op geheugenkaarten. Etiketten die losraken, kunnen defecten veroorzaken.
• Bij sommige soorten SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten kunnen  lmopnamen onderbrekingen vertonen. Ge­bruik een G kaart of hoger bij het opnemen van HD- of high-speed  lms.
• Bij het repareren van de camera kunnen de gegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen, gewist of beschadigd worden. Tevens dient u zich er van bewust te zijn dat de reparateur de in het geheugen opgeslagen foto’s kan bekijken.
• Door het formatteren van een geheugenkaart of het interne geheugen wordt een map aangemaakt waarin de foto’s worden opgeslagen. U mag deze map niet verwijderen of een andere naam geven. Ook mag u de fotobestanden in deze map niet bewerken, wissen of herbenoemen met behulp van een computer of ander apparaat. Gebruik alleen de camera om foto’s van ge­heugenkaarten en uit het interne geheugen te wissen, kopieer de bestanden naar de computer en bewerk of herbenoem de kopieën, en niet de originele bestanden.
14
De camera in- en uitschakelen
Indicat or
Beschr ijving
Draai de ON/OFF-schakelaar op ON om camera in te schakelen.
OFF (UIT) te selecteren en de camera uit te schakelen.
b Overschakelen naar de afspeelstand
Druk op de a-knop om het afspelen te starten. Druk op- nieuw op de a-knop of druk de sluiterknop half in om terug te keren naar de opnamestand.
b Uitschakelen
De camera wordt automatisch uitgeschakeld als de ca­mera niet wordt bediend gedurende de tijdsduur die is ingesteld via het menu M UITSCHAKELEN (P 102). Om de camera opnieuw te activeren nadat hij automatisch werd uitgeschakeld, draait u de ON/OFF-schakelaar op OFF en dan weer op ON.
Batterijniveau
Het ladingsniveau van de batterij wordt als volgt weer­gegeven:
Indicator
D (wit) C (wit)
B (rood)
A (knippert
rood)
Batterij gedeeltelijk ontladen. Batterij voor meer dan de helft ontladen. Batterij bijna leeg. Zo snel mogelijk ver-
vangen. De batterij is leeg. Zet de camera uit en
vervang de batterijen.
Beschrijving
Eerste stappen
15
Basisinstellingen
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt er een taalkeuzevenster. Stel de camera volgens onderstaande aanwijzingen in (zie pagina 99 voor informatie over het opnieuw instellen van de klok of het veranderen van de taal).
START MENU
ENGLISH
FRANCAIS DEUTSCH ESPAÑOL PORTUGUÊS
SET NO
Selecteer een taal en druk op MENU/OK.
1
1
Druk op DISP/BACK om de huidige stap over te slaan. De stappen die u nu over­slaat worden nogmaals getoond wanneer u de camera opnieuw inschakelt.
DATUM/TIJD NIET INGESTELD
2013 2012
JJ. MM. DD
1. 1 12 : 00
2011
2010 2009
OK AFBREKEN
AM
De datum e n tij d worden ge toond. D ruk op de ke uzekn op links of rechts
2
om het jaar, de maand, de datum, de uren of de minuten te selecteren en druk op de keuzeknop omhoog of omlaag om de juiste waarden in te stellen. Om de volgorde te veranderen waarin het jaar, de maand en de datum worden weergegeven, selecteert u de datumnotatie en drukt u op de keuzeknop omhoog of omlaag. Druk op MENU/OK als de instel­ling is voltooid.
2 De cameraklok
Als er gedurende langere tijd geen batterij in de camera zit, wordt de cameraklok terug gezet en wordt de taalkeuzeven­ster weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld.
16
Foto’s nemen
Dit onderdeel legt basisfotogra e uit.
Selecteer een modus.
1
Wanneer je de modusknop zet op EXR, verschijnt R in het LCD-scherm.
Scènepictogrammen (P 27)
De camera selecteert automatisch de juiste scène.
Het o-pictogram
In de stand R past de camera de scherpstelling continu aan en wordt voortdurend gezichtsdetectie uitge­voerd. Hierdoor raakt de batterij sneller uitgeput. Op het LCD-scherm wordt het o-pictogram getoond.
1
• De camera analyseert de scène en selecteert de gewenste E stand als de ontspanknop half ingedrukt is
(P 28).
• Druk, om bij beperkt licht de  itser omhoog te zetten, op de pop-upknop voor de  itser (P 37).
Eenvoudig fotograferen en afspelen
17
Foto’s nemen
Bepaal de compositie.
2
Maak gebruik van de zoom­ring om de compositie in het scherm te plaatsen. De zoo­mindicator verschijnt.
Zoom ring
Zoom indica tor
2 Scherpstelvergrendeling
Gebruik scherpstelvergrendeling (P 34) om scherp te stellen op onderwerpen die zich niet in het scherpstel­frame bevinden.
De camera vasthouden
Houd de camera goed en met beide handen vast en laat uw ellebogen rusten in uw zij. Een onvaste hand kan bewegings­onscherpte veroorzaken.
Houd uw vingers en andere voorwerpen uit de buurt van de lens en de  itser om te voorko­men dat de foto’s onscherp of te donker (onderbelicht) worden.
18
Loading...
+ 112 hidden pages