Epson XP-8600 User manual

Gebruikershandleiding
NPD5890-01 NL
Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen................7
Informatie zoeken in de handleiding.............7
Markeringen en symbolen....................9
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding.......9
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................11
Veiligheidsinstructies voor inkt..............12
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 12
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 12
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van het touchscreen......................13
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........14
Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)
Geavanceerde netwerkinstellingen maken. . . . . . 31
De status van de netwerkverbinding controleren. . . 33
Netwerkpictogram.......................33
De gedetailleerde netwerkinformatie
controleren op het bedieningspaneel..........33
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . . 34
Een netwerkstatusvel afdrukken...............41
Toegangspunten vervangen of toevoegen.........42
De verbindingsmethode met een computer
De netwerkstatus wijzigen naar ethernet op het
bedieningspaneel..........................43
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel. . . . . . .43
Verbinding Wi-Fi Direct (Eenvoudig Toegangspunt) verbreken vanaf het
bedieningspaneel..........................43
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel..........................44
congureren
....... 30
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen.............15
Bedieningspaneel........................18
Conguratie basisscherm....................18
Pictogrammen op het lcd-scherm............19
Touchscreenbewerkingen..................20
Basishandelingen........................21
Tekens invoeren.........................21
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen..................24
Ethernet-verbinding......................24
Wi-Fi-verbinding........................24
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt)..........................25
Een computer verbinden.................... 25
Een smart device verbinden..................26
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer. . . . . 26
Handmatig Wi-Fi-instellingen Wi-Fi-instellingen congureren via de
drukknopinstelling (WPS).................28
Wi-Fi-instellingen congureren via de
pincode-instelling (WPS)..................29
congureren
.....27
De printer voorbereiden
Papier laden..............................45
Beschikbaar papier en capaciteiten...........45
Papier in de Papiercassette laden.............47
Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen. . . . 50
Lijst met papiertypen.....................50
Originelen plaatsen........................ 51
Beschikbare originelen voor de ADF..........51
Originelen op de ADF plaatsen..............52
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen. . . . . 53
Contactpersonen beheren....................55
Contacten registreren of bewerken...........55
Contactgroepen registreren of bewerken.......55
Contacten registreren op een computer........56
Menuopties voor Instel......................57
Menuopties voor Algemene instellingen....... 58
Menuopties voor Voorraadstatus.............62
Menuopties voor Onderhoud...............62
Menuopties voor Statusv.afdrukk.............63
Menuopties voor Afdrukteller...............64
Menuopties voor Gebruikersinstellingen. . . . . . . 64
Menuopties voor Standaardinst. herstellen. . . . . 64
Menuopties voor Firmware-update...........64
Energie besparen — Bedieningspaneel. . . . . . . . 65
2
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Afdrukken
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma
in Windows..............................66
Het printerstuurprogramma openen..........66
Basisprincipes voor afdrukken..............67
Dubbelzijdig afdrukken...................68
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 69
Afdrukken en op paginavolgorde stapelen
(Afdrukken in omgekeerde volgorde).........70
Een verkleind of vergroot document afdrukken. . 71 Een aeelding vergroot afdrukken op
meerdere vellen (een poster maken)..........71
Afdrukken met een kop- en voettekst.........77
Een watermerk afdrukken................. 78
Meerdere bestanden tegelijkertijd afdrukken. . . . 79
Afdrukken met de afdrukfunctie Universele
kleuren...............................79
De afdrukkleur aanpassen................. 80
Dunne lijnen benadrukken tijdens het
afdrukken.............................81
Duidelijke streepjescodes afdrukken. . . . . . . . . . 81
Afdrukken annuleren.....................82
Menuopties voor het printerstuurprogramma. . . 82
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma
Basisprincipes voor afdrukken..............85
Dubbelzijdig afdrukken...................87
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 88
Afdrukken en op paginavolgorde stapelen
(Afdrukken in omgekeerde volgorde).........88
Een verkleind of vergroot document afdrukken. . 89
De afdrukkleur aanpassen................. 90
Afdrukken annuleren.....................90
Menuopties voor het printerstuurprogramma. . . 90 Bedieningsinstellingen voor Mac OS-
printerdriver congureren.................92
Afdrukken met Smart Devices................93
Epson iPrint gebruiken....................93
Afdrukken door een smart device tegen de
NFC-label te houden.....................94
Epson Print Enabler gebruiken..............95
AirPrint gebruiken.......................96
De actieve taak annuleren....................97
Kopiëren
Normaal kopiëren.........................98
Dubbelzijdig kopiëren......................98
Meerdere originelen kopiëren naar één vel. . . . . . . .99
Basis menu-opties voor kopiëren.............. 99
Geavanceerde menu-opties voor kopiëren........99
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel.............102
Scannen naar een computer (Event Manager). . 102
Scannen naar de cloud...................106
Scannen naar een computer (WSD)..........108
Scannen vanaf een computer.................110
Scannen met Epson Scan 2................110
Scannen met smart-apparaten................117
Epson iPrint installeren.................. 117
Scannen door smart-apparaten voor de NFC-
labelte houden.........................117
Scannen met Epson iPrint.................118
Faxen
Een faxbericht instellen.................... 120
Aansluiten op een telefoonlijn..............120
Basisinstellingen voor faxberichten
congureren..........................123
Faxen verzenden via de printer...............127
Basishandelingen bij het verzenden van faxen. . 127 Verschillende manieren om faxberichten te
verzenden............................ 129
Faxen ontvangen op de Printer...............131
De ontvangstmodus instellen.............. 131
Verschillende manieren om faxberichten te
ontvangen............................133
Ontvangen faxen opslaan.................135
Een faxbericht verzenden via een computer. . . . . . 137
Documenten verzenden die zijn gemaakt met
een toepassing (Windows)................ 137
Documenten verzenden die zijn gemaakt met
een toepassing (Mac OS)................. 139
Faxen ontvangen op een computer............ 141
Instelling voor het opslaan van ontvangen
faxen op een computer...................141
Faxen ontvangen op een computer en
afdrukken vanaf de printer................142
Ontvangen faxen op de computer annuleren. . . 142
Controleren op nieuwe faxen (Windows). . . . . . 142
Controleren op nieuwe faxen (Mac OS).......143
Andere faxfuncties gebruiken................144
Een faxrapport en -lijst afdrukken...........144
Beveiligingsinstellingen voor faxberichten. . . . . 145
Ontvanger............................145
Faxinstellingen.........................146
3
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Meer................................147
Menuopties voor Faxinstellingen..............148
Fax-aansl. controleren................... 148
Wizard faxinstelling.....................148
Ontvangstinstellingen....................149
Rapportinstellingen.....................150
Basisinstellingen........................150
Veiligheidsinstel........................ 152
Menuopties voor Gebruikersinstellingen. . . . . . . . 152
Menuopties voor Postvak IN.................153
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren.............. 154
De niveaus van de resterende inkt en de onderhoudscassette controleren —
Bedieningspaneel.......................154
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Windows. . . . 154
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Mac OS. . . . . 154
Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen. . . . . . . 156
Cartridges vervangen......................158
Onderhoudscassettecode................... 158
Voorzorgsmaatregelen voor de
onderhoudscassette....................... 159
Een onderhoudscassette vervangen............159
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken............159
Tijdelijk afdrukken met zwarte inkt —
bedieningspaneel.......................160
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken —
Windows.............................161
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Mac OS. 162
Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna op
is (uitsluitend voor Windows)................162
De printer onderhouden
De printkop controleren en reinigen...........164
De printkop controleren en schoonmaken —
Bedieningspaneel.......................164
De printkop controleren en schoonmaken -
Windows.............................165
De printkop controleren en reinigen — Mac OS 165
De printkop uitlijnen......................165
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel. . . . .166
Het papiertraject reinigen...................167
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken. . . 167 Het papiertraject reinigen om
papierstoringen te voorkomen............. 168
De automatische documentinvoer (ADF)
schoonmaken............................169
Het doorschijnende folie reinigen.............172
Netwerkservice en softwareinformatie
Toepassing voor het congureren van
printerbewerkingen (Web Cong).............175
Webconguratie We b
Cong
Web Cong uitvoeren op Mac OS...........176
Toepassing voor het scannen van documenten
en aeeldingen (Epson Scan 2)...............176
De netwerkscanner toevoegen..............177
Toepassing voor het congureren van scanbewerkingen vanaf het bedieningspaneel
(Epson Event Manager).................... 178
Toepassing voor het congureren van faxbewerkingen en het verzenden van faxen
(FAX Utility)............................178
Toepassing voor het verzenden van faxen
(stuurprogramma PC-FAX).................179
Toepassing voor fotolay-out (Epson Easy Photo
Print)................................. 180
Toepassing voor het afdrukken van webpagina's
(E-Web Print)........................... 180
Toepassing voor het scannen en overdragen van
aeeldingen (Easy Photo Scan).............. 181
Hulpprogramma's voor soware-updates
(EPSON Soware Updater)................. 181
Toepassing voor het congureren van meerdere apparaten (EpsonNet
De meest recente toepassingen installeren. . . . . . . 182
De printerrmware bijwerken via het
bedieningspaneel.........................184
Toepassingen verwijderen...................184
Toepassingen verwijderen — Windows. . . . . . . 184
Toepassingen verwijderen — Mac OS. . . . . . . . 185
Afdrukken via een netwerkservice.............186
uitvoeren op een webbrowser. 175
uitvoeren op Windows..........176
)................182
Cong
Problemen oplossen
De printerstatus controleren.................187
Berichten op het lcd-scherm bekijken........187
De printerstatus controleren – Windows. . . . . . 188
4
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
De printerstatus controleren — Mac OS...... 189
De
sowarestatus
Vastgelopen papier verwijderen...............189
Papier wordt niet goed ingevoerd.............189
Papier loopt vast........................190
Papier wordt schuin ingevoerd.............190
Er worden meerdere vellen papier tegelijk
uitgevoerd............................190
Origineel wordt niet in ADF ingevoerd.......190
Problemen met stroomtoevoer en
bedieningspaneel.........................191
De stroom wordt niet ingeschakeld..........191
De stroom wordt niet uitgeschakeld......... 191
Stroom schakelt automatisch uit............191
Het display wordt donker.................191
Kan niet afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . 192
De verbinding controleren (USB)...........192
De verbinding controleren (netwerk).........192
De soware en gegevens controleren.........193
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Windows)....................195
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Mac OS).....................196
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren............................196
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten
terwijl de netwerkinstellingen correct zijn. . . . . 196
De SSID controleren waarmee de printer is
verbonden............................198
De SSID voor de computer controleren.......198
Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad. . . . . 199
Afdrukproblemen........................ 199
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren. . . 199 Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren. .200 Gekleurde streepvorming zichtbaar met een
tussenafstand van ongeveer 3.3 cm..........200
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of
verkeerde uitlijning..................... 201
Afdrukkwaliteit is slecht..................201
Papier vertoont vlekken of is bekrast.........202
Vlekken op het papier bij automatisch
dubbelzijdig afdrukken...................203
Afgedrukte foto's zijn plakkerig.............204
Aeeldingen of foto's worden afgedrukt met
de verkeerde kleuren.................... 204
Kan niet afdrukken zonder marges..........204
Randen van de
randloos afdrukken..................... 204
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn
niet juist............................. 205
controleren................189
aeelding
vallen weg bij het
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 205
De afgedrukte aeelding is omgekeerd. . . . . . . 205
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken. . . . .206
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte
lijnen................................206
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde aeelding
De achterkant van het origineel is te zien op
de gekopieerde aeelding.................206
Het probleem kon niet worden opgelost.......207
Overige afdrukproblemen...................207
Afdrukken verloopt te traag...............207
Afdrukken vertraagt aanzienlijk tijdens het
continu afdrukken......................207
Kan het afdrukken niet annuleren vanaf een
computer met Mac OS X 10.6.8.............208
Kan niet beginnen met scannen.............. 208
Problemen met gescande aeeldingen......... 209
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort worden weergegeven bij scannen vanaf de
glasplaat van de scanner..................209
Rechte lijnen verschijnen bij het scannen
vanaf ADF............................209
De aeeldingskwaliteit is ruw..............209
De oset schijnt door in de achtergrond van
aeeldingen.......................... 209
De tekst is onscherp.....................210
Moiré-patronen (webachtige schaduwen)
verschijnen........................... 210
Kan het juiste gebied niet scannen op de
glasplaat............................. 210
Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik
opsla als een Searchable PDF...............211
Problemen in gescande
niet worden opgelost.................... 211
Andere scanproblemen.....................212
Scannen verloopt te traag.................212
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/
Multi-TIFF........................... 212
Problemen met verzenden en ontvangen van
faxen..................................213
Kan geen fax verzenden of ontvangen........213
Kan geen faxen versturen.................214
Kan geen faxen verzenden naar opgegeven
ontvanger............................ 214
Kan geen faxen verzenden op speciek tijdstip. . 215
Kan geen faxberichten ontvangen...........215
Foutmelding geheugen vol................ 215
Verzonden fax is van slechte kwaliteit. . . . . . . . 216
............................206
aeelding
kunnen
5
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Faxen worden op verkeerde grootte verzonden. .216
Ontvangen fax is van slechte kwaliteit. . . . . . . . 216
Ontvangen faxen worden niet afgedrukt. . . . . . 217
Pagina's zijn blanco of er wordt slechts een klein deel van de tekst afgedrukt op de
tweede pagina van ontvangen faxen. . . . . . . . . .217
Bellen niet mogelijk op verbonden telefoon. . . . 217
Antwoordapparaat kan geen gesprekken
aannemen............................218
Faxnummer van de zender wordt niet op ontvangen faxberichten weergegeven of het
nummer is fout........................ 218
Overige problemen........................218
Lichte elektrische schok wanneer u de printer
aanraakt............................. 218
Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 218
Datum en tijd zijn verkeerd............... 218
Soware wordt geblokkeerd door een rewall
(alleen Windows).......................219
Bijlage
Te ch n i sc h e
Printer specicaties..................... 220
Scannerspecicaties.....................221
Interface-specicaties....................221
Faxspecicaties........................ 221
Lijst met netwerkfuncties.................222
Wi-Fi-specicaties......................223
Ethernetspecicaties.....................223
Beveiligingsprotocol.....................224
Ondersteunde services van derden.......... 224
Dimensies............................224
Elektrische specicaties.................. 224
Omgevingsspecicaties...................225
Systeemvereisten.......................225
Regelgevingsinformatie.................... 226
Normen en goedkeuringen................226
De Duitse blauwe engel.................. 227
Beperkingen op het kopiëren.............. 227
Copyright.............................. 229
Hulp vragen.............................231
Technische ondersteuning (website)......... 231
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................231
specicaties
.................... 220
6
Gebruikershandleiding

Over deze handleiding

Over deze handleiding

Introductie tot de handleidingen

De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Naast de handleidingen kunt u ook de verschillende hulpmogelijkheden op de printer zelf of in de toepassingen raadplegen.
Belangrijke veiligheidsvoorschrien (gedrukte handleiding)
Bevat instructies om deze printer veilig te gebruiken.
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer, het installeren van de soware, het gebruik van de printer enzovoort.
Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Biedt algehele informatie en instructies voor het gebruik van de printer, voor netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt gebruikt en voor het oplossen van problemen.
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/Support) of de wereldwijde ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
Digitale handleiding
Start EPSON Soware Updater op uw computer. EPSON Soware Updater controleert of er updates beschikbaar zijn voor Epson-toepassingen of digitale handleidingen en laat u vervolgens de meest recente versie downloaden.
Gerelateerde informatie
& “Hulpprogramma's voor
soware-updates
(EPSON
Soware
Updater)” op pagina 181

Informatie zoeken in de handleiding

In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan met behulp van de bladwijzers.U kunt ook alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt.Dit gedeelte bevat uitleg over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe Reader X is geopend op de computer.
7
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken.Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die u zoekt en klik vervolgens op Zoeken.Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst.Klik op een van de weergegeven zoekresultaten om naar de
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
betreende
pagina te gaan.
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan.Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat gedeelte.Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
Wi nd ow s: hou d d e Alt-toets ingedrukt en druk op ←.
Mac OS: houd de command-toets ingedrukt en druk op ←.
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken.Klik op Afdrukken in het menu Bestand en geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voo r be eld : 2 0-2 5
Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
8
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding

Markeringen en symbolen

Let op:
!
Instructies die zorgvuldig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
Belangrijk:
c
Instructies die moeten worden gevolgd om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende informatie en referentiegegevens.
&
Gerelateerde informatie
Koppelingen naar de verwante paragrafen.

Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding

Screenshots van de schermen van de printerdriver en Epson Scan 2 (scannerdriver) zijn van Windows 10 of
macOS High Sierra. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is aankelijk van het model en de situatie.
Aeeldingen verschillen tussen elk model, maar de gebruiksmethode
Sommige menu-items op de display variëren naargelang het model en de instellingen.
van de printer gebruikt in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine
hetzelfde.
blij

Referenties voor besturingssystemen

Windows
In deze handleiding verwijzen termen als "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows Vista", "Windows XP", "Windows Server 2016", "Windows Server 2012 R2", "Windows Server 2012", "Windows Server 2008 R2", "Windows Server 2008", "Windows Server 2003 R2" en "Windows Server 2003" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle versies ervan aan te duiden.
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Wi n do w s® 10 besturingssysteem
®
Wi n do w s® 8.1 besturingssysteem
®
Wi n do w s® 8 besturingssysteem
®
Wi n do w s® 7 besturingssysteem
®
Wi n do w s Vi st a® besturingssysteem
®
Wi n do w s® XP besturingssysteem
®
Wi n do w s® XP Professional x64 Edition besturingssysteem
®
Wi n do w s S e r ve r® 2016 besturingssysteem
®
Wi n do w s S e r ve r® 2012 R2 besturingssysteem
®
9
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
Microso® Wi n do w s S e r ve r® 2012 besturingssysteem
Microso
Microso
Microso
Microso
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar macOS High Sierra, macOS Sierra, OS X El Capitan, OS X Yosemite, OS X Mavericks, OS X Mountain Lion, Mac OS X v10.7.x en Mac OS X v10.6.8.
Wi n do w s S e r ve r® 2008 R2 besturingssysteem
®
Wi n do w s S e r ve r® 2008 besturingssysteem
®
Wi n do w s S e r ve r® 2003 R2 besturingssysteem
®
Wi n do w s S e r ve r® 2003 besturingssysteem
®
10
Gebruikershandleiding

Belangrijke instructies

Belangrijke instructies

Veiligheidsinstructies

Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken.Bewaar deze handleiding voor latere raadplegingen.Let ook op al de waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze
onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen van het apparaat.
Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden gegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
Neem contact op met uw leverancier als het lcd-scherm beschadigd is. Als u vloeistof uit het scherm op uw
handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het scherm in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Vermijd het gebruik van de telefoon tijdens onweer. Er bestaat een minieme kans op elektrische schokken door
bliksem.
Gebruik voor het melden van een gaslek geen telefoon in de directe omgeving van het lek.
11
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies

Veiligheidsinstructies voor inkt

Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
Haal de cartridge of onderhoudscassette niet uit elkaar, omdat u inkt in uw ogen of op uw huid kunt krijgen.
Schud de cartridges niet te hard en laat ze niet vallen. Wees ook voorzichtig dat u ze niet ineendrukt of hun
etiket scheurt. Omdat hierdoor inkt kan lekken.
Houd cartridges en de onderhoudscassette buiten het bereik van kinderen.

Printeradviezen en waarschuwingen

Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.

Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de printer

Blokkeer de openingen in de behuizing van de printer niet en dek deze niet af.
Gebruik uitsluitend het type voedingsbron dat is vermeld op het etiket van de printer.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als kopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draadloze telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het stopcontact, niet hoger is dan de maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en stroompieken.
Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op een manier op het apparaat worden aangesloten. Wanneer u een stekker op een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar zijn verbonden beschadigd raken.
12
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.
Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
Raak de witte, platte kabel binnen in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
Zet de printer altijd uit met de knop
stopcontact niet af zolang het lampje
Controleer voordat u de printer vervoert of de printkop zich in de uitgangspositie bevindt (uiterst rechts) en of
de cartridges aanwezig zijn.
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
P
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
P
nog knippert.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een draadloze verbinding

Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken.Wanneer u deze printer gebruikt in een medische instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing.Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de buurt van automatisch aangestuurde apparaten.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het touchscreen

Het lcd-scherm kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder.
Dit is normaal en wil geenszins zeggen dat het beschadigd is.
Maak het lcd-scherm alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
De afdekplaat van het touchscreen kan breken bij zware schokken. Neem contact op met uw leverancier als het
display barst of breekt. Raak het gebroken glas niet aan en probeer dit niet te verwijderen.
Raak het touchscreen zachtjes met uw vinger aan. Druk niet te hard en gebruik niet uw nagels.
13
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals balpennen of scherpe potloden om handelingen uit te voeren.
De werking van het touchscreen kan verminderen als gevolg van condensatie in het touchscreen veroorzaakt
door plotselinge schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid.

Uw persoonlijke gegevens beschermen

Als u de printer aan iemand anders gee of wilt weggooien, kunt u het geheugen als volgt wissen: selecteer Instel. > Standaardinst. herstellen > Alle gegevens en instellingen wissen op het bedieningspaneel.
14
Gebruikershandleiding

Basisprincipes van printer

Basisprincipes van printer

Namen en functies van onderdelen

Deksel van ADF (Automatic
A
Document Feeder — Papierlade van de automatische documentinvoer)
Invoerlade van de ADF Hiermee worden originelen automatisch ingevoerd.
B
Zijgeleider van de ADF Zorgt ervoor dat originelen recht in de printer worden ingevoerd. Schuif naar
C
ADF-documentsteun Biedt ondersteuning voor originelen.
D
Verlengstuk van ADF-uitvoerlade Bevat de originelen van het formaat Legal die uit de ADF komen. Zorg ervoor
E
ADF-uitvoerlade Bevat de originelen die uit de ADF komen.
F
Open dit om vastgelopen originelen te verwijderen uit de ADF.
de rand van de originelen.
dat u deze verlengt wanneer u originelen van het formaat Legal scant met de ADF.
15
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Uitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt.
A
Papiercassette Laadt papier.
B
Zijgeleiders Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd. Schuif deze naar de
C
randen van het papier.
Geleider voor Legal-papier Schuif uit voor papier van Legal-formaat.
D
Documentdeksel Houdt extern licht tegen tijdens het scannen.
A
Scannerglasplaat Plaats de originelen.
B
Bedieningspaneel Geeft de status van de printer weer en maakt het mogelijk printerinstellingen
C
te congureren.
Voorpaneel Openen om papier te kunnen laden in de papiercassette.
D
16
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Scannereenheid Scant de geplaatste originelen. Open de eenheid om inktpatronen te
A
vervangen of papier dat in de printer is vastgelopen, te verwijderen.
Deze eenheid blijft meestal gesloten.
Cartridgehouder Installeer de inktpatronen. Inkt komt uit de spuitkanaaltjes van de printkop.
B
Afdekking onderhoudscassette Verwijder deze afdekking wanneer u de onderhoudscassette wilt vervangen.
A
De onderhoudscassette is een houder waarin kleine hoeveelheden overtollige inkt wordt opgevangen tijdens het reinigen of afdrukken.
Achterpaneel Verwijderen bij het verwijderen van vastgelopen papier.
B
Netaansluiting Voor aansluiting van het netsnoer.
C
LAN-poort Voor aansluiting van een LAN-kabel.
D
USB-poort Voor aansluiting van een USB-kabel als verbinding met een computer.
E
EXT.-poort Voor aansluiting van externe telefoontoestellen.
F
Lijnpoort Voor aansluiting van een telefoonlijn.
G
17
Gebruikershandleiding

Bedieningspaneel

Basisprincipes van printer
A
B
C
D
E
F
Hiermee schakelt u de printer in of uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat.
Hiermee opent u het startscherm.
Gaat branden wanneer ontvangen documenten die nog niet gelezen, afgedrukt of opgeslagen zijn, in het geheugen van de printer staan.
Hiermee geeft u menu's en berichten weer.
Hiermee worden de oplossingen weergegeven wanneer u problemen ondervindt.
Houd een smart device tegen deze markering aan om rechtstreeks af te drukken of te scannen.
Conguratie basisscherm
Hierop worden items aangegeven die voor de printer als pictogram zijn ingesteld.Tik op het pictogram om de
A
huidige instellingen te controleren of elk instellingenmenu te openen.
Deze actiebalk wordt alleen op het startscherm weergegeven.
Geeft elk menu weer.
B
18
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Tussen tabbladen wisselen.
C
Geeft de instellingsitems aan.Tik op elk item om de instellingen te congureren of te wijzigen.
D
De items die grijs worden weergegeven, zijn niet beschikbaar.Tik op het item om te controleren waarom dit niet beschikbaar is.
Hiermee voert u de huidige instellingen uit.Beschikbare functies variëren afhankelijk van elk menu.
E
Deze actiebalk wordt alleen op het tabblad met basisinstellingen weergegeven.

Pictogrammen op het lcd-scherm

De volgende pictogrammen worden op het lcd-scherm weergegeven naargelang de status van de printer.
Hiermee wordt het scherm Voorraadstatus weergegeven.
U kunt controleren hoeveel inkt er nog is en hoe lang de onderhoudscassette nog meegaat (bij benadering).
Geeft de status van de netwerkverbinding aan.
Selecteer het pictogram om de instellingen te controleren en te wijzigen. Dit is de snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Wi-Fi instellen
De printer is niet verbonden met een bekabeld (ethernet-)netwerk of de verbinding is verbroken.
De printer is verbonden met een bekabeld (ethernet-)netwerk.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
De printer zoekt naar een SSID, het IP-adres is niet ingesteld of er is een probleem met het draadloze
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk.
Het aantal balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer. Hoe meer balkjes, des te sterker de verbinding is.
De printer is niet verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt).
De printer is verbonden met een draadloos (wi-)netwerk in de modus Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt).
(wi-)netwerk.
Hiermee wordt het scherm Geluidsinstellingen apparaat weergegeven. U kunt Dempen en Stille modus instellen.
Vanaf dit scherm kunt u tevens het menu Geluid openen. Dit is de snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Basisinstellingen > Geluid
Hiermee wordt aangegeven of Stille modus is ingesteld voor de printer. Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt het geluid dat door de printer wordt gemaakt gedempt. De afdruksnelheid kan hierdoor verminderen. Het geluid wordt mogelijk niet gedempt, afhankelijk van het geselecteerde papiertype en de gekozen afdrukkwaliteit.
Hiermee wordt aangegeven dat Dempen is ingesteld voor de printer.
19
Gebruikershandleiding
Hiermee wordt het scherm Informatie faxgegevens weergegeven.
Geeft aan dat er aanvullende informatie is. Selecteer het pictogram om het bericht weer te geven.
Geeft aan dat er een probleem is met de items. Selecteer het pictogram om te zien hoe u het probleem kunt oplossen.
Geeft aan dat er gegevens zijn die nog niet zijn gelezen, afgedrukt of opgeslagen. Het weergegeven getal geeft het aantal gegevensitems weer.
Gerelateerde informatie
& “Netwerkinstellingen” op pagina 61 & “Basisinstellingen” op pagina 58

Touchscreenbewerkingen

Basisprincipes van printer
Het touchscreen is compatibel met de volgende bewerkingen.
Tik ke n Druk op de items of pictogrammen of selecteer deze.
Vegen
Schuiven
Veeg snel over het scherm.
Houd de items vast en verplaats ze.
20
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer

Basishandelingen

Tik op een willekeurige plek op de instelling om deze in of uit te schakelen.
Tik op het invoerveld om de waarde, de naam enzovoort in te voeren.

Tekens invoeren

Wanneer u contactpersonen registreert, netwerkinstellingen congureert, etc. kunt u tekens en symbolen invoeren via het toetsenbord op het scherm.
Opmerking:
Beschikbare pictogrammen variëren naargelang de instelling.
21
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
A
B
C
D
E
F
G
H
I
Geeft het aantal tekens weer.
Verplaatst de cursor naar de invoerpositie.
Hiermee schakelt u tussen hoofdletters en kleine letters, of cijfers en symbolen.
Hiermee schakelt u tussen tekentypes.
: u kunt cijfers en symbolen invoeren.
: u kunt letters invoeren.
Hiermee schakelt u tussen tekentypes. U kunt alfanumerieke tekens en speciale tekens, zoals umlauten en accenten gebruiken.
Hiermee voert u veelgebruikte e-maildomeinadressen of URL's in door het item te selecteren.
Hiermee typt u een spatie.
Hiermee bevestigt u de ingevoerde tekens.
Hiermee wist u het teken links van de cursor.

Animaties bekijken

Op het lcd-scherm kunt u animaties bekijken van bedieningsinstructies, zoals het laden van papier of het verwijderen van vastgelopen papier.
Druk op de knop
. Het Help-scherm wordt weergegeven.Tik op Hoe en selecteer vervolgens de items die u
wilt bekijken.
Ti k o p Hoe onder aan het bedieningsscherm. De contextgevoelige animatie wordt weergegeven.
Geeft het totale aantal stappen en het nummer van de huidige stap weer.
A
In het voorbeeld hierboven wordt stap 3 van 4 stappen weergegeven.
Hiermee keert u terug naar de vorige stap.
B
22
Gebruikershandleiding
Geeft de voortgang in de huidige stap aan.De animatie wordt herhaald wanneer de voortgangsbalk het einde
C
bereikt.
Hiermee gaat u naar de volgende stap.
D
Basisprincipes van printer
23
Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

Netwerkinstellingen

Typen netwerkverbindingen

U kunt de volgende verbindingsmethoden gebruiken.

Ethernet-verbinding

Verbind de printer met een hub met behulp van een Ethernet-kabel.
Gerelateerde informatie
& “Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 31

Wi-Fi-verbinding

Sluit de printer en de computer of het smart device aan op het toegangspunt. Dit is de meest gebruikelijke manier van verbinden voor netwerken thuis en op kantoor waar de Wi-Fi-verbindingen worden verzorgd door een toegangspunt.
24
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 25 & “Een smart device verbinden” op pagina 26 & “Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 26

Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)

Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als toegangspunt en kunt u maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een apart toegangspunt nodig hebt. Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de printer.
Opmerking:
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) is een verbindingsmodus die is ontwikkeld als vervanging voor de ad­hocmodus.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi of Ethernet en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee via Wi-Fi, wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
Gerelateerde informatie
& “Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 30

Een computer verbinden

Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer.U kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een computer met een schijfstation.)
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
25
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
De verbindingsmethoden selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de gewenste methode om de printer met de computer te verbinden.
Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Vo l ge n d e.
Volg de instructies op het scherm.

Een smart device verbinden

U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in vanaf de volgende website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
Opmerking:
Als u tegelijkertijd een computer en een smart device met de printer wilt verbinden, wordt aangeraden als eerste de computer te verbinden.
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen congureren.Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.
Als u beschikt over de informatie voor het toegangspunt, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de instellingen handmatig congureren.
Als het toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de instellingen
26
congureren
met drukknopinstellingen.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Nadat de printer verbinding hee gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.)
Congureer geavanceerde netwerkinstellingen om een statisch IP-adres te gebruiken.
Gerelateerde informatie
& “Handmatig Wi-Fi-instellingen & “Wi-Fi-instellingen &
“Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 29
& “Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 30 & “Geavanceerde netwerkinstellingen maken” op pagina 31
congureren
congureren
via de drukknopinstelling (WPS)” op pagina 28
” op pagina 27
Handmatig Wi-Fi-instellingen congureren
U kunt de gegevens die voor de verbinding met een toegangspunt nodig zijn handmatig opgeven op het bedieningspaneel van de printer.Voor het handmatig instellen hebt u de SSID en het wachtwoord van het toegangspunt nodig.
Opmerking:
Als u een toegangspunt met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label vermeld staan.Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neem dan contact op met de persoon die het toegangspunt hee ingesteld of raadpleeg de documentatie van het toegangspunt.
1. Tik op het startscherm op .
2. Selecteer Wi - Fi (a an be vo le n) .
Als de printer al is verbonden via Ethernet, selecteert u Router.
3. Tik op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven.Tik op Instellingen wijzigen om de instellingen te wijzigen.
Als de printer al is verbonden via Ethernet, tikt u op Wij zi g na ar Wi- Fi -v er bi nd i n g. en selecteert u vervolgens Ja nadat u het bericht hebt gecontroleerd.
4.
Selecteer Wizard Wi-Fi instellen.
27
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
5. Selecteer de SSID van het toegangspunt.
Opmerking:
Als de SSID waarmee u verbinding wilt maken, niet wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer, tikt
u op Opnieuw zoeken om de lijst te vernieuwen.Als deze nog steeds niet wordt weergegeven, tikt u op Handmatig invoeren en voert u de SSID rechtstreeks in.
Als u de SSID niet kent, controleer dan of deze vermeld staat op het label van het toegangspunt.Als u het
toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u de SSID die op het label staat.
6. Tik op Voer wac htwo ord in en voer het wachtwoord in.
Opmerking:
Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig.
Als u het wachtwoord niet kent, controleer dan of het vermeld staat op het label van het toegangspunt.Als u het
toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u het wachtwoord dat op het label staat.Het wachtwoord kan ook een sleutel of wachtwoordzin worden genoemd.
Als u het wachtwoord voor het toegangspunt niet kent, raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is
geleverd of neemt u contact op met de persoon die dit hee ingesteld.
7.
Als u klaar bent, tikt u op OK.
8. Controleer de instellingen en tik vervolgens op Start installatie.
9. Tik op OK om af te sluiten.
Opmerking:
Als u geen verbinding kunt maken, laadt u normaal papier van A4-formaat en selecteert u Controlerapport afdrukken om een netwerkverbindingsrapport af te drukken.
10. Sluit het scherm Netwerkverb.inst..
Gerelateerde informatie
& “Tekens invoeren” op pagina 21 & “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 33 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 196
Wi-Fi-instellingen
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op het toegangspunt te drukken.Als aan de volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.
congureren
via de drukknopinstelling (WPS)
Het toegangspunt is compatibel met WPS (Wi-Fi Protected Setup).
De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op het toegangspunt te drukken.
Opmerking:
Als u de knop niet kunt vinden of als u instelt met behulp van de soware, raadpleeg dan de documentatie van het toegangspunt.
1. Tik op het startscherm op .
2. Selecteer Wi - Fi (a an be vo le n) .
Als de printer al is verbonden via Ethernet, selecteert u Router.
28
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
3. Tik op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven.Tik op Instellingen wijzigen om de instellingen te wijzigen.
Als de printer al is verbonden via Ethernet, tikt u op Wij zi g na ar Wi- Fi -v er bi nd i n g. en selecteert u vervolgens Ja nadat u het bericht hebt gecontroleerd.
4.
Selecteer Instellen met drukknop (WPS).
5. Houd de [WPS]-knop ingedrukt op het toegangspunt tot het beveiligingslampje knippert.
Als u niet weet waar de [WPS]-knop zit, of als het toegangspunt geen knoppen documentatie van het toegangspunt voor meer informatie.
6. Tik op Start installatie op de printer.
7. Sluit het scherm.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan het toegangspunt opnieuw, zet het dichter bij de printer en probeer het nog een keer.Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
8. Sluit het scherm Netwerkverb.inst..
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 33 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 196
raadpleeg dan de
hee,
Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)
U kunt automatisch verbinding maken met een toegangspunt door gebruik te maken van een pincode.U kunt deze methode gebruiken als uw toegangspunt WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt.Gebruik een computer om een pincode in te voeren in het toegangspunt.
1. Tik op het startscherm op
.
29
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
2. Selecteer Wi - Fi (a an be vo le n) .
Als de printer al is verbonden via Ethernet, selecteert u Router.
3. Tik op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven.Tik op Instellingen wijzigen om de instellingen te wijzigen.
Als de printer al is verbonden via Ethernet, tikt u op Wij zi g na ar Wi- Fi -v er bi nd i n g. en selecteert u vervolgens Ja nadat u het bericht hebt gecontroleerd.
4.
Selecteer Overige > Instellen met PIN (WPS).
5. Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven in te voeren in het toegangspunt. U hebt hier twee minuten de tijd voor.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
6. Tik op het bedieningspaneel van de printer op Start de instelling.
7. Sluit het scherm.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan het toegangspunt opnieuw, zet het dichter bij de printer en probeer het nog een keer.Als het nog steeds niet werkt, druk dan een verbindingsrapport af en controleer de oplossing.
8. Sluit het scherm Netwerkverb.inst..
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 33 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 196
Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) congureren
Deze methode maakt het mogelijk om de printer rechtstreeks, dus zonder toegangspunt, te verbinden met andere apparaten.De printer fungeert zelf als toegangspunt.
Belangrijk:
c
Wanneer u een computer of smart device verbindt met de printer met de Wi-Fi Direct-verbinding (Eenvoudig AP), is de printer verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als de computer of het smart device en vindt communicatie tussen de beide apparaten plaats.Omdat de computer of het smart device automatisch wordt verbonden met het andere verbindbare Wi-Fi-netwerk als de printer wordt uitgeschakeld, wordt niet opnieuw verbinding gemaakt met het vorige Wi-Fi-netwerk als de printer wordt ingeschakeld.Maak vanuit de computer of het smart device opnieuw verbinding met de SSID van de printer voor Wi-Fi Direct-verbinding (Eenvoudig AP).Als u niet steeds opnieuw verbinding wilt maken wanneer u de printer in- of uitschakelt, wordt aangeraden een Wi-Fi­netwerk te gebruiken door de printer te verbinden met een toegangspunt.
1. Tik op het startscherm op .
30
Loading...
+ 204 hidden pages