EPSON XP2100 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
NPD6104-02 NL
Gebruikershandleiding

Copyright

Copyright
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande Corporation. Er wordt geen patentaansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding. Evenmin wordt aansprakelijkheid aanvaard voor schade die voortvloeit uit het gebruik van de informatie in deze publicatie. De informatie in dit document is uitsluitend bestemd voor gebruik met dit Epson­product. Epson is niet verantwoordelijk voor gebruik van deze informatie in combinatie met andere producten.
Seiko Epson Corporation noch haar lialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit product of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan niet foutief gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering van de V.S.) het zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschrien van Seiko Epson Corporation.
Seiko Epson Corporation en haar dochterondernemingen kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen kenbaar als Original Epson Products of Epson Approved Products by Seiko Epson.
schrielijke
toestemming van Seiko Epson
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit elektromagnetische interferentie als gevolg van het gebruik van andere interfacekabels die door Seiko Epson Corporation worden aangeduid als Epson Approved Products.
© 2019 Seiko Epson Corporation
De inhoud van deze handleiding en de specicaties van dit product kunnen zonder aankondiging worden gewijzigd.
2
Gebruikershandleiding

Handelsmerken

Handelsmerken
EPSON® is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is
een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Epson Scan 2
libti
Copyright © 1988-1997 Sam Leer
Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this soware and its documentation for any purpose is hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in all copies of the soware and related documentation, and (ii) the names of Sam Leer and Silicon Graphics may not be used in any advertising or publicity relating to the soware without the specic, prior written permission of Sam Leer and Silicon Graphics.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS, IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL, INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT ADVISED OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.
QR Code is a registered trademark of DENSO WAVE INCORPORATED in Japan and other countries.
Intel
Microso
Apple, Macintosh, macOS, OS X, Bonjour, ColorSync, Safari, iPad, iPhone, iPod touch, and iTunes are
is a registered trademark of Intel Corporation.
®
trademarks of Apple Inc., registered in the U.S. and other countries.
soware
, Windows®, and Windows Vista® are registered trademarks of Microso Corporation.
®
is based in part on the work of the Independent JPEG Group.
Google Cloud Print, Chrome, Chrome OS, Google Play and Android are trademarks of Google LLC.
Adobe and Adobe Reader are either registered trademarks or trademarks of Adobe Systems Incorporated in the
United States and/or other countries.
Algemene opmerking: andere productnamen vermeld in deze uitgave, dienen uitsluitend als identicatie en
kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars.Epson maakt geen enkele aanspraak op enige rechten op deze handelsmerken.
3
Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave
Copyright
Handelsmerken
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen................8
Informatie zoeken in de handleiding.............8
Markeringen en symbolen...................10
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding. . . . . . 10
Referenties voor besturingssystemen............10
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................11
Veiligheidsinstructies voor inkt..............11
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 12
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 12
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer.......................... 12
Adviezen en waarschuwingen voor het
vervoeren of opslaan van de printer.......... 13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 13
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........13
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen.............14
Bedieningspaneel..........................16
Knoppen en functies..................... 16
Lampjes en printerstatus...................17
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen..................21
Wi-Fi-verbinding........................21
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt)..........................21
Een computer verbinden.................... 22
Een smart device verbinden..................23
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer. . . . . 23
Wi-Fi-instellingen congureren via de
drukknopinstelling.......................24
Wi - F i - i n s t e l l i n g e n
pincode-instelling (WPS)..................25
congureren
via de
Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)
De status van de netwerkverbinding controleren. . . 27
De netwerkstatus controleren met het
netwerklampje..........................27
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . . 28
Een netwerkstatusvel afdrukken...............33
Draadloze routers vervangen of toevoegen. . . . . . . 34
De verbindingsmethode met een computer
wijzigen.................................34
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel..........................35
congureren
....... 26
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking. . . . . 36
Beschikbaar papier en capaciteiten.............37
Origineel Epson-papier................... 37
Commercieel beschikbaar papier............ 38
Papier voor randloos afdrukken.............38
Papier voor dubbelzijdig afdrukken...........39
Lijst met papiertypen.....................39
Papier laden in de Papiertoevoer achter..........39
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen
Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te
scannen.................................44
Afdrukken
Afdrukken vanaf een computer................45
Basisprincipes voor afdrukken — Windows. . . . . 45
Basisprincipes — Mac OS..................46
Dubbelzijdig afdrukken (alleen voor Windows). . 49
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 50
Afdruk aanpassen aan papierformaat. . . . . . . . . 51
Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen
voor Windows)......................... 53
Eén aeelding afdrukken op meerdere vellen om een poster te maken (alleen voor Windows). . 54
Geavanceerde functies gebruiken voor
afdrukken.............................60
Afdrukken met Smart Devices................63
Epson iPrint gebruiken....................63
Epson Print Enabler gebruiken..............65
Afdrukken annuleren.......................65
4
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Afdrukken annuleren — Printertoets......... 65
Afdrukken annuleren - Windows............ 65
Afdrukken annuleren — Mac OS............ 66
Kopiëren
Normaal kopiëren.........................67
Meerdere kopieën maken....................67
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel..............68
Scannen vanaf een computer................. 68
Scannen met Epson Scan 2.................68
Scannen met smart-apparaten................ 75
Epson iPrint installeren...................75
Scannen met Epson iPrint................. 75
Inktpatronen vervangen
Het inktpeil controleren.....................77
Het inktpeil controleren - Windows...........77
Het inktniveau controleren — Mac OS........77
Codes van de cartridges.....................77
Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen........78
Inktcartridges vervangen (wanneer het
inktlampje brandt of knippert)................81
Inktcartridges vervangen (wanneer het
inktlampje uit is)..........................85
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken.............89
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken —
Windows..............................89
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Mac OS. . 90
Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna op
is (uitsluitend voor Windows).................91
De printer onderhouden
Voorkomen dat de printkop uitdroogt...........93
De printkop controleren en reinigen............93
De printkop controleren en schoonmaken —
knoppen op printer......................93
De printkop controleren en schoonmaken -
Windows..............................95
De printkop controleren en reinigen — Mac OS. .95
De printkop uitlijnen.......................95
De printkop uitlijnen — Windows............95
De printkop uitlijnen — Mac OS.............96
Het papiertraject reinigen....................96
De Scannerglasplaat reinigen.................97
Het doorschijnende folie reinigen..............97
Stroom besparen..........................99
Stroom besparen — Windows...............99
Stroom besparen — Mac OS...............100
Netwerkservice en softwareinformatie
De service van Epson Connect............... 101
Toepassing voor het congureren van printerbewerkingen (Web
Web Cong uitvoeren op een browser........102
Web Cong uitvoeren op Windows..........102
Web Cong uitvoeren op Mac OS...........103
Windows-printerdriver.....................103
Uitleg bij de printerdriver voor Windows. . . . . . 104
Bedieningsinstellingen voor Windows-
printerdriver congureren................ 106
Mac OS-printerstuurprogramma..............106
Uitleg bij het printerstuurprogramma voor
Mac OS..............................107
Bedieningsinstellingen voor Mac OS-
printerdriver congureren................ 109
Toepassing voor het scannen van documenten
en aeeldingen (Epson Scan 2)...............109
De netwerkscanner toevoegen..............110
Toepassing voor het congureren van scanbewerkingen vanaf het bedieningspaneel
(Epson Event Manager).................... 110
Toepassing voor het afdrukken van
aeeldingen (Epson Photo+)................111
Hulpprogramma's voor soware-updates (EPSON
Toepassingen installeren....................112
Toepassingen en rmware bijwerken...........113
Toepassingen verwijderen...................113
Soware
Toepassingen verwijderen — Windows. . . . . . . 113
Toepassingen verwijderen — Mac OS. . . . . . . . 114
Updater)................. 111
).............101
Cong
Problemen oplossen
De printerstatus controleren.................116
Lampjes en printerstatus..................116
De printerstatus controleren - Windows. . . . . . .119
De printerstatus controleren — Mac OS. . . . . . 119
Vastgelopen papier verwijderen...............119
Vastgelopen papier verwijderen uit de
Papiertoevoer achter.....................120
Vastgelopen papier uit de uitvoerlade
verwijderen...........................120
5
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Vastgelopen papier binnen in de printer
verwijderen...........................120
Papier wordt niet goed ingevoerd.............122
Papier loopt vast........................122
Papier wordt schuin ingevoerd.............123
Er worden meerdere vellen papier tegelijk
uitgevoerd............................123
Problemen met stroomtoevoer en
bedieningspaneel.........................123
De stroom wordt niet ingeschakeld..........123
De stroom wordt niet uitgeschakeld......... 123
Stroom schakelt automatisch uit............123
Kan niet afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . 124
De verbinding controleren (USB)...........124
De verbinding controleren (netwerk).........124
De soware en gegevens controleren.........125
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Windows)....................127
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Mac OS).....................128
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren............................128
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten
terwijl de netwerkinstellingen correct zijn. . . . . 128
U kunt geen verbinding maken via Wi-Fi
Direct (eenvoudig toegangspunt)........... 130
De SSID controleren waarmee de printer is
verbonden............................131
De SSID voor de computer controleren.......132
Verbindingen via een draadloos netwerk (Wi­Fi) worden instabiel bij gebruik van USB 3.0-
apparaten op een Mac....................133
Afdrukproblemen........................ 133
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren. . . 133 Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren. .133 Gekleurde streepvorming zichtbaar met een
tussenafstand van ongeveer 2.5 cm..........134
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of
verkeerde uitlijning..................... 134
Afdrukkwaliteit is slecht..................135
Papier vertoont vlekken of is bekrast.........136
Afgedrukte foto's zijn plakkerig.............136
Aeeldingen of foto's worden afgedrukt met
de verkeerde kleuren.................... 136
De kleuren verschillen van wat u op het
scherm ziet........................... 137
Kan niet afdrukken zonder marges..........137
Randen van de aeelding vallen weg bij het
randloos afdrukken..................... 137
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn
niet juist............................. 137
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 138
De afgedrukte aeelding is omgekeerd. . . . . . . 138
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken. . . . .139
Op de gekopieerde afdruk verschijnen ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte
lijnen................................139
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde aeelding
De achterkant van het origineel is te zien op
de gekopieerde aeelding.................139
Het probleem kon niet worden opgelost.......139
Overige afdrukproblemen...................140
Afdrukken verloopt te traag...............140
De afdruk- of kopieersnelheid neemt sterk af
tijdens een continue bewerking.............140
Kan niet beginnen met scannen.............. 140
Kan scannen niet starten via bedieningspaneel. .141
Problemen met gescande aeeldingen......... 141
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort worden weergegeven bij scannen vanaf de
glasplaat van de scanner..................141
De aeeldingskwaliteit is ruw..............142
De oset schijnt door in de achtergrond van
aeeldingen.......................... 142
De tekst is onscherp.....................142
Moiré-patronen (webachtige schaduwen)
verschijnen........................... 142
Kan het juiste gebied niet scannen op de
glasplaat............................. 143
Kan geen voorbeeld weergeven in umbnail. . 143 Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik
opsla als een Searchable PDF...............143
Problemen in gescande aeelding kunnen
niet worden opgelost.................... 144
Andere scanproblemen.....................145
Scannen verloopt te traag.................145
De scansnelheid neemt sterk af tijdens het
continu scannen........................145
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/
Multi-TIFF........................... 145
Overige problemen........................145
Lichte elektrische schok wanneer u de printer
aanraakt............................. 145
Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 146
Soware wordt geblokkeerd door een rewall
(alleen Windows).......................146
............................139
Bijlage
Technische specicaties.................... 147
6
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Printer specicaties..................... 147
Scannerspecicaties.....................148
Interface-specicaties....................148
Lijst met netwerkfuncties.................149
Wi-Fi-specicaties......................149
Beveiligingsprotocol.....................150
Ondersteunde services van derden.......... 150
Dimensies............................150
Elektrische specicaties.................. 150
Omgevingsspecicaties...................151
Systeemvereisten.......................151
Regelgevingsinformatie.................... 152
Normen en goedkeuringen................152
Beperkingen op het kopiëren.............. 152
De printer vervoeren en opslaan..............153
Hulp vragen.............................155
Technische ondersteuning (website)......... 155
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................155
7
Gebruikershandleiding

Over deze handleiding

Over deze handleiding

Introductie tot de handleidingen

De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Raadpleeg naast de handleidingen, ook de Help in de verschillende Epson-sowaretoepassingen.
Belangrijke veiligheidsvoorschrien (gedrukte handleiding)
Bevat instructies om deze printer veilig te gebruiken.
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer, het installeren van de soware, het gebruik van de printer, het oplossen van problemen enzovoort.
Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Gee algemene informatie en instructies over het gebruik van de printer, over netwerkinstellingen bij het gebruik van de printer op een netwerk, en over het oplossen van problemen.
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/Support) of de wereldwijde ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
Digitale handleiding
Start EPSON Soware Updater op uw computer. EPSON Soware Updater controleert of er updates beschikbaar zijn voor Epson-toepassingen of digitale handleidingen en laat u vervolgens de meest recente versie downloaden.
Gerelateerde informatie
& “Hulpprogramma's voor
soware-updates
(EPSON
Soware
Updater)” op pagina 111

Informatie zoeken in de handleiding

In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan met behulp van de bladwijzers.U kunt ook alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt.Dit gedeelte bevat uitleg over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe Reader X is geopend op de computer.
8
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken.Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die u zoekt en klik vervolgens op Zoeken.Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst.Klik op een van de weergegeven zoekresultaten om naar de
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
betreende
pagina te gaan.
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan.Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat gedeelte.Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
Wi n dow s: h ou d de Alt-toets ingedrukt en druk op ←.
Mac OS: houd de command-toets ingedrukt en druk op ←.
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken.Klik op Afdrukken in het menu Bestand en geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voor b e el d: 20 -2 5
Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
9
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding

Markeringen en symbolen

Let op:
!
Instructies die nauwkeurig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
Belangrijk:
c
Instructies die moeten worden nageleefd om schade aan de apparatuur te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende en referentie-informatie.
Gerelateerde informatie
& Koppelingen naar gerelateerde gedeelten.

Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding

Screenshots van de schermen van de printerdriver en Epson Scan 2 (scannerdriver) zijn van Windows 10 of
macOS Mojave. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is
De aeeldingen in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine verschillen tussen elk
model, maar de gebruiksmethode
U kunt de QR-code scannen met de speciale app.
blij
hetzelfde.
aankelijk
van het model en de situatie.

Referenties voor besturingssystemen

Windows
In deze handleiding verwijzen termen zoals "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows Vista", en "Windows XP" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle versies ervan aan te duiden.
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Microso
Wi n dow s® 10 besturingssysteem
®
Wi n dow s® 8.1 besturingssysteem
®
Wi n dow s® 8 besturingssysteem
®
Wi n dow s® 7 besturingssysteem
®
Wi n dow s Vi s ta® besturingssysteem
®
Wi n dow s® XP besturingssysteem
®
Wi n dow s® XP Professional x64 Edition besturingssysteem
®
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar macOS Mojave, macOS High Sierra, macOS Sierra, OS X El Capitan, OS X Yosemite, OS X Mavericks, OS X Mountain Lion, Mac OS X v10.7.x en Mac OS X v10.6.8.
10
Gebruikershandleiding

Belangrijke instructies

Belangrijke instructies

Veiligheidsinstructies

Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken.Bewaar deze handleiding voor latere raadplegingen.Let ook op al de waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze
onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen van het apparaat.
Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden gegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.

Veiligheidsinstructies voor inkt

Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
Haal de cartridge niet uit elkaar, omdat u inkt in uw ogen of op uw huid kunt krijgen.
Schud de cartridges niet te hard en laat ze niet vallen. Wees ook voorzichtig dat u ze niet ineendrukt of hun
etiket scheurt. Omdat hierdoor inkt kan lekken.
Houd cartridges buiten het bereik van kinderen.
11
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies

Printeradviezen en waarschuwingen

Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.

Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de printer

Blokkeer de openingen in de behuizing van de printer niet en dek deze niet af.
Gebruik uitsluitend het type voedingsbron dat is vermeld op het etiket van de printer.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als kopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draadloze telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het stopcontact, niet hoger is dan de maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en stroompieken.
Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op een manier op het apparaat worden aangesloten. Wanneer u een stekker op een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar zijn verbonden beschadigd raken.
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer

Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
Raak de witte, platte kabel binnen in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
12
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
P
Zet de printer altijd uit met de knop
stopcontact niet af zolang het lampje
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
P
nog knippert.

Adviezen en waarschuwingen voor het vervoeren of opslaan van de printer

Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Controleer vóór het vervoeren van de printer of de printkop zich in de uitgangspositie (uiterst rechts) bevindt.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een draadloze verbinding

Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken.Wanneer u deze printer gebruikt in een medische instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing.Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de buurt van automatisch aangestuurde apparaten.

Uw persoonlijke gegevens beschermen

Als u de printer aan iemand anders doorgee of afvoert, dient u eerst de standaard netwerkinstellingen te herstellen met behulp van de knoppen op de printer.
Gerelateerde informatie
& “Bedieningspaneel” op pagina 16
13
Gebruikershandleiding

Basisprincipes van printer

Basisprincipes van printer

Namen en functies van onderdelen

Zijgeleider Zorgen ervoor dat het papier recht in de printer wordt
A
ingevoerd. Schuif ze naar de randen van het papier.
Papiertoevoer achter Laadt papier.
B
Papiersteun Ondersteuning voor geladen papier.
C
Invoerbescherming Voorkomt dat ongewenste zaken in de printer
D
terechtkomen. Laat deze bescherming over het algemeen dicht.
Uitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt.
E
Bedieningspaneel Voor bediening van de printer.
F
14
Gebruikershandleiding
Steun van scannereenheid Ondersteuning voor de scannereenheid.
A
Cartridgehouder Installeer de cartridges. Aan de onderkant komt inkt uit
B
Basisprincipes van printer
de spuitkanaaltjes van de printkop.
C
A
Documentdeksel Houdt het licht van buitenaf tegen tijdens het scannen.
A
Scannerglasplaat Plaats de originelen.
B
Scannereenheid Scant de originelen die u hebt geplaatst. Open dit om
C
B
cartridges te vervangen of papier dat in de printer is vastgelopen, te verwijderen.
Netaansluiting Voor aansluiting van het netsnoer.
A
USB-poort Voor aansluiting van een USB-kabel als verbinding met
B
een computer.
15
Gebruikershandleiding
Gerelateerde informatie
& “Bedieningspaneel” op pagina 16

Bedieningspaneel

Knoppen en functies

Basisprincipes van printer
A
B
C
D
E
F
Hiermee schakelt u de printer in of uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact nadat u hebt gecontroleerd of het aan/uit-lampje uit staat.
Wanneer er een netwerkfout optreedt, drukt u op deze knop om de fout te wissen. Houd deze knop langer dan vijf seconden ingedrukt om Wi-Fi automatisch in te stellen met de WPS-drukknop.
Hiermee drukt u een netwerkverbindingsrapport af waarin u de oorzaak kunt achterhalen van problemen die u mogelijk ervaart tijdens het gebruik van de printer in een netwerk. Als u gedetailleerdere netwerkinstellingen en verbindingsstatus nodig hebt, houdt u deze knop gedurende ten minste vijf seconden ingedrukt om een netwerkstatusrapport af te drukken.
Hiermee start u het kopiëren in zwart-wit op gewoon A4-papier. Druk met tussenpozen van 1 seconde op deze knop om het aantal exemplaren te verhogen (tot 20 exemplaren).
Hiermee start u het kopiëren in kleur op gewoon A4-papier. Druk met tussenpozen van 1 seconde op deze knop om het aantal exemplaren te verhogen (tot 20 exemplaren).
Hiermee stopt u de actieve bewerking.
P
Houd deze knop vijf seconden ingedrukt tot de knop
Wanneer het lampje
H
lampje bewegen om de cartridge te vervangen.
knippert of dooft, houdt u deze knop 10 seconden ingedrukt totdat de inktcartridgehouder begint te
H
begint te branden, drukt u op deze knop om de inktcartridges te vervangen. Wanneer het
knippert om een printkopreiniging uit te voeren.
Functies van knoppencombinaties
Er zijn meer functies beschikbaar met andere combinaties van knoppen.
+
Scannen naar een computer
Druk de knoppen is aangesloten en te scannen naar een pdf-bestand.
en tegelijk in om software te starten op een computer die via USB
16
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
+ of
+
+
+
+
Kopiëren in conceptmodus
y
Druk tegelijkertijd op de knoppen
De conceptmodus is niet beschikbaar voor gebruikers in West-Europa.
Instellen via pincode (WPS)
Houd de knoppen starten.
Instellen via Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)
Houd de knoppen toegangspunt) te starten.
Standaard netwerkinstellingen herstellen
Zet de printer aan met de knop te herstellen. Wanneer de netwerkinstellingen zijn hersteld, wordt de printer ingeschakeld en knipperen de netwerkstatuslampjes afwisselend.
Een spuitkanaaltjespatroon afdrukken
Zet de printer aan met de knop
en tegelijk ingedrukt om het instellen met de pincode (WPS) te
en tegelijk ingedrukt om het instellen van Wi-Fi Direct (eenvoudig
en of om in conceptmodus te kopiëren.
ingedrukt om de standaardinstellingen voor het netwerk
y
ingedrukt om het testpatroon af te drukken.
Gerelateerde informatie
& “Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 25 & “Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 26 & “De netwerkinstellingen herstellen op het bedieningspaneel” op pagina 35 & “De printkop controleren en schoonmaken — knoppen op printer” op pagina 93

Lampjes en printerstatus

Lampjes op het bedieningspaneel geven de status van de printer aan.
Status Normaal
: aan
Lampje Status
De printer is verbonden met een draadloos netwerk (Wi-Fi).
De printer is verbonden met een netwerk in de modus Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt).
17
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Status Storing
Als er een storing optreedt, begint het lampje te branden of te knipperen. Op het computerscherm wordt meer informatie over de fout weergegeven.
/ : aan
/ : knippert
Lampje Status Oplossingen
Er is een Wi-Fi-verbindingsfout opgetreden. Druk op de knop om de fout te wissen en
probeer het opnieuw.
Er is een cartridge opgebruikt of er is onvoldoende inkt in de cartridge om inkt te kunnen laden.
Een van de cartridges is niet geïnstalleerd. Installeer de cartridge.
Een van de cartridges is niet herkend. Druk de cartridge goed aan.
Er is een niet-ondersteunde cartridge geïnstalleerd.
Een van de cartridges is bijna opgebruikt.
U kunt blijven afdrukken tot het lampje begint te branden.
Er is geen papier geladen of meer dan één vel tegelijk ingevoerd.
Knippert langzaam (met tussenpozen van 1,25 seconde)
Er is een papierstoring opgetreden.
H
Voor een optimale afdrukkwaliteit en bescherming van de printkop blijft een variabele inktreserve in de inktcartridge achter op het moment dat de printer aangeeft dat u de cartridge moet vervangen. Vervang de inktcartridge door een nieuwe.
Installeer een cartridge die wel door deze printer wordt ondersteund.
De cartridges die bij de printer worden geleverd, kunnen niet worden gebruikt als vervanging.
Nieuwe cartridge bij de hand houden. U kunt het inktpeil controleren op de computer.
Laad papier en druk op de knop
Verwijder het papier en druk op de knop
of .
of .
Knippert snel (met tussenpozen van 0,5 seconde)
Er is papier achtergebleven in de printer.
De printer is niet op de juiste wijze
uitgeschakeld.*
De spuitkanaaltjes zijn mogelijk
ingedroogd en verstopt omdat de printer is uitgeschakeld tijdens het uitvoeren van een afdruktaak.
* De stroom is uitgeschakeld met een stekkerdoos of schakelaar, de stekker is uit het stopcontact genomen of er is een stroomstoring opgetreden.
18
Laad papier van A4-formaat in de papiertoevoer
achter en druk op de knop binnen in de printer te verwijderen. Laad papier in de afdrukstand staand.
Het wordt aanbevolen een
spuitkanaaltjescontrole uit te voeren nadat u de foutmelding hebt verwijderd door op de knop
of te drukken. Annuleer afdruktaken die
in behandeling zijn.
Zorg ervoor dat u op de knop
printer uit te schakelen.
of om het papier
P
drukt om de
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Lampje Status Oplossingen
Knipperen tegelijkertijd
Een inktkussentje van de printer nadert of is aan het einde van zijn levensduur.
Knipperen afwisselend
Een inktkussentje voor randloos afdrukken nadert of is aan het einde van zijn levensduur.
De inktkussentjes moeten worden vervangen.
Neem contact op met Epson of een door Epson geautoriseerde dienstverlener om het inktkussen te
vervangen. gebruiker worden vervangen.
Wanneer op de computer een bericht wordt weergegeven dat u kunt doorgaan met afdrukken,
drukt u op de knop afdrukken. De lampjes stoppen voorlopig met knipperen. Totdat het inktkussentje wordt vervangen, zullen de lampjes echter nog regelmatig knipperen.
Het inktkussentje voor randloos afdrukken moet worden vervangen.
Neem contact op met Epson of een door Epson geautoriseerde dienstverlener om het inktkussen te
vervangen. gebruiker worden vervangen.
Wanneer op de computer een bericht wordt weergegeven dat u kunt doorgaan met afdrukken,
drukt u op de knop afdrukken. De lampjes stoppen voorlopig met knipperen. Totdat het inktkussentje wordt vervangen, zullen de lampjes echter nog regelmatig knipperen.
Randloos afdrukken is niet beschikbaar. Afdrukken met rand is wel beschikbaar.
*1
Dit onderdeel kan niet door de
of om door te gaan met
*1
Dit onderdeel kan niet door de
of om door te gaan met
De printer is in de herstelmodus gestart omdat de rmware-update is mislukt.
Er is een printerfout opgetreden. Open de scannereenheid en verwijder al het papier
Volg de onderstaande stappen om opnieuw te proberen de rmware bij te werken.
1. Sluit de computer en de printer met een USB-kabel op elkaar aan. (In de herstelmodus kunt u de rmware niet via een netwerkverbinding bijwerken.)
2. Ga naar uw lokale Epson-website voor verdere instructies.
en beschermmateriaal uit de printer. Schakel het apparaat uit en vervolgens weer in.
Als de fout blijft optreden na het uit- en inschakelen, dient u contact op te nemen met de klantenservice van Epson.
*1 Bij sommige afdrukcycli kan een heel klein beetje overtollige inkt op het inktkussentje komen. Om te voorkomen dat er inkt uit het kussentje lekt, is de printer ontworpen om het afdrukken te stoppen wanneer het kussentje de limiet bereikt. Of en hoe vaak dit nodig is, hangt af van het aantal pagina's dat u afdrukt, het soort materiaal waarop u afdrukt en het aantal reinigingsprocedures dat door het apparaat wordt uitgevoerd. Dat het kussentje moet worden vervangen, wil niet zeggen dat uw printer niet meer volgens de
specicaties
functioneert. Als het kussentje moet worden vervangen, wordt er op de printer een melding weergegeven. Het kussentje kan alleen worden vervangen door een erkende Epson-serviceprovider. De kosten voor deze vervanging vallen niet onder de garantie van Epson.
19
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
Gerelateerde informatie
& “Vastgelopen papier verwijderen” op pagina 119 & “Contact opnemen met de klantenservice van Epson” op pagina 155 & “Toepassingen installeren” op pagina 112 & “Toepassingen en rmware bijwerken” op pagina 113
20
Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

Netwerkinstellingen

Typen netwerkverbindingen

U kunt de volgende verbindingsmethoden gebruiken.

Wi-Fi-verbinding

Sluit de printer en de computer of het smart device aan op de draadloze router. Dit is de meest gebruikelijke manier van verbinden voor netwerken thuis en op kantoor waar de Wi-Fi-verbindingen worden verzorgd door een draadloze router.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 22 & “Een smart device verbinden” op pagina 23 & “Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 23

Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)

Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als draadloze router en kunt u maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een gewone draadloze router nodig hebt.
21
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de printer.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee via Wi-Fi, wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
Gerelateerde informatie
& “Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 26

Een computer verbinden

Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer. U kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethoden selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de gewenste methode om de printer met de computer te verbinden.
22
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Vo l ge n d e.
Volg de instructies op het scherm.

Een smart device verbinden

U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in vanaf de volgende website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
Opmerking:
Als u tegelijkertijd een computer en een smart device met de printer wilt verbinden, wordt aangeraden als eerste de computer in te stellen met het installatieprogramma.
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.
Als de draadloze router WPS ondersteunt, kunt u de instellingen congureren met drukknopinstellingen.
congureren.
Nadat de printer verbinding dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.).
gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat
hee
23
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Gerelateerde informatie
& “Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling” op pagina 24 & “Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 25 & “Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) congureren” op pagina 26
Wi-Fi-instellingen
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op de draadloze router te drukken. Als aan de volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.
De draadloze router is compatibel met WPS (Wi-Fi Protected Setup).
De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op de draadloze router te drukken.
1. Houd de knop [WPS] op de draadloze router ingedrukt tot het beveiligingslampje knippert.
Als u niet weet waar de [WPS]-knop zit, of als de draadloze router geen knoppen hee, raadpleeg dan de documentatie van de draadloze router voor meer informatie.
congureren
via de drukknopinstelling
2. Houd de knop
afwisselend knipperen.
Het instellen van de verbinding begint. Het lampje gebracht.
op de printer ten minste vijf seconden ingedrukt totdat de lampjes en
wordt groen als er een verbinding tot stand is
24
Gebruikershandleiding
Opmerking:
Netwerkinstellingen
De printer is in een verbindingsfoutstatus wanneer het lampje Nadat u de printerfout hebt opgelost door te drukken op de knop opnieuw, waarna u het toegangspunt dichter bij de printer zet en het nog een keer probeert. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 27 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 128
Wi-Fi-instellingen
U kunt verbinding maken met een draadloze router door gebruik te maken van een pincode die staat afgedrukt op het netwerkstatusvel. U kunt deze methode gebruiken als uw draadloze router WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt. Gebruik een computer om een pincode in te voeren in de draadloze router.
1.
Papier laden.
congureren
via de pincode-instelling (WPS)
uit is en het lampje tegelijkertijd knippert.
op de printer, start u de draadloze router
2. Houd de knop
Het netwerkstatusvel wordt afgedrukt.
Opmerking:
Wanneer u de knop pincode wordt niet in dit rapport afgedrukt.
3.
Houd de knop
4. Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die in de kolom [WPS-PIN Code] van het netwerkstatusvel
wordt weergegeven in te voeren in de draadloze router. U hebt hiervoor twee minuten de tijd.
Het lampje
op de printer gedurende ten minste 5 seconden ingedrukt.
binnen 5 seconden loslaat, wordt er een netwerkverbindingsrapport afgedrukt.Let op: de
ingedrukt en druk op de knop tot de lampjes en afwisselend knipperen.
wordt groen als er een verbinding tot stand is gebracht.
25
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van de draadloze router voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
De printer is in een verbindingsfoutstatus wanneer het lampje
knippert. Nadat u de printerfout hebt opgelost door te drukken op de knop router opnieuw, waarna u het toegangspunt dichter bij de printer zet en het nog een keer probeert. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 33 & “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 27 & “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 128
uit is en het lampje tegelijkertijd
op de printer, start u de draadloze
Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) congureren
Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met apparaten. De printer fungeert zelf als draadloze router.
1. Houd de knop
Wacht totdat het proces is voltooid.
Het lampje
Opmerking:
Als u Wi-Fi Direct eenmaal inschakelt, blij deze functie ingeschakeld totdat u de standaard netwerkinstellingen herstelt.
2. Papier laden.
3. Houd de knop
Het netwerkstatusvel wordt afgedrukt.U kunt de SSID en het Wachtwoord voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) op dit vel controleren.
Opmerking:
Wanneer u de knop rekening mee dat de SSID en het Wachtwoord voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) niet in dit rapport worden afgedrukt.
ingedrukt en druk op de knop tot de lampjes en afwisselend knipperen.
wordt groen als er een verbinding tot stand is gebracht.
op de printer gedurende ten minste 5 seconden ingedrukt.
binnen 5 seconden loslaat, wordt er een netwerkverbindingsrapport afgedrukt.Houd er
26
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
4. Selecteer op het netwerkverbindingsscherm van de computer of het Wi-Fi-scherm van het smart device
dezelfde SSID die op het netwerkstatusvel wordt weergegeven om verbinding te maken.
5. Voer op de computer of het smart device het wachtwoord in dat wordt weergegeven op het netwerkstatusvel.
U kunt de status van Wi-Fi Direct controleren op het netwerkstatusvel.
Opmerking: Als u verbinding maakt vanaf een smart device met Wi-Fi Direct-verbinding (voor Android)
Als u verbinding maakt met behulp van een Android-apparaat en verbinding maakt met de printer via Wi-Fi Direct,
knipperen de lampjes
Druk op de knop
Druk op de knop
Zie voor meer informatie tTips op de volgende website.
http://epson.sn > Ondersteuning
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 33 & “De netwerkstatus controleren met het netwerklampje” op pagina 27 & “U kunt geen verbinding maken via Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)” op pagina 130
om het verbindingsverzoek te weigeren.
en op de printer tegelijkertijd.
om het verbindingsverzoek goed te keuren.

De status van de netwerkverbinding controleren

U kunt de netwerkstatus als volgt controleren.

De netwerkstatus controleren met het netwerklampje

U kunt de netwerkverbindingsstatus controleren met het netwerklampje op het bedieningspaneel van de printer.
Gerelateerde informatie
& “Bedieningspaneel” op pagina 16
27
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen

Een netwerkverbindingsrapport afdrukken

U kunt een netwerkverbindingsrapport afdrukken om de status tussen de printer en de draadloze router te controleren.
1. Papier laden.
2. Druk op de knop
Het netwerkverbindingsrapport wordt afgedrukt.
Gerelateerde informatie
& “Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport” op pagina 28
.
Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport
Controleer de berichten en foutcodes op het netwerkverbindingsrapport en volg dan de oplossingen.
a. Foutcode
b. Berichten over de netwerkomgeving
28
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Gerelateerde informatie
& “E-1” op pagina 29 & “E-2, E-3, E-7” op pagina 29 & “E-5” op pagina 30 & “E-6” op pagina 30 & “E-8” op pagina 31 & “E-9” op pagina 31 & “E-10” op pagina 31 & “E-11” op pagina 32 & “E-12” op pagina 32 & “E-13” op pagina 32 & “Bericht over de netwerkomgeving” op pagina 33
E-1
Oplossingen:
Controleer of de ethernetkabel goed is aangesloten op uw printer en op uw hub of een ander netwerkapparaat.
Controleer of uw hub of een ander netwerkapparaat is ingeschakeld.
Als u de printer wilt verbinden via wi, moet u de wi-instellingen opnieuw opgeven omdat dit is
uitgeschakeld.
E-2, E-3, E-7
Oplossingen:
Controleer of uw draadloze router is ingeschakeld.
Controleer of uw computer of apparaat correct is aangesloten op de draadloze router.
Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Plaats de printer dichter bij uw draadloze router en verwijder alle eventuele obstakels ertussen.
Als u de SSID handmatig hebt ingevoerd, moet u controleren of deze correct is. Controleer de SSID op het
gedeelte Netwerkstatus op het netwerkverbindingsrapport.
Als een draadloze router meerdere SSID’s hee, selecteert u de SSID die wordt weergegeven. Wanneer de SSID
een niet-compatibele frequentie gebruikt, toont de printer deze niet.
Als u een drukknopinstelling gebruikt voor het tot stand brengen van een netwerkverbinding, moet u
controleren of uw draadloze router WPS ondersteunt. U kunt de drukknopinstelling niet gebruiken als uw draadloze router WPS niet ondersteunt.
Controleer of uw SSID alleen ASCII-tekens (alfanumerieke tekens en symbolen) gebruikt. De printer kan geen
SSID die niet-ASCII-tekens bevat, weergeven.
Zorg dat u uw SSID en wachtwoord kent voordat u verbinding maakt met de draadloze router. Als u een
draadloze router gebruikt met de standaardinstellingen, bevinden de SSID en het wachtwoord zich op het label op de draadloze router. Als u uw SSID en het wachtwoord niet kent, neemt u contact op met de persoon die de draadloze routers hee ingesteld of raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze router is geleverd.
29
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Als u wilt verbinden met een SSID die is gegenereerd met behulp van de tethering-functie van een smart device,
controleert u de SSID en het wachtwoord in de documentatie die bij het smart device is geleverd.
Als uw wi-verbinding plots wordt verbroken, controleert u de onderstaande voorwaarden. Als een of meer van
deze voorwaarden van toepassing zijn, stelt u uw netwerkinstellingen opnieuw in door de volgende website te downloaden en uit te voeren.
http://epson.sn > Instellen
Er is een ander smart device toegevoegd aan het netwerk met behulp van de drukknopinstelling.
Het wi-netwerk is ingesteld met een andere methode dan de drukknopinstelling.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 22 & “Wi-Fi-instellingen
congureren
op de printer” op pagina 23
soware
van de
E-5
Oplossingen:
Zorg dat het beveiligingstype van de draadloze router is ingesteld op een van het volgende. Als dat niet het geval is, wijzigt u het beveiligingstype op de draadloze router en stelt u de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
WEP-64 bit (40-bits)
WEP-128 bit (104-bits)
WPA PSK (TKIP/AES)
WPA2 PSK (TKIP/AES)
WPA (TKIP/AES)
WPA2 (TKIP/AES)
* WPA PSK wordt ook wel WPA Personal genoemd. WPA2 PSK wordt ook wel WPA2 Personal genoemd.
*
*
E-6
Oplossingen:
Controleer of MAC
printer zodat het niet wordt gelterd. Raadpleeg de documentatie die bij de draadloze router is geleverd voor details. U kunt het MAC-adres van de printer controleren onder het gedeelte Netwerkstatus in het netwerkverbindingsrapport.
-adreslter
is uitgeschakeld. Als dit is ingeschakeld, registreert u het MAC-adres van de
Als uw draadloze router gebruik maakt van gedeelde vericatie met WEP-beveiliging, moet u controleren of de
vericatiecode
Als het aantal te verbinden apparaten op de draadloze router kleiner is dan het aantal netwerkapparaten dat u
wilt verbinden, gee u de instellingen op de draadloze router op om het aantal te verbinden apparaten te vermeerderen. Raadpleeg de documentatie die bij de draadloze router is geleverd om instellingen op te geven.
en index correct zijn.
30
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
E-8
Oplossingen:
Schakel DHCP in op de draadloze router als de instelling IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op
Automatisch.
Als IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op Handmatig, is het IP-adres dat u handmatig hebt
ingesteld, ongeldig omdat het buiten bereik (bijvoorbeeld: 0.0.0.0) is. Stel een geldig IP-adres in vanaf het bedieningspaneel van de printer of met Web Cong.
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 33
E-9
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Apparaten worden ingeschakeld.
U kunt toegang krijgen tot internet en andere computer of netwerkapparaten op hetzelfde netwerk van de
apparaten die u met de printer wilt verbinden.
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, schakelt u de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in. Stel dan uw netwerkinstellingen opnieuw in door het installatieprogramma van de volgende website te downloaden en uit te voeren.
http://epson.sn > Instellen
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 22
E-10
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
Netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u IP-adres verkrijgen van de
printer hebt ingesteld op Handmatig.
Stel het netwerkadres opnieuw in als het onjuist is. U kunt het IP-adres, het subnetmasker en de standaard gateway controleren onder Netwerkstatus in het netwerkverbindingsrapport.
Als DHCP is ingeschakeld, wijzigt u IP-adres verkrijgen van de printer naar Automatisch. Als u IP-adres handmatig wilt instellen, selecteert u het IP-adres van het gedeelte Netwerkstatus op het netwerkverbindingsrapport en selecteert u Handmatig op het scherm met de netwerkinstellingen. Stel het subnetmasker in op [255.255.255.0].
31
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden, schakelt u de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
E-11
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Het standaard gateway-adres is correct als u de TCP/IP-instelling van de printer instelt op Handmatig.
Het apparaat dat is ingesteld als de standaard gateway, wordt ingeschakeld.
Stel het juiste standaard gateway-adres in. U kunt het standaard gateway-adres controleren onder het gedeelte Netwerkstatus in het netwerkverbindingsrapport.
E-12
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
De netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u ze handmatig invoert.
De netwerkadressen voor andere apparaten (subnetmasker en standaard gateway) zijn dezelfde.
Het IP-adres komt niet in conict met andere apparaten.
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, probeert u het volgende.
Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Geef de netwerkinstellingen opnieuw op met het installatieprogramma. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende
website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een draadloze router die het WEP-beveiligingstype gebruikt. Als
er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de printer is ingesteld.
Gerelateerde informatie
“Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 33
&
“Een computer verbinden” op pagina 22
&
E-13
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Netwerkapparaten zoals een draadloze router, hub en router, zijn ingeschakeld.
32
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
De TCP/IP-instelling voor netwerkapparaten is niet handmatig opgegeven. (Als de TCP/IP-instelling van de
printer automatisch is ingesteld terwijl de TCP/IP-instelling voor andere netwerkapparaten handmatig wordt uitgevoerd, kan het netwerk van de printer verschillen van het netwerk voor andere apparaten.)
Als dit nog steeds niet werkt nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, probeert u het volgende.
Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Denieer
netwerkinstellingen op de computer die op hetzelfde netwerk als de printer zit met het
installatieprogramma. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een draadloze router die het WEP-beveiligingstype gebruikt. Als
er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de printer is ingesteld.
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 33 & “Een computer verbinden” op pagina 22
Bericht over de netwerkomgeving
Bericht Oplossing
De Wi-Fi-omgeving moet worden verbeterd. Schakel de draadloze router uit en vervolgens weer in. Als de verbinding niet verbetert, raadpleegt u de documentatie voor de draadloze router.
Nadat u de printer dichter bij de draadloze router hebt geplaatst en eventuele obstakels hebt verwijderd, schakelt u de draadloze router uit. Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in. Als de printer nog steeds geen verbinding maakt, raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze router is meegeleverd.
*Er kunnen niet meer apparaten aangesloten worden. Verwijder een van de apparaten als u een ander wilt toevoegen.
De computer en de smart-apparaten die tegelijkertijd kunnen worden verbonden, worden volledig verbonden in de Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) verbinding. Om nog een computer of een ander smart device toe te voegen, moet u eerst de verbinding van een van de verbonden apparaten verbreken of een van de verbonden apparaten eerst aansluiten op een ander netwerk.
U kunt het aantal draadloze apparaten die tegelijkertijd kunnen worden aangesloten en het aantal verbonden apparaten bevestigen door het netwerkstatusvel te controleren.

Een netwerkstatusvel afdrukken

U kunt de gedetailleerde netwerkinformatie afdrukken om deze te controleren. U hebt dan bijvoorbeeld informatie over het maximale aantal apparaten dat u via Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) kunt verbinden.
1. Papier laden.
2. Houd de knop
Het netwerkstatusvel wordt afgedrukt.
Opmerking:
Wanneer u de knop
op het bedieningspaneel van de printer gedurende ten minste 5 seconden ingedrukt.
binnen 5 seconden loslaat, wordt er een netwerkverbindingsrapport afgedrukt.
33
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen

Draadloze routers vervangen of toevoegen

Als de SSID verandert doordat een draadloze router wordt vervangen, of als een draadloze router wordt toegevoegd en een nieuwe netwerkomgeving wordt ingesteld, congureert u de Wi-Fi-instellingen opnieuw.
Gerelateerde informatie
& “De verbindingsmethode met een computer wijzigen” op pagina 34

De verbindingsmethode met een computer wijzigen

Gebruik het installatieprogramma en stel de installatie in met een andere verbindingsmethode.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de
De verbindingsmethode wijzigen selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven.
Selecteer Breng de verbinding van Printer opnieuw tot stand (voor nieuwe netwerkrouter of om USB te wijzigen naar netwerk, enz.) in het scherm
soware-cd
soware-cd
in de computer en volg de instructies op het scherm.
(alleen voor modellen die worden geleverd met een
Soware
installeren en klik vervolgens op Vo l ge n d e.
soware-cd
en gebruikers die
34
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen

De netwerkinstellingen herstellen op het bedieningspaneel

U kunt alle netwerkinstellingen terugzetten op de standaardinstellingen.
1. Zet de printer uit.
2. Houd de knop
Herstel is voltooid wanneer de lampjes
ingedrukt en druk op de knop tot de lampjes en afwisselend knipperen.
en uit zijn.
35
Gebruikershandleiding

Papier laden

Papier laden

Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking

Lees de instructiebladen die bij het papier worden geleverd.
Waaier papier en leg de stapel recht voor het laden. Fotopapier niet waaieren of buigen. Dit kan de afdrukzijde
beschadigen.
Als het papier omgekruld is, maakt u het plat of buigt u het vóór het laden lichtjes de andere kant op. Afdrukken
op omgekruld papier kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Gebruik geen papier dat golvend, gescheurd, gesneden, gevouwen, vochtig, te dik of te dun is of papier met
stickers op. Het gebruik van deze papiersoorten kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Waaier enveloppen en leg ze recht op elkaar voor het laden. Als de gestapelde enveloppen lucht bevatten, maakt
u ze plat om de lucht eruit te krijgen voordat ze worden geladen.
Gebruik geen omgekrulde of gevouwen enveloppen. Het gebruik van dergelijke enveloppen kan papierstoringen
of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Gebruik geen enveloppen met zellevende oppervlakken of vensters.
Vermijd het gebruik van enveloppen die te dun zijn aangezien die kunnen omkrullen tijdens het afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Printer specicaties” op pagina 147
36
Gebruikershandleiding
Papier laden

Beschikbaar papier en capaciteiten

Opmerking:
Het weergegeven papierformaat verschilt aankelijk van de het stuurprogramma.

Origineel Epson-papier

Epson raadt aan om origineel Epson-papier te gebruiken om afdrukken van hoge kwaliteit te krijgen.
Opmerking:
De beschikbaarheid van papier verschilt per locatie. Neem contact op met Epson Support voor de recentste informatie over beschikbaar papier in uw omgeving.
Papier dat geschikt is voor het afdrukken van documenten
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen)
Epson Bright White Ink Jet Paper A4 Tot aan de lijn met het driehoekje op de
zijgeleider.
Papier dat geschikt is voor het afdrukken van documenten en foto's
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen)
Epson Matte Paper-Heavyweight A4 20
Epson Photo Quality Ink Jet Paper A4 40
Papier dat geschikt is voor het afdrukken van foto's
Medianaam Grootte Laadcapaciteit
(vellen)
Epson Ultra Glossy Photo Paper A4, 13×18 cm (5×7 inch), 10×15 cm (4×6 inch)
Epson Premium Glossy Photo Paper A4, 13×18 cm (5×7 inch), 10×15 cm (4×6 inch)
10
10
*
*
Epson Premium Semigloss Photo Paper A4, 13×18 cm (5×7 inch), 10×15 cm (4×6 inch)
Epson Photo Paper Glossy A4, 13×18 cm (5×7 inch), 10×15 cm (4×6 inch)
* Laad een pagina per keer als het papier niet goed wordt geladen of als de afdruk oneven kleuren of vlekken vertoond.
10
10
*
*
Gerelateerde informatie
& “Papier voor randloos afdrukken” op pagina 38 & “Papier voor dubbelzijdig afdrukken” op pagina 39
37
Gebruikershandleiding
Papier laden

Commercieel beschikbaar papier

Gewoon papier
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen)
Gewoon papier
Kopieerpapier
* Laad een pagina per keer als het papier niet goed wordt geladen of als de afdruk oneven kleuren of vlekken vertoond.
Letter, A4, B5, 16K (195×270 mm), A5, A6,B6Tot aan de lijn met het driehoekje op de
zijgeleider.
Legal, 8,5×13 inch, Indian-Legal 1
Op maat (mm)
89×127 tot 215,9×1200
1
*
Enveloppen
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (enveloppen)
Enveloppe Enveloppe #10, Enveloppe DL, Enveloppe C6 5
Gerelateerde informatie
& “Papier voor randloos afdrukken” op pagina 38 & “Papier voor dubbelzijdig afdrukken” op pagina 39

Papier voor randloos afdrukken

Origineel Epson-papier
Epson Bright White Ink Jet Paper
Epson Photo Quality Ink Jet Paper
Epson Matte Paper-Heavyweight
Epson Ultra Glossy Photo Paper
Epson Premium Glossy Photo Paper
Epson Premium Semigloss Photo Paper
Epson Photo Paper Glossy
Commercieel beschikbaar papier
Gewoon papier, kopieerpapier (A4, Letter, door de gebruiker gedenieerd)
38
Gebruikershandleiding
Papier laden

Papier voor dubbelzijdig afdrukken

Origineel Epson-papier
Epson Bright White Ink Jet Paper
Commercieel beschikbaar papier
Gewoon papier, kopieerpapier

Lijst met papiertypen

Selecteer het papiertype dat bij het papier past voor optimale afdrukresultaten.
Medianaam Afdrukmateriaal
Epson Bright White Ink Jet Paper Gewoon papier
Epson Ultra Glossy Photo Paper Epson Ultra Glossy
Epson Premium Glossy Photo Paper Epson Premium Glossy
Epson Premium Semigloss Photo Paper Epson Premium Semigloss
Epson Photo Paper Glossy Photo Paper Glossy
Epson Matte Paper-Heavyweight Epson Matte
Epson Photo Quality Ink Jet Paper Epson Photo Quality Ink Jet

Papier laden in de Papiertoevoer achter

1. Open de invoerbescherming, trek de papiersteun uit en klap deze naar achteren.
39
Gebruikershandleiding
Papier laden
2. Schuif de zijgeleider naar links.
3.
Laad papier verticaal langs de rechterzijde van de papiertoevoer achter met de afdrukzijde naar boven.
Belangrijk:
c
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor de specieke papiersoort. Let er bij gewoon papier op dat het niet boven de streep met het driehoekje op de zijgeleider komt.
Enveloppen
40
Gebruikershandleiding
Papier laden
Vooraf geperforeerd papier
Opmerking:
Laad één vel papier zonder perforatorgaten bovenaan of onderaan.
Pas de afdrukpositie van uw bestand aan zodat u niet over de perforatorgaten heen afdrukt.
4. Schuif de zijgeleider tegen de rand van het papier en sluit vervolgens de invoerbescherming.
5. Schuif de uitvoerlade uit.
Opmerking:
Doe het resterende papier terug in de verpakking. Als u het papier in de printer laat zitten, kan het gaan krullen of kan de afdrukkwaliteit minder worden.
Gerelateerde informatie
“Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 36
&
41
Gebruikershandleiding
Papier laden
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 37
42
Gebruikershandleiding

Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen

Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen
Belangrijk:
c
Plaatst u omvangrijke originelen zoals boeken, zorg er dan voor dat er geen extern licht op de scannerglasplaat schijnt.
1. Open de documentklep.
2. Gebruik een zachte, droge en schone doek om stof of vlekken van het oppervlak van de scannerglasplaat te
verwijderen.
Opmerking:
Als er stof of vuil op de scannerglasplaat zit, kan het scanbereik worden vergroot om het mee te nemen, waardoor de aeelding van het origineel kan verschuiven of kleiner kan worden.
3. Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag en duw het tegen de hoekmarkering.
43
Gebruikershandleiding
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen
Opmerking:
De eerste 1,5 mm vanaf de hoek van de scannerglasplaat wordt niet gescand.
4. Sluit de klep voorzichtig.
Belangrijk:
c
Oefen niet te veel kracht uit op de scannerglasplaat of de documentkap. Deze kunnen anders beschadigd raken.
5.
Verwijder de originelen na het scannen.
Opmerking:
Als u de originelen langdurig op de scannerglasplaat laat liggen, kunnen ze aan het oppervlak van het glas kleven.

Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te scannen

U kunt meerdere foto's tegelijkertijd scannen en elke de foto's 4,5 mm van de horizontale en verticale rand van de scannerglasplaat en plaats de foto's ten minste 20 mm uit elkaar. De foto's moeten groter zijn dan 15×15 mm.
Opmerking: Schakel het selectievakje umbnail bovenin het voorbeeldscherm in.
aeelding
opslaan met Fotomodus in Epson Scan 2. Plaats
44
Gebruikershandleiding

Afdrukken

Afdrukken

Afdrukken vanaf een computer

Basisprincipes voor afdrukken — Windows

Opmerking:
Zie de online-Help voor een uitleg van de items voor instellingen. Klik met de rechtermuisknop op een item en klik dan op
Help.
De werking varieert naargelang de toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1.
Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand.
4.
Selecteer uw printer.
5.
Selecteer Vo or k e ur e n of Eigenschappen om het venster van het printerstuurprogramma te openen.
6. Geef de volgende instellingen op.
documentformaat: selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Randloos: selecteer deze optie om af te drukken zonder marges rond de aeelding.
Bij het randloos afdrukken worden de afdrukgegevens enigszins vergroot ten opzichte van het papierformaat. Dit zorgt ervoor dat u geen witruimte krijgt rondom. Klik op Instellingen om de mate van vergroting te selecteren.
45
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Afdrukstand: selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
Papiertype: selecteer het type papier dat u hebt geladen.
Kwaliteit: selecteer de afdrukkwaliteit.
Wan ne e r u Hoog selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar het afdrukken duurt mogelijk langer.
Kleur: selecteer Grijswaarden wanneer u wilt afdrukken in zwart-wit of grijswaarden.
Opmerking: Selecteer de instelling Liggend als Afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen.
7.
Klik op OK om het venster van het printerstuurprogramma te sluiten.
8. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 37 & “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 39 & “Uitleg bij de printerdriver voor Windows” op pagina 104 & “Lijst met papiertypen” op pagina 39

Basisprincipes — Mac OS

Opmerking:
In de uitleg in dit gedeelte wordt TextEdit gebruikt als voorbeeld.De precieze werking en schermen hangen af van de toepassing.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
46
Gebruikershandleiding
Afdrukken
3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
d
Klik indien nodig op To on d et ai ls of
om het afdrukvenster te vergroten.
4. Geef de volgende instellingen op.
Printer: selecteer uw printer.
Voorinstellingen: gebruik deze optie wanneer u de opgeslagen instellingen wilt gebruiken.
Papierformaat: selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Selecteer een "randloos" papierformaat voor het afdrukken zonder marges.
Afdrukstand: selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
Opmerking:
Als de bovenstaande menu's niet worden weergegeven, sluit dan het afdrukvenster, selecteer Pagina-instelling in het
menu Bestand en geef vervolgens instellingen op.
Selecteer de liggende afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen.
47
Gebruikershandleiding
5. Selecteer Printerinstellingen in het snelmenu.
Afdrukken
Opmerking:
Als in OS X Mountain Lion of later het menu Printerinstellingen niet wordt weergegeven, is het Epson­printerprogramma fout geïnstalleerd.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu faxen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe.Zie het volgende om een printer toe te voegen.
http://epson.sn
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
6. Geef de volgende instellingen op.
Afdrukmateriaal: selecteer het type papier dat u hebt geladen.
Afdrukkwaliteit: selecteer de afdrukkwaliteit.
Wan ne e r u Fijn selecteert, krijgt u afdrukken van betere kwaliteit, maar het afdrukken duurt mogelijk langer.
Uitbreiding: beschikbaar wanneer het randloos papierformaat is geselecteerd.
Bij het randloos afdrukken worden de afdrukgegevens enigszins vergroot ten opzichte van het papierformaat. Dit zorgt ervoor dat u geen witruimte krijgt rondom.Selecteer de mate van vergroting.
Grijswaarden: selecteer om af te drukken in zwart-wit of grijswaarden.
7.
Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 37
48
Gebruikershandleiding
Afdrukken
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 39 & “Uitleg bij het printerstuurprogramma voor Mac OS” op pagina 107 & “Lijst met papiertypen” op pagina 39

Dubbelzijdig afdrukken (alleen voor Windows)

De printerdriver scheidt even en oneven pagina's automatisch tijdens het afdrukken. Wanneer de printer alle oneven pagina's hee afgedrukt, draait u het papier om volgens de instructies om de even pagina's af te drukken. U kunt ook een brochure afdrukken.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Als u geen papier gebruikt dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan en kan het
papier vastlopen.
Aankelijk van het papier en de gegevens, kan inkt doorlekken naar de andere zijde van het papier.
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u de printerdriver, klikt u op Extra instellingen op het tabblad
Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Dubbelzijdig afdrukken is mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer wordt gebruikt via een netwerk of als een
gedeelde printer.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer Handmatig (binden langs lange zijde) of Handmatig (binden langs korte zijde) bij Dubbelzijdig
afdrukken op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
Opmerking: Selecteer Boekje om een brochure af te drukken.
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
49
Gebruikershandleiding
Afdrukken
7. Klik op Afdrukken.
Wanneer de eerste zijde klaar is, verschijnt er een pop-upvenster op de computer. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 37 & “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 39 & “Basisprincipes voor afdrukken — Windows” op pagina 45

Meerdere pagina's op één vel afdrukken

U kunt twee of vier pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
Meerdere pagina's op één vel afdrukken - Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4.
Selecteer 2 per vel of 4 per vel als de instelling voor Meerdere pagina's op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Pag.volgorde,
sluiten.
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7. Klik op Afdrukken.
congeer
de toepasselijke instellingen en klik vervolgens op OK om het venster te
50
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 39 & “Basisprincipes voor afdrukken — Windows” op pagina 45
Meerdere pagina's op één vel afdrukken — Mac OS
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het afdrukdialoogvenster.
4.
Selecteer Lay-out in het snelmenu.
5. Stel het aantal pagina's in Pagina's per vel, de Richting van indeling (paginavolgorde) en Randen.
6. Geef naar wens nog meer instellingen op.
7. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 39 & “Basisprincipes — Mac OS” op pagina 46

Afdruk aanpassen aan papierformaat

U kunt de afdruk aanpassen aan het papierformaat dat u in de printer hebt geladen.
Afdruk aanpassen aan papierformaat - Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
51
Gebruikershandleiding
Afdrukken
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Congureer de volgende instellingen op het tabblad Meer opties.
documentformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld.
Uitvoerpapier: Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Volledige pagina wordt automatisch geselecteerd.
Opmerking:
Als u een verkleinde
5. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
6. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 39 & “Basisprincipes voor afdrukken — Windows” op pagina 45
aeelding
wenst af te drukken in het midden van de pagina, selecteer dan Centreren.
Afdruk aanpassen aan papierformaat — Mac OS
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3.
Open het afdrukdialoogvenster.
4. Selecteer het papierformaat van het papier dat u in de toepassing als Papierformaat hebt ingesteld.
5. Selecteer Papierverwerking in het snelmenu.
6. Selecteer Aanpassen aan papierformaat.
7. Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Doelpapierformaat.
8. Geef naar wens nog meer instellingen op.
9. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 39 & “Basisprincipes — Mac OS” op pagina 46
52
Gebruikershandleiding
Afdrukken

Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen voor Windows)

Met Taken indelen Lite kunt u meerdere bestanden die door verschillende toepassingen zijn gemaakt combineren en als één afdruktaak afdrukken. U kunt de afdrukinstellingen, zoals lay-out, afdrukvolgorde en oriëntatie, voor gecombineerde bestanden congureren.
1. Laad papier in de printer.
2.
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer Taken indelen Lite op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op OK om het venster van de printerdriver te sluiten.
6. Klik op Druk af.
Het venster Ta k en i nde len L ite wordt weergegeven en de afdruktaak wordt aan het Afdrukproject toegevoegd.
7. Open het bestand dat u met het huidige bestand wilt combineren terwijl het venster Taken indelen Lite
openstaat. Herhaal vervolgens stap 3 t/m 6.
Opmerking:
Als u het venster Take n i n de le n L i te sluit, wordt het niet opgeslagen Afdrukproject verwijderd. Selecteer Opslaan
in het menu Bestand om op een later tijdstip af te drukken.
Als u een Afdrukproject dat is opgeslagen in Tak e n i nd el en Li t e wilt openen, klikt u op Ta ke n i nd e le n L i te op het
tabblad Hulpprogramma's van de printerdriver. Selecteer vervolgens Openen in het menu Bestand om het bestand te selecteren. De bestandsextensie van de opgeslagen bestand is "ecl".
8. Selecteer de menu's Lay-out en Bewerken in Tak en i nd el e n L ite om de Afdrukproject indien nodig aan te
passen. Raadpleeg de Help-functie van de Taken indelen Lite voor details.
9. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 39 & “Basisprincipes voor afdrukken — Windows” op pagina 45
53
Gebruikershandleiding
Afdrukken

Eén afbeelding afdrukken op meerdere vellen om een poster te maken (alleen voor Windows)

Met deze functie kunt u één aeelding afdrukken op meerdere vellen papier.U kunt een grotere poster maken door ze samen te plakken.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Laad papier in de printer.
1.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van het printerstuurprogramma.
4. Selecteer 2x1 Poster, 2x2 Poster, 3x3 Poster of 4x4 Poster bij Meerdere pagina's in het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Instellingen,
Opmerking: Snijlijnen afdrukken met deze optie kunt u een snijlijn afdrukken.
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7.
Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 39 & “Basisprincipes voor afdrukken — Windows” op pagina 45
congureer
de instellingen en klik op OK.
54
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Posters maken met behulp van Overlappende uitlijningstekens
In dit voorbeeld ziet u hoe u een poster maakt wanneer 2x2 Poster geselecteerd is en Overlappende uitlijningstekens geselecteerd is bij Snijlijnen afdrukken.
1. Prepareer Sheet 1 en Sheet 2. Knip de marges van Sheet 1 langs de verticale blauwe lijn door het midden van
de kruisjes boven en onder.
55
Gebruikershandleiding
Afdrukken
2. Plaats de rand van Sheet 1 op Sheet 2 en lijn de kruisjes uit. Plak de twee vellen aan de achterkant voorlopig
aan elkaar vast.
3.
Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de verticale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de lijn links van de kruisjes).
56
Gebruikershandleiding
Afdrukken
4. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
5. Herhaal stap 1 t/m 4 om Sheet 3 en Sheet 4 aan elkaar te plakken.
6. Knip de marges van Sheet 1 en Sheet 2 angs de horizontale blauwe lijn door het midden van de kruisjes aan de
linker- en rechterkant.
57
Gebruikershandleiding
Afdrukken
7. Plaats de rand van Sheet 1 en Sheet 2 op Sheet 3 en Sheet 4 en lijn de kruisjes uit. Plak de vellen dan voorlopig
aan de achterkant aan elkaar.
58
Gebruikershandleiding
Afdrukken
8. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de horizontale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de
lijn boven de kruisjes).
9. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
59
Gebruikershandleiding
Afdrukken
10. Knip de resterende marges af langs de buitenste lijn.

Geavanceerde functies gebruiken voor afdrukken

In deze sectie worden verschillende aanvullende afdruk- en lay-outfuncties beschreven die in de printerdriver beschikbaar zijn.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerdriver” op pagina 103 & “Mac OS-printerstuurprogramma” op pagina 106
Eenvoudig afdrukken met voorkeursinstellingen
Als u uw eigen preset maakt van vaak gebruikte instellingen, kunt u snel afdrukken door deze preset in de lijst te selecteren.
60
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Windows
Stel items in zoals documentformaat en Papiertype op het tabblad Hoofdgroep of Meer opties, en klik dan op Voorinstellingen toevoegen/verwijderen in Voorkeursinstellingen.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen toevoegen/verwijderen, waarna u de naam selecteert van de desbetreende voorinstelling en deze verwijdert.
Mac OS
Open het afdrukdialoogvenster.Om uw eigen preset toe te voegen, stel Papierformaat en Afdrukmateriaal in en sla dan de actuele instellingen op als preset in de Voorinstellingen instelling.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen > Voorinstellingen weergeven, selecteert u de naam van de voorinstelling die u wilt verwijderen en verwijdert u deze.
Een verkleind of vergroot document afdrukken
U kunt het formaat van een document met een speciek percentage verkleinen of vergroten.
Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Stel documentformaat in op het tabblad Meer opties.Selecteer Ve r k lei n/ ver gr oo t do cu me n t, Zoomen naar en voer vervolgens een percentage in.
Mac OS
Opmerking:
De werking varieert naargelang de toepassing.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Selecteer Pagina-instelling (of Afdrukken) vanaf het menu Bestand.Selecteer de printer in Opmaak voor, stel het papierformaat in en voer dan een percentage in bij Schaal.Sluit het venster en druk de volgende basisafdrukinstructies af.
De afdrukkleur aanpassen
U kunt de kleuren aanpassen die voor een afdruktaak worden gebruikt. Deze aanpassingen worden niet doorgevoerd in de oorspronkelijke gegevens.
PhotoEnhance gee scherpere afdrukken en levendigere kleuren door automatische aanpassing van het contrast, de verzadiging en de helderheid van de oorspronkelijke aeeldingsgegevens.
Opmerking: PhotoEnhance past de kleur aan door de locatie van het onderwerp te analyseren. Als u de locatie van het onderwerp hebt
gewijzigd door verkleinen, vergroten, bijsnijden of roteren, kan de kleur onverwacht veranderen. Wanneer u de instelling voor randloos selecteert, wordt de locatie van het onderwerp ook gewijzigd, wat in kleurwijzigingen resulteert. Als de aeelding druk dan niet in PhotoEnhance maar in een andere modus af.
niet is scherpgesteld, is de kleurtoon mogelijk onnatuurlijk. Als de kleur is gewijzigd of onnatuurlijk is geworden,
Windows
Selecteer de methode voor kleurcorrectie bij Kleurcorrectie op het tabblad Meer opties.
61
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Als u Automatisch selecteert, worden de kleuren automatisch aangepast aan de instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit. Als u Aangepast selecteert en op Geavanceerd klikt, kunt u uw eigen instellingen
Mac OS
Open het afdrukdialoogvenster. Selecteer Kleuren aanpassen in het snelmenu en selecteer vervolgens EPSON Kleurencontrole. Selecteer Kleurenopties in het snelmenu en selecteer dan één van de beschikbare opties. Klik op
de pijl naast Extra instellingen en kies de juiste instellingen.
congureren.
Een watermerk afdrukken (uitsluitend voor Windows)
U kunt een watermerk, zoals bijvoorbeeld "Vertrouwelijk", op uw documenten afdrukken.U kunt ook uw eigen watermerk toevoegen.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Klik op Wat e r me r k fu n c ti e s in het tabblad Meer opties en selecteer daar een watermerk.Klik op Instellingen om details te wijzigen zoals de dichtheid en positie van het watermerk.
Een kop- en voettekst afdrukken (uitsluitend voor Windows)
U kunt in een kop- of voettekst de gebruikersnaam en afdrukdatum afdrukken.
Klik op Wat e r me r k fu n c ti e s in het tabblad Meer opties en selecteer daar Koptekst/voettekst. Klik op Instellingen en selecteer de gewenste items in de vervolgkeuzelijst.
Heldere streepjescodes afdrukken (alleen voor Windows)
U kunt een streepjescode duidelijk afdrukken, zodat deze eenvoudig kan worden gescand. Schakel deze functie alleen in als de streepjescode die u hebt afgedrukt niet kan worden gescand.
Onder de volgende voorwaarden kunt u deze functie gebruiken.
Papier: gewoon papier, kopieerpapier,
brieoofdpapier
of enveloppe
62
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Kwaliteit: Standaard
De afdrukkwaliteit kan tijdens het afdrukken worden gewijzigd. De afdruksnelheid neemt mogelijk af en de afdrukdichtheid neemt mogelijk toe.
Opmerking:
Aankelijk van de omstandigheden is het opheen van wazigheid soms niet mogelijk.
Klik op het tabblad Hulpprogramma's in het printerstuurprogramma op Extra instellingen en selecteer vervolgens Streepjescodemodus.

Afdrukken met Smart Devices

Epson iPrint gebruiken

Epson iPrint is een toepassing waarmee u foto's, documenten en webpagina's kunt afdrukken vanaf uw smart­apparaten, zoals smartphones of tablets. U kunt lokaal afdrukken (afdrukken vanaf een smart device dat verbinding vanaf een externe locatie). Registreer uw printer bij de service Epson Connect om op afstand af te drukken.
Als u Epson iPrint start wanneer de printer niet met het netwerk verbonden is, wordt een melding weergegeven waarin u wordt gevraagd verbinding met de printer te maken. Volg de instructies om de verbinding tot stand te brengen. Zie de onderstaande URL voor de gebruiksomstandigheden.
http://epson.sn
Gerelateerde informatie
& “De service van Epson Connect” op pagina 101
met hetzelfde draadloze netwerk als uw printer) of afdrukken op afstand (via internet afdrukken
hee
Epson iPrint installeren
U kunt Epson iPrint op uw smart-apparaat installeren door op de volgende link te klikken of de QR-code te scannen.
http://ipr.to/a
63
Gebruikershandleiding
Afdrukken
Afdrukken met Epson iPrint
Voer Epson iPrint uit vanaf uw smart-apparaat en selecteer op het startscherm het item dat u wilt gebruiken.
De volgende aeeldingen zijn aan veranderingen onderhevig zonder voorafgaande kennisgeving. De inhoud kan variëren aankelijk van het product.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
Het startscherm wordt weergegeven wanneer de toepassing start.
Biedt informatie over het instellen van de printer en een lijst met veelgestelde vragen.
Geeft het scherm weer waar u de printer selecteert en de printerinstellingen congureert. Wanneer u de printer heeft geselecteerd, hoeft u deze de volgende keer niet meer opnieuw te selecteren.
Selecteer wat u wilt afdrukken zoals foto's en documenten.
Het Scherm Foto's afdrukken wordt weergegeven wanneer het fotomenu is geselecteerd.
Geeft het scherm weer om printerinstellingen te congureren zoals het papierformaat en -type.
Geeft het papierformaat weer. Wanneer dit wordt weergegeven als knop, kunt u daarop drukken om de huidige papierinstellingen op de printer weer te geven.
Geeft de geselecteerde foto's en documenten weer.
Start het afdrukken.
Opmerking:
Als u vanuit het documentmenu wilt afdrukken met iPhone, iPad, en iPod touch op iOS, start u Epson iPrint na het overbrengen van het document dat u wilt afdrukken wanneer u wilt afdrukken met de functie voor het delen van bestanden in iTunes.
64
Gebruikershandleiding
Afdrukken

Epson Print Enabler gebruiken

U kunt draadloos documenten, e-mails, foto's en webpagina's afdrukken vanaf uw Android-telefoon of -tablet (Android v4.4 of hoger). Met enkele tikken laat u uw Android-apparaat een Epson-printer detecteren die met hetzelfde draadloze netwerk is verbonden.
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van het apparaat verschillen.
1. Laad papier in de printer.
2.
Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.
3. Installeer op het Android-apparaat de Epson Print Enabler-invoegtoepassing vanaf Google Play.
4. Verbind het Android-toestel met hetzelfde draadloze netwerk dat de printer gebruikt.
5. Ga naar Instellingen op het Android-apparaat, selecteer Aangesloten apparaten > Afdrukken en schakel
vervolgens Epson Print Enabler in.
6.
Tik vanuit een Android--toepassing, zoals Chrome, op het menupictogram en druk af wat er op het scherm wordt weergegeven.
Opmerking: Als u de printer niet ziet, tikt u op Alle printers en selecteert u de printer.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 39 & “Een smart device verbinden” op pagina 23

Afdrukken annuleren

Opmerking:
In Windows kunt u een afdruktaak niet via de computer annuleren als deze volledig naar de printer verzonden is.In dit
geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
Wanneer u verschillende pagina's afdrukt via Mac OS, kunt u niet alle taken annuleren via het bedieningspaneel.In dit
geval moet u de afdruktaak op de computer zelf annuleren.
Als u een afdruktaak vanuit Mac OS X v10.6.8 via het netwerk hebt verzonden, kunt u het afdrukken mogelijk niet via
de computer annuleren.In dit geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.

Afdrukken annuleren — Printertoets

Druk op y om de actieve afdruktaak te annuleren.

Afdrukken annuleren - Windows

1. Open het venster van de printerdriver.
2. Selecteer de tab Hulpprogramma's.
65
Gebruikershandleiding
Afdrukken
3. Klik op Wa ch t r ij .
4. Klik met de rechtermuisknop op de taak die u wilt annuleren en selecteer Annuleren.
Gerelateerde informatie
&
“Windows-printerdriver” op pagina 103

Afdrukken annuleren — Mac OS

1. Klik op het printerpictogram in het Dock.
2. Selecteer de taak die u wilt annuleren.
3.
Annuleer de taak.
OS X Mountain Lion of hoger
Klik op
Mac OS X v10.6.8 t/m v10.7.x
Klik op Ver w i j d er e n.
naast de voortgangsbalk.
66
Gebruikershandleiding

Kopiëren

Kopiëren

Normaal kopiëren

U kunt met dezelfde vergroting kopiëren op A4-papier. Rondom krijgt u een marge van 3 mm breed, ongeacht het feit of het origineel marges hee. Wanneer u originelen kopieert die kleiner zijn dan A4, krijgt u marges die breder zijn dan 3 mm. Dit hangt af van de plaats waar u het origineel legt.
1. Laad A4-papier in de printer.
2. Plaats de originelen.
3. Druk op de knop
Opmerking:
De kleur, het formaat en de rand van de gekopieerde aeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Gerelateerde informatie
&
“Papier laden” op pagina 36
&
“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 43
of .

Meerdere kopieën maken

U kunt meerdere kopieën tegelijk maken. U kunt maximaal 20 kopieën opgeven. Rondom het papier krijgt u een marge van 3 mm breed.
1.
Laad net zoveel vellen A4-papier als u kopieën wilt maken.
2. Plaats de originelen.
3. Druk net zo vaak op de knop
of als het aantal kopieën dat u wilt maken. Als u bijvoorbeeld tien
kopieën wilt maken in kleur, drukt u tien keer op de knop
Opmerking:
Druk binnen één seconde op de knop om het aantal kopieën te wijzigen. Als u na één seconde op de knop drukt, wordt het aantal kopieën ingesteld en wordt met kopiëren begonnen.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden” op pagina 36 & “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 43
67
.
Gebruikershandleiding

Scannen

Scannen

Scannen via het bedieningspaneel

U kunt een gescande aeelding als PDF-bestand opslaan op een computer die met een USB-kabel is aangesloten op de printer.
Belangrijk:
c
Voordat u deze functie gebruikt, moet u ervoor zorgen dat Epson Scan 2 en Epson Event Manager op uw computer zijn geïnstalleerd.
1. Plaats de originelen.
2. Druk de knop
Opmerking:
Met Epson Event Manager kunt u scaninstellingen wijzigen zoals de scangrootte, de map waarin wordt opgeslagen of
de opslagindeling.
De kleur, het formaat en de rand van de gescande aeelding zijn niet exact hetzelfde als van het origineel.
Gerelateerde informatie
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 43 & “Toepassing voor het congureren van scanbewerkingen vanaf het bedieningspaneel (Epson Event Manager)”
op pagina 110
en de knop tegelijk in.

Scannen vanaf een computer

Scannen met Epson Scan 2

U kunt scannen met de scannerdriver "Epson Scan 2". Raadpleeg de help van Epson Scan 2 voor een uitleg van de items voor instellingen.
Documenten scannen (Documentmodus)
Met Documentmodus in Epson Scan 2 kunt u originelen scannen met gedetailleerde instellingen die geschikt zijn voor tekstdocumenten.
1. Plaats de originelen.
2. Start Epson Scan 2.
3. Selecteer Documentmodus in de lijst Modus.
68
Gebruikershandleiding
Scannen
4. Congureer de volgende instellingen op het tabblad Hoofdinstellingen.
Documentformaat: selecteer de grootte van het origineel dat u hebt geplaatst.
Knoppen
/ (Originele afdrukstand): selecteer de ingestelde afdrukstand van het origineel dat u hebt geplaatst. Aankelijk van het formaat van het origineel kan dit item automatisch zijn ingesteld en kan dit niet worden gewijzigd.
Beeldtype: selecteer de kleur voor de gescande aeelding.
Resolutie: selecteer de resolutie.
Opmerking:
De instelling Documentbron is vast ingesteld op Scannerglasplaat. Deze instelling kunt u niet wijzigen.
Als u Toevoeg. of bewerk. na het scan. instelt, kunt u na het scannen van een origineel nog meer originelen
scannen. Als u daarnaast Beeldformaat instelt op PDF of Multi-TIFF, kunt u de gescande aeeldingen opslaan als één bestand.
5. Congureer indien nodig andere scaninstellingen.
U kunt een voorbeeldweergave van de gescande aeelding bekijken door op de knop Vo or b e el d s c an te
klikken. Het voorbeeldvenster wordt geopend en een voorbeeld van de aeelding wordt weergegeven.
69
Gebruikershandleiding
Scannen
Op het tabblad Geavanceerde instellingen kunt u gedetailleerde instellingen congureren voor het
aanpassen van gescande aeeldingen die geschikt zijn voor tekstdocumenten, zoals.
Achtergrond verwijderen: u kunt de achtergrond van de originelen verwijderen.
Tekst verbeteren: u kunt wazige letters in het origineel helder en scherp maken.
Gebieden autom. Scheiden: u kunt letters duidelijker en aeeldingen vloeiend maken wanneer u een
document dat aeeldingen bevat in zwart-wit scant.
Kleur verbeteren: u kunt de opgegeven kleur verbeteren voor de gescande aeelding en deze vervolgens
opslaan in grijstinten of in zwart-wit.
Helderheid: u kunt de helderheid voor de gescande
aeelding
aanpassen.
Contrast: u kunt het contrast voor de gescande aeelding aanpassen.
Gamma: u kunt de gamma (helderheid van het middengebied) voor de gescande aeelding aanpassen.
Drempelwaarde: u kunt de rand aanpassen voor monochroom binair (zwart-wit).
Verscherpen: u kunt de contouren van de aeelding verscherpen of versterken.
Ontrasteren: u kunt moiré (webachtige schaduwen) verwijderen dat verschijnt wanneer u gedrukt
papier, zoals een
tijdschri,
scant.
Rand bijkleuren: u kunt de schaduw verwijderen die rond de gescande aeelding is ontstaan.
Dual Image Output (alleen in Windows): u kunt een aeelding één keer scannen en vervolgens
tegelijkertijd opslaan naar twee aeeldingen met verschillende uitvoerinstellingen.
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
70
Gebruikershandleiding
Scannen
6. Congureer de instellingen voor het opslaan van bestanden.
Beeldformaat: selecteer de indeling waarin u wilt opslaan uit de lijst.
U kunt gedetailleerde instellingen congureren voor elke opslagindeling, behalve BITMAP en PNG. Selecteer Opties in de lijst nadat u de indeling voor opslaan hebt geselecteerd.
Bestandsnaam: bevestig de weergegeven naam waaronder het bestand wordt opgeslagen.
U kunt instellingen voor de bestandsnaam wijzigen door in de lijst Instellingen te selecteren.
Map: selecteer in de lijst de map waarin de gescande aeelding moet worden opgeslagen.
U kunt een andere map selecteren of een nieuwe map maken door in de lijst Selecteren te selecteren.
7. Klik op Scannen.
Gerelateerde informatie
& “Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 43
Foto's of afbeeldingen scannen (Fotomodus)
Met Fotomodus in Epson Scan 2 kunt u originelen scannen met een breed scala aan functies voor het aanpassen van
aeeldingen
1. Plaats de originelen.
die geschikt zijn voor foto's of
aeeldingen.
Als u meerdere originelen op de glasplaat scant, kunt u deze tegelijkertijd scannen.Zorg ervoor dat er ten minste 20 mm ruimte is tussen de originelen.
71
Gebruikershandleiding
2. Start Epson Scan 2.
3. Selecteer Fotomodus in het menu Modus.
Scannen
4.
Congureer
de volgende instellingen op het tabblad Hoofdinstellingen.
Beeldtype: selecteer de kleur voor de gescande aeelding.
Resolutie: selecteer de resolutie.
Opmerking:
De instelling voor Documentbron is vast ingesteld op Scannerglasplaat, en de instelling voor Documenttype is vast ingesteld op Reecterend.(Reecterend wordt gebruikt voor originelen die net transparant zijn, zoals gewoon papier en foto's.)Deze instellingen kunt u niet wijzigen.
72
Gebruikershandleiding
Scannen
5. Klik op Vo or b e e ld s c a n.
Het voorbeeldvenster wordt geopend en de voorbeeldweergaven worden weergegeven als miniatuur.
Opmerking:
Als u een voorbeeld wilt weergeven van het gehele gescande gebied, schakelt u het selectievakje bovenaan het voorbeeldvenster uit.
6.
Bevestig de voorbeeldweergave en congureer indien nodig instellingen voor het aanpassen van de aeelding
umbnail
in de lijst
op het tabblad Geavanceerde instellingen.
73
Gebruikershandleiding
Scannen
U kunt de gescande aeelding aanpassen met gedetailleerde instellingen die geschikt zijn voor foto's of aeeldingen,
zoals de onderstaande.
Helderheid: u kunt de helderheid voor de gescande aeelding aanpassen.
Contrast: u kunt het contrast voor de gescande aeelding aanpassen.
Verzadiging: u kunt de verzadiging (levendigheid van de kleuren) voor de gescande
aeelding
aanpassen.
Verscherpen: u kunt de contouren van de gescande aeelding verscherpen of versterken.
Kleurherstel: u kunt vaal geworden aeeldingen herstellen door de originele kleuren weer toe te passen.
Tegenlichtcorrectie: u kunt gescande
aeeldingen
helderder maken wanneer deze donker zijn vanwege
tegenlicht.
Ontrasteren: u kunt moiré (webachtige schaduwen) verwijderen dat verschijnt wanneer u gedrukt papier,
zoals een tijdschri, scant.
Stof verwijderen: u kunt stof op de gescande aeelding verwijderen.
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van andere instellingen die u hebt gecongureerd.
Aankelijk van het origineel kan de aeelding mogelijk niet goed worden gecorrigeerd.
Wanneer er meerdere miniaturen zijn gemaakt, kunt u de aeeldingskwaliteit voor elke miniatuur
aanpassen.Aankelijk van de aanpassingsitems, kunt u de kwaliteit van meerdere gescande aeeldingen tegelijk aanpassen door meerdere miniaturen te selecteren.
7. Congureer de instellingen voor het opslaan van bestanden.
Beeldformaat: selecteer de indeling waarin u wilt opslaan uit de lijst.
U kunt gedetailleerde instellingen congureren voor elke opslagindeling, behalve BITMAP en PNG.Selecteer Opties in de lijst nadat u de indeling voor opslaan hebt geselecteerd.
Bestandsnaam: bevestig de weergegeven naam waaronder het bestand wordt opgeslagen.
U kunt instellingen voor de bestandsnaam wijzigen door in de lijst Instellingen te selecteren.
74
Gebruikershandleiding
Scannen
Map: selecteer in de lijst de map waarin de gescande aeelding moet worden opgeslagen.
U kunt een andere map selecteren of een nieuwe map maken door in de lijst Selecteren te selecteren.
8. Klik op Scannen.
Gerelateerde informatie
&
“Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen” op pagina 43

Scannen met smart-apparaten

Epson iPrint is een toepassing waarmee u foto's en documenten kunt scannen vanaf een smart-apparaat, zoals een smartphone of tablet, dat verbonden is met hetzelfde draadloze netwerk als uw printer. U kunt gescande gegevens opslaan op een smart-apparaat of een Cloud-service, via e-mail versturen of afdrukken.
Als u Epson iPrint start wanneer de printer niet met het netwerk verbonden is, wordt een melding weergegeven waarin u wordt gevraagd verbinding met de printer te maken. Volg de instructies om de verbinding tot stand te brengen. Zie de onderstaande URL voor de gebruiksomstandigheden.
http://epson.sn

Epson iPrint installeren

U kunt Epson iPrint op uw smart-apparaat installeren door op de volgende link te klikken of de QR-code te scannen.
http://ipr.to/a

Scannen met Epson iPrint

Voer Epson iPrint uit vanaf uw smart-apparaat en selecteer op het startscherm het item dat u wilt gebruiken.
75
Gebruikershandleiding
Scannen
De volgende aeeldingen zijn aan veranderingen onderhevig zonder voorafgaande kennisgeving.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
Het startscherm wordt weergegeven wanneer de toepassing start.
Biedt informatie over het instellen van de printer en een lijst met veelgestelde vragen.
Geeft het scherm weer waar u de printer selecteert en de printerinstellingen congureert. Wanneer u de printer heeft geselecteerd, hoeft u deze de volgende keer niet meer opnieuw te selecteren.
Hiermee opent u het scanscherm.
Het scanscherm wordt weergegeven wanneer het scanmenu is geselecteerd.
Geeft het scherm weer waarop u de scaninstellingen kunt congureren zoals de resolutie.
Geeft gescande bestanden weer.
Hiermee start het scannen.
Geeft het scherm weer waarop u gescande gegevens kunt opslaan op een smart device of Cloud-service.
Geeft het scherm weer om gescande gegevens met e-mail te verzenden.
Geeft het scherm weer om gescande gegevens af te drukken.
76
Gebruikershandleiding

Inktpatronen vervangen

Inktpatronen vervangen

Het inktpeil controleren

U kunt het inktpeil controleren via de computer.
Opmerking:
U kunt doorgaan met afdrukken terwijl een bericht wordt weergegeven dat de inkt bijna op is. Vervang de inktcartridges indien nodig.

Het inktpeil controleren - Windows

1. Open het venster van de printerdriver.
2. Klik op Inktniveau op het tabblad Hoofdgroep.
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, worden de inktniveaus niet weergegeven. Klik op Extra instellingen in het tabblad Hulpprogramma's en selecteer vervolgens EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerdriver” op pagina 103

Het inktniveau controleren — Mac OS

1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3.
Klik op EPSON Status Monitor.

Codes van de cartridges

Hierna volgen de codes van originele Epson-inktcartridges.
Opmerking:
Inktcartridgecodes kunnen per locatie variëren. Neem contact op met Epson Support voor de juiste codes in uw omgeving.
De cartridges kunnen gerecycled materiaal bevatten. Dit is echter niet van invloed op de functies of prestaties van de
printer.
Specicaties en uiterlijk van het inktpatroon zijn onderhevig aan wijziging zonder voorafgaande kennisgeving voor
verbetering.
77
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
Voor Europa
Pictogram BK: Black (Zwart) C: Cyan (Cyaan) M: Magenta Y: Yellow (Geel)
Zeester
* "XL" geeft een grote cartridge aan.
603
603XL
603
*
603XL
*
603
603XL
603
*
603XL
*
Opmerking:
Gebruikers in Europa kunnen op de volgende website meer informatie vinden over de capaciteit van de Epson-cartridges.
http://www.epson.eu/pageyield
Voor Australië en Nieuw-Zeeland
Product BK: Black (Zwart) C: Cyan (Cyaan) M: Magenta Y: Yellow (Geel)
XP-2100 212
212XL
XP-2105 39
39XL
212
*
*
212XL
39
39XL
*
*
212
212XL
39
39XL
212
*
*
212XL
39
39XL
*
*
* "XL" geeft een grote cartridge aan.
Voor Azië
BK: Black (Zwart) C: Cyan (Cyaan) M: Magenta Y: Yellow (Geel)
04E 04E 04E 04E
Epson raadt het gebruik van originele Epson-cartridges aan. De kwaliteit of betrouwbaarheid van niet-originele inkt kan niet door Epson worden gegarandeerd. Het gebruik van niet-originele cartridges kan leiden tot schade die niet onder de garantie van Epson valt. Bovendien kan het gebruik van dergelijke producten er in bepaalde omstandigheden toe leiden dat het apparaat niet correct functioneert. Informatie over niet-originele inktniveaus kunnen mogelijk niet worden weergegeven.
Gerelateerde informatie
& “Technische ondersteuning (website)” op pagina 155

Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen

Lees de volgende instructies voordat u inktpatronen vervangt.
78
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
Voorzorgsmaatregelen
Houd de inktcartridges uit de buurt van direct zonlicht.
Bewaar de inktcartridges niet bij hoge temperaturen of temperaturen onder het vriespunt.
Het is raadzaam de cartridge te gebruiken vóór de datum die op de verpakking wordt vermeld.
U krijgt de beste resultaten als u de cartridge verbruikt binnen zes maanden na het openen van de verpakking.
Voor de beste resultaten bewaart u inktpatroonverpakkingen met de onderkant naar beneden.
Laat cartridges voor gebruik ten minste drie uur op kamertemperatuur komen.
Open de verpakking niet totdat u klaar bent om het inktpatroon in de printer te plaatsen. Het inktpatroon is
vacuüm verpakt om de betrouwbaarheid ervan te garanderen. Als u een inktpatroon lange tijd onverpakt laat voordat u het gebruikt, is normaal afdrukken niet mogelijk.
Zorg dat u de haakjes aan de zijkant van het inktpatroon niet breekt wanneer u het uit de verpakking haalt.
U moet de gele tape van het inktpatroon verwijderen voordat u het plaatst; anders kan de afdrukkwaliteit
achteruitgaan of kunt u niet afdrukken. Verwijder of scheur het label op het inktpatroon niet; hierdoor kan het gaan lekken.
Verwijder het doorzichtige zegel aan de onderkant van het inktpatroon niet; anders kan het inktpatroon
onbruikbaar worden.
79
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
Raak de in de guur getoonde onderdelen niet aan. Omdat dit de normale werking kan schaden.
Installeer alle cartridges, anders kunt u niet afdrukken.
Vervang inktpatronen niet met de stroom uitgeschakeld. Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u
de printer beschadigen.
Nadat u de inktcartridge hebt geplaatst, blij het aan/uit- en inktlampje knipperen terwijl de printer inkt laadt.
Schakel de printer niet uit terwijl de inkt wordt geladen. Als het laden van de inkt niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
Zorg ervoor dat er altijd inktpatronen in de printer zijn geplaatst en schakel de printer niet uit tijdens het
vervangen van inktpatronen. Anders droogt de inkt uit die in de spuitkanaaltjes van de printkop achterblij en kunt u mogelijk niet afdrukken.
Als u een inktpatroon tijdelijk moet verwijderen, zorgt u dat u het inkttoevoergebied beschermt tegen vuil en
stof. Bewaar het inktpatroon op dezelfde plaats als de printer, met de inkttoevoerpoort naar beneden of naar de zijkant. Bewaar inktpatronen niet met de inkttoevoerpoort naar boven. Omdat de inkttoevoerpoort is uitgerust met een klep die is ontworpen om het vrijgeven van een teveel aan inkt tegen te houden, hoe u zelf geen deksel of dop te verschaen.
Bij verwijderde cartridges kan er inkt rondom de inkttoevoer zitten. Wees dus voorzichtig dat er geen inkt in de
omgeving van de cartridge wordt gemorst wanneer de cartridges worden verwijderd.
Deze printer gebruikt inktpatronen die zijn uitgerust met een groene chip die informatie bijhoudt, zoals de
hoeveelheid resterende inkt voor elk inktpatroon. Dit betekent dat zelfs wanneer het inktpatroon uit de printer wordt verwijderd voordat het leeg is, u het inktpatroon nog steeds kunt gebruiken nadat u het weer in de printer plaatst. Er kan echter inkt worden gebruikt wanneer u een inktpatroon terugplaatst om de printerprestaties te garanderen.
Voor een optimale eciëntie van de inkt verwijdert u een inktpatroon alleen wanneer u het wilt vervangen.
Inktpatronen met een lage inktstatus kunnen niet worden gebruikt wanneer u ze terugplaatst.
Voor een optimale afdrukkwaliteit en bescherming van de printkop blij een variabele inktreserve in de
cartridge achter op het moment waarop de printer aangee dat u de cartridge moet vervangen. De opgegeven capaciteiten bevatten deze reserve niet.
Haal de inktcartridges niet uit elkaar en breng geen wijzigingen aan cartridges aan. Daardoor kan normaal
afdrukken onmogelijk worden.
U kunt de cartridges die bij de printer zijn geleverd, niet ter vervanging gebruiken.
De opgegeven capaciteit hangt af van de
afdrukt en de omgeving (bijvoorbeeld temperatuur) waarin u de printer gebruikt.
Inktverbruik
Voor optimale prestaties van de printkop wordt er tijdens onderhoudsactiviteiten een beetje inkt gebruikt uit
alle cartridges. Er kan ook inkt worden gebruikt wanneer u een inktcartridge vervangt of de printer inschakelt.
aeeldingen
die u afdrukt, het papier dat u gebruikt, hoe vaak u
80
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
Wanneer u in monochroom of grijswaarden afdrukt, is het mogelijk kleureninkt te gebruiken in plaats van
zwarte inkt, wordt gemengd om zwart te creëren.
De inkt in de cartridges die bij de printer zijn geleverd, wordt deels verbruikt bij de installatie van de printer. De
printkop in uw printer is volledig met inkt geladen om afdrukken van hoge kwaliteit te bezorgen. Bij dit eenmalige proces wordt een bepaalde hoeveelheid inkt verbruikt. Met de gebruikte cartridge kunnen daarom wellicht minder pagina's worden afgedrukt dan met volgende cartridges.
aankelijk
van de instellingen van het papiertype of de afdrukkwaliteit. Dit is omdat kleureninkt

Inktcartridges vervangen (wanneer het inktlampje brandt of knippert)

Let op:
!
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich verwonden.
Opmerking:
Als u de cartridges vervangt tijdens het kopiëren, kunnen de originelen verschuiven. Druk op de knop annuleren en vervang de originelen.
1. Open de scannereenheid met de documentkap gesloten.
y
om het kopiëren te
81
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
2. Verplaats de inktcartridgehouder met de knoppen op de printer.
Opmerking:
Vervang de cartridge die stopt bij het pictogram
cartridges naar het pictogram
telkens wanneer u op de knop y drukt.
. Als er meer opgebruikte cartridges zijn, gaan de desbetreende
Als het lampje B brandt (een of meer inktpatronen zijn leeg)
y
Druk op de knop niet vervangen. Ga naar de volgende stap.
Als het lampje
Houd de knop cartridges in deze positie niet vervangen. Ga naar de volgende stap.
Opmerking:
Als u het vervangen van cartridges wilt annuleren, laat u de cartridges gewoon zitten en zet u de printer uit.
3. Druk opnieuw op de knop y.
De inktcartridgehouder gaat naar de vervangingspositie.
. De inktcartridgehouder gaat naar het pictogram . U kunt cartridges in deze positie
B
brandt (een of meer inktpatronen zijn bijna leeg)
y
10 seconden ingedrukt. De inktcartridgehouder gaat naar het pictogram . U kunt
82
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
4. Wanneer u de zwarte cartridge vervangt, moet u de nieuwe zwarte cartridge vier- of vijfmaal voorzichtig schudden voordat u de cartridge uit de verpakking haalt. Wanneer u de kleurencartridges wilt vervangen, haalt u de nieuwe cartridges uit de verpakking zonder eerst te schudden.
Belangrijk:
c
Schud inktpatronen niet nadat u de verpakking hebt geopend, omdat ze kunnen lekken.
5. Verwijder alleen de gele tape.
Belangrijk:
c
Raak de in de guur getoonde onderdelen niet aan. Omdat dit de normale werking kan schaden.
83
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
6. Druk op het lipje van de inktcartridge en trek dit naar boven. Trek er hard aan als u de inktcartridge niet kunt verwijderen.
7. Plaats de nieuwe inktcartridge en druk deze stevig naar beneden.
8. Sluit de scannereenheid.
9. Druk op de knop y.
Het laden van de inkt start.
84
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
Belangrijk:
c
Nadat u de inktcartridge hebt geplaatst, blij het aan/uit- en inktlampje knipperen terwijl de printer inkt laadt. Schakel de printer niet uit terwijl de inkt wordt geladen. Het laden duurt ongeveer twee minuten. Als het laden van de inkt niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
Opmerking:
Als het lampje
Gerelateerde informatie
“Codes van de cartridges” op pagina 77
&
“Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen” op pagina 78
&
Inktcartridges vervangen (wanneer het inktlampje uit
B
niet doo, moet u de cartridge verwijderen en opnieuw installeren.
is)
Let op:
!
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten. Anders kunt u zich verwonden.
Opmerking:
Als u de cartridges vervangt tijdens het kopiëren, kunnen de originelen verschuiven. Druk op de knop annuleren en vervang de originelen.
1. Open de scannereenheid met de documentkap gesloten.
y
om het kopiëren te
85
Gebruikershandleiding
2. Houd de knop y 10 seconden ingedrukt.
Inktpatronen vervangen
De inktcartridgehouder gaat naar de vervangingspositie.
Opmerking:
Als u het vervangen van cartridges wilt annuleren, laat u de cartridges gewoon zitten en zet u de printer uit.
3. Wanneer u de zwarte cartridge vervangt, moet u de nieuwe zwarte cartridge vier- of vijfmaal voorzichtig schudden voordat u de cartridge uit de verpakking haalt. Wanneer u de kleurencartridges wilt vervangen, haalt u de nieuwe cartridges uit de verpakking zonder eerst te schudden.
Belangrijk:
c
Schud inktpatronen niet nadat u de verpakking hebt geopend, omdat ze kunnen lekken.
86
Gebruikershandleiding
4. Verwijder alleen de gele tape.
Inktpatronen vervangen
Belangrijk:
c
Raak de in de guur getoonde onderdelen niet aan. Omdat dit de normale werking kan schaden.
5. Druk op het lipje van de inktcartridge en trek dit naar boven. Trek er hard aan als u de inktcartridge niet kunt verwijderen
87
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
6. Plaats de nieuwe inktcartridge en druk deze stevig naar beneden.
7. Sluit de scannereenheid.
8. Druk op de knop y.
Het laden van de inkt start.
Belangrijk:
c
Nadat u de inktcartridge hebt geplaatst, blij het aan/uit- en inktlampje knipperen terwijl de printer inkt laadt. Schakel de printer niet uit terwijl de inkt wordt geladen. Het laden duurt ongeveer twee minuten. Als het laden van de inkt niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
Opmerking:
Als het lampje
Gerelateerde informatie
& “Codes van de cartridges” op pagina 77 & “Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen” op pagina 78
B
niet doo, moet u de cartridge verwijderen en opnieuw installeren.
88
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen

Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken

Wanneer de kleureninkt op is maar u nog wel gewone zwarte inkt hebt, kunt u (bij het afdrukken vanaf de computer) nog korte tijd verder afdrukken met alleen zwarte inkt door de volgende instellingen te gebruiken.
Type papier: Gewoon papier, Enveloppe
Kleur: Grijswaarden
Randloos: niet geselecteerd
EPSON Status Monitor 3: ingeschakeld (alleen voor Windows)
Aangezien deze functie slechts ca. vijf dagen beschikbaar is, moet u de lege cartridge zo snel mogelijk vervangen.
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u het printerstuurprogramma, klikt u op Extra instellingen op het
tabblad Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
De beschikbare periode varieert naargelang de gebruiksomstandigheden.

Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Windows

Voer een van de volgende handelingen uit.
Als het volgende venster wordt weergegeven, selecteert u Afdrukken in zwart-wit.
89
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
Als het volgende venster verschijnt, stop dan met afdrukken. Hervat vervolgens het afdrukken.
Opmerking:
Als u het afdrukken niet kunt annuleren vanaf de computer, doet u dit vanaf het bedieningspaneel van de printer.
Volg de onderstaande stappen als het afdrukken wordt hervat.
1. Open het venster van het printerstuurprogramma.
2. Schakel Randloos uit op het tabblad Hoofdgroep.
3. Selecteer Gewoon papier of Enveloppe bij Papiertype op het tabblad Hoofdgroep tab.
4. Selecteer Grijswaarden.
5. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
6. Klik op Afdrukken.
7. Klik op Afdrukken in zwart-wit in het venster dat wordt weergegeven.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 39 & “Basisprincipes voor afdrukken — Windows” op pagina 45

Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Mac OS

Opmerking: Als u deze functie wilt gebruiken via een netwerk, gebruik dan Bonjour voor de verbinding.
1. Klik op het printerpictogram in het Dock.
90
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
2. Annuleer de taak.
Opmerking:
Als u het afdrukken niet kunt annuleren vanaf de computer, doe dit dan op het bedieningspaneel van de printer.
3. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.Klik op Opties en toebehoren > Opties (of Stuurprogramma).
4. Selecteer Aan voor Tijdelijk afdrukken in zwart-wit.
5. Open het afdrukdialoogvenster.
6. Selecteer Printerinstellingen in het snelmenu.
7.
Selecteer een papierformaat (randloze formaten uitgezonderd) bij Papierformaat.
8. Selecteer Gewoon papier of Enveloppe bij Afdrukmateriaal.
9. Selecteer Grijswaarden.
10. Geef naar wens nog meer instellingen op.
11. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Afdrukken annuleren” op pagina 65 & “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 39 & “Basisprincipes — Mac OS” op pagina 46

Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna op is (uitsluitend voor Windows)

Wanneer de zwarte inkt bijna op is, maar er nog genoeg kleureninkt is, kunt u een mengsel van kleureninkten gebruiken om zwart te maken. U kunt verder afdrukken terwijl u een vervangende cartridge met zwarte inkt klaarzet.
Deze functie is alleen beschikbaar als u de volgende instellingen in de printerdriver selecteert.
Papiertype: Gewoon papier
Kwaliteit: Standaard
EPSON Status Monitor 3: Ingeschakeld
91
Gebruikershandleiding
Inktpatronen vervangen
Opmerking: Is EPSON Status Monitor 3 uitgeschakeld, ga dan naar de printerdriver, klik op Extra instellingen op het tabblad
Hulpprogramma's en selecteer EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Samengesteld zwart zit er iets anders uit dan zuiver zwart. Daarnaast daalt de afdruksnelheid.
Er wordt ook zwarte inkt verbruikt om de kwaliteit van de printkop te handhaven.
Opties Beschrijving
Ja Kies ervoor een mengsel van kleureninkt te gebruiken om zwarte inkt te maken. Dit venster
wordt weergegeven wanneer u een volgende keer een gelijksoortige taak afdrukt.
Nee Kies ervoor om door te gaan met de resterende zwarte inkt. Dit venster wordt
weergegeven wanneer u een volgende keer een gelijksoortige taak afdrukt.
Deze functie uitschakelen Kies ervoor om door te gaan met de resterende zwarte inkt. Dit venster wordt niet
weergegeven, totdat u de zwarte-inktcartridge vervangt en deze opnieuw bijna leeg is.
92
Gebruikershandleiding

De printer onderhouden

De printer onderhouden

Voorkomen dat de printkop uitdroogt

Gebruik altijd de aan-uitknop voor het in- en uitschakelen van de printer.
Controleer of het aan-uitlampje uit is voordat u het netsnoer loskoppelt.
De inkt kan uitdrogen wanneer deze niet is afgedekt. Zorg ervoor dat u de printkop deugdelijk afdekt om te voorkomen dat de inkt uitdroogt, net zoals u dat met een balpen of vulpen zou doen.
Wanneer tijdens het afdrukken het netsnoer wordt losgekoppeld of een stroomstoring optreedt, wordt de printkop mogelijk niet goed afgedekt. Als u de printkop niet alsnog afdekt, droogt deze uit, waardoor de spuitkanaaltjes (voor de inktuitvoer) verstopt raken.
Schakel in deze gevallen de printer zo snel mogelijk weer in en daarna weer uit om de printkop af te dekken.

De printkop controleren en reinigen

Als de spuitkanaaltjes verstopt zitten, worden de afdrukken vaag, en ziet u strepen of onverwachte kleuren. Wanneer de afdrukkwaliteit minder is geworden, gebruikt u de spuitstukcontrole om te kijken of de kanaaltjes verstopt zitten. Is dit zo, reinig dan de printkop.
Belangrijk:
c
Open de scannereenheid niet of schakel de printer niet uit tijdens het reinigen van de printkop. Als het reinigen
van de kop niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
Omdat bij reiniging van de printkop wat inkt wordt gebruikt, moet u de kop alleen reinigen als de kwaliteit
verslechtert.
Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd.
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd na vier herhalingen van de printkopcontrole en -reiniging moet u ten
minste zes uren wachten zonder afdrukken en vervolgens de printkopcontrole en -reiniging herhalen. We raden u aan om de printer uit te schakelen. Neem contact op met de klantenservice van Epson als de afdrukkwaliteit nog steeds niet is verbeterd.
Voorkom dat de printkop uitdroogt en trek nooit de stekker van de printer uit het stopcontact wanneer de printer
nog aan is.

De printkop controleren en schoonmaken — knoppen op printer

1. Laad gewoon A4-papier in de printer.
2. Druk op de knop
P
om de printer uit te zetten.
93
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
3. Zet de printer aan terwijl u de knop y ingedrukt houdt en laat de knoppen vervolgens los wanneer het aan/ uit-lampje knippert.
Het testpatroon wordt afgedrukt.
Opmerking:
Het kan enige tijd duren voordat het afdrukken van het testpatroon wordt gestart.
4. Bekijk het afgedrukte patroon goed.
Als u geen ontbrekende segmenten of onderbroken lijnen ziet, zoals in het volgende patroon "OK", zijn de
spuitkanaaltjes niet verstopt. Het is niet nodig om printkopreiniging uit te voeren.
Als er stukken van lijnen of segmenten ontbreken, zoals weergegeven in het patroon "NG", kan de printkop
verstopt zijn. Ga naar de volgende stap.
5. Houd de knop y vijf seconden ingedrukt tot het aan-uitlampje begint te knipperen.
Het reinigen van de printkop begint.
Opmerking:
Het kan enige tijd duren voordat het reinigen van de printkop wordt gestart.
6.
Druk opnieuw een spuitkanaaltjespatroon af wanneer het aan-uitlampje ophoudt met knipperen. Herhaal het reinigen en afdrukken van het testpatroon tot alle lijnen geheel afgedrukt worden.
94
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 39

De printkop controleren en schoonmaken - Windows

1. Laad gewoon A4-papier in de printer.
2.
Open het venster van de printerdriver.
3. Klik op Spuitkanaaltjes controleren op het tabblad Hulpprogramma's.
4. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 39 &
“Windows-printerdriver” op pagina 103

De printkop controleren en reinigen — Mac OS

1. Laad gewoon A4-papier in de printer.
2. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
3. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
4. Klik op Spuitkanaaltjes controleren.
5. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 39
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,

De printkop uitlijnen

Als u een verkeerde uitlijning van verticale lijnen of onscherpe beelden ziet, lijn de printkop dan uit.

De printkop uitlijnen — Windows

1. Laad minimaal vier vellen gewoon A4-papier in de printer.
2. Open het venster van het printerstuurprogramma.
3. Klik op Printkop uitlijnen op het tabblad Hulpprogramma's.
95
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
4. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 39 & “Windows-printerdriver” op pagina 103

De printkop uitlijnen — Mac OS

1. Laad minimaal vier vellen gewoon A4-papier in de printer.
2. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
3. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
4. Klik op Printkop uitlijnen.
5. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 39
> Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,

Het papiertraject reinigen

Als de afdrukken vlekken vertonen of bekrast zijn, reinig dan de roller binnenin.
Belangrijk:
c
Gebruik geen keukenpapier om de binnenkant van de printer te reinigen. Het kan zijn dat de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zitten met stof.
1. Zorg ervoor dat de scannerglasplaat en het documentdeksel vrij zijn van stof en vlekken.
2. Laad gewoon A4-papier in de printer.
3. Begin met kopiëren zonder een origineel op de scannerglasplaat te plaatsen.
Het papier wordt uit de printer geworpen.
4. Herhaal deze procedure tot er geen vegen meer op het papier zitten.
Gerelateerde informatie
& “Normaal kopiëren” op pagina 67
96
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden

De Scannerglasplaat reinigen

Wanneer de kopieën of gescande beelden vies zijn, moet u de scannerglasplaat reinigen.
Belangrijk:
c
Maak de printer nooit schoon met alcohol of thinner. Deze chemicaliën kunnen de printer beschadigen.
1. Open het documentdeksel.
2.
Maak het oppervlak van de scannerglasplaat schoon met een droge, zachte, schone doek.
Belangrijk:
c
Als de glasplaat besmeurd is met vet of een andere hardnekkige substantie, veegt u de plaat schoon met een
doek met daarop een klein beetje glasreiniger. Verwijder al het overtollige vocht.
Druk niet te hard op het glasoppervlak.
Zorg ervoor dat u het oppervlak van het glas niet krast of beschadigt. Een beschadigde glasplaat kan de
scankwaliteit aantasten.

Het doorschijnende folie reinigen

Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd nadat u de printkop hebt uitgelijnd of de papierbaan hebt gereinigd, is de doorschijnende folie in de printer mogelijk vervuild.
Benodigde items:
Wattenstaaes (meerdere)
Water met een paar druppels schoonmaakmiddel (2 tot 3 druppels schoonmaakmiddel in een 1/4 kop
kraanwater)
Lamp om op vlekken te controleren
Belangrijk:
c
Gebruik geen andere reinigingsvloeistof dan water met enkele druppels schoonmaakmiddel.
97
Gebruikershandleiding
1. Druk op P om de printer uit te zetten.
2. Open de scannereenheid.
De printer onderhouden
Controleer of zich op de doorschijnende folie vlekken bevinden. Vlekken zijn gemakkelijker te zien als u een
3. lamp gebruikt.
Als zich op de doorschijnende folie (A) vlekken bevinden (bijvoorbeeld vingerafdrukken of vet), gaat u verder met de volgende stap.
A: Doorschijnende folie
B: Rail
Belangrijk:
c
Raak de rail (B) niet aan. Anders kunt u mogelijk niet meer afdrukken. Veeg het vet niet van de rail. Dit is nodig voor een correcte werking.
98
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
4. Bevochtig een wattenstaae met wat water met een paar druppels schoonmaakmiddel (zorg ervoor dat er geen water vanaf drupt) en veeg de vlek weg.
Belangrijk:
c
Veeg de vlek voorzichtig weg. Als u te hard op het verschuiven en kan de printer beschadigd raken.
wattenstaae
drukt, kunnen de veren van de folie
5. Gebruik een nieuw, droog
Belangrijk:
wattenstaae
om de folie schoon te vegen.
c
Laat geen vezels achter op de folie.
Opmerking:
Gebruik regelmatig een nieuw wattenstaae om te voorkomen dat u het vuil naar andere plekken verspreidt.
6. Herhaal stap 4 en 5 totdat de folie schoon is.
7. Controleer de folie op vlekken.

Stroom besparen

De printer gaat in slaapstand of gaat automatisch uit als er een bepaalde tijd geen handelingen worden verricht. U kunt instellen hoelang het duurt voordat stroombeheer wordt toegepast. Elke verhoging is van invloed op de energiezuinigheid van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Aankelijk het apparaat gedurende 30 minuten niet is verbonden met het netwerk.
van de plaats van aankoop, kan de printer een functie hebben voor het automatisch uitschakelen als

Stroom besparen — Windows

1. Open het venster van het printerstuurprogramma.
2. Klik op Printer- en optie-informatie op het tabblad Hulpprogramma's.
3. Voer een van de volgende handelingen uit.
Opmerking:
Uw product indien losgekoppeld, aankelijk van de plaats van aankoop.
mogelijk de functie Uitschakeltimer of Afsluiten wanneer verbinding is verbroken en Uitschakelen
hee
99
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
Selecteer na hoeveel tijd de printer in slaapstand moet gaan bij Slaaptimer en klik op Ver z en d e n. Als de
printer automatisch moet worden uitgeschakeld, selecteert u de tijdsduur bij Uitschakeltimer en klikt u op Verzenden.
Selecteer na hoeveel tijd de printer in slaapstand moet gaan bij Slaaptimer en klik op Ver z en d e n. Als de
printer automatisch moet worden uitgeschakeld, selecteert u de tijdsduur bij de instelling Uitschakelen indien inactief of Uitschakelen indien losgekoppeld en klikt u op Verzenden.
4. Klik op OK.
Gerelateerde informatie
&
“Windows-printerdriver” op pagina 103

Stroom besparen — Mac OS

1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op Printerinstellingen.
4. Voer een van de volgende handelingen uit.
Opmerking: Uw product hee mogelijk de functie Uitschakeltimer of Uitschakelen indien inactief en Uitschakelen indien losgekoppeld, aankelijk van de plaats van aankoop.
Selecteer na hoeveel tijd de printer in slaapstand moet gaan bij Slaaptimer en klik op To ep a s s e n. Als de
printer automatisch moet worden uitgeschakeld, selecteert u de tijdsduur bij Uitschakeltimer en klikt u op To e p as s e n .
Selecteer na hoeveel tijd de printer in slaapstand moet gaan bij Slaaptimer en klik op To ep a s s e n. Als de
printer automatisch moet worden uitgeschakeld, selecteert u de tijdsduur bij de instelling Uitschakelen indien inactief of Uitschakelen indien losgekoppeld en klikt u op To e p a s se n .
100
Loading...