De documentatie voor de EPSON-projector bestaat uit de volgende twee handleidingen. Raadpleeg de
handleidingen in de onderstaande volgorde.
1
Veiligheidsinstructies/Service- en ondersteuningsgids
Deze handleiding bevat informatie over het veilig gebruik van de projector, en omvat tevens een
handleiding voor garantiewerkzaamheden en een naslagblad voor het oplossen van problemen.
Lees deze handleiding goed door voordat u de projector gebruikt.
2
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Deze gebruikershandleiding bevat informatie over het installeren van de projector, de bediening,
het gebruik van de configuratiemenu's, het oplossen van problemen en onderhoud.
Notatie in deze gebruikershandleiding
Veiligheidssymbolen
Voor een veilig en correct gebruik van het apparaat zijn in de gebruikershandleiding en op het apparaat zelf
symbolen aanwezig om u te wijzen op mogelijk letsel voor de gebruiker of anderen en op het risico van
schade aan uw eigendommen.
De gebruikte symbolen hebben de volgende betekenis. Wees u goed bewust van de betekenis, voordat u de
handleiding leest.
Dit geeft aan dat het negeren van de informatie kan leiden tot de dood of persoonlijk
letsel door onjuist gebruik.
Dit geeft aan dat het negeren van de informatie kan leiden tot persoonlijk letsel of
fysieke schade door onjuist gebruik.
Algemene informatie
Geeft procedures aan die kunnen leiden tot letsel of schade aan de projector als de
procedures niet zorgvuldig worden gevolgd.
QTip:Geeft extra informatie en nuttige tips over een onderwerp aan.
s
Verwijst naar een pagina waar handige informatie over een onderwerp kan worden
gevonden.
Geeft aan dat de verklarende woordenlijst uitleg bevat over de onderstreepte woorden
vóór dit symbool.
Raadpleeg de 'Verklarende woordenlijst' in de 'Appendix'. spagina 60
, enz. Geeft toetsen aan op de afstandsbediening of het bedieningspaneel van de projector.
" (Menunaam) "
[ (Naam) ]
Verwijst naar items in het configuratiemenu.
Voorbeeld: "Beeld" – "Kleurmodus"
Geeft de poortnaam op de projector aan.
Voorbeeld: [Video]
Betekenis van 'eenheid', 'apparaat' en 'projector'
Waar de termen 'eenheid', 'apparaat' of 'projector' in deze Gebruikershandleiding worden gebruikt, kunnen
deze verwijzen naar de projector of naar accessoires of optionele apparatuur.
Onderdelen controleren
Controleer tijdens het uitpakken van de projector of alle onderdelen aanwezig zijn.
Neem contact op met uw leverancier als er onderdelen ontbreken of onjuist zijn.
❏ Projector (met lenskap)❏ Afstandsbediening
❏ Voedingskabel (3,0 m)
Sluit deze aan op de projector en op een stopcontact.
Documentatie
❏ Document CD-ROM
(Veiligheidsinstructies/Service- en
ondersteuningsgids, Gebruikershandleiding)
❏ Snelstartgids
❏ AA-formaat alkali batterijen (2 stuks)
Plaats deze in de afstandsbediening.
1
Inhoudsopgave
■ Kenmerken van de projector....................... 4
■ Onderdeelnamen en functies...................... 6
■ Index ........................................................... 62
Projector
Bedienings-
Aanpassingen
installeren
beginselen
van beeldkwaliteit
Configuratiemenu
oplossen
AppendixProblemen
3
Kenmerken van de projector
Het uiterlijk van het beeld kan worden aangepast aan
de projectie-omgeving (Kleurmodus)
L
Het voor de locatie optimale beeld kan eenvoudig worden geprojecteerd door de gewenste kleurmodus te kiezen
uit de volgende zeven vooraf ingesteld modi.
Als "Natuurlijk", "Theater", "x.v.Color", "Theater zwart 1" of "Theater zwart 2" is geselecteerd, wordt
automatisch het Epson-bioscoopfiltereffect toegepast om het contrast te verhogen en huidtinten een natuurlijker
aanzien te geven.
spagina 18
Theater zwart 1
Theater zwart 2
Theater
Dynamisch
Woonkamer
Kleur-
modus
Natuurlijk
4
De modus "" zorgt voor een meer natuurlijke
kleurweergave
Deze modus is compatibel met de xvYCC-standaard die voor een groter kleurbereik voor beeld zorgt. Beelden
met een groter kleurbereik die worden geprojecteerd door apparatuur die deze standaard ondersteunt, benaderen
het origineel beter zodat de kijker een scherper, natuurgetrouwer beeld te zien krijgt.
spagina 18
Verfijnde kleuraanpassing
Afgezien van de "Kleurmodus" kunnen de absolute kleurtemperatuur en huidtinten met eenvoudige procedures
worden aangepast om het beeld nog meer naar uw zin te maken. Verder kunt u gamma, verschuiving en
versterking van RGB-kleuren en tint, verzadiging en helderheid van RGBCMY-kleuren aanpassen om kleuren te
maken die passen bij het beeld.
spagina 20
Uitgerust met een verschuiffunctie
met groothoeklens
Met deze verschuiffunctie kan de positie van het geprojecteerde
beeld verticaal en horizontaal worden aangepast zonder het
beeld te vertekenen.
Hierdoor is er meer vrijheid voor het opstellen van de projector.
Deze kan zelfs aan het plafond worden gehangen of een andere
dan een haakse hoek maken met het scherm.
spagina 16
Kenmerken van de projector
Uitgerust met 2,1x korte
zoomlens
Voor zoomaanpassing is een 2,1x korte zoomlens
aanwezig. Het beeld kan worden geprojecteerd op een
scherm van 100 inch (alleen 16:9-scherm), zelfs vanaf
ongeveer 3 m.
Geavanceerde functies voor het aanpassen van de beeldkwaliteit
Er zijn geavanceerde functies voor het aanpassen van de beeldkwaliteit zoals "Autom. iris" en
"Scherpte(Geavanceerd)" beschikbaar om het beeld nog scherper te maken. Als de functie Auto Iris (Autom. iris) is
ingeschakeld, kan de hoeveelheid licht automatisch worden aangepast aan het geprojecteerde beeld zodat het beeld
meer diepte en perspectief krijgt. De functie Sharpness (Scherpte) kan niet alleen worden gebruikt om het hele beeld
aan te passen, maar ook om bepaalde gedeelten zoals haar of kleding te benadrukken.
Diverse beeldinstellingsfuncties
Hier volgen enkele van de vele andere functies.
EPSON Super White wordt gebruikt om overbelichting te voorkomen. Overbelichting kan tot gevolg hebben dat
het beeld te helder is.
• Een Progressief
als stilstaande beelden.
• Een Hoogte-breedte
• Geheugenfuncties waarmee afstellingen kunnen worden opgeslagen zodat ze later gemakkelijk met behulp
van de afstandsbediening kunnen worden teruggehaald.
• Slotinstellingen waarmee het bedieningspaneel van de projector kan worden vergrendeld nadat er aanpassingen
zijn uitgevoerd zodat de aanpassingen niet per ongeluk kunnen worden gewijzigd (
voorkomen dat kinderen het apparaat per ongeluk inschakelen en in de lens kijken.
spagina 35
conversie waarmee u een ideale beeldkwaliteit krijgt voor zowel beelden met veel beweging
spagina 34
functie waarmee beelden in breedbeeldformaat kunnen worden bekeken. spagina 19
spagina 24
spagina 10
spagina 23
spagina 37), of om te
spagina 37
5
Onderdeelnamen en functies
•
•
O
Voorkant/bovenkant
•
• Draaiknop voor horizontale
lensafstelling
Draai de regelknop om de positie van het
geprojecteerde beeld naar links of rechts te verplaatsen.
spagina 16
• Lampafdekking spagina 53
Open deze afdekking wanneer u de
lamp vervangt.
• Zoomring spagina 16
Past het beeldformaat aan.
Ventilatierooster
Een uitlaatopening voor de
lucht die het binnenste van de
projector koelt.
Raak het ventilatierooster niet
direct na of tijdens het gebruik
van de projector aan omdat
het rooster heet wordt.
ntvanger voor
afstandsbedieningssignaal
Ontvangt signalen van de
afstandsbediening.
spagina 13
• Bedieningspaneel (boven)
sZie verderop
•
Draaiknop voor verticale
lensafstelling
Draai de regelknop om de positie
van het geprojecteerde beeld
naar boven of beneden te
verplaatsen.
spagina 16
• Bedieningspaneel
(zijkant)
sZie verderop
• Scherpstelring
spagina 16
Gebruikt om het beeld scherp
te stellen.
• Projectielens
Beelden worden hiervandaan
geprojecteerd.
Stelpootjes voorzijde
spagina 17
Hiermee kan de projector
horizontaal worden geplaatst om de
projectiehoek te corrigeren.
• Lenskap
Wanneer u de projector niet gebruikt, dit aan de
lens bevestigen om de lens tegen beschadiging
en vuil te beschermen.
• Ontvanger voor
afstandsbedieningssignaal
Ontvangt signalen van de
afstandsbediening.
spagina 13
Bedieningspaneel
Toetsen zonder verklaring werken op dezelfde manier als overeenkomstige knoppen op de
afstandsbediening. Raadpleeg 'Afstandsbediening' voor meer informatie over deze toetsen.
Bovenste bedieningspaneel
• Aan-/uitknop
spagina 14, 15
•
Toets Source (Bron)
spagina 15
Toont een lijst van
ingangsbronnen en schakelt
over naar uw gewenste
ingangsbron.
Zijbedieningspaneel
• Toets Menu spagina 26
• Toets Esc
spagina 18
, 20,
26
•
Toets
spagina 18
, 20, 22,
26
• Waarschuwingslampje spagina 41
Dit lampje knippert of brandt met verschillende
kleuren om problemen met de projector aan te geven.
• Toets Enter/Line menu
(lijnmenu)
spagina 18, 24
,
26
6
Onderdeelnamen en functies
•
Ontvanger voor
• Zender voor afstandsbedieningssignaal
spagina 13
• Aan/uit toets spagina 14, 15
Hiermee zet u de projector aan en uit.
Toetsen voor Source
(Bron)
Schakelt de ingangsbron over
naar de ingangsaansluitingen die
op elk van de toetsen wordt
aangegeven.
spagina 15
• Toets Default spagina 26
Brengt de instellingen van het
aanpassingsscherm in het
configuratiemenu terug naar hun
standaardwaarden wanneer deze
tijdens de weergave van het scherm
wordt ingedrukt.
-toets
spagina 18, 20, 22, 26
Hiermee selecteert u menuopties en
waarden.
• Toets Menu spagina 26
Hiermee worden de
configuratiemenu's op het hele
scherm weergegeven.
• Toets Memory (Geheugen)
spagina 24
Voor het opslaan, laden en wissen
van de geheugeninhoud.
Hiermee worden de signalen van de afstandsbediening
doorgegeven.
• Verlichtingstoets
Verlicht alle toetsen op de
afstandsbediening gedurende 10
seconden zodat deze op donkere
plaatsen zichtbaar worden.
• Toets Esc
spagina 18
Keert terug naar het vorige menu
wanneer deze tijdens de weergave
van het menu wordt ingedrukt.
, 20,
• Toets Enter/Line menu
spagina 18, 24
Hiermee geeft u het lijnmenu weer.
Als er een menu wordt
weergegeven, kunt u op deze toets
drukken om het menu-item te
selecteren en naar het volgende
scherm te gaan.
• Toets Color Mode
(Kleurmodus)
Verandert de kleurmodus
overeenkomstig de
projectieomgeving.
26
,
26
spagina 18
• Toets RGBCMY spagina 20
Past de tint, verzadiging en
helderheid voor elk van de
RGBCMY kleuren aan.
• Toets Gamma spagina 21
Past het gamma aan.
• Toets Pattern spagina 17
Voor het weergeven en wissen van
het testpatroon.
• Toets Aspect (Hoogte-
breedte) spagina 19
Verandert de hoogtebreedteverhouding overeenkomstig
het ingangssignaal.
• Toets Sharpness spagina 23
Past de beeldscherpte aan.
• Toets Blank (Blanco)
spagina 26
Voor het tijdelijk in- en
uitschakelen van de
geprojecteerde beelden.
Wanneer deze tijdens de weergave
van het configuratiemenu wordt
ingedrukt of door het indrukken
van , ,
, of , terwijl een
menu wordt weergegeven,
verdwijnt en verschijnt het
menuscherm.
7
Onderdeelnamen en functies
•
Achterkant
•
[S-Video]-ingangspoort spagina 12
Aansluiting voor S-video-uitgangspoorten van
videoapparatuur.
•
[Video]-ingangspoort spagina 12
Voert een algemeen videosignaal in
(composietvideo). Voor aansluiting op
een beelduitgangspoort van een
videobron.
• [HDMI1]-ingangspoort*
spagina 12
Voor aansluiting op een
HDMI
videobron of op een
computer.
[HDMI2]-ingangspoort*
s
Voor aansluiting op een
HDMI-compatibele videobron
of op een computer.
[Component]-ingangspoort
-compatibele
pagina 12
spagina 12
Aansluiting voor component
(YCbCr
uitgangspoort van videoapparatuur.
of YPbPr )
• Luchtinlaat (luchtfilter)
spagina 49, pagina 52
Hier wordt lucht naar binnen gezogen voor
het koelen van het binnenste van de projector.
Als er zich stof op het filter verzamelt, zal de
temperatuur binnen in de projector toenemen
en zullen er zich problemen met de bediening
voordoen of zullen de optische componenten
sneller verouderen. Het luchtfilter dient
periodiek gereinigd te worden.
* Compatibel met HDCP
• [PC]
ingangspoort
s
pagina 12
Aansluiting voor
de RGB-poort van
de computer.
• [RS-232C] port
Voor aansluiting op een computer met behulp
van een RS-232C kabel voor besturing van de
projector via de computer. Deze wordt
normaal niet gebruikt.
• [Netspanning]
ingang
Aansluiting voor de
voedingskabel.
spagina 14
• Kabelhouders
Wanneer een HDMI kabel met een grote
buitendiameter wordt aangesloten op de
ingangspoort, kan de kabel door zijn
gewicht gaan doorhangen en een slecht
contact veroorzaken. Om dit te voorkomen
kunt u de kabel vastzetten door een in de
handel verkrijgbare kabelklemband door
een van de twee houders te steken, al
naargelang wat het handigste voor u is.
• Lampafdekking openen
schakelaar
Indrukken voor het openen van de
lampafdekking.
spagina 53
• [Trigger out]-poort
(Trigger Uit)
Als de projector
wordt ingeschakeld, wordt
via deze poort een 12 volt
gelijkstroomsignaal
doorgegeven. Als de projector
wordt uitgeschakeld of als er
zich een storing voordoet,
wordt het uitgangssignaal 0
volt. Hiermee wordt de aan-/
uitstatus van de projector
doorgegeven aan een extern
apparaat.
• Beveiligingsslot
spagina 60
• Hoofdschakelaar spagina 14
Kabelklemband (in de
handel verkrijgbaar)
Onderkant
• Bevestigingspunten
ophangbeugel
(5 punten)
Hier bevestigt u de optionele
ophangbeugel voor bevestiging
aan het plafond.
8
spagina 55
• Kabelafdekkingsteunen
(2 plaatsen)
Maak de optionele
kabelafdekking hieraan vast.
Uiterlijk
Middelpunt van lens
136
12.3
72*
4.5
131
450
*1 Afstand tussen middelpunt van lens en bevestigingspunt van ophangbeugel
300
150
Middelpunt van lens
56
45
75
148.3
5-M4×9
134.7
160
389.7
Maten in mm
9
Instellen
Grootte van projectie aanpassen
Wanneer de projector zich verder weg van het scherm bevindt, wordt het geprojecteerde beeld groter.
Plaats de projector aan de hand van de onderstaande tabel zo dat het beeld met optimale grootte op het scherm
wordt geprojecteerd.
De waarden kunnen worden gebruikt als richtlijn bij het opstellen van de projector.
Scherm
Middelpunt van lens
Dit is de hoogte vanaf het midden van de lens tot aan de onderkant
van de geprojecteerde beelden. Dit kan veranderd worden met de
instelling voor de verticale lensverschuiving.
Projectieafstand
Projectieafstand
Schermformaat 16:9
30"66×3787 tot 188-17 tot 55
40"89×50117 tot 252-23 tot 73
60"130×75177 tot 380-35 tot 109
80"180×100238 tot 508-46 tot 146
100"220×120298 tot 636-58 tot 182
120"270×150359 tot 764-69 tot 219
150"330×190450 tot 956-86 tot 273
200"440×250601 tot 1276-115 tot 364
Schermformaat 4:3
30"61×46107 tot 231-21 tot 67
40"81×61144 tot 309-28 tot 89
60"120×90218 tot 466-42 tot 134
80"160×120292 tot 623-56 tot 178
100"200×150366 tot 779-71 tot 223
120"240×180440 tot 936-85 tot 268
150"300×230551 tot 1171-106 tot 334
200"410×300736 tot 1562-141 tot 446
Kortste
(Breed)
Projectieafstand
Kortste
(Breed)
tot
tot
Langste
(Tele)
Langste
(Tele)
Verticale lensverschuiving
Hoogste naar laagste
Verticale lensverschuiving
Hoogste naar laagste
Eenheid: cm
Scherm
Eenheid: cm
Als de projector in een hoek ten
opzichte van het scherm wordt
opgesteld, wordt het
geprojecteerde beeld vervormd.
10
Lensverschuiving afstellen
Met de draaiknoppen voor lensverschuiving kan de positie van het beeld worden aangepast. Deze functie is vooral
handig als de projector wordt toegepast onder de volgende omstandigheden.
• Hangend aan het plafond
• Met een scherm op een hoge plaats
• Met de projector aan de zijkant zodat het beeld recht van voren kan worden bekeken
• Met de projector op een boekenplank of iets dergelijks
Als het beeld wordt gepositioneerd met de draaiknop voor lensverschuiving, treedt er nauwelijks enige verslechtering
van het beeld op omdat de lensverschuiving optisch wordt gecorrigeerd. Voor een optimale beeldkwaliteit is het echter
beter de verschuiffunctie niet te gebruiken.
spagina 16
Projectiemethoden
• Als u de projector aan het plafond wilt ophangen (met ophangbeugel), dan moet u de
projector op een speciale manier monteren. Als u de projector niet goed monteert, kan hij
naar beneden vallen en letsel veroorzaken.
• Als u tape plakt op de schroeven waarmee de ophangbeugel aan het plafond is bevestigd
om te voorkomen dat deze losraken, of als u bijvoorbeeld smeermiddel of olie op de
projector aanbrengt, kan de behuizing van de projector breken waardoor deze uit de
ophangbeugel kan vallen. Hierdoor kan iemand die zich onder de ophangbeugel bevindt,
ernstig gewond raken en kan de projector worden beschadigd. Als u de ophangbeugel
monteert of afstelt, gebruik dan geen tape om te voorkomen dat de schroeven los gaan
zitten en gebruik geen olie, smeermiddel of iets dergelijks.
• Vermijd opstelling van de projector in een zeer stoffige of vochtige ruimte, of op een
plaats waar sigarettenrook of andere rook (met name vette rook) hangt.
• Reinig het luchtfilter minimaal eens per 3 maanden.
Reinig het luchtfilter vaker als de projector wordt gebruikt in een stoffige omgeving.
• Zet de projector bij gebruik niet op zijn kant. Dit kan tot defecten leiden.
Instellen
Projector
installeren
■ Projectie van recht van voren
■ Projectie vanaf het plafond
■ Projectie vanaf de zijkant van het
scherm
* Ook bij projectie vanaf de zijkant van het
scherm moeten scherm en projector
parallel worden opgesteld.
* Als de projector aan het plafond wordt
gehangen, moeten de instellingen in het
configuratiemenu worden gewijzigd.
spagina 37
Configuratiemenu
QTip:
Instellingen
Projectie
Voorkant
Voor/bovenkant
U kunt het EPSON logoplaatje 180 graden rond draaien wanneer u de projector aan
een plafond ophangt.
Wanneer één kant van het plaatje wordt ingedrukt, gaat de
tegenovergestelde kant omhoog zodat u het een weinig naar
buiten kunt trekken, omdraaien en vervolgens weer terug
naar binnen kunt drukken.
11
Een beeldbron aansluiten
• Schakel de projector en de signaalbron uit voordat beide apparaten op elkaar worden
aangesloten. Als een van beide apparaten is ingeschakeld ten tijde van het
aansluiten, kan dat schade veroorzaken.
• Controleer de vorm van de stekkers en de aansluitingen op de apparaten voordat u de
kabel aansluit. Als u een stekker met kracht probeert aan te sluiten op een poort met
een andere vorm of met een ander aantal aansluitpunten, kan er een storing optreden
en kan de stekker of poort beschadigd raken.
*De namen van poorten kunnen verschillen aan de hand van de apparatuur die wordt aangesloten.
Video
RCA-videokabel
(in de winkel
verkrijgbaar)
Uitgang voor
component video
Kabel voor component
video (in de winkel
verkrijgbaar)
S-Video
S-Video-kabel
(in de winkel
verkrijgbaar)
HDMI
HDMI-kabel
(in de winkel
verkrijgbaar*)
DVI -D uitgang
HDMI naar DVI-D
conversiekabel
(in de winkel
verkrijgbaar)
Mini D-Sub
15-pins
Computerkabel
(in de winkel
verkrijgbaar)
Mini D-Sub
15-pins
12
* Gebruik een HDMI kabel die overeenkomt met de HDMI specificaties.
QTip:• Bepaalde signaalbronnen hebben een poort met een speciale vorm. Gebruik in een
dergelijk geval het accessoire of de optionele kabel die met de betreffende signaalbron
is meegeleverd.
• Welke kabel moet worden gebruikt voor het aansluiten van videoapparatuur op de
projector, is afhankelijk van het type videosignaal dat door het apparaat wordt geleverd.
Bepaalde soorten videoapparatuur kunnen verschillende videosignaaltypen genereren.
De beeldkwaliteit per type videosignaal is doorgaans als volgt (in aflopende volgorde):
Digitale component video
S-Video
[S-Video] > Composietvideo [Video]
Raadpleeg de documentatie die met de betreffende videoapparatuur is meegeleverd,
om te bepalen welke videosignaaltypen door het apparaat worden gegenereerd.
Composietvideo wordt soms ook wel gewoon 'videosignaal' genoemd.
[HDMI ] > Analoge component video [Component] >
Afstandsbediening voorbereiden
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen
Op het moment van aankoop zijn de
batterijen niet in de afstandsbediening
geplaatst. Plaats de meegeleverde batterijen
alvorens de afstandsbediening te gebruiken.
Til het batterijklepje omhoog door het
1
lipje in te drukken.
2
Controleer de aanduidingen (+) en (-)
in het batterijvak en plaats de
batterijen in de juiste richting.
QTip:Als de afstandsbediening langzamer reageert of niet werkt nadat u hem enige tijd
niet hebt gebruikt, betekent dit waarschijnlijk dat de batterijen bijna leeg zijn.
Vervang de batterijen in dat geval door twee nieuwe batterijen. Gebruik bij het
vervangen van de batterijen twee nieuwe AA-formaat alkali batterijen of mangaan
batterijen. Andere batterijen dan AA-formaat alkali batterijen of mangaan
batterijen kunnen niet worden gebruikt.
Plaats de batterijen in de juiste
richting.
3
Sluit het klepje.
Projector
installeren
De afstandsbediening gebruiken
■ Bereik (horizontaal)
Circa 30°
Circa 30°
circa 10 m
Afstand
■ Bereik (verticaal)
Circa 60°
Circa 10°*
Circa 30°
Circa 30°
circa 10 m
Afstand
Circa 30°
*Afstandsbedieningssignalen
kunnen binnen dit bereik niet
worden ontvangen.
circa 10 m
Afstand
Circa 30°
circa 10 m
Afstand
13
Starten en stopzetten van de projectie
Apparaat inschakelen en beelden projecteren
Kijk terwijl de projectie aan de
1
2
Sluit de voedings-
kabel aan.
Verwijder de lenskap.
5
(In de winkel
verkrijgbaar)
gang is niet in de lens.
Zet het apparaat aan.
A f s t a n d s b e d i e n i n g Bedieningspaneel
4
Zet de aangesloten
apparatuur aan.
14
AAN
3
Zet de hoofdschakelaar aan.
AAN
Raadpleeg spagina 15, 41 als zich een probleem voordoet met de projectie, ook al is de projector goed
ingesteld en aangesloten.
QTip:
• Als de functie "Dir. Inschakelen" is geactiveerd, wordt het apparaat ingeschakeld zodra de
hoofdschakelaar in de stand ON (aan) wordt gezet. Het is dan niet meer nodig de aan-/
uitknop op het bedieningspaneel of de toets ON (Aan) op de afstandsbediening te
gebruiken.
• De projector is uitgerust met een functie "Kinderslot" waarmee wordt voorkomen dat jonge
kinderen het apparaat per ongeluk inschakelen en in de lens kijken (spagina 37), en met
een functie "Toetsvergrendeling" die ongewenste bediening van het apparaat voorkomt.
spagina 37
spagina 37
• Schakel de optie "Hoogtemodus" in als u de projector op een hoogte van meer dan 1500
meter gebruikt.
• Deze projector is uitgerust met een
automatische afstelfunctie die zorgt voor
automatische optimalisatie van het apparaat als
het ingangssignaal van een computer verandert.
• Als er een laptop of een computer met een LCDscherm is aangesloten op de projector, kan het
zijn dat u de bestemming van het
uitgangssignaal moet wijzigen met toetsenbordof functie-instellingen. Houd de toets
ingedrukt en druk op (de toets met een
symbool zoals /). Kort nadat de selectie
is uitgevoerd, wordt de projectie gestart.
sDocumentatie van computer
spagina 37
Voorbeeld van het selecteren van
uitgangssignaal
NEC
Panasonic
SOTEC
HP
Toshiba
IBM
LENOVO
SONY
DELL
Fujitsu
MacintoshStel synchrone weergave of
Afhankelijk van het OS kunt
selecteren door op te
+
+
+
+
+
+
weergavedetectie in.
u het uitgangssignaal
drukken.
Starten en stopzetten van de projectie
Als de verwachte beelden niet worden geprojecteerd
Als er meer dan één signaalbron is aangesloten, of als er geen beelden worden geprojecteerd, moet de signaalbron
worden geselecteerd met de afstandsbediening of het bedieningspaneel van de projector. Druk in het geval van
videoapparatuur eerst op de knop voor afspelen op het videoapparaat, en selecteer vervolgens de signaalbron.
Met de afstandsbedieningMet het bedieningspaneel
Druk op de toets met de naam van de poort waarop de
betreffende signaalbron is aangesloten.
Als u op drukt, wordt het menu weergegeven.
Met elke druk op verspringt de aanwijzer.
Verplaats de aanwijzer naar de doelinvoerbron om deze
te selecteren.
De ingangsbron wordt automatisch overgeschakeld
wanneer er gedurende ongeveer drie seconden geen
bediening plaatsvindt en de aanwijzer op de bedoelde
ingangsbron is geplaatst. U kunt ook op drukken
om over te schakelen naar de bedoelde ingangsbron.
QTip:Als de kleur van het geprojecteerde beeld van de ingangspoort [Component]
onnatuurlijk is, selecteer dan het signaal dat past bij het signaal van het apparaat
dat is aangesloten op "ingangssignaal" in het configuratiemenu. s
pagina 38
Het apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat uit dat functioneert
1
als signaalbron voor de projector.
Druk op op de afstandsbediening of op
2
op het bedieningspaneel van de
projector.
Het volgende bericht wordt getoond, dus druk
of nogmaals in.
Wanneer afkoelen
3
voltooid is, stopt het knipperen rondom de
en u kunt vervolgens de
hoofdschakelaar uitzetten.
Als er alleen op of is gedrukt, wordt er
nog elektriciteit gebruikt.
Breng de lenskap aan.
4
Als de projector aan een plafond wordt opgehangen
en de lenskap verwijderd blijft, zult u de lenskap
alsnog nodig hebben als de projector ergens anders
naar toe verplaatst wordt, dus bewaar deze op een
veilige plaats.
(ongeveer 16 seconden)
beginselen
Bedienings-
15
Projectiescherm aanpassen
Scherpstelling
Draai aan de scherpstelring om de scherpstelling aan te passen.
Aanpassen van het projectieformaat (zoomaanpassing)
Draai aan de zoomring om de grootte van het geprojecteerde beeld aan te passen.
Breed
Te l e
Aanpassen van positie van geprojecteerd beeld (lensverschuiving)
Als de projector niet direct voor het scherm
opgesteld kan worden, kunt u de
lensverschuivingsfunctie gebruiken om de positie
van de geprojecteerde beelden verticaal of
horizontaal te verplaatsen binnen het rechts
getoonde bereik. Wanneer u tijdens het draaien
van de draaiknoppen voor lensverschuiving een
klik hoort, is de positie op dat moment ongeveer in
het midden van het verschuivingsbereik.
De beeldpositie kan niet tegelijkertijd verplaatst
worden naar de maximale verticale waarden en
de maximale horizontale waarden.
Bijv. Het beeld kan verticaal niet worden
verschoven als het horizontaal al tot het
maximum is verschoven. Als het beeld
verticaal maximaal is verschoven, kan het
met niet meer dan 9% van de horizontale
breedte van het scherm worden
verschoven.
H x 47 %
H x 9 %H x 9 %
1/2 V
1/2 V
1/2 H
1/2 H
H
H x 47 %
V x 96 %
V
V x 96 %
16
Normale projectiestand
(middelste stand voor lensverschuiving)
Mogelijke verschuiving van het beeld ten
opzichte van de normale projectiestand
Let er bij het transport van de
projector op dat de lens
volledig omlaag is verschoven.
Anders kan het mechanisme
voor lensverschuiving
beschadigd raken.
Schuif
omlaag
Schuif
omhoog
Schuif naar
links
Schuif naar
rechts
Projectiescherm aanpassen
Aanpassen van de scheefstand van de projector
Wanneer een beeld van de projector die op een vlakke ondergrond geplaatst is horizontale scheefstand ( )
vertoont, de voorste voeten gebruiken om de scheefstand te corrigeren.
Uitdraaien
Indraaien
Uitdraaien
Indraaien
Een testpatroon weergeven
U kunt een testpatroon gebruiken voor het maken van de eerste opstelling, zoals bijvoorbeeld zoom, scherpstelling
en beeldpositie met behulp van de lensverschuivingsfunctie zonder aansluiting op elektrische apparatuur.
Het testpatroon wordt weergegeven als wordt ingedrukt op de afstandsbediening.
Druk opnieuw op als het testpatroon niet meer dient te worden weergegeven.
beginselen
Bedienings-
17
Basisaanpassingen voor beeldkwaliteit
Kleurmodus selecteren
Kleurmodus selecteren
Hoogte-breedte
selecteren
Menuopties selecteren
Gebruik voor het kiezen van een item.
Druk op voor het bevestigen van de selectie.
* Als u op drukt, verdwijnt het
selectiemenu.
Druk op en selecteer de
kleurmodus in het menu.
Het is ook mogelijk de modus in te
Een signaal invoeren naar de
HDMI1/HDMI2-aansluitingen.
stellen via het configuratiemenu.
Dynamisch
Woonkamer
Natuurlijk
Theater
: Ideaal voor ruimten met veel licht.
: Ideaal voor het bekijken van
programma's zoals sportwedstrijden of
TV-programma's in een helder
verlichte ruimte.
: Ideaal voor donkere ruimten.
Aanbevolen wordt in deze modus
te beginnen als u
kleuraanpassingen wilt uitvoeren.
: Ideaal voor het bekijken van films
en concerten in een donkere
kamer.
Theater
zwart 1/2
Theater
zwart 1
Theater
zwart 2
: Geschikt voor gebruik in compleet
verduisterde ruimten.
: Een heldere kleurtint die
bijvoorbeeld te zien is op
professionele monitors voor het
maken van videosoftware of
dergelijke.
: Warme tinten die u het idee geven
een film te bekijken in een
bioscoop.
: U kunt kiezen uit de signalen die
naar de HDMI1- of HDMI2aansluiting worden ingevoerd.
Ideaal voor het natuurgetrouw
reproduceren van natuurlijke
kleuren. spagina 4
Wanneer de modus is gekozen, wordt het EPSON cinema filter automatisch toegepast en de
oorspronkelijke kleuren van de beeldbron worden met meer precisie gereproduceerd.
18
Loading...
+ 46 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.