Epson EH-TW4500 User's Guide [nl]

Thuisprojector
Gebruikershandleiding

Over de handleidingen en de gebruikte notatie

Soorten handleidingen

De documentatie voor de EPSON-projector bestaat uit de volgende twee handleidingen. Raadpleeg de handleidingen in de onderstaande volgorde.
1
Deze handleiding bevat informatie over het veilig gebruik van de projector, en omvat tevens een handleiding voor garantiewerkzaamheden en een naslagblad voor het oplossen van problemen.
Lees deze handleiding goed door voordat u de projector gebruikt.
2
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Deze gebruikershandleiding bevat informatie over het installeren van de projector, de bediening, het gebruik van de configuratiemenu's, het oplossen van problemen en onderhoud.

Notatie in deze gebruikershandleiding

Veiligheidssymbolen
Voor een veilig en correct gebruik van het apparaat zijn in de gebruikershandleiding en op het apparaat zelf symbolen aanwezig om u te wijzen op mogelijk letsel voor de gebruiker of anderen en op het risico van schade aan uw eigendommen. De gebruikte symbolen hebben de volgende betekenis. Wees u goed bewust van de betekenis, voordat u de handleiding leest.
Dit geeft aan dat het negeren van de informatie kan leiden tot de dood of persoonlijk letsel door onjuist gebruik.
Dit geeft aan dat het negeren van de informatie kan leiden tot persoonlijk letsel of fysieke schade door onjuist gebruik.
Algemene informatie
Geeft procedures aan die kunnen leiden tot letsel of schade aan de projector als de procedures niet zorgvuldig worden gevolgd.
QTip: Geeft extra informatie en nuttige tips over een onderwerp aan.
s
Verwijst naar een pagina waar handige informatie over een onderwerp kan worden gevonden.
Geeft aan dat de verklarende woordenlijst uitleg bevat over de onderstreepte woorden vóór dit symbool. Raadpleeg de 'Verklarende woordenlijst' in de 'Appendix'. spagina 60
, enz. Geeft toetsen aan op de afstandsbediening of het bedieningspaneel van de projector.
" (Menunaam) "
[ (Naam) ]
Verwijst naar items in het configuratiemenu. Voorbeeld: "Beeld" – "Kleurmodus"
Geeft de poortnaam op de projector aan. Voorbeeld: [Video]
Betekenis van 'eenheid', 'apparaat' en 'projector'
Waar de termen 'eenheid', 'apparaat' of 'projector' in deze Gebruikershandleiding worden gebruikt, kunnen deze verwijzen naar de projector of naar accessoires of optionele apparatuur.

Onderdelen controleren

Controleer tijdens het uitpakken van de projector of alle onderdelen aanwezig zijn. Neem contact op met uw leverancier als er onderdelen ontbreken of onjuist zijn.
Projector (met lenskap) Afstandsbediening
Voedingskabel (3,0 m)
Sluit deze aan op de projector en op een stopcontact.
Documentatie
Document CD-ROM
(Veiligheidsinstructies/Service- en ondersteuningsgids, Gebruikershandleiding)
Snelstartgids
AA-formaat alkali batterijen (2 stuks)
Plaats deze in de afstandsbediening.
1

Inhoudsopgave

Kenmerken van de projector....................... 4
Onderdeelnamen en functies...................... 6
Voorkant/bovenkant .....................................6
Bedieningspaneel.........................................6

Projector installeren

Instellen....................................................... 10
Grootte van projectie aanpassen ...............10
Projectiemethoden .....................................11
Een beeldbron aansluiten..........................12

Bedieningsbeginselen

Starten en stopzetten van de projectie ....14
Apparaat inschakelen en
beelden projecteren..................................14
Als de verwachte
beelden niet worden geprojecteerd ..........15
Het apparaat uitschakelen..........................15
Ontvanger voor.............................................7
Achterkant ....................................................8
Onderkant.....................................................8
Uiterlijk ..........................................................9
Afstandsbediening voorbereiden .............13
Batterijen in de afstandsbediening
plaatsen....................................................13
De afstandsbediening gebruiken................13
Projectiescherm aanpassen...................... 16
Scherpstelling.............................................16
Aanpassen van het projectieformaat
(zoomaanpassing)....................................16
Aanpassen van positie van geprojecteerde
beeld (lensverschuiving)...........................16
Aanpassen van de scheefstand van de
projector....................................................17
Een testpatroon weergeven .......................17
2

Aanpassingen van beeldkwaliteit

Basisaanpassingen voor beeldkwaliteit ....18
Kleurmodus selecteren...............................18
Hoogte-breedte-verhouding selecteren...... 19
Geavanceerde kleuraanpassingen ...........20
Tint, verzadiging en helderheid aanpassen ....20
Gamma aanpassen....................................21
RGB-aanpassing (Verschuiving,
Versterking) ..............................................22
Beeldkwaliteit verder onderzoeken ..........23
Beelden weergeven met een vooraf
ingestelde beeldkwaliteit
(geheugenfunctie) ...................................... 24

Configuratiemenu

Functies van configuratiemenu ................ 26
De configuratiemenu’s gebruiken...............26
Overzicht van configuratiemenu's
(Voor EH-TW3500/TW2900) ....................28
Overzicht van configuratiemenu's
(Voor EH-TW4500/TW4400) ....................30
Scherpteaanpassing (Geavanceerd)..........23
Instelling voor Autom. iris (automatisch
lensopening).............................................23
Geheugen opslaan, ophalen, wissen en
naam wijzigen...........................................24
Menu "Beeld".............................................. 32
Menu "Signaal"...........................................33
Menu "Instellingen"..................................... 37
Menu "Geheugen" ......................................39
Menu "Resetten".........................................40

Problemen oplossen

Inhoudsopgave
Problemen oplossen ................................. 41
De indicatielampjes interpreteren .............. 41
• Als het waarschuwinglampje brandt of
knippert...............................................................41
Status van indicators bij normaal gebruik ...........42

Appendix

Onderhoud ................................................. 49
Reiniging.................................................... 49
Luchtfilter reinigen ...............................................49
Projectorbehuizing reinigen..................................50
De lens reinigen ....................................................50
Vervangingsfrequentie
verbruiksgoederen ................................... 51
Vervangingsfrequentie luchtfilter.........................51
Vervangingsfrequentie lamp ................................51
Verbruiksgoederen vervangen................... 52
Het luchtfilter vervangen ......................................52
De lamp vervangen...............................................53
De werkingstijd van de lamp
opnieuw instellen................................................54
Wanneer de indicatielampjes geen
uitkomst bieden........................................ 43
Problemen met betrekking tot het beeld .............. 43
Problemen bij het starten van de projectie ........... 48
Problemen met de afstandsbediening .................. 48
Optionele accessoires/
verbruiksgoederen .................................... 55
Lijst met ondersteunde monitors............. 56
Componentvideo .................................................... 56
Composietvideo/S-Video ....................................... 56
Computerbeeld (analoog RGB).............................. 57
Ingangssignaal van de [HDMI1] / [HDMI2]-
ingangspoort........................................................... 57
Specificaties............................................... 58
Verklarende woordenlijst .......................... 60
Index ........................................................... 62
Projector
Bedienings-
Aanpassingen
installeren
beginselen
van beeldkwaliteit
Configuratiemenu
oplossen
Appendix Problemen
3

Kenmerken van de projector

Het uiterlijk van het beeld kan worden aangepast aan de projectie-omgeving (Kleurmodus)

L
Het voor de locatie optimale beeld kan eenvoudig worden geprojecteerd door de gewenste kleurmodus te kiezen uit de volgende zeven vooraf ingesteld modi. Als "Natuurlijk", "Theater", "x.v.Color", "Theater zwart 1" of "Theater zwart 2" is geselecteerd, wordt automatisch het Epson-bioscoopfiltereffect toegepast om het contrast te verhogen en huidtinten een natuurlijker aanzien te geven.
spagina 18
Theater zwart 1 Theater zwart 2
Theater
Dynamisch
Woonkamer
Kleur-
modus
Natuurlijk
4
De modus " " zorgt voor een meer natuurlijke kleurweergave
Deze modus is compatibel met de xvYCC-standaard die voor een groter kleurbereik voor beeld zorgt. Beelden met een groter kleurbereik die worden geprojecteerd door apparatuur die deze standaard ondersteunt, benaderen het origineel beter zodat de kijker een scherper, natuurgetrouwer beeld te zien krijgt.
spagina 18

Verfijnde kleuraanpassing

Afgezien van de "Kleurmodus" kunnen de absolute kleurtemperatuur en huidtinten met eenvoudige procedures worden aangepast om het beeld nog meer naar uw zin te maken. Verder kunt u gamma, verschuiving en versterking van RGB-kleuren en tint, verzadiging en helderheid van RGBCMY-kleuren aanpassen om kleuren te maken die passen bij het beeld.
spagina 20

Uitgerust met een verschuiffunctie met groothoeklens

Met deze verschuiffunctie kan de positie van het geprojecteerde beeld verticaal en horizontaal worden aangepast zonder het beeld te vertekenen. Hierdoor is er meer vrijheid voor het opstellen van de projector. Deze kan zelfs aan het plafond worden gehangen of een andere dan een haakse hoek maken met het scherm.
spagina 16
Kenmerken van de projector

Uitgerust met 2,1x korte zoomlens

Voor zoomaanpassing is een 2,1x korte zoomlens aanwezig. Het beeld kan worden geprojecteerd op een scherm van 100 inch (alleen 16:9-scherm), zelfs vanaf ongeveer 3 m.

Geavanceerde functies voor het aanpassen van de beeldkwaliteit

Er zijn geavanceerde functies voor het aanpassen van de beeldkwaliteit zoals "Autom. iris" en "Scherpte(Geavanceerd)" beschikbaar om het beeld nog scherper te maken. Als de functie Auto Iris (Autom. iris) is ingeschakeld, kan de hoeveelheid licht automatisch worden aangepast aan het geprojecteerde beeld zodat het beeld meer diepte en perspectief krijgt. De functie Sharpness (Scherpte) kan niet alleen worden gebruikt om het hele beeld aan te passen, maar ook om bepaalde gedeelten zoals haar of kleding te benadrukken.

Diverse beeldinstellingsfuncties

Hier volgen enkele van de vele andere functies. EPSON Super White wordt gebruikt om overbelichting te voorkomen. Overbelichting kan tot gevolg hebben dat het beeld te helder is.
• Een Progressief als stilstaande beelden.
• Een Hoogte-breedte
• Geheugenfuncties waarmee afstellingen kunnen worden opgeslagen zodat ze later gemakkelijk met behulp van de afstandsbediening kunnen worden teruggehaald.
• Slotinstellingen waarmee het bedieningspaneel van de projector kan worden vergrendeld nadat er aanpassingen zijn uitgevoerd zodat de aanpassingen niet per ongeluk kunnen worden gewijzigd ( voorkomen dat kinderen het apparaat per ongeluk inschakelen en in de lens kijken.
spagina 35
conversie waarmee u een ideale beeldkwaliteit krijgt voor zowel beelden met veel beweging
spagina 34
functie waarmee beelden in breedbeeldformaat kunnen worden bekeken. spagina 19
spagina 24
spagina 10
spagina 23
spagina 37), of om te
spagina 37
5

Onderdeelnamen en functies

O

Voorkant/bovenkant

Draaiknop voor horizontale
lensafstelling
Draai de regelknop om de positie van het geprojecteerde beeld naar links of rechts te verplaatsen.
spagina 16
Lampafdekking spagina 53
Open deze afdekking wanneer u de lamp vervangt.
Zoomring spagina 16
Past het beeldformaat aan.
Ventilatierooster
Een uitlaatopening voor de lucht die het binnenste van de projector koelt.
Raak het ventilatierooster niet direct na of tijdens het gebruik van de projector aan omdat het rooster heet wordt.
ntvanger voor afstandsbedienings­signaal
Ontvangt signalen van de afstandsbediening.
spagina 13
Bedieningspaneel (boven)
sZie verderop
Draaiknop voor verticale lensafstelling
Draai de regelknop om de positie van het geprojecteerde beeld naar boven of beneden te verplaatsen.
spagina 16
Bedieningspaneel
(zijkant)
sZie verderop
Scherpstelring
spagina 16
Gebruikt om het beeld scherp te stellen.
Projectielens
Beelden worden hiervandaan geprojecteerd.
Stelpootjes voorzijde
spagina 17
Hiermee kan de projector horizontaal worden geplaatst om de projectiehoek te corrigeren.
Lenskap
Wanneer u de projector niet gebruikt, dit aan de lens bevestigen om de lens tegen beschadiging en vuil te beschermen.
Ontvanger voor
afstandsbedienings­signaal
Ontvangt signalen van de afstandsbediening.
spagina 13

Bedieningspaneel

Toetsen zonder verklaring werken op dezelfde manier als overeenkomstige knoppen op de afstandsbediening. Raadpleeg 'Afstandsbediening' voor meer informatie over deze toetsen.
Bovenste bedieningspaneel
Aan-/uitknop
spagina 14, 15
Toets Source (Bron)
spagina 15
Toont een lijst van ingangsbronnen en schakelt over naar uw gewenste ingangsbron.
Zijbedieningspaneel
Toets Menu spagina 26
Toets Esc
spagina 18
, 20,
26
Toets
spagina 18
, 20, 22,
26
Waarschuwingslampje spagina 41
Dit lampje knippert of brandt met verschillende kleuren om problemen met de projector aan te geven.
Toets Enter/Line menu
(lijnmenu)
spagina 18, 24
,
26
6
Onderdeelnamen en functies

Ontvanger voor

Zender voor afstandsbedieningssignaal
spagina 13
Aan/uit toets spagina 14, 15
Hiermee zet u de projector aan en uit.
Toetsen voor Source (Bron)
Schakelt de ingangsbron over naar de ingangsaansluitingen die op elk van de toetsen wordt aangegeven.
spagina 15
Toets Default spagina 26
Brengt de instellingen van het aanpassingsscherm in het configuratiemenu terug naar hun standaardwaarden wanneer deze tijdens de weergave van het scherm wordt ingedrukt.
-toets
spagina 18, 20, 22, 26
Hiermee selecteert u menuopties en waarden.
Toets Menu spagina 26
Hiermee worden de configuratiemenu's op het hele scherm weergegeven.
Toets Memory (Geheugen)
spagina 24
Voor het opslaan, laden en wissen van de geheugeninhoud.
Hiermee worden de signalen van de afstandsbediening doorgegeven.
Verlichtingstoets
Verlicht alle toetsen op de afstandsbediening gedurende 10 seconden zodat deze op donkere plaatsen zichtbaar worden.
Toets Esc
spagina 18
Keert terug naar het vorige menu wanneer deze tijdens de weergave van het menu wordt ingedrukt.
, 20,
Toets Enter/Line menu
spagina 18, 24
Hiermee geeft u het lijnmenu weer. Als er een menu wordt weergegeven, kunt u op deze toets drukken om het menu-item te selecteren en naar het volgende scherm te gaan.
Toets Color Mode
(Kleurmodus)
Verandert de kleurmodus overeenkomstig de projectieomgeving.
26
,
26
spagina 18
Toets RGBCMY spagina 20
Past de tint, verzadiging en helderheid voor elk van de RGBCMY kleuren aan.
Toets Gamma spagina 21
Past het gamma aan.
Toets Pattern spagina 17
Voor het weergeven en wissen van het testpatroon.
Toets Aspect (Hoogte-
breedte) spagina 19
Verandert de hoogte­breedteverhouding overeenkomstig het ingangssignaal.
Toets Sharpness spagina 23
Past de beeldscherpte aan.
Toets Blank (Blanco)
spagina 26
Voor het tijdelijk in- en uitschakelen van de geprojecteerde beelden. Wanneer deze tijdens de weergave van het configuratiemenu wordt ingedrukt of door het indrukken van , ,
, of , terwijl een menu wordt weergegeven, verdwijnt en verschijnt het menuscherm.
7
Onderdeelnamen en functies

Achterkant

[S-Video]-ingangspoort spagina 12
Aansluiting voor S-video-uitgangspoorten van videoapparatuur.
[Video]-ingangspoort spagina 12
Voert een algemeen videosignaal in (composietvideo). Voor aansluiting op een beelduitgangspoort van een videobron.
[HDMI1]-ingangspoort*
spagina 12
Voor aansluiting op een HDMI videobron of op een computer.
[HDMI2]-ingangspoort*
s
Voor aansluiting op een HDMI-compatibele videobron of op een computer.
[Component]-ingangspoort
-compatibele
pagina 12
spagina 12
Aansluiting voor component (YCbCr uitgangspoort van videoapparatuur.
of YPbPr )
Luchtinlaat (luchtfilter)
spagina 49, pagina 52
Hier wordt lucht naar binnen gezogen voor het koelen van het binnenste van de projector. Als er zich stof op het filter verzamelt, zal de temperatuur binnen in de projector toenemen en zullen er zich problemen met de bediening voordoen of zullen de optische componenten sneller verouderen. Het luchtfilter dient periodiek gereinigd te worden.
* Compatibel met HDCP
[PC]
ingangspoort
s
pagina 12
Aansluiting voor de RGB-poort van de computer.
[RS-232C] port
Voor aansluiting op een computer met behulp van een RS-232C kabel voor besturing van de projector via de computer. Deze wordt normaal niet gebruikt.
[Netspanning]
ingang
Aansluiting voor de voedingskabel.
spagina 14
Kabelhouders
Wanneer een HDMI kabel met een grote buitendiameter wordt aangesloten op de ingangspoort, kan de kabel door zijn gewicht gaan doorhangen en een slecht contact veroorzaken. Om dit te voorkomen kunt u de kabel vastzetten door een in de handel verkrijgbare kabelklemband door een van de twee houders te steken, al naargelang wat het handigste voor u is.
Lampafdekking openen
schakelaar
Indrukken voor het openen van de lampafdekking.
spagina 53
[Trigger out]-poort
(Trigger Uit)
Als de projector wordt ingeschakeld, wordt via deze poort een 12 volt gelijkstroomsignaal doorgegeven. Als de projector wordt uitgeschakeld of als er zich een storing voordoet, wordt het uitgangssignaal 0 volt. Hiermee wordt de aan-/ uitstatus van de projector doorgegeven aan een extern apparaat.
Beveiligingsslot
spagina 60
Hoofdschakelaar spagina 14
Kabelklemband (in de handel verkrijgbaar)

Onderkant

Bevestigingspunten
ophangbeugel (5 punten)
Hier bevestigt u de optionele ophangbeugel voor bevestiging aan het plafond.
8
spagina 55
Kabelafdekkingsteunen
(2 plaatsen)
Maak de optionele kabelafdekking hieraan vast.

Uiterlijk

Middelpunt van lens
136
12.3
72*
4.5 131
450
*1 Afstand tussen middelpunt van lens en bevestigingspunt van ophangbeugel
300
150
Middelpunt van lens
56
45
75
148.3
5-M4×9
134.7
160
389.7
Maten in mm
9

Instellen

Grootte van projectie aanpassen

Wanneer de projector zich verder weg van het scherm bevindt, wordt het geprojecteerde beeld groter. Plaats de projector aan de hand van de onderstaande tabel zo dat het beeld met optimale grootte op het scherm wordt geprojecteerd. De waarden kunnen worden gebruikt als richtlijn bij het opstellen van de projector.
Scherm
Middelpunt van lens
Dit is de hoogte vanaf het midden van de lens tot aan de onderkant van de geprojecteerde beelden. Dit kan veranderd worden met de instelling voor de verticale lensverschuiving.
Projectieafstand
Projectieafstand
Schermformaat 16:9
30" 66×37 87 tot 188 -17 tot 55 40" 89×50 117 tot 252 -23 tot 73 60" 130×75 177 tot 380 -35 tot 109
80" 180×100 238 tot 508 -46 tot 146 100" 220×120 298 tot 636 -58 tot 182 120" 270×150 359 tot 764 -69 tot 219 150" 330×190 450 tot 956 -86 tot 273 200" 440×250 601 tot 1276 -115 tot 364
Schermformaat 4:3
30" 61×46 107 tot 231 -21 tot 67
40" 81×61 144 tot 309 -28 tot 89
60" 120×90 218 tot 466 -42 tot 134
80" 160×120 292 tot 623 -56 tot 178 100" 200×150 366 tot 779 -71 tot 223 120" 240×180 440 tot 936 -85 tot 268 150" 300×230 551 tot 1171 -106 tot 334 200" 410×300 736 tot 1562 -141 tot 446
Kortste
(Breed)
Projectieafstand
Kortste
(Breed)
tot
tot
Langste
(Tele)
Langste
(Tele)
Verticale lensverschuiving
Hoogste naar laagste
Verticale lensverschuiving
Hoogste naar laagste
Eenheid: cm
Scherm
Eenheid: cm
Als de projector in een hoek ten opzichte van het scherm wordt opgesteld, wordt het geprojecteerde beeld vervormd.
10
Lensverschuiving afstellen
Met de draaiknoppen voor lensverschuiving kan de positie van het beeld worden aangepast. Deze functie is vooral handig als de projector wordt toegepast onder de volgende omstandigheden.
• Hangend aan het plafond
• Met een scherm op een hoge plaats
• Met de projector aan de zijkant zodat het beeld recht van voren kan worden bekeken
• Met de projector op een boekenplank of iets dergelijks Als het beeld wordt gepositioneerd met de draaiknop voor lensverschuiving, treedt er nauwelijks enige verslechtering
van het beeld op omdat de lensverschuiving optisch wordt gecorrigeerd. Voor een optimale beeldkwaliteit is het echter beter de verschuiffunctie niet te gebruiken.
spagina 16

Projectiemethoden

• Als u de projector aan het plafond wilt ophangen (met ophangbeugel), dan moet u de projector op een speciale manier monteren. Als u de projector niet goed monteert, kan hij naar beneden vallen en letsel veroorzaken.
• Als u tape plakt op de schroeven waarmee de ophangbeugel aan het plafond is bevestigd om te voorkomen dat deze losraken, of als u bijvoorbeeld smeermiddel of olie op de projector aanbrengt, kan de behuizing van de projector breken waardoor deze uit de ophangbeugel kan vallen. Hierdoor kan iemand die zich onder de ophangbeugel bevindt, ernstig gewond raken en kan de projector worden beschadigd. Als u de ophangbeugel monteert of afstelt, gebruik dan geen tape om te voorkomen dat de schroeven los gaan zitten en gebruik geen olie, smeermiddel of iets dergelijks.
• Vermijd opstelling van de projector in een zeer stoffige of vochtige ruimte, of op een plaats waar sigarettenrook of andere rook (met name vette rook) hangt.
• Reinig het luchtfilter minimaal eens per 3 maanden. Reinig het luchtfilter vaker als de projector wordt gebruikt in een stoffige omgeving.
• Zet de projector bij gebruik niet op zijn kant. Dit kan tot defecten leiden.
Instellen
Projector
installeren
Projectie van recht van voren
Projectie vanaf het plafond
Projectie vanaf de zijkant van het
scherm
* Ook bij projectie vanaf de zijkant van het
scherm moeten scherm en projector parallel worden opgesteld.
* Als de projector aan het plafond wordt
gehangen, moeten de instellingen in het configuratiemenu worden gewijzigd.
spagina 37
Configuratiemenu
QTip:
Instellingen
Projectie
Voorkant Voor/bovenkant
U kunt het EPSON logoplaatje 180 graden rond draaien wanneer u de projector aan een plafond ophangt.
Wanneer één kant van het plaatje wordt ingedrukt, gaat de tegenovergestelde kant omhoog zodat u het een weinig naar buiten kunt trekken, omdraaien en vervolgens weer terug naar binnen kunt drukken.
11

Een beeldbron aansluiten

Schakel de projector en de signaalbron uit voordat beide apparaten op elkaar worden
aangesloten. Als een van beide apparaten is ingeschakeld ten tijde van het aansluiten, kan dat schade veroorzaken.
Controleer de vorm van de stekkers en de aansluitingen op de apparaten voordat u de
kabel aansluit. Als u een stekker met kracht probeert aan te sluiten op een poort met een andere vorm of met een ander aantal aansluitpunten, kan er een storing optreden en kan de stekker of poort beschadigd raken.
Videoapparatuur (VHS-recorder, DVD-speler, spelcomputer, enz.) Computer
*De namen van poorten kunnen verschillen aan de hand van de apparatuur die wordt aangesloten.
Video
RCA-videokabel
(in de winkel verkrijgbaar)
Uitgang voor
component video
Kabel voor component
video (in de winkel
verkrijgbaar)
S-Video
S-Video-kabel
(in de winkel verkrijgbaar)
HDMI
HDMI-kabel
(in de winkel
verkrijgbaar*)
DVI -D uitgang
HDMI naar DVI-D
conversiekabel
(in de winkel verkrijgbaar)
Mini D-Sub
15-pins
Computerkabel
(in de winkel verkrijgbaar)
Mini D-Sub
15-pins
12
* Gebruik een HDMI kabel die overeenkomt met de HDMI specificaties.
QTip: • Bepaalde signaalbronnen hebben een poort met een speciale vorm. Gebruik in een
dergelijk geval het accessoire of de optionele kabel die met de betreffende signaalbron is meegeleverd.
Welke kabel moet worden gebruikt voor het aansluiten van videoapparatuur op de projector, is afhankelijk van het type videosignaal dat door het apparaat wordt geleverd. Bepaalde soorten videoapparatuur kunnen verschillende videosignaaltypen genereren. De beeldkwaliteit per type videosignaal is doorgaans als volgt (in aflopende volgorde): Digitale component video S-Video
[S-Video] > Composietvideo [Video] Raadpleeg de documentatie die met de betreffende videoapparatuur is meegeleverd, om te bepalen welke videosignaaltypen door het apparaat worden gegenereerd. Composietvideo wordt soms ook wel gewoon 'videosignaal' genoemd.
[HDMI ] > Analoge component video [Component] >

Afstandsbediening voorbereiden

Batterijen in de afstandsbediening plaatsen

Op het moment van aankoop zijn de batterijen niet in de afstandsbediening geplaatst. Plaats de meegeleverde batterijen alvorens de afstandsbediening te gebruiken.
Til het batterijklepje omhoog door het
1
lipje in te drukken.
2
Controleer de aanduidingen (+) en (-) in het batterijvak en plaats de batterijen in de juiste richting.
QTip: Als de afstandsbediening langzamer reageert of niet werkt nadat u hem enige tijd
niet hebt gebruikt, betekent dit waarschijnlijk dat de batterijen bijna leeg zijn. Vervang de batterijen in dat geval door twee nieuwe batterijen. Gebruik bij het vervangen van de batterijen twee nieuwe AA-formaat alkali batterijen of mangaan batterijen. Andere batterijen dan AA-formaat alkali batterijen of mangaan batterijen kunnen niet worden gebruikt.
Plaats de batterijen in de juiste richting.
3
Sluit het klepje.
Projector
installeren

De afstandsbediening gebruiken

Bereik (horizontaal)
Circa 30°
Circa 30°
circa 10 m
Afstand
Bereik (verticaal)
Circa 60°
Circa 10°*
Circa 30°
Circa 30°
circa 10 m
Afstand
Circa 30°
*Afstandsbedieningssignalen kunnen binnen dit bereik niet worden ontvangen.
circa 10 m
Afstand
Circa 30°
circa 10 m
Afstand
13

Starten en stopzetten van de projectie

Apparaat inschakelen en beelden projecteren

Kijk terwijl de projectie aan de
1
2
Sluit de voedings-
kabel aan.
Verwijder de lenskap.
5
(In de winkel verkrijgbaar)
gang is niet in de lens.
Zet het apparaat aan.
A f s t a n d s b e d i e n i n g Bedieningspaneel
4
Zet de aangesloten
apparatuur aan.
14
AAN
3
Zet de hoofdschakelaar aan.
AAN
Raadpleeg spagina 15, 41 als zich een probleem voordoet met de projectie, ook al is de projector goed ingesteld en aangesloten.
QTip:
Als de functie "Dir. Inschakelen" is geactiveerd, wordt het apparaat ingeschakeld zodra de hoofdschakelaar in de stand ON (aan) wordt gezet. Het is dan niet meer nodig de aan-/ uitknop op het bedieningspaneel of de toets ON (Aan) op de afstandsbediening te gebruiken.
De projector is uitgerust met een functie "Kinderslot" waarmee wordt voorkomen dat jonge kinderen het apparaat per ongeluk inschakelen en in de lens kijken (spagina 37), en met een functie "Toetsvergrendeling" die ongewenste bediening van het apparaat voorkomt.
spagina 37
spagina 37
Schakel de optie "Hoogtemodus" in als u de projector op een hoogte van meer dan 1500 meter gebruikt.
Deze projector is uitgerust met een automatische afstelfunctie die zorgt voor automatische optimalisatie van het apparaat als het ingangssignaal van een computer verandert.
Als er een laptop of een computer met een LCD­scherm is aangesloten op de projector, kan het zijn dat u de bestemming van het uitgangssignaal moet wijzigen met toetsenbord­of functie-instellingen. Houd de toets ingedrukt en druk op (de toets met een symbool zoals / ). Kort nadat de selectie is uitgevoerd, wordt de projectie gestart.
sDocumentatie van computer
spagina 37
Voorbeeld van het selecteren van
uitgangssignaal
NEC
Panasonic
SOTEC
HP
Toshiba
IBM
LENOVO
SONY
DELL
Fujitsu
Macintosh Stel synchrone weergave of
Afhankelijk van het OS kunt
selecteren door op te
+
+ +
+
+ +
weergavedetectie in.
u het uitgangssignaal
drukken.
Starten en stopzetten van de projectie

Als de verwachte beelden niet worden geprojecteerd

Als er meer dan één signaalbron is aangesloten, of als er geen beelden worden geprojecteerd, moet de signaalbron worden geselecteerd met de afstandsbediening of het bedieningspaneel van de projector. Druk in het geval van videoapparatuur eerst op de knop voor afspelen op het videoapparaat, en selecteer vervolgens de signaalbron.
Met de afstandsbediening Met het bedieningspaneel
Druk op de toets met de naam van de poort waarop de betreffende signaalbron is aangesloten.
Als u op drukt, wordt het menu weergegeven. Met elke druk op verspringt de aanwijzer.
Verplaats de aanwijzer naar de doelinvoerbron om deze te selecteren. De ingangsbron wordt automatisch overgeschakeld wanneer er gedurende ongeveer drie seconden geen bediening plaatsvindt en de aanwijzer op de bedoelde ingangsbron is geplaatst. U kunt ook op drukken om over te schakelen naar de bedoelde ingangsbron.
QTip: Als de kleur van het geprojecteerde beeld van de ingangspoort [Component]
onnatuurlijk is, selecteer dan het signaal dat past bij het signaal van het apparaat dat is aangesloten op "ingangssignaal" in het configuratiemenu. s
pagina 38

Het apparaat uitschakelen

Schakel het apparaat uit dat functioneert
1
als signaalbron voor de projector.
Druk op op de afstandsbediening of op
2
op het bedieningspaneel van de
projector.
Het volgende bericht wordt getoond, dus druk of nogmaals in.
Wanneer afkoelen
3
voltooid is, stopt het knipperen rondom de
en u kunt vervolgens de
hoofdschakelaar uitzetten.
Als er alleen op of is gedrukt, wordt er nog elektriciteit gebruikt.
Breng de lenskap aan.
4
Als de projector aan een plafond wordt opgehangen en de lenskap verwijderd blijft, zult u de lenskap alsnog nodig hebben als de projector ergens anders naar toe verplaatst wordt, dus bewaar deze op een veilige plaats.
(ongeveer 16 seconden)
beginselen
Bedienings-
15

Projectiescherm aanpassen

Scherpstelling

Draai aan de scherpstelring om de scherpstelling aan te passen.

Aanpassen van het projectieformaat (zoomaanpassing)

Draai aan de zoomring om de grootte van het geprojecteerde beeld aan te passen.
Breed
Te l e

Aanpassen van positie van geprojecteerd beeld (lensverschuiving)

Als de projector niet direct voor het scherm opgesteld kan worden, kunt u de lensverschuivingsfunctie gebruiken om de positie van de geprojecteerde beelden verticaal of horizontaal te verplaatsen binnen het rechts getoonde bereik. Wanneer u tijdens het draaien van de draaiknoppen voor lensverschuiving een klik hoort, is de positie op dat moment ongeveer in het midden van het verschuivingsbereik.
De beeldpositie kan niet tegelijkertijd verplaatst worden naar de maximale verticale waarden en de maximale horizontale waarden. Bijv. Het beeld kan verticaal niet worden
verschoven als het horizontaal al tot het maximum is verschoven. Als het beeld verticaal maximaal is verschoven, kan het met niet meer dan 9% van de horizontale breedte van het scherm worden verschoven.
H x 47 %
H x 9 % H x 9 %
1/2 V
1/2 V
1/2 H
1/2 H
H
H x 47 %
V x 96 %
V
V x 96 %
16
Normale projectiestand
(middelste stand voor lensverschuiving)
Mogelijke verschuiving van het beeld ten opzichte van de normale projectiestand
Let er bij het transport van de projector op dat de lens volledig omlaag is verschoven. Anders kan het mechanisme voor lensverschuiving beschadigd raken.
Schuif
omlaag
Schuif
omhoog
Schuif naar
links
Schuif naar
rechts
Projectiescherm aanpassen

Aanpassen van de scheefstand van de projector

Wanneer een beeld van de projector die op een vlakke ondergrond geplaatst is horizontale scheefstand ( ) vertoont, de voorste voeten gebruiken om de scheefstand te corrigeren.
Uitdraaien
Indraaien
Uitdraaien
Indraaien

Een testpatroon weergeven

U kunt een testpatroon gebruiken voor het maken van de eerste opstelling, zoals bijvoorbeeld zoom, scherpstelling en beeldpositie met behulp van de lensverschuivingsfunctie zonder aansluiting op elektrische apparatuur. Het testpatroon wordt weergegeven als wordt ingedrukt op de afstandsbediening.
Druk opnieuw op als het testpatroon niet meer dient te worden weergegeven.
beginselen
Bedienings-
17

Basisaanpassingen voor beeldkwaliteit

Kleurmodus selecteren

Kleurmodus selecteren
Hoogte-breedte
selecteren
Menuopties selecteren
Gebruik voor het kiezen van een item. Druk op voor het bevestigen van de selectie.
* Als u op drukt, verdwijnt het
selectiemenu.
Druk op en selecteer de kleurmodus in het menu. Het is ook mogelijk de modus in te
Een signaal invoeren naar de HDMI1/HDMI2-aansluitingen.
stellen via het configuratiemenu.
Dynamisch
Woonkamer
Natuurlijk
Theater
: Ideaal voor ruimten met veel licht.
: Ideaal voor het bekijken van
programma's zoals sportwedstrijden of TV-programma's in een helder verlichte ruimte.
: Ideaal voor donkere ruimten.
Aanbevolen wordt in deze modus te beginnen als u kleuraanpassingen wilt uitvoeren.
: Ideaal voor het bekijken van films
en concerten in een donkere kamer.
Theater
zwart 1/2
Theater
zwart 1
Theater
zwart 2
: Geschikt voor gebruik in compleet
verduisterde ruimten.
: Een heldere kleurtint die
bijvoorbeeld te zien is op professionele monitors voor het maken van videosoftware of dergelijke.
: Warme tinten die u het idee geven
een film te bekijken in een bioscoop.
: U kunt kiezen uit de signalen die
naar de HDMI1- of HDMI2­aansluiting worden ingevoerd. Ideaal voor het natuurgetrouw reproduceren van natuurlijke kleuren. spagina 4
Wanneer de modus is gekozen, wordt het EPSON cinema filter automatisch toegepast en de oorspronkelijke kleuren van de beeldbron worden met meer precisie gereproduceerd.
18
Loading...
+ 46 hidden pages