Epson EH-TW4000 User's Guide [nl]

0 (0)

Over de handleidingen en de gebruikte notatie

Soorten handleidingen

De documentatie voor de EPSON-projector bestaat uit de volgende twee handleidingen. Raadpleeg de handleidingen in de onderstaande volgorde.

1Veiligheidsinstructies/Serviceen ondersteuningsgids

Deze handleiding bevat informatie over het veilig gebruik van de projector, en omvat tevens een handleiding voor garantiewerkzaamheden en een naslagblad voor het oplossen van problemen.

Lees deze handleiding goed door voordat u de projector gebruikt.

2Gebruikershandleiding (deze handleiding)

Deze gebruikershandleiding bevat informatie over het installeren van de projector, de bediening, het gebruik van de configuratiemenu's, het oplossen van problemen en onderhoud.

Notatie in deze gebruikershandleiding

Veiligheidssymbolen

Voor een veilig en correct gebruik van het apparaat zijn in de gebruikershandleiding en op het apparaat zelf symbolen aanwezig om u te wijzen op mogelijk letsel voor de gebruiker of anderen en op het risico van schade aan uw eigendommen.

De gebruikte symbolen hebben de volgende betekenis. Wees u goed bewust van de betekenis, voordat u de handleiding leest.

Dit geeft aan dat het negeren van de informatie kan leiden tot de dood of persoonlijk letsel door onjuist gebruik.

Dit geeft aan dat het negeren van de informatie kan leiden tot persoonlijk letsel of fysieke schade door onjuist gebruik.

Algemene informatie

Geeft procedures aan die kunnen leiden tot letsel of schade aan de projector als de procedures niet zorgvuldig worden gevolgd.

QTip: Geeft extra informatie en nuttige tips over een onderwerp aan.

s

Verwijst naar een pagina waar handige informatie over een onderwerp kan worden gevonden.

Geeft aan dat de verklarende woordenlijst uitleg bevat over de onderstreepte woorden vóór dit symbool.

Raadpleeg de 'Verklarende woordenlijst' in de 'Appendix'. spagina 58

, enz. Geeft toetsen aan op de afstandsbediening of het bedieningspaneel van de projector.

" (Menunaam) " Verwijst naar items in het configuratiemenu. Voorbeeld: "Beeld" – "Kleurmodus"

[ (Naam) ]

Geeft de poortnaam op de projector aan.

Voorbeeld: [Video]

Betekenis van 'eenheid', 'apparaat' en 'projector'

Waar de termen 'eenheid', 'apparaat' of 'projector' in deze Gebruikershandleiding worden gebruikt, kunnen deze verwijzen naar de projector of naar accessoires of optionele apparatuur.

Onderdelen controleren

Controleer tijdens het uitpakken van de projector of alle onderdelen aanwezig zijn. Neem contact op met uw leverancier als er onderdelen ontbreken of onjuist zijn.

Projector (met lenskap)

Afstandsbediening

Voedingskabel (3,0 m)

AA-formaat alkali batterijen (2 stuks)

Sluit deze aan op de projector en op een stopcontact.

Plaats deze in de afstandsbediening.

Documentatie

Document CD-ROM (Veiligheidsinstructies/Serviceen ondersteuningsgids, Gebruikershandleiding)

Snelstartgids

*De snelstartgids maakt niet in alle landen deel uit van de documentatie.

1

Inhoudsopgave

Kenmerken van de projector.......................

4

Ontvanger voor.............................................

7

Onderdeelnamen en functies......................

6

Achterkant ....................................................

8

Voorkant/bovenkant .....................................

6

Onderkant.....................................................

8

Bedieningspaneel.........................................

6

Uiterlijk ..........................................................

9

Projector installeren

Instellen.......................................................

10

Afstandsbediening voorbereiden .............

13

Grootte van projectie aanpassen ...............

10

Batterijen in de afstandsbediening

 

Projectiemethoden .....................................

11

plaatsen ....................................................

13

Een beeldbron aansluiten..........................

12

De afstandsbediening gebruiken................

13

Bedieningsbeginselen

 

Starten en stopzetten van de projectie ....

14

Apparaat inschakelen en

 

beelden projecteren..................................

14

Als de verwachte

 

beelden niet worden geprojecteerd ..........

15

Het apparaat uitschakelen..........................

15

Projectiescherm aanpassen......................

16

Scherpstelling.............................................

16

Aanpassen van het projectieformaat

 

(zoomaanpassing) ....................................

16

Aanpassen van positie van geprojecteerde

 

beeld (lensverschuiving)...........................

16

Aanpassen van de scheefstand van de

 

projector....................................................

17

Een testpatroon weergeven .......................

17

Aanpassingen van beeldkwaliteit

Basisaanpassingen voor beeldkwaliteit

....18

Kleurmodus selecteren...............................

18

Hoogte-breedte-verhouding selecteren......

19

Geavanceerde kleuraanpassingen ...........

20

Tint, verzadiging en helderheid aanpassen ....

20

Gamma aanpassen ....................................

21

RGB-aanpassing (Verschuiving,

 

Versterking) ..............................................

22

Beeldkwaliteit verder onderzoeken ..........

23

Scherpteaanpassing (Geavanceerd)..........

23

Instelling voor Autom. iris (automatisch

 

lensopening) .............................................

23

Beelden weergeven met een vooraf ingestelde beeldkwaliteit

(geheugenfunctie) ......................................

24

Geheugen opslaan, ophalen, wissen en

 

naam wijzigen...........................................

24

Configuratiemenu

 

Functies van configuratiemenu ................

26

Menu "Beeld"..............................................

32

 

De configuratiemenu’s gebruiken...............

26

Menu "Signaal"...........................................

33

 

Overzicht van configuratiemenu's (Voor de

 

Menu "Instellingen".....................................

36

 

EH-TW3000/TW2800) ..............................

28

Menu "Geheugen" ......................................

38

2

Overzicht van configuratiemenu's (Voor de

30

Menu "Resetten".........................................

38

EH-TW4000).............................................

 

 

Inhoudsopgave

Problemen oplossen

Problemen oplossen .................................

 

39

De indicatielampjes interpreteren ..............

39

Als het waarschuwinglampje

brandt of

 

knippert...............................................................

 

39

Status van indicators bij normaal gebruik ...........

40

Appendix

 

Onderhoud .................................................

47

Reiniging ....................................................

47

Luchtfilter reinigen ...............................................

47

Projectorbehuizing reinigen..................................

48

De lens reinigen ....................................................

48

Vervangingsfrequentie

 

verbruiksgoederen ...................................

49

Vervangingsfrequentie luchtfilter.........................

49

Vervangingsfrequentie lamp ................................

49

Verbruiksgoederen vervangen...................

50

Het luchtfilter vervangen ......................................

50

De lamp vervangen...............................................

51

De werkingstijd van de lamp

 

opnieuw instellen................................................

52

Wanneer de indicatielampjes geen

 

uitkomst bieden ........................................

41

Problemen met betrekking tot het beeld ..............

41

Problemen bij het starten van de projectie...........

46

Problemen met de afstandsbediening ..................

46

Optionele accessoires/

 

verbruiksgoederen ....................................

53

Lijst met ondersteunde monitors.............

54

Componentvideo ....................................................

54

Composietvideo/S-Video .......................................

54

Computerbeeld (analoog RGB)..............................

55

Ingangssignaal van de [HDMI1] / [HDMI2]-

 

ingangspoort...........................................................

55

Specificaties...............................................

56

Verklarende woordenlijst ..........................

58

Index ...........................................................

60

Projector

installeren

Bedienings-

beginselen

Aanpassingen

van beeldkwaliteit

Configuratiemenu

 

Problemen

oplossen

Appendix

3

Kenmerken van de projector

Het uiterlijk van het beeld kan worden aangepast aan de projectie-omgeving (Kleurmodus)

L

Het voor de locatie optimale beeld kan eenvoudig worden geprojecteerd door de gewenste kleurmodus te kiezen uit de volgende zeven vooraf ingesteld modi.

Als "Natuurlijk", "Theater", "x.v.Color", "Theater zwart 1" of "Theater zwart 2" is geselecteerd, wordt automatisch het Epson-bioscoopfiltereffect toegepast om het contrast te verhogen en huidtinten een natuurlijker aanzien te geven. spagina 18

Dynamisch

Theater zwart 1 Theater zwart 2

Theater

Kleur-

modus

Woonkamer

Natuurlijk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De modus "

 

" zorgt voor een meer natuurlijke

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

kleurweergave

Deze modus is compatibel met de xvYCC-standaard die voor een groter kleurbereik voor beeld zorgt. Beelden met een groter kleurbereik die worden geprojecteerd door apparatuur die deze standaard ondersteunt, benaderen het origineel beter zodat de kijker een scherper, natuurgetrouwer beeld te zien krijgt. spagina 18

Verfijnde kleuraanpassing

 

Afgezien van de "Kleurmodus" kunnen de absolute kleurtemperatuur en huidtinten met eenvoudige procedures

 

worden aangepast om het beeld nog meer naar uw zin te maken. Verder kunt u gamma, verschuiving en

 

versterking van RGB-kleuren en tint, verzadiging en helderheid van RGBCMY-kleuren aanpassen om kleuren te

4

maken die passen bij het beeld. spagina 20

 

Kenmerken van de projector

Uitgerust met een verschuiffunctie met groothoeklens

Met deze verschuiffunctie kan de positie van het geprojecteerde beeld verticaal en horizontaal worden aangepast zonder het beeld te vertekenen.

Hierdoor is er meer vrijheid voor het opstellen van de projector. Deze kan zelfs aan het plafond worden gehangen of een andere dan een haakse hoek maken met het scherm. spagina 16

Uitgerust met 2,1x korte zoomlens

Voor zoomaanpassing is een 2,1x korte zoomlens aanwezig. Het beeld kan worden geprojecteerd op een scherm van 100 inch (alleen 16:9-scherm), zelfs vanaf ongeveer 3 m. spagina 10

Geavanceerde functies voor het aanpassen van de beeldkwaliteit

Er zijn geavanceerde functies voor het aanpassen van de beeldkwaliteit zoals "Autom. iris" en "Scherpte(Geavanceerd)" beschikbaar om het beeld nog scherper te maken. Als de functie Auto Iris (Autom. iris) is ingeschakeld, kan de hoeveelheid licht automatisch worden aangepast aan het geprojecteerde beeld zodat het beeld meer diepte en perspectief krijgt. De functie Sharpness (Scherpte) kan niet alleen worden gebruikt om het hele beeld aan te passen, maar ook om bepaalde gedeelten zoals haar of kleding te benadrukken. spagina 23

Diverse beeldinstellingsfuncties

Hier volgen enkele van de vele andere functies.

EPSON Super White wordt gebruikt om overbelichting te voorkomen. Overbelichting kan tot gevolg hebben dat het beeld te helder is. spagina 35

Een Progressief conversie waarmee u een ideale beeldkwaliteit krijgt voor zowel beelden met veel beweging als stilstaande beelden. spagina 34

Een Hoogte-breedte functie waarmee beelden in breedbeeldformaat kunnen worden bekeken. spagina 19

Geheugenfuncties waarmee afstellingen kunnen worden opgeslagen zodat ze later gemakkelijk met behulp van de afstandsbediening kunnen worden teruggehaald. spagina 24

Slotinstellingen waarmee het bedieningspaneel van de projector kan worden vergrendeld nadat er aanpassingen

zijn uitgevoerd zodat de aanpassingen niet per ongeluk kunnen worden gewijzigd (spagina 36), of om te

5

voorkomen dat kinderen het apparaat per ongeluk inschakelen en in de lens kijken. spagina 36

Onderdeelnamen en functies

Voorkant/bovenkant

Draaiknop voor horizontale

 

Ontvanger voor

 

Bedieningspaneel (boven)

lensafstelling spagina 16

 

afstandsbedienings-

 

sZie verderop

 

 

signaal spagina 13

 

Draai de regelknop om de positie van het

 

Draaiknop voor verticale

 

 

geprojecteerde beeld naar links of rechts te verplaatsen.

Ontvangt signalen van de

Lampafdekking spagina 51

 

afstandsbediening.

 

lensafstelling spagina 16

 

 

Draai de regelknop om de positie

 

 

 

Open deze afdekking wanneer u de

 

 

 

van het geprojecteerde beeld

lamp vervangt.

 

 

 

naar boven of beneden te

Zoomring spagina 16

 

 

 

verplaatsen.

 

 

 

Bedieningspaneel

Past het beeldformaat aan.

 

 

 

 

 

 

(zijkant)

Ventilatierooster

 

 

 

 

 

 

sZie verderop

Een uitlaatopening voor de

 

 

 

Scherpstelring

lucht die het binnenste van de

 

 

 

spagina 16

projector koelt.

 

 

 

Gebruikt om het beeld scherp

 

 

 

 

Raak het ventilatierooster niet

 

 

 

te stellen.

 

 

 

Projectielens

direct na of tijdens het gebruik

 

 

 

van de projector aan omdat

 

 

 

Beelden worden hiervandaan

het rooster heet wordt.

 

 

 

geprojecteerd.

Stelpootjes voorzijde

Lenskap

 

 

Ontvanger voor

spagina 17

 

 

afstandsbedienings-

Hiermee kan de projector

Wanneer u de projector niet gebruikt, dit aan de

signaal spagina 13

horizontaal worden geplaatst om de

lens bevestigen om de lens tegen beschadiging

 

Ontvangt signalen van de

projectiehoek te corrigeren.

en vuil te beschermen.

 

afstandsbediening.

Bedieningspaneel

Toetsen zonder verklaring werken op dezelfde manier als overeenkomstige knoppen op de afstandsbediening. Raadpleeg 'Afstandsbediening' voor meer informatie over deze toetsen.

Bovenste bedieningspaneel

Aan-/uitknop spagina 14, 15

Toets Source (Bron)

spagina 15

Toont een lijst van ingangsbronnen en schakelt over naar uw gewenste ingangsbron.

Waarschuwingslampje spagina 39

Dit lampje knippert of brandt met verschillende kleuren om problemen met de projector aan te geven.

Zijbedieningspaneel

Toets Menu spagina 26

Toets Esc

spagina 18, 20, 26

Toets Enter/Line menu

Toets

spagina 18, 20, 22, 26

(lijnmenu)

 

spagina 18, 24, 26

 

6

Onderdeelnamen en functies

Ontvanger voor

Aan/uit toets spagina 14, 15

Hiermee zet u de projector aan en uit.

Toetsen voor Source (Bron) spagina 15

Schakelt de ingangsbron over naar de ingangsaansluitingen die op elk van de toetsen wordt aangegeven.

Toets Default spagina 26

Brengt de instellingen van het aanpassingsscherm in het configuratiemenu terug naar hun standaardwaarden wanneer deze tijdens de weergave van het scherm wordt ingedrukt.

-toets

spagina 18, 20, 22, 26

Hiermee selecteert u menuopties en waarden.

Toets Menu spagina 26

Hiermee worden de configuratiemenu's op het hele scherm weergegeven.

Toets Memory (Geheugen) spagina 24

Voor het opslaan, laden en wissen van de geheugeninhoud.

Toets RGBCMY spagina 20

Past de tint, verzadiging en helderheid voor elk van de RGBCMY kleuren aan.

Toets Gamma spagina 21

Past het gamma aan.

Toets Pattern spagina 17

Voor het weergeven en wissen van het testpatroon.

Zender voor afstandsbedieningssignaal spagina 13

Hiermee worden de signalen van de afstandsbediening doorgegeven.

Verlichtingstoets

Verlicht alle toetsen op de afstandsbediening gedurende 10 seconden zodat deze op donkere plaatsen zichtbaar worden.

Toets Esc

spagina 18, 20, 26

Keert terug naar het vorige menu wanneer deze tijdens de weergave van het menu wordt ingedrukt.

Toets Enter/Line menu spagina 18, 24, 26

Hiermee geeft u het lijnmenu weer. Als er een menu wordt weergegeven, kunt u op deze toets drukken om het menu-item te selecteren en naar het volgende scherm te gaan.

Toets Color Mode

(Kleurmodus) spagina 18

Verandert de kleurmodus overeenkomstig de projectieomgeving.

Toets Aspect (Hoogte-

breedte)spagina 19

Verandert de hoogtebreedteverhouding overeenkomstig het ingangssignaal.

Toets Sharpness spagina 23

Past de beeldscherpte aan.

Toets Blank (Blanco)

spagina 26

Voor het tijdelijk inen uitschakelen van de geprojecteerde beelden. Wanneer deze tijdens de weergave van het configuratiemenu wordt ingedrukt, verdwijnt en verschijnt het menuscherm.

7

Onderdeelnamen en functies

Achterkant

[S-Video]-ingangspoort spagina 12

[PC]

[RS-232C] port

Aansluiting voor S-video-uitgangspoorten van

ingangspoort

Voor aansluiting op een computer met behulp

videoapparatuur.

spagina 12

van een RS-232C kabel voor besturing van de

[Video]-ingangspoort spagina 12

Aansluiting voor

projector via de computer. Deze wordt

normaal niet gebruikt.

Voert een algemeen videosignaal in

de RGB-poort van

de computer.

 

Lampafdekking openen

(composietvideo). Voor aansluiting op

 

 

 

schakelaar spagina 51

een beelduitgangspoort van een

 

 

 

 

Indrukken voor het openen van de

videobron.

 

 

 

 

lampafdekking.

[HDMI1]-ingangspoort

 

 

 

 

[Trigger out]-poort

spagina 12

 

 

 

 

(Trigger Uit)

Voor aansluiting op een

 

 

 

 

Als de projector

HDMI

-compatibele

 

 

 

 

wordt ingeschakeld, wordt

videobron of op een

 

 

 

 

via deze poort een 12 volt

computer.

 

 

 

 

gelijkstroomsignaal

 

 

 

 

[HDMI2]-ingangspoort

 

 

doorgegeven. Als de projector

 

 

wordt uitgeschakeld of als er

spagina 12

 

 

 

 

zich een storing voordoet,

Voor aansluiting op een

 

 

 

 

wordt het uitgangssignaal 0

HDMI-compatibele videobron

 

 

volt. Hiermee wordt de aan-/

of op een computer.

 

 

uitstatus van de projector

[Component]-ingangspoort

 

 

doorgegeven aan een extern

[Netspanning]

 

apparaat.

spagina 12

 

Beveiligingsslot

Aansluiting voor component

ingang spagina 14

Aansluiting voor de

 

spagina 58

(YCbCr

of YPbPr )

 

 

Hoofdschakelaar spagina 14

uitgangspoort van videoapparatuur.

voedingskabel.

 

Luchtinlaat (luchtfilter)

Kabelhouders

 

 

spagina 47, pagina 50

Wanneer een HDMI kabel met een grote

Hier wordt lucht naar binnen gezogen voor

buitendiameter wordt aangesloten op de

 

 

 

het koelen van het binnenste van de projector.

ingangspoort, kan de kabel door zijn

 

gewicht gaan doorhangen en een slecht

 

Als er zich stof op het filter verzamelt, zal de

 

contact veroorzaken. Om dit te voorkomen

 

temperatuur binnen in de projector toenemen

 

kunt u de kabel vastzetten door een in de

 

en zullen er zich problemen met de bediening

 

handel verkrijgbare kabelklemband door

 

voordoen of zullen de optische componenten

Kabelklemband (in de

een van de twee houders te steken, al

sneller verouderen. Het luchtfilter dient

handel verkrijgbaar)

naargelang wat het handigste voor u is.

periodiek gereinigd te worden.

 

 

 

Onderkant

Bevestigingspunten

 

ophangbeugel

 

(5 punten) spagina 53

 

Hier bevestigt u de optionele

 

ophangbeugel voor bevestiging

Kabelafdekkingsteunen

aan het plafond.

(2 plaatsen)

 

 

Maak de optionele

 

kabelafdekking hieraan vast.

8

Uiterlijk

Middelpunt van lens

136

148.3

 

72*

12.3

4.5

131

 

 

450

*1 Afstand tussen middelpunt van lens en bevestigingspunt van ophangbeugel

300

75

150

 

Middelpunt van lens

 

56

 

45

 

 

134.7

389.7

160

5-M4×9

Maten in mm

9

Instellen

Grootte van projectie aanpassen

Wanneer de projector zich verder weg van het scherm bevindt, wordt het geprojecteerde beeld groter.

Plaats de projector aan de hand van de onderstaande tabel zo dat het beeld met optimale grootte op het scherm wordt geprojecteerd.

De waarden kunnen worden gebruikt als richtlijn bij het opstellen van de projector.

 

 

 

Scherm

 

Middelpunt van lens

 

 

 

 

 

 

 

Dit is de hoogte vanaf het midden van de lens tot aan de onderkant

 

 

 

 

van de geprojecteerde beelden. Dit kan veranderd worden met de

 

 

 

 

instelling voor de verticale lensverschuiving.

Projectieafstand

 

 

 

 

 

 

 

Eenheid: cm

 

Projectieafstand

 

Schermformaat 16:9

Kortste

tot

Langste

Verticale lensverschuiving

 

(Breed)

(Tele)

Hoogste naar laagste

 

 

30"

66×37

 

87 tot 188

 

-17 tot 55

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

40"

89×50

 

117 tot 252

 

-23 tot 73

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

60"

130×75

 

177 tot 380

 

-35 tot 109

 

 

 

Scherm

80"

180×100

 

238 tot 508

 

-46 tot 146

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100"

220×120

 

298 tot 636

 

-58 tot 182

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120"

270×150

 

359 tot 764

 

-69 tot 219

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150"

330×190

 

450 tot 956

 

-86 tot 273

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200"

440×250

 

601 tot 1276

 

-115 tot 364

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eenheid: cm

 

 

 

 

 

 

Schermformaat 4:3

Projectieafstand

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kortste

tot

Langste

Verticale lensverschuiving

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Breed)

(Tele)

Hoogste naar laagste

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

30"

61×46

 

107 tot 231

 

-21 tot 67

 

Als de projector in een hoek ten

 

 

 

 

 

 

 

opzichte van het scherm wordt

40"

81×61

 

144 tot 309

 

-28 tot 89

 

 

 

 

opgesteld, wordt het

 

 

 

 

 

 

 

60"

120×90

 

218 tot 466

 

-42 tot 134

 

 

 

 

geprojecteerde beeld vervormd.

 

 

 

 

 

 

 

80"

160×120

 

292 tot 623

 

-56 tot 178

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

100"

200×150

 

366 tot 779

 

-71 tot 223

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120"

240×180

 

440 tot 936

 

-85 tot 268

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150"

300×230

 

551 tot 1171

 

-106 tot 334

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200"

410×300

 

736 tot 1562

 

-141 tot 446

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lensverschuiving afstellen

Met de draaiknoppen voor lensverschuiving kan de positie van het beeld worden aangepast. Deze functie is vooral handig als de projector wordt toegepast onder de volgende omstandigheden. spagina 16

Hangend aan het plafond

Met een scherm op een hoge plaats

Met de projector aan de zijkant zodat het beeld recht van voren kan worden bekeken

Met de projector op een boekenplank of iets dergelijks

Als het beeld wordt gepositioneerd met de draaiknop voor lensverschuiving, treedt er nauwelijks enige verslechtering van het beeld op omdat de lensverschuiving optisch wordt gecorrigeerd. Voor een optimale beeldkwaliteit is het echter beter de verschuiffunctie niet te gebruiken.

10

Instellen

Projectiemethoden

• Als u de projector aan het plafond wilt ophangen (met ophangbeugel), dan moet u de projector op een speciale manier monteren. Als u de projector niet goed monteert, kan hij naar beneden vallen en letsel veroorzaken.

Als u tape plakt op de schroeven waarmee de ophangbeugel aan het plafond is bevestigd om te voorkomen dat deze losraken, of als u bijvoorbeeld smeermiddel of olie op de projector aanbrengt, kan de behuizing van de projector breken waardoor deze uit de ophangbeugel kan vallen. Hierdoor kan iemand die zich onder de ophangbeugel bevindt, ernstig gewond raken en kan de projector worden beschadigd. Als u de ophangbeugel monteert of afstelt, gebruik dan geen tape om te voorkomen dat de schroeven los gaan zitten en gebruik geen olie, smeermiddel of iets dergelijks.

Vermijd opstelling van de projector in een zeer stoffige of vochtige ruimte, of op een

plaats waar sigarettenrook of andere rook (met name vette rook) hangt.

Reinig het luchtfilter minimaal eens per 3 maanden.

Reinig het luchtfilter vaker als de projector wordt gebruikt in een stoffige omgeving.

Zet de projector bij gebruik niet op zijn kant. Dit kan tot defecten leiden.

Projectie van recht van voren

Projectie vanaf het plafond

Projectie vanaf de zijkant van het scherm

*Ook bij projectie vanaf de zijkant van het scherm moeten scherm en projector parallel worden opgesteld.

*Als de projector aan het plafond wordt gehangen, moeten de instellingen in het configuratiemenu worden gewijzigd. spagina 36

Configuratiemenu

Instellingen Projectie

Voorkant

Voor/bovenkant

QTip:

U kunt het EPSON logoplaatje 180 graden rond draaien wanneer u de projector aan een plafond ophangt.

Wanneer één kant van het plaatje wordt ingedrukt, gaat de tegenovergestelde kant omhoog zodat u het een weinig naar buiten kunt trekken, omdraaien en vervolgens weer terug naar binnen kunt drukken.

Projector

installeren

11

Een beeldbron aansluiten

• Schakel de projector en de signaalbron uit voordat beide apparaten op elkaar worden aangesloten. Als een van beide apparaten is ingeschakeld ten tijde van het aansluiten, kan dat schade veroorzaken.

Controleer de vorm van de stekkers en de aansluitingen op de apparaten voordat u de kabel aansluit. Als u een stekker met kracht probeert aan te sluiten op een poort met een andere vorm of met een ander aantal aansluitpunten, kan er een storing optreden en kan de stekker of poort beschadigd raken.

Videoapparatuur (VHS-recorder, DVD-speler, spelcomputer, enz.)

 

Computer

*De namen van poorten kunnen verschillen aan de hand van de apparatuur die wordt aangesloten.

 

Uitgang voor

 

 

Mini D-Sub

Video

component video

S-Video

HDMI

15-pins

 

 

RCA-videokabel

Kabel voor component

(in de winkel

video (in de winkel

verkrijgbaar)

verkrijgbaar)

S-Video-kabel (in de winkel verkrijgbaar)

HDMI-kabel

Computerkabel

(in de winkel

(in de winkel

verkrijgbaar*)

verkrijgbaar)

Mini D-Sub

15-pins

* Gebruik een HDMI kabel die overeenkomt met de HDMI specificaties.

QTip: • Bepaalde signaalbronnen hebben een poort met een speciale vorm. Gebruik in een dergelijk geval het accessoire of de optionele kabel die met de betreffende signaalbron is meegeleverd.

Welke kabel moet worden gebruikt voor het aansluiten van videoapparatuur op de projector, is afhankelijk van het type videosignaal dat door het apparaat wordt geleverd. Bepaalde soorten videoapparatuur kunnen verschillende videosignaaltypen genereren.

De beeldkwaliteit per type videosignaal is doorgaans als volgt (in aflopende volgorde): Digitale component video [HDMI] > Analoge component video [Component] > S-Video [S-Video] > Composietvideo [Video]

Raadpleeg de documentatie die met de betreffende videoapparatuur is meegeleverd, om te bepalen welke videosignaaltypen door het apparaat worden gegenereerd. Composietvideo wordt soms ook wel gewoon 'videosignaal' genoemd.

12

Afstandsbediening voorbereiden

Batterijen in de afstandsbediening plaatsen

Controleer de aanduidingen (+) en (-) in het batterijvak en plaats de batterijen in de juiste richting.

Op het moment van aankoop zijn de batterijen niet in de afstandsbediening geplaatst. Plaats de meegeleverde batterijen alvorens de afstandsbediening te gebruiken.

1 Til het batterijklepje omhoog door het lipje in te drukken.

2 Plaats de batterijen in de juiste richting.

3 Sluit het klepje.

QTip: Als de afstandsbediening langzamer reageert of niet werkt nadat u hem enige tijd niet hebt gebruikt, betekent dit waarschijnlijk dat de batterijen bijna leeg zijn. Vervang de batterijen in dat geval door twee nieuwe batterijen. Gebruik bij het vervangen van de batterijen twee nieuwe AA-formaat alkali batterijen of mangaan batterijen. Andere batterijen dan AA-formaat alkali batterijen of mangaan batterijen kunnen niet worden gebruikt.

Projector

installeren

De afstandsbediening gebruiken

Bereik (horizontaal)

Circa 30°

Circa 30°

circa 10 m Afstand

Bereik (verticaal)

Circa 60°

Circa 10°*

*Afstandsbedieningssignalen kunnen binnen dit bereik niet worden ontvangen.

circa 10 m Afstand

Circa 30°

Circa 30°

circa 10 m Afstand

Circa 30°

Circa 30°

circa 10 m Afstand

13

Starten en stopzetten van de projectie

Apparaat inschakelen en beelden projecteren

1 Verwijder de lenskap.

Kijk terwijl de projectie aan de gang is niet in de lens.

5 Zet het apparaat aan.

Bedieningspaneel Afstandsbediening

2 Sluit de voedings-

(In de winkel

4 Zet de aangesloten

kabel aan.

verkrijgbaar)

apparatuur aan.

 

 

 

 

AAN

 

3 Zet de hoofdschakelaar aan.

 

AAN

Raadpleeg spagina 15, 39 als zich een probleem voordoet met de projectie, ook al is de projector goed ingesteld en aangesloten.

QTip: • Als de functie "Dir. Inschakelen" is geactiveerd, wordt het apparaat ingeschakeld zodra de hoofdschakelaar in de stand ON (aan) wordt gezet. Het is dan niet meer nodig de aan-/ uitknop op het bedieningspaneel of de toets ON (Aan) op de afstandsbediening te gebruiken. spagina 36

De projector is uitgerust met een functie "Kinderslot" waarmee wordt voorkomen dat jonge kinderen het apparaat per ongeluk inschakelen en in de lens kijken (spagina 36), en met

een functie "Toetsvergrendeling" die ongewenste bediening van het apparaat voorkomt. spagina 36

Schakel de optie "Hoogtemodus" in als u de projector op een hoogte van meer dan 1500 meter gebruikt. spagina 36

Deze projector is uitgerust met een

automatische afstelfunctie die zorgt voor

Voorbeeld van het selecteren van

 

 

uitgangssignaal

 

automatische optimalisatie van het apparaat als

 

 

 

 

 

 

 

 

het ingangssignaal van een computer verandert.

NEC

 

 

 

 

 

Panasonic

 

 

+

 

 

• Als er een laptop of een computer met een LCD-

 

 

 

 

SOTEC

 

 

 

 

 

scherm is aangesloten op de projector, kan het

HP

 

 

+

 

 

zijn dat u de bestemming van het

Toshiba

 

 

+

 

 

uitgangssignaal moet wijzigen met toetsenbord-

 

 

 

 

IBM

 

 

 

 

 

of functie-instellingen. Houd de toets

 

 

LENOVO

 

 

+

 

 

ingedrukt en druk op

 

 

(de toets met een

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SONY

 

 

 

 

 

symbool zoals

 

/

 

 

). Kort nadat de selectie

 

 

 

 

 

 

 

 

DELL

 

 

+

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

is uitgevoerd, wordt de projectie gestart.

 

 

 

 

Fujitsu

 

 

 

 

 

sDocumentatie van computer

 

 

+

 

 

 

 

 

 

 

Macintosh

 

Stel synchrone weergave of

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

weergavedetectie in.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afhankelijk van het OS kunt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

u het uitgangssignaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

selecteren door op

te

14

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

drukken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Starten en stopzetten van de projectie

Als de verwachte beelden niet worden geprojecteerd

Als er meer dan één signaalbron is aangesloten, of als er geen beelden worden geprojecteerd, moet de signaalbron worden geselecteerd met de afstandsbediening of het bedieningspaneel van de projector. Druk in het geval van videoapparatuur eerst op de knop voor afspelen op het videoapparaat, en selecteer vervolgens de signaalbron.

Met de afstandsbediening

Met het bedieningspaneel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Druk op de toets met de naam van de poort waarop de betreffende signaalbron is aangesloten.

Als u op drukt, wordt het menu weergegeven. Met elke druk op verspringt de aanwijzer. Verplaats de aanwijzer naar de doelinvoerbron om deze te selecteren.

De ingangsbron wordt automatisch overgeschakeld wanneer er gedurende ongeveer drie seconden geen bediening plaatsvindt en de aanwijzer op de bedoelde ingangsbron is geplaatst. U kunt ook op drukken om over te schakelen naar de bedoelde ingangsbron.

QTip: Als de kleur van het geprojecteerde beeld van de ingangspoort [Component] onnatuurlijk is, selecteer dan het signaal dat past bij het signaal van het apparaat dat is aangesloten op "ingangssignaal" in het configuratiemenu. spagina 37

Het apparaat uitschakelen

1 Schakel het apparaat uit dat functioneert als signaalbron voor de projector.

2 Druk op op de afstandsbediening of op

op het bedieningspaneel van de projector.

Het volgende bericht wordt getoond, dus druk of nogmaals in.

3 Wanneer afkoelen (ongeveer 16 seconden) voltooid is, stopt het knipperen rondom de en u kunt vervolgens de hoofdschakelaar uitzetten.

Als er alleen op of is gedrukt, wordt er nog elektriciteit gebruikt.

4 Breng de lenskap aan.

Als de projector aan een plafond wordt opgehangen en de lenskap verwijderd blijft, zult u de lenskap alsnog nodig hebben als de projector ergens anders naar toe verplaatst wordt, dus bewaar deze op een veilige plaats.

Bedienings-

beginselen

15

Epson EH-TW4000 User's Guide

Projectiescherm aanpassen

Scherpstelling

Draai aan de scherpstelring om de scherpstelling aan te passen.

Aanpassen van het projectieformaat (zoomaanpassing)

Draai aan de zoomring om de grootte van het geprojecteerde beeld aan te passen.

Breed

Tele

Aanpassen van positie van geprojecteerd beeld (lensverschuiving)

Als de projector niet direct voor het scherm

H x 47 %

 

H x 47 %

opgesteld kan worden, kunt u de

H x 9 %

H

H x 9 %

lensverschuivingsfunctie gebruiken om de positie

 

 

 

van de geprojecteerde beelden verticaal of

 

 

 

horizontaal te verplaatsen binnen het rechts

 

 

 

getoonde bereik. Wanneer u tijdens het draaien

 

 

V x 96 %

van de draaiknoppen voor lensverschuiving een

 

 

 

 

 

klik hoort, is de positie op dat moment ongeveer in

 

 

 

het midden van het verschuivingsbereik.

 

 

 

De beeldpositie kan niet tegelijkertijd verplaatst

 

 

 

worden naar de maximale verticale waarden en

 

 

V

de maximale horizontale waarden.

1/2 V

 

 

Bijv. Het beeld kan verticaal niet worden

 

 

 

verschoven als het horizontaal al tot het

 

 

 

maximum is verschoven. Als het beeld

 

1/2 H

 

verticaal maximaal is verschoven, kan het

 

 

V x 96 %

met niet meer dan 9% van de horizontale

 

 

 

breedte van het scherm worden

 

 

 

verschoven.

 

 

 

Normale projectiestand (middelste stand voor lensverschuiving)

Mogelijke verschuiving van het beeld ten opzichte van de normale projectiestand

Let er bij het transport van de projector op dat de lens

volledig omlaag is verschoven. Anders kan het mechanisme voor lensverschuiving beschadigd raken.

Schuif omlaag

Schuif naar

Schuif naar

links

rechts

Schuif omhoog

16

Projectiescherm aanpassen

Aanpassen van de scheefstand van de projector

Wanneer een beeld van de projector die op een vlakke ondergrond geplaatst is horizontale scheefstand ( ) vertoont, de voorste voeten gebruiken om de scheefstand te corrigeren.

Uitdraaien

Indraaien

Uitdraaien

Indraaien

Een testpatroon weergeven

U kunt een testpatroon gebruiken voor het maken van de eerste opstelling, zoals bijvoorbeeld zoom, scherpstelling en beeldpositie met behulp van de lensverschuivingsfunctie zonder aansluiting op elektrische apparatuur.

Het testpatroon wordt weergegeven als wordt ingedrukt op de afstandsbediening.

Druk opnieuw op als het testpatroon niet meer dient te worden weergegeven.

Bedienings-

beginselen

17

Basisaanpassingen voor beeldkwaliteit

Kleurmodus selecteren

Hoogte-breedte selecteren

Menuopties selecteren

Gebruik voor het kiezen van een item. Druk op voor het bevestigen van de selectie.

* Als u op drukt, verdwijnt het selectiemenu.

Kleurmodus selecteren

Druk op en selecteer de kleurmodus in het menu.

Het is ook mogelijk de modus in te stellen via het configuratiemenu.

Dynamisch : Ideaal voor ruimten met veel licht.

: Ideaal voor het bekijken van Woonkamer programma's zoals sportwedstrijden of

TV-programma's in een helder verlichte ruimte.

: Ideaal voor donkere ruimten. Natuurlijk Aanbevolen wordt in deze modus

te beginnen als u kleuraanpassingen wilt uitvoeren.

: Ideaal voor het bekijken van films Theater en concerten in een donkere

kamer.

Een signaal invoeren naar de

HDMI1/HDMI2-aansluitingen.

Theater

: Geschikt voor gebruik in compleet

zwart 1/2

verduisterde ruimten.

 

: Heldere tinten die te zien zijn op

Theater

professionele monitors bij het

zwart 1

maken van DVD's.

 

 

: Warme tinten die u het idee geven

Theater

een film te bekijken in een

zwart 2

bioscoop.

 

 

: U kunt kiezen uit de signalen die

 

 

naar de HDMI1of HDMI2-

 

aansluiting worden ingevoerd.

 

 

Ideaal voor het natuurgetrouw

 

reproduceren van natuurlijke

 

kleuren.

Wanneer de modus is gekozen, wordt het EPSON cinema filter automatisch toegepast en de oorspronkelijke kleuren van de beeldbron worden met meer precisie gereproduceerd.

18

Loading...
+ 44 hidden pages