Artikel-nr.: 34.045.85 I.-nr.: 11025
GC-PM 46/1 S B&S
Vóór inbedrijfstelling de handleiding en de veiligheidsvoorschriften lezen en in acht
nemen!
Inhoudsopgave:
1. Veiligheidsinstructies
2. Beschrijving van het apparaat
3. Leveringsomvang
4. Doelmatig gebruik
5. Technische gegevens
6. Vóór inbedrijfstelling
7. Bediening
8. Reiniging, onderhoud, opslag, transport en bestelling van onderdelen
9. Verwerking en recycling
10. Foutopsporing
Let op!
Bij het gebruik van apparaten moeten enkele veiligheidsmaatregelen worden
nageleefd om verwondingen en schade te voorkomen. Lees deze
handleiding/veiligheidsinstructies daarom aandachtig door. Bewaar deze goed, zodat
u de informatie op elk moment kunt terugvinden. Mocht u dit apparaat aan andere
personen doorgeven, gelieve dan deze handleiding/veiligheidsinstructies mee te
overhandigen. Wij zijn niet aansprakelijk voor ongevallen of schade als gevolg van
niet-inachtneming van deze handleiding en de veiligheidsinstructies.
1. Veiligheidsinstructies voor handgeleide grasmaaiers
Aanwijzingen
1. Lees de handleiding aandachtig.
Maak u vertrouwd met de instellingen en het juiste gebruik van de machine.
2. Laat nooit toe dat kinderen of andere personen die de handleiding niet kennen,
de grasmaaier gebruiken. Plaatselijke voorschriften kunnen de minimumleeftijd
van de gebruiker vastleggen.
3. Maai nooit als er andere personen, met name kinderen of dieren, in de buurt zijn.
Denk eraan dat de bestuurder van de machine of de gebruiker verantwoordelijk
is voor ongevallen met andere personen of hun eigendom.
4. Mocht u dit apparaat doorgeven aan andere personen, gelieve dan deze
handleiding mee te overhandigen.
5. Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (inclusief
kinderen) met een beperkt fysiek, sensorisch of geestelijk vermogen of door
personen die niet de nodige ervaring en/of kennis hebben, tenzij dit gebeurt
onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid, of die
hen aanwijzingen geeft hoe het apparaat moet worden gebruikt. Op kinderen
moet toezicht worden gehouden om te voorkomen dat ze met het apparaat
spelen.
Voorbereidende maatregelen
1. Draag bij het maaien altijd vast schoeisel en een lange broek. Maai niet op blote
voeten of in lichte sandalen.
2. Controleer het terrein waar u de machine wilt inzetten, en verwijder alle
voorwerpen die gegrepen en weggeslingerd kunnen worden.
3. Waarschuwing: Benzine is uiterst ontvlambaar:
- Bewaar benzine alleen in de daartoe voorziene vaten.
- Tank alleen in de openlucht en rook niet terwijl u benzine in de tank giet.
- Benzine moet in de tank worden gegoten voordat u de motor start. Terwijl de
motor draait of als de maaier warm is, mag de tankdop niet opengedraaid en
geen benzine bijgevuld worden.
- Indien benzine is overgelopen, mag er geen poging worden ondernomen om de
motor te starten. In plaats daarvan moet de machine van de verontreiniging door
benzine worden ontdaan. Elke ontstekingspoging moet worden vermeden, tot de
benzinedampen vervlogen zijn.
- Om veiligheidsredenen moeten benzinetank en tankdoppen bij beschadiging
worden vervangen.
4. Vervang defecte geluiddempers.
5. Vóór gebruik moet u zich er altijd door een visuele controle van vergewissen, dat
de maaigereedschappen, bevestigingsbouten en de hele maaieenheid niet
versleten of beschadigd zijn. Ter voorkoming van een onbalans mogen versleten
of beschadigde maaigereedschappen en bevestigingsbouten enkel per set
worden vervangen.
6. Bij gereedschappen met meerdere messen moet u er rekening mee houden, dat
door het draaien van één mes andere messen kunnen beginnen te draaien.
Hantering
1. Laat de verbrandingsmotor niet in gesloten ruimtes lopen, waarin zich gevaarlijk
koolmonoxide kan verzamelen.
2. Maai alleen bij daglicht of bij goede kunstmatige verlichting. Indien mogelijk moet
de inzet van het apparaat bij nat gras worden vermeden.
3. Zorg altijd voor een veilige stand op hellingen.
4. Leid de machine alleen in staptempo.
5. Bij machines op wielen geldt de volgende regel: Maai dwars over de helling,
nooit op- of neerwaarts.
6. Wees bijzonder voorzichtig bij het veranderen van rijrichting op een helling.
7. Maai niet op overmatig steile hellingen.
8. Wees bijzonder voorzichtig als u de maaier omkeert of hem naar u toe trekt.
9. Stop het maaimes als de grasmaaier moet worden gekanteld, bij een transport
over andere oppervlakken dan gras of als de grasmaaier weg van het te maaien
oppervlak of ernaartoe moet worden bewogen.
10. Gebruik de grasmaaier nooit met beschadigde veiligheidsinrichtingen of
beschermroosters, of zonder aangebouwde veiligheidsinrichtingen, bijv.
stootplaat en/of grasopvanginrichtingen.
11. Verander de regelinstellingen van de motor niet en jaag hem niet over zijn
toeren.
12. Zet de motorrem los, voordat u de motor start.
13. Start de motor voorzichtig overeenkomstig de instructies van de fabrikant. Blijf
met uw voeten altijd op voldoende afstand van het maaimes.
14. Tijdens het starten van de motor mag de grasmaaier niet worden gekanteld,
tenzij hij hierbij moet worden opgetild. Kantel hem in dit geval slechts zo ver als
absoluut noodzakelijk is, en til alleen de van de gebruiker afgewende zijde
omhoog.
15. Start de motor niet als u voor het uitwerpkanaal staat.
16. Kom nooit met handen of voeten tegen of onder draaiende delen. Blijf altijd op
afstand van de uitwerpopening.
17. Til de grasmaaier nooit op en draag hem nooit terwijl de motor loopt.
18. Zet de motor af, trek de bougiestekker eraf en vergewis u ervan dat alle
beweeglijke delen volledig tot stilstand zijn gekomen:
- voordat u een geblokkeerd onderdeel losmaakt of verstoppingen in het
uitwerpkanaal elimineert.
- voordat u de grasmaaier controleert, schoonmaakt of werkzaamheden eraan
uitvoert.
- als er een vreemd voorwerp werd geraakt. Controleer de grasmaaier op
beschadigingen en voer de noodzakelijke reparaties uit, voordat u hem opnieuw
start en ermee gaat werken. Indien de grasmaaier ongewoon sterk begint te
trillen, is een onmiddellijke controle vereist.
19. Zet de motor af en vergewis u er zich van dat alle beweeglijke delen volledig tot
stilstand zijn gekomen:
- als u zich van de grasmaaier verwijdert.
- voordat u bijtankt.
20. Door de machine in te zetten met overmatige snelheid kan het ongevallenrisico
toenemen.
21. Wees voorzichtig bij instelwerkzaamheden aan de machine, en zorg ervoor dat
uw vingers niet beklemd raken tussen het bewegende maaigereedschap en
starre onderdelen van het apparaat.
Onderhoud en opslag
1. Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en schroeven goed zijn aangedraaid, en dat
het apparaat zich in een toestand bevindt waarin er veilig mee kan worden
gewerkt.
2. Bewaar de grasmaaier met benzine in de tank nooit binnen een gebouw waar
benzinedampen in aanraking kunnen komen met open vuur of vonken.
3. Laat de motor afkoelen, voordat u de grasmaaier opbergt in een gesloten ruimte.
4. Ter voorkoming van brandgevaar moet de motor, de uitlaat en de omgeving rond
de brandstoftank vrij worden gehouden van gras, bladeren of ontsnappend vet
(olie).
5. Controleer regelmatig of de grasopvanginrichting tekenen van slijtage vertoont
en nog naar behoren werkt.
6. Om veiligheidsredenen moeten versleten of beschadigde onderdelen worden
vervangen.
7. Als de brandstoftank moet worden leeggemaakt, moet dit in de openlucht
gebeuren met een afzuigpomp (verkrijgbaar in bouwmarkten).
WAARSCHUWING
Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen. Nalatigheden bij de
inachtneming van de veiligheidsinstructies en aanwijzingen kunnen een elektrische
schok, brand en/of zware verwondingen veroorzaken.
Bewaar alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen voor de toekomst.
Verklaring van het informatiebord op het apparaat (zie fig. 9)
1) Handleiding lezen
2) Let op! Gevaar door eruit geslingerde delen. Veiligheidsafstand aanhouden
3) Let op! Voor scherpe messen - Vóór alle onderhouds-, reparatie-, schoonmaaken instelwerkzaamheden de motor afzetten en de bougiestekker eraf trekken
4) Vóór inbedrijfstelling olie en brandstof ingieten
5) Voorzichtig! Gehoorbescherming en veiligheidsbril dragen
6) Hendel motor start/motor stop (I = motor aan; 0 = motor uit)
7) Rijhendel (koppelingshendel)
2. Beschrijving van het apparaat (fig. 1-8)
1. Hendel motor start/motor stop – motorrem
2. Bovenste schuifbeugel
3. Rijhendel (koppelingshendel)
4. Startkabel
5. Onderste schuifbeugel
6. Bougiestekker
7. Opvangzak
8. Uitwerpklep
9. Maaihoogteverstelling
10. Tankvuldop
11. Olievulopening
12. 4 stermoeren voor schuifbeugel
13. 2 kabelclip
14. Bougiesleutel
15. 2 moeren voor bovenste schuifbeugel
16. 2 zeskantschroeven voor onderste schuifbeugel
17. 2 vlakke kop schroeven voor onderste schuifbeugel
18. 2 moeren voor onderste schuifbeugel
3. Leveringsomvang
Gelieve de volledigheid van het artikel te controleren aan de hand van de beschreven
omvang van de levering. Indien er onderdelen ontbreken, gelieve u dan binnen 5
werkdagen na aankoop van het artikel te wenden tot ons service center met een
geldig bewijs van aankoop. Gelieve hiervoor de garantietabel in de
garantievoorwaarden aan het einde van de handleiding in acht te nemen.
Open de verpakking en neem het apparaat voorzichtig uit de verpakking.
Verwijder het verpakkingsmateriaal en verpakkings-/transportbeveiligingen
(indien aanwezig).
Controleer of de levering volledig is.
Controleer het apparaat en het toebehoren op transportschade.
Bewaar de verpakking indien mogelijk tot aan het einde van de garantieperiode.
LET OP
Het apparaat en het verpakkingsmateriaal zijn geen speelgoed voor kinderen!
Kinderen mogen niet met plastic zakken, folies en kleine delen spelen!
Er bestaat inslik- en verstikkingsgevaar!
Het apparaat mag slechts voor werkzaamheden worden gebruikt waarvoor het
bedoeld is. Elk daarboven uitgaand gebruik is niet doelmatig. Voor daaruit
voortvloeiende schade of verwondingen van welke aard dan ook is de
gebruiker/bediener aansprakelijk, en niet de fabrikant.
De benzine grasmaaier is geschikt voor particulier gebruik in de huis- en hobbytuin.
Als grasmaaiers voor de particuliere huis- en hobbytuin worden diegene beschouwd
die doorgaans niet langer dan 50 uur per jaar overwegend worden gebruikt voor het
verzorgen van gras- en gazonvlakken, maar niet in openbare plantsoenen, parken,
op sportterreinen en ook niet in de land- en bosbouw.
Wij wijzen erop dat onze apparaten overeenkomstig hun doelmatig gebruik niet zijn
ontworpen voor commerciële, ambachtelijke of industriële inzet. Wij aanvaarden
geen aansprakelijkheid, indien het apparaat in ambachtelijke of industriële bedrijven
of voor daaraan gelijk te stellen activiteiten wordt ingezet.
Het reglementair gebruik van de grasmaaier houdt in dat de meegeleverde
handleiding van de fabrikant in acht wordt genomen. De handleiding bevat ook de
operationele voorwaarden en de onderhouds- en instandhoudingsvoorwaarden.
Let op! Wegens gevaar van lichamelijke verwondingen van de gebruiker mag de
grasmaaier niet worden ingezet voor het trimmen van heesters, heggen en
struikgewassen, om rankgewassen of gazon te maaien en klein te maken op
dakbeplantingen of in balkonbakken, en ook niet om voetpaden schoon te maken (af
te zuigen) of als hakselaar voor het kleinmaken van snoeisel van bomen en heggen.
De maaier mag evenmin worden gebruikt als motorhakfrees voor het gelijkmaken
van bodemverheffingen, zoals bijv. molshopen.
Om veiligheidsredenen mag de grasmaaier niet worden gebruikt als
aandrijfaggregaat voor andere werkgereedschappen en gereedschapssets van welke
aard dan ook.
5. Technische gegevens
Aanwijzing:
De exacte technische gegevens omtrent de motor vindt u terug in de meegeleverde
Briggs & Stratton handleiding.
Motortype: eencilinder viertaktmotor 125 ccm
Motorvermogen (2800 min-1): 1,65 kW/2,2 PK
Werktoerental n0: 2900 min
Brandstof: benzine loodvrij
Maaihoogteverstelling: centraal (30-80 mm)
Maaibreedte: 460 mm
Gewicht: 32 kg
Geluid en trilling
Geluidsdruk L
Onzekerheid K
Geluidsdrukniveau L
pA
pA
WA
Geluidsdruk (gemeten) L
WA
82,4 dB(A)
96 dB(A)
94,1 dB(A)
Onzekerheid K 1,9 dB
Draag een gehoorbescherming.
Lawaai kan gehoorverlies tot gevolg hebben.
2
Trillingsemissiewaarde ah = 6,5 m/s
2
Onzekerheid K = 1,5 m/s
Beperk de geluidsontwikkeling en trilling tot een minimum!
Gebruik alleen foutloze apparaten.
Onderhoud en reinig het apparaat regelmatig.
Pas uw manier van werken aan aan het apparaat.
Overbelast het apparaat niet.
Laat het apparaat indien nodig nakijken.
Schakel het apparaat uit als het niet wordt gebruikt.
Draag handschoenen.
6. Vóór inbedrijfstelling
6.1 Assemblage van de componenten
Bij de levering zijn enkele onderdelen gedemonteerd. De assemblage is eenvoudig
uit te voeren, als de volgende instructies in acht worden genomen.
Let op! Voor de assemblage en voor onderhoudswerkzaamheden heeft u het
volgende gereedschap nodig, dat niet bij de levering is inbegrepen:
een olieopvangbak plat (voor olieverversing)
een maatbeker 1 liter (bestand tegen olie/benzine)
een jerrycan voor benzine
een trechter (passend bij de vulopening van de tank)
keukenrol (voor het afvegen van olie-/benzineresten; verwijderen aan het
pompstation)
een benzine-afzuigpomp (plastic uitvoering, verkrijgbaar in bouwmarkten)
een oliekan met handpomp (verkrijgbaar in bouwmarkten)
-1
3 dB
Montage
1. Monteer de schuifbeugel (Pos. 2, 3, 5) zoals in afbeeldingen 3a, 3b en 3c wordt
weergegeven. Een van de gaten voor de bevestiging kiezen al naargelang de
gewenste greephoogte. Let op! Aan weerskanten dezelfde hoogte instellen! Let
erop dat de trekkabels, die later worden bevestigd, niet in de weg zitten.
2. De greep van de startkabel (fig. 3c, pos. 4) inhangen aan de daartoe voorziene
haak zoals getoond in fig. 3c.
3. De trekkabels met de meegeleverde kabelclips (fig. 3d, pos. 13) vastzetten op de
schuifbeugel.
4. Uitwerpklep (fig. 4, pos. 8) met één hand optillen en de grasopvangzak (fig. 4,
pos. 7) inhangen zoals getoond in fig. 4.
6.2 Instellen van de maaihoogte
Let op! Het verstellen van de maaihoogte mag alleen worden uitgevoerd bij
afgezette motor en eraf getrokken bougiestekker.
Voordat u begint te maaien controleert u of de maaigereedschappen niet bot en
hun bevestigingsmiddelen niet beschadigd zijn. Vervang botte en/of beschadigde
maaigereedschappen eventueel per set om onbalans te voorkomen. Bij deze
controle de motor afzetten en de bougiestekker eraf trekken.
De maaihoogte wordt centraal ingesteld met de verstelhendel voor de
maaihoogte (fig. 7, pos. 9). U kunt 5 verschillende maaihoogtes instellen.
Trek de instelhendel naar buiten en stel de gewenste maaihoogte in. De hendel
klikt in de gewenste positie vast.
7. Bediening
Aanwijzing:
Voor de exacte startprocedure van de motor wordt verwezen naar de
meegeleverde Briggs & Stratton handleiding.
Let op!
De motor wordt zonder olie geleverd. Daarom moet u er vóór de
inbedrijfstelling zeker olie ingieten.
Er moet ook benzine in de tank worden gedaan, omdat deze evenmin tot de
levering behoort.
Om een onbedoeld starten van de grasmaaier te vermijden is deze uitgerust met een
motorrem (fig. 5a, pos. 1), die geactiveerd moet worden voordat de grasmaaier wordt
gestart. Bij het loslaten van de motorremhendel moet deze terugkeren in zijn
uitgangspositie en wordt de motor automatisch afgezet.
Telkens als u een of andere instel- en/of reparetiewerkzaamheid aan uw grasmaaier
moet uitvoeren, moet u wachten tot het mes niet meer draait.
Zet voor elke instel-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheid de motor af.
Aanwijzingen:
1. Motorrem (fig. 5a, pos. 1):
Gebruik de hendel om de motor af te zetten. Als u de hendel loslaat, stoppen
motor en mes vanzelf. Om te maaien houdt u de hendel in werkstand (fig. 5b).
Vóór het maaien zelf controleert u de start-/stophendel best meermaals.
Vergewis u ervan dat de trekkabel gemakkelijk beweegt.
2. Rijhendel koppelingshendel (fig. 5a, pos. 3):
Als u deze hendel bedient (fig. 5c), wordt de koppeling voor de rijaandrijving
gesloten en de grasmaaier begint met lopende motor te rijden. Laat de rijhendel
op tijd los om de rijdende grasmaaier te stoppen. Oefen het wegrijden en
stoppen voordat u voor de eerste keer gras maait, tot u vertrouwd bent met het
rijgedrag.
3. Waarschuwing: Het maaimes roteert als de motor wordt gestart.
Belangrijk: Vóór het starten van de motor beweegt u de motorrem meermaals
om te controleren of de stopkabel ook naar behoren werkt.
Let op! De motor is ontworpen voor de maaisnelheid voor gras, voor het
uitwerpen van gras in de opvangzak en voor een lange levensduur.
4. Controleer het oliepeil.
5. Vul de tank met benzine als die leeg is, en gebruik een trechter en maatbeker.
Vergewis u ervan dat de benzine zuiver is.
Waarschuwing: Gebruik altijd alleen een veiligheidsjerrycan. Rook niet bij het
ingieten van benzine. Zet de motor af en laat hem enkele minuten afkoelen, voordat
u de tank vult met benzine.
Vulniveau-indicator opvangkorf
De opvangkorf beschikt over een vulniveau-indicator (fig. 10). Deze wordt naar
boven gedrukt door de luchtstroom die de maaier tijdens het bedrijf genereert. Als de
vlag tijdens het maaien naar beneden valt, dan zit de opvangkorf vol en moet hij
worden leeggemaakt.
7.1 Vóór het maaien
Belangrijke aanwijzingen:
1. Trek gepaste kledij aan. Draag vast schoeisel en geen sandalen of
tennisschoenen.
2. Controleer het maaimes. Een mes dat verbogen of anderszins beschadigd is,
moet door een origineel mes worden vervangen.
3. Het vullen van de brandstoftank moet gebeuren in de openlucht. Gebruik een
vultrechter een een maatbeker. Veeg overgelopen benzine weg.
4. Lees de handleiding en neem deze in acht, zoals ook de instructies aangaande
de motor en de hulpapparatuur. Bewaar de handleiding toegankelijk ook voor
andere gebruikers van het apparaat.
5. Uitlaatgassen zijn gevaarlijk. Start de motor alleen in de openlucht.
6. Vergewis u ervan dat alle veiligheidsinrichtingen voorhanden zijn en ook naar
behoren werken.
7. Het apparaat mag alleen worden bediend door een persoon die ook daartoe in
staat is.
8. Het maaien van nat gras kan gevaarlijk zijn. Maai gras zo veel mogelijk droog.
9. Draag andere personen of kinderen op om op afstand van de maaier te blijven.
10. Maai nooit bij slecht zicht.
11. Raap vóór het maaien her en der verspreid liggende losse voorwerpen op van de
grond.
7.2 Instructies voor het juiste maaien
Let op! Open de uitwerpklep nooit als de opvanginrichting wordt leeggemaakt
en de motor nog loopt. Het roterende mes kan verwondingen veroorzaken.
Maak de uitwerpklep en de grasopvangzak altijd zorgvuldig vast. Als u die wilt
verwijderen, moet u eerst de motor stopzetten.
De door de geleidestelen gecreëerde veiligheidsafstand tussen meshuis en gebruiker
moet steeds worden aangehouden. Tijdens het maaien en bij veranderingen van
rijrichting op bermen en hellingen moet u bijzonder voorzichtig te werk gaan. Zorg
voor een veilige stand, draag schoenen met slipvaste zolen met stroef profiel en een
lange broek. Maai altijd dwars over de helling.
Op hellingen schuiner dan 15 graden mag om veiligheidsredenen niet met de
grasmaaier worden gemaaid.
Wees bijzonder voorzichtig bij het achteruit bewegen en trekken van de grasmaaier.
Struikelgevaar!
7.3 Het maaien
Maai alleen met een scherp en foutloos mes, zodat de grashalmen niet uitrafelen en
het gazon niet geel wordt.
Om een zuiver maaipatroon te bereiken leidt u de grasmaaier in zo recht mogelijke
banen. De banen moeten elkaar steeds enkele centimeters overlappen, zodat er
geen stroken blijven staan.
De onderkant van de behuizing van de maaier schoon houden en afgezet gras zeker
verwijderen. Afzettingen bemoeilijken het starten, doen afbreuk aan de maaikwaliteit
en belemmeren het uitwerpen van gras.
Op hellingen moet de maaibaan dwars over de helling verlopen. Het wegglijden van
de grasmaaier kan door schuinstand naar boven worden verhinderd. Kies de
maaihoogte al naargelang de daadwerkelijke lengte van het gras. Maai het gras in
meerdere beurten, zodat het gras telkens maximaal 4 cm korter wordt gereden.
Voordat u controles van welke aard dan ook aan het mes uitvoert, moet u de motor
afzetten. Denk eraan dat het mes na het uitschakelen van de motor nog enkele
seconden blijft draaien. Probeer nooit om het mes te stoppen.
Controleer regelmatig of het mes correct bevestigd, in perfecte staat en goed
geslepen is.
Slijp of vervang het mes, indien dit niet het geval is. Indien het roterende mes een
voorwerp raakt, de grasmaaier stilzetten en wachten tot het mes helemaal stilstaat.
Controleer vervolgens de toestand van het mes en de meshouder. Als het mes
beschadigd is, moet het worden vervangen.
Instructies voor het maaien:
1. Let op vaste voorwerpen. De grasmaaier zou kunnen worden beschadigd of
verwondingen kunnen veroorzaken.
2. Een warme motor, uitlaat of aandrijving kunnen brandwonden veroorzaken. Dus
niet aanraken.
3. Op hellingen of steil hellend terrein voorzichtig maaien.
4. Ontbrekend daglicht of niet voldoende kunstmatige verlichting zijn een reden om
te stoppen met maaien.
5. Controleer de maaier, het mes en de andere delen als u in een vreemd voorwerp
bent gereden of als het apparaat sterker trilt dan normaal.
6. Verander geen instellingen of voer geen reparaties uit zonder de motor eerst te
hebben afgezet. Trek de stekker van de ontstekingskabel uit.
7. Let op het wegverkeer op een weg of in de buurt van wegen. Houd de
grasuitwerpklep weg van de straat.
8. Vermijd plaatsen waar de wielen geen grip meer hebben of het maaien onveilig
is. Voordat u achteruit gaat moet u zich ervan vergewissen, dat er geen kleine
kinderen achter u staan.
9. In dicht, hoog gras stelt u de hoogste maaistand in en maait u trager. Voordat u
gras of andere verstoppingen verwijdert, zet u de motor af en maakt u de
ontstekingskabel los.
10. Verwijder nooit delen die de veiligheid dienen.
11. Giet nooit benzine in de tank als de motor nog warm is of loopt.
7.4 Leegmaken van de grasopvangzak
Zodra tijdens het maaien grasresten blijven liggen, moet de opvangzak worden
leeggemaakt.
Let op! Alvorens de opvangzak eraf te nemen de motor afzetten en wachten tot
het maaigereedschap tot stilstand is gekomen.
Om de opvangzak eraf te nemen tilt u met één hand de uitwerpklep op, en met de
andere hand neemt u de opvangzak aan de draaggreep eruit (fig. 4).
Overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften valt de uitwerpklep bij het uithangen van
de opvangzak dicht en sluit de achterste uitwerpopening. Als daarbij grasresten in de
opening blijven hangen, trekt u de maaier best ongeveer 1 m terug om het starten
van de motor te vergemakkelijken.
Grasresten in de behuizing van de maaier en aan het werkgereedschap niet met de
hand of de voeten verwijderen, maar met geschikte hulpmiddelen, bijv. een borstel of
handveger.
Om te garanderen dat het gras goed wordt verzameld moeten de opvangzak en met
name het luchtrooster na gebruik van binnen worden schoongemaakt.
Opvangzak alleen vasthaken als de motor is afgezet en het maaigereedschap
stilstaat.
Uitwerpklep met één hand optillen en met de andere hand de opvangzak aan het
handvat vasthouden en van boven inhangen.
7.5 Na het maaien
1. De motor altijd eerst laten afkoelen, voordat u de grasmaaier in een gesloten
ruimte opbergt.
2. Verwijder vóór het opbergen gras, loof, smeermiddel en olie. Leg geen andere
voorwerpen op de maaier.
3. Controleer alle schroeven en moeren, voordat u de maaier opnieuw gebruikt.
Losgekomen schroeven moeten worden aangedraaid.
4. Maak de grasopvangzak leeg, voordat u de maaier opnieuw gebruikt.
5. Trek de bougiestekker uit om ongeoorloofd gebruik te voorkomen.
6. Let erop dat de maaier niet naast een gevarenbron wordt neergezet. Gaswolken
kunnen leiden tot ontploffingen.
7. Bij reparaties mogen alleen originele onderdelen of door de fabrikant
goedgekeurde onderdelen worden gebruikt (zie adres op het garantiebewijs).
8. Als de maaier langere tijd niet wordt gebruikt, moet u de benzinetank leegmaken
met een afzuigpomp.
9. Draag kinderen op de maaier niet te gebruiken. Het is geen speelgoed.
10. Bewaar nooit benzine in de buurt van een vonkenbron. Gebruik altijd een
goedgekeurde jerrycan. Houd kinderen uit de buurt van benzine.
11. Smeer en onderhoud het apparaat.
8. Reiniging, onderhoud, opslag, transport en bestelling van onderdelen
Let op: Voor onderhoudsinformatie en onderhoudsintervallen betreffende de
motor wordt verwezen naar de meegeleverde motorhandleiding van Briggs &
Stratton.
Let op:
Werk nooit aan onderdelen van het ontstekingssysteem waarop spanning staat, en
raak deze nooit aan terwijl de motor loopt. Trek vóór alle onderhouds- en
verzorgingswerkzaamheden de bougiestekker (fig. 1, pos. 6) van de bougie af. Voer
nooit om het even welke werkzaamheden aan het lopende apparaat uit.
Werkzaamheden die niet in deze handleiding beschreven zijn, mogen alleen door
een geautoriseerde vakwerkplaats worden uitgevoerd.
8.1 Reiniging
Het valt aan te raden om de maaier na elk gebruik grondig schoon te maken. Vooral
de onderkant en de mesdrager.
Aanwijzing: Voordat u de grasmaaier kantelt, moet u de brandstoftank volledig
leegmaken met een afzuigpomp. De grasmaaier mag niet meer dan 90 graden
worden gekanteld. Vuil en gras verwijdert u best direct na het maaien. Vastgekoekte
grasresten en vuil kunnen het maaien moeilijker maken. Controleer of het
grasuitwerpkanaal vrij is van grasresten en verwijder die indien nodig. Maak de
maaier nooit met een waterstraal of hogedrukreiniger schoon. De motor moet droog
blijven.
Agressieve reinigingsmiddelen zoals koudreinigers of wasbenzine mogen niet
worden gebruikt.
8.2 Onderhoud
Let op: Voor onderhoudsinformatie en onderhoudsintervallen betreffende de
motor wordt verwezen naar de meegeleverde motorhandleiding van Briggs &
Stratton.
Vervuild onderhoudsmateriaal, afgewerkte oliën, vetten enz. naar een daartoe
voorzien inzamelpunt brengen.
8.2.1 Wielassen en wielnaven
Moeten eenmaal per seizoen lichtjes worden ingevet. Daarvoor neemt u de
wielkappen met een schroevendraaier eraf en draait u de bevestigingsschroeven van
de wielen los.
8.2.2 Mes
Laat het mes om veiligheidsredenen alleen door een geautoriseerde vakwerkplaats
slijpen, uitbalanceren en monteren. Om een optimaal werkresultaat te bereiken valt
het aan te bevelen om het mes eenmaal per jaar te laten controleren.
Vervangen van mes (fig. 8)
Bij het vervangen van het maaigereedschap mogen alleen originele onderdelen
worden gebruikt. De kenmerking van het mes moet overeenstemmen met het in de
onderdelenlijst opgegeven nummer. Nooit een ander mes monteren.
Beschadigde messen
Mocht het mes ondanks alle voorzichtigheid in aanraking zijn gekomen met een
hindernis, meteen de motor afzetten en de bougiestekker eraf trekken.
Maaier opzij kantelen en mes op beschadiging controleren. Beschadigde of verbogen
messen moeten worden vervangen. Nooit een verbogen mes weer rechtbuigen.
Nooit met een verbogen of sterk versleten mes werken, want dat veroorzaakt
trillingen en kan verdere beschadigingen van de maaier tot gevolg hebben.
Let op: Er bestaat verwondingsgevaar als er met een beschadigd mes wordt
gewerkt.
Mes bijslijpen
De meskanten kunnen met een metalen vijl worden bijgeslepen. Om onbalans te
voorkomen mag het slijpen alleen worden uitgevoerd door een geautoriseerde
vakwerkplaats.
8.2.3 Onderhoud en instelling van de trekkabels
De trekkabels vrij vaak oliën en controleren of ze gemakkelijk bewegen.
8.2.4 Controle van de V-riem
Om de V-riem te controleren moet u de afdekking (fig. 6, pos. D) verwijderen.
8.2.5 Reparatie
Na een reparatie of onderhoudsbeurt moet u zich ervan vergewissen, dat alle
veiligheidstechnische onderdelen aangebracht en in foutloze staat zijn.
Delen die verwondingen kunnen veroorzaken, moeten voor andere personen en
kinderen ontoegankelijk worden bewaard.
Let op: Volgens de productaansprakelijkheidswet zijn wij niet aansprakelijk voor
schade als gevolg van ondeskundige reparatie, of als bij onderdelen niet de originele
delen of door ons goedgekeurde delen worden gebruikt. Wij zijn evenmin
aansprakelijk voor schade die te wijten is aan ondeskundige reparaties. Laat
reparaties uitvoeren door de klantendienst of door een geautoriseerde vakman.
Dit geldt ook voor toebehoren.
8.2.6 Werktijden
Gelieve de wettelijke voorschriften na te leven, die plaatselijk kunnen verschillen.
8.3 Voorbereiding voor het opbergen van de grasmaaier
Waarschuwing: Verwijder de benzine niet in gesloten ruimtes, in de buurt van vuur
of tijdens het roken. Gasdampen kunnen ontploffingen of brand veroorzaken.
1. Maak de benzinetank leeg met een afzuigpomp.
2. Start de motor en laat hem zo lang lopen, tot de resterende benzine is verbruikt.
3. Maak het hele apparaat schoon om de lakverf te beschermen.
Storing
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Apparaat loopt
onrustig of trilt hevig
- Schroeven los
- Bevestiging van het mes
los
- Onbalans van het mes
- Schroeven controleren
- Bevestiging van het mes
controleren
- Mes vervangen
Motor loopt niet
- Remhendel niet gedrukt
- Brandstoftank leeg
- Remhendel indrukken
- Brandstof ingieten
Gazon wordt geel en
wordt onregelmatig
gesneden
- Mes is bot
- Maaihoogte te gering
- Mes slijpen
- Juiste hoogte instellen
4. Bewaar het apparaat op een goed verluchte plaats.
8.4 Voorbereiding van de grasmaaier voor het transport
1. Maak de benzinetank leeg (zie punt 8.3/1).
2. Laat de motor zo lang lopen, tot al de resterende benzine verbruikt is.
3. Verwijder de motorolie uit de warme motor.
4. Haal de bougiestekker van de bougie.
5. Maak de behuizing schoon.
6. Hang de startkabel uit de haak (fig. 3c). Draai de vleugelmoeren los en klap de
bovenste schuifbeugel omlaag.
Let er wel op dat de trekkabels bij het omklappen niet worden geknikt.
7. Wikkel enkele lagen golfkarton tussen de bovenste en onderste schuifbeugel en
de motor, om schuren te voorkomen.
8.5 Bestelling van onderdelen
Gelieve bij de bestelling van onderdelen de volgende gegevens te vermelden:
Type van het apparaat
Artikelnummer van het apparaat
Ident-nummer van het apparaat
9. Verwerking en recycling
Het apparaat bevindt zich in een verpakking om transportschade te voorkomen. Deze
verpakking is een grondstof en bijgevolg herbruikbaar of kan in de grondstofkringloop
teruggebracht worden. Het apparaat en zijn toebehoren bestaan uit diverse
materialen, zoals bijv. metaal en kunststof. Ontdoe u van defecte onderdelen op het
inzamelpunt waar u gevaarlijk afval mag afgeven. Doe navraag bij uw speciaalzaak
of bij uw gemeentebestuur!
10. Foutopsporing
Waarschuwing: Eerst de motor uitschakelen en de ontstekingskabel uittrekken,
voordat er inspectie- of afstelwerkzaamheden worden uitgevoerd.
Waarschuwing: Als de motor na een afstelling of reparatie enkele minuten heeft
gelopen, denk er dan aan dat de uitlaat en andere delen warm zijn. Dus niet
aanraken om brandwonden te voorkomen.
Let op. Mochten er zich problemen voordoen die aan de motor te wijten zijn,
gelieve dan de meegeleverde Briggs & Stratton handleiding te lezen.
Garantie alleen in geval
van onmiddellijk defect
(24h na datum van
aankoop/bewijs van
aankoop)
Ontbrekende delen
5 werkdagen
uitgeworpen
- Maaihoogte te laag
- Mes versleten
- Opvangkorf verstopt
- Juist instellen
- Mes vervangen
- Opvangzak leegmaken
Garantievoorwaarden:
De firma iSC GmbH garandeert het verhelpen van gebreken resp. de vervanging van
het apparaat overeenkomstig het onderstaande overzicht, waarbij het wettelijke recht
op garantie onaangetast blijft.
Wat betreft slijtagedelen, verbruiksmateriaal en ontbrekende delen garandeert de
firma iSC GmbH het verhelpen van gebreken resp. een nalevering alleen indien het
gebrek binnen de 24h (verbruiksmateriaal), 5 werkdagen (ontbrekende delen) of 6
maanden (slijtagedelen) na aankoop en de datum van aankoop door het bewijs van
aankoop wordt aangetoond.
Bij materiaal- of constructiegebreken verzoeken wij u ons het apparaat in geval van
garantie samen met de bijgaande garantiekaart te bezorgen, en deze kaart volledig
in te vullen. Belangrijk is hierbij een nauwkeurige beschrijving van de fout op te
geven.
Gelieve daarvoor de volgende vragen te beantwoorden:
Heeft het apparaat reeds eenmaal gewerkt, of was het vanaf het begin defect?
Is u iets opgevallen voordat het defect zich voordeed (symptoom voor het
defect)?
Welke foutieve werkwijze vertoont het apparaat volgens u (hoofdsymptoom)?
Beschrijf deze foutieve werkwijze.
Conformiteitsverklaring
verklaart de volgende conformiteit overeenkomstig EU-richtlijn en normen voor
artikel
benzine grasmaaier GC-PM 46/1 S B&S (Einhell)
Nadruk of andere reproductie van documentatie en begeleidende papieren van
de producten, geheel of gedeeltelijk, is alleen toegestaan met uitdrukkelijke
toestemming van ISC GmbH.
Geachte klant,
onze producten worden onderworpen aan een strenge kwaliteitscontrole. Mocht dit
apparaat echter ooit niet naar behoren functioneren, spijt dat ons ten zeerste en
vragen u zich tot onze servicedienst onder het adres vermeld op dit garantiebewijs te
wenden. Wij staan ook graag telefonisch tot uw dienst op het vermelde
servicenummer. Voor het indienen van garantieclaims geldt het volgende:
1. Deze garantievoorwaarden regelen bijkomende garantieprestaties. Uw wettelijke
rechten op garantie blijven onaangetast door deze garantie. Onze
garantieprestatie is voor u kosteloos.
2. De garantieprestatie geldt uitsluitend voor gebreken aan het apparaat die
aantoonbaar berusten op een materiaal- of productiefout, en is naar onze keuze
beperkt tot het verhelpen van zulke gebreken aan het apparaat of de vervanging
ervan. Wij wijzen erop dat onze apparaten overeenkomstig hun doelmatig
gebruik niet zijn ontworpen voor commerciële, ambachtelijke of beroepsmatige
inzet. Een garantiecontract komt derhalve niet tot stand, als het apparaat binnen
de garantieperiode in commerciële, ambachtelijke, of industriële bedrijven werd
ingezet of werd blootgesteld aan een belasting die daarmee gelijkstaat.
3. Van onze garantie zijn uitgesloten:
- Schade aan het apparaat als gevolg van niet-inachtneming van de
montagehandleiding of op grond van niet-deskundige installatie, nietinachtneming van de handleiding (zoals bijv. door aansluiting aan een verkeerde
netspanning of stroomsoort), of op grond van niet-inachtneming van de
onderhouds- en veiligheidsvoorschriften of blootstelling van het apparaat aan
abnormale omgevingsvoorwaarden of van gebrekkig onderhoud en verzorging.
- Schade aan het apparaat als gevolg van misbruik of ondeskundige
toepassingen (zoals bijv. overbelasting van het apparaat of de inzet van niettoegelaten gereedschappen of toebehoren), het binnendringen van vreemde
voorwerpen in het apparaat (zoals bijv. zand, stenen of stof, transportschade),
het gebruik van geweld of als gevolg van externe invloeden (zoals bijv. schade
door vallen).
- Schade aan het apparaat of aan delen van het apparaat die valt te herleiden tot
slijtage door gebruik, gebruikelijke of andere natuurlijke slijtage.
4. De garantieperiode bedraagt 24 maanden en gaat in op de datum van aankoop
van het apparaat. Garantieclaims moeten vóór afloop van de garantieperiode
binnen twee weken na het vaststellen van het defect worden ingediend bij het
verkooppunt. Het indienen van garantieclaims na afloop van de garantieperiode
is uitgesloten.
De reparatie of vervanging van het apparaat leidt niet tot een verlenging van de
garantieperiode, noch wordt door deze prestatie een nieuwe garantieperiode
voor het apparaat of voor eventueel ingebouwde onderdelen op gang gebracht.
Dit geldt ook bij het ter plaatse uitvoeren van serviceactiviteiten.
Uiteraard staan wij ook tot u dienst om mits betaling van de kosten defecten van
het apparaat te verhelpen, die buiten de omvang van de garantie of niet meer
daaronder vallen. Gelieve het apparaat te dien einde op te sturen aan ons
serviceadres.
Voor slijtagedelen, verbruiksmateriaal en ontbrekende delen wordt verwezen
naar de beperkingen van deze garantie conform de service-informatie van deze
handleiding.