DORO PRIMO 406 User Manual [nl]

Primo™ 406
Instructies
Nederlands
NL
1. Ontvanger/ luidspreker
2. Display
3. Sneltoetsen De onder M1, M2 en M3
4. Schermtoets
links
5. Schermtoets rechts
6. Oproeptoets Nummers kiezen en op-
7. Cameratoets
8. Pijltoetsen Druk op om snel-
Telefoneren terwijl u de tele­foon tegen uw oor houdt
opgeslagen nummers met één toetsaanslag kiezen Druk op deze toets om het
hoofdmenu te openen Druk op deze toets om het
telefoonboek te openen
roepen beantwoorden; Druk eenmaal op deze toets om het oproeplogboek te openen
toetsfuncties te openen; druk op om berichten te openen; druk op en omlaag om te bladeren in menu’s en lijsten
9. Toets Beëindigen
10. Numerieke toetsen
11.
-toets
*
12.
-toets
#
Druk op deze toets om een oproep te beëindigen; druk op deze toets om terug te keren naar de stand-by­modus; houd deze toets ingedrukt om de telefoon
schakelen
Druk hierop om cijfers in te voeren; houd toets 1 ingedrukt om uw voicemailbox te bellen (het telefoonnummer moet opgeslagen zijn); druk hierop om cijfers of tekens in te voeren tijdens het schrijven
Druk hierop om in te voeren: ‘*’/ ‘+’ / ‘P’/’W’; druk hierop om speciale tekens in te voeren tijdens het schrijven
Houd deze toets ingedrukt om te wisselen tussen stille en normale modus
in of uit te
13. Headset-
aansluiting
14. Zaklamp­toets
15. Led Rood lampje = batterij bezig
16. Led Blauw = batterij volledig
17. Camera-led
en -zaklamp
18. Cameralens
19. Noodoproepknop
20. Luidspreker
21. Micro-USB-
poort
22. Toetsen + en -
23. Laderhouder
24. Contacten van de laderhouder
Voor standaard 3,5 mm headset
Houd deze toets ingedrukt om het lampje in en uit te schakelen
met opladen
opgeladen
Voor batterijlader
Gebruik deze toetsen om het beltoon- en luid spreker­volume aan te passen
Specicaties
Netwerk:
Afmetingen:
Gewicht:
Batterij:
Omgevingstempe­ratuur bij werking:
Omgevingstempe­ratuur bij opladen:
Opslag­temperatuur:
Onder voorbehoud van eventuele wijzigingen en fouten.
© IVS GmbH 2015 • Alle rechten voorbehouden QSG_Primo_by_Doro_406_nl_A3(A7)_v1.0 Dutch
Version 1.0
GSM 900/1800 MHz
102 mm x 50 mm x 20 mm
115 g
3,7 V/1050 mAh Li-ion­batterij
Min: 0 °C (32 °F) Max: 40 °C (104 °F)
Min: 0 °C (32 °F) Max: 40 °C (104 °F)
Min: -20 °C (-4 °F) Max: 60 °C (140 °F)
1313
De simkaart, de geheugenkaart en de
batterij plaatsen
De houders voor de sim- en geheugenkaarten bevinden zich in het batterijvak.
VOORZICHTIG
Gebruik alleen de batterijen, lader en
accessoires die voor dit specieke model
zijn goedgekeurd. Het aansluiten van andere accessoires kan gevaarlijk zijn en de type­goedkeuring en garantie van de telefoon kunnen erdoor komen te vervallen.
1. Verwijder het deksel
van het batterijvak door uw duim op de achterkant van de telefoonbehuizing te plaatsen en het deksel omlaag te duwen. Als de batterij geplaatst is, schuift u uw vingernagel in de inkeping naast de batterij om deze op te lichten.
2. De simkaart plaatsen (verplicht)
Plaats de simkaart door hem voorzichtig onder de metalen beugel te schuiven. Zorg ervoor dat de contacten van de simkaart omlaag zijn gericht en dat de afgeknipte hoek samenvalt met de vorm van de beugel. Voorkom dat de contacten van de kaart worden bekrast of gebogen. Probeer de contacten niet met uw vingers aan te raken.
Tip: Sommige functies vereisen extra geheugen; plaats een micro-SD-kaart om de opslagcapaciteit van uw telefoon te vergroten.
3. Micro-SD-kaart (optioneel)
Druk licht op de kaarthouder en duw de houder voorzichtig in de richting van de hoek van het batterijvak. De kaarthouder kan nu rechtop worden gezet. Plaats de geheugen­kaart in de zwarte plastic beugel. Zorg ervoor dat de contacten van de geheugen­kaart omlaag zijn gericht en dat de kaart volgens het gemarkeerde gebied wordt geplaatst (zie afbeelding). Voorkom dat de contacten van de kaart worden bekrast of gebogen. Duw de metalen houder naar beneden, druk de houder plat en schuif hem totdat hij op zijn plaats klikt.
BELANGRIJK!
Gebruik alleen geheugenkaarten die geschikt zijn voor dit toestel. Geschikt kaarttype: microSD, microSDHC. Bij het gebruik van ongeschikte kaarten kunnen de kaart, het toestel en de gegevens op de kaart beschadigd raken. Afhankelijk van het land is in sommige telefoons al een geheugenkaart geïnstalleerd.
4. De batterij plaatsen (verplicht)
Druk de batterij in het batterijvak, waarbij u ervoor zorgt dat de drie contacten van de batterij de drie veercontacten in het batterijvak raken.
5. Plaats het deksel terug en schuif het deksel omhoog om het goed te sluiten.
Als de batterij bijna leeg is en de telefoon nog steeds ingeschakeld is, knippert het lege-batte­rijsymbool en klinkt er een alarmsignaal om de batterijtoestand aan te geven. Om de batterij weer op te laden sluit u de netvoedingsadapter aan op de micro-USB-connector aan de linker zijkant van de telefoon. Ook kunt u de telefoon in de houder plaatsen die is aangesloten op de netvoedingsadapter via de USB-kabel.
Tijdens het opladen brandt het rode led-lampje. Het batterijlaadpictogram beweegt tijdens het opladen (zichtbaar in de rechterbovenhoek van het display). Het duurt ongeveer 3 uur om de batterij volledig te laden. Als de batterij volledig opgeladen is, houdt het pictogram op met bewegen.
De telefoon inschakelen
Houd de rode knop op de telefoon minimaal 2 seconden ingedrukt om de telefoon in of uit te schakelen.
Als de simkaart geldig is, maar met een pincode
(Persoonlijk Identicatienummer) is beveiligd,
wordt
PIN invoeren
Voer de pincode van de simkaart in en druk op OK ( linksboven op het toetsenbord). Wis met toetsenbord).
Wissen
De taal instellen
De standaardtaal voor het telefoonmenu wordt door de simkaart bepaald. U kunt altijd overs­chakelen naar een andere door de telefoon ondersteunde talen.
1. Druk op
2. Selecteer
3. Selecteer
4. Selecteer de gewenste taal in de lijst â OK.
weergegeven.
( rechtsboven op het
Menu
â
Instellingen Telefooninstellingen Taal
â OK.
â OK.
â OK.
De tijd en datum instellen
1. Druk op
2. Selecteer
3. Selecteer
4. Voer de tijd in (UU:MM) â .
5. Voer de datum in (DD/MM/JJJJ) â .
6. Selecteer OK.
Menu
â
Instellingen Tijd en datum Tijd/datum instellen
â OK.
â OK.
â OK.
Bellen
1. Voer het telefoonnummer in, inclusief het
netnummer. U kunt cijfers wissen met
Wissen
.
2. Druk op om het nummer te kiezen. Druk op annuleren.
3. Druk op om de oproep te beëindigen.
Tip: Gebruik voor internationale nummers altijd een + vóór het landnummer voor een optimale werking van het telefoonboek, ook als u in het buitenland bent. Druk tweemaal op de knop * om het interna­tionale netnummer + in te voeren.
Afbreken
om de oproep te
Een oproep beantwoorden
1. Druk op of
oproep aan te nemen of druk op de oproep te weigeren (bezettoon). U kunt ook op drukken om de oproep meteen te weigeren.
2. Druk op om de oproep te beëindigen.
Beantwoorden
om de
Verwer.
om
Een contactpersoon aan het telefoon­boek toevoegen
1. Druk op
2. Selecteer
3. Kies of u de contactpersoon op de simkaart
of op de telefoon wilt opslaan.
4. Voer een naam in voor de contactpersoon.
5. Druk op .
6. Voer het telefoonnummer en het netnummer in.
7. Druk vervolgens op
Tip: Gebruik voor internationale nummers altijd een + vóór het landnummer voor een optimale werking van het telefoonboek, ook als u in het buitenland bent. Druk tweemaal op de knop * om het inter­nationale netnummer + in te voeren.
Menu
â
Telefoonboek
Contact toevoegen
Opties
â
â OK.
â OK.
Opslaan
â OK.
Snelkiezen (M1,M2,M3)
NB De contactpersonen voor de snelkiestoetsen moeten al in het telefoonboek opgeslagen zijn.
M1, M2 en M3 instellen
1. Druk op
2. Selecteer een contactpersoon voor toets
M2
3. Druk op
â OK.
4. Selecteer lijn
5. Bevestig
of M3.
Menu
â
Opties
â
M1, M2
Opslaan?
Telefoonboek
Naar sneltoets kopieren
of M3 â
met Ja.
â OK.
Opslaan
.
M1,
Noodoproepen
Wanneer de telefoon is ingeschakeld, kunt u altijd een oproep naar de hulpdiensten maken door het noodnummer in te voeren, gevolgd door .
Sommige netwerken aanvaarden oproepen naar hulpdiensten zonder geldige simkaart. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
NB Beltegoed is NIET nodig, maar de simkaart moet geregistreerd en geactiveerd zijn.
Noodnummers zijn uitsluitend bedoeld voor dringende hulp en mogen alleen in geval van nood worden gebeld. Maak geen misbruik van de noodnummers, omdat iemand die echt in nood is hierdoor mogelijk de hulpdiensten niet kan bereiken.
Volumeregeling
Gebruik de zijknoppen tijdens een oproep aan te passen. Het volume wordt op het display aangegeven.
+/-
om het geluidsvolume
Tekst invoeren
Teken selecteren
Druk herhaaldelijk op een cijfertoets totdat
het gewenste teken wordt weergegeven.
Wacht enkele seconden (totdat de blauwe of
gele achtergrond van het teken verdwenen is) voordat u het volgende teken invoert.
Speciale tekens
Druk op
weer te geven.
Selecteer het gewenste teken met
(om naar links en rechts te bewegen) en druk op OK om in te voeren.
om een lijst met speciale tekens
*
*
of #
De cursor binnen de tekst verplaatsen
Gebruik de toetsen / om de cursor
binnen de tekst te verplaatsen.
Hoofdletters, kleine letters en cijfers
Druk op
Het pictogram linksboven op het display geeft de invoermodus aan.
om de invoermodus te kiezen.
#
Instelling noodoproep
Hierbij gaat het om een persoonlijke nood­oproep functie. Voer geen plaatselijke, nationale of internationale noodnummers in zoals 110 of 112 enz.!
Activeer de noodoproepfunctie.
1. Druk op
SOS instelling â OK
2. Selecteer
3. Selecteer
BELANGRIJK!
Als u de noodoproepfunctie deactiveert, werkt de noodoproeptoets op de achterkant van de telefoon niet meer.
Menu
â
Instellingen
.
Melding Noodgeval Aan
of
Uit
â OK.
â
â OK.
Alarmtoon bij noodoproep
Geluidsalarm aan of uit.
1. Druk op
SOS instelling â OK
2. Selecteer
3. Selecteer
Menu
â
Instellingen
.
SOS Alarm Toon Aan
of
Uit
â OK.
â
â OK.
Contactpersonen noodoproep
De telefoonnummers die worden gebeld als er op de noodoproeptoets wordt gedrukt. U kunt maximaal 5 nummers opslaan.
1. Druk op
SOS instelling â OK
2. Selecteer
Menu
â
Instellingen
.
Nummer noodgeval
â
â OK.
3. Voeg maximaal 5 nummers naar keuze in.
NB Laat uw contactpersonen altijd weten dat u ze hebt toegevoegd.
4. Druk op OK.
5. Bevestig de vraag
Opslaan?
met Ja.
Nood-sms
Sms verzenden aan of uit.
1. Druk op
SOS instelling â OK
2. Selecteer
3. Selecteer
Menu
â
SOS-sms Aan
of
Instellingen
.
â OK.
Uit
â OK.
â
Tekst nood-sms
U kunt de standaardtekst van het noodtekst­bericht vervangen door uw eigen tekst (max. 50 tekens).
1. Druk op
SOS instelling â OK
2. Selecteer
3. Wijzig of vervang de tekst â
Menu
â
SMS tekst
Instellingen
.
â OK.
â
Gereed
.
FM-radio
Als u naar de radio wilt luisteren, moet u een compatibele headset aansluiten die als antenne fungeert.
1. Druk op In plaats daarvan kunt u op de toets in de stand-bymodus drukken.
2. Selecteer
3. Gebruik de zijknoppen
aan te passen.
4. Selecteer een frequentie met de toetsen
5. Schakel het geluid van de radio in en uit met Pauze
6. Druk op
/ .
.
Menu
â
FM-radio
Opties
Multimedia
â OK.
â.
â OK.
+/-
om het volume
Kanaallijst
Handmatige invoer
– lijst van de opgeslagen zenders.
– om een frequentie
handmatig te selecteren via jnafstelling.
Autom. zoeken
– om radiozenders te scannen en de gevonden zenders op te slaan.
Instellingen
Op de achtergrond
Als u
Aan
selecteert, blijft de radio aan nadat u het menu verlaat. Om deze functie uit te schakelen, zet u uit in het menu
Luidspreker
Selecteer of de luidspreker ingeschakeld moet zijn of dat het afspelen alleen gebeurt via de koptelefoon indien een koptelefoon aangesloten is.
Afspelen op de achtergrond
FM-radio
.
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING
Het toestel en de accessoires kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd alle apparatuur buiten het bereik van kleine kinderen. De netadapter fungeert als uitschakelapparaat tussen het product en het elektriciteitsnet. Het stopcontact moet zich dicht bij de apparatuur bevinden en goed toegankelijk zijn.
Netwerkdiensten en kosten
Uw toestel is goedgekeurd voor gebruik op GSM 900/1800 MHz-netwerken. Om het toestel te kunnen gebruiken, hebt u een abonnement bij een service­provider nodig. Het gebruik van netwerkdiensten kan kosten voor dataverkeer met zich meebrengen. Voor sommige product functies is ondersteuning van het netwerk vereist en u moet zich mogelijk abonneren op deze functies.
Gebruiksomgeving
Volg altijd en overal de geldende regels en wettelijke voorschriften op en schakel het toestel altijd uit als het gebruik ervan niet is toegestaan of als het storingen of gevaarlijke situaties kan veroorzaken. Gebruik het toestel alleen in de gewone gebruiksstand.
Dit toestel voldoet aan de richtlijnen voor straling wanneer u het gebruikt in de normale stand bij uw oor of op een afstand van minimaal 1,5 cm vanaf het lichaam.
Als het toestel in een hoesje, aan een riemclip of in een andere houder op het lichaam wordt gedragen, dan mogen deze geen metaal bevatten en moet het toestel zich op de hierboven voorgeschreven afstand van het lichaam bevinden. Zorg dat u zich aan de hierboven vermelde afstandsvoorschriften houdt tot de verbinding is verbroken.
Het toestel bevat magnetische onderdelen. Het toestel kan metalen voorwerpen aantrekken. Bewaar geen creditcards of andere magnetische media in de buurt van het toestel. Er bestaat een kans dat de informatie erop wordt gewist.
Medische apparatuur
Apparaten die radiosignalen uitzenden, zoals mobiele telefoons, kunnen storing veroorzaken in onvoldoende afgeschermde medische apparatuur. Raadpleeg een arts of de fabrikant van de apparatuur om te bepalen of deze voldoende is afgeschermd tegen externe radiosignalen of als u andere vragen hebt. Als in een zorginstelling bordjes hangen waarop staat dat u het toestel tijdens uw bezoek moet uitschakelen, moet u zich daaraan houden. Ziekenhuizen en andere zorg­instellingen gebruiken soms apparatuur die gevoelig is voor externe radiosignalen.
Medische implantaten
Fabrikanten van medische implantaten raden een minimale afstand van 15 cm tussen een draadloos apparaat en het medische apparaat aan om mogelijke storing te voorkomen. Personen die dit soort apparaten hebben, moeten zich aan het volgende houden:
houd het draadloze apparaat altijd meer dan 15 cm uit de buurt van het medische apparaat
draag het draadloze apparaat niet in een borstzak
houd het draadloze apparaat bij het andere oor dan
het oor aan de kant van het medische apparaat
Als u vermoedt dat er sprake van storing is, moet u de telefoon onmiddellijk uitschakelen. Raadpleeg uw arts als u vragen hebt over het gebruik van uw draadloze apparaat in combinatie met een medisch implantaat.
Gebieden met explosiegevaar
Schakel het toestel altijd uit als u zich in een gebied met explosiegevaar bevindt. Volg alle aanwijzingen en instructies op. Er bestaat explosiegevaar in gebieden waar u gewoonlijk wordt verzocht om de motor van uw auto uit te zetten. In die gebieden kunnen vonken tot explosies of brand leiden, waardoor er lichamelijk of zelfs dodelijk letsel kan ontstaan.
Schakel het toestel uit bij benzinestations en andere plaatsen met brandstofpompen en autoreparatie­faciliteiten.
Houd u aan de voorschriften over het gebruik van radioapparatuur in de buurt van locaties waar brandstof wordt bewaard en verkocht, chemische fabrieken en locaties waar met explosieven wordt gewerkt. Gebieden met explosiegevaar worden vaak – maar niet altijd – duidelijk aangegeven. Dit geldt ook voor de laadruimen van schepen, het vervoer of de opslag van chemische stoffen, voertuigen die vloeibaar gas gebruiken (zoals propaan of butaan) en gebieden waar de lucht chemicaliën of kleine deeltjes bevat, zoals graan, stof of metaalpoeder.
Li-ion-batterij
Dit product bevat een Li-ion-batterij. Er kunnen brand en brandwonden ontstaan als de batterij verkeerd wordt gehanteerd.
WAARSCHUWING
Gevaar voor explosie als de batterij niet correct wordt geplaatst. Het is niet toegestaan om dit product te demonteren, te doorboren, kortsluiting van de externe contacten te veroorzaken, bloot te stellen aan temperaturen hoger dan 60 °C (140 °F) of in vuur of water te gooien om de kans op brand of brandwonden te voorkomen. Gebruikte batterijen moeten worden gerecycled of weggegooid volgens de plaatselijke voorschriften of de referentie­handleiding die bij het product wordt geleverd.
Uw gehoor beschermen
WAARSCHUWING
Overmatige blootstelling aan harde geluiden kan gehoorschade veroorzaken. Blootstelling aan harde geluiden onder het
ongelukken kunnen ontstaan. Stel het geluid van een koptelefoon niet te hard in en houd het toestel niet dicht bij uw oor wanneer de handsfreemodus actief is.
rijden kan uw aandacht aeiden, waardoor er
Noodoproepen
Belangrijk!
Mobiele telefoons maken gebruik van radiosignalen, het mobiele telefoonnetwerk, het telefoonkabelnetwerk en door de gebruiker geprogrammeerde functies. Dat betekent dat u niet onder alle omstandigheden zeker bent van een verbinding. Vertrouw daarom nooit alleen op een mobiele telefoon voor zeer belangrijke oproepen, zoals in medische noodgevallen.
Voertuigen
Radiosignalen kunnen invloed uitoefenen op elektro­nische systemen in motorvoertuigen (bijvoorbeeld elektronische brandstonspuiting, ABS-remmen, auto­matische cruisecontrol, airbagsystemen) die niet op de juiste manier zijn geïnstalleerd of die onvoldoende zijn afgeschermd. Neem contact op met de fabrikant of zijn vertegenwoordiger voor meer informatie over uw voertuig of aanvullende apparatuur.
Bewaar of vervoer geen brandbare vloeistoffen, gassen of explosieven samen met het toestel of de bijbehorende accessoires.
Bij voertuigen uitgerust met airbags: denk eraan dat airbags onder grote druk worden gevuld. Plaats geen voorwerpen, waaronder vaste en draagbare radioapparatuur, in de ruimte boven de airbag of in de ruimte die door een opgeblazen airbag zou worden ingenomen.
Er kan ernstig letsel ontstaan als de mobiele-telefoo­napparatuur op de verkeerde plek is geïnstalleerd en de airbag wordt opgeblazen.
Het is verboden om het toestel tijdens het vliegen te gebruiken. Schakel het toestel uit voordat u aan boord van een vliegtuig stapt. Het gebruik van draadloze communicatieapparatuur in een vliegtuig kan gevaar opleveren voor de veiligheid in de lucht en de tele­communicatie verstoren. Bovendien kan het onwettig zijn.
Verzorging en onderhoud
Uw toestel is een technisch geavanceerd product dat uiterst zorgvuldig moet worden behandeld. Bij nalatigheid kan de garantie komen te vervallen.
Bescherm het toestel tegen vocht. Regen/sneeuw, vocht en alle andere vloeistoffen kunnen stoffen bevatten waardoor elektronische circuits gaan roesten. Als het toestel nat wordt, moet u de batterij verwijderen en het toestel volledig laten drogen voordat u de batterij weer terugplaatst.
• Gebruik en bewaar het toestel niet in een stofge, vuile
omgeving. Hierdoor kunnen de bewegende en elektro­nische onderdelen van het toestel worden beschadigd.
Bewaar het toestel niet op een warme plek. Door hoge temperaturen kan de levensduur van elektro­nische apparatuur worden verkort, kunnen batterijen beschadigd raken en kunnen bepaalde kunststoffen vervormen of smelten.
Bewaar het toestel niet op een koude plek. Wanneer het toestel vervolgens weer op temperatuur komt, kan er inwendig condensvorming optreden, waardoor de elektronische circuits kunnen worden beschadigd.
Probeer het toestel niet te openen op een andere wijze dan vermeld in deze gebruiksaanwijzing.
Laat het toestel niet vallen. Voorkom stoten en schud het toestel ook niet. Door een ruwe behandeling kunnen de circuits en precisiemechanismen defect raken.
Gebruik geen sterke chemicaliën om het toestel te reinigen.
Het bovenstaande advies geldt voor het toestel, de batterij, de netadapter en andere accessoires. Als de telefoon niet naar behoren werkt, moet u voor reparatie contact opnemen met uw leverancier. Vergeet niet om de bon of een kopie van de factuur mee te nemen.
Garantie
Als u ondersteuning nodig hebt tijdens het opzetten of het gebruik van uw mobiele telefoon, kunt u op de volgende website de juiste contactgegevens vinden:
http://www.primobydoro.com/support.
Als u binnen 24 maanden na aankoop een defect constateert dat het gevolg is van fabricage- en/of materiaalfouten, wordt u verzocht contact op te nemen met uw dealer. De garantie geldt niet voor onjuiste behandeling of het niet-opvolgen van de informatie in deze gebruikershandleiding, voor door de dealer of gebruiker aangebrachte wijzigingen in het apparaat (bv. installaties, softwaredownloads ...), noch voor gevallen van total loss. Voorts is de garantie niet van toepassing op binnendringing van vloeistoffen, krachtuitoefening, nalatigheid in het onderhoud, onjuiste bediening of andere door de gebruiker veroor­zaakte omstandigheden.
Ook is de garantie niet van toepassing op defecten veroorzaakt door onweer of andere spannings­schommelingen.
De fabrikant behoudt zich het recht voor om de klant in die situatie kosten in rekening te brengen voor de vervanging of reparatie. Voor aan slijtage onderhevige onderdelen zoals batterijen, toetsenbord en behuizing geldt een beperkte garantietermijn van 6 maanden. Handleidingen en eventueel geleverde software vallen niet onder deze garantie. Verdere of andere aanspraken die voortvloeien uit de garantie van de fabrikant worden afgewezen.
Er is derhalve geen sprake van aansprakelijkheid vanwege bedrijfsonderbreking, winstderving, gegevens verlies, aanvullende door de gebruiker ge ïnstalleerde software of andere informatie. Het aan­koopbewijs met datum van aankoop is het garantie­bewijs.
Garantie en service-informatie
Als u binnen 24 maanden na aankoop (voor batterijen binnen 6 maanden) een defect constateert dat het gevolg is van fabricage- en/of materiaalfouten,
wordt u verzocht contact op te nemen met onze Hotline:
011 578 81 08
Beschikbaarheid: maandag tot vrijdag van 9u00 tot 17u30
Speciek absorptietempo (SAR – specic
absorption rate)
Dit apparaat voldoet aan de toepasselijke internatio­nale veiligheidseisen met betrekking tot blootstelling aan radiogolven. De hoogste SAR-waarde onder de ICNIRP-richtlijnen voor gebruik van het apparaat bij het oor bedraagt 0,197 W/kg gemeten over 10 g weefsel.
De maximaal toelaatbare waarde volgens de ICNIRP bedraagt 2,0 W/kg gemeten over 10 g weefsel.
Conformiteitsverklaring
Hierbij verklaren wij dat de Primo™ 406 voldoet aan de essentiële eisen en andere relevante voorschriften van de Richtlijnen 1999/5/EG (R&TTE) en 2011/65/EG (RoHS).
Een kopie van de conformiteitsverklaring vindt u op
http://www.primobydoro.com/support.
Loading...