DeLonghi PAC C80 User Manual [nl]

Page 1
De’Longhi S.p.A.
Via L. Seitz, 47
31100 Treviso Italia
5751018700/10.06
Page 2
C SERIES
C SERIES
• Istruzioni per l’uso . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
• Mode d’emploi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
• Bedienungsanleitung . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
• Gebruiksaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
• Instruções de utilização . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94
√‰ËÁ›Â˜ ¯Ú‹Û˘ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
Инструкции по эксплуатации . . . . . . . . . . . . 124
Használati utasítás . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139
• Návod k pouÏití . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
• Instrukcja obs∏ugi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169
• Bruksanvisning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184
• Bruksanvisning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199
• Brugsanvisninger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
• Käyttöohjeet. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229
Page 3
Page 4
Descrizione • Description • Description • Beschreibung • Beschrijving •
Descripción • Descrição • ¶ВЪИБЪ·К‹ • éÔËÒ‡ÌË • Leírás Popis Opis
Beskrivelse • Beskrivning • Beskrivelse • Kuvaus
1
9
2
3
5
4
6
8
7
10 11
12
13
14
15
ACCESSORI • ACCESSORIES• ACCESSOIRES • ZUBEHÖR • ACCESSOIRES • ACCESORIOS • ACESSÓRIOS •
∞•∂™√À∞ƒ
èèêêààççÄÄÑÑããÖÖÜÜççééëëííàà
TARTOZÉKOK P¤ÍSLU·ENSTVÍ AKCESORIA • TILLEGGSUTSTYR • TILLBEHÖR •
TILBEHØR • LISÄVARUSTEET
Page 5
64
Waarschuwingen
• Dit apparaat is bestemd voor de klimaatregeling van huiselijke ruimten en dient niet voor andere doe­leinden gebruikt te worden.
• Het is gevaarlijk om op welke wijze dan ook de kenmerken van het apparaat te wijzigen.
•Het apparaat moet volgens de nationale installatievoorschriften geïnstalleerd worden.
•Wendt u zich voor eventuele reparaties uitsluitend tot een technisch servicecentrum dat door de fabrikant erkend is. Reparaties uitgevoerd door ondeskundig personeel kunnen gevaarlijk zijn.
• In geval van een beschadigd netsnoer, mag dit uitsluitend vervangen door gespecialiseerd perso­neel dat door de fabrikant erkend is.
• Dit apparaat mag uitsluitend door volwassenen gebruikt worden.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (ook kinderen) met verminderde psychi­sche, fysieke of sensorische capaciteiten, of met onvoldoende ervaring en kennis, tenzij zij onder het toezicht staan of aanwijzingen ontvangen van iemand die verantwoordelijk voor hun veiligheid is. Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat ze niet met het apparaat spelen
• Dit apparaat moet op een doeltreffende aardleiding aangesloten worden. Laat de elektrische instal­latie door een gekwalificeerd elektricien controleren.
•Vermijd het gebruik van verlengsnoeren voor het netsnoer.
•Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u reinigings- of onderhoudswerkzaamheden gaat uitvoeren.
•Trek niet aan het netsnoer om het apparaat te verplaatsen.
• Installeer het apparaat niet in ruimten waar de lucht gas, olie, zwavel kan bevatten, of in de buurt van warmtebronnen.
• Plaats geen zware of warme voorwerpen op het apparaat.
• Maak het luchtfilter minstens eens per week schoon.
• Gebruik geen verwarmingstoestellen in de nabijheid van dit apparaat.
• Indien het apparaat vervoerd moet worden, moet het verticaal gezet of op een zijde gelegd wor­den.
• Gebruik de airconditioner alleen op de manier die in deze gebruiksaanwijzingen beschreven wordt. Deze gebruiksaanwijzingen dekken niet alle omstandigheden en situaties die zich kunnen voordoen. Men moet altijd het gezond verstand gebruiken en voorzichtig zijn bij de installatie, de werking en de bewaring van huishoudelijke apparatuur.
• Lever het apparaat aan het einde van zijn levensduur bij een speciaal hiervoor bestemd inzamel­centrum in.
• Het verpakkingsmateriaal is recyclebaar. Men adviseert dus dit materiaal in de speciale bakken voor gescheiden afvalverzameling te doen.
• Dek het apparaat nooit af met plastic zakken wanneer het wordt opgeborgen.
• R407C is een koelmiddel dat aan de EG-regelingen inzake milieubescherming voldoet. Het is verbo­den het koelcircuit van het apparaat te doorboren. MILIEU-INFORMATIE: Dit apparaat bevat gefluoreerde gassen met broeikaseffect die onder het Kyoto Protocol vallen. De onderhouds- en sloopwerkzaamheden mogen uitsluitend door vakkundig perso­neel worden verricht (R407C, GWP=1653).
• Plaats het apparaat op een afstand van minstens 50 cm van brandbare stoffen (alcohol, enz.) of reci­piënten onder druk (spuitbussen, enz.).
BESCHRIJVING 1
Bedieningspaneel
2 Luchtuitlaatrooster 3 Wieltjes 4 Handvaten 5 Filter 6 Luchtafzuigrooster ontvochtiger 7 Zitting luchtafvoerslang 8 Connector voor condensafvoer
9 Netsnoer 10 Flens met dop 11 Zuignappen 12 Luchtafvoerslang 13 Uitblaasmond voor venster 14 Wielrem 15 Afstandsbediening (alleen bij sommige
modellen)
Page 6
65
I
n het zomerseizoen wordt een situatie van welzijn bereikt bij een temperatuur tussen 24 en 27°C en een relatieve vochtigheidsgraad van ongeveer 50%. De airconditioner is een apparaat dat vocht en warmte onttrekt aan de omgeving waarin hij geplaatst wordt. In tegenstelling tot installatiemodellen bieden de verplaatsbare airconditioners het voordeel dat ze van de ene naar de andere kamer en van het ene naar het andere gebouw verplaatst kun­nen worden. De warme lucht in uw kamer wordt door een warmtewisselaar gevoerd die met een koelmiddel gekoeld wordt. Op die manier geeft de lucht de overtollige warmte en vocht af voordat zij weer in de kamer wordt gevoerd. Bij de Mono modellen (Pingui­no) wordt een klein gedeelte van deze lucht gebruikt om het koelmiddel te koelen. Deze onttrokken warmte wordt naar buiten geleid. Bij de Split modellen wordt het circuit met behulp van de buitenlucht gekoeld. De Pinguino kan ook met alleen de ventilatiefunctie gebruikt worden.
Wat is de Pinguino
NL
Page 7
66
Hierna treft u alle nodige aanwijzingen aan om uw airconditioner op de beste manier te laten werken.
Het apparaat mag pas aangezet worden nadat gecontroleerd is of niets de toevoer en afvoer van lucht belemmert.
KLIMAATREGELING ZONDER INSTALLATIE
Enkele eenvoudige handelingen en Pinguino zorgt voor een aangename omgeving:
• Maak de luchtafvoerslang 12 vast in de zit­ting 7 op de achterkant van het apparaat. Doe dit op de manier aangegeven in figuur A.
Indien u een openslaand venster hebt,
gebruikt u dan de bijgeleverde zuignappen
11
om beide ramen bij elkaar te houden
(fig. C).
•Breng de uitblaasmond voor vensters 13 op het uiteinde van de slang 12
aan.
• Zet de airconditioner dicht bij een venster of balkondeur.
• Controleer of de luchtafvoerslang niet ver­stopt is.
• Zet het raam of de balkondeur op een kier en plaats de uitblaasmond 13 op de manier getoond in figuur B.
A
Voorbereiding
voor het gebruik
B
C
Beperk zoveel mogelijk de lengte en krommingen van de luchtslangen, zodat eventuele knikken voorkomen worden
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Controleer alvorens de stekker in het stopcontact te steken of:
• de netspanning overeenkomt met de waarde aangeduid op het gegevensplaatje aan de achterkant van het apparaat;
• het stopcontact en de voedingsleiding afgestemd zijn op de vereiste belasting;
• de stekker in het stopcontact past. Zo niet, het stopcontact laten vervangen;
• het stopcontact aangesloten is op een doeltreffende aardleiding. De fabrikant wijst alle aansprakelijkheid af indien deze veiligheidsvoorschriften niet in acht wordt genomen.
Het netsnoer mag uitsluitend vervangen worden door gespecialiseerd technisch personeel.
2
1
Page 8
67
NL
KLIMAATREGELING MET INSTALLATIE
Indien gewenst, kan Pinguino ook op semi­permanente wijze geïnstalleerd worden (Fig.D).
•Breng de bijgeleverde flens 10 in het gemaakte gat aan.
• Bevestig de luchtafvoerslang 12 aan de zitting op de achterkant van het appa­raat (fig. A pag. 66).
•Breng het uiteinde van de slang 12 aan de flens 10 vast, zoals aangegeven in fig F.
In dit geval moet u:
• Een gat maken in een buitenmuur of ven­sterruit. Neem de afmetingen van het gat en de hoogte-intervallen aangegeven in figuur E en F in acht.
Wanneer de slang 12 niet in het gat is inge­bracht, kan het gat afgesloten worden met de dop van de flens 10 .
OPMERKING: Wanneer u kiest voor een semi-permanente installatie, adviseren wij om een deur op een kier te zetten (1 cm is al voldoende) om een correcte luchtverversing te verzekeren.
in de venster­ruit
in de muur: wij adviseren om het gat in de muur te isoleren met geschikt isolatie­materiaal.
in de houten sokkel van de balkon­deur
E
F
Beperk zoveel mogelijk de lengte en krommingen van de luchtslangen, zodat eventuele knikken voorkomen worden.
D
Voorbereiding
voor het gebruik
30 cm
30 cm
MAX100 cm
MIN 35
cm
125
Page 9
68
Bedieningspaneel
BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
AToets ON/STAND-BY (aan/stand-by) B Functiekeuzetoets MODE
Koeling, ontvochtiging, ventilatie
CFAN toets voor selectie ventilatiesnelheid DTimertoets E Toets voor verhoging temperatuur/geprogrammeerde werkingstijd F Toets voor verlaging temperatuur/ geprogrammeerde werkingstijd G Display Geeft de ingestelde temperatuurwaarden en de geprogrammeerde werkingstijd
weer
H Controlelampje timer in werking I/L/M/N Controlelampjes ventilatiesnelheid en AUTO functie O Controlelampje ventilatie P Controlelampje ontvochtiging Q Controlelampje koeling R Ontvanger afstandsbediening
D
AB
C
E
F
G
H
ILM N O P Q
R
Page 10
69
NL
Werking m.b.v. bedieningspaneel
HET APPARAAT AANZETTEN
Steek de stekker in het stopcontact. Op de display verschijnen twee streepjes om aan te geven dat het apparaat in Stand-by is. Druk op de toets ON/STAND-BY (A). Bij inschakeling start het apparaat met de laatste functie die voor uitschakeling was inge­steld. Druk op de toets MODE (B) tot het controlelampje van de gewenste functie oplicht, ofwel:
Controlelampje (Q): koelfunctie
Controlelampje (P): ontvochtigingsfunctie
Controlelampje(O): ventilatiefunctie
KOELFUNCTIE
Ideaal bij warm en drukkend weer, om de ruimte af te koelen en te ontvochtigen. Druk, om deze functie correct in te stellen, op de toetsen + (E) of
- (F) totdat op de display de temperatuur verschijnt die men wil
bereiken.
Selecteer vervolgens de ventilatiesnelheid door op de toets “FAN” (C) te drukken totdat het controlelampje van de gewen- ste ventilatiesnelheid gaat branden, ofwel:
HIGH: als u het maximum vermogen van de airconditioner wilt
verkrijgen, zodat zo snel mogelijk de gewenste tempera­tuur wordt bereikt.
MED: als u het geluidsniveau laag wilt houden, met sowieso
een goed comfortniveau
LOW: wanneer u zo weinig mogelijk geluid wenst AUTO: als u wilt dat het apparaat automatisch de beste venti-
latiesnelheid kiest, op basis van de temperatuur die u op de digitale display heeft ingesteld.
De meest geschikte temperatuur voor vertrekken in de zomerpe­riode varieert tussen 24 en 27°C.Het wordt in elk geval afgeraden om een veel lagere temperatuur dan de buitentemperatuur in te stellen.
25
Page 11
70
ONTVOCHTIGINGSFUNCTIE
Ideaal om de vochtigheid in de omgeving te verlagen (tussenseizoen, vochtige vertrekken, regenperiode, enz.). Voor de ontvochtigingsfunctie moet het apparaat zich in dezelfde configuratie als voor de koelfunctie bevinden, namelijk met de luchtafvoerslang op het apparaat aangebra­cht, zodat de afvoer van de lucht naar buiten kan plaatsvinden. Houdt u zich voor de voorbereiding voor het gebruik aan hetgeen vermeld in de paragraaf “Klimaatregeling zonder installatie” (zie pag. 66) Wanneer de ontvochtigingsfunctie wordt gekozen, gaat het controle­lampje (P) branden en verschijnt op de display het opschrift (P) ) branden en verschijnt op de display het opschrift “ ”. Gelijktijdig gaat het controlelampje van de ventilatie “AUTO”(N). branden. Bij deze functie kunnen geen andere snelheden geselecteerd worden.
VENTILATIEFUNCTIE
Regel de ventilatiesnelheid door te drukken op de toets FAN (C), net zoals bij de koelfunctie. Bij deze functie kan de functie AUTO. Op de display wordt de geselecteerde ventilatiesnelheid weergegeven
Werking m.b.v. bedieningspaneel
INSTELLING VAN DE TIMER
Met de timer kan de uitgestelde in- of uitschakeling van het apparaat ingesteld worden; op die manier wordt energie bespaard en worden de werkingsperiodes geoptimaliseerd.
Programmeren van de uitgestelde inschakeling
• Steek de stekker in het stopcontact en schakel het apparaat met de toets ON/STAND-BY (A) in; selecteer vervolgens de gewenste functie en de andere werkingsinstellingen (temperatuur, ventilatiesnelheid, enz.).
• Druk nogmaals op de toets ON/STAND-BY (A):het apparaat gaat naar de positie Stand-by (de display toont de twee middelste segmenten).
• Druk op de timertoets (D): op de display knippert de laatst gemaakte instelling of de voorge­definieerde waarde
66 ..00
.
• Stel met de toetsen “+” (E) of “-” (F) het aantal uren in waarna u wilt dat het apparaat in werking treedt. Binnen de eerste 10 uur kan de selectie met intervallen van een half uur gebeuren. Als de toetsen “+” (E) of “-” (F) ) langer dan 2 seconden worden ingedrukt, worden de uren automatisch snel doorlopen, tot een maximum van 24 uur. Druk, om de gemaakte instelling te bevestigen, opnieuw op de timertoets binnen enkele seconden. Als de bevestiging niet bin­nen enkele seconden plaatsvindt, keert de display terug naar stand-by. Bij ingeschakelde timer, geeft de display de tijd weer waarna de geprogrammeerde inschakeling zal plaatsvin­den en brandt het controlelampje (H).
Druk op de timertoets (D) om de programmering van de timer te wissen.
Programmeren van de uitgestelde uitschakeling
•Voor alle bedrijfswijzen “koeling/ontvochtiging/ventilatie” kan de uitgestelde uitschakeling geprogrammeerd worden.
• Druk op de timertoets (D): op de display knippert de laatst gemaakte instelling of de voorge­definieerde waarde
66 ..00
.
• Stel met de toetsen “+” (E) of “-” (F) het aantal uren in waarna u wilt dat het apparaat met werken ophoudt. Binnen de eerste 10 uur kan de selectie met intervallen van een half uur gebeuren. Voor tijden van meer dan 10 uur, kan de selectie met intervallen van een uur gebeuren. Als de toetsen “+” (E) of “-” (F) langer dan 2 seconden worden ingedrukt, worden de uren automatisch snel doorlopen, tot een maximum van 24 uur. Druk binnen enkele seconden opnieuw op de timertoets om de gemaakte instelling te bevestigen.
Bij ingeschakelde timer, knippert het controlelampje (H). Op het vastgestelde tijdstip gaat de airconditioner uit en stelt zich in Stand-by. Druk op de timertoets (D) om de programmering van de timer te wissen.
Page 12
71
NL
Zelfdiagnose
ZELFDIAGNOSE
Het apparaat is voorzien van een zelfdiagnosesysteem dat enkele werkingsproblemen identifi­ceert.
LOW TEMPERATURE
(antivries)
PROBE FAILURE
(sonde beschadigd)
FULL TANK
(volle tank)
Als het apparaat met de ontvochtigingsfunctie werkt, zorgt deze voorzie­ning ervoor dat er geen ijs wordt gevormd. Het apparaat begin automati­sch te werken nadat het ontdooiingsproces is beëindigd.
Als dit alarm verschijnt, dient u zich tot een erkend servicecentrum te wen­den.
Leeg de inwendige veiligheidstank, zie pag. 76 “Controles aan einde sei­zoen”.
OP DE DISPLAY VERSCHIJNT….
…WAT TE DOEN?
Page 13
72
Werking met afstandsbediening
(alleen bij sommige modellen aanwezig)
CORRECT GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBE­DIENING
• Richt de afstandsbediening op de ont­vanger (R) van de airconditioner.
• Maximum afstand: circa 7 meter (zonder obstakels tussen afstandsbediening en ont­vanger).
• De afstandsbediening moet met extreme voorzichtigheid behandeld worden: laat hem niet vallen, stel hem niet aan recht­streeks zonlicht bloot en leg hem niet in de buurt van warmtebronnen.
BESCHRIJVING VAN DE AFSTANDSBEDIE­NING
16) Drukknop “FA N
17) Drukknop “ON/OFF
18) Drukknop “MODE
19) Drukknop “TIMER
20) Display
Inserimento o sostituzione delle batterie
•Verwijder het dekseltje aan de achterkant van de afstandsbediening;
•Verwijder eventuele lege batterijen die reeds aanwezig zijn.
•Breng twee batterijen R03 “AAA” 1,5V in de juiste stand in (zie aanwijzingen in bat­terijvak);
•Breng het dekseltje weer aan.
Als de afstandsbediening vervangen of weg­gegooid wordt, moeten de batterijen verwij­derd worden en volgens de van kracht zijnde bepalingen verwerkt worden, aangezien ze schadelijk zijn voor het milieu.
20
16
17
19
18
Page 14
73
NL
Werking met afstandsbediening
HET APPARAAT AANZETTEN
Steek de stekker in het stopcontact. Druk op de knop ON/OFF (17) van de afstandsbediening (bij inschakeling start de airconditioner met de laatste functie die vóór uitschakeling ingesteld was). Druk op de toets MODE (18) om de gewenste functie te selecteren:
KOELING (COOL) ONTVOCHTIGING (COOL) ALLEEN VENTILATIE (FAN)
Een pijl op de display geeft de geselecteerde functie aan.
KOELFUNCTIE (COOL)
Ideaal bij warm en drukkend weer, om de ruimte af te koelen en te ventileren. Bedien voor de koelfunctie de knoppen om de gewenste temperatuur te selecteren. De display geeft de ingestelde temperatuur weer. Wijzig de ventilatiesnelheid met behulp van de knop FAN (16) van de afstandsbediening: AUTO: als u wilt dat het apparaat automatisch de beste ventilatiesnelheid kiest, op basis van de
temperatuur die u op de digitale display hebt ingesteld.
HIGH: wanneer u het maximale vermogen van het apparaat wenst, zodat zo snel mogelijk de
gewenste temperatuur wordt bereikt.
MED: wanneer u een laag geluidsniveau wenst, met sowieso een goed comfortniveau LOW: wanneer u zo weinig mogelijk geluid wenst
Twee pijltjes op de display geven respectievelijk “COOL” en de ventilatiesnelheid aan.
De meest geschikte temperatuur voor vertrekken in de zomerperiode varieert tussen 24 en 27°C. Het wordt in elk geval afgeraden om een veel lagere temperatuur dan de buitentemperatuur in te stellen.
ONTVOCHTIGINGSFUNCTIE (DRY)
Ideaal om de vochtigheid in de omgeving te verlagen en op die manier temperatuurstijgingen en –dalingen te voorkomen (tussenseizoen, vochtige vertrekken, regenperiode, enz.). Bij de ontvochtigingsfunctie, kiest het apparaat automatisch de ventilatiesnelheid. Twee pijltjes op de display van de afstandsbediening geven respectievelijk “DRY” en “AUTO” aan.
ALLEEN VENTILATIEFUNCTIE (FAN)
Bij de ventilatiefunctie kan de ventilatiesnelheid wordt ingesteld met behulp van de knop “FAN” (16). De ventilatiesnelheid kan gekozen worden uit: (LOW/MED/HIGH). Twee pijltjes op de display geven de functie “FAN” en de ingestelde snelheid aan. Bij deze bedrijfswijze is het niet mogelijk om de functie “AUTO” te selecteren.
INSTELLING VAN DE TIMER
Met de timer kan de uitgestelde in- of uitschakeling van het apparaat ingesteld worden; op die manier wordt energie bespaard en worden de werkingsperiodes geoptimaliseerd.
Hoe moet de uitgestelde uitschakeling geprogrammeerd worden
• Druk bij ingeschakelde airconditioner op de knop TIMER (19): de display geeft de uren, il simhet knipperende “h”symbool en een “TIMER OFF” aangeeft weer.
• Stel de gewenste tijd van uitschakeling in met de toetsen (van 30 minuten tot 24 uur). Bin­nen de eerste 10 uur kunnen intervallen van een half uur gekozen worden. Bij tijden van meer dan 10 uur, vindt de selectie per heel uur plaats.
• Druk opnieuw op de knop TIMER om de gemaakte selectie te bevestigen. Een geluidssignaal en het knipperen van het controlelampje “H” bevestigen dat de programmering van de timer heeft plaatsgevonden. Met het verstrijken van de tijd, geeft de display van de afstandsbedie­ning de resttijd weer, terwijl op de display van de airconditioner het controlelampje “H” ” blijft knipperen.
Page 15
74
• Bij het verstrijken van de ingestelde tijd gaat het apparaat automatisch uit.
• Druk, om de programmering van de timer te annuleren, opnieuw op de knop TIMER: men hoort een geluidssignaal en beide displays laten weer de instellingen zien die waren verricht voordat de timer werd geactiveerd.
Hoe moet de uitgestelde inschakeling ingesteld worden
• Druk bij uitgeschakelde airconditioner op de knop TIMER: de display geeft een knipperende pijl weer die “TIMER ON”aanwijst. Nu kunnen alle instellingen gemaakt worden die op het moment van geprogrammeerde inschakeling van start gaan (bedrijfswijze, ventilatiesnelheid en temperatuur). Bevestig de gemaakte instellingen met behulp van de knop TIMER. De display geeft de uren en een knipperend “h”symbool weer. Stel de gewenste tijd van inschakeling met behulp van de toetsen in (van 30 minuten tot 24 uur). Binnen de eerste 10 uur kunnen intervallen van een half uur gekozen worden. Bij tijden van meer dan 10 uur, vindt de selectie per heel uur plaats.
• Druk opnieuw op de knop TIMER om de geprogrammeerde inschakeling te bevestigen. Een geluidssignaal en ook de weergave van de ingestelde tijd op het bedieningspaneel bevesti­gen dat de programmering heeft plaatsgevonden. Op de display van de airconditioner knip- pert het controlelampje “H”. Met het verstrijken van de tijd, geven beide displays de resttijd weer.
• Bij het verstrijken van de ingestelde tijd gaat het apparaat automatisch met de gekozen instel­lingen aan.
• Druk, om de programmering van de timer te annuleren, opnieuw op de knop TIMER: men hoort een geluidssignaal en beide displays keren in stand-by terug.
Werking met afstandsbediening
Page 16
75
NL
Er moeten enkele voorschriften opgevolgd worden om het maximale rendement uit uw airconditioner te halen:
• sluit ramen en deuren van de ruimte waar­van u het klimaat wilt regelen. Dit geldt niet voor een installatie met een gat in de muur. In een dergelijk geval is het raadzaam een deur of vensterraam op een kier te laten, om de juiste luchtverversing te garanderen.
• Scherm het vertrek af van rechtstreeks zonlicht, door de gordijnen dicht te doen en/of de rolluiken gedeeltelijk te laten zakken. Op die manier is het apparaat bij­zonder zuinig;
• Zet geen voorwerpen op de airconditio­ner;
• Belemmer niet de afzuiging en de luchttoevoer ;
• Zorg ervoor dat er zich in het vertrek geen warmtebronnen bevinden.
2
6
• Gebruik het apparaat niet in ruimten met een hoge vochtigheidsgraad (vb. washok).
• Gebruik het apparaat niet buiten.
Tips
sluit ramen en deuren
laat rolluiken zakken of doe de gordijnen dicht
niet afdekken
• Controleer of de airconditioner “water­pas” staat. Breng eventueel de 2 wielrem­men aan onder de voorste wieltjes
.
3
14
Page 17
76
Voordat reinigings- of onderhoudswerk­zaamheden worden uitgevoerd, dient u het apparaat uit te schakelen met de toets ON/STAND-BY (A) of, bij modellen met afstandsbediening, met de ON/OFF knop; haal vervolgens altijd de stekker uit het stop­contact.
REINIGING VAN BUITENKANT
Wij adviseren om het apparaat te reinigen met een vochtige doek en af te drogen met een droge doek. Om veiligheidsredenen mag de airconditioner niet met water wor­den gewassen.
Voorzorgsmaatregelen
Gebruik nooit benzine, alcohol of oplosmidde­len voor de reiniging. Spuit nooit insectenwe­rende vloeistoffen of gelijkaardige producten.
REINIGING VAN DE LUCHTFILTERS
Om een goede efficiency van uw aircondi­tioner te behouden adviseren wij om het stof­filter wekelijks te reinigen in de periode waa­rin het apparaat gebruikt wordt. Het filter is ter hoogte van het afzuigrooster gesitueerd.
Ga voor het reinigen van het filter als volgt te werk:
1. Verwijder het stoffilter door het van bovenaf uit te trekken (figuur G en H).
2. Gebruik een stofzuiger om het op het filter afgezette stof te verwijderen. Als het filter zeer vuil is, het in lauw water onderdom­pelen en meerdere keren afspoelen. De temperatuur van het water mag niet war­mer dan 40°C zijn. Na het wassen, laat u het filter drogen. Plaats het vervolgens weer in zijn zitting.
CONTROLES BIJ BEGIN SEIZOEN
Controleer of het netsnoer en het stopcon­tact niet beschadigd zijn en controleer of de aardleiding doeltreffend is.
CONTROLES AAN EINDE SEIZOEN
Verwijder de dop om het interne circuit volle­dig te legen (figuur I). Laat het restwater volledig afvloeien in een teiltje. Breng hierna de dop weer aan.
Reinig het filter en laat het goed drogen alvo­rens het weer aan te brengen.
G
Reiniging
H
I
Page 18
77
NL
Wanneer iets niet werkt…
PROBLEMEN OORZAKEN OPLOSSINGEN
De airconditioner gaat niet aan
•geen stroomtoevoer
• de stekker zit niet in het stopcontact
• de veiligheidsvoorziening is in werking getre­den.
wacht
steek de stekker in het stopcontact
neem contact op met het service­centrum
De airconditioner werkt, maar voor korte duur
• de luchtafvoerslang is geknikt
• de luchtafvoerslang is verstopt
• de luchtafvoerslang is geplooid
• plaats de afvoerslang correct
• controleer of er obstakels zijn die de afvoer van lucht naar buiten belemmeren
• verwijder de plooien
De airconditioner werkt wel maar koelt de ruimte niet
• het raam staat open
• in de ruimte bevindt zich een warmtebron (brander, lamp, enz.)
• de afvoerslang is uit zijn zitting losgekomen
• verstopt luchtfilter
• het vermogen van de airconditioner is niet aangepast aan de condities of afmetingen van de ruimte
• sluit het raam
• neem de warmtebron weg
• steek de slang in zijn zitting
•reinig of vervang het filter
•reinig of vervang het filter
Vreemde geur in de ruimte
• het luchtfilter is verstopt
De airconditioner werkt niet geduren­de 3 minuten na inschakeling
• de veiligheidsvoorziening van het apparaat is in werking getreden
• wacht tot 3 minuten verstreken zijn
Op de display ver­schijnt het opschrift
// PP FF//
• Zie paragraaf “zelfdiagnose”
Page 19
78
Garantie/ technische kenmerken
GARANTIE EN TECHNISCHE ASSISTENTIE
De voorwaarden voor garantie en techni­sche assistentie zijn vermeld in de documen­tatie die bij uw apparaat is geleverd..
WERKINGSLIMIETEN
Kamertemperatuur bij koeling 21 ÷ 35°C
TECHNISCHE KENMERKEN
Voedingsspanning zie gegevensplaatje Max. stroomverbruik bij koeling “
Koelmiddel “ Koelvermogen
Afmetingen van het apparaat:
•breedte 463 mm
• hoogte 773 mm
• diepte 372 mm
• gewicht 30 kg
Het vervoer, het laden, de reiniging, het opvangen en de verwerking van het koelmiddel mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een technisch servicecentrum dat door de fabrikant erkend is
De verwerking van het apparaat mag uitsluitend worden uitgevoerd door gespecialiseerd per­soneel dat door de fabrikant erkend is
Belangrijke informatie voor de correcte verwerking van het product in overeenstemming met de Europese richtlijn 2002/96/EC
Aan het einde van zijn nuttig leven mag het product niet samen met het gewone huishoudelijke afval wor­den verwerkt.Het moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente wor­den gebracht, of naar een verkooppunt dat deze service verschaft. Het apart verwerken van een huishou­delijk apparaat voorkomt mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een ongeschikte verwerking ontstaan en zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat terug­gewonnen kunnen worden om een aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen. Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht.
Loading...