DE DIETRICH Thermostat modulant d’ambiance User Manual [en, de, fr]

4 (1)

Modulerende Klok thermostaat

Modulating Timer thermostat Thermostat moduland d’ambiance Modulierendes Zeitschaltthermostat

Gebruikershandleiding User manual

Guide d'utilisation Bedienungsanleitung

Inhoudsopgave

1. Inleiding .............................................

4

2. Overzicht............................................

4

2.1

Display..........................................

5

2.2

Knoppen.......................................

6

3. Installatie............................................

7

3.1

Plaats van de thermostaat...........

7

3.2

Montage en aansluiting................

9

3.3

Plaats van de buitensensor..........

10

3.4

Ruimtevoeler (Alleen thermostaat RF)

11

 

 

4. Voor eerste gebruik...........................

12

4.1

Taal, tijd en datum instellen.........

12

4.2

Standaardinstelling......................

12

5. Instellen..............................................

13

5.1

Drie gebruikersmodes..................

13

5.2

Klokprogramma maken of wijzigen

14

5.3

Continutemperaturen instellen.....

18

5.4

Groepensturing............................

18

5.5

Regelstrategie instellen...............

19

5.6

Vakantieprogramma instellen......

22

5.7

Overige instellingen.....................

23

6. Thermostaat gebruiken..................

24

6.1

Programma kiezen.....................

24

6.2

Temperatuur tijdelijk wijzigen.....

24

6.3

Openhaardfunctie......................

25

6.4

Informatie...................................

26

7. Meldingen.........................................

26

7.1

Foutmeldingen...........................

27

7.2

Servicemelding..........................

32

8. Problemen en oplossingen............

33

9. Technische specificaties................

38

Bijlage: leeg klokprogramma.............

41

NL

1. Inleiding

De Modulerende klokthermostaat is een OpenTherm klokthermostaat met veel uitgebreide functies.

De Thermostaat wordt geleverd in twee uitvoeringen:

Thermostaat OpenTherm

Thermostaat RF (draadloos), met daarbij het Basisstation RF

Deze gebruikershandleiding behandelt beide uitvoeringen (OpenTherm en RF). Waar het informatie betreft die geldt voor een van beide uitvoeringen, wordt dit duidelijk vermeld.

Een volledige beschrijving van de thermostaat vindt u in de installatieen servicehandleiding.

Deze kunt u downloaden via nl.remeha.com.

2. Overzicht

De thermostaat is menugestuurd, waardoor de bediening zeer eenvoudig is: hij heeft maar drie knoppen.

Display

Menu

Programmakeuze

NL

 

 

Knop A

Knop B

 

 

Knop C,

4

 

(draaien-drukken)

T000059-06-A

2.1 Display

Pictogrammen

 

 

Tijd

 

Temperatuur

 

 

Tekstvak

 

 

menu's

 

Functie knop A

 

 

Menu

Programma keuze

Functie knop B

 

 

T000060-06-A

Belangrijkste pictogrammen s Klokprogramma actief

! Continu dagtemperatuur z Continu nachttemperatuur

] Vorstbeveiliging

{ Zomerstand

E Handmatige stand x Vakantieprogramma

T Tapwater-warmhoudfunctie uitgeschakeld y Actuele kamertemperatuur

M Ingestelde kamertemperatuur

Niet getoonde pictogrammen

D Thermostaat vraagt warmte

@N CV-ketel brandt voor warmwater

@D CV-ketel brandt voor CV p Groep 1 is actief

qGroep 2 is actief

r Electriciteitsproductie

Waarschuwingssymbolen

e Waterdruk in cv-ketel te laag

c Algemeen waarschuwingssymbool

?Service nodig aan de cv-ketel

v Batterij in thermostaat bijna leeg w Draadloze verbinding verbroken

NL

5

2.2 Knoppen

De functie van knop A en knop B hangt af van de taak die u uitvoert. De functie wordt weergegeven in het display, direct boven de knoppen.

 

A

B

i

Knop C is tegelijk een druken een draaiknop.

C T000059-06-B

 

Door te drukken bevestigt u keuzes,

 

 

bijvoorbeeld menukeuzes. Door te draaien,

 

 

gaat u onder andere door menu’s of wijzigt u

 

 

waardes als temperatuur, tijd, datum en taal.

 

 

 

T000153-A

NL

6

3. Installatie

3.1 Plaats van de thermostaat

Thermostaat OpenTherm en Thermostaat RF

Standaard is de thermostaat ingesteld op ruimteregeling, wat inhoudt dat de binnentemperatuur NL wordt gebruikt voor het regelen van de cv. U kunt de thermostaat daarom het beste aan een binnenmuur hangen in de kamer waar u het meest verblijft, bijvoorbeeld de woonkamer.

Hang de thermostaat niet te dicht in de buurt van warmtebronnen (open haard, radiator, lamp, kaarsen, direct zonlicht, enzovoort), of op plaatsen waar het kan tochten.

Thermostaat RF

Voor de thermostaat RF-uitvoering geldt verder het volgende:

Plaats de thermostaat op minstens 1 meter van apparaten met elektromagnetische emissies, zoals wasmachines, wasdrogers, draadloze telefoons, tv’s, computers, magnetrons enzovoort.

Plaats de thermostaat zodanig dat de ontvangst goed is. Houd er rekening mee dat voorwerpen waarin metaal is verwerkt, de ontvangst beïnvloeden. Denk aan beton met staal, spiegels en ramen met metaalcoating, isolatiefolie enzovoort.

7

Over het algemeen is de reikwijdte van de thermostaat RF in gebouwen 30 meter.

Let op!

Dit is slechts een indicatieve waarde! De daadwerkelijke reikwijdte van het RF signaal is in hoge mate afhankelijk van de lokale omgeving. Houdt er rekening mee dat het aantal muren en plafonds, al dan niet voorzien van metaal, de ontvangst (sterk) kan beïnvloeden. Ook andere voorwerpen waarin metaal verwerkt is kunnen de ontvangst beïnvloeden. Denk hierbij aan, spiegels en ramen met metaalcoating, isolatiefolie, wasmachines, wasdrogers enzovoort.

i De signaalsterkte is af te lezen via Menu > Informatie.

NL

8

DE DIETRICH Thermostat modulant d’ambiance User Manual

3.2 Montage en aansluiting

Voordat u de thermostaat kunt monteren en aansluiten, moet u eerst:

de ketel zo instellen dat hij kan worden aangesloten op een OpenTherm thermostaat.

de ketel uitzetten.

Raadpleeg hiervoor de documentatie van de ketel.

Ga als volgt te werk:

1. Maak de behuizing open door de voorkant en de bodemplaat van elkaar los te trekken.

2. Bevestig de bodemplaat van de thermostaat aan de muur met

 

de bijgeleverde schroeven en pluggen. Zorg ervoor dat de

 

aansluitdraden van de ketel door het gat van de bodemplaat

OT

steken.

 

3. Sluit de thermostaat aan op de OpenTherm-aansluiting van de ketel en op de OT aansluiting van de thermostaat. OpenTherm is polariteit ongevoelig, u mag de draden dus onderling verwisselen (Alleen thermostaat OpenTherm).

T000062-C

NL

9

4. Plaats eventueel 3 AA-batterijen (penlites) in de thermostaat. Deze

 

zijn niet bijgeleverd. De batterijen zorgen ervoor dat de klok blijft lo-

 

pen als de ketel uitgeschakeld is (Alleen thermostaat OpenTherm).

 

Verder zijn batterijen nodig voor de achtergrondverlichting van

 

de thermostaat, bij ketels die niet zijn uitgerust met OpenTherm

NL

Smart Power. Heeft u een ketel met Smart Power, dan werkt de

achtergrondverlichting van de thermostaat ook zonder batterijen.

T001042-B

(Alleen thermostaat RF) Plaats 3 AA-batterijen (penlites) in

 

de thermostaat. Deze zijn nodig om de thermostaat RF te laten

 

functioneren.

 

iDe thermostaat is nu klaar voor gebruik. Voor de thermostaat

RF dient nu basisstation RF te worden gemonteerd. Raadpleeg hiervoor de basisstation RF documentatie.

iDe ingestelde programma’s blijven bewaard als de ketel of de thermostaat is uitgeschakeld

(ook als geen batterijen zijn geplaatst).

3.3 Plaats van de buitensensor

Een buitentemperatuursensor wordt niet standaard geleverd bij de thermostaat.

U heeft deze sensor alleen nodig als u de binnentemperatuur weersafhankelijk wilt regelen. Voor plaatsing van een buitentemperatuursensor gelden de volgende richtlijnen:

Monteer de buitensensor aan de noordof noordwestzijde van de woning, beschermd tegen direct zonlicht.

De sensor moet zich op een hoogte van minimaal 2,5 meter vanaf het maaiveld bevinden.

Monteer de buitensensor niet in de nabijheid van vensters, deuren, ontluchtingsroosters of afzuigkap, etc.

Raadpleeg voor het aansluiten van een buitentemperatuursensor de documentatie van uw ketel.

10

 

3.4 Ruimtevoeler (Alleen thermostaat RF)

Een RF ruimtevoeler is optioneel verkrijgbaar voor een thermostaat RF.

Deze sensor vervangt de interne thermostaat sensor.

NL

11

4.

Voor eerste gebruik

 

4.1

Taal, tijd en datum instellen

 

Als u de thermostaat aansluit, verschijnt het menu voor de taalkeuze (internationale versie)

NL

of de tijdinstelling (Nederlandse versie).

1.Indien van toepassing: kies de gewenste taal door aan knop C te draaien en druk op knop C om te bevestigen.

2.Volg de aanwijzingen op het scherm om de tijd, het jaar, de maand en de dag te kiezen.

De thermostaat is nu klaar voor gebruik. Na de installatie is het standaardprogramma geactiveerd

(zie paragraaf 4.2). De temperatuur wordt nu geregeld volgens dit klokprogramma.

i De thermostaat schakelt automatisch van zomernaar wintertijd en terug.

4.2 Standaardinstelling Ruimteregeling

Standaard staat de thermostaat ingesteld op ruimteregeling. Dat betekent dat de aanvoertemperatuur van het cv-water geregeld wordt op basis van de temperatuur in de ruimte waar de thermostaat hangt.

De ketel is ook weersafhankelijk aan te sturen, dat wil zeggen op basis van de buitentemperatuur.

In de thermostaat is een stooklijn geprogrammeerd, die samen met de buitentemperatuur de wateraanvoertemperatuur bepaalt. De stooklijn moet zo worden gekozen dat het ongunstigste vertrek ook bij zeer lage buitentemperaturen goed kan worden verwarmd.

Zie voor meer informatie over weersafhankelijk regelen paragraaf 5.5

12

Klokprogramma

 

 

Het standaardklokprogramma stelt dagelijks de temperatuur als volgt in:

 

• 06.00 – 19.00: 20°C

 

NL

• 19.00 – 23.00: 21°C

+ T

• 23.00 – 06.00: 15°C

 

U kunt het klokprogramma uiteraard aanpassen aan uw eigen wensen. Zie daarvoor hoofdstuk 5.

5. Instellen

5.1 Drie gebruikersniveaus

De thermostaat kent drie gebruikersniveaus:

Eenvoudig: in deze stand worden er geen klokprogramma’s gebruikt.

U kunt de temperatuur op de thermostaat alleen handmatig instellen.

Standaard: dit is de standaardstand. De meeste opties kunt u gebruiken, zoals het klokprogramma.

Uitgebreid: in deze stand kunt u twee standaardklokprogramma’s A en B gebruiken en kunt u meer instellingen doen en uitgebreidere informatie opvragen.

U kunt het gebruikersniveau wijzigen via het menu

Menu > Gebruikersinst. > Gebruiksniveau.

iDeze handleiding behandelt de meeste functies van de stand ‘Standaard’.

Dit is de stand na eerste ingebruikname.

13

5.2 Klokprogramma maken of wijzigen

Een klokprogramma regelt de temperatuur automatisch gedurende een dag, en is voor iedere weekdag afzonderlijk in te stellen. U kunt het standaard klokprogramma aanpassen, of een geheel nieuw programma invoeren.

iDe thermostaat begint standaard al vóór het ingestelde tijdstip met aanwarmen, zodat de ruimte op het juiste tijdstip op de gewenste temperatuur is.

Overzicht maken

Het is handig om eerst voor uzelf een overzicht te maken met schakelmomenten: op welk tijdstip moet het hoe warm zijn in huis? Dit hangt natuurlijk af van wie er wanneer thuis is,

hoe laat u opstaat enzovoort. U kunt per dag 6 schakelmomenten instellen.

NL

14

Zo’n overzicht kan er als volgt uitzien:

Tijdstip

MA.

DI.

WO.

DO.

VR.

ZA.

ZO.

7:00

20°C

20°C

20°C

20°C

20°C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9:00

15°C

15°C

 

15°C

15°C

20°C

20°C

 

 

 

 

 

 

 

 

11:00

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

13:00

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

15:00

 

 

 

 

 

15°C

 

17:00

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

19:00

21°C

 

21°C

21°C

21°C

21°C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

21:00

 

21°C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

23:00

15°C

15°C

15°C

15°C

 

 

15°C

 

 

 

 

 

 

 

 

0:00

 

 

 

 

15°C

15°C

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NL

iAchterin deze handleiding vindt u een leeg overzicht, dat u kunt gebruiken voor uw eigen klokprogramma.

15

Nieuw klokprogramma maken

1.Kies in Menu > Programma > Klokprogramma > Nieuw.

2.Kies eventueel een uitgangsprogramma (Overdag thuis, Midweek thuis of Weekend thuis). Op basis daarvan kunt u uw eigen klokprogramma instellen.

Druk op knop C om te bevestigen.

3.Ga naar de dag waarvoor u het klokprogramma wilt instellen.

Druk op knop C om te bevestigen.

4.Ga naar het schakelmoment dat u wilt instellen. Druk op knop C om te bevestigen.

i Met de knop Verwijderen verwijdert u het geselecteerde schakelmoment.

5.Stel met knop C het tijdstip en de bijbehorende gewenste temperatuur in.

6.Heeft u alle schakelmomenten van een dag ingesteld, dan kunt u de instelling van die dag kopiëren naar andere dagen:

-Ga naar de dagaanduiding.

-Druk op Kopiëren.

-Selecteer met knop C de dag(en) waarnaar u de instellingen wilt kopiëren en druk op Opslaan.

7.Ga naar de dagaanduiding. Druk vervolgens op knop C.

8.Ga naar stap 3 om de volgende dag in te stellen, of druk op Terug om dit menu af te sluiten.

NL

16

Bestaand klokprogramma wijzigen

1.Kies in Menu > Programma > Klokprogramma > Wijzigen.

2.Ga naar de dag waarvoor u het klokprogramma wilt wijzigen. Druk op knop C om te bevestigen.

3.Ga naar het schakelmoment dat u wilt wijzigen. Druk op knop C om te bevestigen.

NL

i

Met de knop Verwijderen verwijdert u het geselecteerde schakelmoment.

4.

Stel met knop C het tijdstip en de bijbehorende gewenste temperatuur in.

5.

Heeft u alle schakelmomenten van een dag ingesteld, dan kunt u de instelling van die dag

 

kopiëren naar andere dagen:

-Ga naar de dagaanduiding.

-Druk op Kopiëren.

-Selecteer met knop C de dag(en) waarnaar u de instellingen wilt kopiëren en druk op

Opslaan.

6.Ga naar de dagaanduiding. Druk vervolgens op knop C.

7.Ga naar stap 2 om de volgende dag in te stellen, of druk op Terug om dit menu af te sluiten.

Standaardinstellingen herstellen

Kies Menu > Programma > Klokprogramma > Fabrieksprog. om de instellingen van het standaardklokprogramma terug te zetten.

17

5.3 Continutemperaturen instellen

In plaats van het klokprogramma kunt u ook de ruimtetemperatuur continu op een bepaalde waarde instellen. Via Menu > Programma kunt u drie verschillende continutemperaturen instellen:

Dagtemperatuur: ruimtetemperatuur overdag, behorende bij het programma ́Continu dag ́.

Nachttemperatuur: ruimtetemperatuur ’s nachts, behorende bij het programma ́Continu nacht.

Vorsttemperatuur: ruimtetemperatuur om de ruimte waar de thermostaat hangt, tegen bevriezing te beschermen. Deze instelling hoort bij het programma ‘Vorstbeveiligd’.

iDe genoemde programma’s worden uitgelegd in paragraaf 6.1.

5.4 Groepensturing

 

M.b.v. de c-Mix kan de thermostaat 2 groepen sturen, beide groepen kunnen hun eigen

 

programmakeuze en regelstrategie krijgen.

 

Dat doet u via: Menu>Instellingen>Systeem>CV installatie>Groepen

 

Standaard staat deze op “geen groepen”.

 

Bij de keuze 1&2 apart, is het mogelijk elke groep zijn eigen programma te geven.

 

Het symbool o komt in het standaard scherm waarbij d.m.v. drukken op de draai/drukknop

 

geschakeld wordt tussen de bediening van groep 1 en groep 2.

 

Bij de keuze “2 volgt 1” krijgen beide groepen wel een eigen regelstrategie, maar zal groep 2 de

 

programmakeuze volgen van groep 1.

NL

 

18

5.5 Regelstrategie instellen

In de thermostaat kunt u op verschillende manieren gebruik maken van de ruimteen/of weersafhankelijke regelingen.

U kiest een regeling via Menu > Instellingen > Systeem > Regel strategie.

NL

i Voor deze wijzigingen moet het gebruikersniveau “Uitgebreid” ingesteld zijn. (zie par 5.1)

 

 

Specifieke instellingen weersafhankelijke regeling

Als u voor een weersafhankelijke regeling heeft gekozen, kunt u een aantal extra instellingen doen, via Menu > Instellingen > Systeem > OTC instellingen.

Stooklijn:

Voetpt buiten: buitentemperatuur voetpunt

Voetpt aanvoer: aanvoertemperatuur voetpunt

Klimaatpt buiten: buitentemperatuur klimaatpunt

Klimaatpt aanv: aanvoertemperatuur klimaatpunt

Kromming: mate van de kromming van de stooklijn, afhankelijk van uw cv-systeem.

Kies de gebruikte warmtelichamen: vloerverwarming, radiatoren of convectoren.

Dit zorgt voor een beter comfort in vooren naseizoen.

iDe stooklijn is gebaseerd op een buitentemperatuur van 20°C. Na het verhogen van de gewenste ruimtemperatuur verschuift de stooklijn omhoog. De mate van verhoging wordt bepaald door de instelling van de functie “Ruimte invloed”.

19

RT-invloed: invloedfactor van stooklijnverschuiving

Stookgrens dag: buitentemperatuur waarboven de cv uitgeschakeld is gedurende de dag. De stookgrens dag is van toepassing als de gewenste ruimtetemperatuur hoger is dan de nachttemperatuur die ingesteld is via Menu > Programma > Nacht temperatuur

Stookgrens nacht: buitentemperatuur waarboven de cv uitgeschakeld is gedurende de nacht. De stookgrens nacht is van toepassing als de gewenste ruimtetemperatuur gelijk of lager is dan de nachttemperatuur die ingesteld is via Menu > Programma > Nachttemperatuur

NL

20

Stooklijn – een voorbeeld

 

100

Klimaatpunt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

90

 

 

 

 

 

 

80

 

 

 

 

 

 

70

 

 

 

 

 

(ºC)

60

 

 

 

 

 

50

 

 

 

 

 

temperatuur

40

 

 

 

 

Voetpunt

30

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ketel

10

 

 

 

 

 

0

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

-15

-5

0

5

15

25

 

Buitentemperatuur (ºC)

 

 

 

Verhoogde ruimtetemperatuur gedurende de dag

Gewenste ruimtetemperatuur van 20ºC gedurende de dag

Gewenste ruimtetemperatuur van 15ºC gedurende de nacht

T001032-06-A

NL

i Zie ook stookgrens dag/nacht 12.4

De stooklijninstellingen zijn sterk afhankelijk van het ontwerp van het cv-systeem en de woning. Een eenduidig advies hiervoor is er dus niet. Gedurende het gebruik kan de stooklijn worden geoptimaliseerd. Bij het verhogen of verlagen van de temperatuur schuift de stooklijn mee omhoog of omlaag

21

5.6 Vakantieprogramma instellen

Bent u langere tijd van huis, dan kan het handig zijn om een vakantieprogramma in te stellen. Dit zorgt gedurende de periode die u instelt, voor een constante temperatuur in uw huis.

Die temperatuur stelt u zelf in.

Een vakantieprogramma treedt automatisch in werking vanaf 0.00 uur op de begindatum en eindigt bij aanvang van de einddatum.

Op het display verschijnt het symbool x.

Na afloop van de ingestelde periode wordt dit programma uitgeschakeld en verwijderd.

U kunt maximaal 16 vakantieprogramma’s instellen.

Dat doet u via Menu > Programma > Vakantie prog.:

Kies Bekijken om de ingestelde vakantieprogramma’s in te zien.

Kies Wijzigen om programma’s te wijzigen of te verwijderen.

Kies Invoeren om een nieuw programma toe te voegen.

Kies Gewenste temp. om de constante temperatuur in te stellen.

NL

22

5.7 Overige instellingen

U kunt een aantal instellingen wijzigen via het menu Instellingen. Ze worden hier kort opgesomd, meer uitleg vindt u in de installatieen service handleiding.

Taalen scherminstellingen.

Kalibratie: u kunt de sensor ijken door een nauwkeurige thermometer naast de thermostaat te hangen.

Comfortcorrectie: thermostaat houdt rekening met de gevoelstemperatuur.

Vorstbeveiliging: wanneer een buitenvoeler is aangesloten, zal de buitentemperatuur gebruikt worden om de vorstbeveiliging automatisch in te schakelen. Wanneer de buitentemperatuur beneden de ingestelde waarde komt, blijft de pomp continu lopen en wordt het cv-water niet kouder dan 10°C.

Antilegionella (alleen bij boilers): om legionellagroei te voorkomen wordt aangeraden eenmaal per week de boiler tot 65°C te verwarmen.

Tapwatertemperatuur: de gewenste temperatuur van het tapwater instellen, eventueel voor boilers met een temperatuurprogramma.

Warmhoudfunctie: wordt gebruikt om aan te geven wanneer het tapwater voorverwarmd moet worden. Wanneer het tapwater voorverwarmd is, is er sneller warm water beschikbaar.

Digitale ingang: om de thermostaat opdrachten te laten uitvoeren vanaf een externe module, bijvoorbeeld bij overwerk.

5 verschillende regelstrategieën, op basis van ruimteregeling en/of weersafhankelijke regeling.

Specifieke cv-systeeminstellingen, zoals de opwarmen afkoelsnelheid van de woning.

Een RF ruimtevoeler is optioneel verkrijgbaar voor een thermostaat RF. Deze sensor vervangt de interne thermostaat sensor.

Extra functies afhankelijk van de ketel (vanaf thermostaat v20): ketel “Parameters” aanpassen, “Herstel param.”, “Reset service” en “Start detectie”.

NL

23

6. Thermostaat gebruiken

6.1 Programma kiezen

Via Programmakeuze in het hoofdscherm kunt u een van de volgende programma’s kiezen:

Klokprogramma: de cv-temperatuur wordt geregeld volgens het programma dat u heeft ingesteld.

Continu dag: de temperatuur blijft constant op de dagtemperatuur die u heeft ingesteld.

Continu nacht: de temperatuur blijft constant op de nachttemperatuur die u heeft ingesteld.

Vorstbeveiligd: de temperatuur blijft constant op de vorstbeveiligingstemperatuur die u heeft ingesteld. Bij dit programma is de tapwater-warmhoudfunctie uitgeschakeld.

Continu zomer: de temperatuur blijft constant op de nachttemperatuur, waarbij tussen 6.00 uur en 23.00 uur het tapwater wel wordt warmgehouden (waardoor u sneller warm water krijgt).

6.2 Temperatuur tijdelijk wijzigen

U kunt altijd een gekozen klokof continuprogramma (tijdelijk) uitschakelen door de temperatuur handmatig in te stellen.

1.Draai vanuit het hoofdscherm aan knop C om een nieuwe temperatuur in te stellen.

2.Druk op Tijd aanpassen als u ook een eindtijd voor de handmatig gekozen temperatuur wilt

instellen en kies deze tijd met draaiknop C.

NL

 

iKiest u geen eindtijd en was er een klokprogramma actief, dan wordt dat klokprogramma weer actief bij het eerstvolgende schakelpunt. De handmatige bediening wordt dan uitgeschakeld.

24

3.Druk op Datum aanpassen als u ook een einddatum voor de handmatig gekozen temperatuur wilt instellen en kies deze tijd met draaiknop C.

4.Druk op Draaiknop C om terug te gaan, of wacht 5 seconden totdat de thermostaat vanzelf

teruggaat naar het hoofdscherm.

NL

 

Om de handmatige temperatuurwijziging op te heffen, drukt u op de knop Vervolg programma.

 

 

6.3 Openhaardfunctie

 

Als de temperatuur in de ruimte waar de thermostaat hangt, de ingestelde temperatuur bereikt,

 

schakelt de cv uit. Dit kan onwenselijk zijn, bijvoorbeeld wanneer u een open haard aan heeft of

 

als er veel mensen aanwezig zijn. In zo’n situatie worden de overige ruimtes in huis ook niet meer

 

verwarmd.

 

Om de overige ruimten toch te verwarmen kunt u de openhaardfunctie inschakelen,

 

via de knop Programmakeuze. Daarbij wordt de ingebouwde ruimtevoeler in de thermostaat

 

uitgeschakeld. De op dat moment heersende cv-watertemperatuur wordt nu gehandhaafd.

 

Als het in de overige ruimtes te koud of te warm wordt, kunt u daar de ruimtetemperatuur verhogen of verlagen met draaiknop C op de thermostaat. De cv-watertemperatuur wordt hierdoor hoger of lager. Om in deze ruimtes de ruimtetemperatuur verder individueel te regelen, kunt u de radiatoren voorzien van thermostaatkranen.

iDe openhaardfunctie is alleen te activeren als de thermostaat de ruimtetemperatuur gebruikt om de temperatuur te regelen.

25

iOm te voorkomen dat in de ruimte waar de thermostaat hangt, de ruimtetemperatuur te hoog oploopt, is het wenselijk dat u daar de radiatorkranen dichtdraait.

iWanneer de buitentemperatuurvoeler gebruikt wordt, schakelt de thermostaat over op weersafhankelijk regelen.

6.4 Informatie

Via Menu > Informatie kunt u bedrijfsinformatie over uw cv opvragen, bijvoorbeeld de waterdruk in het cv-systeem en verschillende temperaturen. De beschikbare informatie is afhankelijk van uw cvtoestel.

In de standen ‘Eenvoudig’ en ‘Standaard’ ziet u niet alle informatiecategorieën die beschikbaar zijn.

Kies Meer informatie om alle informatie beschikbaar te maken.

NL

26

7. Meldingen

Een foutmelding of servicemelding kan er als volgt uitzien:

NL

Geen verbinding

Foutindicatie

met de

buiten-

 

sensor

 

 

 

 

 

Beeldschermtekst

Menu

Programma keuze

 

 

 

 

 

T000063-06-A

 

7.1 Foutmeldingen

 

 

F200: Geen verbinding met buitensensor

 

 

 

Foutindicatie

 

Foutcode F200

 

 

c en Z branden.

 

 

Beeldschermtekst

Geen verbinding met buitensensor.

Oplossing

 

Controleer de verbinding van de ketel met de buitentemperatuursensor.

27

F203: Fout in verbinding met ketel

 

 

 

 

 

Foutindicatie

Foutcode F203

 

 

 

c brandt.

 

 

 

 

 

 

Beeldschermtekst

Communicatiefout. Controleer de verbinding.

 

 

Oplossing

Controleer de verbinding met de ketel.

 

 

F214: Onjuiste meting ruimtetemperatuur

 

 

 

 

Foutindicatie

Foutcode F214

 

 

 

c brandt.

 

 

Beeldschermtekst

Ruimtetemperatuur ligt buiten het meetbereik of de sensor is defect.

 

 

Oplossing

Meting van de ruimtetemperatuur is onjuist. Wanneer de

 

 

 

ruimtetemperatuur tussen -5 °C en 65 °C ligt, is mogelijk de

 

 

 

temperatuursensor defect. Raadpleeg uw installateur.

 

 

F215: Thermostaat defect

 

 

 

 

Foutindicatie

Foutcode F215

 

 

NL

 

c brandt.

 

 

 

 

 

Beeldschermtekst

Interne fout. Thermostaat is defect.

 

 

Oplossing

Raadpleeg uw installateur.

 

 

28

F216: Geen verbinding met basisstation (alleen thermostaat RF)

NL

Foutindicatie

Foutcode F216

 

 

 

 

w en c branden.

 

 

 

 

 

 

Beeldschermtekst

Draadloze communicatiefout.

 

 

Oplossing

Controleer of het basisstation bij de ketel aan is en niet in storing staat

 

 

 

(raadpleeg indien nodig de handleiding van de zender). Is de verbinding

 

 

 

tussen de thermostaat en het basisstation verbroken, herstel dan de

 

 

 

verbinding als volgt:

 

 

 

- Zet het basisstation in de verbindingsstand (raadpleeg daarvoor de

 

 

 

handleiding van het basisstation).

 

 

 

- Kies in de thermostaat Menu > Instellingen > Gebruikersinst. >

 

 

 

Verbinding.

 

 

 

Lost dit het probleem niet op, zoek dan voor thermostaat en of

 

 

 

basisstation een andere locatie of verwijder “obstakels” die het RF-

 

 

 

signaal kunnen storen.

 

 

29

F227: Wachten op RF sensor informatie

 

 

 

 

 

Foutindicatie

Foutcode F227

 

 

NL

 

Wacht op RF sensor.

 

Beeldschermtekst

Wachten op RF sensor informatie. Dit kan 15 min. duren.

 

 

 

Oplossing

Deze foutcode kan komen ndata de thermostaat RF opniew opstart, b.v.

 

 

 

na batterij uitwisseling.

 

 

 

Zodra de thermostaat RF een bericht heeft ontvangen van de verbonden

 

 

 

RF sensoren zal de melding verdwijnen.

 

 

 

Wanneer de RF sensoren zich niet melden, zal na 15 min. een andere

 

 

 

foutcode worden weergegeven.

 

 

Waterdruk te laag

 

 

 

Foutindicatie

Actuele waterdruk

 

 

 

e en c branden.

 

 

 

 

 

 

Beeldschermtekst

De waterdruk in uw cv-systeem is te laag.

 

 

Oplossing

Vul het water in het cv-systeem bij. Zie hiervoor de documentatie van uw

 

 

 

cv-ketel.

 

 

30

Loading...
+ 138 hidden pages