Daikin FTXG25EV1BW, FTXG25EV1BS, FTXG35EV1BW, FTXG35EV1BS, CTXG50EV1BW Installation manuals [nl]

...
Page 1
INSTALLATION MANUAL
R410A Split Series
Models FTXG25EV1BW FTXG25EV1BS FTXG35EV1BW FTXG35EV1BS CTXG50EV1BW CTXG50EV1BS
Installation manual
R410A Split series
Installationsanleitung
Split-Baureihe R410A
Manuel d’installation
Série split R410A
Montagehandleiding
R410A Split-systeem
Manual de instalación
Serie Split R410A
Manuale d’installazione
Serie Multiambienti R410A
Εγχειρßδιο εγκατÜστασηò
διαιροýìενηò σειρÜò R410A
Manual de Instalação
Série split R410A
English
Deutsch
Nederlands
Español
Italiano
ΕλληνικÜ
Portugues
ATXG25EV1B ATXG35EV1B ATXG50EV1B
Рóêоводство по монтажó
Серия R410A с раздельной óстановêой
Montaj kýlavuzlarý
R410A Split serisi
Рóссêий
Türkçe
Page 2
Veiligheidsmaatregelen
• Lees deze Veiligheidsmaatregelen zorgvuldig door om een juiste installatie te verzekeren.
• In deze handleiding zijn de veilgheidsvoorschriften voor de gebruiker opgedeeld in de volgende twee categorien. Houd rekening met alle
WAARSCHUWING
veiligheid te waarborgen.
WAARSCHUWING
VOORZORGSMAATREGELEN..Het negeren van een VOORZORGSMAATREGELEN kan in bepaalde gevallen tot zeer ernstige gevolgen leiden.
.............. Het negeren van een WAARSCHUWING zal hoogstwaarschijnlijk zeer ernstige gevolgen
hebben, zoals de dood of een zware verwonding.
• De volgende veiligheidssymbolen worden in deze handleiding gebruikt:
Volg deze instructie zeker op. U dient een aarding aan te brengen. Probeer dit nooit.
Na de installatie moet u het systeem testen om te controleren of er zich eventuele installatie fouten voordoen. Geef de
gebruiker voldoende voorlichting over hoe het systeem gebruikt en schoongemaakt moet worden volgens de Handleiding.
• De installatie dient te gebeuren door de dealer of door een andere bevoegde monteur.
Onjuiste installatie kan lekkage, kortsluiting of brand veroorzaken.
• Installeer de airconditioner volgens de instructies in deze handleiding.
Incomplete installatie kan lekkage,kortsluiting of brand veroorzaken.
• U dient de meegeleverde of gespecificeerde onderdelen voor de installatie te gebruiken.
Gebruik van andere onderdelen kan de unit los doen komen en kan lekkage, kortsluiting of brand veroorzaken.
• Installeer de airconditioner op een solide ondergrond die het gewicht van de unit kan dragen.
Een onvoldoende sterke ondergrond of onvolledige installatie kan letsel veroorzaken wanneer de unit valt.
• Werkzaamheden met betrekking tot de elektrische bedrading en dergelijke moeten strikt volgens de installatie handleiding en de nationale regelgeving terzake worden verricht.
• Verzeker u ervan dat een aparte groep gebruikt wordt. Gebruik nooit een stroombron samen met een ander apparaat. Voor de bedrading dient u een netsnoer te gebruiken dat lang genoeg is om zonder onderbrekingen de hele afstand tussen stroombron
• en apparaat te overbruggen. Gebruik geen verlengsnoer. Gebruik de stroombron niet met andere apparaten, gebruik een aparte groep.
(Negeren van deze instructie kan resulteren in oververhitting, kortsluiting of brand.)
• Gebruik de gespecificeerde soorten bedrading voor de elektrische verbindingen tussen de binnenunit en de buitenunit.
Maak de verbindingsdraden stevig vast zodat er niet aan de aansluitingen getrokken wordt. Onbetrouwbare verbindingen of trekspanning op de draden kan oververhitting of brand veroorzaken.
• Nadat u de verbindingen tussen de units en tussen het systeem en de stroombron gemaakt hebt dient u er zorg voor te dragen dat de bedrading zo ligt dat er geen abnormale krachten worden uitgeoefend op de elektrische leidingen of panelen.
Breng afdekkingen aan over de bedrading. Onvolledige afdekking van de installatie kan oververhitting, kortsluiting of brand veroorzaken.
• Ventileer de kamer goed wanneer er koelvloeistof gemorst is tijdens de installatie.
(Als de koelvloeistof in contact komt met open vuur, wordt er een giftig gas geproduceerd.)
• Wanneer de installatie voltooid is, moet u controleren of er geen koelvloeistof uit het systeem lekt.
(Als de koelvloeistof in contact komt met open vuur, wordt er een giftig gas geproduceerd.)
• Wanneer u het systeem installeert of verplaatst, moet u ervoor zorgen dat het koelcircuit vrij blijft van stoffen anders dan de gespecificeerde koelvloeistof (R410A), zoals lucht.
(Aanwezigheid van lucht in het koelcircuit veroorzaakt een abnormale stijging van de druk of zelfs springen van het circuit, wat letsel veroorzaakt.)
• Stop tijdens het afpompen de compressor, voordat u de koelmiddelleidingen verwijdert.
Wanneer de compressor nog loopt en de afsluitklep open is tijdens het afpompen, dan zal lucht worden aangezogen, wanneer de koelmiddel­leiding wordt verwijderd. Dit veroorzaakt een abnormale druk in de vriescyclus, wat schades en zelfs persoonlijk letsel tot gevolg kan hebben.
• Bevestig tijdens de installatie de koelmiddelleidingen op een deugdelijke manier, voordat u de compressor aanzet.
Wanneer de compressor niet is aangesloten en de afsluitklep open is tijdens het afpompen, dan zal lucht worden aangezogen, wanneer com­pressor wordt aangezet. Dit veroorzaakt een abnormale druk in de vriescyclus, wat schades en zelfs persoonlijk letsel tot gevolg kan hebben.
• U moet het systeem aarden. Gebruik hiervoor geen gas- of waterpijp, bliksemafleider of telefoon-aardkabel.
Onvoldoende aarding kan kortsluiting of brand veroorzaken. Een plotselinge schok van inslaande bliksem of iets anders kan de airconditioner beschadigen.
Plaats een aardlekschakelaar.
Het niet plaatsen van een aardlekschakelaar kan gevaar voor elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
VOORZORGSMAATREGELEN
en
WAARSCHUWING
Onvoldoende capaciteit of onvolledige installatie kan kortsluiting of brand veroorzaken.
, want ze zijn allemaal van belang om de
VOORZORGSMAATREGELEN
• Installeer de airconditioner niet in een ruimte waar brandbaar gas zou kunnen lekken.
Als het gas gaat lekken en zich ophoopt bij de airconditioner, kan het vlam vatten.
• Breng afvoerslangen aan volgens de instructies in deze handleiding.
Onbetrouwbare afvoer kan lekkage veroorzaken.
• Opmerking bij de installatie van de buitenunit. (Alleen voor model met warmtepomp.)
In koude gebieden, waar de buitenluchttemperatuur gedurende meerdere dagen onder of rond het vriespunt blijft, kan de afvoer van de buitenunit bevriezen. Monteer in dat geval een elektrisch verwarmingselement om te voorkomen dat de afvoer kan bevriezen.
• Draai de flensmoer op de beschreven manier aan met een momentsleutel.
Als de flensmoer te strak wordt aangedraaid zal de flensmoer na verloop van tijd barsten waardoor koelmiddel zal weglekken.
1 Nederlands
Page 3
Toebehoren
Binnenunit
Montageplaat
A
Fotokatalytische filter met
B
titaanapatietcoating
Draadloze afstandsbediening
C
A
H
1
Afstandsbedieningshouder
D
2
AAA batterijen
E
Binnenunit fixatieschroeven
F
1
(M4 × 12L)
1
Gebruikershandleiding
G
2
Installatie Handleiding
H
1
Kiezen Installatieplaats
• Voor u kiest waar u de airconditioner gaat plaatsen, moet u eerst de toestemming van de eindgebruiker krijgen.
Binnenunit
1.
• De binnenunit hoort gemonteerd te worden op een plaats waar:
1) voldaan wordt aan de beperkende voorwaarden voor de plaatsing van de binnenunit zoals aangegeven in de installatietekeningen voor de binnenunit,
2) zowel de luchtinlaat als de luchtuitlaat niet belemmerd worden,
3) geen direct zonlicht komt,
4) de binnenunit zich niet in de buurt bevindt van een stoom- of warmtebron,
5) geen bron van oliedampen aanwezig is (deze kunnen de levensduur van de binnenunit bekorten),
6) er wordt koele (warme) lucht door de ruimte gecirculeerd,
7) de unit zich niet in de buurt bevindt van fluorescentie lampen (TL-lampen) met een elektronische starter (inverter of snelstart-types), daar deze een nadelige invloed hebben op het bereik van de afstandsbediening ,
8) de unit minstens 1 meter verwijderd is van een radio of televisie-apparaat (omdat de unit beeld of geluid kan verstoren).
9) Installatiehoogte volgens voorschrift (ten minste 1,8m).
1
1
Draadloze afstandsbediening
2.
1) Doe alle fluorescentielampen (TL-lampen) die u in de kamer heeft, aan en zoek de plaats op (binnen 7 meter) waar de signalen van de afstandsbediening het best ontvangen worden door de binnenunit. rden.
Nederlands 2
Page 4
Installatie Tips
VOORZORGSMAATREGELEN
Schroeven (5)
onderdelen (3)
Zo verwijdert en bevestigt u het frontpaneel
1.
• Het paneel demonteren
1) Plaats een vinger op de nokjes aan weerszijden van het frontpaneel en open het frontpaneel vervolgens tot het horizontaal hangt.
2) Schuif het frontpaneel naar links, waardoor de as rechts loskomt. Schuif het paneel vervolgens naar rechts, zodat ook de linker as loskomt.
• Het paneel monteren
1) Plaats de assen aan weerszijden van het frontpaneel in de gaten en druk het frontpaneel vervolgens voorzichtig dicht. (Druk op de beide zijden van het frontpaneel.)
Zo verwijdert en bevestigt u het luchtuitlaatpaneel
2.
• Het luchtuitlaatpaneel losnemen
1) Trek het luchtuitlaatpaneel een weinig naar u toe.
2)
Trek het omhoog en verwijder de vaste assen aan weerszijden van het paneel.
Luchtuitlaatroosterpaneel
Luchtuitlaatroosterpaneel
Vaste as
2
• Het luchtuitlaatpaneel bevestigen
1) Steek met een inhakende beweging van bovenaf de vaste assen aan weerszijden van het luchtuitlaatpaneel in de aslagers en sluit langzaam het paneel.
Zo verwijdert u het frontpaneel
3.
• Het frontpaneel demonteren
1) Verwijder het frontpaneel en het uitblaasopeningpaneel.
2) Verwijder de 5 schroeven in het frontpaneel.
3) Haak de 3 haakjes van het frontpaneel los. (Zoek de .)
• Het ventilatierooster monteren.
1) Bevestig het fontpaneel horizontaal en druk vervolgens de 3 haken op hun plaats.
2) Monteer de 5 schroeven.
3) Monteer het uitblaasopeningpaneel en het frontpaneel.
Raak tijdens het monteren of demonteren van de grille nooit elektrische onderdelen aan. De statische ontlading die door contact kan ontstaan kan storingen veroorzaken.
onderdelen (3)
H
aak
1
Aslagering
Trek het frontpaneel voorzichtig naar u toe en druk met uw andere hand de haak omlaag. (Op 3 plaatsen.)
3 Nederlands
Page 5
Zo opent u het inspectieluik van de binnenunit
D
eksel van het
aansluitingencompartiment
Schuif het inspectieluik naar rechts om het te demonteren.
4.
• Het luik openen
1) Druk het deksel in en schuif het in de richting van de pijl.
2) Haak de nokjes los.
3) Schuif het andere nokje in de richting van de pijl.
4) Draai de schroef aan de onderzijde van het aansluitingencompartiment
los en verwijder het deksel van het aansluitingencompartiment.
• De kap bevestigen
1) Bevestig het deksel van het aansluitingencompartiment.
2) Haak het inspectieluik in en monteer het.
Bij verwijderen vanaf de zijkant van de binnenunit.
1) 2) 3)
Nokken (3)
Nokken (2)
Bij verwijderen vanaf de onderzijde van de binnenunit
1) 2) 3)
Nokken
Nokken (2)
(3)
Hoe stelt u verschillende adressen in
5.
1) Wanneer in een ruimte twee binnenunits zijn geïnstalleerd, kunnen de beide afstandsbedieningen worden ingesteld op een verschillend adres.
Printplaat van de binnenunit
6.
1) Verwijder het frontpaneel.
2) Verwijder het frontpaneel. (5 schroeven)
3) Verwijder het deksel van het elektrische aansluitingencompartiment. (6 nokken)
4) Verwijder de adresbrug (JA) op de printplaat van de binnenunit.
Draadloze afstandsbediening
7.
1) Verbreek jumper J4.
Haal JA los.
J11
JA/J4
EXIST 1
CUT 2
JB
JA
ADDRESS
JC
Aansluitdoos
Nokken (6)
PCB
Deksel van het elektrische aansluitingencompartiment
J4
Nederlands 4
Draadloze afstandsbediening
Page 6
Binnenunit Installatie-Tekeningen
VOORZORGSMAATREGELEN
Gebruiken bij het openen en vastzetten van het frontpaneel.
Bevestigingsplaat
Bevestigingsplaat
Draadloze afstandbediening
Kort de isolatie-pijpen in tot een geschikte lengte en wind er band omheen, let er op dat er geen ruimte zit bij de snijlijn van de pijpen. verbleibt.
Stop het gat voor de leidingen met stopverf.
Minstens 30mm van het plafond
Frontpaneel
Minstens 50mm van de muur (aan beide zijden)
De montageplaat dient gemonteerd te worden aan een muur die het gewicht van de binnenunit kan dragen.
A Montageplaat
Monteren en demonteren van de binnenunit
De binnenunit monteren.
1) Haak de haken van het montageplaat op de binnenunit in de 2 openingen met de markering aan de bovenzijde van de binnenunit.
2) Haak de nokjes van het bodemframe goed in het montageplaat. (2 aan elke kant)
De binnenunit demonteren.
1) Til de met gemarkeerde delen aan de onderzijde van het frontpaneel op, trek het frontpaneel naar u toe en haak de nokjes aan de onderzijde van het frame los.
2) Til de binnenunit op en haal deze los van de bovenkant van het montageplaat.
Meer informatie vindt u in 4. Zo opent u het inspectieluik van de binnenunit, op pagina 4 van de brochure ‘Tips bij de installatie’.
Fotokatalytische filter met titaanapatietcoating
Monteer het fotokatalytische filter met titaanapatietcoating in het luchtfilter.
Luchtfilters
B
Luchtfilter
B
Fotokatalytische filter met titaanapatietcoating
C
Schroeven (Niet meegeleverd)
D
Voor u de afstandsbedieningshouder tegen de muur shroeft, moet u er op letten dat vanuit deze positie de signalen goed ontvangen worden door de binnenuit.
De uitvoering van de binnenunit kan bij sommige modellen afwijken.
A Montageplaat
Gemarkeerd deel (achterzijde)
Onderframe
Nokje
A
Montageplaat
A
A
Afstandsbediening-houder
Schroeven (Niet meegeleverd)
Monteer de installatieplaat op de wand aan de zijde waar het bodemframe en de installatieplaat op elkaar gemonteerd moeten worden.
Luchtuitlaatroosterpaneel
Schokabsorberend materiaal (niet verwijderen)
Ruimtesensor
1) Tik niet op de ruimtesensor en druk deze ook niet ruw in. Zo kan de sensor beschadigen of defect raken.
2) Plaats geen volumineuze objecten in de buurt van de sensor. Zorg ervoor dat er geen verwarmingsapparatuur of luchtbevochtigingsinstallaties in het bereik van de ruimtesensor aanwezig zijn.
5 Nederlands
Page 7
Installatie van de Binnenunit
275
110
100
60
170
44,5 70
23
a
b
18215048 35
44,5
840
Verwijderd deksel leidingingang
* Het verwijderde deksel van de leidingingang kan in de houder van de montageplaat bewaard worden.
Montageplaat
A
Aanbevolen bevestigingspunten voor de montageplaat (6 plaatsen in totaal)
Gebruik een schietlood en breng het in een lijn met de verticale pijl.
Zet een waterpas op de uitsteeksels.
Gebruik rolbandmaat als aangegeven.
Plaats het eind van de rolbandmaat bij .
Buitenomtrek binnenunit
(Eenheid: mm)
Gaspijp eind
Vloeistofpijp eind
Gat door de muur diam
Positie afvoerslang
Horizontaal stellen montageplaat
Monteer de installatieplaat op de wand aan de zijde waar het bodemframe en de installatieplaat op elkaar gemonteerd moeten worden.
260190
(Bout maat: M10)
(Bout maat: M10)
Installeren van de montageplaat
1.
• De montageplaat dient gemonteerd te worden aan een muur die het gewicht van de binnenunit kan dragen.
1) Maak de montageplaat tijdelijk vast aan de muur, let er op dat hij exact horizontaal hangt en teken de boorgaten af op de muur.
2) Zet de montageplaat vast met schroeven.
Aanbevolen montageplaat bevestigingspunten en Afmetingen
Boren van een gat en installeren van een doorvoerpijp
2.
• Let er op dat u een doorvoerpijpjeen een muurmanchet gebruikt in het gat door de buitenmuur indien de muur een metalen frame of metalen constructiemateriaal bevat, dit om eventuele oververhitting, kortsluiting of brand te voorkomen.
• Vergeet niet de ruimtes rond de leidingen te stoppen met een vulmiddel om lekkage te voorkomen.
1) Boor een doorvoergat van 65mm in de muur zo dat het van binnen naar
buiten een beetje schuin naar beneden loopt.
2) Doe een doorvoerpijp in het gat.
3) Zet een muurmanchet in de doorvoerpijp.
4) Stop het gat met stopverf nadat u klaar bent met het leggen van de leidingen van het koelcircuit, de bedrading en de
afvoer.
Doorvoerpijp (Niet meegeleverd)
Muurmanchet (Niet meegeleverd)
Binnen Buiten
Vulmiddel
φ65
Doorvoerpijp (Niet meegeleverd)
Nederlands 6
Page 8
Installatie van de Binnenunit
Zorg ervoor dat het netsnoer niet afgekneld wordt door de nokken van het bodemframe.
Zorg ervoor dat het netsnoer niet in het met gemarkeerde gebied komt. Als het snoer wel in dit gebied komt, bestaat het gevaar dat de afvoer op het netsnoer kan lekken.
Berg het overtollige netsnoer op in de niet door leidingen ingenomen ruimte.
De bekabeling tussen de units installeren
3.
1) Verwijder het inspectieluik van het frontpaneel.
2) Demonteer het deksel van het aansluitingencompartiment.
3)
Bevestig eerst het installatiepaneel en bevestig vervolgens de verbindingsbekabeling op de manier zoals is weergegeven in de afbeelding rechts.
Leidingen, slangen en bekabeling monteren
4.
Monteer de leidingen en de afvoerslang aan de kant waar de leidingen het apparaat verlaten, op de manier zoals is weergegeven in onderstaande afbeelding.
• Zorg ervoor dat de afvoer naar beneden afloopt.
• Omwikkel de afvoerslang en de koelmiddelleiding met de isolatietape.
• Bundel de leidingen, slangen en de kabels zodanig dat ze door de leidingdoorvoeropening passen.
• Knip bij het openen van de leidingdoorvoeropening deel A weg langs de stanslijn met behulp van een kniptang, op de manier zoals is weergegeven in de afbeelding rechts. Als deel A niet helemaal weggeknipt wordt, kan het breken.
4-1. Leidingen aan de rechterkant, rechts-achter of
rechts-onder
1) Bevestig de afvoerslang aan de onderkant van de koelleidingen met plastic plakband.
2)
Omwikkel de koelmiddelleidingen en de draineerslang samen met isolatietape.
3) Steek alle leidingen door de doorvoeropening in de wand en bevestig de binnenunit op het installatiepaneel. (Zie p5 Monteren en demonteren van de binnenunit)
4) Sluit de leidingen aan.
5) Leg het overtollige netsnoer achter de binnenunit.
6)
Let erop dat de verbindingsbekabeling en het netsnoer niet afgekneld worden wanneer u de nokjes aan onderzijde van de binnenunit met beide handen aandrukt. Als de binnenunit niet op deze manier op het installatiepaneel gemonteerd kan worden, kunt u het onderpaneel ook met schroeven aan het installatiepaneel bevestigen. (Met 1 schroef links en 1 schroef rechts.)
Onderhoudsluik
Verwijder het dekseltje hier voor leidingen aan de rechterkant.
Verbindingsbekabeling
Deel A
Deel A
Verwijder het dekseltje hier voor leidingen rechts-onder
Bevestig de haken van de binnenunit.
Til de binnenunit iets op door de apparaat op de verpakking of een andere (solide) verhoging te plaatsen.
Leidingen
Leidingen rechts-onder
rechts-achter
Bind de afvoerslang samen met de koelleidingen met isolatieband.
4-2. Leidingen aan de linkerkant, links-achter of links-onder
1) Bevestig de afvoerslang aan de onderkant van de koelleidingen met plastic plakband.
2) Let er op dat u de afvoerslang aan het afvoerpijpje bevestigt inplaats van een afvoerplug.
1. Trek afvoerplug naar buiten.
2. Trek de afvoerslang naar buiten en bevestig deze aan de linkerzijde.
3. Bevestig de afvoerplug opnieuw aan de rechterzijde.
Verwijder het dekseltje hier voor leidingen links-onder
A
anbrengen afvoerplug
Geen ruimte
Gebruik een inbussleutel (4mm)
Verwijder het dekseltje hier voor leidingen aan de linkskant
Leidingen aan de linkerkant
Leidingen
Leidingen links-onder
Gebruik geen smeermiddel (koelmachine olie) wanneer u de plug aanbrengt. Gebruik daarvan veroorzaakt verwering en lekkage van de afvoerplug.
links-achter
3) Trek de koelmiddelleidingen naar binnen zodat hun positie overeenkomt met die van de vloeistof- en gasleidingmarkeringen op het installatiepaneel.
4) Monteer de binnenunit op het installatiepaneel.
5) Sluit de leidingen aan. Verwijder zonodig eerst het front wanneer dat het werk vergemakkelijkt.
7 Nederlands
Afvoerslang
Dieses Loch mit Kitt oder Stop dit gat met putty of stopverf.
Bind samen met plastic plakband.
Verbindingsdraden
A Montageplaat
Wikkel isolatietape rond het gebogen deel van de koelmiddelleiding. Breng de tape bij elke omwikkeling met een overlapping van minstens een halve breedte aan.
Page 9
6) Omwikkel de leidingen met isolatietape. Berg de afvoerslang, wanneer u deze niet gebruikt, op de hieronder
WAARSCHUWING
F
123
Aansluitingen blok
Aansluitklem
Aansluitdoos
Aansluitingen blok Aansluitdoos Draadklem
Gebruik het gespecificeerde type draad.
Zorg ervoor dat het onderhoudsdeksel weer past.
Goed vastzetten, zodat de aansluitingen niet mechanisch belast kunnen worden.
Gebruik de genoemde kabelsoorten en zet deze stevig vast.
Draai de draadklem goed vast zodat er niet aan de aansluitingen getrokken wordt.
1 2 3
123 LN
Netvoeding 50Hz 220-240V
H05VV
Zekering 15A
Aardlekschakelaar
Aarde
Gebruik 2,0mm draad wanneer de bedrading langer is dan 10m.
Zet de draden stevig vast met de aansluitingsschroeven.
Buitenunit
Binnenunit
Zet de draden stevig vast met de aansluitingsschroeven.
15mm12mm
15mm22mm
Striplengte (werkelijke lengte)
Na ombuigen van de aders
weergegeven plaats op.
OPMERKING:
1. Gebruik, wanneer u de binnenunit met schroeven bevestigt, binnenunit fixatieschroeven(M4 × 12L). (Met schroef links en schroef rechts.)
7) Leg het overtollige netsnoer achter de binnenunit. (Zie 4-1. 6))
8) Let erop dat de verbindingsbekabeling en het netsnoer niet afgekneld worden wanneer u de nokjes aan onderzijde van de binnenunit met beide handen aandrukt. Als de binnenunit niet op deze manier op het installatiepaneel gemonteerd kan worden, kunt u het onderpaneel ook met schroeven aan het installatiepaneel bevestigen. (Met 1 schroef links en 1 schroef rechts.)
Bedrading
5.
1) Strip de uiteinden van de draden. (15mm)
2) Kijk goed welke draad met welke kleur correspondeert met het nummer op het blok met aansluitingen op zowel de binnen­als de buitenunit en schroef de draden stevig vast in de aansluitingen.
3) Sluit de aarding aan op de daarvoor bestemde aansluitingen.
4) Probeer of de draden goed vast zitten en zet de draadklem vast.
5) Zorg ervoor dat de draden niet in de weg zitten en dat het onderhoudsdeksel weer past.
A
fvoerslang
FM4×12L
1) Gebruik geen snoer of stopcontact dat ook een ander apparaat van stroom voorziet, verlengsnoeren of verdeelstekkers daar deze oververhitting, kortsluiting of brand kunnen veroorzaken.
2) Gebruik nooit vervangende niet-originele elektrisch onderdelen in het product. (Sluit de voeding voor de afvoerpomp en andere hulpapparaten nooit aan op het aansluitingenblok in het apparaat.) Wanneer u dit toch doet kan gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan.
Nederlands 8
Page 10
Installatie van de Binnenunit
De afvoerslang moet naar beneden lopen.
Een soort zwanenhals mag niet.
Dompel het uiteinde van de afvoerslang niet in water.
Aansluiten op een HA-systeem
6.
1) Verwijder de frontgrille. (5 schroeven)
2) Verwijder het metalen deksel van het elektrische aansluitingencompartiment. (6 nokjes)
3) Steek het verbindingssnoer in de HA-connector “S21”.
4) Leid het verbindingssnoer op de manier zoals is weergegeven in de onderstaande afbeelding.
5) Monteer het deksel van het elektrische aansluitingencompartiment en het ventilatierooster.
Nokken (6)
HA-connector S21
PCB
HA-kabelboom
Deksel van het elektrische aansluitingencompartiment
Afvoerleiding
7.
Aansluitdoos
1) Sluit de afvoerslang aan op de manier zoals hier rechts is beschreven.
2) Verwijder de luchtfilters en giet wat water in de afvoerpan om te controleren of het water goed afgevoerd wordt.
3) Als de afvoerslang velengd moet worden, schaf dan een verlengstuk aan dat los in de handel verkrijgbaar is. Let er op dat u het gedeelte van het verlengstuk dat binnenhuis loopt thermisch isoleert.
Afvoerslang binnenunit
φ18
Warmte isolatiebuis (Niet meegeleverd)
Verlengstuk afvoerslang
4) Wanneer u een stijve PVC pijp (nominale diameter 13mm) direct bevestigt aan de afvoerslang die aan de binnenunit vast zit, zoals bij leidingen die in de wand lopen, dient u een los verkrijgbaar tussenstuk (nominale diameter 13mm) te gebruiken.
9 Nederlands
Afvoerslang meegeleverd met de binnenunit
φ18
Los verkrijgbaar tussenstuk (nominale diameter 13mm)
Los verkrijgbare PVC pijp (nominale diameter 13mm)
Page 11
Koelmiddelleidingen
WAARSCHUWING
D
eze vlakken insmeren met
koelmachineolie.
Momentsleutel
Pijpverbinding
Flensmoer
Sleutel
Optrompen van uiteinde van de
1.
(Snijd exact
pijp
1) Snijd de pijp op maat met een pijpensnijder.
2) Verwijder bramen met het uiteinde van de pijp naar
beneden wijzend zodat er niks in de pijp valt.
3) Doe de moer op de pijp.
4) Tromp de pijp op.
Zet precies in de positie zoals hieronder aangegeven.
A
Mal
loodrecht af.)
Trompgereedschap voor R410A
Clutch
0-0,5mm
A
Optrompen
5) Controleer de maten.
1) Gebruik geen minerale olie op getrompte delen.
2) Voorkom dat minerale olie in het systeem kan komen. Hierdoor wordt de levensduur van de apparaten nadelig beïnvloedt.
3) Gebruik altijd nieuwe, ongebruikte leidingen. Gebruik alleen de onderdelen die bij het systeem werden geleverd.
4) Gebruik nooit een ontvochtiger in dit R410A-apparaat om de levensduur van het apparaat te verlengen.
5) Het materiaal van de ontvochtiger kan oplossen en het systeem beschadigen.
6) Als u de pijp niet voldoende optrompt, kan er koelgas gaan lekken.
Koelleidingen
2.
1) Centreer beide trompen en draai de moeren met de
hand een slag of 3 a 4 vast. Draai ze helemaal vast met de torsiesleutels.
• Gebruik torsiesleutels wanneer u de trompmoeren aandraait om schade aan de aansluitingen en
Gas-zijde Vloeistof-zijde
3/8 inch 1/2 inch 1/4 inch
32,7-39,9N
(333-407kgf
Trompmoer torsie
l
m 49,5-60,3N l m 14,2-17,2N l m
l
cm) (505-615kgf l cm) (144-175kgf l cm)
gaslekkage te voorkomen.
Verwijder bramen
Standaard trompgereedschap
Clutch (Rigid)
1,0-1,5mm
Het binnen-oppervlak van de tromp moet perfect zijn.
Vleugelmoer (Imperial)
Controleer
1,5-2,0mm
Het uiteinde van de pijp moet gelijkmatig getrompt zijn in een perfecte cirkel.
Let er op dat de moer is aangebracht.
Nederlands 10
2) Breng koelmachine-olie aan op de binnen en buitenkant van de tromp om gaslekkage te voorkomen. (Gebruik koelolie die geschikt is voor R410A.)
2-1. Waarschuwingen betreffende het omgaan met de
pijpen
1) Bescherm het open eind van de pijp tegen stof en vocht.
2) Alle bochten in de pijpen moeten zo geleidelijk mogelijk zijn. Gebruik een pijpenbuiger.
Regen
Dek af met een dop.
Heeft u geen dop, dek de opening dan af met een stuk plakband om water of vuil te weren.
Muur
(De straal van de bocht moet minstens 30 a 40mm zijn.)
Page 12
Koelmiddelleidingen
2-2. Keuze van koper en warmte isolatiemateriaal
• Indien u gebruik maakt van koperen leidingen en fittingen uit de handel, dient u het volgende in acht te nemen:
1) Isolatiemateriaal: Polyethyleen schuim Warmtegeleiding: 0,041 tot 0,052W/mK (0,035 ot 0,045kcal/mh°C) Het oppervlak van de leidingen uit het koelcircuit kan een maximumtemperatuur van 110°C bereiken. Kies isolatiemateriaal dat bestand is tegen een dergelijke temperatuur.
Gaspijp
Gaspijp-isolatie
Verbindingsdraden
Vloeistofpijp
Vloeistofpijp-isolatie
Afwerkband
2) Let er op dat u zowel de gas- als de vloeistofpijp isoleert en neem de volgende afmetingen in acht.
Gas-zijde Vloeistof-zijde
25/35 klasse 50 klasse 25/35/50 klasse
Buitendiameter
9,5mm
Dikte 0,8mm Dikte 0,8mm
Gaspijp thermische isolatie Vloeistofpijp thermische isolatie
25/35 klasse 50 klasse 25/35/50 klasse
Binnendiameter
12-15mm
3) Gebruik aparte thermische isolatiepijpen voor de gas- en vloeistofpijpen.
Buitendiameter
12,7mm
Binnendiameter
14-16mm
Dikte minimaal 10mm
Buitendiameter 6,4mm
Binnendiameter 8-10mm
Afvoerslang
11 Nederlands
Page 13
Proefdraaien en Testen
Proefdraaien en testen
1.
1-1 Meet het voltage van de voeding en verzeker u ervan dat dit binnen de voorgeschreven grenzen valt.
1-2 Controleer of het frontpaneel soepel met de afstandsbediening geopend en gesloten kan worden.
(Doe dit niet met behulp van de aan/uit-toets van de binnenunit.)
1-3 Proefdraaien dient te geschieden met koelen of verwarmen.
• Bij het koelen kiest u de laagste temperatuur die kunt instellen; bij verwarmen de hoogst mogelijke.
1) Afhankelijk van de kamertemperatuur kan het proefdraaien met koelen of verwarmen onmogelijk blijken. Gebruik voor het proefdraaien de afstandsbediening zoals hieronder beschreven.
2) Nadat u proef gedraait hebt zet u de temperatuur op een normale waarde (26°C tot 28°C voor koelen, 20°C tot 24°C voor verwarmen).
3) Om het systeem te beschermen, zal de airconditioner tot 3 minuten nadat hij is uitgezet niet aan kunnen gaan.
1-4 Voer de test procedur zoals die beschreven staat in de gebruikers handleiding om te controleren of alle
functies en onderdelen, zoals het bewegen van de jaloezie, naar behoren functioneren.
• Als de airconditioner in de waakstand (STANDBY) staat verbruikt hij toch nog wat elektriciteit. Als het systeem voor
langere tijd na de installatie niet gebruikt zal worden, kunt u energie besparen door de onderbreker uit te zetten.
• Als de onderbreker de stroom naar de airconditioner uitschakelt, zal het systeem wanneer de stroomvoorziening weer
hersteld wordt vanzelf in de stand staan waarin het stond toen de stroom uitviel.
Proefdraaien met de afstandsbediening
1)Druk op de ON/OFF toets om het systeem aan te zetten.
2)Druk tegelijk in op het midden van de TEMP-knop en de MODE-knop.
3)Druk twee keer op de MODE toets. ( zal op het scherm verschijnen om aan te geven dat het systeem gaat proefdraaien (Trial))
4)Het proefdraaien zal na ongeveer 30 minuten stoppen en overgaan in de normale bedrijfstoestand. Om het proefdraaien tussentijds te stoppen drukt u op de ON/OFF toets.
Testonderdelen
2.
Symptoom
Testonderdelen
De binnen- en buitenunit zijn goed gemonteerd op solide ondergrond. Val, vibratie, lawaai
Geen koelgaslekkage.
De koelleidingen en het binnenstuk van de afvoerslang zijn thermisch ge­isoleerd.
De afvoerpijp is correct aangebracht. Waterlekkage
Het systeem is goed geaard. Kortsluiting
De verbindingsbedrading is correct aangesloten.
De luchtin- en uitlaten van de binnen- en buitenunits worden niet belemmerd. De koel-sluitkleppen zijn open.
De binnenunit kan de signalen van de afstandsbediening goed ontvangen. Functioneert niet
(Diagnostisch display op de
afstandsbediening)
Onvoldoende koeling of verwarming
Waterlekkage
Apparaat functioneert niet of brandschade
Onvoldoende koeling of verwarming
Gecontroleerd
Nederlands 12
Page 14
3P166464-1 M05B043
(0511) HT
Loading...