Daikin EWWQ090G, EWWQ720L, EWLQ090G, EWLQ720L, EWHQ100G Operation manuals [nl]

...
Page 1
S
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud
D–EIMWC01206-15NL
EWWQ090G → EWWQ720L Watergekoelde scroll chillers
EWLQ090G → EWLQ720L Condensorloze
Koelmiddel: R410A
Vertaling van de originele instructies
Page 2
Bedankt voor uw aankoop van deze waterkoeler
Deze handleiding vormt een belangrijk document ter ondersteuning van het gekwalificeerde personeel, niettemin mag het nooit
dienen als vervanging van dit personeel.
LEES DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG DOOR ALVORENS DEEENHEIDTE INSTALLEREN EN OP TE
STARTEN. EEN ONJUISTE INSTALLATIE KAN ELEKTRISCHE SCHOKKEN, KORTSLUITING, LEKKEN VAN KOELMIDDEL, BRAND OF ANDERE SCHADE AAN APPARATUUR OF LETSEL AAN PERSONEN VEROORZAKEN. DE EENHEID MOET DOOR EEN GESPECIALISEERDE OPERATOR/TECHNICUS WORDEN GEÏNSTALLEERD. HET OPSTARTEN VAN DE EENHEID MOET WORDEN UITGEVOERD DOOR ERKENDE SPECIALISTEN DIE HIERTOE OPGELEID ZIJN. ALLE ACTIVITEITEN MOETEN WORDEN UITGEVOERD IN OVEREENSTEMMING MET DE PLAATSELIJKE WET- EN REGELGEVING.
DE INSTALLATIE EN HET OPSTARTEN VAN DE EENHEID IS ABSOLUUT VERBODEN WANNEER ALLE INSTRUCTIES DIE IN DEZE HANDLEIDING WORDEN GEGEVEN NIET DUIDELIJK ZIJN.
NEEM IN GEVAL VAN TWIJFEL CONTACT OP MET DE VERTEGENWOORDIGER VAN DE FABRIKANT VOOR ADVIES EN INFORMATIE.
Inhoud
De eenheid die u gekocht heeft is een waterkoeler en/of warmtepomp, een machine die ontworpen is om water (of een mengsel van water en glycol) binnen bepaalde grenzen die hieronder vermeld worden te koelen/verwarmen. De eenheid werkt op basis van de compressie, condensatie en verdamping van het koelgas, volgens de Carnot cyclus, en bestaat, afhankelijk van de bedrijfsmodus, uit de volgende belangrijkste onderdelen.
Koeling of conditionerings-modus:
- Een of meer scroll-compressoren die de druk van de koelgas verhogen van verdamping tot condensatiedruk.
- Een condensor waarin het koelgas onder hoge druk condenseert en de warmte op het water overdraagt.
- Expansieventiel dat het mogelijk maakt om de druk van de gecondenseerde vloeistof te verminderen van condensatiedruk tot verdampingsdruk.
- Verdamper, waarin de koelvloeistof onder lage druk verdampt en het water koelt
Verwarmingsmodus of warmtepomp:
- Een of meer scroll-compressoren die de druk van de koelgas verhogen van verdamping tot condensatiedruk.
- Een 4-wegs klep die de omkering van de koelcyclus
mogelijk maakt.
- Een warmtewisselaar waarin het koelmiddel condenseert en het water verwarmt.
- Expansieventiel dat het mogelijk maakt om de druk van de gecondenseerde vloeistof te verlagen van condensatiedruk tot verdampingsdruk.
- Een warmtewisselaar waarin het koelmiddel onder lage druk verdampt en de warmte uit het water verwijdert.
- De werking van de warmtewisselaars kan worden omgekeerd met behulp van de 4-wegsklep, waarmee het gebruik van de verwarmings- / koeleenheid kan worden omgekeerd.
Algemene informatie
Alle eenheden worden geleverd metschakelschema 's, gecertificeerde tekeningen, typeplaatje en VvO (Verklaring van overeenstemming). In deze documenten
zijn alle technische gegevens van de eenheid vermeld en deze documenten vormen een integraal en essentieel
onderdeel van deze handleiding.
Bij discrepantie tussen de onderhavige handleiding en de documenten van het toestel, raadpleeg de documenten aan boord van de machine. Neem contact op met de vertegenwoordiger van de fabrikant in geval van twijfel. Het doel van deze handleiding is om ervoor te zorgen dat de installateur en de gekwalificeerde operator juiste en correct onderhoud en installatie kunnen garanderen zonder personen, dieren en/of voorwerpen in gevaar te brengen
Ontvangst van de groep
Zodra de groep aankomt op de eindbestemming voor installatie, moet ze geïnspecteerd worden om eventuele schade vast te stellen. Alle componenten beschreven in de verzendingsbon moeten geïnspecteerd en gecontroleerd worden. Indien er tekenen van schade zijn, de beschadigde onderdelen niet verwijderen en de omvang en soort schade onmiddellijk melden aan de vervoerder, en hem vragen om deze schade te inspecteren, alsmede aan de vertegenwoordiger van de fabrikant, en hem indien mogelijk foto's sturen die van pas kunnen komen bij het vaststellen van aansprakelijkheid. De schade mag niet worden gerepareerd tot er een inspectie plaatsgevonden heeft door een vertegenwoordigers van zowel de vervoerder als de fabrikant. Vooraleer de groep te installeren, controleer of het model en de elektrische spanning vermeld op het label correct zijn. De verantwoordelijkheid voor eventuele schade na acceptatie kan niet aan de fabrikant worden toegeschreven.
Opslag
De eenheid moet in geval van opslag buiten voorafgaand aan installatie beschermd worden tegen stof, regen, constante blootstelling aan de zon en de mogelijk corrosieve middelen. De eenheid is afgedekt met krimpfolie, maar deze is niet geschikt voor opslag op lange termijn en moet verwijderd worden zodra de eenheid uitgeladen wordt. De eenheid moet beschermd worden door middel van dekzeilen en dergelijke die meer geschikt zijn voor lange termijn opslag.
Page 3
De omgevingsomstandigheden moeten binnen de
1 – Logo van de fabrikant
5 – Waarschuwing gevaarlijke spanning
2 – Type koelmiddel in de circuit/s
6 – Symbool van niet-ontvlambaar gas
3 – Symbool voor elektrisch gevaar
7 – Identificatiegegevens van de eenheid
4 – Waarschuwing elektriciteitskabels vastmaken
8 - Instructies voor hanteren / opheffen
volgende limieten vallen: Minimale omgevingstemperatuur -20°C Maximale omgevingstemperatuur +42°C Maximale relatieve vochtigheid : 95% zonder condensatie. Als de eenheid opgeslagen is op een temperatuur onder de minimale omgevingstemperatuur, kunnen de onderdelen beschadigd raken, en bij een temperatuur boven de maximale omgevingstemperatuur zouden de veiligheidskleppen kunnen openen en het koelmiddel in
Figuur 1 - Beschrijving van de labels op het elektrische paneel (Standaard*)
de atmosfeer kunnen stromen. Tot slot kan opslag op plaatsen met condensatie van vochtigheid de elektrische componenten beschadigen.
Bedrijf
Een werking buiten de aangeduide limieten kan de groep beschadigen. Neem contact op met de vertegenwoordiger van de fabrikant in geval van twijfel.
Eenheid met enkel circuit
Eenheid met dubbele circuits
Verduidelijking van de labels
*Met uitzondering van het typeplaatje van de eenheid, dat zich altijd op dezelfde plaats bevindt, kunnen de andere labels
zich, afhankelijk van het model en de opties van de eenheid, op een andere plaats bevinden.
D-EIMWC01206-15NL - 3/22
Page 4
Figuur 2 - Gebruiksbeperkingen:
Temperatuur ingangswater condensor (°C)
Temperatuur uitgangswater condensor (°C)
A – Werking met water B - Werking met glycol + wateroplossing C – Bedrijfslimiet warmtepompeenheid
Veiligheid
De groep moet stevig aan de grond verankerd zijn. Het is van fundamenteel belang de volgende instructies in acht te nemen: Het is verboden interventies op de elektrische
componenten uit te voeren zonder eerst de hoofdschakelaar te openen en de elektrische voeding uit te schakelen.
Het is verboden interventies op de elektrische
componenten uit te voeren zonder een isolerend platform te gebruiken. Geen interventies uitvoeren op elektrische componenten bij aanwezigheid van water en/of vochtigheid.
De scherpe randen kunnen verwondingen
veroorzaken. Vermijd rechtstreeks contact en gebruik geschikte veiligheidsvoorzieningen.
Geen solide objecten in de waterleidingen voeren.  Een mechanische filter moet worden geïnstalleerd
op de waterleiding die op de ingang van de warmtewisselaar is aangesloten.
De eenheid is uitgerust met hoge druk-
veiligheidskleppen die geïnstalleerd zijn op zowel de hoge druk- als de lage druk-kant van het koelcircuit: wees voorzichtig.
Het is absoluut verboden de beschermingen van de bewegen delen te verwijderen.
In geval van een plotselinge stop, de instructies volgen uit de Handleiding bedieningspaneel di deel uitmaakt van de documentatie van de eenheid.
Het wordt ten zeerste afgeraden installatie- en onderhoudswerkzaamheden uit te voeren samen met andere mensen. In geval van toevallig letsel of problemen dient men zich als volgt te gedragen:
blijf kalm Druk op de alarmknop, als deze op de plaats van
installatie aanwezig is, of open de hoofdschakelaar.
breng de gewonde persoon naar een warme plaats
ver van de groep en leg hem in rustpositie
neem onmiddellijk contact op met het
noodinterventiepersoneel aanwezig in het gebouw of een spoeddienst voor eerst hulp
wacht op de komst van het spoedpersoneel zonder
de gewonde alleen te laten
Het personeel van de spoeddienst alle benodigde
informatie verschaffen.
Plaatsing en assemblage
De eenheid geïnstalleerd worden op een stevige ondergrond die perfect uitgelijnd is. Voor de aarding is een bestendige ondergrond van cement nodig met een breedte die groter is dan die van de eenheid. Deze ondergrond moet het gewicht van de eenheid kunnen dragen.
Anti-trillingen ondersteuning moet geïnstalleerd worden tussen het frame van de eenheid en de cement ondergrond van de stalen balken;volg voor deze installatie de de maattekening die bij de eenheid geleverd wordt. Het frame van deeenheid moet perfect waterpas zijn tijdens de installatie, indien nodig afstandhouders gebruiken om onder de anti-trilling ondersteuning te plaatsen. Het is verplicht om alvorens het apparaat voor het eerst op te starten te controleren of de installatie waterpas en horizontaal is: hiervoor een laser waterpas of een ander geschikt instrument gebruiken. En mogelijke afwijking in de waterpasofdehorizontale positie mag niet groter zijn dan 5 mm voor een eenheid tot 7 meter en 10 mm voor een eenheid van meer dan 7 meter.
Als de eenheid geïnstalleerd op een plaats die gemakkelijk toegankelijk is voor mensen en dieren, het raadzaam om beschermingsroosters te installeren om vrije toegang te verhinderen. Om de beste mogelijke prestaties op de installatieplaats te verzekeren, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen en instructies opgevolgd worden:
- Zorg voor een bestendige en stevige fundering om
lawaai en trillingen te vermijden.
- Installeer de eenheid niet op plaatsen die tijdens
onderhoudswerkzaamheden gevaarlijk zouden kunnen
D-EIMWC01206-15NL - 4/22
Page 5
zijn, zoals platforms zonder relingen of geleiders of plaatsen die niet voldoen aan de vereisten voor vrije ruimte rond de waterkoeler. Neem de minimale toegangsafstanden rondom het apparaat in acht:
-1500 mm vóór het elektrisch schakelbord;
-1000 mm aan alle andere kanten. Raadpleeg een vertegenwoordiger van de fabrikant voor meer oplossingen.
Lawaai
Het door de eenheid gegenereerde lawaai is voornamelijk te wijten aan de rotatie van de compressoren. Het geluidsniveau van ieder model staat vermeld in de verkoopsdocumentatie. Als de eenheid correct geïnstalleerd, gebruikt onderhouden wordt, vereist het niveau van geluidsemissie geen enkele speciale beschermingsvoorziening dat zonder risico voortdurend in de buurt van de eenheid moet werken. In geval van installatie met speciale geluidsvereisten, kan het nodig zijn om bijkomende voorzieningen te installeren om het geluid te dempen.
Figuur 3 - Hantering van de eenheid met een enkel circuit
Hanteren en opheffen
De eenheid moet met de grootst mogelijke zorg en aandacht opgeheven worden met inachtneming van de instructies voor opheffen die vermeld zijn op het etiket dat op het schakelbord aangebracht is. De eenheid heel langzaam opheffen en volledig waterpas houden. Vermijd stoten en/of schudden van de eenheid tijdens hantering en laden/lossen vanaf het transportvoertuig, en duw en trek de eenheid alleen met behulp van het basisframe. Zet de groep op het transportvoertuig goed vast om te vermijden dat ze verschuift en zo schade veroorzaakt. Zorg ervoor dat geen enkel deel van de eenheid tijdens het vervoer en het laden/lossen valt. Alle eenheden hebben hefpunten die geel gemarkeerd zijn. Men mag alleen deze punten gebruiken om de groep op te tillen, zoals aangetoond in de volgende figuur. Hanteren en opheffen met behulp van een vorklift is de enige alternatieve methode.
De hijskabels en de afstandhouders moeten voldoende bestendig zijn om de eenheid in alle veiligheid te kunnen ondersteunen. Controleer het gewicht van de eenheid op het typeplaatje, omdat het gewicht van de eenheden afhankelijk varieert op basis van de gewenste accessoires.
Alternatieve hanteringsmethode
D-EIMWC01206-15NL - 5/22
Page 6
Figuur 4 - Hantering van de eenheid met een dubbel circuit
Alternatieve hanteringsmethode
1 - Verwijderen voorafgaand aan installatie 2 - Gebruik uitsluitend hijshaken met een sluitvoorziening De haken moeten veilig worden vastgemaakt alvorens de eenheid te hanteren 3 – Vorklift
D-EIMWC01206-15NL - 6/22
Page 7
Geluidsbescherming
Wanneer het niveau van geluidsemissie een speciale regeling vereist, moet bijzondere aandacht besteed worden aan het isoleren van de eenheid van de ondergrond door middel van het correct aanbrengen van trillingsdempers. De flexibele koppelingen moeten ook op de hydraulische aansluitingen worden geïnstalleerd.
Hydraulisch circuit voor aansluiting op de eenheid
De leidingen moeten ontworpen zijn met zo min mogelijk bochten en verticale richtingsveranderingen. Op deze manier worden de installatiekosten gevoelig gedrukt, en verbeteren de prestaties van het systeem. Het hydraulische systeem moet over het volgende beschikken:
1. Trilingsdempende leidingen die de overdracht van trillingen aan de behuizingen verminderen.
2. Afsluiters om de eenheid tijdens onderhoud af te sluiten van het hydraulisch systeem van de installatie.
3. Voorziening voor manuele of automatische ontluchting op het hoogste punt van het systeem, en een drainagevoorziening op het laagste punt.
4. Verdamper en voorziening voor warmterecuperatie, die niet op het hoogste punt van het systeem mogen staan.
5. Een geschikte voorziening die het hydraulische systeem onder druk kan houden.
6. Indicatoren voor druk en temperatuur van het water, die de operator helpen tijden dienst- en onderhoudswerkzaamheden.
7. Aan de ingang van de verdamper moet een waterfilter of een apparaat dat deeltjes uit de vloeistof kan verwijderen geïnstalleerd worden. Het filter kan geïnstalleerd worden aan de ingang van de pomp worden geïnstalleerd op de ingangsleiding van het water van de verdamper, maar alleen als de reinheid van de hydraulische installatie tussen de pomp en de verdamper verzekerd is. Slakken in de verdamper leiden ertoe dat de garantie van de eenheid vervalt.
8. Als de eenheid vervangen wordt, het volledige hydraulische systeem legen en reinigen alvorens een nieuw systeem te plaatsen, en vóór het opstarten passende test en chemische behandeling van het water uitvoeren.
9. Als glycol aan het hydraulisch systeem toegevoegd wordt om te zorgen voor antivriesbescherming, zullen de prestaties van de eenheid afnemen. Alle beschermingssystemen van de groep zoals de antivries en de bescherming lage druk moeten opnieuw worden afgesteld.
10. Controleer of er geen lekken zijn vooraleer de waterleidingen te isoleren.
11. Controleer of de waterdruk niet hoger is dan de ontwerpdruk van de waterkant van de warmtewisselaars en installeer een veiligheidsklep op de leiding van het water.
12. Installeer een passende expansie.
LET OP:
Om schade te voorkomen, een filter installeren dat
geïnspecteerd kan worden op de water leidingen
aan de ingang van de warmtewisselaars.
Isolatie van de leidingen
Het volledige hydraulische circuit, met inbegrip van alle leidingen, moet geïsoleerd worden om te voorkomen dat condensaat gevormd wordt en de koelcapaciteit verminderd. Bescherm de waterleidingen in de winter tegen bevriezing (bijvoorbeeld door een glycoloplossing of een verwarmingskabel te gebruiken).
Installatie van de debietregelaar
Om een voldoende waterstroom naar de hele verdamper te waarborgen, is het verplicht om een debietschakelaar in het hydraulisch circuit te installeren. Deze schakelaar kan geplaatst worden op de ingaande­of uitgaande waterleidingen. Het doel van de
debietregelaar is het stoppen van de eenheid in geval het water stopt met stromen, en zo de verdamper tegen bevriezen te beschermen.
De fabrikant heeft een debietregelaar die speciaal voor dit doel geselecteerd is. Deze debietregelaar van het type met schoepen is geschikt voor continutoepassingen. Het heeft een potentiaalvrij contact die elektrisch is aangesloten op de aansluitkemmen die in het bedradingsschema weergegeven zijn, en moet gekalibreerd worden zodat het intervenieert wanneer het debiet van het water van de verdamper daalt tot onder 80% van het nominale debiet, en in ieder geval binnen de grenzen die in de volgende tabel vermeld zijn.
Voorbereiding, controle en aansluiting van het watersysteem
De eenheden hebben een wateringang en een wateruitgang voor de aansluiting van de koeler op het watercircuit van het systeem. Dit circuit moet door een erkende technicus op de eenheid aangesloten worden en moet voldoen aan alle geldende nationale en Europese regelgeving met betrekking hiertoe.
OPMERKING :De onderstaande onderdelen zijn niet bij de eenheid inbegrepen, maar worden op aanvraag geleverd, ook als de installatie van deze onderdelen verplicht is.
Als vuil in het watercircuit doordringt, zouden er problemen kunnen ontstaan. Neem daarom bij de aansluiting van het watercircuit de volgende regels in acht.
1.
Gebruik alleen leidingen die aan de
binnenkant schoon zijn.
2. Houd het uiteinde van de leiding naar beneden bij het verwijderen van bramen.
3. Bedek het uiteinde van de leiding wanneer
de leiding door een muur gevoerd wordt om te voorkomen dat stof en vuil de leiding binnendringen.
4. Reinig de leidingen van het systeem tussen de filter en de eenheid met stromend water alvorens de leidingen aan te sluiten.
Page 8
1 2 3 4 5 6 7
Circulere
nd water
Watertoe
voer
Mogelijke
problemen
Te controleren elementen
pH bij 25°C
6.8~8.0
6.8~8.0
Corrosie + kalkaansla g
Geleidingsvermo gen
[mS/m] bij 25° C
<40
<30
Corrosie + kalkaansla g
Chloor-ion [mg Cl˜/l]
<50
<50
Corrosie
Sulfaat ion [mg SO4²˜/l]
<50
<50
Corrosie
Alkaliteit M (pH4.8)
[mg CaCO3/l]
<50
<50
Kalkaansla g
Totale hardheid [mg CaCO3/l]
<70
<70
Kalkaanslag
Hardheid van het calcium
[mg CaCO3/l]
<50
<50
Kalkaanslag
Silicium ion [mg SiO2/l]
<30
<30
Kalkaanslag
Referentie-elementen
IJzer [mg Fe/l]
<1,0
<0,3
Corrosie + Kalkaansla
g
Koper [mg Cu/l]
<1,0
<0,1
Corrosie
Sulfide ion [mg S²˜/l]
Niet aantoonb aar
Niet aantoonb aar
Corrosie
Ammonium ion [mg NH4+/l]
<1,0
<0,1
Corrosie
Resterende chloride
[mg Cl/l]
<0,3
<0,3
Corrosie
Vrije carbide [mg CO2/l]
<4,0
<4,0
Corrosie
Stabiliteitsindex
-
-
Corrosie + kalkaansla g
Mode EWWQ
Minimale
waterdebiet
l/s
Maximale
waterdebiet
l/s
EWWQ090G
2,70
5,63
EWWQ100G
3,04
6,34
EWWQ120G
3,42
7,13
EWWQ130G
3,91
8,14
EWWQ150G
4,31
8,98
EWWQ170G
4,94
10,30
EWWQ190G
5,57
11,60
EWWQ210G
6,34
13,21
EWWQ240G
7,07
14,73
8
8
9
1. Wateringang verdamper
2. Debietregelaar
3. Sensor wateringang
4. Ingangsleiding water met debietregelaar en temperatuursensor voor het aanvoerwater
5. Verbinding
6. Retourleiding
7. Waterleiding circuit
8. Filter
9. Filter en houder
Het water in het systeem moet bijzonder rein zijn en alle sporen van olie en roest moeten worden weggenomen. Installeer een mechanische filter aan de ingang van elke warmtewisselaar. Indien geen mechanische filter geïnstalleerd wordt kunnen vaste deeltjes en/of lasbramen in de warmtewisselaar terecht komen. We raden aan om een filter te installeren met gaas met gaten met een diameter van niet groter dan 1.1mm. De fabrikant kan niet aansprakelijk gehouden worden voor eventuele schade aan de wisselaars als de mechanische filters niet geïnstalleerd zijn.
Behandeling van het water
Vooraleer de groep te bedienen moet men het watercircuit schoonmaken. Vuil, aanslag, deeltjes en ander materiaal kan zich in de warmtewisselaar ophopen en op die manier de capaciteit voor warmte­uitwisseling verminderen. Een adequate behandeling van het water kan het risico op corrosie, erosie, vorming van de aanslag, enz. verminderen. De meest geschikte behandeling moet gekozen worden op basis van de plaats van installatie waarbij rekening gehouden moet worden met het watersysteem en de eigenschappen van het water. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of storingen aan de apparatuur. De kwaliteit van het water moet voldoen aan de specificaties die in de volgende tabel vermeld zijn.
De waterdruk moet hoger zijn dan de
verwachte maximale werkdruk voor de eenheid. OPMERKING - Plan voldoende bescherming in het
watercircuit in om ervoor te zorgen dat de waterdruk nooit de toegestane limiet overschrijdt.
Debiet en hoeveelheid van het water
Page 9
EWWQ300G
9,04
18,83
EWWQ360G
10,64
22,18
EWWQ180L
5,38
11,21
EWWQ205L
6,17
12,86
EWWQ230L
7,01
14,61
EWWQ260L
7,82
16,30
EWWQ290L
8,70
18,13
EWWQ330L
9,89
20,60
EWWQ380L
11,11
23,14
EWWQ430L
12,35
25,73
EWWQ480L
13,66
28,46
EWWQ540L
15,77
32,86
EWWQ600L
17,56
36,58
EWWQ660L
19,06
39,71
EWWQ720L
20,74
43,21
Model EWLQ
Minimale
waterdebiet
l/s
Maximale
waterdebiet
l/s
EWLQ090G
2,50
5,21
EWLQ100G
2,85
5,94
EWLQ120G
3,19
6,65
EWLQ130G
3,61
7,53
EWLQ150G
4,02
8,38
EWLQ170G
4,61
9,61
EWLQ190G
5,24
10,91
EWLQ210G
5,90
12,30
EWLQ240G
6,61
13,76
EWLQ300G
8,39
17,48
EWLQ360G
10,00
20,83
EWLQ180L
4,97
10,36
EWLQ205L
5,67
11,81
EWLQ230L
6,42
13,38
EWLQ260L
7,13
14,86
EWLQ290L
8,00
16,68
EWLQ330L
9,09
18,94
EWLQ380L
10,37
21,60
EWLQ430L
11,75
24,48
EWLQ480L
13,16
27,43
EWLQ540L
14,69
30,60
EWLQ600L
16,40
34,16
EWLQ660L
17,92
37,33
EWLQ720L
19,43
40,49
Model EWHQ
Minimale
waterdebiet
l/s
Maximale
waterdebiet
l/s
EWHQ100G
3,80
7,91
EWHQ120G
4,19
8,74
EWHQ130G
4,77
9,94
EWHQ150G
5,41
11,26
EWHQ160G
5,98
12,45
EWHQ190G
6,83
14,24
EWHQ210G
7,80
16,25
EWHQ240G
8,95
18,64
EWHQ270G
9,94
20,71
EWHQ340G
12,51
26,06
EWHQ400G
14,82
30,88
Om ervoor te zorgen dat de eenheid correct werkt, moet het debiet van het water in de verdamper binnen het werkingsbereik die in de voorgaande tabel vermeld zijn en moet er een minimum hoeveelheid water in het systeem aanwezig zijn. Het circuit van de distributie van het koude water moet een minimum hoeveelheid water bevatten om een buitensporig aantal keren opstarten en afsluiten van de compressor te voorkomen. Iedere keer dat de compressor in werking treedt begint een bovenmatige hoeveelheid olie van de compressor begint rond te stromen in het koelmiddelcircuit en stijgt tegelijkertijd de temperatuur van de compressor stator, wat veroorzaakt
wordt door de inschakelstroom van het opstarten. Daarom is om schade aan de compressoren te voorkomen het gebruik van een instrument voorzien om frequent opstarten en afsluiten te voorkomen: de compressor zal slechts 6 keer binnen een uur opstarten. Het systeem waarop het apparaat is geïnstalleerd is moet er daarom voor zorgen dat de totale hoeveelheid water de eenheid in staat stelt om continu te werken, en daardoor milieuvriendelijker te zijn. De minimum hoeveelheid per eenheid moet bij benadering berekend worden met behulp van de volgende formule:
Voor eenheden met 2 compressoren:
M(liter) = (12.153 x DT (°C) – 22.168) x P(kW)
Voor eenheden met 4 compressoren:
M(liter) = (0.32 x DT (°C) – +1.36) x P(kW) Waarbij:
M = minimale hoeveelheid water per eenheid uitgedrukt in liter P = koelcapaciteit van de eenheid uitgedrukt in kW
ΔT = verschil in temperatuur van het ingaande en
uitgaande water, uitgedrukt in°C. Deze formule is geldig met de standaard parameters
van de microprocessor. Om de hoeveelheid water op de meest nauwkeurige manier te bepalen, raden wij aan om contact op te nemen met de ontwerper van het systeem.
Antivriesbescherming voor verdampers en wisselaars voor terugwinning
Bij het ontwerpen van het volledig systeem van de koelings- of verwarmingsinstallatie moeten twee of meer van de volgende methoden van antivries bescherming in aanmerking genomen worden:
1. Continue circulatie van de waterstroom in de wisselaars
2. Extra thermische isolatie en verwarming van de blootgestelde leidingen
3. Legen en reinigen van de warmtewisselaar gedurende de winter en het onderhoud hiervan met een atmosferische antioxidant (stikstof).
Als alternatief kan een passende hoeveelheid glycol (antivries) aan het watercircuit toegevoegd worden.
De installateur en/of het lokale personeel dat het onderhoud uitvoert moeten ervoor zorgen dat een methode voor antivriesbescherming gebruikt wordt en dat periodiek onderhoud uitgevoerd wordt aan de voorzieningen voor antivriesbescherming. Het niet naleven van de instructies hierboven kan schade aan de groep met zich meebrengen. Schade veroorzaakt door vorst valt niet onder de garantie.
Elektrisch systeem Algemene specificaties
De eenheden moeten worden aangesloten op een TN stroomvoorzieningssysteem. Neem contact op met de fabrikant als de eenheden aangesloten moeten worden op een ander type stroomvoorzieningssysteem, bijvoorbeeld het IT­systeem.
D-EIMWC01206-15NL - 9/22
Page 10
Alle elektrische aansluitingen op de eenheid moeten uitgevoerd worden in overeenstemming met geldende wet- en
regelgeving. Alle werkzaamheden voor installatie, bediening en onderhoud moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Raadpleeg het betreffende bedradingsschema voor de aangeschafte eenheid. Als het bedradingsschema niet aangebracht is op de eenheid bevindt of kwijt is, contact opnemen met de vertegenwoordiger van de fabrikant die u een kopie zal toesturen. In geval van discrepantie tussen het bedradingsschema en de visuele controle van de bedrading van het bedieningspaneel, contact opnemen met de vertegenwoordiger van de fabrikant. Gebruik alleen koperen geleiders om oververhitting of corrosie in de verbindingspunten, met het daaruit voortvloeiende risico van schade aan de eenheid, te voorkomen. Om interferentie te voorkomen moeten de kabels van het bedieningspaneel apart stroomkabels aangesloten worden: hiertoe moeten meerdere kabelgoten gebruikt worden. Alvorens onderhoudswerkzaamheden aan de eenheid uit te voeren, de hoofdschakelaar die zich bevindt op de aansluiting van de netvoeding openen.
LET OP: Als de eenheid uitgeschakeld is maar de hoofdschakelaar in de gesloten stand staat, zijn de circuits die niet wordt gebruikt nog steeds actief. Open nooit het klemmenbord van de compressoren zonder de hoofdschakelaar van het apparaat gesloten te hebben. Gelijktijdige mono en drie-fase ladingen en gebrek aan evenwicht tussen de fasen kunnen tijdens normaal bedrijf van de eenheid aardlekken tot 150mA veroorzaken. De beveiligingsvoorzieningen voor het energievoorzieningssysteem moeten ontworpen worden op basis van de hierboven vermelde waarden.
Bedrading op de installatielocatie
Het aanbrengen van de bedrading op de installatielocatie en eventuele andere onderdelen moet uitgevoerd worden door een erkende monteur en voldoen aan de geldende nationale en Europese regelgeving op dit gebied.
De on-site bedrading moet uitgevoerd worden in overeenstemming met het bedradingsschema dat bij het apparaat geleverd wordt en de onderstaande instructies.
Zorg ervoor dat een aparte stroomkring gebruikt wordt. Gebruik nooit stroomvoorziening die met andere apparatuur gedeeld wordt.
Opmerking - Controleer op het bedradingsschema alle
onderstaande handelingen om beter te begrijpen hoe de apparatuur werkt.
Onderdelentabel: F1, 2 Hoofdzekeringen van de apparatuur
L1, 2, 3 Klemmenborden netvoeding PE Aardingsklem netvoeding
FS Schakelaar Q10 Hoofdschakelaar
--- On-site bedrading
Vereisten voor stroomkring en bedrading
1. De stroomvoorziening van de eenheid moet voorbereid worden zodat deze onafhankelijk van de stroomvoorziening van andere onderdelen van het systeem of andere apparaten in het algemeen in- en uitgeschakeld kan worden.
2. Ontwerp een stroomkring voor het aansluiten van de eenheid. Dit circuit moet het beschermd worden met de noodzakelijke veiligheidsvoorzieningen, dat wil zeggen een hoofdschakelaar, een SB-zekering op elke fase en een aardlekbeveiliging. De aanbevolen zekeringen zijn opgenomen in het schakelschema dat met het apparaat verschaft wordt.
Alvorens een verbinding tot stand te brengen, de hoofdschakelaar uitschakelen (de schakelaar sluiten, de zekeringen verwijderen of deactiveren).
Aansluiting op het elektriciteitsnet vande eenheid
Met behulp van een passende kabel de stroom aansluiten op klemmen L1, L2 en L3 van het schakelbord.
LET OP: Nooit trekken of draaien aan de klemmen van het schakelbord, of gewicht op de klemmen uitoefenen. De bedrading van de stroomleiding moet door passende voorzieningen ondersteund worden. De draden die aangesloten worden op de schakelaar moeten voldoen aan de verhoogde isolatie-afstand en de afstand van oppervlak-isolatie tussen de actieve geleiders en de massa, in overeenstemming met IEC 61439-1, tabel 1 en 2 en de lokale nationale regelgeving. De draden die aangesloten worden op de hoofdschakelaar moeten aangedraaid worden met behulp van een aandraaisleutel en moeten voldoen aan de uniforme aandraaiwaarden met betrekking tot de kwaliteit van de schroeven van de gebruikte ringen en moeren.
2 Sluit de aardleiding (geel/groen) aan op de PE aardklem.
Onderling verbonden draden
Normaal gesproken werkt de machine, door de standaard geïnstalleerde stroommeter, niet zonder stroom, maar in het kader van dubbele veiligheid, is het verplicht om een energiestatuscontact van de waterpomp in serie te schakelen met de contactpunten van de stroommeter/s om te voorkomen dat het apparaat in werking treedt als de pomp nog niet gestart is.
Als het apparaat begint te werken zonder stroom, treedt zeer ernstige schade op (bevriezen van de verdamper).  Potentiaalvrije contacten
De regeleenheid heeft een aantal potentiaalvrije contacten de status van het apparaat aan te geven.
D-EIMWC01206-15NL - 10/22
Page 11
Deze contacten kunnen aangesloten worden zoals
Controles die vóór het starten van de eenheid uitgevoerd moeten worden
1
Controleer op externe beschadigingen
2
Open alle afsluiters
3
Zorg ervoor dat alle onderdelen van de eenheid onder druk van koelmiddel staan (verdamper, condensor, compressoren) voordat u de eenheid aansluit op het hydraulische circuit.
4
Installeer de hoofdzekeringen, de
aardlekbeveiliging en de hoofdschakelaar. Aanbevolen
zekeringen: aM in overeenstemming met de IEC 269-2 norm.
Controleer het bedradingsschema voor de afmetingen.
5
Sluit de netspanning aan en controleer of deze valt binnen de toegestane grenzen van ± 10% in vergelijking met de op het typeplaatje vermelde classificatie.
De stroomvoorziening van de eenheid moet zo geregeld worden zodat deze onafhankelijk van de stroomvoorziening van andere onderdelen van het systeem of andere apparaten in het algemeen in- of uitgeschakeld kan worden.
Controleer het bedradingsschema, klemmen L1, L2 en L3.
6
Installeer de waterfilterkit/s (ook wanneer deze niet meegeleverd zijn) aan de ingang van de wisselaars.
7
Voorzie de wisselaars van water en zorg ervoor dat het debiet binnen de grenzen valt die vermeld zijn in de tabel in de paragraaf "Vullen, doorstroming en kwaliteit van het water".
8
De leidingen moeten volledig zijn uitgespoeld. Zie de paragraaf "Voorbereiding, controle en aansluiting van het watersysteem".
9
Sluit de contact(en) van de pomp in serie met het contact van de debietmeter(s) aan, zodat het apparaat alleen kan worden geactiveerd als de waterpompen actief zijn en de waterstroom voldoende is.
10
Controleer het oliepeil in de compressoren.
11
Controleer of alle watersensoren correct zijn bevestigd in de warmtewisselaar (zie ook de sticker die op de warmtewisselaar aangebracht is).
getoond in het bedradingsschema. De maximaal toegestane stroom is 2 A.
 Ingangsstroom op afstand
Naast de potentiaalvrije contacten is het ook mogelijk om ingangsstroom op afstand te installeren. Voor installatie hiervan het bedradingsschema controleren.
Vóór het opstarten
De eenheid mag de eerste keer ALLEEN door bevoegd personeel van DAIKIN opgestart worden. Het apparaat mag absoluut niet worden gestart, zelfs niet voor zeer korte tijd, zonder dat het tot in de kleinste details gecontroleerd is waarbij de volgende lijst ingevuld moet worden.
OPMERKING - Voordat u de eenheid opstart, de bij de eenheid verschafte handleiding lezen. Dit zal u helpen om een beter inzicht in de werking van de apparatuur en de bijbehorende elektronische regelaar te krijgen, en sluit vervolgens deuren van de schakelkast.
Open de werkschakelaar en/of afsluiters
Zorg er alvorens de eenheid op te starten oor de alle werk- en/of uitschakelkleppen volledig geopend zijn.
Verantwoordelijkheid van de gebruiker
Het is van fundamenteel belang dat de operator een passende professionele vorming krijgt en vertrouwd raakt met het systeem alvorens de eenheid te gebruiken. Naast het lezen van deze handleiding, moet de operator de bedieningshandleiding van de microprocessor en het schakelschema bestuderen om de sequentie te begrijpen van het opstarten, de werking, de uitschakelprocedure en de werking van alle veiligheidsvoorzieningen. De gebruiker moet een logboek (systeemboekje) van de operationele gegevens van de geïnstalleerde eenheid en van alle periodieke onderhoudswerkzaamheden bijhouden. Als de operator abnormale of ongewone werkomstandigheden vaststelt, moet hij de erkende technische dienst van de fabrikant raadplegen.
Periodiek onderhoud
De (minimale) periodieke onderhoudswerkzaamheden zijn vermeld in de betreffende tabel in deze handleiding.
Versie met externe condensor Aansluiting van het koelcircuit
Deze versie is in de fabriek met stikstof geladen.
De eenheden zijn voorzien van een uitgangsleiding voor het koelcircuit (perszijde) en een ingangsleiding (vloeistofzijde), die beiden op een externe condensor aangesloten moeten worden. Dit circuit moet operationeel uitgevoerd worden door een erkend monteur en moet voldoen aan alle geldende Europese wetgeving, richtlijnen en verordeningen.
Voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van de leidingen
Als lucht of vuil in het koelcircuit doordringt,
zouden er problemen kunnen ontstaan. Neem daarom bij de aansluiting van het circuit de volgende regels in acht:
1. Gebruik alleen schone leidingen.
2. Zorg ervoor dat de leidingen na het uitvoeren van de werkzaamheden volledig schoon zijn.
3. Houd het uiteinde van de leiding naar beneden bij het verwijderen van de door verwerking ontstane bramen. Bedek het
D-EIMWC01206-15NL - 11/22
Page 12
uiteinde van de leiding wanneer de leiding door een muur gevoerd wordt om te voorkomen dat stof en vuil de leiding binnendringen.
Om de verbinding te kunnen uitvoeren, moeten de aanvoer- en vloeistofleidingen direct op de leidingen van de externe condensor gelast worden. Voor de correcte diameter van de leidingen, verwijzen wij u naar de bij de eenheid verschafte maattekening.
Zorg ervoor dat de leidingen tijdens het solderen/lassen geen stikstof bevatten zodat ze tegen roet beschermd worden.
Afdichting en vacuümtest
De door een moto aangedreven verdampers zijn al in de fabriek op lekken gecontroleerd. Nadat de leidingen zijn aangesloten moet opnieuw een lektest worden uitgevoerd. De lucht in het koelcircuit moet afgevoerd worden op een waarde van 4 mbar absolute druk, met behulp van de vacuümpompen.
De lucht niet verwijderen met de koelmiddelen.
Gebruik een vacuümpomp om de lucht uit het systeem te verwijderen.
Koelmiddelvulling
Voer vóór gebruik een volledige inspectie uit, zoals beschreven in de paragraaf Vóór het opstarten.
Voer de vereiste procedure en methodes uit die
beschreven worden in paragraaf Vóór het opstarten, maar start het apparaat niet op.
Vullen met koelmiddel wanneer het apparaat niet in werking is
Vul het apparaat met de voorziene hoeveelheid koelmiddel met behulp van de SAE 1/4" conische afsluiter op het vloeistoffilter.
LET OP: Om schade aan de compressor te voorkomen, de compressor niet opstarten om het vullen te versnellen.
Zodra het vullen voltooid is, de vertegenwoordiger van uw fabrikant vragen om het apparaat voor de eerste keer op te starten.
Aanpassing van de hoeveelheid koelmiddel met werkende eenheid. LET OP: Alleen voor personeel dat bevoegd is om
de eenheid de eerste keer op te starten.
Om de hoeveelheid koelmiddel aan te passen, de 1/4" SAW conische klep op de vloeistofleiding gebruiken en ervoor zorgen dat het koelmiddel in vloeibare toestand bijgevuld wordt.
Voor het aanvullen van de hoeveelheid koelmiddel moet de compressor op volle belasting (100%) zijn. Controleren: De oververhitting, die tussen 3 en 8° Kelvin moet zijn. De onderkoeling, die tussen 4 en 8° Kelvin moet zijn. Het kijkglas van de olie. Het peil moet binnen het glas
zijn. Het doorkijkvenster van de vloeistofleiding moet vol zijn en mag geen vocht in het koelmiddel aangeven. Als het doorkijkvenster van de leiding van vloeistofleiding niet vol is, geleidelijk koelmiddel toevoegen en wachten tot de werking van de eenheid stabiliseert. Koelmiddel toevoegen totdat de controleparameters zich binnen de limieten bevinden. De eenheid moet tijd hebben om te stabiliseren, wat betekent dat het bijvullen geleidelijk en continu plaats moet vinden.
Zie de waarden voor oververhitting en onderkoeling voor toekomstig gebruik.
LET OP: Zie het betreffende etiket voor de totale hoeveelheid koelmiddel die in het circuit gebracht moet worden.
OPMERKING - Let op mogelijke verontreiniging van de externe condensor om blokkering van het systeem te voorkomen. De fabrikant kan de vervuiling van de externe condensor van de installatie niet op verontreiniging controleren. Het apparaat heeft een nauwkeurig niveau van toegestane verontreiniging.
In overeenstemming met de Richtlijn 2006/42/ EG BIJLAGE II B worden de eenheden genaamd
EWLQ090 EWLQ720 gedefinieerd als "quasi-
machines". De genoemde producten kunnen niet in werking gesteld worden totdat de uiteindelijke machine waarin zij opgenomen moeten worden aan de wettelijke normen voldoen.
Service en beperkte garantie
Alle eenheden worden in de fabriek getest en voor een bepaalde periode gegarandeerd. Deze groepen werden ontwikkeld en gebouwd in naleving van de meest hoogstaande kwalitatieve standaards, en garanderen jarenlange werking zonder defecten. Het is echter belangrijk dat correct en regelmatig onderhoud in overeenstemming met alle in deze handleiding vermelde procedures en goede praktijken voor onderhoud van machines verzekerd wordt. Wij raden u sterk aan een onderhoudscontract met een door de fabrikant erkende dienst af te sluiten. De ervaring en vaardigheid van het personeel kan namelijk met de tijd een efficiënte werking zonder problemen garanderen. Het toestel moet na installatie, en niet alleen vanaf de datum van opstarten, regelmatig onderworpen worden aan een passend onderhoudsprogramma. Wij wijzen u erop dat een onjuist gebruik van de groep, bijvoorbeeld buiten de werkingslimieten of zonder een geschikt onderhoud volgens de aanwijzingen vermeld in deze handleiding, ervoor zorgen dat de garantie niet geldig is. Leef de volgende punten na, meer bepaald om de limieten van de garantie te respecteren:
1. De groep mag niet werken buiten de vastgelegde limieten
D-EIMWC01206-15NL - 12/22
Page 13
2. De elektrische voeding moet binnen de spanningslimieten vallen en vrij zijn van uitwijkingen of onvoorziene spanningswijzigingen.
3. De driefasige netspanning mag geen onbalans tussen de fasen hebben van meer dan 2%, in overeenstemming met EN 60204-1: 2006 (hoofdstuk 4­Par.4.3.2).
4. In het geval van elektrische problemen, moet de eenheid uitgeschakeld blijven totdat het probleem opgelost is.
5. De mechanische, elektrische of elektronische veiligheidsvoorzieningen niet uitschakelen of verwijderen.
6. Het water dat gebruikt wordt om het watercircuit te vullen, moet rein zijn en op geschikte wijze behandeld. Een mechanische filter moet worden geïnstalleerd op het punt dat het dichtst bij de ingang van de verdamper is.
7. Tenzij ten tijde van de bestelling anders overeengekomen is, mag de stroomsnelheid van het water van de verdamper niet meer dan 120% of minder dan 80% van de nominale capaciteit zijn en moet in ieder geval binnen de in deze handleiding vermelde grenzen blijven.
Verplichte periodieke controles en opstarten vande groepen (eenheden)
Deze groepen vallen onder categorie III van de classificatie die bepaald is door Europese Richtlijn PED 97/23/EG. Voor groepen die tot deze categorie behoren, is op grond van een aantal nationale wetten een periodieke controle door een erkende organisatie vereist. Gelieve te controleren en contact met deze organisaties op te nemen, ook om toestemming voor opstarten te vragen.
D-EIMWC01206-15NL - 13/22
Page 14
Tabel 1 - Programma voor periodiek onderhoud
Lijst met activiteiten
Wekelijks
Maandelijk
s
(Opmerking
1)
Jaarlijks /
per seizoen
(Opmerking
2)
Algemeen:
Lees de werkingsgegevens (Opmerking 3)
X
Visuele inspectie van het apparaat op eventuele schade en/of loskomen
X
Controle van de integriteit van de thermische isolatie
X
Reinigen en waar nodig lakken (Opmerking 4)
X
Analyse van het water
X
Controle van de werking van de debietregelaar
X
Elektrische installatie:
Controle van de opstartprocedure
X
Controleer de schakelaars op slijtage - Indien nodig vervangen
X
Controle of alle elektrische eindklemmen goed vastzitten – indien nodig aandraaien
X
Reinig de binnenzijde van het schakelpaneel (Opmerking 4)
X
Reinig de beluchtingsfilters van het schakelpaneel (Noot 4)
X
Visuele inspectie van de componenten op eventuele tekenen van oververhitting
X
Controleer de werking van de compressor en van de elektrische weerstand
X
Meet met de Megger de isolatie van de compressormotor
X
Koelcircuit:
Controle om te zien of er geen koelmiddellekken zijn
X
Controleren met behulp van het doorkijkvenster van de vloeistof de hoeveelheid koelmiddel - Doorkijkvenster vol
X
Controleer op drukval van de filter-droger (indien aanwezig)
X
Voer een analyse van de trillingen van de compressor uit
X
Controleer de veiligheidsklep (Opmerking 5)
X
Warmtewisselaars:
Controleer of de warmtewisselaars schoon zijn (Opmerking 6)
X
Opmerkingen:
1) De maandelijkse activiteiten omvatten alle wekelijkse activiteiten.
2) De jaarlijkse activiteiten (of die aan het begin van het seizoen) omvatten alle wekelijkse en maandelijkse activiteiten
3) De bedrijfswaarden van de machine moeten dagelijks moeten ten behoeve van een hoog controleniveau dagelijks genoteerd worden.
4) Als het apparaat geïnstalleerd is in een agressieve omgeving, deze activiteit maandelijks uitvoeren. De volgende omgevingen worden beschouwd als agressieve omgevingen:
- plaats met een hoge concentratie industriële uitlaatgassen in de lucht;
- Plaats in de buurt van de zee (zoute lucht);
- Plaats in de buurt van de woestijn waar een risico op zandstormen bestaat;
- Andere agressieve omgevingen.
5) Veiligheidsklep Controleer of er niet geknoeid is met de afdichting en de afsluiting. Controleer of de afvoeraansluiting van de veiligheidsklep niet per ongeluk verstopt is door vreemde voorwerpen, roest of ijs. Controleer de fabricage-datum op de veiligheidsklep en vervang de veiligheidsklep in overeenstemming met de geldende nationale wetgeving.
6) Reinig de warmtewisselaars. Deeltjes en vezels kunnen de warmtewisselaar verstoppen. Een toename van het waterdebiet of een daling van de warmte-efficiëntie geeft aan dat de warmtewisselaars verstopt zijn.
D-EIMWC01206-15NL - 14/22
Page 15
Afvoer van het koelmiddel van de veiligheidskleppen
Voer het koelmiddel uit de veiligheidskleppen niet af op de plaats van installatie. Indien nodig kunnen de veiligheidskleppen aangesloten worden op de afvoerleidingen, waarvan het transversale gedeelte en lengte van moeten voldoen aan de nationale wetgeving en Europese richtlijnen.
Belangrijke inlichtingen met betrekking tot het gebruikte koelmiddel
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het koelgas niet verspreiden in de atmosfeer. Type koelmiddel: R410A
GWP-waarde: 2087,5 (1)GWP = Aardopwarmingsvermogen
­De hoeveelheid koelmiddel nodig voor de
standaardwerking staat aangeduid op het identificatielabel van de groep. De huidige hoeveelheid koelmiddel in de eenheid wordt vermeld op een zilveren sticker in het schakelpaneel. Op basis van de bepalingen van nationale of Europese wetgeving, kunnen periodieke inspecties nodig zijn om mogelijke lekken van koelmiddel vast te stellen. Neem contact op met uw plaatselijke dealer voor meer informatie.
Deze handleiding vormt een technische ondersteuning en betekent geen bindend contract. We kunnen niet uitdrukkelijk of stilzwijgend de volledigheid, nauwkeurigheid of betrouwbaarheid van de inhoud hiervan garanderen. Alle gegevens en specificaties erin kunnen worden gewijzigd zonder vooraf te verwittigen. De gegevens die ten tijde van de bestelling doorgegeven zijn, worden als definitief beschouwd. De fabrikant neemt geen enkele verantwoordelijkheid op zich voor eventuele rechtstreekse of onrechtstreekse schade, in bredere zin van de termijn voortvloeiend uit of verbonden met het gebruik en/of de interpretatie van deze handleiding. Wij behouden ons het recht voor om zonder kennisgeving op elk gewenst moment wijzigingen aan te brengen in het ontwerp en de constructie. Derhalve is afbeelding op het omslag niet bindend.
Levensduur van het product
De levensduur van onze producten is 10 (tien) jaar.
Vernietiging
De groep werd gemaakt met metalen, plastieken en elektronische componenten. Al deze onderdelen moeten verwijderd worden in overeenstemming met de nationale en Europese wetgeving die met betrekking tot deze stof van kracht is. De loodaccu's moeten ingezameld worden en verstuurd naar specifieke erkende centra voor inzameling van afvalmaterialen. De olie moet worden opgevangen en verstuurd naar specifieke erkende centra voor inzameling van afvalmaterialen.
Page 16
Legenda
Versie
conditionering
Versie
warmtepomp
Versie door motor
aangedreven verdamper
AI
Analoge input
A.R.
ON / OFF afstandsbediening
AO
Analoge output
CFS
Stromingschakelaar condensator
CP­VFD
VFD (toerental geregelde aandrijving) condensorpomp
VFD 3-wegs klep
VFD 3-wegs klep
VFD ventilatoren
D.L.
Limiet van lading
DI
Digitale input
DO
Digitale output
DPS
Digitaal instelwaarde
EF
Externe fout
EFS
Debietregelaar verdamper
GA
Algemeen alarm
KPC-1
Pomp 1 condensor water
KPC-2
Pomp 2 condensor water
KPE-1
Pomp 1 verdamper water
S.O.
Uitsluiting van de instelwaarde
1
Alleen HP versie (externe koeling en verwarming)
2
VFD # 2 ON-OFF (Alleen versie door motor aangedreven verdamper)
Toren ventilatoren
ON/OFF
Toren
ventilatoren
ON/OFF
Ventilatoren
ON/OFF
Figuur 5 - Bekabeling voor het aansluiten van de eenheid op de plaats van installatie
D-EIMWC01206-15NL - 16/22
Page 17
Figuur A - Typisch enkel koelmiddel circuit
De aanvoer en afvoer van het water van de condensor en de verdamper zijn bij benadering. Raadpleeg de maattekeningen van de eenheid voor de exacte hydraulische
aansluitingen.
Page 18
Figuur B - Typisch enkel koelmiddel circuit van de versie door een motor aangedreven verdamper
De aanvoer en afvoer van het water van de verdamper zijn bij benadering. Raadpleeg de maattekeningen van de eenheid voor de exacte hydraulische aansluitingen.
D-EIMWC01206-15NL - 18/22
Page 19
Figuur C - Typisch enkel koelmiddel circuit voor warmtepomp
De aanvoer en afvoer van het water van de condensor en de verdamper zijn bij benadering. Raadpleeg de maattekeningen van de eenheid voor de exacte hydraulische aansluitingen.
D-EIMWC01206-15NL - 19/22
Page 20
Legenda
1
Compressor
2
Afvoer afsluitklep
3
Condensor
4
Afsluitklep vloeistofleiding
5
Droger filter
6
Afsluitklep (vulklep)
7
Indicator vloeistoffen en vochtigheid
8
Elektronische expansieklep
9
Verdamper
10
Zuig afsluitventiel (optioneel)
11
Veiligheidsklep lage druk
12
Veiligheidsklep hoge druk
13
Warmteterugwinning
14
Vloeistof ontvanger
15
4-wegs klep
16
Uitgangsverbinding koelmiddel (naar de externe condensor)
17
Ingangsverbinding koelmiddel (van de externe condensor)
18
Verbinding wateruitlaat condensor
19
Verbinding waterinlaat condensor
20
Verbinding wateruitlaat verdamper
21
Verbinding waterinlaat verdamper
22
Warmteterugwinning verbinding wateruitlaat
23
Warmteterugwinning verbinding waterinlaat
DT
Uitlaattemperatuurregeling
CP
Hogedrukomzetter
F13
Hogedruk schakelaar
ST
Temperatuursensor
EP
Lagedrukomzetter
CLWT
Temperatuursensor uitlaatwater condensor
CEWT
Temperatuursensor inlaatwater condensor
ELWT
Temperatuursensor uitlaatwater verdamper
EEWT
Temperatuursensor inlaatwater verdamper
Page 21
D-EIMWC01206-15NL - 21/22
Page 22
Deze handleiding is opgesteld alleen om te worden gebruikt als technische ondersteuning. Deze handleiding is geen bindend document voor Daikin
Applied Europe S.p.A.. Daikin Applied Europe S.p.A. heeft deze handleiding zo goed mogelijk gemaakt. Er is geen uitdrukkelijke of impliciete garantie voor
de volledigheid, nauwkeurigheid, betrouwbaarheid van de inhoud. Alle hierin vermelde gegevens en specificaties zijn onderhevig aan veranderingen zonder
kennisgeving. Alle bij het bestellen geleverde gegevens gelden als referentie. Daikin Applied Europe S.p.A. wijst uitdrukkelijk elke verantwoordelijkheid af
voor eventuele rechtstreekse of onrechtstreekse schade, in de breedste zin van het woord, die veroorzaakt wordt door of verband houdt met het gebruik
van en/of de interpretatie van deze handleiding. Alle inhoud is auteursrechtelijk beschermd door Daikin Applied Europe S.p.A..
DAIKIN APPLIED EUROPE S.p.A.
Via Piani di Santa Maria, 72 - 00040 Ariccia (Roma) - Italy Tel: (+39) 06 93 73 11 - Fax: (+39) 06 93 74 014 http://www.daikinapplied.eu
D-EIMWC01206-15NL - 22/22
Loading...