GEBRUIKSAANWIJZING
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
ERAP110MBYNN
ERAP150MBYNN
ERAP170MBYNN
ERAP110MBYNN
ERAP150MBYNN
ERAP170MBYNN
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen |
Gebruiksaanwijzing |
INHOUD |
Pagina |
Inleiding............................................................................................. |
1 |
Technische specificaties ............................................................................ |
1 |
Elektrische specificaties ............................................................................ |
1 |
Belangrijke informatie over het gebruikte koelmiddel ................................ |
1 |
Beschrijving....................................................................................... |
2 |
Functie van de hoofdonderdelen ............................................................... |
3 |
Beveiligingen.............................................................................................. |
3 |
Interne bedrading - tabel met onderdelen ................................................. |
4 |
Voor het opstarten............................................................................. |
4 |
Controle voor het opstarten ....................................................................... |
4 |
Voedingsaansluiting en carterverwarming................................................. |
5 |
Algemene aanbevelingen .......................................................................... |
5 |
Werking ............................................................................................. |
5 |
Digitale besturing....................................................................................... |
5 |
Bediening van de unit ................................................................................ |
6 |
Geavanceerde eigenschappen van de digitale besturing .......................... |
8 |
Storingsopsporing ........................................................................... |
13 |
Onderhoud ...................................................................................... |
15 |
Wat te doen bij onderhoud....................................................................... |
15 |
Voorwaarden voor verwijdering................................................................ |
15 |
LEES AANDACHTIG DEZE HANDLEIDING VOORALEER DE UNIT OP TE STARTEN. GOOI DEZE HANDLEIDING NIET WEG MAAR BEWAAR DEZE IN UW ARCHIEF VOOR LATERE RAADPLEGING.
Deze gebruiksaanwijzing heeft betrekking op Daikin ERAP-MBYNN luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen. Deze units zijn ontworpen voor buitenmontage en om te koelen.
Deze handleiding is samengesteld om een juiste werking en onderhoud van de unit te verzekeren. U vindt er informatie in over het optimaal gebruik van de unit en over de procedure bij eventuele problemen. Deze unit is uitgerust met beveiligingen maar deze zullen niet noodzakelijk alle problemen als gevolg van verkeerd gebruik of slecht onderhoud voorkomen.
Raadpleeg uw Daikin-verdeler indien u het probleem niet zelf kunt oplossen.
Vooraleer u de unit voor het eerst opstart moet u er zeker van zijn dat deze correct is gemonteerd. Daarom is het noodzakelijk om eerst de montagehandleiding zorgvuldig door te nemen die is meegeleverd met de unit, evenals de aanbevelingen opgesomd onder het punt "Controle voor het opstarten" op pagina 4.
Technische specificaties(1)
Algemeen ERAP |
|
110 |
150 |
|
170 |
|
|
|
|||||
Afmetingen HxBxD |
(mm) |
|
2160x2340x2238 |
|
||
Machinegewicht |
(kg) |
1326 |
1440 |
|
1516 |
|
Aansluitingen |
|
|
|
|
|
|
• vloeistofleiding |
(inch) |
|
7/8" OD |
|
||
• aanzuigleiding |
(inch) |
|
2 1/8" OD |
|
||
• uitlaat veiligheidsklep |
(inch) |
|
FNPT 1" |
|
||
Compressor |
|
|
|
|
|
|
Type |
|
semi-hermetisch type met enkelschroef |
||||
Aantalxtype |
|
1x |
1x |
1x |
||
|
ZHC3LTGUYE |
ZHC3WLGUYE |
ZHC5LMGUYE |
|||
|
|
|||||
Snelheid |
(rpm) |
|
2880 |
|
|
|
Olietype |
|
|
FVC 68D |
|
||
Olievulling |
(l) |
5,5 |
5,5 |
|
7,5 |
|
Condensor |
|
|
|
|
|
|
Nominale |
(m3/min) |
4x 240 |
4x 240 |
4x 240 |
||
luchthoeveelheid |
||||||
|
|
|
|
|
||
Aantal motorenx |
(kW) |
4x 0,55 |
4x 1,02 |
4x 1,02 |
||
afgegeven vermogen |
||||||
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
Elektrische specificaties(1)
Model ERAP |
|
110 |
150 |
170 |
|
|
|||||
Voeding |
|
|
|
|
|
• Fase |
|
|
3~ |
|
|
• Frequentie |
(Hz) |
|
50 |
|
|
• Spanning |
(V) |
|
400 |
|
|
• Spanningsafwijking |
(%) |
|
±10 |
|
|
Unit |
|
|
|
|
|
• Nominaal opgenomen |
(A) |
70 |
84 |
104 |
|
amperage |
|||||
|
|
|
|
||
• Maximaal opgenomen |
(A) |
95 |
120 |
135 |
|
amperage |
|||||
|
|
|
|
||
• Aanbevolen zekeringen |
(A)(gL) |
3x 125 |
3x 160 |
3x 160 |
|
overeenkomstig IEC 269-2 |
|||||
Compressor |
|
|
|
|
|
• Fase |
|
|
3~ |
|
|
• Frequentie |
(Hz) |
|
50 |
|
|
• Spanning |
(V) |
|
400 |
|
|
• Nominaal opgenomen |
(A) |
62 |
70 |
90 |
|
amperage |
|||||
|
|
|
|
||
Control and fan motor |
|
|
|
|
|
• Fase |
|
|
3~ |
|
|
• Frequentie |
(Hz) |
|
50 |
|
|
• Spanning |
(V) |
|
400 |
|
|
• Nominaal opgenomen |
(A) |
7,6 |
12,4 |
12,4 |
|
amperage |
|||||
|
|
|
|
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen die onder het Kyotoprotocol vallen.
Koelmiddeltype: R407C
GWP(1) waarde: 1652,5
(1) GWP = Global Warming Potential (globaal opwarmingspotentieel)
Afhankelijk van de Europese of lokale wetgeving kunnen periodieke inspecties voor koelmiddellekken vereist zijn. Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met uw lokale dealer.
|
(1) Raadpleeg Engineering Data voor een volledige lijst van specificaties. |
|
|
Gebruiksaanwijzing |
ERAP110~170MBYNN |
1 |
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen |
4PW22681-1A |
De luchtgekoelde ERAP-waterkoelers zijn verkrijgbaar in 3 standaardgrootten.
|
<![if ! IE]> <![endif]>1000 |
1000 |
|
|
|
|
|
<![if ! IE]> <![endif]>1000 |
<![if ! IE]> <![endif]>2210 |
|
1000 |
|
|
|
|
<![if ! IE]> <![endif]>1000 |
<![if ! IE]> <![endif]>3000 |
|
|
2346
12 |
10 |
11 |
16 |
1
15
4
6 7 13 2 3 9 8 5 14
Afbeelding - Hoofdonderdelen
1 |
Condensor |
9 |
Voedingsinlaat |
2 |
Compressor (M1C) |
10 |
Noodstop (S5E) |
3 |
Gasafsluiter |
11 |
Schakelkast |
4 |
Vloeistofafsluiter |
12 |
Besturingssysteem met digitaal scherm |
5 |
Aanzuigafsluiter |
13 |
Transportbalk |
6 |
Aanzuigleiding |
14 |
Sensor voor omgevingstemperatuur (R5T) |
7 |
Vloeistofleiding |
15 |
Lokale bedradingsinlaat |
8 |
Droger+vulafsluiter |
16 |
Hoofdnetscheidingsschakelaar (in optie - S13S) |
Benodigde vrije ruimte rond de unit voor onderhoud en luchtinlaat
ERAP110~170MBYNN |
Gebruiksaanwijzing |
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen |
2 |
4PW22681-1A |
|
Y11S |
|
|
|
|
|
S1PH |
S14PH |
|
|
|
|
|
|
|
|
B1P |
|
|
|
|
|
|
M1C |
|
|
|
|
|
|
6 |
|
|
|
|
|
|
2 |
|
A |
|
|
|
|
Y16S |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
|
|
|
5 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7 |
1 |
4 |
|
|
|
|
Y15S |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
B2P |
B |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(*) |
|
S3T |
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
5 |
|
M11F |
M12F |
M13F |
|
M14F |
|
|
|
|
R5T |
|
|
|
Afbeelding - Functioneel schema
1Condensor
2Droger
3Vulafsluiter
4Vloeistofafsluiter
5Veiligheidsklep
Naarmate het koelmiddel door de unit circuleert treden er wijzigingen op in de toestand of conditie. Deze wijzigingen worden veroorzaakt door de volgende hoofdonderdelen:
■Compressor
De compressor (M*C) werkt als een pomp en doet het koelmiddel circuleren in het koelmiddelcircuit. Het comprimeert het koelmiddelgas dat uit de verdamper komt tegen een drukniveau dat de verdichting in de condensor goed mogelijk maakt.
■Condensor
De condensor zet het koelmiddel om van een gas in een vloeistof. De warmte verkregen door het gas in de verdamper wordt door de condensor uitgeblazen in de omgevingslucht en de damp wordt omgezet in vloeistof.
■Filter/Droger
De filter achter de condensor verwijdert kleine partikels uit het koelmiddel om blokkage van de slangen te voorkomen.
De droger verwijdert water uit het systeem.
De unit is uitgerust met twee soorten beveiligingen:
1Algemene beveiligingen
Algemene beveiligingen schakelen alle circuits en de hele unit uit. Daarom moet u nadat een algemene beveiliging werd geactiveerd de unit opnieuw manueel inschakelen.
2Beveiligingen van de onderdelen
Beveiligingen van onderdelen schakelen het onderdeel dat zij beveiligen uit.
6Aanzuigafsluiter
7Filter
AStandaard
BTweedruksveiligheidsklep (OP03)
(*)Standaard (zie A) of tweedruksveiligheidsklep (zie B)
Hieronder volgt een overzicht van alle beveiligingen.
■Overstroomrelais
De overstroomrelais (K*S) bevinden zich in de schakelkasten van de unit en beveiligen de compressormotoren in geval van overbelasting, fasestoring of te lage spanning. De instelling van de relais gebeurt in de fabriek en mag niet worden gewijzigd. Als ze in werking treden moeten ze manueel worden teruggesteld, waarna ook de besturing dient te worden teruggesteld.
■Thermische beveiligingen van de compressor
De compressormotoren zijn uitgerust met thermische beveiligingen (Q*M). Deze beveiligingen worden in werking gesteld als de temperatuur van de compressormotor te hoog wordt.
Als de temperatuur weer haar normale niveau heeft bereikt zullen de beveiligingen automatisch worden teruggesteld. U dient de besturing van het circuit echter manueel terug te stellen.
■Thermische beveiliging van de ventilatormotor
De ventilatormotoren van de condensor zijn uitgerust met beveiligingen (Q*F). Deze beveiligingen worden in werking gesteld als de temperatuur van de ventilatormotor te hoog wordt. Als de temperatuur weer haar normale niveau heeft bereikt zullen de beveiligingen automatisch worden teruggesteld.
■Thermische beveiligingen van de uitlaat
De unit is uitgerust met thermische beveiligingen voor de uitlaat (S*T). Deze beveiligingen worden in werking gesteld als de temperatuur van het koelmiddel dat de compressor verlaat te hoog wordt. Wanneer de temperatuur weer normaal geworden is, keert de beveiliging terug naar de begintoestand en moet de besturing manueel teruggesteld worden.
■Lage-drukbeveiliging
Als de aanzuigdruk van een circuit te laag wordt, zal de besturing van het circuit het circuit uitschakelen. Als de druk weer zijn normale niveau heeft bereikt, kan de beveiliging via de besturing van het circuit worden teruggesteld.
■Drukontlastveiligheidsklep
De veiligheidsklep wordt in werking gesteld als de druk in het koelcircuit te hoog wordt. Als dit gebeurt dient u de unit uit te schakelen en uw plaatselijke verdeler te raadplegen.
Gebruiksaanwijzing |
ERAP110~170MBYNN |
3 |
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen |
4PW22681-1A |
■Hoge drukschakelaar
Elk circuit is beveiligd door twee hoge drukschakelaars (S*PH) die de condensordruk (druk aan de compressoruitlaat) meten. Ze bevinden zich in de compressoromkasting van het circuit. Als de druk te hoog wordt worden de drukschakelaars in werking gesteld en het circuit uitgeschakeld.
De instelling van de schakelaars gebeurt in de fabriek en mag niet worden gewijzigd. Bij in werkingstelling moeten ze worden teruggesteld met behulp van een schroevendraaier. De besturing moet ook nog worden teruggesteld.
■Fasebeveiliging
De fasebeveiligingen (R*P) voorkomen dat de schroefcompressoren in de omgekeerde richting zouden draaien. Als de compressoren niet starten dient u twee fasen van de voeding om te keren.
Q11F~Q14F |
........... |
Thermische beveiligingen van de |
|
|
ventilatormotoren |
Q1M ....................... |
|
Thermische beveiliging van de compressormotor |
R1 .......................... |
|
Hulpweerstand voor feedback |
R1F ........................ |
|
Feedbackweerstand |
R1P ........................ |
|
Fasebeveiliging |
R4T ........................ |
|
Sensor voor thermostaat |
R5T ........................ |
|
Omgevingstemperatuursensor |
S1PH...................... |
|
Hogedrukschakelaar |
S3T ........................ |
|
Thermische beveiliging van de afvoer |
S5E ........................ |
|
Noodstopdrukknop |
S6S ............ |
* ......... |
Veranderlijke schakelaar voor afstandswerking |
|
|
(bijv. starten/stoppen op afstand) |
Raadpleeg het intern elektrisch schema dat met de unit is meegeleverd. De gebruikte afkortingen hebben de volgende betekenis:
A1 ............... |
** ....... |
Stroomtransformator/Ampèremeter |
A1P........................ |
|
Printkaart besturing |
B1P........................ |
|
Lagedruktransmitter |
B2P........................ |
|
Hogedruktransmitter |
C1~C3 ................... |
|
Condensator |
E1HC ..................... |
|
Krukaskastverwarmer compressor |
E3H........................ |
|
Verdamperverwarmer |
F1U~F3U .... |
# ........ |
Hoofdzekeringen |
F4U,F5U ..... |
# ........ |
Zekeringen van de verdamperverwarmer |
F6B ........................ |
|
Zekering voor primaire spanning van TR1 |
F7B ........................ |
|
Zekering voor secundaire spanning van TR1 |
F8U........................ |
|
Schommelingsvrije zekering voor A1P |
F9B ........................ |
|
Zekering voor secundaire spanning van TR2 |
F12B ...................... |
|
Zekering voor ventilatormotoren |
H1P............. |
*......... |
Controlelamp voor algemene werking |
H2P............. |
*......... |
Controlelamp voor alarm |
H3P............. |
*......... |
Werkingslampje voor compressor |
H5P............. |
*......... |
Veranderlijke output |
J1........................... |
|
Voeding |
J11......................... |
|
RS485-aansluiting |
J2,J3,J6 ................. |
|
Analoge input |
S8L......................... |
|
Debietschakelaar |
|
S9L............. |
#......... |
Contact dat sluit als de ventilator/pomp in |
|
|
|
werking is |
|
S10S .......... |
* ......... |
Veranderlijke schakelaar voor afstandswerking |
|
|
|
(bijv. dubbel instelpunt) |
|
S11S .......... |
* ......... |
Veranderlijke schakelaar voor afstandswerking |
|
|
|
(bijv. capaciteitsbeperking 1 activeren/ |
|
|
|
desactiveren) |
|
S12S .......... |
* ......... |
Veranderlijke schakelaar voor afstandswerking |
|
|
|
(bijv. capaciteitsbeperking 2 activeren/ |
|
|
|
desactiveren) |
|
S13S .......... |
##....... |
Hoofdnetscheidingsschakelaar |
|
S14PH.................... |
|
Hogedrukschakelaar |
|
TC01,TC02 ............ |
|
Optocoupler (analoog-naar-digitaal signaal) |
|
TR1 ........................ |
|
Transfo controle circuit |
|
TR2 ........................ |
|
Voedingsbesturing van de transformator + |
|
|
|
digitale ingangen |
|
V1........................... |
|
Voltmeter |
|
Y11S ...................... |
|
12%-capaciteitstrap voor compressor |
|
Y15S ...................... |
|
Vloeistofinjectieklep van de compressor |
|
Y16S ...................... |
|
Magneetklep van de vloeistoflijn |
|
|
|
|
|
|
|
Niet geleverd bij standaardunit |
|
|
|
|
|
|
|
Niet mogelijk als optie |
Mogelijk als optie |
|
|
|
|
Verplicht |
|
# |
## |
|
|
|
|
Niet verplicht |
* |
** |
|
|
|
|
|
J5,J7,J8 ................. |
Digitale input |
J12~J18................. |
Digitale output |
K1M ....................... |
Lijncontactschakelaar |
K2M ....................... |
Driehoeksaansluitingen |
K3M ....................... |
Steraansluitingen |
K7F~K9F ............... |
Ventilatoraansluitingen |
K17S...................... |
Overstroomrelais |
K1A........................ |
Hulprelais voor beveiligingen |
K2A........................ |
Hulprelais voor de thermische |
|
compressorbeveiliging |
K3A........................ |
Hulprelais voor de thermische afvoerbeveiliging |
K7A........................ |
Hulprelais voor beveiliging van hoge druk |
L1,L2,L3................. |
Netstroomaansluitingen |
M11F-M14F ........... |
Ventilatormotoren |
M1C ....................... |
Compressormotor |
M1S ....................... |
Traploze capaciteitsregeling voor compressor |
PE.......................... |
Hoofdaardklem |
Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar op het voedingspaneel van de unit is uitgeschakeld.
Controleer na de montage van de unit de volgende punten vooraleer de hoofdschakelaar in te schakelen:
1Lokale bedrading
Zorg ervoor dat de lokale bedrading tussen het voedingspaneel en de unit is uitgevoerd overeenkomstig de instructies vermeld in de montagehandleiding, de elektrische schema's en de geldende Europese en nationale reglementeringen.
2Extra grendelcontact
Er is een extra grendelcontact (S*L) nodig (bvb. een debietschakelaar, contact van schakelaar voor de pompmotor). Monteer het tussen de gepaste klemmen (raadpleeg het bij de unit geleverde bedradingsschema). Dit moeten normaal open contacten zijn.
ERAP110~170MBYNN |
Gebruiksaanwijzing |
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen |
4 |
4PW22681-1A |
3Zekeringen of beveiligingen
Controleer of het type en de grootte van de zekeringen of de lokaal gemonteerde beveiligingen overeenstemmen met de vereisten vermeld in de montagehandleiding. Zorg ervoor dat er geen zekering of beveiliging is overgeslagen.
4Aarding
Zorg ervoor dat de aardkabels correct zijn aangesloten en de aardklemmen stevig zijn vastgemaakt.
5Interne bedrading
Controleer op het zicht of er geen losse aansluitingen of beschadigde elektrische componenten in de schakelkast steken.
Neem de onderstaande aanbevelingen door vooraleer u de unit inschakelt:
1Sluit alle voorpanelen van de unit als de volledige montage en de nodige instellingen zijn gebeurd.
2Het onderhoudspaneel van de schakelkast mag enkel worden geopend in geval van onderhoud door een erkend elektricien.
3Om schade aan het LCD-scherm van de digitale controller te voorkomen, mag tijdens de winter de stroomvoorziening nooit worden uitgeschakeld.
6Montage
Controleer of de unit correct is gemonteerd om abnormale geluiden en trillingen te voorkomen bij het opstarten van de unit.
7Beschadigde onderdelen
Controleer de binnenkant van de unit op beschadigde onderdelen of verwrongen leidingen.
8Koelmiddellek
Controleer aan de binnenkant of er geen koelmiddellek voorkomt. Raadpleeg uw verdeler van producten mocht dit het geval zijn.
9Olielek
Controleer de compressor op eventuele olielekken. Raadpleeg uw verdeler van producten mocht er een lek voorkomen.
10Afsluiters
Open volledig de vloeistof-, gasen aanzuigafsluiters (indien deze zijn voorzien).
11Luchtinlaat/-uitlaat
Controleer of de luchtinlaat en -uitlaat van de unit niet belemmerd is door papier, karton of iets anders.
12Spanning
Controleer de voedingsspanning op het lokale voedingspaneel. De spanning moet overeenkomen met de spanning op het identificatieplaatje van de unit.
Om beschadiging van de compressor te voorkomen dient u de carterverwarming ten minste 8 uur voor het opstarten van de compressor in te schakelen als de unit gedurende een lange periode niet heeft gefunctioneerd.
Procedure voor het inschakelen van de carterverwarming:
1Schakel de hoofdschakelaar in op het lokaal voedingspaneel. Zorg ervoor dat de unit in "OFF"-stand staat.
2De carterverwarming wordt automatisch ingeschakeld.
3Controleer de voedingsspanning op de voedingsklemmen L1, L2 en L3 met behulp van een voltmeter. De spanning moet overeenkomen met de spanning op het identificatieplaatje van de unit. Als de voltmeter een spanning afleest die niet ligt binnen het bereik vermeld in de technische gegevens, dient u de lokale bedrading te controleren en indien nodig de voedingskabels te vervangen.
4Controleer het controlelampje op de fasebeveiligingen. Als het oplicht is de volgorde van de fasen correct. Licht het niet op dan dient u de hoofdschakelaar uit te schakelen en een erkend elektricien te raadplegen om de draden van de voedingskabel in de juiste volgorde aan te sluiten.
5Controleer of de carterverwarming opwarmt.
Na 8 uur is de unit klaar voor gebruik.
De ERAP-units zijn uitgerust met een digitale besturing die een gebruikersvriendelijke instelling, gebruik en onderhoud van de unit toelaat.
Dit gedeelte van de handleiding heeft een praktijkgerichte, modulaire structuur. Behalve het eerste onderdeel, dat een kort overzicht biedt van de besturing zelf, behandelt elk onderdeel of subonderdeel een specifieke instelling die u met de unit kunt uitvoeren.
Gebruikersinterface
De digitale besturing bestaat uit een alfanumeriek scherm, gemerkte toetsen die u kunt indrukken, en een aantal controlelampjes.
■Digitale ingebouwde besturing
Afbeelding - Digitale ingebouwde besturing
f-toets, om het hoofdmenu te selecteren.
o-toets, om de unit in en uit te schakelen.
p-toets, om het beveiligingsmenu te selecteren of het alarm terug te stellen.
g |
-toetsen, om de menulijst te doorlopen (alleen als W, X of |
|
C verschijnt) of een instelling te verhogen, respectievelijk |
||
h |
||
te verlagen. |
||
|
q-toets, om een selectie of instelling te bevestigen.
■Digitale afstandsbediening (afzonderlijk te bestellen)
Afbeelding - Digitale afstandsbediening
Gebruiksaanwijzing |
ERAP110~170MBYNN |
5 |
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen |
4PW22681-1A |