17.1.2 Typische lay-out voor groepsbesturing ....................... 49
17.1.3 Controller + DIII centrale controller ............................. 51
VOORZICHTIG
Duidt op een situatie die kleine of matige verwondingen als
gevolg zou kunnen hebben.
GEVAAR
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen
als gevolg heeft.
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Duidt op een situatie die een ontploffing kan veroorzaken.
INFORMATIE
Duidt op nuttige tips of bijkomende informatie.
OPMERKING
Duidt op een situatie die schade aan apparatuur of
eigendom zou kunnen berokkenen.
1.1Voor de gebruiker
INFORMATIE
Zie ook de bij de binnen- en buitenunit geleverde
gebruiksaanwijzing.
WAARSCHUWING
Speel NIET met de unit of met de afstandsbediening.
Wanneer een kind het toestel toevallig bedient, kan het
lichamelijke letsels of schade aan de gezondheid oplopen.
WAARSCHUWING
Om elektrische schokken of brand te voorkomen:
▪ Gebruik de controller NIET met natte handen.
▪ Demonteer de controller NIET en raak geen interne
onderdelen aan. Neem contact op met uw dealer.
▪ Verander of repareer de controller NIET. Neem contact
op met uw dealer.
▪ Verplaats of installeer de controller niet zelf. Neem
contact op met uw dealer.
WAARSCHUWING
Gebruik GEEN ontvlambare materialen (bijv. haarlak of
insecticide) in de buurt van de controller.
OPMERKING
Maak de controller NIET schoon met organische
oplosmidddelen zoals thinner. Mogelijk gevolg: schade,
elektrische schokken of brand.
1Algemene
veiligheidsmaatregelen
Lees deze algemene voorzorgsmaatregelen betreffende de
veiligheid aandachtig voordat u de airconditioningapparatuur
installeert en zorg ervoor dat u alles juist installeert.
Het niet naleven van deze instructies kan leiden tot schade aan
voorwerpen of persoonlijk letsel (afhankelijk van de omstandigheden
kan dit ernstig zijn).
Betekenis van waarschuwingen en symbolen
Deze veiligheidsberichten worden gebruikt om uw aandacht te
trekken. Hieronder volgt een overzicht van alle veiligheidsberichten:
WAARSCHUWING
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen
als gevolg zou kunnen hebben.
BRC1H519W+K+S7
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1D – 2019.05
1.2Voor de installateur
De in dit document beschreven voorzorgsmaatregelen gaan over
heel belangrijke onderwerpen; volg ze nauwkeurig op.
INFORMATIE
Deze controller is een optie en kan niet autonoom worden
gebruikt. Zie ook de montagehandleiding en de
gebruiksaanwijzing van de binnen- en buitenunits.
OPMERKING
Een foute installatie of bevestiging van apparatuur,
uitrustingen of accessoires kan elektrische schokken, een
kortsluiting, lekken, brand of schade aan de apparatuur of
uitrustingen als gevolg hebben. Gebruik enkel accessoires,
optionele apparatuur en uitrustingen en reserveonderdelen
die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
3
2 Over dit document
WAARSCHUWING
Alle lokale bedrading en componenten MOETEN worden
geïnstalleerd door een erkend elektricien en MOETEN
voldoen aan de geldende wetgeving.
OPMERKING
De controller MOET binnenshuis worden geïnstalleerd.
OPMERKING
Selecteer een installatieplaats waar de gemiddelde
temperatuur in de kamer kan worden gedetecteerd
wanneer de controller als kamerthermostaat wordt
gebruikt.
Installeer de controller NIET op de volgende plaatsen:
▪ Op een plaats die blootgesteld is aan rechtstreeks zonlicht.
▪ Dichtbij een hittebron.
▪ Op een plaats die in contact komt met de buitenlucht of tocht, bijv.
een deur die wordt geopend/gesloten.
▪ Op een plaats waar het scherm gemakkelijk vuil wordt.
▪ Op een plaats waar u NIET goed bij de toetsen kunt.
▪ Op een plaats waar het kouder dan –10°C of warmer dan 50°C
wordt.
▪ Op een plaats met een relatieve vochtigheid van boven de 95%.
▪ In plaatsen met toestellen of machines die elektromagnetische
golven uitzenden. Elektromagnetische golven kunnen het
besturingssysteem storen, waardoor de apparatuur slecht kan
werken.
▪ Op een plaats waar hij in contact kan komen met water, of in het
ruimtes die vaak vochtig zijn.
Indien u twijfels heeft over de installatie of de bediening van de unit,
neem contact op met uw dealer.
Na het voltooien van de installatie:
▪ Test de gebruikersinterface en controleer of er geen problemen
zijn.
▪ Leg de klant het gebruik van de controller uit.
▪ Vraag de klant om de handleiding te bewaren voor latere naslag.
INFORMATIE
Raadpleeg uw dealer wanneer u de controller wilt
verplaatsen en elders installeren.
2Over dit document
Bedoeld publiek
Erkende installateurs + eindgebruikers
Documentatieset
Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De
volledige set omvat:
▪ Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing:
▪ Installatie-instructies
▪ Basis bedieningsinstructies
▪ Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker:
▪ Uitgebreide informatie voor montage en gebruik
▪ Conformiteitsverklaring
De documentatieset is beschikbaar op de productpagina's van de
BRC1H:
▪ BRC1H519W7: https://qr.daikin.eu/?N=BRC1H519W7
▪ BRC1H519K7: https://qr.daikin.eu/?N=BRC1H519K7
▪ BRC1H519S7: https://qr.daikin.eu/?N=BRC1H519S7
INFORMATIE: Conformiteitsverklaring
Hierbij verklaart Daikin Europe N.V. dat de radioapparatuur
van het type BRC1H conform de Richtlijn 2014/53/EU is.
De originele conformiteitsverklaring is beschikbaar op de
productpagina's van de BRC1H.
INFORMATIE: Madoka Assistant in-appdocumentatie
Met de controller kunt u alleen basisinstellingen en
basisfuncties gebruiken. Geavanceerde instellingen en
functies gaan via de Madoka Assistant app. Voor meer
informatie, zie de app en de in-app documentatie. De
Madoka Assistant app is beschikbaar op Google Play en in
de Apple Store.
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op
de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle
andere talen zijn vertalingen.
Technische gegevens
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar
op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk).
▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op
het Daikin-extranet (authenticatie vereist).
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
4
BRC1H519W+K+S7
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1D – 2019.05
Voor de gebruiker
+
-
cb d
a
3 Afstandsbediening: Overzicht
3Afstandsbediening: Overzicht
3.1Knoppen
a
AAN/UIT
▪ Wanneer de unit uit is, druk op de knop om het systeem in
te schakelen.
▪ Wanneer de unit aan is, druk op de knop om het systeem
uit te schakelen.
b
ENTER/ACTIVATE /SET
▪ Ga in het thuisscherm naar het hoofdmenu.
▪ Vanuit het hoofdscherm naar één van de submenu's gaan.
▪ In het respectievelijke submenu een bedrijfs-/
ventilatiestand activeren.
▪ Een instelling bevestigen in één van de submenu's.
c
CYCLE/ADJUST
▪ Naar links doorlopen.
▪ Een instelling veranderen (standaard: verlagen).
d
CYCLE/ADJUST
▪ Naar rechts doorlopen.
▪ Een instelling veranderen (standaard: verhogen).
3.2Statuspictogrammen
SymboolBeschrijving
Systeemwerking AAN. Geeft aan dat het systeem
werkt.
Systeemwerking UIT. Geeft aan dat het systeem
NIET werkt.
Bluetooth.1 Geeft aan dat de controller communiceert
met een mobiel apparaat, voor gebruik met de
Madoka Assistant app.
Slot. Geeft aan dat een functie of bedrijfsstand
vergrendeld is, en zodoende niet kan worden gebruikt
of geselecteerd.
Gecentraliseerde besturing. Geeft aan dat het
systeem door het centrale besturingstoestel (optioneel
accessoire) wordt bestuurd; deze controller kan het
systeem dan maar beperkt besturen.
SymboolBeschrijving
Omschakeling onder gecentraliseerde besturing.
Geeft aan dat het omschakelen tussen koelen en
verwarmen onder gecentraliseerde besturing door
een andere binnenunit gebeurt of door een optionele
kiezer voor koelen/verwarmen die op de buitenunit is
aangesloten.
Ontdooien/Warme start. Geeft aan dat de stand
ontdooien/warme start actief is.
Programma/Timer. Geeft aan dat het systeem
volgens een programma werkt of dat de
uitschakeltimer actief is.
Tijd niet ingesteld. Geeft aan dat de tijd van de
controller niet is ingesteld.
Werking zelfreinigend filter. Geeft aan dat het
zelfreinigend filter actief is.
Snelle start. Geeft aan dat de stand Snelle Start
actief is (alleen Sky Air).
Testbedrijf. Geeft aan dat de Teststand actief is
(alleen Sky Air).
Inspectie. Geeft aan dat de binnenunit of buitenunit
wordt geïnspecteerd.
Periodieke inspectie. Geeft aan dat de binnenunit of
buitenunit wordt geïnspecteerd.
Back-up. Geeft aan dat in het systeem een
binnenunit als back-up is ingesteld.
Individuele uitblaasrichting. Geeft aan dat de
instelling individuele uitblaasrichting actief is.
Informatie. Geeft aan dat het systeem een bericht
heeft. Ga naar het informatiescherm om het bericht te
zien.
Waarschuwing. Geeft aan dat er zich een storing
heeft voorgedaan of dat een onderdeel van de
binnenunit onderhoud vereist.
Beperking stroomverbruik. Geeft aan dat het
stroomverbruik van het systeem wordt beperkt, en dat
het met beperkt vermogen draait.
Einde beperking stroomverbruik. Geeft aan dat het
stroomverbruik van het systeem niet meer wordt
beperkt, en dat het niet meer met beperkt vermogen
draait.
Rotatie. Geeft aan dat de Rotatiestand actief is.
Setback. Geeft aan dat de binnenunit onder setback-
besturing draait.
Ventilatie. Geeft aan dat een ventilatie-unit met
warmteterugwinning is aangesloten.
(1)
Het Bluetooth®-woordmerk en logo's zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en Daikin Europe N.V. gebruikt deze merken
BRC1H519W+K+S7
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1D – 2019.05
onder licentie. Andere handelsmerken en merknamen zijn de eigendom van hun respectievelijke eigenaars.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
5
4 Bediening
+
-
a
19
INFORMATIE
▪ Voor informatie over de symbolen van de bedrijfs- en
Madoka Assistant app ingestelde items. Voor meer
informatie, zie de app.
3.3Statusaanduiding
a Statusaanduiding
4Bediening
4.1Basisgebruik
INFORMATIE
▪ Afhankelijk van de configuratie, wordt op het
thuisscherm het instelpunt weergegeven door een
numerieke waarde of door een symbool. Zie
"4.3.1 Over het instelpunt" op pagina 8 voor meer
informatie.
▪ Als op het thuisscherm het instelpunt door een symbool
wordt weergegeven, dan worden alleen de
statuspictogrammen van de standaard
thuisschermstand weergegeven, ook wanneer de
controller in de gedetailleerde thuisschermstand staat.
INFORMATIE
De controller biedt een stroombesparingsfunctie die het
scherm uitschakelt na een periode van inactiviteit. Druk op
een toets om het scherm weer in te schakelen.
4.1.2Hoofdmenu
Druk in het thuisscherm op om het hoofdmenu te openen.
Doorloop de menu's met en . Druk opnieuw op om een
menu te openen.
MenuBeschrijving
Bedrijfsstand. Bedrijfsstand instellen.
Datum en tijd. Datum en tijd instellen.
4.1.1Startscherm
Thuisschermstand
Afhankelijk van de configuratie, geeft de controller een standaard of
een gedetailleerd thuisscherm weer. Het standaard thuisscherm
geeft slechts beperkte informatie weer, maar het gedetailleerde
thuisscherm geeft allerlei informatie weer door middel van
statuspictogrammen. Wanneer de controller een tijdje niet wordt
gebruikt, keert hij terug naar het thuisscherm.
StandaardGedetailleerd
Werking thuisscherm
In sommige gevallen kunt u acties uitvoeren vanop het thuisscherm
van de controller.
VoorwaardeActie
Het systeem draait in de
koelstand, verwarmingsstand of
de automatische bedrijfsstand.
Het systeem bestaat
UITSLUITEND uit ventilatie-units
met warmteterugwinning.
Instelpunt veranderen
Ventilatiesnelheid veranderen
Uitblaasrichting. Uitblaasrichting van de binnenunit
instellen.
Ventilatorsnelheid. Ventilatorsnelheid van de
binnenunit instellen.
Ventilatiestand. Ventilatiestand instellen.
Ventilatiesnelheid. Ventilatiesnelheid voor de
ventilatiestand instellen.
Bluetooth. Schakel Bluetooth in om het systeem te
bedienen met de Madoka Assistant app, en/of om de
software van een afstandsbediening: te updaten.
INFORMATIE
▪ Afhankelijk van het type van uw binnenunit, zijn meer of
minder menu's beschikbaar.
▪ In het hoofdmenu geeft het symbool voor elk menu de
actuele actieve instelling of stand weer. Het menu
waarin u navigeert kan er anders uitzien dan in deze
handleiding.
▪ Met de controller kunt u alleen de basisfuncties van het
systeem gebruiken. Voor geavanceerde functies
(reductiewerking, weektimer, …), zie de Madoka
Assistant app.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
6
BRC1H519W+K+S7
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1D – 2019.05
4 Bediening
INFORMATIE
Het is mogelijk dat menu's vergrendeld zijn. In dat geval
worden ze doorstreept in het hoofdmenu weergegeven en
staat er een slotpictogram naast. Functies vergrendelen
kan in de Madoka Assistant app. Voor meer informatie, zie
de Madoka Assistant app en
"14.5.28Functievergrendeling"op pagina43.
4.2Bedrijfsstand
De binnenunit kan in verschillende bedrijfsstanden werken.
SymboolBedrijfsstand
Koelen. In deze stand wordt koelen geactiveerd
volgens de vereisten van het instelpunt of de setbackwerking.
Verwarmen. In deze stand wordt verwarmen
geactiveerd volgens de vereisten van het instelpunt of
de setback-werking.
Alleen ventilator. In deze stand wordt er lucht
gecirculeerd, zonder verwarmen of koelen.
Drogen. In deze stand wordt de luchtvochtigheid
verlaagd met een minimale temperatuurdaling.
De temperatuur en de ventilatorsnelheid worden
automatisch ingesteld en kunnen niet met de
controller worden geregeld.
Drogen is niet mogelijk als de kamertemperatuur te
laag is.
Ventilatie. In deze stand wordt de kamer
geventileerd, maar niet gekoeld of verwarmd.
Luchtzuivering. In deze stand werkt de optionele
luchtzuiveringsunit.
Ventilatie + Luchtzuivering. Combinatie van
ventilatie en luchtzuivering.
Auto. In de automatische stand schakelt de
binnenunit automatisch tussen verwarmen en koelen,
zoals bepaald door het instelpunt.
INFORMATIE
Als het omschakelen van de bedrijfsstand van een
binnenunit onder gecentraliseerde besturing staat (het
symbool 'omschakelen onder gecentraliseerde besturing'
knippert op het hoofdscherm), dan kan de bedrijfsstand
van die binnenunit NIET worden veranderd. Zie "Master-
instelling koelen/verwarmen" op pagina 33 voor meer
informatie.
Koelen
Bij een hoge buitenluchttemperatuur kan het even duren alvorens de
kamertemperatuur de instelpunttemperatuur bereikt.
Wanneer de binnenunit bij lage kamertemperatuur wordt ingesteld in
de koelstand, dan kan ze eerst in de ontdooistand worden
geschakeld (d.w.z. verwarmingsstand) om te voorkomen dat het
koelvermogen van het systeem daalt door ijs op de
warmtewisselaar. Zie "Verwarmen" op pagina 7 voor meer
informatie.
De binnenunit kan in de koelstand draaien omdat ze onder setback
werkt. Zie "14.5.18Setback"op pagina41 voor meer informatie.
Verwarmen
In de verwarmingsstand duurt het langer om de
instelpunttemperatuur te bereiken dan in de koelstand. Om dit te
verhelpen, kunt u het systeem met behulp van de timerfunctie eerder
laten opstarten.
De binnenunit kan in de verwarmingsstand draaien omdat ze onder
setback werkt. Zie "14.5.18 Setback" op pagina 41 voor meer
informatie.
Om koude tocht en een afname van het verwarmingsvermogen te
voorkomen, kan het systeem in de volgende speciale
verwarmingsstanden werken:
WerkingBeschrijving
OntdooienOm een verlies van het
verwarmingsvermogen door
ijsvorming in de buitenunit te
voorkomen, schakelt het systeem
automatisch over naar de
ontdooistand.
In de ontdooistand wordt de
ventilator van de binnenunit
stilgelegd en verschijnt het
volgende symbool op het
thuisscherm:
INFORMATIE
Afhankelijk van de binnenunit, zijn meer of minder
bedrijfsstanden beschikbaar.
4.2.1Over de bedrijfsstanden
INFORMATIE
Als de binnenunit een model voor alleen koelen is, kan ze
worden ingesteld op koelen, alleen ventilator of drogen.
INFORMATIE
Wanneer een bedrijfsstand niet beschikbaar is in het
bedrijfsstandmenu, kunnen zij ook vergrendeld zijn.
Bedrijfsstanden vergrendelen kan in de Madoka Assistant
app. Voor meer informatie, zie de Madoka Assistant app
en "14.5.28Functievergrendeling"op pagina43.
BRC1H519W+K+S7
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1D – 2019.05
Na ongeveer 6 tot 8 minuten
wordt de normale werking hervat.
Warme start (alleen VRV)Bij warme start wordt de
ventilator van de binnenunit
stilgelegd en verschijnt het
volgende symbool op het
thuisscherm:
INFORMATIE
Wanneer het systeem wordt stilgelegd terwijl de binnenunit
in de verwarmingsstand staat, blijft de ventilator nog
ongeveer 1minuut draaien om de laatste warmte uit de
binnenunit te verwijderen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
7
4 Bediening
28°C
+3°C
-3°C
25°C
22°C
INFORMATIE
▪ Hoe lager de buitenluchttemperatuur, hoe kleiner het
verwarmingsvermogen. Als het verwarmingsvermogen
niet volstaat, wordt aanbevolen een ander
verwarmingstoestel in de installatie te voorzien
(verlucht de kamer regelmatig als u een
verbrandingstoestel gebruikt. Gebruik het
verwarmingstoestel ook niet waar de binnenunit er
lucht op blaast).
▪ De binnenunit laat warme lucht circuleren. Dit betekent
dat het na het opstarten even duurt voordat de
binnenunit de kamer begint op te warmen.
▪ De ventilator van de binnenunit begint automatisch te
draaien tot de binnentemperatuur van het systeem een
bepaalde waarde heeft bereikt.
▪ Wanneer warme lucht bij het plafond blijft en uw voeten
het koud hebben, wordt het gebruik van een
luchtcirculator aanbevolen.
Drogen
OPMERKING
Om waterlekken of een defect van het systeem te
voorkomen, mag u het systeem NIET onmiddellijk na de
werking van de binnenunit uitschakelen. Wacht tot de
afvoerpomp klaar is met het verwijderen van water in de
binnenunit (ongeveer 1 minuut) en schakel dan het
systeem uit.
NumeriekSymbool
Als het instelpunt een numerieke
waarde is, kunt u de
kamertemperatuur regelen door
het instelpunt in stappen van 1°C
te verhogen of te verlagen.
Als het instelpunt een symbool is,
kunt u de kamertemperatuur
regelen door het instelpunt in
stappen te verhogen of te
verlagen t.o.v. het "referentieinstelpunt" (visueel weergegeven
door de markering in het midden
van de thermometer). Het
instelpunt kan drie stappen van
1°C boven of drie stappen van
1°C onder het referentieinstelpunt worden gewijzigd.
Voorbeeld: bij een referentieinstelpunt van 25°C kan het
instelpunt worden verhoogd tot
28°C en verlaagd tot 22°C.
INFORMATIE
Voor een vlotte start, schakel het systeem niet uit terwijl
het werkt.
4.2.2Bedrijfsstand instellen
1 Navigeer naar het bedrijfsstandmenu.
2 Selecteer een bedrijfsstand met en .
3 Druk op om te activeren.
Gevolg: De bedrijfsstand van de binnenunit verandert en het
thuisscherm verschijnt weer op de controller.
4.3Instelpunt
Het instelpunt is de streeftemperatuur voor koelen, verwarmen en
automatische stand.
INFORMATIE
De instelpuntregeling wordt beperkt door eventuele
beperkingen van het instelpuntbereik. Zie "14.5.21 Bereik
instelpunt"op pagina42 voor meer informatie.
▪ Numeriek: het instelpunt kan alleen tot de
maximumwaarden van het instelpuntbereik worden
verhoogd of verlaagd.
▪ Symbool: het instelpunt kan alleen tot de
maximumwaarden van het instelpuntbereik worden
verhoogd of verlaagd, ongeacht de ingestelde
referentie-temperatuur. Voorbeeld: bij een
referentietemperatuur van 25°C kan het instelpunt
normaal drie stappen worden verlaagd tot 22°C, maar
als de minimumwaarde van het instelpuntbereik op
24°C is ingesteld, kan het instelpunt maar tot 24°C
worden verlaagd.
INFORMATIE
Voor informatie over het instellen van het instelpunt
thuisscherm en het configureren van het referentieinstelpunt, zie de Madoka Assistant app.
4.3.2Instelpunt instellen
Voorwaarde: De actieve bedrijfsstand is 'Koelen', 'Verwarmen' of
'Auto'.
1 Stel in het thuisscherm het instelpunt in met en .
4.3.1Over het instelpunt
Instelpunt thuisscherm
Afhankelijk van de configuratie, wordt op het thuisscherm het
temperatuurinstelpunt weergegeven als een numerieke waarde of
als een symbool.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
8
Gevolg: Het temperatuurinstelpunt van de binnenunit wordt
veranderd.
BRC1H519W+K+S7
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1D – 2019.05
4 Bediening
4.4Datum en tijd veranderen
Stel de datum en tijd in voor de op de controller aangesloten
binnenunits.
4.4.1Over datum en tijd
Afhankelijk van de instelling van de zomertijd, staan in het menu
datum en tijd de volgende symbolen voor de zomertijd:
Zomertijd
Wintertijd
Voor meer informatie, zie "Lokale instellingen binnenunit" op
pagina26 (instellingen afstandsbediening) en "14.5.7Datum en tijd
veranderen"op pagina39 (instellingen app).
4.4.2Datum en tijd instellen
1 Navigeer naar het menu datum en tijd.
2 Druk op om te activeren.
Gevolg: De velden kunnen worden veranderd.
RichtingScherm
Vaste stand. De binnenunit
blaast de lucht uit in 1 van 5
vaste standen.
Draaien. De binnenunit wisselt af
tussen de 5 standen.
Auto. De uitblaasrichting van de
binnenunit verandert afhankelijk
van de door een
bewegingssensor gedetecteerde
beweging.
INFORMATIE
▪ Afhankelijk van het type binnenunit en/of de lay-out en
organisatie van het systeem, is de automatische stand
niet beschikbaar.
▪ Bij sommige types binnenunit kan de uitblaasrichting
niet worden ingesteld.
Automatische uitblaasregeling
In de volgende omstandigheden wordt de uitblaasrichting van de
binnenunits automatisch geregeld:
▪ Als de kamertemperatuur hoger is dan het instelpunt voor de
verwarmstand op de controller (inclusief automatische stand).
▪ Als de binnenunits in de verwarmingsstand draaien en de
ontdooifunctie actief is.
▪ Als de binnenunits in de continue stand draaien en de
uitblaasrichting horizontaal is.
3 Stel de datum en tijd in. Stel in met en . Bevestig met .
Ga door het menu tot alle velden juist zijn ingesteld.
Gevolg: De datum en tijd zijn ingesteld.
INFORMATIE
Na het bevestigen van de waarde van een veld gaat u
automatisch naar het volgende veld. Navigeer naar de
waarde van het laatste veld en bevestig ze om de
instellingen te beëindigen en het menu te verlaten.
4.5Luchtstroom
4.5.1Uitblaasrichting
De uitblaasrichting is de richting waarin de binnenunit de lucht
blaast.
Over de uitblaasrichting
De volgende uitblaasrichtingen kunnen worden ingesteld:
Uitblaasrichting instellen
1 Navigeer naar het uitblaasrichtingmenu.
2 Stel de uitblaasrichting in met en .
3 Druk op om te bevestigen.
Gevolg: De uitblaasrichting van de binnenunit verandert en het
thuisscherm verschijnt weer op de controller.
4.5.2Ventilatorsnelheid
De ventilatorsnelheid is het vermogen waarmee de lucht uit de
binnenunit wordt geblazen.
Over ventilatorsnelheid
Afhankelijk van de binnenunit, heeft u de keuze tussen:
BRC1H519W+K+S7
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1D – 2019.05
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
9
4 Bediening
VentilatorsnelheidScherm
2 ventilatorsnelheden
3 ventilatorsnelheden
5 ventilatorsnelheden
Sommige binnenunits ondersteunen daarnaast ook nog
automatische ventilatorsnelheid. In dat geval wordt de
ventilatorsnelheid van de binnenunit automatisch veranderd op basis
van het instelpunt en de kamertemperatuur.
VentilatorsnelheidScherm
Automatisch
4.6.1Ventilatiestand
De ventilatie-unit met warmteterugwinning kan in verschillende
bedrijfsstanden werken.
SymboolVentilatiestand
ERV (ventilatie met energieterugwinning). De
buitenlucht wordt door een warmtewisselaar gestuurd
alvorens in de kamer te worden geblazen.
Bypass. De buitenlucht wordt niet door een
warmtewisselaar gestuurd alvorens in de kamer te
worden geblazen.
Auto. Om de kamer op de efficiëntste manier te
ventileren, schakelt de ventilatie-unit met
warmteterugwinning automatisch tussen "Bypass" en
"Energy Reclaim Ventilation" (ventilatie met
energieterugwinning) (op basis van interne
berekeningen).
INFORMATIE
Afhankelijk van de ventilatie-unit met warmteterugwinning,
zijn meer of minder ventilatiestanden beschikbaar.
INFORMATIE
De ventilatiestand kan worden veranderd, ongeacht de
master-instelling voor koelen/verwarmen. Zie "Master-
instelling koelen/verwarmen" op pagina 33 voor meer
informatie.
INFORMATIE
▪ Als mechanische beveiliging is het mogelijk dat de
binnenunit automatisch in de stand 'Automatische
ventilatorsnelheid' wordt geschakeld.
▪ Een ventilator die stopt met draaien betekent niet
noodzakelijk een probleem met het systeem. De
ventilator kan altijd stoppen.
▪ Veranderingen in de ventilatorsnelheid worden niet
altijd meteen uitgevoerd.
Ventilatorsnelheid instellen
1 Navigeer naar het ventilatorsnelheidsmenu.
2 Stel de ventilatorsnelheid in met en .
3 Druk op om te bevestigen.
Gevolg: De ventilatorsnelheid van de binnenunit verandert en het
thuisscherm verschijnt weer op de controller.
OPMERKING
Vooraleer het systeem te starten MOET de unit minstens
6 uur onder spanning staan om te voorkomen dat de
compressor schade oploopt bij het opstarten.
INFORMATIE
Voor een vlotte start, schakel het systeem niet uit terwijl
het werkt.
Ventilatiestand instellen
1 Navigeer naar het ventilatiestandmenu.
2 Selecteer een ventilatiestand met en .
3 Druk op om te activeren.
Gevolg: De bedrijfsstand van de ventilatie-unit met
warmteterugwinning verandert en het thuisscherm verschijnt weer
op de controller.
4.6.2Ventilatiesnelheid
De ventilatiesnelheid is de ventilatorsnelheid in de ventilatiestand.
4.6Ventilatie
INFORMATIE
Ventilatie-instellingen zijn ALLEEN mogelijk voor ventilatieunits met warmteterugwinning.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
10
Ventilatiesnelheid instellen
1 Navigeer naar het ventilatiesnelheidsmenu.
BRC1H519W+K+S7
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1D – 2019.05
2 Stel de ventilatiesnelheid in met en .
ab
1×2×
3 Druk op om te bevestigen.
Gevolg: De ventilatiesnelheid van de ventilatie-unit met
warmteterugwinning verandert en het thuisscherm verschijnt weer
op de controller.
4.7Gevorderd gebruik
Met de controller kunt u alleen basisfuncties gebruiken. Voor
geavanceerde functies moet u de Madoka Assistant app gebruiken.
5 Onderhoud en service
6Opsporen en verhelpen van
storingen
6.1Overzicht: Opsporen en verhelpen
van storingen
Neem contact op met uw dealer wanneer het systeem in storing
staat. Bij een systeemstoring staat op het thuisscherm van de
controller, en/of een storingsscherm zodra u op drukt om vanop
het thuisscherm naar het hoofdmenu te gaan.
Storingsscherm (voorbeeld)
6.2Detectie koelmiddellek
Wanneer het systeem een koelmiddellek detecteert, wordt een alarm
geactiveerd. Stop het alarm en neem contact op met uw dealer.
5Onderhoud en service
5.1Overzicht: Onderhoud en service
Neem contact op met uw dealer wanneer een component van het
systeem toe is aan onderhoud of service. Wanneer onderhoud
vereist is, verschijnt op het thuisscherm, en/of een
waarschuwingsscherm zodra u op drukt om vanop het
thuisscherm naar het hoofdmenu te gaan.
De volgende waarschuwingsschermen gaan over onderhoud van de
binnenunit:
BRC1H519W+K+S7
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1D – 2019.05
a Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
11
8 Voorbereiding
10 mm
L
a
b
c
b Houtschroeven + muurpluggen (Ø4,0×30)
8Voorbereiding
8.1Bedradingsvereisten
Alle bedrading moet voldoen aan de volgende vereisten:
KabelspecificatieWaarde
TypeOmmanteld vinylsnoer of kabel
(tweedradig)
Doorsnede0,75~1,25 mm
Maximumlengte500 m
2
8.1.1Bedrading voorbereiden voor installatie
1 Strip de mantel af van het deel van de kabel dat door de
binnenkant van de achterste behuizing (L) moet gaan, zoals te
zien op de afbeelding en in de tabel.
2 De ene draad moet 10mm langer zijn dan de andere.
BedradingsuitlaatL
Bovenkant±150mm
Links±120mm
Onderkant±100mm
AchterkantGeen vereisten
9Installatie
9.1Overzicht: Installatie
Een typische installatie van de controller bestaat uit de volgende
stappen:
1De weg van de elektrische bedrading bepalen en op basis
daarvan een stuk uit de achterste behuizing knippen.
2De achterste behuizing tegen de muur monteren.
3De elektrische bedrading aansluiten.
4De controller sluiten.
9.2Controller monteren
a Bedrading langs de bovenkant
b Bedrading langs links
c Bedrading langs de onderkant
Als u de bedrading langs de achterkant wilt laten lopen, moet u niks
verwijderen.
INFORMATIE
Voer de bedrading door de uitbreekopening als ze van de
boven- of achterkant komt en monteer dan pas de
achterste behuizing tegen de muur.
9.2.2Controller monteren
1 Neem de schroeven en de pluggen uit de zak met accessoires.
2 Monteer de achterste behuizing op een vlak oppervlak.
INFORMATIE
Indien vereist (bijv. bij montage op een verzonken
elektrische installatiekast), monteer de achterste behuizing
door middel van de uitbreekopeningen.
9.2.1Over de montage van de controller
Voor u de controller kunt monteren, moet u bepalen langs waar u de
bedrading wilt laten lopen, en hiervoor een deel uit de achterste
behuizing van de controller verwijderen.
De bedrading kan langs boven, links, rechts of onder worden geleid.
Verwijder een stuk uit de achterste behuizing zoals aangegeven op
de afbeelding:
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
12
OPMERKING
Draai de montageschroeven niet te vast omdat anders de
achterste behuizing wordt vervormd.
BRC1H519W+K+S7
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1D – 2019.05
9 Installatie
P1P2
P1P2
P1P2
P1P2
1
2
9.3Aansluiten van de elektrische
bedrading
9.3.1Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten
van elektrische bedrading
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de
volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding
WAARSCHUWING
Alle lokale bedrading en componenten MOETEN worden
geïnstalleerd door een erkend elektricien en MOETEN
voldoen aan de geldende wetgeving.
VOORZICHTIG
Bij het aansluiten van de controller op de binnenunit
mogen de schakelkast en de transmissiebedrading van de
binnenunit nog niet aangesloten zijn.
OPMERKING
De aansluitbedrading is NIET meegeleverd.
Langs links
Langs de onderkant
OPMERKING
De bedrading moet weg van de bedrading van de
voedingskabels worden geleid om elektrische storingen
(externe interferentie) te voorkomen.
INFORMATIE
P1 en P2 hebben geen polariteit.
9.3.2Elektrische bedrading aansluiten
Sluit de P1/P2-klemmen van de controller aan op de P1/P2klemmen van de binnenunit.
Langs de bovenkant
Langs de achterkant
9.4Controller sluiten
9.4.1Voorzorgsmaatregelen bij het sluiten van
de controller
VOORZICHTIG
Raak de interne delen van de controller nooit aan.
VOORZICHTIG
Let er bij het sluiten van de controller op dat de bedrading
niet geklemd geraakt.
OPMERKING
Om schade te voorkomen moet de voorkant van de
controller stevig in de achterste behuizing worden geklikt.
9.4.2Controller sluiten
1 Klik de voorkant van de controller vast in de achterste
behuizing.
2 Wanneer de installatieplaats vrij van stof is, kunt u de
bescherming verwijderen.
BRC1H519W+K+S7
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1D – 2019.05
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
13
10 Het systeem starten
a
b
cd
9.5Controller openen
9.5.1Voorzorgsmaatregelen bij het openen van
de controller
OPMERKING
De printplaat van de controller zit in de voorste behuizing.
Let op dat u de printplaat bij het openen van de controller
niet beschadigt.
OPMERKING
Wanneer de voorste van de achterste behuizing is
verwijderd mag de printplaat niet in contact komen met stof
of vocht.
9.5.2Controller openen
1 Steek een platte schroevendraaier in één van de
sluitmechanismen in de onderkant en draai de
schroevendraaier langzaam.
Op het informatiescherm geven de volgende symbolen de master/
slave-status aan:
SymboolBeschrijving
Master
Slave
Zie "12.1.3Informatiescherm"op pagina17 voor meer informatie.
INFORMATIE
De master- en slave-controllers moeten van hetzelfde type
zijn.
INFORMATIE
Als een adapter voor digitale input BRP7A5* in het
systeem is geïnstalleerd, kan geen tweede controller
worden aangesloten en toegewezen. Wanneer u dan toch
een tweede controller zou aansluiten, gaat de adapter in
alarm.
INFORMATIE
Als een slave-controller niet binnen de 2 minuten na het
toewijzen het thuisscherm weergeeft, schakel dan de
spanning uit en controleer de bedrading.
INFORMATIE
Nadat u een controller opnieuw hebt toegewezen, moet de
spanning van het systeem worden uit- en weer
ingeschakeld.
10Het systeem starten
VOORZICHTIG
Controleer alvorens het systeem op te starten:
▪ De bedrading van de binnenunit en de buitenunit is
voltooid.
▪ Het deksel van de schakelkast van de binnen- en
buitenunits is gesloten.
De controller krijgt zijn voeding van de binnenunit. Hij wordt
opgestart zodra hij is aangesloten. Als de binnenunit niet is
ingeschakeld, kan de controller niet worden gebruikt.
De controller wordt automatisch opgestart zodra hij stroom krijgt. Als
dit de eerste en enige controller is die op de binnenunit wordt
aangesloten, wordt hij automatisch de master-controller. Een tweede
controller moet handmatig als slave-controller worden ingesteld.
Voor instructies, zie "10.2 Controller instellen als slave" op
pagina14.
10.1Master- en slave-controller
INFORMATIE
Slave-controllers ondersteunen niet alle functies. Als u op
een slave-controller een functie niet terugvindt, zoek ze
dan op de master-controller.
10.2Controller instellen als slave
Voorwaarde: Op de binnenunit is al een master-controller
aangesloten.
1 Sluit een tweede controller aan.
Gevolg: Deze wordt automatisch opgestart.
2 Wacht tot een storing U5 of U8 op het scherm verschijnt.
3 Wanneer de storing U5 of U8 verschijnt, houd ingedrukt tot
"2" op het scherm verschijnt.
a Buitenunit
b Binnenunit
c Master-afstandsbediening
d Slave-afstandsbediening
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
14
Gevolg: De controller is nu ingesteld als slave.
INFORMATIE
Als de slave-controller niet binnen de twee minuten na het
toewijzen het thuisscherm weergeeft, schakel dan de
spanning uit en controleer de bedrading.
BRC1H519W+K+S7
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1D – 2019.05
11 Afstandsbediening: Overzicht
+
-
cb d
a
11Afstandsbediening: Overzicht
11.1Knoppen
a
AAN/UIT
▪ Wanneer de unit uit is, druk op de knop om het systeem in
te schakelen.
▪ Wanneer de unit aan is, druk op de knop om het systeem
uit te schakelen.
b
ENTER/ACTIVATE /SET
▪ Ga in het thuisscherm naar het hoofdmenu.
▪ Vanuit het hoofdscherm naar één van de submenu's gaan.
▪ In het respectievelijke submenu een bedrijfs-/
ventilatiestand activeren.
▪ Een instelling bevestigen in één van de submenu's.
c
CYCLE/ADJUST
▪ Naar links doorlopen.
▪ Een instelling veranderen (standaard: verlagen).
d
CYCLE/ADJUST
▪ Naar rechts doorlopen.
▪ Een instelling veranderen (standaard: verhogen).
11.2Statuspictogrammen
SymboolBeschrijving
Systeemwerking AAN. Geeft aan dat het systeem
werkt.
Systeemwerking UIT. Geeft aan dat het systeem
NIET werkt.
Bluetooth.2 Geeft aan dat de controller communiceert
met een mobiel apparaat, voor gebruik met de
Madoka Assistant app.
Slot. Geeft aan dat een functie of bedrijfsstand
vergrendeld is, en zodoende niet kan worden gebruikt
of geselecteerd.
Gecentraliseerde besturing. Geeft aan dat het
systeem door het centrale besturingstoestel (optioneel
accessoire) wordt bestuurd; deze controller kan het
systeem dan maar beperkt besturen.
Omschakeling onder gecentraliseerde besturing.
Geeft aan dat het omschakelen tussen koelen en
verwarmen onder gecentraliseerde besturing door
een andere binnenunit gebeurt of door een optionele
kiezer voor koelen/verwarmen die op de buitenunit is
aangesloten.
SymboolBeschrijving
Ontdooien/Warme start. Geeft aan dat de stand
ontdooien/warme start actief is.
Programma/Timer. Geeft aan dat het systeem
volgens een programma werkt of dat de
uitschakeltimer actief is.
Tijd niet ingesteld. Geeft aan dat de tijd van de
controller niet is ingesteld.
Werking zelfreinigend filter. Geeft aan dat het
zelfreinigend filter actief is.
Snelle start. Geeft aan dat de stand Snelle Start
actief is (alleen Sky Air).
Testbedrijf. Geeft aan dat de Teststand actief is
(alleen Sky Air).
Inspectie. Geeft aan dat de binnenunit of buitenunit
wordt geïnspecteerd.
Periodieke inspectie. Geeft aan dat de binnenunit of
buitenunit wordt geïnspecteerd.
Back-up. Geeft aan dat in het systeem een
binnenunit als back-up is ingesteld.
Individuele uitblaasrichting. Geeft aan dat de
instelling individuele uitblaasrichting actief is.
Informatie. Geeft aan dat het systeem een bericht
heeft. Ga naar het informatiescherm om het bericht te
zien.
Waarschuwing. Geeft aan dat er zich een storing
heeft voorgedaan of dat een onderdeel van de
binnenunit onderhoud vereist.
Beperking stroomverbruik. Geeft aan dat het
stroomverbruik van het systeem wordt beperkt, en dat
het met beperkt vermogen draait.
Einde beperking stroomverbruik. Geeft aan dat het
stroomverbruik van het systeem niet meer wordt
beperkt, en dat het niet meer met beperkt vermogen
draait.
Rotatie. Geeft aan dat de Rotatiestand actief is.
Setback. Geeft aan dat de binnenunit onder setback-
besturing draait.
Ventilatie. Geeft aan dat een ventilatie-unit met
warmteterugwinning is aangesloten.
INFORMATIE
▪ Voor informatie over de symbolen van de bedrijfs- en
Madoka Assistant app ingestelde items. Voor meer
informatie, zie de app.
(2)
Het Bluetooth®-woordmerk en logo's zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en Daikin Europe N.V. gebruikt deze merken
BRC1H519W+K+S7
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1D – 2019.05
onder licentie. Andere handelsmerken en merknamen zijn de eigendom van hun respectievelijke eigenaars.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
15
12 Bediening
+
-
a
+
-
19
11.3Statusaanduiding
a Statusaanduiding
11.3.1Gedrag
Het gedrag van de statusaanduiding hangt af van de lokale instelling
R1-11 van de afstandsbediening (stand statusaanduiding).
Afhankelijk van de ingestelde waarde van deze instelling, doet de
statusaanduiding het volgende:
BedrijfsstatusGedrag statusaanduiding
0 (Normaal)1
(Hotelinstelling
1)
Werking AANAANAANAAN (wanneer
Werking UITUITUITUIT
FoutKnippert(geen
verandering)
WaarschuwingAANAANAAN (wanneer
Instelling
helderheid
statusaanduidin
g
Koppelen met
binnenunit
INFORMATIE
Met lokale instelling R1-11 van de afstandsbediening kan
de statusaanduiding worden veranderd, waardoor de
controller ook in hotels kan worden gebruikt.
AANAANAAN
KnippertKnippertKnippert
2
(Hotelinstelling
2)
de helderheid
van de
schermverlichtin
g afneemt,
wordt de
statusaanduidin
g
uitgeschakeld)
(geen
verandering)
de helderheid
van de
schermverlichtin
g afneemt,
wordt de
statusaanduidin
g
uitgeschakeld)
12Bediening
12.1Basisgebruik
12.1.1Schermverlichting
Om de controller te kunnen gebruiken, moet de schermverlichting
ingeschakeld zijn. Anders detecteert de controller niets wanneer u
op een knop drukt.
Wanneer de controller een tijdje niet wordt gebruikt, wordt de
verlichting uitgeschakeld of brandt ze minder sterk, afhankelijk van
de omstandigheden:
▪ Werking UIT: schermverlichting UIT;
▪ Werking AAN: schermverlichting brandt zwak.
INFORMATIE
▪ Het veranderen van de schermverlichting na inactiviteit
wordt ingesteld met lokale instelling R1-8 van de
controller (timer niet-gebruikt). Zie "Lokale instellingen
afstandsbediening" op pagina 27 voor meer
informatie.
▪ De helderheid van de schermverlichting wordt ingesteld
met lokale instelling R1-10 van de controller
(helderheid schermverlichting). Zie "Lokale instellingen
afstandsbediening" op pagina 27 voor meer
informatie.
▪ Zie "13.1.2 Scherminstellingen" op pagina 23 voor
instructies over het instellen van de helderheid en het
contrast van het scherm wanneer de schermverlichting
is ingeschakeld.
Schermverlichting inschakelen
1 Druk kort op .
12.1.2Startscherm
Thuisschermstand
Afhankelijk van de configuratie, geeft de controller een standaard of
een gedetailleerd thuisscherm weer. Het standaard thuisscherm
geeft slechts beperkte informatie weer, maar het gedetailleerde
thuisscherm geeft allerlei informatie weer door middel van
statuspictogrammen. Wanneer de controller een tijdje niet wordt
gebruikt, keert hij terug naar het thuisscherm.
StandaardGedetailleerd
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
16
Werking thuisscherm
In sommige gevallen kunt u acties uitvoeren vanop het thuisscherm
van de controller.
BRC1H519W+K+S7
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1D – 2019.05
Loading...
+ 36 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.