18.1.2 Typische lay-out voor groepsbesturing ....................... 38
18.1.3 Controller + DIII centrale controller ............................. 39
1Algemene
veiligheidsmaatregelen
Lees deze algemene voorzorgsmaatregelen betreffende de
veiligheid aandachtig voordat u de airconditioningapparatuur
installeert en zorg ervoor dat u alles juist installeert.
Het niet naleven van deze instructies kan leiden tot schade aan
voorwerpen of persoonlijk letsel (afhankelijk van de omstandigheden
kan dit ernstig zijn).
Betekenis van waarschuwingen en symbolen
Deze veiligheidsberichten worden gebruikt om uw aandacht te
trekken. Hieronder volgt een overzicht van alle veiligheidsberichten:
WAARSCHUWING
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen
als gevolg zou kunnen hebben.
VOORZICHTIG
Duidt op een situatie die kleine of matige verwondingen als
gevolg zou kunnen hebben.
GEVAAR
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen
als gevolg heeft.
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Duidt op een situatie die een ontploffing kan veroorzaken.
INFORMATIE
Duidt op nuttige tips of bijkomende informatie.
OPMERKING
Duidt op een situatie die schade aan apparatuur of
eigendom zou kunnen berokkenen.
1.1Voor de gebruiker
INFORMATIE
Zie ook de bij de binnen- en buitenunit geleverde
gebruiksaanwijzing.
WAARSCHUWING
Speel NIET met de unit of met de afstandsbediening.
Wanneer een kind het toestel toevallig bedient, kan het
lichamelijke letsels of schade aan de gezondheid oplopen.
WAARSCHUWING
Om elektrische schokken of brand te voorkomen:
▪ Gebruik de controller NIET met natte handen.
▪ Demonteer de controller NIET en raak geen interne
onderdelen aan. Neem contact op met uw dealer.
▪ Verander of repareer de controller NIET. Neem contact
op met uw dealer.
▪ Verplaats of installeer de controller niet zelf. Neem
contact op met uw dealer.
WAARSCHUWING
Gebruik GEEN ontvlambare materialen (bijv. haarlak of
insecticide) in de buurt van de controller.
OPMERKING
Maak de controller NIET schoon met organische
oplosmidddelen zoals thinner. Mogelijk gevolg: schade,
elektrische schokken of brand.
1.2Voor de installateur
De in dit document beschreven voorzorgsmaatregelen gaan over
heel belangrijke onderwerpen; volg ze nauwkeurig op.
INFORMATIE
Deze controller is een optie en kan niet autonoom worden
gebruikt. Zie ook de montagehandleiding en de
gebruiksaanwijzing van de binnen- en buitenunits.
OPMERKING
Een foute installatie of bevestiging van apparatuur,
uitrustingen of accessoires kan elektrische schokken, een
kortsluiting, lekken, brand of schade aan de apparatuur of
uitrustingen als gevolg hebben. Gebruik enkel accessoires,
optionele apparatuur en uitrustingen en reserveonderdelen
die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden.
WAARSCHUWING
Alle lokale bedrading en componenten MOETEN worden
geïnstalleerd door een erkend elektricien en MOETEN
voldoen aan de geldende wetgeving.
OPMERKING
De controller MOET binnenshuis worden geïnstalleerd.
OPMERKING
Selecteer een installatieplaats waar de gemiddelde
temperatuur in de kamer kan worden gedetecteerd
wanneer de controller als kamerthermostaat wordt
gebruikt.
Installeer de controller NIET op de volgende plaatsen:
▪ Op een plaats die blootgesteld is aan rechtstreeks zonlicht.
▪ Dichtbij een hittebron.
▪ Op een plaats die in contact komt met de buitenlucht of tocht, bijv.
een deur die wordt geopend/gesloten.
▪ Op een plaats waar het scherm gemakkelijk vuil wordt.
▪ Op een plaats waar u NIET goed bij de toetsen kunt.
▪ Op een plaats waar het kouder dan –10°C of warmer dan 50°C
wordt.
BRC1H519W+K+S
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1C – 2018.12
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
3
2 Over dit document
+
-
cb d
e
a
▪ Op een plaats met een relatieve vochtigheid van boven de 95%.
▪ In plaatsen met toestellen of machines die elektromagnetische
golven uitzenden. Elektromagnetische golven kunnen het
besturingssysteem storen, waardoor de apparatuur slecht kan
werken.
▪ Op een plaats waar hij in contact kan komen met water, of in het
ruimtes die vaak vochtig zijn.
Indien u twijfels heeft over de installatie of de bediening van de unit,
neem contact op met uw dealer.
Na het voltooien van de installatie:
▪ Test de gebruikersinterface en controleer of er geen problemen
zijn.
▪ Leg de klant het gebruik van de controller uit.
▪ Vraag de klant om de handleiding te bewaren voor latere naslag.
INFORMATIE
Raadpleeg uw dealer wanneer u de controller wilt
verplaatsen en elders installeren.
2Over dit document
Bedoeld publiek
Erkende installateurs + eindgebruikers
Documentatieset
Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De
volledige set omvat:
▪ Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing:
▪ Installatie-instructies
▪ Basis bedieningsinstructies
▪ Formaat: Papier (in de doos van de controller)
▪ Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker:
▪ Uitgebreide informatie voor montage en gebruik
▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
▪ Madoka Assistant in-app documentatie:
▪ Met de controller kunt u alleen basisinstellingen en
basisfuncties gebruiken. Geavanceerde instellingen en functies
gaan via de Madoka Assistant app. Voor meer informatie, zie
de app en de in-app documentatie.
▪ Formaat: App verkrijgbaar op Google Play en in de Apple Store
▪ Conformiteitsverklaring:
▪ Hierbij verklaart Daikin Europe N.V. dat de radioapparatuur van
het type BRC1H conform de Richtlijn 2014/53/EU is. De
originele conformiteitsverklaring is beschikbaar op de BRC1Hproductpagina http://www.daikin.eu/BRC1H.
▪ Formaat: Digitaal bestand van de productpagina
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op
de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle
andere talen zijn vertalingen.
Technische gegevens
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar
op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk).
▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op
het Daikin-extranet (authenticatie vereist).
Voor de gebruiker
3Knoppen
a
b
ON/OFF
▪ Wanneer de unit uit is, druk op de knop om het systeem in
te schakelen. De statusindicator (e) wordt ook
ingeschakeld.
▪ Wanneer de unit aan is, druk op de knop om het systeem
uit te schakelen. De statusindicator (e) wordt ook
uitgeschakeld.
ENTER/ACTIVATE /SET
▪ Ga in het thuisscherm naar het hoofdmenu.
▪ Vanuit het hoofdscherm naar één van de submenu's gaan.
▪ In het respectievelijke submenu een bedrijfs-/
ventilatiestand activeren.
▪ Een instelling bevestigen in één van de submenu's.
c
CYCLE/ADJUST
▪ Naar links doorlopen.
▪ Een instelling veranderen (standaard: verlagen).
d
CYCLE/ADJUST
▪ Naar rechts doorlopen.
▪ Een instelling veranderen (standaard: verhogen).
INFORMATIE
De statusaanduiding is volgens de lokale instellingen. Zie
"14.1.3 Instellingen statusaanduiding" op pagina 15 voor
meer informatie.
4Thuisschermen
Afhankelijk van de configuratie door de installateur, geeft de
controller een standaard of een gedetailleerd thuisscherm weer. In
de meeste gevallen worden op een standaard thuisscherm alleen de
actieve bedrijfsstand, eventuele berichten, en de
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
4
Afstandsbediening met kabel
BRC1H519W+K+S
4P513689-1C – 2018.12
5 Statuspictogrammen
a
b
c
19
a
b
c
instelpunttemperatuur (bij koelen, verwarmen of automatische stand)
weergegeven. Het gedetailleerd thuisscherm geeft allerlei informatie
weer door middel van statussymbolen.
StandaardGedetailleerd
a Berichten
b Actieve bedrijfsstand
c Instelpunttemperatuur
INFORMATIE
De controller biedt een stroombesparingsfunctie die het
scherm uitschakelt na een periode van inactiviteit. Druk op
een toets om het scherm weer in te schakelen.
5Statuspictogrammen
SymboolBeschrijving
Systeemwerking AAN. Geeft aan dat het systeem
werkt.
Systeemwerking UIT. Geeft aan dat het systeem
NIET werkt.
Bluetooth.1 Geeft aan dat de controller communiceert
met een mobiel apparaat, voor gebruik met de
Madoka Assistant app.
Slot. Geeft aan dat een functie of bedrijfsstand
vergrendeld is, en zodoende niet kan worden gebruikt
of geselecteerd.
Gecentraliseerde besturing. Geeft aan dat het
systeem door het centrale besturingstoestel (optioneel
accessoire) wordt bestuurd; deze controller kan het
systeem dan maar beperkt besturen.
Omschakeling onder gecentraliseerde besturing.
Geeft aan dat het omschakelen tussen koelen en
verwarmen onder gecentraliseerde besturing door
een andere binnenunit gebeurt of door een optionele
kiezer voor koelen/verwarmen die op de buitenunit is
aangesloten.
Ontdooien/Warme start. Geeft aan dat de stand
ontdooien/warme start actief is.
Programma/Timer. Geeft aan dat het systeem
volgens een programma werkt of dat de
uitschakeltimer actief is.
Tijd niet ingesteld. Geeft aan dat de tijd van de
controller niet is ingesteld.
Werking zelfreinigend filter. Geeft aan dat het
zelfreinigend filter actief is.
Snelle start. Geeft aan dat de stand Snelle Start
actief is (alleen Sky Air).
Testbedrijf. Geeft aan dat de Teststand actief is
(alleen Sky Air).
SymboolBeschrijving
Inspectie. Geeft aan dat de binnenunit of buitenunit
wordt geïnspecteerd.
Periodieke inspectie. Geeft aan dat de binnenunit of
buitenunit wordt geïnspecteerd.
Back-up. Geeft aan dat in het systeem een
binnenunit als back-up is ingesteld.
Individuele uitblaasrichting. Geeft aan dat de
instelling individuele uitblaasrichting actief is.
Informatie. Geeft aan dat het systeem een bericht
heeft. Ga naar het informatiescherm om het bericht te
zien.
Waarschuwing. Geeft aan dat er zich een storing
heeft voorgedaan of dat een onderdeel van de
binnenunit onderhoud vereist.
Beperking stroomverbruik. Geeft aan dat het
stroomverbruik van het systeem wordt beperkt, en dat
het met beperkt vermogen draait.
Einde beperking stroomverbruik. Geeft aan dat het
stroomverbruik van het systeem niet meer wordt
beperkt, en dat het niet meer met beperkt vermogen
draait.
Rotatie. Geeft aan dat de Rotatiestand actief is.
Setback. Geeft aan dat de binnenunit onder setback-
besturing draait.
Ventilatie. Geeft aan dat een ventilatie-unit met
warmteterugwinning is aangesloten.
INFORMATIE
▪ Voor informatie over de symbolen van de bedrijfs- en
Madoka Assistant app ingestelde items. Voor meer
informatie, zie de app.
6Werking
Druk in het thuisscherm op
Doorloop de menu's met en . Druk opnieuw op om een
menu te openen.
INFORMATIE
▪ Afhankelijk van het type van uw binnenunit, zijn meer of
minder menu's beschikbaar.
▪ In het hoofdmenu geeft het symbool voor elk menu de
actuele actieve instelling of stand weer. Het menu
waarin u navigeert kan er anders uitzien dan in deze
handleiding.
▪ Met de controller kunt u alleen de basisfuncties van het
systeem gebruiken. Voor geavanceerde functies
(reductiewerking, weektimer, …), zie de Madoka
Assistant app.
om het hoofdmenu te openen.
(1)
Het Bluetooth®-woordmerk en logo's zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en Daikin Europe N.V.
BRC1H519W+K+S
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1C – 2018.12
gebruikt deze merken onder licentie. Andere handelsmerken en merknamen zijn de eigendom van hun respectievelijke
eigenaars.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
5
6 Werking
INFORMATIE
Het is mogelijk dat menu's vergrendeld zijn. In dat geval
worden ze doorstreept in het menu weergegeven en staat
er een slotpictogram naast. Functies vergrendelen kan in
de Madoka Assistant app. Voor meer informatie, zie de
Madoka Assistant app en
"15.5.27Functievergrendeling"op pagina33.
6.1Bedrijfsstand
De binnenunit kan in verschillende bedrijfsstanden werken.
SymboolBedrijfsstand
Koelen. In deze stand wordt koelen geactiveerd
volgens de vereisten van het instelpunt of de setbackwerking.
Verwarmen. In deze stand wordt verwarmen
geactiveerd volgens de vereisten van het instelpunt of
de setback-werking.
Alleen ventilator. In deze stand wordt er lucht
gecirculeerd, zonder verwarmen of koelen.
Drogen. In deze stand wordt de luchtvochtigheid
verlaagd met een minimale temperatuurdaling.
De temperatuur en de ventilatorsnelheid worden
automatisch ingesteld en kunnen niet met de
controller worden geregeld.
Drogen is niet mogelijk als de kamertemperatuur te
laag is.
Ventilatie. In deze stand wordt de kamer
geventileerd, maar niet gekoeld of verwarmd.
Luchtzuivering. In deze stand werkt de optionele
luchtzuiveringsunit.
Ventilatie + Luchtzuivering. Combinatie van
ventilatie en luchtzuivering.
Auto. In de automatische stand schakelt de
binnenunit automatisch tussen verwarmen en koelen,
zoals bepaald door het instelpunt.
INFORMATIE
Als het omschakelen van de bedrijfsstand van een
binnenunit onder gecentraliseerde besturing staat (het
symbool 'omschakelen onder gecentraliseerde besturing'
knippert op het hoofdscherm), dan kan de bedrijfsstand
van die binnenunit NIET worden veranderd. Zie "Master-
instelling koelen/verwarmen" op pagina 26 voor meer
informatie.
Koelen
Bij een hoge buitenluchttemperatuur kan het even duren alvorens de
kamertemperatuur de instelpunttemperatuur bereikt.
Wanneer de binnenunit bij lage kamertemperatuur wordt ingesteld in
de koelstand, dan kan ze eerst in de ontdooistand worden
geschakeld (d.w.z. verwarmingsstand) om te voorkomen dat het
koelvermogen van het systeem daalt door ijs op de
warmtewisselaar. Zie "Verwarmen" op pagina 6 voor meer
informatie.
De binnenunit kan in de koelstand draaien omdat ze onder setback
werkt. Zie "15.5.18Setback"op pagina31 voor meer informatie.
Verwarmen
In de verwarmingsstand duurt het langer om de
instelpunttemperatuur te bereiken dan in de koelstand. Om dit te
verhelpen, kunt u het systeem met behulp van de timerfunctie eerder
laten opstarten.
De binnenunit kan in de verwarmingsstand draaien omdat ze onder
setback werkt. Zie "15.5.18 Setback" op pagina 31 voor meer
informatie.
Om koude tocht en een afname van het verwarmingsvermogen te
voorkomen, kan het systeem in de volgende speciale
verwarmingsstanden werken:
WerkingBeschrijving
OntdooienOm een verlies van het
verwarmingsvermogen door
ijsvorming in de buitenunit te
voorkomen, schakelt het systeem
automatisch over naar de
ontdooistand.
In de ontdooistand wordt de
ventilator van de binnenunit
stilgelegd en verschijnt het
volgende symbool op het
thuisscherm:
INFORMATIE
Afhankelijk van de binnenunit, zijn meer of minder
bedrijfsstanden beschikbaar.
6.1.1Over de bedrijfsstanden
INFORMATIE
Als de binnenunit een model voor alleen koelen is, kan ze
worden ingesteld op koelen, alleen ventilator of drogen.
INFORMATIE
Wanneer een bedrijfsstand niet beschikbaar is in het
bedrijfsstandmenu, kunnen zij ook vergrendeld zijn.
Bedrijfsstanden vergrendelen kan in de Madoka Assistant
app. Voor meer informatie, zie de Madoka Assistant app
en "15.5.27Functievergrendeling"op pagina33.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
6
Na ongeveer 6 tot 8 minuten
wordt de normale werking hervat.
Warme start (alleen VRV)Bij warme start wordt de
ventilator van de binnenunit
stilgelegd en verschijnt het
volgende symbool op het
thuisscherm:
INFORMATIE
Wanneer het systeem wordt stilgelegd terwijl de binnenunit
in de verwarmingsstand staat, blijft de ventilator nog
ongeveer 1minuut draaien om de laatste warmte uit de
binnenunit te verwijderen.
BRC1H519W+K+S
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1C – 2018.12
6 Werking
INFORMATIE
▪ Hoe lager de buitenluchttemperatuur, hoe kleiner het
verwarmingsvermogen. Als het verwarmingsvermogen
niet volstaat, wordt aanbevolen een ander
verwarmingstoestel in de installatie te voorzien
(verlucht de kamer regelmatig als u een
verbrandingstoestel gebruikt. Gebruik het
verwarmingstoestel ook niet waar de binnenunit er
lucht op blaast).
▪ De binnenunit laat warme lucht circuleren. Dit betekent
dat het na het opstarten even duurt voordat de
binnenunit de kamer begint op te warmen.
▪ De ventilator van de binnenunit begint automatisch te
draaien tot de binnentemperatuur van het systeem een
bepaalde waarde heeft bereikt.
▪ Wanneer warme lucht bij het plafond blijft en uw voeten
het koud hebben, wordt het gebruik van een
luchtcirculator aanbevolen.
Drogen
OPMERKING
Om waterlekken of een defect van het systeem te
voorkomen, mag u het systeem NIET onmiddellijk na de
werking van de binnenunit uitschakelen. Wacht tot de
afvoerpomp klaar is met het verwijderen van water in de
binnenunit (ongeveer 1 minuut) en schakel dan het
systeem uit.
INFORMATIE
Voor een vlotte start, schakel het systeem niet uit terwijl
het werkt.
6.1.2Bedrijfsstand instellen
1 Navigeer naar het bedrijfsstandmenu.
Wanneer …dan …
… het systeem wordt
uitgeschakeld en setback is
gedeactiveerd
… het systeem wordt
uitgeschakeld en setback is
geactiveerd
Voor meer informatie over setback, zie "15.5.18 Setback" op
pagina31.
… verschijnt het instelpunt voor
de gewone temperatuur op het
thuisscherm.
… verschijnt het instelpunt voor
de setback-temperatuur op het
thuisscherm.
6.2.2Instelpunt instellen
Voorwaarde: De actieve bedrijfsstand is 'Koelen', 'Verwarmen' of
'Auto'.
1 Stel in het thuisscherm het instelpunt in met en .
Gevolg: Het temperatuurinstelpunt van de binnenunit wordt
veranderd.
6.3Datum en tijd veranderen
Stel de datum en tijd in voor de op de controller aangesloten
binnenunits.
6.3.1Over datum en tijd
Afhankelijk van de instelling van de zomertijd, staan in het menu
datum en tijd de volgende symbolen voor de zomertijd:
Zomertijd
Wintertijd
2 Selecteer een bedrijfsstand met en .
3 Druk op om te activeren.
Gevolg: De bedrijfsstand van de binnenunit verandert en het
thuisscherm verschijnt weer op de controller.
6.2Instelpunt
Het instelpunt is de streeftemperatuur voor koelen, verwarmen en
automatische stand.
6.2.1Over het instelpunt
Het instelpunt op het thuisscherm hangt af van de AAN/UIT-status
en of setback is geactiveerd:
Wanneer …dan …
… het systeem wordt
ingeschakeld
… verschijnt het instelpunt voor
de gewone temperatuur op het
thuisscherm.
Voor meer informatie, zie "Lokale instellingen binnenunit" op
pagina 18 (instellingen controller) en "15.5.7 Datum en tijd
veranderen"op pagina30 (instellingen app).
6.3.2Datum en tijd instellen
1 Navigeer naar het menu datum en tijd.
2 Druk op om te activeren.
Gevolg: De velden kunnen worden veranderd.
BRC1H519W+K+S
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1C – 2018.12
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
7
6 Werking
3 Stel de datum en tijd in. Stel in met en . Bevestig met .
Ga door het menu tot alle velden juist zijn ingesteld.
Gevolg: De datum en tijd zijn ingesteld.
INFORMATIE
Na het bevestigen van de waarde van een veld gaat u
automatisch naar het volgende veld. Navigeer naar de
waarde van het laatste veld en bevestig ze om de
instellingen te beëindigen en het menu te verlaten.
3 Druk op om te bevestigen.
Gevolg: De uitblaasrichting van de binnenunit verandert en het
thuisscherm verschijnt weer op de controller.
6.4Luchtstroom
6.4.1Uitblaasrichting
De uitblaasrichting is de richting waarin de binnenunit de lucht
blaast.
Over de uitblaasrichting
De volgende uitblaasrichtingen kunnen worden ingesteld:
RichtingScherm
Vaste stand. De binnenunit
blaast de lucht uit in 1 van 5
vaste standen.
Draaien. De binnenunit wisselt af
tussen de 5 standen.
Auto. De uitblaasrichting van de
binnenunit verandert afhankelijk
van de door een
bewegingssensor gedetecteerde
beweging.
INFORMATIE
▪ Afhankelijk van het type binnenunit en/of de lay-out en
organisatie van het systeem, is de automatische stand
niet beschikbaar.
▪ Bij sommige types binnenunit kan de uitblaasrichting
niet worden ingesteld.
6.4.2Ventilatorsnelheid
De ventilatorsnelheid is het vermogen waarmee de lucht uit de
binnenunit wordt geblazen.
Over ventilatorsnelheid
Afhankelijk van de binnenunit, heeft u de keuze tussen:
VentilatorsnelheidScherm
2 ventilatorsnelheden
3 ventilatorsnelheden
5 ventilatorsnelheden
Sommige binnenunits ondersteunen daarnaast ook nog
automatische ventilatorsnelheid. In dat geval wordt de
ventilatorsnelheid van de binnenunit automatisch veranderd op basis
van het instelpunt en de kamertemperatuur.
VentilatorsnelheidScherm
Automatisch
Automatische uitblaasregeling
In de volgende omstandigheden wordt de uitblaasrichting van de
binnenunits automatisch geregeld:
▪ Als de kamertemperatuur hoger is dan het instelpunt voor de
verwarmstand op de controller (inclusief automatische stand).
▪ Als de binnenunits in de verwarmingsstand draaien en de
ontdooifunctie actief is.
▪ Als de binnenunits in de continue stand draaien en de
uitblaasrichting horizontaal is.
Uitblaasrichting instellen
1 Navigeer naar het uitblaasrichtingmenu.
2 Stel de uitblaasrichting in met en .
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
8
INFORMATIE
▪ Als mechanische beveiliging is het mogelijk dat de
binnenunit automatisch in de stand 'Automatische
ventilatorsnelheid' wordt geschakeld.
▪ Een ventilator die stopt met draaien betekent niet
noodzakelijk een probleem met het systeem. De
ventilator kan altijd stoppen.
▪ Veranderingen in de ventilatorsnelheid worden niet
altijd meteen uitgevoerd.
Ventilatorsnelheid instellen
1 Navigeer naar het ventilatorsnelheidsmenu.
BRC1H519W+K+S
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1C – 2018.12
2 Stel de ventilatorsnelheid in met en .
3 Druk op om te bevestigen.
Gevolg: De ventilatorsnelheid van de binnenunit verandert en het
thuisscherm verschijnt weer op de controller.
6.5Ventilatie
INFORMATIE
Ventilatie-instellingen zijn ALLEEN mogelijk voor ventilatieunits met warmteterugwinning.
6.5.1Ventilatiestand
De ventilatie-unit met warmteterugwinning kan in verschillende
bedrijfsstanden werken.
7 Onderhoud en service
3 Druk op om te activeren.
Gevolg: De bedrijfsstand van de ventilatie-unit met
warmteterugwinning verandert en het thuisscherm verschijnt weer
op de controller.
6.5.2Ventilatiesnelheid
De ventilatiesnelheid is de ventilatorsnelheid in de ventilatiestand.
Ventilatiesnelheid instellen
1 Navigeer naar het ventilatiesnelheidsmenu.
SymboolVentilatiestand
ERV (ventilatie met energieterugwinning). De
buitenlucht wordt door een warmtewisselaar gestuurd
alvorens in de kamer te worden geblazen.
Bypass. De buitenlucht wordt niet door een
warmtewisselaar gestuurd alvorens in de kamer te
worden geblazen.
Auto. Om de kamer op de efficiëntste manier te
ventileren, schakelt de ventilatie-unit met
warmteterugwinning automatisch tussen "Bypass" en
"Energy Reclaim Ventilation" (ventilatie met
energieterugwinning) (op basis van interne
berekeningen).
INFORMATIE
Afhankelijk van de ventilatie-unit met warmteterugwinning,
zijn meer of minder ventilatiestanden beschikbaar.
INFORMATIE
De ventilatiestand kan worden veranderd, ongeacht de
master-instelling voor koelen/verwarmen. Zie "Master-
instelling koelen/verwarmen" op pagina 26 voor meer
informatie.
OPMERKING
Vooraleer het systeem te starten MOET de unit minstens
6 uur onder spanning staan om te voorkomen dat de
compressor schade oploopt bij het opstarten.
2 Stel de ventilatiesnelheid in met en .
3 Druk op om te bevestigen.
Gevolg: De ventilatiesnelheid van de ventilatie-unit met
warmteterugwinning verandert en het thuisscherm verschijnt weer
op de controller.
6.6Geavanceerde functies
Met de controller kunt u alleen basisfuncties gebruiken. Voor
geavanceerde functies moet u de Madoka Assistant app gebruiken.
6.6.1Bluetooth-verbinding tot stand brengen
Voorwaarde: U hebt een mobiel apparaat waarop de Madoka
Assistant app draait.
Voorwaarde: Uw mobiel apparaat ondersteunt Bluetooth versie 4.2.
1 Open Madoka Assistant en volg de instructies in de app.
7Onderhoud en service
INFORMATIE
Voor een vlotte start, schakel het systeem niet uit terwijl
het werkt.
Ventilatiestand instellen
1 Navigeer naar het ventilatiestandmenu.
2 Selecteer een ventilatiestand met en .
BRC1H519W+K+S
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1C – 2018.12
7.1Overzicht: Onderhoud en service
Neem contact op met uw dealer wanneer het systeem toe is aan
onderhoud of service.
Wanneer de volgende onderdelen van de binnenunit toe zijn aan
onderhoud, verschijnt een onderhoudsscherm zodra u naar het
hoofdmenu probeert te gaan:
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
9
8 Opsporen en verhelpen van storingen
ab
1×2×
10 mm
L
Onderhoudsschermen
Filter reinigen
Filter vervangenStofcompartiment
leegmaken
8Opsporen en verhelpen van
storingen
8.1Overzicht: Opsporen en verhelpen
van storingen
Neem contact op met uw dealer wanneer het systeem in storing is
en op de controller een storingscherm verschijnt zodra u naar het
hoofdmenu probeert te gaan.
Storingscherm (voorbeeld)
8.2Detectie koelmiddellek
Wanneer het systeem een koelmiddellek detecteert, wordt een alarm
geactiveerd. Stop het alarm en neem contact op met uw dealer.
8.2.1Lekdetectie-alarm stoppen
1 Druk 3seconden op om het alarm te stoppen.
Gevolg: Het alarm stopt.
2 Raadpleeg uw dealer.
Voor de installateur
9Over de doos
9.1Controller uitpakken
1 Open de doos.
2 Leg de accessoires apart.
a Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
b Houtschroeven + muurpluggen (Ø4,0×30)
10Voorbereiding
10.1Bedradingsvereisten
Alle bedrading moet voldoen aan de volgende vereisten:
KabelspecificatieWaarde
TypeOmmanteld vinylsnoer of kabel
Doorsnede0,75~1,25 mm
Maximumlengte500 m
(tweedradig)
2
10.1.1Bedrading voorbereiden voor installatie
1 Strip de mantel af van het deel van de kabel dat door de
binnenkant van de achterste behuizing (L) moet gaan, zoals te
zien op de afbeelding en in de tabel.
2 De ene draad moet 10mm langer zijn dan de andere.
BedradingsuitlaatL
Bovenkant±150mm
Links±120mm
Onderkant±100mm
AchterkantGeen vereisten
11Installatie
11.1Overzicht: Installatie
Een typische installatie van de controller bestaat uit de volgende
stappen:
1De weg van de elektrische bedrading bepalen en op basis
daarvan een stuk uit de achterste behuizing knippen.
2De achterste behuizing tegen de muur monteren.
3De elektrische bedrading aansluiten.
4De controller sluiten.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
10
Afstandsbediening met kabel
BRC1H519W+K+S
4P513689-1C – 2018.12
11 Installatie
a
b
c
P1P2
P1P2
11.2Controller monteren
11.2.1Over de montage van de controller
Voor u de controller kunt monteren, moet u bepalen langs waar u de
bedrading wilt laten lopen, en hiervoor een deel uit de achterste
behuizing van de controller verwijderen.
De bedrading kan langs boven, links, rechts of onder worden geleid.
Verwijder een stuk uit de achterste behuizing zoals aangegeven op
de afbeelding:
a Bedrading langs de bovenkant
b Bedrading langs links
c Bedrading langs de onderkant
Als u de bedrading langs de achterkant wilt laten lopen, moet u niks
verwijderen.
INFORMATIE
Voer de bedrading door de uitbreekopening als ze van de
boven- of achterkant komt en monteer dan pas de
achterste behuizing tegen de muur.
11.2.2Controller monteren
1 Neem de schroeven en de pluggen uit de zak met accessoires.
2 Monteer de achterste behuizing op een vlak oppervlak.
11.3Aansluiten van de elektrische
bedrading
11.3.1Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten
van elektrische bedrading
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de
volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding
WAARSCHUWING
Alle lokale bedrading en componenten MOETEN worden
geïnstalleerd door een erkend elektricien en MOETEN
voldoen aan de geldende wetgeving.
VOORZICHTIG
Bij het aansluiten van de controller op de binnenunit
mogen de schakelkast en de transmissiebedrading van de
binnenunit nog niet aangesloten zijn.
OPMERKING
De aansluitbedrading is NIET meegeleverd.
OPMERKING
De bedrading moet weg van de bedrading van de
voedingskabels worden geleid om elektrische storingen
(externe interferentie) te voorkomen.
INFORMATIE
P1 en P2 hebben geen polariteit.
11.3.2Elektrische bedrading aansluiten
Sluit de P1/P2-klemmen van de controller aan op de P1/P2klemmen van de binnenunit.
Langs de bovenkant
OPMERKING
Draai de montageschroeven niet te vast omdat anders de
achterste behuizing wordt vervormd.
BRC1H519W+K+S
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1C – 2018.12
Langs de achterkant
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
11
12 Het systeem starten
P1P2
P1P2
1
2
a
b
cd
Langs links
Langs de onderkant
11.5Controller openen
11.5.1Voorzorgsmaatregelen bij het openen van
de controller
OPMERKING
De printplaat van de controller zit in de voorste behuizing.
Let op dat u de printplaat bij het openen van de controller
niet beschadigt.
OPMERKING
Wanneer de voorste van de achterste behuizing is
verwijderd mag de printplaat niet in contact komen met stof
of vocht.
11.5.2Controller openen
1 Steek een platte schroevendraaier in één van de
sluitmechanismen in de onderkant en draai de
schroevendraaier langzaam.
11.4Controller sluiten
11.4.1Voorzorgsmaatregelen bij het sluiten van
de controller
VOORZICHTIG
Raak de interne delen van de controller nooit aan.
VOORZICHTIG
Let er bij het sluiten van de controller op dat de bedrading
niet geklemd geraakt.
OPMERKING
Om schade te voorkomen moet de voorkant van de
controller stevig in de achterste behuizing worden geklikt.
11.4.2Controller sluiten
1 Klik de voorkant van de controller vast in de achterste
behuizing.
12Het systeem starten
VOORZICHTIG
Controleer alvorens het systeem op te starten:
▪ De bedrading van de binnenunit en de buitenunit is
voltooid.
▪ Het deksel van de schakelkast van de binnen- en
buitenunits is gesloten.
De controller krijgt zijn voeding van de binnenunit. Hij wordt
opgestart zodra hij is aangesloten. Als de binnenunit niet is
ingeschakeld, kan de controller niet worden gebruikt.
De controller wordt automatisch opgestart zodra hij stroom krijgt. Als
dit de eerste en enige controller is die op de binnenunit wordt
aangesloten, wordt hij automatisch de master-controller. Een tweede
controller moet handmatig als slave-controller worden ingesteld.
Voor instructies, zie "12.2 Controller instellen als slave" op
pagina13.
12.1Master- en slave-controller
2 Wanneer de installatieplaats vrij van stof is, kunt u de
bescherming verwijderen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
12
a Buitenunit
b Binnenunit
c Master-controller
d Slave-controller
BRC1H519W+K+S
Afstandsbediening met kabel
4P513689-1C – 2018.12
Loading...
+ 28 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.