Citroën biedt u de mogelijkheid om gratis en
eenvoudig uw boorddocumentatie online te
raadplegen. Daarbij hebt u ook toegang tot het
archief en tot de meest recente informatie.
Surf naar http://service.citroen.com :
Selecteer uw taal.
Klik op de link in het veld "Toegang voor particulieren" om de
Boorddocumentatie te raadplegen. Er wordt een nieuw venster geopend
waarin u toegang hebt tot alle instructieboekjes.
Selecteer het model en de carrosserie-uitvoering van uw auto en
vervolgens de uitgiftedatum van het boekje.
Klik ten slotte op de gewenste rubriek.
Wij maken u attent op het volgende:
Uw auto is, afhankelijk van het uitrustingsniveau, de uitvoering en de specifi eke ken-
merken voor het land waarvoor uw auto bestemd is, slechts van een deel van de in dit
boekje vermelde uitrustingen voorzien.
Het monteren van elektrische uitrustingen
of accessoires die niet onder een artikelnummer in het assortiment van Citroën
voorkomen, kan storingen in het elektronisch systeem van uw auto veroorzaken.
Wij verzoeken u hier rekening mee te houden en contact op te nemen met een vertegenwoordiger van het merk Citroën om u
te laten informeren over het assortiment uitrustingen en accessoires voorzien van een
artikelnummer.
Symbolen
veiligheidswaarschuwing
dit symbool verschijnt bij adviezen met betrekking tot de bescherming van het milieu
verwijzing naar aangegeven pagina
Citroën beschikt wereldwijd over
een uitgebreid gamma modellen. Modellen die worden gekenmerkt door
een geraffi neerde mix van hoogwaardige techniek en constante innovatie,
evenals een moderne en creatieve benadering
van het begrip mobiliteit.
Wij danken u voor uw keuze en wensen u veel plezier met uw auto.
Achter het stuur van uw nieuwe auto
geniet u optimaal
als u elke uitrusting,
elke schakelaar
en elke instelling kent.
Goede reis.
INH
OU
SO
G
E
4
S
V
5
g
5
A
g
6
V
6
Achterstoele
7
7
7
7
7
8
Ala
8
8
8
9
A
9
9
9
3
9
odes
9
9
g
9
9
9
0
ssers
10
0
0
V
4
Verschuifbare zonnescherme
0
0
10
1
11
1
6
3
3
dicatore
4
4
1
Veiligheid
2
V
5
2
D
P
AV
IN EEN OOGOPSLAG 4
co-rijden
30
I - CONTROLE TIJDENS
HET RIJDEN 31
nstrumentenpanelen
Verklikkerlampjes
n
n
4
II - MULTIFUNCTIONELE
ISPLAY
onochroom display A 4
onochroom display C
Kleurendisplay MyWay 5
eurendisplay NaviDrive 5
Boordcomputer 5
5
55
III - COMFORT 56
entilatie
andbediende airconditionin
utomatische airconditionin
Parfumeur
oorstoelen
n
pstelling van de stoelen
piegels
tuurwielverstelling
Kinderzitjes 1
ISOFIX-bevestigingen voor kinderzitjes
svoorzieningen voor
inderen 1
122
2
INH
OU
SO
G
E
12
A
2
2
2
12
2
A
13
A
3
A
13
8
bediende handre
13
1
A
g
1
6
16
16
7
17
andstofta
7
17
eselmotore
7
eaus co
17
8
X
18
V
8
19
V
9
accu
0
0
g
21
1
ccessoires
21
X
1
1
eselmotore
1
eselmotore
1
g
2
Af
2
2
X
6
A
2
23
7
Autoradio
30
32
6
G
1
8
D
P
AV
-VEILIGHEID 126
ichtingaanwijzers
larmknipperlichten 1
laxon 1
etectiesysteem te lage
bandenspanning 1
ulpsystemen bij het remmen
tabiliteitscontrolesystemen 1
rgence-oproep of
ssistance-oproep
utogordels 1
irbags
13
IX - RIJDEN 139
lektrisch
ill Start Assist 14
andgeschakelde
versnellingsbak
pschakelindicator 14
6-versnellingsbak 14
top & Start 15
utomatische versnellin
tuur met toetsen op
de vaste naaf 1
nelheidsbegrenzer 16
nelheidsregelaar 16
ntelligente parkeerhulp
ane Departure
Warning System (LDWS) 16
arkeerhulp
Luchtvering 1
sbak
m
4
5
- ONDERHOUD 173
Br
leeggereden (Diesel) 1
Benzinemotoren
Di
Niv
I - PRAKTISCHE
Bandenreparatieset
erwisselen van een wiel 1
Een lamp vervangen
ervangen van een zekering 1
12VEco-modus 2
Trekken van een aanhan
Daklastdragers
A
182
otorkap
ontroles 1
INFORMATIE 183
lepen van de auto 20
neeuwscherm 2
nk
n 1
ntroleren
212
2
er 20
II - TECHNISCHE
EGEVENS 213
4
Benzinemotoren 2
wichten benzinemotoren 2
i
wichten di
ewichten benzinemotoren en
dieselmotoren uitvoerin
metingen 2
ntifi catie 2
n 2
n 2
en N1 2
22
AUDIO en
ATACOMMUNICATIE
rgence-oproep of
ssistance-oproep 2
NaviDrive
Way 2
ack video
33
ZOEKEN OP
AFBEELDIN
337
34
REFWOORDENREGISTER
342
34
3
U
J
Stop & Start -systeem
Dit systeem zet de motor in een
standby-stand als de auto stilstaat
in het verkeer (rood verkeerslicht, fi -
les, enz.). Zodra u verder wilt rijden,
wordt de motor automatisch weer
gestart.
Dankzij het Stop & Start-systeem
verbruikt de auto minder brandstof,
worden er minder schadelijke stoffen
uitgestoten en produceert de auto
minder geluid tijdens het stilstaan.
153
Parkeerhulp voor/achter
In de bumpers bevinden zich senso-
ren die eventuele obstakels detecteren.
169
B
ITENZI
DE
IN EEN OOGOPSLAG
4
Parkeerplaatsassistent
Dit systeem meet de afmetingen van
een parkeerplaats tussen twee voertuigen of obstakels.
166
Meedraaiende xenonkoplampen
Deze functie zorgt ervoor dat de
lichtbundels automatisch met de
bocht meedraaien.
99
Glazen panoramadak
U
J
91
B
ITENZI
DE
Te openen achterruit
90
Luchtvering achter
De luchtvering achter zorgt voor
meer rijcomfort en houdt de voertuighoogte constant, ongeacht de
belading van de auto.
A. Centrale vergrendeling B. Ontgrendeling C. Inschakelen van de verlichting D. In- en uitklappen van de sleutel
Voorkeursinstelling van de
portierontgrendeling
Via het multifunctionele display kunt u
uw voorkeursinstelling van de portierontgrendeling via de afstandsbediening
instellen:
- óf alle opengaande delen tegelijkertijd,
- óf bij een eerste keer drukken al-
IN EEN OOGOPSLAG
leen het bestuurdersportier, daarna
bij een tweede keer drukken alle andere opengaande delen.
78
Openen en sluiten van de
motorkap
Ontgrendelen: trek de hendel onder het
dashboard naar u toe.
Motorkapsteun: trek de motorkap-
steun uit de bevestiging, klap hem uit
en zet hem vast in de steun.
Sluiten: plaats de steun terug in
de oorspronkelijke stand, laat de
motorkap zakken en laat hem op
het laatste stuk los, zodat hij in
het slot valt.
174
Inhoud: ongeveer 60 liter.
Druk de toets A op het bedieningspa-
neel links van de bestuurder in. De klep
van de tankdop wordt automatisch volledig geopend.
Steek het vulpistool in de vulopening en
druk hierbij de metalen veiligheidsklep
B in.
Druk de klep van de tankdop dicht.
Na afzetten van het contact is de
toets A nog enkele minuten actief. U
kunt deze toets door het contact aan
te zetten opnieuw activeren.
92
6
OPENEN EN
SLU
ITEN
Te openen achterruit
Hiermee is de bagageruimte altijd bereikbaar, ook als uw auto dicht bij een
muur of een andere auto geparkeerd
staat.
Openen
) Druk tegen de bediening 2. De
handgreep 4 bevindt zich bij de as
van de achterruitenwisser.
Sluiten
) Druk de achterruit neer.
90
Openen van de achterklep
) Druk tegen de bediening 1 .
De achterklep kan niet worden geopend
als de achterruit geopend is.
Sluiten van de achterklep
) Trek de achterklep via een van de
twee handgrepen 3 in de binnenbe-
kleding van de klep omlaag.
) Laat de klep vanaf het zwaartepunt
los, zodat deze automatisch in het
slot valt (zonder deze vast te houden of af te remmen).
Modubox
(CITROËN C4 Picasso)
Maximale belasting: 22 kg.
De modubox bestaat uit een verrijdbaar
onderstel en een verwijderbare tas, die
afzonderlijk gebruikt kunnen worden.
112
IN EEN OOGOPSLAG
7
CITROËN C4 Picasso
CITROËN Grand C4 Picasso
Tweedelig
bagageafdekscherm
Uitneembare
lamp
116
Bandenreparatieset
IN EEN OOGOPSLAG
8
Afhankelijk van de uitrusting bevindt zich een bandenreparatieset onder de vloer van de bagageruimte of
in de uitsparing onder het vloerluik bij de passagier op de tweede zitrij links (open het luik door de schroef
een kwartslag te draaien).
Deze set, waarmee u een band provisorisch kunt repareren, bestaat uit een pomp en een afdichtmiddel.
Zie ook het hoofdstuk "Praktische wenken- § Verwisselen van een wiel".
111
Toegang
tot het
reservewiel
Luchtvering achter
Hiermee kunt u de tildrempel
van de bagageruimte
aanpassen
171
187
Bagageafdekscherm
112
Uitneembare
lamp
183
186
INTERIE
U
R
EGS 6-versnellingsbak
Hiermee kunt u kiezen uit een volledig automatische stand, een handbediende stand en een sequentiële
stand, die de voordelen van beide vorige standen verenigt, dankzij de fl ip-
pers aan het stuurwiel.
Snelheidsbegrenzer/-regelaar
Hiermee kunt u de snelheid van uw
auto bewaken afhankelijk van de
vooraf door u ingestelde snelheid.
162, 164
149
Elektrisch bediende handrem
Hiermee wordt de handrem automatisch of handmatig bediend en vrijgezet.
Parfumeur
Deze parfumeur is aangebracht in het
ventilatiesysteem van de auto en verspreidt een door u gekozen parfum in
het interieur.
Sfeerverlichting
Dit systeem verspreidt een gedempt
licht waardoor u als het donker is beter kunt zien in het interieur van uw
auto.
139
65
IN EEN OOGOPSLAG
104
9
BEST
UU
S
S
RDER
PLAAT
IN EEN OOGOPSLAG
10
BEST
UU
S
S
RDER
PLAAT
1. Bedieningsorganen:
- Verlichting
- Richtingaanwijzers
- Mistlampen voor en achter
2. Schakelfl ippers van de EGS
6-versnellingsbak of van de
automatische versnellingsbak
3. Toetsen snelheidsregelaar en
snelheidsbegrenzer (op stuurwiel)
6. Selectiehendel van de EGS
6-versnellingsbak of van de
automatische versnellingsbak
7. Bedieningsorganen:
- Ruitenwissers voor
- Ruitensproeiers
- Achterruitenwisser
- Boordcomputer
8. Bedieningsorganen:
- Op nul stellen dagteller
- Regeling dashboardverlichting
9. Controlelampjes
(met multifunctioneel display
MyWay of NaviDrive)
10. Elektrisch bediende handrem
11. Instrumentenpaneel
12. Alarmknipperlichten
13. Bedieningspaneel:
- Oproep Urgence of Assistance
- Lane Departure Warning System
14. Toets uitschakeling ESP
15. Stuurslot/contact
16. Toetsen multifunctioneel display
(op stuurwiel)
17. Claxon
18. Toetsen optionele functies
(op stuurwiel)
19. Afdekklep zekeringkasten
20. Bedieningsorganen:
- Brandstoftankklep
- Parkeerhulp voor en achter
- Stop & Start-systeem
- Uitschakeling van de
interieurbeveiliging
- Verstelling van de koplampen
21. Openen van de motorkap
22. Bedieningsorganen: spiegels
IN EEN OOGOPSLAG
11
BEST
UU
S
S
RDER
PLAAT
IN EEN OOGOPSLAG
12
BEST
UU
S
S
RDER
PLAAT
1. Bedieningsorganen:
- Ruitbediening
- Kinderbeveiliging
2. Uitstroomopening ontwaseming /
ontdooiing zijruit
Ventilatierooster zijkant
3. Bediening airconditioning
bestuurderszijde
4. Frontairbag aan bestuurderszijde
5. Dashboardkastje linksboven
6. Centrale ventilatieroosters
7. Dashboardkastje rechtsboven
8. Frontairbag aan passagierszijde
9. Luidspreker (tweeter) (rechts en
links)
10. Uitstroomopening ontwaseming /
ontdooiing voorste zijruit
11. Uitstroomopening ontwaseming /
ontdooiing voorruit
12. Zonnesensor
13. Bediening airconditioning
passagierszijde
14. Onderste dashboardkastje
- Houders voor parfumeur
- Diverse opbergvakken
15. Sleutelschakelaar
- In- en uitschakelen van
frontairbag aan passagierszijde
16. Schakelaar centrale vergrendeling
17. Audio-/datacommunicatiesysteem
18. Parfumeur
19. Koelvak
20. USB-aansluiting (of afsluiter)
21. 12V-aansluiting of aansteker
22. Uitneembare asbak
23. Toets sfeerverlichting
24. Bediening stuurwielverstelling
IN EEN OOGOPSLAG
13
INSTELLIN
G
EN
Stuurverstelling
Het stuur is in hoogte en diepte verstelbaar.
Ontgrendel het stuur door de hendel A
naar u toe te trekken.
Stel de gewenste stand van het stuur
in en vergrendel vervolgens de stuurkolom door de hendel geheel terug te
drukken.
IN EEN OOGOPSLAG
Voer uit veiligheidsoverwegingen
deze handelingen niet uit tijdens het
rijden.
77
Automatische elektrochrome
binnenspiegel
Deze spiegel zorgt voor een automatische en geleidelijke overgang tussen
de dag- en de nachtstand.
77
Kinderspiegel
Met deze spiegel 1 hebt u zicht op de
passagiers achterin. De spiegel is wegklapbaar om verblinding te voorkomen.
Instellen van de buitenspiegels
U kunt de spiegels instellen bij aangezet contact.
Selecteer vanaf de bestuurdersplaats
de betreffende spiegel door de schakelaar 1 naar links of naar rechts te zetten
en stel vervolgens de spiegel in door
de schakelaar 2 in vier mogelijke rich-
tingen te bedienen.
De ontwaseming/verwarming van de
buitenspiegels is gekoppeld aan de
achterruitverwarming.
Inklappen van de buitenspiegels
Bij stilstaande auto kunt u de buitenspiegels met de hand of elektrisch inklappen.
76
14
105
INSTELLIN
G
EN
Voorstoelen
Hoofdsteun
Armleuning
Kantelen van de rug-leuning
Hoogteverstelling stoel
Lendensteun
Verstellen in lengte-richting
67
Elektrische verstelling Handmatig verstellen
1. Instellen van de hoogte, kantelen
van de stoel en verstellen in de
lengterichting
2. Verstellen van de hoek van de rug-
leuning en verstellen van de lendensteun
3. Bestuurder: programmeren rijposi-
tie-instellingen
De bediening van de elektrische stoelverstelling blijft een bepaalde tijd werken:
- na het openen van een van de voorportieren,
- na het uitzetten van het contact.
Bediening stoelverwar-ming (aan de binnenzijde
van de voorstoelen)
68
IN EEN OOGOPSLAG
15
INSTELLIN
G
EN
Hoogteverstelling van de
autogordel
Druk de knop in en schuif het verstelmechanisme in de gewenste richting,
tot de autogordel correct is ingesteld.
Met de schakelaars in het portier kunt u
vanaf de bestuurdersplaats de portierruiten van de auto elektrisch bedienen.
86
) Schuif het zonnescherm in de ge-
wenste stand via A .
De zonneschermen zijn aan de voor-
kant voorzien van zonnekleppen.
) Klap de zonneklep omlaag om ver-
blinding te voorkomen.
Elektrisch zonnescherm van het
glazen panoramadak
Openen (stand 1 t/m 9 )
Sluiten (stand 0 )
Dit zonnescherm is uitgerust met een
antiklemvoorziening.
105
91
16
KLIMAATRE
G
G
Gebruiksadviezen
- Verwarming/handbediende airconditioning:
ELIN
Bediening
voor
Koeling of
Verwarming of
Ontwaseming
Ontdooiing
- Automatische airconditioning : bij een automatische airconditioning raden wij u aan de stand AUTO te kiezen.
Eerst
maximaal
koud en dan
naar wens
instellen
Eerst
maximaal
warm en dan
naar wens
instellen
Maximaal
warm
Eerst
maximaal
en dan
naar wens
instellen
Eerst
maximaal
en dan
naar wens
instellen
OFF
ON
Bij het
wegrijden ON
en daarna
OFF
Bij het
wegrijden ON
en daarna
OFF
IN EEN OOGOPSLAG
17
BELAN
G
SIG
G
RIJKE
NALERIN
EN
Instrumentenpaneel
met multifunctioneel display A of C
31
met multifunctioneel display MyWay
of NaviDrive
32
1. Instrumentenpaneel.
2. Multifunctioneel display.
3. Bedieningstoetsen.
4. Weergave van de controlelampjes.
IN EEN OOGOPSLAG
18
Waarschuwingslampje
autogordel
Dit lampje brandt in geval van
het niet-omgespen van de autogordel aan bestuurders- of passagierszijde voorin (afhankelijk
van de uitvoering) en in geval
van de voorpassagier (afhankelijk van
uitvoering) en bij niet-omgespen van de
gordels van de achterpassagiers van
de tweede zitrij. De verlichte punten geven de inzittenden zonder gordel weer.
van het losmaken van de gordel
41
Bandenspanningscontrole
Deze functie waarschuwt u wanneer
de spanning van een of meer banden
te laag is of wanneer u een lekke band
hebt.
Controleer ondanks dit systeem regelmatig de bandenspanning.
Waarschuwing te lage
bandenspanning
Het lampje SERVICE gaat branden
en het silhouet van de auto en een
melding verschijnen op het display.
Tevens hoort u een geluidssignaal.
Lekke band
Het STOP- lampje gaat bran-
den en het silhouet van de auto
en een melding verschijnen op
het display. Tevens hoort u een
geluidssignaal.
127
Handmatige centrale
vergrendeling
Met een druk op de knop A kunt u de
auto centraal ver- of ontgrendelen.
Als een van de portieren geopend of
niet helemaal dicht is, werkt de centrale
vergrendeling niet.
Automatische centrale
vergrendeling
Als deze functie geactiveerd is, worden,
wanneer u wegrijdt, vanaf 10 km/h automatisch alle portieren en de achterklep vergrendeld.
Deze functie kan worden uitgeschakeld
door de schakelaar A meer dan twee
seconden ingedrukt te houden.
89
VEILI
G
HEID VAN DE INZITTENDEN
Frontairbags
Uitschakelen van de frontairbag aan
passagierszijde
1. Steek de sleutel in het slot A .
2. Draai de sleutel in de stand "OFF".
3. Verwijder de sleutel.
135
Kinderbeveiliging
Handbediening
De kindersloten van de achterportieren
worden ingeschakeld door de pal te bedienen met behulp van de sleutel (inkeping in het portier).
Elektrische bediening
Druk op de toets om de bediening van
de ruiten en het openen van de portieren vanuit het achtercompartiment te
blokkeren.
125
ISOFIX-bevestigingspunten
De drie zitplaatsen van de tweede zitrij zijn voorzien van voorgeschreven
ISOFIX-bevestigingspunten met drie bevestigingsringen A, B en C per zitplaats.
Dit bevestigingssysteem is geschikt
voor zitjes voor kinderen tot 18 kg.
122
IN EEN OOGOPSLAG
19
G
Autogordels
VEILI
HEID VAN DE INZITTENDEN
Middelste autogordel van de tweede
zitrij
) Steek de gesp C in de rechterslui-
ting en steek vervolgens de gesp D
in de linkersluiting.
132
IN EEN OOGOPSLAG
Voorschriften autogordels voor
passagiers op derde zitrij
(CITROËN Grand C4 Picasso)
Zet de autogordels voor de passagiers
op de derde zitrij vast aan de hiervoor
bestemde bevestigingspunten.
Maak de autogordels niet vast aan
de bevestigingspunten die zijn gemerkt met een rood kruis (zie bovenstaande afbeelding).
Opbergvoorziening voor de gordelgespen van de derde zitrij
133
20
STOELEN OP DE TWEEDE ZITRIJ
U
INTERIE
R
Comfortstand
De drie afzonderlijke stoelen op de
tweede zitrij zijn onafhankelijk en ieder
even breed. Ze zijn voorzien van een
comfortstand.
Stoelen in de comfortstand zetten
) Trek aan de riem B.
De rugleuning en de zitting kantelen
iets naar achteren.
Stoelen in de oorspronkelijke stand
zetten
) Trek aan de riem B en duw de stoel
naar voren.
70
Verstellen in de lengterichting
Licht de hendel A aan de voorzijde van
de zitting op en zet de stoel in de gewenste stand.
IN EEN OOGOPSLAG
21
STOELEN OP DE TWEEDE ZITRIJ
Neerklappen van de stoelen
INTERIEUR
Terugplaatsen van de stoelen
Klap de afdekpanelen van de stoelen
van de tweede zitrij op en vergrendel
ze (CITROËN Grand C4 Picasso).
Til de rugleuning op en druk deze naar
achteren vast.
Afdekpaneel (CITROËN Grand
C4 Picasso)
Van buitenaf
) Trek de lus C naar boven, zoals
aangegeven door de rode pijl, om
de stoel te ontgrendelen; houd
de lus strak tot de stoel volledig is
neergeklapt.
Vanuit de bagageruimte,
bijvoorbeeld tijdens het in- en
uitladen van bagage
(CITROËN Grand C4 Picasso)
Klap eerst de stoelen van de derde zitrij
neer.
) Trek aan de riem D om de stoel in
IN EEN OOGOPSLAG
22
kwestie te ontgrendelen.
De rugleuningen van de stoelen van
de tweede zitrij zijn aan de achterkant
voorzien van een afdekpaneel.
Vergrendelen/ontgrendelen van het
afdekpaneel
) Schuif de nok A van het afdekpa-
neel naar beneden om het te ontgrendelen.
) Klap het afdekpaneel op en schuif
nok A naar boven om het te ver-
grendelen.
Controleer voordat u de afdekpanelen
uitklapt of de stoelen van de tweede
zitrij zo ver mogelijk naar achteren zijn
geplaatst.
72
INTERIEUR
STOELEN OP DE DERDE ZITRIJ CITROËN GRAND C4 PICASSO
Stoelen overeind zetten
Stoelen opbergen Toegang tot de stoelen op de
derde zitrij
Vouw het harmonicapaneel ( 1 2 3 ) dat
de stoelen van de derde zitrij bedekt
samen.
Trek aan de zwarte lus F op de rugleu-
ning van de stoel.
74
Voordat u de stoelen op de derde
zitrij overeind zet of opbergt, moet u
eerst de panelen aan de onderkant
van de rugleuning van de stoelen op
de tweede zitrij vergrendelen.
Houd het samengevouwen harmonicapaneel ( 1 2 3 ) rechtop en trek aan de
rode lus G .
Zorg er eerst voor dat de afdekpanelen
op de rugleuningen van de stoelen van
de tweede zitrij opgeklapt en vergrendeld zijn.
Let er bij het neerklappen op dat
zich geen voorwerpen op of onder
de stoelen van de tweede zitrij bevinden.
Trek aan de hendel E aan de boven-
zijde van de rugleuning van de stoelen
op de tweede zitrij.
73
IN EEN OOGOPSLAG
23
RIJDEN
Lichtschakelaar
Ring A
1. Lichten gedoofd
2. Automatisch inschakelen van de
verlichting
3. Parkeerlicht
4. Dimlicht of grootlicht
Ring B
Mistlampen voor
Mistachterlicht
Onder bepaalde weersomstandighe-
IN EEN OOGOPSLAG
den (lage temperatuur, hoge vochtigheid) is de aanwezigheid van condens
op de binnenzijde van de koplampen
en de achterlichten normaal. De condens verdwijnt als de lampen enkele
minuten hebben gebrand.
24
94
95
Ruitenwisserschakelaar
Schakelaar C: ruitenwisser voor
Inschakelen "automatisch wissen"
) Beweeg de schakelaar naar beneden
en laat deze vervolgens weer los.
Uitschakelen "automatisch wissen"
) Beweeg de schakelaar omhoog en
breng deze terug naar de stand "0" .
Elke keer na het starten van de motor
moet de automatische stand weer worden ingeschakeld.
Ring D: ruitenwisser achter
Uit.
Intervalwissen achterruit.
Sproeien in combinatie met een
aantal keren wissen.
100
Stuurwiel met vast middengedeelte
met bedieningstoetsen
1.
Bedieningsorganen voor optionele functies
2. Bedieningsorganen van snelheids-
regelaar/-begrenzer en de parkeerplaatsassistent
3. Bedieningsorganen van het audio-
systeem
4. Bedieningsorganen van het multi-
functionele display
160
5. Claxon
126
6. Controlelampjes richtingaanwijzers
en verlichting
33
RIJDEN
Elektrische handrem
De elektrisch bediende handrem combineert:
- automatische functies: automatisch aantrekken bij het afzetten van de motor en automatisch vrijzetten bij het wegrijden (automatische functies standaard geactiveerd);
- handmatige bediening: handmatige
bediening voor het aantrekken en
vrijzetten is mogelijk door de hendel
A te gebruiken.
Ook wanneer de automatische functies zijn
geactiveerd, kan de elektrisch bediende
handrem op elk gewenst moment handmatig worden aangetrokken of vrijgezet:
) Aantrekken: trek aan hendel A . ) Vrijzetten: trek aan hendel A en laat
deze vervolgens weer los.
Ga niet rijden als het controlelampje
van de handrem en het controlelampje P op de hendel A branden.
139
Controleer, voordat u de auto verlaat, of het controlelampje P (rood)
van de handrem permanent brandt.
Als u bij draaiende motor de auto
verlaat, dient u met de hand de
handrem aan te trekken.
Laat kinderen nooit alleen in de auto
wanneer het contact is aangezet: ze
zouden de handrem kunnen vrijzetten.
Hill Start Assist
Om het wegrijden op een helling te vergemakkelijken, is deze auto uitgerust
met een systeem dat de auto ongeveer
twee seconden op zijn plaats houdt, zodat de bestuurder de tijd heeft het rempedaal los te laten en het gaspedaal in
te trappen.
146
Parkeerplaatsassistent
< 20 km/h
U kunt deze functie activeren door de
schakelaar A in te drukken.
Zodra de parkeerplek is gemeten, wordt
op het display een van de volgende
meldingen weergegeven:
Parkeren mogelijk
Parkeren moeilijk
IN EEN OOGOPSLAG
Parkeren afgeraden
166
25
EGS 6-versnellingsbak
RIJDEN
Automatische versnellingsbak
R Achteruitrijstand N Vrijstand A Automatische stand M Stand voor handmatig schakelen
Met behulp van de schakelfl ippers
1 "+" en 2 " -" :
- schakelen in de handmatige stand,
- tijdelijk handmatig schakelen in de
automatische stand.
Wegrijden
) Zorg dat de selectiehendel 3 in de
stand N staat.
) Houd het rempedaal goed ingetrapt
en start de motor.
IN EEN OOGOPSLAG
26
149
P Parkeerstand R Achteruitrijstand N Neutraalstand D Automatische stand M Stand voor handmatig schakelen
Met behulp van de schakelfl ippers
1 "+" en 2 "-" :
- schakelen in de handmatige stand,
- tijdelijk handmatig schakelen in de
automatische stand.
Wegrijden
) Zorg ervoor dat de selectiehendel
3 in de stand P of N staat, voordat u
de motor start.
Houd voor het verlaten van de stand
P het rempedaal ingetrapt alvorens de
selectiehendel te bedienen.
156
Stop & Start-systeem
Overgang van de motor naar de
STOP-stand
Het controlelampje "ECO" op
het instrumentenpaneel gaat
branden en de motor gaat over
op de standby-stand:
- bij een EGS 6-versnellingsbak ;
als de snelheid lager is dan 6 km/h,
trap dan het rempedaal in of zet de
selectiehendel in stand N .
In sommige gevallen is het mogelijk dat
de STOP-stand niet beschikbaar is; het
controlelampje "ECO" knippert gedu-
rende enkele seconden en dooft.
153
RIJDEN
Overgang van de motor naar de
START-stand
Het controlelampje "ECO"
dooft en de motor wordt opnieuw gestart:
- de selectiehendel staat in stand A
of M: laat het rempedaal los,
- of de selectiehendel staat in stand
N en het rempedaal is niet ingetrapt:
schakel de stand A of M in,
- of schakel de achteruitversnelling in.
In sommige gevallen wordt de STARTstand automatisch ingeschakeld; het
controlelampje "ECO" knippert gedu-
rende enkele seconden en dooft.
154
Uitschakelen / opnieuw inschakelen
U kunt het systeem op ieder moment
uitschakelen door op de toets "ECO OFF" te drukken; het controlelampje in
de toets gaat branden.
Het systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld als de motor opnieuw
wordt gestart met de contactsleutel.
Zet het contact altijd uit met
de sleutel voordat brandstof
wordt getankt of voordat er
werkzaamheden in de motorruimte worden uitgevoerd.
IN EEN OOGOPSLAG
154
27
RIJDEN
Contactslot
● S: Stuurslot Beweeg, voor het ontgrendelen van
de stuurinrichting, het stuurwiel iets
en draai tegelijkertijd de sleutel om,
zonder kracht te zetten.
● M: Contactstand
● D: Starten
Laat de sleutel los zodra de motor
aanslaat. Bedien de startmotor niet
bij draaiende motor.
81
IN EEN OOGOPSLAG
Snelheidsbegrenzer
1. Selecteren / uitschakelen van de
snelheidsbegrenzer.
2. Verlagen van de ingestelde snelheid.
3. Inschakelen / uitschakelen van de
snelheidsbegrenzer.
4. Verhogen van de ingestelde snelheid.
162
Snelheidsregelaar
1. Selecteren / uitschakelen van de
snelheidsregelaar.
2. Snelheid instellen / verlagen van de
ingestelde snelheid.
3. Uitschakelen / opnieuw activeren
van de snelheidsregelaar.
4. Snelheid instellen / verhogen van
de ingestelde snelheid.
Voor het instellen van een snelheid of
het activeren van de functie dient de auto
te rijden met een snelheid van minimaal
40 km/h. Daarnaast moet bij een handbediende versnellingsbak minimaal de vierde versnelling zijn ingeschakeld (bij een
EGS 6-versnellingsbak of een automatische versnellingsbak moet minimaal de
tweede versnelling zijn ingeschakeld).
164
28
Loading...
+ 322 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.