Citroen C6 2011 Instructions Manual

INSTRUCTIEBOEKJE
UW INSTRUCTIEBOEKJE OP INTERNET!
Citroën biedt u de mogelijkheid om gratis en eenvoudig uw boorddocumentatie online te raadplegen. Daarbij hebt u ook toegang tot het archief en tot de meest recente informatie.
Surf naar http://service.citroen.com:
| selecteer uw taal,
klik op de link in het veld "Toegang particulieren" om de Boorddocu-
|
mentatie te raadplegen. Er wordt een nieuw venster geopend waarin u toegang hebt tot alle instructieboekjes;
selecteer het model en de carrosserie-uitvoering van uw auto en vervol-
|
gens de uitgiftedatum van het boekje.
Klik ten slotte op de gewenste rubriek.
|
S
iligheid
g
Wij maken u attent op het volgende…
e
De auto is, afhankelijk van het uitrustingsniveau, de uitvoering en de specifi eke kenmerken voor het land waarvoor de auto bestemd is, slechts van een deel van de in dit boekje vermelde uit­rustingen voorzien.
Het monteren van elektrische uitrustingen of ac­cessoires die niet onder een artikelnummer in het assortiment van Citroën voorkomen, kan sto­ringen in het elektronisch systeem van uw auto veroorzaken. Wij verzoeken u hier rekening mee te houden en contact op te nemen met een verte­genwoordiger van het merk Citroën om u te laten informeren over het assortiment uitrustingen en accessoires voorzien van een artikelnummer.
ymbolen
ve
swaarschuwin
Citroën beschikt wereldwijd over
een uitgebreid gamma modellen. Modellen die worden gekenmerkt door
een geraffi neerde mix van hoogwaardige techniek en constante innovatie, en een moderne en creatieve benadering
van het begrip mobiliteit.
Wij danken u voor uw keuze en wensen u veel plezier met uw auto.
Achter het stuur van uw nieuwe auto
geniet u optimaal
als u elke uitrusting,
elke schakelaar
nvullende informati
i
verwijzing naar aangegeven pagina
en elke instelling kent.
Goede reis.
INH
OU
SO
G
E
N
G
n
9
g
0
t
3
strumentariu
16
n
n
...............
0
22
24
5
7
9
board
32
38
3
r
9
n
ssers
55
g
en
9
.
g
.
V
llingsbak
...........................
0
3
4
6
Automatische spoiler
9
.
)
D
P
AV
-
ERSTE KENNISMAKIN
Buitenkant ............................................ 4
enen en sluite
estuurdersplaats .............................
uiste rijhoudin
Zich
uiste luchtverdeling.......................... 14
In Veiligheid inzittende Comfortabel autorijde
co-rijden ......................................
m ............................
1
1
-
182
-
-6
-
Afstandsbediening........................
leutel
Anti-inbraakalarm
.........
tarten - wegrijden
h
ontrolelampjes ............................
ead-updisplay .............................
ultifunctionele displays oordcompute
ignalering ..................................
Koplampen, meesturend, bi-xeno
itenwi
uitbediening.....................................
tuurverstelling -Hoogteverstellin
van de autogordel............................
Voorstoel
BESTURE
­2
26-2
2
6 1­7-
4 4
4-
8-5
23-81
Geheugen.........................................
aarschuwingslampje
auto
ordel.......................................
piegels ersne
ESP
mmen ..............................................7
Elektrische parkeerrem .................75-7
arkeerhulp ...................................78-7
Lane Departure Warning System .....
oetfi lter (diesel
.........................-7
624
­7
INH
OU
SO
G
E
8
D
32
N
S
VI
2
V
n
.
g
.
g
Ach
.
.
2
Veiligheid
oo
en
5
Acti
06
108
0
o
7
33
n
38
ails
............................................
39
0
sselen
3
n
n
......................................
bijvullent
accu
n
31
houd reservoirs
32
5
n
7
.......................................
8
58
D
P
AV
82-11
LEVEN AAN BOORD
penen en sluiten......................
Automatische airconditionin Automatische airconditioning
Programmeerbare verwarmin
terzitplaatsen .......................
toelen Pack Lounge ......................
Airbags
svoorzieningen
v
r kinder
eve vering en
eregelde schokdempers
oogteregeling ...........................
Binnenverlichting ....................... 109-11
omfort in de aut
agageruimte ....................................11
pen dak ...........................................
.....
101-10
10310
1
7-
116
119 -1
ONDERHOU
4
penen van de motorkap................
iveaus bijvulle
veaus-
12-volts
ekeringe
n
RAKTISCHE ADVIEZE
Brandstof tanken .............................. 1
Lampen vervangen..................
Veiligheidsadvieze
r
neeuwscherm ................................
Wiel verwi
lepen - Takele
.............................
............................. 1
133-144
4
122
126 1
1 1
4
14
ECHNISCHE GEGEVEN
Algemeen .........................................4
Afmetinge Identicatie
AUDIO-TELEMATICA
oorzorgsmaatregele
145-148
146-14
14
7.1-7.
149-15
S
S
G
B
U
T
8
8
3
k
id
g
de
o.
g
ijhul
bedoeld
g
g
isch een bete
icht in bochten
g
e
ITENKAN
lazen da
t dak biedt u een beter geventileerd en verlicht interieur
arkeerhulp via beeld en elu
Deze voorzienin
MAKIN
tijdens het inparkeren voor
TE KENNI
ane departure warnin
eze r
huwt u voor het on
verschrijden van een wegmar-
ER
ering, zoals een door treep die in de len
weg loopt.
waarschuwt
takels voor en achter
7
pvoorzieninmg waar-
etrokken
te over de
eweegbare dakspoiler
e dakspoiler maakt de auto aerodynamischer en zorgt voor een betere remwer-
11
eedraaiende
xenonkoplampen
eze extra verlichting biedt u auto-
mat
0
r z
5
Bandspannin
eze voorziening controleert de
spanning van elke afzonderlijke band
n waarschuwt in geval van een lekke
te slappe band.
king.
sdetecti
S
S
G
Verg
Ontg
G
PENEN EN
SLU
N
N
an buitenaf:
dden onder de
g
g
r
ITE
SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENIN
B A
A.In-/uitklappen van de sleutel
C
rendelen van de auto
rendelen van de auto
ollow me home"-verlichting.
BRANDSTOFTANK
ruk op de ontgrendeltoets van de brandstoftankklepA links van de bestuurdersplaats.
penen en bevesti brandstoftankdop
Inhoud brandstoftank:
irca 72 lite
en van de
OTORKAP, OPENE
Vanuit het interieur Trek hendel Anaar u toe.
V Druk pal
otorkaprand omhoo otorkap op.
in het mi
en til de
MAKIN
TE KENNI
ER
133
20
A
S
S
G
p.
esevewie
o
s
-
1
PENEN EN
SLU
N
e
g.
aar
bedienen.
e
p
Als u de schakelaa
eede
g.
ITE
BAGAGERUIMTE
kunt de stilstaande auto ontgren-
len met
de afstandsbediening of met de
MAKIN
leutel
vergrendeling in de auto; u
portier openen
penen van buitenaf: druk de pal
r boven
TE KENNI
m de achterklep te sluiten trekt u
deze via de handgreep aan de bin-
enzijde omlaa
ER
ruk de klep ten slotte dicht
schakelaar van de central
nt ook van binnenuit een
RESERVEWIEL
. Licht de koffervloer via de lusB
o
.
ang de riem aan de boven-
zijde van de bagageruimte.
.
aak de spanband los, druk het
r
n uit de aut
et op:het gereedschap i
opgeborgen in een gereed
chapsdoos in het reservewiel.
l naar voren en til het
GLAZEN OPEN DAK
t de schakel
k
Druk de schakelaar tot de eerst
tand in om het dak o ven. Laat de schakelaar los als het dak in de gewenste stand staat.
tand indrukt, gaat het dak hele-
aal open of dicht. Als u tijdens et open- of dichtschuiven van het ak nog een keer op de schakelaar rukt, stopt de bewegin
A kunt u het
en te schui-
r tot de tw
14
18
S
S
G
5
5
INTERIE
UR
y
grij
g
lijkheid
elheid i
ellen.
r
g
g
g
Audi
m
j
jg
g
g
g
j
ette
g
kli
oudt de luchtc
Head-updispla
iermee wordt belan
eprojecteerd in het gezichtsveld van de bestuurder. Op deze wijze kan de bestuurder zijn blik op de weg hou-
n.
Snelheidsbe
t systeem biedt de moge
n maximumsn
renzer
ke informatie
7
n te st
Snelheidsregelaa
t systeem zorgt ervoor dat de snel-
eid van de auto automatisch op de door de bestuurder waarde gehouden wordt, zonder dat deze daarvoor het te trappen
eprogrammeerde
aspedaal hoeft in
71-69
e schakelstandindicatie van de automatische versnellingsbak
Deze voorziening zorgt voor een ver-
oogd rijcomfort dankzij de twee spe-
ifi eke schakelprogramma's: volledi
automatisch of handmatig.
6
om
o- en
ommunicatiesystemen
eze systemen zijn voorzien van de
nieuwste techniek
Automatische
irconditionin
t aircosysteem zorgt voor
en aangenaam
auto en h
rulatie op peil
ektrische parkeerre
De elektrisch bediende handrem wordt bi
utomatisch aangetrokken en bij het wegrijden automatisch vri utomatische werkin
et
p: het is ook mo
z
n.
is standaard ingesteld).
elijk de handrem handmati
het afzetten van de motor
maat in
ezet (de
aan te trekken of vri
i-
5
MAKIN
TE KENNI
ER
7
3
6
8
S
S
G
g
g
g
n
y
bij h
g
r
V
k
llingsbak
g
y
8
STUU
S
S
MAKIN
TE KENNI
ER
BE
3
1
6
7
2
1
1
17
RDER
PLAAT
1. Bediening - Ruiten / Spiegels / Kinderbeveiligin
Geheugen en bediening bestuurdersstoel
3. Bedienin
istlampen / Spraakherkennin
laxo
5.Instrumentenpaneel
6.
rojector head-up displa
7.
ontactslo
. Bediening - Ruitenwissers .
ediening - Radio
10. Bedieningstoetsen op het stuur -
nelheidsbegrenzer en snelheidsre
11.Airbag bestuurder
12.
ersnellingspoo
13.
ektrische parkeerrem
14. Bediening Sport/Sneeuw-stand automatische
versne
15. Bediening stuurwielverstellin
16. Bediening head-up displa
Bediening brandstoftankklep
1
. Bergvak / Deksel zekeringkas
- Verlichting / Richtingaanwijzers /
et stuur
elaa
5
7
6
9
1
S
S
G
g/
d
n
bilitei
p
e
g
houde
e
je
esenso
r
sba
g
Ui
g
STUU
S
S
BE
0
0
2
2
2
1
2
3
2
RDER
PLAAT
19. Bediening veersysteem - Hoogteregelin
ortstan
0.
ltifunctioneel scherm
1. Bediening alarmknipperlichte
ediening - Dynamische sta
ESP/ASR) / Centrale vergrendeling / Parkeerhul
3. Bediening - Zijwaartse trajectcontrole /
Alarminstallati
Bediening airconditionin
5.
6. Autoradio of navidriv
9. Zijventilatierooste
30.
31. A
32. 33
r
ashboardkast
. Zonn
entrale ventilatieroosters
k
assagiersairba
tschakelen passagiersairba
r
r
tscontrole
MAKIN
TE KENNI
ER
S
S
G
V
N
desteunen.
g
g
bestuurdersstoel:
Bestuurdersstoel
y.
enheeft u
A
g.
8
ISTE RI
J
OU
G
e
g
g
g
ging
A
V
N
H
DIN
OORSTOELE
andmatig verstellen
MAKIN
TE KENNI
Kantelen van de rugleuning. Bediening stoelverwarmin
ER
lektrisch verstellen
2
. Kantelen van de rugleuning. . Verstellen van de len
Verstellen van de stoel in len
richting en in hoogte
F
Kantelen van de zittin
G. Opslaan van de instellingen
van de
-
- Stuur.
- Buitenspiegels.
- Head-up displa t de toetsen
de mogelijkheid om
en van de bestuurdersstoel
op te slaan.
wee stan-
te-
UTOGORDEL IN HOOGTE
ERSTELLE
D
uiste plaats van het boven-
te bevestigingspunt van de auto­ordel is wanneer de
Autogordels".
Knijp voor de hoo van de gordel de bedienin
chuif het bevesti ewenste stand.
ordel hal-
loopt. Zie
teverstelling
in en
spunt in de
10
5
59
57
S
S
G
door de hende
e
door de hende
oe
V
R
ede
g
d.
g
druk
s
ische
ISTE RI
J
OU
G
g
H
DIN
ANDMATIG VERSTELLEN
AN HET STUU
andmatige verstellin
ntgrendel het stuur bij stilstaande
to wen.
tel de hoogte en diepte van het
tuur in en vergrendel vervolgens
t stuur
te trekken.
l van u af t
l naar u t
lektrische verstellin
Bij stilstaande auto kunt u het stuur in hoogte en diepte instellen door de hendel te verplaatsen
naar voren of naar achteren om de diepte in te stellen
naar boven of naar ben om de hoogte in te stellen.
e stand van het stuur wordt, venals de rijpositie, opgesla­en. (Zie: "Programmeerbare rij-
positie-instellingen").
INNENSPIEGEL
MAKIN
De spiegels gaan automatisch en
eleidelijk over van de normale
r de nachtstan
n
Werkin
et het contact aan en
toet
ampje
tand.
ampje che stand is uitgeschakeld. De piegel blijft in de lichte stand
brandt: automat
is uit: de automati-
n.
op de
TE KENNI
ER
57
57
62
S
S
G
663
jde.
g
To ets voor het uitschakele
gel:
a
echts
c
S
N
ISTE RI
J
OU
G
g
de rugleuning van de ach-
-
-
H
DIN
LEKTRISCH BEDIENDE
UITENSPIEGEL
MAKIN
Selecteren van de buitenspie
b - R
2.
erdraaien van de spiegel.
TE KENNI
ER
- Links. .
- Opklappen / Automatisch
it- en inklappen.
BEDIENING VAN DE RUITE
5
Bedieningsschakelaar van por-
tierruit aan bestuurderszi
Bedieningsschakelaar van por-
tierruit aan passa
Bedieningsschakelaar ruit rechts-
hter
Bedieningsschakelaar ruit links-
hter
de ruitbediening en de portier­ontgrendeling achterin.
ierszijde.
n van
ACHTERBANK
De achterbank is
eerklapbaar. Dat kan alleen als
de hoofdsteunen zijn verwijderd.
erbank kan in twee delen neerge
apt worden. Let erop dat de rug
euning goed in de vergrendeling
valt als u deze weer rechtop zet.
eheel of in delen
5
8
A
S
S
G
V
G
A
keerlicht
del
e
S
aal.
al.
g:
ssen aa
g
451
ICH
T
ERLICHTIN
ing
Lichten uit
r
imlichten of grootlicht.
rek de hen
stand heen naar u toe om over t
chakelen van dim- naar grootlicht n omgekeerd.
oor de weer-
Ring B
istlampen vóór aan
istlampen vóór en
hter aan.
tschakelen
n stand van u af draaien: mist-
ampen uit.
twee standen van u af draaien:
oplampen en mistlampen uit
UITENWISSER
Schakelaarstanden
.
nel
.
rm
nterv
.
top
en stand omlaa
AUTO:
nkele wisbewegin
tomatisch wi
MAKIN
TE KENNI
n.
ER
5
S
S
G
G
e
ijde
ijde
e
A
g
ecirculatie
lucht
g
g
d
"
5
ISTE L
UC
G
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONIN
HTVERDELIN
ntwaseming - Achterruit- en buiten-
piegelverwarmin
Voorruitontwasemin
MAKIN
emperatuurregeling bestuur-
ersz
TE KENNI
ER
Let op: schakel bij voorkeur de automatische werking in door op de toets
Luchtverdeling bestuurders-
ijd
utomatische werkin
Aanjagersnelhei
tr
ten
Temperatuurregeling pas-
agierszijd
uchtverdeling passagiersz
AUTO " te drukken.
- Aanvoer van
2-8
S
S
G
g
g
g
r
A
g
g
ook als het contact is
INSTRUMENTARI
U
g.
g
g
y
oerentelle
g
ouds
p:
g
M
A
B
K J I H
ontrolelampjes signalerin
.
ontrolelampjes systemen
.
nformatie snelheidsbe
. Brandstofmeter
agkilometerteller
F. Totaalkilometerteller, onderhoudsintervalindicator.
et o
Bij aangezet contact licht het oran
ampje op
Zodra de motor draait, moeten deze lamp
Zie de betreffende pa blijven branden
etectie autogordel bestuurde
ls de bestuurder zijn gordel niet hee
et contact wordt aan
autogordel op en klinkt er een
et lampje
C
M L
renzer/-regelaar
NSTRUMENTENPANEEL
G
H. I. Aanduiding sportstand veers J. T
F E
nelheidsmeter chakelstand automatische versnellin
. Knop voor resetten van da
nderh
r.
intervalindicator.
itschakelen passa
itgaan
e en rode
ina, als de lampjes
ezet, licht het lampje
dooft zodra de gordel wordt omgegespt.
eluidssignaal
t omgegespt en
es
van de
ndien de passagiersairbag is uitgeschakeld, brandt het
airbaglampje
wanneer u het contact aanzet.
Inschakelen alarmverlichtin
DB
steem.
kilometerteller en
iersairba
e alarmknipperlichten wer-
n
afgezet.
sbak.
A
B
MAKIN
TE KENNI
ER
5
S
S
G
S
E
g
g
g
g
geg
y.
geg
y
W
g
g
g
INSTRUMENTARI
U
1
All
hebb
Als de gordel ni
of
M
CONTROLELAMPJE AUTOGORDEL
MAKIN
e zitplaatsen
steem dat controleert o
ordel wordt gebruikt
al het controlelampje aan branden of knipperen.
TE KENNI
ER
en een
de auto-
et is vastgegespt,
,
3
ANDENSPANNINGCONTROL
ankzij deze functie wordt u
panning van een band of bij een lekke band.
Waarschuwin
lampje brandt en het silhouet van de auto wordt weer
la
Lekke band": Het
op, terwijl het silhouet van de auto wordt weer
aviDrive kleurendispla
te lage spanning van een van de banden: Het SERVICE-
STOP "-lampje en de signalering lekke band lichten
ewaarschuwd in het
leurendisplay type C
eergave als de
andenspanning in
rde is
e bandenspannin
s te laa
e bandenspanning
s veel te laa
"Lekke band"
eval van een te la
even op het dis-
even.
e
6
A
S
S
G
G
G
N
Al
eek de
schakelaa
y g
ging
en
g
eks
achte
oofdsteu
456101
EILI
G
N
HEID INZITTENDE
ITSCHAKELEN
ASSAGIERSAIRBA
s u op de voorstoel een kinder­zitje met de rugleuning in de rijrich­ting wilt gebruiken, moet u de pas-
agiersairbag voorin uitschakelen.
at gaat als volgt
t het contact uit en st
tel in de
Draai de sleutel in de stand
OFF
: de passagiersairbag is
tgeschakeld.
et controlelampje van deze air­bag op het instrumentenpaneel zal gaan branden als u het contact
nzet.
r
INDERBEVEILIGIN
iermee kan de ruitbediening en de bediening van het portierslot van de achterportieren worden
eblokkeerd. U kunt deze elektri-
sche beveiliging inschakelen door
toets in te drukken
en bericht op het displa
aan dat de kinderbeveili
eactiveerd.
eeft
is
ISOFIX-
EVESTIGINGSPUNTE
et ISOFIX-systeem bevat
op elke buitenste zitplaats achterin
wee onderste ogen C tussen de rugleuning en de zitting. De onderlinge afstand is ongeveer 28 cm. De ogen zijn bij de achterbank door een luikje met het ISOFIX-logo
et bovenste oo
de hoedenplank vastzit, wordt
fgedektmet een klepje met
t
t
h
OP TETHER
n.
E
dat aan
fgedekt
MAKIN
TE KENNI
r
ER
0
7
8
A
S
S
G
p
g
schakele
de
+
": Verhog
R
g
elheid i
elle
": Inschakele
+
": ee
elheid instellen.
elheid
Als d
A
aan te
del
p:
d
-
en
EILI
G
N
HEID INZITTENDE
LEKTRISCHE
MAKIN
Wegrijden
eerrem vrijzetten door het rempe-
daal of het gaspedaal in te trappen
n tegelijkertijd de hendel
trekken en dan weer los te laten
arkeren
rek, als de auto stilstaat, aan de
n
weer los om de parkeerrem aan te
TE KENNI
trekken.
et o
vrijgezet worden als het contact
n stand staat of als de sleutel
ER
it het contactslot is genomen.
e motor draait, kunt u de par-
en laat deze vervolgens
e parkeerrem kan niet
SNELHEIDSBEGRENZE
Dit systeem biedt de mo
m een maximumsn t
n.
ts "
van de snelheidsbegrenzer
tschakelen van de
nelheidsbegrenzer
.
ts " SET
maximumsn
ts " SET -": Verlagen van
maximumsn
et
p: deze functie kan pas
ebruikt worden vana
id van 30 km/h.
elijkheid
n
een snel
n te
n
SNELHEIDSREGELAAR
Dit systeem zorgt ervoor dat de snelheid van de auto constant o
en door de bestuurder
meerde waarde gehouden wordt.
ts "CRUISE ": In- en
nelheidsregelaar.
nderbreken of hervatten van
e snelheidsregelaar
.
ts "SET
e ingestelde snelheid.
.
ts "SET -": Verlagen van
de ingestelde snelheid.
De snelheidsregelaar werkt alleen in dehoogste versnellingen
ls de rijsnelheid hoger is dan
0 km/h
n van
eprogram-
en van
1
75
69
S
S
G
g.
g
g
de
j
ijl
)
Werking in de handb
).
g
A
V
g
g
V
O
O
N
AUTOMATISCHE
ERSNELLINGSBAK
Stand P: Parkin Stand R: Achteruit
Stand N: Neutraal Stand D: Automatische
stand Stand M: Handmati
e stand
MF
N
RTABEL AUT
De automatische versnellin biedt de volgende mogelijkheden
Werkingin
-
tieve stand
nellingsbak steeds de ver­nelling kiest die het beste bi
w rijst
eden past
ende stand:U schakelt zelf
in een van de versnellingen
Stand M
Automatisch programma "SPORT"
n "SNEEUW" (tand D en enkele keren achter elkaar drukken op bedienin
eiligheidsvoorzienin
waarbij de ver-
en de wegomstan-
kunt de selectiehendel alleen uit de stand P
verwijderen als u het rempedaal intrapt Als bij het openen van een portier de selectiehendel niet
n de stand P staat, klinkt er een
Controleer altijd of de selectiehendel in de stand P staat voordat u de auto verlaat
uto-adap-
Stand D
RIJDE
sbak
e-
en:
eluidssignaal
MAKIN
TE KENNI
ER
S
S
G
A
A
P
ijdt die in de leng
g
ijd
lweg
y
blik
ijd
8
MF
O
O
N
RTABEL AUT
RIJDE
EAD-UPDISPLAY
MAKIN
Via de head-up displa
ijke informatie in het gezichtsveld
van de bestuurder geprojecteerd. Op
eze wijze kan de bestuurder
op de weg houden
TE KENNI
e bediening van de head-up dis-
ER
ay is onder het ventilatieroos-
ter aan bestuurdersz
racht.
wordt
e aange-
elang-
e
ARKEERHUL
kunt de parkeerhulp met knop
in- en uitschakelen. Als de par-
eerhulp is uitgeschakeld, brandt
het controlelampje in knop
ANE DEPARTURE
WARNING
Deze rijhulpvoorziening waarschuwt
, wanneer u onbedoeld een al dan iet doorgetrokken streep over­chr
oopt. Dit systeem is bedoeld voor
et r
en op auto- en sne
n werkt alleen bij snelheden van
oven de 80 km/h
anneer u op de toets
wordt deze functie geactiveerd en
aat het lampje in de toets bran-
n.
te over de we
en
drukt,
20
7
07
MILIEUBEWUST RIJDEN
g
Auto
pel
ijl
oud afstand van de auto's voo
l
lijk i
CO
j
g
bij h
blijkt d
oosters alvorens de
Slu
/h
G
g
jging
Laat de moto
a
(
)
pp
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de CO van uw auto verminderen.
Maak optimaal
e versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde versnellings­bak, rijd dan rustig weg, schakel zo snel mogelijk de tweede ver­snelling in en schakel bij voorkeur relatief snel over naar een hogere versnelling. Volg de aanwijzingen van de schakelindicator (indien aanwezig) die op het instrumen­tenpaneel worden weergegeven.
Als uw auto is voorzien van een
tomatische transmissie of een
estuurde handgeschakelde ver-
nellingsbak, laat de selectiehen-
l dan in de stand Drive
versnellingsbak) staan en trap het
" (afhankelijk van het type
aspedaal niet bruusk o
Kies voor een soe
st
H u, rem bij voorkeur af op de motor in plaats van het rempedaal te
ebruiken en trap het gaspedaa eleide
zingen naleeft, neemt het brand-
tofverbruik en de
et verkeer beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan vanaf een snelheid van ongeveer 40 km/h de snel­heidsregelaar (indien aanwezig).
n. Als u deze aanwij-
ebruik van
diep in.
e
-uitstoot af
"of
Gebruik op slimme wi
lektrische voorzienin
Als temperatuur in de auto hoog is
pgelopen, open dan alle ruiten en
airconditioning in te schakelen.
de ruiten, maar laat de ventilatieroos­ters geopend.
ebruik de voorzienin
interieur die de temperatuursti
unnen beperken (blinderingspa­neel van het panoramadak, zonne­schermen, enz.).
Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur is bereikt (behalve bij auto's met een automatische airconditioning).
Schakel de achterruitverwarming en de ontwaseming uit zodra deze niet meer nodig zijn als deze niet automa­tisch worden aangestuurd.
r
Schakel de stoelverwarming zo snel mogelijk uit.
Schakel de verlichting en de mist­lampen uit als het zicht voldoende is.
et instappen
ventilatier
it vanaf een snelheid van 50 km
ze de
en
at de
en in het
draaien, maar rijd zo snel moge-
ijk weg: uw auto warmt sneller op
als u rijdt.
Sluit als passagier zo min mogelijk
ultimedia-apparatuur
er, MP3-speler, spelcomputer, enz. op de auto aan om het elektriciteits­verbruik, en dus het brandstofver­bruik, te beperken.
Koppel externe a
de auto verlaat.
-uitstoot
2
t starten niet stationair warm-
r vooral 's winters n
DVD-spe-
aratuur los als
Beperk de oorzaken van een
gag
g
(
offe
Houd
C
g
ijd
g
g
eservewiel e
olere
L
de
g
hoger brandstofverbruik
V
over de auto: plaats de zwaarste voorwerpen in de ba zo dicht mogelijk bij de achter-
nk.
Beperk de beladin weerstand
iaal, fi etsendrager, aanhanger,
enz.) van uw auto. Gebruik liever
n dakk
Verwijder na gebruik de dakdra-
ers en het imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de winterbanden door zomerbanden.
dakdragers, impe-
r.
eruimte,
en de lucht-
u aan de
nderhoudsvoorschriften
ontroleer regelmatig de banden-
panning (bij koude banden), houd u daarbij aan de bandenspannin die staat vermeld op de sticker op de portiersponning aan bestuur-
ersz
e.
Controleer de bandenspannin
:
voor een lange rit,
-
bij de wisseling van de seizoe­nen,
ls de auto gedurende langere
tijd niet is gebruikt.
Vergeet niet de bandenspannin van het r len van de aanhanger of de caravan te contr
aat uw auto regelmatig onderhou­den (olie verversen, oliefi lter en luchtfi lter vervangen, enz.) en houd u daarbij aan het door de fabrikant voorgeschreven interval.
n.
n van de wie-
met
Laat bij het tanken het vulpistool
iet meer dan drie keer a zo voorkomt u dat brandstof uit tank stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na 3000 km het
lde brandstofverbruik zich stabi-
rt.
slaan;
emid-
AFS
TAND
S
G
:
y
-
store
-
-
N
g
g
g (
Als u de toets
Als u de toets
indrukt, schakelt u de super-
g
g
g
g
g g
(
g) g
BEDIENIN
A B DC
Let op
et gelijktijdig gebruik van
andere draadloze apparatuur
mobiele telefoons, alarms
en, ...) kan de werking van
eze afstandsbediening tijdelijk
ver Bij een permanente storing
pnieuw geïnitialiseerd wor en. Zie "Vervangen van de atterij van de afstandsbedie
ning".
n.
oet de afstandsbediening
ste
CENTRAAL ONTGRENDELE
ruk op de toets
Dit wordt zichtbaar
n het branden van de binnenverlichtin an de buitenspiegels uit
om de auto te ontgrendelen.
emaakt door het knipperen van de richtin
mits ingeschakeld). Ook klappen
aanwijzers
CENTRAAL VERGRENDELEN - SLUITEN VAN RUITEN EN OPEN DAK - SUPERVERGRENDELING
Druk kort op de toets B om de auto te vergrendelen.
en ook de ruiten en het open dak gesloten.
vergrendeling in: de portieren kunnen dan niet meer van buitena ook niet van binnenuit geopend worden.
Dit wordt zichtbaar
aan branden en de binnenverlichtin
tenspiegels in. Als een portier of de achterklep niet
rendeling niet werken
et op dat er bij het sluiten van de ruiten en het open dak met de fstandsbedienin
Het is gevaarlijk om de supervergrendeling te gebruiken als
r nog iemand in de auto zit. Immers, de portieren kunnen dan niet meer van binnenuit worden
even ingedrukt houdt, vergrendelt u de auto en wor-
emaakt door de richtin
, die uitgaat. Ook klappen dan de bui-
oed gesloten is, zal de centrale ver-
een personen bekneld kunnen raken
zonder afstandsbedienin
aanwijzers, die 2 seconden
II
en
eopend
AFS
TAND
S
G
g
digd
V
j
g
ij:
(bij
g
g
g
g
g
g
g
g
g
wordt voorgeschreven door CITROËN.
jggj
V
G
Al
g
O
BEDIENIN
FOLLOW ME HOME"-
ERLICHTIN
s u op de knop C drukt, schakelt
II
de "Follow me home"-verlichtin
in. Dan gaan de parkeerlichten en
et dimlicht gedurende één minuut randen
Druk nog een keer op deze knop om de verlichting uit te schakelen als deze nog niet uit zichzelf is uit-
egaan
OKALISEREN VAN DE AUT
m uw auto op een parkeerplaats
emakkelijk terug te kunnen vinden,
drukt u op knop
chting van de auto gaat branden
n de richtingaanwijzers knipperen edurende enkele seconden. De
auto blijft dan vergrendeld.
e afstandsbedienin
s afgezet. Dit geldt niet bij het opnieuw initialiseren
et op: als u per on
ontgrendelen van de portieren tot Wanneer er echter niet binnen derti
worden de portieren automatisch weer ver
et op: als er een verkeerd type batterij wordt gebruikt, kan het systeem beschadigd raken
De binnenver-
IN- EN UITKLAPPEN VAN DE SLEUTEL
et behulp van de knop
n inklappen.
et mechanisme van de sleutel kan bescha
ebruikt.
ervangen van de batteri
aak de behuizing open om de batterij te vervangen
atter
Na het vervangen van de batterij kan het nodig zijn dat de afstandsbedie­ning opnieuw geïnitialiseerd moet worden. Zet hiervoor het contact aan en
ruk meteen op knop et initialiseren is begonnen. Dat kan enkele tientallen seconden duren.
et op: noteer de nummers van de sleutels en de a
ASSISTANCE-kaartje. Bewaar dit kaartje op een veilige plaats.
en fotozaak).
werkt niet wanneer de sleutel in het contact steekt, ook niet als het contact
eluk de afstandsbedienin
CR 0523 van 3 V.
erkend bedrijf of bij een erkend inzamelpunt
evolg hebben
seconden na het ont
rendeld
kunt u de sleutel van de a
worden als u knop
van de afstandsbedienin
van de afstandsbediening. Houd de knop vast totdat
standsbediening op he
in uw binnenzak bedient, kan dat het on
rendelen een portier wordt
standsbedienin
ewenst
eopend,
uit-
niet
voorbeeld
U
L
g
g
(
g) g
je g
g
g
g
g
p
p
SLEUTEL MET
e
p
schuwe
g
"Airbags"
g
g
g
:
g
g
g
slo
g
g
g.
A
g
jf.
LEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
t de sleutel kunt u de central
vergrendeling van de auto bedie-
n en de motor starten.
Let op: als het contact is a
n u het bestuurders
erwijl de sleutel nog in het contac
teekt, klinkt er een geluidssignaal m u te waar
et de sleutel kunt u de frontairba aan passagierszijde uitschakelen. zie
n.
gezet
ortier opent
LE
TE
CENTRALE VERGRENDELING MET DE SLEUTEL
et de sleutel kan de auto centraal vergrendeld worden.
Supervergrendeling: centrale ver
Door meteen na het vergrendelen de sleutel nog een keer in het slot te verdraaien, wordt de superver portieren van binnenuit o
et op
Als de auto stilstaat en de motor is a
et controlelampje in de schakelaar van de centrale vergrendeling op et dashboard te zien dat de auto ver
Als een portier of de achterklep niet goed gesloten is, zal de centrale
ergrendeling niet werken.
rendeling ingeschakeld. Het openen van de
van buitenaf is nu niet meer mo
rendeling met de sleutel
gezet, is aan het knipperen van
rendeld is
LEKTRONISCHE STARTBLOKKERING
De ELEKTRONISCHE STARTBLOKKERING blokkeert het motormana mentsysteem
et systeem wordt automatisch in
tact
t neemt. Alle sleutels bevatten een elektronische transponder. Nadat het contact is aan
sleutel en het systeem van de startblokkerin
ls de sleutel niet wordt herkend, kan de motor niet
Laat in zo'n geval uw auto staan en neem contact op met een CITROËN
rkend bedri
ezet, wordt er informatie uit
eschakeld zodra u de sleutel uit het con-
II
elijk.
e-
ewisseld tussen de
estart worden
Het is gevaarlijk om de superver
e portieren kunnen dan niet meer van binnenuit Het nummer van de sleutel dient op het daarvoor bestemde kaart Alleen een CITROËN erkend bedri
r een verloren is gegaan
Als u de auto bij een defect aan de accu met behulp van de sleutel ont
ee houden dat u bij het openen of sluiten van een portier de ruit van dat portier kunt beschadi
n zelfs kunt breken. Zie "O
rendeling te gebruiken als er no
f kan u een nieuwe sleutel of afstandsbedienin
enen en sluiten van de
zonder afstandsbedienin
ortieren"
iemand in de auto zit. Immers,
enoteerd te zijn
rendelt, moet u er rekenin
eopend worden
leveren als
en
A
LARMIN
S
E
ANTI-INBRAAK
ALARM. Di
iliging vi
)
g.
(
)
j
g
(
g
V
N
A
g
g
V
N
loeie
Als u het contac
TALLATI
II
et is mogelijk dat uw auto voor-
zien is van een
t systeem biedt
en inbraakbeve
chakelaars op de open­gaande delen (portieren, achterklep, motorkap
lektrische voedin
Een interieurbeveiliging via ultrasone sensoren
ingsmelders in het interieur
kunt deze uitschakelen via
hakelaar
a
en op de
bewe-
A
HET ALARM MET BEHULP
AN DE AFSTANDSBEDIENING
ITSCHAKELE
ntgrendel de auto door op de
te drukken. De sluimerstand - en daarmee het alarm - wordt uit
van de afstandsbedienin
e-
hakeld.
ET ALARM MET BEHULP
AN DE SLEUTEL
ITSCHAKELE
ntgrendel de portieren met de
et systeem bestaat onder meer
-
.
it een sirene en een lamp
hakelaar
itenaf en de status van de alarm-
installatie aangeeft
Alarm UIT (sluimerstand uit
chakeld), lampje uit.
Alarm AAN
ampje knippert langzaam
Alarm afgegaan (inbraaksig­naal): het lampje knippert snel
ls het alarm wordt uit
eld door een druk op de toets
. Het gaat uit zodra u het con-
tact aanzet.
et op: als er een storing in het
steem is opgetreden, brandt het
controlelampje permanent
, dat zichtbaar is van
in sluimerstand),
e in
e-
escha-
leutel. De sirene van het alarm zal
afgaan. Stap in de auto en zet het
ontact aan: de sirene zal stoppen
t
aanzet, stopt de sirene na onge-
n.
veer 30 seconden
t niet
A
LARMIN
S
E
M
p
p
g
g
ging (
g
g
ging
A
O
g
A.
:
g
(
-
)
ging
lijk h
dige b
iliging, d
iliging
daarvoor b
seconde na afzette
fgeg
Acti
ging
(
g)
fg
A
van de afstandsbediening drukken.
TALLATI
INSCHAKELEN VAN HET ALAR
Controleer eerst of alle het schuifdak goed gesloten zijn
m het alarm in te schakelen drukt u op de toets
de afstandsbediening. De uitwendi
econden in werkin
trisch) na 45 seconden.
anneer het alarm aanstaat,
inbraak de sirene 30 seconden loeien en knipperen de
chtingaanwijzers
ierna keert het alarm opnieuw teru
tand en is het afgaan geregistreerd. De inbraakpo
wordt gesignaleerd door het snel knipperen van het
ontrolelampje in schakelaar
ontgrendeltoets
aat uit zodra u het contact aanzet
et alarm gaat ook af bij een onderbreking van de elek-
trische voeding.
erstel van de voedin
Let op
Wanneer u de auto wilt vergrendelen zonder het alarm in te schakelen, moet u de sleutel gebruiken
Als u de auto vergrendelt terwijl een portier o achterklep niet goed gesloten is, zal de auto niet vergrendeld worden. Het alarm wordt na ongeveer 45 seconden wel in
Let op:de sirene wordt automatisch uitgeschakeld
voorbeeld om de accu los te nemen
et behulp van de afstandsbediening ontgrendelt
e beveiliging (perimetrisch) treedt na vijf
is uitgeschakeld. Het controlelampje
m de sirene te stoppen drukt u na het
ortieren, de achterkle
, de interieurbeveili
aat bij een poging tot
nadat het alarm met de
op ontgrendelknop
eschakeld.
en
van
volume-
in de sluimer-
de
bij
zodra u de auto
itschakelen van de interieurbeveili
et is moge
uitwen
wanneer u bijvoorbeeld een hond in de auto achter-
laat).
ruk
ontact op de toets
et controlelampje in de schakelaar brandt nu per-
manent. Het gaat knipperen als het alarm is a
veer het alarm door de auto met behulp van de
afstandsbediening te vergrendelen
et is raadzaam de interieurbeveili als u uw auto wast, om te voorkomen dat het alarm onbedoeld afgaat.
Automatisch inschakelen
et alarm te gebruiken met alleen de
eve
innen één
us zonder interieurbeve
uit te schakelen
afhankelijk van uit-
oerin
et alarm wordt twee minuten nadat de auto vergren­deld is, ingeschakeld.
m nu te voorkomen dat het alarm a
en van een portier of de achterklep, moet u eerst op de
ontgrendeltoets
A B
aat bij het ope-
II
n van het
aan
T
UU
O
CO
OTOR
(
g
g
).
(g
g
w
g
g
T
j
Al
g g
N
g
de
ijg
dig zijn h
ijl d
).
S
ade
accu te voorko
y
ada
g
g
g
g (
g)
schakele
g
g
j
g
N
ooit als de motor draai
II
RSL
T –
A
hankelijk van de uitvoerin
de auto worden de vol
es nu getest
NTACT – STARTM
van
ende lamp-
STARTEN EN STOPPEN VAN
E MOTOR
ie "Starten".
CO-MODU
m het stroomverbruik tot een
niumum te beperken en daarmee t ontl
en, zal het elektrisch s w auto et contact is uitgezet automatisch
Als een lampje niet gaat branden, duidt dit op een storin
: STARTE
Laat de sleutel los zodra de motor
S: STUURSLO
oor het stuur iets te bewegen en tegelijk de sleutel in het contactslot te draaien, komt het stuurslot vri
s u het stuur een beetje beweegt
adat de sleutel uit het slot is gehaald, zal de stuurinrichtin worden. Alleen in stand
ogelijk de sleutel uit het slot te
len.
eblokkeerd
is het
: CONTACT AA
In deze stand is de stuurinrichtin
iet langer geblokkeerd (om de
tel in
an het no te bewegen terw gedraaid
-stand te kr et stuurwiel iets
e sleutel wordt
en,
is aangeslagen. Gebruik deze
tand n
NEEM DE SLEUTEL NOOIT UIT HET CONTACT VOORDAT
E AUTO VOLLEDIG STILSTAAT
ALS DE AUTO RIJDT, MOET U DE MOTOR ALTIJD LATEN
RAAIEN OM DE BEKRACHTIGING VAN DE REMMEN
N HET STUUR TE BEHOUDEN stuurinrichting door het stuurslot wordt veiligheidsvoorzienin
Hang niet te veel gewicht aan de contactsleutel sleutelhanger). U voorkomt hiermee storin
orden doordat de sleutel naar beneden wordt
ls hij in het contactslot zit
Beweeg het stuurwiel een beetje als u de sleutel uit het contactslot hebt
enomen om de stuurinrichtin
t.
in de eco-modus De elektrische uitrustin
omfort en de ontstekin
koplampverlichtin
ichten en alarmverlichtin
automatisch uitgeschakeld. Start
e motor als u deze voorzieningen
weer in wilt
en niet werken
in het stuurslot te laten vallen.
n van de
iterlijk
om te voorkomen dat de
eblokkeerd en
en die veroorzaakt
steem van
minuten n
aan
en voor het
behalve stad-
n.
een zware
etrokken
-
van de
worden
Loading...
+ 186 hidden pages