CASIO Europe GmbH
Bornbarch 10, 22848 Norderstedt, Germany
Betreffende deze gebruiksaanwijzing
•Het MATH merkteken geeft een voorbeeld aan dat het wiskundig
formaat gebruikt, terwijl het LINE merkteken het lineaire formaat
aangeeft. Zie “Specificeren van het invoer/uitvoer formaat” op
pagina D-12 voor details.
•De markeringen op de toetsen geven aan wat een toets invoert of
welke functie hij uitvoert.
Voorbeeld: 1, 2, +, -, !, A, enz.
•Door op de 1 of S toets te drukken gevolgd door een tweede
toets wordt de alternatieve functie van de tweede toets verkregen.
De alternatieve functie wordt aangegeven door de tekst die boven
de toets gedrukt staat.
sin–1{D}
Toetsfunctie
•Het volgende laat zien wat de verschillende kleuren van de tekst
op de alternatieve functietoets betekenen.
Als de tekst van de
toetsmarkering deze Betekent dat het volgende:
kleur is:
Geel
Rood
Paars (of binnenSchakel de CMPLX functie in om de
paarse haakjes)complexe functie te verkrijgen.
Groen (of binnenSchakel de BASE-N functie in om de
groene haakjes)grondtal-n functie te verkrijgen.
•Hieronder volgt een voorbeeld hoe de bewerking van een
alternatieve functie wordt voorgesteld in deze gebruiksaanwijzing.
Voorbeeld: 1s(sin–1)1=
Dit geeft de functie aan die ingeschakeld wordt door
de toetsbewerking (1s) die eraan vooraf gaat.
Merk op dat dit geen onderdeel uitmaakt van de
toetsbewerking die u feitelijk uitvoert.
s
Druk op 1 en daarna op de toets om
de van toepassing zijnde functie in te
schakelen.
Druk op S en daarna op de toets om
de van toepassing zijnde variabele, de
constante of het symbool in te voeren.
Alternatieve functie
D-1
•Hieronder volgt een voorbeeld hoe een toetsbewerking voor het
selecteren van een in-beeld menu item wordt voorgesteld in deze
gebruiksaanwijzing.
Voorbeeld: 1(Setup)
Dit geeft het menu item aan dat ingeschakeld wordt
door de nummertoetsbewerking (1) die eraan vooraf
gaat. Merk op dat dit geen onderdeel uitmaakt van de
toetsbewerking die u feitelijk uitvoert.
•De cursortoets is voorzien van vier pijlen die
een richting aangeven zoals aangegeven in
de afbeelding hiernaast. In deze gebruiksaanwijzing worden de bewerkingen van de
cursortoets aangegeven als f, c, d en
e.
•De displays en de afbeeldingen (zoals de toetsmarkeringen) die
in deze gebruiksaanwijzing en het afzonderlijke aanhangsel worden
aangegeven dienen enkel ter illustratie en kunnen ietwat afwijken
van de items die ze in werkelijkheid aanduiden.
•De inhoud van deze gebruiksaanwijzing kan zonder voorafgaande
mededeling worden veranderd.
• In geen geval kan CASIO Computer Co., Ltd. aansprakelijk worden
gesteld voor speciale of incidentele schade of voor schade als
gevolg van gebruik of ten gevolge van de aankoop van dit product
en items die meegeleverd worden. Daarenboven kan CASIO
Computer Co., Ltd. in geen geval aansprakelijk worden gesteld
voor welke eis dan ook door derden voortvloeiende uit het gebruik
van dit product en items die meegeleverd worden.
REPLAY
k Gebruik van het afzonderlijke aanhangsel
Telkens wanneer u het symbool Aanhangsel- in deze gebruiksaan-
wijzing ziet, betekent dit dat u naar het afzonderlijke aanhangsel
moet verwijzen.
Voorbeeldnummers (zoals “<#021>”) in deze gebruiksaanwijzing
verwijzen naar het corresponderende voorbeeldnummer in het
aanhangsel.
Specificeer de hoekeenheid in overeenstemming met de tekens in
het aanhangsel:
Deg : Specificeer Graden voor de hoekeenheid.
Rad : Specificeer Radialen voor de hoekeenheid.
D-2
Terugstellen van de calculator
Voer de volgende procedure uit wanneer u de calculator wilt
terugstellen en de oorspronkelijke (default) instellingen opnieuw wilt
verkrijgen voor de rekenfunctie en de basisinstellingen. Merk op dat
deze bewerking tevens alle data uitwist die zich op het moment in
het geheugen van de calculator bevinden.
19(CLR)3(All)=(Yes) (d.w.z. wis alles)
• Zie “Rekenfuncties en basisinstelling van de calculator” op pagina
D-11 voor informatie aangaande rekenfuncties en instellingen die
gebruikt kunnen worden voor de basisinstelling.
• Zie “Gebruiken van het calculatorgeheugen” op pagina D-30 voor
informatie over het geheugen.
Veiligheidsmaatregelen
Zorg ervoor de volgende veiligheidsmaatregelen aandachtig door
te lezen alvorens deze calculator te gebruiken. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing voor latere naslag.
LET OP
Dit symbool wordt gebruikt om informatie aan te geven die, indien
zij genegeerd wordt, kan leiden tot persoonlijk letsel of materiële
schade.
Batterij
•Mocht u de batterij uit de calculator halen, berg deze dan op
een veilige plaats op waar er geen gevaar bestaat dat kleine
kinderen de batterij kunnen pakken en per ongeluk inslikken.
• Houd batterijen buiten bereik van kinderen. Mocht een batterij
per ongeluk ingeslikt worden, raadpleeg dan onmiddellijk een
arts.
•Probeer de batterij nooit op te laden, uit elkaar te halen en
laat hem geen kortsluiting maken. Stel de batterij nooit bloot
aan open vuur en probeer hem niet als afval te verbranden.
•Wordt de batterij verkeerd behandeld of gebruikt dan kan hij
gaan lekken en schade toebrengen aan voorwerpen in de buurt
en daarbij bestaat het gevaar op brand en persoonlijk letsel.
• Let er altijd op dat de positieve k en negatieve l kant
van de batterij bij inleggen in de juiste richting wijzen.
D-3
• Gebruik enkel het type batterijen die in deze gebruiks-
aanwijzing vermeld worden.
Als afval weggooien van de calculator
•Gooi de calculator nooit weg door hem als afval te verbranden.
Hierdoor kunnen namelijk bepaalde componenten plotseling
barsten en het gevaar op brand en persoonlijk letsel met zich
meebrengen.
Voorzorgsmaatregelen
•Vergeet niet de O toets van de calculator in te drukken
alvorens hem voor de eerste keer in gebruik te nemen.
• Zelfs als de calculator normaal gebruikt wordt, dient u de
batterij minstens eens in de drie jaar te vervangen.
Een lege batterij kan gaan lekken en schade toebrengen aan de
calculator. Laat een lege batterij nooit in de calculator zitten.
•De batterij die met dit toestel meegeleverd wordt, ontlaadt
enigszins tijdens het verschepen en de opslag. Daarom kan
de batterij mogelijk eerder aan vervanging toe zijn dan de
gewoonlijk verwachte levensduur van de batterij.
•Bij een lage batterijspanning kan de geheugeninhoud door
de war raken of geheel verloren gaan. Houd altijd geschreven
notities bij van alle belangrijke data.
•Vermijd het gebruik en het opbergen van de calculator op
plaatsen die blootstaan aan extreme temperaturen.
Lage temperaturen kunnen een trage reactie van het display of
zelfs totaal uitblijven van een reactie veroorzaken, waardoor ook
de levensduur van de batterij wordt verkort. Laat de calculator niet
staan in het zonlicht, bij een venster, bij een kachel of op andere
plaatsen waar hoge temperaturen mogelijk kunnen optreden. Hitte
kan verkleuring en verbuiging van de behuizing van de calculator
veroorzaken en schade toebrengen aan de interne circuits.
•Vermijd het gebruik en het opslaan van de calculator op
plaatsen waar veel stof is of een hoge vochtigheidsgraad
heerst.
Laat de calculator nooit op een plaats staan waar hij nat kan worden
of waar hij blootstaat aan veel vocht of stof. Onder dergelijke
omstandigheden kunnen de interne circuits namelijk beschadigd
raken.
• Laat de calculator nooit vallen en stel hem niet bloot aan harde
stoten.
D-4
•Probeer de calculator nooit te buigen.
Draag de calculator niet mee in uw broekzak of andere nauwe
kledingstukken waardoor de calculator mogelijk gaat buigen.
•Probeer de calculator nooit uit elkaar te halen.
•Druk nooit met een balpen of ander scherp voorwerp op de
toetsen van de calculator.
•Reinig de buitenkant van het toestel met een zachte, droge
doek.
Mocht de calculator heel vuil worden, maak hem dan schoon met
een doek bevochtigd met een milde oplossing van water en een
neutraal schoonmaakmiddel (zeepsop o.i.d.). Wring overmatig
water geheel uit alvorens de calculator af te vegen. Gebruik nooit
verfverdunner, benzine of andere vluchtige reinigingsmiddelen om
de calculator te reinigen. Hierdoor kunnen de opgedrukte
markeringen uitgewist worden en kan ook schade aan de behuizing
worden aangericht.
D-5
Inhoud
Betreffende deze gebruiksaanwijzing ............ 1
k Gebruik van het afzonderlijke aanhangsel .......................... 2
Terugstellen van de calculator ........................ 3
Voordat u de calculator in gebruik neemt, dient u eerst het harde
etui naar onderen te schuiven om het te verwijderen en om het harde
etui vervolgens op de achterkant van de calculator aan te brengen
zoals in de onderstaande afbeelding is aangegeven.
k In- en uitschakelen van de spanning
•Druk op O om de calculator in te schakelen.
•Druk op 1A(OFF), om de calculator uit te schakelen.
k Bijstellen van het contrast in het display
1N(SETUP)c6(]CONT')
Dit geeft het contrastinstelscherm weer. Stel het displaycontrast in
met behulp van d en e. Druk op A indien de instelling naar
wens is.
•U kunt het contrast bijregelen d.m.v. d en e wanneer het menu
(dat verschijnt door indrukken van N) zich in het display bevindt.
Belangrijk!
•Als de leesbaarheid niet beter wordt na het bijstellen van het
displaycontrast betekent dat waarschijnlijk dat de batterijspanning
laag is. Vervang in dit geval de batterij.
D-9
k Aangaande het display
Uw calculator heeft een LCD scherm van 31 × 96 beeldpunten.
Voorbeeld:
Invoerde uitdrukking
Resultaat van de berekening
{
k Indicators in het display
Voorbeelddisplay:
Deze
indicator:
CMPLX
Betekent dit:
Het toetsenbord is ingesteld voor de alternatieve
functie door indrukken van de shifttoets 1. De
alternatieve functie van het toetsenbord wordt
S
ongedaan gemaakt en deze indicator verdwijnt
wanneer u op een toets drukt.
De alfa invoerfunctie is ingeschakeld door indrukken
van de S toets. De alfa invoerfunctie wordt verlaten
en deze indicator verdwijnt wanneer u op een toets
A
drukt.
Er is een waarde opgeslagen in het onafhankelijke
M
geheugen.
Deze calculator staat paraat (standby) voor invoer
van de naam van een variabele om een waarde aan
STO
deze variabele toe te wijzen. Deze indicator
verschijnt nadat u op 1t(STO) drukt.
Deze calculator staat paraat (standby) voor invoer
van de naam van een variabele om de waarde van
RCL
deze variabele op te roepen. Deze indicator
verschijnt nadat u op t drukt.
STAT
De STAT functie van de calculator staat ingeschakeld.
De CMPLX functie van de calculator staat
ingeschakeld.
De MATRIX functie van de calculator staat
MAT
ingeschakeld.
De VECTOR functie van de calculator staat
VCT
ingeschakeld.
7De default hoekeenheid is graden.
8De default hoekeenheid is radialen.
9De default hoekeenheid is gradiënten.
CMPLX
D-10
Deze
indicator:
Belangrijk!
•Bij een bijzonder ingewikkelde berekening of bij een ander type
berekening dat een lange tijd in beslag neemt kan het display
mogelijk alleen de bovenstaande indicators (zonder enige waarde)
geven terwijl de calculator de berekening inwendig aan het
uitvoeren is.
Betekent dit:
FIXEen vast aantal decimale plaatsen is van kracht.
SCIEen vast aantal significante cijfers is van kracht.
De wiskundestijl is geselecteerd als de invoer/uitvoer
Math
formaat.
Geheugendata met alle rekenactiviteiten is
beschikbaar en kan worden herhaald, of er is meer
$`
data boven/beneden het scherm dat op het ogenblik
wordt weergegeven.
Het display toont een tussenresultaat van een
Disp
berekening met meerdere beweringen.
Rekenfuncties en basisinstelling van de
calculator
k Rekenfuncties
Wanneer u dit type
bewerking wilt uitvoeren:bewerking:
Algemene berekeningenCOMP
Berekeningen met complexe getallenCMPLX
Statistische en regressie berekeningenSTAT
Berekeningen met een specifiek getallensysteem
(binair, octaal, decimal, hexadecimal)
Oplossen van vergelijkingenEQN
Matrix berekeningenMATRIX
Aanmaken van een getallentabel die gebaseerd
is op een uitdrukking
Vector berekeningenVECTOR
Specificeren van de rekenfunctie
(1) Druk op N om het
functiemenu te verkrijgen.
Selecteer deze
BASE-N
TABLE
D-11
(2) Druk op de nummertoets die correspondeert aan de functie die
u wilt selecteren.
• Druk bijvoorbeeld op 2 om de CMPLX functie te selecteren.
k Configureren van de basisinstelling van de
calculator
Door indrukken van 1N(SETUP), wordt het menu met
basisinstellingen verkregen die u kunt gebruiken om te regelen hoe
berekeningen worden uitgevoerd en aangegeven. Het menu met
basisinstellingen heeft twee schermen waartussen u kunt heen en
weer schakelen met behulp van c en f.
c
f
• Zie “Bijstellen van het contrast in het display” op pagina D-9 voor
informatie over het gebruik van “]CONT'”.
Specificeren van het invoer/uitvoer formaat
Voor dit invoer/uitvoer formaat:Voer deze toetsbewerking uit:
Math (wiskundig)1N1(MthIO)
Lineair1N2(LineIO)
• Het wiskundige (math) formaat zorgt ervoor dat breuken, irrationele
getallen en andere uitdrukkingen worden aangegeven zoals ze
op papier worden geschreven.
• Het lineaire formaat zorgt ervoor dat breuken en andere
uitdrukkingen worden weergegeven op een enkele regel.
Math
Lineair formaatWiskundig (math) formaat
Specificeren van de default hoekeenheid
Om dit als de default
hoekeenheid te specificeren:
Specificeren van het aantal cijfers in het display
Om dit te specificeren:Voer deze toetsbewerking uit:
Aantal decimale plaatsen1N6(Fix)0–9
Aantal significante cijfers1N7(Sci)0–9
Weergavebereik van1N8(Norm)1(Norm1)
exponenten of 2(Norm2)
Voorbeelden van de aanduiding van rekenresultaten
• Fix: De waarde die u specificeert (van 0 tot en met 9) bepaalt het
aantal decimale plaatsen voor aangegeven rekenresultaten.
Rekenresultaten worden afgerond tot het gespecificeerde cijfer
voordat ze worden weergegeven.
Voorbeeld: 100 ÷ 7 = 14,286 (Fix3)
•Sci: De waarde die u specificeert (van 1 tot en met 10) bepaalt het
aantal significante cijfers voor aangegeven rekenresultaten.
Rekenresultaten worden afgerond tot het gespecificeerde cijfer
voordat ze worden weergegeven.
Voorbeeld: 1 ÷ 7 = 1,4286 × 10
•Norm: Door één van de twee beschikbare instellingen (Norm1,
Norm2) in te stellen bepaalt u het bereik waarbinnen resultaten
worden weergegeven in een niet-exponentieel formaat. Buiten dat
gespecificeerde bereik worden resultaten weergegeven met behulp
van het exponentiële formaat.
Specificeren van het weergaveformaat de decimale
komma/punt
Om dit weergaveformaat
voor de decimale komma/
punt te specificeren:
Punt (.)1Nc5(Disp)1(Dot)
Komma (,)1Nc5(Disp)2(Comma)
•De instelling die u hier configureert is enkel van toepassing op
rekenresultaten. De decimale komma voor ingevoerde waarden
wordt altijd door een punt (.) voorgesteld.
Voer deze toetsbewerking uit:
k Terugstellen van de rekenfunctie en de
overige instellingen
Door de volgende procedure uit te voeren worden de instellingen
van de rekenfunctie en de andere basisinstellingen teruggesteld
zoals hieronder aangegeven.
•Druk op A(Cancel) in plaats van op = om het terugstellen te
annuleren zonder iets te doen.
Invoeren van uitdrukkingen en waarden
k Invoeren van een rekenuitdrukking met
behulp van het standaardformaat
Met deze calculator kunt u rekenuitdrukkingen invoeren precies zoals
ze geschreven zijn. Druk vervolgens eenvoudigweg op de =
D-14
toets om de uitdrukking uit te voeren. De calculator beoordeelt zelf
automatisch de prioriteitsvolgorde van de berekeningen voor het
optellen, aftrekken, vermenigvuldiging en delen, functies en haakjes.
Voorbeeld: 2 (5 + 4) – 2 × (–3) =
LINE
2(5+4)-
2*y3=
Invoeren van een functie met haakjes
Wanneer u een van de hieronder aangegeven functies invoert wordt
deze automatisch ingevoerd met het karakter voor het openen van
de haakjes ( ( ). Vervolgens dient u dan het argument in te voeren en
daarna het karakter voor het sluiten van de haakjes ( ) ).
•Merk op dat de invoerprocedure anders is als u het wiskundig
formaat wilt gebruiken. Zie “Invoeren met het wiskundig formaat”
op pagina D-19 voor nadere informatie.
Achterwege laten van het vermenigvuldigingsteken
U kunt het vermenigvuldigingsteken (×) in elk van de volgende
gevallen achterwege laten.
•Voor het karakter voor haakjes openen ( ( ): 2 × (5 + 4), enz.
•Voorafgaand aan een functie met haakjes:
2 × sin(30), 2 × '(3), enz.
•Voorafgaande aan een voorvoegselsymbool (met uitzondering van
het min-teken): 2 × h123, enz.
•Voorafgaande aan de naam van een variabele, een constante of
een willekeurig getal (random getal): 20 × A, 2 × π, 2 × i , enz.
s30)=
Door op s te drukken wordt “sin(” ingevoerd.
D-15
Laatste karakter voor het sluiten van de haakjes
U kunt één of meerdere karakters voor het sluiten van de haakjes
achterwege laten die aan het eind van een berekening nog volgen
en die zich onmiddellijk voor de = toets bevinden. Zie “Achterwege
laten van het karakter voor het sluiten van de haakjes” op pagina
D-26.
Tonen van een lange uitdrukking
Het display kan maximaal 14 karakters per keer laten zien. Wordt
het 15de karakter ingevoerd dan verschuift de uitdrukking naar links.
Op dat moment verschijnt de ] indicator links van de uitdrukking
om aan te geven er zich nog een deel van de uitdrukking links van
het display bevindt dat er niet op past.
Ingevoerde uitdrukking: 1111 + 2222 + 3333 + 444
Weergegeven gedeelte:
Math
•U kunt naar links scrollen en het verborgen gedeelte zien door op
de d te drukken als de ] indicator wordt aangegeven. Hierdoor
verschijnt de ' indicator rechts van de uitdrukking. Op dat moment
kunt u de e toets gebruiken om terug te scrollen.
Aantal ingevoerde karakters (bytes)
•U kunt voor één enkele uitdrukking data invoeren tot maximaal 99
bytes. In principe gebruikt elke toetsbewerking één byte. Een
functie die twee toetsbewerkingen nodig heeft (bijvoorbeeld 1s(sin–1)), gebruikt maar één byte. Merk echter op dat bij het
invoeren van functie met het wiskundig formaat, elk item dat u
invoert meer dan één byte zal innemen. Zie “Invoeren met het
wiskundig formaat” op pagina D-19 voor nadere informatie.
•Gewoonlijk verschijnt de invoercursor als een rechte verticaal (I)
of horizontaal ( ) knipperend streepje op het displayscherm. Zijn
er nog tien of minder bytes over om de huidige uitdrukking in te
voeren, dan verandert de vorm van de cursor naar I, om dit feit
aan te geven. Verschijnt de Icursor breng dan de uitdrukking op
een handig punt en bereken het resultaat.
Cursor
k Corrigeren van een uitdrukking
Deze sectie geeft uitleg hoe u een uitdrukking kunt corrigeren terwijl
u hem aan het invoeren bent. De procedure die u moet gebruiken
hangt af van of u als de invoerfunctie ‘tussenvoegen’ of ‘overschrijven’
heeft ingesteld.
D-16
Betreffende de invoerfuncties voor ‘tussenvoegen’
en ‘overschrijven’
Met de functie voor tussenvoegen, verschuiven de karakters naar
links om ruimte te maken voor het invoeren van een nieuw karakter.
Bij de functie voor overschrijven zal een nieuw ingevoerd karakter
het karakter vervangen waar de cursor zich op dat moment bevindt.
De functie voor tussenvoegen is de default invoerfunctie. Mocht daar
behoefte aan zijn dan kunt u overschakelen naar de functie voor
overschrijven.
•De cursor is een verticaal knipperend streepje (I), wanneer de
tussenvoegfunctie geselecteerd is. De cursor is een horizontaal
knipperend streepje ( ) wanneer de overschrijffunctie geselecteerd
is.
•De oorspronkelijke default voor invoeren met het lineaire formaat
is de tussenvoegfunctie. U kunt overschakelen naar de
overschrijffunctie door op 1Y(INS) te drukken.
•Bij het wiskundig formaat kan enkel de tussenvoegfunctie worden
gebruikt. Door op 1Y(INS) te drukken kunt u niet overschakelen
naar de overschrijffunctie. Zie “Opnemen van een waarde in een
functie” op pagina D-21 voor nadere informatie.
•De calculator verandert automatisch naar de tussenvoegfunctie
wanneer u het invoer/uitvoer formaat verandert van lineair naar
wiskundig.
Veranderen van het karakter of de functie die u
zojuist invoerde
Voorbeeld: Om de uitdrukking 369 × 13 te corrigeren zodat deze
LINE
369 × 12 wordt.
369*13
Y
2
Wissen van een karakter of functie
Voorbeeld: Om de uitdrukking 369 × × 12 te corrigeren zodat deze
LINE
Tussenvoegfunctie:
369 × 12 wordt.
369**12
D-17
dd
Y
Overschrijffunctie:
369**12
ddd
Y
Corrigeren van een berekening
Voorbeeld: Corrigeren van cos(60) zodat het sin(60) wordt.
LINE
Tussenvoegfunctie:
Overschrijffunctie:
Tussenvoegen bij invoeren van een berekening
Gebruik voor deze bewerking altijd de tussenvoegfunctie. Verplaats
de cursor met behulp van d en e naar de plaats waar u het
nieuwe gedeelte wilt toevoegen en voer dit dan in.
c60)
dddY
s
c60)
dddd
s
k Aangeven van de plaats van een fout
Mocht er een foutmelding (zoals “Math ERROR” of “Syntax ERROR”
verschijnen wanneer u op = drukt, druk dan op d of e. Hierdoor
D-18
wordt het gedeelte van de berekening verkregen waar de fout optrad
waarbij de cursor geplaatst is op de plaats van de fout. U kunt dan
de nodige correcties aanbrengen.
Voorbeeld: Als u onverhoeds 14 ÷ 0 × 2 = invoerde in plaats van
LINE
14 ÷ 10 × 2 =
Gebruik dan de tussenvoegfunctie voor de volgende
bewerking.
14/0*2=
Druk op e of d.
Dit veroorzaakt de foutmelding.
d1
=
U kunt ook het scherm met de
drukken waardoor de berekening in het geheel gewist wordt.
foutmelding
verlaten door op A te
k Invoeren met het wiskundig formaat
Wanneer u invoert volgens het wiskundig formaat kunt u breuken
en bepaalde functies invoeren en in het display verkrijgen volgens
dezelfde formaat zoals dit in uw studieboek aangegeven staat.
Belangrijk!
•Bij bepaalde types uitdrukkingen kan de hoogte van de
rekenformule hoger zijn dan de displayregel. De maximale
toegelaten hoogte van een rekenformule is twee displayschermen
(31 beeldpunten × 2). Verdere invoer wordt onmogelijk als de
hoogte van de berekening die u aan het invoeren bent de
toegelaten grens overschrijdt.
• Het stapelen van functies en haakjes is toegestaan. Verdere invoer
wordt onmogelijk als u teveel functies en/of haakjes stapelt. Mocht
dit gebeuren deel de berekening dan op in meerdere delen en
bereken elk deel dan afzonderlijk.
Functies en symbolen die ondersteund worden voor
het invoeren volgens het wiskundig formaat
•De “Bytes” kolom toont het aantal bytes geheugen die gebruikt
wordt tijdens het invoeren.
D-19
Functie/SymboolToetsbewerkingBytes
Onechte breuk'9
Gemengde breuk1'(()13
log(a,b) (logaritme)&6
10^x (macht van 10)1l($)4
e^x (macht van e)1i(%)4
Vierkantswortel!4
Derdemachtswortel1!(#)9
Voorbeelden van het invoeren met het wiskundig
formaat
• De volgende bewerkingen worden alle uitgevoerd terwijl het
wiskundig formaat geselecteerd is.
• Let op de plaats en de grootte van de cursor in het display wanneer
u met het wiskundig formaat invoert.
Voorbeeld 1: Om 23 + 1 in te voeren
MATH
263
e+1
Voorbeeld 2: Om 1 + '2 + 3 in te voeren
MATH
1+!2
e+3
Math
Math
Math
Math
D-20
Voorbeeld 3: Om (1 + )2 × 2 = in te voeren
MATH
(1+'2c5e)
•Wanneer u op = drukt om een rekenresultaat te verkrijgen met
behulp van het wiskundig formaat, dan kan een gedeelte van de
uitdrukking die u invoert afgekapt worden om binnen het scherm
te passen zoals aangegeven in Voorbeeld 3. Als u dan weer de
gehele uitdrukking wilt zien zoals die is ingevoerd, dan kunt u op
A drukken en vervolgens op e.
Opnemen van een waarde in een functie
Bij gebruik van het wiskundig formaat kunt u een deel van een
ingevoerde uitdrukking (een waarde, een uitdrukking binnen haakjes,
enz.) in een functie opnemen.
Voorbeeld: Om de uitdrukking binnen de haakjes bij 1 + (2 + 3) +
MATH
•Als de cursor zich links van een bepaalde waarde of breuk (in
plaats van open haakjes) bevindt, zal die waarde of breuk worden
opgenomen in de hier gespecificeerde functie.
•Als de cursor zich links van een functie bevindt, zal die gehele
functie worden opgenomen in de hier gespecificeerde functie.
De volgende voorbeelden geven de andere functies die gebruikt
kunnen worden in de bovenstaande procedure en de
toetsbewerkingen die u moet uitvoeren om ze te gebruiken.
2
5
Math
w*2=
4 op te nemen in de ' functie.
Math
Ver pl aats de cursor
hierheen.
1Y(INS)
Dit verandert de vorm van de cursor zoals hier te zien is.
!
Hierdoor wordt de uitdrukking binnen de
haakjes opgenomen in de functie '.
Math
Math
Oorspronkelijke uitdrukking:
FunctieToetsbewerkingResulterende uitdrukking
Breuk'
D-21
FunctieToetsbewerkingResulterende uitdrukking
log (a,b)&
Machtswortel16(")
Oorspronkelijke uitdrukking:
FunctieToetsbewerkingResulterende uitdrukking
Integraal7
Afgeleide17(F)
Σ-berekening1&(8)
U kunt ook waarden opnemen in de volgende functies:
1l($), 1i(%), !, 6, 1!(#), 1w(Abs)
Weergeven van rekenresultaten waarbij
het formaat met
''
'2, π, enz. behouden
''
blijft (vorm met irrationele getallen)
Als “MthIO” (wiskundig formaat) is geselecteerd als het invoer/uitvoer
formaat kunt u specificeren of rekenresultaten in een formaat dienen
te worden weergegeven waarbij uitdrukkingen zoals '2 en π (vorm
met irrationele getallen) behouden blijven.
•Door = in te drukken na het invoeren van een berekening wordt
het resultaat weergegeven in het irrationele getallen formaat.
• Door op 1= te drukken na invoeren van een berekening wordt
het resultaat met de decimale waarden getoond.
Opmerking
•Wanneer “LinelO” (lineair formaat) voor het invoer/uitvoer formaat
wordt geselecteerd, worden de rekenresultaten altijd met decimale
waarden weergegeven (er is geen irrationeel getallenformaat)
ongeacht of u op = of op 1= drukt.
•De weergavecondities voor het π formaat (formaat dat π bevat bij
weergave van irrationele getallen) zijn dezelfde als die voor S-D
transformaties. Zie “Gebruik van S-D transformatie” op pagina
D-47 voor details.
D-22
Voorbeeld 1: '2 +'8 = 3'2
MATH
1!2e+!8=
2!2e+!81=
Math
Math
Voorbeeld 2: sin (60) =(Hoekeenheid: Deg)
MATH
'3
2
Math
s60=
Voorbeeld 3: sin–1 (0,5) = π(Hoekeenheid: Rad)
MATH
1
6
Math
1s(sin–1)0.5=
•Hieronder volgen de berekeningen waarvoor resultaten van het
' formaat (vorm die ' bevat bij tonen van irrationale getallen)
kunnen worden weergegeven.
a.Rekenkundige bewerkingen van waarden met het
vierkantswortelsymbool ('), x2, x3, x
b.Berekeningen met trigonometrische functies
c. Abs berekeningen met complexe getallen
d. Weergave van poolcoördinaten met de CMPLX functie (r∠ θ)
Hieronder volgen de bereiken voor het invoeren van waarden waarbij
het ' formaat altijd gebruikt wordt om de resultaten van
trigonometrische berekeningen aan te geven in het display.
InstellingInvoerwaardebereik
van deInvoer van hoekwaarde voor rekenresultaten
hoekeenheidvan het ' formaat
DegEenheden van 15°앚x앚 < 9 × 10
Meervouden van π
Rad
radialen
Meervouden van
Gra
gradiënten
–1
9
1
12
50
3
앚x앚 < 20π
앚x앚 < 10000
D-23
De resultaten van berekeningen kunnen worden aangegeven in het
decimale formaat wanneer het ingevoerde waarden betreft die buiten
het bovenstaande bereik vallen.
k Rekenbereik van het ' formaat
Opmerking
Bij het uitvoeren van berekeningen met compexe getallen met de
CMPLX functie zijn de volgende voorwaarden van toepassing op
respectievelijk zowel het reële gedeelte als het imaginaire gedeelte.
Resultaten die het symbool van de vierkantswortel bevatten kunnen
maximaal twee termen hebben (een integer term wordt ook geteld
als een term).
Rekenresultaten met het ' formaat hebben displayformaten zoals
hieronder wordt aangegeven:
± a'b , ± d ± a'b ,
Hieronder volgen de bereiken van elk van de coëfficiënten (a, b, c,
d, e en f).
Voorbeeld:
De onderstreepte gedeelten van de bovenstaande voorbeelden
geven aan waarom het decimale formaat gebruikt wordt.
Redenen waarom de resultaten van de voorbeelden worden
aangegeven in decimaal formaat
-Waarde buiten het toegestane bereik
-Meer dan twee termen in het rekenresultaat
1 < a < 100, 1 < b < 1000, 1 < c < 100
0 < d< 100, 0 < e< 1000, 1 < f< 100
•Als tijdens de berekening een term wordt gevonden die niet
weergegeven kan worden als in het wortelformaat (') of als een
breuk, dan zal het rekenresultaat worden aangegeven in het
decimale formaat.
Voorbeeld: log3 + '2 = 1,891334817
'3 + '2 = 10'3 + 11'2
11
= –8,898979486
a
d'e
→
10110
′'b
+
d′'e
c′f
Fundamentele berekeningen(COMP)
Dit hoofdstuk geeft uitleg hoe u rekenkundige, procentuele en
sexagesimale berekeningen en berekeningen met breuken kunt
uitvoeren.
Alle berekeningen in dit hoofdstuk worden uitgevoerd met de
COMP functie (N1) .
k Rekenkundige berekeningen
Gebruik de + , - , * en / toetsen om rekenkundige
berekeningen uit te voeren.
Voorbeeld: 7 × 8 – 4 × 5 = 36
LINE
7*8-4*5=
•De calculator beoordeelt automatisch de prioriteitsvolgorde van
de berekeningen. Zie “Prioriteitsvolgorde van berekeningen” op
pagina D-75 voor nadere informatie.
D-25
Loading...
+ 60 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.