Inhoud van de verpakking
Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de
onderstaande onderdelen bevat.
Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier.
Camera Batterij
Batterijlader
*1 Verwijder de klevende afdekking van een batterij niet.
*2 Raadpleeg voor bevestigingsinstructies de Gebruikershandleiding die via de website
van Canon gedownload kan worden.
• De verpakking bevat ook gedrukt materiaal.
• Een geheugenkaart is niet bijgesloten.
CB-2LHE
NB-13L*
Polsriem*
1
2
Compatibele geheugenkaarten
Een geheugenkaart is niet bijgesloten. Koop naar wens een van de volgende
kaarttypen. Deze geheugenkaarten kunnen, ongeacht de capaciteit, worden
gebruikt. Raadpleeg “Specifi caties” in de downloadbare Gebruikershandleiding
voor meer informatie over het aantal opnamen en de opnametijd per
geheugenkaart.
• SD-geheugenkaarten*
• SDHC-geheugenkaarten*1*
• SDXC-geheugenkaarten*1*
*1 Kaarten die voldoen aan de SD-normen. Niet voor alle geheugenkaarten is de
werking in deze camera gecontroleerd.
*2 UHS-I-geheugenkaarten worden ook ondersteund.
1
2
2
2
Handleidingen en software
Handleidingen en software
U kunt handleidingen en software downloaden vanaf de
volgende URL.
http://www.canon.com/icpd/
• Ga met een computer met internetverbinding naar de bovenstaande URL.
• Ga naar de site voor uw land of regio.
• U hebt Adobe Reader nodig om de handleidingen te openen.
• U kunt ook software downloaden vanaf de bovenstaande URL. Raadpleeg
voor instructies om de software te downloaden en installeren de
Gebruikershandleiding, die als download beschikbaar is.
• Mogelijk wordt u gevraagd om het serienummer
(nummer van de camerabody) in te voeren
wanneer u de handleidingen of software
downloadt.
Voer in dat geval het nummer in dat op de
onderkant van de camera gedrukt staat.
Voordat u begint
(2)
(1)
(1)
(2)
1 Bevestig de riem.
Steek het uiteinde van de riem door het
riembevestigingspunt (1) en haal het
andere uiteinde van de riem door het oog
aan het draadeinde (2).
2 Plaats de batterij.
Zorg eerst dat de markering op de batterij
overeenkomt met die op de oplader en
plaats dan de batterij door deze naar binnen
(1) en naar beneden (2) te drukken.
3
Voordat u begint
4
(2)
(1)
(1)
3 Laad de batterij op.
Sluit het netsnoer aan op de oplader
en steek het andere uiteinde in een
stopcontact.
Het oplaadlampje gaat oranje branden en
het opladen begint.
Wanneer het opladen is voltooid, wordt het
lampje groen. Verwijder de batterij.
Raadpleeg “Specifi caties” in de
downloadbare Gebruikershandleiding
voor informatie over de oplaadtijd en
het beschikbare aantal opnamen of de
beschikbare opnametijd bij een volledig
opgeladen batterij.
4 Open het klepje.
Verschuif het schuifje (1) en open het klepje
(2).
(2)
5 Plaats de batterij.
Terwijl u de batterij met de aansluitpunten
in de getoonde positie vasthoudt, duwt u de
batterijvergrendeling in de richting van (1)
en plaatst u de batterij richting (2) totdat de
vergrendeling vastklikt.
Als u de batterij verkeerd om plaatst,
kan deze niet in de juiste positie worden
vergrendeld. Controleer altijd of de batterij
in de juiste richting is geplaatst en wordt
vergrendeld.
Om de batterij te verwijderen, opent u het
klepje en drukt u de batterijvergrendeling in
de richting van de pijl in.