In deze handleiding worden de camerafuncties en -procedures gedetailleerd beschreven.
Belangrijkste functies
Opnamen maken
z Opname-instellingen automatisch aanpassen aan specifieke
omstandigheden (modus Speciale opnamen)
z Een intelligente sensor herkent automatisch de stand van de
camera
z De kleuren van het beeld wijzigen zodat een speciaal effect
wordt verkregen (My Colors-modi)
Afspelen
z
Films afspelen met geluid
z
Diashows automatisch afspelen
Bewerken
z
Geluidsmemo's voor stilstaande
beelden opnemen
z
Films bewerken
Afdrukken via een draadloze verbinding
z Beelden afdrukken door de meegeleverde
draadloze print adapter aan te sluiten op een
printer die compatibel is met Canon PictBridge
Beelden via een draadloze verbinding naar een computer* verzenden
z
Alle beelden die op de camera zijn opgeslagen tegelijk naar de computer
verzenden
z
Opnamen maken en deze direct naar een computer verzenden
* Het tot stand brengen van een draadloze verbinding tussen de camera en de
computer is alleen mogeli jk met het besturingssysteem Windows XP SP2.
Conventies die in deze
handleiding worden gebruikt
De pictogrammen onder de titels geven aan in welke modi de
procedure kan worden uitgevoerd.
Modusschakelaar
Continu-opnamen
Opnamemodus
Zie Functies beschikbaar in elke opnamemodus
In deze handleiding wordt naar de Verkorte gebruikershandleiding
verwezen met Verkorte handleiding. Naar de Uitgebreide
gebruikershandleiding wordt verwezen met Uitgebreide handleiding.
Met dit symbool worde n situaties aangegeven die de werki ng van de
camera kunnen beï nvloeden.
Met dit symbool worden onderwerpen aan gegeven die extra
informatie geven naast de basisprocedures.
Bij deze camera kunnen SD-geheugenkaarten* en MultiMediaCards
worden gebruikt. Naar deze kaarten wordt in deze handleiding
gezamenlijk verwezen met geheugenkaarten.
* SD staat voor Secure Digital, een systeem voor copyrightbeveiliging.
(p. 141).
Gebruik van Canon-accessoires wordt aanbevolen.
Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te
zetten wanneer het wordt gebruikt in combinatie met Canonaccessoires. Canon is niet aansprakelijk voor eventuele
schade aan dit product en/of ongelukken zoals brand, enzovoort,
die worden veroorzaakt door de slechte werking van niet-Canonaccessoires (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een batterij).
Opmerking: deze garantie is niet van toepassing op reparaties die
voortkomen uit een slechte werking van niet-Canon-accessoires,
hoewel u deze reparaties wel tegen betaling kunt laten uitvoeren.
1
Inhoudsopgave
Onderwerpen die zijn gemarkeerd met een zijn lijsten of
overzichten van camerafuncties en -procedures.
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt . . . . . . .1
Functies beschikbaar in elke opnamemodus . . . . . . . . . . .141
4
Voorzorgsmaatregelen
Lees dit eerst
Proefopnamen
Wij raden u aan eerst diverse proefopnamen te maken om te controleren
of de camera werkt en of u de camera juist bedient, voordat u belangrijke
onderwerpen fotografeert.
Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten
bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade
dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of
accessoire, inclusief geheugenkaarten, die ertoe leidt dat een opname niet
kan worden gemaakt of niet kan worden gemaakt op een manier die door
apparaten kan worden gelezen.
Schending van het auteursrecht
Digitale camera's van Canon zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik en
mogen nooit worden gebruikt op een wijze die inbreuk doet op of strijdig is
met internationale of binnenlandse wetten en bepalingen op het gebied
van copyright. In sommige gevallen kan het kopiëren van beelden van
voorstellingen, tentoonstellingen of commerciële eigendommen met
behulp van een camera of ander apparaat in strijd zijn met het copyright of
andere wettelijke bepalingen, ook al is de opname gemaakt voor
persoonlijk gebruik.
Garantiebeperkingen
Raadpleeg het boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem (EWS)
van Canon dat bij de camera wordt geleverd, voor meer informatie over de
garantie voor de camera.
Zie de achterkant van het boekje Overeenkomst Europees Garantie
Systeem (EWS) voor contactinformatie van de Canon Klantenservice.
Temperatuur van de camerakast
Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de
camerakast warm worden. Houd hier rekening mee en wees
voorzichtig als u de camera gedurende langere tijd gebruikt.
Informatie over het LCD-scherm
Het LCD-scherm is gefabriceerd met extreem hoge
precisietechnieken. Meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan
de specificaties. Minder dan 0,01% van de pixels kan soms
weigeren of als zwarte of rode puntjes verschijnen. Dit heeft geen
invloed op het opgenomen beeld en duidt niet op een defect.
5
Video-indeling
Stel het videosysteem van uw land in op de camera voordat u deze
aansluit op een televisie (p. 93).
Taalinstelling
Zie de Verkorte handleiding (p. 4) als u de taalinstelling wilt wijzigen.
Gebruiksbeperkingen
De functie voor draadloze verbindingen van dit apparaat is
goedgekeurd voor huishoudelijk gebruik. Raadpleeg de Canon
klantenservice voor informatie over het gebruik van deze functie
in andere landen.
Frankrijk: het is verboden de functie voor draadloze verbindingen
buitenshuis te gebruiken.
Italië: voor gebruik buiten het eigen terrein is algemene
toestemming vereist.
Letland: voor gebruik buiten het eigen terrein is algemene
toestemming vereist.
Dit apparaat kan gevoelig zijn voor signaalinterferentie
veroorzaakt door andere apparaten die radiogolven uitzenden
(microgolfovens, Bluetooth-apparatuur, draadloze telefoons,
enzovoort). Houd het apparaat uit de buurt van dergelijke
apparatuur of gebruik de apparaten niet tegelijkertijd.
6
Verklaring in verband met Europese richtlijn
Bevat een reeds gerapporteerde zendmodule :CM13264
7
8
GEFABRICEERD IN JAPAN
Veiligheidsvoorschriften
Lees voordat u de camera gebruikt eerst de
veiligheidsvoorschriften door. Deze kunt u hieronder vinden
en in het gedeelte ‘Veiligheidsvoorschriften’ van de Verkorte handleiding. Bedien de camera altijd zoals wordt beschreven
in de handleiding.
De voorzorgsmaatregelen op de volgende pagina's zijn bedoeld
voor een veilig en juist gebruik van camera en accessoires,
en om letsel bij uzelf en anderen en schade aan apparatuur te
voorkomen. Zorg ervoor dat u deze volledig begrijpt voordat u
de rest van de handleiding leest.
9
De term ‘apparatuur’ heeft betrekking op de camera,
de batterijlader, de draadloze print adapter of de compacte
voedingsadapter die af zonderlijk verkrijgbaar is.
Naar de stroomvoorziening wordt verwezen met ‘batterij’.
Waarschuwingen
Apparatuur
Richt de camera niet rechtstreeks op de zon of een andere
sterke lichtbron die uw gezichtsvermogen kan aantasten.
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen en
peuters.
• Polsriem: het plaatsen van de riem om de nek van een kind kan
leiden tot verstikking.
• Geheugenkaart: gevaarlijk als deze per ongeluk wordt ingeslikt.
Raadpleeg in dat geval onmiddellijk uw huisarts.
Probeer geen delen van de apparatuur te openen of te
wijzigen als hiervoor geen expliciete aanwijzingen zijn
opgenomen in de handleiding.
Raak de flitser niet aan als deze is beschadigd. De flitser kan
onder hoge spanning staan en door deze aan te raken, kunt u
een elektrische schok krijgen.
Staak het gebruik van de apparatuur onmiddellijk als er
rook of giftige damp uitkomt.
Zorg ervoor dat de apparatuur niet in contact komt met of
wordt ondergedompeld in water of andere vloeistoffen.
Als de buitenkant van de camera in aanraking komt met
vloeistoff en of zilte lucht, veegt u deze droog met een
zachte, absorberende doek.
Als u de apparatuur blijft gebruiken, kan er brand ontstaan of kunt
u een elektrische schok krijgen. Schakel de camera onmiddellijk
uit, verwijder de batter ij uit de camera of trek het netsnoer uit het
stopcontact. Neem contact op met uw leverancier of de
dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice.
10
Gebruik geen middelen met alcohol, benzeen of verdunners,
of andere brandgevaarlijke stoffen om de apparatuur schoon te
maken of schoon te houden.
Zorg ervoor dat u het netsnoer niet doorsnijdt, beschadigt of
wijzigt en plaats geen zware voorwerpen op het snoer.
Gebruik alleen de aanbevolen accessoires voor de
stroomvoorziening.
Maak regelmatig het netsnoer los en veeg het stof en vuil weg
dat zich heeft opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het
stopcontact en het gebied eromheen.
Pak het netsnoer niet vast met natte handen.
Als u de apparatuur blijft gebruiken, kan er brand ontstaan of kunt u een
elektrische schok krijgen.
Batterij
Plaats de batterij niet in de buurt van een warmtebron en stel deze
niet bloot aan vuur of hitte.
Dompel de batterij niet onder in water.
Probeer de batterijen niet te demonteren, te wij zigen of op
te warmen.
Laat de batterij niet vallen en voorkom beschadiging van de
behuizing van de batterij.
Gebruik alleen aanbevolen batterijen en accessoires.
Het gebruik van batterijen die niet expliciet voor deze apparatuur zijn
aanbevolen, kan leiden tot explosies of lekkages, wat brand, letsel en
schade aan de omgeving kan veroorzaken. In het geval dat een batterij
lekt en uw ogen, mond, huid of kleding in aanraking zijn gekomen met
deze stoffen, dient u deze onmiddellijk af te spoelen met water en
medische hulp in te schakelen.
Koppel de batterijlader en de compacte voedingsadapter los van
de camera of de draadloze print adapter en haal de stekker van de
adapter uit het stopcontact als de batterij is opgeladen of als u de
camera niet gebruikt. Er kan anders brand of een andere
gevaarlijke situatie ontstaan.
Dek de batterijlader tijdens het opladen van een batterij niet af met
voorwerpen zoals een tafellaken, tapijt, deken of kussen.
Door continu gebruik gedurende een lange periode kunnen de eenheden
oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
11
Gebruik alleen de aanbevolen batterijlader om de batterij
op te laden.
De batterijlader en de compacte voedingsadapter zijn uitsluitend
bedoeld voor gebruik met de camera. Gebruik het snoer niet in
combinatie met andere producten of batterijen.
Het gebruik met andere producten of batterijen kan oververhitting en
aantasting van de apparatuur tot gevolg hebben, wat kan leiden tot brand
of elektrische schokken.
Plak, voordat u de batterij weggooit, tape of ander isolatiemateriaal
over de polen van de batterij om aanraking ervan met andere
voorwerpen te voorkomen.
Aanraking met de metalen onderdelen van andere materialen in
afvalcontainers kan brand of explosie tot gevolg hebben.
Overige
Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen of dieren.
Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het
gezichtsvermogen aantasten.
Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de
flitser gebruikt.
Houd objecten die gevoelig zijn voor magnetische velden (zoals
credit cards) uit de buurt van de luidspreker op de camera.
Dergelijke objecten kunnen defect raken of gegevens kunnen verloren gaan.
Indien u een draadloze verbinding wilt gebruiken in een vliegtuig of
ziekenhuis, dient u altijd de aanwijzingen van het vliegtuig- of
ziekenhuispersoneel op te volgen.
De camera zendt elektromagnetische golven uit die instrumenten, medische
apparatuur en andere gevoelige apparaten kunnen beïnvloeden.
Voorzichtig
Apparatuur
Zorg ervoor dat u niet met de camera tegen voorwerpen stoot of de
camera op een andere manier blootstelt aan schokken en stoten
wanneer u de camera vasthoudt of aan de riem draagt, om te
voorkomen dat u gewond raakt of de camera beschadigd raakt.
12
Bewaar de apparatuur niet op vochtige of stoffige plaatsen.
Zorg ervoor dat er geen metalen objecten (zoals spelden of
sleutels) of stof in contact komen met de contactpunten of
stekker van de oplader.
Dit kan brand, elektrische schokken of andere schade
veroorzaken.
Gebruik, plaats of bewaar de apparatuur niet op plaatsen
die aan sterk zonlicht of hoge temperaturen blootstaan,
zoals het dashboard of de kofferruimte van een auto.
Let erop dat u de batterijlader of de compacte
voedingsadapter aansluit op een stopcontact dat het
vereiste voltage en niet een te hoog voltage heeft. Gebruik
de lader niet als het netsnoer of de stekker beschadigd is
of als de stekker niet goed in het stopcontact zit.
Gebruik de lader niet in slecht geventileerde ruimtes.
In de bovengenoemde situaties kan lekkage, oververhitting of een
explosie ontstaan, wat kan leiden tot brand, brandwonden of
ander letsel. Hoge temperaturen kunnen tevens de behuizing
vervormen.
Haal de batterij uit de camera of uit de batterijlader en berg
de apparatuur op een veilige plaats op als u de camera
langere tijd niet gebruikt.
De batterij kan anders leeg raken.
Wanneer u de voedingsadapterset of de batterijlader
bijvoorbeeld aansluit op een elektronische transformator,
bijvoorbeeld omdat u op reis bent in het buitenland, kunnen
er problemen met de camera optreden. Gebruik een
dergelijke transformator dus niet.
Flitser
Gebruik de flitser niet als er vuil of stof op zit.
Zorg dat uw vingers of uw kleding niet voor de flitser komen
wanneer u een opname maakt.
De flitser kan beschadigd raken en gaan roken of een vreemd
geluid maken. De warmteontwikkeling die hierdoor ontstaat,
kan namelijk beschadiging van de flitser veroorzaken.
Raak de flitser niet aan nadat u snel achter elkaar een aantal
opnamen hebt gemaakt.
Dit kan resulteren in brandwonden.
13
Defecten voorkomen
Vermijd sterke magnetische velden
Plaats de camera nooit in de buurt van elektromotoren of
andere apparaten die sterk magnetische velden genereren.
Blootstelling aan sterke magnetische velden kan leiden tot
defecten of beschadigde opnamegegevens.
Vermijd problemen door condensatie
Als u de apparatuur blootstelt aan snel wisselende
temperaturen, kunt u condensatie voorkomen door de
apparatuur in een luchtdichte, hersluitbare plastic zak te
plaatsen en de apparatuur geleidelijk te laten wennen aan
de temperatuursverandering voordat u deze weer uit de
zak haalt.
Het blootstellen van de apparatuur aan snel wisselende
temperaturen kan condensatie (kleine waterdruppels) aan de
binnen- en buitenkant veroorzaken.
Condensatievorming in de camera
Staak het gebruik van de camera onmiddellijk.
Als u de camera toch blijft gebruiken, kan de apparatuur
beschadigd raken. Verwijder de geheugenkaart en de batterij of
de compacte voedingsadapter uit de camera en wacht tot het
vocht volledig is verdampt voordat u de apparatuur weer in
gebruik neemt.
14
Voordat u de camera gebruikt - Overzicht van de onderdelen
Vooraanzicht
A/V OUT-uitgang (audio/video) (p. 93)
DIGITAL-uitgang
Klepje van de aansluiting
Bevestigingspunt polsriem
Microfoon (p. 81)
AF-hulplicht (p. 33)
Lampje voor rode-ogenreductie (Verkorte handleiding p. 9)
Lampje voor zelfontspanner (p. 45)
Zoeker (p. 25)
Flitser (Verkorte handleiding p. 9)
Lens
Lamp draadloze verbinding (p. 26)
De interfacekabel en de AV-kabel kunnen niet tegelijkertijd
worden aangesloten.
Voordat u de camera gebruikt
15
De polsriem bevestigen *Het klepje van de aansluiting openen
* Als u de camera aan de riem draagt, moet u erop letten d at de camera niet
heen en weer zwaait of tegen andere objecten stoot.
Achteraanzicht
LCD-scherm (p. 19)
Zoeker (p. 25)
Aansluiting statief
Klepje van aansluiting voor gelijkstroomkoppeling (p. 126)
Geheugenkaartsleuf/klepje van batterijhouder
(Verkorte handleiding p. 2)
Luidspreker
Batterijvakje (vakje voor geheugenkaart en batterij)
16
Bedieningspaneel
Lampjes (p. 26)
Aan/Uit-knop (Verkorte handleiding p. 5)
Aan/Uit-lampje
Zoomknop (p. 74, Verkorte handleiding p. 8)
Opnamen maken: (Groothoek)/ (Telestand)
Afspelen: (Index)/ (Vergroten)
Ontspanknop (Verkorte handleiding p. 5)
Modusschakelaar (Verkorte handleiding p. 5, 6)
Knop (Afdrukken/Delen) (Verkorte handleiding p. 14)
Knop (Macro)/ (Oneindig)/ (Verkorte handleiding p. 10)
Knop (ISO-waarde)/ (Springen)/ (p. 69, 76)
Knop (Flitser) (Verkorte handleiding p. 9)
Knop (Wissen per beeld)/ (Continu)/ (Zelfontspanner)/
(p.43, 45, Verkorte handleiding p. 11)
Voordat u de camera gebruikt
17
Draadloze print adapter
W
I
P
R
R
E
I
L
N
E
T
S
A
S
D
A
P
T
E
R
S
E
T
U
P
D
C
I
N
DC IN stroomaansluiting (p. 99)
Knop SETUP(p. 103)
Draadloze lamp (p. 26)
18
Voordat u de camera gebruikt - Basisbeginselen
Het LCD-scherm gebruiken
1 Druk op .
zDe weergavemethode verandert telkens wanneer u op deze
knop drukt.
OpnamemodusWeergavemodus
( of )( )
[Standaard] [Standaard]
(Geen informatie)
[Details] [Details]
(Informatieweergave)
[Uit][Geen informatie]
zAls een instelling wordt gewijzigd, wordt in de
opnamemodus gedurende ongeveer 6 seconden informatie
over de opname weergegeven, ongeacht de geselecteerde
weergavemethode.
z De instelling waarin is vastgelegd of het LCD-scherm is
in- of uitgeschakeld, blijft bewaard, ook nadat de camera
is uitgeschakeld.
z Het LCD-scherm wordt niet uitgeschakeld in de modus ,
, of .
z In de indexweergave kan het LCD-scherm niet
overschakelen naar de detailweergave (p. 75).
Voordat u de camera gebruikt
19
De klok gebruiken
Met de volgende twee methoden kunt u
de huidige datum en de tijd gedurende
5 seconden* weergeven.
* Standaardinstelling
Methode 1
Houd de knop FUNC./SET ingedrukt terwijl u de camera
inschakelt.
Methode 2
Houd in de opnamemodus de knop
Als u de camera horizontaal houdt, geeft deze de tijd weer. Als u
hem verticaal houdt, worden de tijd en de datum weergegeven.
Als u de camera echter verticaal houdt en u gebruikt methode 1
om de datum en tijd weer te geven, wordt de tijd aanvankelijk op
dezelfde manier weergegeven als wanneer u de camera
horizontaal zou houden.
U kunt de kleur van het scherm wijzigen door op de knop
of te drukken.
De klokdisplay verdwijnt na het ingestelde interval of wanneer u
op de knop FUNC./SET, de knop MENU of op de ontspanknop
drukt of wanneer u de modusschakelaar gebruikt.
U wijzigt het weergave-interval van de klok in het menu
(Instellen) (p. 35).
FUNC./SET
ingedrukt.
20
Helderheid van het LCD-scherm
Instellingen voor de helderheid van het
LCD-scherm
De helderheid van het LCD-scherm kan op de volgende twee
manieren worden aangepast.
Instellingen wijzigen in het menu [Instellen] (p. 35)
Instellingen wijzigen met de knop DISP. (functie LCD snel helder)
U kunt het LCD-scherm de meest heldere instelling geven,
ongeacht de functie die u hebt geselecteerd in het menu Instellen,
door de knop DISP. langer dan één seconde ingedrukt te
houden.*
- Houd de knop DISP. opnieuw meer dan één seconde ingedrukt
om de vorige helderheidsinstelling te herstellen.
- De volgende keer dat u de camera inschakelt, heeft het
LCDHscherm de helderheid die u hebt geselecteerd in het
menu [Instellen].
* U kunt de helderheid van het LCD-scherm niet met deze functie wijzigen
als u de helderheid al op de hoogste stand hebt ingesteld in het menu
[Instellen].
Nachtscherm
Wanneer u opnamen maakt in donkere omstandigheden, wordt het
LCD-scherm automatisch helderder zodat het geschikt is voor de
helderheid van het onderwerp* en u het onderwerp gemakkelijker
kunt inkaderen.
* Er ontstaat ruis en de bewegingen van het onderwerp zien er onregelmatig
uit op het LCD-scherm. Het opgenomen beeld wordt niet beïnvloed.
De helderheid van het beeld dat wordt weerge geven op het scherm en
de helderheid van het daadwerkelijk vastgelegde beeld zijn niet ge lijk.
* Wordt ook weergegeven als het LCD-scherm is ingesteld op de weergave [Standaard].
(p. 59)
(p. 63)
Compressie (p. 39)
Aantal beelden (Film) (p. 40)
Opgenomen pixels (p. 38, 40)
(Rood)* Waarschuwing bewegingsonscherpte (p. 106)
(De sluitertij d wordt ook weergegeven wanneer
het pictogram wordt weergegeven.)
Belichtingsschuifbalk (Film) (p. 49)
* Belichtingsvergrendeli ng (p. 53)
* Fli tsbelichtingsvergr endeling (p. 54)
* AF lock (p. 52)
Tijdzone (p. 29)
* Map ma ken (p. 71)
Meetmethode (p. 55)
Als het lampje oranje knippert en het
waarschuwingspictogram dat aangeeft dat de camera
beweegt wordt weergegeven, betekent dit dat er onvoldoende
licht is en dat er een lange sluitertijd wordt geselecteerd.
Verhoog de ISO-waarde (p. 69), selecteer een andere
instelling dan (flitser uit), of bevestig de camera op een
statief of een ander apparaat.
Weergavegegevens (Weergavemodus)
Standaard
Totaal aantal beelden
Nummer van weergegeven
beeld
Draadloze verbinding (p. 101)
Geluid in WAVE-indeling (p. 81)
Mapnum mer-Bestandsnummer
Opnamedatum/-tijd
Status beveiliging (p. 87)
Compressie (stil staande beelden) (p. 39)
Opgenomen pixels (stilstaande beelden) (p. 38)
(p. 40)
Film
Voordat u de camera gebruikt
23
Details
Histogram
Belichtingscompensatie (p. 56)
Flitser (Verkorte handleiding p. 9)
Macro/Oneindig (Verkorte handleiding p. 10)
Foto-effect (p. 62)
Opnamemodus (p.41, 47, 49, 63, Verkorte handleiding p. 7, 8)
*
Lange sluitertijd (p. 57)
ISO-waarde (p. 69)
Opgenomen pixels (films) (p. 40)
Aantal beelden (films) (p. 40)
De volgende informatie kan ook worden weergegeven bij sommige
beelden.
Er is een geluidsbestand met een andere indeling dan WAVE
toegevoegd of de bestandsindeling wordt niet herkend.
JPEG-beeld dat niet voldoet aan de DCF-norm (Design rule for
Camera File system).
RAW-beeld.
Onbekend gegevenstype.
Informatie voor beelden die op een andere camera zijn
24
opgenomen, wordt mogelijk niet correct weergegeven.
De functie Histogram
Het histogram is een grafiek waarmee u de helderheid van het
opgenomen beeld kunt beoordelen. Hoe groter de neiging naar
links in de grafiek, des te donkerder het beeld. Hoe groter de
neiging naar rechts, des te helderder het beeld.
Als het beeld te donker is, wijzigt u de belichtingscompensatie
in een positieve waarde. Als het beeld te licht is, wijzigt u de
belichtingscompensatie in een negatieve waarde (p. 56).
Voorbeeldhist ogrammen
Uitgebalanceerd beeldDonker beeldHelder be eld
De zoeker gebruiken
U kunt tijdens het maken van opnamen energie besparen door het
LCD-scherm uit te schakelen (p. 19) en de zoeker te gebruiken.
Het midden van het beel d
Zoeker
Voordat u de camera gebruikt
25
Lampjes
In de volgende situaties branden of knipperen de lampjes van de camera en de
draadloze print adapter.
U moet het volgende nooit doen wanneer er een lampje knippert. Deze
handelingen kunnen leiden tot beschadiging van de beeldgegevens.
- Schud niet met de camera en stel deze niet bloot aan schokken of stoten.
- Schakel de camera niet uit en open het klepje van de geheugenkaart/
batterijhouder niet.
Camera
Bovenste lampje
Groen:gereed voor opname
Knippert groen:bezig met opnemen/lezen/wissen/verzenden (als de
Oranje:gereed voor opname (flitser aan)
Knippert oranje:gereed voor opname (camera beweegt)
Onderste lampje
Geel:Macromodus/Oneindige modus/modus AF lock
Knippert geel:problemen bij scherpstellen (camera geeft één pieptoon).
Draadloze lamp
Blauw:gereed voor afdrukken of verzenden*
Knippert blauw (langzaam): draadloze verbinding actief/doelapparaat wordt
Knippert blauw (snel):gegevensoverdracht wordt uitgevoerd
* Als de draadloze verbinding zeer zwak is, gaan zowel de lamp voor de draadloze
verbinding als het pictogram op het LCD-scherm knipperen. (p. 95).
Draadloze print adapter
Blauw:draadloze verbinding actief
Knipper blauw (langzaam): draadloze verbinding gereed
Knippert blauw (snel):gegevensoverdracht wordt uitgevoerd
Knippert blauw en oranje:doelapparaat wordt geregistreerd
Oranje:registratie mislukt
Knippert oranje:fout*
* Er is een onregelmatigheid opgetreden in de draadloze print adapter. Koppel de
draadloze print adapter los van de printer en sluit deze opnieuw aan. Wanneer u de
compacte voedingsadapter gebruikt, koppelt u het netsnoer los, koppelt u de draadloze
print adapter los van de printer, sluit u deze opnieuw aan en steekt u het netsnoer weer
in de aansluiting. Als het lampje regelmatig oranje knippert, brengt u de camera naar
een helpdesk van Canon Klantenservice.
26
camera op een computer is aangesloten)
geregistreerd
Spaarstand
De camera is uitgerust met een spaarstand. In de volgende
gevallen wordt de camera uitgeschakeld. Druk op de Aan/Uit-knop
om de camera weer in te schakelen.
Opnamemodus
Weergavemodus
Aangesloten op een
*2
printer
*1
Deze tijdsduur kan worden gewijzigd.
*2
Bij het aansluiten van de camera op een printer met de meegeleverde
interfacekabel.
z De spaarstand kan niet worden gebruikt onder de volgende
omstandigheden.
- Tijdens het automatisch afspelen van diapresentaties.
- Wanneer een draadloze verbinding actief is
(Weergavemodus).
- Bij het aansluiten van de camera op een computer met
de meegeleverde interfacekabel.
z U kunt de instellingen voor de spaarstand wijzigen (p. 35).
Ongeveer drie minuten nadat er voor het laatst
een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera
uitgeschakeld. Eén minuut
laatst een cameraf unctie is gebruikt, wordt het
LCD-scherm automatisch uitgeschakeld, zelfs als
[Automatisch uit] is ingesteld op [Uit] . Druk op een
andere knop dan de Aan/Uit-knop of wijzig de
stand van de camera om het LCD-scherm weer in
te schakelen.
Ongeveer vijf minuten nadat er voor het laatst
een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera
uitgeschakeld.
*1
nadat er voor het
Voordat u de camera gebruikt
27
Geheugenkaartenformatteren
U moet een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart waarvan
u alle beelden en andere gegevens wilt wissen, altijd formatteren.
Bij het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart
worden alle gegevens op de kaart gewist, dus ook beveiligde
beelden en andere soorten bestanden.
1 Menu (Instellen) [Formateren].
Zie Menu’s en instellingen(p. 32).
2
Selecteer [OK] en druk
op.
Als u een low level format wilt
uitvoeren, gebruikt u de knop
om [Low Level Format] te
selecteren en de knop of
om een vinkje toe te voegen.
Als [Low Level Format] is geselecteerd, kunt u het
formatteren stoppen door op de knop FUNC./SET te
drukken. U kunt een kaart zonder problemen blijven
gebruiken als u het formatteren hebt afgebroken maar
de gegevens zijn gewist.
28
Low Level Format
Wij raden u aan om [Low Level Format] te selecteren als u
denkt dat de opname-/leessnelheid van een geheugenkaart
is verlaagd. Het uitvoeren van een low level format kan op
sommige geheugenkaarten 2 tot 3 minuten duren.
Loading...
+ 115 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.