CANON IXUS 95 IS User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
NEDERLANDS
Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze handleiding door.
Bewaar de handleiding, zodat u deze later nog kunt raadplegen.

De inhoud van de verpakking controleren

Controleer of de verpakking waarin de camera is verzonden, de volgende onderdelen bevat. Indien u merkt dat er iets ontbreekt, neemt u contact op met de leverancier van het product.
Camera
Interfacekabel
IFC-400PCU
Aan de slag
Raadpleeg ook de handleidingen op de cd-rom Canon DIGITAL CAMERA Manuals Disk.
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Zodra u de basisfunctie onder de knie hebt, kunt u de vele functies
DIGITAL CAMERA
Manuals Disk
U kunt de bijgeleverde geheugenkaart gebruiken om uw nieuwe camera uit te
van de camera gebruiken om meer ingewikkeldere foto's te maken.
Handleiding voor persoonlijk afdrukken
Lees deze handleiding wanneer u de camera wilt aansluiten op een printer en wilt afdrukken.
Startershandleiding
Lees deze handleiding wanneer u de camera wilt aansluiten op een computer. Hierin wordt uitgelegd hoe u de software die op de bijgeleverde DIGITAL CAMERA Solution Disk staat, installeert en gebruikt.
Batterij NB-6L
(met kapje)
AV-kabel
AVC-DC400
DIGITAL CAMERA
Solution Disk
CB-2LY/CB-2LYE
garantiesysteemboekje
proberen en een aantal proefopnamen te maken.
Voor het weergeven van de PDF-handleidingen moet het programma Adobe Reader zijn geïnstalleerd. Microsoft Word Viewer 2003 kan worden geïnstalleerd om Word-handleidingen weer te geven (alleen het Midden-Oosten). Als deze software niet op uw computer is geïnstalleerd, gaat u naar de volgende website en downloadt u de software: http://www.adobe.com (voor PDF-bestanden) http://www.microsoft.com/downloads/ (voor Word-bestanden)
2
Batterijlader
Polsriem
WS-DC7
Canon

Lees dit eerst

Proefopnamen
Maak enkele proefopnamen en speel deze af om te controleren of de beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten.
Schending van het auteursrecht
De beelden die met deze camera worden opgenomen, zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik. Neem geen beelden op die inbreuk doen op het auteursrecht zonder voorafgaande toestemming van de auteursrechthouder. In sommige gevallen kan het kopiëren van beelden van voorstellingen, tentoonstellingen of commerciële eigendommen met behulp van een camera of ander apparaat in strijd zijn met het auteursrecht of andere wettelijke bepalingen, ook al is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik.
Garantiebeperkingen
Raadpleeg het Canon garantiesysteemboekje dat bij de camera wordt geleverd voor meer informatie over de garantie voor de camera. Als u contact wilt opnemen met medewerkers van Canon Klantenservice, raadpleegt u het Canon garantiesysteemboekje.
LCD-scherm
Voor het vervaardigen van het LCD-scherm zijn speciale hoge­precisietechnieken gebruikt. Meer dan 99,99% van de pixels werkt naar behoren, maar soms verschijnen er niet-werkende pixels in de vorm van heldere of donkere stippen. Dit duidt niet op een defect en heeft geen invloed op het beeld dat wordt vastgelegd.
Temperatuur van de camerabehuizing
Wees voorzichtig als u de camera lange tijd continu gebruikt. De camerabehuizing kan dan warm worden. Dit is niet het gevolg van een storing.
Geheugenkaarten
De diverse soorten geheugenkaarten die in deze camera kunnen worden gebruikt, worden in deze handleiding aangeduid met de overkoepelende term geheugenkaarten.
3

Wat wilt u doen?

Opnamen maken
Opnamen maken en de instellingen aan de camera overlaten. . . 22
Opnamen maken die zijn aangepast aan speciale
omstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5254
Mooie opnamen maken van mensen
4
IF w P
Portretten
(p. 52)
Landschapsopnamen maken
Diverse andere opnamen maken
Ht
Binnen
(p. 53)
Scherpstellen op gezichten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22, 60, 76
Opnamen maken op plaatsen waar niet geflitst kan worden
(flitser uitschakelen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Foto’s maken met de zelfontspanner . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59, 60
De datum en tijd aan de opnamen toevoegen . . . . . . . . . . . . . . 58
Close-ups maken van onderwerpen (macro-opnamen) . . . . . . . 63
Close-ups maken van onderwerpen met de
zoomfunctie (digitale macro-opnamen). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Sepiakleurige of zwart-witfoto’s maken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
De grootte wijzigen van de opname (resolutie). . . . . . . . . . . . . . 65
Continu foto’s maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Opnamen maken zonder dat de camera beweegt
(beeldstabilisatie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
4
Bij nacht
(p. 52)
U
Zonsondergangen
Vuurwerk
(p. 53)
dieren (p. 53)
(p. 53)
V
Kinderen en
y
Aquarium
(p. 54)
Op het strand
(p. 53)
O
Gebladerte
(p. 54)
S
Onder water
(p. 54)
In de sneeuw
(p. 54)
Z
Weinig licht
(p. 54)
Wat wilt u doen?
E
3
Opnamen maken zonder dat de camera
beweegt, ook bij weinig licht (Hoge ISO Automatisch) . . . . . 54, 68
Donkere onderwerpen lichter weergeven (i-Contrast) . . . . . . . . 81
Opnamen maken met behulp van de zoeker . . . . . . . . . . . . . . . 73
Weergeven
De foto’s bekijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Foto’s automatisch afspelen (diashow). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
Foto’s bekijken op een tv . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Snel foto’s zoeken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90, 91
Foto’s wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 97
Foto’s beschermen tegen onbedoeld wissen . . . . . . . . . . . . . . . 96
Films maken en bekijken
Films maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Films bekijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Print
Snel en gemakkelijk foto’s afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Opslaan
Foto’s opslaan op een computer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
1
2
Overige
Geluid uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
De camera gebruiken in het buitenland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
5

Inhoudsopgave

De hoofdstukken 1 t/m 3 beschrijven het basisgebruik en de veelgebruikte functies van deze camera. De hoofdstukken 4 en volgende beschrijven de geavanceerde functies, waarbij u in elk volgend hoofdstuk meer leert.
De inhoud van de
verpakking controleren............................. 2
Lees dit eerst...............................................3
Wat wilt u doen?..........................................4
Veiligheidsvoorschriften ..............................8
1 Aan de slag ............................11
De batterij opladen....................................12
De batterij en geheugenkaart plaatsen ..... 14
De datum en tijd instellen.......................... 17
De taal van het scherm instellen............... 19
Geheugenkaarten formatteren.................. 20
De sluiterknop indrukken........................... 21
A
Foto’s maken ..................................22
1
Beelden bekijken................................. 25
Beelden wissen.........................................26
Beelden afdrukken .................................... 27
E
Films opnemen....................................29
Films bekijken............................................ 31
Beelden downloaden naar een
computer................................................ 32
Accessoires............................................... 36
Afzonderlijk verkrijgbare accessoires........ 38
2 Meer informatie......................39
Overzicht van de onderdelen .................... 40
Informatieweergave op het scherm........... 42
De functie Spaarstand
(Automatisch Uit) ...................................44
m
FUNC. – Basishandelingen...... 45
Menu
n
Menu
De geluidsinstellingen wijzigen..................47
De standaardinstellingen van de
camera herstellen ..................................48
– Basishandelingen ........... 46
6
Low Level Format van geheugenkaart...... 49
De helderheid van het scherm wijzigen.....50
3 Opnamen maken in speciale
omstandigheden en
veelgebruikte functies...........51
4
Opnamen maken in verschillende
omstandigheden ....................................52
!
De flitser uitzetten ................................55
Nader inzoomen op het onderwerp
(digitale zoom) .......................................56
Datum en tijd aan de opname
toevoegen ..............................................58
Ò
De zelfontspanner gebruiken ............... 59
"
De gezicht-zelfontspanner
gebruiken ...............................................60
4 Zelf instellingen selecteren...61
G
Opnamen maken met automatische
belichting................................................62
h
De flitser aanzetten...............................62
u
Objecten op grote afstand fotograferen
(Oneindig) ..............................................63
e
Close-ups maken (Macro).................... 63
R
U kunt heel ver inzoomen op
onderwerpen. (digitale macro) ............... 64
De resolutie wijzigen. (beeldgrootte)......... 65
De beeldkwaliteit (compressieverhouding)
wijzigen ..................................................65
b
De helderheid aanpassen
(Belichtingscompensatie)....................... 67
W
Continu-opnamen................................67
De ISO-waarde wijzigen............................ 68
De Wit Balans aanpassen.........................69
Inhoudsopgave
De kleurtoon van een foto
wijzigen (My Colors)...............................70
Opnamen maken via een tv.......................71
Î
Opnamen maken met de
2 seconden -zelfontspanner...................71
$
De zelfontspanner aanpassen .............72
De compositie van de opname wijzigen
met de focusvergrendeling.....................73
Opnamen maken met behulp
van de zoeker.........................................73
5 Haal meer uit uw camera ... 75
De modus AF Frame wijzigen ...................76
%
Opnamen maken met AF lock............77
Het autofocuskader vergroten...................78
De meetmethode wijzigen.........................79
&
Opnamen maken met
AE-vergrendeling ...................................79
(
Opnamen maken met
FE-vergrendeling....................................80
Opnamen maken met Slow Synch ......80
@
Donkere onderwerpen lichter
weergeven (i-Contrast)...........................81
Œ
Rode-Ogen Corr..................................82
Opnamen met lange sluitertijd maken.. 83
6 Diverse functies voor
het opnemen van films....... 85
De beeldkwaliteit wijzigen..........................86
AE-vergrendeling/belichting.......................87
Overige opnamefuncties............................87
Afspeelfuncties..........................................88
7 Afspeelfuncties en andere
functies gebruiken.............. 89
g
Beelden doorzoeken in
groepen van 9 (Indexweergave) ............ 90
d
Naar beelden zoeken in de
springweergave......................................91
.
Diavoorstellingen bekijken ....................92
De focus controleren .................................93
k
Beelden vergroten................................94
+
Beeldovergangen wijzigen...................94
Beelden weergeven op een tv...................95
:
Opnamen beveiligen..........................96
/
Alle beelden wissen..............................97
\
Beelden roteren....................................98
=
Het formaat van beelden
veranderen.............................................99
@
Donkere onderwerpen lichter
weergeven (i-Contrast).........................100
]
Het rode-ogeneffect corrigeren........... 101
Beelden selecteren voor
afdrukken (DPOF)................................102
8 De camera aanpassen ...... 107
Functies aanpassen ................................108
Opnamefuncties aanpassen....................111
De afspeelfuncties aanpassen ................114
9 Nuttige informatie .............115
Aansluiten op het lichtnet ........................116
Tips voor het oplossen van problemen....117
Lijst met berichten die
op het scherm verschijnen ...................120
Beschikbare functies per
opnamemodus .....................................122
Menu’s.....................................................124
Specificaties ............................................128
Voorzorgsmaatregelen............................131
Index........................................................132
De interne oplaadbare lithiumbatterij
recyclen................................................135
7

Veiligheidsvoorschriften

Lees de volgende veiligheidsvoorschriften goed door voordat u de camera gebruikt.
Bedien de camera altijd zoals wordt beschreven in de handleiding.
De veiligheidsvoorschriften op de volgende pagina’s zijn bedoeld om letsel bij uzelf
of bij andere personen, of schade aan de apparatuur te voorkomen.
Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangekochte accessoires
die u gebruikt.
Waarschuwing
Voorzichtig
Voorzichtig
Camera
Kijk niet door de zoeker van de camera naar een sterke lichtbron (zoals de zon).
Hierdoor kan uw gezichtsvermogen worden aangetast.
Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen.
Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de flitser gebruikt.
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen.
Riem: het plaatsen van de riem om de nek van een kind kan leiden tot verstikking. Geheugenkaart, dag-/datumbatterij: gevaarlijk indien deze worden ingeslikt. Neem in dat geval onmiddellijk contact op met uw huisarts.
Probeer geen delen van de apparatuur te openen of te wijzigen als hiervoor
geen expliciete aanwijzingen zijn opgenomen in deze handleiding.
Raak om letsel te voorkomen de binnenkant van de camera niet aan als deze
is gevallen of op een andere wijze is beschadigd.
Stop onmiddellijk met het gebruik van de camera als deze rook of een vreemde
geur afgeeft of andere vreemde verschijnselen vertoont.
Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, benzine of verdunners
om de apparatuur schoon te maken.
Voorkom dat vloeistoffen of vreemde objecten in de camera binnendringen.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Als er vloeistoffen of vreemde objecten in de camera binnendringen, schakelt u de camera onmiddellijk uit en verwijdert u de batterij.
Gebruik alleen de aanbevolen energiebronnen voor stroomvoorziening.
Gebruik van andere energiebronnen kan elektrische schokken of brand veroorzaken.
Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
Hiermee wordt gewezen op het risico van letsel.
Hiermee wordt gewezen op het risico van schade aan de apparatuur.
Waarschuwing
8
Veiligheidsvoorschriften
Batterij, batterijlader
Gebruik alleen de aanbevolen batterijen.
Plaats de batterij niet in of in de buurt van open vuur.
Laat de batterij niet in contact komen met water (bijvoorbeeld zeewater) of andere vloeistoffen.
Probeer de batterij niet te demonteren, te wijzigen of op te warmen.
Laat de batterij niet vallen en voorkom harde schokken of stoten.
Dit kan leiden tot explosies of lekkages die brand, letsel en/of schade aan de omgeving kunnen veroorzaken. In het geval dat een batterij lekt en uw ogen, mond, huid of kleding met de batterijvloeistof in aanraking komen, moet u deze onmiddellijk afspoelen met water en medische hulp inschakelen. Als de batterijlader nat is geworden, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en neemt u contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice.
Gebruik alleen de aanbevolen batterijlader om de batterij op te laden.
Zorg ervoor dat u het netsnoer niet doorsnijdt, beschadigt of wijzigt en plaats geen zware voorwerpen op het snoer.
Maak het netsnoer regelmatig los en veeg het stof en vuil weg dat zich heeft opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en het gebied eromheen.
Raak het netsnoer niet aan met natte handen.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Andere waarschuwingen
Speel de meegeleverde cd-rom(s) met gegevens alleen af in een cd-speler die hiervoor geschikt is.
Als u de cd-rom(s) afspeelt in een gewone cd-speler voor muziek-cd’s, kunt u de luidsprekers beschadigen. Ook kunt u uw gehoor beschadigen als u een koptelefoon draagt terwijl u de harde geluiden van een cd-rom via een muziekspeler afspeelt.
Voorzichtig
Zorg dat de camera niet tegen voorwerpen stoot of wordt blootgesteld aan schokken en stoten wanneer u deze aan de polsriem draagt.
Zorg dat u niet tegen de lens stoot of drukt.
U kunt zich bezeren en de camera kan beschadigd raken.
Gebruik de apparatuur niet op een manier die de geschatte capaciteit van het stopcontact of de bekabelingsaccessoires overstijgt. Gebruik de apparatuur niet als het netsnoer of de stekker beschadigd is, of als de stekker niet volledig in het stopcontact is gestoken.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Gebruik, plaats of bewaar de apparatuur niet op de volgende plaatsen:
-
plaatsen die aan sterk zonlicht blootstaan
-
plaatsen die blootstaan aan temperaturen boven 40 °C
-
vochtige of stoffige plaatsen. Hierdoor kan lekkage, oververhitting of een explosie ontstaan, wat kan leiden tot brand, brandwonden of ander letsel. Hoge temperaturen kunnen ook de behuizing vervormen.
9
Veiligheidsvoorschriften
Zorg ervoor dat er geen stof of metalen objecten (zoals spelden of sleutels)
in contact komen met de contactpunten of stekker van de oplader.
Dit kan elektrische schokken, brand of andere schade veroorzaken.
Voorzichtig
Richt de camera niet direct op een sterke lichtbron (zoals de zon).
Dit kan de beeldsensor (CCD) beschadigen of de werking ervan negatief beïnvloeden.
Als u de camera gebruikt op een strand of op een winderige plek, moet u erop
letten dat er geen zand of stof in het apparaat terechtkomt.
Gebruik de flitser niet als er vuil of stof op zit of als uw vingers of uw kleding
de flitser bedekken.
Dit kan de werking van de camera negatief beïnvloeden.
Als de batterij is opgeladen en als u de batterijlader niet gebruikt, haalt u deze
uit het stopcontact.
Dek de batterijlader tijdens het opladen van een batterij niet af met voorwerpen
zoals een stuk textiel.
Als u de eenheid gedurende een lange periode in het stopcontact laat, kan deze oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
Wanneer u de camera niet gebruikt, moet u de batterij verwijderen en opslaan.
Als u de batterij in de camera laat zitten, kan er schade ontstaan door lekkage.
Breng voordat u de batterij weggooit, tape of ander isolatiemateriaal aan over
de polen van de batterij.
Contact met andere metalen in afvalcontainers kan leiden tot brand of een explosie.
Houd de batterij buiten bereik van huisdieren.
Als er in de batterij gebeten wordt kan er lekkage, oververhitting of een explosie ontstaan, wat kan leiden tot brand, brandwonden of ander letsel.
Ga niet in een stoel zitten terwijl u de camera in uw zak hebt.
Dit kan het LCD-scherm beschadigen of de werking ervan negatief beïnvloeden.
Let erop dat er geen harde voorwerpen in contact komen met het LCD-scherm
als u de camera in uw tas stopt.
Bevestig geen accessoires aan de polsriem.
Dit kan het LCD-scherm beschadigen of de werking ervan negatief beïnvloeden.
10
1

Aan de slag

Dit hoofdstuk beschrijft het voorbereiden van de opnamen, het maken van opnamen in de modus A, en het bekijken, wissen en afdrukken van de gemaakte foto’s. Het laatste deel van het hoofdstuk behandelt het maken en bekijken van films en het downloaden van beelden naar een computer.
De riem bevestigen/De camera vasthouden
Bevestig de meegeleverde riem en draag deze om uw pols
om te vermijden dat de camera valt tijdens het gebruik.
Houd uw armen stevig tegen uw lichaam en houd de camera stevig
aan weerszijden vast. Zorg dat uw vingers de flitser niet bedekken.
Riem
11

De batterij opladen

Gebruik de meegeleverde lader om de batterij op te laden.
Verwijder het klepje.
Plaats de batterij.
Zorg dat de markeringen S op de batterij
overeenkomen met de markeringen op de lader en plaats vervolgens de batterij door deze naar binnen en naar beneden te schuiven.
Laad de batterij op.
Voor CB-2LY: kantel de stekker
naar buiten en steek deze in
een stopcontact .
Voor CB-2LYE: sluit het netsnoer aan
op de batterijlader en steek de andere stekker in een stopcontact.
X Het oplaadlampje gaat rood branden
en het opladen begint.
Als de batterij volledig is opgeladen, wordt
het oplaadlampje groen. Het opladen duurt ongeveer 1 uur en 55 minuten.
Verwijder de batterij.
Haal het netsnoer van de batterijlader
uit het stopcontact en verwijder de batterij door deze naar binnen en omhoog te schuiven.
Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op, om de batterij
te beschermen en de levensduur van de batterij te verlengen.
12
De batterij opladen
Aantal opnamen dat ongeveer kan worden gemaakt
Aantal opnamen
Afspeeltijd (uren)
* Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op metingen volgens
de CIPA-norm (Camera & Imaging Products Association).
In sommige omstandigheden kunnen er wellicht minder opnamen worden gemaakt.
LCD-scherm aan.* 260 opnamen
LCD-scherm uit. 700 opnamen
6 uur
Batterij-oplaadlampje
Op het scherm verschijnt een pictogram of een bericht om de resterende lading van de batterij aan te geven.
Weergave Betekenis
Goed. Iets leger, maar nog voldoende opgeladen.
(knippert rood) Bijna leeg.
“Vervang\Verwissel accu.” Leeg. Laad de batterij opnieuw op.
De batterij en de lader efficiënt gebruiken
Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of de dag daarvoor.
Geladen batterijen verliezen voortdurend wat van hun lading, ook als ze niet worden gebruikt.
Plaats het klepje zodanig op een geladen batterij dat de markering S zichtbaar is.
De batterij een lange tijd bewaren.
Zorg dat de batterij volledig leeg is voordat u deze uit de camera haalt. Bevestig het klepje op de aansluitpunten en berg de batterij op. Wanneer u een batterij die niet volledig leeg is een lange tijd (ongeveer een jaar) niet gebruikt, kan dit de levensduur beperken of de prestaties doen afnemen.
U kunt de batterijlader ook in het buitenland gebruiken.
De lader kan worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van 100 – 240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik in het buitenland geen apparaten zoals elektrische transformatoren, omdat dit kan leiden tot storingen.
De batterij kan plaatselijk wat opzwellen.
Dit is een normaal kenmerk van de batterij en duidt niet op een probleem. Als de batterij echter zodanig opzwelt dat ze niet meer in de camera past, moet u contact opnemen met een helpdesk van Canon Klantenservice.
Als de batterij snel weer leeg is na het opladen, is de levensduur opgebruikt.
Koop dan een nieuwe batterij.
13

De batterij en geheugenkaart plaatsen

Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart in de camera.
Controleer het schuifje voor schrijfbeveiliging van de kaart.
U kunt geen opnamen maken als de kaart
een schuifje voor schrijfbeveiliging bevat en dit schuifje dicht zit. Duw het schuifje omhoog totdat u een klik hoort.
Open het klepje.
Schuif het klepje naar buiten
en omhoog om het te openen.
Plaats de batterij.
Plaats de batterij op de afgebeelde wijze
totdat deze vastklikt.
Zorg dat u de batterij in de juiste richting
inbrengt, anders klikt deze niet goed vast.
Aansluitpunten
Plaats de geheugenkaart.
Plaats de geheugenkaart op de
afgebeelde wijze totdat deze vastklikt.
Plaats de geheugenkaart in de juiste
richting. Als u de geheugenkaart in de verkeerde richting probeert te plaatsen, kunt u de camera beschadigen.
Aansluitpunten
14
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Sluit het klepje.
Sluit het klepje en schuif het naar
binnen totdat het vastklikt.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Verwijder de batterij.
Open het klepje en duw de
batterijvergrendeling in de richting vandepijl.
X De batterij wipt nu omhoog.
Verwijder de geheugenkaart.
Duw de geheugenkaart naar binnen
tot u een klik hoort en laat de kaart langzaam los.
X De geheugenkaart wipt nu omhoog.
15
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Aantal opnamen per geheugenkaart (bij benadering)
Geheugenkaart
Aantal opnamen
Deze waarden zijn gebaseerd op de standaardinstellingen.
Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, varieert al naar gelang
de camera-instellingen, het onderwerp en de geheugenkaart die u gebruikt.
2 GB 8 GB
749 2994
Wilt u kijken hoeveel opnamen u nog kunt maken?
U kunt zien hoeveel opnamen u nog kunt maken als de camera in de opnamemodus (p. 22) staat.
Aantal opnamen dat kan worden gemaakt
Compatibele geheugenkaarten
SD-geheugenkaarten
SDHC-geheugenkaarten
MultiMediaCards
MMCplus-geheugenkaarten
HC MMCplus-geheugenkaarten
Wat is een ‘schuifje voor schrijfbeveiliging’?
SD- en SDHC-geheugenkaarten hebben een ‘schuifje voor schrijfbeveiliging’. Als dit schuifje dicht zit, verschijnt op het scherm [Kaart op slot!]. U kunt dan geen beelden opnemen of wissen.
16

De datum en tijd instellen

Het scherm voor Datum/Tijd-instellingen verschijnt wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld. Aangezien de datum en tijd die aan uw opnamen worden toegevoegd op deze instellingen worden gebaseerd, is het belangrijk dat u deze instelt.
Schakel de camera in.
Druk op de knop ON/OFF.
X Het scherm Datum/Tijd verschijnt.
Stel de datum en tijd in.
Druk op de knoppen qr om een
optie te selecteren.
Druk op de knoppen op om een
waarde in te stellen.
Kies de instelling.
Druk op de knop m.
X Nadat u de datum en tijd hebt ingesteld,
wordt het scherm Datum/Tijd gesloten.
Druk op de ON/OFF-knop om de camera
uit te schakelen.
Het scherm Datum/Tijd komt steeds terug
Stel de juiste datum en tijd in. Als u de datum en tijd niet goed hebt ingesteld, verschijnt het scherm Datum/Tijd iedere keer als u de camera inschakelt.
17
De datum en tijd instellen
Datum en tijd wijzigen
U kunt de huidige instellingen voor de datum en tijd wijzigen.
Open de menulijst.
Druk op de knop n.
Selecteer [Datum/Tijd] op het tabblad 3.
Druk op de knoppen qr om het tabblad
3 te selecteren.
Druk op de knoppen op om [Datum/Tijd]
te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
Wijzig de datum en/of de tijd.
Volg stap 2 en 3 op p. 17 om de instelling
te wijzigen.
Druk op de knop n om de menu’s
te sluiten.
Datum/tijd-batterij
De camera bevat een ingebouwde datum/tijd-batterij; dit is een reservebatterij
die de datum/tijd-instellingen ongeveer drie weken kan vasthouden nadat de batterij is verwijderd.
Als u een opgeladen batterij plaatst of een voedingsadapterset aansluit
(afzonderlijk verkrijgbaar, p. 38), kan de datum/tijd-batterij in ongeveer 4 uur worden opgeladen, zelfs als de camera niet is ingeschakeld.
Als de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het menu Datum/Tijd als u de
camera inschakelt. Volg de stappen op p. 17 om de datum en de tijd in te stellen.
18

De taal van het scherm instellen

U kunt de taal van de menu’s en berichten die op het LCD-scherm worden weergegeven, wijzigen.
Schakel de afspeelmodus in.
Druk op de knop 1.
Open het instellingenscherm.
Houd de knop m ingedrukt
en druk op de knop n .
Stel de taal van het LCD-scherm in.
Druk op de knoppen opqr om een
taal te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
X Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt
ingesteld, wordt het taalmenu gesloten.
U kunt de taal van het LCD-scherm ook wijzigen door op de knop n te drukken, het tabblad 3 te selecteren en vervolgens het menu-item [Taal] te selecteren.
19

Geheugenkaarten formatteren

Voordat u een nieuwe geheugenkaart gaat gebruiken, of een geheugenkaart die al is gebruikt in een ander apparaat, moet u de kaart formatteren met deze camera. Door het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist. Aangezien u de gewiste gegevens niet kunt herstellen, moet u uiterst voorzichtig zijn als u een geheugenkaart gaat formatteren.
Open het menu.
Druk op de knop n.
Selecteer [Formateren].
Druk op de knoppen qr om het tabblad
3 te selecteren.
Druk op de knoppen op om
[Formateren] te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
Formatteer de geheugenkaart.
Druk op de knoppen qr om [OK]
te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
X De geheugenkaart wordt geformatteerd. X Als het formatteren is voltooid, verschijnt
het menuscherm weer.
Het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van de gegevens op de geheugenkaart wijzigt enkel de bestandsbeheerinformatie op de kaart en garandeert niet dat de inhoud volledig wordt gewist. Wees voorzichtig bij het downloaden of weggooien van een geheugenkaart. Tref voorzorgsmaatregelen, zoals het fysiek vernietigen van de kaart, wanneer u een geheugenkaart weggooit, om te vermijden dat persoonlijke informatie wordt verspreid.
De totale capaciteit van de geheugenkaart die bij het formatteren wordt weergegeven op het scherm, kan minder zijn dan wordt aangegeven op de geheugenkaart.
20

De sluiterknop indrukken

De sluiterknop heeft twee bedieningsfasen. Druk de sluiterknop altijd eerst half in om de focus in te stellen en maak daarna de foto.
Druk de sluiterknop half in
(zachtjes drukken tot de eerste stop).
X De camera stelt automatisch de focus
in en selecteert de overige instellingen voor een opname, zoals de helderheid.
X Terwijl de camera wordt scherpgesteld,
hoort u tweemaal een piepgeluid en brandt het lampje groen.
Druk de sluiterknop helemaal
(tot de tweede stop).
in
X U hoort het geluid van de sluiter
als de opname wordt gemaakt.
Als u de sluiterknop meteen helemaal indrukt zonder halverwege te pauzeren, is het beeld wellicht onscherp.
21

A Foto’s maken

De camera kan het onderwerp en de omstandigheden bepalen, waardoor alle geschikte instellingen voor de situatie automatisch worden geselecteerd, en u alleen nog op de sluiterknop hoeft te drukken om het beeld vast te leggen. De camera kan ook gezichten detecteren en hierop automatisch scherpstellen, en de kleur en helderheid optimaal instellen.
Schakel de camera in.
Druk op de knop ON/OFF.
X Het opstartgeluid klinkt en het
opstartscherm verschijnt.
Wanneer u de ON/OFF-knop nogmaals
indrukt, wordt de camera uitgeschakeld.
Kies de modus A.
Zet de modusschakelaar op A.
Wanneer u de camera op het onderwerp
richt, maakt de camera een zacht geluid terwijl de omgeving wordt bepaald.
X De camera stelt scherp op het onderwerp
dat het hoofdonderwerp lijkt te zijn en geeft het pictogram voor de omgeving in de linkerbovenhoek van het scherm weer.
X Als er gezichten worden herkend,
verschijnt een wit kader rond het gezicht dat als het hoofdonderwerp wordt beschouwd. Rond de andere herkende gezichten verschijnt een grijs kader.
X Zelfs als de gezichten bewegen, volgt het
kader het gezicht binnen een bepaalde afstand.
Kies de compositie.
Als u de zoomknop naar i draait,
zoomt u in op het onderwerp zodat dit groter lijkt. Als u de zoomknop naar j draait, zoomt u uit op het onderwerp zodat dit kleiner lijkt.
22
AF-kaders
A Foto’s maken
Stel scherp.
Druk de sluiterknop half in om scherp
te stellen.
X Terwijl de camera wordt scherpgesteld,
hoort u tweemaal een piepgeluid en brandt het lampje groen (oranje indien er wordt geflitst).
X Groene AF-kaders geven aan waarop
de camera is scherpgesteld.
X Als de camera op meerdere punten
scherpstelt, verschijnen er meerdere AF-kaders.
Maak de opname.
Druk de sluiterknop helemaal in.
X Het sluitergeluid klinkt terwijl het beeld
wordt vastgelegd. Als er weinig licht is, wordt de flitser automatisch geactiveerd.
X Het lampje knippert groen terwijl het beeld
wordt opgeslagen op de geheugenkaart.
X De foto verschijnt gedurende enkele
seconden op het scherm.
Terwijl de foto nog op het scherm staat,
kunt u al op de sluiterknop drukken om een volgende foto te maken.
Wat als...
Het scherm wordt niet geactiveerd wanneer u de camera aanzet.
Druk op de knop l om het scherm aan te zetten.
De camera maakt geen enkel geluid.
Als u op de knop l drukt terwijl u de camera inschakelt, worden alle camerageluiden uitgeschakeld, behalve de waarschuwingsgeluiden. Om het geluid weer in te schakelen, drukt u op n. Selecteer vervolgens het tabblad 3 en vervolgens de optie [mute]. Gebruik de knoppen qr om [Uit] te selecteren.
23
A Foto’s maken
Het beeld is donker terwijl toch de flitser is gebruikt bij de opname.
Het onderwerp valt buiten het bereik van de flitser. Maak de opname binnen de werkzame flitsafstand van ongeveer 30 cm – 4,2 m met een maximale groothoekinstelling, en ongeveer 30 cm – 2,4 m met een maximale telelens.
Knippert het indicatielampje oranje en piept de camera slechts eenmaal wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt?
Het onderwerp is te dichtbij. Wanneer de camera op de maximale groothoek is ingesteld, moet u op een afstand van 3 cm of meer van uw onderwerp gaan staan. Beweeg naar een afstand van ongeveer 30 cm of meer van het onderwerp af wanneer u een maximale telelensinstelling gebruikt.
Het lampje brandt terwijl de sluiterknop half is ingedrukt.
Om rode ogen te corrigeren en om het scherpstellen te vergemakkelijken, kan het lampje gaan branden bij opnamen in een donkere omgeving.
Het pictogram h knippert wanneer u een foto probeert te maken.
Wanneer het opladen van de flitser begint, gaat het flitspictogram knipperen. U kunt foto’s maken zodra de flitser is opgeladen.
Omgevingspictogrammen
De camera geeft een pictogram weer voor de omgeving die is vastgesteld, stelt vervolgens automatisch scherp op het onderwerp en selecteert de optimale instellingen voor helderheid en kleur.
Achtergrond
Onderwerp
Mensen
Andere onderwerpen dan mensen Landschappen
Onderwerpen sluiten
Pictogram achtergrondkleur
Helder
Tegenlicht Tegenlicht
Grijs Lichtblauw Oranje Donkerblauw
* Wordt weergegeven wanneer de camera op een statief staat.
In sommige omstandigheden komt het weergegeven pictogram niet overeen met de omgeving. Dit kan voorkomen bij oranje of blauwe achtergronden (bijvoorbeeld een muur), waarbij dan het pictogram ‘Blauwe luchten’ wordt weergegeven en u mogelijk niet met de juiste kleuren kunt opnemen. Als dit gebeurt, kunt u proberen opnamen te maken in de modus
Inclusief blauwe
luchten
Zonsondergangen
––
G
(p. 62).
Donker
Wanneer u een statief
gebruikt
*
*
24

1 Beelden bekijken

U kunt uw opnamen op het scherm bekijken.
Selecteer de afspeelmodus.
Druk op de knop 1.
X De laatst gemaakte opname verschijnt.
Selecteer een beeld.
Als u op de knop q drukt, doorloopt
u de beelden in de omgekeerde volgorde van opname.
Als u op de knop r drukt, doorloopt u
de beelden in de volgorde van opname.
De beelden volgen elkaar sneller op
als u de knoppen qr ingedrukt houdt, maar ze worden grover weergegeven.
Als u op 1 drukt terwijl de
lens is uitgeschoven, keert het opnamescherm terug.
Na ongeveer 1 minuut wordt de lens
weer ingetrokken. Als u op 1 drukt met de lens ingetrokken, wordt de camera uitgeschakeld.
De afspeelmodus in- en uitschakelen
Als u op 1 drukt terwijl de camera is uitgeschakeld, wordt de camera ingeschakeld in de afspeelmodus. Als u nogmaals op deze knop drukt, wordt de camera uitgeschakeld. Als u de sluiterknop half indrukt met de camera in de afspeelmodus, keert het opnamescherm terug.
25

Beelden wissen

U kunt de beelden één voor één selecteren en wissen. Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Denk goed na voordat u beelden wist.
Selecteer de afspeelmodus.
Druk op de knop 1.
X De laatst gemaakte opname verschijnt.
Selecteer het beeld dat u wilt wissen.
Druk op de knoppen qr om het
te wissen beeld weer te geven.
Wis het beeld.
Druk op de knop p.
X [Wissen?] verschijnt.
Druk op de knoppen qr om [Wissen]
te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
X Het getoonde beeld wordt gewist.
Als u wilt afsluiten in plaats van wissen,
drukt u op de knoppen qr om [Stop] te selecteren en drukt u vervolgens op de knop m.
26

Beelden afdrukken

U kunt de gemaakte opnamen gemakkelijk afdrukken als u de camera aansluit op een printer die compatibel is met PictBridge (afzonderlijk verkrijgbaar).
Benodigdheden
Camera en printer die compatibel is met PictBridge (afzonderlijk
verkrijgbaar)
Interfacekabel meegeleverd bij de camera (p. 2)
Schakel de camera en de printer uit.
Sluit de camera aan op de printer.
Open het klepje en steek de kleine stekker
stevig in de aansluiting van de camera in de aangegeven richting.
Steek de grote kabelstekker in de printer.
Raadpleeg de handleiding van de printer voor meer informatie over de aansluiting.
Schakel de printer in.
Schakel de camera in.
Druk op 1 om de camera aan te zetten.
X wordt weergegeven.
27
Beelden afdrukken
Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken.
Druk op de knoppen qr om het beeld
te selecteren.
Druk de beelden af.
Druk op de knop m.
Gebruik de knoppen op om [Print]
te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
X Het afdrukken wordt gestart.
Als u nog meer beelden wilt afdrukken,
herhaalt u stap 5 en 6 nadat het afdrukken is voltooid.
Wanneer u klaar bent met afdrukken,
schakelt u de camera en de printer uit en verwijdert u de interfacekabel.
Raadpleeg de Handleiding voor persoonlijk afdrukken voor de beste opties voor afdrukken.
Canon PictBridge-compatibele printers (los verkrijgbaar)
Als u uw camera aansluit op een van de onderstaande Canon PictBridge­compatibele printers, kunt u uw beelden afdrukken zonder een computer te gebruiken.
Compact Photo Printers
(SELPHY-series)
Ga voor meer informatie naar een winkel bij u in de buurt waar Canon-producten worden verkocht.
Inkjetprinters
28

E Films opnemen

De camera kan automatisch alle instellingen selecteren, zodat u alleen nog op de sluiterknop hoeft te drukken om te filmen.
Kies de modus E.
Zet de modusschakelaar op E.
Opnametijd
Kies de compositie.
Als u de zoomknop naar i draait,
zoomt u in op het onderwerp zodat dit groter lijkt. Als u de zoomknop naar j draait, zoomt u uit op het onderwerp zodat dit kleiner lijkt.
Stel scherp.
Druk de sluiterknop half in om scherp
te stellen.
X Terwijl de camera wordt scherpgesteld,
hoort u tweemaal een piepgeluid en brandt het lampje groen.
29
E Films opnemen
Maak de opname.
Druk de sluiterknop helemaal in.
X De camera begint met de filmopname
en op het scherm verschijnt [ Rec.] en de verstreken tijd.
Als de opname is begonnen, haalt
u uw vinger van de sluiterknop.
Als u tijdens de opname de compositie
wijzigt, blijft de focus hetzelfde maar worden de helderheid en de kleurtoon automatisch aangepast.
Verstreken tijd
Raak de microfoon niet aan tijdens
de opname.
Gebruik behalve de sluiterknop geen
andere knoppen. Anders wordt het geluid van die knoppen in de film opgenomen.
Microfoon
Stop de opname.
Druk de sluiterknop opnieuw volledig in.
X De camera geeft één pieptoon en stopt
met opnemen.
X Het lampje knippert groen en de film wordt
naar de geheugenkaart weggeschreven.
X De opname stopt automatisch wanneer
de geheugenkaart vol is.
Geschatte opnametijden
Geheugenkaart
Opnametijd
Deze waarden zijn gebaseerd op de standaardinstellingen. Bij stap 1 kunt u de
opnametijd op het scherm bekijken.
Het opnemen wordt automatisch gestopt wanneer het bestandsformaat 4 GB is
of de opnametijd ongeveer 1 uur bedraagt.
2 GB 8 GB
16 min. 0 sec. 1 u. 3 min. 57 sec.
30
Loading...
+ 106 hidden pages