De EOS 500D is een hoogwaardige digitale spiegelreflexcamera met
een uiterst nauwkeurige CMOS-sensor met 15,10 effectieve
megapixels, DIGIC 4 en negen uiterst nauwkeurige AF-punten met
hoge snelheid. U kunt met deze camera continu-opnamen met
3,4 frames per seconde maken, evenals Live view-opnamen en
filmopnamen in Full HD (Full High-Definition).
De camera reageert uiterst snel bij alle opnamesituaties, biedt tal
van functies voor veeleisende opnamen en nog veel meer.
Een aantal testopnamen maken om vertrouwd te raken met
de camera
Met een digitale camera kunt u de opname die u hebt gemaakt direct
bekijken. Maak een aantal testopnamen terwijl u deze handleiding
doorneemt en bekijk het resultaat. U zult de camera dan beter begrijpen.
Lees de Veiligheidsmaatregelen (pag. 219 en 220) en Tips en
waarschuwingen voor het gebruik (pag. 12 en 13) om slechte foto's en
ongelukken te voorkomen.
De camera testen voor gebruik en aansprakelijkheid
Bekijk de opname nadat u deze hebt gemaakt en controleer of deze
goed is vastgelegd. Wanneer de camera of de geheugenkaart
gebreken vertoont en de beelden niet kunnen worden opgenomen of
naar een computer worden gedownload, is Canon niet verantwoordelijk
voor eventueel verlies of ongemak.
Copyright
Mogelijk verbiedt de wet op het auteursrecht in uw land het gebruik van
opnamen van mensen en bepaalde onderwerpen anders dan voor
privégebruik. Ook kan het maken van opnamen van bepaalde openbare
optredens, exposities en dergelijke zelfs voor privégebruik verboden zijn.
In deze camera kunnen SD-geheugenkaarten en SDHCgeheugenkaarten worden gebruikt. In deze handleiding wordt naar
al deze kaarten verwezen met 'kaart'.
* Bij de camera is geen kaart voor het opslaan van opnamen
meegeleverd. Deze dient u apart aan te schaffen.
2
Controlelijst onderdelen
Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de
camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt.
De opnamen op een tv bekijkenÎpag. 156 (Video OUT)
De helderheid van het LCD-scherm instellenÎ
pag. 131
(LCD-helderheid)
Afdrukken
Eenvoudig opnamen afdrukken
Î
pag. 163
(Rechtstreeks afdrukken)
11
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
Omgaan met de camera
Deze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en stel
deze niet bloot aan fysieke schokken.
De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem
direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera
per ongeluk in het water laat vallen. Droog de camera af met een droge doek als
er waterspatten op de camera zijn gekomen. Wrijf de camera grondig schoon
met een licht vochtige doek als deze in aanraking is gekomen met zoute lucht.
Houd de camera buiten het bereik van voorwerpen met sterke magnetische
velden, zoals magneten of elektrische motoren. Houd de camera eveneens
uit de buurt van voorwerpen die sterke radiogolven uitzenden, zoals grote
antennes. Sterke magnetische velden kunnen storingen veroorzaken en
opnamegegevens beschadigen.
Laat de camera niet achter in een extreem warme omgeving, zoals in een auto die in
direct zonlicht staat. Door de hoge temperaturen kan de camera defect raken.
De camera bevat elektronische precisieschakelingen. Probeer nooit de
camera te demonteren.
Gebruik een blaaskwastje om stof van het objectief, de zoeker, de
reflexspiegel of het matglas te blazen. Gebruik geen reinigingsmiddelen die
organische oplosmiddelen bevatten om de camerabehuizing of het objectief
schoon te maken. Neem voor het verwijderen van hardnekkig vuil contact op
met het dichtstbijzijnde Canon Service Center.
Raak de elektrische contactpunten van de camera nooit met uw vingers aan.
Als u dat wel doet, kunnen deze gaan roesten. Roest op de contactpunten
kan ertoe leiden dat de camera niet goed meer functioneert.
Als de camera plotseling van een koude in een warme omgeving
terechtkomt, kan zich condens vormen op de camera en op de inwendige
delen. Voorkom condensvorming door de camera eerst in een afgesloten
plastic tas te plaatsen. Zorg ervoor dat de camera is aangepast aan de
hogere temperatuur voordat u de camera uit de tas haalt.
Gebruik de camera niet als zich hierop condens heeft gevormd. Zo voorkomt
u beschadiging van de camera. Als zich condens heeft gevormd, verwijdert
u het objectief, de kaart en de batterij uit de camera en wacht u tot de
condens is verdampt voordat u de camera gebruikt.
Verwijder de batterij en berg de camera op een koele, droge en goed
geventileerde plaats op als u deze gedurende langere tijd niet gaat gebruiken.
Ook als de camera is opgeborgen, moet u af en toe een paar keer op de
sluiterknop drukken om te controleren of de camera nog goed functioneert.
Vermijd opslag op plaatsen waar bijtende chemicaliën worden gebruikt,
zoals een donkere kamer of een laboratorium.
Als de camera langere tijd niet is gebruikt, test u alle functies voordat u de
camera weer gaat gebruiken. Als u de camera langere tijd niet hebt gebruikt
of als u opnamen wilt gaan maken van een belangrijke gebeurtenis, is het
raadzaam de camera te laten controleren door uw Canon-dealer of zelf te
controleren of de camera goed functioneert.
12
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
LCD-scherm
Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en
meer dan 99,99% effectieve pixels heeft, kunnen er onder de 0,01%
resterende pixels enkele dode pixels voorkomen. Dode pixels hebben altijd
dezelfde kleur, bijvoorbeeld zwart of rood. Dit is geen defect. De dode pixels
zijn niet van invloed op de opgeslagen opnamen.
Als het LCD-scherm lange tijd aan blijft staan, kan het scherm inbranden.
Er zijn dan restanten van de eerdere weergave te zien. Dit is echter een
tijdelijk effect dat verdwijnt als de camera enkele dagen niet wordt gebruikt.
Bij lage of hoge temperaturen kan het LCD-scherm langzaam reageren of er
zwart uitzien. Bij kamertemperatuur functioneert het scherm weer normaal.
Kaarten
Let op het volgende om de kaart en de daarop vastgelegde gegevens te
beschermen:
Laat de kaart niet vallen of nat worden en buig de kaart niet. Oefen geen
druk op de kaart uit en stel deze niet bloot aan fysieke schokken en
trillingen.
Gebruik of bewaar de kaart niet in de buurt van voorwerpen met sterke
magnetische velden zoals tv's, luidsprekers en magneten. Mijd ook plaatsen
waar statische elektriciteit kan optreden.
Plaats de kaart niet in direct zonlicht of in de buurt van hittebronnen.Bewaar de kaart in een houder.Bewaar de kaart niet op hete, stoffige of vochtige plaatsen.
Objectief
Nadat u het objectief hebt losgedraaid van de camera, dient
u de lensdoppen te bevestigen of het objectief met de
achterzijde omhoog te plaatsen om krassen op het
lensoppervlak en de elektrische contactpunten te
voorkomen.
Contactpunten
Waarschuwingen bij langdurig gebruik
Als u lange tijd achtereen continu-opnamen, Live view-opnamen of filmopnamen
maakt, kan de camera heet worden. Dit is geen defect. Het langdurig
vasthouden van een hete camera kan echter wel een lichte verbranding van de
huid veroorzaken.
13
Verkorte handleiding
Voor EF-S-objectief
Voor EF-objectief
1
2
3
4
Plaats de batterij. (pag. 26)
Ga voor meer informatie over het
opladen van de batterij naar
pagina 24.
Bevestig het objectief. (pag. 33)
Als u een EF-S-objectief gebruikt, plaatst u
dit zo dat de markering op het objectief op
gelijke hoogte is met de witte markering op
de camera. Bij andere objectieven dient de
markering op gelijke hoogte te zijn met de
rode markering.
Stel de focusinstellingsknop op
het objectief in op <AF>.
(pag. 33)
Open het sleufafdekkapje
en plaats een kaart.
Plaats de kaart met de
etiketzijde naar u toe in de
sleuf.
(pag. 31)
5
14
Zet de aan-uitschakelaar op
(pag. 27)
<1>.
Zie pagina 29 als het LCD-scherm
het scherm met datum/tijd-instelling
weergeeft.
6
7
8
9
Verkorte handleiding
Stel het programmakeuzewiel
in op <1> (Automatisch).
(pag. 44)
Alle camera-instellingen worden
automatisch ingesteld.
Stel scherp op het onderwerp.
(pag. 37)
Kijk door de zoeker en richt het
midden van de zoeker op het
onderwerp. Druk de ontspanknop half
in; de camera stelt vervolgens scherp
op het onderwerp.
Maak de opname. (pag. 37)
Druk de ontspanknop helemaal in om
een opname te maken.
Bekijk de opname. (pag. 130)
De opname wordt ongeveer
2 seconden op het LCD-scherm
weergegeven.
Druk op de knop <x> om de opname
nogmaals weer te geven. (pag. 56).
De opname-instellingen op het LCD-scherm worden uitgeschakeld
als u met uw oog in de buurt komt van het zoekeroculair.
Zie 'Opnamen wissen' (pag. 159) voor het wissen van opnamen.
15
Namen van onderdelen
De vetgedrukte onderdelen worden uitgelegd tot het gedeelte
'Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen'.
Deze voedingseenheid kan verticaal of horizontaal worden gebruikt.
Batterijoplader LC-E5E
Oplader voor batterij LP-E5 (pag. 24).
Batterijcompartiment
Netsnoer
Oplaadlampje
22
Netsnoeraansluiting
1
Aan de slag
In dit hoofdstuk worden de voorbereidende stappen en
de basisbediening van de camera uitgelegd.
De riem bevestigen
Haal het uiteinde van de riem van
onderaf door de draagriemring.
Haal deze daarna door de gesp
van de riem zoals afgebeeld in de
illustratie. Trek de riem strak en
zorg ervoor dat hij goed vastzit in
de gesp.
De oculairdop is ook aan de riem
bevestigd (pag. 195).
Oculairdop
23
De batterij opladen
1
2
LC-E5
LC-E5E
3
Verwijder het beschermdeksel.
Plaats de batterij.
Plaats de batterij op een veilige
manier (zie illustratie).
Om de batterij te verwijderen,
herhaalt u de bovenstaande
procedure in omgekeerde volgorde.
Laad de batterij op.
Voor de LC-E5
Klap de contactpunten van de
batterijlader naar buiten, in de richting
van de pijl, en steek ze in het
stopcontact.
Voor de LC-E5E
Sluit het netsnoer aan op de oplader
en steek de stekker in het
stopcontact.
X Het opladen begint automatisch en
het oplaadlampje wordt rood.
X Als de batterij volledig is opgeladen,
wordt het oplaadlampje groen.
Het duurt ongeveer 2 uur om een
lege batterij volledig op te laden.
De oplaadtijd van de batterij is
afhankelijk van de
omgevingstemperatuur en het
batterijniveau.
24
De batterij opladen
Tips voor het gebruik van de batterij en batterijoplader
Het verdient aanbeveling om de batterij op te laden op de dag
dat u deze gaat gebruiken of een dag ervoor.
Zelfs wanneer de camera niet wordt gebruikt of is opgeborgen,
raakt een opgeladen batterij geleidelijk aan leeg.
Verwijder de batterij na het opladen en haal de batterijlader uit
het stopcontact.
Verwijder de batterij wanneer u de camera niet gebruikt.
Als de batterij langere tijd in de camera blijft zitten, is er sprake van
een kleine lekstroom, waardoor de batterij verder wordt ontladen en
minder lang meegaat. Bewaar de batterij met het beschermdeksel
bevestigd. Als u de batterij opbergt nadat u deze volledig hebt
opgeladen, kunnen de prestaties van de batterij teruglopen.
De batterijoplader kan ook worden gebruikt in het buitenland.
De batterijoplader is compatibel met een stroombron van 100 V AC
t/m 240 V AC 50/60 Hz. Indien nodig kunt u een in de handel
verkrijgbare stekkeradapter voor het betreffende land of de
betreffende regio gebruiken. Sluit geen draagbare
spanningsomvormer aan op de batterijoplader. Dit kan de
batterijoplader beschadigen.
Als de batterij snel leeg raakt, zelfs nadat deze volledig is
opgeladen, is de batterij uitgeput.
Koop een nieuwe batterij.
Laad geen andere batterij op dan batterij LP-E5.De LP-E5-batterij is uitsluitend geschikt voor producten van Canon.
Wanneer u deze oplaadt met een batterijoplader of een ander product
dat niet compatibel is, kunnen zich defecten of ongelukken voordoen
waarvoor Canon geen aansprakelijkheid aanvaardt.
25
De batterij plaatsen en verwijderen
De batterij plaatsen
Plaats een volledig opgeladen LP-E5-batterij in de camera.
Open het klepje van het
1
batterijcompartiment.
Schuif het schuifje in de richting van
de pijl en open het klepje.
Plaats de batterij.
2
Steek het uiteinde met de
batterijcontacten in de camera.
Schuif de batterij in de camera totdat
deze vastzit.
Sluit het klepje.
3
Druk op het klepje totdat dit dichtklikt.
De batterij verwijderen
Open het klepje en verwijder de
batterij.
Druk het
batterijontgrendelingsschuifje in de
richting van de pijl en verwijder de
batterij.
Plaats het beschermdeksel op de batterij
om kortsluiting te voorkomen.
Pas op dat u bij het openen van het batterijcompartiment het klepje niet te
ver naar achter drukt. Het scharnier zou anders kunnen breken.
26
De camera inschakelen
Als u de camera inschakelt en het scherm met datum/tijd-instelling
wordt weergegeven, raadpleeg dan pagina 29 om de datum en tijd
in te stellen.
<1> : De camera is ingeschakeld.
<2> : De camera is uitgeschakeld
De zelfreinigende sensor
Wanneer u de aan-uitschakelaar op <1> of <2> zet, wordt de
sensorreiniging automatisch uitgevoerd. Tijdens het reinigen van de
sensor wordt <f> op het LCD-scherm weergegeven. Zelfs tijdens
het reinigen van de sensor kunt u opnamen maken. Door de
ontspanknop half in te drukken (pag. 37), stopt u het reinigen van de
sensor en kunt u een opname maken.
Als u de aan-uitschakelaar snel achter elkaar op <1>/<2> zet,
wordt het pictogram <f> mogelijk niet weergegeven. Dit is
normaal en is geen defect.
Automatisch uitschakelen
Om de batterij te sparen, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld nadat deze ongeveer 30 seconden niet is gebruikt.
Om de camera weer in te schakelen, drukt u gewoon de
ontspanknop in (pag. 37).
U kunt de automatische uitschakeltijd wijzigen in het menu
[5 Uitschakelen] (pag. 131).
en werkt niet. Zet de aanuitschakelaar op deze positie
wanneer u de camera niet
gebruikt.
Als u de aan-uitschakelaar op <2> zet terwijl een opname op de kaart
wordt opgeslagen, wordt [Opslaan...] weergegeven en wordt de camera
uitgeschakeld nadat de opname op de kaart is opgeslagen.
27
De camera inschakelen
Het batterijniveau controleren
Wanneer de aan-uitschakelaar op <1> staat, heeft het batterijniveau
een van de volgende vier niveaus:
z : De batterij is vol.
x
: Het batterijniveau is iets gezakt,
maar er is nog genoeg stroom over.
c : De batterij is bijna leeg.
n : De batterij moet worden
opgeladen.
Levensduur batterij
Temperatuur
Bij 23 °C500400
Bij 0 °C490380
De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een volledig opgeladen LP-E5-
batterij, opnamen met de zoeker en de testcriteria van de CIPA (Camera &
Imaging Products Association).
Het werkelijke aantal opnamen kan lager zijn dan hierboven is
aangegeven, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
Als u de ontspanknop lang half ingedrukt houdt of als u alleen de automatische
scherpstelling gebruikt, wordt het maximum aantal opnamen ook kleiner.
Het aantal mogelijke opnamen neemt af naarmate het LCD-scherm
vaker wordt gebruikt.
De stroom die nodig is voor de bediening van het objectief, wordt
geleverd door de batterij. Afhankelijk van het gebruikte objectief kan het
maximum aantal opnamen lager zijn.
Wanneer u de functie Image Stabilizer (beeldstabilisatie) van het objectief gebruikt,
wordt het maximum aantal opnamen lager (kortere levensduur van de batterij).
Zie pagina 107 voor informatie over de gebruiksduur van de batterij bij
het maken van Live view-opnamen.
Opnameomstandigheden
Geen flits50% flits
[Geschat aantal opnamen]
28
3 De datum en tijd instellen
Als u de camera voor de eerste keer inschakelt of als de datum- en
tijdsinstellingen opnieuw zijn ingesteld, wordt het instelscherm Datum/
Tijd weergegeven. Volg stap 3 en 4 om de datum en tijd in te stellen.
Houd er rekening mee dat de datum en tijd die aan opnamen
worden toegevoegd, worden gebaseerd op wat er bij Datum/Tijd
is ingesteld. Zorg ervoor dat u de datum en tijd instelt.
Geef het menu weer.
1
Druk op de knop <M> om het
menu weer te geven.
Selecteer op het tabblad [6] de
2
optie [Datum/Tijd].
Druk op de toets <U> om het
tabblad [6] te selecteren.
Druk op de toets <V> om [
te selecteren en druk vervolgens op <
Stel de datum en de tijd in.
3
Druk op de toets <U> om het getal
van de datum of tijd te selecteren.
Druk op <0> zodat a wordt weergegeven.
Druk op de toets <V> om het getal in
te stellen en druk vervolgens op <
(terug naar
Verlaat de instelling.
4
Druk op de toets <U> om [OK] te
selecteren en druk vervolgens op <
X De datum en tijd worden ingesteld.
Druk op de knop <M> om terug
te gaan naar de weergave met
opname-instellingen.
b
).
Datum/Tijd
0
0
0
]
>.
>
>.
De ingestelde datum en tijd worden van kracht wanneer u bij stap 4 op <0> drukt.
Als u de camera zonder batterij opbergt of als de batterij van de camera
leeg raakt, gaat de datum/tijd-instelling mogelijk verloren. Als dit gebeurt,
stelt u de datum en tijd opnieuw in.
29
3 De interfacetaal selecteren
Geef het menu weer.
1
Druk op de knop <M> om het
menu weer te geven.
Selecteer op het tabblad [6] de
2
optie [Taal].
Druk op de toets <U> om het
tabblad [6] te selecteren.
Druk op de toets <V> om [Taal]
te selecteren (het derde item van
boven) en druk op <0>.
Stel de gewenste taal in.
3
Druk op de toets <S> om de
gewenste taal te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
X De taal wordt gewijzigd.
Druk op de knop <M> om
terug te gaan naar de weergave
met opname-instellingen.
30
Loading...
+ 198 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.