De EOS 300D DIGITAL is een hoogwaardige, digitale AF-,
spiegelreflexcamera met een zeer fijne CMOS-sensor met 6.30 miljoen
effectieve pixels. De camera is zeer compleet met functies voor alle
soorten opnamen, van volautomatische opnamen tot zeer creatief werk.
U kunt gebruik maken van alle Canon EF- en EF-S-lenzen en snel
beginnen met fotograferen, wanneer en hoe u maar wilt. Tevens kunnen
opnamen direct vanaf de camera worden afgedrukt.
CompactFlash-kaarten doen dienst als opnamemedium van de camera.
Lees deze Instructiehandleiding zodat u vertrouwd raakt met de
functies en de juiste bediening van deze camera.
Camera testen voor het maken van opnamen
Test de camera voordat u deze gebruikt. Controleer dat de afbeeldingen goed
worden opgenomen op de CF-kaart. Wanneer de camera of de CF-kaart defect is
en de beelden niet kunnen worden opgenomen of gelezen door een PC, is
Canon niet verantwoordelijk voor eventueel verlies of ongemak.
Copyright
Mogelijk verbiedt de wet op het auteursrecht in uw land het gebruik van opnamen
van mensen en bepaalde onderwerpen anders dan voor privé-gebruik. Het
opnemen van openbare optredens of exposities kan ook verboden zijn.
Canon en EOS zijn handelsmerken van Canon Inc.
•
Adobe en Photoshop zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
•
CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation.
•
Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken
•
van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en overige landen.
Macintosh is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation in de
•
Verenigde Staten en overige landen.
* Deze digitale camera ondersteunt Exif 2.2 (ook wel genoemd “Exif Print”). Exif
Print is een standaard voor het verbeteren van de communicatie tussen
digitale camera’s en printers. Bij aansluiting op een printer die voldoet aan Exif
Print worden de afbeeldinggegevens gebruikt en geoptimaliseerd die tijdens
de opnamen zijn opgeslagen in de camera, wat resulteert in afdrukken met
een extreem hoge kwaliteit.
2137
Controlelijst uitrusting
Controleer of alle volgende uitrustingsonderdelen en accessoires van
de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets
ontbreekt.
¢ Camerabehuizing van EOS 300D DIGITAL (met oculairbeschermring,
cameradop en lithiumbatterij als back-up voor datum en tijd)
Opnamen bij gloeilampverlichting ..
Het gebruik van de
ingebouwde flitser .................. 80
Het gebruik van de rode
ogen-reductie ...................... 82
j
Flitsbelichtingsvergrendeling ..
Lichtmeetmodi ....................... 84
0LCD-paneelverlichting ....... 84
5 Opnameweergave ............ 85
Opnameweergave ................. 86
]Enkele opname ............. 86
4Afbeelding met
opname-informatie .... 86
ˆIndexweergave .............. 88
7/ø Vergrote weergave... 89
5Opnamesprong ......... 90
MENU
Automatische
opnameweergave
(automatisch afspelen) .... 91
65
MENU
Een afbeelding roteren ..
Aansluiten op een tv .............. 93
MENU
Wispreventie .................. 94
9Een afbeelding wissen ....... 95
MENU
De CF-kaart
formatteren ..
6 Rechtstreeks afdrukken
vanaf de camera ............... 99
De camera op de printer
aansluiten ............................ 100
Afdrukken ............................ 102
76
7 DPOF: Digital Print Order
Format ............................. 109
79
83
MENU
Printopties ................... 110
Rechtstreeks afdrukken
met DPOF ............................ 116
8 Referentiemateriaal ........ 119
Tabel met
functiemogelijkheden ........... 120
AF-modi en
opnamestanden ............... 121
Handleiding Problemen
oplossen .............................. 122
Foutcodes ............................ 125
Belangrijkste accessoires
(optioneel) ............................ 126
Systeemoverzicht ................ 128
Specificaties ........................ 130
Index .................................... 136
92
97
5
Veiligheidsmaatregelen
Voorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze
veiligheidsmaatregelen op te volgen en de apparatuur op de juiste manier te gebruiken.
Voorkomen van ernstig letsel en dodelijke ongevallen
•Voorkom brand, oververhitting, lekkage van chemische stoffen en explosies door
onderstaande veiligheidsmaatregelen op te volgen:
Gebruik geen batterijen, voedingsbronnen of accessoires die niet in deze
-
handleiding worden genoemd. Gebruik geen zelfgemaakte of aangepaste batterijen.
- Sluit de batterij en de back-upbatterij niet kort en probeer ze niet te demonteren of
te wijzigen. Verhit de batterij of de back-upbatterij niet en probeer deze niet te
solderen. Stel de batterij of de back-upbatterij niet bloot aan vuur of water. Stel de
batterij of de back-upbatterij ook niet bloot aan grote fysieke schokken.
- Installeer de batterij en de back-upbatterij op de juiste manier (+ –). Plaats nooit
nieuwe en oude of verschillende soorten batterijen bij elkaar.
- Laad de batterij niet op bij een temperatuur die buiten het toegestane bereik ligt
van 0ºC - 40ºC. Overschrijd de oplaadtijd niet.
- Steek geen vreemde metalen voorwerpen in de elektrische contacten van de
camera, de accessoires, de verbindingskabels, en dergelijke.
• Houd de back-upbatterij buiten het bereik van kinderen. Waarschuw direct een arts
als een kind een batterij heeft doorgeslikt. (De chemicaliën in de batterij kunnen de
maag en de ingewanden beschadigen.)
• Dek de elektrische contacten van de batterij of de back-upbatterij af voordat u deze
wegdoet, om te voorkomen dat deze contact maken met andere metalen
voorwerpen of batterijen. Zo voorkomt u brand of explosies.
Voorkom brand door de oplader direct uit de wandcontactdoos te halen en te stoppen met
•
opladen, als er bij het opladen van de batterij grote hitte, rook of schadelijke damp vrijkomt.
•Verwijder de batterij of de back-upbatterij onmiddellijk als deze lekt, van kleur of van
vorm verandert, of als er rook of giftige damp vrijkomt. Pas op dat u hierbij geen
brandwonden oploopt.
•
Voorkom dat de inhoud van de batterij in aanraking komt met ogen, huid en kleding. Dit
kan blindheid en huidaandoeningen tot gevolg hebben. Als de inhoud van de batterij in
contact komt met uw ogen, huid of kleding, moeten deze direct met overvloedig water
worden afgespoeld zonder te wrijven. Ga daarna meteen naar een huisarts.
•
Houd de apparatuur tijdens het opladen buiten bereik van kinderen. Kinderen kunnen
stikken als zij het snoer rond hun nek krijgen of een elektrische schok krijgen.
•
Houd snoeren altijd op uit de buurt van hittebronnen. Door de hitte kan het snoer vervormen
en het isolatiemateriaal kan smelten wat brand of elektrische schokken kan veroorzaken.
•
Flits niet in het gezicht van automobilisten. Door de verblinding kunt u een ongeluk veroorzaken.
• Flits niet in de buurt van de ogen van een persoon. Het gezichtsvermogen kan
hierdoor beschadigd raken. Houd altijd minimaal 1 meter afstand bij het met flits
fotograferen van kinderen.
•Verwijder de batterij en haal de stekker uit de wandcontactdoos als u de camera of
een accessoire langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt u elektrische schokken,
warmteontwikkeling en brand.
• Gebruik de apparatuur niet in de buurt van ontvlambaar gas. Zo voorkomt u een
explosie of brand.
6
• Als u de apparatuur laat vallen en de behuizing zodanig beschadigd raakt dat de
inwendige onderdelen bloot komen te liggen, raakt u deze dan niet aan. Deze
onderdelen staan mogelijk onder stroom.
• Demonteer of wijzig de apparatuur niet. Er staat een hoge spanning op de interne
onderdelen en deze kunnen een elektrische schok veroorzaken.
• Kijk niet door de camera of de lens naar de zon of een andere felle lichtbron. Uw
gezichtsvermogen kan hierdoor worden aangetast.
• Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen. De nekdraagriem kan bij
kinderen tot verstikking leiden.
• Berg de apparatuur niet op in een vochtige of stoffige ruimte. Hiermee voorkomt u
brand en elektrische schokken.
•
Vraag toestemming voordat u de camera gebruikt in een vliegtuig of ziekenhuis. De
elektromagnetische golven die door de camera worden afgegeven, kunnen storingen
veroorzaken in de instrumenten van vliegtuigen of de medische apparatuur in ziekenhuizen.
•Voorkom brand en elektrische schokken door onderstaande veiligheidsmaatregelen
in acht te nemen:
- Steek de stekker altijd helemaal in de wandcontactdoos.
- Pak het netsnoer nooit met natte handen vast.
Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u de stekker uit de wandcontactdoos haalt.
-
-
Voorkom beschadiging van het netsnoer door er niet in te krassen of te snijden, en deze
niet te knikken of er een zwaar voorwerp op te plaatsen. Draai of knoop de netsnoeren niet.
- Sluit niet teveel stekkers aan op één contactpunt.
- Gebruik geen snoeren waarvan het isolatiemateriaal is beschadigd.
•
Haal zo nu en dan de stekker uit de wandcontactdoos en haal met een droge doek het stof
rond de wandcontactdoos weg. In een stoffige, vochtige of vette omgeving kan het stof op de
wandcontactdoos vochtig worden en kortsluiting veroorzaken, wat weer kan leiden tot brand.
Voorkomen van letsel en schade aan apparatuur
• Laat de apparatuur niet achter in een auto die in de zon staat of in de nabijheid van
een warmtebron. De apparatuur kan heet worden en brandwonden veroorzaken.
•
Loop niet met de camera als deze op een statief is bevestigd. Dit kan letsel veroorzaken.
Controleer of het statief stevig genoeg is om de camera en de lens te dragen.
• Laat de lens of een camera met een lens niet zonder lensdop in de zon staan. De
zonnestralen kunnen door de lens worden gebundeld en brand veroorzaken.
• Bedek de batterijoplader niet en wikkel deze ook niet in een doek. Hierdoor kan de
warmte niet weg en kan de behuizing vervormen of in brand vliegen.
•
Verwijder de batterij en de back-upbatterij direct als u de camera in het water laat vallen
of als er water in de camera komt. Verwijder de batterijen ook als er metaaldeeltjes in de
camera komen. Hiermee voorkomt u brand en elektrische schokken.
•
Gebruik en plaats de batterij en de back-upbatterij niet in een hete omgeving. Hierdoor
kan de batterij gaan lekken en kan de levensduur van de batterij afnemen. De batterij
of de back-upbatterij kan ook te heet worden en brandwonden veroorzaken.
• Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om de
apparatuur schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en zijn
schadelijk voor de gezondheid.
Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Canon Service Center
als het product niet naar behoren functioneert of moet worden gerepareerd.
7
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
De camera
Deze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en stel deze niet
•
bloot aan fysieke schokken.
De camera is niet waterdicht en mag niet worden gebruikt in natte omstandigheden
•
of onder water. Breng de camera direct naar uw Canon-dealer als deze nat is
geworden. Wrijf de camera droog met een schone doek als er kleine waterspatten
op de camera terecht zijn gekomen. Wrijf de camera grondig schoon met een licht
vochtige doek als deze in aanraking is gekomen met zoute lucht.
Houd de camera buiten het bereik van apparaten met sterke magnetische velden
•
zoals magneten of elektrische motoren. Gebruik de camera niet op plaatsen waar
sterke elektromagnetische signalen worden gegenereerd zoals bij elektronische
zendmasten. Blootstelling aan sterke elektromagnetische signalen kan tot storingen
leiden en opgeslagen opnamegegevens beschadigen.
Laat de camera niet op hete plaatsen achter zoals in een auto die in direct zonlicht
•
staat. Hoge temperaturen kunnen de camera beschadigen.
De camera bevat precisieschakelingen. Probeer nooit de camera te demonteren of
•
zelf reparaties of onderhoud uit te voeren.
Gebruik een blaasborsteltje om stof op lens, zoeker, spiegel of focusscherm te
•
verwijderen. Gebruik geen reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen
bevatten om de camerabehuizing of lens schoon te vegen. Neem contact op met uw
Canon-dealer als de camera erg vuil is.
Raak de elektrische contacten van de camera niet met uw handen aan. Als u dat wel doet,
•
kunnen de contacten gaan roesten en de werking van de camera nadelig beïnvloeden.
Als de camera plotseling van een koude in een warme omgeving terechtkomt, kan
•
zich condens vormen op de camera en op de inwendige delen. Voorkom
condensvorming door de camera eerst in een afsluitbare plastic tas te plaatsen. Laat
de camera zich aanpassen aan de hogere temperatuur voordat u hem uit de tas haalt.
Gebruik de camera niet als zich hierop condens heeft gevormd omdat deze dan
•
beschadigd kan raken. Als zich condens heeft gevormd, verwijdert u de CF-kaart en
de batterij uit de camera en wacht u tot de condens is verdampt.
Verwijder de batterij en berg de camera op een koele, droge en goed geventileerde
•
plaats op als u deze gedurende langere tijd niet gaat gebruiken. Als de camera is
opgeborgen, moet u af en toe de sluiter bedienen om ervoor te zorgen dat deze
goed blijft functioneren.
Vermijd opslag op plaatsen waar mogelijke bijtende chemicaliën worden gebruikt,
•
bijvoorbeeld in een laboratorium.
Controleer voor gebruik of de onderdelen goed functioneren als de camera langere
•
tijd opgeborgen is geweest. Als u de camera langere tijd niet hebt gebruikt en u bent
van plan om opnamen te maken waarbij niets mag misgaan (verre reis, geboorte,
etc.), is het raadzaam de camera te laten controleren door uw Canon-dealer of zelf
te controleren of alle onderdelen naar behoren functioneren.
LCD-paneel en LCD-scherm
Het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie. Er kunnen echter een
•
paar dode pixels zijn waardoor op een bepaalde plaats altijd een zwarte of rode pixel
wordt weergegeven. In aantal zijn het er niet meer dan 0,01 procent van alle effectieve
pixels. Dit is geen camerastoring en heeft geen invloed op de opgeslagen afbeeldingen.
8
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
Voorkom beschadiging van het LCD-scherm door er niet hard op te drukken en het
•
nergens tegenaan te stoten.
Reinig een vuil LCD-scherm met een in de winkel verkrijgbaar blaasborsteltje of
•
veeg het af met een zachte doek. Let op dat u het scherm niet bekrast. Neem
contact op met uw Canon-dealer als een LCD-scherm erg vuil is geworden.
LCD-schermen reageren van nature trager bij lage temperaturen en ze kunnen
•
donkerder worden bij hoge temperaturen. Op kamertemperatuur zal het scherm er
weer gewoon uitzien.
Lithiumbatterij voor de datum en de tijd
Bewaar lithiumbatterijen buiten het bereik van kleine kinderen. De chemicaliën in
•
deze batterijen zijn erg gevaarlijk als de batterij per ongeluk wordt ingeslikt. Ga
direct naar de huisarts of eerstehulpafdeling wanneer een batterij is ingeslikt.
Gebruik geen metalen instrumenten, zoals een combinatietang, om de batterij vast
•
te houden omdat u hiermee kortsluiting kunt veroorzaken.
Demonteer de batterij niet. Verhit de batterij ook niet. Deze kan hierdoor barsten.
•
CF-kaart
De CF-kaart is een precisie-instrument. Laat CF-kaarten niet vallen en stel ze niet
•
bloot aan trillingen. De op de kaart opgeslagen opnamen kunnen hierdoor namelijk
verloren gaan.
Gebruik of bewaar CF-kaarten niet in de buurt van objecten met magnetische velden
•
zoals tv’s, luidsprekers of magneten of op plaatsen met statische elektriciteit.
Hierdoor kunnen de op de CF-kaart opgeslagen opnamen namelijk verloren gaan.
Plaats CF-kaarten niet in direct zonlicht of dicht bij verwarmingsapparaten. De
•
kaarten kunnen hierdoor vervormen, waardoor ze onbruikbaar worden.
Mors geen vloeistoffen op CF-kaarten.
•
Bewaar uw CF-kaarten altijd in een houder of kast ter bescherming van de
•
opgeslagen gegevens.
Met CF-kaarten van een ander merk dan Canon kunt u mogelijk geen opnamen
•
opslaan en afspelen. Gebruik in dat geval een CF-kaart van Canon.
Buig de CF-kaarten niet en zorg er ook voor dat ze niet hard worden gestoten.
•
Bewaar CF-kaarten niet op hete, stoffige of vochtige plaatsen of op plaatsen waar ze
•
worden blootgesteld aan statische elektriciteit of magnetische velden.
Elektrische contacten van de lens
Nadat u de lens hebt losgedraaid van de camera, bevestigt u
de lensdoppen of plaatst u de lens met de achterkant naar
boven om krassen op het lensoppervlak en de elektrische
contacten te voorkomen.
Contacten
9
Namen van onderdelen
Paginanummers ter referentie worden aangegeven met (p.).
De controlepictogrammen van de camera en markeringen in deze
•
handleiding corresponderen met de pictogrammen en markeringen
op de camera.
Voor meer informatie wordt verwezen naar
•
referentiepaginanummers tussen haakjes (p.00).
Voor de duidelijkheid wordt de camera bij de instructies
•
weergegeven met een EF-S18-55mm f/3.5-5.6-lens.
Bij de beschrijvingen van de menu’s wordt uitgegaan van de
•
standaardinstellingen.
De aanduiding
•
worden gewijzigd.
De pictogrammen (˜), (∫) en ( √) geven aan dat de functie
•
wordt uitgevoerd via een timer en dat deze actief blijft nadat de knop
is losgelaten. De pictogrammen staan voor 4, 6 of 16 seconden.
In deze handleiding worden de volgende waarschuwingssymbolen
•
gebruikt:
: Bij het waarschuwingssymbool wordt een waarschuwing
gegeven om te voorkomen dat er opnameproblemen ontstaan.
: Bij het opmerkingssymbool wordt aanvullende informatie
gegeven.
MENU
bij een menu-instelling geeft aan dat deze kan
16
1
Voordat u begint
Dit hoofdstuk legt een aantal voorafgaande stappen
en de basisbediening van de camera uit.
De riem bevestigen
Haal het einde van de riem van
onderaf door de draagriemhouder.
Haal deze daarna door de gesp van
de riem zoals afgebeeld in de
illustratie. Trek de riem strak om te
voorkomen dat deze uit de gesp
glijdt.
De oculairdop is ook bevestigd
•
aan de riem. (p.46)
Oculairdop
17
Opladen van de batterij
Sluit het netsnoer aan.
1
Sluit het netsnoer aan op de oplader.
•
Sluit het netsnoer aan op de
•
wandcontactdoos.
Verwijder het deksel.
2
Plaats het deksel terug als u de batterij
•
uit de camera verwijdert, om
kortsluiting te voorkomen.
18
<–> teken
Plaats de batterij.
3
Plaats de bovenkant van de batterij
•
precies op het <
Terwijl u de batterij naar beneden duwt,
schuift u deze in de richting van de pijl.
Om de batterij te verwijderen, herhaalt
•
u de bovenstaande procedure in
omgekeerde volgorde.
Laad de batterij op.
4
s
Het opladen begint automatisch zo
gauw de batterij in de oplader zit. Het
rode lampje begint te knipperen.
s
Als de batterij helemaal leeg is,
duurt het ongeveer 90 minuten
totdat deze helemaal is opgeladen.
Oplaadniveau
0–50%
50–75%
75-90%
90% of hoger
* De knipperfrequentie van het rode
lampje en de getallen er omheen geven
aan hoe ver het opladen is gevorderd.
–
>-teken op de oplader.
Rode lamp
Knippert eenmaal per seconde
Knippert tweemaal per seconde
Knippert driemaal per
seconde
Blijft branden
Opladen van de batterij
Laad uitsluitend batterijen op van het type BP-511 of BP-512.
•
Als de batterij langere tijd in de camera zit zonder dat de camera wordt
•
gebruikt, kan een lage elektrische stroom zich ontladen en de
levensduur van de batterij verkorten.
Verwijder de batterij als u de camera niet gebruikt en plaats het deksel
om kortsluiting te voorkomen. Laad de batterij op voordat u de camera
weer gebruikt.
Nadat de rode lamp oplicht, laat u de batterij nog een uur in de
•
oplader om deze volledig te laden.
Verwijder de batterij na het opladen en haal het netsnoer uit de
•
wandcontactdoos.
De vereiste oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
•
omgevingstemperatuur en het batterijniveau.
De batterij werkt bij temperaturen tussen 0°C tot 40°C, hoewel voor een
•
optimale werking een temperatuurbereik tussen 10°C en 30°C wordt
aanbevolen. In een koude omgeving zoals skigebieden, nemen de
prestaties van de batterij tijdelijk af en kan de gebruiksduur zijn verkort.
Als de gebruiksduur zelfs na het opladen sterk is verminderd, is de
•
batterij wellicht versleten. Vervang de batterij door een nieuwe.
19
Plaatsen en verwijderen van de batterij
De batterij plaatsen
Plaats een volledig opgeladen BP-511-batterij in de camera.
Open het deksel van het
1
batterijcompartiment.
Schuif de knop in de richting van de pijl
•
in de afbeelding en open het deksel.
Plaats de batterij in de camera.
2
De contactpunten van de batterij
•
wijzen omlaag.
Schuif de batterij in de camera totdat
•
deze vastzit.
Sluit het deksel.
3
Druk op het deksel totdat dit dicht klikt.
•
U kunt ook de batterij BP-512 gebruiken.
Indicatoren batterijniveau
Het resterende batterijniveau wordt weergegeven in drie fasen als de
aan-/uitschakelaar op <1> staat. (p.26)
20
w : Spanning is voldoende.
e : Spanning is laag.
r: Batterij moet worden opgeladen.
Installeren en verwijderen van de batterij
Batterijduur
Temperatuur
Normaal (20°C)Ongeveer 600Ongeveer 400
Laag (0°C)Ongeveer 450Ongeveer 350
De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op de
•
standaardtestcondities van Canon (met volledig opgeladen batterij,
EF-S18-55mm f/3.5-5.6-lens, opname bekijken [AAN], kijktijd van
[2 sec.], en opnamekwaliteit van [Groot a]).
Het aantal opnamen kan in sommige gevallen minder zijn dan is
•
aangegeven, afhankelijk van de opname-omstandigheden.
Het aantal opnamen is verminderd door intensief gebruik van het LCD-
•
scherm.
Het aantal opnamen kan ook afnemen als u de ontspanknop langere tijd
•
half ingedrukt houdt om de AF-functie te gebruiken zonder dat u een
opname maakt.
De batterij verwijderen
Opname-omstandigheden
Geen flits50% flits
Open het deksel van het
1
batterijcompartiment.
Schuif de knop in de richting van de pijl
•
in de afbeelding en open het deksel.
Verwijder de batterij.
2
Schuif de batterijvergrendelknop in de
•
richting van de pijl in de afbeelding en
open het deksel.
(opnamen)
21
Het gebruik van een netvoeding
Met de wisselstroomadapterset ACK-E2 (optioneel) kunt u de camera
aansluiten op een gewone wandcontactdoos en hoeft u niet bang te
zijn dat de batterij leegraakt.
Sluit de gelijkstroomkoppeling aan.
1
Plaats de stekker van de
•
gelijkstroomkoppeling in de
aansluitbus van de
wisselstroomadapter.
Sluit het netsnoer aan.
2
Sluit het netsnoer aan op de
•
wisselstroomadapter.
Steek de stekker in de
•
wandcontactdoos.
Als u klaar bent, verwijdert u de
•
stekker uit de wandcontactdoos.
Plaats het snoer in de groef.
3
Plaats het snoer voorzichtig in de
•
groef.
Plaats de gelijkstroomkoppeling
4
in de camera.
Open het batterijcompartimentdeksel
•
en open het deksel van het
gelijkstroomkoppelingsgat.
Plaats de gelijkstroomkoppeling totdat
•
deze vastzit en plaats het snoer in het
snoergat.
Sluit het deksel.
•
Plaats of verwijder het snoer nooit terwijl de aan-/uitschakelaar van de
camera op <1> staat.
22
Bevestigen en verwijderen van een lens
Een lens bevestigen
Verwijder de doppen.
1
Verwijder de achterste lensdop en de
•
cameradop door ze los te draaien in
de richting van de pijl.
EF-S-lensbevestigingsmarkering
EF-lensbevestigingsmarkering
Een lens verwijderen
Plaats de lens.
2
Plaats de EF-S-lens op de camera
•
precies boven de
lensbevestigingsmarkering en draai de
lens in de richting van de pijl totdat de
lens op zijn plaats klikt.
Als u een andere lens plaatst dan de
•
EF-S-lens, plaats de lens dan boven de
rode EF-lensbevestigingsmarkering.
Op de lens stelt u de
3
focusinstellingsknop in op <AF>.
Als de focusinstellingsknop is ingesteld
•
op <MF>, werkt autofocus niet.
Verwijder de voorste lensdop.
4
Druk op de
lensontgrendelingsknop en draai
de lens in de richting van de pijl.
Draai de lens totdat deze niet meer
•
verder kan, en koppel deze los.
De EF-S-lens is speciaal gemaakt voor deze camera. Hij past niet op
andere EOS-camera’s.
23
Installeren en verwijderen van de CF-kaart
De opname wordt opgeslagen op de CF-kaart (optioneel).
U kunt een CF-kaart type I of type II in de camera plaatsen.
Een CF-kaart installeren
Open het deksel.
1
Schuif het deksel in de richting van de
•
pijl en open het.
Bovenkant
Uitwerpknop
Aantal resterende opnamen
Het aantal resterende opnamen is afhankelijk van de resterende capaciteit
van de CF-kaart en de ISO-waarde-instelling.
24
Plaats de CF-kaart.
2
Het gebruik van CF-kaarten van
•
Canon wordt aanbevolen.
Als u de CF-kaart verkeerd plaatst,
•
kan de camera worden beschadigd.
De bovenkant van de kaart moet naar
u zijn gericht, terwijl de rand met de
rij kleine gaatjes volledig in de sleuf
wordt geplaatst (zie afbeelding).
s
De uitwerpknop komt naar buiten.
Sluit het deksel.
3
Sluit het deksel en schuif het in de
•
richting van de pijl totdat het dicht klikt.
s
Als u de aan-uitschakelaar instelt
op <1>, wordt het aantal resterende
opnamen weergegeven op het
LCD-paneel.
Installeren en verwijderen van de CF-kaart
De CF-kaart verwijderen
Open het deksel.
1
Zet de aan-/uitschakelaar op <2>.
•
Controleer of het bericht “” niet op
•
het LCD-paneel verschijnt.
Zorg dat de lees-/schrijfindicator uit
•
Lees-/schrijfindicator
Als de lees-/schrijfindicator knippert geeft dit aan dat gegevens
•
worden gelezen, geschreven of gewist op de CF-kaart of dat er
gegevens worden overgebracht. Om schade te voorkomen aan de
opnamegegevens, de CF-kaart of de camera mag u de volgende
dingen nooit doen terwijl de lees-/schrijfindicator knippert:
• de camera schudden of er op slaan;
• het deksel van de CF-kaartsleuf openen;
• de batterij verwijderen.
Dit alles om te voorkomen dat de opnamegegevens, de CF-kaart of
de camera worden beschadigd.
Het menu kan niet worden gebruikt tijdens de beeldverwerking na de
•
opname en terwijl het beeld wordt opgeslagen op de CF-kaart (de lees-/
schrijfindicator knippert).
Als “”(Fout CF) wordt weergegeven, zie dan pagina 98.
•
Als u een CF-kaart met een lage capaciteit gebruikt, kan deze mogelijk
•
geen grote afbeeldingen opnemen.
Een microdrive is kwetsbaar voor trillingen en fysieke schokken. Indien
•
u een microdrive gebruikt, dient u extra op te letten dat de camera niet
wordt blootgesteld aan trillingen of fysieke schokken tijdens het opslaan
of weergeven van opnamen.
staat, en open het deksel.
Verwijder de CF-kaart.
2
Druk op de uitwerpknop.
•
s
De CF-kaart wordt uitgeworpen.
Sluit het deksel.
•
25
Basisgebruik
Aan-/uitschakelaar
De camera is alleen in werking nadat de aan-/uitschakelaar is ingesteld op <
<1>:Stel de camera hierop in als u
<2>:De camera werkt niet.
Om de batterij te sparen, schakelt de camera automatisch uit nadat deze
•
1 minuut niet is gebruikt. Om de camera weer in te schakelen, drukt u
gewoon de ontspanknop in. U kunt de automatische uitschakeltijd
wijzigen door middel van de menu’s [Uitschakelen] instelling (
Als u direct na een opname de aan-/uitschakelaar instelt op <2>,
•
blijft de lees-/schrijfindicator wellicht enkele seconden knipperen terwijl
de CF-kaart de opname opslaat.
Nadat de opname is opgeslagen op de CF-kaart, schakelt de camera
automatisch uit.
deze wilt gebruiken.
Stel de camera hierop in als u
deze niet gebruikt.
Ontspanknop
De ontspanknop heeft twee fasen. U kunt deze half en helemaal
indrukken. De twee fasen werken als volgt:
Half indrukken
Als u de ontspanknop half indrukt,
activeert u autofocus (AF) en het
automatische belichtingsmechanisme (AE)
en stelt u de sluitertijd en het diafragma in.
De belichting (de combinatie van
sluitertijd en diafragma) verschijnt op het
LCD-paneel en in de zoeker (˜).
Volledig indrukken
De sluiter ontkoppelt en een opname
wordt gemaakt.
∆
1
>.
).
26
Basisgebruik
Camerabewegingen tijdens het belichtingsmoment wordt camera shake
•
genoemd. Dit kan onscherpe opnamen tot gevolg hebben. Om dit te voorkomen:
· Houdt u de camera stevig vast.
· Gebruikt u het topje van uw vinger om de ontspanknop te bedienen,
houdt u de camera met uw gehele rechterhand vast, en drukt u
daarna zachtjes de ontspanknop in.
Ongeacht hoe de camera is ingesteld (opnameweergave, menugebruik,
•
opnameopslag, etc., behalve tijdens rechtstreeks afdrukken), als u de
ontspanknop half indrukt, is de camera direct klaar voor een opname.
Het gebruik van de elektronische knoppen
Met het instelwiel <l> kiest u opname-instellingen en selecteert en
stelt u menu-items in.
Gebruik van het instelwiel <l>
(1) Druk op een knop en draai aan
het instelwiel <l>.
Als u een knop indrukt, blijft de
desbetreffende functie actief terwijl de timer
(
∫
) afloopt. Gedurende deze tijd kunt u het
instelwiel <l> draaien en de instellingen
bekijken op het LCD-paneel. Als de timer
afloopt of als u de ontspanknop half indrukt, is
de camera klaar om een opname te maken.
U kunt het AF-punt selecteren of de
•
ISO-waarde en de witbalans instellen.
(2)
Draai gewoon aan het instelwiel
U kijkt op het LCD-paneel of in de zoeker,
en draait aan het instelwiel <l> om de
gewenste instelling te selecteren.
Draai het wiel in deze richting om de
•
sluitertijd en het diafragma in te stellen.
Tijdens de opnameweergave kunt u
•
aan het instelwiel draaien om de vorige
of de volgende opname te bekijken.
<l>.
27
Menugebruik
Via de schermmenu's kunt u diverse instellingen bepalen zoals de
opnamekwaliteit, datum en tijd, etc. Terwijl u op het LCD-scherm kijkt
drukt u op de knop <m>, de knop <5>, de pijltoetsen <å>
<µ>, en de knop <p> om naar de volgende stap te gaan.
<l> Hoofdschakelaar
<m>-knop
<5>-knop
LCD-scherm
Pijltoetsen < >
Weergavemenu
Ta bb lad
Menu-itemsMenu-instellingen
Ook wanneer een menu wordt weergegeven, kunt u direct teruggaan
•
naar de opnamemodus door de ontspanknop half in te drukken.
Als een van de Basisgebruik-modi is ingesteld, worden bepaalde menu-
•
items niet weergegeven (p.30).
In de beschrijvingen van de menufuncties wordt er hierna vanuit gegaan
•
dat alle instellingen worden weergegeven.
In sommige gevallen kan het instelwiel <l> worden gebruikt in plaats
•
van de pijltoetsen.
28
Instellingenmenu 1
Instellingenmenu 2Opnamemenu
<p>-knop
Instelprocedure
Menugebruik
Het menu weergeven.
1
Druk op de knop <m> om het
•
menu weer te geven. Om het menu
weer af te sluiten, drukt u nogmaals op
de knop.
Selecteer een tabblad.
2
Druk op de knop <5> om een
•
tabblad te selecteren.
Als een tabblad is gemarkeerd, kunt u
•
ook de <µ>-knoppen gebruiken om
een ander tabblad te selecteren.
Selecteer een menu-item.
3
Druk op de<å>-knoppen om een menu-
•
item te selecteren, en druk daarna op
U kunt ook het instelwiel <l> gebruiken
•
om de gewenste instelling te selecteren.
Als u de knop <5> nu indrukt,
•
wordt een ander tabblad geselecteerd.
Selecteer de menu-instelling.
4
Gebruik de toetsen <å> of <µ>
•
om de gewenste instelling te selecteren.
(Afhankelijk van de instelling hebt u het
een of het andere paar nodig.)
U kunt ook het instelwiel<l>gebruiken
•
om de gewenste instelling te selecteren.
Selecteer de gewenste instelling.
5
Druk op de knop <p>. Het
•
beginmenu verschijnt opnieuw.
<p>.
Sluit het menu af.
6
Druk op de knop <m> om af te sluiten.
•
29
Menugebruik
Menu-instellingen
<˙ > (Opnamen maken)
KwaliteitGroot a
Rode ogen aan/uit
AEB
WB-BKT
PieptoonAan
Handm. WB
ParametersParameter 1
Groot a
Middel a
Middel a
Kleina
Kleins
RAW
Uit
Aan
verhogingen in stappen
van 1/3 ±2 stappen
hele stap verhogingen,
±3 stappen
Uit
Handmatige instelling
van witbalans
Parameter 2
Adobe RGB
Set 1
Set 2
Set 3
Instelling