InstallatiehandleidingVolg de instructies voor het instellen van uw machine en
Basis
gebruikershandleiding
Geavanceerde
gebruikershandleiding
Software en Netwerk
gebruikershandleiding
Handleiding Web
Connect
AirPrint handleiding
Google cloud print
handleiding
Wi-Fi Direct™
handleiding
Handleiding mobiel
printen/scannen voor
Brother iPrint&Scan
Lees deze handleiding als eerste. Lees de
Veiligheidsinstructies voordat u de machine instelt.
Raadpleeg deze handleiding voor handelsmerken en
wettelijke beperkingen.
het installeren van de drivers en de software voor het
besturingssysteem en het type verbinding dat u gebruikt.
Maak kennis met de standaardhandelingen voor faxen,
kopiëren en scannen, leer omgaan met PhotoCapture
Center™ en bekijk hoe u onderdelen kunt vervangen.
Raadpleeg de tips voor het oplossen van problemen.
Maak kennis met geavanceerde handelingen: faxen,
kopiëren, beveiliging, rapporten afdrukken en
routineonderhoud uitvoeren.
Deze handleiding bevat instructies voor scannen,
afdrukken, PC-Fax, en andere bewerkingen die kunnen
worden uitgevoerd wanneer u de Brother-machine
aansluit op een computer. Daarnaast bevat deze
handleiding nuttige informatie over het gebruik van het
Brother ControlCenter, het gebruik van uw machine in
een netwerkomgeving en veelgebruikte termen.
Deze handleiding bevat nuttige informatie over het
oproepen van internetservices vanaf de Brother-machine,
het downloaden van afbeeldingen, het afdrukken van
gegevens en het rechtstreeks uploaden van bestanden
naar internetservices.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u AirPrint
gebruikt om via OS X v10.7.x, 10.8.x en uw iPhone, iPod
touch, iPad of een ander iOS-apparaat af te
drukken op uw Brother-machine zonder een
printerdriver te installeren.
Deze handleiding bevat informatie over het gebruik van
Google Cloud Print™-diensten voor afdrukken via internet.
In deze handleiding wordt beschreven hoe u uw
Brother-machine configureert en gebruikt voor draadloos
afdrukken vanaf een mobiel apparaat dat ondersteuning
biedt voor de Wi-Fi Direct™-standaard.
Deze handleiding bevat nuttige informatie over het
afdrukken vanaf uw mobiele apparaat en het scannen
vanaf de Brother-machine naar uw mobiele apparaat,
indien aangesloten op een Wi-Fi-netwerk.
Afgedrukt /
In de verpakking
Afgedrukt /
In de verpakking
Afgedrukt /
In de verpakking
PDF-bestand /
cd-rom
HTML-bestand /
cd-rom
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
2
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
2
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
2
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
2
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
2
1
1
Afhankelijk van uw land.
2
Ga naar http://solutions.brother.com/.
i
Inhoudsopgave
1Algemene instellingen 1
Opslag in geheugen ............................................................................................. 1
De machine reinigen en controleren .................................................................. 80
De buitenkant van de machine reinigen ....................................................... 80
De geleiderol van de machine reinigen ........................................................ 81
De papierinvoerrollen reinigen ..................................................................... 82
De papierdoorvoerrollen reinigen ................................................................. 83
De papierdoorvoerrollen voor papierlade 2 reinigen .................................... 83
Het inktvolume controleren .......................................................................... 84
De machine inpakken en vervoeren .................................................................. 85
BVerklarende woordenlijst 87
CIndex 91
v
1
Algemene instellingen
Opslag in geheugen
1
Automatisch zomertijd
Uw menu-instellingen worden permanent
opgeslagen en blijven bij een eventuele
stroomstoring behouden. Tijdelijke
instellingen (zoals Internationaal) gaan
verloren. Als u Nieuwe standaard hebt
geselecteerd als voorkeursinstelling voor
Fax, Scannen en Foto, gaan de instellingen
niet verloren. Bovendien blijven tijdens een
stroomstoring de datum en tijd en
geprogrammeerde faxtaken (zoals
Tijdklok) maximaal 24 uur behouden.
instellen
U kunt de machine zo instellen dat de
zomertijd automatisch wordt ingeschakeld.
De machine wordt dan automatisch in de
lente een uur vooruit gezet en in de herfst een
uur achteruit. Zorg daarbij wel dat u de juiste
datum en tijd instelt bij Datum en tijd.
a
Druk op .
b
Druk op .
c
Druk op Automatische zomertijd.
d
Druk op Uit (of Aan).
e
Druk op .
1
Hoofdstuk 1
Slaapstand
U kunt opgeven na hoeveel tijd (maximaal 60
minuten) de machine in de slaapstand wordt
gezet wanneer er geen gebruik van wordt
gemaakt. Zodra een bewerking op de
machine wordt uitgevoerd, wordt de timer
opnieuw gestart.
a
Druk op .
b
Druk op Alle instell.
c
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om
Standaardinst. weer te geven.
d
Druk op Standaardinst.
e
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Slaapstand weer
te geven.
Touchscreen-LCD
De taal van het touchscreen
wijzigen (afhankelijk van uw
model)
U kunt de taal van het touchscreen wijzigen.
a
Druk op .
b
Druk op Alle instell.
c
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
d
Druk op Stand.instel.
e
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Taalkeuze weer
te geven.
f
Druk op Slaapstand.
g
Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of
b om 1Min, 2Min., 3Min., 5Min.,
10Min., 30Min. of 60Min. weer te
geven: de opties voor de tijd waarna de
machine bij inactiviteit in de slaapstand
wordt gezet. Druk op de gewenste optie.
h
Druk op .
f
Druk op Taalkeuze.
g
Druk op uw taal.
h
Druk op .
De lichtdimtimer voor de
achtergrondverlichting
instellen
U kunt instellen hoelang de
achtergrondverlichting van het touchscreen
blijft branden nadat u er voor het laatst op hebt
gedrukt.
a
Druk op .
b
Druk op Alle instell.
c
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om
Standaardinst. weer te geven.
d
Druk op Standaardinst.
2
e
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om LCD instell.(LCD-instell.) weer te geven.
f
Druk op LCD instell.
(LCD-instell.).
g
Druk op Lichtdim-timer.
h
Druk op 10Sec., 20Sec., 30Sec. of
Uit.
i
Druk op .
Algemene instellingen
1
3
2
Beveiligingsfuncties
Beveiligd functieslot
2.0
Met Beveiligd functieslot kunt u openbare
toegang tot bepaalde machinefuncties
beperken:
Faxen verzenden
Faxen ontvangen
Kopiëren
Scannen
Afdrukken vanaf media
Scannen naar media
Afdrukken vanaf computer
Afdrukken in kleur
Paginalimiet
Webupload
Webdownload
Door de toegang tot de menu-instellingen te
beperken, verhindert deze functie ook dat
gebruikers de standaardinstellingen van de
machine wijzigen.
Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt,
moet u een beheerderswachtwoord invoeren.
De toegang tot niet-openbare bewerkingen
kan worden geregeld door gebruikers met
beperkte rechten in te stellen. Gebruikers met
beperkte rechten moeten een wachtwoord
invoeren om de machine te kunnen
gebruiken.
Zorg ervoor dat u het wachtwoord noteert en
op een veilige plek bewaart. Vraag de
klantenservice van Brother om hulp als u het
bent vergeten.
OPMERKING
• Alleen beheerders kunnen beperkingen
instellen en wijzigingen aanbrengen voor
elke gebruiker.
• Als Fax Tx is uitgeschakeld, zijn de
functies van het menu Fax niet
beschikbaar.
• Verzend Pollen en Ontvang Pollen zijn
alleen actief wanneer zowel Fax Tx als
Fax Rx is ingeschakeld.
• U kunt een snelkoppeling niet bewerken of
verwijderen wanneer Beveiligd functieslot
is ingesteld op Aan.
Voordat u Beveiligd
functieslot 2.0 kunt gebruiken
U kunt de instellingen van Beveiligd
functieslot 2.0 met behulp van een
webbrowser configureren. Voordat u dit doet,
moet u de volgende voorbereidingen treffen.
a
Start uw webbrowser.
b
Typ “vIP-adres_machine/” in de
adresbalk van uw browser (waarbij “IPadres_machine” het IP-adres van de
Brother-machine is).
Bijvoorbeeld:
x192.168.1.2/
OPMERKING
U vindt het IP-adres van de machine in de
netwerkconfiguratielijst.
(uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.)
4
Beveiligingsfuncties
c
Typ een wachtwoord in het vak Log in.
(Dit is een wachtwoord om in te loggen
op de webpagina van de machine, niet
het beheerderswachtwoord voor
Beveiligd functieslot.) Klik op
OPMERKING
Geef een wachtwoord op als u de
instellingen van de machine voor de
eerste keer met een webbrowser
configureert.
1
Klik op Configureer
het wachtwoord.
Het beheerderswachtwoord instellen
Het wachtwoord dat u in deze stappen instelt,
is voor de beheerder. Dit wachtwoord wordt
gebruikt om gebruikers in te stellen en
.
Beveiligd functieslot in of uit te schakelen. (Zie
Gebruikers met beperkte rechten instellen
uu pagina 5 en Beveiligd functieslot in-/
uitschakelen uu pagina 6.)
a
Klik op Beheerder.
b
Klik op Beveiligd functieslot.
c
Typ als wachtwoord een viercijferig
nummer in het vak Nieuw wachtwoord.
2
2
Voer een wachtwoord in (maximaal
32 tekens).
3
Typ het wachtwoord opnieuw in het
vak Bevestigen: nieuw
wachtwoord.
4
Klik op Indienen.
Het beheerderswachtwoord
instellen en wijzigen
U kunt deze instellingen met behulp van een
webbrowser configureren. Zie Voordat u
Beveiligd functieslot 2.0 kunt gebruiken
uu pagina 4 voor het instellen van de
webpagina. Ga vervolgens als volgt te werk.
d
Typ het wachtwoord opnieuw in het vak
Wachtwoord opnieuw invoeren.
e
Klik op Indienen.
Het beheerderswachtwoord wijzigen
a
Klik op Beheerder.
b
Klik op Beveiligd functieslot.
c
Typ voor het nieuwe wachtwoord een
viercijferig nummer in het vak
Nieuw wachtwoord.
d
Typ het nieuwe wachtwoord nogmaals
in het veld Wachtwoord opnieuwinvoeren.
e
Klik op Indienen.
Gebruikers met beperkte
rechten instellen
U kunt gebruikers met beperkte rechten en
een wachtwoord instellen. U kunt maximaal
10 gebruikers instellen.
5
Hoofdstuk 2
U kunt deze instellingen met behulp van een
webbrowser configureren.
Zie Voordat u Beveiligd functieslot 2.0 kuntgebruiken uu pagina 4 voor het instellen van
de webpagina. Ga vervolgens als volgt te
werk.
a
Klik op Beheerder.
b
Klik op Beveiligd functieslot.
c
Typ een groeps- of gebruikersnaam van
maximaal 15 alfanumerieke tekens in
het vak Id-nummer/naam. Typ
vervolgens een viercijferig wachtwoord
in het vak Pincode.
Beveiligd functieslot in-/
uitschakelen
OPMERKING
Als u het verkeerde wachtwoord invoert,
ziet u Fout wachtwoord op het
touchscreen. Voer het juiste wachtwoord
in. Vraag de klantenservice van Brother
om hulp als u het bent vergeten.
Beveiligd functieslot inschakelen
a
Druk op .
b
Druk op Alle instell.
c
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om
Standaardinst. weer te geven.
d
Schakel de functies die u wilt beperken
uit onder Functionele beperkingen. Als
u de paginalimiet wilt configureren,
schakelt u onder Afdruklimieten het
selectievakje Aan in en typt u
vervolgens het aantal in het vak Max.
pagina's. Klik vervolgens op Indienen.
OPMERKING
• U moet elke gebruiker een uniek
wachtwoord toewijzen.
• U kunt één openbare gebruiker instellen.
Openbare gebruikers hoeven geen
wachtwoord in te voeren.
Voor meer informatie uu Software en
Netwerk gebruikershandleiding.
d
Druk op Standaardinst.
e
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Functieslot weer
te geven.
f
Druk op Functieslot.
g
Druk op Slot UitiAan.
h
Voer uw viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp
van het toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
OPMERKING
Het pictogram Beveiligd functieslot wordt
duidelijk weergegeven in het
beginscherm.
6
Beveiligingsfuncties
Beveiligd functieslot uitschakelen
a
Druk op of
XXXXX
gebruikersnaam is).
b
Druk op Slot aaniuit.
c
Voer uw viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp
van het toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
(waarbij xxxxx de
Schakelen tussen gebruikers
Met deze instelling kan een gebruiker met
beperkte rechten inloggen op de machine
wanneer Beveiligd functieslot is
ingeschakeld.
Kiesbeperking
Deze functie is bedoeld om te voorkomen dat
gebruikers per ongeluk een verkeerd
telefoon- of faxnummer kiezen. U kunt
kiesbeperking instellen voor het gebruik van
kiestoetsen, adresboek, snelkoppeling en/of
LDAP-server.
Als u Uit selecteert, wordt de kiesmethode
niet beperkt.
Als u # tweemaal invoeren selecteert,
wordt u gevraagd het nummer opnieuw in te
voeren. Als u vervolgens hetzelfde nummer
juist invoert, wordt het nummer gekozen. Als
u een verkeerd nummer invoert, wordt op het
touchscreen een foutmelding weergegeven.
Als u Aan selecteert, worden alle uitgaande
faxen en gesprekken voor die kiesmethode
beperkt.
2
a
Druk op of
XXXXX
touchscreen (waarbij xxxxx de
gebruikersnaam is).
b
Druk op Gebruiker wijzigen.
c
Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b om uw gebruikersnaam weer te
geven.
d
Druk op uw gebruikersnaam.
e
Voer uw viercijferige
gebruikerswachtwoord in met behulp
van het toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
op het
Schakelen naar openbare
modus
OPMERKING
• De instelling # tweemaal invoeren
werkt niet als u de hoorn van een extern
toestel opneemt voordat u een nummer
invoert. U wordt dan niet gevraagd het
nummer opnieuw in te voeren.
• Als u Aan of # tweemaal invoeren
selecteert, kunt u de functie Rondsturen
niet gebruiken.
a
Druk op
xxxxx de gebruikersnaam is).
b
Druk op Ga naar Openbaar.
XXXXX
(waarbij
7
Hoofdstuk 2
Beperking voor kiestoetsen
a
Druk op .
b
Druk op Alle instell.
c
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Kiesbeperking
weer te geven.
f
Druk op Kiesbeperking.
g
Druk op Cijfertoetsen.
h
Druk op # tweemaal invoeren, Aan
of Uit.
i
Druk op .
OPMERKING
Als u adresboeknummers combineert
tijdens het kiezen, wordt het adres
herkend als invoer met kiestoetsen en
wordt het niet beperkt.
Beperking voor snelkoppeling
a
Druk op .
b
Druk op Alle instell.
c
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Kiesbeperking
weer te geven.
f
Druk op Kiesbeperking.
Beperking voor adresboek
a
Druk op .
b
Druk op Alle instell.
c
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Kiesbeperking
weer te geven.
f
Druk op Kiesbeperking.
g
Druk op Adresboek.
h
Druk op # tweemaal invoeren, Aan
of Uit.
i
Druk op .
g
Druk op Snelkopp.
h
Druk op # tweemaal invoeren, Aan
of Uit.
i
Druk op .
Beperking voor LDAP-server
a
Druk op .
b
Druk op Alle instell.
c
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Kiesbeperking
weer te geven.
f
Druk op Kiesbeperking.
8
g
Druk op LDAP-server.
h
Druk op # tweemaal invoeren, Aan
of Uit.
i
Druk op .
Beveiligingsfuncties
2
9
3
Een fax verzenden
Extra opties bij het
verzenden
Faxen met meer instellingen
verzenden
Als u een fax verzendt, kunt u een combinatie
van instellingen selecteren, zoals
Faxresolutie, 2-zijdige fax,
Contrast, Scanformaat
glas (Scanformaat glasplaat) en
Direct verzenden.
Daarnaast kunt u Oproepoverz,
Adresboek, Rondsturen, Voorbeeld,
Kleurinstelling, Tijdklok,
Verzamelen, Verzend Pollen,
Ontvang Pollen, Internationaal,
Nieuwe standaard en
Fabrieksinstell. selecteren.
Sommige instellingen zijn alleen beschikbaar
als u zwart-witfaxen verzendt.
Op het touchscreen wordt het volgende
weergegeven:
c
Druk op Opties.
d
Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b om de instelling weer te geven die
u wilt wijzigen. Druk op de instelling
zodra deze wordt weergegeven.
e
Druk op de gewenste optie.
f
Ga terug naar stap d om meer
instellingen te wijzigen.
g
Druk op OK als u klaar bent met het
wijzigen van instellingen.
h
Voer het faxnummer in.
a
Laad uw document.
b
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
is ingesteld op Uit.
Druk op
(Faxen verzenden) als
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
(Fax) als Faxvoorbeeld
(Fax) en vervolgens op
i
Druk op Fax start (Fax Start).
OPMERKING
• De meeste instellingen zijn tijdelijke
instellingen. Zodra u de fax hebt
verzonden, keert de machine terug naar
de standaardinstellingen.
• U kunt bepaalde veelgebruikte instellingen
opslaan door deze als
standaardinstellingen te definiëren. Deze
instellingen blijven van kracht totdat u ze
weer wijzigt. (Zie Uw wijzigingen instellen
als nieuwe standaardinstellingen
uu pagina 12.)
• U kunt ook bepaalde veelgebruikte
instellingen opslaan door deze in te stellen
als snelkoppeling. (Zie Faxopties opslaanals snelkoppeling uu pagina 13.)
10
Een fax verzenden
Faxen onderbreken
Druk op om het faxen te onderbreken.
Contrast
Als uw document erg licht of erg donker is,
kunt u proberen het contrast aan te passen.
Voor de meeste documenten kan de
fabrieksinstelling Autom. (Auto) worden
gebruikt. Met Autom. (Auto) wordt het
juiste contrast voor uw document
geselecteerd.
Kies Licht voor het verzenden van een licht
document. Kies Donker voor het verzenden
van een donker document.
a
Laad uw document.
b
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
is ingesteld op Uit.
(Fax) als Faxvoorbeeld
OPMERKING
Zelfs als u Licht of Donker selecteert,
verzendt de machine het faxbericht met de
instelling Autom. (Auto) in de volgende
gevallen:
• Als u een kleurenfax verzendt.
• Als u Foto selecteert als faxresolutie.
Faxresolutie wijzigen
U kunt de kwaliteit van een fax verbeteren
door de faxresolutie te wijzigen.
a
Laad uw document.
b
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
is ingesteld op Uit.
Druk op
(Fax) als Faxvoorbeeld
(Fax) en vervolgens op
3
Druk op
(Faxen verzenden) als
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
c
Druk op Opties.
d
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Contrast weer te
geven.
e
Druk op Contrast.
f
Druk op Autom. (Auto), Licht of
Donker.
g
Druk op OK.
h
Voer het faxnummer in.
i
Druk op Fax start (Fax Start).
(Fax) en vervolgens op
(Faxen verzenden) als
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
c
Druk op Opties.
d
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Faxresolutie
weer te geven.
e
Druk op Faxresolutie.
f
Druk op Standaard, Fijn,
Superfijn of Foto.
g
Druk op OK.
h
Voer het faxnummer in.
i
Druk op Fax start (Fax Start).
11
Hoofdstuk 3
OPMERKING
U kunt kiezen uit vier verschillende
resoluties voor zwart-witfaxen, en twee
voor kleurfaxen.
Zwart-wit
Standaard
Fijn
Superfijn
Foto
Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Geschikt voor documenten
met een klein lettertype. De
transmissiesnelheid is iets
lager dan bij de resolutie
Standaard.
Geschikt voor kleine
lettertypen of artwork. De
transmissiesnelheid is lager
dan bij de resolutie Fijn.
Gebruik deze instelling
wanneer het document
verschillende grijstinten
heeft of een foto is. De
instelling Foto heeft de
laagste transmissiesnelheid.
Uw wijzigingen instellen als
nieuwe standaardinstellingen
U kunt de instellingen voor de meestgebruikte
faxopties, zoals Faxresolutie, Contrast,
Scanformaat glas (Scanformaat
glasplaat), Voorbeeld,
Direct verzenden en
Kleurinstelling, opslaan door deze als
standaardinstellingen te definiëren. Deze
instellingen blijven van kracht totdat u ze weer
wijzigt.
a
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
is ingesteld op Uit.
Druk op
(Faxen verzenden) als
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
(Fax) als Faxvoorbeeld
(Fax) en vervolgens op
Kleur
Standaard
Fijn
Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Gebruik deze instelling
wanneer het document een
foto is. De
transmissiesnelheid is lager
dan bij de resolutie
Standaard.
Als u Superfijn of Foto selecteert en
vervolgens een kleurenfax verzendt (via
Kleur in Kleurinstelling), wordt de
fax met de instelling Fijn verzonden.
b
Druk op Opties.
c
Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b om de menuoptie te selecteren die
u wilt wijzigen. Druk op uw nieuwe optie.
Herhaal deze stap voor elke instelling
die u wilt wijzigen.
d
Nadat u de laatste instelling in de optie
van uw voorkeur hebt gewijzigd, veegt u
omhoog of omlaag, of drukt u op a of b
om Nieuwe standaard weer te
geven.
e
Druk op Nieuwe standaard.
f
U wordt op het touchscreen gevraagd de
wijziging in de nieuwe
standaardinstellingen te bevestigen.
Druk op Ja ter bevestiging.
12
g
Druk op .
Een fax verzenden
Faxopties terugzetten naar de
fabrieksinstellingen
U kunt alle faxopties die u hebt gewijzigd,
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
is ingesteld op Uit.
Druk op
(Faxen verzenden) als
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
b
Druk op Opties.
c
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om
Fabrieksinstell. weer te geven.
d
Druk op Fabrieksinstell.
e
U wordt op het touchscreen gevraagd
het terugzetten van de
fabrieksinstellingen te bevestigen.
Druk op Ja ter bevestiging.
f
Druk op .
(Fax) als Faxvoorbeeld
(Fax) en vervolgens op
Faxopties opslaan als
snelkoppeling
U kunt alle nieuwe veelgebruikte faxopties
opslaan door deze in te stellen als
snelkoppeling.
a
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
is ingesteld op Uit.
Druk op
(Faxen verzenden) als
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
b
Voer het faxnummer in.
(Fax) als Faxvoorbeeld
(Fax) en vervolgens op
OPMERKING
Als u de snelkoppeling voor het rondsturen
van faxen wilt gebruiken, drukt u op
Opties en selecteert u Rondsturen bij
stap d voordat u het faxnummer invoert
bij stap b.
(Zie Rondsturen (alleen zwart-wit)uu pagina 16.)
c
Druk op Opties.
d
Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b om Faxresolutie,
2-zijdige fax, Contrast,
Scanformaat glas (Scanformaat
glasplaat), Voorbeeld,
Kleurinstelling,
Direct verzenden of
Internationaal weer te geven. Druk
vervolgens op de instelling die u wilt
wijzigen. Druk vervolgens op de nieuwe
optie die u wilt instellen.
Herhaal deze stap voor elke instelling
die u wilt wijzigen.
e
Druk op OK wanneer u klaar bent met het
selecteren van nieuwe opties.
f
Druk op
Opslaan als snelkoppeling.
g
Controleer de weergegeven lijst met
opties die u hebt geselecteerd als
snelkoppeling en druk vervolgens op
OK.
3
13
Hoofdstuk 3
h
Geef een naam voor de snelkoppeling
op via het toetsenbord op het
touchscreen. (Voor informatie over het
invoeren van letters uu Basis
gebruikershandleiding: Tekst invoeren.)
Druk op OK.
i
Druk op OK om de snelkoppeling op te
slaan.
Extra handelingen bij
het verzenden
Een 2-zijdige fax verzenden
vanaf de ADF (Automatische
documentinvoer)
U kunt 2-zijdige documenten (maximaal
formaat Legal) verzenden vanaf de ADF.
a
Plaats het document in de ADF.
b
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
is ingesteld op Uit.
Druk op
(Faxen verzenden) als
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
c
Druk op Opties.
d
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om 2-zijdige fax
weer te geven.
e
Druk op 2-zijdige fax.
f
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als het document wordt omgeslagen
over de lange zijde, drukt u op
2-zijdige scan:
lange zijde.
(Fax) als Faxvoorbeeld
(Fax) en vervolgens op
14
Een fax verzenden
Lange zijde
StaandLiggend
Als het document wordt omgeslagen
over de korte zijde, drukt u op
2-zijdige scan:
korte zijde.
Korte zijde
StaandLiggend
d
Als u de faxtonen hoort, drukt u op
Fax start (Fax Start).
Druk bij gebruik van de glasplaat op
Verzenden op het touchscreen om de
fax te verzenden.
e
Plaats de hoorn weer op de haak.
Een fax verzenden aan het
einde van een gesprek
Aan het einde van een gesprek kunt u voordat
u beiden ophangt een fax naar de andere
partij verzenden.
a
Vraag de ontvanger om te wachten op
de faxtonen (piepjes) en vervolgens op
de start- of verzendtoets te drukken en
dan op te hangen.
b
Laad uw document.
3
g
Druk op OK.
h
Voer het faxnummer in.
i
Druk op Fax start (Fax Start).
Het document wordt gescand en verzonden.
Een fax handmatig verzenden
Als u documenten handmatig gaat
verzenden, hoort u de kiestoon, beltonen en
de faxontvangsttonen tijdens het faxen.
OPMERKING
Gebruik de ADF om een fax met meerdere
pagina's te verzenden.
a
Laad uw document.
b
Neem de hoorn van het externe toestel
van de haak om een kiestoon te horen.
c
Kies het faxnummer met het externe
toestel.
c
Druk op Fax start (Fax Start).
Druk bij gebruik van de glasplaat op
Verzenden om de fax te verzenden.
d
Plaats de hoorn weer op de haak.
Tweevoudige werking
(alleen zwart-wit)
U kunt een nummer kiezen en de fax in het
geheugen scannen terwijl de machine een fax
uit het geheugen verstuurt, faxen ontvangt of
computergegevens afdrukt. Het nieuwe
taaknummer wordt op het touchscreen
weergegeven.
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt
inlezen, is afhankelijk van de gegevens die
erop zijn afgedrukt.
OPMERKING
Als de melding Geheugen vol wordt
weergegeven, drukt u op
om de taak te annuleren of op
Nu verzenden om de tot dusver
gescande pagina's te verzenden.
of Stoppen
15
Hoofdstuk 3
Rondsturen
e
Druk op Rondsturen.
(alleen zwart-wit)
Met de functie Rondsturen kunt u één
faxbericht automatisch naar verschillende
faxnummers verzenden. U kunt een fax
tegelijkertijd rondsturen naar groepen,
adresboeknummers en maximaal 50 met de
hand gekozen nummers.
Nadat het rondsturen is voltooid, wordt een
rapport afgedrukt.
Voordat u gaat rondsturen
Adresboeknummers moeten in het geheugen
van de machine zijn opgeslagen voordat u ze
kunt gebruiken voor rondsturen. (uu Basis
gebruikershandleiding: Adresboeknummersopslaan.)
Ook groepsnummers moeten in het
geheugen van de machine zijn opgeslagen
voordat u ze kunt gebruiken voor rondsturen.
Groepsnummers bevatten een groot aantal
opgeslagen adresboeknummers zodat u
sneller kunt kiezen. (Zie Groepen instellenvoor rondsturen uu pagina 35.)
Faxberichten rondsturen
a
Laad uw document.
b
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
is ingesteld op Uit.
Druk op
(Fax) als Faxvoorbeeld
(Fax) en vervolgens op
f
Druk op Nummer toevoeg.
g
U kunt op de volgende manier nummers
aan de rondzending toevoegen:
Druk op Nummer toevoeg. en voer
een nummer in met behulp van het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
OPMERKING
Als u Internetfax hebt gedownload:
Als u wilt rondsturen met een e-mailadres,
drukt u op
en drukt u op OK. (Voor informatie over het
invoeren van letters uu Basis
gebruikershandleiding: Tekst invoeren.)
Druk op
Toevoegen uit adresboek.
Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b om het nummer weer te geven
dat u wilt toevoegen aan de
rondzending.
Druk op de selectievakjes van de
nummers die u wilt toevoegen aan de
rondzending.
Nadat u de gewenste nummers hebt
geselecteerd, drukt u op OK.
Druk op Zoeken in adresboek.
Voer de eerste letter van de naam in
en druk op OK.
Druk op de naam en druk vervolgens
op het nummer dat u wilt toevoegen
aan de rondverzending.
, voert u het e-mailadres in
(Faxen verzenden) als
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
c
Druk op Opties.
d
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Rondsturen weer
te geven.
16
h
Nadat u alle faxnummers hebt ingevoerd
door stap f en g te herhalen, drukt u
op OK.
i
Druk op Fax start (Fax Start).
OPMERKING
Rondsturen is niet beschikbaar als u
Kleur in Kleurinstelling selecteert.
Een fax verzenden
Faxen verzenden vanaf de ADF
De machine begint het document te
scannen.
Faxen verzenden via de glasplaat
Voer een van de volgende stappen uit
als op het touchscreen
Volgende Pagina? wordt
weergegeven:
Als u één pagina wilt verzenden,
drukt u op Nee.
De machine begint met het
verzenden van het document.
Als u meerdere pagina's wilt
verzenden, drukt u op Ja en plaatst
u de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op OK.
De machine begint met het scannen
van de pagina. (Herhaal deze stap
voor elke pagina.)
OPMERKING
• Als u geen locaties voor groepsnummers
gebruikt, kunt u faxen “rondsturen” naar
maximaal 250 verschillende nummers.
• Hoeveel geheugen op de machine
beschikbaar is, hangt af van het soort
opdrachten in het geheugen en de
nummers die u gebruikt voor het
rondsturen. Als u de fax naar het maximale
aantal nummers stuurt, kunt u de
tweevoudige werking en uitgestelde fax
niet gebruiken.
• Als de melding Geheugen vol wordt
weergegeven, drukt u op
om de taak te annuleren of op
Nu verzenden om de tot dusver
gescande pagina's te verzenden.
Rondsturen annuleren
a
Druk op .
of Stoppen
b
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de volledige zending wilt
annuleren, drukt u op
Volledige zending. Ga naar
stap c.
Als u de huidige taak wilt annuleren,
drukt u op het touchscreen op de
naam of het nummer dat wordt
gekozen. Ga naar stap d.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op
c
Wanneer u wordt gevraagd of u de
volledige zending wilt annuleren, voert u
een van de volgende handelingen uit:
Druk op Ja ter bevestiging.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op Nee.
d
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de huidige taak wilt annuleren,
drukt u op Ja.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op Nee.
.
Direct verzenden
Als u een fax gaat verzenden, worden de
documenten eerst in het geheugen gescand
voordat deze worden verzonden. Zodra de
telefoonlijn vrij is, kiest de machine het
nummer en wordt de fax verzonden.
Soms wilt u een belangrijk document echter
onmiddellijk verzenden, zonder te wachten
totdat het in het geheugen van de machine is
gescand. U kunt hiervoor
Direct verzenden inschakelen.
a
Laad uw document.
b
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
3
17
Hoofdstuk 3
Druk op (Fax) als Faxvoorbeeld
is ingesteld op Uit.
Druk op
(Faxen verzenden) als
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
c
Druk op Opties.
d
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om
Direct verzenden weer te geven.
e
Druk op Direct verzenden.
f
Druk op Aan (of Uit).
g
Druk op OK.
h
Voer het faxnummer in.
(Fax) en vervolgens op
Druk op
is ingesteld op Uit.
Druk op
(Faxen verzenden) als
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
c
Druk op Opties.
d
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om
Internationaal weer te geven.
e
Druk op Internationaal.
f
Druk op Aan (of Uit).
g
Druk op OK.
h
Voer het faxnummer in.
(Fax) als Faxvoorbeeld
(Fax) en vervolgens op
i
Druk op Fax start (Fax Start).
OPMERKING
• Als u een kleurenfax verzendt of als het
geheugen vol is en u een zwart-witfax
vanuit de ADF verzendt, wordt het
document direct verzonden (zelfs als
Direct verzenden is ingesteld op
Uit).
• Bij Direct verzenden met de glasplaat
werkt de functie voor automatisch opnieuw
kiezen niet.
Internationale modus
Als u problemen hebt met het internationaal
verzenden, bijvoorbeeld vanwege ruis op de
lijn, is het raadzaam om de internationale
modus te activeren. Nadat u een fax in deze
modus hebt verzonden, wordt deze functie
automatisch weer uitgeschakeld.
a
Laad uw document.
b
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
i
Druk op Fax start (Fax Start).
Uitgesteld verzenden
(alleen zwart-wit)
U kunt maximaal 50 faxberichten in het
geheugen opslaan om ze binnen 24 uur te
verzenden. Deze faxberichten worden
verzonden op het tijdstip dat u invoert in
stap i.
a
Laad uw document.
b
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
is ingesteld op Uit.
Druk op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
c
Druk op Opties.
(Faxen verzenden) als
(Fax) als Faxvoorbeeld
(Fax) en vervolgens op
18
d
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Tijdklok weer te
geven.
e
Druk op Tijdklok.
f
Druk op Tijdklok.
g
Druk op Aan (of Uit).
h
Druk op Tijd inst.
i
Voer met behulp van het toetsenbord op
het touchscreen het tijdstip in waarop u
de fax wilt verzenden (in 24uursnotatie).
(Voor kwart voor acht 's avonds voert u
bijvoorbeeld 19:45 in.)
Druk op OK.
Een fax verzenden
a
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
is ingesteld op Uit.
Druk op
(Faxen verzenden) als
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
b
Druk op Opties.
c
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Verzamelen weer
te geven.
d
Druk op Verzamelen.
(Fax) als Faxvoorbeeld
(Fax) en vervolgens op
3
OPMERKING
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt
inlezen, is afhankelijk van de gegevens die
op elke pagina zijn afgedrukt.
j
Druk op OK.
k
Voer het faxnummer in.
l
Druk op Fax start (Fax Start).
OPMERKING
Tijdklok is niet beschikbaar als u
Kleur in Kleurinstelling selecteert.
Uitgestelde
groepsverzending (alleen
zwart-wit)
e
Druk op Aan (of Uit).
f
Druk op .
Taken in wachtrij controleren
en annuleren
U kunt controleren welke taken er nog in het
geheugen op verzending wachten en een
taak annuleren.
(Als er geen taken op verzending wachten,
wordt Geen opdrachten weergegeven.)
a
Druk op .
b
Druk op Alle instell.
c
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Fax weer te geven.
Voordat de uitgestelde faxen worden
verzonden, worden alle faxen in het
geheugen eerst gesorteerd op bestemming
en gepland tijdstip. Alle uitgestelde faxen die
op hetzelfde tijdstip naar dezelfde
bestemming moeten worden verzonden,
worden als een enkele fax verzonden voor
een snellere transmissie.
d
Druk op Fax.
e
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Rest. jobs weer
te geven.
f
Druk op Rest. jobs.
Op het touchscreen worden alle taken
weergegeven die in de wachtrij staan.
19
Hoofdstuk 3
g
Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b om door de taken te bladeren en
druk op de taak die u wilt annuleren.
Druk op Annul.
h
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Ja om een taak te
annuleren.
Als u nog een taak wilt annuleren,
gaat u naar stap g.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op Nee.
i
Druk op zodra u gereed bent.
Pollen
Met pollen kunt u de machine zo instellen dat
andere personen faxen van u kunnen
ontvangen, waarbij de ontvangende persoon
hiervoor betaalt. U kunt ook een andere
faxmachine bellen om een fax op te vragen,
zodat u hiervoor betaalt. De pollingfunctie
werkt alleen als deze op beide machines is
ingesteld. Niet alle faxmachines
ondersteunen de pollingfunctie.
Verzend Pollen (alleen zwartwit)
Met Verzend Pollen kunt u een document op
uw faxmachine klaarzetten zodat andere
faxmachines het apparaat kunnen bellen om
het document op te vragen.
Het document wordt opgeslagen en kan door
andere faxmachines worden opgevraagd
totdat u het uit het geheugen verwijdert. (Zie
Taken in wachtrij controleren en annuleren
uu pagina 19.)
Verzend Pollen instellen
a
Laad uw document.
b
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
is ingesteld op Uit.
Druk op
(Faxen verzenden) als
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
(Fax) als Faxvoorbeeld
(Fax) en vervolgens op
20
c
Druk op Opties.
d
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om
Verzend Pollen weer te geven.
e
Druk op Verzend Pollen.
f
Druk op Stand.
g
Druk op Fax start (Fax Start).
h
Als u gebruikmaakt van de glasplaat,
wordt u gevraagd een van de volgende
opties te selecteren:
Een fax verzenden
d
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om
Verzend Pollen weer te geven.
e
Druk op Verzend Pollen.
f
Druk op Beveilig.
Druk op Ja om de volgende pagina
te scannen.
Ga naar stap i.
Druk op Nee om het document in het
geheugen op te slaan. Andere
faxmachines kunnen uw machine nu
bellen en het document opvragen.
i
Leg de volgende pagina op de glasplaat
en druk op OK.
Herhaal de stappen h en i voor iedere
pagina.
Het document wordt in het geheugen
opgeslagen en wordt verzonden als het
wordt opgevraagd.
Verzend Pollen met een
beveiligingscode instellen
Met Beveiligd pollen kunt u instellen wie de
documenten kan opvragen die u hebt
klaargezet om te pollen.
Beveiligd pollen werkt alleen met Brotherfaxmachines. Als iemand een fax van uw
faxmachine wil ophalen, moet hij of zij de
beveiligingscode invoeren.
g
Voer een viercijferig nummer in.
Druk op OK.
h
Druk op Fax start (Fax Start).
i
Als u gebruikmaakt van de glasplaat,
wordt u gevraagd een van de volgende
opties te selecteren:
Druk op Ja om de volgende pagina
te scannen.
Ga naar stap j.
Druk op Nee om het document in het
geheugen op te slaan. Andere
faxmachines kunnen uw machine nu
bellen en het document opvragen.
j
Leg de volgende pagina op de glasplaat
en druk op OK.
k
Herhaal de stappen i en j voor iedere
volgende pagina.
Het document wordt in het geheugen
opgeslagen en wordt verzonden als het
wordt opgevraagd.
3
a
Laad uw document.
b
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op
is ingesteld op Uit.
Druk op
Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan.
c
Druk op Opties.
(Faxen verzenden) als
(Fax) als Faxvoorbeeld
(Fax) en vervolgens op
21
4
Faxberichten ontvangen
Geheugenontvangst
(alleen zwart-wit)
Met Geheugenontvangst kunt u faxen
ontvangen terwijl u zich niet bij de machine
bevindt.
U kunt slechts één optie voor
Geheugenontvangst tegelijk gebruiken:
f
Druk op Ontvangstmenu.
g
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Geheugenontv.
weer te geven.
h
Druk op Geheugenontv.
i
Druk op Fax Doorzenden
(Fax doorzenden).
Fax doorzenden
Fax opslaan
PC-Fax ontvangen
Uit
U kunt uw selectie op elk gewenst moment
wijzigen. Als er nog ontvangen faxberichten in
het geheugen van de machine staan wanneer
u de optie voor geheugenontvangst wijzigt,
wordt een melding weergegeven op het
touchscreen. (Zie Geheugenontvangstwijzigen uu pagina 24.)
Fax doorzenden
Met de functie Fax Doorzenden
(Fax doorzenden) kunt u ontvangen faxen
opslaan in het geheugen van de machine.
Vervolgens kiest de machine het faxnummer
dat u hebt geprogrammeerd en wordt het
faxbericht verzonden.
a
Druk op .
j
Voer het doorzendnummer (maximaal
20 cijfers) in met behulp van het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
k
Als Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit,
drukt u op Backup Print: Aan of
Backup Print: Uit.
BELANGRIJK
• Als u Backup Print: Aan selecteert,
wordt de fax ook op uw machine afgedrukt,
zodat u een kopie hebt. Dit is een
veiligheidsmaatregel voor het geval dat de
stroom uitvalt voordat de fax is
doorgestuurd of er een probleem aan de
kant van de ontvanger is.
• Als u een kleurenfax ontvangt, wordt deze
fax afgedrukt maar niet doorgestuurd naar
het geprogrammeerde doorzendnummer.
l
Druk op .
b
Druk op Alle instell.
c
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
22
Fax opslaan
Met de functie Fax opslaan kunt u ontvangen
faxen opslaan in het geheugen van de
machine. U kunt opgeslagen faxberichten
vanaf een andere locatie uit het geheugen
ophalen met behulp van de
afstandsbedieningsopties.
Als u Fax opslaan hebt ingeschakeld, wordt
er een reservekopie afgedrukt.
a
Druk op .
b
Druk op Alle instell.
c
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
f
Druk op Ontvangstmenu.
g
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Geheugenontv.
weer te geven.
h
Druk op Geheugenontv.
Faxberichten ontvangen
e
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om
Print document weer te geven.
f
Druk op Print document.
g
Druk op OK.
h
Druk op .
OPMERKING
• (Als Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit.)
U kunt een fax ook uit het geheugen
afdrukken door op het touchscreen op
Afdr. te drukken.
• Als u een fax uit het geheugen afdrukt,
worden de faxgegevens van uw machine
gewist.
4
i
Druk op Fax Opslaan (Fax
opslaan).
j
Druk op .
OPMERKING
Kleurenfaxen kunnen niet in het geheugen
worden opgeslagen. Als u een kleurenfax
ontvangt, dan wordt deze afgedrukt.
Een fax uit het geheugen
afdrukken
Als u de functie Fax opslaan hebt
ingeschakeld, kunt u nog altijd een fax uit het
geheugen afdrukken als u zich bij uw machine
bevindt.
a
Druk op .
b
Druk op Alle instell.
c
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Fax weer te geven.
Geheugenontvangst
uitschakelen
a
Druk op .
b
Druk op Alle instell.
c
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Fax weer te geven.
d
Druk op Fax.
e
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
f
Druk op Ontvangstmenu.
g
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag
of druk op a of b om Geheugenontv.
weer te geven.
h
Druk op Geheugenontv.
Druk op Uit.
i
d
Druk op Fax.
j
Druk op .
23
Hoofdstuk 4
OPMERKING
Als er nog ontvangen faxen in het
geheugen van de machine zijn
opgeslagen, worden op het touchscreen
meerdere opties weergegeven. (Zie
Geheugenontvangst wijzigen
uu pagina 24.)
Geheugenontvangst wijzigen
Als er ontvangen faxen in het geheugen van
uw machine zijn opgeslagen wanneer u
Geheugenontvangst wijzigt, wordt een van de
volgende vragen weergegeven op het
touchscreen:
Als alle ontvangen faxen al zijn
afgedrukt
Alle documenten wissen?
• Als u op Ja drukt, worden alle faxen in
het geheugen gewist voordat de
instelling wordt gewijzigd.
• Als u op Nee drukt, worden de
faxberichten in het geheugen niet
gewist en blijft de instelling
ongewijzigd.
Als er nog ontvangen faxen in het geheugen
van uw machine zijn opgeslagen wanneer u
overschakelt op PC-Fax ontv. vanuit een
andere optie [Fax Doorzenden
(Fax doorzenden) of
Fax Opslaan (Fax opslaan)], drukt u op
<USB> of op de naam van de computer als u
zich in een netwerk bevindt.
Druk op OK.
Op het touchscreen wordt de volgende vraag
weergegeven:
Fax i PC zenden?
• Als u op Ja drukt, worden de
faxberichten in het geheugen naar de
computer verzonden voordat de
instelling wordt gewijzigd. U wordt
gevraagd of u Reserveafdruk wilt
inschakelen. (uu Basis
gebruikershandleiding: PC-Fax
®
ontvangen (alleen Windows
).)
• Als u op Nee drukt, worden de
faxberichten in het geheugen niet
gewist of overgezet naar de computer
en blijft de instelling ongewijzigd.
Als niet-afgedrukte faxen in het
geheugen achterblijven
Alle faxen afdrukken?
• Als u op Ja drukt, worden alle faxen in
het geheugen afgedrukt voordat de
instelling wordt gewijzigd. Als er al een
reservekopie is afgedrukt, wordt deze
niet meer afgedrukt.
• Als u op Nee drukt, worden de
faxberichten in het geheugen niet
afgedrukt en blijft de instelling
ongewijzigd.
24
Loading...
+ 71 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.