Brother MFC-7840W Quick Setup Guide [nl]

MFC-7840W
U kunt de machine pas gebruiken nadat u de hardware en driver hebt geïnstalleerd. Lees deze installatiehandleiding voor installatie-instructies en -procedures.
Stap 1
De machine installeren
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
De installatie is voltooid!
Installatiehandleiding
Bewaar deze installatiehandleiding en de meegeleverde cd-rom op een handige plaats, zodat u ze altijd snel kunt raadplegen.
Versie 0
DUT
1

Gebruikte symbolen in deze handleiding

Waarschuwing
Waarschuwingen informeren u over de maatregelen die u moet treffen om persoonlijk letsel te voorkomen.
Opmerking
Opmerkingen leggen uit hoe u in een bepaalde situatie moet reageren, of hoe de huidige bewerking met andere functies werkt.
Voorzichtig
"Voorzichtig" wijst u op procedures die u moet volgen om te vermijden dat de machine of andere voorwerpen schade oplopen.
Gebruikershandleiding,
softwarehandleiding of
netwerkhandleiding
Verwijzingen naar de gebruikershandleiding, softwarehandleiding of netwerkhandleiding op de meegeleverde cd-rom.
Onjuiste configuratie
Het pictogram Onjuiste configuratie attendeert u op apparaten en bewerkingen die niet compatibel zijn met de machine.

Inhoudsopgave

Aan de slag
Onderdelen in de doos................................................................................................................................. 2
Bedieningspaneel......................................................................................................................................... 3
Stap 1 –
De drumeenheid en de tonercartridge-module plaatsen.............................................................................. 4
Papier in de papierlade plaatsen.................................................................................................................. 5
Het netsnoer en telefoonsnoer aansluiten ................................................................................................... 6
De datum en tijd instellen............................................................................................................................. 7
Uw stations-ID instellen................................................................................................................................ 7
Toon- of pulsmodus .................................................................................................................................... 8
Een ontvangstmodus kiezen........................................................................................................................ 9
Type telefoonlijn instellen........................................................................................................................... 10
Het contrast van het LCD-scherm instellen................................................................................................ 11
Stap 2 –
Windows
Bij gebruik van de USB-interfacekabel
(voor Windows® 2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition/Windows Vista®) ........................... 14
Bij gebruik van een bedrade netwerkinterface
(voor Windows® 2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition/Windows Vista®) ........................... 17
Bij gebruik van een draadloze netwerkinterface (voor Windows® 2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition/Windows Vista®)
in de infrastructuurmodus.......................................................................................................................... 20
Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom voor Windows Server® 2003.
De machine installeren
Het stuurprogramma en software installeren
®
Macintosh
Bij gebruik van de USB-interfacekabel...................................................................................................... 29
Voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter..................................................................................................... 29
Bij gebruik van de interface voor bedrade netwerken ............................................................................... 31
Voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter..................................................................................................... 31
Bij gebruik van een draadloze netwerkinterface (voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter)
in de infrastructuurmodus.......................................................................................................................... 34
®
Voor netwerkgebruikers
Hulpprogramma BRAdmin Light (voor Windows®) .................................................................................... 43
Het configuratiehulpprogramma BRAdmin Light installeren ................................................................. 43
Het IP-adres, het subnetmasker en de gateway instellen met BRAdmin Light .................................... 43
Hulpprogramma BRAdmin Light (voor Mac OS® X) .................................................................................. 44
Het IP-adres, het subnetmasker en de gateway instellen met BRAdmin Light .................................... 44
Beheer via het web (webbrowser).............................................................................................................. 45
De netwerkinstellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen ............................................................... 45
Druk de netwerkconfiguratielijst af. ............................................................................................................ 45
Tekst invoeren............................................................................................................................................ 46
Verbruiksartikelen en opties
Verbruiksartikelen ...................................................................................................................................... 47
1

Aan de slag

1
1
Welke onderdelen er worden geleverd, kan van land tot land verschillen. Bewaar de doos en alle verpakkingsmaterialen, voor het geval u de machine moet vervoeren.

Onderdelen in de doos

Waarschuwing
De verpakkingsmaterialen van de machine omvatten plastic zakken. Houd deze zakken verwijderd van baby’s en kinderen, om te vermijden dat ze er in stikken.
9
1
2
3
8
4
5
1 Automatische documentinvoer (ADF) 2 Bedieningspaneel 3 Documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden 4 Sleuf voor handmatige invoer 5 Papierlade
Cd-roms
Voor Windows
Voor Macintosh
®
®
Gebruikershandleiding
7
6
6 Voorklep 7 Stroomschakelaar 8 ADF-documentsteunklep 9 Documentdeksel
Installatiehandleiding
Netsnoer
Drumeenheid
(inclusief cartridge)
De interfacekabel wordt niet standaard meegeleverd. U moet zelf een geschikte interfacekabel aanschaffen voor de interface die u wilt gebruiken (USB of netwerk). Sluit de interfacekabel op dit moment NIET aan. De interfacekabel wordt pas aangesloten tijdens het installeren van de software.
USB interfacekabel
Gebruik beslist een USB 2.0 interfacekabel die niet langer is dan 2 meter. Wanneer u een USB kabel gebruikt, zorg er dan voor dat u hem aansluit op de USB poort van de computer en niet op een USB poort van een toetsenbord of voedingloze USB hub.
Netwerkkabel
Gebruik een rechtstreekse categorie 5 (of hoger) twisted-pairkabel voor een 10BASE-T- of 100BASE-TX Fast Ethernet-netwerk.
2
Telefoonsnoer
Aan de slag
2
MFC-7840W

Bedieningspaneel

1 Kopieertoetsen 2Afdruktoetsen 3 Eéntoetsnummers 4 Shifttoets 5 Modustoetsen 6 Menutoetsen
Zie "Overzicht bedienpaneel" in hoofdstuk 1 van de gebruikershandleiding voor meer informatie over het bedienpaneel.
7Kiestoetsen 8Starttoets 9 Toets Stop/Exit 10 LCD-scherm (Liquid Crystal Display) 11 Fax- en telefoontoetsen
Opmerking
Wanneer u de machine verplaatst, houd hem dan vast bij de handgrepen onder de scanner. Pak de MFC bij het optillen NIET bij de bodem vast.
3
Stap 1
De machine installeren
1
1 De drumeenheid en de
1 Open de voorklep.
tonercartridge-module plaatsen
Onjuiste configuratie
Sluit de interfacekabel NIET aan. U moet de interfacekabel pas aansluiten bij het installeren van het stuurprogramma.
4 Plaats de drumeenheid en de tonercartridge-
module in de machine.
2 Pak de drumeenheid en de tonercartridge-
module uit.
3 Schud hem soepel van de ene naar de andere
kant om de toner gelijkmatig binnen de module te verdelen.
5 Sluit de voorklep van de machine.
4
2 Papier in de papierlade
plaatsen
De machine installeren
4 Plaats papier in de papierlade Controleer of het
papier vlak in de lade ligt en of het papier niet boven de maximummarkering (1) uitsteekt.
1 Trek de papierlade volledig uit de machine.
2 Houd de groene ontgrendeling van de
papiergeleiders ingedrukt en verschuif de
geleiders voor het papierformaat dat u wilt
gebruiken. Controleer of de geleiders stevig in
de sleuven zitten.
1
Voorzichtig
Controleer of de papiergeleiders de zijkanten van het papier raken, zodat het papier goed wordt toegevoerd. Anders kan het apparaat beschadigd raken.
5 Plaats de papierlade weer in de machine. Zorg
ervoor dat hij geheel in de machine zit.
3 Waaier de stapel papier goed door om te
voorkomen dat papier vastloopt of scheef
wordt ingevoerd.
5
Stap 1
De machine installeren
3 Het netsnoer en
telefoonsnoer aansluiten
1 Controleer of de machine is uitgeschakeld.
Sluit het netsnoer aan op de machine.
2 Steek de stekker van het netsnoer in het
stopcontact. Zet de machine aan.
Opmerking
Wanneer u een telefoonlijn met een extern toestel deelt, moet u de aansluitingen als volgt uitvoeren.
Opmerking
Wanneer u een telefoonlijn met een extern antwoordapparaat deelt, moet u de aansluitingen als volgt uitvoeren.
3 Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer
aan op de ingang van de machine met de aanduiding LINE en het andere uiteinde op een modulaire wandcontactdoos.
Waarschuwing
• Deze machine moet worden voorzien van een geaarde stekker.
• Aangezien de machine via het stopcontact is geaard, kunt u zichzelf tegen mogelijke elektrische gevaren op het telefoonnetwerk beschermen door het netsnoer van de machine in het stopcontact te steken voordat u de telefoonlijn aansluit. Wanneer de machine moet worden verplaatst, beschermt u zichzelf door eerst de telefoonlijn af te sluiten en pas daarna de stekker uit het stopcontact te halen.
Stel de ontvangstmodus in op Ext. TEL/ANT. Voor meer details raadpleegt u Een ontvangstmodus kiezen op pagina 9 en "Een externe TAD aansluiten" in hoofdstuk 7 van de gebruikershandleiding.
6
De machine installeren

4 De datum en tijd instellen

De machine geeft de datum en de tijd weer, en als u het stations-ID instelt, voegt de machine dit toe aan elke fax die u verzendt.
1 Druk op Menu. 2 Druk op 0. 3 Druk op 2. 4 Toets de laatste twee cijfers van het jaar in met
behulp van de kiestoetsen en druk vervolgens op OK.
Datum&Tijd Jaar:2008
(Voor 2008 voert u bijvoorbeeld 0, 8 in.)
5
Voer met behulp van de kiestoetsen de twee cijfers voor de maand in en druk vervolgens op
Datum&Tijd Maand:03
(Voor maart voert u bijvoorbeeld 0, 3 in.)
6
Voer met behulp van de kiestoetsen de twee cijfers voor de dag in en druk vervolgens op
Datum&Tijd Dag:25
OK
.
OK

5 Uw stations-ID instellen

U kunt uw naam en faxnummer opslaan, zodat deze gegevens worden toegevoegd op alle faxpagina's die u verstuurt.
1 Druk op Menu. 2 Druk op 0. 3 Druk op 3. 4 Toets uw faxnummer in (maximaal 20 cijfers)
en druk vervolgens op OK. Wanneer u een “+” wilt invoeren voor internationale codes, drukt u op l. Om bijvoorbeeld de code voor het Verenigd Koninkrijk “+44 ” in te voeren, drukt u op l, 4, 4 en toetst u vervolgens de rest van het nummer in.
Stations-ID Fax:+44XXXXXXXXX
5 Toets uw telefoonnummer in (maximaal 20
cijfers) en druk vervolgens op OK. (Wanneer uw telefoon- en faxnummer gelijk zijn, voert u weer hetzelfde nummer in.)
Stations-ID
.
Tel:+44XXXXXXXXX
(Voer bijvoorbeeld 2, 5 in.)
7 Voer met behulp van de kiestoetsen de tijd in
24-uursnotatie in en druk vervolgens op OK.
Datum&Tijd Tijd:15:25
(Voor 15.25 uur voert u bijvoorbeeld 1, 5, 2, 5 in.)
8 Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wanneer u een fout maakt en opnieuw wilt beginnen, druk dan op Stop/Eindigen en ga terug naar stap 1.
7
Stap 1
6 Voer uw naam (maximaal 20 tekens) in met
De machine installeren
behulp van de kiestoetsen en druk vervolgens op OK.
Stations-ID Naam:

6 Toon- of pulsmodus

De machine is bij levering ingesteld op toonkiezen. Wanneer u een pulskiezer (draaischijf) hebt, dient u de kiesmodus te wijzigen.
Opmerking
• Raadpleeg bij het invoeren van uw naam het onderstaande schema.
• Als u een teken wilt invoeren dat zich op dezelfde toets bevindt als het vorige teken, drukt u op
om de cursor een plaats naar rechts te zetten.
• Wanneer u een verkeerde letter hebt ingetoetst, en deze fout wilt herstellen, drukt u op of
om de cursor naar het onjuiste karakter te verplaatsen, en drukt u op Wis/terug.
Druk
op
toets
2 ABC2A 3 DEF 3D 4 GH I 4G 5 JKL5J 6 MNO 6 M 7 PQRS7 8 TUV8 T 9 WXY Z 9
Eén
keer
Twee
keer
Drie keer
Vier
keer
Vijf
keer
1 Druk op Menu. 2 Druk op 0. 3 Druk op 4.
4 Druk op of om Puls (of Toon) te
selecteren. Druk op OK.
5 Druk op Stop/Eindigen.
Zie “Tekst invoeren” in de gebruikershandleiding voor meer informatie.
7 Druk op Stop/Eindigen.
8

7 Een ontvangstmodus kiezen

Er zijn vier mogelijke ontvangstmodi: Alleen Fax, Fax/Telefoon, Handmatig en Ext. TEL/ANT.
Selecteer de Ontvangstmodus die uw wensen het best vervult.
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de machine?
Ja
Gebruikt u de functie voor voicemail van een extern antwoordapparaat?
Nee
Wilt u dat de machine faxoproepen en telefoongesprekken automatisch opneemt?
Nee
Alleen Fax
De machine beantwoordt elk telefoontje automatisch alsof het
Ja
Nee
Ja
een faxbericht betreft.
De machine beheert de lijn en beantwoordt automatisch elke oproep. Is de oproep geen fax, dan hoort u een belsignaal om aan te geven dat u de oproep moet aannemen.
Handmatig
U beheert de telefoonlijn en moet elk telefoontje zelf beantwoorden.
Ext. TEL/ANT
Het externe antwoordapparaat beantwoordt alle telefoontjes automatisch. Ingesproken berichten worden op het antwoordapparaat opgeslagen. Faxberichten worden automatisch afgedrukt.
De machine installeren
1 Druk op Menu. 2 Druk op 0. 3 Druk op 1.
4 Druk op of om de modus te selecteren.
Druk op OK.
5 Druk op Stop/Eindigen.
Zie “Een fax ontvangen” in hoofdstuk 6 van de gebruikershandleiding voor meer informatie.
9
Stap 1
De machine installeren

8 Type telefoonlijn instellen

Wanneer u de machine aansluit op een lijn met PABX (PBX) of ISDN om faxen te verzenden en te ontvangen, stelt u aan de hand van de volgende stappen het type telefoonlijn in.
1 Druk op Menu. 2 Druk op 0. 3 Druk op 6.
4 Druk op of om PBX, ISDN
of Normaal te selecteren. Druk op OK. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u ISDN of Normaal selecteert, gaat u
verder met stap 8.
Als u
PBX
selecteert, gaat u verder met stap 5.
5 Voer een van de volgende handelingen uit:
Wanneer u het huidige netnummer wilt
veranderen, drukt u op 1 en gaat u naar stap 6.
Wanneer u het huidige netnummer niet wilt
veranderen, drukt u op 2 en gaat u naar stap 8.
Opmerking
De standaardinstelling is “!”. Wanneer u op Telefoon/Intern drukt, verschijnt “!” op het LCD-
scherm.
6 Toets het netnummer in (maximaal 5 cijfers) en
druk vervolgens op OK.
7 Druk op of om Aan of Altijd te
selecteren en
druk op OK.
Opmerking
• Wanneer u Aan selecteert, krijgt u met
Telefoon/Intern (het scherm toont “!”) toegang tot een buitenlijn.
•Als u Altijd kiest, krijgt u toegang tot een
buitenlijn zonder op Telefoon/Intern te drukken.
8 Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
PBX en TRANSFER
De machine is standaard ingesteld op Normaal zodat u de machine kunt aansluiten op een standaard PSTN-lijn (Public Switched Telephone Network). In veel kantoren wordt echter gebruik gemaakt van een telefooncentrale of Private Automatic Branch Exchange (PABX). Uw machine kan op de meeste typen PABX (PBX) worden aangesloten. De oproepfunctie van de machine ondersteunt uitsluitend TBR (Timed Break Recall). TBR kan in combinatie met de meeste PABX (PBX)-systemen worden gebruikt, zodat u toegang hebt tot een buitenlijn of naar een tweede toestel kunt bellen. Deze functie wordt ingeschakeld wanneer u op de knop Telefoon/Intern drukt.
10
Opmerking
U kunt de nummers 0 tot 9 , # , l en ! gebruiken. (Druk op Telefoon/Intern om “!” weer te geven.) U kunt ! niet gebruiken in combinatie met enig ander nummer of karakter. Wanneer uw telefoonnummer een geplande onderbreking-oproep (timed break recall) nodig heeft, druk dan op Telefoon/Intern om de onderbreking in te voeren.
9 Het contrast van het LCD-
U kunt het contrast aanpassen om het LCD-scherm helderder of donkerder te maken.
scherm instellen
1 Druk op Menu. 2 Druk op 1. 3 Druk op 7.
4 Druk op om het contrast te verhogen.
—OF—
Druk op om het contrast te verlagen. Druk op OK.
5 Druk op Stop/Eindigen.
De machine installeren
11

MFL-Pro Suite op de meegeleverde cd-rom

1
1
MFL-Pro Suite op de meegeleverde cd-rom

Windows®

MFL-Pro Suite installeren
U kunt de software voor MFL-Pro Suite en multifunctionele drivers installeren.
Andere drivers of programma's installeren
U kunt andere hulpprogramma's voor MFL-Pro Suite installeren, installeren zonder ScanSoft™ PaperPort™ 11SE met OCR van NUANCE of uitsluitend het printer-stuurprogramma installeren.
Documentatie
U kunt de softwarehandleiding en netwerkhandleiding in HTML-indeling weergeven. U kunt de handleidingen ook in PDF-indeling weergeven door naar het Brother Solutions Center te gaan. (Hiervoor is internettoegang vereist) De softwarehandleiding en netwerkhandleiding bevatten instructies voor de functies die beschikbaar zijn wanneer de machine is aangesloten op een computer. (bijvoorbeeld afdrukken, scannen en netwerkvoorzieningen)
On line registratie
Registreer uw machine op de registratiepagina voor Brother-producten.
Brother Solutions Center
Ga naar het Brother Solutions Center voor veelgestelde vragen, gebruikershandleidingen, de meest actuele stuurprogramma's en tips voor het gebruik van uw machine. (Hiervoor is internettoegang vereist)
Informatie over supplies
Bezoek onze site voor originele Brother-producten op http://www.brother.com/original/
Repair MFL-Pro Suite (uitsluitend voor USB-
gebruikers)
Als er tijdens de installatie van MFL-Pro Suite fouten optreden, kunt u deze functie gebruiken om de software automatisch te herstellen en om MFL-Pro Suite opnieuw te installeren.
.

Macintosh®

Start Here OSX
U kunt de MFL-Pro Suite-software met de printerdriver, scannerdriver, Brother ControlCenter2 en BRAdmin
Light voor Mac OS
Documentation
U kunt de softwarehandleiding en netwerkhandleiding in HTML-indeling weergeven. U kunt de handleidingen ook in PDF-indeling weergeven door naar het Brother Solutions Center te gaan. (Hiervoor is internettoegang vereist) De softwarehandleiding en netwerkhandleiding bevatten instructies voor de functies die beschikbaar zijn wanneer de machine is aangesloten op een computer. (bijvoorbeeld afdrukken, scannen en netwerkvoorzieningen)
Brother Solutions Center
Ga naar het Brother Solutions Center voor veelgestelde vragen, gebruikershandleidingen, de meest actuele stuurprogramma's en tips voor het gebruik van uw machine. (Hiervoor is internettoegang vereist)
Presto! PageManager
U kunt Presto! functionaliteit aan Brother ControlCenter2 toe te voegen en gemakkelijk foto's en documenten te scannen, te delen en te ordenen.
On-Line Registration
Registreer uw machine op de registratiepagina voor Brother-producten.
Utilities
In deze map bevinden zich de volgende extra hulpprogramma's.
Instelwizard draadloze LAN
De-installatieprogramma voor Presto!® PageManager
BRAdmin Light
®
X 10.2.4 of hoger installeren.
®
PageManager® installeren om OCR-
®
12
Opmerking
MFL-Pro Suite omvat het printer-stuurprogramma, scanner-stuurprogramma, Brother ControlCenter3 en ScanSoft™ PaperPort™ 11SE. ScanSoft™ PaperPort™ 11SE is een documentbeheerprogramma voor het inlezen en weergeven van documenten.
Stap 2
Volg de instructies op deze pagina die betrekking hebben op uw besturingssysteem en uw aansluiting. Voor de nieuwste driver, documentatie of oplossing voor uw problemen, heeft u vanaf uw CD-ROM / driver direct toegang tot het Brother Solutions Center of kunt u de website raadplegen op http://solutions.brother.com/
Het stuurprogramma en software installeren
.
Windows
Bij gebruik van de USB-interfacekabel......................................................................... 14
Bij gebruik van een bedrade netwerkinterface ........................................................... 17
Zie hoofdstuk 5 van de netwerkhandleiding voor Windows Server® 2003.
Bij gebruik van een draadloze netwerkinterface in de infrastructuurmodus............ 20
Voor andere ondersteunde instelmethodes en de Ad-hocmodus raadpleegt u de installatiedetails in de netwerkgebruikershandleiding op de CD-ROM.
Macintosh
Bij gebruik van de USB-interfacekabel......................................................................... 29
®
®
Bij gebruik van de interface voor bedrade netwerken ................................................ 31
Bij gebruik van een draadloze netwerkinterface in de infrastructuurmodus............ 34
Voor andere ondersteunde instelmethodes en de Ad-hocmodus raadpleegt u de installatiedetails in de netwerkgebruikershandleiding op de CD-ROM.
De voorbeeldschermen voor Windows De voorbeeldschermen voor Mac OS
®
in deze installatiehandleiding zijn gebaseerd op Windows® XP.
®
X in deze installatiehandleiding zijn gebaseerd op Mac OS® X 10.4.
13
Stap 2
1
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
®
Windows
1
USB
Bij gebruik van de USB-interfacekabel (voor Windows® 2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition/Windows Vista
Belangrijk
Zorg dat u de instructies in stap 1 De machine installeren op pagina 4 tot en met 11 hebt uitgevoerd.
Opmerking
• Sluit alle andere programma's voordat u MFL-Pro Suite installeert.
• De meegeleverde cd-rom bevat ScanSoft™ PaperPort™ 11SE. Deze software ondersteunt
uitsluitend Windows (SP2 of recenter), XP Professional x64 Edition en
Windows Vista
meest recente Windows MFL-Pro Suite installeert.
®
2000 (SP4 of recenter), XP
®
. Werk uw systeem bij met het
®
Service Pack voordat u
1 Zet de machine uit, verwijder de stekker uit het
stopcontact en koppel de machine los van de computer als u al een interfacekabel hebt aangesloten.
®
)
4 Het hoofdmenu van de cd-rom wordt geopend.
Klik op MFL-Pro Suite installeren.
Opmerking
• Als dit venster niet wordt geopend, gebruikt u
®
Windows start.exe uit te voeren vanuit de hoofdmap van de Brother-cd-rom.
• Voor Windows Vista Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klikt u op Toestaan.
Verkenner om het programma
®
, als het scherm
2 Zet de computer aan. (U dient als beheerder te
zijn aangemeld.)
3 Plaats de meegeleverde cd-rom voor
Windows met de modelnaam wordt weergegeven, kiest u uw machine. Als het scherm met de taal verschijnt, kiest u de gewenste taal.
®
in het cd-romstation. Als het venster
5 Selecteer Lokale verbinding (USB), en klik op
Volgende. De installatie wordt voortgezet.
Opmerking
Als u het PS-stuurprogramma (BR-Script­stuurprogramma van Brother) wilt installeren, kiest u Installeren op maat en volgt u de instructies op het scherm. Wanneer het Functies selecteren verschijnt, schakelt u het selectievakje PS Printer Driver in en volgt u de instructies op het scherm.
14
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
6 Als u de licentieovereenkomst van ScanSoft™
PaperPort™ 11SE hebt gelezen en akkoord gaat met de voorwaarden, klikt u op Ja.
De installatie van ScanSoft™ PaperPort™ 11SE start automatisch, en vervolgens begint de installatie van MFL-Pro Suite.
7 Wanneer het venster met de
softwarelicentieovereenkomst voor Brother MFL-Pro Suite verschijnt, klikt u op Ja als u akkoord gaat met de voorwaarden van de softwarelicentieovereenkomst.
8 Wanneer dit scherm verschijnt, sluit u de USB-
interfacekabel op de pc en vervolgens op de machine aan.
®
USB
Windows
Opmerking
Voor Windows Vista®: wanneer dit scherm verschijnt, schakelt u het selectievakje in en klikt u op Installeren om de installatie te voltooien.
Onjuiste configuratie
Sluit de machine NIET aan op een USB-poort op een toetsenbord of een USB-hub zonder voeding. Brother adviseert u de machine direct op uw computer aan te sluiten.
9 Steek de stekker van het netsnoer in het
stopcontact. Zet de machine aan.
De installatie van de Brother-drivers start automatisch. Een ogenblik geduld, de
installatievensters verschijnen een voor een.
Onjuiste configuratie
Probeer NIET de vensters te annuleren tijdens de installatie.
15
Stap 2
10 Wanneer het venster On line registratie
®
USB
Windows
11 Klik op Voltooien om de computer opnieuw op
Het stuurprogramma en software installeren
verschijnt, selecteert u de gewenste optie en volgt u de instructies op het scherm.
te starten. (Nadat de computer opnieuw is opgestart, dient u zich als beheerder aan te melden.)
Windows
®
Opmerking
Printer-stuurprogramma voor XML papierpecificatie
Het XML papierspecificatie printer­stuurprogramma is het meest geschikte stuurprogramma wanneer u afdrukt vanaf de toepassingen die de XML papierspecificatie­documenten gebruiken. Haal het laatste stuurprogramma op bij het Brother Solutions Center: http://solutions.brother.com/
• Nadat de computer opnieuw is opgestart, wordt er automatisch een Installatie Diagnose uitgevoerd. Als de installatie niet is gelukt, worden de resultaten van de installatie in een venster getoond. Als de Installatie Diagnose een fout vindt, volgt u de instructies op het scherm of raadpleegt u de internet-Help en veelgestelde vragen in
XXXX
Start/Alle programma's/
.
De MFL-Pro Suite (inclusief printerdriver en scannerdriver) zijn geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid.
.
Brother/MFC-
16
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
2
Bij gebruik van een bedrade netwerkinterface (voor Windows® 2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition/Windows
®
)
Vista
Belangrijk
Zorg dat u de instructies in stap 1 De machine installeren op pagina 4 tot en met 11 hebt uitgevoerd.
Opmerking
De meegeleverde cd-rom bevat ScanSoft™ PaperPort™ 11SE. Deze software ondersteunt
uitsluitend Windows (SP2 of recenter), XP Professional x64 Edition en
Windows Vista
meest recente Windows MFL-Pro Suite installeert.
®
2000 (SP4 of recenter), XP
®
. Werk uw systeem bij met het
®
Service Pack voordat u
1 Zet de machine uit en verwijder de stekker uit
het stopcontact.
5 Plaats de meegeleverde cd-rom in uw cd-
romstation. Als het venster met de modelnaam wordt weergegeven, kiest u uw machine. Als het scherm met de taal verschijnt, kiest u de gewenste taal.
6 Het hoofdmenu van de cd-rom wordt geopend.
Klik op MFL-Pro Suite installeren.
®
Windows
netwerk
Bedraad
2 Sluit de netwerkinterfacekabel aan op de
machine en verbindt deze vervolgens met het netwerk.
3 Steek de stekker van het netsnoer in het
stopcontact. Zet de machine aan.
4 Zet de computer aan. (U dient als beheerder te
zijn aangemeld.) Sluit alle actieve toepassingen voor u MFL-Pro Suite installeert.
Opmerking
Vóór de installatie moet u eventuele persoonlijke firewallsoftware uitschakelen. Start na de installatie uw persoonlijke firewallsoftware opnieuw op.
Opmerking
• Als dit venster niet wordt geopend, gebruikt u
®
Windows start.exe uit te voeren vanuit de hoofdmap van de Brother-cd-rom.
• Voor Windows Vista Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klikt u op Toestaan.
Verkenner om het programma
®
: als het scherm
17
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
®
Windows
7 Selecteer Bedrade netwerkverbinding
(ethernet), en klik op Volgende.
Opmerking
Als u het PS-stuurprogramma (BR-Script-
netwerk
Bedraad
stuurprogramma van Brother) wilt installeren, kiest u Installeren op maat en volgt u de instructies op het scherm. Wanneer het Functies selecteren verschijnt, schakelt u het selectievakje PS Printer Driver in en volgt u de instructies op het scherm.
8 Als u de licentieovereenkomst van ScanSoft™
PaperPort™ 11SE hebt gelezen en akkoord gaat met de voorwaarden, klikt u op Ja.
10 Voor Windows
wanneer dit scherm verschijnt, selecteert u
Wijzig de poortinstellingen van de firewall om netwerk verbinding magelijk te maken en ga door met de installatie. (Aanbevolen)
en klikt u op Volgende.
Wanneer u de Windows® Firewall niet gebruikt, raadpleegt u de gebruikershandleiding van uw software voor het toevoegen van de volgende netwerkpoorten.
Voor het scannen van het netwerk voegt u
UDP-poort 54925 toe.
Voor het ontvangen van pc-faxen via het
netwerk voegt u UDP-poort 54926 toe.
Als u nog steeds problemen hebt met de netwerkverbinding, voegt u UDP-poort 137 toe.
®
XP SP2/Windows Vista®:
De installatie van ScanSoft™ PaperPort™ 11SE start automatisch, en vervolgens begint de installatie van MFL-Pro Suite.
9 Wanneer het venster met de
softwarelicentieovereenkomst voor Brother MFL-Pro Suite wordt geopend, klikt u op Ja als u akkoord gaat met de voorwaarden van de softwarelicentieovereenkomst.
11 Als de machine is geconfigureerd voor uw
netwerk, selecteert u de machine in de lijst en klikt u op Volgende.
Als APIPA wordt weergegeven in het veld IP- adres, klikt u op Configureer het IP Adres en voert u een IP-adres voor uw machine in dat geschikt is voor het netwerk.
Opmerking
• U kunt het IP-adres en de knooppuntnaam van uw machine vinden door de netwerkconfiguratielijst af te drukken. Zie Druk de netwerkconfiguratielijst af. op pagina 45
• Als de machine nog niet voor gebruik op uw netwerk is geconfigureerd, verschijnt het volgende venster.
18
Klik op OK. Het venster Configureer het IP Adres verschijnt. Voer een IP-adres voor uw machine in dat geschikt is voor het netwerk.
Het stuurprogramma en software installeren
12
De installatie van de Brother-drivers start automatisch.
installatievensters verschijnen een voor een.
Onjuiste configuratie
Probeer NIET de vensters te annuleren tijdens de installatie.
Opmerking
Voor Windows Vista®: wanneer dit scherm verschijnt, schakelt u het selectievakje in en klikt u op Installeren om de installatie te voltooien.
13 Wanneer het venster On line registratie
verschijnt, selecteert u de gewenste optie en volgt u de instructies op het scherm.
Een ogenblik geduld, de
Windows
14 Klik op Voltooien om de computer opnieuw op
te starten. (Nadat de computer opnieuw is opgestart, dient u zich als beheerder aan te melden.)
De MFL-Pro Suite is geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid.
Opmerking
Printer-stuurprogramma voor XML papierpecificatie
Het XML papierspecificatie printer­stuurprogramma is het meest geschikte stuurprogramma wanneer u afdrukt vanaf toepassingen die XML papierspecificatie­documenten gebruiken. Haal het laatste stuurprogramma op bij het Brother Solutions Center: http://solutions.brother.com/
• MFL-Pro Suite omvat het netwerkprinter­stuurprogramma, netwerkscanner­stuurprogramma, Brother ControlCenter3 en ScanSoft™ PaperPort™ 11SE met OCR.
.
®
Windows
®
Bedraad
netwerk
ScanSoft™ PaperPort™ 11SE is een documentbeheerprogramma voor het weergeven van gescande documenten.
• Nadat de computer opnieuw is opgestart, wordt er automatisch een
Installatie Diagnose
uitgevoerd. Als de installatie niet is gelukt, worden de resultaten van de installatie in een venster getoond. Als de
Installatie Diagnose
een fout vindt, volgt u de instructies op het scherm of raadpleegt u de online­Help en veelgestelde vragen in
Start/Alle programma's /Brother/MFC-XXXX LAN
.
19
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
®
netwerk
Draadloos
Windows
3
Bij gebruik van een draadloze netwerkinterface (voor Windows® 2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition/Windows
®
Vista
) in de infrastructuurmodus
Het draadloze apparaat en het draadloze netwerk verbinden, en het printer­stuurprogramma in de infrastructuurmodus installeren
Eerst moet u de draadloze netwerkinstellingen van het apparaat configureren om te kunnen communiceren met het toegangspunt van het netwerk (router). Wanneer u het apparaat zodanig hebt geconfigureerd dat het kan communiceren met het toegangspunt (router), hebben computers op het netwerk toegang tot het apparaat. Wanneer u het apparaat vanaf deze computers wilt gebruiken, moet u de MFL-Pro Suite installeren. De volgende stappen geleiden u door het configuratie- en installatieproces.
Voor optimale resultaten bij normale afdrukken, plaatst u de machine van Brother zo dicht mogelijk bij het netwerktoegangspunt (router). Zorg dat er zo min mogelijk obstakels tussen de router en de machine staan. Grote voorwerpen en muren tussen de twee apparaten en storingssignalen van andere elektronische apparaten kunnen de snelheid van gegevensoverdracht negatief beïnvloeden.
Vanwege deze factoren is draadloos niet altijd de beste verbindingsmethode voor alle documenttypen en toepassingen. Als u grote bestanden afdrukt, zoals lange documenten met een combinatie van tekst en grote grafische afbeeldingen, is de bedrade ethernetmethode wellicht sneller. USB draagt de gegevens het snelste over.
Weliswaar kunt u de MFC in zowel een bedraad als een draadloos netwerk gebruiken, maar u kunt op een bepaald moment slechts één van deze methoden gebruiken.
Belangrijk
De volgende instructies bieden twee methoden om het Brother apparaat te installeren in een omgeving met een draadloos netwerk. Beide methodes zijn voor de infrastructuurmodus, met behulp een draadloze router of draadloos toegangspunt die / dat DHCP gebruikt om IP-adressen toe te wijzen. Wanneer de draadloze router / het draadloos toegangspunt SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™ ondersteunt, volg dan de stappen op pagina 25 De SecureEasySetup™, Wi-Fi
Protected Setup™ of AOSS™ software gebruiken om het apparaat te configureren voor een draadloos netwerk (éénknops methode). Wanneer de draadloze router / het draadloos toegangspunt geen
SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™ ondersteunt, volg dan de stappen op pagina 22 De installatiewizard van het bedienpaneel LAN-menu voor draadloze netwerkconfiguratie gebruiken. Wanneer u het apparaat wilt instellen in een willekeurige andere draadloze omgeving (Ad­hocmodus), vind u de instructies in de netwerkhandleiding op de CD-ROM.
U kunt de netwerkhandleiding bekijken door de onderstaande instructies op te volgen. 1 Zet de computer aan. Plaats de cd-rom van Brother in het cd-romstation. 2 Als het scherm met de taal verschijnt, klik dan op de gewenste taal. Het hoofdmenu van de cd-rom wordt
verschijnt. 3 Klik op de Documentatie. 4 Klik op de HTML-documenten. 5 Klik op de NETWERKHANDLEIDING.
Opmerking
• Wanneer u de printer gaat aansluiten op het netwerk, adviseren we u dat u vóór de installatie contact opneemt met uw systeembeheerder.
• Als u persoonlijke firewallsoftware gebruikt (bijvoorbeeld Windows Wanneer u zeker weet dat u kunt afdrukken, moet u de persoonlijke firewall weer activeren.
®
Firewall), moet u deze uitschakelen.
20
Het stuurprogramma en software installeren
Controleren welke netwerkomgeving u hebt
De installatieprocedure varieert, afhankelijk van uw netwerkomgeving.
Infrastructuurmodus
Windows
®
Wanneer het draadloze toegangspunt (A) geen SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™ ondersteunt, volg dan de stappen op pagina 22.
Installatie met behulp van SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™.
Als uw draadloze toegangspunt (A) SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™ ondersteunt, hoeft u geen computer te gebruiken om het apparaat te configureren. Het toegangspunt (router) en uw machine kunnen automatisch onderhandelen met gebruik van de procedure SecureEasySetup™. Voor instructies gaat u naar pagina 25.
®
netwerk
Draadloos
Windows
Configuratie met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup™
Wanneer uw draadloze-toegangspunt (A) Wi-Fi Protected Setup™ ondersteunt, kunt u ook configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup™. Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom voor instructies.
21
Stap 2
De installatiewizard van het bedienpaneel LAN-menu voor draadloze netwerkconfiguratie gebruiken
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
®
netwerk
Draadloos
Windows
Belangrijk
Zorg dat u de instructies in stap 1 De machine installeren op pagina 4 tot en met 11 hebt uitgevoerd.
Met behulp van deze instructies installeert u het Brother apparaat in een gemiddeld klein kantoor of draadloze thuis-netwerkomgeving in de infrastructuurmodus, waarbij u een draadloze router of toegangspunt gebruikt met DHCP om IP-adressen toe te wijzen. Wanneer u het apparaat wilt instellen in een willekeurige andere draadloze omgeving, vind u de instructies in de netwerkhandleiding op de CD-ROM. U kunt de netwerkhandleiding bekijken door de onderstaande instructies op te volgen. 1 Zet de PC aan. Plaats de cd-rom van Brother waar
Windows
2 Als het scherm met de taal verschijnt, klik dan op
de gewenste taal. Het hoofdmenu van de cd-rom wordt verschijnt.
3 Klik op Documentatie. 4 Klik op het HTML-documenten. 5 Klik op de Netwerkhandleiding.
Opmerking
Als het venster niet verschijnt, gebruikt u de
Windows start.exe uit te voeren via de hoofdmap van Brothers cd-rom.
®
op staat in het cd-romstation.
®
Verkenner om het programma
1 Noteer de draadloze netwerkinstellingen van
het toegangspunt of draadloze router. SSID (Service Set ID of Netwerknaam) _________________________ WEP-sleutel (indien nodig) _________________________ WPA-PSK-wachtwoord (indien nodig) _________________________ Versleuteling (TKIP of AES) _________________________ LEAP-gebruikersnaam (indien nodig) _________________________ LEAP-wachtwoord _________________________
De WEP-code is voor 64-bit gecodeerde netwerken of 128-bit gecodeerde netwerken, en kan zowel cijfers als letters bevatten. Wanneer u deze gegevens niet weet, moet u de documentatie raadplegen die u hebt gekregen bij uw toegangspunt of draadloze router. Deze code is een 64-bits of 128­bitswaarde, die u moet invoeren in een ASCII­indeling of HEXADEXIMALE indeling.
Bijvoorbeeld:
64-bit ASCII: gebruikt vijf tekens, bijvoorbeeld
“Hello” (met onderscheid tussen hoofdletters en kleine letters)
64-bit hexadecimaal:
128-bit ASCII: Gebruikt 13 letters, bijvoorbeeld
128-bit hexadecimaal:
gebruikt 10 hexadecimale tekens, bijvoorbeeld “71f2234aba”
“Wirelesscomms” (hoofdlettergevoelig)
gebruikt 26 tekens hexadecimale gegevens, bijvoorbeeld “71f2234ab56cd709e5412aa3ba”
Voordat u begint, moet u de instellingen van het draadloze netwerk kennen.
22
WPA-PSK gebruikt een "Protected Access Pre-shared" code die de koppeling van de draadloze Brother-machine aan toegangspunten mogelijk maakt met behulp van TKIP- en AES-versleuteling. WPA-PSK gebruikt een Pre-Shared Key (PSK) van minimaal 8 tekens en maximaal 63 tekens lang.
Cisco Systems, Inc. heeft Cisco® LEAP ontwikkeld, en gebruikt voor de verificatie een gebruikersnaam en wachtwoord. De LEAP­gebruikersnaam is maximaal 63 tekens lang, en het wachtwoord maximaal 31 tekens lang.
Zie hoofdstuk 3 van de netwerkhandleiding voor meer details.
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
2 Steek de stekker van het netsnoer in het
stopcontact. Zet de machine aan.
Onjuiste configuratie
Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LAN-instellingen herstellen, pas dan kunt u de draadloze instellingen opnieuw configureren. Druk op Menu, 5, 2, 6 (of Menu, 5, 0, 1) en druk dan op 1 om de verandering te accepteren.
3 Druk op het apparaat op Menu, 5, 2, 2.
WLAN Activeren ?
1.Aan 2.Uit
Druk op 1 om Aan te selecteren. Deze instelling schakelt de bedrade netwerkinterface uit.
6 Voer een nieuwe SSID in, en druk op OK. Zie
Tekst invoeren op pagina 46 voor informatie over het invoeren van tekst.
SSID:
7 Druk op of om Infrastructuur te
selecteren, en druk dan op OK.
Selectiemodus Infrastructuur
8 Gebruik de toetsen of en OK om één van
onderstaande opties te selecteren: wanneer het netwerk is geconfigureerd voor Verificatie en versleuteling, moet u voldoen aan de instellingen voor het netwerk.
Geen Verificatie en versleuteling: selecteer
Open systeem, druk op OK en selecteer Geen voor Type Codering en druk op OK.
Druk op 1 om de instellingen toe te passen. Ga naar stap 12.
®
netwerk
Draadloos
Windows
4 De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst
van beschikbare SSID's. In de lijst behoort de SSID te staan die u zojuist hebt genoteerd. Als de machine meer dan één netwerk vindt,
gebruikt u of om het netwerk te kiezen, en drukt u op
druk op OK. Ga naar stap 8.
Select. ab of OK verkoopgroep
Opmerking
Het duurt verschillende seconden om een lijst met beschikbare SSID's weer te geven.
Als het toegangspunt de SSID niet doorgeeft, moet u de SSID-naam handmatig invoeren. Ga naar stap 5.
5 Selecteer <Nieuwe SSID> met behulp van
Geen Verificatie met WEP-versleuteling:
selecteer Open systeem, druk op OK en gebruik dan de of om WEP te selecteren
voor het Type Codering en druk op OK. Ga naar stap 9. Verificatie met WEP-versleuteling: selecteer Gedeelde sleutel, druk op OK. Ga naar stap 9.
Verificatie met WPA-PSK (TKIP- of AES­versleuteling): selecteer WPA/WPA2-PSK, druk op OK. Ga naar stap 10.
Verificatie met LEAP: selecteer LEAP, druk
op OK. Ga naar stap 11.
of en druk op OK. Ga naar stap 6.
Select. SSID&Set <Nieuwe SSID>
23
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
®
netwerk
Draadloos
Windows
9 Selecteer het juiste codenummer, en druk
op OK.
Set WEP KEY KEY1:
Voer de WEP-code in die u hebt opgeschreven in stap 1 met behulp van de kiestoetsen. U kunt
de of gebruiken om de cursor te verplaatsen. Wanneer u bijvoorbeeld de letter a wilt invoeren, drukt u eenmaal op de toets 2 op de kiestoetsen. Wanneer u het nummer 3 wilt invoeren, drukt u zevenmaal op de toets 3 van de kiestoetsen.
De letters verschijnen in deze volgorde: kleine letter, hoofdletter en nummers.
Selecteer OK wanneer u alle tekens hebt ingevoerd, druk op 1 om de instellingen toe te passen. Ga naar stap 12.
De meeste toegangspunten en routers kunnen meer dan één code opslaan, maar ze gebruiken er op een bepaald moment slechts één voor verificatie en versleuteling.
12 Het apparaat probeert nu verbinding te maken
met het draadloze netwerk met behulp van de informatie die u hebt ingevoerd. Wanneer dat slaagt, verschijnt kort Verbonden op de LCD.
Verbinding NG verschijnt wanneer de afdrukserver geen verbinding heeft gemaakt met de router of het toegangspunt. Probeer het opnieuw vanaf 3. Als hetzelfde bericht weer verschijnt, moet u de fabrieksinstellingen van de afdrukserver herstellen en het opnieuw proberen. (Zie De netwerkinstellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen op pagina 45.)
13 Het apparaat probeert automatisch de juiste
TCP/IP adresinformatie te krijgen van het toegangspunt (router) wanneer DHCP is ingeschakeld (DHCP is normaal gesproken ingeschakeld als standaard voor de meeste routers van het toegangspunt).
Wanneer het toegangspunt DHCP niet heeft ingeschakeld, moet u het IP-adres, subnetmasker en poort van het apparaat handmatig zodanig instellen dat ze geschikt zijn voor het netwerk. Raadpleeg de netwerkhandleiding voor details.
10 Druk op of om TKIP of AES te selecteren
voor de Type Codering en druk op OK. Voer het WPA-PSK wachtwoord in dat u hebt opgeschreven in stap 1 met behulp van de
kiestoetsen. U kunt de of gebruiken om de cursor te verplaatsen. Wanneer u bijvoorbeeld de letter a wilt invoeren, drukt u eenmaal op de toets 2 op de kiestoetsen. Wanneer u het nummer 3 wilt invoeren, drukt u zevenmaal op de toets 3 van de kiestoetsen.
Selecteer OK wanneer u alle tekens hebt ingevoerd, passen
druk op 1 om de instellingen toe te
. Ga naar stap 12.
11 Voer de gebruikersnaam in en druk op OK. U
kunt de of gebruiken om de cursor te verplaatsen. Wanneer u bijvoorbeeld de letter a wilt invoeren, drukt u eenmaal op de toets 2 op de kiestoetsen.
Voer het wachtwoord in en druk op OK, en druk op 1 om de instellingen toe te passen. Ga naar stap 12. (Gebruik de grafiek op Tekst invoeren op pagina 46.)
De draadloze instelling is nu compleet. Wanneer u MFL-Pro suite wilt instellen, gaat u verder met stap 7 op pagina 26.
Opmerking
De meegeleverde cd-rom bevat de ScanSoft™ PaperPort™ 11SE. Deze software ondersteunt
®
uitsluitend Windows (SP2 of recenter), XP Professional x64 Edition en
Windows Vista
meest recente Windows MFL-Pro Suite installeert.
2000 (SP4 of recenter), XP
®
. Werk uw systeem bij met het
®
Service Pack voordat u
24
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
De SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™ software gebruiken om het apparaat te configureren voor een draadloos netwerk (éénknops methode)
®
Wanneer uw draadloze toegangspunt hetzij SecureEasySetup™, hetzij Wi -Fi Protected Setup™
1
(PBC
) of AOSS™ ondersteunt, kunt u de machine gemakkelijk configureren zonder computer. U kunt het draadloze netwerk met een druk op de knop van de draadloze router of het toegangspunt instellen en beveiligen. Zie de gebruikershandleiding van uw draadloze LAN-router of toegangspunt voor informatie over het gebruik van de éénknops methode. Wanneer de draadloze router of het draadloos toegangspunt geen SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™ ondersteunt, ga dan naar pagina pagina 22 voor installatie-instructies.
1
Configuratie met een drukknop
Opmerking
Routers of toegangspunten die SecureEasySetup™, WiFi Protected Setup™ of AOSS™ ondersteunen, hebben de hieronder afgebeelde symbolen.
1 Steek de stekker van het netsnoer in het
stopcontact. Zet de machine aan.
Onjuiste configuratie
Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LAN-instellingen herstellen, pas dan kunt u de draadloze instellingen opnieuw configureren. Druk op Menu, 5, 2, 6 (of Menu, 5, 0, 1) en druk dan op 1 om de verandering te accepteren.
2 Plaats het Brother apparaat kort bij de
SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™ router of toegangspunt.
3 Druk op de knop SecureEasySetup™, Wi-Fi
Protected Setup™ of AOSS™ op de draadloze router of toegangspunt. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor informatie over de draadloze router of toegangspunt.
4 Druk op Menu, 5, 2, 3 op het bedienpaneel van
het Brother apparaat.
WLAN Activeren ?
1.Aan 2.Uit
®
netwerk
Draadloos
Windows
Druk op 1 om
Aan
te selecteren. Deze instelling
schakelt de bedrade netwerkinterface uit.
Deze functie detecteert automatisch welke modus uw toegangspunt gebruikt (SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™) om de machine te configureren.
Opmerking
Wanneer uw draadloze toegangspunt Wi­Fi Protected Setup™ (PIN-methode) ondersteunt en u wilt uw machine configureren met behulp van de PIN-methode (PIN = Personal Identification Number), zie dan de netwerkhandleiding op de cd-rom.
25
Stap 2
5
6 Wanneer op het LCD Verbonden staat, heeft
®
netwerk
Draadloos
Windows
Het stuurprogramma en software installeren
De machine zoekt twee minuten lang naar een toegangspunt dat SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™ ondersteunt.
Instelling WLAN
de machine verbinding gemaakt met uw router of toegangspunt. U kunt de machine nu op het draadloze netwerk gebruiken.
Wanneer het LCD
Verbinden: SES (Bezig verb. WPS AOSS aansluiten
toont, is het apparaat niet goed aangesloten op de router of het toegangspunt. Probeer het opnieuw vanaf moet u de fabrieksinstellingen van de machine herstellen en het opnieuw proberen. Voor herstellen, zie
terugzetten naar de fabrieksinstellingen
op pagina 45.
Instelling WLAN
,
of
), dan
Verbinding NG
4
. Als het bericht aanwezig blijft,
De netwerkinstellingen
7 Zet de computer aan. (U dient als beheerder te
8 Plaats de meegeleverde cd-rom in uw cd-
De draadloze instelling is nu compleet. Wanneer u MFL-Pro software wilt instellen, gaat u verder met stap 7.
zijn aangemeld.) Sluit alle actieve toepassingen voor u MFL-Pro Suite installeert.
Opmerking
Vóór de installatie moet u eventuele persoonlijke firewallsoftware uitschakelen. Start na de installatie uw persoonlijke firewallsoftware opnieuw op.
romstation. Als het venster met de modelnaam wordt weergegeven, kiest u uw machine. Als het scherm met de taal verschijnt, kiest u de gewenste taal.
Windows
®
Wanneer het LCD
Verbinding NG
Instelling WLAN
of
Incorrecte modus
, dan
is een sessieoverlap of verbindingsfout gedetecteerd (zie de onderstaande opmerking). Het apparaat heeft meer dan twee routers of toegangspunten op het netwerk gedetecteerd met de SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ modus of de AOSS™ modus ingeschakeld. Controleer dat slechts één router of toegangspunt de SecureEasySetup™ modus, Wi-Fi Protected Setup™ modus of AOSS™ modus heeft ingeschakeld, en probeer opnieuw te beginnen vanaf
4
.
Opmerking
LCD meldingen wanneer u het SES/WPS/AOSS menu van het bedienpaneel gebruikt
Instelling WLAN
Verbinden: SES/WPS/ AOSS
Verbinding NG Verbinding mislukt.
Incorrecte modus Sessieoverlap is
Het toegangspunt zoeken of openen, en instellingen ophalen van het toegangspunt.
Verbinding maken met het toegangspunt.
(Wanneer het verschijnt nadat het LCD
Verbinden: SES/WPS/ AOSS toont.)
Sessieoverlap is gedetecteerd.
gedetecteerd.
toont,
9 Het hoofdmenu van de cd-rom wordt geopend.
Klik op MFL-Pro Suite installeren.
Opmerking
• Als dit venster niet wordt geopend, gebruikt u
®
Windows start.exe uit te voeren vanuit de hoofdmap van de Brother-cd-rom.
• Voor Windows Vista Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klikt u op Toestaan.
Verkenner om het programma
®
: als het scherm
26
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
10 Selecteer Draadloze netwerkverbinding en klik
op Volgende.
Opmerking
Als u het PS-stuurprogramma (BR-Script­stuurprogramma van Brother) wilt installeren, kiest u Installeren op maat en volgt u de instructies op het scherm. Wanneer het Functies selecteren verschijnt, schakelt u het selectievakje PS Printer Driver in en volgt u de instructies op het scherm.
11 Klik op het vakje Gecontroleerd en
bevestigd, en dan op Volgende. Volg de
instructies op het scherm.
13 Wanneer het venster met de
softwarelicentieovereenkomst voor Brother MFL-Pro Suite wordt geopend, klikt u op Ja als u akkoord gaat met de voorwaarden van de softwarelicentieovereenkomst.
14 Voor Windows
Edition/Windows Vista verschijnt, selecteert u Wijzig de
poortinstellingen van de firewall om netwerkverbinding mogelijk te maken en ga door met de installatie. (Aanbevolen) en klikt
u op Volgende.
®
XP SP2/XP Professional x64
®
: wanneer dit scherm
®
netwerk
Draadloos
Windows
12 Als u de licentieovereenkomst van ScanSoft™
PaperPort™ 11SE hebt gelezen en akkoord gaat met de voorwaarden, klikt u op Ja.
De installatie van ScanSoft™ PaperPort™ 11SE start automatisch, en vervolgens begint de installatie van MFL-Pro Suite.
Wanneer u de Windows® Firewall niet gebruikt, raadpleegt u de gebruikershandleiding van uw software voor het toevoegen van de volgende netwerkpoorten.
Voor het scannen van het netwerk voegt u
UDP-poort 54925 toe.
Voor het ontvangen van pc-faxen via het
netwerk voegt u UDP-poort 54926 toe.
Als u nog steeds problemen hebt met de netwerkverbinding, voegt u UDP-poort 137 toe.
15 Als de machine is geconfigureerd voor uw
netwerk, selecteert u de machine in de lijst en klikt u op Volgende.
Wanneer APIPA verschijnt in het veld IP- adres, klikt u op Configureer het IP Adres en voert u een IP-adres in voor uw apparaat dat geschikt is voor het netwerk.
27
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Windows
®
®
netwerk
Draadloos
Windows
Opmerking
• U kunt het IP-adres en de knooppuntnaam van uw machine vinden door de netwerkconfiguratielijst af te drukken. Zie Druk de netwerkconfiguratielijst af. op pagina 45
• Als de machine nog niet voor gebruik op uw netwerk is geconfigureerd, verschijnt het volgende venster.
Klik op OK. Het venster Configureer het IP Adres verschijnt. Voer een IP-adres in voor uw apparaat dat geschikt is voor het netwerk door de scherminstructies te volgen.
16 De installatie van de Brother-drivers start
automatisch. Een ogenblik geduld, de installatievensters verschijnen een voor een.
Onjuiste configuratie
Probeer NIET de vensters te annuleren tijdens de installatie.
Opmerking
Voor Windows Vista®: wanneer dit scherm verschijnt, klikt u op het selectievakje en op Installeren.
17 Wanneer het venster On line registratie
verschijnt, selecteert u de gewenste optie en volgt u de instructies op het scherm. Wanneer u het registratieproces hebt voltooid, sluit u de webbrowser om terug te keren naar dit scherm. Klik nu op Volgende.
18 Klik op Voltooien om de computer opnieuw op
te starten. (U dient als beheerder te zijn aangemeld.)
De MFL-Pro Suite is geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid.
Opmerking
Printer-stuurprogramma voor XML papierpecificatie
Het XML papierspecificatie printer­stuurprogramma is het meest geschikte stuurprogramma wanneer u afdrukt vanaf de toepassingen die de XML papierspecificatie­documenten gebruiken. Haal het laatste stuurprogramma op bij het Brother Solutions Center: http://solutions.brother.com/
• MFL-Pro Suite omvat het netwerkprinter­stuurprogramma, netwerkscanner­stuurprogramma, Brother ControlCenter3 en ScanSoft™ PaperPort™ 11SE. ScanSoft™ PaperPort™ 11SE is een documentbeheerprogramma voor het weergeven van gescande documenten.
• Nadat de computer opnieuw is opgestart, wordt er automatisch een
Installatie Diagnose
Als de installatie niet is gelukt, worden de resultaten van de installatie in een venster getoond. Als de
Installatie Diagnose
een fout vindt, volgt u de instructies op het scherm of raadpleegt u de online­Help en veelgestelde vragen in
Start/Alle programma's/Brother/MFC-XXXX LAN
.
uitgevoerd.
.
28
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
4

Bij gebruik van de USB-interfacekabel

Voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter
Belangrijk
Zorg dat u de instructies in stap 1 De machine installeren op pagina 4 tot en met 11 hebt uitgevoerd.
Opmerking
Als u Mac OS® X 10.2.0 tot 10.2.3 gebruikt, werkt
®
u het systeem bij naar Mac OS
(voor de laatste informatie over Mac OS naar http://solutions.brother.com/
X 10.2.4 of hoger.
®
X gaat u
)
1 Steek de stekker van het netsnoer in het
stopcontact. Zet de machine aan.
4 Plaats de meegeleverde cd-rom voor
Macintosh
®
in het cd-romstation.
5 Dubbelklik op het pictogram Start Here OSX
om de installatie te starten. Volg de instructies op uw scherm.
®
2 Sluit de USB-interfacekabel aan op de
computer en vervolgens op de machine.
Onjuiste configuratie
Sluit de machine NIET aan op een USB-poort op een toetsenbord of een USB-hub zonder voeding. Brother adviseert u de machine direct op uw computer aan te sluiten.
3 Zet uw Macintosh
®
aan.
Opmerking
Raadpleeg de softwarehandleiding op de cd-rom om het PS-stuurprogramma te installeren.
6 Selecteer Lokale verbinding (USB), en klik op
Volgende. De installatie wordt voortgezet.
Opmerking
Het installeren van de software neemt een paar seconden in beslag. Klik na de installatie op Herstart om de installatie van de software te voltooien.
USB
Macintosh
29
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
®
7 De Brother-software zoekt het Brother-
apparaat. Tijdens het zoeken, verschijnt het volgende scherm.
8 Klik op OK wanneer dit scherm verschijnt.
Bij gebruik van Mac OS® X 10.3.x of recenter: MFL-Pro Suite, de Brother-printerdriver en -scannerdriver en Brother ControlCenter2 zijn geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid. Ga naar stap 13.
9 Bij gebruik van Mac OS
Klik op Voeg toe.
USB
®
X 10.2.4 tot 10.2.8:
12 Klik op Afdrukbeheer en vervolgens op Stop
'Afdrukbeheer'.
MFL-Pro Suite, de Brother-printerdriver en -scannerdriver en Brother ControlCenter2 zijn geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid.
13 Om Presto!
dubbelklikt u op het pictogram Presto! PageManager en volgt u de instructies op het
scherm.
®
PageManager® te installeren,
Macintosh
10 Kies USB.
Opmerking
Door Presto!®PageManager® te installeren voegt u OCR-functionaliteit aan Brother ControlCenter2
toe. Met Presto!
®
PageManager® kunt u eenvoudig foto’s en documenten scannen, ordenen en gezamenlijk gebruiken.
Presto!® PageManager® is geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid.
11 Selecteer de modelnaam en klik dan op
Voeg toe.
30
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
5

Bij gebruik van de interface voor bedrade netwerken

Voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter
Belangrijk
Zorg dat u de instructies in stap 1 De machine installeren op pagina 4 tot en met 11 hebt uitgevoerd.
1 Steek de stekker van het netsnoer in het
stopcontact. Zet de machine aan.
2 Sluit de netwerkinterfacekabel aan op de
machine en verbindt deze vervolgens met het netwerk.
5 Dubbelklik op het pictogram Start Here OSX
om de installatie te starten. Volg de instructies op uw scherm.
Opmerking
Raadpleeg de netwerkhandleiding op de cd-rom om het PS-stuurprogramma te installeren.
6 Selecteer Netwerkverbinding via kabel
(Ethernet), en klik op Volgende.
De installatie wordt voortgezet.
3 Zet uw Macintosh
®
aan.
4 Plaats de meegeleverde cd-rom voor
Macintosh
®
in het cd-romstation.
Opmerking
Het installeren van de software neemt een paar seconden in beslag. Klik na de installatie op Herstart om de installatie van de software te voltooien.
®
Macintosh
netwerk
Bedraad
31
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
7 De Brother-software zoekt het Brother-
apparaat. Tijdens het zoeken, verschijnt het volgende scherm.
Opmerking
• Als de machine is geconfigureerd voor uw netwerk, selecteert u de machine in de lijst en klikt u op Als er slechts één machine op het netwerk is aangesloten, wordt dit venster niet weergegeven en wordt de desbetreffende machine automatisch geselecteerd. Ga naar stap
• Klik op OK wanneer dit scherm verschijnt.
8
.
OK
8 Klik op OK wanneer dit scherm verschijnt.
Bij gebruik van Mac OS® X 10.3.x of recenter: MFL-Pro Suite, de Brother-printerdriver en -scannerdriver en Brother
.
ControlCenter2 zijn geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid. Ga naar stap 13.
9 Bij gebruik van Mac OS
Klik op Voeg toe.
10 Kies de hieronder aangegeven optie.
®
X 10.2.4 tot 10.2.8:
®
Macintosh
netwerk
Bedraad
Voer in het veld Displaynaam een naam van
®
maximaal 15 tekens in voor uw Macintosh op OK. Ga naar stap 8.
en klik
• Als u de knop Scan op de machine wilt gebruiken om te scannen via het netwerk, activeert u het selectievakje Registreer uw computer met de "Scannen naar"-functie op de machine.
• De naam die u hier invoert, verschijnt op het LCD-scherm van de machine wanneer u op de toets Scan drukt en een scanoptie kiest. (Zie Netwerkscannen in de softwarehandleiding op de cd-rom voor meer informatie.)
11
Selecteer de modelnaam en klik dan op
Voeg toe
.
32
Het stuurprogramma en software installeren
12 Klik op Afdrukbeheer en vervolgens op Stop
'Afdrukbeheer'.
MFL-Pro Suite, de Brother-printerdriver en -scannerdriver en Brother ControlCenter2 zijn geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid.
Macintosh
®
13 Om Presto!
®
PageManager® te installeren, dubbelklikt u op het pictogram Presto! PageManager en volgt u de instructies op het scherm.
Opmerking
Door Presto!®PageManager® te installeren voegt u OCR-functionaliteit aan Brother ControlCenter2
®
toe. Met Presto! eenvoudig foto’s en documenten scannen, ordenen en gezamenlijk gebruiken.
Presto!® PageManager® is geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid.
PageManager® kunt u
®
Macintosh
netwerk
Bedraad
33
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
6

Bij gebruik van een draadloze netwerkinterface (voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter) in de infrastructuurmodus

Het draadloze apparaat en het draadloze netwerk verbinden, en het printer­stuurprogramma in de infrastructuurmodus installeren
Eerst moet u de draadloze netwerkinstellingen van het apparaat configureren om te kunnen communiceren met het toegangspunt van het netwerk (router). Wanneer u het apparaat zodanig hebt geconfigureerd dat het kan communiceren met het toegangspunt (router), hebben computers op het netwerk toegang tot het apparaat. Wanneer u het apparaat vanaf deze computers wilt gebruiken, moet u de MFL-Pro Suite installeren. De volgende stappen geleiden u door het configuratie- en installatieproces.
Voor optimale resultaten bij normale afdrukken, plaatst u de machine van Brother zo dicht mogelijk bij het netwerktoegangspunt (router). Zorg dat er zo min mogelijk obstakels tussen de router en de machine staan. Grote voorwerpen en muren tussen de twee apparaten en storingssignalen van andere elektronische apparaten kunnen de snelheid van gegevensoverdracht negatief beïnvloeden.
Vanwege deze factoren is draadloos niet altijd de beste verbindingsmethode voor alle documenttypen en toepassingen. Als u grote bestanden afdrukt, zoals lange documenten met een combinatie van tekst en grote grafische afbeeldingen, is de bedrade ethernetmethode wellicht sneller. USB draagt de gegevens het snelste over.
Weliswaar kunt u de MFC in zowel een bedraad als een draadloos netwerk gebruiken, maar u kunt op een bepaald moment slechts één van deze methoden gebruiken.
®
Macintosh
Belangrijk
De volgende instructies bieden twee methoden om het Brother apparaat te installeren in een omgeving met een draadloos netwerk. Beide methodes zijn voor de infrastructuurmodus, met behulp een draadloze router of draadloos toegangspunt die / dat DHCP gebruikt om IP-adressen toe te wijzen. Wanneer de draadloze router / het draadloos toegangspunt SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™ ondersteunt, volg dan de stappen op pagina 39 De SecureEasySetup™, Wi-Fi
Protected Setup™ of AOSS™ software gebruiken om het apparaat te configureren voor een draadloos netwerk (éénknops methode). Wanneer de draadloze router / het draadloos toegangspunt geen
SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™ ondersteunt, volg dan de stappen op pagina 36 De installatiewizard van het bedienpaneel LAN-menu voor draadloze netwerkconfiguratie gebruiken (infrastructuurmodus). Wanneer u het apparaat wilt instellen in een willekeurige andere draadloze omgeving (Ad-hocmodus), vind u de instructies in de netwerkhandleiding op de CD-ROM.
netwerk
U kunt de netwerkhandleiding bekijken door de onderstaande instructies op te volgen.
Draadloos
1 Zet uw Macintosh 2 Dubbelklik op de Documentation. 3 Dubbelklik op de taalmap. 4 Dubbelklik op het bovenste paginabestand in HTML-indeling. 5 Dubbelklik op de NETWERKHANDLEIDING.
Opmerking
• Wanneer u de printer gaat aansluiten op het netwerk, adviseren we u dat u vóór de installatie contact opneemt met uw systeembeheerder.
• Als u persoonlijke firewallsoftware gebruikt (bijvoorbeeld Windows Wanneer u zeker weet dat u kunt afdrukken, moet u de persoonlijke firewall weer activeren.
®
aan. Plaats de cd-rom van Brother in het cd-romstation.
®
Firewall), moet u deze uitschakelen.
34
Het stuurprogramma en software installeren
Controleren welke netwerkomgeving u hebt
De installatieprocedure varieert, afhankelijk van uw netwerkomgeving.
Infrastructuurmodus
Wanneer het draadloze toegangspunt (A) geen SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™ ondersteunt, volg dan de stappen op pagina 36.
Macintosh
®
Installatie met behulp van SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™.
Als uw draadloze toegangspunt (A) SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™ ondersteunt, hoeft u geen computer te gebruiken om het apparaat te configureren. Het toegangspunt (router) en uw machine kunnen automatisch onderhandelen met gebruik van de procedure SecureEasySetup™. Voor instructies gaat u naar pagina 39.
Configuratie met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup™
Wanneer uw draadloze-toegangspunt (A) Wi-Fi Protected Setup™ ondersteunt, kunt u ook configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup™. Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom voor instructies.
®
Macintosh
netwerk
Draadloos
35
Stap 2
De installatiewizard van het bedienpaneel LAN-menu voor draadloze netwerkconfiguratie gebruiken (infrastructuurmodus)
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
Belangrijk
Zorg dat u de instructies in stap 1 De machine installeren op pagina 4 tot en met 11 hebt uitgevoerd.
Met behulp van deze instructies installeert u het Brother apparaat in een gemiddeld klein kantoor of draadloze thuis-netwerkomgeving in de infrastructuurmodus, waarbij u een draadloze router of toegangspunt gebruikt met DHCP om IP-adressen toe te wijzen. Wanneer u het apparaat wilt instellen in een willekeurige andere draadloze omgeving, vind u de instructies in de netwerkhandleiding op de CD-ROM. U kunt de netwerkhandleiding bekijken door de onderstaande instructies op te volgen.
1 Zet uw Macintosh
Brother in het cd-romstation.
2 Dubbelklik op Documentation. 3 Dubbelklik op de taalmap. 4 Dubbelklik op het bovenste paginabestand in
HTML-indeling.
5 Dubbelklik op de Netwerkhandleiding.
®
aan. Plaats de cd-rom van
1 Noteer de draadloze netwerkinstellingen van
het toegangspunt of draadloze router. SSID (Service Set ID of Netwerknaam) _________________________ WEP-sleutel (indien nodig) _________________________ WPA-PSK-wachtwoord (indien nodig) _________________________ Versleuteling (TKIP of AES) _________________________ LEAP-gebruikersnaam (indien nodig) _________________________ LEAP-wachtwoord _________________________
De WEP-code is voor 64-bit gecodeerde netwerken of 128-bit gecodeerde netwerken, en kan zowel cijfers als letters bevatten. Wanneer u deze gegevens niet weet, moet u de documentatie raadplegen die u hebt gekregen bij uw toegangspunt of draadloze router. Deze code is een 64-bits of 128­bitswaarde, die u moet invoeren in een ASCII­indeling of HEXADEXIMALE indeling.
Bijvoorbeeld:
®
Macintosh
Voordat u begint, moet u de instellingen van het draadloze netwerk kennen.
netwerk
Draadloos
64-bit ASCII: gebruikt vijf tekens, bijvoorbeeld
“Hello” (met onderscheid tussen hoofdletters en kleine letters)
64-bit hexadecimaal:
128-bit ASCII: Gebruikt 13 letters, bijvoorbeeld
128-bit hexadecimaal:
WPA-PSK gebruikt een "Protected Access Pre-shared" code die de koppeling van de draadloze Brother-machine aan toegangspunten mogelijk maakt met behulp van TKIP- en AES-versleuteling. WPA-PSK gebruikt een Pre-Shared Key (PSK) van minimaal 8 tekens en maximaal 63 tekens lang.
Cisco Systems, Inc. heeft Cisco® LEAP ontwikkeld, en gebruikt voor de verificatie een gebruikersnaam en wachtwoord. De LEAP­gebruikersnaam is maximaal 63 tekens lang, en het wachtwoord maximaal 31 tekens lang.
Zie hoofdstuk 3 van de netwerkhandleiding voor meer details.
gebruikt 10 hexadecimale tekens, bijvoorbeeld “71f2234aba”
“Wirelesscomms” (hoofdlettergevoelig)
gebruikt 26 tekens hexadecimale gegevens, bijvoorbeeld “71f2234ab56cd709e5412aa3ba”
36
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
2 Steek de stekker van het netsnoer in het
stopcontact. Zet de machine aan.
Onjuiste configuratie
Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LAN-instellingen herstellen, pas dan kunt u de draadloze instellingen opnieuw configureren. Druk op Menu, 5, 2, 6 (of Menu, 5, 0, 1) en druk dan op 1 om de verandering te accepteren.
3 Druk op het apparaat op Menu, 5, 2, 2.
WLAN Activeren ?
1.Aan 2.Uit
Druk op 1 om Aan te selecteren. Deze instelling schakelt de bedrade netwerkinterface uit.
6 Voer een nieuwe SSID in, en druk op OK. Zie
Tekst invoeren op pagina 46 voor informatie over het invoeren van tekst.
SSID:
7 Druk op of om Infrastructuur te
selecteren, en druk dan op OK.
Selectiemodus Infrastructuur
8 Gebruik de toetsen of en OK om één van
onderstaande opties te selecteren: wanneer het netwerk is geconfigureerd voor Verificatie en versleuteling, moet u voldoen aan de instellingen voor het netwerk.
Geen Verificatie en versleuteling: selecteer
Open systeem, druk op OK en selecteer Geen voor Type Codering en druk op OK.
Druk op 1 om de instellingen toe te passen. Ga naar stap 12.
4 De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst
van beschikbare SSID's. In de lijst behoort de SSID te staan die u zojuist hebt genoteerd. Als de machine meer dan één netwerk vindt,
gebruikt u of om het netwerk te kiezen, en drukt u op
druk op OK. Ga naar stap 8.
Select. ab of OK verkoopgroep
Opmerking
Het duurt verschillende seconden om een lijst met beschikbare SSID's weer te geven.
Als het toegangspunt de SSID niet doorgeeft, moet u de SSID-naam handmatig invoeren. Ga naar stap 5.
5 Selecteer <Nieuwe SSID> met behulp van
Geen Verificatie met WEP-versleuteling:
selecteer Open systeem, druk op OK en gebruik dan de of om WEP te selecteren
voor het Type Codering en druk op OK. Ga naar stap 9.
Verificatie met WEP-versleuteling: selecteer Gedeelde sleutel, druk op OK. Ga naar stap 9.
Verificatie met WPA/WPA2-PSK (TKIP- of AES-versleuteling):
en druk op
Verificatie met LEAP: selecteer LEAP, druk op OK. Ga naar stap 11.
OK
selecteer
. Ga naar stap 10.
WPA/WPA2-PSK
®
,
netwerk
Draadloos
Macintosh
of en druk op OK. Ga naar stap 6.
Select. SSID&Set <Nieuwe SSID>
37
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
9 Selecteer het juiste codenummer, en druk
op OK.
Set WEP KEY KEY1:
Voer de WEP-code in die u hebt opgeschreven in stap 1 met behulp van de kiestoetsen. U kunt
de of gebruiken om de cursor te verplaatsen. Wanneer u bijvoorbeeld de letter
a wilt invoeren, drukt u eenmaal op de toets 2 op de kiestoetsen. Wanneer u het nummer 3 wilt invoeren, drukt u zevenmaal op de toets 3 van de kiestoetsen.
De letters verschijnen in deze volgorde: kleine letter, hoofdletter, getallen en dan speciale letters.
Selecteer OK wanneer u alle tekens hebt ingevoerd, druk op 1 om de instellingen toe te passen. Ga naar stap 12.
De meeste toegangspunten en routers kunnen meer dan één code opslaan, maar ze gebruiken er op een bepaald moment slechts één voor verificatie en versleuteling.
12 Het apparaat probeert nu verbinding te maken
met het draadloze netwerk met behulp van de informatie die u hebt ingevoerd. Wanneer dat slaagt, verschijnt kort Verbonden op de LCD.
Verbinding NG verschijnt wanneer de afdrukserver geen verbinding heeft gemaakt met de router of het toegangspunt. Probeer het opnieuw vanaf 3. Als hetzelfde bericht weer verschijnt, moet u de fabrieksinstellingen van de afdrukserver herstellen en het opnieuw proberen. (Zie De netwerkinstellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen op pagina 45.)
13 Het apparaat probeert automatisch de juiste
TCP/IP adresinformatie te krijgen van het toegangspunt (router) wanneer DHCP is ingeschakeld (DHCP is normaal gesproken ingeschakeld als standaard voor de meeste routers van het toegangspunt).
Wanneer het toegangspunt DHCP niet heeft ingeschakeld, moet u het IP-adres, subnetmasker en poort van het apparaat handmatig zodanig instellen dat ze geschikt zijn voor het netwerk. Raadpleeg de netwerkhandleiding voor details.
®
Macintosh
10 Druk op of om TKIP of AES te selecteren
voor de Type Codering en druk op OK. Voer het WPA-PSK wachtwoord in dat u hebt opgeschreven in stap 1 met behulp van de
kiestoetsen. U kunt de of gebruiken om de cursor te verplaatsen. Wanneer u bijvoorbeeld de letter a wilt invoeren, drukt u eenmaal op de toets 2 op de kiestoetsen. Wanneer u het nummer 3 wilt invoeren, drukt u zevenmaal op de toets 3 van de kiestoetsen.
netwerk
Draadloos
Selecteer OK wanneer u alle tekens hebt ingevoerd, passen
druk op 1 om de instellingen toe te
. Ga naar stap 12.
11 Voer de gebruikersnaam in en druk op OK. U
kunt de of gebruiken om de cursor te verplaatsen. Wanneer u bijvoorbeeld de letter a wilt invoeren, drukt u eenmaal op de toets 2 op de kiestoetsen.
Voer het wachtwoord in en druk op OK, en druk op 1 om de instellingen toe te passen. Ga naar stap 12. (Gebruik de grafiek op Tekst invoeren op pagina 46.)
De draadloze instelling is nu compleet. Wanneer u MFL-Pro suite wilt instellen, gaat u verder met stap 7 op pagina 40.
38
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
De SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™ software gebruiken om het apparaat te configureren voor een draadloos netwerk (éénknops methode)
®
Wanneer uw draadloze toegangspunt hetzij SecureEasySetup™, hetzij Wi -Fi Protected Setup™
1
(PBC
) of AOSS™ ondersteunt, kunt u de machine gemakkelijk configureren zonder computer. U kunt het draadloze netwerk met een druk op de knop van de draadloze router of het toegangspunt instellen en beveiligen. Zie de gebruikershandleiding van uw draadloze LAN-router of toegangspunt voor informatie over het gebruik van de éénknops methode. Wanneer de draadloze router of het draadloos toegangspunt geen SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™ ondersteunt, ga dan naar pagina pagina 36 voor installatie-instructies.
1
Configuratie met een drukknop
Opmerking
Routers of toegangspunten die SecureEasySetup™, WiFi Protected Setup™ of AOSS™ ondersteunen, hebben de hieronder afgebeelde symbolen.
1 Steek de stekker van het netsnoer in het
stopcontact. Zet de machine aan.
Onjuiste configuratie
Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LAN-instellingen herstellen, pas dan kunt u de draadloze instellingen opnieuw configureren. Druk op Menu, 5, 2, 6 (of Menu, 5, 0) en druk dan op 1 om de verandering te accepteren.
2 Plaats het Brother apparaat kort bij de
SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™ router of toegangspunt.
3 Druk op de knop SecureEasySetup™, Wi-Fi
Protected Setup™ of AOSS™ op de draadloze router of toegangspunt. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor informatie over de draadloze router of toegangspunt.
4 Druk op Menu, 5, 2, 3 op het bedienpaneel van
het Brother apparaat.
WLAN Activeren ?
1.Aan 2.Uit
Druk op 1 om schakelt de bedrade netwerkinterface uit.
Deze functie detecteert automatisch welke modus uw toegangspunt gebruikt (SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™) om de machine te configureren.
Aan
te selecteren. Deze instelling
®
Macintosh
netwerk
Draadloos
Opmerking
Wanneer uw draadloze toegangspunt Wi­Fi Protected Setup™ (PIN-methode) ondersteunt en u wilt uw machine configureren met behulp van de PIN-methode (PIN = Personal Identification Number), zie dan de netwerkhandleiding op de cd-rom.
39
Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
5
De machine zoekt twee minuten lang naar een toegangspunt dat SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™ ondersteunt.
Instelling WLAN
6 Wanneer op het LCD Verbonden staat, heeft
de machine verbinding gemaakt met uw router of toegangspunt. U kunt de machine nu op het draadloze netwerk gebruiken.
Wanneer het LCD
Verbinden: SES (Bezig verb. WPS AOSS aansluiten
toont, is het apparaat niet goed aangesloten op de router of het toegangspunt. Probeer het opnieuw vanaf moet u de fabrieksinstellingen van de machine herstellen en het opnieuw proberen. Voor herstellen, zie
terugzetten naar de fabrieksinstellingen
op pagina 45.
Instelling WLAN
), dan
Verbinding NG
4
. Als het bericht aanwezig blijft,
De netwerkinstellingen
,
of
7 Zet uw Macintosh
®
aan.
8 Plaats de meegeleverde cd-rom in uw cd-rom-
station.
9 Dubbelklik op het pictogram Start Here OSX
om de installatie te starten. Volg de instructies op uw scherm.
®
Macintosh
netwerk
Draadloos
Wanneer het LCD
Verbinding NG
is een sessieoverlap of verbindingsfout gedetecteerd (zie de onderstaande opmerking). Het apparaat heeft meer dan twee routers of toegangspunten op het netwerk gedetecteerd met de SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ modus of de AOSS™ modus ingeschakeld. Controleer dat slechts één router of toegangspunt de SecureEasySetup™ modus, Wi-Fi Protected Setup™ modus of AOSS™ modus heeft ingeschakeld, en probeer opnieuw te beginnen vanaf
Instelling WLAN
of
Incorrecte modus
4.
, dan
toont,
Opmerking
LCD meldingen wanneer u het SES/WPS/AOSS menu van het bedienpaneel gebruikt
Instelling WLAN Het toegangspunt zoeken of
openen, en instellingen ophalen van het toegangspunt.
Verbinden: SES/WPS/ AOSS
Verbinding NG Verbinding mislukt. (Wanneer
Incorrecte modus
De draadloze instelling is nu compleet. Wanneer u MFL-Pro software wilt instellen, gaat u verder met stap 7.
Verbinding maken met het toegangspunt.
het verschijnt nadat het LCD
Verbinden: SES/WPS/ AOSS toont.)
Sessieoverlap is gedetecteerd. Sessieoverlap is gedetecteerd.
Opmerking
Raadpleeg de softwarehandleiding op de cd-rom om het PS-stuurprogramma te installeren.
10 Selecteer Draadloze netwerkverbinding en
klik op Volgende.
11 Klik op het vakje gecontroleerd en bevestigd,
en dan op Volgende. Volg de instructies op het scherm.
Het installeren van de software neemt een paar seconden in beslag. Klik na de installatie op Herstart om de installatie van de software te voltooien.
40
Het stuurprogramma en software installeren
Macintosh
®
12 De Brother-software zoekt het Brother-
apparaat. Tijdens het zoeken, verschijnt het volgende scherm.
Opmerking
• Als de machine is geconfigureerd voor uw netwerk, selecteert u de machine in de lijst en klikt u op Als er slechts één machine op het netwerk is aangesloten, wordt dit venster niet weergegeven en wordt de desbetreffende machine automatisch geselecteerd. Ga naar stap
• Klik op OK wanneer dit scherm verschijnt.
13
.
OK
13 Klik op OK wanneer dit scherm verschijnt.
Bij gebruik van Mac OS® X 10.3.x of recenter: MFL-Pro Suite, de Brother-printerdriver en -scannerdriver en Brother
.
ControlCenter2 zijn geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid. Ga naar stap 18.
14 Bij gebruik van Mac OS
Klik op Voeg toe.
15 Kies de hieronder aangegeven optie.
®
X 10.2.4 tot 10.2.8:
Voer in het veld Display Naam een naam van
®
maximaal 15 tekens in voor uw Macintosh op OK. Ga naar stap 13.
en klik
• Als u de knop Scan op de machine wilt gebruiken om te scannen via het netwerk, activeert u het selectievakje Registreer uw computer met de "Scannen naar"-functie op de machine.
• De naam die u hier invoert, verschijnt op het LCD-scherm van de machine wanneer u op de toets Scan drukt en een scanoptie kiest. (Zie Netwerkscannen in de softwarehandleiding op de cd-rom voor meer informatie.)
16 Selecteer de modelnaam en klik dan op
Voeg toe.
®
Macintosh
netwerk
Draadloos
41
Stap 2
17 Klik op Afdrukbeheer en vervolgens op Stop
Het stuurprogramma en software installeren
'Afdrukbeheer'.
MFL-Pro Suite, de Brother-printerdriver en -scannerdriver en Brother ControlCenter2 zijn geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid.
Macintosh
®
®
Macintosh
18 Om Presto!
netwerk
Draadloos
®
PageManager® te installeren, dubbelklikt u op het pictogram Presto! PageManager en volgt u de instructies op het scherm.
Opmerking
Door Presto!®PageManager® te installeren voegt u OCR-functionaliteit aan Brother ControlCenter2
toe. Met Presto! eenvoudig foto’s en documenten scannen, ordenen en gezamenlijk gebruiken.
Presto!® PageManager® is geïnstalleerd en de installatie is nu voltooid.
®
PageManager® kunt u
42

Voor netwerkgebruikers

1
1

Hulpprogramma BRAdmin Light (voor Windows®)

BRAdmin Light is een hulpprogramma voor de standaard configuratie van Brother apparaten die op het netwerk zijn aangesloten. Daarnaast kunt u met BRAdmin Light zoeken naar Brother-producten in het netwerk, de status van algemene netwerkinstellingen, zoals het IP-adres, weergeven en deze configureren. Ga voor meer informatie over BRAdmin Light naar http://solutions.brother.com/
.
Opmerking
Voor een geavanceerd printerbeheer gebruikt u de meest recente versie van het hulpprogramma Brother BRAdmin Professional dat u kunt ophalen op http://solutions.brother.com/

Het configuratiehulpprogramma BRAdmin Light installeren

Opmerking
Het standaardwachtwoord voor de afdrukserver is ‘access’. U kunt dit wachtwoord in BRAdmin Light wijzigen.
1 Klik op Andere drivers of programma's
installeren in het menuvenster.

Het IP-adres, het subnetmasker en de gateway instellen met BRAdmin Light

Opmerking
Als u een DHCP/BOOTP/RARP-server in uw netwerk hebt, hoeft u de volgende handeling niet te verrichten. Het IP-adres wordt automatisch door de afdrukserver opgehaald.
1 Start BRAdmin Light. BRAdmin Light zoekt
automatisch naar nieuwe apparaten.
.
2 Klik op BRAdmin Light en volg de instructies
op het scherm.
2 Dubbelklik op het niet-geconfigureerde
apparaat.
3 Kies STATIC als Boot-methode. Voer het IP-
adres, Subnetmasker en de Gateway in en klik op OK.
4 De adresgegevens voor de machine worden
opgeslagen.
43
Voor netwerkgebruikers
2
BRAdmin Light is een hulpprogramma voor de standaard configuratie van Brother apparaten die op het netwerk zijn aangesloten. Daarnaast kunt u vanaf een computer met Mac OS
zoeken naar Brother-producten in het netwerk, de status van algemene netwerkinstellingen, zoals het IP-adres, weergeven en deze configureren. BRAdmin Light wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u de printerdriver installeert. Als u het printer­stuurprogramma al hebt geïnstalleerd, hoeft u dit niet opnieuw te doen. Ga voor meer informatie over BRAdmin Light naar http://solutions.brother.com/

Het IP-adres, het subnetmasker en de gateway instellen met BRAdmin Light

Hulpprogramma BRAdmin Light (voor Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter via BRAdmin Light
.
3 Dubbelklik op het bestand BRAdmin Light.jar
en start de software. BRAdmin Light zoekt vervolgens automatisch naar nieuwe
Opmerking
• Als u een DHCP/BOOTP/RARP-server in uw netwerk hebt, hoeft u de volgende handeling niet te verrichten. Het IP-adres wordt automatisch door de afdrukserver opgehaald.
• Zorg ervoor dat versie 1.4.1_07 of recenter van de Java™-clientsoftware op uw computer is geïnstalleerd.
• Het standaardwachtwoord voor de afdrukserver is ‘access’. U kunt dit wachtwoord in BRAdmin Light wijzigen.
apparaten.
4 Dubbelklik op het niet-geconfigureerde
apparaat.
®
X)
1 Dubbelklik op het pictogram Macintosh HD op
het bureaublad.
2 Kies Bibliotheek, Printers, Brother en
vervolgens Utilities.
5 Kies STATIC (STATIC) als startmethode
(Boot Method). Voer het IP-adres (IP­Address), Subnetmasker (Subnet Mask) en de Poort (Gateway) in en klik op OK.
6 De adresgegevens voor de machine worden
opgeslagen.
44
Voor netwerkgebruikers
3
De Brother-afdrukserver is uitgerust met een webserver waarmee u de status van de afdrukserver kunt controleren of bepaalde configuratie-instellingen kunt wijzigen via HTTP (Hyper Text Transfer Protocol).

Beheer via het web (webbrowser)

Opmerking
• De gebruikersnaam is ‘admin’ en het standaardwachtwoord is ‘access’. U kunt dit wachtwoord via een webbrowser wijzigen.
• We raden Microsoft Internet Explorer 6.0
recenter) of Firefox
®
Windows er bovendien voor dat JavaScript en cookies altijd zijn ingeschakeld in de browser die u gebruikt. We raden u aan uw systeem bij te werken naar Safari™ 1.2 (of recenter) om JavaScript in te schakelen. Om een webbrowser te gebruiken, hebt u het IP-adres van de afdrukserver nodig.
, en Safari™ 1.0 voor Macintosh®. Zorg
®
®
(of
1.0 (of recenter) aan voor
1 Open de browser. 2 Typ http:// ip-adres_printer/ in de adresbalk van
uw browser (waarbij “ip-adres_printer” het IP­adres of de naam van de afdrukserver is).
Bijvoorbeeld http://192.168.1.2/
4
Om alle netwerkinstellingen van de interne afdruk/scanserver terug te zetten naar de fabrieksinstellingen, gaat u als volgt te werk.

De netwerkinstellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen

1 Controleer of de machine niet in gebruik is en
koppel vervolgens alle kabels los van de machine (met uitzondering van het netsnoer).
2 Druk op Menu, 5, 0. 3 Druk op 1 om Herstel te selecteren. 4 Druk op 1 om Ja te selecteren. 5 De machine wordt opnieuw opgestart. Sluit de
kabels hierna opnieuw aan.
5
U kunt de netwerkconfiguratielijst afdrukken om de huidige netwerkinstellingen te bevestigen. U drukt de netwerkconfiguratielijst op de volgende manier af:

Druk de netwerkconfiguratielijst af.

1 Zorg ervoor dat het voordeksel is gesloten en
dat de stekker in het stopcontact zit.
2 Zet de machine aan en wacht tot de machine
gereed is.
3 Druk op Rapport en of om
netwerkconfiguratie te selecteren. Druk op OK. De machine drukt de huidige netwerkinstellingen af.
Zie hoofdstuk 2 van de netwerkhandleiding.
45
Voor netwerkgebruikers
6

Tekst invoeren

Bij het instellen van bepaalde menuopties (zoals de stationsnaam) moet u teksttekens invoeren. Op de kiestoetsen zijn letters afgedrukt. De toetsen: 0, # en l hebben geen letters erboven, omdat deze toetsen voor speciale tekens worden gebruikt.
Druk zo vaak op de desbetreffende kiestoets tot u toegang krijgt tot onderstaande tekens.
Druk
op
toets
2 ABC2 3 DEF 3 4 GH I 4 5 JKL5 6 MNO 6 7 PQRS 8 TUV8 9 WXY Z
1 X 2 X 3 X 4 X
Spaties invoeren
Als u een spatie in een faxnummer wilt invoegen, drukt u één keer op tussen de cijfers. Wanneer u een spatie in een naam wilt invoegen, drukt u twee keer op tussen de tekens.
Corrigeren
Als u een letter fout hebt ingevoerd en deze wilt corrigeren, drukt u op om met de cursor naar het fout ingevoerde teken te gaan en drukt u vervolgens op Wis/terug.
Letters herhalen
Om een teken in te voeren dat op dezelfde toets als het vorige teken staat, drukt u op om de cursor naar rechts te bewegen, en drukt u daarna opnieuw op de toets.
Speciale tekens en symbolen
Druk op l, # of 0, en druk vervolgens op of om de cursor naar het gewenste symbool of teken te verplaatsen. Druk op OK om het teken of symbool te selecteren. Afhankelijk van uw menuselectie verschijnen de volgende symbolen en tekens.
Druk op l voor (spatie) ! " # $ % & ' ( ) l + , - . / m Druk op # voor : ; < = > ? @ [ ] ˆ _ ¥ ~ ‘ | { } Druk op 0 voor Ä Ë Ö Ü À Ç È É 0
46

Verbruiksartikelen en opties

1
1
Wanneer het tijd is om verbruiksartikelen te vervangen, wordt er een foutmelding op het LCD-scherm weergegeven. Ga voor meer informatie over de verbruiksartikelen van het apparaat naar http://solutions.brother.com/ contact op met uw plaatselijke Brother-dealer.

Verbruiksartikelen

Tonercartridge Drumeenheid
TN-2110/TN-2120 DR-2100
of neem
47
Handelsmerken
Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International Corporation. Windows Vista is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Microsoft, Windows en Windows Server zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Macintosh en TrueType zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. Nuance, het Nuance-logo, PaperPort en ScanSoft zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nuance Communications, Inc. of haar partners in de Verenigde Staten en/of andere landen. Presto! PageManager is een wettig gedeponeerd handelsmerk van NewSoft Technology Corporation. BROADCOM, SecureEasySetup en het SecureEasySetup-logo zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van Broadcom Corporation. AOSS is een handelsmerk van Buffalo Inc. Wi-Fi, WPA en WPA2 zijn wettig gedeponeerde handelsmerken, en Wi-Fi Protected Setup is een handelsmerk van Wi-Fi Alliance. Elk bedrijf waarvan software in deze handleiding wordt vermeld, heeft een softwarelicentieovereenkomst die specifiek bedoeld is voor de betreffende programma’s.
Alle andere merknamen en productnamen die in deze handleiding worden gebruikt, zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding opgenomen. De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie. Dit product is bedoeld voor gebruik in een professionele werkomgeving.
©2008 Brother Industries, Ltd. ©1998-2008 TROY Group, Inc. ©1983-2008 PACIFIC SOFTWORKS INC. Dit product omvat de "KASAGO TCP/IP" software die is ontwikkeld door ELMIC WESCOM,INC. ©2008 Devicescape Software, Inc. Dit product omvat de RSA BSAFE Cryptographic software van RSA Security Inc. Portions Copyright voor ICC profielen 2003 door European Color Initiative, www.eci.org. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN
Loading...