Brother Innov-is V3 User's Guide

Page 1
Bedieningshandleiding
Borduurmachine
Productcode: 882-D82
Lees dit document voordat u de machine gebruikt. Houd dit document bij de hand, zodat u het kunt raadplegen.
Page 2
HANDELSMERKEN
IMPORTANT:
READ BEFORE DOWNLOADING, COPYING, INSTALLING OR USING. By downloading, copying, installing or using the software you agree to this license. If you do not agree to this license, do not download, install, copy or use the software.
Intel License Agreement For Open Source Computer Vision Library
Copyright © 2000, Intel Corporation, all rights reserved. Third party copyrights are property of their respective owners.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met:
• Redistribution’s of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
• Redistribution’s in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
• The name of Intel Corporation may not be used to endorse or promote products derived from this software without specific prior written permission.
This software is provided by the copyright holders and contributors “as is” and any express or implied warranties, including, but not limited to, the implied warranties of merchantability and fitness for a particular purpose are disclaimed. In no event shall Intel or contributors be liable for any direct, indirect, incidental, special, exemplary, or consequential damages (including, but not limited to, procurement of substitute goods or services; loss of use, data, or profits; or business interruption) however caused and on any theory of liability, whether in contract, strict liability, or tort (including negligence or otherwise) arising in any way out of the use of this software, even if advised of the possibility of such damage.
All information provided related to future Intel products and plans is preliminary and subject to change at any time, without notice.
SD is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van SD-3C, LLC. CompactFlash is een gedeponeerd handelsmerk van Sandisk Corporation. Memory Stick is een gedeponeerd handelsmerk van Sony Corporation. SmartMedia is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Toshiba Corporation. MultiMediaCard (MMC) is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Infineon Technologies AG. xD-Picture Card is een gedeponeerd handelsmerk van Fuji Photo Film Co. Ltd. IBM is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation.
Elk bedrijf waarvan de software wordt genoemd in deze gebruiksaanwijzing heeft een softwarelicentieovereenkomst voor zijn speciale programma's.
Alle andere merken en productnamen die in deze gebruiksaanwijzing worden genoemd, zijn gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven. De uitleg van tekens zoals
® en ™ is niet duidelijk beschreven in de tekst.
Page 3
INLEIDING
INLEIDING
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze machine. Alvorens de machine te gebruiken dient u zorgvuldig de “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” te lezen. Vervolgens bestudeert u deze handleiding zodat u de diverse functies goed gebruikt. Nadat u de handleiding hebt gelezen, bergt u deze op een handige plek op. Dan kunt u de handleiding zo nodig raadplegen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees eerst deze veiligheidsinstructies alvorens de machine in gebruik te nemen.
GEVAAR - Verminder de kans op elektrische schok
1Neem altijd de stekker uit het wandstopcontact: direct na gebruik; voordat u de machine reinigt; wanneer u
onderhoud pleegt aan de machine; of wanneer u de machine onbeheerd achterlaat.
WAARSCHUWING - Verklein de kans op brandwonden,
brand, elektrische schok of letsel.
2Neem altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u servicehandelingen verricht die u als gebruiker volgens de
bedieningshandleiding moet uitvoeren.
• Voordat u de stekker uit het stopcontact haalt, zet u de machine eerst op “O” (uit). Vervolgens pakt u de netstekker beet en trekt u deze uit het stopcontact. Trek niet aan het snoer.
• Sluit de machine rechtstreeks op een stopcontact aan. Gebruik geen verlengsnoeren.
• Haal altijd de stekker uit het stopcontact bij een stroomstoring.
3Gevaren in verband met elektriciteit:
• Sluit de machine aan op een stopcontact met wisselstroom binnen het op de kenplaat aangegeven bereik. Sluit de machine niet aan op een stopcontact met gelijkstroom of omvormer. Als u niet zeker weet welke stoomvoorziening u hebt, neem dan contact op met een gekwalificeerd elektricien.
• Deze machine is alleen goedgekeurd voor gebruik in het land van aanschaf.
4Gebruik de machine beslist niet als een snoer of stekker beschadigd is; als de machine niet goed werkt; als de
machine is gevallen of beschadigd; of als u water op de machine hebt gemorst. Breng de machine naar de dichtstbijzijnde erkende dealer voor onderzoek, reparatie, elektrische of mechanische aanpassingen.
• Of de machine in gebruik is of niet, wanneer u iets ongebruikelijks opmerkt aan de machine - geur, hitte, verkleuring of vervorming - stopt u onmiddellijk en neemt u de netstekker uit het stopcontact.
• Wanneer u de machine vervoert, draagt u deze aan het handvat. Wanneer u de machine optilt aan een ander onderdeel dan het handvat, kan de machine beschadigen of vallen. Dit kan letsel veroorzaken.
• Wanneer u de machine optilt, mag u geen plotselinge of onvoorzichtige bewegingen maken. U kunt dan letsel oplopen aan uw rug of knieën.
B-1
Page 4
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
5Houd altijd uw werkvlak vrij:
• Gebruik de machine nooit wanneer de ventilatieopeningen zijn geblokkeerd. Houd de ventilatieopeningen van de machine en het voetpedaal vrij van stof, pluisjes en stukken stof.
• Gebruik geen verlengsnoeren. Sluit de machine rechtstreeks op een stopcontact aan.
• Zorg dat er nooit iets in een opening valt en steek geen voorwerpen in een opening.
• Gebruik de machine niet wanneer spuitbussen worden gebruikt of zuurstof wordt toegediend.
• Gebruik de machine niet in de buurt van een warmtebron, zoals fornuis of strijkbout. Anders kan de machine, het netsnoer, het kledingstuk dat u naait ontvlammen. Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok.
• Plaats deze machine niet op een wankel of scheef oppervlak. Dan kan de machine vallen, en dit kan letsel veroorzaken.
6Wees vooral voorzichtig tijdens het borduren:
• Let altijd goed op de naald. Gebruik geen verbogen of beschadigde naalden.
• Blijf met uw vingers uit de buurt van alle bewegende onderdelen. Let vooral op bij de naald.
• Zet de machine op de stand “O” (uit) wanneer u iets aanpast in de buurt van de naald.
• Gebruik nooit een beschadigde of onjuiste steekplaat. Daardoor kan de naald breken.
• Duw of trek de stof niet tijdens het borduren.
7Deze machine is geen speelgoed:
• Let goed op wanneer kinderen in de buurt zijn terwijl u de machine gebruikt.
• Houd de plastic zak waarin de machine werd geleverd buiten bereik van kinderen, of gooi de zak weg. Laat nooit kinderen met de zak spelen. Ze zouden hierin kunnen stikken.
• Gebruik de machine niet buiten.
8Voor een langere levensduur:
• Zet de machine niet weg op een plaats met direct zonlicht of een hoge vochtigheidsgraad. Gebruik of plaats de machine niet vlakbij de verwarming, een strijkijzer, halogeenlamp of andere warme voorwerpen.
• Maak voor het reinigen van de behuizing alleen gebruik van neutrale zeep of reinigingsmiddelen. Benzeen, thinner en schuurmiddelen kunnen de behuizing en de machine beschadigen en mogen nooit worden gebruikt.
• Raadpleeg altijd de bedieningshandleiding als u delen, de persvoet, de naald of andere onderdelen vervangt of installeert om te zorgen dat dit juist gebeurt.
9Voor reparatie of bijstelling:
• Als de verlichtingsunit beschadigd is, moet deze worden vervangen door een erkende dealer.
• Indien de machine een defect vertoont of moet worden bijgesteld, kijk dan eerst aan de hand van het overzicht voor probleemoplossing achterin deze bedieningshandleiding of u de machine zelf kunt controleren of bijstellen. Als u het probleem daarmee niet kunt oplossen, raadpleeg dan uw plaatselijke erkende Brother-dealer.
Gebruik deze machine alleen voor de bestemde doeleinden, zoals beschreven in deze handleiding.
Gebruik alleen door de fabrikant aanbevolen accessoires zoals beschreven in deze handleiding.
Gebruik alleen de interfacekabel (USB-kabel) die bij deze machine is geleverd.
Gebruik uitsluitend de sensorpen die bij deze machine is geleverd.
Gebruik slechts de muis die specifiek is bedoeld voor deze machine.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Meer informatie over onze producten en updates vindt u op onze website www.brother.com
B-2
Page 5
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Deze machine is bedoeld voor huishoudelijk gebruik.
VOOR GEBRUIKERS BUITEN DE CENELEC-LANDEN
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (kinderen inbegrepen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijk vermogens, tenzij onder toezicht of met instructies over het gebruik van het apparaat door degene die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Let goed op dat kinderen niet met het apparaat spelen.
VOOR GEBRUIKERS BINNEN DE CENELEC-LANDEN
Dit apparaat kan gebruikt worden door kinderen vanaf 8 jaar en personen met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis als zij toezicht of instructies krijgen omtrent het veilige gebruik van het apparaat en als zij de mogelijke gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mag niet zonder toezicht uitgevoerd worden door kinderen.
ALLEEN VOOR GEBRUIKERS IN
GROOT-BRITTANNIË, IERLAND, MALTA EN CYPRUS
BELANGRIJK
• Wanneer u de stekkerstop vervangt, moet u een door ASTA voor BS 1362 goedgekeurde stop gebruiken, met het
-merk, met de sterkte die op de stekker is aangegeven.
• Plaats altijd de afdekking van de zekering terug. Gebruik nooit stekkers waarvan de zekering niet is afgedekt.
• Als het beschikbare stopcontact niet geschikt is voor de stekker die wordt geleverd bij deze apparatuur, moet u
contact opnemen met uw erkende dealer om het juiste snoer te verkrijgen.
B-3
Page 6
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
B-4
Page 7
WAT U MET DEZE MACHINE KUNT DOEN
WAT U MET DEZE MACHINE KUNT DOEN
B Basishandelingen
Lees dit gedeelte eerst nadat u de machine hebt aangeschaft. U vindt hier bijzonderheden over het configureren van de machine, en beschrijvingen van de nuttigste functies.
Hoofdstuk 1 Voorbereidingen
Belangrijkste onderdelen en schermen leren bedienen
Pagina B-16
Hoofdstuk 2 Sensorfuncties
(voor modellen die zijn uitgerust met de sensorfunctie)
Probeer de nieuwe functie met de bijgeleverde sensorpen
Pagina B-52
E Borduren
In dit gedeelte vindt u aanwijzingen om ontwerpen te borduren met deze machine. In hoofdstuk 1, “Borduren”, vindt u uitvoerige informatie over borduurpatronen die zijn opgeslagen op de machine of zijn geïmporteerd. In hoofdstuk 2, “Borduurcombinatie”, vindt u uitvoerige informatie over borduurcombinatiepatronen om eigen patronen te maken.
Hoofdstuk 1 Borduren
Maximum 30 cm × 18 cm (ca. 12 inch × 7 inch) voor grote borduurontwerpen
Pagina E-2
Hoofdstuk 2 Borduurcombinatie
U kunt ontwerpen combineren, roteren of vergroten
Pagina E-56
A Bijlage
In dit gedeelte vindt u belangrijke informatie voor de bediening van deze machine.
Hoofdstuk 1 Werken met de
spoel
Leren werken met de spoel
Pagina A-2
Hoofdstuk 2 Onderhoud en
probleemoplossing
Tips om problemen op te lossen en aanwijzingen hoe u uw machine zo goed mogelijk in conditie kunt houden.
Pagina A-14
B-5
Page 8
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
HANDELSMERKEN
INLEIDING........................................................... 1
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES .......... 1
WAT U MET DEZE MACHINE KUNT DOEN........ 5
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE........ 8
Machine................................................................................. 8
Naald en persvoetgedeelte ..................................................... 9
Borduurtafel ........................................................................... 9
Bedieningstoetsen ................................................................ 10
Bijgeleverde accessoires....................................................... 11
Optionele artikelen .............................................................. 13
B Basishandelingen
Hoofdstuk1 Voorbereidingen 16
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN.................. 17
De machine de eerste maal instellen.................................... 18
DISPLAY............................................................. 20
Gebruik van de instellingstoets ............................................ 22
Gebruik van de Helptoets machine ..................................... 29
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD................... 31
Spoel opwinden ................................................................... 31
Spoel aanbrengen................................................................. 36
BOVENDRAAD INRIJGEN ................................. 38
Bovendraad inrijgen............................................................. 38
Gebruik van draden die snel afwikkelen............................... 41
BORDUURVOET VERWISSELEN........................ 42
Borduurvoet verwijderen...................................................... 42
Borduurvoet bevestigen ........................................................ 42
NAALD VERWISSELEN ....................................... 45
Over de naald ...................................................................... 46
VOORDAT U GAAT BORDUREN ...................... 46
Borduren stap voor stap........................................................ 46
Over de borduurtafel............................................................ 47
FUNCTIES WAARVOOR U HET ACCESSOIRE
MOET AANSLUITEN OP DE MACHINE ............. 49
Gebruik van USB-media of borduurkaartlezer/
USB-kaartschrijfmodule* ...................................................... 49
De machine aansluiten op de computer ............................... 49
Gebruik van een USB-muis .................................................. 50
Hoofdstuk2 Sensorfuncties (voor
modellen die zijn uitgerust met de sensorfunctie) 52
SENSORPEN AANSLUITEN ................................ 53
Gebruik van de sensorpenhouder ......................................... 53
GEBRUIK VAN DE SENSORPEN......................... 55
Werken met de sensorpen .................................................... 55
Belangrijke informatie over de sensorpen............................. 55
Sensorpen kalibreren............................................................ 56
GEBRUIK VAN SENSORFUNCTIES IN BORDUUR-/
BORDUURCOMBINATIEMODUS ..................... 58
Borduurpositie opgeven met de sensorpen ........................... 58
E Borduren
Hoofdstuk1 Borduren 2
PATRONEN KIEZEN ............................................. 3
Borduurpatronen kiezen/Brother “Exclusief”/Bloemletter/
Werken met de spoel ............................................................. 4
Letterpatronen kiezen ............................................................ 5
Kaderpatronen selecteren ...................................................... 7
Patronen selecteren van borduurkaarten ................................ 7
Patronen kiezen van een USB-medium/computer.................. 8
OVERZICHT DISPLAY VOOR BORDUREN ......... 9
DE STOF VOORBEREIDEN ................................ 11
Opstrijksteunstof bevestigen op de stof ................................ 11
Stof in het borduurraam plaatsen ......................................... 13
Kleine stukjes stof, hoeken of randen en lint of
band borduren..................................................................... 16
BORDUURRAAM BEVESTIGEN......................... 17
POSITIE VAN HET PATROON
CONTROLEREN................................................. 19
Patroonpositie controleren ................................................... 19
Voorbeeld van het patroon bekijken .................................... 20
BORDUURPATROON NAAIEN......................... 21
Aantrekkelijke afwerkingen borduren .................................. 21
Borduurpatronen naaien ...................................................... 22
Applicaties borduren ........................................................... 23
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN ...... 26
Als de onderdraad bijna op is .............................................. 26
Wanneer de draad afbreekt tijdens het naaien ..................... 27
Opnieuw beginnen vanaf het begin ..................................... 28
Borduren hervatten nadat u de machine hebt uitgezet ......... 28
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN..... 30
Draadspanning aanpassen ................................................... 30
Spoelhuis aanpassen (geen kleur op schroef) ....................... 31
Gebruik van de automatische draadknipfunctie
(EINDE KLEUR KNIPPEN) .................................................... 32
Gebruik van de draadknipfunctie
(OVERSPRINGENDE STEEK KNIPPEN) ................................ 32
Borduursnelheid aanpassen ................................................. 33
Garenkleur wijzigen............................................................ 34
“Borduurraamscherm” wijzigen ........................................... 35
BORDUURPATROON WIJZIGEN ..................... 36
Patroon verplaatsen ............................................................. 36
Patroon en naald in de juiste positie zetten.......................... 36
Grootte van patroon wijzigen .............................................. 37
Patroon roteren.................................................................... 38
Horizontaal gespiegeld patroon maken................................ 39
Bewerkscherm vergroten ..................................................... 39
Steekdichtheid wijzigen (alleen letter- en kaderpatronen) ... 40
Kleuren van letterpatroon wijzigen ...................................... 40
Verbonden letters borduren ................................................. 41
Ononderbroken borduren (monochroom - met één kleur) ... 43
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE .......... 44
Voorzorgsmaatregelen borduurgegevens ............................. 44
Steekpatronen opslaan in het geheugen van de machine ..... 45
Steekpatronen opslaan op USB-medium.............................. 46
Borduurpatronen opslaan op de computer........................... 47
Patronen ophalen uit het geheugen van de machine ............ 48
Ophalen van USB-media ..................................................... 49
Ophalen van de computer ................................................... 50
BORDUURAPPLICATIE ..................................... 51
Applicatie maken met een kaderpatroon (1)......................... 51
Applicatie maken met een kaderpatroon (2)......................... 52
Gesplitste borduurpatronen naaien ...................................... 53
Hoofdstuk2 Borduurcombinatie 56
UITLEG VAN FUNCTIES .................................... 57
PATRONEN KIEZEN OM TE BEWERKEN ........... 58
Borduurpatronen kiezen/Brother “Exclusief”/Bloemletter/
Kader/Werken met de spoel................................................. 59
Letterpatronen kiezen .......................................................... 59
PATRONEN BEWERKEN .................................... 61
Patroon verplaatsen ............................................................. 63
B-6
Page 9
Patroon roteren .................................................................... 63
Grootte van patroon wijzigen .............................................. 63
Patroon wissen..................................................................... 63
Patronen op het scherm weergeven op 200% ...................... 63
Lay-out van letterpatroon wijzigen ....................................... 64
Spatiëring tussen letters wijzigen.......................................... 64
Spatiëring tussen letters verkleinen....................................... 65
Gecombineerde patronen scheiden ..................................... 65
Kleuren van letterpatronen wijzigen..................................... 66
Verbonden letters borduren ................................................. 67
Garenkleur wijzigen ............................................................ 67
Eigen kleurkaart maken........................................................ 68
Kleur kiezen uit de eigen kleurkaart ..................................... 71
Herhaalpatronen ontwerpen ................................................ 72
Het patroon herhaaldelijk naaien ......................................... 76
Patroon kopiëren ................................................................. 78
Na het bewerken ................................................................. 79
PATRONEN COMBINEREN................................ 80
Gecombineerde patronen bewerken.................................... 80
Gecombineerde patronen naaien......................................... 83
DIVERSE BORDUURFUNCTIES ......................... 84
Ononderbroken borduren (monochroom - met één kleur).... 84
Rijgsteken voor borduren ..................................................... 84
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE .......... 85
INHOUDSOPGAVE
A Bijlage
Hoofdstuk1 Werken met de spoel 2
WERKEN MET DE SPOEL...................................... 3
VOORBEREIDINGEN VOOR HET WERKEN MET
DE SPOEL ............................................................. 3
Benodigde materialen ............................................................ 3
Bovendraad inrijgen............................................................... 4
Onderdraad voorbereiden...................................................... 4
WERKEN MET DE SPOEL...................................... 8
Patroon selecteren ................................................................. 8
Beginnen met borduren ....................................................... 10
DRAADSPANNING AANPASSEN....................... 12
PROBLEEMOPLOSSING..................................... 13
Hoofdstuk2 Onderhoud en
probleemoplossing 14
ZORG EN ONDERHOUD .................................. 15
Beperkingen op smeren ....................................................... 15
Voorzorgsmaatregelen bij het opbergen van de machine ..... 15
LCD-display reinigen ........................................................... 15
Buitenkant van de machine reinigen .................................... 15
Grijper reinigen ................................................................... 15
De snijder reinigen in de buurt van het spoelhuis ................ 17
Over het onderhoudsbericht ................................................ 17
SCHERM AANPASSEN........................................ 18
Helderheid van de schermweergave aanpassen ................... 18
Storing in druktoetsen .......................................................... 18
PROBLEEMOPLOSSING..................................... 19
FOUTMELDINGEN ............................................ 22
SPECIFICATIES ................................................... 25
SOFTWARE-UPGRADE VOOR UW
MACHINE .......................................................... 26
Procedure voor upgrade met USB-medium .......................... 26
Upgrade-procedure met computer....................................... 27
INDEX ................................................................ 28
B-7
Page 10
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Hieronder worden de diverse onderdelen van de machine en hun functie beschreven. Lees deze beschrijving alvorens de machine te gebruiken. Zo leert u de namen van de onderdelen.
Machine
Vooraanzicht
a Bovendeksel
Open het bovendeksel om de machine in te rijgen en de spoel op te winden.
b Voorspanningsschijf
Leid de draad rond de voorspanningsschijf wanneer u de spoeldraad opwindt. (PaginaB-31)
c Draadgeleider voor het opwinden van de spoel
Bij het opwinden van de onderdraad leidt u de draad door deze draadgeleider. (PaginaB-31)
d Klospen
Plaats een klos garen op de klospen. (PaginaB-38)
e Kloskap
De kloskap houdt de garenklos op zijn plaats. (PaginaB-38)
f Extra klospen
Gebruik deze klospen om de onderdraad op te winden. (PaginaB-31)
g Spoelopwinder
Met de spoelopwinder windt u de spoel op. (PaginaB-31)
h Display
Instellingen voor het geselecteerde patroon en foutmeldingen worden weergegeven op het scherm. (PaginaB-20)
i Speaker j Bedieningsknoppen (5 knoppen)
Met deze knoppen bedient u de machine. (PaginaB-10)
k Borduurtafel
Bevestig de borduurtafel om te borduren (PaginaB-47).
l Draadafsnijder
Leid de draden door de draadafsnijder om ze af te snijden. (PaginaB-40)
m Draadgeleiderplaat
Bij het inrijgen van de bovendraad leidt u de draad rond deze draadgeleiderplaat. (PaginaB-38)
Rechterkant/Achteraanzicht
a Aansluiting voor persvoet
Bevestig borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer. (Borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer is optioneel op bepaalde modellen.) (PaginaB-42)
b Handvat
Draag de machine aan het handvat om hem te vervoeren.
c Persvoethendel
Zet de persvoethendel omhoog en omlaag om de persvoet omhoog en omlaag te zetten. (PaginaB-42)
d Ventilatieopening
Door de ventilatieopening kan de lucht rond de motor circuleren. Bedek de ventilatieopening niet wanneer u de machine gebruikt.
e Hoofdschakelaar
Met de hoofdschakelaar zet u de machine aan en uit. (PaginaB-17)
f Voedingsingang
Sluit het netsnoer aan op het aansluitpunt. (PaginaB-17)
g Sensorpenhouder (voor modellen die zijn uitgerust
met de sensorfunctie)
Sluit de bijgeleverde sensorpenhouder aan. (PaginaB-53)
h Aansluitpunt sensorpen (voor modellen die zijn
uitgerust met de sensorfunctie)
Sluit de sensorpen aan. (PaginaB-53)
i USB-poort voor computer
Om patronen te importeren/exporteren van een computer naar de machine en omgekeerd, steekt u de USB-kabel in de USB-poort. (PaginaB-49, E-47)
j USB-poort voor muis / media
Om patronen van/naar een USB-medium te sturen, steekt u het USB-medium direct in de USB-poort. (PaginaB-49, E-46) Sluit de USB-muis aan als u wilt werken met de muis. (PaginaB-50)
k Handwiel
Draai het handwiel naar u toe (tegen de klok in) om de naald omhoog en omlaag te zetten. U moet het wiel naar de voorkant van de naaimachine draaien.
B-8
Page 11
Naald en persvoetgedeelte
VOORZICHTIG
a Schroef van de borduurvoet
De schroef van de borduurvoet houdt de borduurvoet op zijn plaats. (PaginaB-42)
b Borduurvoet
Met de borduurvoet hebt u meer greep op de beweeglijkheid van de stof en krijgt u regelmatiger steken. Gebruik borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer of borduurvoet “W” voor het meeste machineborduurwerk. (PaginaB-42)
c Spoelhuisdeksel
Open het spoelhuisdeksel om de spoel te plaatsen. (PaginaB-36)
d Steekplaatdeksel
Verwijder het steekplaatdeksel om de grijper te reinigen. (PaginaE-22)
e Steekplaat f Draadgeleiders op de naaldstang
Leid de bovendraad door de draadgeleider op de naaldstang. (PaginaB-38)
g Naaldklemschroef
De naaldklemschroef houdt de naald op zijn plaats. (PaginaB-45)
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Borduurtafel
a Wagen
De wagen verplaatst het borduurraam automatisch tijdens het borduren. (PaginaB-47)
b Ontgrendelingstoets (onder op de borduurtafel)
Druk op de ontgrendelingstoets om de borduurtafel te verwijderen. (PaginaB-47)
c Borduurraamhouder
Plaats het borduurraam in de borduurraamhouder om het raam op zijn plaats te houden. (PaginaE-17)
d Raambevestigingshendel
Druk op de raambevestigingshendel om het borduurraam vast te zetten. (PaginaE-17)
e Verbindingspen van de borduurtafel
Steek de verbindingspen van de borduurtafel in de aansluitingspoort op de machine wanneer u de borduurtafel bevestigt. (PaginaB-47)
• Schakel de hoofdschakelaar uit voordat u de borduurtafel plaatst of verwijdert.
• Nadat u het borduurraam in de borduurraamhouder hebt geplaatst, zet u de raambevestigingshendel op de juiste wijze omlaag.
B-9
Page 12
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
VOORZICHTIG
Bedieningstoetsen
a “Start/stoptoets”
Druk op deze knop om te beginnen met borduren. De toets verandert van kleur naar gelang de bedieningsstand van de naaimachine.
Groen: De naaimachine is klaar om te borduren of is
Rood: De machine kan nu niet borduren.
b “Naaldstandtoets”
Druk op deze toets om de naald omhoog of omlaag te zetten.
c “Draadkniptoets”
Druk na het borduren op deze toets om de overtollige draad automatisch af te knippen.
bezig met borduren.
d “Persvoettoets”
Druk op deze toets om de borduurvoet omlaag te zetten en druk uit te oefenen op de stof. Druk opnieuw op deze toets om de borduurvoet omhoog te zetten.
e “Automatisch inrijgentoets”
Met deze toets rijgt u de naald automatisch in.
• Druk niet meer op de “Draadkniptoets” nadat de draden zijn afgeknipt. Anders kan de naald breken, de draden raken misschien verstrikt of de machine beschadigt.
B-10
Page 13
Bijgeleverde accessoires
75/11 3 naalden
90/14 1 naald
75/11 2 naalden: Ballpointnaald voor borduurwerk HAX130EBBR
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
1* 2*
91011
* 18
17
345678
19 20 21 22
12
*
13 14 15 16
23*
24
25
* 26*
33 34 35
27 28
* Welke accessoires worden bijgeleverd varieert per land of regio.
* 30* 31*
29
32
B-11
Page 14
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Memo
Onderdeelcode
Nr. Onderdeel
1 Borduurvoet “W+” met
LED-aanwijzer (op de machine)
2 Borduurvoet “W” (op de
machine)
3
Naaldsetje
4
Ballpointnaaldset
5 Spoel × 10
(één klos kap is op de machine geplaatst.)
6 Tornmesje XF4967-001
7 Schaar XC1807-121
8 Schoonmaakborsteltje X59476-051
9 Schroevendraaier (klein) X55468-051
10 Schroevendraaier (groot) XC4237-021
11 Schijfvormige
schroevendraaier
12
Verticale klospen
13 Kloskap (klein) 130013-154
14 Kloskap (medium) × 2
(één klos kap is op de machine geplaatst.)
15 Kloskap (groot) 130012-054
16 Kloskap (speciaal) XA5752-121
17
Spoelclip × 10
18
Klosvilt (op de machine)
19 Klosnetje × 2 XA5523-050
20 Borduursteekplaatdeksel XE5131-001
21 Schermaanraakpen (stylus) XA9940-051
22 USB-kabel XD0745-051
23 Spoelhuis (grijs voor werken
met de spoel)
24 Spoelhuisdeksel (op machine) XE8992-101
25 Borduurraamset (medium) H
10 cm × B 10 cm (H 4 inch × B 4 inch)
26 Borduurraamset (groot) H 18
cm × B 13 cm (H 7 inch × B 5 inch)
27 Borduurraamset
(extra groot) H 30 cm × B 18 cm (H 12 inch × W 7 inch)
28 Brother poly #90 onderdraad EBT-PE EBT-PEN:
29
Steunstof
30
Sensorpen
31
Penhouder
32 Stofhoes XF4569-001
33 Accessoirezak XC4487-021
34 Bedieningshandleiding Deze handleiding
35 Beknopte bedieningsgids XF3637-001
*1 75/11 3 naalden
90/14 1 naalden
*2 75/11 2 naalden
Ballpointnaald voor borduurwerk HAX130EBBR
*
*
*1
*2
*
*
*
*
*
*
*
*
Het
Amerikaanse
continent
FLED1: XF4168-001
(EU-gebied)
XF3124-001 (andere
gebieden)
XF4012-001
X59535-051
XD0705-051
SA156 SFB:
XC1074-051
XC8619-052
X55260-153
XE3060-001
X57045-051
XE8298-001
SA438 EF74:
SA439 EF75:
SA440 EF76:
SA519 BM3:
XF4992-001 (EU-gebied)
XF3116-001 (andere
gebieden)
XF2973-001
Andere
vereisten
XA5539-151
XC8480-152
XC8481-152
XC8482-152
XC5996-001
XE0806-001
• Gebruik altijd de aanbevolen accessoires voor deze machine.
• Door spoelclips te plaatsen op de spoelen voorkomt u dat de draad van de spoel afwikkelt. Wanneer u de spoelclips aan elkaar klikt, kunt u ze handig opslaan en rollen ze niet weg wanneer u ze laat vallen.
• Welke accessoires worden bijgeleverd varieert per land of regio.
B-12
Page 15
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Memo
Opmerking
Optionele artikelen
Onderstaand vindt u de optionele toebehoren die u apart kunt kopen bij uw officiële Brother-dealer.
123456
78910 11
Onderdeelcode
Nr. Onderdeel
1 Vierkant borduurraam
H 15 cm x B 15 cm (H 6 inch x B 6 inch)
2 Borduurvoet “W+” met
LED-aanwijzer
3 Borduurvoet “W” XF4012-001
4 Randborduurraam
H 30 cm x B 10 cm (H 12 inch x B 4 inch)
5 Kloshouder voor 10 klossen SA561
6 King-klosdraadhouder SA562 (VS)
7 Borduurkaartlezer SAECR1
8 Borduurkaart
9 Steunstof SA519 BM3:
Wateroplosbare steunstof SA520 BM5:
10 Kit voor werken met de spoel SABWRK1
11 USB-muis XE5334-101
Het
Amerikaanse
continent
SA448 (VS)
SA448C
(Canada)
FLED1: XF4168-001
(EU-gebied)
XF3124-001 (andere
gebieden)
SABF6200D1
(VS)
SABF6200D1C
(Canada)
(VS)
SA561C
(Canada)
SA562C
(Canada)
(VS)
SABWRK1C
(Canada)
Andere
vereisten
SEF150:
XF4163-001
BF3:
XF4170-001
TS5:
XF4175-001
TS6:
XF4180-001
XE0806-001
XE0615-001
BWRK1:
XE9099-001
• Borduurkaarten die in andere landen worden gekocht, werken mogelijk niet met uw machine.
• Bezoek uw dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer voor een complete lijst optionele accessoires en borduurkaarten die verkrijgbaar zijn voor uw machine.
• Alle specificaties zijn juist toen deze handleiding werd vervaardigd. Sommige specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
B-13
Page 16
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
B-14
Page 17
Basishandelingen
U vindt hier bijzonderheden over het configureren van de machine, en beschrijvingen van de nuttigste functies. Paginanummer in dit gedeelte begint met “B”.
Hoofdstuk1 Voorbereidingen................................................B-16
Hoofdstuk2 Sensorfuncties (voor modellen die zijn uitgerust
met de sensorfunctie)........................................B-52
Page 18
B Basishandelingen
Hoofdstuk 1
Voorbereidingen
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN .......................17
De machine de eerste maal instellen ........................................18
DISPLAY ..................................................................20
Startscherm .............................................................................. 20
Functies van de toetsen............................................................21
Gebruik van de instellingstoets ................................................22
De “Ecomodus” of “Afsluitondersteun-modus” selecteren ......25
Vorm van de aanwijzer wijzigen wanneer u een USB-muis
gebruikt.................................................................................... 25
Het beginscherm selecteren.....................................................25
Schermtaal kiezen ....................................................................26
Achtergrondkleur van de borduurpatronen wijzigen ............... 26
Het formaat van patroonminiaturen opgeven.......................... 27
Een afbeelding van het instellingenscherm opslaan op een
USB-medium............................................................................ 28
Gebruik van de Helptoets machine .......................................... 29
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD ........................31
Spoel opwinden ........................................................................31
Gebruik van de extra klospen...................................................31
Gebruik van de klospen ...........................................................34
Draad ontwarren van onder de spoelwinderbasis.................... 35
Spoel aanbrengen .....................................................................36
BOVENDRAAD INRIJGEN.......................................38
Bovendraad inrijgen.................................................................. 38
Gebruik van draden die snel afwikkelen ...................................41
Gebruik van het klosnetje ........................................................ 41
BORDUURVOET VERWISSELEN .............................42
Borduurvoet verwijderen..........................................................42
Borduurvoet bevestigen ............................................................ 42
Naaldpositie (waar de naald neerkomt) controleren met de borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer (alleen voor de
borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer)................................... 43
LED-aanwijzer aanpassen (alleen voor de borduurvoet “W+”
met LED-aanwijzer).................................................................. 44
Helderheid van LED-aanwijzer aanpassen (alleen voor de
borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer)................................... 44
NAALD VERWISSELEN ............................................45
Over de naald ........................................................................... 46
VOORDAT U GAAT BORDUREN............................46
Borduren stap voor stap ........................................................... 46
Over de borduurtafel................................................................47
Borduurtafel verwijderen ........................................................47
Borduurtafel bevestigen ........................................................... 47
FUNCTIES WAARVOOR U HET ACCESSOIRE MOET
AANSLUITEN OP DE MACHINE..............................49
Gebruik van USB-media of borduurkaartlezer/
USB-kaartschrijfmodule* ..........................................................49
De machine aansluiten op de computer ...................................49
Gebruik van een USB-muis ....................................................... 50
Klikken op een toets.................................................................50
Van pagina veranderen ............................................................ 50
Page 19
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN
B
• Gebruik alleen gewone huishoudaansluitingen als elektriciteitsbron. Het gebruik van andere bronnen kan brand, elektrische schokken of schade aan de machine tot gevolg hebben.
• Zorg dat de stekkers van het netsnoer stevig in het stopcontact en in de voedingsingang van de machine zitten.
• Steek de stekker van het netsnoer niet in een stopcontact dat in slechte staat is.
• In onderstaande situaties moet u de machine uitschakelen met de hoofdschakelaar en de netstekker uit het stopcontact nemen: Wanneer u de machine onbeheerd achterlaat Nadat u de machine hebt gebruikt Bij een stroomstoring tijdens het gebruik Wanneer de machine niet goed werkt door een slechte verbinding, of doordat de verbinding wordt verbroken Tijdens onweersbuien
• Gebruik uitsluitend het netsnoer dat bij deze machine is geleverd.
• Gebruik geen verlengsnoeren of stekkerdozen waarop veel andere apparaten zijn aangesloten. Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
• Raak de stekker niet aan met natte handen. Hierdoor kunnen elektrische schokken ontstaan.
• Zet de schakelaar altijd eerst uit voordat u de stekker uit het stopcontact haalt. Trek altijd de stekker uit het stopcontact. Als u aan het snoer trekt, kunt u het snoer beschadigen of brand of elektrische schokken veroorzaken.
• Zorg dat het snoer niet wordt ingesneden, beschadigd, gewijzigd, stevig verbogen, getrokken, gedraaid of samengeperst. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Stel het snoer niet bloot aan warmte. Hierdoor kan het snoer beschadigd raken en kunnen brand of elektrische schokken ontstaan. Als de stekker of het snoer zijn beschadigd, breng de machine dan voor reparatie naar uw erkende dealer voordat u de machine weer gebruikt.
• Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine een tijd niet gebruikt. Anders kan er brand ontstaan.
• Als u de machine onbeheerd achterlaat, moet u de hoofdschakelaar van de machine uitzetten of de stekker uit het stopcontact halen.
• Wanneer u onderhoud aan de machine verricht of deksels verwijdert, moet u eerst de netstekker uit het stopcontact halen.
1
Voorbereidingen
Basishandelingen B-17
Page 20
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN
Memo
VOORZICHTIG
Steek de andere stekker van het netsnoer in
a
de voedingsingang van de machine en steek vervolgens de netstekker in een wandstopcontact.
a Hoofdschakelaar b Netsnoer
Zet de hoofdschakelaar op “I” om de
b
machine aan te zetten.
De machine de eerste maal instellen
De eerste maal dat u de machine inschakelt, stelt u de taal en tijd/datum in op uw taal en tijd/datum. Volg onderstaande procedure wanneer het instellingenscherm automatisch verschijnt.
Druk op en om uw plaatselijke taal in
a
te stellen.
a UIT b AAN
• Wanneer de machine wordt ingeschakeld,
hoort u een geluid in het naaldgebied. Dit is geen storing.
Wanneer u de machine aanzet, wordt het
c
openingsfilmpje vertoond. Raak het scherm aan op een willekeurige plek om het Startscherm te openen.
• Raak het scherm alleen aan met uw vinger of de bijgeleverde schermaanraakpen. Gebruik geen scherp potlood, schroevendraaier of ander hard of scherp voorwerp. U hoeft niet hard op het scherm te drukken. Als u te hard drukt of een scherp voorwerp gebruikt, kunt u het scherm beschadigen.
Druk op .
b
Een scherm verschijnt met een bericht of u
c
de tijd/datum wilt instellen. Als u de tijd/datum wilt instellen, drukt u op ;
om de instelling te annuleren, drukt u op
.
Het scherm om de tijd/datum in te stellen verschijnt.
Zet de hoofdschakelaar op “O” om de
d
machine uit te zetten.
B-18
Page 21
Druk op of op om de tijd/datum in
Opmerking
dc
b
a
d
te stellen.
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN
B
1
Voorbereidingen
a Druk op deze toets om de tijd weer te geven op
het scherm.
b Stel het jaar (YYYY), de maand (MM) en de datum
(DD) in.
c Selecteer 24-uurs of 12-uurs weergave. d Stel de juiste tijd in.
Druk op om uw machine in gebruik
e
te nemen.
De klok start vanaf 0 seconde vanaf de tijd die u
instelt.
• Mogelijk wordt de ingestelde tijd/datum gewist wanneer u de machine een bepaalde periode niet inschakelt.
Basishandelingen B-19
Page 22
DISPLAY
VOORZICHTIG
b
a
DISPLAY
• Raak het scherm alleen aan met uw vinger of de bijgeleverde schermaanraakpen. Gebruik geen scherp potlood, schroevendraaier of ander hard of scherp voorwerp. U hoeft niet hard op het scherm te drukken. Als u te hard drukt of een scherp voorwerp gebruikt, kunt u het scherm beschadigen.
Startscherm
Nr. Display Toetsnaam Uitleg Pagina
a “Borduren”-toets Bevestig de borduurtafel en druk op deze toets om patronen te
b “Borduurcombinatie”-
toets
borduren.
Druk op deze toets om borduurpatronen te combineren. Met de “Borduurcombinatie”-functies kunt u ook originele borduur- of kaderpatronen maken.
E-3
E-57
B-20
Page 23
Functies van de toetsen
a
cde b
DISPLAY
B
1
Voorbereidingen
Nr. Display Toetsnaam Uitleg Pagina
a Startschermtoets Druk op deze toets wanneer deze verschijnt om terug te keren naar het
b Kloktoets Druk op deze toets om de klok in te stellen op uw plaatselijke tijd. B-18
c Persvoet-/naaldwissel
toets
d Helptoets machine Druk op deze toets om beschrijvingen over het gebruik van de machine weer te
e Instellingstoets Druk op deze toets om de naaldstopstand te wijzigen, het volume van het
startscherm en selecteer een andere categorie - “Borduren” of “Borduurcombinatie”.
Druk op deze toets alvorens de naald, de persvoet enz. te verwisselen. Met deze toets vergrendelt u alle toetsen, zodat de machine niet in werking treedt.
geven.
zoemgeluid te wijzigen, het patroon of het scherm en andere machine-instellingen te wijzigen.
B-20
B-42
t/m
B-45
B-29
B-22
Extra informatie vindt u op het hierboven aangegeven paginanummer.
Basishandelingen B-21
Page 24
DISPLAY
Memo
VOORZICHTIG
a
d
e
b
c
i
g
h
f
i
Gebruik van de instellingstoets
Druk op om de standaard machine-instellingen (naaldstopstand, borduursnelheid, beginscherm, enz.) te wijzigen.
• Druk op of op naast de paginanummers om een ander instellingenscherm weer te geven.
a Hiermee selecteert u de naaldstopstand (d.w.z. de naaldstand wanneer de machine niet werkt): omhoog of omlaag.
Selecteer de omlaag-stand voor het gebruik van de spiltoets.
b Selecteer de bediening van de knop “Naaldstand - steek plaatsen” uit onderstaande twee procedures.
Telkens wanneer u op de knop “Naaldstand - steek plaatsen” drukt: “ON” – gaat de naald omhoog en stopt hij op bijna de laagste stand en gaat dan omlaag “OFF” – gaat de naald omhoog en vervolgens omlaag
c Hiermee wijzigt u de vorm van de aanwijzer wanneer u een USB-muis gebruikt (zie zie pagina B-25). d Zet de “Boven- en onderdraadsensor” “ON” of “OFF”. Als de sensor “OFF” staat, kunt u de machine gebruiken
zonder draad. (zie pagina E-26)
• Als “Boven- en onderdraadsensor” is ingesteld op “OFF”, verwijdert u de bovendraad. Als u de machine gebruikt met de bovendraad ingeregen, kan de machine niet detecteren of de draad verstrikt is geraakt. Als u de machine gebruikt met een verstrikte draad, kan dit schade veroorzaken.
e Hiermee past u het speakervolume aan. Een hogere waarde is luider, een lagere waarde is minder luid. f Selecteer deze om machinevermogen te sparen door de “Ecomodus” of de “Afsluitondersteun-modus” (zie pagina
B-25) in te stellen.
g Hiermee selecteert u het beginscherm dat wordt weergegeven wanneer u de machine aanzet (zie pagina B-25). h Hiermee wijzigt u de schermtaal (zie pagina B-26). i Druk hierop om een afbeelding van het huidige instellingenscherm op te slaan op een USB-medium (zie pagina
B-28).
B-22
Page 25
DISPLAY
Memo
a
b
c
d
g
f
e
a Wijzig de helderheid van de verlichting van het naaldgebied en het werkgebied. b Wijzig de helderheid van de schermweergave (zie pagina A-18). c Kalibreer de sensorfunctie (voor modellen die zijn uitgerust met de sensorfunctie) (zie pagina B-56). d Hiermee geeft u de serviceherinnering weer, een geheugensteuntje om de machine regelmatig een servicebeurt te
laten geven. (Neem hiervoor contact op met uw officiële dealer.)
e Hiermee geeft u het totaal aantal steken weer dat is genaaid op deze machine. f Het “No.” is het interne nummer voor de machine. g Hiermee toont u de programmaversie. “Softwareversie 1” is de programmaversie van het LCD-display,
“Softwareversie 2” de programmaversie van de machine.
B
1
Voorbereidingen
• De nieuwste versie van de software is geïnstalleerd op uw machine. Informeer bij uw plaatselijke erkende Brother-dealer of kijk op “ http://support.brother.com/
pagina A-26
).
” of er updates beschikbaar zijn (zie
Basishandelingen B-23
Page 26
DISPLAY
a
d
e
f
b
c
g
j
h
i
m
k
l
a Hiermee kiest u uit 16 borduurraamschermen (zie pagina E-35). b Hiermee wijzigt u de garenkleurweergave in het “Borduren”-scherm; garennummer, kleurnaam (zie pagina E-34). c Wanneer u garennummer “#123” selecteert, kunt u kiezen uit 6 garenmerken (zie pagina E-34). d Hiermee wijzigt u de maximuminstelling borduursnelheid (zie pagina E-33). e Hiermee past u de draadspanning aan voor borduren (zie pagina E-30). f Hiermee selecteert u de hoogte van de borduurvoet tijdens het borduren (zie pagina E-11). g Hiermee wijzigt u de beginmodus van de display (Borduren/Borduurcombinatie) (zie pagina E-4). h Hiermee wijzigt u de achtergrondkleur voor de weergave van het borduurgebied (zie pagina B-26). i Hiermee wijzigt u de achtergrondkleur voor het miniaturengebied (zie pagina B-26). j Hiermee geeft u het formaat van de patroonminiaturen op (zie PaginaB-27). k Hiermee wijzigt u de maateenheid van de display (mm/inch). l Hiermee wijzigt u de afstand van het patroon tot de rijgsteek (zie pagina E-84). m Positie en helderheid van de borduurvoet met LED-aanwijzer aanpassen (zie pagina B-44).
B-24
Page 27
DISPLAY
Opmerking
Memo
Memo
De “Ecomodus” of “Afsluitondersteun-modus” selecteren
Bespaar stroom door de machine op ecomodus of afsluitondersteunmodus te zetten. Als u de machine een tijdje achterlaat zonder hem te gebruiken, gaat de machine in een van deze twee modi.
“Ecomodus”; De machine gaat in de slaapmodus. Raak het scherm of een bedieningsknop aan om door te gaan met naaien.
“Afsluitondersteun-modus”; De machine schakelt zichzelf uit na een tijdje. Schakel de machine uit en weer in om opnieuw te beginnen met naaien.
Staat Ecomodus Afsluitondersteunm
Beschikbare tijd 0 - 120 (minuten) 1 - 12 (uur)
“Start/stoptoets” Groen knipperen Langzaam groen
Uitgeschakelde functies
Na herstel De machine start
Machinelamp, schermweergave, LED-aanwijzer
vanaf de vorige bewerking.
odus
knipperen
Alle functies
U moet de machine uitschakelen.
Vorm van de aanwijzer wijzigen wanneer u een USB-muis gebruikt
In het instellingenscherm kunt u de aanwijzervorm selecteren die verschijnt wanneer een USB-muis wordt aangesloten. Naar gelang de achtergrondkleur selecteert u de gewenste vorm uit de drie beschikbare opties.
• Voor meer informatie over het wijzigen van de achtergrondkleur, zie “Achtergrondkleur van de borduurpatronen wijzigen” op paginaB-26.
Druk op .
a
Het instellingenscherm verschijnt.
Open pagina 1 van het scherm Instellingen.
b
Met of kiest u de aanwijzervorm uit
c
de drie beschikbare opties ( , en
).
B
1
Voorbereidingen
Druk op de Start/Stoptoets of op de display om te herstellen uit deze modi.
Druk op .
a
Het instellingenscherm verschijnt.
Open pagina 2 van het scherm Instellingen.
b
Met of selecteert u de tijd totdat de
c
modus ingaat.
Druk op om terug te gaan naar het
d
oorspronkelijke scherm.
• De instelling blijft geselecteerd, zelfs wanneer u de machine uitschakelt.
Het beginscherm selecteren
U kunt het beginscherm wijzigen.
Druk op .
a
Het instellingenscherm verschijnt.
• Als u de machine uitschakelt terwijl hij zich in de “Ecomodus” of de “Afsluitondersteun-modus” bevindt, wacht dan 5 seconden voordat u de machine weer inschakelt.
Open pagina 2 van het scherm Instellingen.
b
Basishandelingen B-25
Page 28
DISPLAY
a
a
b
Met of selecteert u de instelling
c
voor het beginscherm.
* Beginscherm: Wanneer u de machine inschakelt,
verschijnt het startscherm nadat u op het scherm van de openingsfilm drukt.
* Startpagina: Wanneer u de machine inschakelt,
verschijnt het startscherm.
* borduurscherm: Wanneer de machine is
ingeschakeld, verschijnt het scherm “Borduren” als de borduurtafel is bevestigd aan de machine.
Druk op om terug te gaan naar het
d
oorspronkelijke scherm.
Achtergrondkleur van de borduurpatronen wijzigen
In het instellingenscherm kunt u de achtergrondkleuren voor het borduurpatroon en de patroonminiaturen wijzigen. Naar gelang de patroonkleur selecteert u de gewenste achtergrondkleur uit de 66 beschikbare instellingen. U kunt andere achtergrondkleuren selecteren voor het borduurpatroon en de patroonminiaturen.
Druk op .
a
Het instellingenscherm verschijnt.
Open pagina 6 van het scherm Instellingen.
b
Druk op .
c
Schermtaal kiezen
Druk op .
a
Het instellingenscherm verschijnt.
Open pagina 2 van het scherm Instellingen.
b
Met en kiest u de schermtaal.
c
a Schermtaal
a Achtergrond borduurpatroon b Achtergrond patroonminiaturen
Druk op om terug te gaan naar het
d
oorspronkelijke scherm.
B-26
Page 29
DISPLAY
Memo
b
a
b
a
Selecteer de achtergrondkleur uit de 66
d
beschikbare instellingen.
a Achtergrond borduurpatroon b Geselecteerde kleur
Het formaat van patroonminiaturen
opgeven
De miniaturen om een borduurpatroon te selecteren kunt u zo instellen dat ze kleiner of groter worden weergegeven. Het grote formaat is 1,5 maal het kleine formaat.
B
1
Voorbereidingen
a Achtergrond patroonminiaturen b Geselecteerde kleur
Druk op om terug te gaan naar het
e
oorspronkelijke scherm.
• De instelling blijft geselecteerd, zelfs wanneer u de machine uitschakelt.
Druk op .
a
Het instellingenscherm verschijnt.
Open pagina 6 van het scherm Instellingen.
b
Basishandelingen B-27
Page 30
DISPLAY
Opmerking
Opmerking
Druk op of op om het gewenste
c
miniatuurformaat te selecteren.
Een afbeelding van het instellingenscherm opslaan op een USB-medium
U kunt een afbeelding van het instellingenscherm opslaan als BMP-bestand. U kunt maximaal 100 afbeeldingen opslaan op één USB-medium.
Plaats het USB-medium in de USB-poort op
a
de rechterkant van de machine.
• Als de instelling van het miniatuurformaat is gewijzigd, werkt deze wijziging niet onmiddellijk door in het patroonkeuzescherm. Als u de patronen wilt weergeven op het nieuwe miniatuurformaat, ga dan terug naar het categoriekeuzescherm, en selecteer vervolgens de patrooncategorie opnieuw.
a USB-poort b USB-medium
Druk op .
b
Het instellingenscherm verschijnt. Selecteer de
pagina van het instellingenscherm, breng de gewenste veranderingen aan en sla de schermafbeelding op.
Druk op .
c
Het afbeeldingsbestand wordt opgeslagen op het
USB-medium.
Verwijder het USB-medium en bekijk vervolgens
d
de opgeslagen afbeelding met een computer.
De afbeeldingen van het instellingenscherm worden opgeslagen onder de naam “S##.BMP”.
* “##” in de naam “S##.BMP” wordt automatisch
vervangen door een waarde tussen S00 en S99.
• Als 100 afbeeldingsbestanden reeds zijn opgeslagen op het USB-medium, verschijnt onderstaande boodschap. Verwijder dan een bestand van het USB-medium of gebruik een ander USB-medium.
B-28
Page 31
DISPLAY
Gebruik van de Helptoets machine
Druk op om het helpscherm van de machine te openen. Bovenaan het scherm staan vijf categorieën. Door op een toets te drukken krijgt u meer informatie over die categorie.
B
1
Voorbereidingen
Met toont u informatie over
de bedieningstoetsen.
Met toont u informatie over
probleemoplossing.
Met toont u informatie over
het inrijgen van de machine, het verwisselen van de borduurvoet enz. Enkele van de functies worden beschreven in de filmpjes. Door deze filmpjes te kijken krijgt u meer inzicht in de functies. Bepaalde schermen voor inrijgen zijn voorzien van animaties.
Met toont u informatie over
het reinigen van de machine enz.
Met toont u informatie over
het bevestigen van de borduurtafel, het verwisselen van borduurvoeten, het voorbereiden van de stof voor borduren, het controleren van de spanning, enzovoort.
Basishandelingen B-29
Page 32
DISPLAY
Voorbeeld: Informatie tonen over het inrijgen
van de bovendraad
Druk op .
a
Druk op .
b
Het onderste gedeelte van het scherm verandert.
Druk op (bovendraad inrijgen).
c
In dit scherm vindt u aanwijzingen voor het inrijgen
van de machine.
Lees de aanwijzingen.
d
* Druk op om een video te kijken van de
weergegeven instructies.
Druk op onder de film om terug te gaan naar
het begin. Druk op om te pauzeren. Druk op
om opnieuw te starten na de pauze. Druk op
om de film af te sluiten.
* Druk op om naar de volgende pagina te gaan.
* Druk op om naar de vorige pagina te gaan.
Druk op om terug te gaan naar het
e
oorspronkelijke scherm.
B-30
Page 33
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
VOORZICHTIG
Gebruik van de extra klospen
Spoel opwinden
Druk op
in die volgorde om een video van het
opwinden van de spoel weer te geven op de display (zie pagina B-29). Volg onderstaande stappen om de handeling te voltooien.
• De bijgesloten spoel is specifiek ontworpen voor deze machine. Als u een spoel van een ander model gebruikt, werkt de machine niet goed. Gebruik alleen de bijgeleverde spoel of spoelen van hetzelfde type (onderdeelcode: SA156, (SFB: XA5539-151)).
Met deze machine kunt u de spoel opwinden zonder de draad uit de machine te halen. Terwijl u naait met de hoofdklospen, kunt u de spoel opwinden met de extra klospen.
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
B
1
Voorbereidingen
* Ware grootte
a Dit model b Andere modellen c 11,5 mm (ca. 7/16 inch)
a Extra klospen
Zet de hoofdschakelaar aan en open het
a
bovendeksel.
Houd de gleuf in de spoel tegenover de veer
b
op de spoelwinderas en plaats de spoel op de as.
a Gleuf in de spoel b Veer op de as
Basishandelingen B-31
Page 34
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
VOORZICHTIG
Memo
Zet de extra klospen omhoog.
c
• Wanneer u naait met fijne kruiswikkeldraad, gebruikt u de kleine kloskap en laat u enige ruimte tussen de kap en de draadklos.
a Extra klospen
Zet de draadklos zo op de extra klospen dat
d
de draad aan de voorkant afwikkelt. Duw de kloskap zo ver mogelijk op de klospen om de draadklos vast te zetten.
a Klospen b Kloskap c Draadklos
• Als u de draadklos en/of de kloskap niet juist hebt geïnstalleerd, kan de draad verstrikt raken op de klospen. Hierdoor kan de naald breken.
• Gebruik de kloskap (groot, medium of klein) die de grootte van de draadklos het dichtst benadert. Als u een kloskap gebruikt die kleiner is dan de draadklos, komt de draad mogelijk klem te zitten in de gleuf in de rand van de klos. Hierdoor kan de naald breken.
a Kloskap (klein) b Draadklos (kruiswikkeldraad) c Ruimte
• Als u een draadklos met een kern van 12 mm (1/2 inch) doorsnee en 75 mm (3 inch) hoog op de klospen plaatst, gebruik dan de speciale kloskap.
a Kloskap (speciaal) b 12 mm (1/2 inch) c 75 mm (3 inch)
Houd de draad met uw rechterhand vast bij
e
de draadklos. Houd met uw linkerhand het uiteinde van de draad vast en leid de draad met beide handen rond de draadgeleider.
B-32
a Draadgeleider
Page 35
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
VOORZICHTIG
Memo
Leid de draad rond de voorspanningsschijf.
f
Zorg dat de draad zich onder de voorspanningsschijf bevindt.
a Voorspanningsschijf
Zorg dat de draad onder de voorspanningsschijf
doorgaat.
b Voorspanningsschijf c Trek de draad zo ver mogelijk naar binnen.
Controleer of de draad goed tussen de
voorspanningsschijven zit.
Wind de draad vijf à zes maal met de klok
g
mee om de spoel.
Leid het uiteinde van de draad door de
h
geleidegleuf in de spoelwinderbasis en trek de draad vervolgens naar rechts om de draad af te snijden met de draadafsnijder.
a Geleidegleuf (met ingebouwde draadafsnijder) b Spoelwinderbasis
• Volg de beschreven procedure. Als de draad
niet wordt afgesneden met de snijder en de spoel wordt opgewonden, kan de draad verstrikt raken wanneer deze op raakt. Hierdoor kan de naald breken.
Zet de spoelopwindschakelaar naar links,
i
totdat hij op zijn plaats klikt.
B
1
Voorbereidingen
a Spoelopwindschakelaar
• Door de spoelopwindschakelaar naar links te schuiven, zet u de machine in spoelopwindmodus.
Het spoelopwindvenster verschijnt.
Basishandelingen B-33
Page 36
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
Opmerking
Memo
Memo
VOORZICHTIG
Druk op .
j
Het opwinden van de spoel start automatisch. De
spoel stopt met draaien wanneer hij is opgewonden. De spoelopwindschakelaar schuift automatisch terug naar de oorspronkelijke stand.
verandert in terwijl de spoel wordt opgewonden.
• Blijf in de buurt van de naaimachine om te controleren of de onderdraad juist wordt opgewonden. Als de onderdraad niet goed wordt opgewonden, druk dan onmiddellijk
op om het opwinden van de spoel te stoppen.
• Het opwinden van stijve draad, zoals nylondraad voor quilten, klinkt misschien anders dan het opwinden van normale draad. Dit wijst niet op een storing.
Snijd de draad af met een schaar en
k
verwijder de spoel.
• Trek niet aan de spoelwinderbasis wanneer u de spoel verwijdert. Hierdoor wordt de spoelwinderbasis losser gemaakt of verwijderd, waardoor u de naaimachine mogelijk beschadigt.
• Wanneer de spoel niet goed is geïnstalleerd, wordt de draadspanning mogelijk losser. Hierdoor kan de naald kan breken en letsel veroorzaken.
• U kunt de opwindsnelheid aanpassen door
op (lager) of op (hoger) in het
spoelwindvenster te drukken.
• Druk op om het spoelopwindvenster te minimaliseren. Vervolgens kunt u andere
bewerkingen uitvoeren, bijvoorbeeld een patroon selecteren of de draadspanning aanpassen, terwijl de spoel wordt opgewonden.
• Druk op (rechts boven in de display) om het spoelopwindvenster opnieuw weer
te geven.
Gebruik van de klospen
U kunt de hoofdklospen gebruiken om de spoel te winden voordat u gaat naaien. U kunt deze klospen niet gebruiken om de spoel te winden tijdens het naaien.
B-34
Page 37
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
VOORZICHTIG
Zet de hoofdschakelaar aan en open het
a
bovendeksel.
Houd de gleuf in de spoel tegenover de veer
b
op de spoelwinderas en plaats de spoel op de as.
a Gleuf in de spoel b Veer op de as
Draai de klospen zo dat deze omhoog wijst.
c
Zet de draadklos zo op de klospen dat de draad vanaf de voorkant van de klos afwikkelt.
Leid de draad door de draadgeleider.
f
a Draadgeleider
Leid de draad rond de voorspanningsschijf.
g
Zorg dat de draad zich onder de voorspanningsschijf bevindt.
B
1
Voorbereidingen
a Klospen b Kloskap c Draadklos d Klosvilt
Duw de kloskap zo ver mogelijk op de
d
klospen en zet de klospen weer in de oorspronkelijke stand.
Houd de draad met beide handen vast om
e
deze omhoog te trekken van onder de draadgeleiderplaat.
a Draadgeleider b Voorspanningsschijf
Volg stap g t/m k op PaginaB-33 t/m
h
B-34.
Draad ontwarren van onder de spoelwinderbasis
Als het opwinden van de spoel begint wanneer de draad niet goed door de voorspanningsschijf is geleid, kan de draad verstrikt raken onder de spoelwinderbasis. Wind de draad als volgt af.
a Draad b Spoelwinderbasis
a Draadgeleiderplaat
• Verwijder de spoelwinderbasis niet, ook al is de draad verstrikt onder de spoelwinderbasis. Dit kan letsel tot gevolg hebben.
Basishandelingen B-35
Page 38
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
Opmerking
VOORZICHTIG
Als de draad is verstrikt onder de
a
spoelwinderbasis, druk dan eenmaal op
om het opwinden van de spoel te
stoppen.
Knip met een schaar de draad af naast de
b
voorspanningsschijf.
a Voorspanningsschijf
Wind de spoel opnieuw op.
e
• Zorg dat de draad goed door de
voorspanningsschijf gaat (PaginaB-33).
Spoel aanbrengen
Druk op
in die volgorde om een video van de
bewerking weer te geven op de display (zie pagina B-29). Volg onderstaande stappen om de handeling te voltooien.
• Gebruik een onderdraad die juist is gewonden. Anders breekt de naald mogelijk of is de draadspanning onjuist.
Duw de spoelopwindschakelaar naar rechts
c
en haal de spoel minstens 10 cm (4 inch) omhoog van de as.
Knip de draad af in de buurt van de spoel en
d
houd het uiteinde in uw linkerhand. Wikkel de draad met uw rechterhand in de buurt van de spoel met de klok mee af, zoals hieronder aangegeven.
• De bijgesloten spoel is specifiek ontworpen voor deze machine. Als u een spoel van een ander model gebruikt, werkt de machine niet goed. Gebruik alleen de bijgeleverde spoel of spoelen van hetzelfde type (onderdeelcode: SA156, (SFB: XA5539-151)).
* Ware grootte
a Dit model b Andere modellen c 11,5 mm (ca. 7/16 inch)
• Voordat u de spoel plaatst of verwisselt, moet u in de display op drukken. Anders
kunt u letsel oplopen als u op de “Start/stoptoets” of op een andere toets drukt en de machine begint te naaien.
B-36
Druk op .
a
Page 39
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
VOORZICHTIG
Memo
VOORZICHTIG
1
Schuif de grendel van het spoelhuisdeksel
b
naar rechts.
a Spoelhuisdeksel b Grendel
Het spoelhuisdeksel gaat open.
Verwijder het spoelhuisdeksel.
c
Plaats met uw rechterhand de spoel zo dat
d
het uiteinde van de draad zich links bevindt. Trek vervolgens met uw linkerhand de draad strak rond het lipje, zoals aangegeven. Trek vervolgens zachtjes aan de draad om deze door de gleuf te leiden.
Druk met uw rechterhand de spoel losjes op
e
zijn plaats, zoals aangegeven, en leid de draad door gleuf (a en b).
* Controleer of de spoel gemakkelijk tegen de klok in draait.
Trek vervolgens de draad naar u toe om deze af te snijden met de snijder (c).
a Gleuf b Snijder (snijd de draad met de snijder.)
De draadafsnijder snijdt de draad af.
Let op dat de draad goed door de platte veer van het spoelhuis is geleid. Is dit niet het geval, installeer de draad dan opnieuw.
B
1
Voorbereidingen
a Lipje
* Let op dat u de spoel juist plaatst.
• Installeer de spoel zo dat de draad in de juiste richting afwikkelt. Anders breekt de draad mogelijk of is de draadspanning niet goed.
• In welke volgorde de onderdraad door de
spoel moet worden geleid, is aangegeven met markeringen rond het spoelhuis. Rijg de machine in volgens de aanwijzingen.
a Platte veer
• Duw de spoel omlaag met uw vinger en wikkel de onderdraad juist af. Anders breekt de draad mogelijk of is de draadspanning onjuist.
Plaats het lipje in de linkerbenedenhoek van
f
het spoelhuisdeksel (1) en druk zachtjes op de rechterkant om het deksel te sluiten (2).
Basishandelingen B-37
Page 40
BOVENDRAAD INRIJGEN
VOORZICHTIG
Memo
Memo
Opmerking
BOVENDRAAD INRIJGEN
Bovendraad inrijgen
Druk op
in die volgorde om een video van de
bewerking weer te geven op de display (zie pagina B-29). Volg onderstaande stappen om de handeling te voltooien.
• Rijg de naaimachine op de juiste manier in. Wanneer u de machine niet juist inrijgt, kan de draad verstrikt raken, waardoor de naald breekt. Dit kan letsel tot gevolg hebben.
Zet de hoofdschakelaar aan.
a
Druk op de “Persvoettoets” om de persvoet
b
omhoog te zetten.
Het bovendraadluikje gaat open, zodat u de
machine kunt inrijgen.
• Automatisch inrijgen kunt u met
borduurmachinenaalden 75/11 t/m 90/14.
• Transparant monofilament nylongaren en
garen 130/20 of dikker kunt u niet automatisch inrijgen.
a Bovendraadluikje
• Deze machine heeft een bovendraadluikje, zodat u kunt controleren of de bovendraad goed is ingeregen.
Druk op de “Naaldstandtoets” om de naald
c
omhoog te zetten.
B-38
• Als u probeert de naald automatisch in te rijgen zonder de naald omhoog te zetten, wordt de naald mogelijk niet juist ingeregen.
Page 41
Draai de klospen zo dat deze omhoog wijst.
VOORZICHTIG
Memo
d
Zet de draadklos zo op de klospen dat de draad vanaf de voorkant van de klos afwikkelt.
a Klospen b Kloskap c Draadklos d Klosvilt
Duw de kloskap zo ver mogelijk op de
e
klospen en zet de klospen weer in de oorspronkelijke stand.
BOVENDRAAD INRIJGEN
• Wanneer u naait met fijne kruiswikkeldraad, gebruikt u de kleine kloskap en laat u enige ruimte tussen de kap en de draadklos.
a Kloskap (klein) b Draadklos (kruiswikkeldraad) c Ruimte
• Als u een draadklos met een kern van 12 mm (1/2 inch) doorsnee en 75 mm (3 inch) hoog op de klospen plaatst, gebruik dan de speciale kloskap.
B
1
Voorbereidingen
• Als u de draadklos en/of de kloskap niet juist hebt geïnstalleerd, kan de draad verstrikt raken op de klospen. Hierdoor kan de naald breken.
• Gebruik de kloskap (groot, medium of klein) die de grootte van de draadklos het dichtst benadert. Als u een kloskap gebruikt die kleiner is dan de draadklos, komt de draad mogelijk klem te zitten in de gleuf in de rand van de klos. Hierdoor kan de naald breken.
a Kloskap (speciaal) b 12 mm (1/2 inch) c 75 mm (3 inch)
Houd de draad met beide handen vast om
f
deze omhoog te trekken van onder de draadgeleiderplaat.
a Draadgeleiderplaat
Houd de draad in uw rechterhand en leid
g
de draad in de aangegeven richting door de draadgeleider.
Basishandelingen B-39
Page 42
BOVENDRAAD INRIJGEN
Memo
Opmerking
Leid de draad omlaag, omhoog en
h
vervolgens omlaag door de groef, zoals aangegeven in de illustratie.
• Controleer of de draadophaalhendel in het
bovenste deel van de groef de draad pakt.
Leid de draad door de
k
draadgeleiderschijven (aangegeven met “7”). Zorg dat de draad door de groef in de draadgeleider gaat.
a Groef in draadgeleider
Trek de draad omhoog door de
l
draadafsnijder om de draad af te knippen, zoals aangegeven in de illustratie.
a Controleer in het bovenste deel van de groef
Leid de draad door de draadgeleider op de
i
naaldstang (aangegeven met “6”). Houd hiertoe de draad met beide handen vast en leid deze zoals aangegeven in de illustratie.
a Draadgeleider op de naaldstang
Druk op de “Persvoettoets” om de persvoet
j
omlaag te zetten.
a Draadafsnijder
• Wanneer u draad gebruikt die snel van de klos afwikkelt, zoals metallic garen, is het misschien moeilijk om de naald in te rijgen nadat u de draad hebt afgeknipt. In plaats van de draadsnijder te gebruiken trekt u de draad ongeveer 80 mm (ca. 3 inch) uit nadat u deze door de draadgeleiderschijven hebt geleid (aangegeven met “7”).
a 80 mm (ca. 3 inch) of meer
B-40
Page 43
Druk op de “Automatisch inrijgentoets” om
Memo
Opmerking
Memo
Opmerking
Memo
m
de naald automatisch in te rijgen.
De draad gaat door het oog van de naald.
• Wanneer u op de “Automatisch inrijgentoets” drukt, wordt de persvoet automatisch omlaag gezet. Wanneer het inrijgen is voltooid, gaat de persvoet terug naar de stand waarin hij stond toen u op de “Automatisch inrijgentoets” drukte.
Trek voorzichtig aan het draaduiteinde dat
n
door het oog van de naald is getrokken.
* Als zich een lus heeft gevormd in de draad die door
het oog van de naald is geleid, trek de lus er dan uit naar de achterkant van de naald.
BOVENDRAAD INRIJGEN
• Sommige naalden kunt u niet inrijgen met de naaldinrijger. Gebruik dan niet de naaldinrijger nadat u de naald door de draadgeleider op de naaldstang (aangegeven met “6”) hebt geleid, maar leid de naald handmatig van voren naar achteren door het oog van de naald.
Gebruik van draden die snel afwikkelen
Gebruik van het klosnetje
Als u doorzichtig nylondraad, metallic garen of andere sterke draad gebruikt, plaatst u het bijgeleverde klosnetje over de klos voordat u begint. Wanneer u deze speciale draden gebruikt, moet u ze handmatig inrijgen. Is het klosnetje te lang? Vouw het dan eenmaal zo om dat het overeenkomt met het klosformaat, voordat u het over de klos plaatst.
B
1
Voorbereidingen
• Trek niet te hard aan de lus. Anders kan de naald breken.
Trek ongeveer 5 cm (ca. 2 inch) draad uit
o
en leid deze onder de persvoet naar de achterkant van de machine.
Zet de persvoethendel omhoog, als de persvoet
omlaag staat.
a Ongeveer 5 cm (ca. 2 inch)
• Als u de naald niet kunt inrijgen of de draad niet door de draadgeleiders op de naaldstang is geregen, voert u de procedure opnieuw uit vanaf stap Vervolgens leidt u de draad door het oog van de naald, na stap
c.
i.
a Klosnetje b Draadklos c Klospen d Kloskap
• Wanneer u de klos inrijgt met het klosnetje erop, zorg dan dat 5cm - 6cm (ca. 2inch ­2-1/2 inch) draad is uitgetrokken.
• Mogelijk moet u de draadspanning aanpassen wanneer u het klosnetje gebruikt.
Basishandelingen B-41
Page 44
BORDUURVOET VERWISSELEN
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
BORDUURVOET VERWISSELEN
Ofwel de borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer ofwel de borduurvoet “W” wordt geleverd, al naar gelang het land of de regio. De borduurvoet is bij aanschaf bevestigd aan de machine. De aansluiting van de borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer zit niet in het aansluitpunt van de machine.
• Druk altijd op op het scherm voordat u de borduurvoet verwisselt. Als u niet op hebt gedrukt en u op de “Start/stoptoets” of een andere toets drukt, gaat de naaimachine lopen. Dan kunt u
letsel oplopen.
• Gebruik alleen borduurvoeten die zijn gemaakt voor deze machine. Het gebruik van andere persvoeten kan leiden tot ongelukken en letsel.
Neem de aansluiting van borduurvoet
Borduurvoet verwijderen
Druk op de “Naaldstandtoets” om de naald
a
omhoog te zetten.
d
“W+” uit het aansluitpunt op de achterkant van uw machine.
Druk op .
b
* Als het bericht “OK om de persvoet automatisch
omlaag te zetten?” verschijnt op de display, drukt u op OK om verder te gaan.
Het hele scherm wordt wit en alle toetsen zijn
vergrendeld.
Zet de persvoethendel omhoog.
c
Gebruikers van borduurvoet “W” kunnen stap d
overslaan en doorgaan met stap
e.
Gebruik de bijgeleverde schroevendraaier
e
om de schroef van de borduurvoet los te draaien en verwijder de borduurvoet.
a Schroevendraaier b Borduurvoet c Schroef van de borduurvoet
Verwijder de borduurvoet.
Borduurvoet bevestigen
B-42
• Installeer de borduurvoet in de juiste richting. Anders raakt de naald mogelijk de borduurvoet. Dan kan de naald breken en dit kan letsel veroorzaken.
Page 45
BORDUURVOET VERWISSELEN
VOORZICHTIG
Memo
Opmerking
Plaats de borduurvoet “W+” met
a
LED-aanwijzer of de borduurvoet “W” op de persvoetstang door de inkeping van de persvoet tegenover de grote schroef te houden.
Zijaanzicht
Houd de borduurvoet met uw rechterhand
b
op zijn plaats en draai met de bijgesloten schroevendraaier de schroef van de borduurvoet stevig vast.
Druk op om alle toetsen te
d
ontgrendelen.
Alle toetsen zijn ontgrendeld en het vorige scherm
wordt weergegeven.
Naaldpositie (waar de naald neerkomt) controleren met de borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer (alleen voor de borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer)
Alvorens te borduren met borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer dient u eerst zorgvuldig de procedures te lezen die zijn beschreven in de hoofdstukken “Borduren” en “Borduurcombinatie”.
Druk op in het borduurscherm.
a
De LED-aanwijzer geeft aan waar de naald
neerkomt.
B
1
Voorbereidingen
Gebruikers van de borduurvoet “W” kunnen
c overslaan en doorgaan met stap d.
stap
• Draai met de bijgeleverde schroevendraaier de schroef van de persvoethouder stevig vast. Als de schroef los zit, kan de naald de borduurvoet raken. Hierdoor kunt u letsel oplopen.
Plaats de aansluiting van de borduurvoet
c
“W+” met LED-aanwijzer in het aansluitpunt op de achterkant van uw machine.
• Wanneer u de LED-aanwijzer inschakelt, wordt de persvoethoogte automatisch aangepast aan de dikte van de stof.
• Wanneer u opnieuw op drukt, wordt de dikte van de stof opnieuw gemeten en wordt
de persvoet op de optimale hoogte gezet.
* De LED-aanwijzer wordt automatisch uitgeschakeld
wanneer u de persvoet omlaag zet of terugkeert naar de vorige pagina.
• Bij zware stoffen is de positie mogelijk niet nauwkeurig doordat de dikte van de stof varieert. Pas dan de positie handmatig aan naar gelang de dikte van de stof.
• Bij stoffen met een zeer ongelijkmatig oppervlak, zoals quilts, wordt de dikte van de stof mogelijk niet juist gemeten. De positie die de aanwijzer aangeeft, is dan slechts een indicatie.
Basishandelingen B-43
Page 46
BORDUURVOET VERWISSELEN
Opmerking
Opmerking
a
LED-aanwijzer aanpassen (alleen voor de borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer)
Pas de LED-aanwijzer aan als deze een ander punt aangeeft dan het punt waar de naald neerkomt. Alvorens de LED-aanwijzer aan te passen markeert u waar de naald neerkomt in de stof waarop u gaat borduren. Vervolgens plaatst u de stof in het borduurraam en bevestigt u het borduurraam.
• Sommige toetsen die worden genoemd in onderstaande procedure, worden standaard lichtgrijs weergegeven en zijn niet beschikbaar. Als u de toetsen wilt inschakelen om de instellingen op te geven, bevestigt u de borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer aan de machine. De toetsen worden geactiveerd wanneer u de borduurvoet installeert.
Druk op .
a
Het instellingenscherm verschijnt.
Open pagina 7 van het scherm Algemene
b
instellingen.
Druk op .
c
Het scherm Borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer
aanpassen verschijnt.
a LED-aanwijzer aanpassen
• De instelling die u hebt opgegeven, wordt opgeslagen in het geheugen van de machine. Dit is nuttig voor het positioneren tijdens doorlopend borduren.
• Voor normaal gebruik zet u de instelling terug op “00”.
Met of past u de LED-aanwijzer aan
d
zodat deze aangeeft waar de naald werkelijk neerkomt.
Druk tweemaal op om terug te gaan
e
naar het oorspronkelijke scherm.
Helderheid van LED-aanwijzer aanpassen (alleen voor de borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer)
Volg stap vanaf a tot d om het scherm
a
Borduurvoet met LED-aanwijzer aanpassen weer te geven.
Met of past u de helderheid van de
b
LED-aanwijzer aan.
Druk tweemaal op om terug te gaan
c
naar het oorspronkelijke scherm.
B-44
Page 47
NAALD VERWISSELEN
VOORZICHTIG
Memo
Opmerking
VOORZICHTIG
• Druk altijd op op het scherm voordat u de naald verwisselt. Als u niet op
hebt gedrukt en u per ongeluk op de “Start/stoptoets” of een andere toets drukt, gaat de naaimachine lopen. Dan kunt u letsel oplopen.
• Gebruik alleen borduurmachinenaalden voor huishoudelijk gebruik. Andere naalden kunnen buigen of breken en letsel veroorzaken.
• Naai nooit met een verbogen naald. Deze zal gemakkelijk breken en letsel veroorzaken.
• Leg de platte kant van de naald op een plat
oppervlak. Controleer de punt en de zijkanten van de naald. Gooi verbogen naalden weg.
NAALD VERWISSELEN
Draai de schroef met de schroevendraaier
c
naar de voorkant van de naaimachine los. Verwijder de naald.
Steek de naald met de platte kant naar
d
achteren zo ver mogelijk in de opening tot aan de naaldstopper (kijkvenster) in de naaldklem. Draai met een schroevendraaier de naaldklemschroef stevig vast.
B
1
Voorbereidingen
a Gelijke ruimte b Plat oppervlak (naaldplaat, glas enz.)
Druk op de “Naaldstandtoets” om de naald
a
omhoog te zetten.
Druk op .
b
* Als het bericht “OK om de persvoet automatisch
omlaag te zetten?” verschijnt op de display, drukt u op OK om verder te gaan.
Het hele scherm wordt wit en alle toetsen zijn
vergrendeld.
• Alvorens u de naald vervangt, bedekt u het
gat in de naaldplaat met stof of papier om te voorkomen dat de naald in de machine valt.
a Naaldstopper b Opening voor het inbrengen van de naald c Platte kant van de naald
• Duw de naald zo ver totdat ze de stopper raakt en draai de naaldklemschroef stevig vast met een schroevendraaier. Als de naald niet helemaal is ingebracht of als de naaldklemschroef los zit, kan de naald breken of de naaimachine beschadigd raken.
Druk op om alle toetsen te
e
ontgrendelen.
Basishandelingen B-45
Page 48
VOORDAT U GAAT BORDUREN
Stap 4
Stap 2
Stap 1
Stap 3, 5
Stap 6
Over de naald
De naald is waarschijnlijk het belangrijkste onderdeel van de machine. Wanneer u de juiste naald voor uw borduurproject kiest, geeft dit de mooiste afwerking en blijven eventuele problemen tot een minimum beperkt. Hieronder staan enkele zaken waaraan u moet denken als u de naald kiest.
• Voor borduurwerken gebruikt u naald 75/11.
• Een 90/14 naald wordt aanbevolen wanneer u op zware stoffen of steunstoffen borduurt (bijvoorbeeld spijkerstof, schuim enz.). De 75/11 naald kan verbuigen of breken. Hierdoor kunt u letsel oplopen.
• Hoe lager het naaldnummer, hoe kleiner de naald. Naarmate de nummers hoger worden, worden de naalden dikker.
• Gebruik fijne (dunnere) naalden voor lichte stoffen en grove (dikkere) naalden voor zwaardere stoffen.
VOORDAT U GAAT BORDUREN
Borduren stap voor stap
Volg onderstaande stappen om de machine voor te bereiden voor borduren.
Stap
nummer
1 Onderdraad installeren Als onderdraad windt u borduurdraad op. Vervolgens installeert u de spoel. B-31
2 Stof voorbereiden Bevestig steunstof aan de stof en bevestig dit in het borduurraam. E-11 t/m
3 Patroon kiezen Schakel de machine in en selecteer een borduurpatroon. E-3
4 Borduurraam bevestigen Bevestig het borduurraam aan de borduurtafel. E-17
5 Lay-out controleren Controleer het formaat en de plaats van het borduurwerk en pas deze zo
6 Borduurdraad installeren Installeer de borduurdraad voor het patroon. E-21
* Een 90/14 naald wordt aanbevolen wanneer u op zware stoffen of steunstoffen borduurt (bijvoorbeeld spijkerstof, schuim enz.).
B-46
Doel Handeling Pagina
nodig aan.
E-16
E-19
Page 49
Over de borduurtafel
VOORZICHTIG
Opmerking
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Opmerking
VOORDAT U GAAT BORDUREN
Borduurtafel verwijderen
Druk op (Borduren) of op
a
(Borduurrcombinatie) en vervolgens op
.
De wagen komt in de stand te staan waarin de
borduurtafel kan worden verwijderd.
• Verwijder het borduurraam altijd voordat u op
drukt. Anders kan het borduurraam de
borduurvoet raken en letsel veroorzaken.
• De borduurtafel past niet in de kartonnen verzenddoos, wanneer u deze stap niet uitvoert.
Zet de hoofdschakelaar uit.
b
• Zet de machine uit alvorens de borduurtafel
te verwijderen. Anders kan de machine beschadigen.
Houd de ontgrendelknop ingedrukt en trek
c
de borduurtafel uit de machine.
• Til de borduurtafel niet op aan het gedeelte van de ontgrendelknop.
Borduurtafel bevestigen
• Verplaats de machine niet terwijl de borduurtafel daarop is bevestigd. De borduurtafel kan eraf vallen en daardoor letsel veroorzaken.
• Houd uw handen en andere voorwerpen uit de buurt van de wagen van de borduurtafel en het borduurraam wanneer de machine bezig is met borduren. Anders kunt u letsel oplopen.
• Om te voorkomen dat uw borduurontwerp vervormt, mag u de borduurwagen en het borduurraam niet aanraken, wanneer de machine borduurt.
B
1
Voorbereidingen
a Ontgrendelknop
• Zet de machine uit voordat u de
borduurtafel installeert. Anders kan de machine beschadigd raken.
• Raak de interne aansluiting van de
borduurtafel niet aan. Daardoor kunt u de pennen op de aansluiting van de borduurtafel beschadigen.
• Oefen geen zware druk uit op de wagen van
de borduurtafel en til de borduurtafel niet op aan de wagen. Anders kan de borduurtafel beschadigd raken.
• Verpak de borduurtafel goed in de
kartonnen verzenddoos, wanneer u de borduurtafel niet gebruikt of vervoert.
Zet de hoofdschakelaar uit.
a
Basishandelingen B-47
Page 50
VOORDAT U GAAT BORDUREN
Opmerking
Opmerking
Steek de verbindingspen van de
b
borduurtafel op de juiste wijze in het aansluitpunt voor de borduurtafel op de machine. De veerscharnier op het deksel van de aansluitpoort geeft gemakkelijk toegang tot de poort. Druk zachtjes op het deksel van de aansluitpoort totdat deze op zijn plaats klikt.
a Verbindingspen van de borduurtafel b Aansluitpunt voor de borduurtafel op de machine
• Het “Borduur”-scherm of
“Borduurcombinatie”-scherm verschijnt naargelang de instelling die u hebt geselecteerd in het Instellingenscherm.
• Let op dat er geen ruimte open blijft tussen de borduurtafel en de machine. Als er ruimte open blijft, worden de borduurpatronen niet met de juiste registratie genaaid.
• Duw de wagen niet wanneer u de borduurtafel aanbrengt op de naaimachine. Wanneer de wagen wordt verplaatst, kan de borduurtafel beschadigd raken.
Zet de hoofdschakelaar aan.
c
De volgende boodschap verschijnt.
Druk op .
d
De wagen komt in de initialisatiestand te staan.
B-48
Page 51
FUNCTIES WAARVOOR U HET ACCESSOIRE MOET AANSLUITEN OP DE MACHINE
Opmerking
Memo
Opmerking
FUNCTIES WAARVOOR U HET ACCESSOIRE MOET AANSLUITEN OP DE MACHINE
Gebruik van USB-media of borduurkaartlezer/USB-kaartschr ijfmodule*
* Als u de PE-DESIGN Ver5 of later, PE-DESIGN
NEXT, PE-DESIGN Lite of PED-BASIC of PE-DESIGN PLUS hebt aangeschaft, kunt u de bijgesloten USB-kaartschrijfmodule als een borduurkaartlezer aansluiten op de machine en patronen oproepen.
• USB-media worden veel gebruikt, maar sommige USB-media zijn mogelijk niet bruikbaar op deze machine. Meer bijzonderheden vindt u op onze website.
• Naar gelang het USB-medium dat u gebruikt, sluit u het USB-apparaat direct aan op de USB-poort van de machine of sluit u de USB-medialees/schrijfmodule aan op de USB-poort van de machine.
De machine aansluiten op de computer
B
1
Voorbereidingen
a USB-poort voor muis / media (USB 2.0) b USB-medium
a USB-poort voor muis / media b Borduurkaartlezer/USB-kaartschrijfmodule*
• Gebruik slechts een borduurkaartlezer die is ontworpen voor deze machine. Bij gebruik van andere kaartlezers werkt de machine mogelijk niet goed.
• U kunt geen borduurpatronen vanaf de machine opslaan op een borduurkaart die is geplaatst in een aangesloten USB-kaartschrijfmodule.
Met de bijgeleverde USB-kabel kunt u de machine aansluiten op uw computer.
a USB-poort voor computer b USB-kabelaansluiting
• De aansluitingen op de USB-kabel kunt u alleen in één richting in een aansluiting steken. Als de aansluiting niet goed past, gebruik dan geen kracht. Controleer de richting van de aansluiting.
• Bijzonderheden over de positie van de USB-poort op de computer (of USB-hub) vindt u in de gebruiksaanwijzing bij de betreffende apparatuur.
Basishandelingen B-49
Page 52
FUNCTIES WAARVOOR U HET ACCESSOIRE MOET AANSLUITEN OP DE MACHINE
Opmerking
Opmerking
Memo
a
Memo
Van pagina veranderen
Gebruik van een USB-muis
Als u de USB-muis aansluit op de machine kunt u allerlei schermhandelingen uitvoeren.
• Als u een andere muis gebruikt dan de optionele USB-muis, werkt deze mogelijk niet zoals beschreven in deze Bedieningshandleiding.
Draai het muiswiel om door de tabs van de patroonkeuzeschermen te lopen.
• Wanneer paginanummers en een verticale schuifbalk voor extra pagina's worden weergegeven, draait u het muiswiel of klikt u op de linkermuisknop, terwijl de aanwijzer
op / of volgende pagina weer te geven.
/ staat om de vorige of
a USB-poort voor muis / media b USB-muis
• Voer geen bewerkingen uit met de muis terwijl u het scherm aanraakt met uw vinger of de schermaanraakpen.
• U kunt een USB-muis aansluiten of loskoppelen wanneer u wilt.
• De muisaanwijzer verschijnt niet in het beginscherm.
Klikken op een toets
Wanneer de muis is aangesloten, verschijnt een aanwijzer op het scherm. Schuif met de muis om de aanwijzer op de gewenste toets te zetten en klikt op de linkermuisknop.
• Dubbelklikken heeft geen effect.
a Aanwijzer
B-50
Page 53
FUNCTIES WAARVOOR U HET ACCESSOIRE MOET AANSLUITEN OP DE MACHINE
B
1
Voorbereidingen
Basishandelingen B-51
Page 54
B Basishandelingen
Hoofdstuk 2
Sensorfuncties (voor modellen die zijn uitgerust met de sensorfunctie)
U kunt deze functie activeren nadat u de sensorpen hebt aangesloten op de machine. In sommige landen of regio's wordt de sensorpen bij de machine geleverd.
SENSORPEN AANSLUITEN......................................53
Gebruik van de sensorpenhouder .............................................53
GEBRUIK VAN DE SENSORPEN ..............................55
Werken met de sensorpen ........................................................55
Belangrijke informatie over de sensorpen .................................55
Sensorpen kalibreren ................................................................56
GEBRUIK VAN SENSORFUNCTIES IN
BORDUUR-/BORDUURCOMBINATIEMODUS ...... 58
Borduurpositie opgeven met de sensorpen ...............................58
Borduurpositie selecteren aan de hand van de patroonrand.... 59
Borduurpositie selecteren aan de hand van het middelpunt van
het patroon .............................................................................. 60
Page 55
SENSORPEN AANSLUITEN
VOORZICHTIG
SENSORPEN AANSLUITEN
Wanneer u de sensorpen aansluit op de machine, moet u zorgen dat de pijl op de sensorpen boven zit, uitgelijnd met de pijl op de machine, en dat de steker van de pen stevig in het aansluitpunt zit.
Met de punt van het reinigingsborsteltje of
a
tornmesje verwijdert u het beschermkapje van het gat op de rechterkant van de machine.
Steek de punt van het tornmesje of het
reinigingsborsteltje in het gat in het beschermkapje en trek het beschermkapje zachtjes naar buiten.
a Aansluitpunt sensorpen b Steker sensorpen
Steek de sensorpenhouder stevig in het
b
schroefgat waarvan het beschermkapje is verwijderd.
• Wanneer u de sensorpen aansluit op de
machine, moet u zorgen dat de pijl op de sensorpen boven zit, uitgelijnd met de pijl op de machine. Anders worden de aansluitpennen mogelijk niet goed uitgelijnd en kan de steker beschadigd raken.
• Bij het aansluiten of loskoppelen van de
sensorpen pakt u de steker vast en duwt u deze langzaam recht naar binnen, of trekt u deze langzaam recht naar buiten.
• Wanneer u de sensorpen loskoppelt van de
machine, trek dan niet aan het koord. Dan kan de sensorpen beschadigd raken.
B
2
Sensorfuncties (voor modellen die zijn uitgerust met de sensorfunctie)
Gebruik van de sensorpenhouder
Wanneer u de sensorpen aansluit op de machine, bevestigt u de sensorpenhouder om de sensorpen bij de machine te houden.
U kunt de rechterkant van de houder gebruiken om de aanraakpen op te bergen.
Sensorpenhouder
Basishandelingen B-53
Page 56
SENSORPEN AANSLUITEN
Plaats de sensorpen in de sensorpenhouder
c
met de penpunt omlaag. Sluit vervolgens de sensorpen aan op de machine.
B-54
Page 57
GEBRUIK VAN DE SENSORPEN
Opmerking
Memo
VOORZICHTIG
BELANGRIJK
GEBRUIK VAN DE SENSORPEN
B
Werken met de sensorpen
Houd de sensorpen vast en raak het punt aan dat u wilt opgeven. Wanneer de punt van de sensorpen wordt ingedrukt, wordt de positie-informatie naar de machine gezonden.
Wanneer u de sensorpen gebruikt, werk dan langzaam en zacht, zodat de bewerking duidelijk is.
1) Aanraken: een punt aanraken met de sensorpen en de pen direct weer optillen.
2) Lang aanraken: een punt aanraken met de sensorpen en de pen daar minstens een seconde laten rusten. Dan worden de functies die u zojuist hebt geselecteerd, geactiveerd.
Belangrijke informatie over de sensorpen
De sensorpen zendt een signaal naar de machine dat vervolgens wordt ontvangen door de ontvanger om de positie aan te geven.
a Ontvanger sensorpen b De sensorpen zendt een signaal uit
• Steek geen voorwerpen in de sensorpen en de ontvanger. Daardoor kan de machine beschadigd raken.
2
Sensorfuncties (voor modellen die zijn uitgerust met de sensorfunctie)
• Wanneer u een punt hebt aangeraakt met de sensorpen en de opgegeven informatie is toegepast op het scherm, voert u de volgende bewerking uit. Wanneer u enkele malen een punt aanraakt met de sensorpen, wordt de informatie mogelijk niet juist gelezen.
• Sleep de punt van de sensorpen niet over de machine. Dan kan de punt van de sensorpen beschadigen.
• Als er een probleem is met de geleidelijnmarkering, werkt de sensorfunctie mogelijk niet goed.
• U kunt de sensorpen gebruiken als aanraakpen om het scherm aan te raken.
• Houd geen handen, stof of voorwerpen tussen de machine en de sensorpen. Dan kan de ontvanger van de sensorpen mogelijk de signalen van de sensor niet ontvangen.
• Gebruik de machine niet in de buurt van andere apparaten die ultrasoongolven of een trillingsgeluid produceren. Dan kan storing optreden.
Basishandelingen B-55
Page 58
GEBRUIK VAN DE SENSORPEN
Sensorpen kalibreren
Kalibreer de sensorpen met het scherm voordat u deze de eerste keer in gebruik neemt. Dan weet de machine in welke positie u de pen doorgaans vasthoudt.
Houd de sensorpen onder de hoek die u prettig vindt en kalibreer de machine volgens onderstaande procedure.
Houd de sensorpen onder dezelfde hoek bij het kalibreren van het eerste en het tweede punt.
Raak het eerste punt van de groene
d
stippenmarkering op het steekplaatdeksel aan met de sensorpen.
* Raak het steekplaatdeksel aan.
Druk op .
a
Open pagina 3 van het scherm Instellingen.
b
Druk op terwijl u de sensorpen
c
aansluit op de machine.
Het scherm Sensorfunctie kalibreren verschijnt.
a Steekplaatdeksel
Raak het tweede punt in het midden van het
e
kruisje aan met de sensorpen.
* Raak het punt in de illustraties aan.
B-56
a Borduurtafel
Page 59
Druk op om de kalibratie-instelling te
f
voltooien. Als u het kalibreren wilt herhalen, raakt u het eerste punt opnieuw aan met de sensorpen en gaat u door met stap
e.
* Druk op om terug te gaan naar het
oorspronkelijke scherm zonder het kalibereren te voltooien.
* Druk op om de kalibratie-instelling terug te
zetten.
GEBRUIK VAN DE SENSORPEN
B
2
Sensorfuncties (voor modellen die zijn uitgerust met de sensorfunctie)
Basishandelingen B-57
Page 60
GEBRUIK VAN SENSORFUNCTIES IN BORDUUR-/BORDUURCOMBINATIEMODUS
GEBRUIK VAN SENSORFUNCTIES IN BORDUUR-/BORDUURCOMBINATIEMODUS
Alvorens de sensorfuncties te gebruiken, dient u eerst procedures in “Borduren” en “Borduurcombinatie” goed door te lezen om uzelf vertrouwd te maken met de bewerkingen van de machine.
Druk op .
Borduurpositie opgeven met de sensorpen
Wanneer u de sensorpen gebruikt, kunt u de borduurpositie aanpassen aan de gewenste locatie. U kunt deze functie uitvoeren in de modus “Borduren” of “Borduurcombinatie”; onderstaande procedure is uitgevoerd in de modus “Borduren”.
Als de melding “De wagen van de borduurtafel gaat bewegen. Blijf met uw handen en dergelijke uit de buurt van de wagen.” verschijnt tijdens de bewerking, volg de aanwijzing op met het oog op
de veiligheid en druk pas daarna op .
g
Zet de machine aan.
a
Druk op (Borduren /
b
(Borduurcombinatie).
Selecteer de categorie van het patroon dat
c
u wilt borduren.
In het patroonkeuzescherm drukt u op de
d
toets van het patroon dat u wilt borduren.
Druk op .
e
Selecteer het gewenste gebied en druk vervolgens
op wanneer onderstaande melding verschijnt (alleen voor het gebruik van het extra
grote borduurscherm).
Plaats de stof in het borduurraam en
f
bevestig het borduurraam aan de machine.
Zie “Stof in het borduurraam plaatsen” op
paginaE-13 en “BORDUURRAAM BEVESTIGEN” op paginaE-17.
B-58
Page 61
GEBRUIK VAN SENSORFUNCTIES IN BORDUUR-/BORDUURCOMBINATIEMODUS
Druk op .
h
Het scherm Borduurpositieselectie verschijnt.
Selecteer de methode om het
i
borduurpatroon te positioneren.
* Als u de rand van het borduurwerk wilt uitlijnen met
een patroon of markering op de stof, selecteert u de rand. Als het middelpunt van het patroon dat u wilt borduren is bepaald, selecteert u de positie van het middelpunt.
Met de sensorpen raakt u het punt op de
c
stof aan dat correspondeert met hoek a op het scherm.
a Vierkant van patroonrand b Patroonpositie
Met de sensorpen raakt u het punt op de
d
stof aan dat correspondeert met hoek b op het scherm.
B
2
Sensorfuncties (voor modellen die zijn uitgerust met de sensorfunctie)
Borduurpositie selecteren aan de hand van de patroonrand
Vanaf op het scherm drukt u op de
a
rand die de referentie voor de positie moet zijn.
Druk op .
b
a Vierkant van patroonrand b Patroonpositie
Druk op om de posities aan te
e
passen.
Als u de posities niet hoeft aan te passen, gaat u
door met stap
i.
Basishandelingen B-59
Page 62
GEBRUIK VAN SENSORFUNCTIES IN BORDUUR-/BORDUURCOMBINATIEMODUS
Borduurpositie selecteren aan de
Druk op om de LED-aanwijzer
f
op de stof te verplaatsen om de eerste positie aan te passen.
hand van het middelpunt van het patroon
Druk op in het volgende scherm.
a
Druk op om de instelling toe te
g
passen.
Druk op om de LED-aanwijzer
h
op de stof te verplaatsen om de tweede positie aan te passen.
Druk op om de instelling toe te
i
passen.
Raak met de sensorpen twee punten aan op
b
de stof die corresponderen met de nummers in het midden van het borduurpatroon.
a Middenlijn van het patroon b Patroonpositie
Het puntnummer dat u hebt opgegeven wordt rood.
Het voorbeeld in het borduurscherm wordt
j
bijgewerkt volgens de borduurpositie die u hebt opgegeven.
Druk op de “Start/stoptoets” om te
k
beginnen met borduren.
B-60
Druk op om de posities aan te
c
passen.
Als u de posities niet hoeft aan te passen, gaat u
door met stap
g.
Page 63
GEBRUIK VAN SENSORFUNCTIES IN BORDUUR-/BORDUURCOMBINATIEMODUS
Opmerking
Druk op om de LED-aanwijzer
d
Druk op de “Start/stoptoets” om te
i
beginnen met borduren.
B
op de stof te verplaatsen om de eerste positie aan te passen.
Druk op om de instelling toe te
e
passen.
Druk op om de LED-aanwijzer
f
op de stof te verplaatsen om de tweede positie aan te passen.
• Wanneer u de positie van de borduurpositie opgeeft met de sensorpen, kunt u misschien niet precies de gewenste locatie opgeven. Verplaats dan het borduurraam om het midden van het patroon uit te lijnen met de locatie die wordt aangegeven door de LED-aanwijzer.
2
Sensorfuncties (voor modellen die zijn uitgerust met de sensorfunctie)
g
h
Druk op om de instelling toe te
passen.
Het voorbeeld in het borduurscherm wordt bijgewerkt volgens de borduurpositie die u hebt opgegeven.
Basishandelingen B-61
Page 64
GEBRUIK VAN SENSORFUNCTIES IN BORDUUR-/BORDUURCOMBINATIEMODUS
B-62
Page 65
Borduren
In dit gedeelte vindt u aanwijzingen om ontwerpen te borduren met deze machine. Paginanummers in dit gedeelte beginnen met “E”.
De display en machine-illustratie kunnen iets afwijken naargelang het land of de regio.
Hoofdstuk1 Borduren.............................................................E-2
Hoofdstuk2 Borduurcombinatie ...........................................E-56
Page 66
E Borduren
Hoofdstuk 1
Borduren
PATRONEN KIEZEN...................................................3
Copyright .................................................................................. 3
Borduurpatronen kiezen/Brother “Exclusief”/Bloemletter/
Werken met de spoel .................................................................. 4
Letterpatronen kiezen.................................................................5
Kaderpatronen selecteren ........................................................... 7
Patronen selecteren van borduurkaarten ....................................7
Over de borduurkaartlezer (afzonderlijk verkrijgbaar) en de
USB-kaartschrijfmodule*............................................................ 7
Over borduurkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) ...................... 7
Patronen kiezen van een USB-medium/computer ......................8
OVERZICHT DISPLAY VOOR BORDUREN...............9
Functies van de toetsen............................................................10
DE STOF VOORBEREIDEN ......................................11
Opstrijksteunstof bevestigen op de stof ...................................11
Stof in het borduurraam plaatsen .............................................13
Soorten borduurramen............................................................. 13
Stof plaatsen.............................................................................14
Gebruik van het borduurvel ....................................................15
Kleine stukjes stof, hoeken of randen en lint of band
borduren ..................................................................................16
Kleine stukjes stof borduren.....................................................16
Randen of hoeken borduren..................................................... 16
Linten of band borduren .......................................................... 16
BORDUURRAAM BEVESTIGEN...............................17
Borduurtafel verwijderen.........................................................17
POSITIE VAN HET PATROON CONTROLEREN ......19
Patroonpositie controleren ......................................................19
Voorbeeld van het patroon bekijken ........................................20
BORDUURPATROON NAAIEN...............................21
Aantrekkelijke afwerkingen borduren ......................................21
Borduursteekplaatdeksel .........................................................22
Borduurpatronen naaien...........................................................22
Applicaties borduren ...............................................................23
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN ..........26
Als de onderdraad bijna op is ..................................................26
Wanneer de draad afbreekt tijdens het naaien .........................27
Opnieuw beginnen vanaf het begin .........................................28
Borduren hervatten nadat u de machine hebt uitgezet .............28
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN...........30
Draadspanning aanpassen......................................................... 30
Juiste draadspanning ................................................................30
Bovendraad is te strak..............................................................30
Bovendraad is te los .................................................................30
Spoelhuis aanpassen (geen kleur op schroef) ............................31
Juiste spanning ......................................................................... 31
Bovendraad is te los .................................................................31
Onderdraad is te strak..............................................................32
Gebruik van de automatische draadknipfunctie
(EINDE KLEUR KNIPPEN) ......................................................... 32
Gebruik van de draadknipfunctie (OVERSPRINGENDE STEEK
KNIPPEN) .................................................................................32
Selecteren beneden welke lengte overspringende steken niet
worden afgeknipt......................................................................33
Borduursnelheid aanpassen...................................................... 33
Garenkleur wijzigen................................................................. 34
“Borduurraamscherm” wijzigen............................................... 35
BORDUURPATROON WIJZIGEN...........................36
Patroon verplaatsen ................................................................. 36
Patroon en naald in de juiste positie zetten.............................. 36
Grootte van patroon wijzigen .................................................. 37
Patroon roteren........................................................................ 38
Horizontaal gespiegeld patroon maken ................................... 39
Bewerkscherm vergroten ......................................................... 39
Steekdichtheid wijzigen (alleen letter- en kaderpatronen) ..... 40
Kleuren van letterpatroon wijzigen ......................................... 40
Verbonden letters borduren..................................................... 41
Ononderbroken borduren (monochroom - met één kleur)....... 43
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE................44
Voorzorgsmaatregelen borduurgegevens ................................. 44
Soorten borduurgegevens die u kunt gebruiken........................44
Welke USB-apparaten/media u kunt gebruiken........................44
U kunt computers en besturingssystemen met de volgende
specificaties gebruiken..............................................................44
Voorzorgsmaatregelen voor het maken en opslaan van
steekgegevens op de computer.................................................44
Tajima (.dst) borduurgegevens..................................................45
Steekpatronen opslaan in het geheugen van de machine ......... 45
Als het geheugen vol is .............................................................45
Steekpatronen opslaan op USB-medium .................................. 46
Borduurpatronen opslaan op de computer............................... 47
Patronen ophalen uit het geheugen van de machine ............... 48
Ophalen van USB-media.......................................................... 49
Ophalen van de computer........................................................ 50
BORDUURAPPLICATIE........................................... 51
Applicatie maken met een kaderpatroon (1) ............................ 51
Applicatie maken met een kaderpatroon (2) ............................ 52
Gesplitste borduurpatronen naaien.......................................... 53
Page 67
PATRONEN KIEZEN
a
c
g
b
d
i
e
j
h
f
Memo
PATRONEN KIEZEN
Copyright
De in de machine en op de borduurkaarten opgeslagen patronen zijn slechts bedoeld voor privé-gebruik. Enig openbaar of commercieel gebruik van patronen waarop copyright rust is een overtreding van de wet op auteursrechten en is ten strengste verboden. Er zijn veel letterpatronen en decoratieve borduurpatronen opgeslagen in het geheugen van de machine (een volledig overzicht van de patronen in het geheugen van de machine vindt u in de “Beknopte bedieningsgids”). U kunt ook patronen van de borduurkaarten gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar). Nadat de machine geïnitialiseerd is en de wagen op de beginstand is gaan staan, verschijnt het scherm met het patronenoverzicht.
Mocht er een ander scherm verschijnen, druk dan op en vervolgens op om het onderstaande
scherm weer te geven. Deze machine bevat 6 categorieën patronen.
E
1
Borduren
a Borduurpatronen b Brother “Exclusief” c Bloemletterpatronen d Kaderpatronen e Letterpatronen f Patronen voor werken met de spoel (zie “Bijlage”) g In het geheugen opgeslagen patronen (zie pagina
E-48)
h Op USB-medium opgeslagen patronen (zie pagina
E-49)
i Op de computer opgeslagen patronen (zie pagina
E-50)
j Druk op deze toets om de borduurtafel in de
opbergstand te plaatsen.
• Als een toets er gestapeld uitziet, zoals
en , betekent dit dat
er subcategorieën zijn, die u moet selecteren voordat een patroonkeuzescherm verschijnt.
Borduren E-3
Page 68
PATRONEN KIEZEN
Borduurpatronen kiezen/Brother “Exclusief”/Bloemletter/Werken met de spoel
Druk de toets van de categorie van het
a
patroon dat u wilt borduren.
* Zie “Werken met de spoel” in “Bijlage” voor meer
informatie over patronen voor werken met de spoel.
Druk op de toets van het patroon dat u wilt
b
borduren.
Druk op om het patroon in
c
spiegelbeeld te borduren.
* Als u een fout heeft gemaakt bij de selectie van het
patroon, druk dan op de toets van het patroon dat u wilt borduren. De nieuwe selectie verschijnt.
Druk op .
d
De display voor borduren verschijnt.
Ga door met “OVERZICHT DISPLAY
e
VOOR BORDUREN” op paginaE-9 om het patroon te borduren.
* Als u naar het vorige scherm terug wilt gaan of een
* Druk op om naar de volgende pagina te gaan.
* Druk op om naar de vorige pagina te gaan.
Het geselecteerde patroon wordt weergegeven.
ander patroon wilt kiezen, drukt u op .
E-4
Page 69
Letterpatronen kiezen
Memo
Voorbeeld: “We Fly” invoeren.
Druk op .
a
PATRONEN KIEZEN
* Als u de grootte van een letter wilt wijzigen,
selecteert u de letter en drukt u op om de
grootte te wijzigen. Telkens wanneer u op de toets drukt, verandert de grootte van groot, naar medium naar klein.
* Als u per ongeluk verkeerd kiest, druk dan op
om uw fout te wissen.
* Als het patroon te klein is om het goed te kunnen
E
1
Borduren
Druk op de toets van het lettertype dat u
b
wilt borduren.
Druk op een tab om van selectiescherm te
c
wisselen.
zien, kunt u het controleren met .
Druk op en voer vervolgens “e” in.
e
Druk op om een spatie in te voeren.
f
• Als u letters toevoegt nadat u de grootte hebt gewijzigd, worden de nieuwe letters ingevoerd in de grootte die u hebt gekozen.
• U kunt de grootte van de ingevoerde letters niet wijzigen nadat u een letterpatroon hebt gecombineerd.
Druk op en voer vervolgens “W” in.
d
Borduren E-5
Page 70
PATRONEN KIEZEN
Druk opnieuw op en voer “F” in.
g
Druk op en voer vervolgens “ly” in.
h
Druk op .
i
De display voor borduren verschijnt.
Ga door met “OVERZICHT DISPLAY
j
VOOR BORDUREN” op paginaE-9 om het patroon te borduren.
* Als u naar het vorige scherm terug wilt gaan of een
ander patroon wilt kiezen, drukt u op .
E-6
Page 71
Kaderpatronen selecteren
a
b
Opmerking
Druk op .
a
Druk boven in het scherm op de toets met
b
de kadervorm die u wilt borduren.
a Kadervormen b Kaderpatronen
Onder in het scherm verschijnen diverse
kaderpatronen met de geselecteerde vorm.
PATRONEN KIEZEN
Ga door met “OVERZICHT DISPLAY
e
VOOR BORDUREN” op paginaE-9 om het patroon te borduren.
* Als u naar het vorige scherm terug wilt gaan of een
ander patroon wilt kiezen, drukt u op .
E
1
Borduren
Druk op de toets van het kaderpatroon dat
c
u wilt borduren.
* Als u per ongeluk een verkeerd patroon hebt
gekozen, druk dan op de toets van het patroon dat u wel wilt borduren.
Het geselecteerde patroon verschijnt op het scherm.
Druk op .
d
Patronen selecteren van borduurkaarten
Over de borduurkaartlezer (afzonderlijk verkrijgbaar) en de USB-kaartschrijfmodule*
• Gebruik slechts een borduurkaartlezer die is
ontworpen voor deze machine. Bij gebruik van andere kaartlezers werkt de machine mogelijk niet goed.
* Als u de PE-DESIGN Ver5 of later, PE-DESIGN
NEXT, PE-DESIGN Lite of PED-BASIC of PE-DESIGN PLUS hebt aangeschaft, kunt u de bijgesloten USB-kaartschrijfmodule als een borduurkaartlezer aansluiten op de machine en patronen oproepen.
• U kunt geen borduurpatronen vanaf de machine opslaan op een borduurkaart die is geplaatst in een aangesloten USB-kaartschrijfmodule*.
De display voor borduren verschijnt.
Over borduurkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar)
• Gebruik alleen borduurkaarten die speciaal voor
deze machine zijn vervaardigd. Bij gebruik van onofficiële kaarten werkt de machine mogelijk niet goed.
• In het buitenland aangeschafte borduurkaarten
kunt u niet gebruiken bij deze machine.
• Berg uw borduurkaarten op in de koffer.
Borduren E-7
Page 72
PATRONEN KIEZEN
Opmerking
Steek de optionele
a
borduurkaartlezer/USB-kaartschrijfmodule* in de USB-poort van de machine.
a USB-poort b Borduurkaartlezer/USB-kaartschrijfmodule
Steek de kaart volledig in de
b
kaartlezer/USB-kaartschrijfmodule.
* Plaats de borduurkaart zo dat het uiteinde met de
pijl erop boven zit.
Druk op de toets van de USB-poort.
c
De patronen op de borduurkaart verschijnen op het
scherm met het stekenoverzicht.
Volg de stappen op PaginaE-4 om een
d
patroon te selecteren.
Patronen kiezen van een USB-medium/computer
• U kunt niet twee USB-kaartlezers/USB-kaartschrijfmodules tegelijk gebruiken op deze machine. Als u twee USB-kaartlezers/USB-kaartschrijfmodules plaatst, wordt alleen de USB-kaartlezer/USB-kaartschrijfmodule die het eerst is geplaatst, gedetecteerd.
Hoe u patronen ophaalt van een computer of USB-medium leest u op pagina’s E-49 t/m E-50.
E-8
Page 73
OVERZICHT DISPLAY VOOR BORDUREN
Opmerking
b
l
a
c
e f
j
k
m
h i
g
d
OVERZICHT DISPLAY VOOR BORDUREN
E
1
Borduren
a Hiermee geeft u de persvoetcode weer.
Bevestig borduurvoet “W+” of “W” voor alle borduurwerken. Wanneer het persvoetsymbool op het scherm verschijnt, kunt u borduren.
b Hier verschijnt de grens voor borduren met het extra grote borduurraam (30 cm × 18 cm (ca. 12 inch × 7 inch)). c Hier wordt een voorbeeld van het geselecteerde patroon getoond. d Hier wordt de grootte van het geselecteerde patroon getoond. e Toont de borduurramen die u bij het geselecteerde patroon kunt gebruiken. Gebruik het juiste borduurraam (zie
pagina E-13).
f Hier wordt getoond hoe ver de patroonpositie zich vanaf het midden bevindt (wanneer u de
standaardpatroonpositie verplaatst).
g Toont hoeveel aantal graden het patroon wordt gedraaid. h Hiermee wordt getoond hoeveel steken er in het geselecteerde patroon zijn en hoeveel steken er tot nu toe zijn
geborduurd.
i Geeft aan hoeveel tijd u nodig hebt om het patroon te borduren en hoeveel tijd er tot nu toe is verlopen bij het
borduren van het patroon (de tijd voor het verwisselen en automatisch afsnijden van draden is hier niet bij inbegrepen).
j Toont het aantal kleuren in het geselecteerde patroon en het nummer van de kleur die u momenteel borduurt. k Toont het deel van het borduurwerk dat wordt geborduurd met de eerste garenkleur. l Toont de volgorde voor garenkleurwisselingen en de borduurtijd voor elke garenkleur.
* De weergegeven tijd is een benadering van de benodigde tijd. De werkelijke borduurtijd kan langer zijn dan de
aangegeven tijd, naar gelang het borduurraam dat u gebruikt. Bovendien is de tijd die nodig is om van garenkleur te wisselen, niet inbegrepen.
m Pijltjestoetsen (zie volgende pagina)
• De extra functies van alle toetsen worden op de volgende pagina uitgelegd.
Borduren E-9
Page 74
OVERZICHT DISPLAY VOOR BORDUREN
Opmerking
Q
p
s
R
t
v u
r
n
o
q
z y
w
x
Functies van de toetsen
Met deze toetsen kunt u de grootte van het patroon wijzigen, het patroon roteren (draaien) enz.
• Sommige functies zijn niet beschikbaar bij bepaalde patronen. Als de toets lichtgrijs is, kunt u die functie niet gebruiken bij het geselecteerde patroon.
Nr. Display Toetsnaam Uitleg Pagina
m Pijltjestoetsen
( Centreertoets)
Met een pijltjestoets verplaatst u het patroon in de richting van de pijl. (Met de centreertoets zet u het patroon terug in het midden van het borduurgebied.)
E-36
n Rotatietoets Met de rotatietoets draait u het patroon op het scherm. U kunt het patroon
o Groottetoets Met de groottetoets wijzigt u de grootte van het patroon. E-37
p Meerkleurentoets Met de meerkleurentoets wijzigt u de kleur van elke letter bij het naaien van
q Terugtoets Met de terugtoets keert u terug naar het patronenoverzicht.
r Knip/spanningstoets Met de knip/spanningstoets geeft u automatisch draadknippen, draadknippen
s Vooruit/achteruittoets Met de vooruit/achteruittoets verplaatst u de naald vooruit of achteruit in het
t Controletoets Met de controletoets controleert u de positie van het patroon. Het borduurraam
u Beginpunttoets Met de beginpunttoets stemt u de beginpositie van de naald af op de
v Geheugentoets Met deze toets slaat u een patroon op, in het geheugen, op een USB-medium
w Ononderbroken-bord
urentoets
x Toets van de
borduurvoet met LED-pointer
y Steekdichtheidstoets Met deze toets wijzigt u de steekdichtheid van letter- of kaderpatronen. E-40
1 graad, 10 graden of 90 graden per keer draaien.
letterpatronen.
of de draadspanning op. Voor borduren zijn deze functies automatisch ingesteld.
patroon. Dit is handig als de draad tijdens het naaien is afgebroken of als u weer vanaf het begin wilt beginnen.
gaat naar de gewenste positie, zodat u kunt controleren of er voldoende ruimte is om het patroon te naaien.
patroonpositie.
of een computer.
Druk op deze toets om het geselecteerde patroon te borduren met één kleur. E-43
Druk op deze toets om de LED-pointer aan te zetten.
E-38
E-40
E-32 t/m
E-32
E-27 t/m
E-29
E-19
E-36
E-45 t/m
E-47
"Basishan-
delingen"
z Horizontale
Q Functiepaginatoets Druk op deze toets om alle toetsen op dit scherm weer te geven. E-40
R
spiegeltoets
Patroonafbeeldingtoets
Met de horizontale spiegeltoets spiegelt u het patroon horizontaal. E-39
Druk op deze toets om een voorbeeld te krijgen van het geborduurde patroon. E-20
E-10
Page 75
DE STOF VOORBEREIDEN
VOORZICHTIG
Opmerking
VOORZICHTIG
DE STOF VOORBEREIDEN
• Gebruik stof van minder dan 3 mm (ca. 1/8 inch) dik. Met stof van meer dan 3 mm (ca. 1/8 inch) dik breekt de naald wellicht.
• Wanneer u werkt met lagen met dikkere wattering, is het aan te raden de persvoethoogte aan te passen in het borduurinstellingenscherm (zie hieronder).
• Voor dikke badstof raden we u aan een stuk wateroplosbare steunstof boven op de voorkant van de stof te plaatsen. Hierdoor wordt de vleug van de stof verkleind, hetgeen een mooiere afwerking geeft.
E
1
Borduren
• Druk op . In de display
“Borduurvoethoogte” gebruikt u en
in het scherm Instellingen. Pas de
persvoethoogte aan voor dikke of pluizige stof.
• Als u de ruimte tussen de persvoet en de
naaldplaat wilt vergroten, stel dan de borduurvoet in op een hogere waarde. Voor het meeste borduurwerk wordt de instelling 1,5 mm gebruikt.
Opstrijksteunstof bevestigen op de stof
Voor het beste resultaat in borduurwerk gebruikt u altijd borduursteunstof. Volg de instructies op de verpakking van de steunstof die u gebruikt.
Werkt u met stoffen die niet gestreken kunnen worden (zoals badstof of stoffen met lussen die groter worden bij het strijken) of met gedeelten die u niet gemakkelijk kunt strijken? Leg dan de steunstof onder de stof zonder deze te bevestigen en plaats de stof plus steunstof vervolgens in het borduurraam. Of vraag aan uw erkende dealer wat de juiste steunstof is.
• Gebruik altijd borduursteunstof voor stretchstof, lichte stof, grof geweven stof of stof waarbij het patroon kan gaan trekken. Anders kan de naald breken en hierdoor kunt u letsel oplopen. Als u geen steunstof gebruikt, kan dit tot een slechte afwerking van uw borduurwerk leiden.
Gebruik een stuk steunstof dat groter is dan
a
het borduurraam.
a Grootte van het borduurraam b Opstrijksteunstof
Borduren E-11
Page 76
DE STOF VOORBEREIDEN
Memo
Strijk de steunstof vast op de achterkant van
b
de stof.
a Bevestigingskant van de steunstof b Stof (achterkant)
• Borduurt u op dunne stof, zoals organdie of batist, of op ruwharige stof zoals badstof of corduroy? Dan krijgt u het beste resultaat met wateroplosbare steunstof (afzonderlijk verkrijgbaar). De wateroplosbare steunstof lost volledig op in water, waardoor het borduurwerk een mooiere afwerking verkrijgt.
E-12
Page 77
Stof in het borduurraam plaatsen
VOORZICHTIG
ab
DE STOF VOORBEREIDEN
Soorten borduurramen
De soorten en nummers van de geleverde borduurramen verschillen per land en regio.
Extra groot Groot Medium
Borduurveld
30 cm × 18 cm
(ca. 12 inch × 7 inch)
Te gebruiken wanneer u verbonden of gecombineerde letters of patronen of grote patronen borduurt.
U kunt een ander optioneel borduurraam gebruiken. Wanneer u borduurramen kiest die niet op het scherm verschijnen, controleer dan eerst de ontwerpgrootte van het borduurveld van het optionele raam. Overleg met uw erkende dealer of het raam compatibel is. Kies een borduurraam dat overeenkomt met het patroonformaat. De bijgeleverde borduurramen staan in de display.
Te gebruiken wanneer u patronen borduurt met een grootte tussen 10 cm × 10 cm (ca. 4 inch × 4 inch) en 18 cm × 13 cm (ca. 7 inch × 5 inch).
Borduurveld
18 cm × 13 cm
(ca. 7 inch × 5 inch)
Borduurveld
10 cm × 10 cm
(ca. 4 inch × 4 inch)
Te gebruiken wanneer u patronen borduurt met een grootte van minder dan 10 cm × 10 cm (ca. 4 inch × 4 inch).
E
1
Borduren
a Gemarkeerd: kan worden gebruikt b Gearceerd: kan niet worden gebruikt
• Als u een te klein borduurraam gebruikt, kan de persvoet het raam tijdens het borduren raken. Hierdoor
kunt u letsel oplopen.
Borduren E-13
Page 78
DE STOF VOORBEREIDEN
Opmerking
Memo
Stof plaatsen
• Als de stof los in het borduurraam zit, wordt het borduurontwerp niet goed genaaid. Leg de stof op een gelijkmatig oppervlak en trek de stof voorzichtig strak in het raam. Volg onderstaande stappen om de stof op de juiste wijze te plaatsen.
Haal de afstelschroef omhoog en draai deze
a
los om het binnenraam te verwijderen.
a Afstelschroef b Binnenraam
Draai de afstelschroef licht aan en trek aan
c
de randen en de hoeken van de stof om de stof glad te trekken. Draai de schroef niet los.
Trek de stof enigszins strak en draai de
d
afstelschroef vast, zodat de stof licht gespannen blijft.
* Nadat u aan de stof hebt getrokken, controleert u of
de stof strak is.
Leg de stof met de voorkant naar boven op
b
het buitenraam.
Plaats het binnenraam opnieuw in het buitenraam met
van het binnenraam tegenover van het
buitenraam.
a van binnenraam
b van buitenraam c Afstelschroef
* Let op dat de binnen- en buitenramen gelijk zijn
voordat u begint met borduren.
a Buitenraam b Binnenraam c Stof
• Trek aan alle vier de hoeken en alle vier de randen aan de stof. Terwijl u aan de stof trekt, draait u de afstelschroef van het raam vast.
E-14
Page 79
DE STOF VOORBEREIDEN
Memo
Zet de afstelschroef in de oorspronkelijke
e
stand.
• U kunt met de bijgesloten schroevendraaier de afstelschroef van het raam vaster of losser draaien.
Rek de stof enigszins, zodat vouwen en
c
kreukels verdwijnen. Plaats vervolgens het binnenraam in het buitenraam.
a Binnenraam b Buitenraam
Verwijder het borduurvel.
d
E
1
Borduren
Gebruik van het borduurvel
Wanneer u het patroon op een speciale plek wilt borduren, gebruikt u het borduurvel met het raam.
Markeer met een krijtje de plek op de stof
a
waar u wilt borduren.
a Borduurpatroon b Markering
Leg het borduurvel op het binnenraam. Laat
b
de lijnen op het borduurvel samenvallen met de markering die u op de stof hebt aangebracht.
a Binnenraam b Lijn
Borduren E-15
Page 80
DE STOF VOORBEREIDEN
Kleine stukjes stof, hoeken of randen en lint of band borduren
Gebruik borduursteunstof voor extra steun. Verwijder de steunstof voorzichtig nadat u klaar bent met borduren. Bevestig de steunstof zoals hieronder aangegeven. We raden u aan borduursteunstof te gebruiken.
Kleine stukjes stof borduren
Gebruik textiellijm om het kleine stukje stof op het grotere stuk stof in het borduurraam te plakken. Als u liever geen textiellijm gebruikt, bevestigt u de steunstof met rijgsteken.
Linten of band borduren
Zet het lint of het band vast met dubbelzijdig plakband of textiellijm.
a Linten of band b Steunstof
a Stof b Steunstof
Randen of hoeken borduren
Gebruik textiellijm om het kleine stukje stof op het grotere stuk stof in het borduurraam te plakken. Als u liever geen textiellijm gebruikt, bevestigt u de steunstof met rijgsteken.
a Stof b Steunstof
E-16
Page 81
BORDUURRAAM BEVESTIGEN
Opmerking
VOORZICHTIG
BORDUURRAAM BEVESTIGEN
E
• Wind de spoel op en plaats de spoel voordat u het borduurraam aanbrengt.
Druk op de “Persvoettoets” om de persvoet
a
omhoog te zetten.
Laat de borduurraamgeleider langs de
b
rechterrand van de borduurraamhouder vallen.
a Borduurraamhouder b Borduurraamgeleider
Schuif het borduurraam in de houder. Zorg
c
dat van het borduurraam tegenover op de houder staat.
Zet de raambevestigingshendel omlaag, op
d
gelijk niveau met het raam. Zo zet u het borduurraam vast in de borduurraamhouder.
a Raambevestigingshendel
• Als de raambevestigingshendel niet omlaag staat, verschijnt het volgende bericht. U kunt pas beginnen met naaien wanneer u de raambevestigingshendel omlaag zet.
1
Borduren
a Pijl
Borduurtafel verwijderen
Zet de raambevestigingshendel omhoog.
a
Borduren E-17
Page 82
BORDUURRAAM BEVESTIGEN
Trek het borduurraam naar u toe.
b
E-18
Page 83
POSITIE VAN HET PATROON CONTROLEREN
Memo
VOORZICHTIG
a
POSITIE VAN HET PATROON CONTROLEREN
Normaliter bevindt het patroon zich midden in het borduurraam. Als het patroon anders moet worden geplaatst op de stof kunt u de lay-out controleren alvorens u gaat borduren.
Patroonpositie controleren
Het borduurraam verplaatst zich en de patroonpositie wordt weergegeven. Let goed op het borduurraam zodat het patroon op de juiste plaats wordt geborduurd.
Druk op .
a
Druk in op de toets voor de positie
b
die u wilt controleren.
E
1
Borduren
Het volgende scherm verschijnt.
a Geselecteerde positie
De naald verplaatst zich naar de geselecteerde
positie op het patroon.
• Druk op om het hele borduurgebied te
zien. Het borduurraam verplaatst zich en het borduurvlak wordt weergegeven.
• Zorg dat de naald omhoog staat wanneer het borduurraam zich verplaatst. Als de naald omlaag staat, kan de naald breken en letsel veroorzaken.
Druk op .
c
Borduren E-19
Page 84
POSITIE VAN HET PATROON CONTROLEREN
Memo
Voorbeeld van het patroon bekijken
Druk op .
a
U ziet een voorbeeld van het patroon zoals het
wordt geborduurd.
Druk op om het
b
borduurraam te kiezen dat in het voorbeeld wordt gebruikt.
* Ramen die lichtgrijs zijn weergegeven, kunt u niet
selecteren.
* Druk op om de afbeelding op het scherm te
vergroten.
* U kunt het patroon borduren zoals het verschijnt op
het volgende scherm.
c
E-20
• U kunt beginnen vanuit dit scherm door op de “Start/stoptoets” te drukken.
Druk op om terug te gaan naar het oorspronkelijke scherm.
Page 85
BORDUURPATROON NAAIEN
Memo
VOORZICHTIG
Opmerking
BORDUURPATROON NAAIEN
Aantrekkelijke afwerkingen borduren
Bij het maken van mooi borduurwerk komen vele factoren kijken. Het gebruik van de juiste steunstof (zie pagina E-11) en bevestiging van de stof in het borduurraam (zie pagina E-13) zijn twee belangrijke factoren die we reeds hebben genoemd. Een ander belangrijk punt is de keuze van de juiste naald en draad. Zie de onderstaande uitleg over draad.
E
1
Borduren
Draad Bovendraad Gebruik borduurgaren dat speciaal voor deze naaimachine bestemd is.
Onderdraad Gebruik als onderdraad borduurgaren dat speciaal voor deze naaimachine bestemd is.
• Als u ander garen gebruikt dan het hierboven vermelde, wordt het borduurwerk mogelijk niet goed genaaid.
Ander borduurgaren geeft mogelijk geen optimale resultaten.
U kunt de draadspanning aanpassen met de schroef op het spoelhuis. Welk spoelhuis wordt geleverd, hangt af van het type machine. Zie onderstaande uitleg van typen spoelhuizen.
Spoelhuis (voor borduur- en naaimachine)
a
Standaardspoelhuis (groene markering op de schroef) Ander spoelhuis (geen kleurmarkering op schroef)
Spoelhuis (voor borduurmachine)
Standaardspoelhuis dat oorspronkelijk is geïnstalleerd op de machine heeft een groene markering op de schroef. Stel de groen gemarkeerde schroef niet anders af.
Het andere spoelhuis (geen kleur op de schroef) is ingesteld met een hogere spanning voor borduurwerk, met borduurdraden van andere dikte en allerlei borduurtechnieken. Het spoelhuis is te herkennen aan een donkere markering binnen in de spoelholte. Zo nodig kunt u de schroef op dit spoelhuis afstellen. (zie pagina E-31).
Het spoelhuis (geen kleur op de schroef) is geïnstalleerd op de machine. We adviseren u de bijgeleverde borduurdraad te gebruiken als onderdraad. Zo nodig kunt u de schroef op dit spoelhuis afstellen. (zie pagina E-31).
a Spoelhuis (geen kleur op de
schroef)
Op “Grijper reinigen” in “Bijlage” leest u hoe u het spoelhuis verwijdert.
• Wanneer u grote kledingstukken borduurt (vooral jasjes of andere zware stoffen), moet u zorgen dat de stof niet over de tafel hangt. Anders kan de borduurtafel niet vrij bewegen en raakt het borduurraam mogelijk de naald. Dan kan de naald verbuigen of breken, met letsel als gevolg. Leg de stof zo neer dat deze niet van de tafel hangt (of houd de stof vast om te voorkomen dat ze gaat slepen).
• Controleer vóór het borduren of er genoeg draad in de spoel zit. Wanneer u het project begint te
borduren met onvoldoende draad op de spoel, moet u midden in het patroon de spoel opnieuw opwinden.
• Laat geen voorwerpen liggen binnen het bereik van het bewegende borduurraam. Het raam kan het
voorwerp raken, waardoor het borduurpatroon mogelijk slecht wordt afgewerkt.
• Wanneer u grote kledingstukken borduurt (vooral jasjes of andere zware stoffen), moet u zorgen dat
de stof niet over de tafel hangt. Anders kan de borduurtafel niet vrij bewegen, waardoor het patroon mogelijk anders uitvalt dan verwacht.
Borduren E-21
Page 86
BORDUURPATROON NAAIEN
VOORZICHTIG
Opmerking
Memo
b
a
Borduursteekplaatdeksel
Afhankelijk van het soort stof, steunstof of garen dat u gebruikt, kan de bovendraad onder bepaalde omstandigheden gaan lussen. Plaats in dat geval het bijgeleverde deksel op de steekplaat. Plaats hiertoe de twee uitsteeksels op de onderkant van het deksel in de inkepingen op de steekplaat, zoals hieronder aangegeven.
a Gleuf b Uitsteeksel c Inkeping
Wilt u dit deksel verwijderen, leg dan uw nagel in de gleuf, waarna u het deksel eruit tilt.
Borduurpatronen naaien
Voorbeeld:
• Druk het borduursteekplaatdeksel zo ver mogelijk op de steekplaat. Als het steekplaatdeksel niet stevig bevestigd is, kan de naald breken.
• Gebruik het borduursteekplaatdeksel niet
bij andere toepassingen dan borduurwerk.
a Volgorde borduurkleuren b Cursor
• De [+] cursor verplaatst zich over het patroon en geeft aan welk gedeelte van het patroon op dat moment wordt geborduurd.
Rijg de machine in met draad voor de eerste
a
kleur. Leid de draad door het gat in de borduurvoet. Trek een stuk draad uit, zodat er enige speelruimte is en houd het uiteinde van de draad in uw linkerhand.
E-22
Page 87
BORDUURPATROON NAAIEN
Memo
Memo
Memo
Zet de persvoet omlaag en druk vervolgens
b
op de “Start/stoptoets” om te beginnen met borduren. Druk na vijf à zes steken nogmaals op de “Start/stoptoets” om de machine te stoppen.
Knip de overtollige draad aan het eind van
c
de naad af. Als het eind van de naad zich onder de persvoet bevindt, zet u de persvoet omhoog en knipt u de overtollige draad daarna af.
Druk op de “Start/stoptoets” om te
d
beginnen met borduren.
Nadat de eerste kleur helemaal is geborduurd, knipt
de machine de draden automatisch af en stopt daarna. De persvoet wordt dan automatisch omhooggezet. Op het scherm Volgorde borduurkleuren wordt de volgende kleur verplaatst naar boven.
• Als er nog een stuk draad aan het begin van het naaien is overgebleven, naait u hier misschien overheen wanneer u doorgaat met de rest van het patroon. Als het gehele patroon eenmaal geborduurd is, is het erg lastig om het extra stuk draad nog te verwijderen. Knip de draden af aan het begin van elke draadwisseling.
Herhaal dezelfde stappen voor het
f
borduren van de overige kleuren.
Wanneer de laatste kleur is geborduurd, verschijnt
“Naaien beëindigd” op het scherm. Druk op om terug te keren naar het oorspronkelijke scherm.
• De draadknipfunctie is oorspronkelijk ingesteld om overtollige overspringende draden af te knippen (waar patronen met elkaar worden verbonden). Mogelijk blijft aan het begin van het stiksel een eind bovendraad op de voorkant van de stof over, naar gelang het soort naald en stof dat u gebruikt. Nadat u klaar bent met borduren, knipt u de overtollige draad af. Wanneer de functie is uitgeschakeld, knip dan met een schaar de overtollige overspringende draden af nadat het patroon klaar is. Zie PaginaE-32 voor informatie over de draadknipfunctie.
E
1
Borduren
Verwijder het garen voor de eerste kleur uit
e
de machine. Rijg de machine in met de volgende kleur.
Applicaties borduren
Bij sommige patronen is een applicatie in het patroon nodig. Bereid de basisstof en de applicatiestof voor.
Bij het borduren van patronen met een applicatie staat er in het borduurkleurvolgordescherm eerst “APPLICATIEMATERIAAL”, “APPLICATIEPOSITIE”, “APPLICATIE” en daarna de volgorde van de kleuren van het patroon om de applicatie heen.
• Afhankelijk van de instelling voor de volgorde van de borduurkleuren op de
display ziet u , of
.
Borduren E-23
Page 88
BORDUURPATROON NAAIEN
Memo
Memo
Strijk de steunstof vast op de achterkant van
a
het applicatiemateriaal.
a Applicatiemateriaal (katoen, vilt, enz.) b Opstrijksteunstof
Plaats het applicatiemateriaal op het
b
borduurraam en druk vervolgens op de “Start/stoptoets” om de omtrek van de applicatie te naaien.
Plaats de basisstof op het borduurraam.
d
a Basisstof
Druk op de “Start/stoptoets” om de positie
e
van de applicatie te naaien.
* Gebruik dezelfde kleur garen als u wilt gebruiken
om de applicatie te bevestigen in stap g.
a Omtrek van de applicatie b Applicatiemateriaal
• De borduurprocedure is gelijk aan de procedure op PaginaE-22.
De machine naait rond de omtrek van de stukken
applicatie en stopt dan.
Verwijder het applicatiemateriaal uit het
c
borduurraam en knip het voorzichtig af langs het stiksel. Verwijder vervolgens zorgvuldig alle stikdraad.
* Knip zorgvuldig het patroon uit op de omtrek die u
zojuist hebt genaaid. Knip niet binnen het gebied van de steken, want dan zal de applicatiesteek de applicatie niet pakken.
a Applicatiepositie b Basisstof
De machine naait rond de positie van de applicatie
en stopt dan.
Breng enige textiellijm aan op de achterkant
f
van de applicatie en bevestig het op de applicatiepositie volgens het omtrekstiksel.
• Als het applicatiemateriaal erg licht is, moet u misschien geschikt verstevigingsmateriaal op de achterkant aanbrengen om de stof te verstevigen en de applicatie aan te brengen. Breng de applicatie met een strijkijzer op de gewenste plaats aan. Haal de stof niet uit het raam om het applicatiemateriaal erop te strijken.
E-24
Page 89
Druk op de “Start/stoptoets”.
Memo
Memo
g
• Sommige patronen tonen niet alle drie de applicatiestappen. Soms wordt de “APPLICATIE”-stap op het scherm getoond als een kleur.
Vervolgens wordt de applicatie voltooid.
Verwissel de bovendraad en voer de rest
h
van het borduurwerk uit.
BORDUURPATROON NAAIEN
E
1
Borduren
• Hierbij komt mogelijk enige lijm op de persvoet, naald en de steekplaat terecht. Borduur eerst het applicatiepatroon af en verwijder dan de lijm.
• Voor een optimaal naairesultaat knipt u alle draden af tussen de kleurstappen.
Borduren E-25
Page 90
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
Opmerking
Opmerking
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
• Stoot niet tegen de wagen van de borduurtafel of de persvoet wanneer u het borduurraam verwijdert of bevestigt. Anders wordt het patroon niet juist geborduurd.
Ontgrendel de raambevestigingshendel en
Als de onderdraad bijna op is
Wanneer de onderdraad bijna op raakt tijdens het borduren, stopt de machine en verschijnt de
volgende boodschap. Druk op en rijg de onderdraad opnieuw in volgens onderstaande
aanwijzingen. U kunt nog 10 steken borduren zonder de machine opnieuw in te rijgen, wanneer
u drukt op . De machine stopt na tien steken te hebben genaaid.
b
verwijder het borduurraam.
* Druk daarbij niet te hard op de stof. Anders kan de
stof los in het borduurraam gaan zitten.
• Als “Boven- en onderdraadsensor” op
Druk op .
a
“OFF” is gezet in het instellingenscherm van de machine, verschijnt bovenstaand bericht niet.
Plaats een opgewonden spoel in de
c
machine. (zie “Spoel aanbrengen” in “Basishandelingen”.)
Druk op .
d
Nadat de draad automatisch is afgesneden,
E-26
verschuift de wagen.
De wagen gaat terug naar zijn oorspronkelijke
stand.
Bevestig het borduurraam.
e
U kunt teruggaan naar de plek in het
f
patroon waar u stopte met naaien, door stap
c t/m f in het volgende gedeelte te
volgen.
Page 91
Wanneer de draad afbreekt tijdens het naaien
Druk op de “Start/stoptoets” om de
a
machine te stoppen.
Als de bovendraad afgebroken is, rijg de
b
bovendraad dan opnieuw in. Als de onderdraad breekt, druk dan op volg
de aanwijzingen in stap vorige gedeelte om de spoel opnieuw te installeren.
Druk op .
c
a t/m e van het
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
Druk op , , , of op om
d
de naald het juiste aantal steken terug te zetten naar de plek waar de draad afbrak.
* Als u niet terug kunt gaan naar de plaats waar de
draad is afgebroken, druk dan op om de kleur
te selecteren en naar de beginpositie van de
geselecteerde kleur te gaan. Ga daarna met ,
, of vooruit naar de positie iets
vóór de plaats waar de draad is afgebroken.
E
1
Borduren
Druk op om terug te gaan naar het
e
oorspronkelijke scherm.
Druk op de “Persvoettoets” om de persvoet
f
omlaag te zetten en druk op de “Start/stoptoets” om te verder te gaan met borduren.
Borduren E-27
Page 92
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
Memo
Opmerking
a
Opnieuw beginnen vanaf het begin
Druk op .
a
Borduren hervatten nadat u de machine hebt uitgezet
De huidige kleur en het huidige steeknummer worden opgeslagen wanneer u stopt met borduren. De volgende keer dat u de machine aanzet, kunt u verdergaan met het patroon of het patroon wissen.
• Ook al valt de stroom uit midden in het borduurwerk, wanneer u de machine weer inschakelt, gaat de machine terug naar het punt waar het borduurwerk was gestopt.
Druk op .
b
Het borduurraam verplaatst zich zo dat de naald
terugkeert naar de beginstand van het patroon.
Druk op de “Persvoettoets” om de persvoet
c
omlaag te zetten en begin met naaien.
a Huidige steeknummer toen het borduren werd
gestopt
• Verwijder de borduurtafel niet, anders blijft het ontwerp niet bewaard in het geheugen.
Zet de hoofdschakelaar aan.
a
Volg de instructies op het scherm en
b
verwijder de borduurring.
De volgende boodschap verschijnt.
E-28
Page 93
Bevestig het borduurraam en druk op .
Memo
a
c
Het vorige borduurscherm dat werd weergegeven
voordat de machine werd uitgeschakeld, verschijnt.
• Als u een nieuwe borduurpatroon wilt
starten, drukt u op zodat het patroonkeuzescherm verschijnt.
Ga door met borduren.
d
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
E
1
Borduren
a Steeknummer wanneer het borduren wordt hervat
Borduren E-29
Page 94
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
Opmerking
Memo
Opmerking
Opmerking
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
Druk op .
Draadspanning aanpassen
Bij het borduren moet u de draadspanning zo instellen dat de bovendraad net zichtbaar is aan de achterkant van de stof.
Juiste draadspanning
Het patroon is zichtbaar aan de achterkant van de stof. Als de draadspanning niet juist is ingesteld, wordt het patroon niet mooi afgewerkt. De stof kan gaan trekken of de draad kan breken.
a Voorkant b Achterkant
Volg een van de onderstaande procedures om de draadspanning aan te passen aan de situatie.
a
• Als de draadspanning heel laag is ingesteld, is het mogelijk dat de machine tijdens het borduren zelf stopt. Dit betekent niet dat de naaimachine niet goed functioneert. Verhoog de draadspanning een beetje en ga weer door met borduren.
• Als u de machine uitzet of een ander patroon kiest, keert de draadspanning weer terug op de automatische standaardinstelling.
• Wanneer u een in het geheugen opgeslagen patroon ophaalt, is de instelling van de draadspanning daarvan hetzelfde als toen u het patroon in het geheugen opsloeg.
Bovendraad is te strak
De spanning van de bovendraad is te hoog. Hierdoor is de onderdraad zichtbaar aan de voorkant van de stof.
Druk op om de spanning van de
b
bovendraad lager te zetten. (De spanningwaarde wordt lager.)
Druk op .
c
Bovendraad is te los
De spanning van de bovendraad is te laag. Hierdoor is de bovendraad te los en kunnen lussen ontstaan aan de voorkant van de stof.
• Als de bovendraad onjuist is ingeregen, is de bovendraad mogelijk te los. Zie dan “Bovendraad inrijgen” in “Basishandelingen” en rijg de bovendraad opnieuw in.
• Als de onderdraad onjuist is ingeregen, is
a Voorkant b Achterkant
E-30
de bovendraad mogelijk te strak. Zie dan “Spoel aanbrengen” in “Basishandelingen” en rijg de onderdraad opnieuw in.
a Voorkant b Achterkant
Druk op .
a
Page 95
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
Opmerking
Druk op om de spanning van de
b
bovendraad hoger te zetten. (De spanningwaarde wordt hoger.)
Druk op .
c
• Met “Borduurspanning” in het instellingenscherm kunt u de spanning van de bovendraad aanpassen voor borduurwerk. De geselecteerde instelling wordt toegepast op alle patronen. Wanneer tijdens het borduren de algemene spanning van de bovendraad te strak of te los is, kunt u deze aanpassen in het
instellingenscherm. Druk op om de
bovendraadspanning te verhogen of druk
op om de bovendraadspanning te
verlagen. Als een specifiek borduurpatroon extra moet worden afgesteld, zie “Draadspanning aanpassen” op paginaE-30.
Als u de spoelspanning wilt aanpassen voor de borduurfunctie met het spoelhuis (geen kleurmarkering op de schroef), draait u de sleufschroef (-) met een kleine schroevendraaier.
a Draai geen kruiskopschroef (+). b Aanpassen met schroevendraaier (klein).
Juiste spanning
Bovendraad is enigszins zichtbaar aan de achterkant van de stof.
a Voorkant b Achterkant
Bovendraad is te los
Onderdraad is enigszins zichtbaar aan de voorkant van de stof.
E
1
Borduren
Spoelhuis aanpassen (geen kleur op schroef)
Het spoelhuis (zonder kleur op schroef) kunt u gemakkelijk aanpassen wanneer u de spanning van de onderdraad moet wijzigen voor de verschillende soorten onderdraad. Zie “Aantrekkelijke afwerkingen borduren” op paginaE-21.
a Voorkant b Achterkant
Draai dan de sleufschroef (-) ca. 30 - 45 graden met de klok mee om de spoelspanning te verhogen. Pas op dat u de schroef niet te strak aandraait.
Borduren E-31
Page 96
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
VOORZICHTIG
Onderdraad is te strak
De bovendraad lijkt aan de voorkant omhoog te komen, lussen te vormen, en de onderdraad is niet zichtbaar aan de achterkant van de stof.
a Voorkant b Achterkant
Draai dan de sleufschroef (-) ca. 30 - 45 graden tegen de klok in om de spoelspanning te verlagen. Pas op dat u de schroef niet te los draait.
• Neem eerst de spoel eruit wanneer u de spoel uit het spoelhuis aanpast.
• Draai NIET de kruiskopschroef (+) van het spoelhuis. Hierdoor kan het spoelhuis beschadigd raken, waardoor het onbruikbaar wordt.
• Gebruik geen kracht als de sleufschroef (-) moeilijk draait. Wanneer u de schroef te veel draait of te veel kracht zet in beide (draai) richtingen, kunt u schade veroorzaken aan het spoelhuis. Als u het spoelhuis beschadigt, is de spanning mogelijk onjuist.
Druk op .
a
Druk op om de automatische
b
draadknipfunctie uit te zetten.
De toets ziet er zo uit: .
* Wanneer u één kleur naait, stopt de machine zonder
de draad te knippen.
Gebruik van de automatische draadknipfunctie (EINDE KLEUR KNIPPEN)
De automatische draadknipfunctie knipt de draad af aan het eind van elke kleur die u naait. Deze functie is aanvankelijk ingeschakeld. Als u deze functie wilt
uitschakelen, druk dan op en vervolgens op . U kunt deze functie in- of uitschakelen tijdens het borduren.
* Deze instelling wordt teruggezet op de
standaardinstelling wanneer u de machine uitschakelt.
Gebruik van de draadknipfunctie (OVERSPRINGENDE STEEK KNIPPEN)
Met de draadknipfunctie worden automatisch alle overtollige overspringende
draden binnen de kleur afgeknipt. Deze functie is aanvankelijk ingeschakeld. Als u deze functie wilt
uitschakelen, druk dan op en vervolgens op
. U kunt deze functie in- of uitschakelen
tijdens het borduren.
* De instelling die u hebt opgegeven, blijft behouden
nadat u de machine uitschakelt en weer inschakelt.
E-32
a Overspringende steek
Page 97
Druk op .
Opmerking
Opmerking
a
• Wanneer deze functie is ingeschakeld, gebruik dan de ballpointnaald 75/11 om patronen te borduren met korte overspringende steken, zoals letters. Wanneer u andere naalden gebruikt, breekt de draad mogelijk.
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
Selecteren beneden welke lengte overspringende steken niet worden afgeknipt
Wanneer de draadknipfunctie is ingeschakeld, kunt u selecteren beneden welke lengte de
overspringende steken niet worden afgeknipt. U kunt deze functie in- of uitschakelen tijdens het borduren. Selecteer een instelling tussen 5 mm t/m 50 mm in stappen van 5 mm.
* De instelling die u hebt opgegeven, blijft behouden
nadat u de machine uitschakelt en weer inschakelt.
Druk op of om de lengte van de
overspringende steek te selecteren.
Bijvoorbeeld: als u drukt op om 25 mm (1 inch) te selecteren, knipt de machine een overspringende
steek van 25 mm of minder niet af alvorens naar het volgende stiksel te gaan.
E
1
Borduren
Druk op om de draadknipfunctie uit te
b
zetten.
De toets ziet er zo uit: .
* De machine knipt de draad pas als hij naar het
volgende stiksel gaat.
• Als er in een ontwerp vaak wordt afgeknipt, is het raadzaam om een hogere instelling voor overspringende steken te selecteren om het aantal overtollige uiteinden aan de achterkant van de stof te beperken.
• Hoe hoger de waarde die u selecteert voor de lengte van overspringende steken, des te minder overspringende steken knipt de machine af. Dan blijven er meer overspringende steken op de voorkant van de stof.
Borduursnelheid aanpassen
Druk op .
a
Bij “Max. Borduursnelheid” stelt u de
b
maximale borduursnelheid in met .
* U kunt 3 verschillende snelheden kiezen: 350 spm,
600 spm of 1050 spm.
Borduren E-33
Page 98
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
Memo
Memo
#123
• “spm” is het aantal steken dat per minuut wordt geborduurd.
• Stel een lagere snelheid in wanneer u borduurt op dunne, dikke of zware stof.
• U kunt de naaisnelheid wijzigen nadat u bent begonnen met borduren.
• De instelling voor maximale naaisnelheid verandert pas wanneer u een nieuwe instelling selecteert. De instelling die geldt wanneer u de machine uitschakelt, blijft geselecteerd wanneer u de machine weer inschakelt.
• Stel de naaisnelheid in op 600 spm wanneer u speciaal garen gebruikt, zoals bijvoorbeeld metaalgaren.
• Wanneer u een patroon voor werken met de spel selecteert, is de aanbevolen borduursnelheid ingesteld op “100 spm”; u kunt echter kiezen tussen 100 spm, 200 spm of 350 spm.
Wanneer het garennummer wordt
c
weergegeven, selecteert u met uit zes borduurgarenmerken die hieronder zijn
aangegeven.
NUMMER BORDUUR/POLYESTERGAREN
Druk op .
c
Garenkleur wijzigen
U kunt de naam van garenkleuren of het borduurgarennummer weergeven.
• De kleur op het scherm wijkt mogelijk enigszins af van de werkelijke kleur op de klos.
Druk op .
a
In de garenkleurweergave kunt u met
b
de naam van de garenkleur of het
borduurgarennummer weergeven.
NUMMER COUNTRY/KATOENACHTIG GAREN*
NUMMER MADEIRA POLYESTERGAREN
NUMMER MADEIRA RAYONGAREN
NUMMER SULKY GAREN
NUMMER ROBISON-ANTON POLYESTERGAREN
* Naar gelang het land of de streek wordt
katoenachtig polyestergaren verkocht.
E-34
Druk op .
d
Page 99
“Borduurraamscherm” wijzigen
Druk op .
a
In “Borduurraamscherm” wijzigt u met
b
de display van het borduurraam.
* U hebt 16 mogelijkheden.
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
E
1
Borduren
* Voor het optionele borduurraam.
a Borduurgebied extra groot borduurraam
30 cm × 18 cm (12 inch × 7 inch)
b Middenmarkering c Borduurgebied groot borduurraam
18 cm × 13 cm (7 inch × 5 inch)
d Borduurgebied optioneel randborduurraam
18 cm × 10 cm (7 inch × 4 inch)
e Borduurgebied optioneel quiltborduurraam
15 cm × 15 cm (6 inch × 6 inch)
f Borduurgebied medium borduurraam
10 cm × 10 cm (4 inch × 4 inch)
g Borduurgebied optioneel klein borduurraam
2 cm × 6 cm (1 inch × 2-1/2 inch)
h Borduurgebied optioneel randborduurraam
30 cm x 10 cm (12 inch x 4 inch)
i Rasterlijnen
Druk op .
c
Borduren E-35
Page 100
BORDUURPATROON WIJZIGEN
VOORZICHTIG
Memo
a
BORDUURPATROON WIJZIGEN
• Wanneer u een patroon hebt gewijzigd, controleer dan op de display welke borduurramen u kunt gebruiken en neem een geschikt borduurraam. Als u een borduurraam gebruikt dat niet op de display wordt aangegeven, kan de persvoet het raam raken en daardoor letsel veroorzaken.
Patroon verplaatsen
Druk op om het patroon te verplaatsen in
de richting die op de toets is aangegeven.
Druk op om het patroon te centreren.
a Afstand van het midden
U kunt het patroon ook verplaatsen door het te slepen.
Als een USB-muis is aangesloten, verplaatst u de muis om de aanwijzer op het gewenste patroon te zetten. Selecteer vervolgens het patroon en sleep het naar de gewenste plaats. U kunt het patroon ook slepen door het direct op het scherm te selecteren met uw vinger of de schermaanraakpen.
• U kunt patronen niet verplaatsen in
schermen waarin niet verschijnt.
Patroon en naald in de juiste positie zetten
Voorbeeld: De linkerbenedenhoek van een
patroon tegenover de naald leggen
E-36
Loading...