Lees dit document voordat u de machine gebruikt.
Houd dit document bij de hand, zodat u het kunt raadplegen.
Page 2
HANDELSMERKEN
IMPORTANT:
READ BEFORE DOWNLOADING, COPYING, INSTALLING OR USING.
By downloading, copying, installing or using the software you agree to this license. If you do not agree
to this license, do not download, install, copy or use the software.
Intel License Agreement For Open Source Computer Vision Library
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the
following conditions are met:
• Redistribution’s of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer.
• Redistribution’s in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the
following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
• The name of Intel Corporation may not be used to endorse or promote products derived from this software
without specific prior written permission.
This software is provided by the copyright holders and contributors “as is” and any express or implied warranties,
including, but not limited to, the implied warranties of merchantability and fitness for a particular purpose are
disclaimed. In no event shall Intel or contributors be liable for any direct, indirect, incidental, special, exemplary,
or consequential damages (including, but not limited to, procurement of substitute goods or services; loss of use,
data, or profits; or business interruption) however caused and on any theory of liability, whether in contract, strict
liability, or tort (including negligence or otherwise) arising in any way out of the use of this software, even if
advised of the possibility of such damage.
All information provided related to future Intel products and plans is preliminary and subject to change at any time, without notice.
SD is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van SD-3C, LLC.
CompactFlash is een gedeponeerd handelsmerk van Sandisk Corporation.
Memory Stick is een gedeponeerd handelsmerk van Sony Corporation.
SmartMedia is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Toshiba Corporation.
MultiMediaCard (MMC) is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Infineon Technologies AG.
xD-Picture Card is een gedeponeerd handelsmerk van Fuji Photo Film Co. Ltd.
IBM is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft
Corporation.
Elk bedrijf waarvan de software wordt genoemd in deze gebruiksaanwijzing heeft een softwarelicentieovereenkomst voor zijn speciale
programma's.
Alle andere merken en productnamen die in deze gebruiksaanwijzing worden genoemd, zijn gedeponeerde handelsmerken van de betreffende
bedrijven. De uitleg van tekens zoals
® en ™ is niet duidelijk beschreven in de tekst.
Page 3
INLEIDING
INLEIDING
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze machine. Alvorens de machine te gebruiken dient u zorgvuldig
de “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” te lezen. Vervolgens bestudeert u deze handleiding zodat
u de diverse functies goed gebruikt.
Nadat u de handleiding hebt gelezen, bergt u deze op een handige plek op. Dan kunt u de handleiding
zo nodig raadplegen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees eerst deze veiligheidsinstructies alvorens de machine in gebruik te nemen.
GEVAAR - Verminder de kans op elektrische schok
1Neem altijd de stekker uit het wandstopcontact: direct na gebruik; voordat u de machine reinigt; wanneer u
onderhoud pleegt aan de machine; of wanneer u de machine onbeheerd achterlaat.
WAARSCHUWING - Verklein de kans op brandwonden,
brand, elektrische schok of letsel.
2Neem altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u servicehandelingen verricht die u als gebruiker volgens de
bedieningshandleiding moet uitvoeren.
• Voordat u de stekker uit het stopcontact haalt, zet u de machine eerst op “O” (uit). Vervolgens pakt u de
netstekker beet en trekt u deze uit het stopcontact. Trek niet aan het snoer.
• Sluit de machine rechtstreeks op een stopcontact aan. Gebruik geen verlengsnoeren.
• Haal altijd de stekker uit het stopcontact bij een stroomstoring.
3Gevaren in verband met elektriciteit:
• Sluit de machine aan op een stopcontact met wisselstroom binnen het op de kenplaat aangegeven bereik. Sluit
de machine niet aan op een stopcontact met gelijkstroom of omvormer. Als u niet zeker weet welke
stoomvoorziening u hebt, neem dan contact op met een gekwalificeerd elektricien.
• Deze machine is alleen goedgekeurd voor gebruik in het land van aanschaf.
4Gebruik de machine beslist niet als een snoer of stekker beschadigd is; als de machine niet goed werkt; als de
machine is gevallen of beschadigd; of als u water op de machine hebt gemorst. Breng de machine naar de
dichtstbijzijnde erkende dealer voor onderzoek, reparatie, elektrische of mechanische aanpassingen.
• Of de machine in gebruik is of niet, wanneer u iets ongebruikelijks opmerkt aan de machine - geur, hitte,
verkleuring of vervorming - stopt u onmiddellijk en neemt u de netstekker uit het stopcontact.
• Wanneer u de machine vervoert, draagt u deze aan het handvat. Wanneer u de machine optilt aan een ander
onderdeel dan het handvat, kan de machine beschadigen of vallen. Dit kan letsel veroorzaken.
• Wanneer u de machine optilt, mag u geen plotselinge of onvoorzichtige bewegingen maken. U kunt dan letsel
oplopen aan uw rug of knieën.
B-1
Page 4
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
5Houd altijd uw werkvlak vrij:
• Gebruik de machine nooit wanneer de ventilatieopeningen zijn geblokkeerd. Houd de ventilatieopeningen van
de machine en het voetpedaal vrij van stof, pluisjes en stukken stof.
• Gebruik geen verlengsnoeren. Sluit de machine rechtstreeks op een stopcontact aan.
• Zorg dat er nooit iets in een opening valt en steek geen voorwerpen in een opening.
• Gebruik de machine niet wanneer spuitbussen worden gebruikt of zuurstof wordt toegediend.
• Gebruik de machine niet in de buurt van een warmtebron, zoals fornuis of strijkbout. Anders kan de machine,
het netsnoer, het kledingstuk dat u naait ontvlammen. Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok.
• Plaats deze machine niet op een wankel of scheef oppervlak. Dan kan de machine vallen, en dit kan letsel
veroorzaken.
6Wees vooral voorzichtig tijdens het borduren:
• Let altijd goed op de naald. Gebruik geen verbogen of beschadigde naalden.
• Blijf met uw vingers uit de buurt van alle bewegende onderdelen. Let vooral op bij de naald.
• Zet de machine op de stand “O” (uit) wanneer u iets aanpast in de buurt van de naald.
• Gebruik nooit een beschadigde of onjuiste steekplaat. Daardoor kan de naald breken.
• Duw of trek de stof niet tijdens het borduren.
7Deze machine is geen speelgoed:
• Let goed op wanneer kinderen in de buurt zijn terwijl u de machine gebruikt.
• Houd de plastic zak waarin de machine werd geleverd buiten bereik van kinderen, of gooi de zak weg. Laat
nooit kinderen met de zak spelen. Ze zouden hierin kunnen stikken.
• Gebruik de machine niet buiten.
8Voor een langere levensduur:
• Zet de machine niet weg op een plaats met direct zonlicht of een hoge vochtigheidsgraad. Gebruik of plaats de
machine niet vlakbij de verwarming, een strijkijzer, halogeenlamp of andere warme voorwerpen.
• Maak voor het reinigen van de behuizing alleen gebruik van neutrale zeep of reinigingsmiddelen. Benzeen,
thinner en schuurmiddelen kunnen de behuizing en de machine beschadigen en mogen nooit worden gebruikt.
• Raadpleeg altijd de bedieningshandleiding als u delen, de persvoet, de naald of andere onderdelen vervangt of
installeert om te zorgen dat dit juist gebeurt.
9Voor reparatie of bijstelling:
• Als de verlichtingsunit beschadigd is, moet deze worden vervangen door een erkende dealer.
• Indien de machine een defect vertoont of moet worden bijgesteld, kijk dan eerst aan de hand van het overzicht
voor probleemoplossing achterin deze bedieningshandleiding of u de machine zelf kunt controleren of
bijstellen. Als u het probleem daarmee niet kunt oplossen, raadpleeg dan uw plaatselijke erkende Brother-dealer.
Gebruik deze machine alleen voor de bestemde doeleinden, zoals beschreven in deze handleiding.
Gebruik alleen door de fabrikant aanbevolen accessoires zoals beschreven in deze handleiding.
Gebruik alleen de interfacekabel (USB-kabel) die bij deze machine is geleverd.
Gebruik uitsluitend de sensorpen die bij deze machine is geleverd.
Gebruik slechts de muis die specifiek is bedoeld voor deze machine.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Meer informatie over onze producten en updates vindt u op onze website www.brother.com
B-2
Page 5
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Deze machine is bedoeld voor huishoudelijk gebruik.
VOOR GEBRUIKERS BUITEN DE CENELEC-LANDEN
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (kinderen inbegrepen)
met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijk vermogens, tenzij onder
toezicht of met instructies over het gebruik van het apparaat door degene die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Let goed op dat kinderen niet met het
apparaat spelen.
VOOR GEBRUIKERS BINNEN DE CENELEC-LANDEN
Dit apparaat kan gebruikt worden door kinderen vanaf 8 jaar en personen met
verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of gebrek aan ervaring en
kennis als zij toezicht of instructies krijgen omtrent het veilige gebruik van het
apparaat en als zij de mogelijke gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mag niet zonder toezicht uitgevoerd
worden door kinderen.
ALLEEN VOOR GEBRUIKERS IN
GROOT-BRITTANNIË, IERLAND, MALTA EN CYPRUS
BELANGRIJK
• Wanneer u de stekkerstop vervangt, moet u een door ASTA voor BS 1362 goedgekeurde stop gebruiken, met het
-merk, met de sterkte die op de stekker is aangegeven.
• Plaats altijd de afdekking van de zekering terug. Gebruik nooit stekkers waarvan de zekering niet is afgedekt.
• Als het beschikbare stopcontact niet geschikt is voor de stekker die wordt geleverd bij deze apparatuur, moet u
contact opnemen met uw erkende dealer om het juiste snoer te verkrijgen.
B-3
Page 6
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
B-4
Page 7
WAT U MET DEZE MACHINE KUNT DOEN
WAT U MET DEZE MACHINE KUNT DOEN
B Basishandelingen
Lees dit gedeelte eerst nadat u de machine hebt aangeschaft. U vindt hier bijzonderheden over het
configureren van de machine, en beschrijvingen van de nuttigste functies.
Hoofdstuk 1 Voorbereidingen
Belangrijkste onderdelen en schermen leren bedienen
Pagina B-16
Hoofdstuk 2 Sensorfuncties
(voor modellen die zijn uitgerust
met de sensorfunctie)
Probeer de nieuwe functie met de bijgeleverde
sensorpen
Pagina B-52
E Borduren
In dit gedeelte vindt u aanwijzingen om ontwerpen te borduren met deze machine.
In hoofdstuk 1, “Borduren”, vindt u uitvoerige informatie over borduurpatronen die zijn opgeslagen op
de machine of zijn geïmporteerd. In hoofdstuk 2, “Borduurcombinatie”, vindt u uitvoerige informatie
over borduurcombinatiepatronen om eigen patronen te maken.
Hoofdstuk 1 Borduren
Maximum 30 cm × 18 cm (ca. 12 inch × 7 inch) voor
grote borduurontwerpen
Pagina E-2
Hoofdstuk 2 Borduurcombinatie
U kunt ontwerpen combineren, roteren of vergroten
Pagina E-56
A Bijlage
In dit gedeelte vindt u belangrijke informatie voor de bediening van deze machine.
Hoofdstuk 1 Werken met de
spoel
Leren werken met de spoel
Pagina A-2
Hoofdstuk 2 Onderhoud en
probleemoplossing
Tips om problemen op te lossen en aanwijzingen hoe u
uw machine zo goed mogelijk in conditie kunt houden.
Procedure voor upgrade met USB-medium .......................... 26
Upgrade-procedure met computer....................................... 27
INDEX ................................................................ 28
B-7
Page 10
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Hieronder worden de diverse onderdelen van de machine en hun functie beschreven. Lees deze
beschrijving alvorens de machine te gebruiken. Zo leert u de namen van de onderdelen.
Machine
■ Vooraanzicht
a Bovendeksel
Open het bovendeksel om de machine in te rijgen en de spoel
op te winden.
b Voorspanningsschijf
Leid de draad rond de voorspanningsschijf wanneer u de
spoeldraad opwindt. (PaginaB-31)
c Draadgeleider voor het opwinden van de spoel
Bij het opwinden van de onderdraad leidt u de draad door deze
draadgeleider. (PaginaB-31)
d Klospen
Plaats een klos garen op de klospen. (PaginaB-38)
e Kloskap
De kloskap houdt de garenklos op zijn plaats. (PaginaB-38)
f Extra klospen
Gebruik deze klospen om de onderdraad op te winden.
(PaginaB-31)
g Spoelopwinder
Met de spoelopwinder windt u de spoel op. (PaginaB-31)
h Display
Instellingen voor het geselecteerde patroon en foutmeldingen
worden weergegeven op het scherm. (PaginaB-20)
i Speaker
j Bedieningsknoppen (5 knoppen)
Met deze knoppen bedient u de machine. (PaginaB-10)
k Borduurtafel
Bevestig de borduurtafel om te borduren (PaginaB-47).
l Draadafsnijder
Leid de draden door de draadafsnijder om ze af te snijden.
(PaginaB-40)
m Draadgeleiderplaat
Bij het inrijgen van de bovendraad leidt u de draad rond deze
draadgeleiderplaat. (PaginaB-38)
■ Rechterkant/Achteraanzicht
a Aansluiting voor persvoet
Bevestig borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer. (Borduurvoet
“W+” met LED-aanwijzer is optioneel op bepaalde modellen.)
(PaginaB-42)
b Handvat
Draag de machine aan het handvat om hem te vervoeren.
c Persvoethendel
Zet de persvoethendel omhoog en omlaag om de persvoet
omhoog en omlaag te zetten. (PaginaB-42)
d Ventilatieopening
Door de ventilatieopening kan de lucht rond de motor
circuleren. Bedek de ventilatieopening niet wanneer u de
machine gebruikt.
e Hoofdschakelaar
Met de hoofdschakelaar zet u de machine aan en uit.
(PaginaB-17)
f Voedingsingang
Sluit het netsnoer aan op het aansluitpunt. (PaginaB-17)
g Sensorpenhouder (voor modellen die zijn uitgerust
met de sensorfunctie)
Sluit de bijgeleverde sensorpenhouder aan. (PaginaB-53)
h Aansluitpunt sensorpen (voor modellen die zijn
uitgerust met de sensorfunctie)
Sluit de sensorpen aan. (PaginaB-53)
i USB-poort voor computer
Om patronen te importeren/exporteren van een computer naar
de machine en omgekeerd, steekt u de USB-kabel in de
USB-poort. (PaginaB-49, E-47)
j USB-poort voor muis / media
Om patronen van/naar een USB-medium te sturen, steekt u het
USB-medium direct in de USB-poort. (PaginaB-49, E-46)
Sluit de USB-muis aan als u wilt werken met de muis.
(PaginaB-50)
k Handwiel
Draai het handwiel naar u toe (tegen de klok in) om de naald
omhoog en omlaag te zetten. U moet het wiel naar de voorkant
van de naaimachine draaien.
B-8
Page 11
Naald en persvoetgedeelte
VOORZICHTIG
a Schroef van de borduurvoet
De schroef van de borduurvoet houdt de borduurvoet op zijn
plaats. (PaginaB-42)
b Borduurvoet
Met de borduurvoet hebt u meer greep op de beweeglijkheid
van de stof en krijgt u regelmatiger steken. Gebruik
borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer of borduurvoet “W” voor
het meeste machineborduurwerk. (PaginaB-42)
c Spoelhuisdeksel
Open het spoelhuisdeksel om de spoel te plaatsen.
(PaginaB-36)
d Steekplaatdeksel
Verwijder het steekplaatdeksel om de grijper te reinigen.
(PaginaE-22)
e Steekplaat
f Draadgeleiders op de naaldstang
Leid de bovendraad door de draadgeleider op de naaldstang.
(PaginaB-38)
g Naaldklemschroef
De naaldklemschroef houdt de naald op zijn plaats.
(PaginaB-45)
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Borduurtafel
a Wagen
De wagen verplaatst het borduurraam automatisch tijdens het
borduren. (PaginaB-47)
b Ontgrendelingstoets (onder op de borduurtafel)
Druk op de ontgrendelingstoets om de borduurtafel te
verwijderen. (PaginaB-47)
c Borduurraamhouder
Plaats het borduurraam in de borduurraamhouder om het raam
op zijn plaats te houden. (PaginaE-17)
d Raambevestigingshendel
Druk op de raambevestigingshendel om het borduurraam vast
te zetten. (PaginaE-17)
e Verbindingspen van de borduurtafel
Steek de verbindingspen van de borduurtafel in de
aansluitingspoort op de machine wanneer u de borduurtafel
bevestigt. (PaginaB-47)
• Schakel de hoofdschakelaar uit voordat u de
borduurtafel plaatst of verwijdert.
• Nadat u het borduurraam in de
borduurraamhouder hebt geplaatst, zet u de
raambevestigingshendel op de juiste wijze
omlaag.
B-9
Page 12
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
VOORZICHTIG
Bedieningstoetsen
a “Start/stoptoets”
Druk op deze knop om te beginnen met borduren. De toets
verandert van kleur naar gelang de bedieningsstand van de
naaimachine.
Groen:De naaimachine is klaar om te borduren of is
Rood:De machine kan nu niet borduren.
b “Naaldstandtoets”
Druk op deze toets om de naald omhoog of omlaag te zetten.
c “Draadkniptoets”
Druk na het borduren op deze toets om de overtollige draad
automatisch af te knippen.
bezig met borduren.
d “Persvoettoets”
Druk op deze toets om de borduurvoet omlaag te zetten en
druk uit te oefenen op de stof. Druk opnieuw op deze toets om
de borduurvoet omhoog te zetten.
e “Automatisch inrijgentoets”
Met deze toets rijgt u de naald automatisch in.
• Druk niet meer op de “Draadkniptoets” nadat
de draden zijn afgeknipt. Anders kan de naald
breken, de draden raken misschien verstrikt of
de machine beschadigt.
B-10
Page 13
Bijgeleverde accessoires
75/11
3 naalden
90/14
1 naald
75/11 2
naalden:
Ballpointnaald
voor
borduurwerk
HAX130EBBR
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
1*2*
91011
*18
17
345678
19202122
12
*
13141516
23*
24
25
*26*
333435
2728
* Welke accessoires worden bijgeleverd varieert per land of regio.
*30*31*
29
32
B-11
Page 14
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Memo
Onderdeelcode
Nr.Onderdeel
1 Borduurvoet “W+” met
LED-aanwijzer (op de
machine)
2 Borduurvoet “W” (op de
machine)
3
Naaldsetje
4
Ballpointnaaldset
5 Spoel × 10
(één klos kap is op de
machine geplaatst.)
6 TornmesjeXF4967-001
7 SchaarXC1807-121
8 SchoonmaakborsteltjeX59476-051
9 Schroevendraaier (klein)X55468-051
10 Schroevendraaier (groot)XC4237-021
11 Schijfvormige
schroevendraaier
12
Verticale klospen
13 Kloskap (klein)130013-154
14 Kloskap (medium) × 2
(één klos kap is op de
machine geplaatst.)
15 Kloskap (groot)130012-054
16 Kloskap (speciaal)XA5752-121
17
Spoelclip × 10
18
Klosvilt (op de machine)
19 Klosnetje × 2XA5523-050
20 BorduursteekplaatdekselXE5131-001
21 Schermaanraakpen (stylus)XA9940-051
22 USB-kabelXD0745-051
23 Spoelhuis (grijs voor werken
met de spoel)
24 Spoelhuisdeksel (op machine)XE8992-101
25 Borduurraamset (medium) H
10 cm × B 10 cm (H 4 inch ×
B 4 inch)
26 Borduurraamset (groot) H 18
cm × B 13 cm
(H 7 inch × B 5 inch)
27 Borduurraamset
(extra groot)
H 30 cm × B 18 cm
(H 12 inch × W 7 inch)
28 Brother poly #90 onderdraadEBT-PEEBT-PEN:
29
Steunstof
30
Sensorpen
31
Penhouder
32 StofhoesXF4569-001
33 AccessoirezakXC4487-021
34 BedieningshandleidingDeze handleiding
35 Beknopte bedieningsgidsXF3637-001
*1 75/11 3 naalden
90/14 1 naalden
*2 75/11 2 naalden
Ballpointnaald voor borduurwerk HAX130EBBR
*
*
*1
*2
*
*
*
*
*
*
*
*
Het
Amerikaanse
continent
FLED1: XF4168-001
(EU-gebied)
XF3124-001 (andere
gebieden)
XF4012-001
X59535-051
XD0705-051
SA156SFB:
XC1074-051
XC8619-052
X55260-153
XE3060-001
X57045-051
XE8298-001
SA438EF74:
SA439EF75:
SA440EF76:
SA519BM3:
XF4992-001 (EU-gebied)
XF3116-001 (andere
gebieden)
XF2973-001
Andere
vereisten
XA5539-151
XC8480-152
XC8481-152
XC8482-152
XC5996-001
XE0806-001
• Gebruik altijd de aanbevolen accessoires
voor deze machine.
• Door spoelclips te plaatsen op de spoelen
voorkomt u dat de draad van de spoel
afwikkelt. Wanneer u de spoelclips aan
elkaar klikt, kunt u ze handig opslaan en
rollen ze niet weg wanneer u ze laat vallen.
• Welke accessoires worden bijgeleverd
varieert per land of regio.
B-12
Page 15
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
Memo
Opmerking
Optionele artikelen
Onderstaand vindt u de optionele toebehoren die u apart kunt kopen bij uw officiële Brother-dealer.
123456
7891011
Onderdeelcode
Nr.Onderdeel
1 Vierkant borduurraam
H 15 cm x B 15 cm (H 6 inch
x B 6 inch)
2 Borduurvoet “W+” met
LED-aanwijzer
3 Borduurvoet “W”XF4012-001
4 Randborduurraam
H 30 cm x B 10 cm (H 12
inch x B 4 inch)
5 Kloshouder voor 10 klossenSA561
6 King-klosdraadhouderSA562 (VS)
7 BorduurkaartlezerSAECR1
8 Borduurkaart–
9 SteunstofSA519BM3:
Wateroplosbare steunstofSA520BM5:
10 Kit voor werken met de spoelSABWRK1
11 USB-muisXE5334-101
Het
Amerikaanse
continent
SA448 (VS)
SA448C
(Canada)
FLED1: XF4168-001
(EU-gebied)
XF3124-001 (andere
gebieden)
SABF6200D1
(VS)
SABF6200D1C
(Canada)
(VS)
SA561C
(Canada)
SA562C
(Canada)
(VS)
SABWRK1C
(Canada)
Andere
vereisten
SEF150:
XF4163-001
BF3:
XF4170-001
TS5:
XF4175-001
TS6:
XF4180-001
XE0806-001
XE0615-001
BWRK1:
XE9099-001
• Borduurkaarten die in andere landen
worden gekocht, werken mogelijk niet met
uw machine.
• Bezoek uw dichtstbijzijnde erkende
Brother-dealer voor een complete lijst
optionele accessoires en borduurkaarten
die verkrijgbaar zijn voor uw machine.
• Alle specificaties zijn juist toen deze
handleiding werd vervaardigd. Sommige
specificaties kunnen zonder kennisgeving
worden gewijzigd.
B-13
Page 16
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
B-14
Page 17
Basishandelingen
U vindt hier bijzonderheden over het configureren van de machine, en beschrijvingen van de nuttigste
functies.
Paginanummer in dit gedeelte begint met “B”.
De machine aansluiten op de computer ...................................49
Gebruik van een USB-muis ....................................................... 50
■ Klikken op een toets.................................................................50
■ Van pagina veranderen ............................................................ 50
Page 19
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN
B
• Gebruik alleen gewone huishoudaansluitingen als elektriciteitsbron. Het gebruik van andere bronnen kan
brand, elektrische schokken of schade aan de machine tot gevolg hebben.
• Zorg dat de stekkers van het netsnoer stevig in het stopcontact en in de voedingsingang van de machine
zitten.
• Steek de stekker van het netsnoer niet in een stopcontact dat in slechte staat is.
• In onderstaande situaties moet u de machine uitschakelen met de hoofdschakelaar en de netstekker uit het
stopcontact nemen:
Wanneer u de machine onbeheerd achterlaat
Nadat u de machine hebt gebruikt
Bij een stroomstoring tijdens het gebruik
Wanneer de machine niet goed werkt door een slechte verbinding, of doordat de verbinding wordt
verbroken
Tijdens onweersbuien
• Gebruik uitsluitend het netsnoer dat bij deze machine is geleverd.
• Gebruik geen verlengsnoeren of stekkerdozen waarop veel andere apparaten zijn aangesloten. Dit kan
brand of elektrische schokken veroorzaken.
• Raak de stekker niet aan met natte handen. Hierdoor kunnen elektrische schokken ontstaan.
• Zet de schakelaar altijd eerst uit voordat u de stekker uit het stopcontact haalt. Trek altijd de stekker uit
het stopcontact. Als u aan het snoer trekt, kunt u het snoer beschadigen of brand of elektrische schokken
veroorzaken.
• Zorg dat het snoer niet wordt ingesneden, beschadigd, gewijzigd, stevig verbogen, getrokken, gedraaid of
samengeperst. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Stel het snoer niet bloot aan warmte. Hierdoor
kan het snoer beschadigd raken en kunnen brand of elektrische schokken ontstaan. Als de stekker of het
snoer zijn beschadigd, breng de machine dan voor reparatie naar uw erkende dealer voordat u de machine
weer gebruikt.
• Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine een tijd niet gebruikt. Anders kan er brand ontstaan.
• Als u de machine onbeheerd achterlaat, moet u de hoofdschakelaar van de machine uitzetten of de
stekker uit het stopcontact halen.
• Wanneer u onderhoud aan de machine verricht of deksels verwijdert, moet u eerst de netstekker uit het
stopcontact halen.
1
Voorbereidingen
Basishandelingen B-17
Page 20
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN
Memo
VOORZICHTIG
Steek de andere stekker van het netsnoer in
a
de voedingsingang van de machine en steek
vervolgens de netstekker in een
wandstopcontact.
a Hoofdschakelaar
b Netsnoer
Zet de hoofdschakelaar op “I” om de
b
machine aan te zetten.
De machine de eerste maal
instellen
De eerste maal dat u de machine inschakelt, stelt u
de taal en tijd/datum in op uw taal en tijd/datum.
Volg onderstaande procedure wanneer het
instellingenscherm automatisch verschijnt.
Druk op en om uw plaatselijke taal in
a
te stellen.
a UIT
b AAN
• Wanneer de machine wordt ingeschakeld,
hoort u een geluid in het naaldgebied. Dit is
geen storing.
Wanneer u de machine aanzet, wordt het
c
openingsfilmpje vertoond. Raak het scherm
aan op een willekeurige plek om het
Startscherm te openen.
• Raak het scherm alleen aan met uw vinger of
de bijgeleverde schermaanraakpen. Gebruik
geen scherp potlood, schroevendraaier of
ander hard of scherp voorwerp. U hoeft niet
hard op het scherm te drukken. Als u te hard
drukt of een scherp voorwerp gebruikt, kunt u
het scherm beschadigen.
Druk op .
b
Een scherm verschijnt met een bericht of u
c
de tijd/datum wilt instellen. Als u de
tijd/datum wilt instellen, drukt u op ;
om de instelling te annuleren, drukt u op
.
→ Het scherm om de tijd/datum in te stellen verschijnt.
Zet de hoofdschakelaar op “O” om de
d
machine uit te zetten.
B-18
Page 21
Druk op of op om de tijd/datum in
Opmerking
dc
b
a
d
te stellen.
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN
B
1
Voorbereidingen
a Druk op deze toets om de tijd weer te geven op
het scherm.
b Stel het jaar (YYYY), de maand (MM) en de datum
(DD) in.
c Selecteer 24-uurs of 12-uurs weergave.
d Stel de juiste tijd in.
Druk op om uw machine in gebruik
e
te nemen.
→ De klok start vanaf 0 seconde vanaf de tijd die u
instelt.
• Mogelijk wordt de ingestelde tijd/datum
gewist wanneer u de machine een bepaalde
periode niet inschakelt.
Basishandelingen B-19
Page 22
DISPLAY
VOORZICHTIG
b
a
DISPLAY
• Raak het scherm alleen aan met uw vinger of de bijgeleverde schermaanraakpen. Gebruik geen scherp
potlood, schroevendraaier of ander hard of scherp voorwerp. U hoeft niet hard op het scherm te drukken.
Als u te hard drukt of een scherp voorwerp gebruikt, kunt u het scherm beschadigen.
■ Startscherm
Nr.DisplayToetsnaamUitlegPagina
a“Borduren”-toetsBevestig de borduurtafel en druk op deze toets om patronen te
b“Borduurcombinatie”-
toets
borduren.
Druk op deze toets om borduurpatronen te combineren. Met de
“Borduurcombinatie”-functies kunt u ook originele borduur- of
kaderpatronen maken.
E-3
E-57
B-20
Page 23
■ Functies van de toetsen
a
cdeb
DISPLAY
B
1
Voorbereidingen
Nr.DisplayToetsnaamUitlegPagina
aStartschermtoetsDruk op deze toets wanneer deze verschijnt om terug te keren naar het
bKloktoetsDruk op deze toets om de klok in te stellen op uw plaatselijke tijd.B-18
cPersvoet-/naaldwissel
toets
dHelptoets machineDruk op deze toets om beschrijvingen over het gebruik van de machine weer te
eInstellingstoetsDruk op deze toets om de naaldstopstand te wijzigen, het volume van het
startscherm en selecteer een andere categorie - “Borduren” of
“Borduurcombinatie”.
Druk op deze toets alvorens de naald, de persvoet enz. te verwisselen. Met
deze toets vergrendelt u alle toetsen, zodat de machine niet in werking treedt.
geven.
zoemgeluid te wijzigen, het patroon of het scherm en andere
machine-instellingen te wijzigen.
B-20
B-42
t/m
B-45
B-29
B-22
Extra informatie vindt u op het hierboven aangegeven paginanummer.
Basishandelingen B-21
Page 24
DISPLAY
Memo
VOORZICHTIG
a
d
e
b
c
i
g
h
f
i
Gebruik van de instellingstoets
Druk op om de standaard machine-instellingen (naaldstopstand, borduursnelheid, beginscherm,
enz.) te wijzigen.
• Druk op of op naast de paginanummers om een ander instellingenscherm weer te geven.
a Hiermee selecteert u de naaldstopstand (d.w.z. de naaldstand wanneer de machine niet werkt): omhoog of omlaag.
Selecteer de omlaag-stand voor het gebruik van de spiltoets.
b Selecteer de bediening van de knop “Naaldstand - steek plaatsen” uit onderstaande twee procedures.
Telkens wanneer u op de knop “Naaldstand - steek plaatsen” drukt:
“ON” – gaat de naald omhoog en stopt hij op bijna de laagste stand en gaat dan omlaag
“OFF” – gaat de naald omhoog en vervolgens omlaag
c Hiermee wijzigt u de vorm van de aanwijzer wanneer u een USB-muis gebruikt (zie zie pagina B-25).
d Zet de “Boven- en onderdraadsensor” “ON” of “OFF”. Als de sensor “OFF” staat, kunt u de machine gebruiken
zonder draad. (zie pagina E-26)
• Als “Boven- en onderdraadsensor” is ingesteld op “OFF”, verwijdert u de bovendraad. Als u de machine
gebruikt met de bovendraad ingeregen, kan de machine niet detecteren of de draad verstrikt is geraakt.
Als u de machine gebruikt met een verstrikte draad, kan dit schade veroorzaken.
e Hiermee past u het speakervolume aan. Een hogere waarde is luider, een lagere waarde is minder luid.
f Selecteer deze om machinevermogen te sparen door de “Ecomodus” of de “Afsluitondersteun-modus” (zie pagina
B-25) in te stellen.
g Hiermee selecteert u het beginscherm dat wordt weergegeven wanneer u de machine aanzet (zie pagina B-25).
h Hiermee wijzigt u de schermtaal (zie pagina B-26).
i Druk hierop om een afbeelding van het huidige instellingenscherm op te slaan op een USB-medium (zie pagina
B-28).
B-22
Page 25
DISPLAY
Memo
a
b
c
d
g
f
e
a Wijzig de helderheid van de verlichting van het naaldgebied en het werkgebied.
b Wijzig de helderheid van de schermweergave (zie pagina A-18).
c Kalibreer de sensorfunctie (voor modellen die zijn uitgerust met de sensorfunctie) (zie pagina B-56).
d Hiermee geeft u de serviceherinnering weer, een geheugensteuntje om de machine regelmatig een servicebeurt te
laten geven. (Neem hiervoor contact op met uw officiële dealer.)
e Hiermee geeft u het totaal aantal steken weer dat is genaaid op deze machine.
f Het “No.” is het interne nummer voor de machine.
g Hiermee toont u de programmaversie. “Softwareversie 1” is de programmaversie van het LCD-display,
“Softwareversie 2” de programmaversie van de machine.
B
1
Voorbereidingen
• De nieuwste versie van de software is geïnstalleerd op uw machine. Informeer bij uw plaatselijke
erkende Brother-dealer of kijk op “ http://support.brother.com/
pagina A-26
).
” of er updates beschikbaar zijn (zie
Basishandelingen B-23
Page 26
DISPLAY
a
d
e
f
b
c
g
j
h
i
m
k
l
a Hiermee kiest u uit 16 borduurraamschermen (zie pagina E-35).
b Hiermee wijzigt u de garenkleurweergave in het “Borduren”-scherm; garennummer, kleurnaam (zie pagina E-34).
c Wanneer u garennummer “#123” selecteert, kunt u kiezen uit 6 garenmerken (zie pagina E-34).
d Hiermee wijzigt u de maximuminstelling borduursnelheid (zie pagina E-33).
e Hiermee past u de draadspanning aan voor borduren (zie pagina E-30).
f Hiermee selecteert u de hoogte van de borduurvoet tijdens het borduren (zie pagina E-11).
g Hiermee wijzigt u de beginmodus van de display (Borduren/Borduurcombinatie) (zie pagina E-4).
h Hiermee wijzigt u de achtergrondkleur voor de weergave van het borduurgebied (zie pagina B-26).
i Hiermee wijzigt u de achtergrondkleur voor het miniaturengebied (zie pagina B-26).
j Hiermee geeft u het formaat van de patroonminiaturen op (zie PaginaB-27).
k Hiermee wijzigt u de maateenheid van de display (mm/inch).
l Hiermee wijzigt u de afstand van het patroon tot de rijgsteek (zie pagina E-84).
m Positie en helderheid van de borduurvoet met LED-aanwijzer aanpassen (zie pagina B-44).
B-24
Page 27
DISPLAY
Opmerking
Memo
Memo
■ De “Ecomodus” of
“Afsluitondersteun-modus”
selecteren
Bespaar stroom door de machine op ecomodus of
afsluitondersteunmodus te zetten.
Als u de machine een tijdje achterlaat zonder hem
te gebruiken, gaat de machine in een van deze twee
modi.
“Ecomodus”;
De machine gaat in de slaapmodus. Raak het
scherm of een bedieningsknop aan om door te gaan
met naaien.
“Afsluitondersteun-modus”;
De machine schakelt zichzelf uit na een tijdje.
Schakel de machine uit en weer in om opnieuw te
beginnen met naaien.
StaatEcomodusAfsluitondersteunm
Beschikbare tijd0 - 120 (minuten)1 - 12 (uur)
“Start/stoptoets”Groen knipperenLangzaam groen
Uitgeschakelde
functies
Na herstelDe machine start
Machinelamp,
schermweergave,
LED-aanwijzer
vanaf de vorige
bewerking.
odus
knipperen
Alle functies
U moet de machine
uitschakelen.
■ Vorm van de aanwijzer wijzigen
wanneer u een USB-muis gebruikt
In het instellingenscherm kunt u de aanwijzervorm
selecteren die verschijnt wanneer een USB-muis
wordt aangesloten. Naar gelang de achtergrondkleur
selecteert u de gewenste vorm uit de drie
beschikbare opties.
• Voor meer informatie over het wijzigen van
de achtergrondkleur, zie “Achtergrondkleur
van de borduurpatronen wijzigen” op
paginaB-26.
Druk op .
a
→ Het instellingenscherm verschijnt.
Open pagina 1 van het scherm Instellingen.
b
Met of kiest u de aanwijzervorm uit
c
de drie beschikbare opties (, en
).
B
1
Voorbereidingen
Druk op de Start/Stoptoets of op de display om te
herstellen uit deze modi.
Druk op .
a
→ Het instellingenscherm verschijnt.
Open pagina 2 van het scherm Instellingen.
b
Met of selecteert u de tijd totdat de
c
modus ingaat.
Druk op om terug te gaan naar het
d
oorspronkelijke scherm.
• De instelling blijft geselecteerd, zelfs
wanneer u de machine uitschakelt.
■ Het beginscherm selecteren
U kunt het beginscherm wijzigen.
Druk op .
a
→ Het instellingenscherm verschijnt.
• Als u de machine uitschakelt terwijl hij zich
in de “Ecomodus” of de
“Afsluitondersteun-modus” bevindt, wacht
dan 5 seconden voordat u de machine weer
inschakelt.
Open pagina 2 van het scherm Instellingen.
b
Basishandelingen B-25
Page 28
DISPLAY
a
a
b
Met of selecteert u de instelling
c
voor het beginscherm.
* Beginscherm: Wanneer u de machine inschakelt,
verschijnt het startscherm nadat u op het scherm van
de openingsfilm drukt.
* Startpagina: Wanneer u de machine inschakelt,
verschijnt het startscherm.
* borduurscherm: Wanneer de machine is
ingeschakeld, verschijnt het scherm “Borduren” als
de borduurtafel is bevestigd aan de machine.
Druk op om terug te gaan naar het
d
oorspronkelijke scherm.
■ Achtergrondkleur van de
borduurpatronen wijzigen
In het instellingenscherm kunt u de
achtergrondkleuren voor het borduurpatroon en de
patroonminiaturen wijzigen. Naar gelang de
patroonkleur selecteert u de gewenste
achtergrondkleur uit de 66 beschikbare instellingen.
U kunt andere achtergrondkleuren selecteren voor
het borduurpatroon en de patroonminiaturen.
Druk op .
a
→ Het instellingenscherm verschijnt.
Open pagina 6 van het scherm Instellingen.
b
Druk op .
c
■ Schermtaal kiezen
Druk op .
a
→ Het instellingenscherm verschijnt.
Open pagina 2 van het scherm Instellingen.
b
Met en kiest u de schermtaal.
c
a Schermtaal
a Achtergrond borduurpatroon
b Achtergrond patroonminiaturen
Druk op om terug te gaan naar het
d
oorspronkelijke scherm.
B-26
Page 29
DISPLAY
Memo
b
a
b
a
Selecteer de achtergrondkleur uit de 66
d
beschikbare instellingen.
a Achtergrond borduurpatroon
b Geselecteerde kleur
■ Het formaat van patroonminiaturen
opgeven
De miniaturen om een borduurpatroon te selecteren
kunt u zo instellen dat ze kleiner of groter worden
weergegeven. Het grote formaat is 1,5 maal het
kleine formaat.
B
1
Voorbereidingen
a Achtergrond patroonminiaturen
b Geselecteerde kleur
Druk op om terug te gaan naar het
e
oorspronkelijke scherm.
• De instelling blijft geselecteerd, zelfs
wanneer u de machine uitschakelt.
Druk op .
a
→ Het instellingenscherm verschijnt.
Open pagina 6 van het scherm Instellingen.
b
Basishandelingen B-27
Page 30
DISPLAY
Opmerking
Opmerking
Druk op of op om het gewenste
c
miniatuurformaat te selecteren.
■
Een afbeelding van het instellingenscherm
opslaan op een USB-medium
U kunt een afbeelding van het instellingenscherm
opslaan als BMP-bestand.
U kunt maximaal 100 afbeeldingen opslaan op één
USB-medium.
Plaats het USB-medium in de USB-poort op
a
de rechterkant van de machine.
• Als de instelling van het miniatuurformaat is
gewijzigd, werkt deze wijziging niet
onmiddellijk door in het
patroonkeuzescherm. Als u de patronen wilt
weergeven op het nieuwe miniatuurformaat,
ga dan terug naar het
categoriekeuzescherm, en selecteer
vervolgens de patrooncategorie opnieuw.
a USB-poort
b USB-medium
Druk op .
b
→ Het instellingenscherm verschijnt. Selecteer de
pagina van het instellingenscherm, breng de
gewenste veranderingen aan en sla de
schermafbeelding op.
Druk op .
c
→ Het afbeeldingsbestand wordt opgeslagen op het
USB-medium.
Verwijder het USB-medium en bekijk vervolgens
d
de opgeslagen afbeelding met een computer.
De afbeeldingen van het instellingenscherm worden
opgeslagen onder de naam “S##.BMP”.
* “##” in de naam “S##.BMP” wordt automatisch
vervangen door een waarde tussen S00 en S99.
• Als 100 afbeeldingsbestanden reeds zijn
opgeslagen op het USB-medium, verschijnt
onderstaande boodschap. Verwijder dan
een bestand van het USB-medium of
gebruik een ander USB-medium.
B-28
Page 31
DISPLAY
Gebruik van de Helptoets machine
Druk op om het helpscherm van de machine te openen. Bovenaan het scherm staan vijf
categorieën. Door op een toets te drukken krijgt u meer informatie over die categorie.
B
1
Voorbereidingen
Met toont u informatie over
de bedieningstoetsen.
Met toont u informatie over
probleemoplossing.
Met toont u informatie over
het inrijgen van de machine, het verwisselen
van de borduurvoet enz. Enkele van de
functies worden beschreven in de filmpjes.
Door deze filmpjes te kijken krijgt u meer
inzicht in de functies. Bepaalde schermen
voor inrijgen zijn voorzien van animaties.
Met toont u informatie over
het reinigen van de machine enz.
Met toont u informatie over
het bevestigen van de borduurtafel, het
verwisselen van borduurvoeten, het
voorbereiden van de stof voor borduren, het
controleren van de spanning, enzovoort.
Basishandelingen B-29
Page 32
DISPLAY
Voorbeeld: Informatie tonen over het inrijgen
van de bovendraad
Druk op .
a
Druk op .
b
→ Het onderste gedeelte van het scherm verandert.
Druk op (bovendraad inrijgen).
c
→ In dit scherm vindt u aanwijzingen voor het inrijgen
van de machine.
Lees de aanwijzingen.
d
* Druk op om een video te kijken van de
weergegeven instructies.
Druk op onder de film om terug te gaan naar
het begin. Druk op om te pauzeren. Druk op
om opnieuw te starten na de pauze. Druk op
om de film af te sluiten.
* Druk op om naar de volgende pagina te gaan.
* Druk op om naar de vorige pagina te gaan.
Druk op om terug te gaan naar het
e
oorspronkelijke scherm.
B-30
Page 33
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
VOORZICHTIG
■ Gebruik van de extra klospen
Spoel opwinden
Druk op → → →
in die volgorde om een video van het
opwinden van de spoel weer te geven op de
display (zie pagina B-29). Volg onderstaande
stappen om de handeling te voltooien.
• De bijgesloten spoel is specifiek ontworpen
voor deze machine. Als u een spoel van een
ander model gebruikt, werkt de machine niet
goed. Gebruik alleen de bijgeleverde spoel of
spoelen van hetzelfde type (onderdeelcode:
SA156, (SFB: XA5539-151)).
Met deze machine kunt u de spoel opwinden
zonder de draad uit de machine te halen. Terwijl u
naait met de hoofdklospen, kunt u de spoel
opwinden met de extra klospen.
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
B
1
Voorbereidingen
* Ware grootte
a Dit model
b Andere modellen
c 11,5 mm (ca. 7/16 inch)
a Extra klospen
Zet de hoofdschakelaar aan en open het
a
bovendeksel.
Houd de gleuf in de spoel tegenover de veer
b
op de spoelwinderas en plaats de spoel op
de as.
a Gleuf in de spoel
b Veer op de as
Basishandelingen B-31
Page 34
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
VOORZICHTIG
Memo
Zet de extra klospen omhoog.
c
• Wanneer u naait met fijne kruiswikkeldraad,
gebruikt u de kleine kloskap en laat u enige
ruimte tussen de kap en de draadklos.
a Extra klospen
Zet de draadklos zo op de extra klospen dat
d
de draad aan de voorkant afwikkelt. Duw
de kloskap zo ver mogelijk op de klospen
om de draadklos vast te zetten.
a Klospen
b Kloskap
c Draadklos
• Als u de draadklos en/of de kloskap niet juist
hebt geïnstalleerd, kan de draad verstrikt raken
op de klospen. Hierdoor kan de naald breken.
• Gebruik de kloskap (groot, medium of klein)
die de grootte van de draadklos het dichtst
benadert. Als u een kloskap gebruikt die
kleiner is dan de draadklos, komt de draad
mogelijk klem te zitten in de gleuf in de rand
van de klos. Hierdoor kan de naald breken.
a Kloskap (klein)
b Draadklos (kruiswikkeldraad)
c Ruimte
• Als u een draadklos met een kern van
12 mm (1/2 inch) doorsnee en 75 mm
(3 inch) hoog op de klospen plaatst, gebruik
dan de speciale kloskap.
a Kloskap (speciaal)
b 12 mm (1/2 inch)
c 75 mm (3 inch)
Houd de draad met uw rechterhand vast bij
e
de draadklos. Houd met uw linkerhand het
uiteinde van de draad vast en leid de draad
met beide handen rond de draadgeleider.
B-32
a Draadgeleider
Page 35
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
VOORZICHTIG
Memo
Leid de draad rond de voorspanningsschijf.
f
Zorg dat de draad zich onder de
voorspanningsschijf bevindt.
a Voorspanningsschijf
→ Zorg dat de draad onder de voorspanningsschijf
doorgaat.
b Voorspanningsschijf
c Trek de draad zo ver mogelijk naar binnen.
→ Controleer of de draad goed tussen de
voorspanningsschijven zit.
Wind de draad vijf à zes maal met de klok
g
mee om de spoel.
Leid het uiteinde van de draad door de
h
geleidegleuf in de spoelwinderbasis en trek
de draad vervolgens naar rechts om de
draad af te snijden met de draadafsnijder.
a Geleidegleuf (met ingebouwde draadafsnijder)
b Spoelwinderbasis
• Volg de beschreven procedure. Als de draad
niet wordt afgesneden met de snijder en de
spoel wordt opgewonden, kan de draad
verstrikt raken wanneer deze op raakt.
Hierdoor kan de naald breken.
Zet de spoelopwindschakelaar naar links,
i
totdat hij op zijn plaats klikt.
B
1
Voorbereidingen
a Spoelopwindschakelaar
• Door de spoelopwindschakelaar naar links
te schuiven, zet u de machine in
spoelopwindmodus.
→ Het spoelopwindvenster verschijnt.
Basishandelingen B-33
Page 36
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
Opmerking
Memo
Memo
VOORZICHTIG
Druk op .
j
→ Het opwinden van de spoel start automatisch. De
spoel stopt met draaien wanneer hij is opgewonden.
De spoelopwindschakelaar schuift automatisch
terug naar de oorspronkelijke stand.
• verandert in terwijl de spoel
wordt opgewonden.
• Blijf in de buurt van de naaimachine om te
controleren of de onderdraad juist wordt
opgewonden. Als de onderdraad niet goed
wordt opgewonden, druk dan onmiddellijk
op om het opwinden van de spoel te
stoppen.
• Het opwinden van stijve draad, zoals
nylondraad voor quilten, klinkt misschien
anders dan het opwinden van normale
draad. Dit wijst niet op een storing.
Snijd de draad af met een schaar en
k
verwijder de spoel.
• Trek niet aan de spoelwinderbasis wanneer
u de spoel verwijdert. Hierdoor wordt de
spoelwinderbasis losser gemaakt of
verwijderd, waardoor u de naaimachine
mogelijk beschadigt.
• Wanneer de spoel niet goed is geïnstalleerd,
wordt de draadspanning mogelijk losser.
Hierdoor kan de naald kan breken en letsel
veroorzaken.
• U kunt de opwindsnelheid aanpassen door
op (lager) of op (hoger) in het
spoelwindvenster te drukken.
• Druk op om het spoelopwindvenster
te minimaliseren. Vervolgens kunt u andere
bewerkingen uitvoeren, bijvoorbeeld een
patroon selecteren of de draadspanning
aanpassen, terwijl de spoel wordt
opgewonden.
• Druk op (rechts boven in de display)
om het spoelopwindvenster opnieuw weer
te geven.
■ Gebruik van de klospen
U kunt de hoofdklospen gebruiken om de spoel te
winden voordat u gaat naaien. U kunt deze klospen
niet gebruiken om de spoel te winden tijdens het
naaien.
B-34
Page 37
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
VOORZICHTIG
Zet de hoofdschakelaar aan en open het
a
bovendeksel.
Houd de gleuf in de spoel tegenover de veer
b
op de spoelwinderas en plaats de spoel op
de as.
a Gleuf in de spoel
b Veer op de as
Draai de klospen zo dat deze omhoog wijst.
c
Zet de draadklos zo op de klospen dat de
draad vanaf de voorkant van de klos
afwikkelt.
Leid de draad door de draadgeleider.
f
a Draadgeleider
Leid de draad rond de voorspanningsschijf.
g
Zorg dat de draad zich onder de
voorspanningsschijf bevindt.
B
1
Voorbereidingen
a Klospen
b Kloskap
c Draadklos
d Klosvilt
Duw de kloskap zo ver mogelijk op de
d
klospen en zet de klospen weer in de
oorspronkelijke stand.
Houd de draad met beide handen vast om
e
deze omhoog te trekken van onder de
draadgeleiderplaat.
a Draadgeleider
b Voorspanningsschijf
Volg stap g t/m k op PaginaB-33 t/m
h
B-34.
■ Draad ontwarren van onder de
spoelwinderbasis
Als het opwinden van de spoel begint wanneer de
draad niet goed door de voorspanningsschijf is
geleid, kan de draad verstrikt raken onder de
spoelwinderbasis.
Wind de draad als volgt af.
a Draad
b Spoelwinderbasis
a Draadgeleiderplaat
• Verwijder de spoelwinderbasis niet, ook al is
de draad verstrikt onder de spoelwinderbasis.
Dit kan letsel tot gevolg hebben.
Basishandelingen B-35
Page 38
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
Opmerking
VOORZICHTIG
Als de draad is verstrikt onder de
a
spoelwinderbasis, druk dan eenmaal op
om het opwinden van de spoel te
stoppen.
Knip met een schaar de draad af naast de
b
voorspanningsschijf.
a Voorspanningsschijf
Wind de spoel opnieuw op.
e
• Zorg dat de draad goed door de
voorspanningsschijf gaat (PaginaB-33).
Spoel aanbrengen
Druk op → → →
in die volgorde om een video van de
bewerking weer te geven op de display (zie pagina
B-29). Volg onderstaande stappen om de
handeling te voltooien.
• Gebruik een onderdraad die juist is gewonden.
Anders breekt de naald mogelijk of is de
draadspanning onjuist.
Duw de spoelopwindschakelaar naar rechts
c
en haal de spoel minstens 10 cm (4 inch)
omhoog van de as.
Knip de draad af in de buurt van de spoel en
d
houd het uiteinde in uw linkerhand. Wikkel
de draad met uw rechterhand in de buurt
van de spoel met de klok mee af, zoals
hieronder aangegeven.
• De bijgesloten spoel is specifiek ontworpen
voor deze machine. Als u een spoel van een
ander model gebruikt, werkt de machine niet
goed. Gebruik alleen de bijgeleverde spoel of
spoelen van hetzelfde type (onderdeelcode:
SA156, (SFB: XA5539-151)).
* Ware grootte
a Dit model
b Andere modellen
c 11,5 mm (ca. 7/16 inch)
• Voordat u de spoel plaatst of verwisselt, moet
u in de display op drukken. Anders
kunt u letsel oplopen als u op de
“Start/stoptoets” of op een andere toets drukt
en de machine begint te naaien.
B-36
Druk op .
a
Page 39
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
VOORZICHTIG
Memo
VOORZICHTIG
1
Schuif de grendel van het spoelhuisdeksel
b
naar rechts.
a Spoelhuisdeksel
b Grendel
→ Het spoelhuisdeksel gaat open.
Verwijder het spoelhuisdeksel.
c
Plaats met uw rechterhand de spoel zo dat
d
het uiteinde van de draad zich links
bevindt. Trek vervolgens met uw linkerhand
de draad strak rond het lipje, zoals
aangegeven. Trek vervolgens zachtjes aan
de draad om deze door de gleuf te leiden.
Druk met uw rechterhand de spoel losjes op
e
zijn plaats, zoals aangegeven, en leid de
draad door gleuf (a en b).
*Controleer of de spoel gemakkelijk tegen de klok in draait.
Trek vervolgens de draad naar u toe om
deze af te snijden met de snijder (c).
a Gleuf
b Snijder (snijd de draad met de snijder.)
→ De draadafsnijder snijdt de draad af.
Let op dat de draad goed door de platte
veer van het spoelhuis is geleid. Is dit niet
het geval, installeer de draad dan opnieuw.
B
1
Voorbereidingen
a Lipje
* Let op dat u de spoel juist plaatst.
• Installeer de spoel zo dat de draad in de juiste
richting afwikkelt. Anders breekt de draad
mogelijk of is de draadspanning niet goed.
• In welke volgorde de onderdraad door de
spoel moet worden geleid, is aangegeven
met markeringen rond het spoelhuis. Rijg de
machine in volgens de aanwijzingen.
a Platte veer
• Duw de spoel omlaag met uw vinger en wikkel
de onderdraad juist af. Anders breekt de draad
mogelijk of is de draadspanning onjuist.
Plaats het lipje in de linkerbenedenhoek van
f
het spoelhuisdeksel (1) en druk zachtjes op
de rechterkant om het deksel te sluiten (2).
Basishandelingen B-37
Page 40
BOVENDRAAD INRIJGEN
VOORZICHTIG
Memo
Memo
Opmerking
BOVENDRAAD INRIJGEN
Bovendraad inrijgen
Druk op → → →
in die volgorde om een video van de
bewerking weer te geven op de display (zie pagina
B-29). Volg onderstaande stappen om de
handeling te voltooien.
• Rijg de naaimachine op de juiste manier in.
Wanneer u de machine niet juist inrijgt, kan de
draad verstrikt raken, waardoor de naald
breekt. Dit kan letsel tot gevolg hebben.
Zet de hoofdschakelaar aan.
a
Druk op de “Persvoettoets” om de persvoet
b
omhoog te zetten.
→ Het bovendraadluikje gaat open, zodat u de
machine kunt inrijgen.
• Automatisch inrijgen kunt u met
borduurmachinenaalden 75/11 t/m 90/14.
• Transparant monofilament nylongaren en
garen 130/20 of dikker kunt u niet
automatisch inrijgen.
a Bovendraadluikje
• Deze machine heeft een bovendraadluikje,
zodat u kunt controleren of de bovendraad
goed is ingeregen.
Druk op de “Naaldstandtoets” om de naald
c
omhoog te zetten.
B-38
• Als u probeert de naald automatisch in te
rijgen zonder de naald omhoog te zetten,
wordt de naald mogelijk niet juist ingeregen.
Page 41
Draai de klospen zo dat deze omhoog wijst.
VOORZICHTIG
Memo
d
Zet de draadklos zo op de klospen dat de
draad vanaf de voorkant van de klos
afwikkelt.
a Klospen
b Kloskap
c Draadklos
d Klosvilt
Duw de kloskap zo ver mogelijk op de
e
klospen en zet de klospen weer in de
oorspronkelijke stand.
BOVENDRAAD INRIJGEN
• Wanneer u naait met fijne kruiswikkeldraad,
gebruikt u de kleine kloskap en laat u enige
ruimte tussen de kap en de draadklos.
a Kloskap (klein)
b Draadklos (kruiswikkeldraad)
c Ruimte
• Als u een draadklos met een kern van
12 mm (1/2 inch) doorsnee en 75 mm
(3 inch) hoog op de klospen plaatst, gebruik
dan de speciale kloskap.
B
1
Voorbereidingen
• Als u de draadklos en/of de kloskap niet juist
hebt geïnstalleerd, kan de draad verstrikt raken
op de klospen. Hierdoor kan de naald breken.
• Gebruik de kloskap (groot, medium of klein)
die de grootte van de draadklos het dichtst
benadert. Als u een kloskap gebruikt die
kleiner is dan de draadklos, komt de draad
mogelijk klem te zitten in de gleuf in de rand
van de klos. Hierdoor kan de naald breken.
a Kloskap (speciaal)
b 12 mm (1/2 inch)
c 75 mm (3 inch)
Houd de draad met beide handen vast om
f
deze omhoog te trekken van onder de
draadgeleiderplaat.
a Draadgeleiderplaat
Houd de draad in uw rechterhand en leid
g
de draad in de aangegeven richting door de
draadgeleider.
Basishandelingen B-39
Page 42
BOVENDRAAD INRIJGEN
Memo
Opmerking
Leid de draad omlaag, omhoog en
h
vervolgens omlaag door de groef, zoals
aangegeven in de illustratie.
• Controleer of de draadophaalhendel in het
bovenste deel van de groef de draad pakt.
Leid de draad door de
k
draadgeleiderschijven (aangegeven met
“7”). Zorg dat de draad door de groef in de
draadgeleider gaat.
a Groef in draadgeleider
Trek de draad omhoog door de
l
draadafsnijder om de draad af te knippen,
zoals aangegeven in de illustratie.
a Controleer in het bovenste deel van de groef
Leid de draad door de draadgeleider op de
i
naaldstang (aangegeven met “6”). Houd
hiertoe de draad met beide handen vast en
leid deze zoals aangegeven in de illustratie.
a Draadgeleider op de naaldstang
Druk op de “Persvoettoets” om de persvoet
j
omlaag te zetten.
a Draadafsnijder
• Wanneer u draad gebruikt die snel van de
klos afwikkelt, zoals metallic garen, is het
misschien moeilijk om de naald in te rijgen
nadat u de draad hebt afgeknipt.
In plaats van de draadsnijder te gebruiken
trekt u de draad ongeveer 80 mm
(ca. 3 inch) uit nadat u deze door de
draadgeleiderschijven hebt geleid
(aangegeven met “7”).
a 80 mm (ca. 3 inch) of meer
B-40
Page 43
Druk op de “Automatisch inrijgentoets” om
Memo
Opmerking
Memo
Opmerking
Memo
m
de naald automatisch in te rijgen.
→ De draad gaat door het oog van de naald.
• Wanneer u op de “Automatisch
inrijgentoets” drukt, wordt de persvoet
automatisch omlaag gezet. Wanneer het
inrijgen is voltooid, gaat de persvoet terug
naar de stand waarin hij stond toen u op de
“Automatisch inrijgentoets” drukte.
Trek voorzichtig aan het draaduiteinde dat
n
door het oog van de naald is getrokken.
* Als zich een lus heeft gevormd in de draad die door
het oog van de naald is geleid, trek de lus er dan uit
naar de achterkant van de naald.
BOVENDRAAD INRIJGEN
• Sommige naalden kunt u niet inrijgen met
de naaldinrijger. Gebruik dan niet de
naaldinrijger nadat u de naald door de
draadgeleider op de naaldstang
(aangegeven met “6”) hebt geleid, maar leid
de naald handmatig van voren naar
achteren door het oog van de naald.
Gebruik van draden die snel
afwikkelen
■ Gebruik van het klosnetje
Als u doorzichtig nylondraad, metallic garen of
andere sterke draad gebruikt, plaatst u het
bijgeleverde klosnetje over de klos voordat u begint.
Wanneer u deze speciale draden gebruikt, moet u
ze handmatig inrijgen.
Is het klosnetje te lang? Vouw het dan eenmaal zo
om dat het overeenkomt met het klosformaat,
voordat u het over de klos plaatst.
B
1
Voorbereidingen
• Trek niet te hard aan de lus. Anders kan de
naald breken.
Trek ongeveer 5 cm (ca. 2 inch) draad uit
o
en leid deze onder de persvoet naar de
achterkant van de machine.
→ Zet de persvoethendel omhoog, als de persvoet
omlaag staat.
a Ongeveer 5 cm (ca. 2 inch)
• Als u de naald niet kunt inrijgen of de draad
niet door de draadgeleiders op de
naaldstang is geregen, voert u de procedure
opnieuw uit vanaf stap
Vervolgens leidt u de draad door het oog
van de naald, na stap
c.
i.
a Klosnetje
b Draadklos
c Klospen
d Kloskap
• Wanneer u de klos inrijgt met het klosnetje
erop, zorg dan dat 5cm - 6cm (ca. 2inch 2-1/2 inch) draad is uitgetrokken.
• Mogelijk moet u de draadspanning
aanpassen wanneer u het klosnetje
gebruikt.
Basishandelingen B-41
Page 44
BORDUURVOET VERWISSELEN
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
BORDUURVOET VERWISSELEN
Ofwel de borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer ofwel de borduurvoet “W” wordt geleverd, al naar
gelang het land of de regio.
De borduurvoet is bij aanschaf bevestigd aan de machine. De aansluiting van de borduurvoet “W+” met
LED-aanwijzer zit niet in het aansluitpunt van de machine.
• Druk altijd op op het scherm voordat u de borduurvoet verwisselt. Als u niet op hebt
gedrukt en u op de “Start/stoptoets” of een andere toets drukt, gaat de naaimachine lopen. Dan kunt u
letsel oplopen.
• Gebruik alleen borduurvoeten die zijn gemaakt voor deze machine. Het gebruik van andere persvoeten
kan leiden tot ongelukken en letsel.
Neem de aansluiting van borduurvoet
Borduurvoet verwijderen
Druk op de “Naaldstandtoets” om de naald
a
omhoog te zetten.
d
“W+” uit het aansluitpunt op de achterkant
van uw machine.
Druk op .
b
* Als het bericht “OK om de persvoet automatisch
omlaag te zetten?” verschijnt op de display, drukt u
op OK om verder te gaan.
→ Het hele scherm wordt wit en alle toetsen zijn
vergrendeld.
Zet de persvoethendel omhoog.
c
→ Gebruikers van borduurvoet “W” kunnen stap d
overslaan en doorgaan met stap
e.
Gebruik de bijgeleverde schroevendraaier
e
om de schroef van de borduurvoet los te
draaien en verwijder de borduurvoet.
a Schroevendraaier
b Borduurvoet
c Schroef van de borduurvoet
→ Verwijder de borduurvoet.
Borduurvoet bevestigen
B-42
• Installeer de borduurvoet in de juiste richting.
Anders raakt de naald mogelijk de
borduurvoet. Dan kan de naald breken en dit
kan letsel veroorzaken.
Page 45
BORDUURVOET VERWISSELEN
VOORZICHTIG
Memo
Opmerking
Plaats de borduurvoet “W+” met
a
LED-aanwijzer of de borduurvoet “W” op de
persvoetstang door de inkeping van de
persvoet tegenover de grote schroef te houden.
Zijaanzicht
Houd de borduurvoet met uw rechterhand
b
op zijn plaats en draai met de bijgesloten
schroevendraaier de schroef van de
borduurvoet stevig vast.
Druk op om alle toetsen te
d
ontgrendelen.
→ Alle toetsen zijn ontgrendeld en het vorige scherm
wordt weergegeven.
■
Naaldpositie (waar de naald
neerkomt) controleren met de
borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer
(alleen voor de borduurvoet “W+” met
LED-aanwijzer)
Alvorens te borduren met borduurvoet “W+” met
LED-aanwijzer dient u eerst zorgvuldig de
procedures te lezen die zijn beschreven in de
hoofdstukken “Borduren” en “Borduurcombinatie”.
Druk op in het borduurscherm.
a
→ De LED-aanwijzer geeft aan waar de naald
neerkomt.
B
1
Voorbereidingen
→ Gebruikers van de borduurvoet “W” kunnen
c overslaan en doorgaan met stap d.
stap
• Draai met de bijgeleverde schroevendraaier de
schroef van de persvoethouder stevig vast. Als
de schroef los zit, kan de naald de borduurvoet
raken. Hierdoor kunt u letsel oplopen.
Plaats de aansluiting van de borduurvoet
c
“W+” met LED-aanwijzer in het
aansluitpunt op de achterkant van uw
machine.
• Wanneer u de LED-aanwijzer inschakelt,
wordt de persvoethoogte automatisch
aangepast aan de dikte van de stof.
• Wanneer u opnieuw op drukt, wordt de
dikte van de stof opnieuw gemeten en wordt
de persvoet op de optimale hoogte gezet.
* De LED-aanwijzer wordt automatisch uitgeschakeld
wanneer u de persvoet omlaag zet of terugkeert naar
de vorige pagina.
• Bij zware stoffen is de positie mogelijk niet
nauwkeurig doordat de dikte van de stof
varieert. Pas dan de positie handmatig aan
naar gelang de dikte van de stof.
• Bij stoffen met een zeer ongelijkmatig oppervlak,
zoals quilts, wordt de dikte van de stof mogelijk
niet juist gemeten. De positie die de aanwijzer
aangeeft, is dan slechts een indicatie.
Basishandelingen B-43
Page 46
BORDUURVOET VERWISSELEN
Opmerking
Opmerking
a
■ LED-aanwijzer aanpassen (alleen
voor de borduurvoet “W+” met
LED-aanwijzer)
Pas de LED-aanwijzer aan als deze een ander punt
aangeeft dan het punt waar de naald neerkomt.
Alvorens de LED-aanwijzer aan te passen markeert u
waar de naald neerkomt in de stof waarop u gaat
borduren. Vervolgens plaatst u de stof in het
borduurraam en bevestigt u het borduurraam.
• Sommige toetsen die worden genoemd in
onderstaande procedure, worden
standaard lichtgrijs weergegeven en zijn
niet beschikbaar. Als u de toetsen wilt
inschakelen om de instellingen op te geven,
bevestigt u de borduurvoet “W+” met
LED-aanwijzer aan de machine. De toetsen
worden geactiveerd wanneer u de
borduurvoet installeert.
Druk op .
a
→ Het instellingenscherm verschijnt.
Open pagina 7 van het scherm Algemene
b
instellingen.
Druk op .
c
→ Het scherm Borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer
aanpassen verschijnt.
a LED-aanwijzer aanpassen
• De instelling die u hebt opgegeven, wordt
opgeslagen in het geheugen van de
machine. Dit is nuttig voor het positioneren
tijdens doorlopend borduren.
• Voor normaal gebruik zet u de instelling
terug op “00”.
Met of past u de LED-aanwijzer aan
d
zodat deze aangeeft waar de naald
werkelijk neerkomt.
Druk tweemaal op om terug te gaan
e
naar het oorspronkelijke scherm.
■ Helderheid van LED-aanwijzer
aanpassen (alleen voor de
borduurvoet “W+” met
LED-aanwijzer)
Volg stap vanaf a tot d om het scherm
a
Borduurvoet met LED-aanwijzer aanpassen
weer te geven.
Met of past u de helderheid van de
b
LED-aanwijzer aan.
Druk tweemaal op om terug te gaan
c
naar het oorspronkelijke scherm.
B-44
Page 47
NAALD VERWISSELEN
VOORZICHTIG
Memo
Opmerking
VOORZICHTIG
• Druk altijd op op het scherm voordat
u de naald verwisselt. Als u niet op
hebt gedrukt en u per ongeluk op de
“Start/stoptoets” of een andere toets drukt,
gaat de naaimachine lopen. Dan kunt u letsel
oplopen.
• Gebruik alleen borduurmachinenaalden voor
huishoudelijk gebruik. Andere naalden kunnen
buigen of breken en letsel veroorzaken.
• Naai nooit met een verbogen naald. Deze zal
gemakkelijk breken en letsel veroorzaken.
• Leg de platte kant van de naald op een plat
oppervlak. Controleer de punt en de
zijkanten van de naald. Gooi verbogen
naalden weg.
NAALD VERWISSELEN
Draai de schroef met de schroevendraaier
c
naar de voorkant van de naaimachine los.
Verwijder de naald.
Steek de naald met de platte kant naar
d
achteren zo ver mogelijk in de opening tot
aan de naaldstopper (kijkvenster) in de
naaldklem. Draai met een schroevendraaier
de naaldklemschroef stevig vast.
B
1
Voorbereidingen
a Gelijke ruimte
b Plat oppervlak (naaldplaat, glas enz.)
Druk op de “Naaldstandtoets” om de naald
a
omhoog te zetten.
Druk op .
b
* Als het bericht “OK om de persvoet automatisch
omlaag te zetten?” verschijnt op de display, drukt u
op OK om verder te gaan.
→ Het hele scherm wordt wit en alle toetsen zijn
vergrendeld.
• Alvorens u de naald vervangt, bedekt u het
gat in de naaldplaat met stof of papier om te
voorkomen dat de naald in de machine valt.
a Naaldstopper
b Opening voor het inbrengen van de naald
c Platte kant van de naald
• Duw de naald zo ver totdat ze de stopper raakt
en draai de naaldklemschroef stevig vast met
een schroevendraaier. Als de naald niet
helemaal is ingebracht of als de
naaldklemschroef los zit, kan de naald breken
of de naaimachine beschadigd raken.
Druk op om alle toetsen te
e
ontgrendelen.
Basishandelingen B-45
Page 48
VOORDAT U GAAT BORDUREN
Stap 4
Stap 2
Stap 1
Stap 3, 5
Stap 6
Over de naald
De naald is waarschijnlijk het belangrijkste onderdeel van de machine. Wanneer u de juiste naald voor
uw borduurproject kiest, geeft dit de mooiste afwerking en blijven eventuele problemen tot een minimum
beperkt. Hieronder staan enkele zaken waaraan u moet denken als u de naald kiest.
• Voor borduurwerken gebruikt u naald 75/11.
• Een 90/14 naald wordt aanbevolen wanneer u op zware stoffen of steunstoffen borduurt (bijvoorbeeld
spijkerstof, schuim enz.). De 75/11 naald kan verbuigen of breken. Hierdoor kunt u letsel oplopen.
• Hoe lager het naaldnummer, hoe kleiner de naald. Naarmate de nummers hoger worden, worden de naalden
dikker.
• Gebruik fijne (dunnere) naalden voor lichte stoffen en grove (dikkere) naalden voor zwaardere stoffen.
VOORDAT U GAAT BORDUREN
Borduren stap voor stap
Volg onderstaande stappen om de machine voor te bereiden voor borduren.
Stap
nummer
1Onderdraad installerenAls onderdraad windt u borduurdraad op. Vervolgens installeert u de spoel. B-31
2Stof voorbereidenBevestig steunstof aan de stof en bevestig dit in het borduurraam. E-11 t/m
3Patroon kiezenSchakel de machine in en selecteer een borduurpatroon. E-3
4Borduurraam bevestigenBevestig het borduurraam aan de borduurtafel. E-17
5Lay-out controlerenControleer het formaat en de plaats van het borduurwerk en pas deze zo
6Borduurdraad installerenInstalleer de borduurdraad voor het patroon. E-21
* Een 90/14 naald wordt aanbevolen wanneer u op zware stoffen of steunstoffen borduurt (bijvoorbeeld spijkerstof, schuim enz.).
B-46
DoelHandelingPagina
nodig aan.
E-16
E-19
Page 49
Over de borduurtafel
VOORZICHTIG
Opmerking
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Opmerking
VOORDAT U GAAT BORDUREN
■ Borduurtafel verwijderen
Druk op (Borduren) of op
a
(Borduurrcombinatie) en vervolgens op
.
→ De wagen komt in de stand te staan waarin de
borduurtafel kan worden verwijderd.
• Verwijder het borduurraam altijd voordat u op
drukt. Anders kan het borduurraam de
borduurvoet raken en letsel veroorzaken.
• De borduurtafel past niet in de kartonnen
verzenddoos, wanneer u deze stap niet
uitvoert.
Zet de hoofdschakelaar uit.
b
• Zet de machine uit alvorens de borduurtafel
te verwijderen. Anders kan de machine
beschadigen.
Houd de ontgrendelknop ingedrukt en trek
c
de borduurtafel uit de machine.
• Til de borduurtafel niet op aan het gedeelte
van de ontgrendelknop.
■ Borduurtafel bevestigen
• Verplaats de machine niet terwijl de
borduurtafel daarop is bevestigd. De
borduurtafel kan eraf vallen en daardoor letsel
veroorzaken.
• Houd uw handen en andere voorwerpen uit de
buurt van de wagen van de borduurtafel en het
borduurraam wanneer de machine bezig is
met borduren. Anders kunt u letsel oplopen.
• Om te voorkomen dat uw borduurontwerp
vervormt, mag u de borduurwagen en het
borduurraam niet aanraken, wanneer de
machine borduurt.
B
1
Voorbereidingen
a Ontgrendelknop
• Zet de machine uit voordat u de
borduurtafel installeert. Anders kan de
machine beschadigd raken.
• Raak de interne aansluiting van de
borduurtafel niet aan. Daardoor kunt u de
pennen op de aansluiting van de
borduurtafel beschadigen.
• Oefen geen zware druk uit op de wagen van
de borduurtafel en til de borduurtafel niet op
aan de wagen. Anders kan de borduurtafel
beschadigd raken.
• Verpak de borduurtafel goed in de
kartonnen verzenddoos, wanneer u de
borduurtafel niet gebruikt of vervoert.
Zet de hoofdschakelaar uit.
a
Basishandelingen B-47
Page 50
VOORDAT U GAAT BORDUREN
Opmerking
Opmerking
Steek de verbindingspen van de
b
borduurtafel op de juiste wijze in het
aansluitpunt voor de borduurtafel op de
machine. De veerscharnier op het deksel
van de aansluitpoort geeft gemakkelijk
toegang tot de poort. Druk zachtjes op het
deksel van de aansluitpoort totdat deze op
zijn plaats klikt.
a Verbindingspen van de borduurtafel
b Aansluitpunt voor de borduurtafel op de machine
• Het “Borduur”-scherm of
“Borduurcombinatie”-scherm verschijnt
naargelang de instelling die u hebt
geselecteerd in het Instellingenscherm.
• Let op dat er geen ruimte open blijft tussen
de borduurtafel en de machine. Als er
ruimte open blijft, worden de
borduurpatronen niet met de juiste
registratie genaaid.
• Duw de wagen niet wanneer u de
borduurtafel aanbrengt op de naaimachine.
Wanneer de wagen wordt verplaatst, kan de
borduurtafel beschadigd raken.
Zet de hoofdschakelaar aan.
c
→ De volgende boodschap verschijnt.
Druk op .
d
→ De wagen komt in de initialisatiestand te staan.
B-48
Page 51
FUNCTIES WAARVOOR U HET ACCESSOIRE MOET AANSLUITEN OP DE MACHINE
Opmerking
Memo
Opmerking
FUNCTIES WAARVOOR U HET ACCESSOIRE MOET
AANSLUITEN OP DE MACHINE
Gebruik van USB-media of
borduurkaartlezer/USB-kaartschr
ijfmodule*
* Als u de PE-DESIGN Ver5 of later, PE-DESIGN
NEXT, PE-DESIGN Lite of PED-BASIC of PE-DESIGN
PLUS hebt aangeschaft, kunt u de bijgesloten
USB-kaartschrijfmodule als een borduurkaartlezer
aansluiten op de machine en patronen oproepen.
• USB-media worden veel gebruikt, maar
sommige USB-media zijn mogelijk niet
bruikbaar op deze machine. Meer
bijzonderheden vindt u op onze website.
• Naar gelang het USB-medium dat u
gebruikt, sluit u het USB-apparaat direct
aan op de USB-poort van de machine of
sluit u de USB-medialees/schrijfmodule aan
op de USB-poort van de machine.
De machine aansluiten op de
computer
B
1
Voorbereidingen
a USB-poort voor muis / media (USB 2.0)
b USB-medium
a USB-poort voor muis / media
b Borduurkaartlezer/USB-kaartschrijfmodule*
• Gebruik slechts een borduurkaartlezer die is
ontworpen voor deze machine. Bij gebruik
van andere kaartlezers werkt de machine
mogelijk niet goed.
• U kunt geen borduurpatronen vanaf de
machine opslaan op een borduurkaart die is
geplaatst in een aangesloten
USB-kaartschrijfmodule.
Met de bijgeleverde USB-kabel kunt u de machine
aansluiten op uw computer.
a USB-poort voor computer
b USB-kabelaansluiting
• De aansluitingen op de USB-kabel kunt u
alleen in één richting in een aansluiting
steken. Als de aansluiting niet goed past,
gebruik dan geen kracht. Controleer de
richting van de aansluiting.
• Bijzonderheden over de positie van de
USB-poort op de computer (of USB-hub)
vindt u in de gebruiksaanwijzing bij de
betreffende apparatuur.
Basishandelingen B-49
Page 52
FUNCTIES WAARVOOR U HET ACCESSOIRE MOET AANSLUITEN OP DE MACHINE
Opmerking
Opmerking
Memo
a
Memo
■ Van pagina veranderen
Gebruik van een USB-muis
Als u de USB-muis aansluit op de machine kunt u
allerlei schermhandelingen uitvoeren.
• Als u een andere muis gebruikt dan de
optionele USB-muis, werkt deze mogelijk
niet zoals beschreven in deze
Bedieningshandleiding.
Draai het muiswiel om door de tabs van de
patroonkeuzeschermen te lopen.
• Wanneer paginanummers en een verticale
schuifbalk voor extra pagina's worden
weergegeven, draait u het muiswiel of klikt u
op de linkermuisknop, terwijl de aanwijzer
op / of
volgende pagina weer te geven.
/ staat om de vorige of
a USB-poort voor muis / media
b USB-muis
• Voer geen bewerkingen uit met de muis
terwijl u het scherm aanraakt met uw vinger
of de schermaanraakpen.
• U kunt een USB-muis aansluiten of
loskoppelen wanneer u wilt.
• De muisaanwijzer verschijnt niet in het
beginscherm.
■ Klikken op een toets
Wanneer de muis is aangesloten, verschijnt een
aanwijzer op het scherm. Schuif met de muis om de
aanwijzer op de gewenste toets te zetten en klikt op
de linkermuisknop.
• Dubbelklikken heeft geen effect.
a Aanwijzer
B-50
Page 53
FUNCTIES WAARVOOR U HET ACCESSOIRE MOET AANSLUITEN OP DE MACHINE
B
1
Voorbereidingen
Basishandelingen B-51
Page 54
B Basishandelingen
Hoofdstuk 2
Sensorfuncties (voor modellen die
zijn uitgerust met de sensorfunctie)
U kunt deze functie activeren nadat u de sensorpen hebt aangesloten op de machine.
In sommige landen of regio's wordt de sensorpen bij de machine geleverd.
Borduurpositie opgeven met de sensorpen ...............................58
■ Borduurpositie selecteren aan de hand van de patroonrand.... 59
■ Borduurpositie selecteren aan de hand van het middelpunt van
het patroon .............................................................................. 60
Page 55
SENSORPEN AANSLUITEN
VOORZICHTIG
SENSORPEN AANSLUITEN
Wanneer u de sensorpen aansluit op de machine, moet u zorgen dat de pijl op de sensorpen boven zit,
uitgelijnd met de pijl op de machine, en dat de steker van de pen stevig in het aansluitpunt zit.
Met de punt van het reinigingsborsteltje of
a
tornmesje verwijdert u het beschermkapje
van het gat op de rechterkant van de
machine.
→ Steek de punt van het tornmesje of het
reinigingsborsteltje in het gat in het beschermkapje
en trek het beschermkapje zachtjes naar buiten.
a Aansluitpunt sensorpen
b Steker sensorpen
Steek de sensorpenhouder stevig in het
b
schroefgat waarvan het beschermkapje is
verwijderd.
• Wanneer u de sensorpen aansluit op de
machine, moet u zorgen dat de pijl op de
sensorpen boven zit, uitgelijnd met de pijl op
de machine. Anders worden de aansluitpennen
mogelijk niet goed uitgelijnd en kan de steker
beschadigd raken.
• Bij het aansluiten of loskoppelen van de
sensorpen pakt u de steker vast en duwt u deze
langzaam recht naar binnen, of trekt u deze
langzaam recht naar buiten.
• Wanneer u de sensorpen loskoppelt van de
machine, trek dan niet aan het koord. Dan kan
de sensorpen beschadigd raken.
B
2
Sensorfuncties (voor modellen die zijn uitgerust met de sensorfunctie)
Gebruik van de sensorpenhouder
Wanneer u de sensorpen aansluit op de machine,
bevestigt u de sensorpenhouder om de sensorpen
bij de machine te houden.
U kunt de rechterkant van de houder gebruiken
om de aanraakpen op te bergen.
Sensorpenhouder
Basishandelingen B-53
Page 56
SENSORPEN AANSLUITEN
Plaats de sensorpen in de sensorpenhouder
c
met de penpunt omlaag. Sluit vervolgens de
sensorpen aan op de machine.
B-54
Page 57
GEBRUIK VAN DE SENSORPEN
Opmerking
Memo
VOORZICHTIG
BELANGRIJK
GEBRUIK VAN DE SENSORPEN
B
Werken met de sensorpen
Houd de sensorpen vast en raak het punt aan dat u
wilt opgeven. Wanneer de punt van de sensorpen
wordt ingedrukt, wordt de positie-informatie naar
de machine gezonden.
Wanneer u de sensorpen gebruikt, werk dan
langzaam en zacht, zodat de bewerking duidelijk
is.
1) Aanraken: een punt aanraken met de sensorpen
en de pen direct weer optillen.
2) Lang aanraken: een punt aanraken met de
sensorpen en de pen daar minstens een seconde
laten rusten. Dan worden de functies die u zojuist
hebt geselecteerd, geactiveerd.
Belangrijke informatie over de
sensorpen
De sensorpen zendt een signaal naar de machine
dat vervolgens wordt ontvangen door de
ontvanger om de positie aan te geven.
a Ontvanger sensorpen
b De sensorpen zendt een signaal uit
• Steek geen voorwerpen in de sensorpen en de
ontvanger. Daardoor kan de machine
beschadigd raken.
2
Sensorfuncties (voor modellen die zijn uitgerust met de sensorfunctie)
• Wanneer u een punt hebt aangeraakt met
de sensorpen en de opgegeven informatie
is toegepast op het scherm, voert u de
volgende bewerking uit. Wanneer u enkele
malen een punt aanraakt met de sensorpen,
wordt de informatie mogelijk niet juist
gelezen.
• Sleep de punt van de sensorpen niet over
de machine. Dan kan de punt van de
sensorpen beschadigen.
• Als er een probleem is met de
geleidelijnmarkering, werkt de sensorfunctie
mogelijk niet goed.
• U kunt de sensorpen gebruiken als
aanraakpen om het scherm aan te raken.
• Houd geen handen, stof of voorwerpen tussen
de machine en de sensorpen. Dan kan de
ontvanger van de sensorpen mogelijk de
signalen van de sensor niet ontvangen.
• Gebruik de machine niet in de buurt van
andere apparaten die ultrasoongolven of een
trillingsgeluid produceren. Dan kan storing
optreden.
Basishandelingen B-55
Page 58
GEBRUIK VAN DE SENSORPEN
Sensorpen kalibreren
Kalibreer de sensorpen met het scherm voordat u
deze de eerste keer in gebruik neemt. Dan weet de
machine in welke positie u de pen doorgaans
vasthoudt.
Houd de sensorpen onder de hoek die u prettig
vindt en kalibreer de machine volgens
onderstaande procedure.
Houd de sensorpen onder dezelfde hoek bij het
kalibreren van het eerste en het tweede punt.
Raak het eerste punt van de groene
d
stippenmarkering op het steekplaatdeksel
aan met de sensorpen.
* Raak het steekplaatdeksel aan.
Druk op .
a
Open pagina 3 van het scherm Instellingen.
b
Druk op terwijl u de sensorpen
c
aansluit op de machine.
→ Het scherm Sensorfunctie kalibreren verschijnt.
a Steekplaatdeksel
Raak het tweede punt in het midden van het
e
kruisje aan met de sensorpen.
* Raak het punt in de illustraties aan.
B-56
a Borduurtafel
Page 59
Druk op om de kalibratie-instelling te
f
voltooien. Als u het kalibreren wilt
herhalen, raakt u het eerste punt opnieuw
aan met de sensorpen en gaat u door met
stap
e.
* Druk op om terug te gaan naar het
oorspronkelijke scherm zonder het kalibereren te
voltooien.
* Druk op om de kalibratie-instelling terug te
zetten.
GEBRUIK VAN DE SENSORPEN
B
2
Sensorfuncties (voor modellen die zijn uitgerust met de sensorfunctie)
Basishandelingen B-57
Page 60
GEBRUIK VAN SENSORFUNCTIES IN BORDUUR-/BORDUURCOMBINATIEMODUS
GEBRUIK VAN SENSORFUNCTIES IN
BORDUUR-/BORDUURCOMBINATIEMODUS
Alvorens de sensorfuncties te gebruiken, dient u eerst procedures in “Borduren” en “Borduurcombinatie”
goed door te lezen om uzelf vertrouwd te maken met de bewerkingen van de machine.
Druk op .
Borduurpositie opgeven met de
sensorpen
Wanneer u de sensorpen gebruikt, kunt u de
borduurpositie aanpassen aan de gewenste
locatie. U kunt deze functie uitvoeren in de modus
“Borduren” of “Borduurcombinatie”; onderstaande
procedure is uitgevoerd in de modus “Borduren”.
Als de melding “De wagen van de borduurtafel
gaat bewegen. Blijf met uw handen en dergelijke
uit de buurt van de wagen.” verschijnt tijdens de
bewerking, volg de aanwijzing op met het oog op
de veiligheid en druk pas daarna op .
g
Zet de machine aan.
a
Druk op (Borduren /
b
(Borduurcombinatie).
Selecteer de categorie van het patroon dat
c
u wilt borduren.
In het patroonkeuzescherm drukt u op de
d
toets van het patroon dat u wilt borduren.
Druk op .
e
→ Selecteer het gewenste gebied en druk vervolgens
op wanneer onderstaande melding
verschijnt (alleen voor het gebruik van het extra
grote borduurscherm).
Plaats de stof in het borduurraam en
f
bevestig het borduurraam aan de machine.
→ Zie “Stof in het borduurraam plaatsen” op
paginaE-13 en “BORDUURRAAM BEVESTIGEN”
op paginaE-17.
B-58
Page 61
GEBRUIK VAN SENSORFUNCTIES IN BORDUUR-/BORDUURCOMBINATIEMODUS
Druk op .
h
→ Het scherm Borduurpositieselectie verschijnt.
Selecteer de methode om het
i
borduurpatroon te positioneren.
* Als u de rand van het borduurwerk wilt uitlijnen met
een patroon of markering op de stof, selecteert u de
rand. Als het middelpunt van het patroon dat u wilt
borduren is bepaald, selecteert u de positie van het
middelpunt.
Met de sensorpen raakt u het punt op de
c
stof aan dat correspondeert met hoek a op
het scherm.
a Vierkant van patroonrand
b Patroonpositie
Met de sensorpen raakt u het punt op de
d
stof aan dat correspondeert met hoek b op
het scherm.
B
2
Sensorfuncties (voor modellen die zijn uitgerust met de sensorfunctie)
■ Borduurpositie selecteren aan de
hand van de patroonrand
Vanaf op het scherm drukt u op de
a
rand die de referentie voor de positie moet
zijn.
Druk op .
b
a Vierkant van patroonrand
b Patroonpositie
Druk op om de posities aan te
e
passen.
→ Als u de posities niet hoeft aan te passen, gaat u
door met stap
i.
Basishandelingen B-59
Page 62
GEBRUIK VAN SENSORFUNCTIES IN BORDUUR-/BORDUURCOMBINATIEMODUS
■ Borduurpositie selecteren aan de
Druk op om de LED-aanwijzer
f
op de stof te verplaatsen om de eerste
positie aan te passen.
hand van het middelpunt van het
patroon
Druk op in het volgende scherm.
a
Druk op om de instelling toe te
g
passen.
Druk op om de LED-aanwijzer
h
op de stof te verplaatsen om de tweede
positie aan te passen.
Druk op om de instelling toe te
i
passen.
Raak met de sensorpen twee punten aan op
b
de stof die corresponderen met de nummers
in het midden van het borduurpatroon.
a Middenlijn van het patroon
b Patroonpositie
→ Het puntnummer dat u hebt opgegeven wordt rood.
Het voorbeeld in het borduurscherm wordt
j
bijgewerkt volgens de borduurpositie die u
hebt opgegeven.
Druk op de “Start/stoptoets” om te
k
beginnen met borduren.
B-60
Druk op om de posities aan te
c
passen.
→ Als u de posities niet hoeft aan te passen, gaat u
door met stap
g.
Page 63
GEBRUIK VAN SENSORFUNCTIES IN BORDUUR-/BORDUURCOMBINATIEMODUS
Opmerking
Druk op om de LED-aanwijzer
d
Druk op de “Start/stoptoets” om te
i
beginnen met borduren.
B
op de stof te verplaatsen om de eerste
positie aan te passen.
Druk op om de instelling toe te
e
passen.
Druk op om de LED-aanwijzer
f
op de stof te verplaatsen om de tweede
positie aan te passen.
• Wanneer u de positie van de borduurpositie
opgeeft met de sensorpen, kunt u
misschien niet precies de gewenste locatie
opgeven. Verplaats dan het borduurraam
om het midden van het patroon uit te lijnen
met de locatie die wordt aangegeven door
de LED-aanwijzer.
2
Sensorfuncties (voor modellen die zijn uitgerust met de sensorfunctie)
g
h
Druk op om de instelling toe te
passen.
Het voorbeeld in het borduurscherm wordt
bijgewerkt volgens de borduurpositie die u
hebt opgegeven.
Basishandelingen B-61
Page 64
GEBRUIK VAN SENSORFUNCTIES IN BORDUUR-/BORDUURCOMBINATIEMODUS
B-62
Page 65
Borduren
In dit gedeelte vindt u aanwijzingen om ontwerpen te borduren met deze machine.
Paginanummers in dit gedeelte beginnen met “E”.
De display en machine-illustratie kunnen iets afwijken naargelang het land of de regio.
De in de machine en op de borduurkaarten opgeslagen patronen zijn slechts bedoeld voor privé-gebruik. Enig
openbaar of commercieel gebruik van patronen waarop copyright rust is een overtreding van de wet op
auteursrechten en is ten strengste verboden.
Er zijn veel letterpatronen en decoratieve borduurpatronen opgeslagen in het geheugen van de machine (een
volledig overzicht van de patronen in het geheugen van de machine vindt u in de “Beknopte bedieningsgids”). U
kunt ook patronen van de borduurkaarten gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar).
Nadat de machine geïnitialiseerd is en de wagen op de beginstand is gaan staan, verschijnt het scherm met het
patronenoverzicht.
Mocht er een ander scherm verschijnen, druk dan op en vervolgens op om het onderstaande
scherm weer te geven.
Deze machine bevat 6 categorieën patronen.
E
1
Borduren
a Borduurpatronen
b Brother “Exclusief”
c Bloemletterpatronen
d Kaderpatronen
e Letterpatronen
f Patronen voor werken met de spoel (zie “Bijlage”)
g In het geheugen opgeslagen patronen (zie pagina
E-48)
h Op USB-medium opgeslagen patronen (zie pagina
E-49)
i Op de computer opgeslagen patronen (zie pagina
E-50)
j Druk op deze toets om de borduurtafel in de
opbergstand te plaatsen.
• Als een toets er gestapeld uitziet, zoals
en , betekent dit dat
er subcategorieën zijn, die u moet
selecteren voordat een
patroonkeuzescherm verschijnt.
Borduren E-3
Page 68
PATRONEN KIEZEN
Borduurpatronen kiezen/Brother
“Exclusief”/Bloemletter/Werken
met de spoel
Druk de toets van de categorie van het
a
patroon dat u wilt borduren.
* Zie “Werken met de spoel” in “Bijlage” voor meer
informatie over patronen voor werken met de spoel.
Druk op de toets van het patroon dat u wilt
b
borduren.
Druk op om het patroon in
c
spiegelbeeld te borduren.
* Als u een fout heeft gemaakt bij de selectie van het
patroon, druk dan op de toets van het patroon dat u
wilt borduren. De nieuwe selectie verschijnt.
Druk op .
d
→ De display voor borduren verschijnt.
Ga door met “OVERZICHT DISPLAY
e
VOOR BORDUREN” op paginaE-9 om het
patroon te borduren.
* Als u naar het vorige scherm terug wilt gaan of een
* Druk op om naar de volgende pagina te gaan.
* Druk op om naar de vorige pagina te gaan.
→ Het geselecteerde patroon wordt weergegeven.
ander patroon wilt kiezen, drukt u op .
E-4
Page 69
Letterpatronen kiezen
Memo
Voorbeeld: “We Fly” invoeren.
Druk op .
a
PATRONEN KIEZEN
* Als u de grootte van een letter wilt wijzigen,
selecteert u de letter en drukt u op om de
grootte te wijzigen. Telkens wanneer u op de toets
drukt, verandert de grootte van groot, naar medium
naar klein.
* Als u per ongeluk verkeerd kiest, druk dan op
om uw fout te wissen.
* Als het patroon te klein is om het goed te kunnen
E
1
Borduren
Druk op de toets van het lettertype dat u
b
wilt borduren.
Druk op een tab om van selectiescherm te
c
wisselen.
zien, kunt u het controleren met .
Druk op en voer vervolgens “e” in.
e
Druk op om een spatie in te voeren.
f
• Als u letters toevoegt nadat u de grootte
hebt gewijzigd, worden de nieuwe letters
ingevoerd in de grootte die u hebt gekozen.
• U kunt de grootte van de ingevoerde letters
niet wijzigen nadat u een letterpatroon hebt
gecombineerd.
Druk op en voer vervolgens “W” in.
d
Borduren E-5
Page 70
PATRONEN KIEZEN
Druk opnieuw op en voer “F” in.
g
Druk op en voer vervolgens “ly” in.
h
Druk op .
i
→ De display voor borduren verschijnt.
Ga door met “OVERZICHT DISPLAY
j
VOOR BORDUREN” op paginaE-9 om het
patroon te borduren.
* Als u naar het vorige scherm terug wilt gaan of een
ander patroon wilt kiezen, drukt u op .
E-6
Page 71
Kaderpatronen selecteren
a
b
Opmerking
Druk op .
a
Druk boven in het scherm op de toets met
b
de kadervorm die u wilt borduren.
a Kadervormen
b Kaderpatronen
→ Onder in het scherm verschijnen diverse
kaderpatronen met de geselecteerde vorm.
PATRONEN KIEZEN
Ga door met “OVERZICHT DISPLAY
e
VOOR BORDUREN” op paginaE-9 om het
patroon te borduren.
* Als u naar het vorige scherm terug wilt gaan of een
ander patroon wilt kiezen, drukt u op .
E
1
Borduren
Druk op de toets van het kaderpatroon dat
c
u wilt borduren.
* Als u per ongeluk een verkeerd patroon hebt
gekozen, druk dan op de toets van het patroon dat u
wel wilt borduren.
→ Het geselecteerde patroon verschijnt op het scherm.
Druk op .
d
Patronen selecteren van
borduurkaarten
■ Over de borduurkaartlezer
(afzonderlijk verkrijgbaar) en de
USB-kaartschrijfmodule*
• Gebruik slechts een borduurkaartlezer die is
ontworpen voor deze machine. Bij gebruik van
andere kaartlezers werkt de machine mogelijk
niet goed.
* Als u de PE-DESIGN Ver5 of later, PE-DESIGN
NEXT, PE-DESIGN Lite of PED-BASIC of PE-DESIGN
PLUS hebt aangeschaft, kunt u de bijgesloten
USB-kaartschrijfmodule als een borduurkaartlezer
aansluiten op de machine en patronen oproepen.
• U kunt geen borduurpatronen vanaf de
machine opslaan op een borduurkaart die is
geplaatst in een aangesloten
USB-kaartschrijfmodule*.
→ De display voor borduren verschijnt.
■ Over borduurkaarten
(afzonderlijk verkrijgbaar)
• Gebruik alleen borduurkaarten die speciaal voor
deze machine zijn vervaardigd. Bij gebruik van
onofficiële kaarten werkt de machine mogelijk
niet goed.
• In het buitenland aangeschafte borduurkaarten
kunt u niet gebruiken bij deze machine.
• Berg uw borduurkaarten op in de koffer.
Borduren E-7
Page 72
PATRONEN KIEZEN
Opmerking
Steek de optionele
a
borduurkaartlezer/USB-kaartschrijfmodule*
in de USB-poort van de machine.
a USB-poort
b Borduurkaartlezer/USB-kaartschrijfmodule
Steek de kaart volledig in de
b
kaartlezer/USB-kaartschrijfmodule.
* Plaats de borduurkaart zo dat het uiteinde met de
pijl erop boven zit.
Druk op de toets van de USB-poort.
c
→ De patronen op de borduurkaart verschijnen op het
scherm met het stekenoverzicht.
Volg de stappen op PaginaE-4 om een
d
patroon te selecteren.
Patronen kiezen van een
USB-medium/computer
• U kunt niet twee
USB-kaartlezers/USB-kaartschrijfmodules
tegelijk gebruiken op deze machine. Als u
twee
USB-kaartlezers/USB-kaartschrijfmodules
plaatst, wordt alleen de
USB-kaartlezer/USB-kaartschrijfmodule die
het eerst is geplaatst, gedetecteerd.
Hoe u patronen ophaalt van een computer of
USB-medium leest u op pagina’s E-49 t/m E-50.
E-8
Page 73
OVERZICHT DISPLAY VOOR BORDUREN
Opmerking
b
l
a
c
e
f
j
k
m
hi
g
d
OVERZICHT DISPLAY VOOR BORDUREN
E
1
Borduren
a Hiermee geeft u de persvoetcode weer.
Bevestig borduurvoet “W+” of “W” voor alle borduurwerken. Wanneer het persvoetsymbool op het scherm
verschijnt, kunt u borduren.
b Hier verschijnt de grens voor borduren met het extra grote borduurraam (30 cm × 18 cm (ca. 12 inch × 7 inch)).
c Hier wordt een voorbeeld van het geselecteerde patroon getoond.
d Hier wordt de grootte van het geselecteerde patroon getoond.
e Toont de borduurramen die u bij het geselecteerde patroon kunt gebruiken. Gebruik het juiste borduurraam (zie
pagina E-13).
f Hier wordt getoond hoe ver de patroonpositie zich vanaf het midden bevindt (wanneer u de
standaardpatroonpositie verplaatst).
g Toont hoeveel aantal graden het patroon wordt gedraaid.
h Hiermee wordt getoond hoeveel steken er in het geselecteerde patroon zijn en hoeveel steken er tot nu toe zijn
geborduurd.
i Geeft aan hoeveel tijd u nodig hebt om het patroon te borduren en hoeveel tijd er tot nu toe is verlopen bij het
borduren van het patroon (de tijd voor het verwisselen en automatisch afsnijden van draden is hier niet bij
inbegrepen).
j Toont het aantal kleuren in het geselecteerde patroon en het nummer van de kleur die u momenteel borduurt.
k Toont het deel van het borduurwerk dat wordt geborduurd met de eerste garenkleur.
l Toont de volgorde voor garenkleurwisselingen en de borduurtijd voor elke garenkleur.
* De weergegeven tijd is een benadering van de benodigde tijd. De werkelijke borduurtijd kan langer zijn dan de
aangegeven tijd, naar gelang het borduurraam dat u gebruikt. Bovendien is de tijd die nodig is om van garenkleur te
wisselen, niet inbegrepen.
m Pijltjestoetsen (zie volgende pagina)
• De extra functies van alle toetsen worden op de volgende pagina uitgelegd.
Borduren E-9
Page 74
OVERZICHT DISPLAY VOOR BORDUREN
Opmerking
Q
p
s
R
t
v
u
r
n
o
q
z
y
w
x
■ Functies van de toetsen
Met deze toetsen kunt u de grootte van het patroon wijzigen, het patroon roteren (draaien) enz.
• Sommige functies zijn niet beschikbaar bij
bepaalde patronen. Als de toets lichtgrijs
is, kunt u die functie niet gebruiken bij het
geselecteerde patroon.
Nr.DisplayToetsnaamUitlegPagina
mPijltjestoetsen
( Centreertoets)
Met een pijltjestoets verplaatst u het patroon in de richting van de pijl. (Met de
centreertoets zet u het patroon terug in het midden van het borduurgebied.)
E-36
nRotatietoetsMet de rotatietoets draait u het patroon op het scherm. U kunt het patroon
oGroottetoetsMet de groottetoets wijzigt u de grootte van het patroon.E-37
pMeerkleurentoetsMet de meerkleurentoets wijzigt u de kleur van elke letter bij het naaien van
qTerugtoetsMet de terugtoets keert u terug naar het patronenoverzicht. —
rKnip/spanningstoets Met de knip/spanningstoets geeft u automatisch draadknippen, draadknippen
sVooruit/achteruittoets Met de vooruit/achteruittoets verplaatst u de naald vooruit of achteruit in het
tControletoetsMet de controletoets controleert u de positie van het patroon. Het borduurraam
uBeginpunttoetsMet de beginpunttoets stemt u de beginpositie van de naald af op de
vGeheugentoetsMet deze toets slaat u een patroon op, in het geheugen, op een USB-medium
wOnonderbroken-bord
urentoets
xToets van de
borduurvoet met
LED-pointer
ySteekdichtheidstoets Met deze toets wijzigt u de steekdichtheid van letter- of kaderpatronen.E-40
1 graad, 10 graden of 90 graden per keer draaien.
letterpatronen.
of de draadspanning op. Voor borduren zijn deze functies automatisch
ingesteld.
patroon. Dit is handig als de draad tijdens het naaien is afgebroken of als u
weer vanaf het begin wilt beginnen.
gaat naar de gewenste positie, zodat u kunt controleren of er voldoende ruimte
is om het patroon te naaien.
patroonpositie.
of een computer.
Druk op deze toets om het geselecteerde patroon te borduren met één kleur.E-43
Druk op deze toets om de LED-pointer aan te zetten.
E-38
E-40
E-32 t/m
E-32
E-27 t/m
E-29
E-19
E-36
E-45 t/m
E-47
"Basishan-
delingen"
zHorizontale
QFunctiepaginatoetsDruk op deze toets om alle toetsen op dit scherm weer te geven.E-40
R
spiegeltoets
Patroonafbeeldingtoets
Met de horizontale spiegeltoets spiegelt u het patroon horizontaal.E-39
Druk op deze toets om een voorbeeld te krijgen van het geborduurde patroon. E-20
E-10
Page 75
DE STOF VOORBEREIDEN
VOORZICHTIG
Opmerking
VOORZICHTIG
DE STOF VOORBEREIDEN
• Gebruik stof van minder dan 3 mm (ca. 1/8 inch) dik. Met stof van meer dan 3 mm (ca. 1/8 inch) dik
breekt de naald wellicht.
• Wanneer u werkt met lagen met dikkere wattering, is het aan te raden de persvoethoogte aan te passen in
het borduurinstellingenscherm (zie hieronder).
• Voor dikke badstof raden we u aan een stuk wateroplosbare steunstof boven op de voorkant van de stof te
plaatsen. Hierdoor wordt de vleug van de stof verkleind, hetgeen een mooiere afwerking geeft.
E
1
Borduren
• Druk op . In de display
“Borduurvoethoogte” gebruikt u en
in het scherm Instellingen. Pas de
persvoethoogte aan voor dikke of pluizige
stof.
• Als u de ruimte tussen de persvoet en de
naaldplaat wilt vergroten, stel dan de
borduurvoet in op een hogere waarde. Voor
het meeste borduurwerk wordt de instelling
1,5 mm gebruikt.
Opstrijksteunstof bevestigen op
de stof
Voor het beste resultaat in borduurwerk gebruikt u
altijd borduursteunstof. Volg de instructies op de
verpakking van de steunstof die u gebruikt.
Werkt u met stoffen die niet gestreken kunnen
worden (zoals badstof of stoffen met lussen die
groter worden bij het strijken) of met gedeelten die
u niet gemakkelijk kunt strijken? Leg dan de
steunstof onder de stof zonder deze te bevestigen
en plaats de stof plus steunstof vervolgens in het
borduurraam. Of vraag aan uw erkende dealer wat
de juiste steunstof is.
• Gebruik altijd borduursteunstof voor
stretchstof, lichte stof, grof geweven stof of
stof waarbij het patroon kan gaan trekken.
Anders kan de naald breken en hierdoor kunt u
letsel oplopen. Als u geen steunstof gebruikt,
kan dit tot een slechte afwerking van uw
borduurwerk leiden.
Gebruik een stuk steunstof dat groter is dan
a
het borduurraam.
a Grootte van het borduurraam
b Opstrijksteunstof
Borduren E-11
Page 76
DE STOF VOORBEREIDEN
Memo
Strijk de steunstof vast op de achterkant van
b
de stof.
a Bevestigingskant van de steunstof
b Stof (achterkant)
• Borduurt u op dunne stof, zoals organdie of
batist, of op ruwharige stof zoals badstof of
corduroy? Dan krijgt u het beste resultaat
met wateroplosbare steunstof (afzonderlijk
verkrijgbaar). De wateroplosbare steunstof
lost volledig op in water, waardoor het
borduurwerk een mooiere afwerking
verkrijgt.
E-12
Page 77
Stof in het borduurraam plaatsen
VOORZICHTIG
ab
DE STOF VOORBEREIDEN
■ Soorten borduurramen
De soorten en nummers van de geleverde borduurramen verschillen per land en regio.
Extra grootGrootMedium
Borduurveld
30 cm × 18 cm
(ca. 12 inch × 7 inch)
Te gebruiken wanneer u
verbonden of gecombineerde
letters of patronen of grote
patronen borduurt.
U kunt een ander optioneel borduurraam gebruiken. Wanneer u borduurramen kiest die niet op het scherm
verschijnen, controleer dan eerst de ontwerpgrootte van het borduurveld van het optionele raam. Overleg met
uw erkende dealer of het raam compatibel is.
Kies een borduurraam dat overeenkomt met het patroonformaat. De bijgeleverde borduurramen staan in de
display.
Te gebruiken wanneer u patronen
borduurt met een grootte tussen
10 cm × 10 cm
(ca. 4 inch × 4 inch) en
18 cm × 13 cm
(ca. 7 inch × 5 inch).
Borduurveld
18 cm × 13 cm
(ca. 7 inch × 5 inch)
Borduurveld
10 cm × 10 cm
(ca. 4 inch × 4 inch)
Te gebruiken wanneer u patronen
borduurt met een grootte van
minder dan 10 cm × 10 cm
(ca. 4 inch × 4 inch).
E
1
Borduren
a Gemarkeerd: kan worden gebruikt
b Gearceerd: kan niet worden gebruikt
• Als u een te klein borduurraam gebruikt, kan de persvoet het raam tijdens het borduren raken. Hierdoor
kunt u letsel oplopen.
Borduren E-13
Page 78
DE STOF VOORBEREIDEN
Opmerking
Memo
■ Stof plaatsen
• Als de stof los in het borduurraam zit, wordt
het borduurontwerp niet goed genaaid. Leg
de stof op een gelijkmatig oppervlak en trek
de stof voorzichtig strak in het raam. Volg
onderstaande stappen om de stof op de
juiste wijze te plaatsen.
Haal de afstelschroef omhoog en draai deze
a
los om het binnenraam te verwijderen.
a Afstelschroef
b Binnenraam
Draai de afstelschroef licht aan en trek aan
c
de randen en de hoeken van de stof om de
stof glad te trekken. Draai de schroef niet
los.
Trek de stof enigszins strak en draai de
d
afstelschroef vast, zodat de stof licht
gespannen blijft.
* Nadat u aan de stof hebt getrokken, controleert u of
de stof strak is.
Leg de stof met de voorkant naar boven op
b
het buitenraam.
Plaats het binnenraam opnieuw in het buitenraam met
van het binnenraam tegenover van het
buitenraam.
a van binnenraam
b van buitenraam
c Afstelschroef
* Let op dat de binnen- en buitenramen gelijk zijn
voordat u begint met borduren.
a Buitenraam
b Binnenraam
c Stof
• Trek aan alle vier de hoeken en alle vier de
randen aan de stof. Terwijl u aan de stof
trekt, draait u de afstelschroef van het raam
vast.
E-14
Page 79
DE STOF VOORBEREIDEN
Memo
Zet de afstelschroef in de oorspronkelijke
e
stand.
• U kunt met de bijgesloten schroevendraaier
de afstelschroef van het raam vaster of
losser draaien.
Rek de stof enigszins, zodat vouwen en
c
kreukels verdwijnen. Plaats vervolgens het
binnenraam in het buitenraam.
a Binnenraam
b Buitenraam
Verwijder het borduurvel.
d
E
1
Borduren
■ Gebruik van het borduurvel
Wanneer u het patroon op een speciale plek wilt
borduren, gebruikt u het borduurvel met het raam.
Markeer met een krijtje de plek op de stof
a
waar u wilt borduren.
a Borduurpatroon
b Markering
Leg het borduurvel op het binnenraam. Laat
b
de lijnen op het borduurvel samenvallen
met de markering die u op de stof hebt
aangebracht.
a Binnenraam
b Lijn
Borduren E-15
Page 80
DE STOF VOORBEREIDEN
Kleine stukjes stof, hoeken of
randen en lint of band borduren
Gebruik borduursteunstof voor extra steun.
Verwijder de steunstof voorzichtig nadat u klaar
bent met borduren. Bevestig de steunstof zoals
hieronder aangegeven. We raden u aan
borduursteunstof te gebruiken.
■ Kleine stukjes stof borduren
Gebruik textiellijm om het kleine stukje stof op het
grotere stuk stof in het borduurraam te plakken.
Als u liever geen textiellijm gebruikt, bevestigt u de
steunstof met rijgsteken.
■ Linten of band borduren
Zet het lint of het band vast met dubbelzijdig
plakband of textiellijm.
a Linten of band
b Steunstof
a Stof
b Steunstof
■ Randen of hoeken borduren
Gebruik textiellijm om het kleine stukje stof op het
grotere stuk stof in het borduurraam te plakken.
Als u liever geen textiellijm gebruikt, bevestigt u de
steunstof met rijgsteken.
a Stof
b Steunstof
E-16
Page 81
BORDUURRAAM BEVESTIGEN
Opmerking
VOORZICHTIG
BORDUURRAAM BEVESTIGEN
E
• Wind de spoel op en plaats de spoel voordat u het borduurraam aanbrengt.
Druk op de “Persvoettoets” om de persvoet
a
omhoog te zetten.
Laat de borduurraamgeleider langs de
b
rechterrand van de borduurraamhouder
vallen.
a Borduurraamhouder
b Borduurraamgeleider
Schuif het borduurraam in de houder. Zorg
c
dat van het borduurraam tegenover
op de houder staat.
Zet de raambevestigingshendel omlaag, op
d
gelijk niveau met het raam. Zo zet u het
borduurraam vast in de
borduurraamhouder.
a Raambevestigingshendel
• Als de raambevestigingshendel niet omlaag
staat, verschijnt het volgende bericht. U kunt
pas beginnen met naaien wanneer u de
raambevestigingshendel omlaag zet.
1
Borduren
a Pijl
■ Borduurtafel verwijderen
Zet de raambevestigingshendel omhoog.
a
Borduren E-17
Page 82
BORDUURRAAM BEVESTIGEN
Trek het borduurraam naar u toe.
b
E-18
Page 83
POSITIE VAN HET PATROON CONTROLEREN
Memo
VOORZICHTIG
a
POSITIE VAN HET PATROON CONTROLEREN
Normaliter bevindt het patroon zich midden in het borduurraam. Als het patroon anders moet worden
geplaatst op de stof kunt u de lay-out controleren alvorens u gaat borduren.
Patroonpositie controleren
Het borduurraam verplaatst zich en de
patroonpositie wordt weergegeven. Let goed op
het borduurraam zodat het patroon op de juiste
plaats wordt geborduurd.
Druk op .
a
Druk in op de toets voor de positie
b
die u wilt controleren.
E
1
Borduren
→ Het volgende scherm verschijnt.
a Geselecteerde positie
→ De naald verplaatst zich naar de geselecteerde
positie op het patroon.
• Druk op om het hele borduurgebied te
zien. Het borduurraam verplaatst zich en
het borduurvlak wordt weergegeven.
• Zorg dat de naald omhoog staat wanneer het
borduurraam zich verplaatst. Als de naald
omlaag staat, kan de naald breken en letsel
veroorzaken.
Druk op .
c
Borduren E-19
Page 84
POSITIE VAN HET PATROON CONTROLEREN
Memo
Voorbeeld van het patroon
bekijken
Druk op .
a
→ U ziet een voorbeeld van het patroon zoals het
wordt geborduurd.
Druk op om het
b
borduurraam te kiezen dat in het voorbeeld
wordt gebruikt.
* Ramen die lichtgrijs zijn weergegeven, kunt u niet
selecteren.
* Druk op om de afbeelding op het scherm te
vergroten.
* U kunt het patroon borduren zoals het verschijnt op
het volgende scherm.
c
E-20
• U kunt beginnen vanuit dit scherm door op
de “Start/stoptoets” te drukken.
Druk op om terug te gaan naar het
oorspronkelijke scherm.
Page 85
BORDUURPATROON NAAIEN
Memo
VOORZICHTIG
Opmerking
BORDUURPATROON NAAIEN
Aantrekkelijke afwerkingen borduren
Bij het maken van mooi borduurwerk komen vele factoren kijken. Het gebruik van de juiste steunstof (zie
pagina E-11) en bevestiging van de stof in het borduurraam (zie pagina E-13) zijn twee belangrijke
factoren die we reeds hebben genoemd. Een ander belangrijk punt is de keuze van de juiste naald en
draad. Zie de onderstaande uitleg over draad.
E
1
Borduren
DraadBovendraad Gebruik borduurgaren dat speciaal voor deze naaimachine bestemd is.
Onderdraad Gebruik als onderdraad borduurgaren dat speciaal voor deze naaimachine bestemd is.
• Als u ander garen gebruikt dan het hierboven vermelde, wordt het borduurwerk mogelijk niet goed
genaaid.
Ander borduurgaren geeft mogelijk geen optimale resultaten.
U kunt de draadspanning aanpassen met de schroef op het spoelhuis. Welk spoelhuis wordt geleverd,
hangt af van het type machine. Zie onderstaande uitleg van typen spoelhuizen.
Spoelhuis (voor borduur- en
naaimachine)
a
Standaardspoelhuis
(groene markering op de schroef)
Ander spoelhuis
(geen kleurmarkering op schroef)
Spoelhuis (voor borduurmachine)
Standaardspoelhuis dat oorspronkelijk is geïnstalleerd op de machine heeft een groene markering
op de schroef. Stel de groen gemarkeerde schroef niet anders af.
Het andere spoelhuis (geen kleur op de schroef) is ingesteld met een hogere spanning voor
borduurwerk, met borduurdraden van andere dikte en allerlei borduurtechnieken. Het spoelhuis is
te herkennen aan een donkere markering binnen in de spoelholte. Zo nodig kunt u de schroef op
dit spoelhuis afstellen. (zie pagina E-31).
Het spoelhuis (geen kleur op de schroef) is geïnstalleerd op de machine. We adviseren u de
bijgeleverde borduurdraad te gebruiken als onderdraad. Zo nodig kunt u de schroef op dit
spoelhuis afstellen. (zie pagina E-31).
a Spoelhuis (geen kleur op de
schroef)
Op “Grijper reinigen” in “Bijlage” leest u hoe u het spoelhuis verwijdert.
• Wanneer u grote kledingstukken borduurt (vooral jasjes of andere zware stoffen), moet u zorgen dat de
stof niet over de tafel hangt. Anders kan de borduurtafel niet vrij bewegen en raakt het borduurraam
mogelijk de naald. Dan kan de naald verbuigen of breken, met letsel als gevolg.
Leg de stof zo neer dat deze niet van de tafel hangt (of houd de stof vast om te voorkomen dat ze gaat
slepen).
• Controleer vóór het borduren of er genoeg draad in de spoel zit. Wanneer u het project begint te
borduren met onvoldoende draad op de spoel, moet u midden in het patroon de spoel opnieuw
opwinden.
• Laat geen voorwerpen liggen binnen het bereik van het bewegende borduurraam. Het raam kan het
voorwerp raken, waardoor het borduurpatroon mogelijk slecht wordt afgewerkt.
• Wanneer u grote kledingstukken borduurt (vooral jasjes of andere zware stoffen), moet u zorgen dat
de stof niet over de tafel hangt. Anders kan de borduurtafel niet vrij bewegen, waardoor het patroon
mogelijk anders uitvalt dan verwacht.
Borduren E-21
Page 86
BORDUURPATROON NAAIEN
VOORZICHTIG
Opmerking
Memo
b
a
■ Borduursteekplaatdeksel
Afhankelijk van het soort stof, steunstof of garen dat
u gebruikt, kan de bovendraad onder bepaalde
omstandigheden gaan lussen. Plaats in dat geval het
bijgeleverde deksel op de steekplaat. Plaats hiertoe
de twee uitsteeksels op de onderkant van het deksel
in de inkepingen op de steekplaat, zoals hieronder
aangegeven.
a Gleuf
b Uitsteeksel
c Inkeping
Wilt u dit deksel verwijderen, leg dan uw nagel in
de gleuf, waarna u het deksel eruit tilt.
Borduurpatronen naaien
Voorbeeld:
• Druk het borduursteekplaatdeksel zo ver
mogelijk op de steekplaat. Als het
steekplaatdeksel niet stevig bevestigd is, kan
de naald breken.
• Gebruik het borduursteekplaatdeksel niet
bij andere toepassingen dan borduurwerk.
a Volgorde borduurkleuren
b Cursor
• De [+] cursor verplaatst zich over het
patroon en geeft aan welk gedeelte van het
patroon op dat moment wordt geborduurd.
Rijg de machine in met draad voor de eerste
a
kleur. Leid de draad door het gat in de
borduurvoet. Trek een stuk draad uit, zodat
er enige speelruimte is en houd het uiteinde
van de draad in uw linkerhand.
E-22
Page 87
BORDUURPATROON NAAIEN
Memo
Memo
Memo
Zet de persvoet omlaag en druk vervolgens
b
op de “Start/stoptoets” om te beginnen met
borduren. Druk na vijf à zes steken
nogmaals op de “Start/stoptoets” om de
machine te stoppen.
Knip de overtollige draad aan het eind van
c
de naad af. Als het eind van de naad zich
onder de persvoet bevindt, zet u de
persvoet omhoog en knipt u de overtollige
draad daarna af.
Druk op de “Start/stoptoets” om te
d
beginnen met borduren.
→ Nadat de eerste kleur helemaal is geborduurd, knipt
de machine de draden automatisch af en stopt
daarna. De persvoet wordt dan automatisch
omhooggezet.
Op het scherm Volgorde borduurkleuren wordt de
volgende kleur verplaatst naar boven.
• Als er nog een stuk draad aan het begin van
het naaien is overgebleven, naait u hier
misschien overheen wanneer u doorgaat
met de rest van het patroon. Als het gehele
patroon eenmaal geborduurd is, is het erg
lastig om het extra stuk draad nog te
verwijderen. Knip de draden af aan het
begin van elke draadwisseling.
Herhaal dezelfde stappen voor het
f
borduren van de overige kleuren.
→ Wanneer de laatste kleur is geborduurd, verschijnt
“Naaien beëindigd” op het scherm. Druk op
om terug te keren naar het oorspronkelijke scherm.
• De draadknipfunctie is oorspronkelijk
ingesteld om overtollige overspringende
draden af te knippen (waar patronen met
elkaar worden verbonden). Mogelijk blijft
aan het begin van het stiksel een eind
bovendraad op de voorkant van de stof
over, naar gelang het soort naald en stof dat
u gebruikt. Nadat u klaar bent met
borduren, knipt u de overtollige draad af.
Wanneer de functie is uitgeschakeld, knip
dan met een schaar de overtollige
overspringende draden af nadat het patroon
klaar is.
Zie PaginaE-32 voor informatie over de
draadknipfunctie.
E
1
Borduren
Verwijder het garen voor de eerste kleur uit
e
de machine. Rijg de machine in met de
volgende kleur.
Applicaties borduren
Bij sommige patronen is een applicatie in het
patroon nodig. Bereid de basisstof en de
applicatiestof voor.
Bij het borduren van patronen met een applicatie
staat er in het borduurkleurvolgordescherm eerst
“APPLICATIEMATERIAAL”,
“APPLICATIEPOSITIE”, “APPLICATIE” en daarna
de volgorde van de kleuren van het patroon om de
applicatie heen.
• Afhankelijk van de instelling voor de
volgorde van de borduurkleuren op de
display ziet u , of
.
Borduren E-23
Page 88
BORDUURPATROON NAAIEN
Memo
Memo
Strijk de steunstof vast op de achterkant van
a
het applicatiemateriaal.
a Applicatiemateriaal (katoen, vilt, enz.)
b Opstrijksteunstof
Plaats het applicatiemateriaal op het
b
borduurraam en druk vervolgens op de
“Start/stoptoets” om de omtrek van de
applicatie te naaien.
Plaats de basisstof op het borduurraam.
d
a Basisstof
Druk op de “Start/stoptoets” om de positie
e
van de applicatie te naaien.
* Gebruik dezelfde kleur garen als u wilt gebruiken
om de applicatie te bevestigen in stap g.
a Omtrek van de applicatie
b Applicatiemateriaal
• De borduurprocedure is gelijk aan de
procedure op PaginaE-22.
→ De machine naait rond de omtrek van de stukken
applicatie en stopt dan.
Verwijder het applicatiemateriaal uit het
c
borduurraam en knip het voorzichtig af
langs het stiksel. Verwijder vervolgens
zorgvuldig alle stikdraad.
* Knip zorgvuldig het patroon uit op de omtrek die u
zojuist hebt genaaid. Knip niet binnen het gebied
van de steken, want dan zal de applicatiesteek de
applicatie niet pakken.
a Applicatiepositie
b Basisstof
→ De machine naait rond de positie van de applicatie
en stopt dan.
Breng enige textiellijm aan op de achterkant
f
van de applicatie en bevestig het op de
applicatiepositie volgens het omtrekstiksel.
• Als het applicatiemateriaal erg licht is, moet
u misschien geschikt verstevigingsmateriaal
op de achterkant aanbrengen om de stof te
verstevigen en de applicatie aan te brengen.
Breng de applicatie met een strijkijzer op de
gewenste plaats aan.
Haal de stof niet uit het raam om het
applicatiemateriaal erop te strijken.
E-24
Page 89
Druk op de “Start/stoptoets”.
Memo
Memo
g
• Sommige patronen tonen niet alle drie de
applicatiestappen. Soms wordt de
“APPLICATIE”-stap op het scherm getoond
als een kleur.
→ Vervolgens wordt de applicatie voltooid.
Verwissel de bovendraad en voer de rest
h
van het borduurwerk uit.
BORDUURPATROON NAAIEN
E
1
Borduren
• Hierbij komt mogelijk enige lijm op de
persvoet, naald en de steekplaat terecht.
Borduur eerst het applicatiepatroon af en
verwijder dan de lijm.
• Voor een optimaal naairesultaat knipt u alle
draden af tussen de kleurstappen.
Borduren E-25
Page 90
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
Opmerking
Opmerking
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
• Stoot niet tegen de wagen van de borduurtafel of de persvoet wanneer u het borduurraam verwijdert
of bevestigt. Anders wordt het patroon niet juist geborduurd.
Ontgrendel de raambevestigingshendel en
Als de onderdraad bijna op is
Wanneer de onderdraad bijna op raakt tijdens het
borduren, stopt de machine en verschijnt de
volgende boodschap. Druk op en rijg de
onderdraad opnieuw in volgens onderstaande
aanwijzingen. U kunt nog 10 steken borduren
zonder de machine opnieuw in te rijgen, wanneer
u drukt op . De machine stopt na tien steken
te hebben genaaid.
b
verwijder het borduurraam.
* Druk daarbij niet te hard op de stof. Anders kan de
stof los in het borduurraam gaan zitten.
• Als “Boven- en onderdraadsensor” op
Druk op .
a
“OFF” is gezet in het instellingenscherm van
de machine, verschijnt bovenstaand bericht
niet.
Plaats een opgewonden spoel in de
c
machine. (zie “Spoel aanbrengen” in
“Basishandelingen”.)
Druk op .
d
→ Nadat de draad automatisch is afgesneden,
E-26
verschuift de wagen.
→ De wagen gaat terug naar zijn oorspronkelijke
stand.
Bevestig het borduurraam.
e
U kunt teruggaan naar de plek in het
f
patroon waar u stopte met naaien, door
stap
c t/m f in het volgende gedeelte te
volgen.
Page 91
Wanneer de draad afbreekt
tijdens het naaien
Druk op de “Start/stoptoets” om de
a
machine te stoppen.
Als de bovendraad afgebroken is, rijg de
b
bovendraad dan opnieuw in. Als de
onderdraad breekt, druk dan op volg
de aanwijzingen in stap
vorige gedeelte om de spoel opnieuw te
installeren.
Druk op .
c
a t/m e van het
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
Druk op , , , of op om
d
de naald het juiste aantal steken terug te
zetten naar de plek waar de draad afbrak.
* Als u niet terug kunt gaan naar de plaats waar de
draad is afgebroken, druk dan op om de kleur
te selecteren en naar de beginpositie van de
geselecteerde kleur te gaan. Ga daarna met ,
, of vooruit naar de positie iets
vóór de plaats waar de draad is afgebroken.
E
1
Borduren
Druk op om terug te gaan naar het
e
oorspronkelijke scherm.
Druk op de “Persvoettoets” om de persvoet
f
omlaag te zetten en druk op de
“Start/stoptoets” om te verder te gaan met
borduren.
Borduren E-27
Page 92
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
Memo
Opmerking
a
Opnieuw beginnen vanaf het
begin
Druk op .
a
Borduren hervatten nadat u de
machine hebt uitgezet
De huidige kleur en het huidige steeknummer
worden opgeslagen wanneer u stopt met
borduren. De volgende keer dat u de machine
aanzet, kunt u verdergaan met het patroon of het
patroon wissen.
• Ook al valt de stroom uit midden in het
borduurwerk, wanneer u de machine weer
inschakelt, gaat de machine terug naar het
punt waar het borduurwerk was gestopt.
Druk op .
b
→ Het borduurraam verplaatst zich zo dat de naald
terugkeert naar de beginstand van het patroon.
Druk op de “Persvoettoets” om de persvoet
c
omlaag te zetten en begin met naaien.
a Huidige steeknummer toen het borduren werd
gestopt
• Verwijder de borduurtafel niet, anders blijft
het ontwerp niet bewaard in het geheugen.
Zet de hoofdschakelaar aan.
a
Volg de instructies op het scherm en
b
verwijder de borduurring.
→ De volgende boodschap verschijnt.
E-28
Page 93
Bevestig het borduurraam en druk op .
Memo
a
c
→ Het vorige borduurscherm dat werd weergegeven
voordat de machine werd uitgeschakeld, verschijnt.
• Als u een nieuwe borduurpatroon wilt
starten, drukt u op zodat het
patroonkeuzescherm verschijnt.
Ga door met borduren.
d
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
E
1
Borduren
a Steeknummer wanneer het borduren wordt hervat
Borduren E-29
Page 94
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
Opmerking
Memo
Opmerking
Opmerking
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
Druk op .
Draadspanning aanpassen
Bij het borduren moet u de draadspanning zo
instellen dat de bovendraad net zichtbaar is aan de
achterkant van de stof.
■ Juiste draadspanning
Het patroon is zichtbaar aan de achterkant van de
stof. Als de draadspanning niet juist is ingesteld,
wordt het patroon niet mooi afgewerkt. De stof kan
gaan trekken of de draad kan breken.
a Voorkant
b Achterkant
Volg een van de onderstaande procedures om de
draadspanning aan te passen aan de situatie.
a
• Als de draadspanning heel laag is ingesteld,
is het mogelijk dat de machine tijdens het
borduren zelf stopt. Dit betekent niet dat de
naaimachine niet goed functioneert.
Verhoog de draadspanning een beetje en
ga weer door met borduren.
• Als u de machine uitzet of een ander patroon
kiest, keert de draadspanning weer terug op
de automatische standaardinstelling.
• Wanneer u een in het geheugen opgeslagen
patroon ophaalt, is de instelling van de
draadspanning daarvan hetzelfde als toen u
het patroon in het geheugen opsloeg.
■ Bovendraad is te strak
De spanning van de bovendraad is te hoog.
Hierdoor is de onderdraad zichtbaar aan de
voorkant van de stof.
Druk op om de spanning van de
b
bovendraad lager te zetten. (De
spanningwaarde wordt lager.)
Druk op .
c
■ Bovendraad is te los
De spanning van de bovendraad is te laag. Hierdoor
is de bovendraad te los en kunnen lussen ontstaan
aan de voorkant van de stof.
• Als de bovendraad onjuist is ingeregen, is de
bovendraad mogelijk te los. Zie dan
“Bovendraad inrijgen” in “Basishandelingen”
en rijg de bovendraad opnieuw in.
• Als de onderdraad onjuist is ingeregen, is
a Voorkant
b Achterkant
E-30
de bovendraad mogelijk te strak. Zie dan
“Spoel aanbrengen” in “Basishandelingen”
en rijg de onderdraad opnieuw in.
a Voorkant
b Achterkant
Druk op .
a
Page 95
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
Opmerking
Druk op om de spanning van de
b
bovendraad hoger te zetten. (De
spanningwaarde wordt hoger.)
Druk op .
c
• Met “Borduurspanning” in het
instellingenscherm kunt u de spanning van
de bovendraad aanpassen voor
borduurwerk. De geselecteerde instelling
wordt toegepast op alle patronen.
Wanneer tijdens het borduren de algemene
spanning van de bovendraad te strak of te
los is, kunt u deze aanpassen in het
instellingenscherm. Druk op om de
bovendraadspanning te verhogen of druk
op om de bovendraadspanning te
verlagen. Als een specifiek borduurpatroon
extra moet worden afgesteld, zie
“Draadspanning aanpassen” op
paginaE-30.
Als u de spoelspanning wilt aanpassen voor de
borduurfunctie met het spoelhuis (geen
kleurmarkering op de schroef), draait u de
sleufschroef (-) met een kleine schroevendraaier.
a Draai geen kruiskopschroef (+).
b Aanpassen met schroevendraaier (klein).
■ Juiste spanning
Bovendraad is enigszins zichtbaar aan de achterkant
van de stof.
a Voorkant
b Achterkant
■ Bovendraad is te los
Onderdraad is enigszins zichtbaar aan de voorkant
van de stof.
E
1
Borduren
Spoelhuis aanpassen (geen kleur
op schroef)
Het spoelhuis (zonder kleur op schroef) kunt u
gemakkelijk aanpassen wanneer u de spanning
van de onderdraad moet wijzigen voor de
verschillende soorten onderdraad. Zie
“Aantrekkelijke afwerkingen borduren” op
paginaE-21.
a Voorkant
b Achterkant
Draai dan de sleufschroef (-) ca. 30 - 45 graden met
de klok mee om de spoelspanning te verhogen. Pas
op dat u de schroef niet te strak aandraait.
Borduren E-31
Page 96
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
VOORZICHTIG
■ Onderdraad is te strak
De bovendraad lijkt aan de voorkant omhoog te
komen, lussen te vormen, en de onderdraad is niet
zichtbaar aan de achterkant van de stof.
a Voorkant
b Achterkant
Draai dan de sleufschroef (-) ca. 30 - 45 graden
tegen de klok in om de spoelspanning te verlagen.
Pas op dat u de schroef niet te los draait.
• Neem eerst de spoel eruit wanneer u de spoel
uit het spoelhuis aanpast.
• Draai NIET de kruiskopschroef (+) van het
spoelhuis. Hierdoor kan het spoelhuis beschadigd
raken, waardoor het onbruikbaar wordt.
• Gebruik geen kracht als de sleufschroef (-) moeilijk
draait. Wanneer u de schroef te veel draait of te veel
kracht zet in beide (draai) richtingen, kunt u schade
veroorzaken aan het spoelhuis. Als u het spoelhuis
beschadigt, is de spanning mogelijk onjuist.
Druk op .
a
Druk op om de automatische
b
draadknipfunctie uit te zetten.
→ De toets ziet er zo uit: .
* Wanneer u één kleur naait, stopt de machine zonder
de draad te knippen.
Gebruik van de automatische
draadknipfunctie
(EINDE KLEUR KNIPPEN)
De automatische draadknipfunctie knipt de draad af
aan het eind van elke kleur die u naait. Deze functie is
aanvankelijk ingeschakeld. Als u deze functie wilt
uitschakelen, druk dan op en vervolgens op . U
kunt deze functie in- of uitschakelen tijdens het borduren.
* Deze instelling wordt teruggezet op de
standaardinstelling
wanneer u de machine uitschakelt.
Gebruik van de draadknipfunctie
(OVERSPRINGENDE STEEK KNIPPEN)
Met de draadknipfunctie worden
automatisch alle overtollige overspringende
draden binnen de kleur afgeknipt. Deze functie is
aanvankelijk ingeschakeld. Als u deze functie wilt
uitschakelen, druk dan op en vervolgens op
. U kunt deze functie in- of uitschakelen
tijdens het borduren.
* De instelling die u hebt opgegeven, blijft behouden
nadat u de machine uitschakelt en weer inschakelt.
E-32
a Overspringende steek
Page 97
Druk op .
Opmerking
Opmerking
a
• Wanneer deze functie is ingeschakeld, gebruik
dan de ballpointnaald 75/11 om patronen te
borduren met korte overspringende steken,
zoals letters. Wanneer u andere naalden
gebruikt, breekt de draad mogelijk.
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
■ Selecteren beneden welke lengte
overspringende steken niet worden
afgeknipt
Wanneer de draadknipfunctie is ingeschakeld,
kunt u selecteren beneden welke lengte de
overspringende steken niet worden afgeknipt. U kunt
deze functie in- of uitschakelen tijdens het borduren.
Selecteer een instelling tussen 5 mm t/m 50 mm in
stappen van 5 mm.
* De instelling die u hebt opgegeven, blijft behouden
nadat u de machine uitschakelt en weer inschakelt.
Druk op of om de lengte van de
overspringende steek te selecteren.
Bijvoorbeeld: als u drukt op om 25 mm (1 inch)
te selecteren, knipt de machine een overspringende
steek van 25 mm of minder niet af alvorens naar het
volgende stiksel te gaan.
E
1
Borduren
Druk op om de draadknipfunctie uit te
b
zetten.
→ De toets ziet er zo uit: .
* De machine knipt de draad pas als hij naar het
volgende stiksel gaat.
• Als er in een ontwerp vaak wordt afgeknipt,
is het raadzaam om een hogere instelling
voor overspringende steken te selecteren
om het aantal overtollige uiteinden aan de
achterkant van de stof te beperken.
• Hoe hoger de waarde die u selecteert voor de
lengte van overspringende steken, des te
minder overspringende steken knipt de
machine af. Dan blijven er meer overspringende
steken op de voorkant van de stof.
Borduursnelheid aanpassen
Druk op .
a
Bij “Max. Borduursnelheid” stelt u de
b
maximale borduursnelheid in met .
* U kunt 3 verschillende snelheden kiezen: 350 spm,
600 spm of 1050 spm.
Borduren E-33
Page 98
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
Memo
Memo
#123
• “spm” is het aantal steken dat per minuut
wordt geborduurd.
• Stel een lagere snelheid in wanneer u
borduurt op dunne, dikke of zware stof.
• U kunt de naaisnelheid wijzigen nadat u
bent begonnen met borduren.
• De instelling voor maximale naaisnelheid
verandert pas wanneer u een nieuwe
instelling selecteert. De instelling die geldt
wanneer u de machine uitschakelt, blijft
geselecteerd wanneer u de machine weer
inschakelt.
• Stel de naaisnelheid in op 600 spm wanneer
u speciaal garen gebruikt, zoals
bijvoorbeeld metaalgaren.
• Wanneer u een patroon voor werken met de
spel selecteert, is de aanbevolen
borduursnelheid ingesteld op “100 spm”; u
kunt echter kiezen tussen 100 spm, 200
spm of 350 spm.
Wanneer het garennummer wordt
c
weergegeven, selecteert u met uit
zes borduurgarenmerken die hieronder zijn
aangegeven.
NUMMER
BORDUUR/POLYESTERGAREN
Druk op .
c
Garenkleur wijzigen
U kunt de naam van garenkleuren of het
borduurgarennummer weergeven.
• De kleur op het scherm wijkt mogelijk
enigszins af van de werkelijke kleur op de
klos.
Druk op .
a
In de garenkleurweergave kunt u met
b
de naam van de garenkleur of het
borduurgarennummer weergeven.
NUMMER
COUNTRY/KATOENACHTIG
GAREN*
NUMMER MADEIRA
POLYESTERGAREN
NUMMER MADEIRA
RAYONGAREN
NUMMER SULKY GAREN
NUMMER ROBISON-ANTON
POLYESTERGAREN
* Naar gelang het land of de streek wordt
katoenachtig polyestergaren verkocht.
E-34
Druk op .
d
Page 99
“Borduurraamscherm” wijzigen
Druk op .
a
In “Borduurraamscherm” wijzigt u met
b
de display van het borduurraam.
* U hebt 16 mogelijkheden.
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN
E
1
Borduren
* Voor het optionele borduurraam.
a Borduurgebied extra groot borduurraam
30 cm × 18 cm (12 inch × 7 inch)
b Middenmarkering
c Borduurgebied groot borduurraam
18 cm × 13 cm (7 inch × 5 inch)
d Borduurgebied optioneel randborduurraam
18 cm × 10 cm (7 inch × 4 inch)
e Borduurgebied optioneel quiltborduurraam
15 cm × 15 cm (6 inch × 6 inch)
f Borduurgebied medium borduurraam
10 cm × 10 cm (4 inch × 4 inch)
g Borduurgebied optioneel klein borduurraam
2 cm × 6 cm (1 inch × 2-1/2 inch)
h Borduurgebied optioneel randborduurraam
30 cm x 10 cm (12 inch x 4 inch)
i Rasterlijnen
Druk op .
c
Borduren E-35
Page 100
BORDUURPATROON WIJZIGEN
VOORZICHTIG
Memo
a
BORDUURPATROON WIJZIGEN
• Wanneer u een patroon hebt gewijzigd, controleer dan op de display welke borduurramen u kunt
gebruiken en neem een geschikt borduurraam. Als u een borduurraam gebruikt dat niet op de display
wordt aangegeven, kan de persvoet het raam raken en daardoor letsel veroorzaken.
Patroon verplaatsen
Druk op om het patroon te verplaatsen in
de richting die op de toets is aangegeven.
Druk op om het patroon te centreren.
a Afstand van het midden
U kunt het patroon ook verplaatsen door het te
slepen.
Als een USB-muis is aangesloten, verplaatst u de
muis om de aanwijzer op het gewenste patroon te
zetten. Selecteer vervolgens het patroon en sleep
het naar de gewenste plaats. U kunt het patroon
ook slepen door het direct op het scherm te
selecteren met uw vinger of de schermaanraakpen.
• U kunt patronen niet verplaatsen in
schermen waarin niet verschijnt.
Patroon en naald in de juiste
positie zetten
Voorbeeld: De linkerbenedenhoek van een
patroon tegenover de naald
leggen
E-36
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.