Brother Innov-is NV870SE User's Guide

Page 1
Bedieningshandleiding
Borduurmachine
Productcode: 888-G80/G82
Lees dit document voordat u de machine gebruikt. Houd dit document bij de hand, zodat u het kunt raadplegen.
Page 2
Page 3
INLEIDING
INLEIDING
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze machine. Alvorens de machine te gebruiken dient u zorgvuldig de “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” te lezen. Vervolgens bestudeert u deze handleiding zodat u de diverse functies goed gebruikt. Nadat u de handleiding hebt gelezen, bergt u deze op een handige plek op. Dan kunt u de handleiding zo nodig raadplegen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees eerst deze veiligheidsinstructies alvorens de machine in gebruik te nemen.
GEVAAR - Verminder de kans op elektrische schok
1Neem altijd de stekker uit het wandstopcontact: direct na gebruik; voordat u de machine reinigt; wanneer u
onderhoud pleegt aan de machine; of wanneer u de machine onbeheerd achterlaat.
WAARSCHUWING - Verklein de kans op brandwonden,
brand, elektrische schok of letsel.
2Neem altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u servicehandelingen verricht die u als gebruiker volgens de
gebruiksaanwijzing moet uitvoeren.
• Voordat u de stekker uit het stopcontact haalt, zet u de machine eerst op “O” (uit). Vervolgens pakt u de netstekker beet en trekt u deze uit het stopcontact. Trek niet aan het snoer.
• Sluit de machine rechtstreeks op een stopcontact aan. Gebruik geen verlengsnoeren.
• Haal altijd de stekker uit het stopcontact bij een stroomstoring.
3Gevaren in verband met elektriciteit:
• Sluit de machine aan op een stopcontact met wisselstroom binnen het op de kenplaat aangegeven bereik. Sluit de machine niet aan op een stopcontact met gelijkstroom of omvormer. Als u niet zeker weet welke stoomvoorziening u hebt, neem dan contact op met een gekwalificeerd elektricien.
• Deze machine is alleen goedgekeurd voor gebruik in het land van aanschaf.
4Gebruik de machine beslist niet als een snoer of stekker beschadigd is; als de machine niet goed werkt; als de
machine is gevallen of beschadigd; of als u water op de machine hebt gemorst. Breng de machine naar de dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer voor onderzoek, reparatie, elektrische of mechanische aanpassingen.
• Of de machine in gebruik is of niet, wanneer u iets ongebruikelijks opmerkt aan de machine - geur, hitte, verkleuring of vervorming - stopt u onmiddellijk en neemt u de netstekker uit het stopcontact.
• Wanneer u de machine vervoert, draagt u deze aan het handvat. Wanneer u de machine optilt aan een ander onderdeel dan het handvat, kan de machine beschadigen of vallen. Dit kan letsel veroorzaken.
• Wanneer u de machine optilt, maak dan geen plotselinge onvoorzichtige bewegingen. Daardoor kunt u letsel oplopen.
i
Page 4
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
5Houd altijd uw werkvlak vrij:
• Gebruik de machine nooit wanneer de ventilatieopeningen zijn geblokkeerd. Houd de ventilatieopeningen van de machine en het voetpedaal vrij van stof, pluisjes en stukken stof.
• Gebruik geen verlengsnoeren. Sluit de machine rechtstreeks op een stopcontact aan.
• Zorg dat er nooit iets in een opening valt en steek geen voorwerpen in een opening.
• Gebruik de machine niet wanneer spuitbussen worden gebruikt of zuurstof wordt toegediend.
• Gebruik de machine niet in de buurt van een warmtebron, zoals fornuis of strijkbout. Anders kan de machine, het netsnoer, het kledingstuk dat u naait ontvlammen. Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok.
• Plaats deze machine niet op een wankel of scheef oppervlak. Dan kan de machine vallen, en dit kan letsel veroorzaken.
6Wees vooral voorzichtig tijdens het borduren:
• Let altijd goed op de naald. Gebruik geen verbogen of beschadigde naalden.
• Blijf met uw vingers uit de buurt van alle bewegende onderdelen. Let vooral op bij de naald.
• Zet de machine op de stand “O” (uit) wanneer u iets aanpast in de buurt van de naald.
• Gebruik nooit een beschadigde of onjuiste steekplaat. Daardoor kan de naald breken.
7Deze machine is geen speelgoed:
• Let goed op wanneer kinderen in de buurt zijn terwijl u de machine gebruikt.
• Houd de plastic zak waarin de machine werd geleverd buiten bereik van kinderen, of gooi de zak weg. Laat nooit kinderen met de zak spelen. Ze zouden hierin kunnen stikken.
• Gebruik de machine niet buiten.
8Voor een langere levensduur:
• Zet de machine niet weg op een plaats met direct zonlicht of een hoge vochtigheidsgraad. Gebruik of plaats de machine niet vlakbij de verwarming, een strijkijzer, halogeenlamp of andere warme voorwerpen.
• Maak voor het reinigen van de behuizing alleen gebruik van neutrale zeep of reinigingsmiddelen. Benzeen, thinner en schuurmiddelen kunnen de behuizing en de machine beschadigen en mogen nooit worden gebruikt.
• Raadpleeg altijd de Bedieningshandleiding als u de naald of andere onderdelen vervangt of installeert om te zorgen dat dit juist gebeurt.
9Voor reparatie of bijstelling:
• Als de verlichtingsunit beschadigd is, moet deze worden vervangen door een erkende Brother-dealer.
• Indien de machine een defect vertoont of moet worden bijgesteld, kijk dan eerst aan de hand van het overzicht voor probleemoplossing achter in deze Bedieningshandleiding of u de machine zelf kunt controleren of bijstellen. Als u het probleem daarmee niet kunt oplossen, raadpleeg dan uw plaatselijke erkende Brother-dealer.
Gebruik deze machine alleen voor de bestemde doeleinden, zoals beschreven in deze handleiding.
Gebruik alleen door de fabrikant aanbevolen accessoires zoals beschreven in deze handleiding.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Meer informatie over onze producten en updates vindt u op onze website www.brother.com
ii
Page 5
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Deze machine is bedoeld voor huishoudelijk gebruik.
VOOR GEBRUIKERS BUITEN EUROPA:
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (kinderen inbegrepen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijk vermogens,tenzij onder toezicht of met instructies over het gebruik van het apparaat door degene die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.Let goed op dat kinderen niet met het apparaat spelen.
VOOR GEBRUIKERS BINNEN EUROPA:
Dit apparaat kan gebruikt worden door kinderen vanaf 8 jaar en personen met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis als zij toezicht of instructies krijgen omtrent het veilige gebruik van het apparaat en als zij de mogelijke gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mag niet zonder toezicht uitgevoerd worden door kinderen.
ALLEEN VOOR GEBRUIKERS IN GROOT-BRITTANNIË,
IERLAND, MALTA EN CYPRUS:
BELANGRIJK
• Wanneer u de stekkerstop vervangt, moet u een door ASTA voor BS 1362 goedgekeurde stop gebruiken, met het
-merk, met de sterkte die op de stekker is aangegeven.
• Plaats altijd de afdekking van de zekering terug. Gebruik nooit stekkers waarvan de zekering niet is afgedekt.
• Als uw wandstopcontact niet geschikt is voor de stekker die bij deze apparatuur wordt geleverd, neem dan
contact op met uw erkende Brother-dealer om het juiste snoer te verkrijgen.
iii
Page 6
HANDELSMERKEN
HANDELSMERKEN
IMPORTANT:
READ BEFORE DOWNLOADING, COPYING, INSTALLING OR USING. By downloading, copying, installing or using the software you agree to this license. If you do not agree to this license, do not download, install, copy or use the software.
Intel License Agreement For Open Source Computer Vision Library
Copyright © 2000, Intel Corporation, all rights reserved. Third party copyrights are property of their respective owners.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met:
• Redistribution’s of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
• Redistribution’s in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
• The name of Intel Corporation may not be used to endorse or promote products derived from this software without specific prior written permission.
This software is provided by the copyright holders and contributors “as is” and any express or implied warranties, including, but not limited to, the implied warranties of merchantability and fitness for a particular purpose are disclaimed. In no event shall Intel or contributors be liable for any direct, indirect, incidental, special, exemplary, or consequential damages (including, but not limited to, procurement of substitute goods or services; loss of use, data, or profits; or business interruption) however caused and on any theory of liability, whether in contract, strict liability, or tort (including negligence or otherwise) arising in any way out of the use of this software, even if advised of the possibility of such damage.
All information provided related to future Intel products and plans is preliminary and subject to change at any time, without notice.
iv
Page 7
WAT U MET DEZE MACHINE KUNT DOEN
WAT U MET DEZE MACHINE KUNT DOEN
B Basishandelingen
Lees dit gedeelte eerst nadat u de machine hebt aangeschaft. U vindt hier bijzonderheden over het configureren van de machine, en beschrijvingen van de nuttigste functies.
Hoofdstuk 1 VOORBEREIDINGEN
Belangrijkste onderdelen en schermen leren bedienen
Hoofdstuk 2 BEGINNEN MET BORDUREN
Leren van de voorbereidingen op het borduren en de basisprincipes van het borduren.
pagina B-2
pagina B-25
E Borduren
In dit gedeelte vindt u aanwijzingen over het bewerken van borduurpatronen en het oproepen van opgeslagen borduurpatronen.
Hoofdstuk 1 BORDUREN
Artistiek borduren – door de ingebouwde patronen te bewerken kunt u gemakkelijk uw eigen originele ontwerpen maken.
pagina E-2
A Bijlage
In dit gedeelte vindt u belangrijke informatie voor de bediening van deze machine.
Hoofdstuk 1 ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING
De diverse onderhouds- en probleemoplossingsprocedures worden beschreven.
pagina A-2
v
Page 8
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING............................................................ i
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ........... i
HANDELSMERKEN.............................................. iv
WAT U MET DEZE MACHINE KUNT DOEN........ v
B Basishandelingen
Hoofdstuk 1 VOORBEREIDINGEN 2
Namen van machineonderdelen en hun
functies................................................................. 2
Machine................................................................................. 2
Naald en persvoetgedeelte........................................................... 3
Borduureenheid ..................................................................... 3
Bedieningstoetsen .................................................................. 4
Bedieningspaneel en bedieningstoetsen ................................. 4
Bijgeleverde accessoires......................................................... 5
Optionele accessoires ............................................................ 6
De machine aan-/ uitzetten.................................. 7
De machine aanzetten ........................................................... 8
De machine uitzetten............................................................. 8
De machine de eerste maal instellen...................................... 8
Bediening van de display ...................................... 9
Display bekijken .................................................................... 9
Gebruik van de instellingentoets .......................................... 10
Invoergevoeligheid voor bedieningstoetsen aanpassen ......... 12
Een afbeelding van het instellingenscherm opslaan op een
USB-stick ............................................................................. 13
Bedieningsprocedures van de machine controleren.............. 13
Spoel opwinden/installeren ................................ 14
Spoel opwinden ................................................................... 14
De spoel installeren.............................................................. 17
Bovendraad inrijgen ........................................... 19
Bovendraad inrijgen............................................................. 19
Naald inrijgen ...................................................................... 21
Naald handmatig inrijgen (zonder de naaldinrijger te
gebruiken)............................................................................ 22
Naald verwisselen............................................... 23
Naald controleren ................................................................ 23
Naald verwisselen................................................................ 23
Hoofdstuk 2 BEGINNEN MET
BORDUREN 25
Borduren stap voor stap ..................................... 25
Borduureenheid bevestigen ................................ 26
Aantrekkelijke afwerkingen borduren................. 28
De stof voorbereiden.......................................... 29
Opstrijksteunstof bevestigen op de stof................................. 29
Stof in het borduurraam plaatsen.......................................... 30
Kleine stukjes stof, hoeken of randen en lint of band
borduren .............................................................................. 32
Borduurraam bevestigen..................................... 33
Borduurpatronen selecteren............................... 34
Copyrightinformatie ............................................................. 34
Soorten borduurpatronen ..................................................... 34
Borduurpatroon selecteren ................................................... 34
Patroonpositie controleren................................. 35
Patroonpositie controleren ................................................... 35
Voorbeeld van het geselecteerde patroon bekijken............... 35
Borduren ............................................................ 36
Patroon borduren ................................................................. 36
Garenkleurweergave wijzigen .............................................. 37
E Borduren
Hoofdstuk 1 BORDUREN 2
Patronen kiezen ................................................... 2
Borduurpatronen/Brother “Exclusief”/bloemletterpatronen
kiezen.................................................................................... 2
Letterpatronen kiezen ............................................................ 2
Kaderpatronen selecteren ...................................................... 4
Patronen bewerken .............................................. 5
Patroon verplaatsen ............................................................... 6
Grootte van patroon wijzigen ................................................ 6
Patroon roteren...................................................................... 6
Garenkleur wijzigen.............................................................. 7
Horizontaal gespiegeld patroon maken.................................. 7
Steekdichtheid wijzigen (alleen letter- en kaderpatronen) ...... 7
Patroon wissen ...................................................................... 7
Patronen vergroot weergeven op het scherm ......................... 8
Na het bewerken ................................................................... 8
Letterpatronen bewerken..................................... 9
Kleuren van letterpatronen wijzigen ...................................... 9
Schakelen tussen tekst verticaal en horizontaal schrijven ....... 9
Lettertype van ingevoerde letters wijzigen ........................... 10
Spatiëring tussen letters wijzigen ......................................... 10
Spatiëring tussen letters verkleinen ...................................... 10
Gecombineerde letterpatronen scheiden ............................. 10
Afzonderlijke letters bewerken............................................. 11
Lay-out van letterpatronen wijzigen..................................... 12
Patronen combineren......................................... 13
Gecombineerde patronen bewerken.................................... 13
Gecombineerde patronen borduren..................................... 14
Alle patronen bewerken ..................................... 15
Patroon verplaatsen ............................................................. 15
Patroon roteren.................................................................... 15
Patroon en naald in de juiste positie zetten.......................... 15
Verbonden letters borduren ................................................. 16
Borduurapplicaties............................................. 18
Applicaties borduren ........................................................... 18
Applicatie maken met een kaderpatroon (1)......................... 20
Applicatie maken met een kaderpatroon (2)......................... 21
Gesplitste borduurpatronen naaien ...................................... 22
Aanpassingen tijdens het borduren .................... 23
Als de onderdraad bijna op is .............................................. 23
Wanneer de draad afbreekt tijdens het naaien ..................... 24
Opnieuw beginnen vanaf het begin ..................................... 24
Borduren hervatten nadat u de machine hebt
uitgeschakeld....................................................................... 24
Aanpassingen ..................................................... 26
Draadspanning aanpassen ................................................... 26
Spoelhuis aanpassen (geen kleur op schroef) ....................... 27
Gebruik van de automatische draadknipfunctie
(EINDE KLEUR KNIPPEN) .................................................... 28
Borduursnelheid aanpassen ................................................. 28
“Borduurraam Weergave” wijzigen ..................................... 28
Patronen selecteren/openen volgens borduurraamgrootte .... 29
Achtergrondkleuren van de borduurpatronen wijzigen ........ 30
Formaat van patroonminiaturen opgeven............................. 30
Gebruik van de geheugenfunctie ....................... 31
Voorzorgsmaatregelen borduurgegevens ............................. 31
Steekpatronen opslaan in het geheugen van de machine ..... 32
Borduurpatronen opslaan op de USB-stick........................... 33
Patronen ophalen uit het geheugen van de machine ............ 33
Gegevens ophalen van de USB-stick.................................... 34
vi
Page 9
A Bijlage
Hoofdstuk 1 ONDERHOUD EN
PROBLEEMOPLOSSING 2
Verzorging en onderhoud..................................... 2
Beperkingen op smeren ......................................................... 2
Voorzorgsmaatregelen bij het opbergen van de machine ....... 2
LCD-display reinigen ............................................................. 2
Buitenkant van de machine reinigen ...................................... 2
Grijper reinigen ..................................................................... 2
Over het onderhoudsbericht .................................................. 4
Storing in druktoetsen ............................................................ 4
Bedieningssignaal .................................................................. 4
Borduurvoet verwisselen ........................................................ 5
Probleemoplossing ............................................... 6
Lijst met symptomen .............................................................. 6
Foutmeldingen..................................................................... 10
Specificaties ....................................................... 12
De software van uw machine upgraden met een
USB-stick............................................................ 13
Index .................................................................. 14
INHOUDSOPGAVE
vii
Page 10
INHOUDSOPGAVE
viii
Page 11
Basishandelingen
U vindt hier bijzonderheden over het configureren van de machine, en beschrijvingen van de nuttigste functies.
Paginanummer in dit gedeelte begint met “B”.
Hoofdstuk1 VOORBEREIDINGEN ............................................ B-2
Hoofdstuk2 BEGINNEN MET BORDUREN ........................... B-25
Page 12
Namen van machineonderdelen en hun functies
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
e
Hoofdstuk 1
VOORBEREIDINGEN
Namen van machineonderdelen en hun functies
Hieronder worden de diverse onderdelen van de machine en hun functie beschreven. Lees deze beschrijving alvorens de naaimachine te gebruiken. Zo leert u de namen van de onderdelen en waar ze zitten.
Machine
Vooraanzicht
Rechterkant/Achteraanzicht
b
a
g
c
1 Bovendeksel
Open het bovendeksel om de klos garen op de klospen te plaatsen.
2 Draadgeleiderplaat
Bij het inrijgen van de bovendraad leidt u de draad rond de draadgeleiderplaat.
3 Draadgeleider voor het opwinden van de spoel en
voorspanningsschijf
Leid de draad onder deze draadgeleider en rond de voorspanningsschijf wanneer u de onderdraad opwindt.
4 Kloshouder
De kloshouder houdt de garenklos op zijn plaats.
5 Klospen
Plaats een klos garen op de klospen.
6 Spoelopwinder
Met de spoelopwinder windt u de spoel op.
7 Display
Instellingen voor het geselecteerde patroon en foutmeldingen worden weergegeven op de display. (pagina B-9)
8 Bedieningspaneel
In het bedieningspaneel kunt u borduurpatronen selecteren en bewerken, en bewerkingen om de machine te gebruiken selecteren (pagina B-4).
9 Bedieningstoetsen
Gebruik deze toetsen om de machine te bedienen. (pagina B-4)
0 Borduureenheid
Bevestig de borduureenheid om te borduren. (pagina B-26)
A Draadafsnijder
Leid de draden door de draadafsnijder om ze af te snijden.
B Naaldinrijgerhendel
Rijg de naald in met de draadinrijger.
f
d
1 Handwiel
Draai het handwiel naar u toe (tegen de klok in) om de naald omhoog en omlaag te zetten.
2 Handvat
Draag de machine aan het handvat om deze te vervoeren.
3 Persvoethendel
Zet de persvoethendel omhoog en omlaag om de persvoet omhoog en omlaag te zetten.
4 Hoofdschakelaar
Met de hoofdschakelaar zet u de naaimachine aan en uit.
5 Voedingsaansluiting
Plaats de stekker van het netsnoer in de voedingsaansluiting.
6 Ventilatieopening
Door de ventilatieopening kan de lucht rond de motor circuleren. Bedek de ventilatieopening niet wanneer u de naaimachine gebruikt.
7 USB-poort (voor USB-stick)
Als u patronen wilt importeren van een USB-stick, steekt u de USB-stick direct in de USB-poort.
B-2
Page 13
Namen van machineonderdelen en hun functies
b
a
c
d
e
f
VOORZICHTIG
Naald en persvoetgedeelte
1 Draadgeleiders op de naaldstang
Leid de bovendraad door de draadgeleider op de naaldstang.
2 Steekplaat 3 Steekplaatdeksel
Verwijder het steekplaatdeksel om het spoelhuis en de grijper te reinigen.
4 Spoelhuisdeksel/spoelhuis
Verwijder het spoelhuisdeksel en plaats de spoel in het spoelhuis.
5 Borduurvoet
De borduurvoet geeft u meer greep op de flexibiliteit van de stof. Dit komt de consistentie van de steken ten goede.
6 Borduurvoetschroef
De borduurvoetschroef houdt de borduurvoet op zijn plaats.
Borduureenheid
b
a
e
d
1 Borduurraamhouder
Plaats het borduurraam in de borduurraamhouder om het raam op zijn plaats te houden. (pagina B-33)
2 Raambevestigingshendel
Druk op de raambevestigingshendel om het borduurraam vast te zetten. (pagina B-33)
3 Verbindingspen van de borduureenheid
Steek de verbindingspen van de borduureenheid in de aansluitingspoort op de machine wanneer u de borduureenheid bevestigt. (pagina B-26)
4 Borduurarm
De borduurarm verplaatst het borduurraam automatisch tijdens het borduren. (pagina B-26)
5 Ontgrendelingstoets (onder op de borduureenheid)
Druk op de ontgrendelingstoets om de borduureenheid te verwijderen. (pagina B-27)
c
B
VOORBEREIDINGEN
• Schakel de hoofdschakelaar uit voordat u de borduureenheid plaatst of verwijdert.
• Nadat u het borduurraam in de borduurraamhouder hebt geplaatst, zet u de raambevestigingshendel op de juiste wijze omlaag.
Basishandelingen B-3
Page 14
Namen van machineonderdelen en hun functies
VOORZICHTIG
bcd
a
Opmerking
a
b c
d
e
f
g
h
Bedieningstoetsen
1 “Start/Stop”-toets
Druk op de “Start/Stop”-toets om te beginnen of te stoppen met borduren. De toets verandert van kleur naar gelang de bedieningsstand van de naaimachine.
Groen: De naaimachine is klaar om te borduren of is
bezig met borduren. Rood: De machine kan niet borduren. Oranje: De onderdraad wordt opgewonden of de
spoelwinderas staat naar rechts.
2 Naaldstandtoets
Druk op de naaldstandtoets om de naald omhoog of omlaag te zetten.
3 Draadkniptoets
Druk op de draadafkniptoets nadat u bent gestopt met borduren, om de boven- en onderdraad af te knippen.
4 Persvoettoets
Druk op deze toets om de persvoet omlaag te zetten en druk uit te oefenen op de stof. Druk opnieuw op deze toets om de persvoet omhoog te zetten.
• Druk niet op (draadkniptoets) wanneer de draden al zijn afgeknipt. Dan kan de naald breken, de draden kunnen verstrikt raken of de machine kan worden beschadigd.
Bedieningspaneel en bedieningstoetsen
1 LCD (liquid crystal display) (display druktoetsen)
Geselecteerde patrooninstellingen en meldingen worden weergegeven. Druk op de toetsen op de display om bewerkingen uit te voeren. Voor meer informatie, zie “Bediening van de display” op pagina B-9.
2 Toets Vorige pagina
Hiermee geeft u het vorige scherm weer.
3 Toets Volgende pagina
Hiermee geeft u het volgende scherm weer.
4 Helptoets
Druk hierop voor help over het gebruik van de machine.
5 Instellingentoets
Druk op deze toets om de naaldstopstand, het piepsignaal enz. in te stellen.
6 Borduurtoets
Druk op deze toets om borduurpatronen te naaien.
7 Te ru gto et s
Druk op deze toets om terug te gaan naar het vorige scherm.
8 Persvoet-/naaldwisseltoets
Druk op deze toets alvorens de naald, persvoet enz. te verwisselen. Zo vergrendelt u alle toetsen en knoppen.
B-4
• De bedieningstoetsen van deze machine zijn capacitieve aanraaksensors. U bedient de toetsen door er rechtstreeks met uw vinger op te drukken. De reactie van de toetsen varieert per gebruiker. De druk die wordt uitgeoefend bij het selecteren van een steek of menu, heeft geen invloed op de reactie van de toetsen.
• Aangezien de bedieningstoetsen anders reageren per gebruiker, stelt u de instelling voor “Invoergevoeligheid voor bedieningstoetsen aanpassen” op pagina B-12 aan.
• Wanneer u een elektrostatische schermaanraakpen gebruikt, moet de punt 8 mm of meer zijn. Gebruik geen schermaanraakpen met een dunne punt.
Page 15
Namen van machineonderdelen en hun functies
U
Bijgeleverde accessoires
De bijgeleverde accessoires wijken mogelijk af van die in onderstaande tabel, naar gelang het machinemodel dat u hebt aangeschaft. Meer bijzonderheden over bijgeleverde accessoires en de onderdeelcodes van uw machine vindt u in de Beknopte Bedieningshandleiding.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Borduurvoet “U” Naaldsetje
7. 8. 9. 10. 11. 12.
Schroevendraaier (groot) Schroevendraaier (klein) L-vormige schroevendraaier Schijfvormige
13. 14. 15. 16. 17.
Kloshouder (klein) Garenklos hulpinzet (bij mini-
18. 19. 20. 21. 22. 23.
Poly onderdraad, dikte 90 Accessoires tasje Stofhoes Bedieningshandleiding Beknopte
75/11 3 naalden 90/14 1 naald
of kingsize garenklos)
Spoel x 4 (één spoel is in de machine geplaatst.)
Klosnetje Spoelhuis
Tornmesje Schaar Schoonmaakborsteltje
schroevendraaier
(geen kleur op de schroef) (op de machine geplaatst)
Kloshouder (groot) Kloshouder (medium)
Borduurraamset (extra groot) 26 cm (H) × 16 cm (B) (10-1/4 inch (H) × 6-1/4 inch (B))
bedieningshandleiding
Op machine geplaatst
Borduurmotieven handleiding
B
VOORBEREIDINGEN
Basishandelingen B-5
Page 16
Namen van machineonderdelen en hun functies
Memo
Optionele accessoires
Onderstaande optionele accessoires zijn afzonderlijk verkrijgbaar. Meer optionele accessoires en onderdeelcodes vindt u in de Beknopte Bedieningshandleiding.
1. 2. 3.
Borduurraamset (groot) 18 cm (H) × 13 cm (B) (7 inch (H) × 5 inch (B))
4. 5. 6. 7.
Randborduurraamset 18 cm (H) × 10 cm (B) (7 inch (H) × 4 inch (B))
Borduurraamset (medium) 10 cm (H) × 10 cm (B) (4 inch (H) × 4 inch (B))
Vierkant borduurraam 15 cm (H) × 15 cm (B) (6 inch (H) × 6 inch (B))
Borduurraamset (klein) 2 cm (H) × 6 cm (B) (1 inch (H) × 2-1/2 inch (B))
Steunstof voor borduurwerk Wateroplosbare ste unstof
• Als u optionele accessoires of onderdelen wilt aanschaffen, neemt u contact op met uw erkende Brother-dealer.
• Alle specificaties zijn juist toen deze handleiding werd vervaardigd. Sommige specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
• Bezoek uw dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer voor een complete lijst optionele accessoires die verkrijgbaar zijn voor uw machine.
• Gebruik altijd de aanbevolen accessoires voor deze machine.
B-6
Page 17
De machine aan-/ uitzetten.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
De machine aan-/ uitzetten.
• Gebruik alleen gewone huishoudaansluitingen als elektriciteitsbron. Het gebruik van andere bronnen kan
brand, elektrische schokken of schade aan de machine tot gevolg hebben.
• Zorg dat de stekkers van het netsnoer stevig in het stopcontact en in de voedingsingang van de machine
zitten. Anders kan brand of elektrische schokken het gevolg zijn.
• Steek de stekker van het netsnoer niet in een stopcontact dat in slechte staat is.
• In onderstaande situaties moet u de machine uit zetten met de hoofdschakelaar en de netstekker uit het
stopcontact nemen: Wanneer u de machine onbeheerd achterlaat Nadat u de machine hebt gebruikt Bij een stroomstoring tijdens het gebruik Wanneer de machine niet goed werkt door een slechte verbinding, of doordat de verbinding wordt verbroken Tijdens onweersbuien
B
VOORBEREIDINGEN
• Gebruik uitsluitend het netsnoer dat bij deze machine is geleverd.
• Gebruik geen verlengsnoeren of stekkerdozen waarop andere apparaten zijn aangesloten. Dit kan brand of
elektrische schokken veroorzaken.
• Raak de stekker niet aan met natte handen. Hierdoor kunnen elektrische schokken ontstaan.
• Zet de schakelaar altijd eerst uit voordat u de stekker uit het stopcontact haalt. Trek altijd de stekker uit
het stopcontact. Als u aan het snoer trekt, kunt u het snoer beschadigen of brand of elektrische schokken veroorzaken.
• Zorg dat het snoer niet wordt ingesneden, beschadigd, gewijzigd, stevig verbogen, getrokken, gedraaid of
samengeperst. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Stel het snoer niet bloot aan warmte. Hierdoor kan het snoer beschadigd raken en kunnen brand of elektrische schokken ontstaan. Als de stekker of het snoer zijn beschadigd, breng de machine dan voor reparatie naar uw erkende Brother-dealer voordat u de machine weer gebruikt.
• Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine een tijd niet gebruikt. Anders kan er brand ontstaan.
• Als u de machine onbeheerd achterlaat, moet u de hoofdschakelaar van de machine uitzetten of de
stekker uit het stopcontact halen.
• Wanneer u onderhoud aan de machine verricht of deksels verwijdert, moet u eerst de netstekker uit het
stopcontact halen.
Basishandelingen B-7
Page 18
De machine aan-/ uitzetten.
Memo
1
2
De machine aanzetten
Controleer of de machine is uitgezet (hoofdschakelaar
a
op “ ”), en steek het netsnoer in de voedingsaansluiting op de rechterkant van de machine.
Sluit de stekker van het netsnoer aan op een gewoon
b
huishoudstopcontact.
1 Voedingsaansluiting 2 Hoofdschakelaar
Druk op de rechterkant van de hoofdschakelaar op de
c
rechterkant van de machine om de machine aan te zetten (op “I” zetten).
De machine uitzetten
Wanneer u klaar bent zet u de machine uit. Controleer of de machine uit staat, voordat u de machine gaat vervoeren.
Zorg dat de machine niet borduurt.
a
Druk op de hoofdschakelaar op de rechterkant van de
b
machine in de richting van het symbool “ ” om de machine uit te zetten.
De machine de eerste maal instellen
De eerste keer dat u de machine aanzet, selecteert u de gewenste taal. Volg onderstaande procedure zodra het instellingenscherm automatisch verschijnt.
Druk op en om de gewenste taal te selecteren.
a
Het lampje, de display en de “Start/Stop”-toets gaan
branden wanneer u de machine aanzet.
• Wanneer de machine wordt aangezet, maakt de naald geluid als hij beweegt. Dit is geen storing.
• Wanneer de machine tijdens het borduren wordt uitgezet, wordt de bewerking hervat wanneer u de machine weer aanzet.
Wanneer u de machine aanzet, wordt het
d
openingsfilmpje vertoond. Druk ergens op het scherm.
Druk op .
b
B-8
Page 19
Bediening van de display
ab
c
e
h
gd
f
Bediening van de display
Display bekijken
Wanneer u de machine aanzet, wordt mogelijk een openingsfilm weergegeven. De openingsfilm stopt, zodra u het display aanraakt met uw vinger. Dan verschijnt het hoofdmenu. Druk met uw vinger op een toets om een borduurpatroon of een functie van de machine te selecteren of om een bewerking te selecteren die wordt aangegeven op de toets.
Onderstaand scherm verschijnt nadat de borduurarm naar de oorspronkelijke stand is gegaan.
B
VOORBEREIDINGEN
1 Borduurpatronen 2 Brother “Exclusief” 3 Bloemletterpatronen 4 Letterpatronen 5 Kader- en omrandingspatronen 6 Druk op deze toets om de borduureenheid in de
opbergstand te plaatsen.
7 Patronen die zijn opgeslagen in het machinegeheugen 8 Patronen die zijn opgeslagen op de USB-stick
Basishandelingen B-9
Page 20
Bediening van de display
2
1
3
4
5
6
7
9
8
0
A
Gebruik van de instellingentoets
Druk op om de standaard machine-instellingen (naaldstand, borduursnelheid, beginscherm, enz.) te wijzigen. Druk op nadat u de nodige instellingen hebt gewijzigd.
Borduurinstellingen
Pagina 1 Pagina 2 Pagina 3
1 Selecteer het borduurraam dat u wilt gebruiken en weergeven. Meer bijzonderheden vindt u in ““Borduurraam Weergave”
wijzigen” in het gedeelte “Borduren”.
2 Wanneer de instelling op “ON” staat, kunt u het borduurpatroon selecteren volgens de afmetingen van het borduurraam die u
hebt geselecteerd onder gedeelte “Borduren”.
3 Hiermee wijzigt u de garenkleurweergave in het “Borduren”-scherm; garennummer, kleurnaam. (pagina B-37). 4 Wanneer u garennummer “#123” selecteert, kunt u kiezen uit zes garenmerken. (pagina B-37). 5 Hiermee wijzigt u de maximuminstelling borduursnelheid. Meer bijzonderheden vindt u in “Borduursnelheid aanpassen” in het
gedeelte “Borduren”.
6 Hiermee past u de bovendraadspanning aan voor borduren. Meer bijzonderheden vindt u in “Draadspanning aanpassen” in het
gedeelte “Borduren”.
7 Hiermee selecteert u de hoogte van de borduurvoet tijdens het borduren. (pagina B-29). 8 Hiermee wijzigt u de achtergrondkleur voor de weergave van het borduurgebied. Meer bijzonderheden vindt u in
“Achtergrondkleuren van de borduurpatronen wijzigen” in het gedeelte “Borduren”.
9 Hiermee wijzigt u de achtergrondkleur voor het miniaturengebied. Meer bijzonderheden vindt u in “Achtergrondkleuren van de
borduurpatronen wijzigen” in het gedeelte “Borduren”.
1. Meer bijzonderheden vindt u in “Patronen selecteren/openen volgens borduurraamgrootte” in het
Pagina 4
0 Hiermee geeft u het formaat van de patroonminiaturen op. Meer bijzonderheden vindt u in “Formaat van patroonminiaturen
opgeven” in het gedeelte “Borduren”.
A Hiermee wijzigt u de maateenheid van de display (mm/inch).
B-10
Page 21
Bediening van de display
Memo
B
C D
E
F
G
H
I
K
J
Algemene instellingen
Pagina 5 Pagina 6 Pagina 7
B Hiermee selecteert u de naaldstopstand: omhoog of omlaag. C Selecteer of u een bedieningssignaal wilt horen. Meer bijzonderheden vindt u in “Bedieningssignaal” in het gedeelte “Bijlage”. D Selecteer of het beginscherm wordt weergegeven wanneer u de machine aanzet. E Selecteer de schermtaal. (pagina B-12) F Selecteer of u verlichting voor het naald-en werkgedeelte wilt aanzetten. G Selecteer de invoergevoeligheid voor de bedieningstoetsen. (pagina B-12) H Hiermee geeft u de serviceherinnering weer, een geheugensteuntje om de machine regelmatig een servicebeurt te laten geven.
(Neem hiervoor contact op met uw officiële Brother-dealer.)
I Hiermee geeft u het totaal aantal steken weer dat is genaaid op deze machine. J Het “No.” is het interne nummer van uw machine. K Geeft de programmaversie van het LCD display weer.
B
VOORBEREIDINGEN
• De nieuwste versie van de software is geïnstalleerd op uw machine. Informeer bij uw plaatselijke erkende Brother­dealer of kijk op “ http://support.brother.com/ software van uw machine upgraden met een USB-stick.” in het gedeelte “Bijlage”.
• Druk op om een afbeelding van het huidige instellingenscherm op te slaan op een USB-stick. (pagina B-13)
” of er updates beschikbaar zijn. Meer bijzonderheden vindt u in “De
Basishandelingen B-11
Page 22
Bediening van de display
1
1
Opmerking
Schermtaal kiezen
Druk op .
a
Open pagina 5.
b
Met en kiest u de schermtaal.
c
1 Schermtaal
Druk op om terug te gaan naar het
d
oorspronkelijke scherm.
Invoergevoeligheid voor bedieningstoetsen aanpassen
Pas de “Invoergevoeligheid” aan door te drukken op
d
/.
• Hoe hoger de instelling, des te gevoeliger zijn de toetsen. De standaardinstelling is “3”.
• We adviseren u de hoogste instelling te selecteren als u een elektrostatische schermaanraakpen gebruikt.
U kunt de gevoeligheid voor de bedieningstoetsen instellen op vijf niveaus. Open het instellingenscherm om het gewenste niveau in te stellen.
1 Bedieningstoetsen
Druk op om het instellingenscherm weer te
a
geven.
Open pagina 6 door te drukken op / .
b
Druk op “Start”.
c
Druk op om terug te gaan naar het vorige scherm.
e
Als de machine niet reageert wanneer u op een bedieningstoets drukt
Houd (draadafkniptoets) ingedrukt en zet de machine aan om de instellingen terug te zetten. Open het instellingenscherm en pas de instelling opnieuw aan.
Het scherm voor aanpassingen verschijnt.
B-12
Page 23
Een afbeelding van het instellingenscherm
4321
5 6 7
opslaan op een USB-stick
U kunt een afbeelding van het instellingenscherm opslaan als BMP-bestand.
Plaats de USB-stick in de USB-poort op de rechterkant
a
van de machine.
1 USB-poort 2 USB-stick
Druk op .
b
Het instellingenscherm verschijnt. Selecteer de
pagina van het instellingenscherm, breng de gewenste veranderingen aan en sla de schermafbeelding op.
Druk op .
c
Het afbeeldingsbestand wordt opgeslagen op de
USB-stick.
Verwijder de USB-stick en bekijk vervolgens de
d
opgeslagen afbeelding met een computer.
• De afbeeldingen van het instellingenscherm worden als bestand opgeslagen onder de naam “S######.bmp” in de map “bPocket”.
Bediening van de display
Druk op de optie die u wilt bekijken.
d
1 Bovendraad inrijgen 2 Spoel opwinden 3 Spoel installeren 4 Naald verwisselen 5 Borduureenheid bevestigen 6 Borduurraam bevestigen 7 Borduurvoet bevestigen
Het eerste scherm van de beschrijving van de
procedure voor het geselecteerde onderwerp verschijnt.
• Wanneer u op drukt, keert u terug naar het scherm met help-opties.
Druk op om naar de volgende pagina te gaan.
e
Als u op drukt, gaat u terug naar de vorige pagina.
Als u klaar bent, drukt u tweemaal op .
f
B
VOORBEREIDINGEN
Bedieningsprocedures van de machine controleren
Zet de machine aan.
a
De schermweergave verschijnt.
Druk op een willekeurige plek op het scherm.
b
Druk op van het bedieningspaneel.
c
Het helpscherm voor de machine verschijnt.
Basishandelingen B-13
Page 24
Spoel opwinden/installeren
VOORZICHTIG
Memo
2
1
1
2
Spoel opwinden/installeren
• Gebruik alleen spoel (onderdeelcode: SA156, SFB: XA5539-151) die specifiek voor deze machine is ontworpen. Wanneer u een andere spoel gebruikt, kan dit leiden tot letsel of beschadiging van de machine.
• De bijgesloten spoel is specifiek ontworpen voor deze machine. Als u een spoel van een ander model gebruikt, werkt de machine niet goed. Gebruik alleen de bijgeleverde spoel of een spoel van hetzelfde type (onderdeelcode: SA156, SFB: XA5539-
151). SA156 is een type spoel van klasse 15.
Open het bovendeksel.
a
Plaats de spoel zo op de spoelwinderas dat de veer op
b
de as in de inkeping van de spoel past. Druk op de spoel totdat deze vastklikt.
* Ware grootte
1 Dit model 2 Andere modellen 3 11,5 mm (ca. 7/16 inch)
Spoel opwinden
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u draad op de spoel windt.
1 Inkeping 2 Veer van spoelwinderas
Schuif de spoelopwinder in de richting van de pijl
c
totdat deze op zijn plek klikt.
• De “Start/Stop”-toets licht oranje op.
Verwijder de kloshouder die op de klospen is geplaatst.
d
1 Klospen 2 Kloshouder
• Wanneer u de spoel opwindt om te borduren, let
dan op dat u de aanbevolen onderdraad gebruikt voor deze machine.
B-14
Page 25
Plaats de klos draad voor de spoel op de klospen.
VOORZICHTIG
Memo
e
Schuif de klos zodanig op de pen dat de klos horizontaal staat en de draad aan de voorkant van onderen afwikkelt.
Spoel opwinden/installeren
• Wanneer u naait met fijne kruiswikkeldraad, gebruikt u de kleine kloshouder en laat u enige ruimte tussen de kap en de klos.
• Als de klos niet zo is geplaatst dat de draad correct afwikkelt, kan de draad verstrikt raken rond de klospen.
Schuif de kloshouder op de klospen.
f
Schuif de kloshouder zo ver mogelijk naar rechts, zoals aangegeven, met de afgeronde kant naar links.
• Als de klos of kloshouder niet correct is geïnstalleerd, kan de draad verstrikt raken rond de klospen. Daardoor kan de naald breken.
• Er zijn drie formaten kloshouder beschikbaar. Zo kunt u een kloshouder kiezen die het best past bij het formaat klos dat u gebruikt. Als de kloshouder te klein is voor de klos die u gebruikt, kan de draad blijven haken achter de gleuf in de klos, of kan de machine beschadigd raken.
c
a
1 Kloshouder (klein) 2 Klos (kruiswikkeldraad) 3 Ruimte
• Wanneer u draad gebruikt die snel van de klos afwikkelt, zoals transparant nylon garen of metallic garen, plaats dan het klosnetje over de klos voordat u de klos draad op de klospen plaatst. Als het klosnetje te lang is, vouwt u het zo dat het past op het formaat klos.
1
3
1 Klosnetje 2 Klos 3 Kloshouder 4 Klospen
b
2
4
B
VOORBEREIDINGEN
• Als u een draadklos met een kern van 12 mm (1/2 inch) doorsnee en 75 mm (3 inch) hoog op de klospen plaatst, gebruik dan de garenklos inzet (mini-king-garenklos).
1 Garenklos inzet (mini-king-garenklos) 2 12 mm (1/2 inch) 3 75 mm (3 inch)
Basishandelingen B-15
Page 26
Spoel opwinden/installeren
Opmerking
1
1
1
2
3
Opmerking
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
1
Terwijl u de draad in de buurt van de klos vasthoudt
g
met uw rechterhand, zoals aangegeven, trekt u de draad met u linkerhand uit. Vervolgens leidt u de draad achter het draadgeleiderdeksel en naar voren.
1 Draadgeleiderdeksel
Leid de draad onder de draadgeleiderplaat en trek deze
h
vervolgens naar rechts.
Houd de draad vast met uw linkerhand. Draai de
j
uitgetrokken draad met uw rechterhand met de klok mee vijf- of zesmaal rond de spoel.
• Zorg dat de draad tussen de klos en de spoel strak staat.
• Let op dat u de draad met de klok mee rond de spoel windt. Anders wordt de draad rond de spoelwinderas gewonden.
Leid het uiteinde van de draad door de geleidesleuf in
k
de spoelwinderbasis. Trek de draad vervolgens naar rechts om deze af te snijden.
1 Draadgeleiderplaat
Leid de draad onder de haak op de draadgeleider en
i
draai de draad vervolgens tegen de klok in onder de voorspanningsschijf.
1 Draadgeleider 2 Voorspanningsschijf 3 Trek de draad zo ver mogelijk naar binnen.
• Zorg dat de draad onder de voorspanningsschijf loopt.
1
1 Geleidesleuf in de spoelwinderbasis
(met ingebouwde draadafsnijder)
• Zorg dat u de draad afsnijdt zoals aangegeven. Wanneer u de spoel opwindt zonder de draad af te snijden met de in de spoelwinderbasis ingebouwde draadafsnijder, kan de draad verward raken in de spoel of kan de naald verbuigen en breken wanneer de draad opraakt.
Zet de machine aan.
l
Druk eenmaal op de “Start/Stop”-toets om de spoel op
m
te winden.
1 “Start/Stop”-toets
Wanneer het opwinden van de spoel trager gaat, drukt
n
u eenmaal op de “Start/Stop”-toets om de machine te stoppen.
B-16
• Wanneer het opwinden van de spoel trager gaat, stopt u de machine. Anders raakt de machine mogelijk beschadigd.
Page 27
Spoel opwinden/installeren
Memo
Memo
VOORZICHTIG
2
1
Knip met een schaartje het uiteinde van de rond de
o
spoel gewonden draad af.
Schuif de spoelwinderas naar links en verwijder de
p
spoel van de as.
• Als de spoelwinderas naar rechts staat, beweegt de naald niet. (Borduren is dan onmogelijk.)
Verwijder de klos voor de onderdraad van de klospen.
q
Druk een- of tweemaal op (naaldstandtoets) om de
a
naald omhoog te zetten.
Druk op .
b
• Als de melding “OK om de persvoet automatisch omlaag te zetten?” op de display verschijnt, drukt u
op om door te gaan.
Het scherm verandert en alle toetsen en
bedieningstoetsen (met uitzondering van ) worden vergrendeld.
Zet de persvoethendel omhoog.
c
Schuif de grendel van het spoelhuisdeksel naar rechts.
d
B
VOORBEREIDINGEN
• Wanneer u de machine start of het handwiel draait nadat de spoel is gewonden, maakt de machine een klikkend geluid. Dit duidt niet op een storing.
De spoel installeren
Installeer de spoel waarop draad is gewonden. U kunt onmiddellijk beginnen met borduren zonder de onderdraad omhoog te halen, door de spoel in het spoelhuis te plaatsen en de draad door de gleuf in het steekplaatdeksel te leiden.
• Gebruik een spoel die op de juiste manier is opgewonden met draad, anders kan de naald breken of is de draadspanning mogelijk onjuist.
1 Spoelhuisdeksel 2 Grendel
Verwijder het spoelhuisdeksel.
e
Houd de spoel vast met uw rechterhand zodat de
f
draad naar links afwikkelt en houd het uiteinde van de draad vast met uw linkerhand. Plaats met uw rechterhand de spoel in het spoelhuis.
• Alvorens de spoel te plaatsen of te verwisselen drukt u op van het bedieningspaneel om
alle toetsen en bedieningstoetsen te vergrendelen. Anders kunt u letsel oplopen als u per ongeluk op de “Start/Stop”-toets of een andere bedieningstoets drukt en de machine start.
Basishandelingen B-17
Page 28
Spoel opwinden/installeren
VOORZICHTIG
Memo
Opmerking
1
Houd de spoel losjes vast met uw rechterhand (1), en
g
leid met uw linkerhand het uiteinde van de draad rond het lipje van het steekplaatdeksel (2).
1 Lipje
• Druk de spoel omlaag met uw vinger en wikkel de onderdraad op de juiste manier af; anders kan de draad breken of is de draadspanning mogelijk niet juist.
• In welke volgorde de onderdraad door de spoel
moet worden geleid, is aangegeven met markeringen rond het spoelhuis. Rijg de machine in volgens de aanwijzingen.
Terwijl u met uw rechterhand op de spoel drukt om
i
hem op zijn plek te houden (1), leidt u met uw linkerhand de draad door de gleuf (2) Vervolgens snijdt u de draad af met de draadafsnijder. (3).
• Als de draad niet correct door de spanningsveer van het spoelhuis is geleid, is de draadspanning mogelijk niet juist.
Terwijl u de spoel losjes vasthoudt met uw rechterhand
h
(1), leidt u de draad door de gleuf in het steekplaatdeksel (2). Trek vervolgens met uw linkerhand voorzichtig aan de draad (3).
• De draad gaat de spanningsveer van het spoelhuis binnen.
1 Spanningsveer
Bevestig het spoelhuisdeksel weer op zijn plek.
j
Plaats het lipje in de linkerbenedenhoek van het spoelhuisdeksel en druk voorzichtig op de rechterkant.
2
1
Het inrijgen van de onderdraad is hiermee voltooid.
Vervolgens rijgt u de bovendraad in. Ga verder met de procedure in “Bovendraad inrijgen” op pagina B-19.
Druk op om alle toetsen en bedieningstoetsen te
k
ontgrendelen.
B-18
Page 29
Bovendraad inrijgen
VOORZICHTIG
1
Opmerking
VOORZICHTIG
1
1
1
2
• Er zijn drie formaten kloshouder beschikbaar. Zo kunt u een kloshouder kiezen die het best past bij het formaat klos dat u gebruikt. Als de kloshouder te klein is voor de gebruikte klos, kan de draad blijven hangen in de spleet in de klos, of kan de naald breken. Meer informatie over de keuze van kloshouders voor de gekozen draad vindt u in pagina B-15.
Bovendraad inrijgen
• Als de persvoet niet omhoog staat, kunt u de naaimachine niet inrijgen.
Druk een- of tweemaal op (naaldstandtoets) om de
c
naald omhoog te zetten.
B
• Volg voor het inrijgen van de bovendraad de instructies zorgvuldig op. Is de bovendraad niet juist ingeregen, dan kan de draad verward raken of de naald kan verbogen raken of afbreken.
• Gebruik nooit garen van dikte 20 of minder.
Bovendraad inrijgen
1 Naaldstandtoets
De naald staat goed omhoog wanneer de markering op het handwiel boven staat, zoals hieronder aangegeven. Controleer het handwiel. Als deze markering niet op deze positie staat,
drukt u op (naaldstandtoets) totdat dit wel het geval is.
1 Markering op handwiel
Verwijder de kloshouder die op de klospen is geplaatst.
d
1 Klospen 2 Kloshouder
VOORBEREIDINGEN
Zet de machine aan.
a
Zet de persvoet omhoog met de persvoethendel.
b
1 Persvoethendel
Het bovendraadluikje gaat open, zodat u de machine
kunt inrijgen.
Plaats de draadklos op de klospen.
e
Schuif de klos zodanig op de pen dat de klos horizontaal staat en de draad aan de voorkant van onderen afwikkelt.
• Als de draadklos of de kloshouder niet op de juiste plek zit, kan de draad verward raken rond de klospen, waardoor de naald kan breken.
Basishandelingen B-19
Page 30
Bovendraad inrijgen
1
Opmerking
1
Schuif de kloshouder op de klospen.
f
Schuif de kloshouder zo ver mogelijk naar rechts, zoals aangegeven, met de afgeronde kant naar links.
Terwijl u de draad losjes vasthoudt met uw
g
rechterhand, trekt u de draad uit met uw linkerhand en leidt u de draad vervolgens achter het draadgeleiderdeksel en naar voren.
• Als de persvoet omlaag staat en het klepje
gesloten is, kunt u de machine niet inrijgen. Zet de persvoet omhoog om het klepje te openen voordat u de machine inrijgt. Zet bovendien de persvoet omhoog om het klepje te openen voordat u de bovendraad verwijdert.
• Deze machine is uitgerust met een venster
waarin u de stand van de draadophaalhendel kunt controleren. Kijk door dit venster om te controleren of de draad juist door de draadophaalhendel is geleid.
1 Draadgeleiderdeksel
Leid de draad onder de draadgeleiderplaat en trek de
h
draad omhoog.
1 Draadgeleiderplaat
Terwijl u met uw rechterhand de draad die onder de
i
draadgeleiderplaat is geleid losjes vasthoudt, leidt u de draad door de geleiders in de volgorde die hieronder is aangegeven.
Druk op .
j
• Als de melding “OK om de persvoet automatisch omlaag te zetten?” op de display verschijnt, drukt u
op om door te gaan.
Het scherm verandert en alle toetsen en
bedieningstoetsen (met uitzondering van ) worden vergrendeld.
Schuif de draad achter de draadgeleider op de
k
naaldstang.
U kunt de draad gemakkelijk achter de draadgeleider aan de naaldstang schuiven: u houdt de draad in uw linkerhand en leidt de draad vervolgens met uw rechterhand (zie afbeelding).
B-20
1 Draadgeleiders op de naaldstang
Zet de persvoethendel omhoog.
l
Page 31
Naald inrijgen
Memo
1
2
2
1
Opmerking
Opmerking
1
• U kunt de naaldinrijger gebruiken met machinenaalden 75/11 t/m 100/16.
• Zie “Naald handmatig inrijgen (zonder de naaldinrijger te gebruiken)” op pagina B-22 als de naaldinrijger niet kan worden gebruikt.
Trek het uiteinde van de draad die door de
a
draadgeleider op de naaldstang is geleid naar links. Leid vervolgens de draad door de inkeping van de draadgeleider van de inrijger a. Trek vervolgens de draad stevig vanaf de voorkant en steek hem helemaal in de gleuf van de geleiderschijf van de inrijger die is gemarkeerd met “7” b.
• Zorg dat de draad door de gleuf van de draadgeleider van de inrijger gaat.
Bovendraad inrijgen
• Als u de draad erdoor trekt en deze niet goed kan worden afgesneden, zet u de persvoethendel omlaag. Zo blijft de draad op zijn plek en kunt u hem beter afsnijden. Als u deze bewerking hebt uitgevoerd, slaat u stap
• Wanneer u draad gebruikt die snel van de klos afwikkelt, zoals metallic garen, is het misschien moeilijk om de naald in te rijgen nadat u de draad hebt afgeknipt. In plaats van de draadsnijder te gebruiken trekt u de draad ongeveer 80 mm (ca. 3 inch) uit nadat u deze door de draadgeleiderschijven van de inrijger hebt geleid (aangegeven met “7”).
1
c over.
B
VOORBEREIDINGEN
1 Inkeping van de draadgeleider van de inrijger 2 Draadgeleiderschijf van de inrijger
Snijd de draad met de draadafsnijder op de linkerkant
b
van de machine.
1
1 80 mm (ca. 3 inch) of meer
Zet de persvoet omlaag met de persvoethendel.
c
1 Persvoethendel
Zet de naaldinrijghendel aan de linkerkant van de
d
machine omlaag totdat deze klikt. Zet de hendel vervolgens in de oorspronkelijke stand.
1 Draadafsnijder
1 Haak 2 Naaldinrijgerhendel
De haak draait en leidt de draad door het oog van de naald.
• Als de naald niet helemaal omhoog staat, kunt u de naald niet inrijgen met de naaldinrijger. Draai het handwiel tegen de klok in totdat de naald in de hoogste stand staat. De naald staat goed omhoog wanneer de markering op het handwiel boven staat, zoals aangegeven onder stap op pagina B-19.
Basishandelingen B-21
c
Page 32
Bovendraad inrijgen
VOORZICHTIG
Trek voorzichtig aan het draaduiteinde dat door het
e
oog van de naald is getrokken.
Als de naald niet volledig wordt ingeregen, maar zich in het oog van de naald een lus vormt, trekt u voorzichtig de lus door het oog van de naald zodat ook het uiteinde van de draad door het oog gaat.
• Trek niet te hard aan de draad. Dan kan de naald breken of verbuigen.
Zet de persvoethendel omhoog. Leid het uiteinde van
f
de draad door en onder de persvoet en trek ongeveer 5 cm draad (ca. 2 inch) naar de achterkant van de machine.
1
1 5 cm (ca. 2 inch)
Druk op om alle toetsen en bedieningstoetsen te
g
ontgrendelen.
Naald handmatig inrijgen (zonder de naaldinrijger te gebruiken)
Sommige naalden kunnen niet worden ingeregen met de naaldinrijger. Rijg dan de naald in volgens onderstaande beschrijving.
Leid de draad achter de draadgeleider op de
a
naaldstang.
• Voor meer informatie, zie “Bovendraad inrijgen” op pagina B-19.
Leid de draad van voren naar achteren door het oog
b
van de naald.
Zet de persvoethendel omhoog. Leid het uiteinde van
c
de draad door en onder de persvoet en trek ongeveer 5 cm draad (ca. 2 inch) naar de achterkant van de machine.
Druk op om alle toetsen en bedieningstoetsen te
d
ontgrendelen.
B-22
Page 33
Naald verwisselen
VOORZICHTIG
Opmerking
VOORZICHTIG
Opmerking
1
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het omgaan met naalden. Wanneer u deze voorzorgsmaatregelen niet opvolgt, kan dit ernstige gevolgen hebben, bijvoorbeeld wanneer een naald breekt en stukjes ervan wegspringen. Lees de onderstaande instructies zorgvuldig en volg deze op.
• Gebruik uitsluitend aanbevolen naalden voor huishoudnaaimachines. Wanneer u een andere naald gebruikt, kan de naald verbuigen of kan de machine beschadigd raken.
• Gebruik nooit verbogen naalden. Verbogen naalden breken gemakkelijk, en dit kan leiden tot letsel.
Naald verwisselen
• Als de afstand tussen de naald en de vlakke ondergrond niet gelijk is, is de naald verbogen. Gebruik geen verbogen naald.
B
VOORBEREIDINGEN
1
• Gebruik nooit garen van dikte 20 of minder. Dit kan een machinestoring veroorzaken.
Garen en naaldnummer
Hoe lager het draadnummer, des te dikker de draad; hoe hoger het naaldnummer, des te groter de naald.
Borduurnaalden
Gebruik een 75/11 huishoudmachinenaald. Wanneer u borduurt op zware stof zoals spijkerstof, gebruikt u een 90/14 of 100/16 huishoudmachinenaald.
Naald controleren
Het is uiterst gevaarlijk om te naaien met een verbogen naald, omdat de naald dan kan breken terwijl u aan het werk bent.
Leg een naald vóór gebruik met de vlakke kant op een vlakke ondergrond en controleer of de afstand tussen de naald en de ondergrond overal gelijk is.
1
2
1 Vlakke ondergrond
Naald verwisselen
Gebruik een schroevendraaier en een naald die u hebt gecontroleerd volgens de instructies in “Naald controleren”.
Druk een- of tweemaal op (naaldstandtoets) om de
a
naald omhoog te zetten.
Plaats de stof of het papier onder de persvoet om het
b
gat in de steekplaat te bedekken.
• Alvorens u de naald vervangt, bedekt u het gat in de naaldplaat met stof of papier om te voorkomen dat de naald in de machine valt.
Druk op .
c
• Als de melding “OK om de persvoet automatisch omlaag te zetten?” op de display verschijnt, drukt u
op om door te gaan.
Het scherm verandert en alle toetsen en
bedieningstoetsen (met uitzondering van ) worden vergrendeld.
1 Vlakke kant 2 Markering naaldsoort
Basishandelingen B-23
Page 34
Naald verwisselen
VOORZICHTIG
Houd de naald vast met uw linkerhand. Draai met een
d
schroevendraaier de naaldklemschroef naar u toe (tegen de klok in) om de naald te verwijderen.
• U kunt de naaldklemschroef ook vast- of losdraaien met de L-vormige (of schijfvormige) schroevendraaier.
2
1 Schroevendraaier 2 Naaldklemschroef
• Gebruik niet te veel kracht bij het los- of vastdraaien van de naaldklemschroef, aangezien dit bepaalde onderdelen van de naaimachine kan beschadigen.
Plaats de naald met de vlakke kant naar achteren totdat
e
de naald de naaldstopper raakt.
1
1 Naaldstopper
1
Houd de naald in uw linkerhand en draai de
f
naaldklemschroef vast (met de klok mee) met de schroevendraaier.
• Zorg dat u de naald plaatst tot aan de naaldstopper en dat u de naaldklemschroef goed vastdraait met de schroevendraaier. Anders kan de naald breken of kan de machine beschadigd raken.
Druk op om alle toetsen en bedieningstoetsen te
g
ontgrendelen.
B-24
Page 35
Borduren stap voor stap
Stap 2
Stap 1
Stap 4
Stap 5
Stap 3
Stap 6, 7
Stap 8
Hoofdstuk 2
BEGINNEN MET BORDUREN
Borduren stap voor stap
Volg onderstaande stappen om de machine voor te bereiden voor borduren.
B
BEGINNEN MET BORDUREN
Stap
nummer
1 Naald controleren Voor borduurwerken gebruikt u naald 75/11. * B-23
2 Borduureenheid bevestigen Bevestig de borduureenheid. B-26
3 Onderdraad installeren Als onderdraad windt u borduurdraad op. Vervolgens installeert u de spoel. B-17
4 Stof voorbereiden Bevestig steunstof aan de stof en bevestig dit in het borduurraam. B-29
5 Borduurraam bevestigen Bevestig het borduurraam aan de borduureenheid. B-35
6 Patroon kiezen Zet de machine aan en selecteer een borduurpatroon. B-9
7 Lay-out controleren Controleer het formaat en de plaats van het borduurwerk en pas deze zo nodig
8 Borduurdraad installeren Installeer de borduurdraad voor het patroon. B-28
* Naald 90/14 wordt aanbevolen wanneer u op zware stoffen of steunstoffen borduurt (bijvoorbeeld spijkerstof, schuim enz.).
Doel Handeling Pagina
aan.
B-35
Basishandelingen B-25
Page 36
Borduureenheid bevestigen
VOORZICHTIG
Opmerking
VOORZICHTIG
Opmerking
Opmerking
1
2
Borduureenheid bevestigen
• Verplaats de machine niet terwijl de borduureenheid daaraan is bevestigd. De borduureenheid kan eraf vallen en daardoor letsel veroorzaken.
• Houd uw handen en voorwerpen uit de buurt van de borduurarm en het borduurraam. Anders kunt u letsel oplopen.
• Raak de aansluiting in de aansluitingssleuf van
de borduureenheid niet aan. Daardoor zou de aansluiting kunnen beschadigen, wat tot storingen kan leiden.
• Til de borduureenheid niet op en verplaats hem
niet met kracht. Dit kan storingen veroorzaken.
Schuif het lipje op het deksel van de aansluitpoort in de
b
richting van de pijl om het deksel te openen.
• Sluit het deksel van de aansluitpoort wanneer u de borduureenheid niet gebruikt.
Steek de aansluiting van de borduureenheid in de
c
aansluitpoort en duw de borduureenheid zachtjes totdat deze vastklikt.
Zet de machine uit.
a
• Schakel de machine uit alvorens de borduureenheid te bevestigen. Anders kunt u letsel oplopen wanneer u per ongeluk op een van de bedieningsknoppen drukt en de machine begint te naaien.
1 Aansluitpoort 2 Aansluiting borduureenheid
• Zorg dat er geen ruimte zit tussen de borduureenheid en de machine. Anders wordt het borduurpatroon mogelijk niet goed genaaid. Steek de aansluiting geheel in de aansluitpoort.
• Duw niet tegen de borduurarm wanneer u de borduureenheid aan de machine bevestigt. Daarmee kunt u de borduureenheid beschadigen.
Zet de machine aan.
d
Een bericht verschijnt op het scherm.
Houd voorwerpen en handen uit de buurt van de
e
borduureenheid en druk op .
B-26
De borduurarm gaat terug in de oorspronkelijke stand.
Page 37
1 Borduurarm
VOORZICHTIG
Opmerking
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
1
Borduureenheid bevestigen
Druk op en vervolgens op .
b
De Borduurarm gaat naar de stand waarin hij kan
worden opgeborgen.
Zet de machine uit.
c
• Houd uw handen en andere voorwerpen uit de buurt van de borduurarm van de borduureenheid en het borduurraam wanneer de machine bezig is met borduren. Anders kunt u letsel oplopen.
• Als de machine niet goed is geïnitialiseerd,
verschijnt het beginscherm mogelijk niet. Dit betekent niet dat de naaimachine niet goed functioneert. Als dit gebeurt, schakelt u de machine uit en weer in.
• Een bevestigingsbericht verschijnt om de
raambevestigingshendel omlaag te zetten nadat de borduurarm weer in de oorspronkelijke stand staat. Ga verder met patronen selecteren en denk eraan de raambevestigingshendel omlaag te zetten nadat u het borduurraam hebt bevestigd.
Het scherm om het type borduurpatroon te
selecteren verschijnt.
• Zet altijd de machine uit voordat u de borduureenheid verwijdert. Het kan storingen veroorzaken als u deze verwijdert terwijl de machine nog aan staat.
Houd de ontgrendelknop linksonder op de
d
borduureenheid ingedrukt en trek de borduureenheid langzaam naar links.
1
B
BEGINNEN MET BORDUREN
• Meer bijzonderheden over borduurpatronen vindt u in “Display bekijken” op pagina B-9.
Borduureenheid verwijderen
Controleer of de machine volledig stilstaat en volg onderstaande aanwijzingen.
Verwijder het borduurraam.
a
• Meer bijzonderheden over het verwijderen van het borduurraam vindt u in “Borduurraam bevestigen” op pagina B-33.
1 Ontgrendelknop
• Til de borduureenheid niet op aan het gedeelte van de ontgrendelknop.
Basishandelingen B-27
Page 38
Aantrekkelijke afwerkingen borduren
Opmerking
Memo
a
VOORZICHTIG
Opmerking
Aantrekkelijke afwerkingen borduren
Bij het maken van mooi borduurwerk komen vele factoren kijken. Het gebruik van de juiste steunstof (zie pagina B-29) en bevestiging van de stof in het borduurraam (zie pagina B-30) zijn twee belangrijke factoren die we reeds hebben genoemd. Een ander belangrijk punt is de keuze van de juiste naald en draad. Zie de onderstaande uitleg over draad.
Draad
Bovendraad Gebruik borduurgaren dat speciaal voor deze
naaimachine bestemd is. Ander borduurgaren geeft mogelijk geen optimale resultaten.
Onderdraad Gebruik als onderdraad borduurgaren dat
speciaal voor deze naaimachine bestemd is.
• Controleer vóór het borduren of er genoeg draad in de spoel zit. Wanneer u het project begint te borduren met onvoldoende draad op de spoel, moet u midden in het patroon de spoel opnieuw opwinden.
• Als u ander garen gebruikt dan het hierboven vermelde, wordt het borduurwerk mogelijk niet goed genaaid.
• Wanneer u grote kledingstukken borduurt (vooral jasjes of andere zware stoffen), moet u zorgen dat de stof niet over de tafel hangt. Anders kan de borduureenheid niet vrij bewegen en raakt het borduurraam mogelijk de naald. Dan kan de naald verbuigen of breken, met letsel als gevolg. Leg de stof zo neer dat deze niet van de tafel hangt (of houd de stof vast om te voorkomen dat ze gaat slepen).
• Laat geen voorwerpen liggen binnen het bereik
van het bewegende borduurraam. Het raam kan het voorwerp raken, waardoor het borduurpatroon mogelijk slecht wordt afgewerkt.
• Wanneer u grote kledingstukken borduurt (vooral
jasjes of andere zware stoffen), moet u zorgen dat de stof niet over de tafel hangt. Anders kan de borduureenheid niet vrij bewegen, waardoor het patroon mogelijk anders uitvalt dan verwacht.
Spoelhuis
Spoelhuis (aanbevolen voor borduren met onderdraad dikte 90)
1 Spoelhuis
(geen kleurmarkering op schroef)
Het spoelhuis dat is meegeleverd met deze machine is ingesteld om te worden gebruikt met onderdraad dikte 90. Als u onderdraad van een andere dikte gebruikt, kunt u zonodig de spanningsschroef op het spoelhuis anders instellen. Meer bijzonderheden over het aanpassen van de draadspanning vindt u in “Draadspanning aanpassen” in het gedeelte “Borduren”.
• Hoe u het spoelhuis verwijdert, leest u in “Grijper reinigen” in het gedeelte “Bijlage”.
B-28
Page 39
De stof voorbereiden
VOORZICHTIG
Opmerking
VOORZICHTIG
Memo
• Gebruik stof van minder dan 3 mm (ca. 1/8 inch) dik. Met stof van meer dan 3 mm (ca. 1/8 inch) dik breekt de naald wellicht.
• Wanneer u werkt met lagen met dikkere wattering, is het aan te raden de persvoethoogte aan te passen in het borduurinstellingenscherm (zie hieronder).
• Voor dikke badstof raden we u aan een stuk wateroplosbare steunstof boven op de voorkant van de stof te plaatsen. Hierdoor wordt de vleug van de stof verkleind, hetgeen een mooiere afwerking geeft.
• Druk op . In de display
“Borduurvoethoogte” gebruikt u en in het scherm Instellingen. Pas de persvoethoogte aan voor dikke of pluizige stof.
De stof voorbereiden
Gebruik een stuk steunstof dat groter is dan het
a
borduurraam.
1 Grootte van het borduurraam 2 Opstrijksteunstof
Strijk de steunstof vast op de achterkant van de stof.
b
B
BEGINNEN MET BORDUREN
• Als u de ruimte tussen de persvoet en de
naaldplaat wilt vergroten, stel dan de borduurvoet in op een hogere waarde. Voor het meeste borduurwerk wordt de instelling 1,5 mm gebruikt.
Opstrijksteunstof bevestigen op de stof
Voor het beste resultaat in borduurwerk gebruikt u altijd steunstof voor borduurwerk. Volg de instructies op de verpakking van de steunstof die u gebruikt.
Werkt u met stoffen die niet gestreken kunnen worden (zoals badstof of stoffen met lussen die groter worden bij het strijken) of op een plaats waar het lastig is om te strijken? Leg dan de steunstof onder de stof zonder deze te bevestigen en plaats de stof plus steunstof vervolgens in het borduurraam. Of vraag aan uw erkende Brother-dealer wat de juiste steunstof is.
• Gebruik altijd steunstof voor borduurwerk voor stretchstof, lichte stof, grof geweven stof of stof waarbij het patroon kan gaan trekken. Anders kan de naald breken en hierdoor kunt u letsel oplopen. Als u geen steunstof gebruikt, kan dit tot een slechte afwerking van uw borduurwerk leiden.
1 Bevestigingskant van de steunstof 2 Stof (achterkant)
• Borduurt u op dunne stof, zoals organdie of batist, of op ruwharige stof zoals badstof of corduroy? Dan krijgt u het beste resultaat met wateroplosbare steunstof (afzonderlijk verkrijgbaar). De wateroplosbare steunstof lost volledig op in water, waardoor het borduurwerk een mooiere afwerking verkrijgt.
Basishandelingen B-29
Page 40
De stof voorbereiden
VOORZICHTIG
Opmerking
1 2
Stof in het borduurraam plaatsen
Soorten borduurramen
De soorten en nummers van de geleverde borduurramen verschillen per machinemodel.
Extra groot
Borduuroppervlakte 26 cm × 16 cm (10-1/4 inch × 6-1/4 inch) Te gebruiken wanneer u verbonden of gecombineerde letters of patronen of grote patronen borduurt.
Groot (optioneel bij sommige modellen)
Borduuroppervlakte 18 cm × 13 cm (7 inch × 5 inch) Te gebruiken wanneer u patronen borduurt met een grootte tussen 10 cm × 10 cm (4 inch × 4 inch) en 18 cm × 13 cm (7 inch × 5 inch)
U kunt een ander optioneel borduurraam gebruiken. Wanneer u borduurramen kiest die niet op het scherm verschijnen, controleer dan eerst de ontwerpgrootte van het borduuroppervlakte van het optionele raam. Overleg met uw erkende Brother-dealer of het raam compatibel is. Kies een borduurraam dat iets groter is dan het patroonformaat. De bijgeleverde borduurramen staan in de display.
1 Gemarkeerd: kan worden gebruikt 2 Gearceerd: kan niet worden gebruikt
• Als u een te klein borduurraam gebruikt, kan de persvoet het raam tijdens het borduren raken. Hierdoor kunt u letsel oplopen of kan de machine beschadigen.
Medium (optioneel bij sommige modellen)
Borduuroppervlakte 10 cm × 10 cm (4 inch × 4 inch) Te gebruiken wanneer u patronen borduurt met een grootte van minder dan 10 cm × 10 cm (4 inch × 4 inch)
Klein (optioneel bij sommige modellen)
Borduuroppervlakte 2 cm × 6 cm (1 inch × 2-1/2 inch) Te gebruiken wanneer u kleine patronen borduurt, zoals naamlabels.
Stof plaatsen
• Als de stof los in het borduurraam zit, wordt het
borduurontwerp niet goed genaaid. Leg de stof op een gelijkmatig oppervlak en trek de stof voorzichtig strak in het raam. Volg onderstaande stappen om de stof op de juiste wijze te plaatsen.
Haal de afstelschroef omhoog en draai deze los om het
a
binnenraam te verwijderen.
1 Afstelschroef 2 Binnenraam
B-30
Page 41
Leg de stof met de voorkant naar boven op het
Memo
Memo
b
buitenraam.
Plaats het binnenraam opnieuw in het buitenraam met
van het binnenraam tegenover van het
buitenraam.
1 van binnenraam
2 van buitenraam 3 Afstelschroef
Draai de afstelschroef licht aan en trek zachtjes aan de
c
randen en de hoeken van de stof om de stof glad te trekken. Draai de schroef niet los.
De stof voorbereiden
• Wanneer u de stof hebt gespannen, klinkt het als een trommel wanneer u erop tikt.
• Trek aan alle vier de hoeken en alle vier de randen aan de stof. Terwijl u aan de stof trekt, draait u de afstelschroef van het raam vast.
Zet de afstelschroef in de oorspronkelijke stand.
e
B
BEGINNEN MET BORDUREN
• U kunt met de bijgeleverde schroevendraaier de afstelschroef van het raam vaster of losser draaien.
Trek de stof enigszins strak en draai de afstelschroef
d
vast, zodat de stof licht gespannen blijft.
• Nadat u aan de stof hebt getrokken, controleert u of de stof strak is.
• Let op dat de binnen- en buitenramen gelijk zijn voordat u begint met borduren.
Gebruik van het borduur aftekensjabloon
Wanneer u het patroon op een speciale plek wilt borduren, gebruikt u het borduur aftekensjabloon met het raam.
Markeer met een krijtje de plek op de stof waar u wilt
a
borduren.
1 Borduurpatroon 2 Markering
1 Buitenraam 2 Binnenraam 3 Stof
Basishandelingen B-31
Page 42
De stof voorbereiden
Leg het borduur aftekensjabloon op het binnenraam.
b
Laat de lijnen op het borduur aftekensjabloon samenvallen met de markering die u op de stof hebt aangebracht.
1 Binnenraam 2 Lijn
Rek de stof enigszins, zodat vouwen en kreukels
c
verdwijnen. Plaats vervolgens het binnenraam in het buitenraam.
Kleine stukjes stof, hoeken of randen en lint of band borduren
Gebruik borduursteunstof voor extra steun. Verwijder de steunstof voorzichtig nadat u klaar bent met borduren. Bevestig de steunstof zoals hieronder aangegeven. We raden u aan borduursteunstof te gebruiken.
Kleine stukjes stof borduren
Gebruik textiellijm om het kleine stukje stof op het grotere stuk stof in het borduurraam te plakken. Als u liever geen textiellijm gebruikt, bevestigt u de steunstof met rijgsteken.
1 Binnenraam 2 Buitenraam
Verwijder het borduur aftekensjabloon.
d
1 Stof 2 Steunstof
Randen of hoeken borduren
Gebruik textiellijm om het kleine stukje stof op het grotere stuk stof in het borduurraam te plakken. Als u liever geen textiellijm gebruikt, bevestigt u de steunstof met rijgsteken.
1 Stof 2 Steunstof
Linten of band borduren
Zet het lint of het band vast met dubbelzijdig plakband of textiellijm.
B-32
1 Linten of band 2 Steunstof
Page 43
Borduurraam bevestigen
Opmerking
VOORZICHTIG
• Wind de spoel op en installeer deze voordat u het borduurraam bevestigt. Gebruik de aanbevolen onderdraad.
Druk op (persvoettoets) om de persvoet omhoog te
a
zetten.
Zet de raambevestigingshendel omhoog.
b
1 Raambevestigingshendel 2 Borduurarm
Borduurraam bevestigen
Zet de raambevestigingshendel omlaag, op gelijk
e
niveau met het raam. Zo zet u het borduurraam vast in de borduurraamhouder.
• Als de raambevestigingshendel niet omlaag staat, verschijnt het volgende bericht. U kunt pas beginnen met naaien wanneer u de raambevestigingshendel omlaag zet.
B
BEGINNEN MET BORDUREN
Laat de borduurraamgeleider langs de rechterrand van
c
de borduurraamhouder vallen.
1 Borduurraamhouder 2 Borduurraamgeleider
Schuif het borduurraam in de houder. Zorg dat de pijl
d
van het borduurraam tegenover de pijl op de houder staat.
Borduurraam verwijderen
Druk op (persvoettoets) om de persvoet omhoog te
a
zetten.
Zet de raambevestigingshendel omhoog.
b
Trek het borduurraam naar u toe.
c
1 Pijl
Basishandelingen B-33
Page 44
Borduurpatronen selecteren
Borduurpatronen selecteren
Copyrightinformatie
De in de machine opgeslagen patronen zijn uitsluitend bedoeld voor privégebruik. Enig openbaar of commercieel gebruik van patronen waarop copyright rust is een overtreding van de wet op auteursrechten en is ten strengste verboden.
Soorten borduurpatronen
Er zijn veel letterpatronen en decoratieve borduurpatronen opgeslagen in het geheugen van de machine (een volledig overzicht van de patronen in het geheugen van de machine vindt u in de Borduurmotieven handleiding). U kunt ook patronen van de USB-stick (optioneel) gebruiken.
• Meer bijzonderheden over borduurpatronen vindt u in “Display bekijken” op pagina B-9.
Borduurpatroon selecteren
Selecteer een eenvoudig ingebouwd patroon en borduur een stuk als proef. U kunt verschillende opties voor patronen en het bewerken van patronen in het gedeelte “Borduren” proberen.
Druk op in het patronenoverzicht.
a
• Nadat de machine geïnitialiseerd is en de borduurarm op de beginstand is gaan staan, verschijnt het scherm met het patronenoverzicht. Mocht er een ander scherm verschijnen, druk dan op
om onderstaand scherm te openen.
Druk op en vervolgens op .
c
Het patroonbewerkscherm verschijnt.
Druk op .
d
• Meer bijzonderheden over het patroonbewerkscherm vindt u in “Patronen bewerken” in het gedeelte “Borduren”.
Het borduurinstellingenscherm verschijnt.
Druk op .
e
• Meer bijzonderheden over het borduurinstellingenscherm vindt u in “Patronen bewerken” in het gedeelte “Borduren”.
• Controleer de patroonpositie. Meer bijzonderheden over het controleren van de patroonpositie die u wilt naaien vindt u in “Patroonpositie controleren” op pagina B-35.
Druk op of op om het gewenste patroon weer te
b
geven op het scherm. Druk 4 maal op in deze procedure.
B-34
Het borduurscherm verschijnt.
Page 45
Patroonpositie controleren
Memo
VOORZICHTIG
1
Patroonpositie controleren
Normaliter bevindt het patroon zich midden in het borduurraam. Als het patroon anders moet worden geplaatst op de stof kunt u de lay-out controleren alvorens u gaat borduren.
Patroonpositie controleren
Het borduurraam verplaatst zich en de patroonpositie wordt weergegeven. Let goed op het borduurraam zodat het patroon op de juiste plaats wordt geborduurd.
Druk op in het borduurinstellingenscherm.
a
Druk in op de toets voor de positie die u wilt
b
controleren.
Druk op .
c
Voorbeeld van het geselecteerde patroon bekijken
Druk op .
a
U ziet een voorbeeld van het patroon zoals het wordt
geborduurd.
Druk op om het borduurraam te
b
kiezen dat in het voorbeeld wordt gebruikt.
• Ramen die lichtgrijs zijn weergegeven, kunt u niet selecteren.
• Druk op om de afbeelding op het scherm te vergroten.
• U kunt het patroon borduren zoals het verschijnt op het volgende scherm.
B
BEGINNEN MET BORDUREN
1 Geselecteerde positie
De naald verplaatst zich naar de geselecteerde
positie op het patroon.
• Druk op om het hele borduurgebied te zien.
Het borduurraam verplaatst zich en het borduurvlak wordt weergegeven.
• Zorg dat de naald omhoog staat wanneer het borduurraam zich verplaatst. Als de naald omlaag staat, kan de naald breken en letsel veroorzaken.
Borduurraamformaten weergegeven op het scherm
Display Soort raam en borduurgebied
Extra groot borduurraam
26 cm × 16 cm (10-1/4 inch × 6-1/4 inch)
Groot borduurraam (optioneel bij sommige modellen)
18 cm × 13 cm (7 inch × 5 inch)
Medium borduurraam (optioneel bij sommige modellen)
10 cm × 10 cm (4 inch × 4 inch)
Klein borduurraam (optioneel bij sommige modellen)
2 cm × 6 cm (1 inch × 2-1/2 inch)
Druk op om terug te gaan naar het
c
oorspronkelijke scherm.
Basishandelingen B-35
Page 46
Borduren
Opmerking
VOORZICHTIG
1
Borduren
Wanneer de voorbereidingen voltooid zijn, kunt u proberen te borduren. In dit gedeelte worden de stappen beschreven voor borduren en applicaties.
Patroon borduren
Bij het borduren van borduurpatronen wordt van garen gewisseld na elke kleur.
Bereid borduurdraad voor in de kleur die op het
a
scherm wordt getoond.
1 Volgorde borduurkleuren
• U kunt de garenkleurnummerset die wordt weergegeven voor de garenkleuren wijzigen. Druk
op en wijzig de instelling in het instellingenscherm. Meer bijzonderheden vindt u in “Garenkleurweergave wijzigen” op pagina B-37.
Zet de persvoet omlaag en druk vervolgens op de
d
“Start/stoptoets” om te beginnen met borduren. Druk na 5 à 6 steken nogmaals op de “Start/Stop”-toets om de machine te stoppen.
Knip de overtollige draad aan het einde af. Als het
e
draadeinde zich onder de persvoet bevindt, zet u de persvoet omhoog en knipt u de overtollige draad daarna af.
Plaats de borduurdaad en rijg de naald in.
b
• Zie “Bovendraad inrijgen” op pagina B-19 en “Naald inrijgen” op pagina B-21.
• Zet de persvoet omlaag alvorens de naaldinrijger te gebruiken.
Leid de draad door het gat in de borduurvoet en houd
c
deze losjes vast in uw linkerhand.
Geef de draad enige ruimte.
• Als er nog een stuk draad aan het begin van het naaien is overgebleven, naait u hier misschien overheen wanneer u doorgaat met de rest van het patroon. Als het gehele patroon eenmaal geborduurd is, is het erg lastig om het extra stuk draad nog te verwijderen. Knip de draad aan het begin af.
Druk op de “Start/stoptoets” om te beginnen met
f
borduren.
Het naaien wordt automatisch beëindigd met een
verstevigingssteek nadat een kleur is voltooid. Wanneer automatisch draadafknippen is ingesteld, wordt de draad afgeknipt.
• Als u de draad te strak trekt, kan de naald breken of verbuigen.
• Raak de borduurarm niet aan met een voorwerp of uw handen tijdens het naaien. Daarmee kunt u de uitlijning van het patroon verstoren.
B-36
Verwijder het garen voor de eerste kleur uit de
g
machine. Rijg de machine in met de volgende kleur.
Page 47
Borduren
Memo
Memo
Herhaal dezelfde stappen voor het borduren van de
h
overige kleuren.
Wanneer u de laatste kleur hebt genaaid, verschijnt op de display een bericht dat het borduren is voltooid.
Druk op om terug te keren naar het beginscherm.
• Meer bijzonderheden over de instelling voor automatisch draadknippen vindt u in “Gebruik van de automatische draadknipfunctie (EINDE KLEUR KNIPPEN)” in het gedeelte “Borduren”.
Knip de overtollige overspringende draden binnen de kleur af.
i
Garenkleurweergave wijzigen
U kunt de naam van garenkleuren of het borduurgarennummer weergeven.
Garenkleurnaam
Garennummer
Wanneer garennummer “#123” wordt weergegeven
d
gebruikt u of om te selecteren uit onderstaande zes merken borduurgaren.
B
BEGINNEN MET BORDUREN
• De kleur op het scherm wijkt mogelijk enigszins af van de werkelijke kleur op de klos.
Druk op .
a
Gebruik of op het bedieningspaneel om de
b
garenkleurselectie weer te geven.
Gebruik of om de naam van de garenkleuren
c
of het borduurgarennummer te selecteren.
Embroidery (polyestergaren)
Country (katoenen draad)*
Madeira Poly (polyestergaren)
Madeira Rayon
Sulky
Robison-Anton (polyestergaren)
* Naar gelang het land of de streek wordt katoenachtig
polyestergaren verkocht.
Druk op .
e
Basishandelingen B-37
Page 48
Borduren
B-38
Page 49
Borduren
In dit gedeelte vindt u aanwijzingen om ontwerpen te borduren met deze machine. Paginanummers in dit gedeelte beginnen met “E”.
De display en machine-illustratie kunnen iets afwijken naargelang het land of de regio.
Hoofdstuk1 BORDUREN.............................................................. E-2
Page 50
Patronen kiezen
Memo
ab
c
f
e
hgd
a
Hoofdstuk 1
BORDUREN
Patronen kiezen
Bereid de machine voor op borduren volgens de instructies in “BEGINNEN MET BORDUREN” van “Basishandelingen”.
1 Borduurpatronen 2 Brother “Exclusief” 3 Bloemletterpatronen 4 Letterpatronen 5 Kaderpatronen 6 Druk op deze toets om de borduureenheid in de
opbergstand te plaatsen.
7 In het geheugen opgeslagen patronen (pagina E-32) 8
Patronen die zijn opgeslagen op de USB-stick (pagina E-33)
Druk op .
c
Het geselecteerde patroon is rood omkaderd.
Ga door met “Patronen bewerken” op pagina E-5 om
d
het patroon te bewerken.
Letterpatronen kiezen
Voorbeeld: “We Fly” invoeren.
Druk op .
a
Druk op de toets van het lettertype dat u wilt borduren.
b
• Zie bijgeleverde “Borduurmotieven handleiding” voor meer informatie over het stekenoverzicht van elke categorie.
Borduurpatronen/Brother “Exclusief”/bloemletterpatronen kiezen
Selecteer de patrooncategorie.
a
Druk op de toets van het gewenste patroon.
b
Druk op om “W” op het scherm te openen en voer
c
“W” in.
• Het nummer aan de linkerkant van het tekstinvoerkader boven in het scherm geeft het huidige regelnummer aan.
E-2
Het door u gekozen patroon staat in het
linkergedeelte van het scherm.
1 Huidig regelnummer
Page 51
Patronen kiezen
Memo
Druk op om “e” op het scherm weer te geven en
d
voer “e” in.
• Als u een letter hebt geselecteerd en de grootte ervan
wilt veranderen, drukt u op . Telkens wanneer u op de toets drukt, verandert de grootte van groot,
naar medium naar klein.
• Als u per ongeluk verkeerd kiest, druk dan op om uw fout te wissen.
• Als het patroon te klein is om het goed te kunnen zien, kunt u het controleren met .
• Hoe u meerdere regels kunt toevoegen, leest u in “Nieuwe regel opgeven” op pagina E-4.
Druk op en voer vervolgens de “F” in.
f
Druk op om “l” en “y” weer te geven en in te
g
voeren.
Druk op .
h
E
BORDUREN
• Als u letters toevoegt nadat u de grootte hebt gewijzigd, worden de nieuwe letters ingevoerd in de grootte die u hebt gekozen.
• U kunt de grootte van de ingevoerde letters niet wijzigen nadat u een letterpatroon hebt gecombineerd.
Druk op en vervolgens op om een spatie in te
e
voeren.
Het bewerkscherm verschijnt.
Ga door met “Patronen bewerken” op pagina E-5 om
i
het patroon te bewerken.
• Meer bijzonderheden over het bewerken van letters vindt u in “Letterpatronen bewerken” op pagina E-9.
• Als u naar het vorige scherm terug wilt gaan of een ander patroon wilt kiezen, drukt u op .
Borduren E-3
Page 52
Patronen kiezen
Memo
Nieuwe regel opgeven
Met de nieuwe-regeltoets kunt u meerdere tekstregels invoeren. Elke regel wordt een groep, waarvan u er één tegelijk kunt bewerken.
Voorbeeld: “High” invoeren in de tweede regel van
onderstaand scherm
Druk op .
a
Voer “High” in.
b
Kaderpatronen selecteren
Druk op .
a
Druk op de toets van de kadervorm die u wilt
b
borduren.
Druk op de toets van het kaderpatroon dat u wilt
c
borduren.
Druk op .
c
Het bewerkscherm verschijnt.
• Als u de tekst vóór de nieuwe regel wilt wijzigen in het tekstinvoerscherm, druk dan op , ook om
tekst na de nieuwe regel te verwijderen.
• Wanneer u op drukt om de lettergrootte te wijzigen, verandert de grootte van de letters in de tekstregel die wordt weergegeven. Als u de grootte van de letters in een andere tekstregel wilt
wijzigen, druk dan op om de tekst te wissen totdat de betreffende regel verschijnt. Of wijzig de
grootte van het patroon in het patroonbewerkscherm.
• We adviseren u op te drukken voordat u een nieuwe regel opgeeft om een voorbeeld van het patroon te bekijken.
• Als u per ongeluk een verkeerd patroon hebt gekozen, druk dan op de toets van het patroon dat u wel wilt borduren.
Het geselecteerde patroon verschijnt op het scherm.
Druk op .
d
Het bewerkscherm verschijnt.
Ga door met “Patronen bewerken” op pagina E-5 om
e
het patroon te bewerken.
• Als u naar het vorige scherm terug wilt gaan of een ander patroon wilt kiezen, drukt u op .
E-4
Page 53
Patronen bewerken
Memo
VOORZICHTIG
1 2 3 4
6
7
B A 0 9
E
8
C
5F
D
Patronen bewerken
Wanneer u een patroon selecteert in het patroonkeuzescherm en op drukt, verschijnt het patroonbewerkscherm. Om
het bewerken te voltooien drukt u op om door te gaan naar het borduurinstellingenscherm.
Patroonbewerkscherm
• Als een toets lichtgrijs is, kunt u die functie niet gebruiken bij het geselecteerde patroon.
E
• Wanneer u een patroon hebt gewijzigd, controleer dan op de display welke borduurramen u kunt gebruiken en neem een geschikt borduurraam. Als u een borduurraam gebruikt dat niet op de display wordt aangegeven, kan de persvoet het raam raken en daardoor letsel veroorzaken.
Nr. Display Toetsnaam Uitleg Pagina
1 Vergrotentoets Druk op deze toets om het patroon op het scherm te vergroten. E-8
2 Borduurraam Hier verschijnen de borduurramen die u kunt gebruiken.
3 Grootte van het patroon Geeft de grootte van het gehele combinatiepatroon aan.
4 Voorbeeldtoets Druk op deze toets om een afbeelding van het naaiwerk weer te geven. Meer
bijzonderheden vindt u in “Voorbeeld van het geselecteerde patroon bekijken” in het gedeelte “Basishandelingen”.
5 Rotatietoets Met de rotatietoets draait u het patroon op het scherm. U kunt patronen telkens 1
6 Garenkleurentoets Met deze toets wijzigt u de kleuren van het weergegeven patroon. E-7
7 Wissentoets Met deze toets kunt u het geselecteerde patroon (het rood omrande patroon) wissen. E-7
8 Toets Lettertype
9 Eindetoets Druk op deze toets om het kaderlay-outscherm te openen. Meer bijzonderheden
0 Geheugentoets Druk op deze toets om patronen op te slaan in het geheugen van de machine of op
A Patroonkeuzetoets Als u een combinatiepatroon hebt gekozen, kunt u met deze toetsen een gedeelte
B Toevoegentoets Druk op deze toets om een borduurpatroon toe te voegen aan het patroon dat op dit
C Horizontale spiegeltoets Met de horizontale spiegeltoets spiegelt u het geselecteerde patroon horizontaal. E-7
D Draaddichtheidstoets Met deze toets wijzigt u de draaddichtheid van sommige letter- of kaderpatronen. E-7
E Verplaatsingstoets Druk op deze toetsen om het patroon te verplaatsen. E-6
F Groottetoets Met de groottetoets wijzigt u de grootte van het patroon. U kunt patronen vergroten
bewerken
graad, 10 graden of 90 graden draaien.
Druk op deze toets om het bewerkscherm voor lettertypen weer te geven. Meer bijzonderheden vindt u in “Alle patronen bewerken”.
vindt u in “Letterpatronen bewerken”.
de USB-stick.
van het patroon kiezen dat u wilt wijzigen.
moment wordt weergegeven.
of verkleinen.
E-6
E-9
E-15
E-31
E-14
E-13
E-6
BORDUREN
Borduren E-5
Page 54
Patronen bewerken
Memo
1
1
Memo
1
Patroon verplaatsen
Druk op .
a
Druk op om het patroon te verplaatsen in de
b
richting die op de toets is aangegeven.
• Druk op om het patroon te centreren.
1 Afstand van het midden
• Sommige patronen of letters kunt u meer vergroten dan andere patronen.
• Sommige patronen of letters kunt u meer vergroten als u ze 90 graden draait.
• U kunt het patroon ook verplaatsen door het te slepen.
• U kunt patronen niet verplaatsen in schermen
waarin niet verschijnt.
Druk op om terug te gaan naar het
c
oorspronkelijke scherm.
Grootte van patroon wijzigen
Druk op .
a
Selecteer in welke richting u de grootte wilt wijzigen.
b
• Met onderstaande toetsen verandert u de vorm van het patroon als volgt.
: het patroon vergroten met behoud van de
verhoudingen.
: het patroon verkleinen met behoud van de
verhoudingen.
: het patroon horizontaal uitrekken.
: het patroon horizontaal inkrimpen.
: het patroon verticaal uitrekken.
: het patroon verticaal inkrimpen.
: de oorspronkelijke grootte van het patroon
herstellen.
Druk op om terug te gaan naar het
c
oorspronkelijke scherm.
Patroon roteren
Druk op .
a
Selecteer de rotatiehoek voor het patroon.
b
• Met onderstaande toetsen roteert u het patroon als volgt.
: het patroon 90 graad naar links draaien.
: het patroon 90 graad naar rechts draaien.
: het patroon 10 graad naar links draaien.
: het patroon 10 graad naar rechts draaien.
: het patroon 1 graad naar links draaien.
: het patroon 1 graad naar rechts draaien.
• Druk op om het patroon terug te zetten op de oorspronkelijke positie.
E-6
1 Grootte van patroon
1 Rotatiehoek
Druk op om terug te gaan naar het
c
oorspronkelijke scherm.
Page 55
Patronen bewerken
1
Garenkleur wijzigen
U kunt de garenkleur wijzigen door de te wijzigen kleur boven in de naaivolgorde te plaatsen en een nieuwe kleur te selecteren uit de garenkleuren op de machine.
Druk in het patroonbewerkscherm op .
a
Het garenkleurenpalet verschijnt op het scherm.
Druk op of op om de te wijzigen kleur boven in
b
de naaivolgorde te zetten.
Druk op of op de kleur op het
c
kleurenpalet om een nieuwe kleur te kiezen.
• Druk op als u de oorspronkelijke kleur terug wilt. Hebt u meerdere kleuren gewijzigd, dan herstelt
u met dit commando de oorspronkelijke kleur van alle kleuren om de garenkleur in de afbeelding te wijzigen.
Steekdichtheid wijzigen (alleen letter- en kaderpatronen)
Voor sommige letter- en kaderpatronen kunt u de steekdichtheid wijzigen.
U kunt een instelling opgeven tussen 80% en 120% in stappen van 5%.
Druk op .
a
Wijzig de steekdichtheid.
b
• Druk op om de dichtheid te verlagen.
• Druk op om de dichtheid te verhogen.
E
BORDUREN
1 Kleurenpalet
De geselecteerde kleur verschijnt boven in de
naaivolgorde.
Druk op .
d
Op de display staan de gewijzigde kleuren.
Horizontaal gespiegeld patroon maken
Druk op totdat deze toets er uitziet als om een horizontaal spiegelbeeld van het geselecteerde patroon te
maken. Druk nogmaals op om het patroon terug te zetten in de oorspronkelijke stand.
1 Normaal 2 Fijn (steken dichter op elkaar) 3 Grof (steken verder uit elkaar)
Telkens wanneer u op een van deze toetsen drukt,
wordt de dichtheid van het patroon gewijzigd.
Druk op om terug te keren naar het
c
oorspronkelijke patroonkeuzescherm.
Patroon wissen
Druk op om het patroon van het scherm te wissen.
Borduren E-7
Page 56
Patronen bewerken
Memo
Patronen vergroot weergeven op het scherm
Druk op .
a
Het scherm om de vergroting te selecteren verschijnt.
Druk op de gewenste weergavegrootte voor het
b
patroon.
• Druk op om de normale weergave te herstellen.
Druk op om terug te gaan naar het
c
oorspronkelijke scherm.
Na het bewerken
Druk op .
a
• Om het patroon te combineren met andere patronen selecteert u (pagina E-13).
• Meer informatie over het naaien van patronen vindt u in “Patroon borduren” in het gedeelte “Basishandelingen”.
E-8
• Als u terug wilt gaan naar het bewerkscherm na
op te hebben gedrukt, druk dan op .
Page 57
Letterpatronen bewerken
1 23 4
7 8 6
5
Opmerking
Het bewerkscherm voor lettertypen verschijnt wanneer u
op drukt in het patroonbewerkscherm.
Letterpatronen bewerken
Kleuren van letterpatronen wijzigen
Bewerkscherm voor lettertypen
Nr. Display Toetsnaam Uitleg Pagina
1
2
3
4 Toets Tekst
5
6
7
8
Meerkleurentoets
Rangschikkentoets
Lettertypetoets
horizontaal/ verticaal
Tekstbewerktoets
Tekstsplitsingstoets
Spatiëringtoets
Selectietoets
Met deze toets kunt u de kleur van afzonderlijke letters in een patroon wijzigen.
Met deze toets wijzigt u de configuratie van een letterpatroon.
Druk op deze toets om het lettertype van de geselecteerde letters te wijzigen.
Druk op deze toets om te schakelen tussen tekst verticaal en horizontaal schrijven.
Druk op deze toets om elke letter afzonderlijk te bewerken.
Druk op deze toets om tekst te splitsen tussen letters zodat u deze afzonderlijk kunt bewerken.
Met deze toets wijzigt u de spatiëring van letters.
Druk op deze toets om een letter te selecteren. Als u de nieuwe-regeltoets hebt gebruikt tijdens het invoeren van tekst, kunt u afzonderlijke regels selecteren.
E-9
E-12
E-10
E-9
E-11
E-10
E-10
In gecombineerde letterpatronen kunt u elke letter met een andere kleur borduren. Als “MEERKLEUREN” is ingesteld, stopt de machine nadat een letter is genaaid. U kunt dan overgaan op een andere kleur garen.
Druk op zodat de toets er zo uitziet .
a
• Druk nogmaals op de toets om terug te keren naar de oorspronkelijke instelling.
E
Druk op om terug te keren naar het
b
patroonbewerkingsscherm.
• Druk op om de kleuren in de naaivolgorde te wijzigen (zie pagina E-7).
Wanneer een letter is genaaid, wijzigt u de garenkleur
c
en naait u de volgende letter.
Schakelen tussen tekst verticaal en horizontaal schrijven
Wanneer u het Japanse lettertype hebt geselecteerd, kunt u de tekst verticaal of horizontaal schrijven.
Druk op om te schakelen tussen tekst verticaal en
a
horizontaal schrijven.
Druk op om terug te keren naar het
b
patroonbewerkingsscherm.
BORDUREN
• Westerse letters kunnen niet verticaal worden geschreven.
Borduren E-9
Page 58
Letterpatronen bewerken
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Lettertype van ingevoerde letters wijzigen
Nadat u tekst hebt ingevoerd, kunt u het lettertype wijzigen.
Druk op .
a
Selecteer het gewenste lettertype.
b
De tekst verschijnt op het scherm in het nieuwe
lettertype.
Spatiëring tussen letters verkleinen
U kunt de spatiëring tussen letters verkleinen tot 50% van de smalste letter in de groep.
• Het is niet aan te raden gegevens te bewerken en te kopiëren naar andere of oudere machines. Andere machines hebben misschien niet dezelfde functies en dan kunnen zich problemen voordoen.
• U kunt de spatiëring tussen letters alleen verkleinen wanneer de letters normaal op een rechte lijn staan.
• Het is niet altijd mogelijk om het geselecteerde lettertype te wijzigen.
Spatiëring tussen letters wijzigen
Druk op .
a
Druk op / om de ruimte tussen de letters te
b
vergroten/verkleinen.
• Druk op om het patroon terug te zetten op de oorspronkelijke lay-out.
Gecombineerde letterpatronen scheiden
U kunt gecombineerde patronen scheiden om de letterspatiëring aan te passen of de patronen afzonderlijk te bewerken nadat u alle letters hebt ingevoerd.
Druk op .
a
Selecteer met waar u het patroon wilt
b
scheiden en druk vervolgens op om het te scheiden. In dit voorbeeld wordt het patroon
gescheiden tussen “A” en “B”.
Druk op om terug te keren naar het
c
lettertypebewerkingsscherm.
E-10
• Een gescheiden letterpatroon kunt u niet opnieuw combineren.
Page 59
Letterpatronen bewerken
Druk op om terug te keren naar het
c
lettertypebewerkingsscherm.
Afzonderlijke letters bewerken
Druk op zodat u één letter kunt selecteren om te bewerken.
U kunt de lettergrootte en het lettertype wijzigen.
De grootte wijzigen
Druk op .
a
Selecteer de letter waarvan u de grootte wilt wijzigen.
b
• Om de letter te selecteren drukt u op of op . De geselecteerde letter is omrand met een rood
kader.
Lettertype wijzigen
Druk op .
a
Druk op en selecteer de letter waarvan u het
b
lettertype wilt wijzigen
• Om de letter te selecteren drukt u op of op .
De geselecteerde letter is omrand met een rood
kader.
Selecteer het gewenste lettertype.
c
De letter wordt gewijzigd in het geselecteerde
lettertype.
E
BORDUREN
Selecteer in welke richting u de grootte wilt wijzigen.
c
• Meer bijzonderheden over de diverse toetsen vindt u in de procedure in “Grootte van patroon wijzigen” op pagina E-6.
Druk op om terug te keren naar het
d
lettertypebewerkingsscherm.
Druk op om terug te keren naar het
d
lettertypebewerkingsscherm.
Borduren E-11
Page 60
Letterpatronen bewerken
Memo
Lay-out van letterpatronen wijzigen
Druk op .
a
Druk op de toets van de lay-out die u wilt borduren.
b
• Nadat u een boog hebt gekozen, wijzigt u met
en de ronding van de boog.
: boog platter maken.
: boog ronder maken.
• Als u , en selecteert, stap dan over
op en . U kunt de ronding van de boog versterken of afzwakken.
Op de display staat de geselecteerde lay-out.
Voorbeeld:
Druk op om terug te keren naar het
c
lettertypebewerkingsscherm.
E-12
Page 61
Patronen combineren
Gecombineerde patronen bewerken
Voorbeeld: letters combineren met een borduurpatroon en
bewerken
Druk op om een borduurpatroon te selecteren.
a
Selecteer het volgende patroon en druk op .
b
Patronen combineren
Druk op .
g
Druk op om de letters te verplaatsen.
h
• Sleep de letters met uw vinger om ze te verplaatsen.
E
Druk op .
c
Druk op om de letters op te geven.
d
• Druk op om terug te gaan naar het vorige scherm.
Selecteer en geef “Spring” op.
e
De letters die u invoert, worden getoond in het
bovenste gedeelte van het scherm.
Druk op om terug te keren naar het
i
patroonbewerkingsscherm.
Druk op en om de lay-out van de letters te
j
wijzigen. Druk tweemaal op om terug te keren naar het patroonbewerkingsscherm.
• Zie pagina E-12 voor meer informatie over het wijzigen van de lay-out.
Druk op om de kleur van de letters te wijzigen.
k
Het garenkleurenpalet verschijnt op het scherm.
• Zie pagina E-7 voor meer informatie over het wijzigen van de kleur.
Druk op om terug te keren naar het
l
patroonbewerkingsscherm.
BORDUREN
Druk op .
f
Borduren E-13
Page 62
Patronen combineren
Memo
Wanneer u klaar bent met alle wijzigingen, drukt u op
m
en vervolgens op .
Het borduurscherm verschijnt.
Gecombineerde borduurpatronen selecteren
Wanneer u meerdere patronen hebt gecombineerd,
selecteert u met het patroon dat u wilt bewerken. Ook kunt u patronen selecteren door het scherm aan te raken met uw vinger.
Borduur de letters.
b
• Met selecteert u overlappende patronen die u niet kunt selecteren door het scherm aan te
raken.
Gecombineerde patronen borduren
Gecombineerde patronen worden geborduurd in de volgorde waarin ze zijn ingevoerd. In dit voorbeeld is dit de volgorde:
• Meer informatie over het naaien van patronen vindt u in “Patroon borduren” in het gedeelte “Basishandelingen”.
Borduur het bloempatroon en houd u daarbij aan de
a
kleurvolgorde op het scherm.
E-14
Nadat de bloemen zijn geborduurd, gaat de [+]
cursor naar het lettergedeelte van het patroon.
Page 63
Alle patronen bewerken
1
2
6 5 4
3
2
1
Alle patronen bewerken
Wanneer u in het bewerkscherm op drukt, verschijnt het borduurinstellingenscherm. Nadat u het patroon hebt
bewerkt, drukt u op om door te gaan naar het borduurscherm.
Borduurinstellingenscherm
Nr. Display Toetsnaam Uitleg Pagina
1
2 Rotatietoets Met deze toets draait u het
3
4
5
6
Verplaatsingstoets
Borduurtoets
Geheugentoets
Controletoets
Beginpunttoets
Druk op deze toetsen om het patroon te verplaatsen in de richting van de pijl. (Met de centreertoets zet u het patroon terug in het midden van het borduurgebied.)
hele patroon op het scherm.
Druk op deze toets om het borduurscherm te openen.
Druk op deze toets om patronen op te slaan in het geheugen van de machine of op de USB-stick.
Druk op deze toets om de positie van het patroon te controleren. Het borduurraam verplaatst zich zodat u kunt controleren of er voldoende ruimte is om het patroon te naaien. Meer bijzonderheden vindt u in “Patroonpositie controleren” in het gedeelte “Basishandelingen”.
Met de beginpunttoets stemt u de beginpositie van de naald af op de patroonpositie.
E-15
E-15
E-31
E-15
Patroon roteren
Druk op om het hele patroon te roteren.
Voor meer informatie, zie “Patroon roteren” op pagina E-6.
Patroon en naald in de juiste positie zetten
Voorbeeld: de linkerbenedenhoek van een patroon
tegenover de naald leggen
Markeer de plaats waar u wilt beginnen met borduren
a
op de stof (zie afbeelding).
Druk op .
b
Druk op .
c
E
BORDUREN
Patroon verplaatsen
Druk op om het hele patroon te verplaatsen.
Meer bijzonderheden vindt u in “Patroonpositie controleren” in het gedeelte “Basishandelingen”.
1 Beginpunt 2 Deze toets is voor de uitlijning van verbonden letters.
(pagina E-16)
De naaldstand gaat naar de linkerbenedenhoek van
het patroon (het borduurraam verplaatst zich zodanig dat de naald op de juiste positie wordt geplaatst).
Druk op .
d
Borduren E-15
Page 64
Alle patronen bewerken
Opmerking
Opmerking
Met zorgt u dat de naald en de markering op de
e
stof op hetzelfde punt komen. Dan begint u met het borduren van het patroon.
Verbonden letters borduren
Volg onderstaande procedure om verbonden letters te borduren in één rij wanneer het patroon ook buiten het borduurraam valt.
Druk op .
d
• Als u de beginpuntinstelling wilt annuleren en het beginpunt wilt terugzetten naar het midden van
het patroon, drukt u op .
• Met kunt u een ander beginpunt
selecteren om te borduren.
Voorbeeld: Wanneer u “DEF” verbindt met de letters
“ABC” en borduurraam 10 cm × 10 cm (4 inch × 4 inch) gebruikt (optioneel bij sommige modellen)
Selecteer de letterpatronen voor “ABC” en druk
a
vervolgens op en op .
• Meer informatie over het selecteren van letterpatronen vindt u in “Letterpatronen kiezen” op pagina E-2.
Druk op .
b
Zet de borduurvoet omlaag en druk vervolgens op de
e
“Start/Stop”-toets om te beginnen met borduren.
Nadat u de letters hebt geborduurd, snijdt u de draden
f
af en verwijdert u het borduurraam. Vervolgens drukt u op om het “Borduren beëindigd”.
1 Eind van borduren
Plaats de stof zo in het borduurraam dat de rechterkant
g
van de letter “C” gedeeltelijk binnen het borduurraam valt. Let op dat de letters recht en horizontaal blijven. Bevestig het raam opnieuw zodat u de overige letters (“DEF”) kunt borduren.
Druk op en vervolgens op .
c
De naald wordt in de linkerbenedenhoek van het
patroon geplaatst. Het borduurraam verplaatst zich zodat de naald in de juiste positie staat.
E-16
Druk op en vervolgens op .
h
Page 65
Net als in stap a selecteert u de letterpatronen voor
i
“DEF”.
Druk op .
j
Druk op en vervolgens op .
k
De naald wordt in de linkerbenedenhoek van het
patroon geplaatst. Het borduurraam verplaatst zich zodat de naald in de juiste positie staat.
Met lijnt u de naald uit met het eind van het
l
borduurwerk van het vorige patroon.
Alle patronen bewerken
E
Druk op .
m
Zet de borduurvoet omlaag en druk op de
n
"Start/Stop"-toets om te beginnen met het borduren van de overige letterpatronen.
BORDUREN
Borduren E-17
Page 66
Borduurapplicaties
Opmerking
Opmerking
Borduurapplicaties
Applicaties borduren
Wanneer op het borduurkleurvolgordescherm
(APPLICATIEMATERIAAL), (APPLICATIEPOSITIE) of (APPLICATIE) wordt weergegeven, volg dan de
onderstaande procedure.
1. Een applicatie maken
È
2. De applicatiepositie naaien op de basisstof
È
3. De applicatie bevestigen aan de basisstof
È
4. De rest van het patroon borduren
Benodigde materialen
• Stof voor de applicatie
• Stof voor de applicatiebasis
• Steunstof
• Textiellijm
• Borduurgaren
Bevestig steunstof aan de achterkant van de
b
applicatiestof.
Span de stof in het borduurraam en bevestig het raam vervolgens aan de borduureenheid.
1 Applicatiemateriaal (katoen, vilt, enz.) 2 Opstrijksteunstof
Rijg de machine in met de borduurdraad, zet de
c
persvoethendel omlaag en druk op de “Start/Stop”-toets om de snijlijn van de applicatie te naaien.
De omtrek van de applicatie wordt genaaid. Na
afronding hiervan stopt de machine.
•Als (APPLICATIEMATERIAAL),
(APPLICATIEPOSITIE) of
(APPLICATIE) worden weergegeven in de garenkleurlijst, verschijnen de juiste namen en nummers van de te gebruiken garennummers niet. Selecteer de garenkleuren die u wilt
gebruiken in het applicatiepatroon.
1. Een applicatie maken
Selecteer het applicatiepatroon en ga door naar het
a
borduurscherm.
1 Omtrek van de applicatie 2 Applicatiemateriaal
Verwijder de stof van de applicatie uit het
d
borduurraam en snij zorgvuldig langs de genaaide snijlijn.
• Als de applicatie wordt uitgesneden langs de binnenkant van de snijlijn, wordt deze mogelijk niet correct bevestigd aan de stof. Snijd de applicatie dus zorgvuldig uit langs de snijlijn.
• Nadat u de applicatie hebt uitgesneden, verwijdert u de draad zorgvuldig.
E-18
Page 67
2. De applicatiepositie naaien op de basisstof
Opmerking
Opmerking
Memo
Bevestig steunstof aan de achterkant van de stof voor
a
de applicatiebasis. Span de stof in het borduurraam en bevestig het raam vervolgens aan de borduureenheid.
Rijg de machine in met de borduurdraad, zet de
b
persvoethendel omlaag en druk op de “Start/Stop”-toets om de applicatiepositie te naaien.
De positie van de applicatie wordt genaaid en dan
stopt de machine.
Borduurapplicaties
• Als de applicatie niet stevig is bevestigd op de basisstof, kan deze loslaten tijdens het naaien, waardoor hij niet op de juiste positie wordt genaaid.
• Als u de applicatie niet met textiellijm aan de basisstof kunt bevestigen, naait u deze stevig op zijn plek met rijgsteken.
• Als u dunne stof gebruikt voor de applicatie, is het raadzaam deze te verstevigen en bevestigen met een opstrijkplakvel. U kunt met een strijkbout de applicatie bevestigen op de applicatielocatie.
• Verwijder de stof niet uit het borduurraam voordat u de applicatie bevestigt aan de basisstof.
Nadat de applicatie is bevestigd, installeert u het
b
borduurraam op de machine. Rijg de machine in met de borduurdraad, zet de persvoethendel omlaag en druk op de “Start/Stop”-toets om de applicatie te naaien.
E
1 Applicatiepositie 2 Basisstof
Verwijder het borduurraam van de borduureenheid.
c
• Verwijder de basisstof pas uit het borduurraam nadat al het naaiwerk is voltooid.
3. De applicatie bevestigen aan de basisstof
Breng enige textiellijm aan op de achterkant van de
a
applicatie en bevestig deze op de basisstof binnen de omtrek van de positie die u hebt genaaid in stap b van “2. De applicatiepositie naaien op de basisstof”.
De applicatie wordt op de basisstof genaaid, waarna
de machine stopt.
• Naar gelang het patroon dat u hebt geselecteerd, verschijnen
(APPLICATIEMATERIAAL), (APPLICATIEPOSITIE) en
(APPLICATIE) niet voor alle drie de stappen. Als
(APPLICATIE) verschijnt als een
kleur, borduurt u met garen van die kleur.
BORDUREN
Borduren E-19
Page 68
Borduurapplicaties
Memo
Opmerking
4. De rest van het patroon borduren
Wissel van borduurdraad volgens de
a
draadkleurvolgorde en borduur de rest van het patroon.
• Mogelijk is lijm aan de persvoet, naald of steekplaat blijven plakken. Verwijder de lijm van de onderdelen nadat u het applicatiepatroon hebt geborduurd.
• De beste resultaten verkrijgt u wanneer u overtollige draad afknipt bij elke kleurwisseling.
Borduur hetzelfde patroon van stap a op de basisstof.
b
Breng een dun laagje textiellijm aan op de achterkant
c
van de applicatie die u hebt gemaakt in stap Bevestig de applicatie op de vorm in de basisstof.
Kies het kaderpatroon (satijnsteek) van dezelfde vorm
d
als de applicatie. Borduur over de applicatie en de basisstof van stap c om de applicatie te maken.
a.
Applicatie maken met een kaderpatroon (1)
U kunt met kaderpatronen met dezelfde grootte en dezelfde vorm een applicatie maken. Borduur één patroon met een rechte steek en één patroon met een satijnsteek.
Kies een kaderpatroon met een rechte steek. Borduur
a
het patroon op de applicatiestof en knip daar precies om heen.
• Als u de grootte of de positie van de patronen wijzigt wanneer u ze selecteert, noteer dan de grootte en de positie daarvan.
1 Applicatiemateriaal
E-20
Page 69
Applicatie maken met een kaderpatroon (2)
Opmerking
Opmerking
Dit is een tweede methode om applicaties te maken met borduurpatronen. Bij deze methode hoeft u de stof in het borduurraam niet te verwisselen. Borduur één patroon met een rechte steek en één patroon met een satijnsteek.
Kies een kaderpatroon (rechte steek) en borduur dit
a
patroon op de basisstof.
Plaats de applicatiestof op het patroon dat u hebt
b
geborduurd in stap a.
• Controleer of de applicatiestof het stiksel volledig bedekt.
Borduurapplicaties
• Haal de stof niet uit het borduurraam om het uit te knippen. Trek of duw de stof niet. Anders kan de stof los in het borduurraam gaan zitten.
Kies het kaderpatroon (satijnsteek) van dezelfde vorm
e
als de applicatie.
• Wijzig de grootte en de positie van het patroon niet.
• Als u de grootte of de positie van de patronen wijzigt wanneer u ze selecteert, noteer dan de grootte en de positie daarvan.
E
Borduur hetzelfde patroon op de applicatiestof.
c
Verwijder het borduurraam uit de borduureenheid en
d
knip het patroon rondom de naad uit.
1 Applicatiemateriaal
Bevestig het borduurraam weer op de borduureenheid
f
en borduur het patroon met de satijnsteken om de applicatie te maken.
BORDUREN
Borduren E-21
Page 70
Borduurapplicaties
Memo
Gesplitste borduurpatronen naaien
U kunt gesplitste borduurpatronen naaien die zijn gecreëerd met PE-DESIGN Ver. 7 of later of PE-DESIGN NEXT. Gesplitste borduurpatronen wil zeggen dat borduurpatronen die groter zijn dan het borduurraam in meerdere delen worden gesplitst. Nadat elk gedeelte is genaaid, vormen deze delen samen het gehele patroon.
Meer bijzonderheden over het maken van gesplitste borduurpatronen en uitvoerigere naai-instructies, vindt u in de gebruiksaanwijzing bij PE-DESIGN Ver.7 of later, of PE-DESIGN NEXT.
In de volgende procedure wordt beschreven hoe u onderstaand gesplitst borduurpatroon leest van een USB-stick en het borduurt.
Bewerk het patroon zo nodig en druk op .
c
Druk op .
d
• Meer bijzonderheden over het bewerken van patronen vindt u in “Alle patronen bewerken” op pagina E-15.
Sluit de USB-stick met daarop het gesplitste
a
borduurpatroon dat u hebt gemaakt, aan op de machine. Selecteer vervolgens het gesplitste borduurpatroon dat u wilt borduren.
• Meer bijzonderheden over het oproepen van patronen vindt u in “Gegevens ophalen van de USB-stick” op pagina E-34.
Een scherm verschijnt waarop u een gedeelte van het
gesplitste borduurpatroon kunt selecteren.
Selecteer het gedeelte dat u wilt borduren en druk
b
op .
• Het patroon kan 90° graden naar links of rechts
worden gedraaid wanneer u op drukt.
Druk op de “Start/Stop”-toets om het patroongedeelte
e
te borduren.
Wanneer het borduren is afgelopen, verschijnt het
f
volgende scherm. Druk op .
Een scherm verschijnt waarop u een gedeelte van het
gesplitste borduurpatroon kunt selecteren.
Herhaal stap b t/m f om de overige gedeelten van
g
het patroon te borduren.
E-22
• Selecteer de gedeelten in alfabetische volgorde.
• U kunt maximaal 5 gedeelten weergeven op één pagina. Zijn er 6 of meer gedeelten in het patroon,
druk dan op of om de vorige of volgende pagina weer te geven.
Page 71
Aanpassingen tijdens het borduren
Opmerking
• Stoot niet tegen de wagen van de borduureenheid of de persvoet wanneer u het borduurraam verwijdert of bevestigt. Anders wordt het patroon niet juist geborduurd.
Als de onderdraad bijna op is
Wanneer de onderdraad bijna op raakt tijdens het borduren, stopt de machine en verschijnt de volgende boodschap. Druk
op en rijg de onderdraad opnieuw in volgens onderstaande aanwijzingen. U kunt nog ca. 10 steken borduren zonder de machine opnieuw in te rijgen door op
te drukken. De machine stopt na circa tien steken te
hebben genaaid.
Aanpassingen tijdens het borduren
Plaats een opgewonden spoel in de machine. (zie “De
c
spoel installeren” in “Basishandelingen”.)
Druk op .
d
E
Druk op .
a
Nadat de draad automatisch is afgesneden, verschuift
de wagen.
Ontgrendel de raambevestigingshendel en verwijder
b
het borduurraam.
• Druk daarbij niet te hard op de stof. Anders kan de stof los in het borduurraam gaan zitten.
Bevestig het borduurraam.
e
U kunt teruggaan naar de plek in het patroon waar u
f
stopte met naaien, door stap c t/m f in het volgende gedeelte te volgen.
BORDUREN
Borduren E-23
Page 72
Aanpassingen tijdens het borduren
Memo
Memo
Opmerking
1
Wanneer de draad afbreekt tijdens het naaien
Druk op de “Start/Stop”-toets om de machine te
a
stoppen.
Als de bovendraad afgebroken is, rijg de bovendraad
b
dan opnieuw in. Als de onderdraad breekt, druk dan op
volg de aanwijzingen in stap
vorige gedeelte om de spoel opnieuw te installeren.
Druk op .
c
Druk op , of op om de naald het juiste
d
aantal steken terug te zetten naar de plek waar de draad afbrak.
a t/m e van het
Druk op .
b
Het borduurraam verplaatst zich zo dat de naald
terugkeert naar de beginstand van het patroon.
Druk op (persvoettoets) om de persvoet omlaag te
c
zetten en begin met naaien.
Borduren hervatten nadat u de machine hebt uitgeschakeld
De huidige kleur en het huidige steeknummer worden opgeslagen wanneer u stopt met borduren. De volgende keer dat u de machine aanzet, kunt u verdergaan met het patroon of het patroon wissen.
• Als u niet terug kunt gaan naar de plek waar de
draad is afgebroken, druk dan op om de
kleur te selecteren en naar de beginpositie van de geselecteerde kleur te gaan. Ga daarna met
, of vooruit naar iets vóór de plek
,
waar de draad is afgebroken.
Druk op om terug te gaan naar het
e
oorspronkelijke scherm.
Druk op (persvoettoets) om de persvoet omlaag te
f
zetten en druk op de “Start/Stop”-toets om verder te gaan met borduren.
Opnieuw beginnen vanaf het begin
• Ook al valt de stroom uit midden in het borduurwerk, wanneer u de machine weer aanzet, gaat de machine terug naar het punt waar het borduurwerk was gestopt.
1 Huidige steeknummer toen het borduren werd gestopt
• Verwijder de borduureenheid niet, anders blijft het ontwerp niet bewaard in het geheugen.
Zet de hoofdschakelaar aan.
a
Volg de instructies op het scherm en verwijder het
b
borduurraam.
De volgende boodschap verschijnt.
Druk op .
a
E-24
Page 73
Bevestig het borduurraam en druk op .
Memo
1
c
Het vorige borduurscherm dat werd weergegeven
voordat de machine werd uitgeschakeld, verschijnt.
• Als u een nieuwe borduurpatroon wilt starten, drukt u op zodat het patroonkeuzescherm
verschijnt.
Ga door met borduren.
d
Aanpassingen tijdens het borduren
E
1 Steeknummer wanneer het borduren wordt hervat
BORDUREN
Borduren E-25
Page 74
Aanpassingen
Opmerking
Memo
Opmerking
Opmerking
Aanpassingen
Draadspanning aanpassen
Bij het borduren moet u de draadspanning zo instellen dat de bovendraad net zichtbaar is aan de achterkant van de stof.
Juiste draadspanning
Het patroon is zichtbaar aan de achterkant van de stof. Als de draadspanning niet juist is ingesteld, wordt het patroon niet mooi afgewerkt. De stof kan gaan trekken of de draad kan breken.
1 Voorkant 2 Achterkant
Volg een van de onderstaande procedures om de draadspanning aan te passen aan de situatie.
Druk op .
a
Druk op om de spanning van de bovendraad lager
b
te zetten. (De spanningwaarde wordt lager.)
• Als de draadspanning heel laag is ingesteld, is het mogelijk dat de machine tijdens het borduren zelf stopt. Dit betekent niet dat de naaimachine niet goed functioneert. Verhoog de draadspanning een beetje en ga weer door met borduren.
• Als u de machine uitzet of een ander patroon kiest, keert de draadspanning weer terug op de automatische standaardinstelling.
• Wanneer u een in het geheugen opgeslagen patroon ophaalt, is de instelling van de draadspanning daarvan hetzelfde als toen u het patroon in het geheugen opsloeg.
Bovendraad is te strak
De spanning van de bovendraad is te hoog. Hierdoor is de onderdraad zichtbaar aan de voorkant van de stof.
• Als de onderdraad onjuist is ingeregen, is de bovendraad mogelijk te strak. Zie dan “De spoel installeren” in “Basishandelingen” en rijg de onderdraad opnieuw in.
Druk op .
c
Bovendraad is te los
De spanning van de bovendraad is te laag. Hierdoor is de bovendraad te los en kunnen lussen ontstaan aan de voorkant van de stof.
• Als de bovendraad onjuist is ingeregen, is de bovendraad mogelijk te los. Zie dan “Bovendraad inrijgen” in “Basishandelingen” en rijg de bovendraad opnieuw in.
1 Voorkant 2 Achterkant
Druk op .
a
Druk op om de spanning van de bovendraad hoger
b
te zetten. (De spanningwaarde wordt hoger.)
1 Voorkant 2 Achterkant
E-26
Page 75
Aanpassingen
Opmerking
VOORZICHTIG
Druk op .
c
• Met “Borduurspanning” in het instellingenscherm kunt u de spanning van de bovendraad aanpassen voor borduurwerk. De geselecteerde instelling wordt toegepast op alle patronen. Wanneer tijdens het borduren de algemene spanning van de bovendraad te strak of te los is, kunt u deze aanpassen in het instellingenscherm.
Druk op om de bovendraadspanning te
verhogen of druk op om de bovendraadspanning te verlagen. Als een
specifiek borduurpatroon extra moet worden afgesteld, zie “Draadspanning aanpassen” op pagina E-26.
Onderdraad is te los
Onderdraad is enigszins zichtbaar aan de voorkant van de stof.
1 Voorkant 2 Achterkant
Draai dan de sleufschroef (-) ca. 30 - 45 graden met de klok mee om de spoelspanning te verhogen. Pas op dat u de schroef niet te strak aandraait.
Onderdraad is te strak
De bovendraad lijkt aan de voorkant omhoog te komen, lussen te vormen, en de onderdraad is niet zichtbaar aan de achterkant van de stof.
E
BORDUREN
Spoelhuis aanpassen (geen kleur op schroef)
Het spoelhuis (zonder kleur op schroef) kunt u gemakkelijk aanpassen wanneer u de spanning van de onderdraad moet wijzigen voor de verschillende soorten onderdraad. Zie “Aantrekkelijke afwerkingen borduren” in “Basishandelingen”.
Als u de spoelspanning voor de borduurfunctie wilt aanpassen met behulp van het spoelhuis (geen kleurmarkering op de schroef), draait u de sleufschroef (-) met een schroevendraaier (klein).
1 Draai niet aan kruiskopschroef (+). 2 Aanpassen met schroevendraaier (klein).
Juiste spanning
Bovendraad is enigszins zichtbaar aan de achterkant van de stof.
1 Voorkant 2 Achterkant
Draai dan de sleufschroef (-) ca. 30 - 45 graden tegen de klok in om de spoelspanning te verlagen. Pas op dat u de schroef niet te los draait.
• Neem eerst de spoel eruit wanneer u de spoel uit het spoelhuis aanpast.
• Draai NIET de kruiskopschroef (+) van het spoelhuis. Hierdoor kan het spoelhuis beschadigd raken, waardoor het onbruikbaar wordt.
• Gebruik geen kracht als de sleufschroef (-) moeilijk draait. Wanneer u de schroef te veel draait of te veel kracht zet in beide (draai) richtingen, kunt u schade veroorzaken aan het spoelhuis. Als u het spoelhuis beschadigt, is de spanning mogelijk onjuist.
1 Voorkant 2 Achterkant
Borduren E-27
Page 76
Aanpassingen
Memo
Gebruik van de automatische draadknipfunctie (EINDE KLEUR KNIPPEN)
De automatische draadknipfunctie knipt de draad af aan het eind van elke kleur die u naait. Deze functie is aanvankelijk ingeschakeld. Als u deze functie wilt uitschakelen, druk dan
op en vervolgens op . U kunt deze functie aan- of uitzetten tijdens het borduren.
• Deze instelling wordt weer teruggezet op de standaardinstelling wanneer u de machine uitschakelt.
Druk op .
a
• “spm” is het aantal steken dat per minuut wordt geborduurd.
• Stel een lagere borduursnelheid in wanneer u borduurt op dunne, dikke of zware stof.
• U kunt de naaisnelheid wijzigen nadat u bent begonnen met borduren.
• De instelling voor maximale borduursnelheid verandert pas wanneer u een nieuwe instelling selecteert. De instelling die geldt wanneer u de machine uitschakelt, blijft geselecteerd wanneer u de machine weer inschakelt.
• Stel de snelheid in op een lagere spm-waarde wanneer u speciaal garen gebruikt, zoals bijvoorbeeld metaalgaren.
“Borduurraam Weergave” wijzigen
Druk op om het volgende scherm te openen.
a
Druk op om de automatische draadknipfunctie uit
b
te zetten.
De toets ziet er zo uit: .
• Wanneer u één kleur naait, stopt de machine zonder de draad te knippen.
Druk op om terug te gaan naar het
c
oorspronkelijke scherm.
Borduursnelheid aanpassen
Druk op om het volgende scherm te openen.
a
Wijzig de “Max. borduursnelheid” door te drukken op
b
/.
In “Borduurraam Weergave” wijzigt u met de
b
display van het borduurraam.
c
E-28
Druk op om terug te gaan naar het
oorspronkelijke scherm.
Page 77
Aanpassingen
Memo
1
1
2
Patronen selecteren/openen volgens borduurraamgrootte
Als “Borduurraam identificatie weergave” in het instellingenscherm is ingesteld op “ON”, kunt u het patroon bewerken in het scherm alsof het borduurraam is bevestigd.
Wanneer “Borduurraam identificatie weergave” is ingesteld op “OFF”.
E
* Optioneel bij sommige modellen.
1 Borduurgebied extra groot borduurraam
26 cm × 16 cm (10-1/4 inch × 6-1/4 inch)
2 Middenmarkering 3 Borduurgebied groot borduurraam
18 cm × 13 cm (7 inch × 5 inch)
4 Borduurgebied randborduurraam
18 cm × 10 cm (7 inch × 4 inch)
5 Borduurgebied quiltborduurraam
15 cm × 15 cm (6 inch × 6 inch)
6 Borduurgebied medium borduurraam
10 cm × 10 cm (4 inch × 4 inch)
7 Borduurgebied klein borduurraam
2 cm × 6 cm (1 inch × 2-1/2 inch)
8 Rasterlijnen
Druk op om terug te gaan naar het
c
oorspronkelijke scherm.
BORDUREN
1 Het borduurgebied voor het extra grote borduurraam
verschijnt.
Wanneer “Borduurraam identificatie weergave” is ingesteld op “ON”.
*
*
*
*
*
1 Het borduurgebied voor het geselecteerde borduurraam
verschijnt.
2 Patronen die niet in het geselecteerde raam passen,
verschijnen gearceerd. U kunt deze niet selecteren.
• Patronen die niet kunnen worden genaaid in het geselecteerde borduurraam zijn niet beschikbaar in het patroonkeuzescherm.
• Het patroon wordt vergroot of verkleind binnen het borduurgebied van het geselecteerde borduurraam.
• Wanneer u een patroon vergroot door op in het bewerkscherm te drukken, wordt het vergroot tot 100% van de grootte van het geselecteerde borduurraam.
Borduren E-29
Page 78
Aanpassingen
Memo
1
2
2
1
2
1
Achtergrondkleuren van de borduurpatronen wijzigen
In het instellingenscherm kunt u de achtergrondkleuren voor het borduurpatroon en de patroonminiaturen wijzigen. Naar gelang de patroonkleur selecteert u de gewenste achtergrondkleur uit de 66 beschikbare instellingen. U kunt andere achtergrondkleuren selecteren voor het borduurpatroon en de patroonminiaturen.
Druk op om het volgende scherm te openen.
a
1 Achtergrond borduurpatroon 2 Achtergrond patroonminiaturen
Druk op .
b
Selecteer de achtergrondkleur uit de 66 beschikbare
c
instellingen.
Formaat van patroonminiaturen opgeven
De miniaturen om een borduurpatroon te selecteren kunt u zo instellen dat ze kleiner of groter worden weergegeven. Het grote formaat is 1,5 maal het kleine formaat.
Druk op om het volgende scherm te openen.
a
1 Achtergrond borduurpatroon 2 Geselecteerde kleur
1 Achtergrond patroonminiaturen 2 Geselecteerde kleur
Druk tweemaal op om terug te gaan naar het
d
oorspronkelijke scherm.
Druk op of op om het gewenste
b
miniatuurformaat te selecteren.
Druk op om terug te gaan naar het
c
oorspronkelijke scherm.
E-30
• De instelling blijft geselecteerd, zelfs wanneer u de machine uitschakelt.
Page 79
Gebruik van de geheugenfunctie
VOORZICHTIG
Opmerking
Memo
Voorzorgsmaatregelen borduurgegevens
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u borduurgegevens gebruikt die niet zijn gemaakt en opgeslagen op deze machine.
• Wanneer u andere borduurgegevens gebruikt
dan onze oorspronkelijke patronen, kan de draad of de naald breken wanneer de steekdichtheid te fijn is of u drie of meer overlappende steken naait. In dat geval bewerkt u de borduurgegevens met een van onze oorspronkelijke gegevensontwerpsystemen.
Soorten borduurgegevens die u kunt gebruiken
• U kunt alleen .pes, .phc, en .dst borduurgegevensbestanden gebruiken op deze machine. Wanneer u met onze gegevensontwerpsystemen of machines andere gegevens gebruikt, leidt dit mogelijk tot storing op de borduurmachine.
Soorten USB-media die u kunt gebruiken
U kunt steekgegevens opslaan op of oproepen van een USB-stick van elke grootte.
• De verwerkingssnelheid varieert mogelijk per hoeveelheid data die is opgeslagen.
• U kunt alleen een USB-stick aansluiten op de USB-poort van deze machine.
• De toegangslamp begint te knipperen nadat u een USB-stick hebt geplaatst. Het duurt ongeveer 5 tot 6 seconden om het station te herkennen. (De tijd verschilt afhankelijk van de USB-stick).
• Extra informatie vindt u in de gebruiksaanwijzing bij de USB-stick die u hebt gekocht.
• Gebruik een computer om bestandsmappen aan te maken.
Gebruik van de geheugenfunctie
Voorzorgsmaatregelen voor het maken en opslaan van steekgegevens op de computer
• Als de bestandsnaam van de borduurgegevens
niet kan worden bepaald, bijvoorbeeld omdat de naam speciale tekens bevat, wordt het bestand niet weergegeven. Wijzig dan de bestandsnaam. We raden u aan de 26 letters van het alfabet te gebruiken (hoofdletters en kleine letters), de cijfers 0 t/m 9, “-” en “_”.
• Als u borduurgegevens selecteert die groter zijn
dan 26 cm × 16 cm (ca. 10-1/4 inch × 6-1/4 inch), wordt het weergegeven patroon 90 graden gedraaid wanneer het wordt uitgelezen. Zelfs nadat u ze 90 hebt gedraaid, kunt u borduurgegevens van meer dan 26 cm × 16 cm (ca. 10-1/4 inch × 6-1/4 inch) niet gebruiken. (Alle ontwerpen moeten binnen de ontwerpveldgrootte van 26 cm × 16 cm (ca. 10-1/4 inch × 6-1/4 inch) vallen.)
• .pes bestanden die zijn opgeslagen met meer
steken of kleuren dan de aangegeven limiet, kunnen niet worden weergegeven. Het gecombineerde ontwerp mag niet het maximale aantal van 400.000 steken of 125 kleurwisselingen overschrijden. (Deze waarden zijn benaderingen, afhankelijk van het totaalformaat van het ontwerp). Bewerk het patroon met een van onze ontwerpsoftwareprogramma's, zodat het voldoet aan de specificaties.
• Borduurgegevens die zijn opgeslagen in een map
die is gemaakt op een USB-stick kunnen worden opgehaald.
• Zelfs als de borduureenheid niet is bevestigd,
herkent de machine borduurgegevens.
Tajima (.dst) borduurgegevens
• .dst gegevens worden in het patroonoverzicht
weergegeven met de bestandsnaam (de werkelijke afbeelding kan niet worden weergegeven). Slechts de eerste acht tekens van de bestandsnaam worden weergegeven.
• Aangezien Tajima (.dst) gegevens geen
specifieke garenkleurinformatie bevatten, worden ze weergegeven in onze standaardgarenkleurvolgorde. Controleer het voorbeeld en wijzig desgewenst de garenkleur.
E
BORDUREN
Borduren E-31
Page 80
Gebruik van de geheugenfunctie
Opmerking
Memo
Opmerking
1 2
Steekpatronen opslaan in het geheugen van de machine
Borduurpatronen die u hebt aangepast en die u vaak wilt gebruiken, kunt u opslaan. Bijvoorbeeld uw naam, patronen die zijn gedraaid of waarvan de grootte is gewijzigd, patronen waarvan de patroonpositie is gewijzigd enz. U kunt in totaal 1 MB aan patronen in het geheugen van de machine opslaan.
• Zet de machine niet uit terwijl “Opslaan…” wordt weergegeven. Dan gaat het patroon dat u op dat moment opslaat, verloren.
• Het duurt enkele seconden om een borduurpatroon op te slaan in het geheugen.
• Zie pagina E-33 voor meer informatie over het ophalen van een opgeslagen steekpatroon.
Druk op wanneer het patroon dat u wilt opslaan
a
zich in het patroonbewerkscherm of borduurinstellingenscherm bevindt.
Als het geheugen vol is
Als onderstaand scherm verschijnt, is het maximumaantal patronen opgeslagen of heeft het patroon dat u wilt opslaan zoveel geheugenruimte nodig dat het niet meer kan worden opgeslagen. Als u een eerder opgeslagen patroon wist, kunt u het huidige patroon wel opslaan.
Druk op .
a
• Druk op om terug te gaan naar het oorspronkelijke scherm zonder op te slaan.
De opgeslagen patronen verschijnen op het scherm.
Kies het patroon dat u wilt wissen.
b
• Druk op / om naar de vorige/volgende pagina te gaan.
Druk op .
b
• Druk op om terug te gaan naar het oorspronkelijke scherm zonder op te slaan.
Op de display wordt “Opslaan…” weergegeven.
Nadat het patroon is opgeslagen, keert u automatisch terug naar het oorspronkelijke scherm.
Druk op .
c
1
Geheugenruimte die wordt gebruikt door het te wissen patroon
2 Geheugen van de machine
Druk op .
d
• Als u besluit het patroon niet te wissen, drukt u op .
Het scherm “Opslaan…” verschijnt. Nadat het
patroon is opgeslagen, keert u automatisch terug naar het oorspronkelijke scherm.
E-32
• Zet de machine niet uit terwijl “Opslaan…” wordt weergegeven. Dan gaat het patroon dat u op dat moment opslaat, verloren.
Page 81
Gebruik van de geheugenfunctie
Memo
Memo
Opmerking
Opmerking
• Als er voldoende geheugenruimte beschikbaar is nadat u het patroon hebt gewist, wordt het patroon dat u wilt opslaan daarna automatisch opgeslagen. Als er niet voldoende geheugenruimte beschikbaar is nadat u het patroon hebt gewist, herhaalt u bovenstaande stappen om nog een patroon uit het geheugen te wissen.
• Het duurt enkele seconden om een patroon op te slaan.
• Zie pagina E-33 voor meer informatie over het ophalen van een opgeslagen steekpatroon.
Borduurpatronen opslaan op de USB-stick
Wanneer u borduurpatronen van de machine naar de USB-stick wilt zenden, sluit u de USB-stick aan op de USB-poort van de machine.
• USB-sticks zijn verkrijgbaar in de handel, maar sommige USB-sticks zijn niet bruikbaar met deze machine. Meer bijzonderheden vindt u op onze website.
• U kunt de USB-stick op elk moment plaatsen of verwijderen, behalve wanneer u een patroon opslaat of verwijdert.
• De verwerkingssnelheid varieert mogelijk per hoeveelheid data
• Plaats niets anders dan een USB-stick in de USB-poort. Anders beschadigt de USB-stick mogelijk.
Druk op .
c
• Druk op om terug te gaan naar het oorspronkelijke scherm zonder op te slaan.
Op de display wordt “Opslaan…” weergegeven.
Nadat het patroon is opgeslagen, keert u automatisch terug naar het oorspronkelijke scherm.
Het patroon wordt opgeslagen in de map “bPocket”.
• Plaats of verwijder de USB-stick niet terwijl het scherm “Opslaan…” wordt weergegeven. Dan gaat het patroon dat u op dat moment opslaat, geheel of gedeeltelijk verloren.
E
BORDUREN
Druk op wanneer het patroon dat u wilt opslaan
a
zich in het patroonbewerkscherm of borduurinstellingenscherm bevindt.
Plaats de USB-stick in de USB-poort van de machine.
b
Patronen ophalen uit het geheugen van de machine
Druk op .
a
De opgeslagen patronen worden op het scherm
getoond.
Druk op de toets van het borduurpatroon dat u wilt
b
ophalen.
• Druk op / om naar de vorige/volgende pagina te gaan.
• Druk op om terug te gaan naar het oorspronkelijke scherm.
1 USB-poort 2 USB-stick
Borduren E-33
Page 82
Gebruik van de geheugenfunctie
Memo
Opmerking
Memo
• U kunt het geselecteerde patroon direct opslaan
op de USB-stick door op te drukken.
Druk op .
c
Het patroonbewerkingsscherm verschijnt.
Selecteer het patroon. Als het steekpatroon dat u wilt
c
ophalen zich in een map bevindt, drukt u op de toets voor die map.
• Druk op / om naar de vorige/volgende pagina te gaan.
• Druk op om terug te gaan naar het oorspronkelijke scherm zonder het steekpatroon op te halen.
Steekpatronen in een map worden weergegeven.
Pas het patroon aan uw wensen aan en begin met borduren.
d
Gegevens ophalen van de USB-stick
U kunt een specifiek steekpatroon direct van de USB-stick of uit een map op de USB-stick ophalen. Als het patroon zich in een map bevindt, controleert u elke map om het borduurpatroon te zoeken.
• De verwerkingssnelheid varieert mogelijk per hoeveelheid data
Plaats de USB-stick in de USB-poort van de machine
a
(zie pagina E-33).
Druk op .
b
• De mapnaam of het pad dat de huidige map aangeeft wordt weergegeven onder het mappictogram. Borduurpatronen en een submap in een map worden weergegeven.
• Druk op om terug te gaan naar het vorige scherm.
• Gebruik de computer om mappen te maken. Met de machine kunt u geen mappen maken.
Druk op de toets van het borduurpatroon dat u wilt ophalen.
d
• Druk op / om naar de vorige/volgende pagina te gaan.
• Druk op om terug te gaan naar het oorspronkelijke scherm.
Druk op .
e
• Druk op om het patroon te verwijderen. Het patroon wordt verwijderd van de USB-stick.
Het patroonbewerkingsscherm verschijnt.
Borduurpatronen en een map in de bovenste map
E-34
worden weergegeven.
• U kunt het geselecteerde patroon direct opslaan in het geheugen van de machine door op te drukken.
Page 83
Bewerk het patroon zo nodig en druk op .
f
Het borduurinstellingenscherm verschijnt.
Druk op .
g
De display voor borduren verschijnt.
Gebruik van de geheugenfunctie
E
BORDUREN
Borduren E-35
Page 84
Gebruik van de geheugenfunctie
E-36
Page 85
Bijlage
In dit gedeelte vindt u belangrijke informatie voor de bediening van deze machine. Lees dit gedeelte door. U vindt hier tips om problemen op te lossen en aanwijzingen hoe u kunt zorgen dat uw machine goed blijft werken. Paginanummers in dit gedeelte beginnen met “A”.
Hoofdstuk1 ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING ....A-2
Page 86
Verzorging en onderhoud
Opmerking
Opmerking
Memo
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Hoofdstuk 1
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING
Verzorging en onderhoud
Beperkingen op smeren
Om beschadiging van de machine te voorkomen mag deze machine niet worden gesmeerd door de gebruiker.
De machine is vervaardigd met de juiste hoeveelheid olie om goed te functioneren. Het is niet nodig om deze periodiek te smeren.
Doen zich problemen voor – het handwiel draait bijvoorbeeld moeilijk of u hoort een ongewoon geluid? Gebruik de machine dan beslist niet meer en neem contact op met een erkende Brother-dealer of het dichtstbijzijnde erkende Brother-servicecentrum.
Voorzorgsmaatregelen bij het opbergen van de machine
Buitenkant van de machine reinigen
Als de buitenkant van de naaimachine vuil is, doet u het volgende: een doek iets bevochtigen met een neutraal reinigingsmiddel, de doek goed uitwringen en de buitenkant van de machine schoonvegen. Nadat u de machine hebt gereinigd met een vochtige doek, neemt u hem af met een droge doek.
• Neem het netsnoer uit het stopcontact alvorens de machine te reinigen. Anders kunt u letsel of een elektrische schok oplopen.
Berg de machine niet op in situaties zoals hieronder aangegeven. Anders kan de machine beschadigen. Condensatie kan bijvoorbeeld leiden tot roest.
• Blootgesteld aan extreem hoge temperaturen
• Blootgesteld aan extreem lage temperaturen
• Blootgesteld aan extreme temperatuurwisselingen
• Blootgesteld aan hoge luchtvochtigheid of stoom
• In de buurt van open vuur, verwarming of airco
• Buiten of blootgesteld aan direct zonlicht
• Blootgesteld aan uiterst stoffige of vettige omgevingen
• Deze machine gaat langer mee als u deze af en toe aanzet en gebruikt. De machine werkt mogelijk minder efficiënt wanneer u hem lang opbergt zonder hem te gebruiken.
LCD-display reinigen
Als het scherm vuil is, veeg het dan af met een zachte, droge doek. Gebruik geen organische oplosmiddelen of reinigingsmiddelen.
Grijper reinigen
Het is nadelig voor de naaiprestaties als zich pluisjes en stof ophopen in het spoelhuis. Reinig het spoelhuis regelmatig.
Druk op (naaldstandtoets) om de naald omhoog te
a
zetten.
Zet de machine uit.
b
Neem het netsnoer uit de voedingsaansluiting op de
c
rechterkant van de machine.
• Neem het netsnoer uit het stopcontact alvorens de machine te reinigen. Anders kunt u letsel of een elektrische schok oplopen.
Verwijder de naald en de borduurvoet.
d
• Meer bijzonderheden vindt u in “Naald verwisselen” in het gedeelte “Basishandelingen” en “Borduurvoet verwisselen” op pagina A-5.
Verwijder de borduureenheid.
e
• Veeg de display niet schoon met een natte doek.
• Er kan condensvorming optreden op de display, of deze kan beslaan. Dit is geen storing. Na een tijd verdwijnt het condens.
A-2
Verwijder het steekplaatdeksel.
f
Page 87
Verzorging en onderhoud
a
a
a
b
Als er een schroef in het steekplaatdeksel zit
1 Gebruik de L-vormige (of schijfvormige)
schroevendraaier om de schroef in het steekplaatdeksel los te maken.
2 Pak beide zijden van het steekplaatdeksel en schuif dit
naar u toe.
1 Steekplaatdeksel
Verwijder met het schoonmaakborsteltje of een
h
stofzuiger pluis en stof uit de grijper en onderdraadsensor en daar omheen.
1 Schoonmaakborsteltje 2 Grijper 3 Onderdraadsensor
• Breng geen olie aan op het spoelhuis.
Plaats het spoelhuis zo dat de S-markering op het
i
spoelhuis zich tegenover de machine bevindt.
z-markering op de
Als er geen schroef in het steekplaatdeksel zit
1 Pak beide zijden van het steekplaatdeksel en schuif dit
naar u toe.
1 Steekplaatdeksel
Verwijder het spoelhuis.
g
Pak het spoelhuis en trek het uit.
1
1 Spoelhuis
a
• Lijn de S-markering uit met de
1 S-markering 2
z-markering
3 Spoelhuis
• Zorg dat de aangegeven punten zijn uitgelijnd voordat u het spoelhuis installeert.
b
z-markering.
A
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING
Bijlage A-3
Page 88
Verzorging en onderhoud
VOORZICHTIG
a
Opmerking
Opmerking
+1
+4
+2
+5
+3
Steek de lipjes op het steekplaatdeksel in de steekplaat.
j
Schuif vervolgens het steekplaatdeksel terug.
1 Steekplaatdeksel
• Gebruik nooit een spoelhuis met krassen. Anders kan de bovendraad verstrikt raken waardoor de naald misschien breekt of de naairesultaten minder goed worden. Als u een nieuw spoelhuis nodig hebt, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde erkende Brother­servicecentrum.
• Let op dat het spoelhuis goed is geïnstalleerd. Anders kan de naald breken.
Storing in druktoetsen
Als het scherm niet goed reageert wanneer u op een toets drukt (de machine voert de functie niet uit of voert een andere functie uit), volg dan onderstaande stappen om de reactie van de druktoetsen goed af te stellen.
Terwijl u uw vinger op het scherm blijft houden, zet u
a
de hoofdschakelaar eerst uit en dan weer aan.
Het druktoetsenbijstelscherm wordt getoond.
Raak het midden van elke + licht aan, in de volgorde 1
b
tot 5.
• Druk niet te hard op het scherm. Anders kunt u het scherm beschadigen.
Over het onderhoudsbericht
Als dit bericht verschijnt is het aan te raden uw machine naar de erkende Brother-dealer of het dichtstbijzijnde Brother­servicecentrum te brengen voor een onderhoudscontrole. Dit bericht verdwijnt en de machine blijft functioneren wanneer u
op drukt, maar het bericht zal nog enkele malen verschijnen totdat het betreffende onderhoud is uitgevoerd. Regel het onderhoud dat uw machine nodig heeft, zodra dit bericht verschijnt. Hiermee voorkomt u storingen.
Zet de machine uit en weer aan.
c
• Als u de druktoetsen hebt aangepast, maar het scherm daar niet op reageert, of als het u niet lukt de druktoetsen aan te passen, raadpleeg dan uw erkende Brother-dealer.
Bedieningssignaal
Telkens wanneer u een toets indrukt, hoort u één piep. Als u een onjuiste bewerking uitvoert, hoort u twee of vier pieptonen.
Als u een toets indrukt (juiste bewerking)
U hoort één pieptoon.
A-4
Als u een onjuiste bewerking uitvoert
U hoort twee of vier pieptonen.
Als de machine vastloopt, bijvoorbeeld omdat de draad verstrikt raakt
De machine piept vier seconden en stopt automatisch. Ga na wat de oorzaak is van de fout en verhelp deze voordat u verdergaat met naaien.
Page 89
Verzorging en onderhoud
VOORZICHTIG
Het bedieningssignaal annuleren
Druk op om het instellingenscherm weer te
a
geven.
Open pagina 5.
b
Stel “Geluidssignaal” in op “OFF”.
c
Borduurvoet verwisselen
• Gebruik uitsluitend borduurvoeten die speciaal zijn ontworpen voor deze machine. Het gebruik van andere borduurvoeten kan leiden tot letsel of tot schade aan de machine.
Gebruik de meegeleverde schroevendraaier om de
d
borduurvoetschroef los te draaien. Verwijder de borduurvoet.
a
c
1 Schroevendraaier 2 Borduurvoet 3 Borduurvoetschroef
Houd de borduurvoet met uw rechterhand op zijn plek
e
en draai met de bijgeleverde schroevendraaier de borduurvoetschroef stevig vast.
b
A
Druk een- of tweemaal op (naaldstandtoets) om de
a
naald omhoog te zetten.
Druk op .
b
• Als de melding “OK om de persvoet automatisch omlaag te zetten?” op de display verschijnt, drukt u
op om door te gaan.
Het scherm verandert en alle toetsen en
bedieningstoetsen (met uitzondering van ) worden vergrendeld.
Zet de persvoethendel omhoog.
c
Zet de persvoethendel langzaam omlaag.
f
Zet de persvoethendel omhoog om te controleren of de
g
borduurvoet stevig vastzit.
Druk op om alle toetsen en bedieningstoetsen te
h
ontgrendelen.
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING
Bijlage A-5
Page 90
Probleemoplossing
Probleemoplossing
Als de machine niet meer goed werkt, ga dan na of er mogelijk sprake is van onderstaande problemen, voordat u contact opneemt voor service. De meeste problemen kunt u namelijk zelf oplossen. Als u extra hulp nodig hebt, biedt Brother Solutions Center de laatste antwoorden op veel voorkomende vragen en tips. Ga naar “ http://support.brother.com/ Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, neemt u contact op met uw Brother-dealer of het dichtstbijzijnde officiële Brother-servicecentrum.
Lijst met symptomen
Tijdens de voorbereidingen
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Remedie Pagina
”.
Kan de naald niet inrijgen.
Kan de persvoet niet omlaag zetten met de persvoethendel.
Onderdraad wordt niet netjes op de spoel gewonden.
Tijdens het opwinden van de spoel is de onderdraad opgewonden onder de spoelwinderbasis.
Naald staat in onjuiste stand. Druk op de naaldstandtoets om de naald
Naald is niet juist geplaatst. Plaats de naald opnieuw op de juiste wijze. B-23
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp.
Bovendraad is niet juist ingeregen. Raadpleeg de stappen voor het inrijgen van de
De naaldinrijgerhaak is verbogen en gaat niet door het oog van de naald.
De naaldinrijgerhendel kan niet worden verplaatst of worden teruggezet in de oorspronkelijke stand.
Persvoet is omhoog gezet met de persvoettoets.
De draad is niet goed door de draadgeleider voor het opwinden van de spoel geleid.
De draad die is uitgetrokken is niet juist op de spoel gewonden.
De lege spoel is niet correct geïnstalleerd op de pen.
U hebt de onderdraad niet juist opgewonden. Toen u draad op de spoel wond, was de onderdraad niet goed in de schijven geleid.
omhoog te zetten.
Vervang de naald. B-23
naaimachine en rijg de machine juist in.
Neem contact op met uw erkende dealer of het dichtstbijzijnde erkende Brother-servicecentrum.
Neem contact op met uw erkende dealer of het dichtstbijzijnde erkende Brother-servicecentrum.
Druk op de persvoettoets om de persvoet omlaag te zetten.
Leid de draad door de draadgeleider voor het opwinden van de spoel.
Wind de draad die is uitgetrokken vijf of zesmaal met de klok mee om de spoel.
Installeer de lege spoel op de pen en draai de spoel langzaam tot hij hoorbaar vastklikt.
Verwijder de draad die is opgewonden onder de spoelwinderbasis en wind de spoel correct op. Neem de getekende afbeeldingen boven op de machine als leidraad wanneer u de machine inrijgt om de spoel op te winden.
B-4
B-19
B-4
B-16
B-16
B-14
B-14
U kunt de onderdraad niet naar boven halen.
Er verschijnt niets op de display.
De display is beslagen.
De bedieningstoetsen reageren niet.
De bedieningstoetsen reageren niet of zijn te gevoelig.
A-6
Spoel is niet juist geplaatst. Plaats de spoel opnieuw, op de juiste wijze. B-17
De hoofdschakelaar staat niet aan. Zet de hoofdschakelaar aan. B-8
De stekker van het netsnoer is niet aangesloten op een stopcontact.
Er zit condens op de display. Na een tijd verdwijnt het condens.
U draagt een handschoen terwijl u op de toetsen drukt. U drukt de toetsen in met een vingernagel. U gebruikt een niet-elektrostatische pen.
De gevoeligheid van de bedieningstoetsen is niet ingesteld voor de gebruiker.
Sluit de stekker van het netsnoer aan op een stopcontact.
Druk de bedieningstoetsen rechtstreeks met uw vinger in.
Pas de gevoeligheid van de bedieningstoetsen aan.
B-8
B-12
B-12
Page 91
Probleemoplossing
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Remedie Pagina
Het naailampje gaat niet aan.
Borduureenheid werkt niet.
Het naailampje is beschadigd. Neem contact op met uw erkende dealer of het
dichtstbijzijnde erkende Brother­servicecentrum.
“Licht” is ingesteld op “OFF” in het instellingenscherm.
Borduureenheid is niet juist bevestigd. Bevestig de borduureenheid op de juiste
Borduurraam is bevestigd voordat de borduureenheid geïnitialiseerd was.
Wijzig de instelling in “ON”. B-11
manier.
Verwijder het borduurraam en voer het initialisatieproces correct uit.
Tijdens het borduren
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Remedie Pagina
Naaimachine werkt niet.
Naald breekt.
U hebt de “Start/Stop”-toets niet ingedrukt. Druk op de “Start/stoptoets”. B-4
De spoelwinderas staat rechts. Verplaats de spoelwinderas naar links. B-14
Er is geen patroon geselecteerd. Kies een patroon. B-34
Persvoet staat niet omlaag. Zet de persvoet omlaag. B-2
U hebt de raambevestigingshendel niet omlaag gezet.
Naald is niet juist geplaatst. Plaats de naald opnieuw op de juiste wijze. B-23
Naaldklemschroef is niet vastgedraaid. Draai de naaldklemschroef vast. B-23
Zet de raambevestigingshendel omlaag nadat u het borduurraam hebt geïnstalleerd.
B-26
B-27
B-33
A
Naald is verbogen of gedraaid. Vervang de naald. B-23
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof. Controleer de informatie over de te gebruiken
Spanning bovendraad is te hoog. Pas de draadspanning aan. E-26
Kloshouder is niet juist aangebracht. Raadpleeg de methode voor het bevestigen van
Er zitten krassen rondom het gat in de steekplaat.
Er zitten krassen rond het gat in de persvoet. Vervang de persvoet of neem contact op met
Er zitten krassen op het spoelhuis. Vervang het spoelhuis of neem contact op met
Naald is defect. Vervang de naald. B-23
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal voor deze machine is ontworpen.
Bovendraad is niet juist ingeregen. Raadpleeg de stappen voor het inrijgen van de
Spoel is niet juist geplaatst. Plaats de spoel opnieuw, op de juiste wijze. B-17
De borduurvoet is onjuist bevestigd. Bevestig de borduurvoet op de juiste wijze. A-5
naald en draad.
de kloshouder en bevestig de kloshouder opnieuw.
Vervang de steekplaat of neem contact op met uw erkende Brother-dealer.
uw erkende Brother-dealer.
uw erkende Brother-dealer.
Onjuiste spoelen werken niet goed. Gebruik alleen spoelen die voor deze machine zijn ontworpen.
naaimachine en rijg de machine juist in.
B-23
B-14
A-5
A-2
B-14
B-19
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING
Naald breekt.
U hebt geen steunstof bevestigd aan de stof waarop u borduurt.
Onderdraad onjuist opgewonden. Gebruik een spoel die juist is opgewonden. B-14
Bevestig steunstof. B-29
Bijlage A-7
Page 92
Probleemoplossing
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Remedie Pagina
Bovendraad breekt.
De draad zit verstrikt aan de achterkant van de stof.
De machine is niet juist ingeregen (verkeerde kloshouder, kloshouder zit los, draad heeft inrijger naaldstang niet gepakt enz.)
U gebruikt draad die in de knoop zit. Verwijder knopen, ontwar de draad.
Spanning bovendraad is te hoog. Pas de draadspanning aan. E-26
Draad zit verstrikt. Knip bijvoorbeeld met een schaar de verstrikte
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp.
Naald is niet juist geplaatst. Plaats de naald opnieuw op de juiste wijze. B-23
Er zitten krassen rond het gat in de borduurvoet. Vervang de borduurvoet of neem contact op
Er zitten krassen op het spoelhuis. Vervang het spoelhuis of neem contact op met
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof. Controleer de informatie over de te gebruiken
Tijdens het borduren is de draad in de knoop of verstrikt geraakt.
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal voor deze machine is ontworpen.
Bovendraad is niet juist ingeregen. Raadpleeg de stappen voor het inrijgen van de
Rijg de naaimachine juist in. B-19
A-2
draad af en haal deze uit de grijper enz.
Vervang de naald. B-23
met uw erkende Brother-dealer.
uw erkende Brother-dealer.
naald en draad.
Rijg de boven- en onderdraad opnieuw in. B-17, B-19
Onjuiste spoelen werken niet goed. Gebruik alleen spoelen die voor deze machine zijn ontworpen.
naaimachine en rijg de machine juist in. Let op dat de borduurvoet omhoog staat wanneer u de machine inrijgt, zodat de bovendraad de juiste spanning krijgt.
A-5
A-2
B-23
B-14
B-19
De bovendraad is te strak.
Onderdraad breekt.
Stof rimpelt.
Overgeslagen steken
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof. Controleer de informatie over de te gebruiken
De onderdraad is onjuist geplaatst. Plaats de onderdraad op de juiste wijze. B-17
Spoel is niet juist geplaatst. Plaats de spoel opnieuw, op de juiste wijze. B-17
Onderdraad onjuist opgewonden. Gebruik een spoel die juist is opgewonden. B-17
Er zitten krassen op de spoel of de spoel draait niet goed.
Draad zit verstrikt. Knip bijvoorbeeld met een schaar de verstrikte
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal voor deze machine is ontworpen.
De boven- of onderdraad is verkeerd ingeregen. Raadpleeg de stappen voor het inrijgen van de
Kloshouder is niet juist aangebracht.
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp.
De machine is onjuist ingeregen. Raadpleeg de stappen voor het inrijgen van de
naald en draad.
Plaats de spoel opnieuw. B-14
draad af en verwijder deze uit de grijper enz.
Onjuiste spoelen werken niet goed. Gebruik alleen spoelen die voor deze machine zijn ontworpen.
naaimachine en rijg de machine juist in.
Raadpleeg de methode voor het bevestigen van de kloshouder en bevestig de kloshouder opnieuw.
Vervang de naald. B-23
naaimachine en rijg de machine juist in.
B-23
A-2
B-14
B-19
B-14
B-19
A-8
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp.
Naald is niet juist geplaatst. Plaats de naald opnieuw op de juiste wijze. B-23
De naald is versleten/beschadigd. Vervang de naald. B-23
Stof of pluisjes onder de steekplaat. Verwijder stof of pluisjes met het
Vervang de naald. B-23
A-2
schoonmaakborsteltje.
Page 93
Probleemoplossing
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Remedie Pagina
Geen steken
Hoog piepgeluid tijdens het naaien
De naald raakt de steekplaat.
Het handwiel draait niet soepel.
Na het borduren
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp.
Spoel is niet juist geplaatst. Plaats de spoel opnieuw, op de juiste wijze. B-17
Bovendraad is niet juist ingeregen. Raadpleeg de stappen voor het inrijgen van de
Er zitten stukjes draad in de grijper vast. Reinig de grijper. A-2
Bovendraad is niet juist ingeregen. Raadpleeg de stappen voor het inrijgen van de
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal voor deze machine is ontworpen.
Er zitten naaldgaten of krassen in het spoelhuis. Vervang het spoelhuis of neem contact op met
De naaldklemschroef is los. Draai de naaldklemschroef stevig vast. Vervang
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp.
Er zit draad verstrikt in het spoelhuis. Verwijder de draad die zit verstrikt in het
Vervang de naald. B-23
naaimachine en rijg de machine juist in.
naaimachine en rijg de machine juist in.
Onjuiste spoelen werken niet goed. Gebruik alleen spoelen die voor deze machine zijn ontworpen.
uw erkende Brother-dealer.
de naald als deze verbogen of stomp is.
Vervang de naald. B-23
spoelhuis. Installeer het spoelhuis opnieuw op de juiste wijze.
B-19
B-19
B-14
A-2
B-23
A-2
A
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Remedie Pagina
Draadspanning is onjuist.
Borduurpatroon wordt niet goed genaaid.
Bovendraad is niet juist ingeregen. Raadpleeg de stappen voor het inrijgen van de
naaimachine en rijg de machine juist in.
Spoel is niet juist geplaatst. Plaats de spoel opnieuw. B-17
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof. Controleer de informatie over de te gebruiken
Draadspanning is niet juist ingesteld. Pas de draadspanning aan. E-26
Onderdraad onjuist opgewonden. Gebruik een spoel die juist is opgewonden. B-17
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp.
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal voor deze machine is ontworpen.
Draad is verdraaid. Knip bijvoorbeeld met een schaar de verdraaide
Draadspanning is niet juist ingesteld. Pas de draadspanning aan. E-26
Stof is niet juist gespannen in het raam (stof te los enz.).
naald en draad.
Vervang de naald. B-23
Onjuiste spoelen werken niet goed. Gebruik alleen spoelen die voor deze machine zijn ontworpen.
draad af en haal deze uit het spoelhuis enz.
Als de stof niet strak in het raam is gespannen, kan het patroon niet goed uitvallen of wordt het vervormd. Plaats de stof op de juiste wijze in het raam.
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING
B-19
B-23
B-14
B-30
Geen steunstof bevestigd. Gebruik altijd steunstof, vooral bij
stretchstoffen, lichte stoffen, grof geweven stoffen of stoffen waarbij het patroon kan vervormen. Neem contact op met uw erkende Brother-dealer voor de juiste steunstof.
Er was een voorwerp bij de naaimachine geplaatst en de borduurarm van het borduurraam heeft het voorwerp tijdens het naaien geraakt.
Als het raam ergens tegenaan komt tijdens het naaien, wordt het patroon niet goed genaaid. Leg niets neer waar het borduurraam tegenaan kan botsen tijdens het naaien.
B-29
B-28
Bijlage A-9
Page 94
Probleemoplossing
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Remedie Pagina
Borduurpatroon word t niet goed genaaid.
Er komen tijdens het borduren lussen op de stof.
Stof buiten de raamranden belemmert de naaiarm, waardoor de borduureenheid niet kan bewegen.
Stof is te zwaar, waardoor de borduureenheid niet vrij kan bewegen.
Stof hangt van de tafel af. Als de stof van de tafel hangt tijdens het
Stof zit vast of is ergens aan blijven haken. Stop de naaimachine en leg de stof zo neer dat
Borduurraam is verwijderd tijdens het naaien (bijvoorbeeld om het spoel opnieuw te plaatsen). Er is tegen de borduurvoet gestoten of hij is verplaatst terwijl het borduurraam werd verwijderd of aangebracht, of de borduureenheid is verplaatst.
Steunstof is onjuist bevestigd. De steunstof is bijvoorbeeld kleiner dan het borduurraam.
Draadspanning is niet juist ingesteld. Pas de draadspanning aan. E-26
De combinatie van spoelhuis en onderdraad is onjuist.
Plaats de stof opnieuw in het borduurraam, zodanig dat de overtollige stof niet bij de naaiarm in de buurt komt en draai het patroon 180 graden.
Leg een groot, dik boek of vergelijkbaar voorwerp onder de bovenkant van de arm om de zware kant enigszins omhoog te tillen, waardoor de borduureenheid evenwijdig komt te staan.
borduren, kan de borduureenheid niet vrij bewegen. Leg de stof zo neer dat ze niet van de tafel hangt (of houd de stof vast om te voorkomen dat ze gaat slepen).
ze niet vast komt te zitten of blijft haken.
Als er tegen de borduurvoet wordt gestoten of de borduureenheid beweegt tijdens het naaien, valt het patroon niet goed uit. Wees voorzichtig wanneer u het borduurraam verwijdert of opnieuw bevestigt tijdens het naaien.
Bevestig de steunstof op de juiste wijze. B-29
Neem een ander spoelhuis of een andere onderdraad om wel de juiste combinatie te krijgen.
B-30
B-28
B-33
B-28
Foutmeldingen
Wanneer u onjuiste bewerkingen uitvoert, verschijnen meldingen en advies op de display. Volg de aanwijzingen op de display.
Als u op drukt of de bewerking correct uitvoert terwijl de foutmelding wordt weergegeven, verdwijnt de melding.
Foutmeldingen Oorzaak/Oplossing
1
Er is een storing opgetreden. Zet de machine uit en weer aan.
Kan de configuratie van de letters niet wijzigen. Deze melding verschijnt wanneer er te veel letters zijn en de booglay-out
2
U kunt het lettertype niet wijzigen aangezien
3
sommige letters niet zijn inbegrepen in het geselecteerde lettertype.
Kan de gegevens voor het geselecteerde patroon niet herkennen. De gegevens zijn misschien corrupt. Zet de machine uit en weer aan.
4
Controleer de bovendraad en rijg deze opnieuw in.
5
Sjekk overtråden og tre den eventuelt på nytt.
Gegevens volume is te groot voor dit patroon.
6
Deze melding verschijnt als een storing optreedt.
voor letters onmogelijk is.
Deze melding verschijnt wanneer u het lettertype van het te borduren letterpatroon wijzigt in een type dat de in het patroon gebruikte letters niet bevat.
Deze melding verschijnt wanneer u ongeldige patroongegevens probeert op te halen. Controleer de patroongegevens, aangezien elk van onderstaande situaties de oorzaak kan zijn.
• De patroongegevens zijn beschadigd.
• De gegevens die u probeert op te halen zijn gemaakt met het gegevensontwerpsysteem van een andere fabrikant.
Zet de machine uit en weer aan om de normale staat te herstellen.
Deze melding verschijnt wanneer de bovendraad is gebroken of niet goed is ingeregen en u op de “Start/Stop”-toets drukt.
Deze melding verschijnt wanneer de patronen die u wijzigt te veel geheugen in beslag nemen, of wanneer u meer patronen bewerkt dan het geheugen kan bevatten.
Zet de persvoethendel omlaag. Deze melding verschijnt wanneer u op de persvoettoets drukt terwijl de
7
Onvoldoende opslagruimte. Deze melding verschijnt wanneer het geheugen vol is en het patroon niet kan
8
Onvoldoende geheugen beschikbaar om het
9
patroon op te slaan. Een ander patroon wissen?
persvoethendel omhoog/de naald omlaag staat.
worden opgeslagen.
Deze melding verschijnt wanneer het geheugen vol is en het patroon niet kan worden opgeslagen.
A-10
Page 95
Fout meldingen Oorzaak/Oplossing
Probleemoplossing
OK om het vorige geheugen op te roepen en opnieuw te gebruiken?
10
Patroon valt deels buiten het borduurraam. Deze melding verschijnt wanneer u het borduurletterpatroon hebt bewerkt,
11
Patroon valt deels buiten het borduurraam. Voeg
12
geen extra letters toe.
Patroon valt deels buiten het borduurraam. U kunt
13
deze functie op dit moment niet gebruiken.
Preventief onderhoud is aanbevolen. Dit bericht verschijnt wanneer de machine onderhoud nodig heeft. (pagina
14
Geselecteerd patroonveld valt deels buiten het borduurraam.
15
De onderdraad is bijna op.
16
Dit bericht verschijnt als u de machine uitschakelt tijdens het borduren en weer inschakelt.
Druk op om de machine weer in de staat te brengen (patroonpositie en aantal steken) toen u hem uitzette. Volg de procedure die is beschreven in
“Wanneer de draad afbreekt tijdens het naaien” op pagina E-24 om de naaldstand uit te lijnen en de rest van het patroon te borduren.
bijvoorbeeld gedraaid, zodat het niet langer in het borduurraam past.
Deze melding verschijnt wanneer u het borduurletterpatroon hebt bewerkt, bijvoorbeeld een nieuwe regel hebt opgegeven, zodat het niet langer in het borduurraam past.
Deze melding verschijnt wanneer u het te borduren letterpatroon vergroot/ verkleint, of schakelt tussen horizontaal/verticaal schrijven, zodat het te groot wordt voor het borduurraam.
A-3)
Deze melding verschijnt wanneer het borduurpatroon dat u selecteert groter is dan het extra grote borduurraam. Verklein het patroon of selecteer een ander patroon. Deze melding verschijnt wanneer u een borduurpatroon selecteert dat groter is dan het borduurraam dat u selecteerde toen u “Borduurraam identificatie weergave” instelde op “ON”.
Deze melding verschijnt wanneer de onderdraad bijna op is. Volg de procedure die is beschreven in “Als de onderdraad bijna op is” op pagina E-23.
A
De veiligheidsvoorziening voor het spoelwinden is in
17
werking getreden. Is de draad verstrikt geraakt?
18
19
20
21
22
23
24 Dit USB-medium kan niet worden gebruikt. Deze melding verschijnt wanneer u een incompatibel medium gebruikt.
25 Fout op USB-medium Deze melding verschijnt wanneer een fout optreedt met de USB-stick.
26
De borduurarm van de Borduureenheid zal bewegen. Houd uw handen enz. uit de buurt van de borduurarm.
De zakken zijn vol. Wis een patroon. Deze melding verschijnt wanneer het geheugen vol is en u een patroon moet
De veiligheidsvoorziening is geactiveerd. Is de draad verstrikt geraakt? Is de naald verbogen?
Het USB-medium is veranderd. Verander het USB­medium niet terwijl het wordt gelezen.
Een van deze patronen kan niet worden opgeslagen op een USB-medium. Sla het patroon op in het geheugen van de machine.
U kunt dit patroon niet gebruiken. Deze melding verschijnt wanneer u een patroon probeert op te halen dat u
USB-medium is niet geladen. Laad het USB­medium.
Deze melding verschijnt wanneer de spoel wordt opgewonden en de motor vastloopt omdat de draad verstrikt raakt enz.
Deze melding verschijnt voordat de borduureenheid beweegt.
verwijderen.
Deze melding verschijnt wanneer de motor vastloopt door verstrikte draden of vanwege andere redenen die met de draadtoevoer te maken hebben.
Deze melding verschijnt wanneer u probeert een patroon te selecteren nadat de USB-stick waarop het patroon is opgeslagen, is verwisseld.
Naargelang het patroon is het misschien niet mogelijk om het op te slaan op een USB-stick.
niet kunt gebruiken op deze machine.
Deze melding verschijnt wanneer u een patroon probeert op te halen of op te slaan terwijl geen USB-stick is geplaatst.
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING
F** Als foutmelding “F**” verschijnt op de display terwijl u de machine gebruikt,
27
werkt de machine mogelijk niet goed. Neem contact op met uw erkende dealer of het dichtstbijzijnde erkende Brother-servicecentrum.
Bijlage A-11
Page 96
Specificaties
Specificaties
Borduurmachine
Aspect Specificatie
Afmetingen machine Ca. 480 mm (B) × 300 mm (H) × 249,4 mm (D)
(Ca. 18-7/8 inch (B) × 11-7/8 inch (H) × 9-7/8 inch (D))
Gewicht machine Ca. 8,6 kg (ca. 18,9 lb)
Borduursnelheid 70 tot 850 steken per minuut
Naalden Naalden voor huishoudnaaimachines (HA × 130)
Borduureenheid
Aspect Specificatie
Afmetingen borduureenheid Ca. 458 mm (B) × 131,8 mm (H) × 420,7 mm (D)
Afmetingen machine met borduureenheid geïnstalleerd
Gewicht borduureenheid Ca. 3,5 kg (ca. 7,7 lb)
* Sommige specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
(Ca. 18 inch (B) × 5-1/4 inch (H) × 16-1/2 inch (D))
Ca. 693 mm (B) × 300 mm (H) × 420,8 mm (D) (Ca. 27-1/4 inch (B) × 11-7/8 inch (H) × 16-1/2 inch (D))
A-12
Page 97
De software van uw machine upgraden met een USB-stick.
Opmerking
Memo
Opmerking
Opmerking
De software van uw machine upgraden met een USB-stick.
Met een USB-stick kunt u software voor uw machine upgraden. Wanneer een upgradeprogramma beschikbaar is op “ http://support.brother.com/ bestanden dan volgens de aanwijzingen op de website en onderstaande stappen.
• Wanneer u de upgrade uitvoert met een USB­stick controleert u alvorens de upgrade te starten dat geen andere gegevens dan het upgradebestand zijn opgeslagen op de USB­stick.
• U kunt het upgradebestand ophalen van een USB-stick van elke grootte.
• Het kan enkele seconden duren voordat de machine de USB-stick herkent.
”, download het bestand/de
c
• Wanneer u een USB-stick met toegangsindicator gebruikt, gaat deze knipperen nadat u het medium in de machine hebt geplaatst. Het kan 5 à 6 seconden duren voordat het medium wordt herkend. (Hoe lang dit duurt, hangt af van de USB-stick.)
Druk op .
Onderstaand scherm verschijnt.
• Bij een upgrade van de machinesoftware worden opgeslagen borduurpatronen niet verwijderd.
Zet de machine aan terwijl u (persvoettoets)
a
ingedrukt houdt.
Onderstaand scherm verschijnt.
Plaats de USB-stick in de USB-poort van de machine.
b
Het medium mag alleen het upgradebestand bevatten.
Als een fout optreedt, verschijnt een foutmelding in tekst. Schakel dan de machine uit en start de procedure opnieuw vanaf stap
Wanneer onderstaand scherm verschijnt, is de upgrade
d
voltooid.
Verwijder de USB-stick nadat u de machine hebt
e
uitgeschakeld en schakel dan de machine opnieuw in.
a.
A
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING
1 USB-poort 2 USB-stick
Bijlage A-13
Page 98
Index
Index
A
Aan/uitschakelaar ...................................................................... B-2
Accessoires
bijgeleverde accessoires optionele accessoires
Appliceren
applicatie maken met kaderpatroon met een borduurraampatroon
......................................................... B-5
............................................................. B-6
...................................... E-20
................................................ E-18
B
Bediening van de display ........................................................... B-9
Bedieningspaneel Bedieningsproblemen Bedieningsproblemen oplossen Bedieningsprocedures Bedieningssignaal Bedieningstoetsen Beginpunttoets Borduren
automatische draadknipfunctie (EINDE KLEUR KNIPPEN) borduren hervatten nadat u de machine hebt uitgezet garenkleur kleine stukjes stof linten of band opnieuw beginnen vanaf het begin
randen of hoeken Borduren, patroon Borduurcombinatie
functies van de toetsen
garenkleur wijzigen
gecombineerde patronen Borduureenheid
bevestigen
borduurarm
verwijderen Borduuroppervlakte Borduurpatronen
applicatie maken met een kaderpatroon
bewerken
combineren
ophalen
opslaan
patronen met applicatie
positie controleren
positie uitlijnen
selecteren Borduurpatronen selecteren Borduurraamdisplay Borduurramen
gebruik van het borduuroppervlakte
soorten
stof plaatsen
verwijderen Borduurtoets Bovendeksel Bovendraad Map “bPocket”
.............................................................. B-2, B-4
................................................................ A-6
.................................................. A-6
.............................................................. B-13
...................................................................... A-4
...................................................................... B-4
.......................................................................... E-15
.................................................................................. B-36
..... E-28
........... E-24
............................................................................ B-37
................................................................. B-32
....................................................................... B-32
....................................... E-24
................................................................. B-32
.................................................................... B-36
............................................................ E-5
................................................................. E-7
........................................... E-13, E-14
......................................................................... B-3
............................................................................ B-26
.......................................................................... B-26
.......................................................................... B-27
................................................................. B-31
..................... E-20, E-21
................................................................................ E-5
........................................................................... E-13
...................................................................... E-33, E-34
...................................................................... E-32, E-33
........................................................ E-18
............................................................... B-35
..................................................................... E-15
................................................................................ E-2
..................................................... B-34
.................................................................. E-28
..................................... B-31
................................................................................. B-30
......................................................................... B-30
.......................................................................... B-33
...................................................................... B-4, E-8
.............................................................................. B-2
............................................................................. B-19
......................................................................... E-33
C
Controletoets ........................................................................... B-35
D
Display ...................................................................................... B-4
Draadafsnijder Draadgeleider voor het opwinden van de spoel
.................................................................................. A-2
reinigen
........................................................................... B-2
.............. B-2, B-14
Draadgeleiderplaat Draadgeleiders op de naaldstang Draadkniptoets Draadspanning Druktoetsen
..................................................................... B-2
................................................ B-3
........................................................................... B-4
......................................................................... E-26
................................................................................ B-4
F
Foutmeldingen ......................................................................... A-10
Functies van de toetsen
borduurinstellingen lettertype bewerken patronen bewerken
.............................................................. E-15
................................................................ E-9
................................................................. E-5
G
Garenkleur ............................................................................... B-37
Garenkleurentoets
....................................................................................... A-2
Grijper Groottetoets
...................................................................... E-7
............................................................................... E-6
H
Handmatig naald inrijgen ......................................................... B-22
..................................................................................... B-2
Handvat Handwiel Helptoets Hoofdschakelaar
................................................................................... B-2
......................................................................... B-4, B-13
........................................................................ B-2
I
Inrijgen ..................................................................................... B-19
Inrijgen naald Installeren van spoel Instellingen
automatisch draadknippen draadspanning schermtaal
Instellingentoets
........................................................................... B-21
................................................................. B-17
................................................... E-28
...................................................................... E-26
............................................................................ B-12
......................................................................... B-4
K
Klos voor bovendraad .............................................................. B-19
Klosnetje Knip/spanningstoets
.................................................................................. B-15
.................................................................. E-26
L
Letters
borduurcombinatie
................................................................. E-2
M
Machine, buitenkant reinigen ..................................................... A-2
Meerkleurentoets Meldingen op display
........................................................................ E-9
............................................................... A-10
N
Naald
Naald controleren Naald handmatig inrijgen Naald verwisselen Naaldinrijger Naaldinrijgerhendel Naaldstandtoets
................................................................................. B-21
inrijgen soorten en maten naalden en het gebruik
...................................................................................... B-23
staat verwisselen
........................................................................... B-23
............................. B-23
.................................................................... B-23
......................................................... B-22
.................................................................... B-23
............................................................................ B-21
................................................................... B-2
.......................................................................... B-4
A-14
Page 99
Index
Namen en functies van onderdelen ............................................ B-2
O
Onderhoud ................................................................................. A-2
Ontgrendelknop Ophalen
geheugen van de machine USB-medium
Opslaan
geheugen van de machine
USB-medium Optionele accessoires Opwinden spoel
P
Patronen combineren
borduurpatronen Patroon borduren Patroonafbeeldingtoets Persvoet verwisselen Persvoet-/naaldwisseltoets Pieptoon Pijltjestoetsen Positie uitlijnen Probleemoplossing
R
Rangschikkentoets .................................................................... E-12
Reinigen
buitenkant machine
Display
grijper Rotatietoets
....................................................................... B-27
.................................................... E-33
........................................................................ E-34
.................................................... E-32
........................................................................ E-33
................................................................. B-6
....................................................................... B-14
................................................................... E-13
..................................................................... B-36
............................................................. B-35
................................................................... A-5
.......................................................... B-4
..................................................................................... A-4
.................................................................. E-6, E-13
......................................................................... E-15
..................................................................... A-6
................................................................ A-2
................................................................................... A-2
..................................................................................... A-2
................................................................................. E-6
V
Ventilatieopening ....................................................................... B-2
Verzorging Voedingsaansluiting Vooraanzicht Vooruit/achteruittoets
Z
Zoemer ...................................................................................... A-4
................................................................................. A-2
................................................................... B-2
............................................................................. B-2
................................................................ E-24
A
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING
S
Schermaanraakpen .......................................................... B-4, B-12
Selecteren borduurpatroon Soorten borduurpatronen Spatiëringtoets Spiegeltoets Spoel
bijna leeg Spoel installeren Spoel opwinden Spoelhuis Spoelhuis verwijderen Spoelhuisdeksel Spoelopwinder Stappen voor borduren "Start/Stop"-toets Steekdichtheidstoets Steekplaat Steekplaatdeksel Steunstof
T
Terugtoets ................................................................................... B-4
Toets Volgende pagina Toets Vorige pagina
U
Upgrade ................................................................................... A-13
USB-medium
bruikbaar
ophalen
opslaan USB-poortaansluiting
voor media
.......................................................................... E-10
................................................................................ E-7
.............................................................................. E-23
....................................................................... B-17
....................................................................... B-14
......................................................................... B-3, B-28
............................................................... B-3, B-17
........................................................................... B-2
......................................................................... B-4
................................................................................... B-3
......................................................................... B-3
................................................................................... B-29
.............................................................................. E-31
................................................................................ E-34
................................................................................. E-33
........................................................................... E-33
....................................................... B-34
.......................................................... B-34
................................................................ A-2
............................................................. B-25
................................................................... E-7
............................................................... B-4
.................................................................... B-4
.................................................................. B-2
Bijlage A-15
Page 100
Ga naar http://support.brother.com/ voor productondersteuning en antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs).
888-G80/G82
Printed in Vietnam
XG0387-001
Dutch
Loading...