Brother HL-5440D, HL-5450DN, HL-5450DNT User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
Brother-laserprinter
HL-5440D HL-5450DN HL-5450DNT
Voor slechtzienden
Deze handleiding kan door de software Screen Reader 'text-to-speech' worden gelezen.
U dient eerst alle hardware in te stellen en de driver te installeren, pas dan kunt u de machine gebruiken.
Gebruik de Installatiehandleiding om de machine in te stellen. In de doos vindt u een gedrukt exemplaar.
Lees deze Gebruikershandleiding aandachtig door voordat u de machine gaat gebruiken.
Kijk op http://solutions.brother.com/ productondersteuning en de meest recente driver-updates en hulpprogramma's.
Opmerking: bepaalde modellen zijn in niet alle landen verkrijgbaar.
voor antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en technische vragen, voor
DUT/BEL-DUT
Versie 0

Welke handleidingen zijn er en waar kan ik deze vinden?

Welke handleiding? Inhoud? Waar?
Handleiding product veligheid
Lees deze handleiding eerst. Lees de veiligheidsinstructies voor u de machine installeert. Raadpleeg deze handleiding voor handelsmerken en wettelijke beperkingen.
Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van uw machine
en installeren van de drivers en software voor het besturingssysteem en het type verbinding dat u gebruikt.
Gebruikershandleiding Hier vindt u meer informatie over de afdrukfuncties,
het vervangen van verbruiksartikelen en het uitvoeren van routineonderhoud. Zie tips voor het oplossen van problemen.
Netwerkhandleiding
(alleen HL-5450DN(T))
Deze handleiding biedt u nuttige informatie over bedrade netwerkinstellingen en beveiligingsinstellingen bij het gebruik van uw Brother-machine. U kunt er eveneens informatie vinden over ondersteunde protocollen voor uw machine en gedetailleerde tips voor het oplossen van problemen.
Google cloud print handleiding
(alleen HL-5450DN(T))
Deze handleiding biedt u informatie over het configureren van uw Brother-machine voor een Google-account en het gebruik van Google Cloud Print-services om af te drukken via het internet vanaf apparaten die gebruik maken van Gmail™ voor mobiel, GOOGLE DOCS™ voor mobiel en toepassingen voor het Chrome-besturingssysteem.
Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iPrint&Scan
(alleen HL-5450DN(T))
In deze handleiding vindt u nuttige informatie over het
afdrukken van JPEG- en PDF
mobiel apparaat en scannen
1
-bestanden vanaf een
2
vanaf uw Brother­machine naar een mobiel apparaat bij verbinding met een Wi-Fi-netwerk.
Gedrukt / in de verpakking
Gedrukt / in de verpakking
PDF-bestand / cd-rom / in de verpakking
PDF-bestand / cd-rom / in de verpakking
PDF-bestand / Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/
PDF-bestand / Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/
1
Afdrukken van PDF-bestanden wordt niet ondersteund door een Windows® Phone.
2
HL-5450DN(T) biedt geen ondersteuning voor de scanfunctie.
i

Gebruik van de documentatie

WAARSCHUWING
Belangrijk
Bedankt voor uw keuze voor een Brother-machine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine.

Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden

De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
WAARSCHUWING
geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze
niet wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig of fataal letsel.
Belangrijk
geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in
schade aan eigendommen, storingen of een niet-werkend product.
Verbodspictogrammen wijzen op handelingen die niet mogen worden uitgevoerd.
Pictogrammen voor elektrisch gevaar wijzen u op een risico op elektrische schok.
Pictogrammen voor brandgevaar wijzen u op een risico op brand.
Deze symbolen wijzen u erop dat u hete oppervlakken in de machine niet mag aanraken.
Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of
Opmerking
geven tips over de werking van een handeling in combinatie met andere functies.
Vet Vetgedrukte tekst geeft toetsen op het bedieningspaneel van de machine of
op het computerscherm aan.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de nadruk op een belangrijk punt of verwijst naar
een verwant onderwerp.
ii

Inhoudsopgave

1 Afdrukmethoden 1
Over deze machine....................................................................................................................................1
Vooraanzicht en achteraanzicht ..........................................................................................................1
Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt .........................................................2
Aanbevolen papier en afdrukmedia .....................................................................................................2
Type en formaat van het papier...........................................................................................................2
Speciaal papier gebruiken ...................................................................................................................4
Onbedrukbaar gebied bij afdrukken vanaf een computer....................................................................7
Papier laden ..............................................................................................................................................8
Papier en afdrukmedia laden...............................................................................................................8
Papier laden in de standaardpapierlade en de optionele onderste lade .............................................8
Papier laden in de multifunctionele lade (MF-lade) ...........................................................................12
Duplex (dubbelzijdig) printen ...................................................................................................................19
Richtlijnen bij het tweezijdig afdrukken..............................................................................................19
Automatisch tweezijdig afdrukken .....................................................................................................20
Handmatig Duplex printen.................................................................................................................22
2 Driver en software 23
Printerdriver .............................................................................................................................................23
Een document afdrukken...................................................................................................................24
Instellingen van de printerdriver ........................................................................................................25
Windows
Macintosh ................................................................................................................................................56
Software ..................................................................................................................................................73
®
................................................................................................................................................26
De instellingen voor de printerdriver openen .....................................................................................26
Functies in de Windows
Het tabblad Normaal..........................................................................................................................27
Het tabblad Geavanceerd..................................................................................................................33
Tabblad Afdrukprofielen ....................................................................................................................41
Accessoirestab ..................................................................................................................................43
Ondersteuning...................................................................................................................................45
Functies in de BR-Script3-printerdriver (PostScript
De printerdriver verwijderen ..............................................................................................................53
Status Monitor ...................................................................................................................................54
Functies in de printerdriver (Macintosh) ............................................................................................56
Het kiezen van pagina-instellingsopties. ...........................................................................................56
Functies in de BR-Script3-printerdriver (PostScript
De printerdriver verwijderen ..............................................................................................................70
Status Monitor ...................................................................................................................................71
Software voor netwerken ..................................................................................................................73
Remote Printer Console (alleen Windows
®
-printerdriver ..............................................................................................27
®
3™-taalemulatie) ............................................47
®
3™-taalemulatie) ............................................66
®
) .....................................................................................73
iii
3 Algemene informatie 74
Bedieningspaneel ....................................................................................................................................74
LED's (Light Emitting Diodes)............................................................................................................74
Servicemeldingen..............................................................................................................................82
Toetsen op het bedieningspaneel .....................................................................................................84
Druk een testpagina af.............................................................................................................................85
De toets Go gebruiken.......................................................................................................................85
De printerdriver gebruiken .................................................................................................................85
De pagina met printerinstellingen afdrukken ...........................................................................................86
De toets Go gebruiken.......................................................................................................................86
De printerdriver gebruiken .................................................................................................................86
Lettertypen afdrukken..............................................................................................................................87
De toets Go gebruiken.......................................................................................................................87
De printerdriver gebruiken .................................................................................................................87
Beveiligingsfuncties .................................................................................................................................88
Secure Function Lock 2.0 (alleen HL-5450DN(T)) ............................................................................88
Ecologische functies................................................................................................................................89
Toner besparen .................................................................................................................................89
Slaaptijd.............................................................................................................................................89
Stand diepe slaap..............................................................................................................................89
Stroomuitschakelstand ......................................................................................................................90
Functie van de stille stand.......................................................................................................................91
De stille stand in-/uitschakelen..........................................................................................................91
4 Toebehoren 92
Onderste lade (LT-5400) .........................................................................................................................93
SO-DIMM (alleen HL-5450DN(T)) ...........................................................................................................94
SO-DIMM-types.................................................................................................................................94
Extra geheugen plaatsen...................................................................................................................95
5 Routineonderhoud 97
Verbruiksartikelen vervangen ..................................................................................................................97
De tonercartridge vervangen .............................................................................................................98
De drumkit vervangen .....................................................................................................................106
De machine reinigen en controleren......................................................................................................113
De buitenkant van de machine schoonmaken.................................................................................113
De primaire corona reinigen ............................................................................................................115
De drumkit reinigen .........................................................................................................................117
De papierpick-uprol schoonmaken ..................................................................................................122
De machine inpakken en vervoeren......................................................................................................123
iv
6 Problemen oplossen 126
Uw probleem identificeren .....................................................................................................................126
Foutmeldingen in de Status Monitor......................................................................................................127
Vastgelopen papier..........................................................................................................................130
Als u problemen hebt met uw machine..................................................................................................140
De afdrukkwaliteit verbeteren................................................................................................................144
Informatie over de machine...................................................................................................................151
Standaardinstellingen ......................................................................................................................151
AAppendix 153
Machinespecificaties..............................................................................................................................153
Algemeen ........................................................................................................................................153
Afdrukmedia ....................................................................................................................................155
Printer..............................................................................................................................................156
Interface...........................................................................................................................................156
Computervereisten ..........................................................................................................................157
Belangrijke informatie bij het kiezen van papier ..............................................................................158
Symbolen- en tekensets ..................................................................................................................159
Verbruiksartikelen............................................................................................................................160
Netwerk (LAN).................................................................................................................................160
Brother telefoonnummers......................................................................................................................161
BIndex 162
v
1
1
Opmerking
1
2
3
4
5
6
7
8
10
9
11
12
14
13

Afdrukmethoden 1

Over deze machine 1

Vooraanzicht en achteraanzicht 1

1 Voorklepknop
2 Bedieningspaneel
3 Steunklep van de documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden (steunklep)
4Voorklep
5 Papierlade
6 Stroomschakelaar
7 Documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden
8 Multifunctionele lade (MP-lade)
9 Achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven wanneer open)
10 Ingang voor netsnoer
11 USB-poort
12 10BASE-T/100BASE-TX-poort (alleen HL-5450DN(T))
13 LED's (Light Emitting Diodes) voor netwerkactiviteit (alleen HL-5450DN(T))
14 Parallelle poort (alleen HL-5440D)
De meeste illustraties in deze Gebruikershandleiding tonen de HL-5450DN.
1
Afdrukmethoden
1

Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt 1

De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende afdrukmedia gebruiken: normaal papier, dun papier, dik papier, dikker papier, bankpostpapier, kringlooppapier, etiketten of enveloppen.
Voor de beste resultaten volgt u onderstaande instructies:
Plaats GEEN verschillende soorten enveloppen tegelijk in de papierlade, omdat deze dan kunnen
vastlopen of scheef worden ingevoerd.
Voor een correct afdrukresultaat moet u in uw softwaretoepassing het papierformaat instellen van het
papier dat zich in de lade bevindt.
Raak de bedrukte zijde van het papier niet aan vlak na het afdrukken.
Controleer voordat u een grote hoeveelheid papier aanschaft eerst dat het papier geschikt is.

Aanbevolen papier en afdrukmedia 1

Papiertype Artikel
Normaal papier
Kringlooppapier
Etiketten Avery-laseretiketten L7163
Enveloppen Antalis River series (DL)
Xerox Premier TCF 80 g/m
Xerox Business 80 g/m
Xerox Recycled Supreme 80 g/m
2
2
2

Type en formaat van het papier 1

De machine laadt papier vanuit de geïnstalleerde standaardpapierlade, de multifunctionele lade of de optionele onderste lade.
In de printerdriver en deze handleiding worden voor de papierladen de volgende namen gebruikt:
Lade en optionele accessoires Naam
Papierlade Lade 1
Optionele onderste lade-eenheid (Standaard voor HL-5450DNT)
Multifunctionele lade MF lade
Lade 2
2
Afdrukmethoden
1
Capaciteit van de papierladen 1
Papierformaat Papiertypes Aantal vellen
Papierlade (Lade 1)
A4, Letter, Legal, B5 (ISO/JIS), Executive, A5,
Normaal papier, dun papier en kringlooppapier
tot 250 vellen (80 g/m
2
)
A5 (Lange zijde), A6,
B6 (ISO), Folio
Multifunctionele-lade (MF-lade)
Breedte: 76,2 tot 215,9 mm
Lengte: 127 tot 355,6 mm
Optionele onderste lade
(Lade 2)
1
2
2
Het Folio-formaat is 215,9 mm x 330,2 mm.
Lade 2 is standaard voor HL-5450DNT.
A4, Letter, Legal, B5 (ISO/JIS), Executive, A5,
B6 (ISO), Folio
1
Normaal papier, dun papier, dik papier, dikker papier, bankpostpapier,
50 vellen (80 g/m
3 enveloppen
2
)
kringlooppapier, enveloppen en etiketten
Normaal papier, dun papier
tot 500 vellen (80 g/m
2
)
en kringlooppapier
1
Aanbevolen papierspecificaties 1
De volgende papierspecificaties zijn geschikt voor deze machine.
Basisgewicht
75-90 g/m
Dikte 80-110 μm
Ruwheid Hoger dan 20 sec.
Stijfheid
90-150 cm
Vezelrichting Langlopend
Soortelijke volumeweerstand
Soortelijke weerstand aan oppervlakte
Vulmiddel
10e9-10e11 ohm
10e
CaCO
Asgehalte Minder dan 23 wt%
Helderheid Hoger dan 80%
Ondoorzichtigheid Hoger dan 85%
2
3
/100
9
-10e12 ohm-cm
(Neutraal)
3
Gebruik normaal kopieerpapier.
Gebruik papier van 75 tot 90 g/m
2
.
Gebruik langlopend papier met een neutrale pH-waarde en een vochtigheidspercentage van circa 5%.
In deze machine kan kringlooppapier worden gebruikt dat voldoet aan de specificatie DIN 19309.
(Raadpleeg Belangrijke informatie bij het kiezen van papier uu pagina 158 om te bepalen welk papier u met deze machine kunt gebruiken.)
3
Afdrukmethoden
1
Belangrijk
1
1

Speciaal papier gebruiken 1

De machine functioneert goed met de meeste typen xerografisch en bankpostpapier. Sommige typen papier kunnen echter van invloed zijn op de afdrukkwaliteit of bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u papier aanschaft om zeker te zijn van het gewenste resultaat. Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht en warmte.
Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen van papier:
Gebruik GEEN inkjetpapier, het kan leiden tot papieropstoppingen of schade aan de machine.
Voor voorgedrukt papier moet inkt gebruikt worden dat bestand is tegen de temperatuur van het
fuseerproces van de machine (200 °C).
Bij gebruik van briefpapier, grof, verkreukeld of gevouwen papier kan het resultaat wat minder zijn.
Te vermijden typen papier 1
Sommige typen papier bieden niet het gewenste resultaat of kunnen schade veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier:
• met een grove textuur
• dat extreem glad of glanzend is
• dat gekruld of scheef is
1 Een krul van 2 mm of meer kan papierstoringen veroorzaken.
• dat gecoat is of een chemische vernislaag heeft
• dat beschadigd, gekreukeld of gevouwen is
• dat het in deze handleiding aanbevolen gewicht overschrijdt
• met tabs en nietjes
• met een briefhoofd dat thermografisch gedrukt is of met inkt die niet tegen hoge temperaturen bestand is
• dat uit meerdere delen bestaat of zonder carbon
• dat is bedoeld voor inkjetprinters
Als u een van de bovenstaande typen papier gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Dergelijke schade wordt niet door de garantie of de service-overeenkomst van Brother gedekt.
4
Afdrukmethoden
1
Belangrijk
Enveloppen 1
De meeste enveloppen die ontwikkeld zijn voor laserprinters zijn geschikt voor deze machine. Sommige vormen enveloppen kunnen echter mogelijk problemen met de toevoer en de afdrukkwaliteit veroorzaken. Een geschikte envelop heeft randen met rechte, scherpe-vouwen. De enveloppe moet plat en stevig zijn. Gebruik geen flodderige enveloppen. Koop enveloppen van hoge kwaliteit bij een leverancier die weet dat u de enveloppen gaat gebruiken in een lasermachine.
Wij raden u aan een proefenveloppe te drukken zodat u zeker weet dat u het gewenste resultaat krijgt.
Te vermijden soorten enveloppen 1
Gebruik GEEN enveloppen:
• die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben
• die extreem glanzend zijn of een speciale structuur hebben
• met klemmen, nietjes, haken of touwtjes
• met een zelfklevende rand
• die flodderig zijn
• die niet scherp gevouwen zijn
• die van reliëf zijn voorzien (bv. letters in reliëf)
• die eerder werden bedrukt met een laserprinter
• die aan-de binnenkant zijn voorbedrukt
• die niet netjes op elkaar kunnen worden gestapeld
• die gemaakt zijn van papier dat zwaarder is dan het gespecificeerde papiergewicht voor de machine
• met randen die niet recht of regelmatig zijn
• met vensters, gaten, uitsparingen of perforaties
• met lijm op het oppervlak zoals hieronder getoond
• met dubbele flappen zoals hieronder getoond
• met flappen die niet omlaag zijn gevouwen bij aankoop
5
Afdrukmethoden
1
Belangrijk
• met beide zijden gevouwen zoals hieronder getoond
Als u een van de bovenstaande typen enveloppen gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Deze schade wordt mogelijk niet gedekt door enige garantie- of service-overeenkomst met Brother.
Etiketten 1
De machine kan afdrukken op de meeste typen etiketten die bedoeld zijn voor een lasermachine. Etiketten dienen een plaklaag op basis van acryl te hebben omdat dit materiaal beter bestand is tegen de hoge temperaturen in de fusereenheid. De plaklaag dient niet in contact te komen met enig deel van de machine, omdat de etiketten dan aan de drumeenheid of rollen blijven kleven waardoor papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit kunnen optreden. Er mag geen plaklaag open liggen tussen de etiketten. Etiketten moeten zo gerangschikt worden dat de volledige lengte en breedte van het vel bedekt zijn. Het gebruik van ruimten tussen de etiketten kan leiden tot het loslaten van etiketten waardoor ernstige papierstoringen of afdrukproblemen kunnen ontstaan.
Etiketten moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 200 °C gedurende 0,1 seconden.
Te vermijden typen etiketten 1
Gebruik geen etiketten die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben.
• Voer GEEN gedeeltelijk gebruikte etiketvellen in. Het onbedekte draagvel kan schade toebrengen aan de machine.
• Etiketbladen mogen niet zwaarder zijn dan het gewicht dat in deze Gebruikershandleiding is gespecificeerd. Etiketten die deze specificatie overschrijden, worden mogelijk niet correct ingevoerd of afgedrukt en kunnen schade veroorzaken aan de machine.
• U mag etiketten NIET hergebruiken en u mag GEEN etiketblad invoeren waarop een aantal etiketten ontbreekt.
6
Afdrukmethoden
1
Opmerking
1
3
24

Onbedrukbaar gebied bij afdrukken vanaf een computer 1

De onderstaande waarden geven de maximale onbedrukbare gedeeltes aan. Het onbedrukbare gedeelte kan variëren afhankelijk van het papierformaat of de instellingen van het programma dat u gebruikt.
Gebruik Documentgr
ootte
Bovenkant (1)
Onderkant (3)
Links (2)
Rechts (4)
Afdrukken Letter 4,23 mm 6,35 mm
A4 4,23 mm 6,01 mm
Legal 4,23 mm 6,35 mm
Wanneer u BR-Script3-emulatie gebruikt, bedraagt de grootte van het onbedrukbaar gedeelte rond de rand van het papier 4,23 mm.
7
Afdrukmethoden
1

Papier laden 1

Papier en afdrukmedia laden 1

De machine kan papier laden vanuit de standaardpapierlade, de optionele onderste lade of de multifunctionele lade.
Houd rekening met het volgende als u papier in de papierlade plaatst:
Als het afdrukmenu van uw toepassingssoftware een optie biedt voor het opgeven van het papierformaat,
kunt u het formaat selecteren via de toepassingssoftware. Als deze optie niet door de toepassingssoftware geboden wordt, kunt u het papierformaat opgeven in de printerdriver of via het bedieningspaneel.

Papier laden in de standaardpapierlade en de optionele onderste lade 1

U kunt tot 250 vellen laden in de standaardpapierlade (Lade 1). U kunt eveneens tot 500 vellen laden in de
1
optionele onderste lade (Lade 2) die u terugvindt aan de rechterzijde van de papierlade. (Raadpleeg Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt uu pagina 2 om te zien welke papiersoorten u kunt gebruiken.)
1
Lade 2 is standaard voor HL-5450DNT.
. De stapel papier mag niet hoger zijn dan de maximummarkering ( )
Afdrukken op normaal papier, dun papier of kringlooppapier in Lade 1 en Lade 2 1
a Trek de papierlade volledig uit de machine.
8
Afdrukmethoden
1
Opmerking
b Houd de groene vrijgavehendel van de papiergeleiders (1) ingedrukt en stel de papiergeleiders af op het
papierformaat dat u in de lade plaatst. Controleer dat de geleiders goed in de sleuven passen.
1
1
1
Druk op vrijgaveknop (1) aan de onderkant van de papierlade voor Legal- of Folio-formaat en trek de achterkant van de papierlade naar buiten. (In sommige regio's zijn Legal- en Folio-papier niet beschikbaar.)
c Waaier de stapel papier goed door om te voorkomen dat het papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
9
Afdrukmethoden
1
1
d Plaats papier in de lade en zorg ervoor dat:
de stapel papier niet uitsteekt boven de maximummarkering ( ) (1).
Als u de papierlade te hoog vult, kan het papier vastlopen.
de te bedrukken zijde naar beneden gericht is.
de papiergeleiders de zijkanten van het papier raken zodat het correct ingevoerd wordt.
1
e Plaats de papierlade weer in de machine. Zorg ervoor dat hij geheel in de machine zit. f Zet de steunklep (1) omhoog om te voorkomen dat het papier van de documentuitvoer met bedrukte
zijde naar beneden valt, of neem elk vel van de uitvoerlade zodra dit wordt uitgeworpen.
10
Afdrukmethoden
1
Opmerking
g Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
A4 Letter Legal Executive A5
B5 B6 Folio A5 lange zijde
(alleen Lade 1)
Zie Type en formaat van het papier uu pagina 2 voor de bruikbare papierformaten.
Mediatype
Normaal papier Dun papier Kringlooppapier
Papierbron
Lade1 Lade2
(indien beschikbaar)
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
A6 (alleen Lade 1)
De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en de versie ervan.
h Stuur de afdrukgegevens naar de machine.
11
Afdrukmethoden
1
2
1

Papier laden in de multifunctionele lade (MF-lade) 1

U kunt tot 3 enveloppen of speciale afdrukmedia of tot 50 vellen normaal papier in de MF-lade plaatsen. Gebruik deze lade om af te drukken op dik papier, bankpostpapier, etiketten of enveloppen. (Raadpleeg Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt uu pagina 2 om te zien welke papiersoorten u kunt gebruiken.)
Afdrukken op normaal papier, dun papier, kringlooppapier en bankpostpapier vanuit de MF­lade 1
a Maak de MF lade open en trek deze voorzichtig omlaag.
b Trek de steun van de MF-lade (1) uit en vouw de steunklep (2) open.
12
Afdrukmethoden
1
c Plaats papier in de MP-lade en zorg ervoor dat:
de stapel papier niet boven de maximummarkering uitsteekt (1).
u het papier met de te bedrukken zijde naar boven gericht en met de bovenkant eerst plaatst.
de papiergeleiders de zijkanten van het papier raken zodat het correct ingevoerd wordt.
1
d Zet de steunklep omhoog om te voorkomen dat het papier van de documentuitvoer met bedrukte zijde
naar beneden valt, of neem elk vel van de uitvoerlade zodra dit wordt uitgeworpen.
13
Afdrukmethoden
1
Opmerking
e Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
A4 Letter Legal Executive A5
A5 lange zijde A6 B5 B6 3 x 5
Folio
1
U kunt het standaardpapierformaat definiëren door Door gebruiker gedefinieerd... te kiezen in Windows® printerdriver, Grootte van
aangepaste pagina (PostScript) in BR-script printerdriver voor Windows
Aangepast papierformaat
Zie Type en formaat van het papier uu pagina 2 voor de bruikbare papierformaten.
Mediatype
Normaal papier Dun papier Kringlooppapier Briefpapier
Papierbron
MF lade
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
1
®
of Aangepaste Pagina in Macintosh printerdrivers.
De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en de versie ervan.
f Stuur de afdrukgegevens naar de machine.
14
Afdrukmethoden
1
1
2
Afdrukken op dik papier, etiketten en enveloppen vanuit de MF-lade 1
Maak de hoeken en de zijkanten van de enveloppen zo plat mogelijk voordat u deze laadt.
a Maak de achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) open.
b Maak de MF lade open en trek deze voorzichtig omlaag.
c Trek de steun van de MF-lade (1) uit en vouw de steunklep (2) open.
15
Afdrukmethoden
1
1
d Plaats papier, etiketten of enveloppen in de MF-lade. Zorg ervoor dat:
het aantal enveloppen in de MF-lade niet hoger is dan 3.
het papier, de etiketten of de enveloppen niet boven de maximummarkering uitsteken (1).
de te bedrukken zijde naar boven gericht is.
16
Afdrukmethoden
1
Opmerking
e Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
<Voor het afdrukken op dik papier of etiketten>
A4 Letter Legal Executive A5
A5 lange zijde A6 B5 B6 3 x 5
Folio
Aangepast papierformaat
<Voor het afdrukken op enveloppen>
Com-10 DL C5 Monarch
Aangepast papierformaat
1
U kunt het standaardpapierformaat definiëren door Door gebruiker gedefinieerd... te kiezen in Windows® printerdriver, Grootte van
aangepaste pagina (PostScript) in BR-script printerdriver voor Windows
1
Zie Type en formaat van het papier uu pagina 2 voor de bruikbare papierformaten.
Mediatype
1
®
of Aangepaste Pagina in Macintosh printerdrivers.
<Voor het afdrukken van dik papier>
Dik papier Dikker papier
<Voor het afdrukken op etiketten>
Label
<Voor het afdrukken op enveloppen>
Enveloppen Env. Dun Env. Dik
Papierbron
MF lade
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
• De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en de versie ervan.
• Wanneer u Envelope #10 gebruikt, selecteert u Com-10 (voor Windows
®
) of #10-envelop (voor
Macintosh) in de Papierformaat keuzelijst.
• Voor andere enveloppen die niet in de printerdriver worden vermeld, bijvoorbeeld Enveloppe #9 of
®
Enveloppe C6, gebruikt u Door gebruiker gedefinieerd... (voor de Windows
printerdriver), Grootte van
aangepaste pagina (PostScript) (voor de BR-Script printerdriver voor Windows Pagina (voor de Macintosh printerdriver).
®
) of Aangepaste
17
Afdrukmethoden
1
Opmerking
f Stuur de afdrukgegevens naar de machine.
• Verwijder elke enveloppe zodra deze is afgedrukt. Als u de enveloppen stapelt, kunnen deze vastlopen of omkrullen.
• Indien de enveloppen of het dikke papier vuil worden tijdens het afdrukken, stelt u Mediatype in op Env. Dik of Dikker papier om de afdruktemperatuur te verhogen.
• Indien de enveloppen verkreukelt raken nadat ze afgedrukt zijn, raadpleegt u De afdrukkwaliteit verbeteren uu pagina 144.
• Als het dikke papier omkrult tijdens het afdrukken, plaatst u slechts één vel per keer in de MF-lade.
• Door de producent geplakte delen van enveloppen moeten goed zijn vastgeplakt.
• Alle zijden moeten correct gevouwen zijn en mogen niet gekreukt zijn.
g Sluit de achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven).
18
Afdrukmethoden
1
Opmerking

Duplex (dubbelzijdig) printen 1

Alle meegeleverde printerdrivers maken duplex printen mogelijk. Raadpleeg Help in de printerdriver voor meer informatie hierover.

Richtlijnen bij het tweezijdig afdrukken 1

Als u dun papier gebruikt, kunnen de vellen verkreukelen.
Gekruld papier moet glad worden gestreken voordat het weer in de papierlade wordt geplaatst. Als het
papier blijft omkrullen, vervangt u het papier.
Als het papier niet correct wordt ingevoerd, is het misschien omgekruld. Verwijder het en strijk het glad.
Als het papier blijft omkrullen, vervangt u het papier.
Wanneer u de handmatige duplexfunctie gebruikt, kan het papier vastlopen of kan de kwaliteit van de
afdruk wat minder zijn. (Raadpleeg Vastgelopen papier uu pagina 130 als het papier is vastgelopen. Raadpleeg De afdrukkwaliteit verbeteren uu pagina 144 als u problemen met de afdrukkwaliteit hebt.)
Controleer dat de papierlade zo ver mogelijk in de machine is gestoken.
19
Afdrukmethoden
1
Opmerking

Automatisch tweezijdig afdrukken 1

Raadpleeg Duplex (dubbelzijdig) printen uu pagina 65 als u de Macintosh printerdriver gebruikt.
®
Automatisch tweezijdig afdrukken met de Windows
printerdriver 1
a Kies de volgende instellingen in elk menu van de printerdriver.
Papierformaat
A4
Mediatype
Normaal papier Kringlooppapier Dun papier
Papierbron
Lade1 MF lade Lade2
(indien beschikbaar)
Duplex / Folder
Duplex
Soort duplex bij Duplexinstellingen
Er zijn vier opties voor elke afdrukstand. (Zie Duplex / Folder uu pagina 31.)
Inbindmarge bij Duplexinstellingen
U kunt de inbindmarge specificeren. (Zie Duplex / Folder uu pagina 31.)
• U moet normaal papier, kringlooppapier of dun papier gebruiken. Gebruik geen briefpapier.
• De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en de versie ervan.
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
b Stuur de afdrukgegevens naar de machine. De machine zal het papier nu automatisch aan beide zijden
bedrukken.
20
Afdrukmethoden
1
Opmerking
Automatisch tweezijdig afdrukken met de BR-Script printerdriver voor Windows
a Kies de volgende instellingen in elk menu van de printerdriver.
Papierformaat
A4
Soort papier
Normaal papier Kringlooppapier Dun papier
Papierbron
Lade1 MF lade Lade2
(indien beschikbaar)
Dubbelzijdig afdrukken
Over korte zijde spiegelen
Paginavolgorde
Over lange zijde spiegelen
®
1
Vooraan beginnen Achteraan
beginnen
• U moet normaal papier, kringlooppapier of dun papier gebruiken. Gebruik geen briefpapier.
• De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en de versie ervan.
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
b Stuur de afdrukgegevens naar de machine. De machine zal het papier nu automatisch aan beide zijden
bedrukken.
21
Afdrukmethoden
1
Opmerking

Handmatig Duplex printen 1

De BR-Script printerdriver voor Windows® biedt geen ondersteuning voor het handmatig tweezijdig afdrukken.
Raadpleeg Handmatig Duplex printen uu pagina 65 als u de Macintosh printerdriver gebruikt.
Handmatig tweezijdig afdrukken met de Windows
®
printerdriver 1
a Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
U kunt alle papierformaten gebruiken die opgegeven zijn voor de lade die u gebruikt.
Mediatype
U kunt alle mediatypes gebruiken die opgegeven zijn voor de lade die u gebruikt, behalve enveloppen en etiketten die slechts één afdrukzijde hebben.
Papierbron
Lade1 MF lade Lade2
(indien beschikbaar)
Duplex / Folder
Duplex (handmatig)
Soort duplex bij Duplexinstellingen
Er zijn vier opties voor elke afdrukstand. (Zie Duplex / Folder uu pagina 31.)
Inbindmarge bij Duplexinstellingen
U kunt de inbindmarge specificeren. (Zie Duplex / Folder uu pagina 31.)
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
b Stuur de afdrukgegevens naar de machine. De machine drukt eerst alle pagina's met even nummers af
®
op een kant van het papier. Vervolgens geeft de Windows papier opnieuw moet worden geplaatst om de pagina's met oneven nummers af te drukken.
Strijk het papier voordat het u het terugplaatst goed glad, anders kan het papier vastlopen. Het gebruik van erg dun of erg dik papier wordt afgeraden.
driver aan (door een pop-upbericht) dat het
22
2
2

Driver en software 2

Printerdriver 2

Een printerdriver is een stuurprogramma dat gegevens in het door de computer gebruikte formaat omzet in een formaat dat door een bepaalde printer kan worden gebruikt. Doorgaans is dit formaat PDL (page description language).
De printerdrivers voor de ondersteunde versies van Windows cd-rom en op de website van het Brother Solutions Center: http://solutions.brother.com/. Installeer de drivers door het volgen van de stappen in de Installatiehandleiding. De meest recente printerdrivers kunt u downloaden via de website van het Brother Solutions Center op:
http://solutions.brother.com/
®
en Macintosh staan op de meegeleverde
Voor Windows
®
Printerdriver voor Windows® (de meest geschikte printerdriver voor dit product)
BR-Script printerdriver (PostScript
1
De driver installeren met de aangepaste installatie op de cd-rom.
®
3™ taalemulatie)
1
Voor Macintosh 2
Printerdriver voor Macintosh (de meest geschikte printerdriver voor dit product)
BR-Script printerdriver (PostScript
1
De installatie-instructies voor de driver vindt u op http://solutions.brother.com/.
Voor Linux
®12
®
3™ taalemulatie)
1
LPR-printerdriver
CUPS-printerdriver
1
Voor meer informatie over de printerdriver voor Linux en voor het downloaden van deze driver gaat u naar de modelpagina van uw machine op http://solutions.brother.com/
2
Afhankelijk van de Linux-distributies is het mogelijk dat de driver niet beschikbaar is, of mogelijk wordt deze pas vrijgegeven na de marktintroductie van uw model.
of gebruikt u de koppeling op de meegeleverde cd-rom.
2
2
23
Driver en software
2
Opmerking

Een document afdrukken 2

Wanneer de machine gegevens van uw computer ontvangt, begint het afdrukproces en wordt papier uit de papierlade gehaald. Via de papierlade kunnen diverse papiertypes en enveloppen worden ingevoerd. (Zie Capaciteit van de papierladen uu pagina 3.)
a Kies in uw toepassing de opdracht Afdrukken.
Als er andere printerdrivers zijn geïnstalleerd op uw computer, kiest u Brother HL-XXXX series (waarbij XXXX uw modelnaam is) als printerdriver in het menu Afdrukken of Afdrukinstellingen van uw softwaretoepassing, en klikt u vervolgens op OK of Druk af om het afdrukken te starten.
b Uw computer stuurt de gegevens naar de machine. De Ready-LED knippert. c Wanneer alle gegevens zijn afgedrukt, stopt de Ready-LED met knipperen.
• U kunt het papierformaat en de afdrukstand selecteren in uw toepassingssoftware.
• Als de toepassingssoftware het door u opgegeven papierformaat niet ondersteunt, selecteert u een formaat dat net iets groter is.
• Vervolgens past u het afdrukgebied aan door de rechter- en linkermarge in de toepassingssoftware te wijzigen.
24
Loading...
+ 139 hidden pages