Brother DCP-7030, DCP-7040, DCP-7045N User Manual [nl]

GEBRUIKERSHANDLEIDING
DCP-7030 DCP-7040 DCP-7045N
Versie B
DUT/BEL-DUT
wanneer u de klantenservice wilt bellen
A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie:
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het toestel. Bewaar deze gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als de originele eigenaar van het product. Uw registratie bij Brother:
kan eventueel als bevestiging van de aankoopdatum van uw product
dienen, mocht u uw kassabon verliezen; en
kan eventueel een verzekeringsclaim van u ondersteunen, ingeval
het product verloren gaat en dit gedekt is door de verzekering.
© 2008 Brother Industries, Ltd.

Samenstelling en publicatie

Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
i

EG Conformiteitsverklaring

ii
EG Conformiteitsverklaring
Producent
Brother Industries Ltd., 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Industries (Vietnam) Ltd., Phuc Dien Industrial Zone Cam Phuc Commune, Cam giang Dist Hai Duong Province, Vietnam
Verklaren hierbij dat:
Productomschrijving : Laserprinter
Modelnummer : DCP-7030, DCP-7040, DCP-7045N
voldoen aan de voorschriften van de toegepaste richtlijnen: Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG en de Richtlijn voor elektromagnetische verdraagzaamheid 2004/108/EG.
Toegepaste geharmoniseerde standaarden:
Veiligheid EN60950-1:2001 +A11: 2004
EMC EN55022:2006 +A1: 2007 Klasse B
EN55024:1998 +A1: 2001 +A2: 2003 EN61000-3-2:2006 EN61000-3-3:1995 +A1: 2001 +A2: 2005
Jaar waarin EG-certificatie voor het eerst werd toegekend: 2007
Uitgegeven door : Brother Industries, Ltd.
Datum : 6 april 2009
Plaats : Nagoya, Japan
iii

Inhoudsopgave

Paragraaf I Algemeen
1 Algemene informatie 2
Gebruik van de documentatie................................................................................2
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................2
De gebruikershandleiding voor de software en de gebruikershandleiding voor het
netwerk (uitsluitend DCP-7045N) ....................................................................... 3
Documentatie bekijken ....................................................................................3
Overzicht bedieningspaneel .................................................................................. 5
2 Papier en documenten laden 6
Papier en afdrukmedia laden.................................................................................6
Papier in de papierlade plaatsen .....................................................................6
Papier laden in de handmatige invoergleuf ..................................................... 7
Niet-afdrukbaar gebied .................................................................................. 10
Acceptabel papier en andere printmedia ............................................................. 11
Aanbevolen papier en printmedia..................................................................11
Type en afmetingen van het papier ...............................................................11
Speciaal papier gebruiken .............................................................................12
Documenten laden............................................................................................... 15
Met behulp van de automatische documentinvoer (ADF)
(DCP-7040 en DCP-7045N) ...................................................................... 15
met behulp van de glasplaat..........................................................................16
3 Algemene instelling 17
Papierinstellingen ................................................................................................17
Papiersoort .................................................................................................... 17
Papierformaat ................................................................................................ 17
Volume-instellingen .............................................................................................17
Volume van waarschuwingstoon ...................................................................17
Ecologische functies ............................................................................................18
Toner sparen ................................................................................................. 18
Slaapstand.....................................................................................................18
LCD-contrast........................................................................................................19
Lijst Gebruikersinstellingen.................................................................................. 19
Netwerkconfiguratielijst (uitsluitend DCP-7045N) ............................................... 19
iv
Paragraaf II Kopie
4Kopiëren 22
Kopiëren ..............................................................................................................22
Kopieermodus invoeren.................................................................................22
Eén kopie maken........................................................................................... 22
Meerdere kopieën maken..............................................................................22
Kopiëren onderbreken ................................................................................... 22
Kopieeropties (tijdelijke instellingen)....................................................................23
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen ......................................23
Contrast instellen........................................................................................... 24
De toets Opties gebruiken ............................................................................. 25
De kopieerkwaliteit verbeteren ...................................................................... 25
Kopieën soteren met behulp van de ADF (DCP-7040 en DCP-7045N)........ 26
N op 1-kopieën maken (paginalay-out) ......................................................... 26
De melding geheugen vol.................................................................................... 27
Paragraaf III Software
5 Software- en netwerk- (uitsluitend DCP-7045N) functies 30
Gebruik van de HTML-gebruikershandleiding ..................................................... 30
Voor Windows®.............................................................................................30
Voor Macintosh.............................................................................................. 31
Paragraaf IV Bijlagen
A Veiligheid en wetgeving 34
Een geschikte plaats kiezen ................................................................................ 34
Belangrijke informatie ..........................................................................................35
Veiligheidsmaatregelen ................................................................................. 35
IEC60825-1+A2:2001 specificatie .................................................................38
Het apparaat loskoppelen.............................................................................. 38
LAN-aansluiting (uitsluitend DCP-7045N) .................................................... 39
Radiostoring ..................................................................................................39
EU-richtlijn 2002/96/EC en EN50419 ............................................................ 39
Internationale ENERGY STAR® verklaring van naleving .............................. 40
Belangrijke veiligheidsinstructies...................................................................40
Handelsmerken.................................................................................................... 42
v
B Problemen oplossen en routineonderhoud 43
Problemen oplossen ............................................................................................ 43
Als u problemen hebt met uw machine ......................................................... 43
De afdrukkwaliteit verbeteren ........................................................................48
Fout- en onderhoudsberichten.............................................................................54
Vastgelopen documenten (uitsluitend DCP-7040 en DCP-7045N) ...............56
Papieropstoppingen....................................................................................... 57
Routineonderhoud ...............................................................................................62
De buitenkant van de machine schoonmaken............................................... 62
De glasplaat reinigen.....................................................................................63
Het scannervenster reinigen..........................................................................63
De printcorona reinigen .................................................................................65
De drumeenheid reinigen ..............................................................................67
De verbruiksartikelen vervangen ......................................................................... 69
Een tonercartridge vervangen .......................................................................69
De drumeenheid vervangen ..........................................................................73
De LCD-taal veranderen......................................................................................76
Informatie over de machine .................................................................................76
Het serienummer controleren ........................................................................76
De paginatellers controleren.......................................................................... 76
De levensduur van de drum bepalen.............................................................76
De machine inpakken en vervoeren .................................................................... 77
C Menu en functies 78
Programmeren op het scherm .............................................................................78
Menutabel...................................................................................................... 78
Opslag in het geheugen ................................................................................78
Menutoetsen ........................................................................................................ 78
Het menu openen .......................................................................................... 79
Menutabel ............................................................................................................80
D Specificaties 85
Algemeen.............................................................................................................85
Afdrukmedia.........................................................................................................87
Kopiëren ..............................................................................................................88
Scannen...............................................................................................................89
Afdrukken.............................................................................................................90
Interfaces ............................................................................................................. 90
Systeemvereisten ................................................................................................91
Verbruiksartikelen ................................................................................................ 93
Bedraad ethernet-netwerk (uitsluitend DCP-7045N) ...........................................94
E Verklarende woordenlijst 95
F Index 96
vi
Paragraaf I
Algemeen I
Algemene informatie 2 Papier en documenten laden 6 Algemene instelling 17

Algemene informatie 1

1

Gebruik van de documentatie 1

Dank u voor de aanschaf van een Brother­machine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine.
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden. 1
De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
Vet Vetgedrukte tekst identificeert
toetsen op het bedieningspaneel van de machine of op het computerscherm.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de
nadruk op een belangrijk punt of verwijst naar een verwant onderwerp.
Courier New
Het lettertype Courier New identificeert de meldingen die worden weergegeven op het LCD-scherm van de machine.
Het pictogram Onjuiste configuratie waarschuwt u voor apparaten en bewerkingen die niet compatibel zijn met de machine.
Pictogrammen met opmerkingen geven bruikbare tips.
Opmerking
Illustraties in deze gebruikershandleiding zijn gebaseerd op de DCP-7045N.
Waarschuwingen informeren u over de maatregelen die u moet treffen om persoonlijk letsel te voorkomen.
"Voorzichtig" wijst u op procedures die u moet volgen om te vermijden dat de machine of andere voorwerpen schade oplopen.
De pictogrammen Elektrisch Gevaar waarschuwen u voor een mogelijke elektrische schok.
Pictogrammen met waarschuwingen vestigen uw aandacht op maatregelen die u moet treffen om mogelijk persoonlijk letsel te voorkomen.
2
De gebruikershandleiding voor de software en de gebruikershandleiding voor het netwerk
Algemene informatie
c
Als het scherm met de modelnaam verschijnt, klikt u op uw modelnaam. Het hoofdmenu van de cd
-
rom wordt geopend.
1
(uitsluitend DCP-7045N)
Deze gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine zoals hoe u de geavanceerde eigenschappen van fax, printer, scanner en netwerk gebruikt (uitsluitend DCP-7045N). Wanneer u gedetailleerde informatie over deze bewerkingen wilt leren, leest u de
softwarehandleiding netwerkhandleiding
Documentatie bekijken 1
Documentatie bekijken (Windows®) 1
Om de documentatie te bekijken vanuit het menu Start, selecteert u Brother, DCP-XXXX (XXXX is de modelnaam) in de programmagroep, en klikt dan op Gebruikershandleidingen in HTML-indeling.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt u de documentatie vinden door onderstaande instructies op te volgen:
a Zet uw PC aan.
Plaats de Brother CD-ROM met naam
Windows
®
b Als het scherm voor de taalkeuze
verschijnt, klikt u op de gewenste taal.
en
(uitsluitend DCP-7045N)
in het CD-ROM-station.
1
Als dit venster niet wordt geopend, kunt u
®
Windows programma Start.exe uit te voeren vanuit
.
de hoofdmap van de cd-rom van Brother.
Explorer gebruiken om het
d Klik op Documentatie. e Klik op de documentatie die u wilt lezen:
(3 handleidings)
HTML-documenten (3
gebruikershandleiding voor stand­alone bewerkingen,
Softwarehandleiding en netwerkhandleiding (uitsluitend
DCP-7045N) in HTML-indeling.
Deze indeling wordt aanbevolen voor het weergeven van de handleidingen op uw computer.
PDF-documenten (4 handleidingen):
gebruikershandleiding voor stand­alone bewerkingen,
softwarehandleiding, netwerkhandleiding (uitsluitend DCP-7045N) en beknopte handleiding.
Deze indeling wordt aanbevolen voor het afdrukken van handleidingen. Klik hierop om naar het Brother Solutions Center te gaan, waar u de PDF-documenten kunt bekijken of downloaden. (Hiervoor zijn internettoegang en PDF Reader­software vereist.)
handleidings
):
3
Hoofdstuk 1
Instructies voor het scannen opzoeken 1
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding: 1
Een document scannen met de
TWAIN-driver in hoofdstuk 2
Een document scannen met de WIA-
driver (alleen voor Windows
®
XP/Windows Vista
ControlCenter3 gebruiken in hoofdstuk 3
Netwerkscannen in hoofdstuk 4
(uitsluitend DCP-7045N)
) in hoofdstuk 2
®
ScanSoft™ PaperPort™ 11SE met OCR Hoe-te-handleidingen
De complete ScanSoft™ PaperPort™
11SE met OCR Hoe-te-handleidingen kunt u bekijken in het Help-gedeelte in de ScanSoft™ PaperPort™ 11SE toepassing.
Documentatie bekijken (Macintosh) 1
a Zet uw Macintosh aan.
Plaats de Brother CD-ROM met de naam Macintosh in het CD-ROM station.
b
Het volgende venster wordt weergegeven.
e Dubbelklik op het hoofdbestand om de
handleiding, softwarehandleiding en netwerkhandleiding (uitsluitend DCP-
7045N) in HTML-indeling te bekijken.
f Klik op de documentatie die u wilt lezen.
Gebruikershandleiding
Softwarehandleiding
Netwerkhandleiding
(uitsluitend DCP-7045N)
Opmerking
De documenten zijn ook leverbaar in PDF­indeling (4 handleidingen): gebruikershandleiding voor stand-alone bewerkingen, softwarehandleiding, netwerkhandleiding (uitsluitend DCP­7045N) en beknopte handleiding.
1
De PDF-indeling wordt aanbevolen voor het afdrukken van handleidingen.
Dubbelklik op het pictogram van het Brother Solutions Center om naar het Brother Solutions Center te gaan waar u de PDF-documenten kunt bekijken en downloaden. (Hiervoor zijn internettoegang en PDF Reader-software vereist.)
Instructies voor het scannen opzoeken 1
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
c Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
d
Als het scherm voor de taalkeuze verschijnt, dubbelklikt u op de gewenste taal.
4
Softwarehandleiding: 1
Scannen in hoofdstuk 9
ControlCenter2 gebruiken in hoofdstuk 10
Netwerkscannen in hoofdstuk 11
(uitsluitend DCP-7045N)
Presto! PageManager Gebruikershandleiding:
U kunt de complete Presto! PageManager­gebruikershandleiding bekijken via de Help in de toepassing Presto! PageManager.
1
Algemene informatie

Overzicht bedieningspaneel 1

DCP-7030, DCP-7040 en DCP-7045N hebben dezelfde toetsen.
1Print toets
Opdracht Annuleren
Hiermee annuleert u een geprogrammeerde afdruktaak en wist u deze uit geheugen van de machine.
Wanneer u meer afdruktaken wilt anuleren, houdt u deze toets ingedrukt totdat het LCD Alles annuleren toont.
2 Scan toets
Hiermee wordt de scanmodus van de machine geactiveerd. (Voor meer informatie over scannen raadpleegt u de softwarehandleiding op de cd-rom.)
3 Kopie toetsen:
Opties
u kunt snel en gemakkelijk tijdelijke instellingen voor het kopiëren selecteren.
Vergroot/Verklein
Verkleint of vergroot kopieën.
Contrast
U kunt het contrast van de afdrukken verhogen of verkleinen.
Aantal/kopieën
Gebruik deze toets om meer kopieën te maken.
4LCD
Hierop worden meldingen weergegeven die u helpen bij de configuratie en het gebruik van uw machine.
5 Menutoetsen:
Wis/terug
Hiermee verwijdert u ingevoerde gegevens of annuleert u de huidige instelling.
a + of b ­Druk hierop om door de menu's en opties te
bladeren.
OK
Hiermee kunt u de instellingen op de machine opslaan.
Menu
Hiermee kunt u het menu openen om de instellingen van de machine te programmeren.
6Start
Hiermee kunt u kopieën maken, of scannen.
7 Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een bewerking gestopt of een menu verlaten.
1
5
2

Papier en documenten laden 2

Papier en afdrukmedia laden 2

De machine kan papier laden vanuit de standaardpapierlade of handmatige invoergleuf.
Houd rekening met het volgende als u papier in de papierlade plaatst:
Als het afdrukmenu van uw toepassing
een optie biedt voor het opgeven van het papierformaat, kunt u dit via de toepassing doen. Als deze optie niet door de toepassing geboden wordt, kunt u het papierformaat opgeven in de printerdriver of via het bedieningspaneel.
Voordat u papier gebruikt met gaten, zoals
multomappapier, moet u de stapel doorwaaieren om papierstoringen te voorkomen.
Papier in de papierlade plaatsen
Afdrukken op normaal papier, kringlooppapier of transparanten vanuit de papierlade
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Druk op de groene ontgrendeling van de
papiergeleiders en verschuif de papiergeleiders voor het correcte papierformaat. Zorg dat de geleiders goed vastzitten.
2
2
6
Papier en documenten laden
c Plaats papier in de lade, en controleer of
het papier onder het merkteken voor maximaal papier (1) blijft. De zijde waarop u wilt afdrukken, moet naar beneden zijn gericht.
1
Controleer of de papiergeleiders de zijkanten van het papier raken, om machineschade tengevolge van scheeflopend papier te vermijden.
VOORZICHTIG
Papier laden in de handmatige invoergleuf 2
U kunt enveloppen en speciale afdrukmedia één voor één invoeren via de handmatige invoergleuf. Gebruik de handmatige invoergleuf om etiketten, enveloppen of dikker papier af te drukken of te kopiëren.
Afdrukken op normaal papier, kringlooppapier of transparanten via de handmatige invoergleuf
Opmerking
De machine stelt vervolgens automatisch de handmatige invoermodus in wanneer u papier in de handmatige invoergleuf plaatst.
a Vouw de steunflap (1) open om te
vermijden dat het papier van de neerwaarts gerichte uitvoerlade glijdt, of verwijder iedere pagina zodra deze uit de machine komt.
2
2
d Plaats de papierlade stevig terug in de
machine. Zorg ervoor dat hij geheel in de machine zit.
e Vouw de steunflap (1) open om te
vermijden dat het papier van de neerwaarts gerichte uitvoerlade glijdt.
1
1
b Open het deksel van de handmatige
invoergleuf.
7
Hoofdstuk 2
c Schuif de papiergleiders van de
handmatige invoergleuf met beide handen op de breedte van het papier dat u wilt gebruiken.
d Plaats met beide handen één vel papier
of één transparant in de handmatige invoergleuf tot de voorrand van het papier de papieraanvoerrol raakt. Wanneer u voelt dat machine het papier naar binnen trekt, laat het dan gaan.
Afdrukken op dik papier, bankpostpapier, etiketten en enveloppen
Wanneer de achterste uitvoerlade naar beneden is getrokken, heeft de machine een recht papiertrajct van de handmatige invoergleuf tot aan de achterkant van de machine. Gebruik deze invoer- en uitvoermethode wanneer u wilt afdrukken op dik papier, etiketten of enveloppen.
Opmerking
• Verwijder ieder afgedrukt vel of enveloppe onmiddellijk, om een opstopping te vermijden.
• De machine stelt vervolgens automatisch de handmatige invoermodus in wanneer u papier in de handmatige invoergleuf plaatst.
a Open het achterdeksel (achterste
uitvoerlade).
2
b Open het deksel van de handmatige
invoergleuf.
8
Papier en documenten laden
c Schuif de papiergleiders van de
handmatige invoergleuf met beide handen op de breedte van het papier dat u wilt gebruiken.
d Plaats met beide handen één vel papier of
één enveloppe in de handmatige invoergleuf tot de voorrand van het papier of enveloppe de papieraanvoerrol raakt. Wanneer u voelt dat machine het papier naar binnen trekt, laat het dan gaan.
Opmerking
• Plaats het papier in de handmatige invoergleuf met de te bedrukken zijde naar boven.
• Zorg ervoor dat de printmedia (Zie Acceptabel papier en andere printmedia op pagina 11.) recht zijn en zich in de juiste positie op de handmatige invoergleuf bevinden. Anders is de aanvoer van het transparant niet goed, resulterend in een scheve afdruk of een papieropstopping.
• Plaats nooit meer dan één vel papier tegelijk in de handmatige invoergleuf. Dat kan namelijk een papierstoring veroorzaken.
• Wanneer u printmedia in de handmatige invoergleuf doet voordat de machine in de toestand Gereed staat, werpt de machine de media onbedrukt uit.
• Wanneer u een kleine afdruk gemakkelijk uit de uitvoerlade wilt verwijderen, tilt u het scannerdeksel met twee handen op, zoals de illustratie weergeeft.
2
• U kunt de machine blijven gebruiken terwijl het scannerdeksel omhoog staat. U sluit het scannerdeksel door het met beide handen omlaag te duwen.
9
Hoofdstuk 2
Niet-afdrukbaar gebied 2
Niet-afdrukbaar gebied voor kopieën 2
Het afdrukgebied van de machine begint bij circa 3 mm vanaf onder- en bovenkant, en 2 mm vanaf beide zijden van het papier.
2
1
2
13 mm
22 mm
Opmerking
Het niet-afdrukbare gebied dat hierboven is afgebeeld, geldt voor een enkele kopie of een 1 op 1-kopie met A4-papier. Het niet-afdrukbare gebied verandert naargelang het papierformaat.
1
Niet-afdrukbaar gebied bij afdrukken vanaf een computer 2
Bij gebruik van het printer-stuurprogramma is het afdrukgebied kleiner dan het papierformaat, zoals hieronder afgebeeld.
Staand Liggend
2
1
2
2
1
2
1
1
Windows® printerstuurprogramma en Macintosh printerstuurprogramma
BRScript stuurprogramma voor
®
Windows
en Macintosh
(uitsluitend DCP-7045N)
Staand 1 4,23 mm 4,23 mm
2 6,01 mm 4,23 mm
Liggend 1 4,23 mm 4,23 mm
2 5 mm 4,23 mm
Opmerking
Het niet-afdrukbare gebied dat hierboven is afgebeeld, geldt voor papier van A4-formaat. Het niet-afdrukbare gebied verandert naargelang het papierformaat.
10
Papier en documenten laden

Acceptabel papier en andere printmedia 2

De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende printmedia gebruiken: normaal papier, bankpostpapier, kringlooppapier, transparanten, etiketten of enveloppen.
Voor de beste resultaten volgt u onderstaande instructies:
Gebruik papier dat geschikt is voor
kopiëren op normaal papier.
Gebruik papier van 75 tot 90 g/m
Gebruik etiketten en transparanten die
geschikt zijn voor laserprinters.
Plaats NOOIT verschillende typen papier
tegelijk in de papierlade. Hierdoor kunnen papierstoringen optreden.
Voor een correct afdrukresultaat moet u in
uw softwaretoepassing het papierformaat instellen van het papier dat zich in de lade bevindt.
Raak de bedrukte zijde van het papier niet
aan vlak na het afdrukken.
Wanneer u transparanten gebruikt,
verwijder ieder bedrukt vel dan onmiddellijk om verontreiniging of papieropstoppingen te vermijden.
Gebruik langlopend papier met een
neutrale pH-waarde en een vochtigheidspercentage van circa 5%.
2
.
Aanbevolen papier en printmedia 2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen, raden wij u aan het volgende papier te gebruiken:
Papiersoort Item
Normaal papier
Kringlooppapier Xerox Recycled Supreme
Transparant 3M CG3300
Etiketten Avery laseretiket L7163
Enveloppe Antalis River series (DL)
Xerox Premier TCF 80 g/m
Xerox Business 80 g/m
2
80g/m
2
2
Type en afmetingen van het papier 2
De machine kan papier laden vanuit de standaardpapierlade of handmatige invoergleuf.
Standaardpapierlade 2
Aangezien de standaardlade een universeel type is, kunt u elk van de in de tabel op Papiercapaciteit van de lades op pagina 12 vermelde papierformaten gebruiken (één papiertype en -formaat per keer). De standaardpapierlade kan maximaal 250 vellen
papier van Letter/A4formaat laden (80 g/m De stapel papier mag niet hoger zijn dan de aanduiding voor de maximale papierhoogte op de papiergeleider voor de breedte.
2
).
2
Sleuf voor handmatige invoer 2
De handmatige invoergleuf kan een vel doorlaten met afmetingen 76,2 tot 220 mm breed en 116 tot 406,4 mm lang. U kunt de handmatige invoergleuf gebruiken voor speciaal papier, enveloppen of etiketten.
11
Hoofdstuk 2
Papiercapaciteit van de lades 2
Papierformaat Papiersoorten Aantal vellen
Papierlade A4, letter, executive, A5,
A6, B5, B6.
Handmatige invoergleuf Breedte: 76,2 tot
220 mm
Length: 116 tot 406,4 mm
Normaal papier en kringlooppapier
Transparant maximaal 10
Normaal papier, kringlooppapier, bankpostpapier, enveloppen, etiketten en transparanten
maximaal 250
[80 g/m2]
1
Aanbevolen papierspecificaties 2
De volgende papierspecificaties zijn geschikt voor deze machine.
9
-10e
9
-10e
(Neutraal)
3
2
)
3
/100)
11
(ohm)
12
(ohm-cm)
Basisgewicht
Dikte 80-110 (µm)
Ruwheid Hoger dan 20 (sec.)
Stijfheid
Vezelrichting Langlopend
Soortelijke volumeweerstand
Soortelijke weerstand aan oppervlakte
Vulmiddel CaCO
Asgehalte Minder dan 23 (wt%)
Helderheid Hoger dan 80 (%)
Ondoorzichtigheid Hoger dan 85 (%)
75-90 (g/m
90-150 (cm
10e
10e
Speciaal papier gebruiken 2
De machine functioneert goed met de meeste typen xerografisch en bankpostpapier. Sommige typen papier kunnen echter van invloed zijn op de afdrukkwaliteit of bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u papier aanschaft om zeker te zijn van het gewenste resultaat. Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht en warmte.
Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen van papier:
Gebruik geen inkjetpapier, het kan leiden
tot papieropstoppingen of schade aan de machine.
Voorgedrukt papier moet inkt gebruiken dat
tegen de temperatuur van het fuseerproces van de machine kan (200 °C).
Als u normaal papier, papier met een ruw
oppervlak of papier dat is gekreukeld of gevouwen gebruikt, kan het afdrukresultaat tegenvallen.
12
Papier en documenten laden
Te vermijden typen papier 2
Sommige typen papier bieden niet het gewenste resultaat of kunnen schade veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier:
Als u een van de bovenstaande typen papier gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Deze schade wordt niet gedekt door enige garantie- of service­overeenkomst met Brother.
VOORZICHTIG
• met een grove textuur
• dat extreem glad of glanzend is
• dat gekruld of scheef is
1
1
12 mm
• dat gecoat is of een chemische vernislaag heeft
• dat beschadigd, gekreukeld of gevouwen is
• dat het in deze handleiding aanbevolen gewicht overschrijdt
• met tabs en nietjes
• met een briefhoofd dat thermografisch gedrukt is of met inkt die niet tegen hoge temperaturen bestand is
• dat uit meerdere delen bestaat of zonder carbon
• dat is bedoeld voor inkjetprinters
Enveloppen 2
De meeste enveloppen zijn geschikt voor deze machine. Sommige vormen enveloppen kunnen echter mogelijk problemen met de toevoer en de afdrukkwaliteit veroorzaken. Een geschikte envelop heeft randen met rechte, scherpe vouwen en de rand mag niet dikker zijn dan twee vellen papier. De envelop moet vlak liggen en mag niet zakachtig of flodderig zijn. Koop enveloppen van hoge kwaliteit bij een leverancier die weet dat u de enveloppen gaat gebruiken in een lasermachine.
U kunt enveloppen één voor één invoeren via de handmatige invoergleuf. Advies: voordat u een groot aantal enveloppen afdrukt, maakt u een proefafdruk om zeker te zijn van het afdrukresultaat.
Controleer het volgende.
De flap van de envelop dient zich aan de
lengtezijde te bevinden.
De flappen dienen scherp en correct te
zijn gevouwen (onregelmatig gesneden of gevouwen enveloppen kunnen papierstoringen veroorzaken).
Enveloppen dienenuit twee lagen te bestaan in de hieronder omcirkelde gedeelten.
1
1 Invoerrichting
We raden u aan niet binnen een marge
van 15 mm van de randen van de envelop af te drukken.
Door de fabrikant geplakte voegen dienen
stevig te zijn.
1
2
13
Hoofdstuk 2
Te vermijden typen enveloppen 2
Gebruik GEEN enveloppen:
VOORZICHTIG
• die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben.
• die extreem glanzend zijn of een grove structuur hebben
• met klemmetjes, nietjes of dichtbinders
• met zelfklevende plakrand
• die zakachtig zijn
• die niet scherp gevouwen zijn
• die van reliëf zijn voorzien
• die eerder zijn bedrukt door een lasermachine
• die aan de binnenkant zijn voorbedrukt
• die niet netjes op elkaar kunnen worden gestapeld
• die gemaakt zijn van papier dat zwaarder is dan het gespecificeerde papiergewicht voor de machine
• met randen die niet recht of regelmatig zijn
• met vensters, gaten, uitsparingen of perforaties
• met lijm op het oppervlak zoals hieronder getoond
• met dubbele flappen zoals hieronder getoond
• met flappen die niet zijn gevouwen bij aankoop
• met flappen zoals hieronder getoond
• met beide zijden gevouwen zoals hieronder getoond
Als u een van de bovenstaande typen enveloppen gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Deze schade wordt niet gedekt door enige garantie- of service­overeenkomst met Brother.
De dikte, het formaat en de flapvorm van de enveloppen die u gebruikt, kunnen tot invoerproblemen leiden.
14
Papier en documenten laden
Etiketten 2
De machine kan afdrukken op de meeste typen etiketten die bedoeld zijn voor een lasermachine. Etiketten dienen een plaklaag op basis van acryl te hebben omdat dit materiaal beter bestand is tegen de hoge temperaturen in de fuser unit. De plaklaag dient niet in contact te komen met enig deel van de machine, omdat de etiketten dan aan de drumeenheid of rollen blijven kleven waardoor papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit kunnen optreden. Er mag geen plaklaag open liggen tussen de etiketten. Etiketten moeten zo gerangschikt worden dat de volledige lengte en breedte van het vel bedekt zijn. Het gebruik van ruimten tussen de etiketten kan leiden tot het loslaten van etiketten waardoor ernstige papierstoringen of afdrukproblemen kunnen ontstaan.
Etiketten moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 200 graden Celsius, gedurende 0,1 seconden.
Etikettenvellen mogen niet zwaarder zijn dan het gewicht dat in deze gebruikershandleiding is gespecificeerd. Etiketten die deze specificatie overschrijden worden mogelijk niet goed ingevoerd of afgedrukt en kunnen schade veroorzaken aan de machine.
Etiketten kunt u uitsluitend invoeren via de handmatige invoergleuf.
Te vermijden typen etiketten 2
Gebruik geen etiketten die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben.
Voer GEEN gedeeltelijk gebruikte etiketvellen toe. Het onbedekte draagvel kan schade toebrengen aan de machine.
VOORZICHTIG

Documenten laden 2

Met behulp van de automatische documentinvoer (ADF) (DCP-7040 en DCP­7045N)
De ADF kan maximaal 35 pagina's bevatten en voert elk vel afzonderlijk in. Gebruik
2
standaardpapier 80 g/m pagina's altijd door voordat u ze invoert in de ADF.
Aanbevolen omgeving 2
Temperatuur: 20 tot 30 °C Vochtigheid: 50% - 70%
Papier: Xerox Premier TCF 80 g/m
Business 80 g/m
VOORZICHTIG
Laat dikke documenten NIET op de glasplaat liggen. Hierdoor kan een papierstoring in de ADF optreden.
Gebruik GEEN papier dat gekruld, gekreukeld, gevouwen, gescheurd of geplakt is, of nietjes, paperclips of plakband bevat.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof.
Om te voorkomen dat u uw machine beschadigt terwijl u de ADF gebruikt, mag u NIET aan het document trekken terwijl het wordt ingevoerd.
Zie met behulp van de glasplaat op pagina 16 om documenten te scannen die geen standaardformaat hebben.
Controleer of de inkt volledig droog is als
het document beschreven is.
2
en waaier de
2
of Xerox
2
2
15
Hoofdstuk 2
Documenten die u wilt faxen, moeten 148
tot 215,9 mm breed en 148 tot 355,6 mm lang zijn, met een standaard gewicht van
80 g/m
2
.
a Vouw ADF-documentsteunklep (1) en
ADF-steun (2) uit.
2
1
b Blader de stapel goed door. c Leg uw documenten met de bedrukte
kant naar boven en de bovenrand eerst in de ADF tot u voelt dat ze de invoerrol raken.
d Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van uw document.
Opmerking
(DCP-7040 en DCP-7045N) Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op. b Gebruik de documentgeleiders links om
het document in het midden van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.
1
met behulp van de glasplaat 2
U kunt de glasplaat gebruiken om de pagina’s uit een boek of afzonderlijke vellen papier te faxen, te scannen of te kopiëren. Documenten kunnen maximaal 215,9 mm breed en 297 mm lang zijn.
16
c Sluit het documentdeksel.
Als u een boek of een lijvig document wilt scannen, laat het deksel dan niet dichtvallen en druk er niet op.
VOORZICHTIG
3

Algemene instelling 3

Papierinstellingen 3

Papiersoort 3
Stel de machine in op het papier dat u gebruikt. Hierdoor verkrijgt u de beste afdrukkwaliteit.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om te selecteren.
1.Standaardinst.. Druk op OK.
c Druk op a of b om 1.Papiersoort te
kiezen. Druk op OK.
d Druk op a of b om Dun, Normaal, Dik,
Extra dik, Transparanten of Gerecycl.papier te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Papierformaat 3
e Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wanneer u Transparanten selecteert als het papiertype, kunt u uitsluitend papierformaat Letter of A4 selecteren in stap d.

Volume-instellingen 3

Volume van waarschuwingstoon
Wanneer de waarschuwingstoon aanstaat, geeft de machine een geluidssignaal, wanneer u een toets indrukt of een vergissing maakt. U kunt kiezen uit een aantal volumeniveaus, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om te selecteren.
1.Standaardinst.. Druk op OK.
3
3
U kunt zeven papierformaten gebruiken voor het maken van afdrukken: A4, Letter, Executive, A5, A6, B5 en B6.
Als u een ander papierformaat in de lade plaatst, dient u ook de instelling van het papierformaat te wijzigen zodat de machine het document passend op de pagina kan plaatsen.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om te selecteren.
1.Standaardinst.. Druk op OK.
c Druk op a of b om 2.Papierformaat
te kiezen. Druk op OK.
d Druk op a of b om A4, Letter,
Executive, A5, A6, B5 of B6 te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om 3.Waarsch.toon te
kiezen. Druk op OK.
d Druk op a of b om Uit, Laag, Half of
Hoog te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
17
Hoofdstuk 3

Ecologische functies 3

Toner sparen 3
Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u de tonerbespaarstand op Aan zet, worden de afdrukken lichter. De standaardinstelling is Uit.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om te selecteren.
1.Standaardinst.. Druk op OK.
c Druk op a of b om 4.Bespaarstand te
kiezen. Druk op OK.
d Druk op a of b om 1.Toner sparen te
kiezen. Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan of Uit te
selecteren. Druk op OK.
Slaapstand 3
Als u de slaapstand instelt, verbruikt u minder energie, omdat de fuser wordt uitgezet terwijl de machine inactief is.
U kunt kiezen hoelang de machine inactief moet zijn (van 00 tot 99 minuten) voor deze naar de slaapstand overgaat. De timer wordt automatisch op nul gezet wanneer de machine computergegevens ontvangt of een kopie maakt. De standaardinstelling is 05 minuten.
Wanneer de machine zich in slaapstand bevindt, wordt Slaapstand op het LCD­scherm weergegeven. Bij afdrukken of kopiëren in de slaapstand, moet u even wachten tot de fuser is opgewarmd.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om te selecteren.
1.Standaardinst.. Druk op OK.
c Druk op a of b om 4.Bespaarstand te
kiezen. Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
We raden u af de tonerbespaarstand te gebruiken voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen in grijswaarden.
18
d Druk op a of b om 2.Slaapstand te
kiezen. Druk op OK.
e Voer in hoe lang de machine inactief
moet zijn alvorens in slaapstand over te gaan (00 tot 99). Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wanneer u de slaapstand uit wilt schakelen. drukt u Start en Opties tegelijk in e. Druk op a of b om Uit te selecteren. Druk op OK.
Algemene instelling

LCD-contrast 3

U kunt het contrast instellen zodat het LCD-scherm lichter of donkerder wordt.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om te selecteren.
1.Standaardinst.. Druk op OK.
c Druk op a of b om te selecteren.
5.LCD Contrast. Druk op OK.
d Druk op a om het LCD-scherm
donkerder te maken. Of druk op b om het LCD-scherm lichter te maken. Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.

Lijst Gebruikersinstellingen 3

U kunt een lijst afdrukken met behulp van instellingen die u hebt geprogrammeerd.

Netwerkconfiguratielijst (uitsluitend DCP-7045N) 3

De netwerkconfiguratielijst is een afgedrukt rapport met een lijst van de huidige netwerkconfiguratie, ook de netwerkinstellingen van de afdrukserver.
3
Opmerking
Knooppuntnaam: de knooppuntnaam staat op de netwerkconfiguratielijst. De standaard knooppuntnaam is “BRNXXXXXXXXXXXX”.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om te selecteren.
1.Standaardinst.. Druk op OK.
c Druk op a of b om te selecteren.
7.Netwerk Conf.. Druk op OK.
d Druk op Start. e Druk op Stop/Eindigen.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om te selecteren.
1.Standaardinst.. Druk op OK.
c Druk op a of b om te selecteren.
6.Gebruikersinst. Druk op OK.
d Druk op Start. e Druk op Stop/Eindigen.
19
Hoofdstuk 3
20
Paragraaf II
Kopie II
Kopiëren 22
4

Kopiëren 4

Kopiëren 4

Kopieermodus invoeren 4
1 Stapelen/sorteren
2 Kopieerverhouding en kopieerindeling
3 Contrast
4 Kwaliteit
5 Aantal exemplaren
1
Sorteren is uitsluitend beschikbaar DCP-7040 en DCP-7045N.
Eén kopie maken 4
a Plaats het document. b Druk op Start.
1
Kopiëren onderbreken 4
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te stoppen.
Meerdere kopieën maken 4
a Plaats het document. b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Aantal/kopieën om het
aantal kopieën in te voeren (maximaal 99).
Druk op a of b (of houd hem
ingedrukt) voor een hoger of lager aantal kopieën.
c Druk op Start.
Opmerking
Zie Kopieën soteren met behulp van de ADF (DCP-7040 en DCP-7045N)
op pagina 26 voor het sorteren van de kopieën.
22
Loading...
+ 78 hidden pages