Brother DCP-130C User Guide [nl]

GEBRUIKERSHANDLEIDING
DCP-130C
Versie A
Als u de klantenservice moet bellen
A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie:
Modelnummer: DCP-130C
1
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het toestel. Bewaar deze gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als de originele eigenaar van het product. Uw registratie bij Brother:
kan eventueel als bevestiging van de aankoopdatum van uw product
dienen, mocht u uw kassabon verliezen; en
kan eventueel een verzekeringsclaim van u ondersteunen, in geval
dat het product verloren gaat en dit gedekt is door de verzekering.
© 2006 Brother Industries, Ltd.

Samenstelling en publicatie

Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
i

EG-conformiteitsverklaring onder de Richtlijn R & TTE

ii
EG-conformiteitsverklaring
Producent
Brother Industries, Ltd.
15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Industries (Shen Zhen) Ltd
G02414-1, Bao Chang Li Bonded Transportation Industrial Park,
Bao Long Industries Estate, Longgang, Shenzhen, China
Verklaren hierbij dat:
Productomschrijving : Kopieerapparaat / Printer
Modelnaam : DCP-130C
voldoen aan de voorschriften van de geldende richtlijnen: Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEC (aangepast met 93/68/EEC) en de ECM-richtlijn 89/336/EEC (aangepast met 91/263EEC en 92/311EEC en 93/68/EEC).
Toegepaste normen:
Geharmoniseerd:
Veiligheid EN60950-1:2001+All:2004
EMC EN55022: 1998+Al: 2000+A2: 2003 Klasse B
EN55024: 1998+Al: 2001+A2: 2003
EN61000-3-2: 2000
EN61000-3-3: 1995 +Al: 2001
Jaar waarin EG-certificatie voor het eerst werd toegekend: 2006
Uitgegeven door Brother Industries, Ltd.
Datum : 28 april 2006
Plaats : Nagoya, Japan
iii

Inhoudsopgave

Paragraaf I Algemeen
1 Algemene informatie
Gebruik van de documentatie................................................................................2
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................2
De softwarehandleiding openen ............................................................................3
Documentatie bekijken ....................................................................................3
Bedieningspaneel, overzicht ..................................................................................6
Indicaties waarschuwings-LED........................................................................7
Rapporten afdrukken .......................................................................................8
2 Documenten en papier laden
Documenten laden.................................................................................................9
De glasplaat gebruiken ....................................................................................9
Te scannen gedeelte .....................................................................................10
Acceptabel papier en andere media ....................................................................10
Aanbevolen media.........................................................................................11
Omgaan met en gebruik van media ..............................................................11
Het juiste type papier kiezen .........................................................................12
Papier, enveloppen en andere media laden ........................................................14
Papier en andere media laden ......................................................................14
Enveloppen en briefkaarten laden .................................................................16
Afdrukgebied .................................................................................................18
Paragraaf II Kopiëren
3Kopiëren
Kopiëren ..............................................................................................................20
Eén kopie maken...........................................................................................20
Meerdere kopieën maken ..............................................................................20
Kopiëren onderbreken...................................................................................20
Kopieeropties.......................................................................................................20
Wijzigen kopieersnelheid en kwaliteit ............................................................21
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen ......................................22
N op 1-kopieën of een poster maken ............................................................23
Instelling helderheid, contrast en kleur ..........................................................24
Papieropties...................................................................................................25
iv
Paragraaf III Direct Foto’s Printen
4 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
PhotoCapture Center™ Functies.........................................................................28
Afdrukken vanaf een geheugen kaart zonder een PC...................................28
Scannen naar een geheugen kaart zonder een PC ...................................... 28
PhotoCapture Center™ vanaf uw computer gebruiken.................................28
Met gebruik vangeheugen kaarten ................................................................28
Geheugen mapstructuur kaart .......................................................................29
Afdrukken vanaf een geheugen kaart..................................................................30
De miniatuurindex afdrukken.........................................................................31
Afbeeldingen afdrukken ................................................................................. 31
DPOF-afdrukken............................................................................................33
PhotoCapture Center™ instellingen afdrukken ...................................................34
Afdrukkwaliteit ...............................................................................................34
Papieropties...................................................................................................34
Instelling helderheid, contrast en kleur..........................................................35
Trimmen ........................................................................................................36
Printen zonder marges ..................................................................................37
Scannen naar kaart .............................................................................................37
De kwaliteit van de afbeelding wijzigen .........................................................38
Wijziging van het monochrome bestandsformaat..........................................38
Wijziging van het kleuren bestandsformaat...................................................39
Uitleg bij de foutmeldingen ..................................................................................39
5 Foto's afdrukken vanaf een camera met PictBridge
Alvorens PictBridge te gebruiken.........................................................................40
Vereisten voor PictBridge ..............................................................................40
PictBridge gebruiken............................................................................................40
Uw digitale camera instellen..........................................................................40
Beelden afdrukken...............................................................................................41
DPOF-afdrukken............................................................................................41
Uitleg bij de foutmeldingen ..................................................................................42
Paragraaf IV Software
6 Softwarefuncties
v
Paragraaf V Appendixen
A Veiligheid en wetgeving
Een geschikte plaats kiezen ................................................................................46
Veilig gebruik van de machine.............................................................................47
Belangrijke veiligheidsinstructies ...................................................................50
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid ......................................................51
EU-richtlijn 2002/96/EC en EN50419 ............................................................51
Wettelijke beperkingen voor kopiëren ...........................................................52
Handelsmerken .............................................................................................53
B Problemen oplossen en routineonderhoud
Problemen oplossen ...........................................................................................54
Als u problemen met uw machine hebt .........................................................54
Foutmeldingen .....................................................................................................57
Taal LCD-scherm wijzigen.............................................................................60
De LCD-weergave verbeteren.......................................................................60
Papier vastgelopen in de machine ................................................................60
Routineonderhoud ...............................................................................................62
De inktcartridges vervangen ..........................................................................62
De buitenkant van de machine schoonmaken ...............................................65
De scanner reinigen ......................................................................................65
De machinegeleiderol reinigen ......................................................................66
De invoerrol voor papier reinigen ..................................................................66
De printkop reinigen ......................................................................................67
De afdrukkwaliteit controleren .......................................................................67
De uitlijning controleren ................................................................................. 69
Het inktvolume controleren............................................................................69
Informatie over de machine .................................................................................70
Het serienummer controleren........................................................................70
De machine inpakken en vervoeren ....................................................................70
C Menu en functies
Programmeren op het scherm .............................................................................72
Menutabel ......................................................................................................72
Menutoetsen ........................................................................................................72
Menutabel ............................................................................................................74
vi
D Specificaties
Algemeen ............................................................................................................78
Afdrukmedia.........................................................................................................80
Kopiëren ..............................................................................................................81
PhotoCapture Center™.......................................................................................82
PictBridge ............................................................................................................82
Scanner ...............................................................................................................83
Printer..................................................................................................................84
Interfaces.............................................................................................................85
Vereisten voor de computer.................................................................................86
Verbruiksartikelen................................................................................................87
E Verklarende woordenlijst
FIndex
vii
viii
Paragraaf I
Algemeen I
Algemene informatie 2 Documenten en papier laden 9
1

Algemene informatie 1

Gebruik van de documentatie

Dank u voor de aanschaf van een Brother­machine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine.
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden. 1
De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
Vet Vet gedrukte tekst identificeert
specifieke toetsen op het bedieningspaneel van de machine.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de
nadruk op een belangrijk punt of verwijst u naar een verwant onderwerp.
Courier New
Het lettertype Courier New identificeert de meldingen die worden weergegeven op het LCD-scherm van de machine.
Waarschuwingen informeren u over
1
de maatregelen die u moet treffen om te vermijden dat u letsel oploopt.
De pictogrammen Elektrisch gevaar waarschuwen u voor mogelijke elektrische schokken.
Deze waarschuwingen wijzen u op procedures die u moet volgen om te voorkomen dat de machine of andere voorwerpen worden beschadigd.
Opmerkingen leggen uit hoe u op een bepaalde situatie moet reageren, of hoe de bewerking met andere functies werkt.
Het pictogram Onjuiste configuratie waarschuwt u voor apparaten en bewerkingen die niet compatibel zijn met de machine.
2
Algemene informatie

De softwarehandleiding openen

Deze gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine, zoals het gebruik van de geavanceerde functies van de printer en de scanner. Voor gedetailleerde informatie over deze functies verwijzen wij u naar de softwarehandleiding op de CD-ROM.
Documentatie bekijken 1
Documentatie bekijken (voor Windows®) 1
Om de documentatie te bekijken vanuit het menu Start zet u de muisaanwijzer op Brother, DCP-XXXX vanuit de programmagroep, en selecteert u vervolgens Gebruikershandleiding.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt u de documentatie vinden door onderstaande instructies op te volgen:
c Als het scherm met de taal verschijnt,
klikt u op de gewenste taal. Het hoofdmenu van de CD-ROM wordt geopend.
1
Opmerking
Als dit venster niet wordt geopend, kunt u
Windows programma setup.exe uit te voeren vanuit de hoofdmap van Brother’s CD-ROM.
®
Explorer gebruiken om het
d Klik op Gebruikershandleiding om de
softwarehandleiding in HTML-formaat te bekijken.
1
a Zet uw PC aan. Plaats de Brother
CD-ROM met het in uw CD-ROM­station.
b Als het scherm met de modelnaam
verschijnt, klikt u op de naam van uw model.
3
Hoofdstuk 1
Instructies voor het scannen opzoeken 1
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
(voor Windows
Professional en Windows
ControlCenter3
(voor Windows
Professional en Windows
PaperPort® SE met OCR­gebruikershandleiding
Instructies voor scannen direct vanuit
ScanSoft
gebruikershandleiding voor ScanSoft
PaperPort bekeken vanuit de Help-selectie in de
toepassing ScanSoft OCR.
®
98/98SE/Me/2000
®
XP)
®
98/98SE/Me/2000
®
XP)
®
PaperPort®. De volledige
®
SE met OCR, kan worden
®
PaperPort® SE met
®
Documentatie bekijken (voor Macintosh®) 1
a Zet uw Macintosh
Brother CD-ROM met het in uw CD-ROM-station. Het volgende venster wordt weergegeven.
®
aan. Plaats de
b Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
c Dubbelklik op uw taalmap. d Dubbelklik op het bestand van het
titelbeeld om de softwarehandleiding in HTML-formaat te bekijken.
e Klik op de documentatie die u wilt lezen.
Softwarehandleiding:
Softwarehandleiding in HTML­formaat
4
Instructies voor het scannen opzoeken 1
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
(voor Mac OS
ControlCenter2
(voor Mac OS
Presto!® PageManager® gebruikershandleiding
Instructies voor scannen direct vanuit
Presto!
Presto! gebruikershandleiding kan worden bekeken via de Help-selectie in de
toepassing Presto!
®
X 10.2.4 of recenter)
®
X 10.2.4 of recenter)
®
PageManager®. De volledige
®
PageManager®
®
PageManager®.
Algemene informatie
1
5
Hoofdstuk 1

Bedieningspaneel, overzicht 1

10 9 8 7 6 5
1234
1 Kopieertoetsen
Hiermee kunt u tijdelijk de kopieerinstellingen wijzigen wanneer u zich in kopieermodus bevindt.
Opties
U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke instellingen selecteren voor het kopiëren.
Vergroot/Verklein
Hiermee kunt u kopieën vergroten of verkleinen, afhankelijk van het door u geselecteerde percentage.
Kwaliteit
Gebruik deze toets om de kwaliteit van uw kopieën tijdelijk te wijzigen.
Aantal kopieën
Gebruik deze toets om meerdere kopieën te maken.
2 Menutoetsen:
Menu
Geeft toegang tot het hoofdmenu.
+a of -b
Druk op deze toets om door de menu's en opties te bladeren.
OK
Hiermee kunt u een instelling selecteren.
3 Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een bewerking gestopt of een menu verlaten.
4 Starttoetsen:
Mono Start
Hiermee maakt u monochrome kopieën. Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (in kleur of mono, afhankelijk van de scaninstelling in de ControlCenter­software).
Kleur Start
Hiermee maakt u kopieën in kleur. Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (in kleur of mono, afhankelijk van de scaninstelling in de ControlCenter­software).
5 AAN/UIT
Hiermee zet u de machine aan of uit.
De machine zal de printkop, als u de machine op Uit hebt gezet, toch regelmatig reinigen om de afdrukkwaliteit te handhaven.
6Inkt
Met deze toets kunt u de printkop reinigen, de afdrukkwaliteit en de hoeveelheid inkt controleren.
7 Scan
Geeft toegang tot scanmodus.
6
Algemene informatie
8 PhotoCapture
Geeft toegang tot de modus PhotoCapture Center™.
9 LCD-scherm (liquid crystal display)
Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van uw machine.
10 Waarschuwings-LED
Deze wordt rood, wanneer op het LCD-scherm een fout of een belangrijke statusmelding wordt getoond.
Indicaties waarschuwings­LED 1
De status-LED (Light Emitting Diode) is een lampje dat de DCP status weergeeft. Op het LCD-scherm wordt de huidige machinestatus weergegeven wanneer de machine inactief is.
LED DCP-status Omschrijving
Gereed De DCP is gereed voor
gebruik.
Uit
Deksel open Het deksel is open.
Sluit het deksel. (Zie
Rood
Inkt op Vervang de
Papierstoring Plaats papier in de
Andere meldingen
Foutmeldingen op pagina 57.)
inktcartridge door een nieuwe. (Zie De
inktcartridges vervangen op
pagina 62.)
lade of verwijder vastgelopen papier. Controleer de melding op het LCD-scherm. (Zie Problemen oplossen op pagina 54.)
Controleer de melding op het LCD-scherm. (Zie Problemen oplossen op pagina 54.)
1
7
Hoofdstuk 1
Rapporten afdrukken 1
De volgende rapporten zijn beschikbaar:
Help
Een helplijst over u hoe u de machine snel kunt programmeren.
Gebruikersinst
Drukt een lijst met uw instellingen af.
Een rapport afdrukken 1
a Druk op Menu. b Druk op a of b om 3.Print lijsten
te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om het gewenste
rapport te selecteren. Druk op OK.
d Druk op Mono Start.
8
2

Documenten en papier laden 2

Documenten laden 2

U kunt kopieën maken en scannen via de glasplaat.
De glasplaat gebruiken 2
U kunt de glasplaat gebruiken om pagina's uit een boek of pagina voor pagina te kopiëren of te scannen.
Ondersteunde documentformaten 2
Formaat: max. A4-formaat [215,9 tot
297mm (8,5 tot 11,7in.)]
Gewicht: max. 2 kg (4,4 lb)
Documenten laden 2
a Til het documentdeksel op.
b Gebruik de documentgeleiders aan de
linkerkant om het document in het midden van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.
2
c Sluit het documentdeksel.
Als u bezig bent een boek of een lijvig document te scannen, laat het deksel dan NIET dichtvallen en druk er niet op.
VOORZICHTIG
9
Hoofdstuk 2
2
Te scannen gedeelte 2
Hoe groot het te scannen gedeelte is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de gedeelten die u niet op Letter en A4-papier kunt scannen.
Gebruik
Kopiëren
Scannen
3
1
Documentgrootte
Letter 3 mm
A4 3 mm
Letter 3 mm
A4 3 mm
4
Bovenkant (1)
Onderkant (2)
(0,12 in.)
(0,12 in.)
(0,12 in.)
(0,12 in.)
Links (3)
Rechts (4)
3 mm (0,12 in.)
3 mm (0,12 in.)
3 mm (0,12 in.)
0 mm (00 in.)

Acceptabel papier en andere media 2

De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de machine gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u hebt gekozen, moet u de papiersoort altijd instellen op het type papier dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen, alvorens een grote hoeveelheid aan te schaffen.
Voor de beste resultaten dient u het Brother­papier te gebruiken.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten en fotopapier, moet in het tabblad ‘Normaal’ van de printerdriver of in de instelling Papiersoort in het menu altijd het juiste type papier zijn geselecteerd.
Wanneer u op Brother-fotopapier afdrukt,
plaats eerst het instructieblad dat met het fotopapier wordt geleverd in de papierlade, en plaats dan het fotopapier op het instructieblad.
10
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen; dit om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of verstopt raken.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier niet aan vlak na het afdrukken; de inkt kan nog nat zijn en op uw vingers vlekken.
Documenten en papier laden
Aanbevolen media 2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen raden wij u aan Brother-papier te gebruiken. (Zie onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier beschikbaar is, raden wij u aan verschillende soorten papier te testen voor u grote hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te gebruiken wanneer u op transparanten afdrukt.
Brother-papier
Papiersoort Item
A4 Normaal BP60PA
A4 Glanzend Foto BP61GLA
A4 Inkjet (Mat) BP60MA
10 x 15 cm Glanzend BP61GLP
Omgaan met en gebruik van media 2
Onjuiste configuratie
Gebruik de volgende soorten papier NIET:
• papier dat beschadigd, gekruld of gekreukt is of een onregelmatige vorm heeft
1
1
1 2 mm (0,08 in.) of langer
• hoogglanzend of erg gestructureerd papier
• papier waarop reeds met een printer is afgedrukt
• papier dat niet netjes kan worden gestapeld
• papier vervaardigd uit kortlopend papier
2
Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht en warmte.
De gecoate zijde van fotopapier glimt.
Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde niet aanraakt. Plaats fotopapier met de glimmende zijde naar beneden toe.
Raak de voor- of achterkant van
transparanten niet aan, daar deze gemakkelijk water en transpiratie absorberen, wat afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit. Transparanten die voor laserprinters en -kopieerapparaten ontworpen zijn, kunnen het volgende document bevlekken. Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
Papiercapaciteit in de uitvoerpapierlade 2
Max. 50 vel van 20 lb Letter of 80 g/m2 A4­papier.
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten of fotopapier vel voor vel uit de uitvoerpapierlade worden genomen.
11
Hoofdstuk 2
Het juiste type papier kiezen 2
Type en formaat papier voor elke functie 2
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Kopiëren Photo
Capture
Losse vellen Letter 216 × 279 mm (8 1/2 × 11 in.) Ja Ja Ja
A4 210 × 297 mm (8,3 × 11,7 in.) Ja Ja Ja
Legal 216 × 356 mm (8 1/2 × 14 in.) Ja Ja
Executive 184 × 267 mm (7 1/4 × 10 1/2 in.) – Ja
JIS B5 182 × 257 mm (7,2 × 10,1 in.) Ja
A5 148 × 210 mm (5,8 × 8,3 in.) Ja Ja
A6 105 × 148 mm (4,1 × 5,8 in.) Ja
Kaarten Foto 10 × 15 cm (4 × 6 in.) Ja Ja Ja
Foto 2L 13 × 18 cm (5 × 7 in.) Ja Ja
Indexkaart 127 × 203 mm (5 × 8 in.)––Ja
Briefkaart 1 100 × 148 mm (3,9 × 5,8 in.) Ja
Briefkaart 2 (Dubbel)
Enveloppen C5-Envelop 162 × 229 mm (6,4 × 9 in.) Ja
DL-Envelop 110 × 220 mm (4,3 × 8,7 in.) Ja
COM-10 105 × 241 mm (4 1/8 × 9 1/2 in.) – Ja
Monarch 98 × 191 mm (3 7/8 × 7 1/2 in.) Ja
JE4­Envelop
Transparanten Letter 216 × 279 mm (8 1/2 × 11 in.) Ja Ja
A4 210 × 297 mm (8,3 × 11,7 in.) Ja Ja
148 × 200 mm (5,8 × 7,9 in.) Ja
105 × 235 mm (4,1 × 9,3 in.) Ja
Printer
12
Documenten en papier laden
Gewicht, dikte en capaciteit papier 2
Papiersoort Gewicht Dikte Aantal vellen
Losse vellen
Normaal papier
Inkjetpapier
Glanzend
2
64 tot 120 g/m
(17 tot 32 lb)
64 tot 200 g/m2 (17 tot 53 lb)
2
Max. 220 g/m
(max. 58 lb)
0,08 tot 0,15 mm (0,003 tot 0,006 in.)
0,08 tot 0,25 mm (0,003 tot 0,01 in.) 20
Max. 0,25 mm (max. 0,01 in.) 20
papier
Kaarten
Fotokaart
Indexkaart
Briefkaart
Enveloppen
Max. 240 g/m
Max. 120 g/m
Max. 200 g/m
75 tot 95 g/m
2
(max. 64 lb)
2
(max. 32 lb)
2
(max. 53 lb)
2
(20 tot 25 lb)
Max. 0,28 mm (max. 0,01 in.) 20
Max. 0,15 mm (max. 0,006 in.) 30
Max. 0,23 mm (max. 0,01 in.) 30
Max. 0,52 mm (max. 0,02 in.) 10
Transparanten 10
1
Max. 50 vel voor Legal-papier 80 g/m2 (20 lb).
Max. 100 vel van 80 g/m
2
(20 lb) -papier.
100
1
2
13
Hoofdstuk 2

Papier, enveloppen en andere media laden 2

Papier en andere media laden2
a Trek de papierlade volledig uit de
machine. Als de papiersteunklep open is, sluit deze dan en til het deksel van de uitvoerpapierlade (1) op.
1
b Houd de papiergeleiders voor de
breedte (1) en de papiergeleider voor de lengte (2) ingedrukt en stel deze af op het papierformaat.
1
2
c Blader de stapel papier goed door, om
te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
14
Opmerking
Draag er steeds zorg voor dat het papier niet omkrult.
Documenten en papier laden
d Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand eerst. Controleer of het papier vlak in de lade ligt.
e De papiergeleiders voor de breedte met
beide handen en de papiergeleiders voor de lengte voorzichtig aan het papier aanpassen. Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken.
f Sluit het deksel van de papierlade.
g Duw de papierlade langzaam volledig in
de machine.
h Terwijl u de papierlade vasthoudt, de
papiersteun (1) eruit trekken tot u een klik hoort en de papiersteunklep (2) uitvouwen.
2
Opmerking
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver in duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de invoer.
Opmerking
De papiersteunklep niet gebruiken voor Legal-papier.
15
H oofdstuk 2
Enveloppen en briefkaarten laden 2
Enveloppen laden 2
Gebruik enveloppen met een gewicht van
75 tot 95 g/m
Voor sommige enveloppen is het nodig de
marge in te stellen in de toepassing. Zorg ervoor dat u eerst een testafdruk maakt.
VOORZICHTIG
Gebruik nooit de volgende soorten enveloppen, aangezien zij problemen veroorzaken bij de papierinvoer:
• Zakachtige enveloppen.
• Enveloppen met reliëf (met verhoogd opschrift).
• Enveloppen met sluithaken of nietjes.
• Enveloppen die aan de binnenkant zijn voorbedrukt.
2
(20 tot 25 lb).
Enveloppen en briefkaarten laden 2
a Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen of briefkaarten zo plat mogelijk alvorens deze te plaatsen.
Opmerking
Als er verscheidene enveloppen of briefkaarten ‘tegelijk naar binnen worden getrokken’, plaats dan één envelop per keer in de papierlade.
Lijm 2 Dubbele omslag 2
Het kan zijn dat u af en toe problemen ondervindt bij de papierinvoer vanwege de dikte, het formaat en de vorm van de omslag van de enveloppen die u gebruikt.
16
Documenten en papier laden
b Leg de enveloppen of briefkaarten in de
papierlade met de adreszijde naar beneden en de invoerkant (bovenkant van de enveloppen) eerst. Stel de papiergeleiders voor de breedte (1) en de papiergeleider voor de lengte (2) af op het formaat van de enveloppen of briefkaarten.
1
2
Als u problemen hebt bij het afdrukken op enveloppen, volg dan de volgende suggesties op:
a Open de omslag van de envelop. b Zorg ervoor dat de open omslag zich
aan de zijkant of aan de achterkant van de envelop bevindt tijdens het afdrukken.
c Stel de maat en marge in bij uw
toepassing.
Opmerking
Wanneer de machine kleine stukjes papier uitwerpt op de uitvoerpapierlade, kunt u deze misschien niet bereiken. Zorg dat het afdrukken is voltooid, en trek vervolgens de lade volledig uit de machine.
2
2
17
Hoofdstuk 2
Afdrukgebied 2
Hoe groot het bedrukbaar gedeelte is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de niet-bedrukbare gedeelten op losse vellen papier en enveloppen. De machine kan alleen afdrukken in de grijze gedeelten, wanneer de afdrukfunctie Zonder marges beschikbaar is en aanstaat.
Losse vellen Enveloppen
3
4
1
3
1
4
2
Bovenkant (1) Onderkant (2) Links (3) Rechts (4)
Losse vellen 3 mm (0,12 in.) 3 mm (0,12 in.) 3 mm (0,12 in.) 3 mm (0,12 in.)
Enveloppen 12 mm (0,47 in.) 24 mm (0,95 in.) 3 mm (0,12 in.) 3 mm (0,12 in.)
2
Opmerking
De functie Zonder marges is niet beschikbaar voor enveloppen.
18
Paragraaf II
Kopiëren II
Kopiëren 20
3

Kopiëren 3

Kopiëren 3

U kunt de machine gebruiken als kopieerapparaat en max. 99 kopieën.
Eén kopie maken 3
a Uw document laden. b Druk op Mono Start of Kleur Start.
Meerdere kopieën maken 3
a Uw document laden. b Druk herhaaldelijk op Aantal kopieën
tot het gewenst aantal kopieën verschijnt (max. 99). Of druk op a of b om het aantal kopieën te wijzigen.
c Druk op Mono Start of Kleur Start.

Kopieeropties 3

Gebruik de tijdelijke kopieertoetsen als u snel de kopieerinstellingen tijdelijk voor de volgende kopie wilt wijzigen. U kunt verschillende combinaties gebruiken.
De machine schakelt 60 seconden na het kopiëren weer over naar de standaardinstellingen.
Opmerking
U kunt de kopieerinstellingen die u het vaakst gebruikt opslaan door ze als standaard in te stellen. U kunt instructies hierover vinden in de sectie voor iedere functie.
Kopiëren onderbreken 3
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te stoppen.
20
Loading...
+ 71 hidden pages