Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.bosch-home.com en in de online-shop:
www.bosch-eshop.com
3
nl Gebruik volgens de voorschriften
8Gebruik volgens de
voorschriften
Gebruik volgens de voorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Berg de gebruiksaanwijzing, het
installatievoorschrift en de apparaatpas goed
op voor later gebruik of om ze door te geven
aan volgende eigenaren.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Indien het apparaat schade heeft opgelopen
tijdens het transport, schakel het dan niet in,
maar neem contact op met de technische
dienst en leg de veroorzaakte schade
schriftelijk vast. Doet u dat niet, dan gaat elk
recht op een schadevergoeding verloren.
Dit apparaat moet worden geïnstalleerd
volgens het meegeleverde
installatievoorschrift.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend
voor het bereiden van gerechten en dranken.
Het kookproces moet regelmatig worden
gecontroleerd. Een kort kookproces moet
continu in de gaten worden gehouden.
Gebruik het apparaat alleen in gesloten
ruimtes.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel
mogen niet worden uitgevoerd door kinderen,
tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8
jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
Bij gebruik van de kookfuncties moet de
ingestelde kookzone overeenstemmen met de
kookzone waarop de pan met de
temperatuursensor staat.
Heeft u een pacemaker of soortgelijk medisch
hulpmiddel geïmplanteerd, dan dient u
speciale voorzorgsmaatregelen in acht nemen
bij het gebruiken of in de buurt komen van
inductiekookplaten als die in werking zijn.
Raadpleeg uw arts of de fabrikant van het
hulpmiddel, om er zeker van te zijn dat het
voldoet aan de geldige regelgeving en
informeer omtrent mogelijke incompatibiliteit.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 4.000 meter boven
zeeniveau.
Dek de kookplaat niet af. Dit kan leiden tot
ongevallen, bijv. door oververhitting,
ontbranding of ontploffend materiaal.
Gebruik geen ongeschikte
beveiligingsapparaten of tralies voor de
bescherming van kinderen. Dit kan leiden tot
ongevallen.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik met
een externe tijdschakelklok of een
afstandbediening.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een
veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn
van de risico's die het gebruik van het toestel
met zich meebrengt.
4
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
(Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
:Waarschuwing – Risico van brand!
■ Hete olie en heet vet vatten snel vlam. Hete
olie en heet vet nooit gebruiken zonder
toezicht. Vuur nooit blussen met water.
Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel of
iets dergelijks verstikken.
Risico van brand!
■ De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de kookplaat
leggen.
Risico van brand!
■ Het apparaat wordt heet. Nooit brandbare
voorwerpen of spuitbussen bewaren in
laden direct onder de kookplaat.
Risico van brand!
■ De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan
niet meer worden bediend. Hij kan later per
ongeluk worden ingeschakeld. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
:Waarschuwing – Risico van verbranding!
■ De kookzones en met name een eventueel
aanwezige kookplaatomlijsting worden zeer
heet. Raak de hete oppervlakken nooit aan.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ De kookzone warmt op, maar de indicatie
functioneert niet Zekering in de meterkast
uitschakelen. Contact opnemen met de
klantenservice.
Risico van verbranding!
■ Voorwerpen van metaal worden zeer snel
heet op de kookplaat. Leg nooit
voorwerpen van metaal, zoals messen,
vorken, lepels of deksels, op de kookplaat.
Brandgevaar!
■ Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd
uit met de hoofdschakelaar. Wacht niet tot
de kookplaat automatisch uitschakelt
doordat er geen pan op staat.
:Waarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■ Scheuren of barsten in het glaskeramiek
kunnen schokken veroorzaken. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
:Waarschuwing – Gevaar door
magnetisme!
De draadloze temperatuursensor is
magnetisch. De magnetische componenten
kunnen schade toebrengen aan elektronische
implantaten, zoals pacemakers en
insulinepompen. Dragers van elektronische
implantaten dienen daarom de
temperatuursensor niet mee te nemen in hun
kleding en m.b.t. hun pacemaker of een
soortgelijk medisch apparaat een minimale
afstand van 10 cm in acht te nemen.
:Waarschuwing – Gevaar voor
beschadiging!
Deze plaat is uitgerust met een ventilator, die
zich aan de onderzijde bevindt. Indien er zich
onder de kookplaat een lade bevindt, mogen
daar geen kleine of papieren voorwerpen in
worden bewaard. Als deze namelijk worden
geabsorbeerd kunnen ze de ventilator
beschadigen of de koeling verslechteren.
Tussen de inhoud van de lade en de inlaat van
de ventilator moet een afstand van ten minste
2 cm worden aangehouden.
5
nl Belangrijke veiligheidsvoorschriften
:Waarschuwing – Risico van letsel!
■ Wanneer de batterij in de draadloze
temperatuursensor te heet wordt, kan hij
beschadigd raken of barsten. De sensor na
het koken van de kookplaat nemen en niet
bewaren in de buurt van warmtebronnen.
Risico van letsel!
■ Wanneer de pan wordt verwijderd kan de
temperatuursensor zeer heet zijn. Bij het
afnemen keukenhandschoenen dragen of
een vaatdoek gebruiken.
Risico van letsel!
■ Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de
kookplaat en kookvorm barsten door
oververhitting. De au-bain-marie kookvorm
mag niet in direct contact komen met de
bodem van de pan die met water is gevuld.
Gebruik alleen hittebestendige vormen.
Risico van letsel!
■ Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem
van de pan en de kookzone kunnen
kookpannen plotseling in de hoogte
springen. Zorg ervoor dat de kookzone en
de bodem van de pan altijd droog zijn.
6
Oorzaken van schade nl
]Oorzaken van schade
Oorzaken van schade
Attentie!
■ Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de
kookplaat veroorzaken.
■ Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan
schade veroorzaken.
■ Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel,
de indicatorzones of op de omlijsting van de
kookplaat. Dit kan schade veroorzaken.
■ Als er harde of scherpe voorwerpen op de kookplaat
vallen, kan dit de plaat beschadigen.
■ Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op
een hete kookzone gelegd worden. Het gebruik van
beschermplaten op de kookplaat wordt afgeraden.
Overzicht
In de volgende tabellen ziet u welke schade het meest
voorkomt:
SchadeOorzaakMaatregel
VlekkenOvergelopen etenswaar.Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
Ongeschikte reinigingsmiddelen.Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor dit soort kook-
platen.
KrassenZout, suiker en zand.Gebruik de kookplaat niet als plaats om iets neer te zetten of als werkvlak.
Ruwe bodems van vormen geven krassen op de kookplaat.
VerkleuringenOngeschikte reinigingsmiddelen.Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor dit soort kook-
Slijtage van de pannen.Til de pannen op wanneer u ze verplaatst.
Schelpvormige
Suiker, sterk suikerhoudende gerechtenVerwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
beschadiging van
het oppervlak
Controleer het kookgerei.
platen.
7
nl Milieubescherming
7Milieubescherming
Milieubescherming
In dit hoofdstuk krijgt u informatie over de besparing
van energie en de afvoer van het apparaat.
Tips om energie te besparen
■ Gebruik altijd het deksel dat overeenstemt met elke
kookpan. Wanneer zonder deksel gekookt wordt, is
aanzienlijk meer energie nodig. Gebruik een
glasdeksel om een goede zichtbaarheid te hebben
zonder dat u het deksel van de pan hoeft te nemen.
■ Gebruik pannen met een vlakke bodem. Bij een niet
vlakke bodem wordt meer energie verbruikt.
■ De diameter van de bodem van de pan moet
overeenkomen met de afmeting van de kookzone.
Opgelet: pannenfabrikanten duiden gewoonlijk de
bovenste diameter van de pan aan, die meestal
groter is dan de diameter van de bodem van de pan.
■ Gebruik een kleine pan voor kleine hoeveelheden.
Een grote, weinig gevulde pan vereist veel energie.
■ Gebruik weinig water voor het koken. Op deze wijze
wordt energie bespaard en blijven alle vitaminen en
mineralen van de groenten behouden.
■ Selecteer de laagste vermogensstand die het
kookpunt behoudt. Met een te hoge stand wordt
energie verspild.
fKoken met inductie
Koken met inductie
Voordelen bij koken met inductie
Koken met inductie is radicaal anders dan gebruikelijk,
de warmte ontstaat direct in het kookgerei. Dit biedt
vele voordelen:
■ Tijdsbesparing bij het koken en bakken.
■ Besparing van energie.
■ Gemakkelijker te reinigen en te onderhouden.
Overgelopen etenswaar brandt niet zo snel in.
■ Warmteregeling en veiligheid: de kookplaat verhoogt
of verlaagt de toevoer van warmte altijd direct na de
bediening. Neemt u het kookgerei van de kookzone,
dan wordt de warmtetoevoer direct onderbroken
door de kookzone met inductie, zonder dat deze
eerst is uitgeschakeld.
Pannen
Gebruik alleen ferromagnetische vormen voor
inductiekoken, bijv.:
■ kookgerei van geëmailleerd staal
■ kookgerei van gietijzer
■ speciaal kookgerei van roestvrij staal dat geschikt is
voor inductie.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
De draadloze temperatuursensor is voorzien van een
batterij.Zorg ervoor dat gebruikte batterijen op een
milieuvriendelijke manier worden afgevoerd.
In het hoofdstuk ~ "Vormtest" kunt u lezen of het
kookgerei geschikt is voor inductie.
Voor een goed bereidingsresultaat dient het
ferromagnetische gebied van de bodem van de pan
overeen te komen met de grootte van de kookzone.
Wordt het kookgerei niet herkend op een kookzone,
probeer er dan een met een kleinere diameter.
FP
FP
FP
Wanneer de flexibele kookzone als een afzonderlijke
kookzone wordt gebruikt, kunnen grotere vormen
worden gebruikt die hier speciaal geschikt voor zijn.
Informatie over de plaatsing van het kookgerei vindt u in
het hoofdstuk ~ "Flex zone".
8
Koken met inductie nl
Er zijn ook inductievormen waarvan de bodem niet
volledig ferromagnetisch is:
■ Is de bodem van het kookgerei slechts gedeeltelijk
ferromagnetisch, dan wordt alleen het
ferromagnetische oppervlak heet. Hierdoor wordt de
warmte mogelijk niet gelijkmatig verdeeld. De
temperatuur van het niet-ferromagnetische gebied
kan dan te laag zijn om te koken.
■ Bestaat het materiaal van de bodem van het
kookgerei deels uit aluminium, dan is het
ferromagnetische oppervlak ook kleiner. Mogelijk
worden dit niet warm genoeg of zelfs helemaal niet
herkend.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen
met dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een
intern veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo
snel heet worden dat de functie “automatisch
uitschakelen" geen tijd heeft om te reageren, waardoor
de temperatuur erg kan oplopen. De bodem van de pan
kan smelten en het glas van de kookplaat beschadigen.
Raak in dat geval de pan niet aan en schakel de
kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet
werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
Herkenning van de pan
Elke kookzone heeft een ondergrens voor de
herkenning van de pan. Deze is afhankelijk van de
ferromagnetische diameter en het materiaal van de
bodem. Daarom dient u altijd de kookzone te gebruiken
die het beste past bij de diameter van de
pannenbodem.
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit straalplaten of pannen van:
■ dun normaal staal
■ glas
■ aardewerk
■ koper
■ aluminium
Eigenschappen van de bodem van het kookgerei
Het bereidingsresultaat kan worden beïnvloed door de
kwaliteit van pannenbodem. Gebruik pannen waarvan
het materiaal de warmte gelijkmatig in de pan verdeelt,
bijv. pannen met "sandwich-bodems" van roestvrij staal.
Daarmee wordt tijd en energie bespaard.
Gebruik kookgerei met vlakke bodems. Ongelijke
bodems hebben invloed op de warmtetoevoer.
Geen pan of ongeschikte afmeting
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt
geplaatst of als deze niet van het geschikte materiaal is
of geen geschikte afmeting heeft, knippert de
kookstand op de indicator van de kookzone. Plaats een
geschikte pan, zodat het knipperen stopt. Als er meer
dan 90 seconden wordt gewacht gaat de kookzone
automatisch uit.
9
nl Het apparaat leren kennen
*Het apparaat leren kennen
Het apparaat leren kennen
Informatie over afmetingen en vermogens van de
kookzones vindt u in~ Blz. 2
Het bedieningspaneel
Bedieningsvlakken
#
ã
0 1Ê2Ê...Ê8Ê9
á
>
Š
Û
é
è
ç
t
y
x
Hoofdschakelaar
Kookzone kiezen
Instelgebied
PowerBoost- en ShortBoost-functie
Bedieningspaneel blokkeren voor reinigingsdoel-
Gebruikstoestand
Kookstanden
Restwarmte
Timer-functie
Temperatuur kookfuncties
Bedieningspaneel blokkeren voor reinigingsdoeleinden
Kinderslot
De bereidingstijd instellen
Timer-indicaties
PowerBoost-functie
Functie ShortBoost
Kookfuncties
BraadSensor
FlexPlus-kookzone
Overdracht van instellingen
Energieverbruik
Warmhoud-functie
Bedieningsvlakken
Wanneer de kookplaat opwarmt, zijn de symbolen van
de bedieningsvlakken verlicht die op dat moment
beschikbaar zijn.
Raakt u een symbool aan, dan wordt de betreffende
functie geactiveerd.
Aanwijzingen
■ De betreffende symbolen van de bedieningsvlakken
lichten op wanneer ze beschikbaar zijn.
De indicaties van de kookzones of van de gekozen
functie lichten helderder op.
■ Zorg ervoor dat het bedieningspaneel altijd schoon
en droog is. Vocht kan een nadelige invloed hebben
op de werking.
10
De kookzones
Kookzones
Û
á
à / ß
Eenvoudige kookzoneGebruik kookgerei dat de juiste afmetingen heeft.
Flexibele kookzoneZie paragraaf ~ "Flex zone"
FlexPlus-kookzoneDe FlexPlus-kookzone schakelt altijd in combinatie met flexibele kookzone links of rechts in. Zie para-
graaf ~ "FlexPlus zone"
Alleen kookgerei gebruiken dat geschikt is voor inductiekoken, zie de paragraaf ~ "Koken met inductie"
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmteindicatie. Hiermee wordt aangegeven dat een kookzone
nog heet is. Raak de kookzone niet aan zolang de
restwarmte-indicatie verlicht is.
Afhankelijk van de hoogte van de restwarmte wordt het
volgende weergegeven:
■ Indicatie •: hoge temperatuur
■ Indicatie œ: lage temperatuur
Wanneer u de pan tijdens het koken van de kookzone
neemt, knipperen afwisselen de restwarmte-indicatie en
de gekozen kookstand.
Is de kookzone uitgschakeld, dan is restwarmteindicatie verlicht. Ook wanneer de kookplaat al
uitgeschakeld is, blijft de restwarmte-indicatie verlicht
zolang de kookzone nog warm is.
Het apparaat leren kennen nl
11
nl Apparaat bedienen
1Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u een kookzone
instelt. In de tabel vindt u kookstanden en
bereidingstijden voor verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en
uit.
Inschakelen: Raak het symbool # aan. Er klinkt een
signaal. De symbolen die bij de kookzones horen en de
functies die op dit tijdstip ter beschikking staan zijn
verlicht. Naast de kookzones is het symbool ‹.‹
verlicht. De kookplaat is klaar voor gebruik.
Uitschakelen: raak het symbool # aan tot de indicaties
verdwijnen. De restwarmte-indicatie blijft verlicht tot de
kookzones voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzingen
■ De kookplaat gaat automatisch uit wanneer alle
kookzones langer dan 20 seconden uitgeschakeld
zijn.
■ De gekozen instellingen blijven gedurende de eerste
4 seconden na uitschakeling van de kookplaat
bewaard. Wanneer u in deze tijd de kookplaat
opnieuw inschakelt, treedt deze in werking met de
vorige instellingen.
Kookstand wijzigen
Kies de kookzone en stel vervolgens in het instelbereik
de gewenste kookstand in.
Kookzone uitschakelen
De kookzone kiezen en in het instelgebied op‹.‹
zetten. De kookzone gaat uit en de restwarmte-indicatie
verschijnt.
Aanwijzingen
■ Als er geen pan op de inductiekookzone wordt
geplaatst, gaat de geselecteerde vermogensstand
knipperen. Na een tijdje wordt de kookzone
uitgeschakeld.
■ Als er een pan op de kookzone staat voordat de
plaat wordt ingeschakeld, zal deze worden
gedetecteerd binnen 20 seconden na het indrukken
van de hoofdschakelaar en zal de kookzone
automatisch worden geselecteerd. Selecteer, zodra
deze is gedetecteerd, de vermogensstand binnen
20 seconden, anders wordt de kookzone
uitgeschakeld.
Ook al worden er meerdere pannen geplaatst, bij het
inschakelen van de kookplaat wordt er maar één
gedetecteerd.
Kookadvies
Advies
Kookzone instellen
De gewenste kookstand instellen met de symbolen ò tot
ê.
Kookstand ò = laagste stand.
Kookstand ê = hoogste stand.
Elke kookstand heeft een tussenstand.Deze kookstand
wordt in het instelgebied weergegeven met het symbool
Ê.
Kookzone en kookstand kiezen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Het symbool ã van de gewenste kookzone
aanraken.
De indicatie is ‹.‹ is helderder verlicht.
2. Kies vervolgens in het instelgebied de gewenste
kookstand.
■ Bij het warm maken van puree, crèmesoepen en
dikvloeibare sauzen regelmatig roeren.
■ Voor het voorverwarmen kookstand 8 - 9 instellen.
■ Bij de bereiding met deksel de kookstand
terugschakelen, zodra er tussen deksel en
kookgerei stoom vrijkomt. Voor een goed
bereidingsresultaat is geen stoom nodig.
■ Na de bereiding het kookgerei tot het opdienen
gesloten houden.
■ Voor het koken met de snelkookpan de
aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen.
■ De gerechten niet te lang laten koken of bakken, om
de voedingswaarde te behouden. Met de
kookwekker kan de optimale bereidingstijd worden
ingesteld.
■ Voor een gezonder bereidingsresultaat dient
rokende olie te worden voorkomen.
■ Voor een bruine kleur van de gerechten deze na
elkaar klaarmaken in kleine porties.
■ Kookgerei kan tijdens de bereiding hoge
temperaturen bereiken. Het gebruik van
pannenlappen is aan te bevelen.
■ Adviezen voor energie-efficiënt koken vindt u in het
hoofdstuk ~ "Milieubescherming"
De kookstand is ingesteld.
12
Apparaat bedienen nl
Bereidingstabel
In de tabel wordt voor alle gerechten weergegeven
welke kookstand geschikt is. De bereidingstijd kan
afhankelijk van de soort, het gewicht, de dikte en de
kwaliteit van de gerechten variëren.
* Zonder deksel
** Herhaaldelijk keren
***Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.5
13
nl Apparaat bedienen
KookstandBereidingstijd
(min.)
Stoven / braden met weinig olie*
Schitzel, on/gepaneerd6 - 76 - 10
Schnitzel, diepvries6 - 78 - 12
Kotelet, on/gepaneerd**6 - 78 - 12
Steak (3 cm dik)7 - 88 - 12
Borst van gevogelte (2 cm dik)**5 - 610 - 20
Borst van gevogelte, diepvries***5 - 610 - 30
Gehaktballen (3 cm dik)**4.5 - 5.520 - 30
Hamburger (2 cm dik)**6 - 710 - 20
Vis en visfilet, ongepaneerd5 - 68 - 20
Vis en visfilet, gepaneerd6 - 78 - 20
Vis en visfilet, gepaneerd en diepvries, bijv. vissticks6 - 78 - 15
Scampi, garnalen7 - 84 - 10
Sauteren van groente en paddenstoelen, vers7 - 810 - 20
Pangerechten, groente, vlees in reepjes op Aziatische wijze7 - 815 - 20
Pangerechten, diepvries6 - 76 - 10
Pannenkoeken (na elkaar gaar bakken)6.5 - 7.5Omelet (na elkaar bakken)3.5 - 4.53 - 6
Spiegelei5 - 63 - 6
Frituren (150-200 g per portie in 1-2 l olie, per porite frituren)
Diepvriesproducten, bijv. frites, chicken nuggets8 - 9Kroketten, diepvries7 - 8Vlees, bijv. stukken kip6 - 7Vis, gepaneerd of in bierdeeg6 - 7Groente, paddenstoelen gepaneerd of in bierdeeg, tempura6 - 7Klein gebak, bijv. beignets, Berliner bollen, fruit in bierdeeg4 - 5-
* Zonder deksel
** Herhaaldelijk keren
***Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.5
14
Flex zone nl
|Flex zone
Flex zone
Hij kan naar wens als één kookzone of als twee
afzonderlijke kookzones worden gebruikt.
Hij bestaat uit vier inductoren, die onafhankelijk van
elkaar functioneren. Is de flexibele kookzone in gebruik,
dan wordt alleen het gebied geactiveerd dat door het
kookgerei wordt bedekt.
Tips voor het gebruik van pannen
Om te zorgen voor een goede detectie en verdeling van
de warmte, wordt aanbevolen de pan correct te
centreren:
Als afzonderlijke kookzone
Diameter kleiner dan of gelijk aan 13 cm
Plaats de vorm in een van de vier posities
die op de afbeelding te zien zijn.
Diameter groter dan 13 cm
Plaats de vorm in een van de drie posities
die op de afbeelding te zien zijn.
Is er meer dan één kookzone nodig voor het
kookgerei, plaats het dan met de rand op
de bovenste of onderste rand van de flexibele kookzone.
Als twee onafhankelijke kookplaten
De flexibele kookzone wordt gebruikt als twee
onafhankelijke kookplaten.
Activeren
Zie het hoofdstuk ~ "Apparaat bedienen"
Als afzonderlijke kookplaat
Gebruik van de gehele kookzone door beide
kookplaten met elkaar te verbinden.
De beide kookzones verbinden
1. Kookgerei plaatsen. Een van de twee kookzones
kiezen die bij de flexibele kookzone horen en de
kookstand instellen.
2. Raak het symbool è aan. De indicatie is verlicht.
De kookstand verschijnt in de indicatie van de
onderste kookzone.
De flexibele kookzone is geactiveerd.
Kookstand wijzigen
Een van de twee kookzones kiezen die bij de flexibele
kookzone horen en de kookstand in het instelgebied
veranderen.
Nieuw kookgerei toevoegen
Plaats de nieuwe vorm op het fornuis. Kies een van
beide kookzones van de flexibele kookzone en raak
vervolgens twee keer het symbool è aan. Het nieuwe
kookgerei wordt herkend en de eerder gekozen
kookstand blijft gehandhaafd.
Aanwijzing: Wordt de kookvorm op de gebruikte
kookzone verplaatst of opgetild, dan start de kookplaat
automatisch met zoeken, waardoor de eerder gekozen
kookstand behouden blijft.
Als twee onafhankelijke kookplaten
De voorste en achterste kookzones, elk met twee
inductoren, kunnen onafhankelijk van elkaar worden gebruikt. Stel voor elke afzonderlijke kookzone de gewenste kookstand in. Gebruik op elke
kookzone slechts één pan.
Advies
Bij kookplaten met meerdere flexibele
kookzones plaatst u het kookgerei zo
dat het maar één van de flexibele kookzones beslaat.
Anders worden de kookzones niet volgens voorschrift geactiveerd en wordt
er geen goed kookresultaat behaald.
Beide kookzones scheiden
Kies een van beide kookzones van de flexibele
kookzone uit en raak het symbool è aan.
De flexibele kookzone is gedeactiveerd. De beide
kookzones functioneren verder als twee onafhankelijke
kookzones.
Aanwijzingen
■ Wordt de kookplaat uit- en later weer ingeschakeld,
dan wordt de flexibele kookzone weer naar twee
onafhankelijke kookzones omgeschakeld.
■ In het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen" staat
beschreven hoe u de configuratie-instelling van de
flexibele zone kunt wijzigen.
15
nl Move-functie
uMove-functie
Move-functie
Met deze functie wordt de hele flexibele kookzone
geactiveerd die ingedeeld is in drie kookgebieden en
waarvan de kookstanden vooraf ingesteld zijn.
Gebruik slechts één kookvorm. De grootte van het
kookgebied hangt af van de gebruikte vorm en de juiste
plaatsing.
Kookgebieden
Nu kan er tijdens het koken kookgerei naar een ander
kookgebied met een andere kookstand worden
verplaatst:
Activeren
1. Kies een van beide kookzones van de flexibele
kookzone.
2. Symbool ç aanraken. De indicatie naast het
symbool ç is verlicht. De flexibele kookzone wordt
geactiveerd als één afzonderlijke kookzone.
De kookstand van het gebied waarop het kookgerei
staat, is verlicht op het display van de kookzones.
De functie is geactiveerd.
Kookstand wijzigen
De kookstanden van de afzonderlijke kookgebieden
kunnen tijdens het koken worden gewijzigd. Plaats het
kookgerei op het kookgebied en wijzig de kookstand in
het instelgebied.
Aanwijzingen
■ Er wordt slechts één kookstand veranderd van het
gebied waarop het kookgerei staat.
■ Wordt de functie gedeactiveerd, dan worden de
kookstanden van de drie kookgebieden teruggezet
naar de vooraf ingestelde waarden.
Deactiveren
Symbool ç aanraken. De indicatie naast het
symbool ç verdwijnt.
De functie is gedeactiveerd.
Vooraf ingestelde kookstanden:
Voorste gebied = kookstand Š
Middelste gebied = kookstand †
Achterste gebied = kookstand ‚.†
De vooraf ingestelde kookstanden kunnen
onafhankelijk van elkaar worden veranderd. Hoe u ze
kunt veranderen staat beschreven in het hoofdstuk
~ "Basisinstellingen".
Aanwijzingen
■ Wordt er meer dan één kookvorm op de flexibele
kookzone herkend, dan wordt de functie
gedeactiveerd.
■ Wordt de kookvorm binnen het bereik van de
flexibele kookzone verplaatst of opgetild, dan start
de kookplaat automatisch met zoeken en wordt de
kookstand van het gebied van de herkende vorm
ingesteld.
■ Gedetailleerde informatie over de grootte en de
plaatsing van het kookgerei vindt u in het hoofdstuk
~ "Flex zone"
Aanwijzing: Wanneer één van de kookgebieden op ‹
wordt geplaatst, wordt de functie binnen enkele
seconden gedeactiveerd.
16
FlexPlus zone nl
}FlexPlus zone
FlexPlus zone
De kookplaat beschikt over een FlexPlus-kookzone, die
zich tussen de beide flexibele kookzones bevindt en die
in combinatie met de rechter- of linker- flexibele
kookzone in gebruik is. Hierdoor kunnen grotere
vormen worden gebruikt en betere kookresultaten
worden behaald.
De FlexPlus-kookzone schakelt steeds in combinatie
met een van beide flexibele kookzones in. Het is niet
mogelijk om deze onafhankelijk van elkaar te activeren.
Aanwijzingen voor het kookgerei
Voor een goede warmteherkenning en -verdeling dient
het kookgerei in het midden te worden geplaatst.
Het kookgerei dient de kookzone aan de zijkant en de
FlexPlus-kookzone te bedekken.
Afhankelijk van de grootte van het kookgerei kan de
flexibele kookzone worden geactiveerd als twee
onafhankelijke kookzones of als één kookzone:
Kookgerei plaatsen
Activeren
1. Plaats het kookgerei op de kookzone en zorg ervoor
dat het ook de FlexPlus-kookzone bedekt.
2. De kookzone en de gewenste kookstand kiezen. De
indicaties van de kookzone en de FlexPlus-kookzone
lichten op.
De FlexPlus-kookzone is geactiveerd.
Aanwijzing: Staat er kookgerei op de twee kookzones
naast de FlexPlus-kookzone voordat de kookplaat is
ingeschakeld, dan knippert de indicatie van de
FlexPlus-kookzone.
Langwerpig kookgerei
De flexibele kookzone activeren als
twee onafhankelijke kookzones of als
één kookzone.
Groot rond kookgerei
De flexibele kookzone activeren als
één afzonderlijke kookzone.
De vorm mag de twee kookzones aan
de zijkant en de FlexPlus-kookzone
niet tegelijkertijd afdekken.
Om de FlexPlus-kookzone toe te wijzen aan de
overeenkomstige kookzone, de pan optillen, een
kookstand kiezen en de pan weer neerzetten.
Deactiveren
Neem het kookgerei van de kookzone. De indicaties
verdwijnen.
De FlexPlus-kookzone is gedeactiveerd.
17
nl Tijdfuncties
OTijdfuncties
Tijdfuncties
Uw kookplaat beschikt over drie timerfuncties:
■ Programmering van de bereidingstijd
■ Kookwekker
■ Stopwatch-functie
Programmering van de bereidingstijd
De kookzone schakelt na afloop van de ingestelde tijd
automatisch uit.
Zo stelt u in:
1. De kookzone en de gewenste kookstand kiezen.
2. Symbool y aanraken. In de timer-indicatie zijn het
symbool ‹‹ en de indicatie V verlicht.
Op het display van de kookzone is y verlicht.
BraadSensor
Wordt er een bereidingstijd geprogrammeerd voor een
kookzone en is de braadSensor geactiveerd, dan
begint de bereidingstijd pas af te lopen wanneer de
gekozen temperatuurstand bereikt is.
Kookfuncties
Wordt er een bereidingstijd geprogrammeerd voor een
kookzone terwijl een van de kookfuncties is
geactiveerd, dan begint de tijd pas af te lopen wanneer
de temperatuur voor het gekozen gebied bereikt is.
Tijd veranderen of wissen
Kies de kookzone en raak vervolgens het symbool y
aan.
Wijzig de bereidingstijd in het instelgebied of stel ‹‹ in
om de geprogrammeerde bereidingstijd te wissen.
Raak het symbool y aan om de gekozen instelling te
bevestigen.
Aan het einde van de ingestelde tijd
De kookzone schakelt uit, de indicatie y knippert en
de kookstand schakelt naar ‹‹. Er klinkt een signaal.
In de timer-indicatie knipperen ‹‹ en de indicatie V.
Bij aanraking van het symbool y verdwijnen de
indicaties en het geluidssignaal.
3. Binnen de volgende 10 seconden in het instelgebied
de gewenste bereidingstijd instellen.
4. Raak het symbool y aan om de gekozen instelling
te bevestigen.
De bereidingstijd begint af te lopen.
Aanwijzingen
■ Voor alle kookzones kan automatisch dezelfde
bereidingstijd worden ingesteld. De ingestelde tijd
loopt voor elk van beide kookzones onafhankelijk af.
In de paragraaf ~ "Basisinstellingen" vindt u
informatie over de manier waarop de bereidingstijd
automatisch kan worden geprogrammeerd.
■ Wordt de flexibele kookzone als enige kookzone
gekozen, dan is de ingestelde tijd voor de hele
kookzone hetzelfde.
■ Wordt bij de gecombineerde kookzone de functie
Move gekozen, dan is de ingestelde tijd voor de drie
kookzones hetzelfde.
Aanwijzingen
■ Om een bereidingstijd van minder dan 10 minuten in
te stellen, dient u altijd 0 aan te raken voordat u de
gewenste waarde kiest.
■ Is er een bereidingstijd voor meerdere kookzones
geprogrammeerd, dan verschijnt altijd de
tijdsopgave van de gekozen kookzone in de timerindicatie.
■ Voor het opvragen van de resterende bereidingstijd
de betreffende kookzone kiezen.
■ U kunt een bereidingstijd tot ŠŠ minuten instellen.
De kookwekker
Met de kookwekker kunt u een tijd tot 99 minuten
instellen.
Hij functioneert onafhankelijk van de kookzones en
andere instellingen. Deze functie schakelt een
kookzone niet automatisch uit.
Zo stelt u in
1. Raak het symbool t aan.In de timer-indicatie zijn het
symbool ‹‹ en de indicatie V verlicht.
2. Kies in het instelgebied de gewenste tijd en raak ter
bevestiging het symbool t aan.
Na enkele seconden begint de tijd af te lopen.
Tijd veranderen of wissen
Raak het symbool Y aan.
Wijzig de bereidingstijd in het instelgebied of stel ‹‹ in
om de geprogrammeerde bereidingstijd te wissen.
Het symbool Y aanraken om de gekozen instelling te
bevestigen.
18
PowerBoost-functie nl
Aan het einde van de ingestelde tijd
Aan het einde van de ingestelde tijd klinkt een signaal.
In de timer-indicatie knipperen
Na aanraking van het symbool t verdwijnen de
indicaties.
‹‹ en het symbool V.
Stopwatch-functie
De stopwatch-functie geeft de tijd weer die sinds de
activering verstreken is.
Hij functioneert onafhankelijk van de kookzones en
andere instellingen. Deze functie schakelt een
kookzone niet automatisch uit.
Activeren
Raak het symbool x aan.In de timer-indicatie zijn het
symbool ‹‹ en de indicatie V verlicht.
De tijd begint af te lopen.
Deactiveren
Door het symbool x aan te raken wordt de stopwatchfunctie onderbroken. De timer-indicaties blijven verlicht.
Wanneer u opnieuw het symbool x aanraakt
verdwijnen de indicaties.
De functie is gedeactiveerd.
vPowerBoost-functie
PowerBoost-functie
Met de PowerBoost-functie kunnen grote hoeveelheden
water sneller worden verwarmd dan met de betreffende
kookstand Š.
Deze functie kan alleen worden geactiveerd voor een
kookzone wanneer de andere kookzone van dezelfde
groep niet in gebruik is (zie Afb.).
Aanwijzing: In het flex-gebied kan de powerboost-
functie ook worden geactiveerd wanneer er slechts één
kookzone wordt gebruikt.
Activeren
1. Een kookzone kiezen.
2. Raak het symbool á aan.
De indicatie › is verlicht.
De functie is geactiveerd.
Deactiveren
1. Een kookzone kiezen.
2. Raak het symbool á aan.
De indicatie › verdwijnt en de kookzone schakelt
terug naar de kookstand Š.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan het
voorkomen dat de PowerBoost-functie automatisch
uitgaat, ter bescherming van de elektronische
componenten binnenin de kookplaat.
19
nl ShortBoost functie
xShortBoost functie
ShortBoost functie
Met de ShortBoost-functie kan het kookgerei sneller
worden verwarmd dan met de kookstand Š.
Kies na de deactivering van de functie de juiste
kookstand uit voor uw gerechten.
Deze functie kan alleen worden geactiveerd voor een
kookzone wanneer de andere kookzone van dezelfde
groep niet in gebruik is (zie Afb.).
Aanwijzing: Bij de flexibele kookzone kan de
Shortboost-functie ook worden geactiveerd wanneer hij
als één afzonderlijke kookzone wordt gebruikt.
Advies voor het gebruik
zWarmhoudfunctie
Warmhoudfunctie
Deze functie is geschikt voor het smelten van
chocolade of boter en voor het warmhouden van
gerechten.
Activeren
1. Kies de gewenste kookzone.
2. Raak binnen de volgende 10 seconden het symbool
■ Nooit leeg kookgerei, olie, boter of vet verwarmen
zonder dat er toezicht bij is.
■ Geen deksel op het kookgerei leggen.
■ Plaats het kookgerei in het midden van de
kookzone. Zorg ervoor dat de diameter van de
pannenbodem overeenkomt met de grootte van de
kookzone.
■ Informatie over het soort, de grootte en de plaatsing
van het kookgerei vindt u in paragraaf ~ "Koken
met inductie"
Activeren
1. Een kookzone kiezen.
2. Symbool á twee keer aanraken.
De indicatie ˜›Ú is verlicht.
De functie is geactiveerd.
Deactiveren
1. Kookzone kiezen.
2. Raak het symbool á aan.
De indicatie ˜›Ú verdwijnt en de kookzone schakelt
terug naar de kookstand Š.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan het
voorkomen dat de ShortBoost-functie automatisch
gedeactiveerd wordt, ter bescherming van de
elektronische componenten binnenin de kookplaat.
20
sOvername van instellingen
Overname van instellingen
Met deze functie kunnen de kookstand, de
geprogrammeerde bereidingstijd en de gekozen
kookfunctie van de ene op de andere kookzone worden
overgedragen.
Om de instellingen over te dragen, plaatst u het
kookgerei van de ingeschakelde kookzone op een
andere kookzone.
Aanwijzing: Extra informatie over de juiste plaatsing
van het kookgerei vindt u in het hoofdstuk ~ "Flex
zone"
Overname van instellingen nl
Activeren
1. Verplaats het kookgerei van de ingeschakelde
kookzone naar een andere kookzone.
De kookstand van de oorspronkelijke kookzone
knippert.
Het kookgerei wordt erkend en op het display van
de nieuwe kookzone knipperen de eerder gekozen
kookstand en het symbool £.
2. Kies de nieuwe kookzone uit om de instellingen te
bevestigen.
De kookstand van de oorspronkelijke kookzone
wordt ingesteld op ‹‹.
De instellingen zijn overgedragen op de nieuwe
kookzone.
Aanwijzingen
■ Het kookgerei verplaatsen naar een kookzone die
niet ingeschakeld is, die nog niet vooraf is ingesteld
of waarop eerder geen ander kookgerei stond.
■ De PowerBoost- of ShortBoost-functie kan alleen van
links naar rechts of van rechts naar links worden
omgezet als er geen kookzone actief is.
■ Wordt er een nieuwe kookvorm op een andere
kookzone geplaatst voordat de instellingen
bevestigd zijn, dan kan deze functie voor beide
kookvormen worden gebruikt.
■ Worden er meerdere kookvormen verplaatst, dan
kan de functie alleen worden gebruikt voor het
kookgerei dat het laatst verplaatst is.
21
nl Kookhulpfuncties
ÜKookhulpfuncties
zijn voorzien van het symbool Braadsensor.
Als er een draadloze temperatuursensor voorhanden is,
De kookzones die over een braadsensor beschikken
Kookhulpfuncties
Met de kookhulpfuncties wordt koken heel eenvoudig
en het resultaat is altijd optimaal. De aanbevolen
temperatuurstanden zijn geschikt voor elke manier van
koken.
Hiermee zijn bereidingswijzen mogelijk zonder dat het
gerecht bovenmatig kookt en u krijgt perfecte kook- en
bakresultaten.
Tijdens het koken meten sensoren voortdurend de
temperatuur van de pan. Hierbij wordt het vermogen
permanent geregeld en de juiste temperatuur
zijn de kookfuncties beschikbaar voor alle kookzones.
In dit hoofdstuk vindt u informatie over:
■ Functies van de kookhulp
■ Geschikte pannen
■ Sensoren en speciale accessoires
■ Functies en kookstanden
■ Aanbevolen gerechten
■ Voorbereiding en verzorging van de draadloze
temperatuursensor
aangehouden.
Is de gekozen temperatuur bereikt, dan kan het product
worden toegevoegd. De gerechten raken niet oververhit
en er kookt niets over.
Functies van de kookhulp
Met de kookhulpfuncties kunt u voor elk gerecht de
meest geschikte bereidingswijze kiezen.
In de tabel staan de verschillende beschikbare
instellingen voor de kookhulpfuncties:
KookhulpfunctiesTemperatuur-
standen
BraadSensor
KookgereiBeschikbaarheidActiveren
Stoven / braden met weinig vet1, 2, 3, 4, 5
ËË
Kookfuncties
Verwarmen / Warmhouden1 / 70 ºCAlle kookzones
Zachtjes koken2 / 90 ºCAlle kookzones
Koken3 / 100 ºCAlle kookzones
Garen in de snelkookpan4 / 120 ºCAlle kookzones
Frituren met veel olie in de pan*5 / 170 ºCAlle kookzones
å
å
å
å
å
*Voorverwarmen met deksel en frituren zonder deksel.
Heeft de kookplaat geen draadloze temperatuursensor, dan kan deze achteraf in de vakhandel of via onze servicedienst worden aangeschaft.
22
Kookhulpfuncties nl
Geschikte pannen
Kies de kookzone die qua diameter het meest geschikt
is voor de bodem van de pan en plaats de pan in het
midden van de kookzone.
De kookfuncties zijn niet geschikt voor het bakken en
braden in een bakpan, zoals met de braadSensor.
Er zijn pannen die optimaal geschikt zijn voor de
braadSensor. Deze kunnen achteraf in de vakhandel of
via onze technische servicedienst worden aangeschaft.
Geef steeds het corresponderende referentienummer
op:
■ HEZ390210 pan met een diameter van 15 cm.
■ HEZ390220 pan met een diameter van 19 cm.
■ HEZ390230 pan met een diameter van 21 cm.
■ HEZ390250 pan met een diameter van 28 cm.
Alleen aanbevolen voor de FlexPlus-kookzone.
Deze pannen zijn voorzien van een antiaanbaklaag,
zodat er voor het bakken en braden niet veel olie nodig
is.
Aanwijzingen
■ De braadsensor-functie is speciaal ingesteld voor
pannen van dit type en met deze afmetingen.
■ Wanneer de grootte van de pannen afwijkend is of
wanneer ze slecht geplaatst zijn, wordt de
braadSensor bij de flexibele kookzones mogelijk niet
geactiveerd. Zie het hoofdstuk ~ "Flex zone".
■ Pannen van een ander type kunnen oververhit raken
en de temperatuur kan lager of hoger zijn dan de
gekozen temperatuurstand. Probeer eerst de laagste
temperatuurstand uit en verander deze zo nodig.
Voor de kookfuncties zijn alle pannen geschikt die voor
inductiekoken kunnen worden gebruikt. Informatie over
pannen die geschikt zijn voor inductie vindt u in het
hoofdstuk ~ "Koken met inductie".
In de tabel met de kookhulpfuncties staat voor elke
functie de geschikte pan vermeld.
Sensoren en speciale accessoires
Tijdens het koken meten de sensoren voortdurend de
temperatuur van het kookgerei. Hierdoor wordt het
koken met hoge precisie geregeld en wordt de juiste
temperatuur aangehouden om perfecte kookresultaten
te krijgen.
Uw kookplaat beschikt over twee verschillende
systemen voor het meten van de temperatuur, om tot
de beste resultaten te komen:
■ Temperatuursensoren, die zich binnen de kookplaat
bevinden en de temperatuur van de bodem van de
pan controleren.Geschikt voor de braadSensor.
■ Draadloze temperatuursensor, die de informatie over
de temperatuur van de pan verder leidt naar het
bedieningspaneel. Geschikt voor de kookfuncties.
De temperatuursensor is absoluut noodzakelijk voor het
gebruik van de kookfuncties.
Als uw kookplaat niet over een draadloze
temperatuursensor beschikt, kunt u deze achteraf
aanschaffen in de vakhandel of via onze technische
servicedienst, met opgave van het referentienummer
HZ39050.
Informatie over de temperatuursensor vindt u in
paragraaf ~ "Voorbereiding en verzorging van de
draadloze temperatuursensor"
Functies en kookstanden
Braadsensor
Met de braadsensor kunt u gerechten klaarmaken met
weinig olie in de pan.
Kookzones met deze functie zijn voorzien van het
symbool voor de braadsensor.
Voordelen
■ De kookzone warmt alleen op als het nodig is.
Hiermee bespaart u energie. Olie en vet raken niet
oververhit.
■ Als de lege pan de optimale temperatuur voor het
toevoegen van olie en voedsel heeft bereikt, klinkt er
een signaal.
Aanwijzingen
■ Geen deksel op de pan leggen, anders functioneert
de regelaar niet. U kunt wel een
spatbeschermingszeef gebruiken, ter voorkoming
van vetspetters.
■ Gebruik alleen olie of vet die geschikt zijn om te
frituren. Wordt er boter, margarine, koudgeperste
olijfolie of varkensvet gebruikt, zet de
temperatuurstand dan op 1 of 2.
■ Nooit een pan met of zonder inhoud verwarmen
zonder dat er toezicht is.
■ Heeft de kookzone een hogere temperatuur dan de
pan of omgekeerd, dan wordt de temperatuursensor
niet op de juiste manier geactiveerd.
■ Voor het frituren met veel olie in een pan altijd de
kookfuncties gebruiken. “Frituren met een grote
hoeveelheid olie in een pan”, kookstand 5.
23
nl Kookhulpfuncties
Temperatuurstanden
TemperatuurstandGeschikt voor
1zeer laagHet maken en inkoken van sauzen, het stoven van groente en het bakken van gerechten met pure olijfolie extra, boter
of margarine.
2laagHet bereiden van gerechten met pure olijfolie extra, boter of margarine, bijv. omeletten.
3gemiddeld -
Bakken van vis en gerechten als gehaktballetjes en worstjes.
laag
4gemiddeld -
hoog
Bakken van steaks, medium of doorbakken, diepvries-, gepaneerde en fijne gerechten, bijv. schnitzels, ragout en
groente.
5hoogHet bakken van gerechten bij hoge temperaturen, bijv. steaks, saignant, aardappelkoekjes en gebakken aardappels.
Zo stelt u in
Kies de juiste temperatuurstand in de tabel. Zet de lege
pan op de kookzone.
1. Kies de kookzone. Raak het symbool é aan.In de
kookzone-indicatie is é verlicht.
2. In de volgende 10 seconden in het instelgebied de
gewenste temperatuurstand kiezen.
De functie is geactiveerd.
Het temperatuursymbool é knippert tot de
braadtemperatuur bereikt is. Er klinkt dan een
signaal en het temperatuursymbool verdwijnt.
3. Doe wanneer de braadtemperatuur bereikt is eerst
de olie en vervolgens de gerechten in de pan.
Kookfuncties
Met deze functies kunt u levensmiddelen opwarmen,
garen, koken, bereiden met de snelkookpan of frituren
in een gewone pan met rijkelijk olie.
De functies zijn beschikbaar voor alle kookzones.
Voordelen
■ De kookzone warmt alleen op wanneer dat nodig
is.Hiermee bespaart u energie. Olie of vet raken niet
oververhit.
De temperatuur wordt voortdurend gecontroleerd.Er
wordt voorkomen dat het voedsel overkookt.De
temperatuur hoeft niet te worden bijgesteld.
■ Een signaal geeft weer wanneer het water of de olie
de optimale temperatuur heeft bereikt om het
product toe te voegen. In de tabel kunt u zien of een
product direct aan het begin moet worden
toegevoegd.
Aanwijzingen
■ Gebruik alleen pannen met een egale bodem.
Gebruik geen pannen waarvan de bodem dun of
vervormd is.
■ Vul de pan zo dat de inhoud zich boven de
siliconenpatch aan de buitenkant van de pan
bevindt.
■ Gebruik de braadsensor om met weinig olie te
bakken of te braden.
■ Plaats de pan op zo'n manier dat de
temperatuursensor naar de buitenzijde van de
kookplaat wijst.
■ Tijdens het koken de temperatuursensor niet van de
pan afnemen. Is de bereiding beëindigd, dan kunnen
de functies voor een andere kookzone worden
gekozen.
■ Neem de temperatuursensor na de bereiding van de
pan. Voorzichtig, de temperatuursensor kan heel
heet zijn.
Aanwijzing: U dient de gerechten te keren, zodat ze
niet aanbranden.
BraadSensor uitschakelen
De kookzone kiezen en in het instelgebied op ‹ .‹
plaatsen. De kookzone gaat uit en de restwarmteindicatie verschijnt.
24
Kookhulpfuncties nl
Temperatuurbereiken en -standen
KookfunctiesTemperatuurstandTemperatuurbereikGeschikt voor
Opwarmen, warmhouden1/70 ºC60 - 70 ºCbijv. soepen, punch
Zachtjes koken2/90 ºC80 - 90 ºC bijv. rijst, melk
Koken3/100 ºC90 - 100 ºCbijv. pasta, groente
Garen in de snelkookpan4/120 ºC110 - 120 ºCbijv. kip, eenpansmaaltijd.
Frituren met veel olie in de pan5/170 ºC170 - 180 ºCbijv. donuts, gehaktballetjes
Tips voor het koken met de kookfuncties
■ Functie Verwarmen/Warmhouden:
Diepvriesproducten in porties, bijv. spinazie. Het
diepvriesproduct in de pan doen. De aangegeven
waterhoeveelheid toevoegen. De pan afdekken en
stand 1/70 ºC kiezen. Tussentijds omroeren.
sauzen. Het gerecht met de aanbevolen temperatuur
aan de kook brengen. Na het binden bij stand 2/90
°C laten wellen
Wanneer het signaal klinkt het gerecht op deze
stand gedurende de gewenste tijd warmhouden.
■ Funktie Koken: Water verwarmen met gesloten
deksel. Het kookt niet over. Temperatuurstand 3/
100 ºC kiezen.
■ Functie Koken in de snelkookpan: de aanbevelingen
van de fabrikant in acht nemen. Na het
geluidssignaal gedurende de aanbevolen tijd verder
koken. Temperatuurstand 4/120 ºC kiezen.
■ Functie Frituren met veel olie in de pan: de olie
verwarmen met gesloten deksel. De deksel na het
geluidssignaal afnemen en het product toevoegen.
Temperaturstand 5/170 ºC kiezen.
Aanwijzingen
■ Houd tijdens het koken altijd de deksel op de pan.
Uitzondering: “Frituren met olie in de pan”,
Temperatuurstand 5/170 ºC.
■ Klinkt er geen signaal, ga dan na of er een deksel
op de pan ligt.
■ Olie nooit warm maken wanneer er geen toezicht is.
Gebruik alleen olie of vet die geschikt zijn om te
frituren. Gebruik geen mengsel van verschillende
frituurvetten, zoals olie en reuzel. Mengsels van heet
vet kunnen gaan schuimen.
■ Bent u, bijv. na het koken van aardappels, niet
tevreden met het resultaat, gebruik de volgende keer
dan meer water maar houdt dezelfde temperatuur
aan.
Kookpunt instellen
Het punt waarop het water begint te koken hangt af van
hoe hoog uw woonplaats zich boven zeeniveau bevindt.
Kookt het water te hard of te zacht, dan kan het
kookpunt worden ingesteld. Hierbij gaat u als volgt te
werk:
■ Zie het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen" voor de
keuze van de basisinstelling ™…
■ De basisinstelling is standaard ingesteld op 3. Ligt
uw woonplaats op een hoogte tussen de 200 en
400 m boven zeeniveau, dan hoeft het kookpunt niet
te worden ingesteld. Kies anders de instelling die in
de volgende tabel voor de betreffende hoogte
vermeld staat:
Hoogte
0 - 100 m.
100 - 200 m.
200 - 400 m.
400 - 600 m.
600 - 800 m.
800 - 1000 m.
1000 - 1200 m.
1200 - 1400 m.
Boven 1400 m.
Instelwaarde ™…
‚
ƒ
„*
…
†
‡
ˆ
‰
Š
* Basisinstelling
Aanwijzing: De temperatuurstand 3/100 ºC is
voldoende om efficiënt te koken, als het water hierbij
tenminste niet te erg borrelt. Bent u echter niet tevreden
met het kookresultaat, dan kunt u de instelling van het
kookpunt veranderen.
25
nl Kookhulpfuncties
De draadloze temperatuursensor verbinden met het
bedieningspaneel
Voordat u voor het eerst gebruikmaakt van de
kookfuncties, moet er verbinding tussen de draadloze
temperatuursensor en het bedieningspaneel zijn
gemaakt.
Om de draadloze temperatuursensor met het
bedieningspaneel te verbinden, handelt u als volgt:
1. Voor de menukeuze ™‚… zie hoofdstuk
~ "Basisinstellingen"
De kookzone-indicatie is verlicht.
2. Kies de kookzone waarvan de indicatie oplicht. Er
klinkt een signaal. De indicatie å is verlicht.
3. Binnen 30 seconden op het symbool å van de
draadloze temperatuursensor drukken.
Na enkele seconden verschijnt het resultaat van de
verbinding van de temperatuursensor met het
bedieningspaneel op het display van de kookzone.
Resultaat
Foutloze verbinding
‹
Foutieve verbinding: vanwege een overdrachtsfout.
‚
Foutieve verbinding: vanwege een fout van de temperatuur-
ƒ
sensor.
Zo stelt u in
1. Zie hoofdstuk ~ "Voorbereiding en verzorging van
de draadloze temperatuursensor" voor het
bevestigen van de temperatuursensor aan de pan
2. Een pan met voldoende vloeistof op de gewenste
kookzone plaatsen en altijd een deksel erop doen.
3. De kookzone kiezen waarop de pan met de
temperatuursensor staat.
4. Raak het symbool å van de temperatuursensor
aan. Op het bedieningspaneel is de indicatie å
verlicht.
5. Kies de juiste temperatuurstand uit de tabel.
■ Zodra de temperatuursensor foutloos verbonden is
met het bedieningspaneel zijn de kookfuncties
beschikbaar.
■ Een niet-correcte verbinding als gevolg van een
storing van de temperatuursensor kan zich voordoen
vanwege de volgende redenen:
– Bluetooth-communicatiefout.
– Het symbool op de temperatuursensor is niet
binnen 30 seconden nadat de kookzone gekozen
is ingedrukt.
– De batterij van de temperatuursensor is leeg.
Draadloze temperatuursensor resetten en de
verbindingsprocedure opnieuw uitvoeren.
■ Bij een verkeerde verbinding vanwege een
overdrachtsfout de verbindingsprocedure opnieuw
uitvoeren.
Is de verbinding nog steeds foutief ‚, neem dan
contact op met de technische servicedienst.
Draadloze temperatuursensor resetten
1. Symbool å gedurende ca. 8-10 seconden
aanraken.
Gedurende deze periode licht de LED-indicatie van
de temperatuursensor drie maal op. Bij de derde
keer oplichten van de LED start het resetten. Op dat
moment de vinger van het symbool afnemen.
Zodra de LED gedoofd is, is de draadloze
temperatuursensor gereset.
2. Verbindingsprocedure vanaf punt 2 herhalen.
De functie is geactiveerd.
Het temperatuursymbool å knippert tot het water
of de olie de juiste temperatuur heeft bereikt om het
voedsel toe te voegen. Er klinkt dan een signaal en
het temperatuursymbool knippert niet meer.
6. De deksel na het geluidssignaal afnemen en het
voedsel toevoegen. Tijdens de bereiding de pan
gesloten houden.
Aanwijzing: Bij de functie “Frituren met veel olie in
de pan” de pan niet afdekken.
Kookfuncties uitschakelen
De kookzone kiezen en in het instelgebied op ‹ .‹
plaatsen. De kookzone gaat uit en de restwarmteindicatie verschijnt.
Aanwijzing: Ca. 10 seconden wachten voordat u de
kookfuncties opnieuw activeert.
26
Kookhulpfuncties nl
Aanbevolen gerechten
De volgende tabel bevat een keur aan gerechten en is
op levensmiddelen gesorteerd. De temperatuur en
bereidingstijd zijn afhankelijk van de hoeveelheid, de
toestand en de kwaliteit van de levensmiddelen.
VleesKookhulpfuncties Tempera-
tuurstand
Functie Braden met weinig olie
Schnitzel, on/gepaneerdBraadsensor46 - 10
FiletBraadsensor46 - 10
Kotelet*Braadsensor310 - 15
Cordon bleu, Wiener Schnitzel*Braadsensor410 - 15
Steak, rood (3 cm dik)Braadsensor56 - 8
Steak rosé of doorbakken (3 cm dik)Braadsensor48 - 12
Borst van gevogelte (2 cm dik)*Braadsensor310 - 20
Worstjes, gekookt of rauw*Braadsensor38 - 20
Hamburger, vleesballetjes, gevulde rollade*Braadsensor36 - 30
LeverkaasBraadsensor26 - 9
Ragout, gyrosBraadsensor47 - 12
GehaktBraadsensor46 - 10
SpekBraadsensor25 - 8
Totale bereidingstijd vanaf
het geluidssignaal (min.)
* Herhaaldelijk keren.
** De olie verwarmen met gesloten deksel.Portiegewijs klaarmaken, zonder deksel (zie de tabel voor de tijdsduur per portie).
*** De gerechten direct aan het begin toevoegen.