Bontrager NODE 1, NODE 2 User Manual [nl]

NODE™ 1 & NODE™ 2
Gebruikershandleiding.
NEDERLANDS
WELKOM.
Hartelijk dank voor je aankoop van een Bontrager NODE™ computer. We hopen dat je vele kilometers lang plezier aan deze computer zult beleven.
Lees deze handleiding zorgvuldig door. Als je de informatie niet begrijpt, of een vraag hebt die niet in deze handleiding wordt behandeld, kun je contact opnemen met je Bontrager dealer of met ons.
Veilig rijden
Kijk tijdens het etsen niet langdurig naar de computer (Afbeelding 1). Als je niet naar de weg kijkt, loop je het risico een obstakel te raken, waardoor je de controle over de ets zou kunnen verliezen en zou kunnen vallen.
Gebruikte termen
Vasthouden
Indrukken
Reset (instellingen wissen)
Ritgegevens resetten
Doorlopen
Schakelen
Een toets circa drie seconden lang ingedrukt houden.
Een toets eenmaal kort indrukken.
Alle waarden in het geheugen instellen op 0 (nul) en alle instellingen wissen.
(Alleen) ritgegevens in het geheugen op 0 (nul) zetten.
Enkele keren indrukken om door een lijst met waarden of schermelementen te lopen.
Heen en weer schakelen tussen twee waarden of schermelementen.
Afbeelding 1. Niet langdurig naar de computer kijken.
Schermelementen en afkortingen
INDICATORS VOOR ACTIEVE SENSOR
∙snelheid ∙cadans ∙kracht ∙hartslag
MODUSINDICATORS
∙fiets ∙instelling
TWEEDE FUNCTIE­SELECTIE
∙huidig ∙gemiddeld ∙maximum
TWEEDE FUNCTIE­WEERGAVE
SNELHEID
(hoofdweergave)
KLOK ALARM TEMPERATUUR
FUNCTIESELECTIE SNELHEID
∙huidig ∙gemiddeld ∙maximum
PACER
BATTERIJ
FIETSSELECTIE
∙fiets1 ∙fiets2
De NODE computer is in twee modellen verkrijgbaar:
· NODE 1
· NODE 2
Beide modellen kunnen worden gebruikt op twee verschillende etsen met verschillende wieldiameters, en toch alle gegevens juist berekenen. Je moet alleen het wielformaat instellen en de etsinstellingen voor de betreffende ets selecteren voordat je op de ets stapt.
Afbeelding 2. Schermelementen.
Ritgegevens
(kunnen op 0 worden gesteld zonder gevolgen voor de totaalwaarden)
• Cadans AVG en MAX
• Afstand (TRP)
• Hartslag AVG, MIN, en MAX; plus Zones 1 tot en met 5
• Kracht AVG, MIN, en MAX
• Snelheid AVG en MAX
• Hoogte (ALT), +, – , en Helling (%) AVG en MAX
Afkortingen en schermaanduidingen
Afkorting
ALT
AVG
BIKES
CAL
CLOCK
CUR
DV
F
FT
HR
INT
M
MAX
MIN
Betekenis
Hoogte
Gemiddelde
Fietsen (bike1 en bike2)
Calorieën
Klok
Huidige, of nu
Tweevoudige weergave (gelijktijdige weergave van twee
secundaire functies)
Vrouw
Feet
Hartslag
Interval
Man
Maximum
Minimum
Afkorting
MT
NUTRI
ODO
OFF
ON
PWR
REPS
REST
SENS
SYSTEM
TIME
TRP
TTL
UNITS
WGT
Betekenis
Meter
Voeding
Odometer
Uit
Aan
Kracht
Herhaling
Rust
Sensors
Systeem
Tijd
Rit
Totaal
Eenheden
Gewicht

Modi

De NODE computer kent twee modi: Rijden en Instellen.
· Rijden
· Instellen
Rijden
Dit is de modus die je tijdens het etsen gebruikt (Afbeelding 3). In de modus Rijden worden alle functies, alle door de computer verzamelde gegevens
weergegeven. Dit kunnen de gegevens van dat moment zijn (je snelheid, de temperatuur, of gegevens van andere functies). Daarnaast kan de NODE voor
bepaalde functies gemiddelden, totalen en minimum/maximumwaarden weergeven. Meer over deze functies vind je in het gedeelte dat is gewijd aan de
functies.
Instellen
Dit is de modus die je gebruikt om de computer klaar te maken voor je eerste
rit, of om meer geavanceerde functies in te stellen (Afbeelding 4). In de modus Instellen kun je de computer programmeren, de eenheden (bijvoorbeeld mijl/
kilometer) kiezen, de juiste tijd en hoogte invoeren, of alarmen instellen om je
te waarschuwen wanneer je de gekozen minimum/maximum hartfrequentie
overschrijdt.
Afbeelding 3. De modus Rijden.
Als je de computer in de modus Instellen laat staan, keert deze automatisch terug naar de modus Rijden.
Modi wijzigen
Je kunt schakelen tussen de modi Rijden en Instellen voor de toets seconden lang vast te houden (Afbeelding 5).
drie
Slaapstand (Standby)
Als de NODE gedurende 20 minuten geen signaal ontvangt, schakelt de
computer over naar Standby om batterijen te sparen. Na nog eens 10 minuten
wordt de NODE uitgeschakeld.
Afbeelding 4. De modus Instellen.
(3 seconden)
Afbeelding 5. Modi wijzigen.

Sensors

De NODE kan gegevens berekenen van vier sensors:
· Cadans
· Snelheid
· Hartslag
· Kracht
Niet alle NODE computers worden met alle sensors geleverd. Als je ets over de juiste uitrusting beschikt, kun je een gecombineerde snelheid-/cadanssensor aanschaffen. Je kunt de computer ook aan je eigen wensen aanpassen door
extra Bontrager NODE sensors of een krachtsensorsysteem naar keuze aan te
schaffen bij de Bontrager dealer.
Functie van Sensors
Sensors registreren impulsen, hetzij impulsen van passerende magneten die
aan een spaak of pedaalarm zijn bevestigd, elektrische impulsen die worden gegenereerd door het pompen van je hart, of de impulsen van een krachtmeter.
Wanneer een sensor een signaal registreert, stuurt deze een radiosignaal naar de NODE computer. Dit signaal heeft een bereik van circa 1,5 meter.
Sensors hebben voeding nodig
Sensors hebben elektrische voeding nodig. Elke sensor beschikt over een
eigen batterij als voedingsbron. Als de batterij leeg raakt, stuurt de sensor geen signalen meer naar de computer.

Voor de eerste rit

Procedure voor het afstemmen (Pair)
Voordat de NODE gegevens kan weergeven, moet deze de verschillende
zendsignalen herkennen die door de sensors worden uitgezonden (Afbeelding
6). Dit proces duurt ongeveer een minuut en wordt “Pairing” (Pair) genoemd.
Nadat de NODE een aansluiting tot stand heeft gebracht, onthoudt deze de signalen. Dit hoeft dus gewoonlijk maar eenmaal te worden uitgevoerd (tijdens de eerste instelling).
OPMERKING
Sensors verzenden alleen signalen wanneer ze zijn geactiveerd.
• De snelheidssensor wordt geactiveerd wanneer het wiel draait
• De cadanssensor of krachtsensor wordt geactiveerd wanneer de pedaalarm draait
• De hartslagsensor wordt geactiveerd wanneer u de borstband draagt
Tijdens het afstemmen knippert de 0 op het snelheidsscherm. Deze procedure kan tot 60 seconden in beslag nemen. Wanneer het afstemmen is geslaagd,
worden de pictogrammen van de aangesloten sensors onder aan het scherm weergegeven. Als het pictogram van een sensor verdwijnt, is voor de betreffende sensor geen aansluiting tot stand gebracht.
Afstemproces handmatig starten
De afstemprocedure hoeft maar één keer op de NODE te worden uitgevoerd. Als het afstemmen mislukt, of u naderhand een andere sensor toevoegt, kunt u de afstemprocedure ook handmatig starten.
Houd de toetsen zorg ervoor dat de sensors een signaal uitzenden.
en in de modus Rijden drie seconden lang ingedrukt en
(3 seconden) (3 seconden)
Afbeelding 6. Afstemmen op zendsignalen van sensors.
Verbindingsprocedure (Connect)
Telkens wanneer je de NODE inschakelt, wordt automatisch geprobeerd
verbinding te maken (lock on) met de signalen die tijdens de afstemprocedure zijn geregistreerd. Net als tijdens het afstemmen moet je de sensors activeren (een signaal laten uitzenden) om de verbinding tussen de NODE en de signalen tot stand te brengen.
Tijdens het tot stand brengen van de verbinding knippert de 0 op het snelheidsscherm. Nadat de snelheidssensor een verbinding heeft gemaakt, houdt de 0 op met knipperen, maar blijven de pictogrammen van de andere afgestemde sensors knipperen totdat de verbindingsprocedure is voltooid.
Dit kan tot 60 seconden in beslag nemen. Wanneer het proces is geslaagd,
worden de pictogrammen van de aangesloten sensors onder aan het scherm weergegeven (Afbeelding 7).
Verbindingsproces handmatig starten
Als de verbindingsprocedure mislukt, verschijnt de aanduiding –– op het scherm voor elke functie waarvan de sensor is ingeschakeld, maar de verbindingsprocedure is mislukt. Daarnaast verdwijnt het pictogram van de betreffende sensor van het scherm. Dit gebeurt als de NODE geen signaal ontvangt tijdens de verbindingsprocedure.
Je kunt de verbindingsprocedure ook met de hand starten:
Houd de toets ervoor dat de sensors een signaal uitzenden.
in de modus Rijden drie seconden lang ingedrukt en zorg
(3 seconden)
Afbeelding 7. De pictogrammen geven aan welke sensors zijn verbonden.
Sensors op OFF (Uit) of ON (Aan) zetten
Houd de toets drie seconden lang vast om naar de modus Instellen te gaan.
1.
Blader wanneer BIKES verschijnt met
2.
Druk op
3.
4.
Zet Cadans op ON (Aan) of OFF (Uit) door op of te drukken.
Druk op
.
om je keuze te bekrachtigen.
naar SENS.
(3 seconden)
1. 2. 3.
(of)
4.
5.
Zet Kracht op ON (Aan) of OFF (Uit) door op of te drukken.
Druk op
om je keuze te bekrachtigen.
(of)
5.
6.
Zet Hartslag op ON (Aan) of OFF (Uit) door op of te drukken.
Druk op
Druk op
7.
Houd de toets
om je keuze te bekrachtigen.
(of)
6.
om de instellingen op te slaan en af te sluiten.
drie seconden lang vast om naar de modus Rijden te gaan.
7.

Automatische Instelling

Wanneer je de NODE voor het eerst aanzet (of nadat je de batterijen hebt
vervangen of de resetprocedure hebt uitgevoerd), door loopt de computer automatisch de afstem- en verbindingsprocedure en worden de eenheden voor de  ets ingesteld.
OPMERKING
Plaats de NODE voordat u met deze procedure begint binnen een afstand van 1,5 m. van alle sensors, en activeer de sensors zoals uitgelegd bij de
afstemprocedure.
(of)
(3 seconden)
Houd de toets
1.
drie seconden vast om de computer in te schakelen.
De NODE gaat automatisch naar de modus Instellen. bike1 en bike2 worden weergegeven, waarbij een van beide is gemarkeerd. Als dit niet het geval is, druk je op de toets Reset (instellingen wissen) aan de achterkant van de computer.
Druk op
2.
Druk op
Je kunt vanaf elke selectie terugkeren: druk op
Druk op
3.
Druk op
of om te schakelen tussen bike1 en bike2.
om een selectie te maken.
.
of om van wielmaat te wisselen.
om een selectie te maken.
Je kunt ook een aangepaste wielmaat instellen.
OPMERKING
Eerst wordt ODO weergegeven en vervolgens het rittotaal (dit is mogelijk nul), waarbij het eerste getal onderstreept is.
4.
Druk op of om het onderstreepte cijfer te wijzigen.
Druk op
om je keuze te bekrachtigen.
1. 2.
(of)
3.
(of)
4.
5.
Herhaal stap 4 en de andere cijfers te selecteren en te wijzigen. Druk vervolgens op
.
6.
Druk op
Druk op
7.
Druk op of om te schakelen tussen °C en °F.
Druk op
of om te schakelen tussen MPH en KMH.
om een selectie te maken.
om een selectie te maken.
(of)
5. 6.
(of)
7.
8.
Druk op of om te schakelen tussen 12hr en 24hr.
Druk op
om je keuze te bekrachtigen.
(of)
8.
9.
Druk op of om het onderstreepte cijfer te wijzigen.
Druk op
om je keuze te bekrachtigen.
Herhaal stap 9 om andere cijfers te selecteren en te wijzigen.
Als je de 12hr-klok hebt geselecteerd, moet je ook AM (VM) of PM (NM) kiezen.
10.
Wanneer de aanduiding PAIR verschijnt, moet je de sensor(s) een signaal laten afgeven (wiel draaien, pedaalarm ronddraaien, enzovoort).
De computer geeft aan dat de afstemprocedure (Pairing) wordt uitgevoerd.
(of)
9.
(of)
10.
Nadat de NODE is overgeschakeld naar de modus Rijden en de snelheid
wordt weergegeven (Afbeelding 8) is deze klaar voor gebruik.
Als na het uitvoeren van de afstemprocedure geen pictogram verschijnt, moet je een van de volgende handelingen verrichten:
• Afstemproces handmatig starten
• De toets Reset (instellingen wissen) indrukken om opnieuw te beginnen
• Het hoofdstuk Problemen oplossen raadplegen.
Afbeelding 8. De modus Rijden met snelheidsweergave.

Geavanceerde instellingen

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u instellingen kunt verrichten voor een tweede
 ets of een aangepaste wielmaat kunt instellen.
Instellingen verrichten voor een tweede fi ets
Houd de toets drie seconden lang vast om naar de modus Instellen te gaan.
1.
Druk op het moment dat BIKES verschijnt op
2.
.
(of)
(3 seconden)
Druk op
3.
Druk op om je keuze te bekrachtigen.
4.
Druk op
Druk op
Druk op
5.
Houd de toets gaan.
of om te schakelen tussen bike1 en bike2.
of om van wielmaat te wisselen.
om je keuze te bekrachtigen.
om de instellingen op te slaan en af te sluiten.
drie seconden lang vast om naar de modus Rijden te
1. 2. 3.
(of)
4.
5.
Een aangepaste wielmaat instellen
De wielomtrek meten (Afbeelding 9).
OPMERKING
De wielomtrek kun je meten door het wiel precies één omwenteling te laten maken. Als de wielen van je  ets niet even groot zijn, moet je het wiel meten waaraan het magneetje is gemonteerd.
Neem plaats op de  ets, met het ventiel recht boven de ondergrond.
1.
Laat je assistent een merkje op de grond plaatsen op de positie van
2. het ventiel.
Laat de  ets één omwenteling van het wiel naar voren rollen, zodat
3. het ventiel zich weer recht boven de ondergrond bevindt.
Markeer de nieuwe positie van het ventiel.
4.
Meet de afstand tussen de markeringen. Converteer deze afstand
5.
naar millimeters. Het resultaat is je aangepaste wielmaat.
Houd de toets drie seconden lang vast om naar de modus Instellen te gaan.
1.
Druk op het moment dat BIKES verschijnt op
2.
3.
Druk op
of om te schakelen tussen bike1 en bike2.
.
? mm
Afbeelding 9. Wielomtrek.
(of)
(3 seconden)
1. 2. 3.
Loading...
+ 35 hidden pages