LET OP:Verwijder in geen geval de bovenste afdekking (van
het achterste gedeelte) anders bestaat er gevaar
voor een elektrische schok. Het apparaat bevat geen
te onderhouden onderdelen; reparaties dienen door
bevoegde personen uitgevoerd te worden.
WAARSCHUWING:
Om het risico op brand of elektrische schokken te
beperken, dient u te voorkomen dat dit apparaat
wordt blootgesteld aan regen en vocht. Het
apparaat mag niet worden blootgesteld aan
neerdruppelend of opspattend water en er mogen
geen met water gevulde voorwerpen zoals een
vaas op het apparaat worden gezet.
Dit symbool wijst u er altijd op dat er niet-geïsoleerde
gevaarlijke spanning binnen de behuizing aanwezig
is deze spanning is voldoende om gevaar voor
elektrische schok op te leveren.
Dit symbool wijst u altijd op belangrijke bedieningsen onderhoudsvoorschriften in de bijbehorende
documenten. Wij vragen u dringend de handleiding
te lezen.
DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OP EEN RIJ:
1) Lees deze voorschriften.
2) Bewaar deze voorschriften.
3) Neem alle waarschuwingen in acht.
4) Volg alle voorschriften op.
5) Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6) Reinig het uitsluitend met een droge doek.
7) Let erop geen van de ventilatie-openingen te
bedekken. Plaats en installeer het volgens de voorschriften van de fabrikant.
8) Het apparaat mag niet worden geplaatst in de buurt
van radiatoren, warmte-uitlaten, kachels of andere zaken
(ook versterkers) die warmte afgeven.
9) Maak de veiligheid waarin door de polarisatie- of
aardingsstekker wordt voorzien, niet ongedaan. Een
polarisatiestekker heeft twee bladen, waarvan er een
breder is dan het andere. Een aardingsstekker heeft
twee bladen en een derde uitsteeksel voor de aarding.
Het bredere blad of het derde uitsteeksel zijn er voor
uw veiligheid. Mocht de geleverde stekker niet in uw
stopcontact passen, laat het contact dan door een
elektricien vervangen.
10) Zorg ervoor dat er niet over de hoofdstroomleiding
gelopen kan worden en dat het niet wordt samengeknepen, vooral bij stekkers, verlengkabels en het punt
waar ze het apparaat verlaten.
11) Gebruik uitsluitend door de producent gespecificeerd toebehoren c.q. onderdelen.
12) Gebruik het apparaat uitsluitend in combinatie met
de wagen, het statief, de driepoot, de beugel of tafel die
door de producent is aangegeven, of die in combinatie
met het apparaat wordt verkocht. Bij gebruik van een
wagen dient men voorzichtig te zijn bij het verrijden van
de combinatie wagen/apparaat en letsel door vallen te
voorkomen.
Technische veranderingen en veranderingen in het productuiterlijk onder
voorbehoud. Alle gegevens komen overeen op het moment van de
drukoplage. De hier afgebeelde of vermelde namen van andere bedrijven,
instellingen of publicaties en de desbetreffende logos zijn geregistreerde
handelsmerken van de desbetreffende houders. Het gebruik hiervan is op
géén enkele wijze een aanspraak op het desbetreffende handelsmerk en
vertegenwoordigt géén bestaande band tussen de houder van het
handelsmerk en BEHRINGER®. Voor de juistheid en volledigheid van de
gegeven beschrijvingen, afbeeldingen en aanwijzigen neemt BEHRINGER
géén enkele vorm van aansprakelijkheid. De afgebeelde kleuren en
specificaties kunnen onbeduidend van het product afwijken. Distributeurs
en handelaren zijn geen gevolmachtigden van BEHRINGER® en hebben
geen enkele bevoegdheid om BEHRINGER® op welke wijze dan ook
juridisch te binden, zij het impliciet of expliciet. Dit boek is auteursrechtelijk
beschermd. Ieder verveelvoudiging, bijv. nadrukken, ook uittrekselsgewijs,
en iedere reproductie van de afbeeldingen, ook in veranderde toestand, is
alleen met schriftelijke toestemming van de firma BEHRINGER Spezielle
Studiotechnik GmbH toegestaan. BEHRINGER is een geregistreerd
handelsmerk.
13) Bij onweer en als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt, haalt u de stekker uit het stopcontact.
14) Laat alle voorkomende reparaties door vakkundig en
bevoegd personeel uitvoeren. Reparatiewerkzaamheden
®
zijn nodig als het toestel op enige wijze beschadigd is
geraakt, bijvoorbeeld als de hoofdstroomkabel of stekker is beschadigd, als er vloeistof of voorwerpen in
terecht zijn gekomen, als het aan regen of vochtigheid
heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of wanneer
het is gevallen.
15) WAARSCHUWING Deze onderhoudsinstructies zijn
uitsluitend bedoeld voor gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Om het risico op elektrische schokken te
beperken, mag u geen andere onderhoudshandelingen
verrichten dan in de bedieningsinstructies vermeld staan,
tenzij u daarvoor gekwalificeerd bent.
Page 3
V-TONE GMX110/GMX112/GMX210/GMX212/GMX1200H
1. INLEIDING
Hartelijk dank voor het vertrouwen dat je blijkens de aankoop van
de V-TONE in ons stelt. Met de V-TONE schaf je een moderne
gitaarversterker aan, waarmee nieuwe maatstaven op het terrein
van het Analog Modeling worden gezet.
Bij de ontwikkeling stelden we ons ten doel, de typische Sounds
van analoge gitaarversterkers te simuleren en je tegelijk een
instrument voor de klankbewerking in handen te geven, dat uiterst
flexibel inzetbaar is. Verder wilden we tot een intuïtieve bediening
komen.
+ De volgende handleiding maakt je op de eerste
plaats vertrouwd met de gebruikte specifieke
begrippen, zodat je het apparaat met al zijn functies
leert kennen. Bewaar de handleiding na lezing
alsjeblieft zorgvuldig, zodat je deze altijd bij de hand
hebt, wanneer je nog eens iets wilt overlezen.
1.1 Voordat je begint
1.1.1 Levering
Teneinde een veilig transport te waarborgen werd de V-TONE in
de fabriek zorgvuldig verpakt. Mocht de doos desondanks
beschadigingen vertonen, kijk dan direct of de buitenkant van het
apparaat beschadigd is geraakt.
+ Stuur het apparaat bij eventuele beschadigingen
NIET aan ons terug, maar neem dringend eerst contact
op met de dealer die je het apparaat verkocht heeft
en het transportbedrijf, aangezien elke aanspraak
op vergoeding anders teniet kan worden gedaan.
+ Gebruik alsjeblieft de originele doos om schade bij
opslag en verzending te vermijden.
+ Laat zonder toezicht geen kinderen met het apparaat
of verpakkingsmateriaal omgaan.
+ Neem alsjeblieft de milieuvoorschriften in acht bij
het weggooien van het verpakkingsmateriaal.
+ Let er alsjeblieft op, dat alle apparaten geaard
dienen te zijn. Voor je eigen veiligheid dien je in
geen geval de aarding van de apparaten c.q. de
netkabel te verwijderen of onklaar te maken. Het
toestel met altijd met een intacte aarddraad aan
het stroomnet aangesloten zijn.
1.1.3 Online-registratie
Registreer je BEHRINGER-apparaat na aankoop zo snel mogelijk
op onze website www.behringer.com (respectievelijk
www.behringer.nl ) en lees de garantievoorwaarden aandachtig
door.
BEHRINGER geeft één jaar* garantie, gerekend vanaf de
aankoopdatum, op materiaal- en productiefouten. Je kunt de
garantievoorwaarden in het Nederlands op onze website onder
http://www.behringer.com nalezen of telefonisch onder +49
2154 9206 4131 opvragen.
Mocht je BEHRINGER-product defect raken, willen wij het zo
snel mogelijk repareren.
Neem in dat geval direct contact op met de BEHRINGER-leverancier
waar je het apparaat hebt gekocht. Als je BEHRINGER-leverancier
niet bij jou in de buurt is gevestigd, kun je óók direct contact
opnemen met één van onze vestigingen. Op de originele
verpakking van het apparaat vind je een lijst met de adressen
van onze BEHRINGER-vestigingen (Global Contact Information/
European Contact Information). Als er voor jouw land geen
contactadres vermeld is, kun je contact opnemen met de
dichtstbijzijnde importeur. Onder het kopje Support op onze
website www.behringer.com kun je de contactadressen ook
vinden.
Als je apparaat, samen met de aankoopdatum, bij ons
geregistreerd is, wordt het afhandelen van je garantieaanspraken
aanmerkelijk eenvoudiger.
Bedankt voor je medewerking!
* Voor klanten binnen de Europese Unie kunnen er hiervoor
andere bepalingen geldig zijn. Verdere informatie is voor EUklanten verkrijgbaar bij BEHRINGER Support Duitsland.
1.1.2 Installatie
Let op voldoende toevoer van frisse lucht en genoeg afstand tot
andere apparaten die warmte afgeven, zodat een oververhitting
van de apparatuur wordt vermeden.
+ Voordat je het apparaat op het stroomnet aansluit,
dien je eerst zorgvuldig na te gaan of je apparaat op
de juiste voedingsspanning is ingesteld:
De zekeringhouder aan de bus voor de netaansluiting heeft 3
driehoekige markeringen. Twee van deze driehoeken staan recht
tegenover elkaar. Je apparaat is op de naast deze markeringen
staande bedrijfsspanning ingesteld en kan worden omgeschakeld
door de zekeringhouder 180° te draaien. LET OP: Dit geldt niet
voor exportmodellen, die bijv. alleen voor een netspanning
van 120 V zijn ontworpen!
+ Wanneer het apparaat op een andere netspanning
wordt ingesteld, dient er een andere zekering te
worden geplaatst. De specificaties vindt u in het
hoofdstuk TECHNISCHE GEGEVENS.
+ Defecte zekeringen dienen absoluut door zekeringen
van de juiste waarde te worden vervangen! De
specificaties vindt u in het hoofdstuk TECHNISCHE
GEGEVENS.
Het apparaat wordt met behulp van het meegeleverde netkabel
met apparaatbus op het net aangesloten. Deze voldoet aan de
nodige veiligheidseisen.
1. INLEIDING
3
Page 4
V-TONE GMX110/GMX112/GMX210/GMX212/GMX1200H
2. BEDIENINGSELEMENTEN EN
AANSLUITINGEN
In dit hoofdstuk geven we een beschrijving van de verschillende
bedieningselementen van de V-TONE. Alle regelaars en
aansluitingen worden uitgebreid beschreven en er worden
handige tips over de toepassing ervan gegeven. Een afbeelding
van de bedieningselementen met de overeenkomstige nummering
vindt u op de aparte bijlage, die bij de handleiding wordt
meegeleverd.
Omdat de modellen GMX112, GMX210, GMX212 en GMX1200H
met twee gelijkwaardige MODELING-KANALEN zijn uitgerust,
worden de bedieningselementen
hoofdstuk slechts eenmaal beschreven.
2.1 Voorkant
De bus waar INPUT onder staat, is de 6,3 mm klinkeringang
van de V-TONE, waar je je gitaar op aan kunt aansluiten.
Gebruik een standaard 6,3 mm mono-klinkerkabel. Om tijdens
repetities en uitvoeringen geen onaangename verrassingen
te beleven, adviseren wij het gebruik van een contactgeluidgedempte kabel.
De CLEAN-regeling regelt bij de GMX110 het volume van het
CLEAN-kanaal in verhouding tot het MODELING-KANAAL.
Door op de CHANNEL-toets te drukken, schakel je tussen
de twee MODELING-KANALEN (behalve GMX110) om. De
Channel-LED van het actieve kanaal licht op. Bij de
GMX110 schakelt de CHANNEL-toets tussen het CLEANen het MODELING-KANAL om. Het CLEAN-KANAAL is actief,
als de Channel-LED uit is. Bij alle modellen kan de
kanaalomschakeling ook met behulp van het meegeleverde
voetpedaal worden gerealiseerd. Een lange druk (circa 2
sec.) op de CHANNEL-toets activeert de gitaar-Tuner.
De DRIVE-regeling bepaalt de mate van vervorming in het
desbetreffende MODELING-KANAAL. Daarmee kun je de
voortrap van de V-TONE en het uitgangsniveau van je
gitaarelement ideaal op elkaar aanpassen, zodat je (al naar
gelang de geselecteerde Amp-, Mode- en Speaker-combinatie) de gewenste vervormingsgraad kunt realiseren.
De CHANNEL-LED geeft aan welk kanaal momenteel
geselecteerd is.
Met de AMP-schakelaar kun je het basisgeluid van drie
verschillende gitaarversterker-ontwerpen selecteren, die
zich naar klassieke voorbeelden oriënteren en die je beslist
al van talloze opnames kent. Een glashelder, transparant
geluid met dynamische bassen heeft de TWEED-instelling je
te bieden, middentonig-agressief, met veel druk en een goed
hoorbaar doordringend vermogen gaat de BRITISH-instelling
te werk. Met het rondere en harmonischere karakter, maar
met steeds een gedifferentieerde klank, is de CALIF.(ORNIAN)instelling bijzonder geschikt voor zingende Lead-Sounds.
Met de MODE-schakelaar kies je voor één van drie mogelijke
Gain-voorinstellingen (CLEAN, HI GAIN en HOT) van het
met de AMP-schakelaar geselecteerde basisgeluid.
Onder de SPEAKER-schakelaar vind je simulaties van twee
klassieke gitaarboxen: 4x12"-luidsprekers in gesloten
behuizing (U.K.) en 2x12"-luidsprekers, open (U.S.). Als
extra hebben we nog een, speciaal aan de behuizing van
de V-TONE aangepaste, frequentiekarakteristiek-correctie
(FLAT) ingebouwd.
Met behulp van de LOW-regelknop van het EQ-gedeelte
kunnen de basfrequenties hoger of lager worden ingesteld.
De MID-regelknop stelt de middelste frequenties hoger of
lager in.
De HIGH-regelaar controleert het bovenste frequentiebereik.
- in het volgend
Wanneer de Tuner ingeschakeld is, geven de LEDs in
combinatie met het FX-display de stemming van de
aangesloten gitaar weer. De Tuner wordt geactiveerd door
langere tijd op de CHANNEL-toets te drukken (ca. 2 sec.).
Het FX-DISPLAY toont òf het programmanummer van de
geselecteerde Preset, òf de waarde van de met de FXregeling geselecteerde parameter.
Met de PRESET-regeling heb je de mogelijkheid een effect-
Preset tussen 01 en 99 te selecteren. De geselecteerde
Preset wordt geladen nadat je ca. een seconde lang niets
hebt veranderd.
Met de IN/OUT-toets activeer c.q. deactiveer je het
geselecteerde effect. De LED boven de schakelaar licht op
als het effect actief is. Met een lange druk op deze toets
kun je je eigen effectinstellingen opslaan. Het effect kan ook
met het meegeleverde voetpedaal aan en uit worden gezet.
+ Als de MIDI-functie uitgeschakeld is (zie Hfdst. 4),
dan is
wil zeggen dat voor elk van de twee kanalen van de
V-TONE een eigen effect kan worden opgeroepen.
FXT wordt in Hfdst. 3 precies uitgelegd.
De FX-regeling bepaalt de mengverhouding tussen het
originele en het effectsignaal.
De LEVEL-regelaar bepaalt het volume van het betreffende
kanaal. Stel de LEVEL-regelaar zo in, dat je de gewenste
volumebalans tussen beide kanalen krijgt.
(Effects Tracking) actief, hetgeen
+ De GMX110 heeft deze regelaar niet. Je kunt echter
met het volume van het CLEAN-KANAAL in
verhouding tot het MODELING-KANAAL instellen en
met MASTER het totaalvolume regelen.
+ Bij de modellen GMX112 en GMX210 is de LEVEL-
regelaar alleen in MODELING-KANAAL 1 aanwezig.
Hiermee regel je de geluidssterkte van het kanaal
in verhouding tot het tweede kanaal.
De PRESENCE-regeling zorgt voor een extra verhoging c.q.
verlaging van de hoge tonen (alleen GMX212 en GMX1200H).
De MASTER-regeling bepaalt het totale en het koptelefoonvolume.
+ Wij willen je erop wijzen, dat hoge geluidsvolumes
je gehoor en/of je koptelefoon kunnen beschadigen.
Draai alsjeblieft de MASTER-regeling in het mastergedeelte naar links voordat je het apparaat aanzet.
Let altijd op een passend geluidsvolume.
Met de POWER-schakelaar zet je de gitaarversterker aan.
Deze dient in de positie uit te staan, wanneer je het
apparaat op het stroomnet aansluit.
+ Let alsjeblieft op het volgende: De POWER-schake-
laar schakelt de stroomvoorziening bij het uitzetten
niet volledig uit. Trek daarom de kabel uit het
stopcontact wanneer je het apparaat gedurende
langere tijd niet gebruikt.
+ Bij de GMX110 zit de POWER-schakelaar aan de
achterkant.
4
2. BEDIENINGSELEMENTEN EN AANSLUITINGEN
Page 5
V-TONE GMX110/GMX112/GMX210/GMX212/GMX1200H
2.2 Achterkant
Op deze FOOTSWITCH-bus sluit je de stereo-klinkerstekker van het meegeleverde voetpedaal aan. Het
voetpedaal heeft meerdere functies: het schakelt heen en
weer tussen twee kanalen en het zet het effect aan en uit.
Het stemapparaat (Tuner) kan ook door middel van de
voetschakelaar geactiveerd worden, door de CHANNELtoets twee seconden lang ingedrukt te houden.
MIDI IN. Deze aansluiting zorgt ervoor dat de V-TONE met
een MIDI-afstandsbediening kan worden gebruikt. Met de
afstandsbediening kunnen effect-omschakelingen,
kanaalwisselingen, effect-Bypasses via Program Changes,
parameterveranderingen en het bewerken van Presets via
Controllers worden gerealiseerd (zie ook Hfdst. 5.3 en
par. 6.1).
Aan de LOUDSPEAKER-aansluitingen van de GMX212 en
GMX1200H kun je twee externe luidsprekerboxen (L/R)
aansluiten. De uitgangen leveren per kanaal 60 Watt bij
8 W. Gebruik alleen luidsprekerboxen met een impedantie
van 8 W, om optimale prestaties te bereiken (zie ook
hoofdstuk 5.2). Bij gebruik van deze stekkerbus worden
de interne luidsprekers uitgeschakeld.
+ De GMX112 en de GMX210 bezitten geen externe
luidsprekeraansluitingen. De
luidsprekeraansluiting van de GMX110 wordt
hieronder
Via de PHONES-stekkerbus heb je de mogelijkheid om het
audiosignaal van de V-TONE te beluisteren via een
koptelefoon. Daarvoor is bijv. de BEHRINGER HPS3000
geschikt. Zodra de PHONES-aansluiting wordt gebruikt,
worden de interne luidsprekers en de luidsprekeruitgangen
uitgeschakeld.
Signalen die bij de SLAVE IN-bussen binnenkomen, worden
direct naar de eindtrap van de V-TONE gestuurd. Zo kun je
een externe gitaarversterker of Modeling Amp (bijv.
V-AMP 2 of V-AMP PRO) aansluiten en de interne
voorversterker omzeilen.
beschreven.
+ De GMX110 en de GMX112 bezitten geen SLAVE IN-
bussen.
Bij de TAPE-uitgangen (cinch) kun je het stereosignaal van
de V-TONE aftakken, bijv. om het op te nemen.
Bij de TAPE-ingangen (cinch) kan er een extra stereosignaal
in de V-TONE worden ingevoerd. Op deze manier kun je
bijvoorbeeld met een drum computer of een playback (CDof MC-speler) meespelen.
Bij de LINE-uitgangen kun je het stereosignaal van de
V-TONE aftakken om het op te nemen of naar een P.A.
door te sturen. Deze uitgang is onafhankelijk van de
MASTER-regeling en geeft niet het AUX-signaal weer.
Bovendien is de frequentiekarakteristiek ervan gecorrigeerd
(Speaker Simulation).
+ De GMX110 en de GMX112 bezitten geen LINE-
uitgangen.
Met de AUX IN-regeling bepaal je het volume van het via de
AUX IN-bussen ingevoerde signaal (bijv. Drum Computer,
Playback).
+ Bij de modellen GMX110 en GMX112 heet deze
regelaar TAPE INPUT. Hij regelt de geluidssterkte
van het in de TAPE IN ingevoerde signaal.
Via de AUX IN-ingang kan er een extra stereosignaal
worden ingevoerd (behalve GMX110). Zo kun je
bijvoorbeeld met een Backing Track meespelen die je op
het podium ondersteunt, maar niet op de LINE-uitgangen
van de P.A. te horen mag zijn. Verder heb je de mogelijkheid,
de AUX IN in combinatie met de INSERT SEND als parallelle
effectinsert te gebruiken. Daarvoor verbind je de INSERT
SEND met de ingang en de AUX IN (resp. TAPE IN bij GMX110
en GMX112) met de uitgang van de effectunit (de INSERT
RETURN-bus mag hierbij niet in gebruik zijn!). Op deze wijze
wordt de signaalstroom in de versterker niet onderbroken
en heb je de mogelijkheid met behulp van de AUX INregelaar zoveel effectaandeel van het externe apparaat
aan het originele signaal toe te voegen, als je dat wenselijk
acht. Let er hierbij op, dat het effectapparaat op 100%
effectsignaal (100% wet) is ingesteld.
De V-TONE beschikt over een seriële insert, waarmee je
de externe effecten (bijv. een Wah-pedaal) kunt invoeren.
Hiervoor verbind je de SEND-bus met de ingang van je
effectapparaat. De SEND-aansluiting wordt direct voor de
digitale signaalprocessor (DSP) van de V-TONE afgetakt.
Verbind de RETURN-bus met de uitgang van het externe
effectapparaat.
+ De INSERT SEND kan ook als parallelle uitgang zonder
effecten worden gebruikt, om bijv. een droog
gitaarsignaal op te nemen. Zolang de RETURN-bus
niet in gebruik is, wordt het signaal intern niet
onderbroken.
Via de SPEAKER OUT-aansluiting kun je een extra
luidspreker op je GMX110/GMX112 aansluiten. De externe
luidspreker dient een impedantie van 4 W te hebben. Wordt
deze bus gebruikt, dan wordt de interne luidspreker
stilgezet. Meer uitleg over het aansluiten van een externe
luidspreker vind je in par. 5.2.
ZEKERINGHOUDER/ VOLTAGE. Voordat je het apparaat
met het stroomnet verbindt, dien je eerst te controleren of
het aangegeven voltage overeenkomt met de netspanning
ter plaatse. Als er een zekering vervangen wordt, moet je
absoluut hetzelfde type gebruiken. Bij sommige apparaten
kan de zekeringhouder in twee verschillende posities
worden ingezet, om zo tussen 230 V en 120 V om te
schakelen. Let alsjeblieft op het volgende: Bij gebruik van
het apparaat bij 120 V buiten Europa, dienen er zekeringen
met hogere waarden geplaatst te worden.
Het apparaat wordt via de IEC-APPARAATBUS op het
stroomnet aangesloten. Een geschikt netkabel zit bij de
levering inbegrepen.
SERIENUMMER. Neem alsjeblieft even de tijd om de
garantiekaart volledig in te vullen en binnen 14 dagen na de
aankoopdatum aan ons toe te sturen. Of maak gebruik van
de eenvoudige online registratie bij www.behringer.com.
3. FXT EFFECTS TRACKING
FXT is een uiterst nuttige functie die ervoor zorgt, dat er onderling
verschillende effecten aan de kanalen van de V-TONE kunnen
worden toegewezen, die dan in combinatie met de
kanaalomschakeling weer worden opgeroepen.
Zodoende ben je in staat, aan bijv. MODELING-KANAAL 1 een
DELAY-effect toe te wijzen en voor MODELING-KANAAL 2 een
REVERB/CHORUS-combinatie-effect te kiezen. Met één enkele
druk op de CHANNEL-toets of het voetpedaal schakel je tussen
de kanalen om en laadt de V-TONE automatisch het juiste effect.
Als de MIDI-functie actief is, vindt deze toewijzing niet meer
plaats. De kanalen en effecten kunnen dan apart van elkaar
worden omgeschakeld.
Een gedetailleerde omschrijving van de verschillende effecten
vind je in de Duitse en de Engelse versie van dit handboek.
3. FXT EFFECTS TRACKING
5
Page 6
V-TONE GMX110/GMX112/GMX210/GMX212/GMX1200H
y
y
y
4. MIDI-BESTURING
Dankzij de geïntegreerde MIDI-interface is het mogelijk, de
V-TONE in een MIDI-setup op te nemen. De V-TONE kan niet
alleen Program Changes, maar ook MIDI-Controllers ontvangen.
Daarom kunnen er bijv. niet alleen programmawisselingen via
MIDI met een MIDI Foot Controller of een MIDI-Sequencerprogramma vanuit een computer worden uitgevoerd, maar is het
ook mogelijk aparte effectparameters te sturen en eigen effecten
te bewerken. Onze MIDI FOOT CONTROLLER FCB1010 geeft je
onder andere exact deze mogelijkheden en kan uitstekend in
combinatie met BEHRINGER-gitaarversterkers worden gebruikt.
Zo activeer je de MIDI-functies:
s Verbind de MIDI IN-bus van je V-TONE met de MIDI OUT-bus
van een MIDI-Foot Controller.
s Houdt twee seconden lang de CHANNEL- en de IN/OUT-
toets ingedrukt.
s Selecteer met de PRESET-regeling een MIDI-kanaal (1 tot 16,
On voor Omni, OF voor inactief). Als het display ophoudt
te knipperen, is het geselecteerde MIDI-kanaal geactiveerd.
Omni betekent, dat de V-TONE op alle MIDI-kanalen relevante
MIDI-data ontvangt en verwerkt. Natuurlijk moet hetzelfde
kanaal op de MIDI Foot Controller zijn gekozen (zie de handleiding van je MIDI Foot Controller). Als optische controlemogelijkheid knippert de linker decimale punt in het display
wanneer er MIDI-data bij de V-TONE binnenkomen.
+ Als je de MIDI-functie activeert, is FX Tracking niet
meer actief, d.w.z. er vindt geen toewijzing meer
tussen effectnummer en kanaal plaats. Dat betekent
dat er bij het omschakelen, niet meer automatisch
het vantevoren ingestelde effect geladen wordt.
Aangezien deze toewijzing in het geval dat de
V-TONE via MIDI op afstand wordt bestuurd, slechts
voor verwarring zou zorgen, is ze alleen zinvol bij
een directe bediening van de V-TONE zelf of door
middel van het meegeleverde voetpedaal. Mocht je
de V-TONE zonder MIDI-afstandsbesturing willen
bedienen, dan deactiveer de MIDI-functies alsjeblieft
(display op OF).
Via MIDI kunnen er verschillende functies van de V-TONE worden
bestuurd. Hiervoor krijgt hij MIDI-bevelen (zog. messages). De te
versturen MIDI-Messages dienen op de MIDI Foot Controller of in
de MIDI Sequencer te worden ingesteld. Het gaat in wezen om
Program Change- en Controller-Messages:
Program Changes: Je hebt de mogelijkheid Presets via MIDI-
Program Changes op te roepen. Gezien het feit dat de Program
Changes bij 0 beginnen en tot 127 gaan, komt Program Change 0
overeen met preset 0, Program Change 1 met preset 1, enz.
(vgl. tabel 6.1 in de bijlage). Na de omschakelprocedure is de
Preset direct actief, d.w.z. onafhankelijk van een eventueel van
te voren ingestelde Bypass.
Effectparameters: Drie parameters van de effectprocessor
kunnen in real time worden veranderd. Daarmee is het mogelijk,
eigen effecten te creëren of aan de eigen omstandigheden aan
te passen (bijv. de Delay-tijd aan het tempo van een eigen nummer
aanpassen) of via een MIDI Foot Controller van afstand te
besturen.
Kies op je MIDI Foot Controller een Controller-nummer voor het
voetpedaal uit. Gebruik hiervoor de Controller-nummers 12, 13
of 14. Nu kun je met het voetpedaal op je MIDI Foot Controller de
waardes voor de drie verstelbare parameters in real time
bewerken of de waarde direct invoeren. Welke drie parameters
voor welk effect bewerkt kunnen worden, wordt in de volgende
tabel getoond:
R
1
WFH
I
I(
REVERB0 - 16-
DELAY/
REVERB
DELAY21 - 29 Delay Ti me*FeedbackMix
PHASER30 - 33 LFO Speed*FeedbackDepth
CHORUS34 - 37 LFO Speed*DepthMix
CHORUS/
REVERB
CHORUS/
DELAY
FLANGER 48 - 51 LFO Speed* ResonanceDepth
FLANGER/
REVERB
FLANGER/
DELAY
TREMOLO/
REVERB
TREMOLO/
DELAY
ROTARY
SPEAKER
ROTARY
DRIVE
AUTO WAH
REVERB
AUTO WAH
DELAY
PITCH
SHIFTER
PITCH
SHIFTER/
REVERB
PITCH
SHIFTER/
DELAY
COM-
PRESSOR
EXPANDER 92, 93
GUITAR
COMBO
*) Tap tempo: MIDI Control No. 64
²) depends on Variation
Tab. 4.1: Per MIDI-bestuurbare effect-parameters
Wisselen van kanaal: Het schakelen tussen de MODELINGKANALEN kan via Controller nr. 10 gerealiseerd worden. Als je
via deze controller de waarde 0 stuurt, dan is kanaal 1 actief.
Waarde 1 zorgt voor het omschakelen naar kanaal 2. Je kunt
echter ook met behulp van Program Changes van kanaal wisselen.
Program Change 123 activeert kanaal 1 en Program Change 124
kanaal 2 van je V-TONE.
Behalve wisselen van kanaal kun je ook het effect deactiveren.
Daartoe zend je via de Controller nr. 11 de waarde 0. Bij waarde
1 wordt het effect weer geactiveerd.
De Tuner kan worden ingeschakeld door het zenden van Program
Change nummer 127. Zodra er een ander Program Change
nummer wordt gezonden, gaat de Tuner weer uit.
Het ingangsvolume van de effectmodule bepaal je met behulp
van de MIDI-Controller 7. Zodoende kun je het geluidsvolume van
WHVH
U3
17 - 20 Delay Time*Delay Mix
38 - 42 Reverb Time
43 - 47 Delay Time*Delay Mix
52 - 56 Reverb Time
57 - 61 Delay Time*Delay MixDepth
62, 63 LFO Speed*
64 - 66 LFO S peed*Delay Mix
67, 68 LFO Speed*
69, 70 LFO Speed*Delay MixDepth
71, 72 Reverb MixDepthSensitivit
73, 74Delay MixDepthSensitivit
75 - 81--Pitch Mix
82 - 85 Reverb Time
86 - 89 Delay Time*Delay MixPitch Mix
90, 91
94 - 99
U
H
W
H
P
D
U
D
CC 12
3
Delay Time/
Rev Time²
Rev Time/
Delay Time²
Delay Time*/
Rev Time²
UH
WH
PD
UD3
CC 13
Reverb
Time
Reverb
Mix
Reverb
Mix
Reverb
Mix
Reverb
Mix
Reverb
Mix
Delay Mix/
Rev Mix²
Rev Mix/
Delay Mix²
Delay Mix/
Rev Mix²
UH
WH
PD
UD3
CC14
Mix
Reverb
Mix
Chorus
Mix
Chorus
Mix
Depth
Tremolo
Mix
Tremolo
Mix
Depth
Pitch Mix
Sensitivit
Threshold
Drive
6
4. MIDI-BESTURING
Page 7
V-TONE GMX110/GMX112/GMX210/GMX212/GMX1200H
de V-TONE aan je eigen behoefte aanpassen. Aangezien deze
controller niet rechtstreeks de Master Volume-regelaar
controleert, is het verstandig eerst de maximaal benodigde
geluidssterkte via de Master Volume-regelaar in te stellen en
aansluitend de MIDI-Controller 7 te gebruiken om het volume lager
te zetten. Deze functie noemt men ook wel Volume Controller.
Het toepassingsgebied van het wah-effect bepaal je met MIDIController 27.
Bovendien bestaat de mogelijkheid, bij LFO-gestuurde modulatieeffecten de LFO te deactiveren en de modulatie via MIDI-Controller
nr. 27 door te voeren. Om deze MIDI-controller te activeren, dien
je de snelheid van de LFO van tevoren op 0 stellen, dit kan direct
aan de V-TONE zelf of via de betreffende MIDI-controller.
Natuurlijk kan ook de gehele MIDI-afstandsbediening via een MIDIsequencer- of MIDI-editeerprogramma op een computer worden
uitgevoerd. Dit is vooral aantrekkelijk wanneer u thuis opnames
wilt maken.
5. INSTALLATIE
5.1 Audioverbindingen
De audio in- en uitgangen van de BEHRINGER V-TONE zijn
uitgevoerd als monoklinkerbussen, behalve de koptelefoonuitgang
en de AUX-ingang (stereoklinker). De TAPE in- en uitgangen zijn
als cinch-bussen uitgevoerd.
+ Let er alsjeblieft goed op, dat het apparaat uitsluitend
door ter zake kundige personen aangesloten en
bediend wordt. Tijdens en na het aansluiten dient
men altijd op voldoende aarding van de persoon /
personen die met het apparaat bezig is / zijn te letten,
elektrostatische ontladingen e.d. kunnen de
bedrijfseigenschappen anders nadelig beïnvloeden.
5.2 Luidsprekeraansluiting
De modellen GMX110 en GMX112 beschikken over een SPEAKERaansluiting, waarop je een extra luidsprekerbox kunt aansluiten.
De modellen GMX110 en GMX112 beschikken over een SPEAKERaansluiting, waarop je een extra luidsprekerbox kunt aansluiten. De
belastbaarheid van de aangesloten luidsprekers mag niet onder de
4 W komen bij de GMX110 met 30 Watt en bij de GMX112 met 60 Watt.
De modellen GMX212 en GMX1200H beschikken over twee
LOUDSPEAKER-uitgangen (EXT LEFT en EXT RIGHT) voor de
aansluiting van twee luidsprekerboxen of van één stereo
luidsprekerbox. Het uitgangsvermogen bedraagt 60 W per kanaal.
Om het vermogen van de versterker optimaal te kunnen benutten,
moeten 8 W-luidsprekers met een belastbaarheid van minstens
60 Watt worden gebruikt.
Voor beide modellen geldt het volgende: Je kunt weliswaar ook
luidsprekers met hogere impedanties gebruiken, alleen wordt de
vermogensafgifte steeds lager, naarmate de weerstand hoger
wordt. Een verdubbeling van de impedantie leidt tot een halvering
van het vermogen (dubbele hoeveelheid Ohm = half vermogen).
+ Omdat er via de SPEAKER- en LOUDSPEAKER-uitgangen
krachtige, versterkte signalen worden afgegeven, mag
je daarop geen apparaten met Line-niveau ingangen
zoals bijv. mengpaneelingangen aansluiten.
5.3 Kabelaansluitingen van de GMX1200H
Het bovenste gedeelte van de GMX1200H heeft twee
LOUDSPEAKER-uitgangen (EXT LEFT en EXT RIGHT), waarop
één of twee externe luidsprekerboxen kunnen worden aangesloten. Om het vermogen van de GMX1200H optimaal te kunnen
benutten, moeten beide uitgangen worden gebruikt en op
luidsprekerboxen met een impedantie van minstens 8 W worden
aangesloten. De luidsprekeruitgangen worden uitgeschakeld,
zodra de tuner wordt geactiveerd of een koptelefoon wordt
aangesloten. Voor een optimaal en veilig gebruik van de versterker
verwijzen wij tevens naar hoofdstuk 5.2.
Wanneer de GMX1200H wordt gebruikt in combinatie met een
BEHRINGER ULTRASTACK BG412V, dan moet de schakelaar
aan de achterzijde van de BG412V in de stereostand staan. De
beide uitgangen moeten worden bekabeld zoals weergegeven
in afbeelding 5.3.
Wanneer je twee luidsprekerboxen wilt gebruiken om een
klassieke Full-Stack op te bouwen, dien je te controleren of de
impedantie van elke box tussen 8 en 16 W ligt (zie afb. 5.4).
Afb. 5.1: 6,3-mm-monoklinkerstekker
Afb. 5.2: 6,3 mm-stereoklinkerstekkers
voor AUX en PHONES
Afb. 5.3: GMX1200H met een ULTRASTACK BG412V
5. INSTALLATIE
7
Page 8
V-TONE GMX110/GMX112/GMX210/GMX212/GMX1200H
Basic
Channel
Default
Changed
X
X
OFF, 1 - 16
OFF, 1 - 16
Default
Altered
X
X
1, 2
X
Note
Number
XXX
X
Note ON
Note OFF
XXXXAfter
Touch
Keys
Channels
XXX
X
O
127
1
2
Song Pos.
Tune
X
X
X
X
System
Real Time
Clock
Commands
XXX
X
.)
.)
.)
6. BIJLAGE
6.1 MIDI-Implementatie
0,',,PSOHPHQWDWLRQ&KDUW
)XQFWLRQ
7UDQVPLWWHG
5HFRJQL]HG5HPDUNV
memorized
Afb. 5.4: GMX1200H met twee luidsprekerboxen
5.4 MIDI-Aansluiting
De MIDI-aansluiting aan de achterkant van het apparaat is van de
internationaal genormeerde 5-polige DIN-bus voorzien. Om de
V-TONE met andere MIDI-apparatuur te kunnen verbinden heb je
een MIDI-kabel nodig. Normaliter worden de in de handel
gebruikelijke, door de fabriek geproduceerde kabels gebruikt.
MIDI-kabels dienen niet langer dan 15 meter te zijn.
De MIDI IN dient voor de ontvangst van MIDI-besturingsdata. Het
ontvangstkanaal wordt via de toetsencombinatie CHANNEL en
IN/OUT ingesteld. On = Omni betekent, dat op alle kanalen MIDIdata worden ontvangen en verwerkt (vgl. par. 4).
Mode
Velocity
Pitch BenderXX
ControlXO see add. table
Progr.
Change
System Exclusiv e
System
Common
Aux
Messages
Notes
O = YES, X = NO
Mode 1:OMNI ON
Mode 2:OMNI OFF
Messages
True Voice
True #X
Song Sel.
Local ON/OFF
All notes OFF
Active Sense
Reset
X
X
0 - 99
123
124
XX
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
123 = Channel
124 = Channel
127 = Tuner
Tab. 6.1: MIDI-Implementatie
3DUDPHWHU1DPH'LVSOD\5DQJH
Volume Controller-70 .. 127
Channel Select
Effect Bypass
Parameter 3depends on effect *120 .. 127 (max
Parameter 2depends on effect *130 .. 127 (max
Parameter 1
Type1 x 10"1 x 12"2 x 10"
Model
Impedantie
Belastbaarheid60 W50 W60 W
92(',1*
Netspanning
Vermogensopname max. 70 W max. 150 W max. 150 W
Zekering 100 - 120 V~
Zekering 200 - 240 V~
Netaansluiting
$)0(7,1*(1*(:,&+7
Afmetingen (H * B * T)400 x 423 x 213/253 mm473 x 605 x 255 mm473 x 605 x 255 mm
Gewicht11 kg
1 x 30 W / 4
7$+7$+
6,3 mm mono-jack -ansluitingen; HF-ontstoorde ingang
ongeveer 1 M
6,3 mm mono-jack -ansluitingen
env. 10 k
-
-
-
-
ongeveer 10 k
6,3 mm mono-jack-aansluitingen; laagohmige Line-piek ui t gang
:
ong. 1 k
6,3 mm mono-jack
:
:
4
250 V
250 V
4
24-bit Sigma-Delta, 64/128-voudige oversampling
Algemeen exportmodel 120/230 V~, 50 - 60 Hz
˜ niet- symmet ri sch
-
-
-
ongeveer 3 k
+9 dBu niet-symmetrisch
6,3 mm stereo-jack -ansluitingen
+15 dBu / 100
-
-
-
:
1 x 60 W / 4
5-polige DIN-aansluiting, MIDI IN
2-cijferige, numerieke LE D-ui t lezing
BUGERA™
USA/Canada 120 V~, 60 Hz
Europa/U.K./Australi ë 230 V ~ , 50 Hz
Japan 100 V~, 50 - 60 Hz
China/Korea 220 V~, 50 Hz
7$+
7$+
standaard apparaatstekker
:
niet-symmet ri sch
:
niet-symmet ri sch
Cinch-aansluitingen
:
niet-symmet ri sch
Cinch-aansluitingen
:
niet-symmet ri sch
:
(+23 dBm)
:
46,875 kHz
Vintage Guitar Series
4
:
250 V
250 V
17,2 kg
ongeveer 30 k
ongeveer 10 k
ongeveer 100
:
> 1 k
approx. 2 k
2 x 30 W / 2 x 4
7$+
7$+
:
niet-symmet ri sch
:
niet-symmet ri sch
:
niet-symmet ri sch
niet-symmetrisch
:
niet-symmet ri sch
:
2 x 4
:
250 V
250 V
18,2 kg
10
7. TECHNISCHE GEGEVENS
Page 11
V-TONE GMX110/GMX112/GMX210/GMX212/GMX1200H
*0;*0;+
$8',2,1*$1*(1
GITAARINGANG
Ingangsimpedantie
INSERT RETURN
Ingangsimpedantie
SLAVE-INGANG
Ingangsimpedantie
AUX-INGANG
Ingangsimpedantie
TAPE-INGANG
Ingangsimpedantie
6257,(6$8',2
INSERT SEND
Uitgangsimpedantie
LINE-UITGANG
Uitgangsimpedantie
Max. uitgangsniveau
TAPE-UITGANG
Uitgangsimpedantie
Max. uitgangsniveau
KOPTELEFON-UITGANGEN
Max. uitgangsniveau
SLAVE-UITGANG
Uitgangsimpedantie
Max. uitgangsniveau
/8,'635(.(58,7*$1*(1
Aansluiting
Min. Belastingsimpedanti e
6<67((0*(*(9(16
Eindtrapvermogen
0,',,17(5)$&(
Type
',*,7$/(%(:(5.,1*
Omzetter
Aftastfrequentie
',63/$<
Type
63($.(56
Type2 x 12"Model
Impedantie
Belastbaarheid70 W-
92(',1*
Netspanning
Vermogensopname max. 200 W max. 200 W
Zekering 100 - 120 V~
Zekering 200 - 240 V~
Netaansluiting
$)0(7,1*(1*(:,&+7
Afmetingen (H * B * T)493 x 712 x 255 mm280 x 712 x 240 mm
Gewicht24 kg15,5 kg
6,3 mm mono-jack -ansluitingen; HF-ontstoorde ingang
:
ongeveer 1 M
6,3 mm mono-jack-ansluitingen
env. 10 k
6,3 mm stereo-jack-ansluitingen
ongeveer 30 k
6,3 mm stereo-jack-ansluitingen
ongeveer 10 k
Cinch-aansluitingen
ongeveer 10 k
6,3 mm mono-jack -aansluitingen; laagohmige Line-piekuitgang
ongeveer 100
6,3 mm mono-jack-ansluitingen
> 1 k
+8 dBu niet-symmetrisch
Cinch-aansluitingen
ongeveer 3 k
+9 dBu niet-symmetrisch
6,3 mm stereo-jack-ansluitingen
+15 dBu / 100
6,3 mm stereo-jack-ansluitingen
approx. 2 k
+21 dBu niet-symmetrisch
2 x 6,3 mm mono-jack
5-polige DIN-aansluiting, MIDI IN
24-bit Sigma-Delta, 64/128-voudige oversampling
2-cijferige, numerieke LE D-ui tlezing
BUGERA™ Vintage Guitar Series
:
8
USA/Canada 120 V~, 60 Hz
Europa/U.K./Australi ë 230 V ~ , 50 Hz
Japan 100 V~, 50 - 60 Hz
China/Korea 220 V~, 50 Hz
Algemeen exportmodel 120/230 V~, 50 - 60 Hz
7$+
250 V
7$+
250 V
standaard apparaatstekker
niet-symmet ri sch
:
niet-symmet ri sch
:
niet-symmet ri sch
:
niet-symmet ri sch
:
niet-symmet ri sch
:
niet-symmet ri sch
:
niet-symmetrisch
:
niet-symmet ri sch
:
(+23 dBm)
:
niet-symmet ri sch
8
:
2 x 60 W / 2 x 8
46,875 kHz
:
7$+
7$+
-
-
250 V
250 V
De Fa. BEHRINGER streeft altijd naar de hoogste kwaliteit en voert eventuele verbeteringen zonder voorafgaande aankondiging door. Technische data
en uiterlijke kenmerken kunnen daarom van de genoemde specificaties of van de afbeeldingen van het product afwijken.
7. TECHNISCHE GEGEVENS
11
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.