Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen.
Het niet naleven van de aanwijzingen kan ernstig
letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben.
VOER GEEN BEDIENINGEN UIT DIE UW AANDACHT
AFLEIDEN EN ZO HET VEILIG BESTUREN VAN UW
VOERTUIG IN GEVAAR BRENGEN.
Functies die langer dan een moment uw aandacht vereisen, mogen
alleen worden bediend nadat u uw voertuig volledig tot stilstand
heeft gebracht. Breng uw voertuig altijd tot stilstand op een veilige
plaats alvorens deze functies te bedienen. Het niet naleven van deze
aanwijzing kan een ongeval tot gevolg hebben.
STEL HET GELUIDSVOLUME ZO IN DAT U NOG
ALTIJD GELUIDEN VAN BUITEN KUNT
WAARNEMEN TIJDENS HET RIJDEN.
Overmatige geluidsvolumes, die geluiden zoals de sirenes van
ambulances of waarschuwingsseinen (spoorwegovergang, enz.)
onhoorbaar maken, kunnen gevaarlijk zijn en kunnen een ongeval tot
gevolg hebben. LUISTEREN NAAR HARDE
GELUIDSVOLUMES IN EEN AUTO KAN OOK SCHADE AAN
HET GEHOOR VEROORZAKEN.
KIJK ZO WEINIG MOGELIJK NAAR HET DISPLAY
TIJDENS HET RIJDEN.
Als de bestuurder naar het display kijkt, kan zijn aandacht worden
afgeleid van de weg, wat ongevallen kan veroorzaken.
HET TOESTEL NIET UIT ELKAAR NEMEN OF
WIJZIGEN.
Het niet naleven van deze aanwijzing kan een ongeval, brand of een
elektrische schok tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET TOESTEL ALLEEN IN AUTO’S MET
EEN 12-VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Het
niet naleven van deze aanwijzingen kan brand of andere nare
gevolgen hebben.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BOUTEN OF
SCHROEVEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit
toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
GEBRUIK BIJ HET VERVANGEN VAN ZEKERINGEN
ALLEEN ZEKERINGEN MET DEZELFDE
AMPEREWAARDE.
Het niet naleven van deze aanwijzing kan brand of een elektrische
schok tot gevolg hebben.
VENTILATIEOPENINGEN OF RADIATORPANELEN
NIET AFSTOPPEN.
Hierdoor kan binnen in het toestel een zodanig intense hitte ontstaan
dat er brand uitbreekt.
GEBRUIK DIT TOESTEL ALLEEN VOOR MOBIELE
12V-TOEPASSINGEN.
Elk ander gebruik dan dat waarvoor het toestel ontworpen is, kan
brand, een elektrische schok of ander letsel tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen.
Het niet naleven van de aanwijzingen kan letsel
of materiële schade tot gevolg hebben.
STOP ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK INDIEN ER
ZICH EEN PROBLEEM VOORDOET.
Het niet naleven van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of
beschadiging van het toestel veroorzaken. Breng het toestel voor
herstelling binnen bij uw erkende Alpine-verdeler of het
dichtstbijzijnde Alpine Service Center.
GEBRUIK GEEN NIEUWE EN OUDE BATTERIJEN
DOOR ELKAAR. PLAATS DE BATTERIJEN VOLGENS
DE JUISTE POLARITEIT.
Als u de batterijen plaatst, dient u aandacht te schenken aan de juiste
polariteit (+ en -). Het scheuren of het uitlekken van chemische
producten uit de batterij kan brand of lichamelijk letsel veroorzaken.
VOORZORGSMAATREGELEN
Toestel reinigen
Gebruik een zachte droge doek om het toestel regelmatig te reinigen.
Voor hardnekkige vlekken mag u de doek alleen met water
bevochtigen. Als u andere producten gebruikt, kan de lak of de
kunststof aangetast raken.
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen +60 °C en
-
10 °C bedraagt voor u het toestel inschakelt.
Onderhoud
Probeer in geval van problemen nooit zelf het toestel te herstellen.
Breng het toestel naar uw Alpine-dealer of de dichtstbijzijnde
Alpine-onderhoudsdienst voor onderhoud.
De plaats van installatie
Zorg ervoor dat de iDA-X001 niet wordt geïnstalleerd op een plaats
die blootgesteld is aan:
• Rechtstreeks zonlicht en warmte
• Hoge vochtigheid en water
• Overmatig veel stof
• Overmatig veel trillingen
Bescherming van de USB-aansluiting
• Op de USB-aansluiting van dit toestel kan alleen een iPod of een
USB-geheugen worden aangesloten. Bij gebruik van andere
USB-producten kan een correcte werking niet worden
gegarandeerd.
• Bij gebruik van de USB-aansluiting mag alleen de bij dit toestel
geleverde aansluitkabel worden gebruikt. Een USB-hub wordt
niet ondersteund.
• Afhankelijk van het aangesloten USB-geheugenapparaat is het
mogelijk dat het toestel niet functioneert of dat sommige functies
niet werken.
• Dit toestel kan audiobestanden met de indelingen
MP3/WMA/AAC afspelen.
• De artiest, de naam van het liedje, enz. kunnen worden
weergegeven. Het kan echter zijn dat sommige tekens niet
correct worden weergegeven.
3-NL
Page 5
VOORZICHTIG
Alpine wijst iedere aansprakelijkheid voor het verlies van
gegevens enz. van de hand, zelfs als dit verlies zich voordoet
tijdens het gebruik van dit toestel.
Bij gebruik van een USB-geheugen
• Neem de volgende punten in acht om defecten of beschadiging te
voorkomen.
Lees zorgvuldig de handleiding van het USB-geheugen.
Raak de aansluitpunten niet aan met de hand of met metaal.
Stel het USB-geheugen niet bloot aan overmatig veel schokken.
Niet buigen, laten vallen, uit elkaar halen, wijzigen of
onderdompelen in water.
• Vermijd gebruik of opslag op de volgende plaatsen:
Plaatsen in de auto die blootstaan aan rechtstreeks zonlicht of
hoge temperaturen.
Plaatsen met een hoge vochtigheid of waar corrosieve stoffen
aanwezig zijn.
• Bevestig het USB-geheugen op een plaats waar het de bestuurder
niet hindert.
• Het USB-geheugen zal mogelijk niet correct functioneren bij
hoge of lage temperaturen.
• Gebruik alleen een goedgekeurd USB-geheugen. Het is mogelijk
dat zelfs een goedgekeurd USB-geheugen niet correct
functioneert, afhankelijk van het type of de toestand van het
geheugen.
• Het correct functioneren van het USB-geheugen wordt niet
gegarandeerd. Gebruik het USB-geheugen overeenkomstig de
gebruiksovereenkomst.
• Afhankelijk van de instellingen van het USB-geheugentype, de
geheugentoestand of de codeersoftware, zal het toestel misschien
niet correct afspelen of tekst weergeven.
• Een bestand met auteursrechtelijke bescherming kan niet worden
afgespeeld.
• Het kan even duren voordat het afspelen vanaf een USBgeheugen begint. Als het USB-geheugen een bepaald bestand
bevat dat geen audiobestand is, kan het lang duren om het
bestand af te spelen of te zoeken.
• Het toestel kan bestanden met de extensies “mp3”,“wma” of
“m4a” afspelen.
• Voeg de bovenstaande extensies niet toe aan een bestand dat
geen audiogegevens bevat. Deze niet-audiogegevens zullen niet
worden herkend. Het afspelen van een dergelijk bestand kan ruis
veroorzaken, met mogelijke schade aan de luidsprekers en/of
versterkers tot gevolg.
• Het wordt aanbevolen een reservekopie van belangrijke
gegevens op te slaan op een pc.
• Verwijder het USB-apparaat niet terwijl het afspelen bezig is.
Kies een andere bron (SOURCE) dan USB alvorens het USBapparaat te verwijderen, om mogelijke beschadiging van het
geheugen te voorkomen.
• “Uni-Type™” is een stijl van het lettertype Universal design die
werd ontwikkeld door gezamenlijk onderzoek van LIM
Corporation Ltd. en Chiba University Faculty of Engineering.
• “Uni-Type™” is een gedeponeerd handelsmerk van LIM
Corporation Ltd.
• Windows Media en het Windows-logo zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
• Apple, het Apple-logo en iPod en iTunes zijn handelsmerken van
Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen.
• “De licentie voor de codeertechnologie van de MPEG Layer-3
audio is van Fraunhofer IIS en Thomson.”
• “De levering van dit product houdt alleen een vergunning in
voor privé-gebruik voor niet-commerciële doeleinden. Het geeft
geen recht om dit product te gebruiken in een commerciële
(d.w.z. inkomsten opwekkende) realtime-uitzending (op de
aarde, via satelliet, kabel en/of een ander medium),
uitzending/streaming via internet, intranet en/of andere
netwerken of in andere elektronische systemen voor
inhoudverspreiding, zoals betaalradio of toepassingen voor
muziek-op-verzoek. Voor dergelijk gebruik is een aparte
licentie vereist. Raadpleeg http://www.mp3licensing.com voor
meer informatie.
4-NL
Page 6
Bediening van de
centrale draaiknop
Centrale draaiknop
Draai de centrale draaiknop naar links of naar
1
rechts.
qDraai de centrale draaiknop één stap. Als de “Functie
Sound Guide (pieptoon)” is ingeschakeld (zie pagina 22),
is een pieptoon hoorbaar tijdens deze bediening. De
vermelding “Draai aan de centrale draaiknop” in de
handleiding beschrijft de bovenstaande bediening. De
centrale draaiknop keert terug naar zijn oorspronkelijke
stand wanneer u hem loslaat. Het één stap draaien van
de centrale draaiknop en even vasthouden (niet loslaten)
van de knop wordt als volgt uitgedrukt: “Draai de centrale
draaiknop één stap en houd hem vast.”
wDoor de centrale draaiknop te draaien en even vast te
houden (niet los te laten), kunt u nummers en items
continu veranderen. Deze bediening wordt als volgt
uitgedrukt: “Draai de centrale draaiknop twee stappen en
houd hem vast.” Als de “Functie Sound Guide (pieptoon)”
is ingeschakeld (zie pagina 22), zijn twee pieptonen
hoorbaar tijdens deze bediening. De centrale draaiknop
keert terug naar zijn oorspronkelijke stand wanneer u
hem loslaat.
• Gebruikershandleiding...........................................1 set
Toestel in- en uitschakelen
Druk op SOURCE/om het toestel in te schakelen.
• Het toestel kan worden ingeschakeld door op om het even welke
toets te drukken, behalve (losmaken) en VIEW. Het toestel
wordt ook automatisch ingeschakeld wanneer een iPod (USBaansluiting) of USB-geheugen wordt aangesloten.
Houd SOURCE/minstens 2 seconden ingedrukt om
het toestel uit te schakelen.
FUNC./SETUP
Centrale draaiknop
Bevestigen
Plaats de rechterkant van het frontpaneel in het
1
ingebouwde toestelgedeelte. Zet de groef op het
frontpaneel op eenzelfde lijn met het uitstekende
gedeelte van het toestel.
Druk op de linkerkant van het frontpaneel tot het
2
stevig in het toestel vastzit.
• Voor u het frontpaneel terugplaatst, dient u na te gaan of er geen
vuil of stof op de aansluitklemmen ligt en of niets tussen het
frontpaneel en de hoofdeenheid ligt.
• Bevestig het frontpaneel voorzichtig. Houd het paneel bij de
zijkanten vast om te voorkomen dat u per ongeluk toetsen indrukt.
Ingebruikneming
Druk op de RESET-toets als u het toestel voor het eerst gebruikt,
nadat u de auto-accu heeft vervangen, enz.
Schakel het toestel uit.
1
Druk op (losmaken) om het frontpaneel te
2
verwijderen.
Druk met een balpen of een ander scherp
3
voorwerp op RESET.
Volume regelen
Frontpaneel losmaken en bevestigen
Losmaken
Schakel het toestel uit.
1
Druk op de toets (losmaken) onderaan links
2
tot het frontpaneel uit het toestel springt.
Neem het frontpaneel vast aan de linkerzijde en
3
verwijder het.
• Het frontpaneel kan tijdens normaal gebruik warm worden (in
het bijzonder de aansluitklemmen aan de achterzijde van het
frontpaneel). Dit wijst niet op een defect.
• Plaats het frontpaneel in het meegeleverde draagetui om het te
beschermen.
6-NL
Draai aan de centrale draaiknop tot u de gewenste
klank verkrijgt.
• Door de centrale draaiknop herhaaldelijk één stap met de klok
mee/tegen de klok in te draaien en vast te houden, wordt het
volume in stappen verhoogd/verlaagd. Door de centraledraaiknop twee stappen te draaien en vast te houden, wordt het
volume sneller verhoogd/verlaagd.
Page 8
Volume snel verlagen
Als u de functie Geluid dempen activeert, wordt het volumeniveau
meteen met 20 dB verlaagd.
Druk op om de dempingsmodus te activeren.
Het geluidsniveau zakt met 20 dB.
Druk opnieuw op om terug te keren naar het vorige
geluidsniveau.
• In de dempingsmodus knippert het volumedisplay.
Het uur en de kalender instellen
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de SETUP-keuzemodus in
werking te stellen.
Draai aan de centrale draaiknop om de modus
2
Algemeen te kiezen en druk dan op ENT.
Bluetooth ↔ General ↔ Display ↔ iPod ↔ Tuner
Draai aan de centrale draaiknop om Clock
3
Adjust te kiezen en druk dan op ENT.
De kalenderinstelmodus is in werking gesteld. Wanneer
het jaar is ingesteld, gaat u door naar stap 5.
Draai aan de centrale draaiknop om de
4
instelling van het jaar, de maand, de dag, het uur
en de minuten te kiezen.
Druk op ENT.
5
De jaarinstelmodus is in werking gesteld en het jaar
knippert. (Wanneer “jaar” is ingesteld)
Draai aan de centrale draaiknop om het jaar in
6
te stellen en druk dan op ENT.
De instelling van het jaar is voltooid. (Wanneer “jaar” is
ingesteld)
Herhaal stappen 4 t/m 6 hierboven om de maand,
7
de dag, het uur en de minuten in te stellen.
Houd de BACK-toets minstens 2 seconden
8
ingedrukt om terug te keren naar de normale
modus.
• Deze instelling is alleen mogelijk als de automatische klok is
uitgeschakeld. Zie “Tijd instellen op automatisch aanpassen”
(pagina 10).
• Door te drukken op
naar de vorige modus.
• Door de centrale draaiknop twee stappen te draaien en vast te
houden, verandert het nummer continu.
BACK tijdens de procedure keert u terug
• Als u in de modus Prioriteit voor de tijdweergave een tuner- of
iPod-functie kiest, wordt de tijdweergave onmiddellijk
onderbroken. De gekozen functie wordt ongeveer 5 seconden
weergegeven, waarna de tijd opnieuw op het display verschijnt.
• Wanneer de RDS-modus is ingesteld, kan radiotekst worden
weergegeven. Zie “Weergave van radiotekst” (pagina 11).
• Als een iPod is aangesloten via USB, kan het albumhoesscherm
worden weergegeven. Zie “Display veranderen” (pagina 14).
Bedienbaar met afstandsbediening
Richt de zender van de optionele afstandsbediening
op de sensor van de afstandsbediening.
Afstandsbedieningssensor
Kalender/tijd weergeven
Druk op VIEW.
De kalender/tijd wordt weergegeven. Druk nogmaals op VIEW
om terug te keren naar de normale modus.
7-NL
Page 9
Radio
4
5
6
3
1
2
SOURCE/
BAND/TA
TUNE/A.MEPRESET
Centrale draaiknop
ENT
Handmatig voorkeuzezenders instellen
Kies de radiofrequentieband en stem af op de
1
radiozender die u in het voorkeuzegeheugen wilt
opslaan.
Druk op PRESET.
2
Het voorkeuzescherm wordt weergegeven.
Draai aan de centrale draaiknop om het
3
voorkeuzenummer te kiezen.
Houd ENT minstens 2 seconden ingedrukt.
4
De gekozen zender is nu in het geheugen opgeslagen.
Het display toont de frequentieband, het
voorkeuzenummer en de zenderfrequentie die in het
geheugen zijn opgeslagen.
Verklaring van het display
<Voorbeeld van radioscherm>
• In totaal kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het geheugen
van de voorkeuzezenders (6 zenders per band: FM-1, FM-2, FM3, MW en LW).
• Als onder een voorkeuzegeheugen reeds een zender werd
opgeslagen, zal deze worden gewist en door de nieuwe zender
worden vervangen.
Er wordt automatisch afgestemd op zowel sterke als
zwakke zenders (automatisch zenders zoeken).
Lokale modus:
Er wordt alleen automatisch afgestemd op sterke zenders
(automatisch zenders zoeken).
Handmatige modus:
De frequentie wordt handmatig stapsgewijs afgestemd
(handmatige afstemming).
Druk op of om af te stemmen op de
4
gewenste zender.
Als u de toets of ingedrukt houdt, verandert
de frequentie continu.
Houd de toets TUNE/A.ME minstens 2 seconden
2
ingedrukt.
“Auto Memory” wordt weergegeven tijdens de
automatische opslag in het geheugen. De tuner zoekt
automatisch naar 6 sterke zenders in de geselecteerde
frequentieband en slaat deze op. De zenders worden
opgeslagen onder de toetsen 1 tot 6 (volgens
signaalsterkte).
Als de automatische opslag in het geheugen is voltooid,
gaat de tuner naar de zender die onder voorkeuzetoets 1
werd opgeslagen.
• Als geen zenders werden opgeslagen, zal de tuner terugkeren naar
de oorspronkelijke zender waarnaar u luisterde voor de aanvang
van de automatische geheugenprocedure.
Afstemmen op voorkeuzezenders
Druk herhaaldelijk op de toets BAND/TA tot de
1
gewenste frequentieband wordt weergegeven.
Druk op PRESET. Het voorkeuzescherm wordt
2
weergegeven.
Het voorkeuzescherm wordt weergegeven.
Draai aan de centrale draaiknop om een
3
radiozender te kiezen..
Druk op ENT.
4
Het display geeft de frequentieband, het
voorkeuzenummer en de frequentie van de gekozen
zender weer.
8-NL
Page 10
RDS
Centrale draaiknopVIEW
BAND/TAFUNC./SETUP
RDS-ontvangstmodus instellen en
RDS-zenders ontvangen
RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat gebruik
maakt van de 57kHz-onderdraaggolf van normale FM-uitzendingen.
RDS maakt het mogelijk allerhande informatie, waaronder
verkeersinformatie en zendernamen, te ontvangen en automatisch
opnieuw af te stemmen op een sterkere zender die hetzelfde
programma uitzendt.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
1
functiemodus in werking te stellen.
Druk op ENT om de AF-modus (Alternatieve
2
Frequentie) te kiezen.
Draai aan de centrale draaiknop om On te
3
kiezen en druk op ENT.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de RDS-
4
modus in werking te stellen.
• Wanneer “PTY31-ontvangst (Nooduitzending) instellen” (zie
pagina 10) is ingeschakeld, zal automatisch de aanduiding
“ALARM” op het display verschijnen als het toestel het PTY31signaal (Nooduitzending) ontvangt.
De digitale RDS-gegevens omvatten de volgende
informatie:
ENT
BACK
PIProgramma-identificatie
PSProgrammadienstnaam
AFLijst met alternatieve frequenties
TPVerkeersprogramma
TAVerkeersmelding
PTYProgrammatype
EONVerbeterde andere netwerken
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de SETUP-keuzemodus in
werking te stellen.
Draai aan de centrale draaiknop om de
2
tunermodus te kiezen en druk dan op ENT.
Bluetooth ↔ Algemeen ↔ Display ↔ iPod ↔ Tuner
Druk op ENT om Regionaal te kiezen.
3
Draai aan de centrale draaiknop om On of Off te
4
kiezen en druk dan op ENT.
In de modus Off blijft het toestel automatisch de
overeenkomstige lokale RDS-zender ontvangen.
Houd de BACK-toets minstens 2 seconden
5
ingedrukt om terug te keren naar de normale
modus.
• Door te drukken op BACK tijdens de procedure keert u terug naar
de vorige modus.
Instellen van het zoeken volgens
programma-identificatie (PI SEEK)
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de SETUP-keuzemodus in
werking te stellen.
Draai aan de centrale draaiknop om de
2
tunermodus te kiezen en druk dan op ENT.
Bluetooth ↔ Algemeen ↔ Display ↔ iPod ↔ Tuner
Draai aan de centrale draaiknop om PI Seek te
3
kiezen en druk dan op ENT.
Draai aan de centrale draaiknop om On of Off te
4
kiezen en druk dan op ENT.
Houd de BACK-toets minstens 2 seconden
5
ingedrukt om terug te keren naar de normale
modus.
• Door te drukken op BACK tijdens de procedure keert u terug naar
de vorige modus.
9-NL
Page 11
PTY31-ontvangst (Nooduitzending) instellen
Verkeersinformatie ontvangen
Stel de PTY31-ontvangst (nooduitzending) in op ON/OFF.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de SETUP-keuzemodus in
werking te stellen.
Draai aan de centrale draaiknop om de
2
tunermodus te kiezen en druk dan op ENT.
Bluetooth ↔ General ↔ Display ↔ iPod ↔ Tuner
Draai aan de centrale draaiknop om PTY31 te
3
kiezen en druk dan op ENT.
Draai aan de centrale draaiknop om On of Off te
4
kiezen en druk dan op ENT.
Als u On instelt, worden de nooduitzendingen ontvangen,
ongeacht de bron. Tijdens de ontvangst wordt “ALARM”
weergegeven.
Houd de BACK-toets minstens 2 seconden
5
ingedrukt om terug te keren naar de normale
modus.
Wanneer een nooduitzending wordt ontvangen, wordt het
geluidsvolume automatisch veranderd in het volume dat
in het geheugen van de verkeersinformatiemodus is
opgeslagen. Zie “Verkeersinformatie ontvangen” op
pagina 10 voor meer informatie.
• Door te drukken op BACK tijdens de procedure keert u terug naar
de vorige modus.
Het uur instellen op automatisch aanpassen
Wanneer u ON instelt, wordt het uur automatisch aangepast via RDSgegevens.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de SETUP-keuzemodus in
werking te stellen.
Draai aan de centrale draaiknop om de
2
tunermodus te kiezen en druk dan op ENT.
Bluetooth ↔ General ↔ Display ↔ iPod ↔ Tuner
Draai aan de centrale draaiknop om Auto Clock
3
te kiezen en druk dan op ENT.
Draai aan de centrale draaiknop om On of Off te
4
kiezen en druk dan op ENT.
Houd de BACK-toets minstens 2 seconden
5
ingedrukt om terug te keren naar de normale
modus.
• Door te drukken op BACK tijdens de procedure keert u terug naar
de vorige modus.
Houd de toets BAND/TA minstens 2 seconden
1
ingedrukt zodat de indicator “TA” gaat branden.
Als wordt afgestemd op een verkeersinformatiezender,
gaat de indicator “TP” branden.
De verkeersinformatie is alleen hoorbaar op het moment
dat ze wordt uitgezonden. Als geen verkeersinformatie
wordt uitgezonden, staat het toestel in de waakstand. Als
verkeersinformatie wordt uitgezonden, ontvangt het
toestel deze verkeersinformatie automatisch en verschijnt
het scherm TRF Info.
Aan het einde van de uitzending van de
verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug
naar de waakstand.
• Als het verkeersinformatiesignaal onder een bepaald niveau daalt,
blijft het toestel 1 minuut in de ontvangstmodus. Als het signaal
langer dan 1 minuut onder een bepaald niveau blijft, gaat de
indicator “TA” knipperen.
• Wilt u niet naar de ontvangen verkeersinformatie luisteren, druk
dan licht op de toets BAND/TA om die verkeersmelding over te
slaan. De modus TA blijft geactiveerd om de volgende
verkeersmelding te ontvangen.
• Als het geluidsvolume wordt gewijzigd tijdens de ontvangst van
verkeersinformatie, wordt het gewijzigde volume in het geheugen
opgeslagen. De volgende keer dat verkeersinformatie wordt
ontvangen, zal het geluidsvolume automatisch worden aangepast
aan het opgeslagen niveau.
Zenders zoeken volgens programmatype
(PTY)
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
1
functiemodus in werking te stellen.
Draai aan de centrale draaiknop om PTY te
2
kiezen en druk op ENT terwijl het toestel zich in
de radiomodus (FM-ontvangst) bevindt.
Het PTY-keuzescherm wordt weergegeven.
Draai aan de centrale draaiknop om het
3
gewenste programmatype te kiezen.
Druk op ENT na het kiezen van het
4
programmatype om een zender te zoeken binnen
het gekozen programmatype.
De indicator voor het gekozen programmatype knippert
tijdens de zoekbewerking en gaat branden als een
zender is gevonden.
Als er geen PTY-zender wordt gevonden, geeft het
display gedurende 10 seconden “No PTY” weer.
10-NL
Page 12
Verkeersinformatie ontvangen tijdens het
beluisteren van een iPod of de radio
Houd de toets BAND/TA minstens 2 seconden
1
ingedrukt zodat de indicator “TA” gaat branden.
Aan het begin van de verkeersinformatie dempt het
toestel automatisch het volume van de iPod/het USBgeheugen/de wisselaar of van de gewone FM-uitzending.
Aan het einde van de verkeersinformatie keert het toestel
automatisch terug naar de oorspronkelijke bron waarnaar
u luisterde voor de uitzending van de verkeersinformatie.
Wanneer er geen verkeersinformatiezenders kunnen
worden ontvangen:
In de tunermodus:
Als het TP-signaal al meer dan 1 minuut niet meer kan
worden ontvangen, gaat de indicator “TA” knipperen.
In de modus iPod/USB-geheugen/wisselaar:
Als het TP-signaal niet meer kan worden ontvangen,
wordt automatisch een verkeersinformatiezender van een
andere frequentie gekozen.
• De ontvanger is uitgerust met de EON-functie (verbeterde andere
netwerken) teneinde bijkomende alternatieve frequenties bij te
houden in de AF-lijst. Tijdens de ontvangst van een RDS EONzender gaat de indicator “EON” branden. Als de ontvangen
zender de verkeersinformatie niet uitzendt, stemt de ontvanger
automatisch af op de verwante zender die de verkeersinformatie
wel uitzendt.
Houd de toets BAND/TA minstens 2 seconden
2
ingedrukt om de verkeersinformatiemodus uit te
schakelen.
De indicator “TA” dooft.
Weergave van radiotekst
Tekstberichten van een radiozender kunnen worden
weergegeven.
Druk op de toets VIEW terwijl u een FM-zender in de
radiomodus ontvangt om de radiotekst weer te geven.
Telkens als u op de toets drukt, verandert het display.
Als er een PS (programmadienstnaam) is
Voorkeuzenummer/
PS (programmadienstnaam)
Kalender/
Klok
Als er geen PS (programmadienstnaam) is
Voorkeuzenummer/
Frequentie
Kalender/
Klok
• Als er geen tekstinformatie kan worden ontvangen of als het
toestel de tekstinformatie niet goed kan ontvangen, blijft het
display leeg.
Radiotekst
PS (programmadienstnaam)
Radiotekst
Voorkeuzenummer/
Frequentie
Prioriteitsnieuws
Met deze functie kunt u vooraf instellen dat u voorrang wilt
geven aan het programma Nieuws. U mist het nieuwsprogramma
nooit, want het toestel geeft automatisch voorrang aan het
nieuwsprogramma als de uitzending begint. Het programma dat
u op dat moment beluistert, wordt onderbroken. Deze functie is
operationeel wanneer uw toestel is ingesteld op een andere
modus dan LW of MW.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
1
functiemodus in werking te stellen terwijl het
toestel in de FM-radiomodus staat.
Draai aan de centrale draaiknop om News te
2
kiezen en druk op ENT.
Draai aan de centrale draaiknop om On te
3
kiezen en druk op ENT.
Druk op BACK om terug te keren naar de normale
4
modus.
De indicator “NEWS” verschijnt op het display.
• In de modus NEWS wordt het volume niet automatisch verhoogd,
in tegenstelling tot de modus TA.
11-NL
Page 13
iPod
2
3
4
5
6
7
1
8
2
3
4
5
6
1
7
SOURCE/
/
Wanneer de iDA-X001 is aangesloten met behulp van de kabel,
werken de bedieningstoetsen van de iPod niet.
De iPod kan op twee manieren worden aangesloten: met de USBaansluitkabel of rechtstreeks met de FULL SPEED™-aansluitkabel
(KCE-422i).
• Alleen een iPod van de vijfde generatie en een iPod nano
van de eerste generatie kunnen worden aangesloten via
USB.
• Als een iPod is aangesloten via USB, kunnen de functie
begin overslaan/pagina overslaan, de
audioboekzoekfunctie en het albumhoesscherm worden
weergegeven.
• Bij rechtstreekse aansluiting van een iPod schakelt u de
AUX+-instelling uit (zie “AUX+-modus instellen” op pagina
23).
iPods die met dit toestel kunnen worden gebruikt
• Het toestel kan alleen worden gebruikt met een iPod, iPod
photo, iPod mini van de vierde generatie of recenter, of met
een iPod nano van de eerste generatie. De compatibiliteit
met toekomstige iPod-generaties kan echter niet worden
gegarandeerd.
• Aanraak- of scroll-iPods zonder de juiste aansluiting kunnen
niet op het toestel worden aangesloten.
• Het toestel kan worden gebruikt met de volgende iPodversies.
<USB-aansluiting>
iPod van de vijfde generatie
iPod nano van de eerste generatie
<Rechtstreekse aansluiting>
iPod van de vierde generatie
iPod van de vijfde generatie
iPod photo
iPod mini
iPod nano van de eerste generatie
• Als het toestel wordt gebruikt met vroegere iPod-software- of
iTunes-versies dan 7.0.0.1, zijn een goede werking en optimale
prestaties niet gegarandeerd.
®
Centrale draaiknop
ENT
BACK
/SEARCH
FUNC./SETUP
VIEW
Verklaring van het display
<Voorbeeld van iPod-scherm (USB-aansluiting)>
1 Modusweergave
2 Titel van liedje/aflevering/audioboek
3 Albumtitel/Podcast-titel
4 Naam artiest/releasedatum
5 Albumhoesscherm
6 Verstreken tijd
7 Resterende afspeeltijd
8 RDS-indicator
<Voorbeeld van iPod-scherm (rechtstreekse
aansluiting)>
1 Modusweergave
2 Titel van liedje/aflevering
3 Albumtitel/Podcast-titel
4 Naam artiest/releasedatum
5 Verstreken tijd
6 Resterende afspeeltijd
7 RDS-indicator
• Albumillustraties op de iPod kunnen alleen worden weergegeven
bij aansluiting via USB.
Afspelen
Druk op de toets SOURCE/om naar de iPod- of
1
iPod 2-modus te gaan.
Druk op of om het gewenste liedje te
2
kiezen.
Terugkeren naar het begin van het huidige liedje:
Druk op .
Snel achteruitspoelen:
Houd de toets ingedrukt.
Naar het begin van het volgende liedje gaan:
Druk op .
Snel vooruitspoelen:
Houd de toets ingedrukt.
Om het afspelen te onderbreken, drukt u op de
3
toets/ .
Druk nogmaals op de toets / om het afspelen verder
te zetten.
12-NL
•Als een liedje op de iPod wordt afgespeeld wanneer hij op de
iDA-X001 is aangesloten, gaat het afspelen na het aansluiten
gewoon verder.
Page 14
Een gewenst liedje/gewenste titel zoeken
Een iPod kan honderden liedjes bevatten. De liedjes kunnen worden
geordend in afspeellijsten. Deze kunnen door de iDA-X001 worden
gebruikt om het zoeken naar liedjes te vergemakkelijken.
Met de individuele hiërarchie van de zoekmodus
Playlist/Artist/Album/Podcast/Audiobook/Genre/Composer/Song
kunt u de zoekopdracht verfijnen zoals getoond in de onderstaande
tabel.
Hiërarchie 1Hiërarchie 2
AfspeellijstenLiedjes
ArtiestenAlbumsLiedjes
AlbumsLiedjes
PodcastsAfleveringen
Audioboeken*
GenresArtiestenAlbumsLiedjes
AuteursAlbumsLiedjes
Liedjes
* Alleen bij aansluiting via USB.
• U kunt uw favoriete zoekmodus kiezen. Zie “Instelling van iPodzoekmodus” (pagina 25).
• Bijvoorbeeld, als er slechts één album is van de gekozen artiest bij
aansluiting via USB, wordt meteen de liedjeszoekmodus gekozen
en wordt de albumzoekmodus overgeslagen.
Bijvoorbeeld: zoeken op artiest
Het volgende voorbeeld legt uit hoe u een zoekopdracht op
artiest kunt uitvoeren. Een andere zoekmodus kan worden
gebruikt voor dezelfde bewerking, maar de hiërarchie
verschilt.
Druk op /SEARCH om de menukeuzemodus in
1
werking te stellen.
Draai aan de centrale draaiknop om Artists te
2
kiezen en druk dan op ENT.
De artiestzoekmodus wordt geactiveerd en er verschijnt een
naam van een artiest.
Draai aan de centrale draaiknop om de
3
gewenste artiest te kiezen en druk dan op ENT.
De albumzoekmodus wordt geactiveerd en er verschijnt een
naam van een album.
Draai aan de centrale draaiknop om een album
4
te kiezen en druk dan op ENT.
De liedjeszoekmodus wordt geactiveerd en er verschijnt een
naam van een liedje.
Draai aan de centrale draaiknop om een liedje
5
te kiezen en druk op ENT.
Het gekozen liedje wordt afgespeeld.
• Door de centrale draaiknop twee stappen te draaien en vast te
houden, kan het display continu worden veranderd.
• Als u in de zoekmodus de toets BACK minstens 2 seconden
ingedrukt houdt, wordt de zoekmodus geannuleerd.
• Vanuit de zoekmodus keert u terug naar de vorige modus door op
BACK te drukken.
• Als de naam van de iPod is geselecteerd in de zoekmodus Playlist
en u op ENT drukt, kunt u zoeken naar alle liedjes op de iPod. Als
u ENT minstens 2 seconden ingedrukt houdt, worden alle liedjes
op de iPod afgespeeld, te beginnen met het eerste liedje in de lijst.
• “No Support” wordt weergegeven wanneer tekstinformatie niet
compatibel is met de iDA-X001.
---
---
Hiërarchie 3Hiërarchie 4
--
-
--
--
-
• Wanneer een lijst wordt weergegeven, kunt u de functie pagina
overslaan of begin overslaan gebruiken. Zie “Functie pagina
overslaan/begin overslaan (alleen bij USB-aansluiting)” (pagina
13) voor meer informatie.
• Als u in de zoekmodus All selecteert en op ENT drukt, kunt u
zoeken naar alle titels op het volgende hiërarchieniveau. Als u All
selecteert en ENT minstens 2 seconden ingedrukt houdt, worden
alle titels in de gekozen hiërarchie herhaaldelijk afgespeeld.
Functie pagina overslaan/begin overslaan
(alleen bij USB-aansluiting)
Dit toestel beschikt over een functie pagina overslaan/begin
overslaan om effectief te kunnen zoeken. Door deze functie te
gebruiken in de zoekmodus, kunt u snel zoeken naar een artiest, een
liedje, enz.
Houd /SEARCH minstens 2 seconden
1
ingedrukt om de gewenste functie voor overslaan
te kiezen.
De fabrieksinstelling is de functie pagina overslaan.
Functie pagina overslaan ↔ Functie begin overslaan
Functie pagina overslaan: Er wordt overgegaan naar de
Functie begin overslaan: Er wordt overgegaan naar het
Draai de centrale draaiknop 2 stappen.
2
Er wordt overgegaan naar de volgende pagina van de lijst of
naar het volgende cijfer, symbool of letterteken.
• De functie begin overslaan in de liedjeszoekmodus is alleen
beschikbaar wanneer een liedjeszoekopdracht is geselecteerd op
het menukeuzescherm.
volgende pagina van de lijst.
volgende cijfer, symbool of
letterteken, bijvoorbeeld van A
naar B, van B naar C, enz.
U kunt in omgekeerde volgorde
overslaan, bijvoorbeeld van B
naar A, door de centrale
draaiknop naar links te draaien.
Zoekpositiegeheugen
(alleen bij USB-aansluiting)
Tijdens het afspelen vanaf een iPod kunt u snel terugkeren naar het
laatst gekozen hiërarchieniveau in de zoekmodus.
Druk op BACK.
1
De laatst gekozen hiërarchie in de zoekmodus wordt
weergegeven.
13-NL
Page 15
Afspelen in willekeurige volgorde
Druk op FUNC./SETUP.
1
Het functiescherm wordt weergegeven.
Draai aan de centrale draaiknop om Shuffle te
2
kiezen en druk op ENT.
De Shuffle-modus is in werking gesteld.
Draai aan de centrale draaiknop om de Shuffle-
3
afspeelmodus te kiezen en druk op ENT.
Afspelen
van albums in
willekeurige
volgorde
Liedje
Uit
Druk op BACK.
4
De liedjes worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
• Om de functie te annuleren, kiest u Off met de bovenstaande
procedure.
• Het afspelen van albums/liedjes in willekeurige volgorde werkt op
dezelfde manier als op de iPod.
: Er wordt een willekeurig album op
de iPod gekozen en de liedjes
worden in de volgorde van het
album afgespeeld.
: Als u een liedje kiest in de
zoekmodus, worden alle liedjes in
de gekozen modus in willekeurige
volgorde afgespeeld.
: Willekeurig afspelen is
uitgeschakeld.
Alles afspelen in willekeurige volgorde
Bij Shuffle ALL worden alle liedjes op de iPod in willekeurige
volgorde afgespeeld.
Druk op /SEARCH.
1
Het menukeuzescherm wordt weergegeven.
Druk op ENT om Shuffle All te kiezen.
2
De indicator gaat branden en de liedjes worden in
willekeurige volgorde afgespeeld.
• Om de functie te annuleren, zet u de Shuffle-modus op Off. Zie
“Afspelen in willekeurige volgorde” (pagina 14).
• Als Shuffle All wordt gekozen, worden alle geselecteerde nummers
die in de zoekmodus worden afgespeeld, geannuleerd.
Repeat Play (herhaald afspelen)
Druk op FUNC./SETUP.
1
Het functiescherm wordt weergegeven.
Druk op ENT.
2
De modus herhaald afspelen is in werking gesteld.
Draai aan de centrale draaiknop om een liedje
3
te kiezen en druk op ENT.
Liedje herhalen: E n liedje wordt herhaaldelijk
Uit: Herhaald afspelen is
Druk op BACK.
4
Het gekozen liedje wordt herhaaldelijk afgespeeld.
• Om de functie te annuleren, kiest u Off met de bovenstaande
procedure.
• Tijdens het herhaald afspelen kunnen geen andere liedjes worden
gekozen door op of te drukken.
• Bij aansluiting via USB verschijnen de indicatoren van de functies
voor willekeurig en herhaald afspelen die kunnen worden
ingesteld en wordt slechts één liedje herhaald.
afgespeeld.
uitgeschakeld.
Display veranderen
Druk op VIEW.
<USB-aansluiting>
1
Liedjestitel
Albumtitel
Artiest
<Rechtstreekse aansluiting>
Liedjestitel
Albumtitel
Artiest
*
Liedjestitel
Albumtitel
Artiest
1
*
Albumhoesscherm/
Liedjestitel
Kalender/
Klok
Kalender/
Klok
Liedjestitel
Albumtitel
Artiest
14-NL
1
*
TAG-informatie
Als er geen tekstinformatie is, wordt er niets weergegeven.
• Alleen alfanumerieke tekens kunnen worden weergegeven.
• Het maximumaantal tekens is 128 (128 bytes).
• Het is mogelijk dat sommige tekens niet correct worden
weergegeven.
• “No Support” wordt weergegeven wanneer tekstinformatie niet
compatibel is met de iDA-X001.
Page 16
USB-geheugen/
BACK
FUNC./SETUP
/
/SEARCH
BAND/TA
ENT
Centrale draaiknop
PRESET
SOURCE/
6
3
1
2
5
4
5
7
3
1
2
6
4
6
2
1
3
5
4
6
3
1
2
5
4
5
3
1
2
4
wisselaar
Wisselaardisplay
<Voorbeeld van CD-wisselaarscherm (CD-tekst
beschikbaar)>
Als een USB-geheugenapparaat of een wisselaar is aangesloten op
het toestel, kunnen MP3/WMA/AAC-bestanden worden afgespeeld.
Verklaring van het display
Display van USB-geheugen
<Voorbeeld van USB-geheugenscherm (taginformatie
beschikbaar)>
Over de weergave van de mapnaam: “ROOT” wordt weergegeven
als de bronmap geen mapnaam heeft.
2
*
Weergegeven tijdens het afspelen van een disk met CD-tekst.
• Als taginformatie beschikbaar is, wordt de
artiestnaam/albumnaam/tracknaam weergegeven.
• ID3-tag/WMA-tag
Als een MP3/WMA/AAC-bestand ID3/WMA-taginformatie bevat,
wordt de ID3/WMA-taginformatie weergegeven (bijv. naam van de
track, naam van de artiest en naam van het album). Alle andere
taggegevens worden genegeerd.
• De weergave van de taginformatie krijgt voorrang. Als
taginformatie beschikbaar is, wordt de map-/bestandsnaam niet
weergegeven.
• “No Support” wordt weergegeven wanneer tekstinformatie niet
compatibel is met de iDA-X001.
1
Afspelen
Druk op de toets SOURCE/om de modus USB
1
Memory of CD CHG te kiezen.
Druk op of om de gewenste track (het
2
gewenste bestand) te kiezen.
Terugkeren naar het begin van de huidige track (het
huidige bestand):
Druk op .
Snel achteruitspoelen:
Houd de toets ingedrukt.
Vooruitgaan naar het begin van de volgende track (het
volgende bestand):
Druk op .
Snel vooruitspoelen:
Houd de toets ingedrukt.
CD kiezen (wisselaar) (optioneel)
Een optionele CD-wisselaar voor 6 of 12 CD’s kan worden
aangesloten op dit toestel als deze compatibel is met Ai-NET. Als
een CD-wisselaar is aangesloten op de Ai-NET-ingang van dit
toestel, kan de CD-wisselaar worden bediend op dit toestel.
Met de KCA-410C (Versatile Link-contactdoos) kunnen
verschillende wisselaars worden bediend door dit toestel.
Zie “Keuze tussen verschillende CD-wisselaars (optioneel)” op
pagina 16 om de CD-wisselaars te kiezen.
• De bedieningstoetsen op dit toestel voor de bediening van de CDwisselaar zijn alleen actief als een CD-wisselaar is aangesloten.
• De DVD-wisselaar (optioneel) kan zowel worden bestuurd via dit
toestel als via de CD-wisselaar.
Druk op PRESET.
1
Het diskkeuzescherm wordt weergegeven.
Draai aan de centrale draaiknop om een disk te
2
kiezen.
Druk op ENT.
3
Het gekozen disknummer verschijnt op het display en de
CD/MP3 wordt afgespeeld.
Keuze tussen verschillende CD-wisselaars
(optioneel)
Als u de KCA-410C (Versatile Link-aansluiting) gebruikt, kunt u
twee wisselaars en twee externe uitgangen (AUX) aansluiten.
Druk op de toets SOURCE/op dit toestel om de
1
CD CHG-modus in werking te stellen.
Druk op de toets BAND/TA om de CD-
2
wisselaarkeuzemodus in werking te stellen.
De CD-wisselaarkeuzemodus blijft gedurende enkele
seconden actief.
Druk op de toets BAND/TA tot de gewenste CD-
3
wisselaar op het display verschijnt.
• Voor meer details over de externe ingang (AUX) bij gebruik van
KCA-410C, zie “AUX-modus instellen (V-Link)” op pagina 23.
Om het afspelen te onderbreken, drukt u op de
3
toets/ .
Druk nogmaals op de toets / om het afspelen verder
te zetten.
• Bestanden van WMA-formaat die zijn beschermd door DRM
(Digital Rights Management), bestanden van AAC-formaat die zijn
aangekocht in iTunes Music Store en bestanden die zijn
beschermd door auteursrecht kunnen niet worden afgespeeld op
dit toestel.
• De afspeeltijd wordt mogelijk niet juist weergegeven bij het
afspelen van een bestand dat is opgenomen met VBR (variabele
bitsnelheid).
16-NL
Page 18
Repeat Play (herhaald afspelen)
M.I.X. (functie voor willekeurig afspelen)
Druk op FUNC./SETUP.
1
Het functiescherm wordt weergegeven.
Druk op ENT.
2
De modus herhaald afspelen is in werking gesteld.
Draai aan de centrale draaiknop om de modus
3
voor herhaald afspelen te kiezen.
USB-geheugenmodus :
Eén herhalen: Slechts één track wordt
Map: Alleen bestanden in een map
Uit: Herhaald afspelen is
CD-wisselaarmodus :
Eén herhalen: Slechts één bestand wordt
Map: Alleen bestanden in een map
CD: Een CD wordt herhaaldelijk
Uit: Herhaald afspelen is
*
Als een MP3-compatibele CD-wisselaar is aangesloten.
• Als tijdens M.I.X.-weergave in de CD-wisselaarmodus de functie
CD herhalen is ingesteld op ON, geldt M.I.X. alleen voor de
huidige CD. De indicator verschijnt op het display.
Druk op ENT.
4
Druk op BACK.
5
De track (het bestand) wordt herhaaldelijk afgespeeld.
• Om de functie te annuleren, kiest u Off met de bovenstaande
procedure.
herhaaldelijk afgespeeld.
worden herhaaldelijk afgespeeld.
uitgeschakeld.
herhaaldelijk afgespeeld.
worden herhaaldelijk afgespeeld.
afgespeeld.
uitgeschakeld.
Druk op FUNC./SETUP.
1
Het functiescherm wordt weergegeven.
Draai aan de centrale draaiknop om M.I.X. te
2
kiezen.
Druk op
3
De M.I.X.-modus is in werking gesteld.
Draai aan de centrale draaiknop om de M.I.X.-
4
afspeelmodus te kiezen.
USB-geheugenmodus :
CD-wisselaarmodus :
1
*
Als een MP3-compatibele CD-wisselaar is aangesloten.
2
*
Als een CD-wisselaar met de functie ALL M.I.X. is aangesloten.
• Als tijdens het herhaald afspelen van een CD in de CDwisselaarmodus de functie M.I.X. One is ingesteld op ON, geldt
M.I.X. alleen voor de huidige CD.
ENT.
M.I.X. Map: Alleen bestanden in een map
Alle: Alle liedjes op het USB-
Uit: M.I.X.-modus is uitgeschakeld.
M.I.X. Eén: Alle bestanden op een CD worden
1
Map*
2
Alle*
Uit: M.I.X.-modus is uitgeschakeld.
worden in willekeurige volgorde
afgespeeld.
geheugenapparaat worden in
willekeurige volgorde afgespeeld.
in willekeurige volgorde
afgespeeld, en het afspelen gaat
verder met de volgende CD.
: Alleen bestanden in een map
worden in willekeurige volgorde
afgespeeld.
: Alle nummers op de CD’s van het
huidige magazijn worden in
willekeurige volgorde afgespeeld.
Druk op ENT.
5
Druk op BACK.
6
De tracks (bestanden) worden in willekeurige volgorde
afgespeeld.
• Om de functie te annuleren, kiest u Off met de bovenstaande
procedure.
17-NL
Page 19
Zoeken op bestands-/mapnaam
(voor MP3/WMA/AAC)
U kunt de map- en de bestandsnaam weergeven en zoeken terwijl u
luistert naar het bestand dat momenteel wordt afgespeeld.
Tijdens het afspelen van MP3/WMA/AAC-
1
bestanden drukt u op de toets /SEARCH om de
zoekmodus in werking te stellen.
De zoekmodus wordt geactiveerd en de map-/bestandsnaam
wordt weergegeven.
Wanneer een USB-geheugen is aangesloten, wordt de map/bestandsnaam op het eerste hiërarchieniveau weergegeven.
Wanneer een wisselaar is aangesloten, wordt de mapnaam
weergegeven.
Draai aan de centrale draaiknop om de
2
gewenste map/het gewenste bestand te kiezen.
Druk op ENT.
3
Als u een bestand kiest, wordt het gekozen bestand
afgespeeld. Als u een map kiest, wordt (worden) de map (de
mappen)/het bestand (de bestanden) in de map
weergegeven. Ga door naar stap 4.
Voer stappen 2 en 3 herhaaldelijk uit tot u het
4
gewenste bestand hebt gevonden.
• Als een wisselaar is aangesloten, wordt eerst gezocht naar de
mapnaam en dan naar de bestandsnaam, in die volgorde.
• Als een USB-geheugen is aangesloten, kan de map/het bestand
worden gezocht tot de achtste hiërarchie. Mappen/bestanden op
het negende en volgende niveaus kunnen niet worden gezocht en
afgespeeld.
• Houd BACK minstens 2 seconden ingedrukt in de zoekmodus om
de functie te annuleren.
• Druk in de modus zoeken op bestands-/mapnaam op BACK om
naar de vorige modus te gaan.
• Door de centrale draaiknop twee stappen te draaien en vast te
houden, kan het display continu worden veranderd.
• Het zoeken op map-/bestandsnaam is niet mogelijk tijdens het
gebruik van de M.I.X.-afspeelmodus.
• Als de map geen bestanden bevat, wordt er niets weergegeven.
• “ROOT” wordt weergegeven als de bronmap geen mapnaam
heeft.
Over MP3/WMA/AAC
VOORZICHTIG
Behalve voor privé-gebruik is het gratis of tegen vergoeding
kopiëren van audiogegevens (inclusief MP3/WMA/AACbestanden) of het verspreiden of overdragen ervan zonder de
toestemming van de eigenaar van het auteursrecht ten
strengste verboden door de wet op de auteursrechten en
door een internationaal verdrag.
Wat is MP3?
De officiële naam van MP3 is “MPEG-1 Audio Layer 3”. Dit is
een compressiestandaard die door de ISO (International
Standardization Organization) en MPEG (instantie van IEC)
wordt beschreven.
MP3-bestanden bevatten gecomprimeerde audiogegevens.
Met MP3-codering kunnen audiogegevens zeer sterk worden
gecomprimeerd, waardoor de grootte van de
muziekbestanden tot één tiende van hun oorspronkelijke
grootte kan worden teruggebracht. Daarbij wordt bijna geen
afbreuk gedaan aan de CD-kwaliteit. Het MP3-formaat kan
dergelijke grote compressieverhoudingen realiseren door
geluiden te elimineren die onhoorbaar zijn voor het menselijk
oor of door andere geluiden worden gemaskeerd.
Wat is AAC?
AAC is de afkorting voor “Advanced Audio Coding” en is een
basisformaat van audiocompressie dat wordt gebruikt door
MPEG2 of MPEG4.
Wat is WMA?
WMA, of “Windows Media™ Audio”, zijn gecomprimeerde
audiogegevens. WMA lijkt op MP3-audiogegevens en kan
CD-geluidskwaliteit verkrijgen met kleine bestandsformaten.
Methode om MP3/WMA/AAC-bestanden te maken
De audiogegevens worden gecomprimeerd met specifieke
MP3/WMA/AAC-software. Voor meer informatie over het
maken van MP3/WMA/AAC-bestanden verwijzen we naar de
handleiding bij die software.
De volgende MP3/WMA/AAC-bestandsextensies kunnen
worden afgespeeld met het toestel:
MP3: “mp3”
WMA: “wma” (ver. 7.1, 8 en 9 worden ondersteund)
AAC: “m4a”
Afhankelijk van de software waarmee AAC-bestanden worden
gemaakt, kan de bestandsindeling verschillen van de
extensie. Het toestel ondersteunt het afspelen van AACbestanden die gecodeerd zijn met iTunes versie 7.0.
Ondersteunde bemonsteringsfrequenties en bitsnelheden
voor het afspelen
Afhankelijk van de bemonsteringsfrequenties is het mogelijk
dat dit toestel niet juist kan afspelen.
18-NL
Page 20
ID3-tags/WMA-tags
Dit toestel ondersteunt ID3-tag v1 en v2.2.0, v2.3.0 en WMAtag. De volgende bestanden ondersteunen geen compressie,
codering, groepering of niet-synchronisatie.
WMA-tag wordt niet ondersteund voor de volgende
bestanden, Windows Media Audio Professional, Windows
Media Audio 9 Voice of Windows Media Audio 9 Pro Lossless.
Als taggegevens in een MP3/WMA/AAC-bestand vervat
zitten, kan dit toestel de titel (titel van de track), de naam van
de artiest en de naam van het album weergeven op basis van
de ID3/WMA-taggegevens.
Dit toestel kan alleen alfanumerieke tekens van één byte en
het onderstrepingsteken weergeven. Voor niet-ondersteunde
tekens wordt “No Support” weergegeven.
Afhankelijk van de inhoud is het mogelijk dat de taginformatie
niet goed wordt weergegeven.
MP3/WMA/AAC afspelen
MP3/WMA/AAC-bestanden worden klaargemaakt en dan naar
het USB-geheugen geschreven. Een USB-geheugenapparaat
kan tot 10000 bestanden/1000 mappen (inclusief
bronmappen) bevatten. Als een USB-geheugenapparaat
bovenstaande beperkingen overschrijdt, is afspelen
misschien niet mogelijk.
Ondersteunde media
Dit apparaat kan USB-geheugenmedia afspelen.
Overeenkomstige bestandssystemen
Dit apparaat ondersteunt FAT 12/16/32.
Volgorde van nummers
Het toestel speelt de bestanden af in de volgorde waarin ze
door de software werden geschreven. De afspeelvolgorde
kan dus verschillend zijn van de volgorde die u heeft
ingegeven. De afspeelvolgorde van de mappen en
bestanden is als volgt. De afspeelvolgorde van mappen en
bestanden kan echter verschillend zijn van het mapnummer
en bestandsnummer dat op het display is aangegeven.
Eerste hiërarchie
Tweede hiërarchie
Bronmap
Derde hiërarchie
Map
MP3/WMA/AAC-bestand
Terminologie
Bitsnelheid
Dit is de compressieverhouding voor de codering van het
geluidssignaal. Hoe groter de bitsnelheid, des te beter de
geluidskwaliteit, maar ook des te groter de bestanden.
Bemonsteringsfrequentie
Deze waarde geeft aan hoeveel keer per seconde de gegevens
worden bemonsterd (opgenomen). Audio-CD’s gebruiken
bijvoorbeeld een bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz, zodat
het geluid 44.100 keer per seconde wordt bemonsterd
(opgenomen). Hoe hoger de bemonsteringsfrequentie, des te
beter de geluidskwaliteit, maar ook des te groter de omvang van
de gegevens.
Codering
Converteren van muziek-CD’s, WAVE- (AIFF) bestanden en
andere geluidsbestanden naar het opgegeven formaat voor
audiocompressie.
Tag
Songinformatie zoals titels van tracks, namen van artiesten,
namen van albums enz., die in MP3/WMA/AAC-bestanden is
vervat.
Bronmap
De bronmap bevindt zich bovenaan het bestandssysteem. De
bronmap bevat alle mappen en bestanden.
19-NL
Page 21
Instelling van het geluid
ENT
Draai aan de centrale draaiknop om MX Setup
4
te kiezen en druk op ENT.
De MX-instelmodus is in werking gesteld.
Draai aan de centrale draaiknop om de
5
gewenste modus te kiezen en druk op ENT.
FM (Niveau 1 tot 3, Geen effect):
De middelhoge tot hoge frequenties worden helderder en
het geluid is beter in evenwicht op alle frequenties.
CD (Niveau 1 tot 3, Geen effect):
Centrale draaiknopAUDIOBACK
PRESET
Regeling lage tonen/hoge tonen/balans
(links-rechts)/fader (voor-achter)
Subwoofer: 00 ~ 15
Niveau lage tonen: –7 ~ +7
Niveau hoge tonen: –7 ~ +7
Balans: Links15 ~ Rechts15
Fader: Achter15 ~ Voor15
• Als u de AUDIO-toets niet binnen 15 seconden indrukt nadat u de
modus Subwoofer, Lage tonen, Hoge tonen, Balans of Fader heeft
gekozen, keert het toestel automatisch terug naar de normale
modus.
1
*
Als de subwoofermodus op OFF staat, kan het niveau niet worden
aangepast.
Draai aan de centrale draaiknop tot u de
2
gewenste klank verkrijgt in elke modus.
• Afhankelijk van de aangesloten toestellen werken bepaalde
functies en indicatoren op het display niet.
MX-modus instellen
Met MX (Media Xpander) zijn stemmen of instrumenten duidelijk
waarneembaar, ongeacht de muziekbron. De FM-radio, CD- en
MP3/WMA/AAC-speler kunnen de muziek ook in auto’s met veel
rijgeluiden duidelijk weergeven.
Houd AUDIO minstens 2 seconden ingedrukt.
1
Het audio-instelscherm wordt weergegeven.
Draai aan de centrale draaiknop om MX te
2
kiezen en druk op ENT.
De MX On/Off-instelmodus is in werking gesteld.
Draai aan de centrale draaiknop om On te
3
kiezen en druk op ENT.
MX On is geselecteerd.
De CD-modus moet tijdens het afspelen een enorme
hoeveelheid gegevens verwerken. MX maakt gebruik van
deze grote hoeveelheid gegevens om de klank
duidelijker en helderder weer te geven.
MP3/WMA/AAC/Bluetooth Audio
(Niveau 1 tot 3, Geen effect):
Hiermee wordt informatie gecorrigeerd die tijdens de
compressie verloren is gegaan. Op die manier wordt een
erg harmonisch geluid weergegeven dat het origineel
zeer dicht benadert.
DVD (Video CD)
(Niveau 1 tot 2 (MOVIE), Geen effect):
Het dialooggedeelte van een video wordt veel duidelijker
weergegeven.
(Niveau 3 (MUSIC), Geen effect):
Een DVD of Video-CD bevat een grote hoeveelheid
gegevens, zoals een muziekclip. MX gebruikt deze
gegevens om het geluid nauwkeurig weer te geven.
AUX (Niveau 1 (MP3/WMA/AAC), Niveau 2 (MOVIE),
Niveau 3 (MUSIC), Geen effect):
Kies de MX-modus (MP3/WMA/AAC, MUSIC of MOVIE)
die overeenkomt met de aangesloten media.
Als twee externe toestellen aangesloten zijn, kan voor elk
medium een andere MX-modus worden geselecteerd.
Houd BACK minstens 2 seconden ingedrukt.
6
Het toestel keert terug naar de normale modus.
• Om de MX-modus te annuleren voor alle muziekbronnen, stelt u
MX in op Off in stap 3.
• Voor elke muziekbron, zoals FM-radio, CD en MP3/WMA/AAC,
kan een eigen MX-instelling worden gebruikt.
• Wanneer de bron verandert van “MP3/WMA/AAC in CD-DA” of
“CD-DA in MP3/WMA/AAC”, kan de omschakeling van de MXmodus het afspelen iets vertragen.
• Door de instelling MX Off te kiezen, wordt de MX-modus voor elke
muziekbron uitgeschakeld.
• Er is geen MX-modus voor MW- of LW-radio.
• Als een audioprocessor met de MX-functie (PXA-H701, enz.) is
aangesloten, wordt de eigen MX-bewerking toegepast op de
muziekbron. Aangezien de MX-instellingen van de processor niet
noodzakelijk overeenstemmen met de head-unit, moet de
audioprocessor worden aangepast. Voor meer informatie
verwijzen we naar de gebruiksaanwijzing van de audioprocessor.
• Als BACK wordt ingedrukt tijdens de instelling, keert het toestel
terug naar het vorige item.
20-NL
Page 22
Fabrieksinstellingen van equalizer
Externe audioprocessor bedienen
9 typische equalizerinstellingen zijn in de fabriek
voorgeprogrammeerd voor diverse soorten muziek.
Houd AUDIO minstens 2 seconden ingedrukt.
1
Het audio-instelscherm wordt weergegeven.
Druk op ENT terwijl Factory’s EQ is geselecteerd.
2
De Factory’s EQ-instelmodus is in werking gesteld.
Draai aan de centrale draaiknop om de
3
gewenste equalizerkarakteristiek te kiezen en druk
op ENT.
Druk op BACK.
4
Het toestel keert terug naar de normale modus.
• Als BACK wordt ingedrukt tijdens de instelling, keert het toestel
terug naar het vorige item.
Subwoofer instellen
De instelling is mogelijk wanneer een optionele subwoofer is
aangesloten. Indien aangesloten, kan de fase van de
subwooferuitgang worden veranderd. Selecteer de fase waarmee u de
gewenste klank verkrijgt.
Houd AUDIO minstens 2 seconden ingedrukt.
1
Het audio-instelscherm wordt weergegeven.
Draai aan de centrale draaiknop om Subwoofer
2
te kiezen en druk op ENT.
De Subwoofer On/Off-instelmodus is in werking gesteld.
Draai aan de centrale draaiknop om On te
3
kiezen en druk op ENT.
Draai aan de centrale draaiknop om
4
SUBW.Phase te kiezen en druk op ENT.
De subwooferfase-keuzemodus is in werking gesteld.
Draai aan de centrale draaiknop om de fase van
5
de subwooferuitgang te veranderen en druk op
ENT.
Selecteer de gewenste fase.
Normaal ↔ Omgekeerd
Druk op BACK.
5
Het toestel keert terug naar de normale modus.
• Als BACK wordt ingedrukt tijdens de instelling, keert het toestel
terug naar het vorige item.
• Als OFF wordt ingesteld in stap 3, kan de fase niet worden
veranderd.
U kunt het voorkeuzegeheugen van de externe audioprocessor
oproepen vanaf dit toestel.
Houd PRESET minstens 2 seconden ingedrukt
1
om de modus externe audioprocessor op te
roepen wanneer de externe audioprocessor is
aangesloten.
Het AP-voorkeuzescherm wordt weergegeven.
Draai aan de centrale draaiknop om het
2
voorkeuzenummer te kiezen en druk op ENT.
• Voor de bediening van de externe audioprocessor verwijzen we
naar de gebruiksaanwijzing van de externe audioprocessor die u
heeft aangeschaft.
21-NL
Page 23
SET-UP
U kunt het toestel gemakkelijk aanpassen aan uw eigen voorkeur en
gebruik. Kies het SETUP-menu bij de instelling Algemeen, Display,
enz., om de gewenste instelling te kiezen.
SOURCE/
BAND/TA
In stappen 1 tot en met 5 hierna wordt een typische
SETUP-procedure beschreven. Zie verder voor meer
informatie over elk SETUP-menu.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de SETUP-keuzemodus in
werking te stellen.
Draai aan de centrale draaiknop om het
2
gewenste item te kiezen en druk dan op ENT.
Bluetooth ↔ Algemeen ↔ Display ↔ iPod ↔ Tuner
(Bijvoorbeeld, kies Algemeen)
Draai aan de centrale draaiknop om een
3
instelitem te kiezen en druk dan op ENT.
(Bijvoorbeeld, kies Beep)
Bluetooth:
Bluetooth IN
Algemeen:
Clock Mode ↔ Clock Adjust*
Play Mode ↔ Beep ↔ Int Mute ↔ Int Audio ↔
CHG Name*
AUX+ IN GAIN*
Steering
Zie “Tijd instellen op automatisch aanpassen” (pagina 10).
ENTFUNC./SETUP
Centrale draaiknopBACK
1
↔ Calendar Type ↔
2
↔ AUX IN ↔ Auxiliary+ ↔ AUX Name*3↔
4
↔ P.IC ↔ Language ↔ Demo ↔
5
↔ PI Seek*6↔ PTY 31*7↔ Auto Clock*8↔
Houd de BACK-toets 2 seconden ingedrukt om
5
terug te keren naar de normale modus.
• Door te drukken op BACK tijdens de procedure keert u terug naar
de vorige modus.
• Door de centrale draaiknop twee stappen te draaien en vast te
houden, kunt u items continu veranderen.
Bluetooth-instellingen
Kies Bluetooth in het hoofdinstelmenu in stap 2 hierboven. Als een
optionele Bluetooth Box is aangesloten, kunt u handenvrij bellen met
een mobiele telefoon die met Bluetooth is uitgerust.
Deze instelling kunt u maken als de Bluetooth Box is aangesloten en
de Bluetooth-functie wordt gebruikt. Voor meer informatie verwijzen
we naar de gebruiksaanwijzing van de optionele Bluetooth Box.
• Wanneer Int Mute is ingesteld op On, is de Bluetooth-instelling
niet mogelijk. Stel Int Mute in op Off wanneer de Bluetooth Box is
aangesloten. Zie “Mutemodus in- en uitschakelen (Int Mute)”
(pagina 23).
De Bluetooth-aansluiting instellen
Bluetooth IN Adapter / Bluetooth IN Off (basisinstelling)
Algemene instelling
Algemeen wordt geselecteerd in het hoofdinstelmenu in stap 2.
Instellen van de klokweergave (Klokmodus)
24H Type (basisinstelling) / 12H Type
U kunt het weergavetype van de klok kiezen; in 12 of 24 uren,
afhankelijk van uw voorkeur.
Instelling veranderen van het weergavepatroon van de
kalender (Kalendertype)
M/D/Y / D/M/Y (basisinstelling) / Y/M/D
U kunt het weergavepatroon van de kalender veranderen, zodat het
wordt getoond als de tijd wordt weergegeven.
Y :toont het jaar
M :toont de maand
D :toont de dag
bijv. D/M/Y → 31/Dec/2007
Aansluiten op een MP3-wisselaar (Play Mode)
CDDA (basisinstelling) / CDDA&MP3
Voer deze instelling uit bij aansluiting op een MP-wisselaar. De
MP3-wisselaar kan CD’s met zowel CD- als MP3-bestanden
afspelen. In sommige situaties (bepaalde verbeterde CD’s) kan het
afspelen echter moeilijk zijn. Voor deze speciale gevallen kunt u
alleen het afspelen van CD-gegevens kiezen. Als een CD zowel CDals MP3-bestanden bevat, begint het afspelen vanaf het gedeelte met
CD-gegevens op de CD.
CD-DA :Alleen CD-gegevens kunnen worden afgespeeld.
CDDA&MP3 : Zowel CD-gegevens als MP3-bestandstracks
• Verander van CD nadat u deze instelling heeft uitgevoerd.
Functie Sound Guide (pieptoon)
Beep On (basisinstelling) / Beep Off
Deze functie geeft geluidsfeedback met variërende tonen, afhankelijk
van de ingedrukte toets.
kunnen worden afgespeeld.
Draai aan de centrale draaiknop om de
4
instelling te veranderen en druk dan op ENT.
(Bijvoorbeeld, kies Beep On of Beep Off.)
22-NL
Page 24
Mutemodus in- en uitschakelen (Int Mute)
Int Mute On (basisinstelling) / Int Mute Off
Als een toestel met de onderbrekingsfunctie wordt aangesloten, wordt
het audiosignaal automatisch gedempt wanneer het
onderbrekingssignaal van het toestel binnenkomt.
• Wanneer Bluetooth is ingesteld op Adapter, kan Int Mute niet
worden ingesteld. Zie “De Bluetooth-aansluiting instellen”
(pagina 22).
• Stel Int Mute in op Off wanneer de Bluetooth Box is aangesloten.
Tone Defeat voor externe toestellen instellen (Int Audio)
Int Audio On / Int Audio Off (basisinstelling)
Als externe toestellen aangesloten zijn op dit toestel en als u de
toonomzeiling inschakelt, worden de EQ- en MX-instellingen
omzeild, m.a.w.: het geluid van de externe toestellen wordt
weergegeven met de standaardinstellingen.
Naam van wisselaar instellen (CHG Name)
CHG (basisinstelling)/PMD
Wanneer een optionele wisselaar is aangesloten, kunt u de
weergegeven modusnaam instellen.
• De instelling is alleen mogelijk wanneer een wisselaar is
aangesloten. Wanneer twee wisselaars zijn aangesloten, wordt
CHG1 Name/CHG2 Name weergegeven en kunnen deze
respectievelijk worden ingesteld.
AUX-modus instellen (V-Link)
AUX IN On / AUX IN Off (basisinstelling)
U kunt het tv-/videogeluid invoeren door een optionele Versatile
Link-contactdoos (KCA-410C) aan te sluiten op deze component.
U kunt de weergave van de AUX-naam wijzigen als AUX IN is
ingeschakeld. Wanneer AUX IN is ingeschakeld, kiest u de modus
AUX Name door aan de centrale draaiknop te draaien en op ENT
te drukken.
Draai daarna aan de centrale draaiknop om de gewenste AUX-naam
te kiezen en druk op ENT.
Als de KCA-410C is aangesloten, kunt u twee AUX-namen kiezen.
• Via de KCA-410C kunt u tot 2 externe toestellen met RCA-uitgang
aansluiten. In dit geval drukt u op SOURCE/ om de AUXmodus te selecteren, waarna u op BAND/TA drukt om het
gewenste toestel te kiezen.
AUX+-modus instellen
Auxiliary+ On / Auxiliary+ Off (basisinstelling)
U kunt de audio van een extern toestel (zoals een draagbare speler)
dat is aangesloten op de iPod Direct-aansluiting van dit toestel
invoeren met behulp van een iPod Direct/RCA-interfacekabel.
Auxiliary+ On : Stel in op On als een extern toestel is
aangesloten. Als u op SOURCE/hebt
gedrukt en Auxiliary+ hebt gekozen, wordt
het geluid van het externe toestel naar het
toestel gevoerd.
Auxiliary+ Off : Stel in op Off als u een iPod hebt
aangesloten.
Regeling AUX+-audioniveau (AUX+ IN GAIN)
High (basisinstelling) / Low
U kunt de audio van een extern toestel (zoals een draagbare speler)
dat is aangesloten op de iPod Direct-aansluiting van dit toestel
invoeren met behulp van een iPod Direct/RCA-interfacekabel.
LowHet audioniveau van de externe ingang wordt
verlaagd
HighHet audioniveau van de externe ingang wordt
verhoogd
Aansluiten op een externe versterker (P.IC)
P.IC On (basisinstelling) / P.IC Off
Als een externe versterker is aangesloten, kunt u de geluidskwaliteit
verbeteren door de voeding van de ingebouwde eindversterker uit te
schakelen.
P.IC Off :Gebruik deze modus als de voorversterkers
P.IC On :De luidsprekers worden aangestuurd door de
vooraan en achteraan het toestel worden
gebruikt om een externe versterker aan te sturen
die is aangesloten op de luidsprekers. In deze
instelling voert de inwendige versterker van de
head-unit geen signaal naar de luidsprekers.
Links
Versterker
Versterker
ingebouwde versterker.
voor
Rechts
voor
Links
achter
Rechts
achter
Luidsprekers
LUIDSPREKER
RECHTS VOOR
LUIDSPREKER
RECHTS ACHTER
LUIDSPREKER
LINKS ACHTER
LUIDSPREKER
LINKS VOOR
Rechts
voor
Rechts
achter
Links
achter
Links
voor
• Het systeem produceert geen geluid als de stroomuitgang is
uitgeschakeld.
Lettertype taal instellen
Language 1 (basisinstelling) / Language 2 / Language 3
U kunt kiezen tussen drie soorten taallettertypen.
Language 1 :Normaal lettertype
Language 2 :Europees lettertype
Language 3 :Russisch lettertype
Demonstratie
Demo On / Demo Off (basisinstelling)
Het toestel beschikt over een demofunctie voor de weergave.
• Om de demomodus af te sluiten, kiest u Demo OFF.
23-NL
Page 25
Adaptieve stuurwielafstandsbediening instellen
Steering On / Steering Off (basisinstelling)
Dit toestel is compatibel met de adaptieve
stuurwielafstandsbediening. Met deze functie kan de bediening
worden uitgevoerd door het signaal van de
stuurwielafstandsbediening naar het toestel te sturen.
Om de stuurwielafstandsbediening te gebruiken, bedient u de
volgende toetsen nadat u de functie hebt ingeschakeld en op ENT
hebt gedrukt. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer voor meer
inlichtingen.
Selecteer de toegewezen functie door aan de
1
centrale draaiknop te draaien.
(Bijvoorbeeld, kies Power)
Power ↔ Source ↔ Band ↔ Vol. UP ↔ Vol. DN ↔
Pause ↔ Mute ↔ Bwd ↔ Fwd ↔ P. UP ↔ P. DN ↔
A.Proc
Druk op de toets voor de
2
stuurwielafstandsbediening tot de gewijzigde
signaalwaarde van de stuurwielafstandsbediening
aan de linkerkant van het display verschijnt.
(Bijvoorbeeld, druk op Power op de toets voor de
stuurwielafstandsbediening).
Het gewijzigde signaal van de
stuurwielafstandsbediening verschijnt aan de linkerkant
van het display.
DEPowerFF
De gewijzigde signaalwaarde van de
stuurwielafstandsbediening
Druk op ENT om de instelwaarde uit te voeren.
3
De bevestigde signaalwaarde van de
stuurwielafstandsbediening verschijnt aan de rechterkant
van het display. Als dit gebeurt, wordt de functie van het
toestel overgedragen naar de toets voor de
stuurwielafstandsbediening.
DEPowerDE
De bevestigde signaalwaarde van de
stuurwielafstandsbediening
Herhaal stappen 1 t/m 3 en stel elke toets in.
4
Als de instellingen zijn voltooid, drukt u op BACK om
terug te keren naar de vorige modus.
Display-instelling
Display wordt gekozen in stap 2 van het hoofdinstelmenu.
Verlichtingskleur veranderen (Verlichting)
Illumination Blue (basisinstelling) / Illumination Red
U kunt de verlichtingskleur van de toetsen wijzigen.
Dimmerregeling
Dimmer On / Dimmer Off (basisinstelling)
Zet de functie dimmerregeling op On om de helderheid van het
toestel te verminderen als de koplampen van de auto worden
ingeschakeld. Deze modus is interessant als u de achterverlichting
van het toestel ’s nachts te helder vindt.
Dimmer van display instellen (Dimmerniveau)
Dimmer Level1 (basisinstelling) / Level2 / Level3
In de On-instelling van de dimmer van het display zijn drie niveaus
beschikbaar. Bij het hoogste niveau (Level 3) is het display het dofst
wanneer de koplampen van de auto ingeschakeld zijn.
Instellen van het scrollen (Tekstscroll)
Text Scroll On / Text Scroll Off (basisinstelling)
U kunt een scrolltype, zoals liedjestitel of bestandsnaam, instellen op
het bronscherm. Als in de zoekmodus het scherm gevuld wordt met
tekst, scrollt het display.
Text Scroll On :Tekstinformatie wordt automatisch
Text Scroll Off :Het eerste display scrollt
• In delen van het display kan het onmogelijk zijn om te scrollen, of
de scrollinhoud kan afwijken.
• Ongeacht deze instelling scrollt het display als het gevuld is met
tekst.
Het weergavetype veranderen (BGV Select)
BGV Select Type 1 (basisinstelling) / Type 2 / Type 3 / User
U kunt uw favoriete achtergrondweergave kiezen uit 3 soorten. Om
gedownloade gegevens weer te geven op het toestel, selecteert u
User. Zie “Achtergrond downloaden (BGV Download)” (pagina 24).
Achtergrond downloaden (BGV Download)
Deze instelling is alleen mogelijk wanneer de USB-geheugenmodus
is ingesteld. Achtergronden zijn beschikbaar op de speciale website
voor eigenaars van Alpine-producten. Nadat de achtergrond is
gedownload en opgeslagen op het USB-geheugen, kan hij worden
bewaard op het toestel.
Om het downloaden te starten, gaat u naar onderstaande URL en
volgt u de instructies op het scherm.
https://i-personalize.alpine.com/
Draai aan de centrale draaiknop om BGV
1
Download te kiezen en druk op ENT.
De gegevens in het USB-geheugen worden doorzocht en
maximaal 10 bestanden worden weergegeven.
Draai aan de centrale draaiknop om een
2
bestand te kiezen en druk op ENT.
Het gekozen bestand wordt gedownload naar het toestel.
• De extensie van de gedownloade gegevens is “apn”.
• U kunt geen zelfgemaakte achtergronden weergeven.
• Om de achtergrond weer te geven die u hebt gedownload naar het
toestel, selecteert u User in “Het weergavetype veranderen (BGV
Select)” (pagina 24).
gescrolld.
tekstinformatie slechts één keer.
24-NL
Page 26
iPod instellen
iPod wordt gekozen in stap 2 van het hoofdinstelmenu.
Instelling van iPod-zoekmodus
On / Off
Dit toestel biedt acht verschillende zoekmodi om te zoeken op de
iPod.
Wanneer de zoekmodus is ingesteld op
Playlist/Artist/Album/Podcast/Audiobook, is de basisinstelling On;
wanneer de zoekmodus is ingesteld op Genre/Composer/Song, is de
basisinstelling Off.
• Voor meer informatie over de zoekmodus verwijzen we naar “Een
gewenst liedje/gewenste titel zoeken” (pagina 13).
Instelling van de tuner
Tuner wordt geselecteerd in het hoofdinstelmenu in stap 2.
Het basisvolume van bronsignalen aanpassen
FM Level High (basisinstelling) / FM Level Low
Als het verschil in geluidsvolume tussen de iPod en FM-radio te
groot is, past u het FM-signaalniveau aan.
25-NL
Page 27
Informatie
Bij problemen
Als u een probleem vaststelt, schakelt u het toestel uit en weer in. Als
het toestel nog steeds niet normaal werkt, kunt u de items in de
volgende checklist raadplegen. Met deze gids kunt u een probleem
dat afkomstig is van het toestel gemakkelijker identificeren. Ligt het
probleem niet bij het toestel, kijk dan alle aansluitingen van het
systeem na of neem contact op met een erkende Alpine-dealer.
Algemeen
Toestel of display werkt niet.
• Het contactslot van het voertuig is uitgeschakeld.
- Als het toestel werd aangesloten volgens de instructies, zal het
niet werken als het contactslot van het voertuig is uitgeschakeld.
• Verkeerde aansluiting van stroomdraad (rood) en accukabel (geel).
- Controleer de aansluitingen van de stroomdraad en de
accukabel.
• Gesprongen zekering.
- Controleer de zekering van het toestel; vervang indien nodig
door een zekering met de juiste stroomsterkte.
• Defect in de interne microcomputer ten gevolge van
interferentieruis enz.
- Druk met een balpen of een ander puntig voorwerp op de
RESET-toets.
Radio
Geen ontvangst van radiozenders.
• Geen antenneaansluiting ofwel een open aansluiting.
- Kijk na of de antenne correct is aangesloten; vervang indien
nodig de antenne of de kabel.
Onmogelijk om af te stemmen op zenders in de
zoekmodus.
• U bevindt zich in een zone waar het signaal zwak is.
- Controleer of de tuner in de DX-modus staat.
• Als u zich in een regio met een sterk signaal bevindt, kan het zijn
dat de antenne niet is geaard of verkeerd is aangesloten.
- Kijk de aansluitingen van de antenne na; zorg ervoor dat de
antenne degelijk is geaard op de montageplaats.
• De antenne is misschien niet lang genoeg.
- Kijk na of de antenne volledig werd uitgetrokken; als de antenne
stuk is, dient u ze te vervangen door een nieuwe.
De uitzending wordt gestoord.
• De antenne is niet lang genoeg.
- Trek de antenne volledig uit; vervang ze als ze is gebroken.
• De antenne is slecht geaard.
- Zorg ervoor dat de antenne degelijk is geaard op de
montageplaats.
MP3/WMA/AAC
MP3, WMA of AAC wordt niet afgespeeld.
• Er heeft zich een schrijffout voorgedaan. Het MP3/WMA/AACformaat is niet compatibel.
- Ga na of de MP3/WMA/AAC in een ondersteund formaat is
geschreven. Zie “Over MP3/WMA/ACC” (pagina 18-19) en
schrijf de CD opnieuw in een formaat dat door dit toestel wordt
ondersteund.
Audio
Er komt geen geluid uit de luidsprekers.
• Er komt geen signaal uit de luidsprekeruitgang van de interne
versterker.
- P.IC is op “ON” gezet (pagina 23).
iPod
iPod speelt niet af en er komt geen geluid uit.
• De iPod is niet herkend.
- Stel dit toestel en de iPod terug. Zie “Ingebruikneming” (pagina
6). Om de iPod terug te stellen, kunt u de gebruiksaanwijzing
van de iPod raadplegen.
Indicatie voor iPod-modus (USB-aansluiting)
Current Error
• Abnormale stroom naar het USB-apparaat (er kan een foutmelding
verschijnen als het aangesloten USB-apparaat niet compatibel is
met het toestel).
- Probeer een andere iPod aan te sluiten.
USB Device Error
• De aangesloten iPod wordt niet ondersteund door het toestel.
- Sluit een iPod aan die door het toestel wordt ondersteund.
No USB Device
• Er is geen iPod aangesloten.
- Zorg ervoor dat de iPod correct is aangesloten en dat de kabel
niet te sterk is gebogen.
No Song
• Er zijn geen liedjes opgeslagen op de iPod.
- Download liedjes naar de iPod en sluit hem aan op dit toestel.
No Support
• Er is tekstinformatie ontvangen die niet wordt ondersteund door
het toestel.
- Gebruik een iPod waarvan de tekstinformatie wordt ondersteund
door het toestel.
Error 01
• Communicatiefout
- Zet de contactsleutel uit en dan weer ON.
- Controleer het display nadat de iPod opnieuw is aangesloten op
de iPod Dock-interfacekabel en de USB-kabel.
Error 02
• Veroorzaakt doordat de iPod-softwareversie niet compatibel is met
dit toestel.
- Update de iPod-softwareversie zodat ze compatibel is met dit
toestel.
26-NL
Page 28
iPod Error
• De iPod wordt niet herkend.
- Stel de iPod terug.
- Probeer een andere iPod.
Indicatie voor iPod-modus (rechtstreekse
aansluiting)
Indicatie voor USB-geheugen
Current Error
• Abnormale stroom naar het USB-apparaat (er kan een foutmelding
verschijnen als het aangesloten USB-apparaat niet compatibel is
met het toestel).
USB-geheugen is defect of kortgesloten.
- Sluit een ander USB-geheugen aan.
No iPod
• De iPod is niet aangesloten.
- Zorg ervoor dat de iPod correct is aangesloten (zie
“Aansluitingen”).
Controleer of de kabel niet te sterk is gebogen.
No Song
• Er zijn geen liedjes opgeslagen op de iPod.
- Download liedjes naar de iPod en sluit hem aan op dit toestel.
Error 01
• Communicatiefout
- Zet de contactsleutel uit en dan weer ON.
- Controleer het display nadat de iPod opnieuw is aangesloten op
dit toestel met de FULL SPEED™-aansluitkabel (KCE-422i).
Error 02
• Veroorzaakt doordat de iPod-softwareversie niet compatibel is met
dit toestel.
- Update de iPod-softwareversie zodat ze compatibel is met dit
toestel.
USB Device Error
• Het aangesloten USB-apparaat wordt niet ondersteund door het
toestel.
- Sluit een USB-apparaat aan dat door het toestel wordt
ondersteund.
No USB Device
• Er is geen USB-geheugen aangesloten.
- Zorg ervoor dat het USB-geheugen correct is aangesloten en dat
de kabel niet te sterk is gebogen.
No Song
• Er zijn geen liedjes (bestanden) opgeslagen op het USB-geheugen.
- Sluit het USB-geheugenapparaat aan na het opslaan van liedjes
(bestanden).
Unsupported
• Er wordt een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid gebruikt die niet
door het toestel wordt ondersteund.
- Gebruik een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid die door het
toestel wordt ondersteund.
Protect
• Er werd een WMA-bestand met auteursrechtelijke bescherming
afgespeeld.
- U kunt alleen bestanden afspelen die niet auteursrechtelijk zijn
beschermd.
No Support
• Er is tekstinformatie ontvangen die niet kan worden herkend door
het toestel.
- Gebruik een USB-geheugenapparaat waarvan de tekstinformatie
door het toestel wordt ondersteund.
27-NL
Page 29
Indicatie voor CD-wisselaar
High Temperature
• Beschermingscircuit wordt in werking gesteld door hoge
temperatuur.
- De indicatie zal verdwijnen als de temperatuur opnieuw binnen
het normale werkingsbereik ligt.
Error 01
• Defect in de CD-wisselaar.
- Raadpleeg uw Alpine-dealer. Druk op de magazijnuitwerptoets
en verwijder het magazijn.
Controleer de indicatie. Plaats het magazijn opnieuw. Raadpleeg
uw Alpine-dealer indien het magazijn niet uit het toestel kan
worden getrokken.
• Magazijnuitwerping onmogelijk.
- Druk op de magazijnuitwerptoets. Als het magazijn niet wordt
uitgeworpen, raadpleegt u uw Alpine-dealer.
Error 02
• Er is een CD achtergebleven in de CD-wisselaar.
- Druk op de uitwerptoets om de uitwerpfunctie in werking te
stellen. Als de CD-wisselaar de uitwerpfunctie heeft beëindigd,
plaatst u een leeg magazijn in de CD-wisselaar om de CD terug
te krijgen die in de CD-wisselaar is achtergebleven.
No Magazine
• Er is geen magazijn in de CD-wisselaar aanwezig.
- Plaats een magazijn.
No Disc
• Geen CD aangegeven.
- Kies een andere CD.
Specificaties
FM-TUNERGEDEELTE
Afstembereik87,5-108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid mono0,7 μV
Selectie alternatief kanaal80 dB
Signaal/ruisverhouding65 dB
Stereoscheiding35 dB
Vangbereik2,0 dB
MW-TUNERGEDEELTE
Afstembereik531-1.602 kHz
Gevoeligheid (IEC-norm)25,1 μV/28 dB
LW-TUNERGEDEELTE
Afstembereik153-281 kHz
Gevoeligheid (IEC-norm)31,6 μV/30 dB
USB-GEDEELTE
USB-vereistenUSB 1.1/2.0
Max. stroomverbruik500mA
USB-klasseMassaopslag
BestandssysteemFAT 12/16/32
MP3-decoderingMPEG-1/2 AUDIO
Layer-3
WMA-decoderingWindows Media
Audio
AAC-decoderingAAC-LC-formaat
“.m4a”-bestand
Aantal kanalen2 kanalen (stereo)
Frequentiebereik
Totale harmonische vervorming0,008% (bij 1 kHz)
Dynamisch bereik95 dB (bij 1 kHz)
Signaal/ruisverhouding105 dB
Kanaalscheiding85 dB (bij 1 kHz)
* Het frequentiebereik kan verschillen afhankelijk van de
codeersoftware/bitsnelheid.
*
ALGEMEEN
Spanningsvereiste14,4 V DC
Maximaal vermogen50 W
Maximale pre-outspanning
Gewicht1,0 kg
CHASSISAFMETINGEN
Breedte178 mm
Hoogte50 mm
Diepte156 mm
AFMETINGEN FRONT
Breedte170 mm
Hoogte46 mm
Diepte24 mm
AFMETINGEN AFNEEMBAAR FRONTPANEEL
Breedte107 mm
Hoogte46 mm
Diepte30 mm
Ten gevolge van de voortdurende productverbetering kunnen de
•
technische gegevens en het ontwerp veranderen zonder
voorafgaande kennisgeving.
5-20.000 Hz (±1 dB)
(11-16 V toelaatbaar)
x
4
2 V/10 k ohms
™
28-NL
Page 30
Installatie en aansluitingen
Alvorens het toestel te installeren of aan te sluiten
dient u de volgende informatie en pagina’s 3 en 4 van
deze gebruiksaanwijzing grondig te lezen voor het
juiste gebruik.
Waarschuwing
SLUIT HET TOESTEL CORRECT AAN.
Verkeerde aansluitingen kunnen brand of schade aan het toestel tot
gevolg hebben.
GEBRUIK HET TOESTEL ALLEEN IN AUTO’S MET EEN 12VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Het
niet naleven van deze aanwijzingen kan brand of andere nare
gevolgen hebben.
ALVORENS DE AANSLUITINGEN TE MAKEN DIENT U DE
KABEL VAN DE NEGATIEVE ACCUPOOL LOS TE MAKEN.
Het niet naleven van deze aanwijzing kan elektrische schokken of
letsel door elektrische kortsluitingen tot gevolg hebben.
MAAK GEEN VERBINDINGEN MET ELEKTRISCHE KABELS.
Nooit kabelisolatie wegsnijden om andere systemen van stroom te
voorzien. Hierdoor zou de stroomdoorvoercapaciteit van de draad
worden overschreden, wat brand of een elektrische schok tot gevolg
kan hebben.
GEEN LEIDINGEN OF BEDRADING BESCHADIGEN BIJ HET
BOREN VAN GATEN.
Wanneer u gaten in het chassis boort voor de installatie, moet u
voorzorgsmaatregelen nemen om geen leidingen, brandstofleidingen,
reservoirs of elektrische bedrading te raken, te beschadigen of te
hinderen. Het niet nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand
tot gevolg hebben.
GEBRUIK BOUTEN OF MOEREN IN HET REM- OF
BESTURINGSSYSTEEM NIET ALS AARDAANSLUITINGEN.
Bouten of moeren van het rem- of besturingssysteem (of andere
veiligheidssystemen) of reservoirs mogen NOOIT worden gebruikt
voor installaties of aardaansluitingen. Het gebruik van deze
onderdelen kan de controle over het voertuig onmogelijk maken en
brand enz. veroorzaken.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BOUTEN OF
SCHROEVEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit
toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
NIET INSTALLEREN OP PLAATSEN WAAR HET TOESTEL
DE BEDIENING VAN HET VOERTUIG, ZOALS HET
STUURWIEL OF DE SCHAKELHENDEL, ZOU KUNNEN
HINDEREN.
Als u dat wel doet, kan het zicht vooruit worden belemmerd of
kunnen bepaalde bewegingen worden gehinderd, wat tot een ernstig
ongeval kan leiden.
LET OP DAT KABELS NIET VERWARD RAKEN MET
OMRINGENDE VOORWERPEN.
Plaats de draden en kabels zoals beschreven in de handleiding, om
hinder tijdens het rijden te vermijden. Kabels of bedrading die hinder
veroorzaken of zich kunnen vasthaken aan bijvoorbeeld het
stuurwiel, de schakelhendel, het rempedaal enz., kunnen tot zeer
gevaarlijke situaties leiden.
Voorzichtig
LAAT DE BEDRADING EN INSTALLATIE UITVOEREN
DOOR EXPERTS.
De bedrading en installatie van dit toestel vergen speciale technische
vaardigheden en ervaring. Met het oog op de veiligheid dient u voor
dit werk altijd contact op te nemen met de dealer bij wie u dit toestel
heeft gekocht.
GEBRUIK ALLEEN DE VERMELDE ACCESSOIREONDERDELEN
EN INSTALLEER ZE OP EEN VEILIGE MANIER.
Zorg ervoor dat u alleen de vermelde accessoireonderdelen gebruikt.
Gebruik van andere onderdelen dan de vermelde kan het toestel
inwendig beschadigen of kan tot gevolg hebben dat het toestel niet
stevig wordt geïnstalleerd. Hierdoor kunnen onderdelen loskomen,
wat gevaar of een defect aan het toestel kan veroorzaken.
BRENG DE BEDRADING ZO AAN DAT ZE NERGENS
WORDT GEPLOOID OF GEKNELD DOOR EEN SCHERPE
METALEN RAND.
Leg de kabels en draden uit de buurt van bewegende onderdelen
(zoals de stoelrails) of scherpe of puntige randen. Dit voorkomt dat
de bedrading wordt geplooid en beschadigd. Indien de bedrading
door een gat in een metalen voorwerp passeert, gebruik dan een
rubberen doorvoerhuls om te voorkomen dat de metalen rand van het
gat de draadisolatie kan doorsnijden.
NIET INSTALLEREN OP PLAATSEN MET VEEL VOCHT OF STOF.
Vermijd het toestel te installeren op plaatsen waar vaak vocht of stof
komt. Het toestel kan defect raken door binnendringend vocht of stof.
Voorzorgsmaatregelen
• Vergeet niet de kabel los te koppelen van de (–) accupool voor u
de iDA-X001 installeert. Hierdoor vermijdt u elke kans op
beschadiging van het toestel in geval van een kortsluiting.
• Zorg dat u de kleurgecodeerde stroomdraden aansluit volgens het
diagram. Verkeerde aansluitingen kunnen een defect aan het
toestel of beschadiging van het elektrische systeem van het
voertuig tot gevolg hebben.
• Als u aansluitingen met het elektrisch systeem van het voertuig
tot stand brengt, dient u rekening te houden met in de fabriek
geïnstalleerde componenten (bijv. ingebouwde computer). Maak
geen aftakkingen van deze draden om stroom te hebben voor dit
toestel. Als u de iDA-X001 aansluit op de zekeringkast, dient u na
te gaan of de zekering voor de kring waarop de iDA-X001 wordt
aangesloten de juiste ampèrewaarde heeft. Indien de zekering een
andere ampèrewaarde heeft, kan dit het toestel en/of het voertuig
beschadigen. Raadpleeg uw Alpine-dealer in geval van twijfel.
• De iDA-X001 is uitgerust met vrouwelijke RCA-aansluitingen
om andere toestellen (bijv. een versterker) aan te sluiten die ook
over RCA-connectoren beschikken. U heeft misschien een
adapter nodig om andere toestellen aan te sluiten. Vraag in dat
geval uw erkende Alpine-dealer om hulp.
• Vergewis u ervan de negatieve luidsprekerdraad (–) aan te sluiten
op de negatieve luidsprekerklem (–). Verbind de
luidsprekerkabels van het linker- en rechterkanaal nooit met
elkaar of met de carrosserie van het voertuig.
BELANGRIJK
Noteer het serienummer van uw toestel in de daartoe voorziene ruimte
hieronder en bewaar het als referentie. Het serienummer of het
gegraveerde serienummer vindt u aan de onderzijde van het toestel.
SERIENUMMER:
INSTALLATIEDATUM:
INSTALLATIETECHNICUS:
PLAATS VAN AANKOOP:
29-NL
Page 31
Installatie
Voorzichtig
Blokkeer de warmteverspreider van het toestel niet, want
hierdoor wordt de luchtcirculatie gehinderd. In dit geval kan
de warmte in het toestel zich opstapelen en brand
veroorzaken.
Warmteverspreider
Afneembaar
front
Als uw wagen uitgerust is met de steun, monteert u de
lange zeskantbout in het achterpaneel van de iDAX001 en plaatst u de rubberen dop op de zeskantbout.
Als uw voertuig niet over de montagesteun beschikt,
versterkt u de head-unit met de metalen
montagebeugel (niet meegeleverd). Verbind alle
draden van de iDA-X001 overeenkomstig de
informatie in het hoofdstuk AANSLUITINGEN.
• U dient een schroef
installatieplaats in het chassis.
Schuif de iDA-X001 in het dashboard. Als het toestel
3
op zijn plaats zit, dient u na te gaan of de borgpennen
volledig in de neerwaartse positie zitten. Daartoe kunt
u stevig op het toestel drukken terwijl u de borgpen
met een kleine schroevendraaier omlaag duwt. Op die
manier wordt het toestel stevig vergrendeld en kan
het niet per ongeluk loskomen van het dashboard.
Installeer het afneembare front.
* te kiezen die geschikt is voor de
Borgpen
Voorzichtig
Als u dit toestel in uw auto installeert, mag u het afneembare
front niet verwijderen.
Als u het afneembare front tijdens de installatie verwijdert,
kunt u te hard op de metalen plaat drukken die het front op
zijn plaats houdt, waardoor de plaat verbuigt.
1
Steun
Montageslede
(meegeleverd)
Drukplaten
* Als de geïnstalleerde montageslede los in het ingebouwde
toestelgedeelte zit, kunnen de drukplaten licht worden verbogen
om het probleem te verhelpen.
Verwijder de montageslede uit het ingebouwde
toestelgedeelte (zie “Demontage” op pagina 30).
Schuif de montageslede in het dashboard en zet de
slede vast met de metalen sluitingen.
2
Metalen montagebeugel
Rubberen dop
(meegeleverd)
Zeskantbout
(meegeleverd)
Dashboard
*
Dit toestel
Schroef
Demontage
1.Verwijder het afneembare front.
2.Gebruik een kleine schroevendraaier (of gelijkaardig
gereedschap) om de borgpennen naar de opwaartse
positie te duwen (zie tekening hierboven). Als u een
pen losmaakt, trekt u voorzichtig aan het toestel,
zodat de pen niet opnieuw vastklikt vóór u de tweede
pen losmaakt.
3.Trek het toestel uit het dashboard en zorg ervoor dat
het niet meer vastklikt.
<JAPANSE WAGEN>
Voorframe
Schroeven (M5 8)
(meegeleverd)
Dit toestel
Bevestigingssteun
30-NL
Zeskantmoer (M5)
*
Sierbout
Dit toestel
Page 32
Aansluiting van de USB-kabel
USB-kabel
iPod Dock-interfacekabel
USB-kabel
USB-geheugen
USB-kabel
Sluit de USB-kabel aan op het toestel en zet hem vast met een
borgschroef.
Aansluiting van iPod (afzonderlijk verkocht)
USB-aansluiting
Sluit de USB-kabel aan op de iPod met de iPod Dockinterfacekabel.
Rechtstreekse aansluiting
Sluit de iPod aan op de iPod Direct-aansluiting met de FULL
SPEED™-aansluitkabel (KCE-422i).
Aansluiting van USB-geheugen (afzonderlijk verkocht)
USB-geheugen aansluiten
Sluit het USB-geheugen aan op de USB-kabel.
USB-kabel
USB-geheugen
USB-geheugen verwijderen
Trek het USB-geheugen recht uit de USB-kabel.
• Trek het USB-geheugen recht uit wanneer u het verwijdert.
• Als er geen geluid wordt weergegeven of het USB-geheugen niet
wordt herkend hoewel het is aangesloten, verwijdert u het USBgeheugen en sluit u het opnieuw aan.
• Kies een andere bron dan de USB-geheugenmodus alvorens het
USB-geheugen te verwijderen. Het verwijderen van het USBgeheugen in de USB-geheugenmodus kan beschadiging van
gegevens veroorzaken.
FULL SPEEDTMaansluitkabel
(KCE-422i)
(afzonderlijk verkocht)
iPod verwijderen
Verwijder de iPod van de FULL SPEEDTM-aansluitkabel of iPod
Dock-interfacekabel.
• Bij aansluiting via USB dient u een andere bron dan iPod te
kiezen op het toestel alvorens de iPod te verwijderen. Het
verwijderen van de iPod in de iPod-modus kan beschadiging van
gegevens veroorzaken.
• Als er geen geluid wordt weergegeven of de iPod niet wordt
herkend hoewel hij is aangesloten, verwijdert u de iPod en sluit u
hem opnieuw aan of stelt u de iPod terug.
Naar interfacedoos voor de adaptieve
stuurwielafstandsbediening
Naar interfacedoos voor de adaptieve
stuurwielafstandsbediening
Naar interfacedoos voor de adaptieve
stuurwielafstandsbediening
Naar iPod
Naar voertuigdisplay-interface
Antenne
JASO-antenne
ISO-antenne
Naar autotelefoon
Naar equalizer of versterker
Naar verlichtingsdraad
instrumentengroep
Naar elektrische antenne
Contactsleutel
Accu
Links achteraan
Links vooraan
Rechts vooraan
Rechts achteraan
Luidsprekers
1
*
De systeemschakelaar bevindt zich op de onderkant van het toestel.
32-NL
1
*
NORMEQ
(afzonderlijk verkocht)
Luidsprekers
CD-wisselaar
Versterker
(afzonderlijk verkocht)
Versterker
(afzonderlijk verkocht)
Versterker
(afzonderlijk verkocht)
Links
achteraan
Rechts
achteraan
Links
vooraan
Rechts
vooraan
Subwoofers
Page 34
q Aansluiting voertuigdisplay-interface
Levert controlesignalen voor de voertuigdisplay-interface.
Sluit deze aan op de optionele voertuigdisplayinterfacedoos.
Voor meer informatie over de aansluitingen kunt u terecht
bij uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer.
w Antennebus
e Ingangsdraad audio-onderbreking (mute)
(Roze/Zwart)
Sluit deze draad aan op de audio-uitgang van een gsm,
die aardsluiting geeft als een oproep wordt ontvangen.
r Inschakeldraad versterker (remote) (Blauw/Wit)
Sluit deze draad aan op de inschakeldraad van uw
versterker of signaalprocessor.
t Dimmerdraad (Oranje)
Deze draad mag worden aangesloten op de stroomdraad
voor de verlichting van de instrumentengroep. Hiermee
kunt u de achtergrondverlichting van het toestel dimmen
met de dimmerregeling van het voertuig.
y Geschakelde stroomdraad (contactslot) (Rood)
Sluit deze draad aan op een open klem in de zekeringkast
van het voertuig of een andere ongebruikte stroombron
die alleen (+) 12 V levert als het contact wordt
ingeschakeld of in de accessoirepositie staat.
u Aardingsdraad (Zwart)
Sluit deze draad aan op een goede chassisaarding in het
voertuig. Zorg ervoor dat de verbinding tot stand wordt
gebracht met blank metaal en degelijk is vastgezet met
de meegeleverde plaatmetaalschroef.
i Draad voor de elektrische antenne (Blauw)
Sluit deze draad aan op de +B-klem van uw elektrische
antenne, indien van toepassing.
• Deze draad mag alleen worden gebruikt om de elektrische antenne
van het voertuig te sturen. Gebruik deze draad niet om een
versterker, een signaalprocessor, e.d. in te schakelen.
o Accustroomdraad (geel)
Sluit deze draad aan op de positieve pool (+) van de
autoaccu.
Verbind deze met de uitgangs- of ingangsaansluiting
van andere producten (CD-wisselaar, equalizer, enz.)
die zijn uitgerust met Ai-NET.
Interface-aansluiting voor stuurwielafstandsbediening
@1
Naar interfacedoos voor de stuurwielafstandsbediening.
Voor meer informatie over de aansluitingen kunt u terecht
bij uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer.
@2 Zekeringhouder (10 A)
@3 RCA-uitgangen achteraan
ROOD is rechts en WIT is links.
@4 RCA-uitgangen vooraan
ROOD is rechts en WIT is links.
@5 RCA-uitgangen subwoofer
ROOD is rechts en WIT is links.
@65 Systeemschakelaar
Als u een processor aansluit met behulp van Ai-NET, zet u
deze schakelaar in de stand EQ. Als er geen toestel is
aangesloten, laat u de schakelaar in de stand NORM
staan.
• Vergeet niet het toestel uit te schakelen voor u de stand van de
Afhankelijk van het voertuig kan een ISO/JASOantenneadapter vereist zijn.
#1 Adaptieve stuurwielafstandsbediening in 1 draad
(Bruin/Geel)
Naar interfacedoos voor de adaptieve
stuurwielafstandsbediening.
Voor meer informatie over de aansluitingen kunt u terecht
bij uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer.
#2 Adaptieve stuurwielafstandsbediening in 2 draad
(Bruin/Oranje)
Naar interfacedoos voor de adaptieve
stuurwielafstandsbediening.
Voor meer informatie over de aansluitingen kunt u terecht
bij uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer.
#3 G.OUT (Zwart) voor stuurwielafstandsbediening
Naar interfacedoos voor de adaptieve
stuurwielafstandsbediening.
Voor meer informatie over de aansluitingen kunt u terecht
bij uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer.
#4 iPod Direct-aansluiting
Besturing iPod-signalen.
Sluit deze aan op een iPod of op een optionele Bluethooth
Box. Om handenvrij te kunnen bellen met uw mobiele
telefoon, is een aansluiting met een optionele Bluetooth
Box vereist. Voor meer informatie over de aansluiting
verwijzen we naar de gebruiksaanwijzing van de
Bluetooth Box. U kunt deze ook op een extern toestel
aansluiten (zoals een draagbare speler) met een iPod
Direct/RCA-interfacekabel (afzonderlijk verkocht).
* Zie “AUX+-modus instellen” (pagina 23).
Auxiliary+ ON : Wanneer het externe toestel is
aangesloten.
Auxiliary+ OFF : Wanneer een iPod is aangesloten.
#5 FULL SPEEDTM-aansluitkabel (KCE-422i)
(afzonderlijk verkocht)
#6 USB-aansluiting
Sluit hierop de USB-kabel aan.
#7 USB-kabel
Sluit deze aan op een USB-geheugen of op een iPod. Om
een iPod te kunnen gebruiken, is een iPod Dockinterfacekabel vereist.
• Gebruik de meegeleverde USB-kabel. Als een andere USB-kabel
dan de meegeleverde kabel wordt gebruikt, is een correcte
werking niet gegarandeerd.
• Zorg ervoor dat de USB-kabel uit de buurt van andere kabels
blijft.
Om te voorkomen dat externe geluiden het audiosysteem binnendringen.
• Plaats het toestel en de draden minstens 10 cm weg van de bedrading van de auto.
• Houd de accukabels zo ver mogelijk weg van andere draden.
• Maak de aardingsdraad stevig vast op een bloot stuk metaal (verwijder lak, vuil of vet indien nodig) van het autochassis.
• Indien u een aanvullende optionele ruisonderdrukker installeert, sluit deze dan zo ver mogelijk van het toestel vandaan aan. Uw Alpinedealer verkoopt verschillende ruisonderdrukkers; u kunt bij hem terecht voor bijkomende informatie.
• Raadpleeg uw Alpine-dealer voor verdere informatie, want hij is het best geïnformeerd over het voorkomen van ruis.
33-NL
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.