Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen.
Het niet naleven van de aanwijzingen kan ernstig
letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben.
VOER GEEN BEDIENINGEN UIT DIE UW AANDACHT
AFLEIDEN EN ZO HET VEILIG BESTUREN VAN UW
VOERTUIG IN GEVAAR BRENGEN.
Functies die langer dan een moment uw aandacht vereisen, mogen
alleen worden bediend nadat u uw voertuig volledig tot stilstand
heeft gebracht. Breng uw voertuig altijd tot stilstand op een veilige
plaats alvorens deze functies te bedienen. Het niet naleven van deze
aanwijzing kan een ongeval tot gevolg hebben.
STEL HET GELUIDSVOLUME ZO IN DAT U NOG
ALTIJD GELUIDEN VAN BUITEN KUNT
WAARNEMEN TIJDENS HET RIJDEN.
Overmatige geluidsvolumes, die geluiden zoals de sirenes van
ambulances of waarschuwingsseinen (spoorwegovergang, enz.)
onhoorbaar maken, kunnen gevaarlijk zijn en kunnen een ongeval tot
gevolg hebben. LUISTEREN NAAR HARDE
GELUIDSVOLUMES IN EEN AUTO KAN OOK SCHADE AAN
HET GEHOOR VEROORZAKEN.
KIJK ZO WEINIG MOGELIJK NAAR HET DISPLAY
TIJDENS HET RIJDEN.
Als de bestuurder naar het display kijkt, kan zijn aandacht worden
afgeleid van de weg, wat ongevallen kan veroorzaken.
HET TOESTEL NIET UIT ELKAAR NEMEN OF
WIJZIGEN.
Het niet naleven van deze aanwijzing kan een ongeval, brand of een
elektrische schok tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET TOESTEL ALLEEN IN AUTO’S MET
EEN 12-VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Het
niet naleven van deze aanwijzingen kan brand of andere nare
gevolgen hebben.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BOUTEN OF
SCHROEVEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit
toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
GEBRUIK BIJ HET VERVANGEN VAN ZEKERINGEN
ALLEEN ZEKERINGEN MET DEZELFDE
AMPEREWAARDE.
Het niet naleven van deze aanwijzing kan brand of een elektrische
schok tot gevolg hebben.
VENTILATIEOPENINGEN OF RADIATORPANELEN
NIET AFSTOPPEN.
Hierdoor kan binnen in het toestel een zodanig intense hitte ontstaan
dat er brand uitbreekt.
GEBRUIK DIT TOESTEL ALLEEN VOOR MOBIELE
12V-TOEPASSINGEN.
Elk ander gebruik dan dat waarvoor het toestel ontworpen is, kan
brand, een elektrische schok of ander letsel tot gevolg hebben.
VOORZICHTIG
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen.
Het niet naleven van de aanwijzingen kan letsel
of materiële schade tot gevolg hebben.
STOP ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK INDIEN ER
ZICH EEN PROBLEEM VOORDOET.
Het niet naleven van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of
beschadiging van het toestel veroorzaken. Breng het toestel voor
herstelling binnen bij uw erkende Alpine-verdeler of het
dichtstbijzijnde Alpine Service Center.
GEBRUIK GEEN NIEUWE EN OUDE BATTERIJEN
DOOR ELKAAR. PLAATS DE BATTERIJEN VOLGENS
DE JUISTE POLARITEIT.
Als u de batterijen plaatst, dient u aandacht te schenken aan de juiste
polariteit (+ en -). Het scheuren of het uitlekken van chemische
producten uit de batterij kan brand of lichamelijk letsel veroorzaken.
VOORZORGSMAATREGELEN
Toestel reinigen
Gebruik een zachte droge doek om het toestel regelmatig te reinigen.
Voor hardnekkige vlekken mag u de doek alleen met water
bevochtigen. Als u andere producten gebruikt, kan de lak of de
kunststof aangetast raken.
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen +60 °C en
-
10 °C bedraagt voor u het toestel inschakelt.
Onderhoud
Probeer in geval van problemen nooit zelf het toestel te herstellen.
Breng het toestel naar uw Alpine-dealer of de dichtstbijzijnde
Alpine-onderhoudsdienst voor onderhoud.
De plaats van installatie
Zorg ervoor dat de iDA-X001 niet wordt geïnstalleerd op een plaats
die blootgesteld is aan:
• Rechtstreeks zonlicht en warmte
• Hoge vochtigheid en water
• Overmatig veel stof
• Overmatig veel trillingen
Bescherming van de USB-aansluiting
• Op de USB-aansluiting van dit toestel kan alleen een iPod of een
USB-geheugen worden aangesloten. Bij gebruik van andere
USB-producten kan een correcte werking niet worden
gegarandeerd.
• Bij gebruik van de USB-aansluiting mag alleen de bij dit toestel
geleverde aansluitkabel worden gebruikt. Een USB-hub wordt
niet ondersteund.
• Afhankelijk van het aangesloten USB-geheugenapparaat is het
mogelijk dat het toestel niet functioneert of dat sommige functies
niet werken.
• Dit toestel kan audiobestanden met de indelingen
MP3/WMA/AAC afspelen.
• De artiest, de naam van het liedje, enz. kunnen worden
weergegeven. Het kan echter zijn dat sommige tekens niet
correct worden weergegeven.
3-NL
VOORZICHTIG
Alpine wijst iedere aansprakelijkheid voor het verlies van
gegevens enz. van de hand, zelfs als dit verlies zich voordoet
tijdens het gebruik van dit toestel.
Bij gebruik van een USB-geheugen
• Neem de volgende punten in acht om defecten of beschadiging te
voorkomen.
Lees zorgvuldig de handleiding van het USB-geheugen.
Raak de aansluitpunten niet aan met de hand of met metaal.
Stel het USB-geheugen niet bloot aan overmatig veel schokken.
Niet buigen, laten vallen, uit elkaar halen, wijzigen of
onderdompelen in water.
• Vermijd gebruik of opslag op de volgende plaatsen:
Plaatsen in de auto die blootstaan aan rechtstreeks zonlicht of
hoge temperaturen.
Plaatsen met een hoge vochtigheid of waar corrosieve stoffen
aanwezig zijn.
• Bevestig het USB-geheugen op een plaats waar het de bestuurder
niet hindert.
• Het USB-geheugen zal mogelijk niet correct functioneren bij
hoge of lage temperaturen.
• Gebruik alleen een goedgekeurd USB-geheugen. Het is mogelijk
dat zelfs een goedgekeurd USB-geheugen niet correct
functioneert, afhankelijk van het type of de toestand van het
geheugen.
• Het correct functioneren van het USB-geheugen wordt niet
gegarandeerd. Gebruik het USB-geheugen overeenkomstig de
gebruiksovereenkomst.
• Afhankelijk van de instellingen van het USB-geheugentype, de
geheugentoestand of de codeersoftware, zal het toestel misschien
niet correct afspelen of tekst weergeven.
• Een bestand met auteursrechtelijke bescherming kan niet worden
afgespeeld.
• Het kan even duren voordat het afspelen vanaf een USBgeheugen begint. Als het USB-geheugen een bepaald bestand
bevat dat geen audiobestand is, kan het lang duren om het
bestand af te spelen of te zoeken.
• Het toestel kan bestanden met de extensies “mp3”,“wma” of
“m4a” afspelen.
• Voeg de bovenstaande extensies niet toe aan een bestand dat
geen audiogegevens bevat. Deze niet-audiogegevens zullen niet
worden herkend. Het afspelen van een dergelijk bestand kan ruis
veroorzaken, met mogelijke schade aan de luidsprekers en/of
versterkers tot gevolg.
• Het wordt aanbevolen een reservekopie van belangrijke
gegevens op te slaan op een pc.
• Verwijder het USB-apparaat niet terwijl het afspelen bezig is.
Kies een andere bron (SOURCE) dan USB alvorens het USBapparaat te verwijderen, om mogelijke beschadiging van het
geheugen te voorkomen.
• “Uni-Type™” is een stijl van het lettertype Universal design die
werd ontwikkeld door gezamenlijk onderzoek van LIM
Corporation Ltd. en Chiba University Faculty of Engineering.
• “Uni-Type™” is een gedeponeerd handelsmerk van LIM
Corporation Ltd.
• Windows Media en het Windows-logo zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
• Apple, het Apple-logo en iPod en iTunes zijn handelsmerken van
Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen.
• “De licentie voor de codeertechnologie van de MPEG Layer-3
audio is van Fraunhofer IIS en Thomson.”
• “De levering van dit product houdt alleen een vergunning in
voor privé-gebruik voor niet-commerciële doeleinden. Het geeft
geen recht om dit product te gebruiken in een commerciële
(d.w.z. inkomsten opwekkende) realtime-uitzending (op de
aarde, via satelliet, kabel en/of een ander medium),
uitzending/streaming via internet, intranet en/of andere
netwerken of in andere elektronische systemen voor
inhoudverspreiding, zoals betaalradio of toepassingen voor
muziek-op-verzoek. Voor dergelijk gebruik is een aparte
licentie vereist. Raadpleeg http://www.mp3licensing.com voor
meer informatie.
4-NL
Bediening van de
centrale draaiknop
Centrale draaiknop
Draai de centrale draaiknop naar links of naar
1
rechts.
qDraai de centrale draaiknop één stap. Als de “Functie
Sound Guide (pieptoon)” is ingeschakeld (zie pagina 22),
is een pieptoon hoorbaar tijdens deze bediening. De
vermelding “Draai aan de centrale draaiknop” in de
handleiding beschrijft de bovenstaande bediening. De
centrale draaiknop keert terug naar zijn oorspronkelijke
stand wanneer u hem loslaat. Het één stap draaien van
de centrale draaiknop en even vasthouden (niet loslaten)
van de knop wordt als volgt uitgedrukt: “Draai de centrale
draaiknop één stap en houd hem vast.”
wDoor de centrale draaiknop te draaien en even vast te
houden (niet los te laten), kunt u nummers en items
continu veranderen. Deze bediening wordt als volgt
uitgedrukt: “Draai de centrale draaiknop twee stappen en
houd hem vast.” Als de “Functie Sound Guide (pieptoon)”
is ingeschakeld (zie pagina 22), zijn twee pieptonen
hoorbaar tijdens deze bediening. De centrale draaiknop
keert terug naar zijn oorspronkelijke stand wanneer u
hem loslaat.
• Gebruikershandleiding...........................................1 set
Toestel in- en uitschakelen
Druk op SOURCE/om het toestel in te schakelen.
• Het toestel kan worden ingeschakeld door op om het even welke
toets te drukken, behalve (losmaken) en VIEW. Het toestel
wordt ook automatisch ingeschakeld wanneer een iPod (USBaansluiting) of USB-geheugen wordt aangesloten.
Houd SOURCE/minstens 2 seconden ingedrukt om
het toestel uit te schakelen.
FUNC./SETUP
Centrale draaiknop
Bevestigen
Plaats de rechterkant van het frontpaneel in het
1
ingebouwde toestelgedeelte. Zet de groef op het
frontpaneel op eenzelfde lijn met het uitstekende
gedeelte van het toestel.
Druk op de linkerkant van het frontpaneel tot het
2
stevig in het toestel vastzit.
• Voor u het frontpaneel terugplaatst, dient u na te gaan of er geen
vuil of stof op de aansluitklemmen ligt en of niets tussen het
frontpaneel en de hoofdeenheid ligt.
• Bevestig het frontpaneel voorzichtig. Houd het paneel bij de
zijkanten vast om te voorkomen dat u per ongeluk toetsen indrukt.
Ingebruikneming
Druk op de RESET-toets als u het toestel voor het eerst gebruikt,
nadat u de auto-accu heeft vervangen, enz.
Schakel het toestel uit.
1
Druk op (losmaken) om het frontpaneel te
2
verwijderen.
Druk met een balpen of een ander scherp
3
voorwerp op RESET.
Volume regelen
Frontpaneel losmaken en bevestigen
Losmaken
Schakel het toestel uit.
1
Druk op de toets (losmaken) onderaan links
2
tot het frontpaneel uit het toestel springt.
Neem het frontpaneel vast aan de linkerzijde en
3
verwijder het.
• Het frontpaneel kan tijdens normaal gebruik warm worden (in
het bijzonder de aansluitklemmen aan de achterzijde van het
frontpaneel). Dit wijst niet op een defect.
• Plaats het frontpaneel in het meegeleverde draagetui om het te
beschermen.
6-NL
Draai aan de centrale draaiknop tot u de gewenste
klank verkrijgt.
• Door de centrale draaiknop herhaaldelijk één stap met de klok
mee/tegen de klok in te draaien en vast te houden, wordt het
volume in stappen verhoogd/verlaagd. Door de centraledraaiknop twee stappen te draaien en vast te houden, wordt het
volume sneller verhoogd/verlaagd.
Volume snel verlagen
Als u de functie Geluid dempen activeert, wordt het volumeniveau
meteen met 20 dB verlaagd.
Druk op om de dempingsmodus te activeren.
Het geluidsniveau zakt met 20 dB.
Druk opnieuw op om terug te keren naar het vorige
geluidsniveau.
• In de dempingsmodus knippert het volumedisplay.
Het uur en de kalender instellen
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de SETUP-keuzemodus in
werking te stellen.
Draai aan de centrale draaiknop om de modus
2
Algemeen te kiezen en druk dan op ENT.
Bluetooth ↔ General ↔ Display ↔ iPod ↔ Tuner
Draai aan de centrale draaiknop om Clock
3
Adjust te kiezen en druk dan op ENT.
De kalenderinstelmodus is in werking gesteld. Wanneer
het jaar is ingesteld, gaat u door naar stap 5.
Draai aan de centrale draaiknop om de
4
instelling van het jaar, de maand, de dag, het uur
en de minuten te kiezen.
Druk op ENT.
5
De jaarinstelmodus is in werking gesteld en het jaar
knippert. (Wanneer “jaar” is ingesteld)
Draai aan de centrale draaiknop om het jaar in
6
te stellen en druk dan op ENT.
De instelling van het jaar is voltooid. (Wanneer “jaar” is
ingesteld)
Herhaal stappen 4 t/m 6 hierboven om de maand,
7
de dag, het uur en de minuten in te stellen.
Houd de BACK-toets minstens 2 seconden
8
ingedrukt om terug te keren naar de normale
modus.
• Deze instelling is alleen mogelijk als de automatische klok is
uitgeschakeld. Zie “Tijd instellen op automatisch aanpassen”
(pagina 10).
• Door te drukken op
naar de vorige modus.
• Door de centrale draaiknop twee stappen te draaien en vast te
houden, verandert het nummer continu.
BACK tijdens de procedure keert u terug
• Als u in de modus Prioriteit voor de tijdweergave een tuner- of
iPod-functie kiest, wordt de tijdweergave onmiddellijk
onderbroken. De gekozen functie wordt ongeveer 5 seconden
weergegeven, waarna de tijd opnieuw op het display verschijnt.
• Wanneer de RDS-modus is ingesteld, kan radiotekst worden
weergegeven. Zie “Weergave van radiotekst” (pagina 11).
• Als een iPod is aangesloten via USB, kan het albumhoesscherm
worden weergegeven. Zie “Display veranderen” (pagina 14).
Bedienbaar met afstandsbediening
Richt de zender van de optionele afstandsbediening
op de sensor van de afstandsbediening.
Afstandsbedieningssensor
Kalender/tijd weergeven
Druk op VIEW.
De kalender/tijd wordt weergegeven. Druk nogmaals op VIEW
om terug te keren naar de normale modus.
7-NL
Radio
4
5
6
3
1
2
SOURCE/
BAND/TA
TUNE/A.MEPRESET
Centrale draaiknop
ENT
Handmatig voorkeuzezenders instellen
Kies de radiofrequentieband en stem af op de
1
radiozender die u in het voorkeuzegeheugen wilt
opslaan.
Druk op PRESET.
2
Het voorkeuzescherm wordt weergegeven.
Draai aan de centrale draaiknop om het
3
voorkeuzenummer te kiezen.
Houd ENT minstens 2 seconden ingedrukt.
4
De gekozen zender is nu in het geheugen opgeslagen.
Het display toont de frequentieband, het
voorkeuzenummer en de zenderfrequentie die in het
geheugen zijn opgeslagen.
Verklaring van het display
<Voorbeeld van radioscherm>
• In totaal kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het geheugen
van de voorkeuzezenders (6 zenders per band: FM-1, FM-2, FM3, MW en LW).
• Als onder een voorkeuzegeheugen reeds een zender werd
opgeslagen, zal deze worden gewist en door de nieuwe zender
worden vervangen.
Er wordt automatisch afgestemd op zowel sterke als
zwakke zenders (automatisch zenders zoeken).
Lokale modus:
Er wordt alleen automatisch afgestemd op sterke zenders
(automatisch zenders zoeken).
Handmatige modus:
De frequentie wordt handmatig stapsgewijs afgestemd
(handmatige afstemming).
Druk op of om af te stemmen op de
4
gewenste zender.
Als u de toets of ingedrukt houdt, verandert
de frequentie continu.
Houd de toets TUNE/A.ME minstens 2 seconden
2
ingedrukt.
“Auto Memory” wordt weergegeven tijdens de
automatische opslag in het geheugen. De tuner zoekt
automatisch naar 6 sterke zenders in de geselecteerde
frequentieband en slaat deze op. De zenders worden
opgeslagen onder de toetsen 1 tot 6 (volgens
signaalsterkte).
Als de automatische opslag in het geheugen is voltooid,
gaat de tuner naar de zender die onder voorkeuzetoets 1
werd opgeslagen.
• Als geen zenders werden opgeslagen, zal de tuner terugkeren naar
de oorspronkelijke zender waarnaar u luisterde voor de aanvang
van de automatische geheugenprocedure.
Afstemmen op voorkeuzezenders
Druk herhaaldelijk op de toets BAND/TA tot de
1
gewenste frequentieband wordt weergegeven.
Druk op PRESET. Het voorkeuzescherm wordt
2
weergegeven.
Het voorkeuzescherm wordt weergegeven.
Draai aan de centrale draaiknop om een
3
radiozender te kiezen..
Druk op ENT.
4
Het display geeft de frequentieband, het
voorkeuzenummer en de frequentie van de gekozen
zender weer.
8-NL
RDS
Centrale draaiknopVIEW
BAND/TAFUNC./SETUP
RDS-ontvangstmodus instellen en
RDS-zenders ontvangen
RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat gebruik
maakt van de 57kHz-onderdraaggolf van normale FM-uitzendingen.
RDS maakt het mogelijk allerhande informatie, waaronder
verkeersinformatie en zendernamen, te ontvangen en automatisch
opnieuw af te stemmen op een sterkere zender die hetzelfde
programma uitzendt.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
1
functiemodus in werking te stellen.
Druk op ENT om de AF-modus (Alternatieve
2
Frequentie) te kiezen.
Draai aan de centrale draaiknop om On te
3
kiezen en druk op ENT.
Druk op de toets FUNC./SETUP om de RDS-
4
modus in werking te stellen.
• Wanneer “PTY31-ontvangst (Nooduitzending) instellen” (zie
pagina 10) is ingeschakeld, zal automatisch de aanduiding
“ALARM” op het display verschijnen als het toestel het PTY31signaal (Nooduitzending) ontvangt.
De digitale RDS-gegevens omvatten de volgende
informatie:
ENT
BACK
PIProgramma-identificatie
PSProgrammadienstnaam
AFLijst met alternatieve frequenties
TPVerkeersprogramma
TAVerkeersmelding
PTYProgrammatype
EONVerbeterde andere netwerken
Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de SETUP-keuzemodus in
werking te stellen.
Draai aan de centrale draaiknop om de
2
tunermodus te kiezen en druk dan op ENT.
Bluetooth ↔ Algemeen ↔ Display ↔ iPod ↔ Tuner
Druk op ENT om Regionaal te kiezen.
3
Draai aan de centrale draaiknop om On of Off te
4
kiezen en druk dan op ENT.
In de modus Off blijft het toestel automatisch de
overeenkomstige lokale RDS-zender ontvangen.
Houd de BACK-toets minstens 2 seconden
5
ingedrukt om terug te keren naar de normale
modus.
• Door te drukken op BACK tijdens de procedure keert u terug naar
de vorige modus.
Instellen van het zoeken volgens
programma-identificatie (PI SEEK)
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de SETUP-keuzemodus in
werking te stellen.
Draai aan de centrale draaiknop om de
2
tunermodus te kiezen en druk dan op ENT.
Bluetooth ↔ Algemeen ↔ Display ↔ iPod ↔ Tuner
Draai aan de centrale draaiknop om PI Seek te
3
kiezen en druk dan op ENT.
Draai aan de centrale draaiknop om On of Off te
4
kiezen en druk dan op ENT.
Houd de BACK-toets minstens 2 seconden
5
ingedrukt om terug te keren naar de normale
modus.
• Door te drukken op BACK tijdens de procedure keert u terug naar
de vorige modus.
9-NL
PTY31-ontvangst (Nooduitzending) instellen
Verkeersinformatie ontvangen
Stel de PTY31-ontvangst (nooduitzending) in op ON/OFF.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de SETUP-keuzemodus in
werking te stellen.
Draai aan de centrale draaiknop om de
2
tunermodus te kiezen en druk dan op ENT.
Bluetooth ↔ General ↔ Display ↔ iPod ↔ Tuner
Draai aan de centrale draaiknop om PTY31 te
3
kiezen en druk dan op ENT.
Draai aan de centrale draaiknop om On of Off te
4
kiezen en druk dan op ENT.
Als u On instelt, worden de nooduitzendingen ontvangen,
ongeacht de bron. Tijdens de ontvangst wordt “ALARM”
weergegeven.
Houd de BACK-toets minstens 2 seconden
5
ingedrukt om terug te keren naar de normale
modus.
Wanneer een nooduitzending wordt ontvangen, wordt het
geluidsvolume automatisch veranderd in het volume dat
in het geheugen van de verkeersinformatiemodus is
opgeslagen. Zie “Verkeersinformatie ontvangen” op
pagina 10 voor meer informatie.
• Door te drukken op BACK tijdens de procedure keert u terug naar
de vorige modus.
Het uur instellen op automatisch aanpassen
Wanneer u ON instelt, wordt het uur automatisch aangepast via RDSgegevens.
Houd de toets FUNC./SETUP minstens 2
1
seconden ingedrukt om de SETUP-keuzemodus in
werking te stellen.
Draai aan de centrale draaiknop om de
2
tunermodus te kiezen en druk dan op ENT.
Bluetooth ↔ General ↔ Display ↔ iPod ↔ Tuner
Draai aan de centrale draaiknop om Auto Clock
3
te kiezen en druk dan op ENT.
Draai aan de centrale draaiknop om On of Off te
4
kiezen en druk dan op ENT.
Houd de BACK-toets minstens 2 seconden
5
ingedrukt om terug te keren naar de normale
modus.
• Door te drukken op BACK tijdens de procedure keert u terug naar
de vorige modus.
Houd de toets BAND/TA minstens 2 seconden
1
ingedrukt zodat de indicator “TA” gaat branden.
Als wordt afgestemd op een verkeersinformatiezender,
gaat de indicator “TP” branden.
De verkeersinformatie is alleen hoorbaar op het moment
dat ze wordt uitgezonden. Als geen verkeersinformatie
wordt uitgezonden, staat het toestel in de waakstand. Als
verkeersinformatie wordt uitgezonden, ontvangt het
toestel deze verkeersinformatie automatisch en verschijnt
het scherm TRF Info.
Aan het einde van de uitzending van de
verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug
naar de waakstand.
• Als het verkeersinformatiesignaal onder een bepaald niveau daalt,
blijft het toestel 1 minuut in de ontvangstmodus. Als het signaal
langer dan 1 minuut onder een bepaald niveau blijft, gaat de
indicator “TA” knipperen.
• Wilt u niet naar de ontvangen verkeersinformatie luisteren, druk
dan licht op de toets BAND/TA om die verkeersmelding over te
slaan. De modus TA blijft geactiveerd om de volgende
verkeersmelding te ontvangen.
• Als het geluidsvolume wordt gewijzigd tijdens de ontvangst van
verkeersinformatie, wordt het gewijzigde volume in het geheugen
opgeslagen. De volgende keer dat verkeersinformatie wordt
ontvangen, zal het geluidsvolume automatisch worden aangepast
aan het opgeslagen niveau.
Zenders zoeken volgens programmatype
(PTY)
Druk op de toets FUNC./SETUP om de
1
functiemodus in werking te stellen.
Draai aan de centrale draaiknop om PTY te
2
kiezen en druk op ENT terwijl het toestel zich in
de radiomodus (FM-ontvangst) bevindt.
Het PTY-keuzescherm wordt weergegeven.
Draai aan de centrale draaiknop om het
3
gewenste programmatype te kiezen.
Druk op ENT na het kiezen van het
4
programmatype om een zender te zoeken binnen
het gekozen programmatype.
De indicator voor het gekozen programmatype knippert
tijdens de zoekbewerking en gaat branden als een
zender is gevonden.
Als er geen PTY-zender wordt gevonden, geeft het
display gedurende 10 seconden “No PTY” weer.
10-NL
Loading...
+ 23 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.